Reisverslag Zuid Afrika 19 oktober - 9 november 2010 Van de Machu Picchu naar de Tafelberg Voorbereiding Vrijdag 15 januari, we vertrekken om 9.45 uur voor een bezoek aan de vakantiebeurs in Utrecht. Om 10.00 uur stoppen we bij de Rabobank om te pinnen. Ik maak nog snel een praatje met mijn collega’s Thilda en Barbara. Daarna rijden we richting Utrecht. Net voor Utrecht doen we een benzinestation aan voor een plasstop. Stel voor dat we in de file komen. Ik ben altijd op alles voorbereid. Om 10.59 uur parkeren we de auto in het Transferium Westraven. We kopen een kaartje voor € 4,=. Dit is de parkeerkaart en tevens het vervoersbewijs naar het centrum. De tramhalte is dichtbij. Na enkele minuten komt de tram aanrijden. Gelukkig, want het is ijzig koud. Om 11.33 uur kopen we de entreekaartjes voor de vakantiebeurs (€ 17 met FOX korting). Normale prijs voor twee kaartjes is € 25. Van de korting (€ 8) kunnen we een broodje kopen. We komen binnen in de hal verre reizen. Al vrij snel vinden we de stand van NRV. Ze pakken even groot uit als FOX en staan gebroederlijk naast elkaar. Ik vul ons e-mailadres in op het deelnameformulier en maak daarmee kans op een gratis reis. Daarna verlaten we de stand. We zwerven wat over de beurs, gaan zitten en eten een broodje. We lopen de campinghal binnen en bewonderen de grote campers. Even buiten de campinghal kopen we een grote gelamineerde wereldkaart voor € 5. Daarna lopen we terug naar de hal verre reizen. We doen maar meteen de stand van NRV aan. Ik bestel bij de balie twee cola en “betaal” met de consumptiebonnen die NRV ons via de post heeft toegestuurd. Ik zet de glazen op een statafel. Na enkele minuten krijgen we gezelschap van Misja, een medeweker van NRV. Ik vertel hem over onze reisplannen naar Peru en binnen de kortste keren zitten we aan de achterzijde van de stand, achter een PC. Misja legt de nodige gegevens vast voor de 18 daagse rondreis “in het Spoor van de Inca’s”, met vertrekdatum 3 mei. De bevestiging zullen we via de mail ontvangen. Achter de stand van NRV, is de stand van de luchtvaartmaatschappij en het toeristenbureau van Peru. We nemen wat folders mee, proberen de chips en de pisco sour. Wel lekker, maar heel heftig zo midden op de dag. Zuid Afrika is sterk vertegenwoordigd op de beurs. We lopen nog even langs de vele stands en daarna besluiten we om naar huis te gaan. Om 14.30 wachten bij de tramhalte achter de beurs. De tram richting IJsselstijn komt al snel aanrijden. Nog even plassen op het Transferium en daarna op zoek naar de auto. De TomTom laat ons in de steek dus speel ik de navigator. Het gaat even te snel voor de navigator. We rijden de afslag Breda voorbij. We rijden door totdat we kunnen keren. Om 15.30 uur zitten we op de weg richting huis. Bij het Transferium moet je de eerste afslag links hebben en dan zit je meteen op de goede weg. Het probleem is, dat daar Breda, niet wordt aangegeven. Vandaar dat het even mis ging. Het is rustig op de weg en we bereiken Rijsbergen zonder file. Als afsluiting van de dag eten we een frietje met gehaktbal en sjaslick bij Bon Appétit in Rijsbergen. We laten het ons goed smaken en rijden daarna naar huis. We kijken terug op een geslaagde dag. Maandag 18 januari.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
1
Als ik om 13.40 uur terugkom van mijn lunchpauze lees ik een mailbericht van mijn collega Monique dat NRV om 13.18 uur gebeld heeft. Ik pak meteen de telefoon en krijg Misja van NRV aan de lijn. Misja geeft aan dat ik toch geen recht heb op de beloofde beurskorting (€ 100). De reden hiervan is dat ik de reispunten van de publieksprijs van de posteractie al mag verzilveren. Dit is begrijpelijk. Hij zal de reispunten, een totale waarde van € 1.100,= (€ 1.000 prijs van de posteractie en € 100 gespaarde reispunten), als aanbetaling op de reissom laten verwerken. Om 13.55 uur stuurt Misja hiervan een bevestiging. Dinsdag 19 januari. Ik krijg om 12.00 uur een mail van Cynthia met een prijsoverzicht van de reis. ’s Avonds om 20.02 uur stuur ik een reactie terug dat het overzicht correct is. Woensdag 20 januari. Om 9.00 uur ontvang ik per mail de definitieve factuur. Donderdag 21 januari. In de brievenbus zit een oranje enveloppe met de kofferlabels, reisinformatie en hebbedingetjes. De reis naar Peru ligt vast en ik heb nu alle tijd om me te verdiepen in het land van de Inca’s. De Capitool reisgids en het boekje “Te gast in”, hebben al een vast plaatsje op mijn leestafel gekregen. Dit is het kerstcadeau van de bank. Ik heb de vijftig euro die we krijgen, besteed bij de Bruna. Het enige nadeel van deze reis is, dat deze nog niet definitief is. Het minimaal aantal deelnemers is tien. Als dat aantal niet gehaald wordt, gaat de groepsreis niet door. Bij het boeken van de reis heeft Misja gezegd dat bij het niet doorgaan, wij dit ruimschoots van te voren zullen horen. Woensdag 3 maart. Ik hou het niet langer uit. Ik wil de status van de reis weten. Ik stuur een mail naar NRV. Vrijdag 5 maart. Ik krijg tijdens het eten koken (17.00 uur) een telefoontje van Linda Sonnemans van NRV. Na een vroegtijdig overleg is besloten om de reis definitief niet door te laten gaan. Er zijn ook geen vooruitzichten wanneer de reis wel door zal gaan. Ik zeg Linda dat dit een grote teleurstelling voor mij is en dat ik in het weekend ga nadenken wat we gaan doen. Ik spreek met haar af dat ik maandag terugbel. Maandag 8 maart. Ik bel met NRV dat de reis naar Peru omgezet mag worden naar de reis Divers Zuid Afrika van 20 oktober. Deze reis heeft een definitief vertrek. Zuid Afrika staat ook al lang op onze verlanglijst. Het liefst zou ik natuurlijk naar Peru reizen. Helaas hebben de groepsreizen naar Peru bij NRV geen gegarandeerd vertrek. Maandag 8 maart. Ik ontvang per mail van Linda een bevestiging en vervolgens de definitieve boekingsbevestiging. Maandag 15 maart. Ik haal bij de Bruna in Baarle Nassau mijn bestelling op: Insight Guide van Zuid Afrika en het boekje “Te gast in ”Zuid Afrika. De vergaarde informatie over Peru is opgeslagen in mijn geheugen en ik hoop dat ik die info over een jaar weer kan ophalen. Nu ga ik aan de slag met Zuid Afrika. Donderdag 25 maart. Ik stuur een mail naar NRV voor het infoboekje van Zuid Afrika. Dinsdag 30 maart. Wij ontvangen de info over Zuid Afrika (helaas niet zo’n mooi boekje als we van Peru ontvangen hebben). Eind april. Ik zie op de site van NRV dat het reisschema gewijzigd is. De andere dag krijg ik een telefoontje van NRV. Vanwege de vele klachten van reizigers is besloten om het programma aan te passen. De
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
2
wijziging is wel positief. We verblijven nu een tweetal dagen in Drakensbergen en logeren in East London in het Inkwenkwezi Private Game Reserve. Zondag 13 juni. We rijden naar Rijswijk voor het bijwonen van de landenpresentatie over Zuid Afrika. Deze begint om 12.00 uur. Rico van Loenen, één van de directieleden verzorgt de presentatie. Na de presentatie is ruimte voor vragen. Nico wordt bijgestaan door Dick Broeke, Misja Roeleveld en nog twee medewerkers van NRV. Dinsdag 29 juni. We zijn net terug van een paar daagjes fietsen in Drenthe. We zitten buiten met een drankje en met de laptop voor mijn neus. Ik lees de mail en surf naar de site van NRV en ga op zoek naar onze reis. En wat ziet mijn oog, 20 oktober Vol/ niet boekbaar. Shit, ik had nog zo gehoopt dat we met minder dan 20 personen zouden reizen. Is twintig ook geen verkeerd aantal, maar toch. Vertrekdata & prijzen 20 oktober
€ 2299
Vol / niet boekbaar
Dinsdag 31 augustus. Ik vul het digitale reisvaccinatie formulier in van de huisartsenpraktijk. De onderstaande vaccinatie staan al geregistreerd in ons medisch paspoort: Gele Koorts 10-9-2003 DTP 10-9-2003 Cholera 10-5-2006 Thyphus 30-1-2009 Hepatitus A 10-9-2003 Voor Zuid Afrika wordt DTP en Hepatitus A geadviseerd. Deze vaccinaties voldoen nog. In oktober en november is in een aantal gebieden de malariamug actief en dat betekent dat we malarone moeten slikken. Wij komen 23-10 aan in het Krugerpark en reizen door naar KwaZulu Natal waar we 29-10 vertrekken. Dit zijn de malariagebieden waar we heen gaan. We moeten één dag van te voren starten met slikken en daarna nog 7 dagen slikken na vertrek uit het malariagebied. Dus dat worden 15 malariatabletten. Dinsdag 31 augustus. Ik reserveer via internet bij het A4 Valk hotel, een Park, Sleep, Fly najaars Special arrangement voor dinsdag 19 oktober, de dag vóór vertrek. Voor slechts € 126,14 (incl. toeristenbelasting) mogen wij een nachtje slapen in een ruime luxe kamer en daarnaast mag de auto 31 dagen op een aparte parkeerplaats (achter een ijzeren hek) logeren. Ik heb eerst gebeld met het Dorint hotel waar we vorig jaar een Park, Sleep, Fly arrangement geboekt hebben. Dat hotel was ons toen heel goed bevallen. Ik moet nu het dubbele bedrag neertellen vergeleken met vorig jaar. Zij hanteren sinds dit jaar een vraag en aanbod tarief. Donderdag 16 september. Ik heb tijdens mijn lunchpauze een afspraak met de doktersassistente. We spreken de reis door en daarna schrijft ze het recept uit voor de malarone. Ik kan de medicijnen meteen ophalen bij de apotheek. Dat is ook weer geregeld. Sinds vorig jaar ga ik naar de huisarts voor het reisadvies, voorheen gingen we altijd naar de GGD. De GGD rekent altijd één consult per persoon en bij de huisarts hoef je het consult niet te betalen. Nu maakt dat tegenwoordig niet meer uit want met het ziektekostenpakket dat we hebben, worden zowel de vaccinaties als het consult vergoed.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
3
Dinsdag 19 oktober Zundert - Amsterdam Eindelijk is het zover. De sleutels liggen bij pa en ma en bij Dimphy, de buurvrouw. De koffer, tas en rugzak zijn gepakt en kunnen in de auto. Om 12.00 uur rijden we langs Renate om de sleutel bij Paula en Bart af te geven. Dimphy gaat met de herfstvakantie een weekendje weg en dan zal Bart de brievenbus doen. Het regent pijpenstelen. Ik trek een sprintje richting de achterdeur en geef de sleutels af. Het is rustig op de weg en de TomTom brengt ons om 13.30 uur op de plaats van bestemming. Johan parkeert de auto en we lopen samen naar de receptie. Als de formaliteiten geregeld zijn, lopen we terug naar de auto. We pakken de bagage en brengen die naar de kamer. Daarna rijdt Johan de auto naar de speciale parkeerplaats achter de ijzeren hekken. Tegenover het hotel is het Brugrestaurant A4 met verschillende eet- en drinkgelegenheden. Oa Delifrance, La Place, KFC, Febo, Burger King, de Gouden Wok, Rancho BBQ & Grill en Restotruck A4. In de verte schittert de verkeerstoren van Schiphol. De vliegtuigen zijn nog maar net opgestegen en vliegen laag over. Dit is een mooi moment om wat KLM toestellen vast de leggen. Wellicht een mooi begin voor de film. We lopen naar het brugrestaurant en drinken iets bij La Place. We zitten pal boven de snelweg. Na een poosje zijn we uitgekeken en wandelen we terug naar de overkant. In de gezellige bar van het van der Valk hotel zitten een paar gasten. We gaan naar binnen en zakken weg in de heerlijke zachte ruime fauteuils. Het is nog te vroeg voor een glaasje wijn dus neem ik een bitter lemon. Tegen zessen lopen we weer naar de overkant en eten bij La Place een lekkere kop tomaten- en erwtensoep. Daarna ga ik op zoek naar de lekkere broodjes die ik vanmiddag gezien heb. Helaas, die zijn allemaal op. Nu staat nog enkel een warme hap op het menu. Dat is balen. Ik had net mijn zinnen gezet op die lekkere broodjes. Warm eten hoeven we niet dus lopen we naar Delifrance. Daar verkopen ze ook geen broodjes meer. Wat is dit voor een tent? Johan heeft wel trek in friet, wanneer niet? Bij Delifrance kun je met een trap naar beneden en kom je uit bij Febo. Ik bestel voor Johan een friet met een bal gehakt. Ik hoef geen vette snack. Achteraf gezien hadden we beter iets kleins bij het van der Valk restaurant kunnen eten. We wandelen terug naar de sfeervolle bar en ploffen neer in de zachte banken. Vanuit ons plekje hebben we een mooi overzicht. De bar is sfeervol verlicht. Een jongen zoekt de gasten die gereserveerd hebben voor het restaurant. Hij komt een paar keer vragen of wij willen eten. Het is tijd voor een rood wijntje en voor Johan natuurlijk zijn pilsje. Het is gezellig en de tijd vliegt voorbij. Om 21.30 uur gaan we toch maar naar de kamer. Morgen wordt het immers een lange dag. We zetten de wekker op 5.30 uur en gaan slapen. Het is een heel groot hotel met veel gasten en toch hoor je amper geluiden. We slapen dan ook snel in.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
4
Dag 1 woensdag 20 oktober Amsterdam – Johannesburg – Pretoria Om 5.30 uur gaat de wekker. Ik heb heel onrustig geslapen. Ik was een beetje angstig dat de wekker ons in de steek zou laten. Johan heeft daarentegen heel goed geslapen. Douchen, tanden poetsen, koffer dicht en om 6.00 uur staan we véél te vroeg beneden. Er is nog een mogelijkheid voor een kop koffie. Dat doen we straks wel op de luchthaven. In de foyer van het hotel wordt het behoorlijk druk. We gaan alvast buiten staan zodat we verzekerd zijn van een plaats in de shuttle bus. De bus arriveert en binnen de kortste keren zit de grote touringcar tjokvol. Om 6.40 uur rijden we richting Schiphol. Het is amper 10 minuten rijden. Als we de vertrekhal binnenstappen kijken we eerst op de informatieborden welke vertrekhal we moeten hebben. Vertrekhal 2, incheckbalie 7 t/m 15. Eerst laten we de tas sealen. Daarna lopen we naar de incheckbalie. We moeten zelf inchecken. We vragen hulp. Het is eigenlijk heel simpel. Achteraf gezien hadden we beter via het internet kunnen inchecken. Dat kan pas vanaf 30 uur vóór vertrek en toen waren we niet meer thuis. Bij het van der Valk hotel kun je ook internetten. Dat hadden we dus moeten doen. We zitten nu niet naast elkaar. We hebben de stoelen 25J en 26B. Als we € 30 per stoel extra betalen hebben we wel twee stoelen naast elkaar. Dat doen we niet. We zien straks in het vliegtuig wel. Als we de douane gepasseerd zijn gaan we eerst op zoek naar koffie. Twee grote mokken koffie voor € 7. Heel lekker maar peperduur! Daarna gaan we op zoek naar een extra accu voor Johan zijn videocamera. We vinden een juist exemplaar maar Johan wilt niet zoveel geld uitgeven. De oude accu’s vertonen soms mankementen. Het risico dat er eentje uitvalt accepteren we dan maar. Dan op zoek naar een lekker broodje. Het wordt een broodje kaas voor € 4,25. Met z’n tweeën hebben we daar een behoorlijke hap aan. Het is een verse ciabatta en smaakt voortreffelijk. We lopen naar gate E24. Het is 9.00 uur en de Boeing 777-200ER Nahanni National Park staat al startklaar. De donkere wolken met de blauwe lucht zorgen voor een mooi plaatje. Na een half uurtje wachten mogen we boarden. We zoeken onze plaatsen en bergen de handbagage op. Nu maar afwachten wie naast mij komt zitten. Johan zit naast een ouder echtpaar. Links naast mij neemt een Chinees meisje plaats en rechts van mij komt een jongen zitten. Het vliegtuig is klaar om te vertrekken. Om 10.45 uur hangen we in de lucht. Op het schermpje voor mij lees ik dat de afstand naar Johannesburg 9.026 km bedraagt. Dat is een heel eind en ik zou graag naast Johan zitten. Ik trek de stoute schoenen aan en spreek de jongen naast mij in het Engels aan. Ik vraag hem of hij alleen reist. Als hij merkt dat ik een Nederlandse ben zegt hij dat ik ook Nederlands kan spreken, net zo gemakkelijk. Hij vertelt dat hij een Zuid Afrikaan is en dat hij in Pretoria woont. Hij heeft vanaf zijn tweede tot zijn twaalfde jaar met zijn ouders in Zuid Afrika gewoond. Daarna is het hele gezin terug naar Nederland verhuisd. Daar heeft hij vijftien jaar gewoond. Het begon bij hem te kriebelen en toen is hij alleen teruggegaan naar Zuid Afrika. Hij is bij zijn ouders op bezoek geweest en reist nu terug naar Pretoria. Ik vraag hem of hij misschien met Johan zou willen ruilen. Johan zit ook aan het gangpad. Hij vindt dat geen enkel probleem. Is dat ook weer geregeld. Achteraf komen we erachter dat Johan eigenlijk een plaats aan het raam had i.p.v. aan het gangpad. Hebben we toch geluk gehad. We worden regelmatig voorzien van een natje en droogje. Op de NRV site staat het onderstaande artikel: In de maanden oktober en november staan alle KLM-vluchten vanuit Amsterdam in het teken van het ‘From Holland’ Festival. Het jaarlijks terugkerende festival aan boord van KLM-vluchten benadrukt deze keer de kenmerkende Nederlandse aard van KLM. Passagiers beleven zoveel mogelijk 'Holland' tijdens de reis.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
5
Nederlandse maaltijden De maaltijden die KLM tijdens het festival op intercontinentale vluchten in de World Business Class vanuit Amsterdam serveert, zijn van de hand van chef Wilco Berends van Restaurant De Nederlanden uit Vreeland. Berends staat bekend om zijn bijzondere culinaire creaties uit de met een Michelin-ster bekroonde keuken. De beroemde Hollandse houten klompen zijn in de World Business Class verwerkt tot peper– en zout stel. Ook de maaltijden in de Intercontinentale Economy Class zijn typisch Hollands Op het menu staan onder andere rode kool met rundstoofvlees en een smakelijke Indische maaltijd die het Nederlandse erfgoed benadrukt. Voor het eerst dit jaar is het festival ook actief op de Europese vluchten. Blond Amsterdam heeft een vrolijke ‘From Holland with love’ verpakking voor de sandwiches ontworpen. Nederlandse wijnen De wijnen die KLM schenkt aan boord zijn ook van Nederlandse bodem. Wijnhoeve De Kleine Schorre uit Zeeland levert wijnen voor het ‘From Holland’ festival. Deze wijnhoeve is met tien hectare de grootste wijngaard van Nederland. De Achterhoekse Wijnbouwers zijn de tweede wijnleverancier. De afgelopen jaren hebben de wijnbouwers met diverse witte en rode wijnen en rosés reeds uitstekende resultaten behaald bij de Nederlandse Wijnkeuringen. Daarnaast biedt KLM ook wijnen van Nederlandse wijnboeren uit het buitenland aan. Tijdens de reis kunnen passagiers zich vermaken met Nederlandse films, muziek en programma’s via het Inflight Entertainment Systeem. “We vervoeren dagelijks vele passagiers met allerlei nationaliteiten. Wij hebben deze keer gekozen voor het thema Holland zodat zij het Nederlandse karakter van KLM kunnen beleven tijdens hun reis. De Nederlandse keuken en wijnen zijn verrassend en van uitstekende kwaliteit. We zijn er trots op dat we die aan onze passagiers kunnen aanbieden tijdens het ‘From Holland’ festival”, vertelt Erik Varwijk, Executive Vice President International & the Netherlands. Wij krijgen als diner, rode kool met aardappelen en rundstoofvlees geserveerd en dat smaakt heerlijk. Tijdens de vlucht reiken de stewardessen de immigration formulieren uit. Fijn dat ze dat tijdig doen. Ik heb nu alle tijd om ze op mijn gemak in te vullen. Om 21.05 uur landen we op O.R. Tambo International Airport in Johannesburg. Uiteindelijk is het toch nog 21.15 uur voordat we uitstappen. Net voordat we door de douane gaan moeten we onze bril afzetten. We worden op de foto gezet. Daarna tonen we ons paspoort waarin de beambte de nodige stempels zet. Dit gaat allemaal super snel. Nu op zoek naar bagageband 8. We hebben bijna als laatste onze bagage. Als de bagage op de kar staat gaan we op zoek naar de reisleider/reisleidster. Al snel ontmoeten we Paul Hulsman, een blanke Zuid Afrikaan. Hij is onze reisleider. We mogen van hem beslist niet pinnen en daarom ga ik snel € 500 wisselen voor Randen. De koers is 9.3966. Omgerekend is dit R 4.698,30. Van deze R 4.698,30 gaan nog provisie en kosten af en uiteindelijk houd ik nog R 4.528,50 over. Nu moet ik nog op zoek naar de groep. Ik moet echt even zoeken voordat ik iets bekends zie. Als ik arriveer is de groep compleet. Ik schud iedereen de hand. We lopen met z’n allen naar de bus. Eenmaal in de bus vertelt Paul waarom we niet mogen pinnen op de luchthaven. Net zoals in Nederland, worden de geldautomaten in Zuid Afrika veelvuldig geskimd. De luchthaven is een gunstige plek voor de bandieten en daarom kun je daar beter niet pinnen. Tijdens de busrit geeft Paul de kamernummers door. Wij hebben kamer 612. De chauffeur, Wilfred, zorgt voor voldoende flesjes water. In de bus staat een koelbox en die wordt aangevuld. Bovenop de koelbox komt een lijst te liggen. Als je een flesje water pakt moet je een streepje bij je naam zetten. Per week moeten we het water afrekenen. Het is ook de bedoeling dat we morgen 2x R 1.400 aan Paul betalen. Dit zijn de verplichte entreegelden voor de excursies die in het programma zijn opgenomen. Voor noodsituaties kan de wc in de bus gebruikt worden. De standaard wektijden, koffers buiten, en vertrektijden zijn, 6.00 uur, 7.00 uur en 8.00 uur. Aangekomen bij hotel Arcadia in Pretoria krijgen we een mangosapje aangeboden als welkomstdrank. Boven in de bar drinken we met z’n allen nog een glaasje. De glazen wijn zijn tot het randje gevuld. Ik drink mijn eerste glaasje rode wijn in Zuid Afrika en Johan zijn eerste
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
6
Castle. We zitten naast Peter en Marian uit Breda, ook toevallig. Na ons arriveert een FOX groep. Het wordt druk in de toko van het vriendelijke obertje. Een kleine donkere dikkerd met een big smile. We vragen de rekening, R 45 voor een glas rode wijn en twee castle’s. Het is de bedoeling dat je 10% tipgeld erbij optelt. We ronden het bedrag af op R 50 en tekenen de bon af. Op rekening is veel gemakkelijker dan elke keer afrekenen. We zijn hier tenslotte ook twee nachten. Het is inmiddels 23.30 uur, tijd om onze kamer op te zoeken. Eenmaal in de kamer kom ik erachter dat ik het flesje water in de bar heb laten staan. Weer naar beneden en dat gaat tergend langzaam. De kamer is niet zo groot en met het licht aan is het nog best donker. Ik doe een graai in de koffer en zoek de kleren voor morgen. Daarna gaan we slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
7
Dag 2 donderdag 21 oktober Pretoria – Soweto - Pretoria Om 6.30 zijn we wakker. Ik sta op, ga douchen en mijn haren wassen. Terwijl ik mijn dagrugzakje vul kunnen mijn haren drogen. Om 7.30 uur gaat de telefoon, de wake-up call. We zijn al helemaal gepakt en gezakt. Vanuit de kamer hebben we zicht op de schitterende jacaranda’s die de straat lila kleuren. Uiteraard moet dit prachtige uitzicht op de foto en de film. Dan is het tijd voor het ontbijt. Een scrambled egg met tomaat en yoghurt na. Als we klaar zijn met eten plof ik neer in een comfortabel zitje. Gisteravond hebben we hier wat gedronken. Ik pen mijn reisverslag bij en dan is het wachten tot 9.00 uur. Een vriendelijk donker getint poetsvrouwtje veegt de glazen tafels schoon met een heel sterk middeltje. Mijn neus is meteen ademvrij en mijn ogen beginnen te prikken. Ik loop naar beneden want Paul gaat met ons pinnen. Op loopafstand is een ATM van de Standard Bank. Het maximale bedrag dat je kunt pinnen is R 4.500. Om 9.00 uur zitten we in de bus op weg naar Soweto. De zon schijnt en het is een aangename temperatuur. Alles wat ik in het reisverslag schrijf zijn indrukken die ik tijdens de reis opdoe en tips cq prijsinfo die ik de toekomstige reiziger wil meegeven. De informatie over het land komt uit de mond van onze reisleider Paul. Gedurende de reis schrijf ik in grote lijnen op wat Paul vertelt. Het kan gebeuren dat Paul zoveel informatie geeft dat ik het niet kan bijbenen. De ervaring leert ook dat ik achteraf mijn aantekeningen niet meer kan ontcijferen. In die gevallen raadpleeg ik het internet. We rijden over de M1, dit is de snelweg door de stad Pretoria. Even later passeren we een groen gebouw. Dit blijkt De Munt te zijn. Als uit de schoorsteen zwarte rook komt, wordt er geld verbrand. We pikken Josephien, onze gids voor Soweto op. Zij is geboren en getogen in Soweto. In Soweto zijn nog tien arme gebieden. Daar wonen voornamelijk illegale immigranten uit Botswana, Mozambique, Namibië etc. De vorige bewoners hebben een nieuw (Mandela) huis toegewezen gekregen en hebben dit krot verkocht aan de immigranten. Het komt ook voor dat mensen, die een Mandela huis toegewezen hebben gekregen, dit nieuwe huis doorverhuren en zelf weer in de krottenwijk gaan wonen. De lokale krant schrijft zelfs over dit fenomeen. De mensen in de krottenwijken krijgen van de regering een toilet. De wc’s zijn genummerd. Om 11.30 uur bezoeken wij één van deze krottenwijken. Aan kinderen geen gebrek. Het zijn schattige zwarte krullenbolletjes. De een heeft nog een grotere snotneus dan de ander. We mogen bij één van de krotjes even binnenkijken. Het ziet er allemaal netjes uit. We rijden verder en de volgende stop is Kliptown. In het centrum bevindt zich het Walter Sisulu Square met het Freedom Charter Monument. Op dit plein was op 26 juni 1955 een ontmoeting van 3.000 afgevaardigden van het congres van het volk. Zij hebben het Freedom Charter opgesteld, een alternatieve visie op het repressieve beleid van de apartheidsstaat. Het monument is een soort echo toren. Iedereen houdt zijn mond. Een donkere man blaast op zijn fluit. Enkel het geluid van de fluit doorbreekt de stilte. Op het plein staan verschillende groente- en souvenirstalletjes. We stappen het busje in en rijden verder. Het is inmiddels 12.25 uur. De huizen die we nu passeren zijn super de luxe. Het is de villabuurt, in het heuvelachtige Orlando West. Op nummer 11884 Maseli Street staat het riante landhuis van Winnie Mandela, omgeven door hekken, afgezet met prikkeldraad en bewaakt door camera's. Ik ben net te laat voor de foto. Daarna stoppen we in de Vilakazistraat. Hier staat het voormalige woonhuis van Nelson Mandela. Het is nu een museum. Schuin tegenover woont nog steeds Desmond Tutu. Daarna rijden we door naar het Hector Pieterson Museum. We bezoeken eerst het gelijknamige monument. Dit monument is genoemd naar de schooljongen die op 16 juni 1976 tijdens een scholierenopstand werd doodgeschoten. Op deze plek werden de scholieren in 1976 door de
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
8
politie staande gehouden toen zij de straat waren opgegaan om te protesteren tegen het Afrikaans als onderwijstaal. Bij het monument staat een schoolklas met donkere kinderen, in een geel/zwart uniform, naar de juf te luisteren. Als wij arriveren is de interesse voor de juf over en zijn wij de bezienswaardigheid. Vanaf deze plaats heb je een goed uitzicht op de twee koeltorens van de Orlando-krachtcentrale. Zij voorzagen Johannesburg vroeger van elektriciteit. Nu zijn ze fraai beschilderd en zijn ze de ijkpunten van Soweto geworden. Daarna bezoeken we het apartheidsmuseum. Daar is veel videomateriaal met interviews en vele historische foto’s. Het zien van de beelden raakt je ziel. Heel indrukwekkend. Dan is het tijd voor de lunch. We rijden naar de gloednieuwe Maponya shopping mall. Om 13.15 uur zijn we daar. Echt super groot. Op advies van Paul gaan we naar Wimpy. Wij zijn wellicht de enige die het advies opvolgen want we blijven met z’n tweetjes. Ik bestel een hamburger Wimpy en voor Johan een hamburger Wimpy met friet en twee cola. Alles bij elkaar kost het R 78,85. Ik betaal bij de kassa R 80. Naast de Wimpy loop je door een gang naar de super moderne toiletten. Het is hier nog luxer dan bij ons. We lopen richting bus. Ik vind kentekens van auto’s altijd interessant en maak een aantal snapshots. Om 14.15 uur zitten we in de bus. Josephien voert het woord. Heel de dag schijnt de zon al volop maar nu verdwijnt ze achter de witte wolken. In de verte zien we de zogenaamde hostels (barakken). In de hostels wonen werknemers uit Mozambique, Botswana, Lesotho, Namibië, Zimbabwe etc. Zij werken in Zuid Afrika op contractbasis. Momenteel worden de hostels voorzien van betere voorzieningen en zullen het uiteindelijk familiehuizen moeten worden. Het blijft voor de werknemers een tijdelijk onderkomen want hun vrouwen en kinderen wonen in het thuisland. De huizen van arm en rijk wisselen elkaar voortdurend af. Voor zover wij nu zien, wonen de meeste mensen toch in een redelijk huis. De Mandela huizen zijn niet groot maar het is een huis en geen krot. Om 15.00 uur stapt Josephien uit. Haar taak zit erop. Ding dong, gaat het door de microfoon. Dit is Paul zijn manier om onze aandacht te vragen. De immens grote gele zandbergen die buiten Johannesburg her en der opduiken zijn het afval van het winningsproces. Momenteel wordt al het zand nog één keer onder de loep genomen. Een laatste zoektocht naar diamanten. Daarna zullen de zandbergen voor eeuwig uit het landschap verdwijnen. We rijden via de N1 naar het Voortrekkersmonument. Dit monument ligt buiten de stad Pretoria. Om 16.00 uur zijn we daar. We zijn de enige toeristen, op een Australiër na. Hij wil graag voor het monument op de foto. Na drie foto’s is hij eindelijk tevreden met het resultaat. Hij vertelt mij dat hij vroeger in Zuid Afrika gewoond heeft maar intussen al weer geruime tijd in Australië woont. We hebben drie kwartier de tijd en nu heb ik nog maar een half uurtje over. Ik klim de trappen op en zie Johan nog beneden staan. We gaan met de lift omhoog en daarna met de trap nog hoger. Vanaf boven heb je een riant uitzicht op Pretoria. In de verte zie je zelfs de Uniegebouwen. Daar gaan we morgen heen. We vertrekken richting Paul Kruger Museum, het voormalige woonhuis van Paul en zijn gezin. Onderweg lopen wildebeesten, zebra’s, impala’s en andere hertensoorten tussen twee snelwegen in. Uiteraard is het graasgebied afgerasterd. Om 17.25 uur arriveren we bij het Paul Kruger Museum. Als we uitstappen wordt de tent net gesloten. We lopen even naar achteren maar daar is niet veel te zien. Tegenover het museum staat de Paul Kruger Church met daarnaast een bloeiende jacaranda boom. Deze hervormde kerk heette vroeger The Dopper Church en Reformed Church Pretoria. Het is een ontwerp van Klaas van Rijsse en is gebouwd in 1896/ 1897 door Daanen & Dorlas. Na 10 minuten heeft iedereen het wel gezien en zitten we in de bus richting hotel. We zoeken het terras op dat direct aan de straatzijde ligt. Samen met de SRC gasten laten we de wijn en het bier goed smaken. Hotel Arcadia is toch wel in trek bij de Nederlandse touroperators (NRV/FOX en SRC). Wij hebben drie keer met SRC gereisd (Ecuador, China en Madagaskar). De tijd vliegt voorbij. Om 19.30 uur gaan we al eten. Tijd om de kamer op te zoeken. Snel de accu’s laden, daarna onder de douche en weer naar beneden. We zitten aan tafel met René, Gerard en dochter Jolanda. Ik neem een watertje na dat overvolle glas wijn van vanmiddag. Johan lust nog wel een Castle. Het is buffet. Gebakken aardappeltjes, courgette en worteltjes, tomatenuiensaus en saucijsjes. Het dessertbuffet zijn hele zoete
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
9
hapjes, oa cake met vanillesaus. Johan hoeft die zoetigheid niet. Om 21.00 uur hebben we het wel gezien. De koffer en de tas zijn nog één grote puinzooi en ik moet de accu’s nog wisselen. De koffer is voor Johan en de grote reistas is voor mij. Vóór vertrek pak ik altijd om en om. Als één van de bagage achterblijft hebben we in ieder geval allebei onze kleren nog. Terwijl ik met de koffer en tas in de weer ben, stuurt Johan een sms’je naar Ludo. Na een uurtje hebben de spullen hun vertrouwde plekje gekregen zodat ik alles blindelings kan vinden. Het is 22.00 uur, tijd om te gaan slapen. Na een half uurtje komt een sms’je binnen, zal Ludo wel zijn.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
10
Dag 3 vrijdag 22 oktober Pretoria – Tzaneen Om 5.30 uur word ik wakker. Ik heb heel goed geslapen. Het is nog vroeg. Ik draai me een paar keer om en besluit om toch maar op te staan. Ik heb nu alle ruimte voor mezelf. Als de wake up call om 6.00 uur gaat, ben ik al helemaal klaar. Nu kan Johan zijn gang gaan. Als hij zover is, berg ik de toilettas en acculader op. Sluit de koffer en de tas en zet ze op de gang. Voordat we gaan ontbijten betaal ik eerst de rekening. Het ontbijt is op de 1ste etage. De ontbijtzaal gaat pas om 7.00 uur open. We moeten nog even geduld hebben. We gaan aan tafel met Marian en Peter en Lyda en Jan. Ik eet toast met kaas en tomaten en yoghurt met aardbeien. De koffie smaakt heerlijk. Na een half uurtje hou ik het voor gezien. Ik trek me terug en ga mijn reisverslag bijpennen. Al snel verkassen we naar het terras. Daar is het al heerlijk warm. Om 8.00 uur is iedereen present en rijden we naar de Uniegebouwen. We stoppen voor het hekwerk van het gebouwencomplex. Vanuit deze locatie hebben we een goed overzicht. De straat waar de bus geparkeerd staat, kleurt letterlijk lila. De bloemen in de bomen en de afgevallen bloemblaadjes op de weg en trottoir zorgen voor een prachtig kleurenpalet. Na de fotoshots rijden we naar een nog mooiere straat. De kruinen van de jacaranda bomen, rechts en links van de straat, vormen één boog over de straat. De weg en het trottoir zijn lila gekleurd. De jacaranda is geen inheemse boom maar is afkomstig uit Brazilië. Als een jacaranda vanwege een verbouwing gerooid moet worden of dood gaat, worden geen nieuwe jacaranda’s teruggeplant. De boom drinkt teveel en water is kostbaar in Zuid Afrika. Bij regen zorgen de afgevallen bloemen voor verstopte riolen. Momenteel worden enkel nog inheemse bomen aangeplant. We rijden de heuvel op en kunnen de Uniegebouwen van dichtbij bekijken. Vanaf deze hoogte hebben we tevens een prachtig overzicht op de lila gekleurde stad. De tuinman en tuinvrouw zijn aan het werk in de keurig onderhouden tuinen, die voor de Uniegebouwen liggen. We lopen naar de bus die langzaam een stuk verder is gereden. Het is 8.45 uur, we rijden momenteel op de N1 richting Tzaneen. Tzaneen ligt in de provincie Limpopo, de noordelijkste provincie van Zuid Afrika. Paul pakt de microfoon en doet zijn verhaal over de historie van Zuid Afrika. De boodschap die hij ons brengt komt diep uit zijn hart. Je proeft zijn emotie. Het is 9.15 uur, Paul is nog steeds aan het woord en Wilfred betaalt voor de eerste keer het tolgeld. Paul is van mening dat wij op school in de geschiedenislessen niet de juiste informatie over Zuid Afrika hebben meegekregen. Zijn mobiele telefoon gaat. Het is even stil. Na enkele minuten vervolgt hij zijn verhaal. Om 9.30 uur worden we door een bord langs de weg, welkom geheten in de provincie Limpopo. We passeren tolhek (tolpoort) nummer twee. Hoogspanningskabels leiden naar de steenkoolvelden waar een krachtcentrale staat. Paul schakelt over van de geschiedenisles naar het energieverhaal. Het landschap is zeer uitgestrekt en vlak. Bedekt met geel en groen grasland, soms afgewisseld met laag struikgewas. Grote stukken land zijn zwart geblakerd. Huizen zijn in dit gebied een zeldzaamheid. Als er überhaupt huizen staan is dat veelal gegroepeerd. Soms staat er een huisje in de middle of nowhere. De vrachtwagens en de bussen moeten op de weegbrug. Als het formele gewicht overschreden wordt, volgt meteen een bekeuring. Het te hoge gewicht moet eerst gecorrigeerd worden voordat het voertuig verder mag rijden. Het praatje over de energie is ten einde en maakt plaats voor het brandproces. In dit deel van Zuid Afrika is het wettelijk verplicht minimaal eens in de twee jaar het land gecontroleerd af te laten branden. Deze branden zijn heel goed voor de natuur. Door de wind is sprake van een snelle verbranding met een lage temperatuur. Het gras dat boven de grond groeit verbrandt maar de graspol zelf niet. De inheemse bomen branden niet omdat ze geen olie bevatten. In de winter is het droog en sterft
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
11
het lange gras af. Als men niet zou branden zouden deze grassen een viltlaag vormen. Als dan in de zomer (september-oktober) de regen valt kan het water vanwege de viltlaag de graspollen niet bereiken. Door het afbranden wordt voorkomen dat een viltlaag ontstaat. Het water kan dan de graspol bereiken. Bij de eerste regens zal de pol dan ook uitschieten. De niet inheemse bomen, dennen en eucalyptusbomen, bevatten wel oliën. Deze bomen zouden wel geheel afbranden. Aan de linkerkant liggen in de verte de heuvels gehuld in de mist. We stoppen voor een politiecontrole. Een miljoen auto’s moeten jaarlijks gecontroleerd worden. Het is 10.00 uur, Paul legt de microfoon neer. Wilfred gaat tanken en wij kopen in een supermarkt een cornetto (R 32 voor 2 ijsjes) en gaan onder één van de rieten parasols zitten. In de zon is het veel te warm. Na enige tijd komen onze reisgenoten met de koffie van Wimpy aanlopen. Om 10.40 uur rijden we verder. Paul snijdt een ander onderwerp aan, namelijk het geven aan de kinderen. Ik heb Paul hierover in het begin van de reis al aangesproken en nu komt hij eindelijk over de brug. Ik heb namelijk vanuit Nederland allerlei hebbedingetjes (3 kg) voor de kinderen meegenomen. Hele leuke setjes met halskettingen, armbandjes en haarspeldjes, potloden, gummen, pennen, puntenslijpers, waterverf, stickers etc. Paul stelt voor om met de pet rond te gaan. Hij wil van het ingezamelde geld voedingswaren, schriften, papier en medicijnen kopen. Vóór in de bus komt een grote doos te staan waarin wij theezakjes, koffie, flesjes shampoo en douchecrème uit de kamer van het hotel kunnen verzamelen. Het is inmiddels 11.00 uur en ik zie nog steeds her en der de prachtig lila bloeiende jacaranda’s in het landschap. Paul is graag aan het woord. Nu gaat het over Durban. Volgens de media is Durban een onveilige stad. Paul deelt deze mening niet en daarom wilt hij ons de stad laten zien. Wij zullen dan aan de haven gaan lunchen. Het is 11.30 uur, de heuvels komen steeds dichterbij en we passeren het derde tolhek. We krijgen nu een cultuurlesje van onze meester, dit is heel interessant. De bestellijst voor de lunch bij het restaurant TINO’s in Tzaneen gaat door de bus. We kruisen een sandwich kaas/ham/tomaat (Rina) en kaas/tomaat (Johan) aan. Het is 12.00 uur en het is stil voorin de bus. We rijden de bergen in. Ik spot nog enkele verdwaalde jacaranda’s. Aan de linkerkant zie ik de eerste koeien, het zijn lichtbruine. Door de microfoon horen we het verhaal over Zimbabwe en Mugabe aan. Rechts van de weg grazen mooie glanzende bruine paarden in het dorre gras. Links een spoorrails. We zijn de bergen uit en het landschap oogt weer vlak en dor. Een enkel veld is groen vanwege de aanwezigheid van een enorme sproei-installatie. Links het Protea hotel, een wit met petrol groen gepleisterd gebouw. Een mooi complex gelegen in de middle of nowhere. We slaan linksaf en volgen de N1. We stoppen bij het Peter Mokaba Stadion in Polokwane dat speciaal gebouwd is voor het WK voetbal 2010. Bron Wikipedia: Plaats
Polokwane,
Zuid-Afrika
Capaciteit
41.733 [1]
Bouwjaar
2007
Geopend
2010
Kosten
1,24 miljard Rand
Oppervlakte Gras We maken wat fotoshots en rijden weer verder. Vanwege het gebrek aan regen dragen slechts enkele bomen bladeren en is het gras dor. Tussen de kale bomen staan hoge smalle aloë vera struiken. Het lijkt wel een savannelandschap. De termietenheuvels van rode aarde kleuren het landschap nog enigszins. Ondanks de droogte vinden de koeien, met hun prachtig glanzende
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
12
bruine vacht, iets eetbaars. We rijden een bewoonder gebied binnen. De huizen zien er keurig uit, staan gegroepeerd en zijn geheel ommuurd. Onze oren krijgen even rust, slechts heel even want het volgende onderwerp kondigt zich al aan. Paul vertelt over de delfstoffen die in deze omgeving gedolven worden. Het zijn uranium, witgoud, asbest en mangaan. Rechts van de weg staan Mandela huisjes. De huisjes hebben blinkende zinken daken. Naast de Mandela huisjes staan uiteraard nog vele andere huisjes, oa huisjes met pannendaken. Aan de speciale dakconstructie (6-8 vlakken) is af te lezen hoeveel personen in zo’n huisje wonen. In een huisje met 6 tot 8 vlakken wonen 8 tot 10 personen. Vroeger zouden deze 8 tot 10 personen in 6 of 8 hutten wonen. Het aantal hutten wordt nu gesymboliseerd door de typische dakconstructie. We rijden een nog drukker bevolkt gebied binnen. We zijn in de omgeving van Moria. De mensen in dit gebied behoren tot de Zion Christian Church (verwijzend naar de berg Zion in Jeruzalem). Dit is de grootste christelijke kerk in Zuid-Afrika, een voornamelijk zwarte kerk. Het is de enige kerk die niet rechtstreeks door evangelisten uit Europa gesticht is. De kerk slaagt er al tientallen jaren in om elk jaar met Pasen zo'n 3 miljoen gelovigen bijeen te krijgen voor het ZCC-Paasfeest in Moria. De volgelingen zijn goed te herkennen aan een groen vilten speld met een zilveren ster. De leden van de ZCC mogen niet drinken en niet roken. Het is 13.15 uur, we rijden door het begin van de Drakensbergen. Tegen de berghellingen groeien euphorbia’s, zo groot als een boom en ook enorme hoeveelheden hoge smalle aloë vera struiken. De latex van de euphorbia is giftig. Dit is nog de echte ongerepte natuur. Op vele berghellingen is de natuurlijke begroeiing gerooid en zijn enorme houtplantages aangeplant. Het zijn voornamelijk pijnbomen afkomstig uit Amerika en Canada en eucalyptusbomen uit Australië. Na 18 tot 20 jaar is de boom 60 tot 70 meter hoog en wordt het productiehout gekapt. Het hout wordt voornamelijk gebruikt in de mijnbouw en voor elektriciteitspalen. We rijden al geruime tijd op de R71 en slaan rechtsaf de R528 op, richting Tzaneen, onze eindbestemming voor vandaag. Linksaf rijd je naar de Magoesbaskloof. Even later zien we de kloof in de verte liggen. Mijn trage fototoestel laat me in de steek. Helaas, geen foto. We rijden door de prachtige natuur van de Drakensbergen. Mijn oren klappen dicht en springen daarna weer spontaan open. De eerste vrachtwagen met productiehout rijdt voor ons. We zitten heel hoog en toch zie ik nog steeds de lila bloesem van de jacaranda’s. Dit gebied kent een tropisch klimaat met palmbomen en schitterende bloeiende bougainvilles. Beneden in het dal groeien zowel links als rechts een grote variatie aan fruitbomen (sinaasappels, citroenen, mango, papaja, mandarijn etc.). We slaan rechtsaf de R36 op richting Tzaneen. Om 14.00 uur rijden we Tzaneen binnen. Mooie huizen, alles keurig in het gelid. We zijn al bij het lunchadres TINO’s. We bestellen een cola en fanta en even later komen de sandwiches. Dat is lekker snel en het smaakt nog eens goed ook. Als ik gegeten heb wil ik van tafel. Al dat gezit vind ik verloren tijd. Ik loop naar de kassa en betaal de rekening. Inclusief fooi moet ik R 50 afrekenen, dat is bijna voor niets. We wandelen wat door de hoofdstraat en staan stil bij de marktkraampjes. De kraampjes zijn gemaakt van een aantal plastic kratten met daarop een brede houten plank. Het fruit en de groenten liggen keurig opgestapeld op de plank. We komen verscheidene locals tegen met zo’n ZCC speld op hun blouse of jas. Ik maak nog een aantal foto’s van reclameborden met de Afrikaanse tekst. Misschien kan ik er iets mee voor het fotoalbum, ik zie wel. Om 15.15 uur rijden we naar ons onderkomen voor vannacht, Tzaneen Country Lodge. Na een kwartiertje rijden, arriveren we op onze eindbestemming. Als welkomstdrankje staat een glas grapefruit- en sinaasappelsap klaar. Daarnaast wacht nog een verrassing. Een lange houten prikker met stukjes vers fruit. Geweldig toch! We krijgen de sleutel van kamer 8. Een grote kamer met koele rode plavuizen en een grote badkamer. De kamers liggen in een u-vorm met in het midden het zwembad. Het merendeel van onze reisgenoten neemt meteen een duik. Alle kamers hebben een overdekte veranda met daarop een houten ligstoel met zachte kussens. Ik pak pen en papier en werk het reisverslag bij. Johan pakt zijn videocamera en gaat de tuin en omgeving verkennen. Als hij terugkomt doen we samen een rondje door het complex. We ontdekken een soort cafeetje. Ik loop naar binnen. Een meisje telt het geld in de kassa en het andere meisje kijkt toe. Ik vraag of
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
13
we iets kunnen drinken. Helaas, ze gaan sluiten. In de tuin zijn een aantal dierenparkjes met agressieve struisvogels. Zodra je dichterbij komt, blazen ze. Als we terugkomen bij de kamer staat een grote houten tafel op het grasveld waarop ober Piet de drankjes heeft neergezet. Piet is nog bezig met zijn administratie (de drankjes op de kamernummers noteren en de bonnetjes laten aftekenen). Ik moet nog even wachten voordat ik onze bestelling kan doorgeven. Dit hebben we, in de korte tijd dat we in Zuid Afrika zijn, al geleerd. Bestel je, terwijl de ober nog bezig is met iets anders, dan gaat het onherroepelijk fout. Als Piet klaar is met zijn administratie, geef ik mijn bestelling door. Hij loopt op een draf naar de bar. Het merendeel van de reisgenoten houdt het zwembad voor gezien. We drinken samen een glaasje. Zelfs de knabbeltjes komen op tafel. Tijdens het drinken en kletsen, spelen we een “balspel”. Een manier om de namen van iedereen snel te leren en te onthouden. De glazen zijn voortdurend leeg. Piet rent continue op en neer totdat iedereen om 18.30 uur naar de kamer vertrekt. Om 19.30 uur is het diner. We eten buiten en zitten aan tafel met Jan en Lyda, Jan en Mieke en Marian en Peter. Het is heel sfeervol. We hebben enkel licht van de brandende kaars. De menukaart staat op tafel. Dat is maar goed want we zien niet wat we op ons bord krijgen. Het voorgerecht is een viscocktail, hoofdgerecht is bief met pepersaus en we krijgen pudding met ijs na. Het heeft heerlijk gesmaakt. Inmiddels is het 22.00 uur. Tijd om naar bed te gaan.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
14
Dag 4 zaterdag 23 oktober Tzaneen – Panoramaroute – Hoedspruit Om 6.00 uur sta ik naast mijn bed. Ondanks het tweepersoonsbed heb ik goed geslapen. Twee afzonderlijke matrassen of aparte bedden is toch comfortabeler. Na een half uurtje ben ik klaar. Ik ga op de veranda zitten. Peter, de buurman zit ook al buiten. Als Johan klaar is kan de koffer en de tas naar buiten en gaan we ontbijten. Eerst betaal ik bij de kassier de rekening, R 400 incl. fooi. In de hotels kun je met je creditcard betalen. We zitten buiten aan tafel bij Jolanda en Gerard, René en Joop. Ik geniet eerst van een kop voortreffelijke koffie en daarna verzamel ik mijn ontbijtje. Een lekker vers croissantje met pruimenjam en yoghurt met vers fruit. In de palmbomen naast het terras vliegen de wevervogels (geel lijfje en een zwart kopje) heen en weer. Ze bouwen hun nesten. Tussen hun snaveltjes hebben ze een soort grasvezel geklemd. Door gebruik te maken van lussen en knopen weeft het gele vogeltje met snavel en poot een ingenieus hangend nest. Om 8.00 uur rijden we weg. Ik leg de plastic tassen, met daarin de meegenomen hebbedingetjes voor de kinderen en de thee, koffie, shampoo en douchecrème uit de hotelkamer, in de daarvoor bestemde doos. Het vullen van de doos zal ons dagelijks ritueel worden, totdat we de school bezocht hebben. We gaan achterin de bus zitten. Dat is best een fijn plekje. De zon schijnt, dus dat belooft veel goeds voor de Panoramaroute. Paul heeft voor de komende drie dagen het programma omgegooid. Ding dong, Paul vraagt onze aandacht en heet ons welkom in het glazen kastje. Hij vertelt in volgorde het programma voor vandaag. Vervolgens krijgen we les over de malariamug en de groei van het Krugerpark. In de Nationale Parken van Botswana en Mozambique verdwijnen de landsgrenzen zodat deze Nationale Parken en het Krugerpark samen één Nationaal Park vormen. Voordat aansluiting met Mozambique mogelijk is moeten eerst de landmijnen opgeruimd zijn. We rijden over de R36. Het landschap is dor en de vele lage beplanting is nog steeds kaal. Hier en daar zijn stukken land, zwart geblakerd. Het natuurlijke landschap wordt onderbroken door uitgestrekte fruitplantages en maïsvelden. Er is nog amper regen gevallen en dat is veel te laat voor de tijd van het jaar. Enorme sproeiinstallaties zorgen nu voor het nodige vocht. Het is 9.00 uur, we stoppen bij hoge termietenheuvels. Paul doet op een boeiende wijze zijn verhaal. Wat heeft die man een enorme bagage aan kennis bij zich. Een termietenheuvel ontstaat veelal in de omgeving van een boom i.v.m. het aanwezige water. Zo’n heuvel gaat niet alleen de hoogte in maar kan zich tot 40 meter diep onder de grond verspreiden. Zo’n termietenheuvel kan wel 100 jaar oud worden. Een heuvel met gaten is niet meer bewoond. Een bewoonde heuvel zal nooit begroeid zijn. Wij staan nu bij een bewoonde heuvel. Ik ga met mijn hand over het zand en het voelt als steen. Dat is echt keihard. De uitgang van de heuvel is op het noorden. Het krioelt van de mieren op de grond en langs de heuvel. Teken dat regen op komst is. In de heuvels kunnen ook gevaarlijke slangen zitten. Dus, oppassen geblazen. In een boom zit een grijze loerie oftewel de go away bird. De vogel heeft een mooie kuif. We rijden verder en komen weer in de bewoonde wereld. Kleine platte vierkante huisjes van betonblokken of van handgemaakte stenen. Van plastic inzamelen hebben ze hier nog nooit gehoord want overal liggen lege plastic flessen en ander afval. Wat een bende. Even verder zitten we weer midden in de natuur. Rechts schitteren de prachtig hoge bergen in het zonlicht. We steken de Olifantsrivier over. In deze rivier kunnen krokodillen en nijlpaarden voorkomen omdat de rivier door het Krugerpark stroomt. We slaan linksaf de R527 op, rechtsaf is richting Hoedspruit. We passeren een rood stenen stalletje met kleurig fruit. De bergen liggen nu zowel links als rechts van ons. Aan de rechterkant zijn de machtige reuzen nog in de nevel gehuld. Links komt de bergketen steeds dichterbij. De korstmossen tegen de hellingen ogen zelfs fluoriserend. Dit is prachtig en dan nog een schitterend zicht op de rivier, magnifiek! De bus stopt na het passeren van de tunnel, J.G. Strijdomtonnel. Nu kan ik al het moois ruiken en proeven. Dat is heel wat anders dan het zien vanachter het glas. De lokale
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
15
bevolking heeft op dit prachtige uitzichtpunt een permanente souvenirmarkt gecreëerd. Ik geniet allereerst van het mooie natuurschoon. De bergen hebben alle kleuren van de regenboog en dat is echt niet overdreven. Ik maak nog een paar mooie plaatjes en dan ga ik op zoek naar een mooi souvenir. In het begin van onze reizen kochten we véél te veel. Er zat altijd wel één bijzonder exemplaar tussen maar de rest was troep. Tegenwoordig kopen we één mooi souvenir en daar blijft het bij. Ik speur de kraampjes af maar zie niets bijzonders totdat ik een zwart stenen hoofd zie. De verkoopster lokt mij mee naar achteren. Ze toont mij de andere helft, “mom and dad, very nice”, zegt ze. Ze vraagt R 400 per stuk. Ik vind dat veel te duur en wil maximaal R 500 betalen voor twee hoofden. Aan de reactie van de verkoopster te horen is dat veel te weinig. Uiteindelijk mag ik ze meenemen voor R 550. Ik ben tevreden met mijn aankoop. Voor zover ik kan beoordelen is het handwerk. Daddy is wat smal en scheef uitgevallen en het gesteente waar de hoofden uit gehouwen zijn, is goed zichtbaar. Op de onderkant van één van de beeldjes staat R 600 met zwarte stift geschreven. Ik denk dat ik een goede prijs betaald heb. Als we verder in de reis nog tig souvenirstalletjes tegenkomen vraag ik mezelf toch af of ik niet bedonderd ben. Dus als ik een goed advies mag geven, koop niet hier maar later op de reis. Wanneer dan? Dat lees je later in het verslag. Onderstaande info vind ik op het intenet: Bron: http://www.openafrica.org/participant/jg-strydom-tunnel-hawkers De JG Strijdom Tunnel Venters zijn voornamelijk vrouwen. Zij zijn kostwinner en kopen en verkopen kunstnijverheid. Er zijn meer dan zeventig vrouwen werkzaam en de naam is gerelateerd aan de tunnel waar de vrouwen hun handel drijven. De ambachtelijke souvenirs die verkocht worden zijn voornamelijk afkomstig uit buurlanden zoals Zimbabwe, Swaziland, Lesotho en verder naar het noorden gelegen Democratische Republiek Congo, Kenia en Tanzania. Er worden hier zeer weinig ambachtelijke souvenirs verkocht die in Zuid Afrika gemaakt zijn. Het is tijd om in te stappen. We rijden door de bergen begroeid met hoge smalle aloë vera struiken en enorme euphorbia reuzen. Paul houdt een interessant praatje over het vermogen, met name de bruidsschat, van de donkere inheemse bevolking. De verschillende stammen hebben hun eigen normen. Een bruidsschat kan bijvoorbeeld bestaan uit koeien of diamanten. Zo’n bruidsschat mag op afbetaling gedaan worden. Zodra de bruidsschat volledig afbetaald is, worden de kleinkinderen pas erkend. Het is 10.15 uur, de bus klimt langzaam omhoog. Beneden in het dal liggen velden met graan en koolgewassen. Sporadisch duikt nog een prachtige lila bloeiende jacaranda op. De bomen dragen blad en ogen groen. Bloeiende schijfcactussen sieren de bermen. Fruitplantages hebben het natuurlijk landschap verdreven. De koeien en geiten zijn voortdurend op zoek naar iets eetbaars. De aarde is bedekt met rode rotsblokken en steengruis. Tussen het steengruis groeien geel, wit en paars bloeiende plantjes. Dit is genieten. Om 10.45 uur stoppen we. We lopen via een kort pad naar het uitzichtpunt van de Blyde River Canyon. Ondanks het zonnige weer is het toch een beetje heiig. We kijken uit op de Drie Rondavels. Beneden in het dal stroomt de Blyde rivier. Dit is een schitterend plaatje!!! Na een half uurtje houden we het voor gezien en lopen we terug naar de bus. Bron: Zuid-Afrika.nl De Blyde River Canyon is een spectaculaire kloof van maar liefst 30 km. Het is de op twee na grootste kloof van de hele wereld. Al eeuwenlang baant de snelstromende Blyde River zich door een gebied dat op 700 m hoogte ligt dat bestaat uit kleigrond en kwartsgesteente. Door erosie is er een indrukwekkend wirwar van kliffen, eilanden en rotsplateaus ontstaan die samen de Blyde River Canyon vormen. Andere bijzondere geologische vormen in de Blyde River Canyon Nature Reserve zijn de Three Rondavels. Deze drie ronde heuvels hebben veel gelijkenissen met de traditionele hutten van de Xhosa-stam. Ze zijn door de erosie van zacht gesteente onder een soort kap van harder gesteente. Het lijkt alsof de daken van de hutten zo boven de kloof uitsteken.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
16
Op de terugweg zien we een klipspringer wegrennen. We stoppen al vrij snel bij een restaurant. Op het terras hebben we uitzicht op de Drie Rondavels. Johan heeft trek in koffie, ik niet. Hij gaat zelf een koffie scoren en dat is het opschrijven waard. Dat gebeurt geen twee keer in een jaar. Het personeel heeft geen idee wie nu een mok koffie heeft meegenomen. Johan heeft alle tijd om zijn bakkie te nuttigen. Ik ga alvast op zoek naar de kassa. Een mok koffie voor R 11 en nog lekker ook, aldus my husband. Als we naar de bus lopen, blijkt dat we bezoek hebben van bavianen. Om 11.45 uur zitten we in het glazen kastje op weg naar Bourke's Luck Potholes. We rijden continue door een adembenemend berglandschap. De koeien grazen ook hier tussen het rode steengruis en het dorre gras. We zijn nog amper een kwartiertje onderweg en stoppen al op de parkeerplaats van de volgende bezienswaardigheid. Hier zijn natuurlijk ook weer souvenirkraampjes maar die laat ik links liggen. Een big mama bespeelt een djembe en vier meisjes dansen. Dat is wel een leuk plaatje en als tegenprestatie gooi ik een donatie in het mandje. We krijgen drie kwartier de tijd en ik wil alle tijd benutten voor het natuurschoon. Op het gedeelte vóór de brug lopen we over een aangelegd pad. In het woeste landschap bloeien verschillende lage plantjes. De salamandertjes schieten schichtig weg als ik te dichtbij kom. We volgen de orders van Paul op en nemen de rechtse brug. Onder ons stroomt de Blyde rivier. Het landschap is adembenemend mooi. Het gesteente is grillig en kleurt oker, geel, rood, grijs en zwart. Op het “vlakke” plateau stroomt het water over de gladde zwarte rotsen. Zodra het water de diepte instort, maakt het een hels kabaal. Ik ga op het randje van de afgrond zitten en kijk naar het neerstortende water. Het is heerlijk om dat te mogen voelen. Ik sta mijn plaatsje af aan een fanatieke fotograaf. Ik zie niemand bekends meer om me heen en loop richting de brug waarmee ik de Treur rivier oversteek. Vanaf deze plaats heb ik een mooi uitzicht op de Bourke's Luck Potholes. De kolkende rivieren hebben ronde gaten uitgeslepen in de rotsen. De gaten zijn genoemd naar Bourke. Deze man heeft goud gevonden op de plaats waar de Treur en de Blyde rivier samenkomen. Op de terugweg raak ik aan de praat met een donkere Zuid Afrikaanse. Ze vraagt me het hemd van mijn lijf. Ze wil weten hoe ik heet, hoe oud ik ben, waar ik woon, wat voor werk ik doe, of ik veel vrije dagen heb etc. Ze vindt het veel te warm en ze is moe. Ik loop met haar mee totdat ze haar reisgenoten treft. Paul loopt achter mij dus wellicht ben ik de laatste van ons gezelschap. Johan is erbij gaan zitten. Hij zit op zijn gemakje aan tafel en bestudeert aandachtig de big mama en de dansende kinderen. Bron: RTL travel Chris Segers De Blyde Rivier dankt zijn naam aan een groep Voortrekkers die rond 1880 een groepje mannen vrouwen, kinderen en ouderen achterliet. De groepen zouden elkaar bij een bepaald punt bij een rivier weer ontmoeten. De ene groep kwam echter niet opdagen en de andere groep raakte ervan overtuigd dat ze waren aangevallen. Die rivier noemden ze daarom de Treur rivier. Een paar kilometer verderop, bij een andere rivier, zagen ze elkaar echter toch weer terug en toen waren ze... blij! Om 13.00 uur is iedereen present en rijden we naar Pilgrim’s Rest voor de lunch. We hobbelen over een stoffige rode gravelweg. De omgeving is prachtig en de bloemen kleuren de berghellingen paars. We passeren de plaats Vaalhoek, waar nog steeds een goudmijn in werking is. We zien ook nog een paar aapjes. De bus laat een enorme stofwolk achter en in de bus ruikt het zelfs naar stof. Na een half uur hobbelen, arriveren we in Pilgrim’s Rest. De bus zit helemaal onder het rode stof. Daar heeft Wilfred wel even werk aan om die weer schoon te krijgen. We steken de weg over en lopen naar het The Vine restaurant. De eigenaar verwelkomt ons bij binnenkomst. Het is een gezellig houten restaurant waarvan de muren zijn behangen met tig schilderijen. Een aantal antieke kasten bedekken de rest van de muren. Twee donkere obers met
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
17
zwarte bolhoed serveren ons de bobotie. Paul heeft voor iedereen dit typische Zuid Afrikaanse gerecht besteld. Johan drinkt daarbij zijn biertje. Ik heb de verkeerde fris besteld, het is mierenzoet en niet lekker. De bobotie met rijst en chutney smaakt voortreffelijk. De kosten van deze overheerlijke lunch en drankjes zijn inclusief fooi, R 130. Bron: http://www.smulweb.nl/1127670/koken/recept/Bobotie - 1 kg rundergehakt - 1 grote ui of 2 kleine - olie - 1 eetl. zout - peper - 1 flinke eetl. kerriepoeder - 2 flinke eetl. abrikozenjam - 75 gram rozijnen - 1 eetl. azijn of citroensap - 2 eetl. suiker - 3 eetl. paneermeel - 2 dl melk - 2 eieren - 3 laurierblaadjes Voorbereiding Oven voorverwarmen op 180 graden Bereidingswijze Ui snipperen en in olie fruiten. Gehakt toevoegen en rul bakken. Het hoeft niet helemaal doorbakken te worden. Dan de overige ingredienten toevoegen, behalve melk en eieren. Het gehaktmengsel in een ingevette ovenschaal doen. Een half uur in de oven laten bakken. Vervolgens de melk met de eieren mengen. Over het gehakt gieten en nog een half uurtje laten bakken. Serveertips Lekker met rijst en eventueel mango chutney. Om 14.30 uur zit iedereen in de bus. We slaan met de bus nog een straatje in. De voormalige huisjes zijn souvenirwinkeltjes of huisjes waar je kunt overnachten. Wilfred keert de bus en we rijden richting Graskop. Paul pakt de microfoon en vertelt over Johnny, de eigenaar van The Vine restaurant. Johnny is verscheidene keren wereldkampioen goudwassen geweest. Aan de strijd die hij voortdurend moest leveren heeft hij hevige pijnen overgehouden. Paul zijn verhaal is een beetje vaag. Ik begrijp het niet goed. We rijden over de brug richting Graskop naar de laatste bezienswaardigheid van vandaag, God’s Window. Tussen al het groen onderweg, staan laag bij de grond, ronde oranje bloeiende planten. Ze zijn héél bijzonder. Hoog in de lucht zweeft een bruine slangenarend oftewel een batteljeur? Paul herkent de arend aan zijn korte staart. De omgeving is sappig groen vanwege de vele varensoorten die hier groeien. Zelfs de boomvaren steekt zijn kop op. Ze zijn niet zo groot zoals op onze vorige reizen, maar ze zijn wel degelijk aanwezig. Een boomvaren vind ik zo fascinerend. Het is voor mij de prachtigste plant die ik tot nu toe op onze
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
18
reizen ben tegengekomen. De stam is hol en de binnenkant lijkt op golfkarton en is ijzersterk. We zijn in Graskop. Pilgrim’s Rest, Graskop en Sabie zijn geliefd bij de motorrijders. We komen ook met de regelmaat van die stevige ijzeren mannen tegen. In deze omgeving heeft twee jaar geleden een enorme brand gewoed en die heeft alle houtplantages in as gelegd. De hellingen zijn weer opnieuw aangeplant met jonge pijnbomen. Om 15.40 uur lopen we via de achterkant van de souvenirmarkt naar de uitkijkpunten van God’s Window. Twee ondeugende zwarte kroeskoppies liggen onder moeders kraam te slapen. Echt slapen doen ze niet. Hoe kun je nu ook slapen op zulke harde kiezelstenen. We mogen helaas maar bij drie uitkijkpunten genieten van het betoverende landschap. Paul moet om 17.00 uur bij de ingang van het privé reservaat zijn. Vanavond staat namelijk nog een avondsafari op het programma. Iedereen gaat mee, behalve wij, Gerard en Jolanda. De uitzichtpunten zijn middels aangelegde stenen trappen te bereiken. We zijn laat en de zon heeft ons al verlaten. Als het helder weer is kun je twee kilometer ver en een kilometer naar beneden kijken. Helaas gaat dat vandaag niet lukken want als ik bij het eerste punt arriveer is het heiig. Wel een beetje jammer. Ik heb gelezen dat je hier uitkijkt op het Krugerpark. Als je genoeg tijd hebt kun je een stevige wandeling maken naar de top van de berg. Paul attendeert mij erop dat uitzichtpunt drie, de laatste is. Hij is zeker bang dat ik omhoog ga klimmen, zou wel heel gaaf zijn. Zoals afgesproken, loop ik keurig op tijd terug naar beneden. Dat is toeval, Johan komt ook net aanlopen, snel een plaatje schieten. Ondanks het lichtgrijze gordijn is het uitzicht zeker de moeite waard geweest. Om 16.00 uur zitten we in het glazen kastje. We rijden via de R532 en R533 naar Hoedspruit. Langs de kant van de weg staan veel souvenirstalletjes en vrouwtjes met fruit. De locals moeten tenslotte allemaal hun kostje zien te vergaren. Na tien minuten stoppen we bij een benzinestation. Wilfred gaat tanken en wij kunnen plassen en pinnen. Degene die de voorraad Randen moeten aanvullen gaan met Paul mee. Wij mogen enkel onder toezicht van hem pinnen. Paul staat altijd naast de ATM om ons te helpen. Het is een ATM van de Standard Bank. We zijn in een klein dorpje en daar kan je maximaal R 2.500 pinnen. In een grote stad is het maximale bedrag R 4.500. Als iedereen present is, start Wilfred de bus. We rijden langs een berg met veel erosie. De keien donderden onophoudelijk op de weg en toen heeft men besloten een tunnel aan te leggen. Even verder zijn honderden hectares houtplantages aangelegd op de berghellingen. Op verschillende plaatsen zijn de eucalyptusbomen gekapt en ter plekke zijn de boomstammen ontdaan van de schors. Mijn oren zitten dicht, teken dat we dalen. Weer vele hectares met productiehout tegen de berghellingen. Deze keer zijn het volwassen pijnbomen en jonge aanplant. We rijden momenteel op de Bosbokrandweg en naderen het dorp Bosbokrand. Zowel links als rechts staan huizen. Het lijkt wel een kleine stad maar volgens Paul is dit een plattelandsdorp. De jeugd speelt een spelletje voetbal en hebben veel bekijks. Daarna passeren we zwart geblakerde gebieden en de dorpen Eekhoornhoek en Klaserie. We rijden inmiddels op de R40. Aan de rechterkant ligt het Kapama Game Reserve. Tientallen kilometerslange afrastering moet het wild binnen het park zien te houden. Tussen het Kapama en het Krugerpark is geen afrastering aangebracht. We zien blauwaapjes, twee giraffen, een klipspringer en wrattenzwijnen of poemba’s zoals we ze in Kenia en Tanzania noemden. Als die grappige beestjes wegrennen zetten ze hun staartje recht omhoog. Het is net of ze een antenne uitzetten. Het is 17.15 uur, we slaan rechtsaf en rijden door de poort van het Timbavati Private Game Reserve. We rijden tussen de afgerasterde wildgebieden en zien impala’s, giraffen en blauwaapjes. De wildernis wordt spontaan onderbroken door een huis met daaromheen groentekwekerijen. Een half uur later dan gepland stappen de zeventien reisgenoten over in de twee gereedstaande jeeps. Voor ons is het nog 16 km rijden naar Kubu Safari Lodge, het overnachtingadres voor de komende twee nachten. We worden welkom geheten door de vrouw des huizes. Ze is van oorsprong een Duitse. Er staat een lekkere koude jus voor ons klaar. Ze legt uit wat we wel en niet mogen. Niet buiten de paden treden en beslist niet in het donker gaan wandelen. Om 18.30 uur krijgen we de sleutel van kamer 23. Een kamer op de benedengalerij. Een mooi onderkomen. Een super groot bed met een spierwit dekbedovertrek. De klamboe boven het
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
19
bed oogt als een hemelbed. Op de houten veranda staan twee harde houten stoelen. Boven is nog een galerij met kamers. Er is een mogelijkheid om thee en koffie te zetten. Zoals altijd moet ik eerst de accu’s laden en daarna gaan we ons opfrissen. Om 17.30 gaan we eten. Het is een openluchtrestaurant en vrij donker. Het is ommuurd, heeft uiteraard geen dak en de vloer is een zandbak. We eten samen met Gerard en Jolanda. De andere reisgenoten komen later. Het is buffet. Na het eten gaan we meteen slapen want morgen is het al om 4.30 uur dag.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
20
Dag 5 zondag 24 oktober Krugerpark We worden om 4.30 uur gewekt. Om 5.00 uur is er buiten op het terras koffie met een koekje. Ik durf geen koffie te drinken want dan moet ik weer snel plassen en ik weet niet wanneer dat kan. Dan maar een koekje. In een bruine papieren zak krijgt iedereen een ontbijtje mee. Om 5.15 uur rijden we weg. Wilfred heeft vandaag een vrije dag maar Paul heeft gevraagd of hij ons toch wil wegbrengen. Uiteraard krijgt hij daarvoor van ons iets extra’s. Het verbaast mij dat we al een uur onderweg zijn en nog steeds niet in het Krugerpark zijn. In de beschrijving van de lodge staat: ligging aan de rand van het Krugerpark. De omschrijving, 1½ rijden van het Krugerpark, klopt beter. Het miezert en dat is niet leuk. Eindelijk naderen we de Orben gate. Nu begrijp ik waarom Paul de bus heeft geregeld. Conform het programma hadden we vanuit de lodge met de jeeps naar hier moeten rijden. Dat zou wel verschrikkelijk koud zijn geweest. Drie lichtblauwe jeeps staan klaar. Onze ranger is Andrew. We zitten samen met Marion, Joep, Hans, Marijke, Josephine en Tiny in de jeep. We hebben met z’n tweeën de gehele achterbank voor onszelf. Het miezeren is gestopt. De hemel breekt open, gelukkig. Het is bijna 7.30 uur en we rijden als laatste weg. Ook hier heeft het nog amper geregend. De bomen en struiken zijn kaal en het gras is dor en soms zwartgeblakerd vanwege het verplichte afbranden. We ontbijten tijdens de rit. In het pakketje zitten, twee broodjes gezond, een hard gekookt eitje, appel, bekertje yoghurt en een mangosapje. Het smaakt heerlijk. De zon schijnt volop en het wordt zelfs heet. Tegen 8.00 uur zien we de eerste olifanten en een buffel. Een half uur later staan we oog in oog met een luipaard. Hij ligt op een dikke tak in een boom. Shit, zijn kop zit achter een tak. Hij staat op, wat een geweldig beest, hij rekt zicht uit. Geweldig, dit is genieten!!! Het is heel bijzonder dat we een luipaard treffen. In Kenia en Tanzania hebben we héél veel wild gezien. Maar we hebben slechts één luipaard gezien en dan nog heel ver weg. Het beest was enkel zichtbaar met de verrekijker. Nu zien we dit prachtige dier van dichtbij. Volgens de ranger is het nog een jong en slechts negen maanden oud. Binnen de kortste keren is het compleet file op de teerweg, zoals Paul een asfaltweg noemt. Er staan zelfs auto’s met caravan tussen. We maken plaats voor anderen en vervolgen onze zoektocht. Al snel zien we in de drooggevallen rivierbedding een aantal vrouwtjesleeuwen liggen. Héél in de verte zien we een neushoorn. Deze is zelfs met de verrekijker amper te zien. Vóór 8.45 uur hebben we de big five al gezien, wel héél bijzonder. Daarna zien we nog een struisvogel en een giraffe. Om 9.30 uur hebben we een plaspauze en kunnen we nog verder ontbijten. Op deze plek zitten grote groepen brutale yellow-billed hornbill vogels (geelsnavel neushoornvogel). Deze vogel wordt gekenmerkt door een lange gele snavel. Voor een aantal reisgezelschappen wordt hier ter plekke eggs en bacon gebakken, ruikt wel lekker. Er staan groene plastic stoeltjes en metalen groene tafeltjes. We peuzelen ons ontbijtje verder op. Om 10.00 uur vertrekken we en al snel zien we zes giraffen. Ze lopen mooi achter elkaar. Een half uurtje later zien we aan de linkerkant een hele grote kudde olifanten. Volgens Marijke zijn het zeker vierentwintig olifanten. Ze variëren van groot naar heel klein. Ze komen onze kant op en steken over. We hebben op onze reizen al heel wat olifanten gezien, maar het blijven prachtige dieren. Naast het grote wild zien we ook impala’s, koedoe, zebra’s, bavianen, steenbok, gier en een klepleguaan. Het zijn echter geen grote hoeveelheden wild. Naast de teerweg rijden we soms ook over de rode stoffige zandwegen. Dan heb ik wel meer het safarigevoel dan op zo’n teerweg. Om 11.00 uur rijden we naar het Satara Restcamp. We krijgen 10 minuten tijd om te plassen en om iets te drinken. Zoals afgesproken zit iedereen weer op tijd in de jeep. Het is inmiddels zo warm geworden dat de wind
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
21
zelfs aanvoelt als een hete föhn. Wie had dat vanmorgen kunnen denken. Het eerste dier dat op ons pad komt is een gier en even verder liggen mannetjesleeuwen lui onder een boom. Ze liggen vlak langs de weg zodat we ze van dichtbij kunnen bestuderen. Inmiddels is het bijna 12.30 uur, lunch time. Onderweg naar het Satara Restcamp zien we nog een wrattenzwijn (poemba in Swahili). De picknickplaats van het restcamp is onze lunchplaats. De grote koelboxen komen tevoorschijn en binnen de kortste keren staat een koud buffetje voor ons klaar. Bloemkool/aardappelsalade, pasta, tomaten met kaas en nog veel meer lekkers. We lopen met onze houten borden langs de schalen en scheppen op wat we lekker vinden. Nog een lekker koud watertje erbij en smullen maar. Voor Johan is alles wat minder. Hij is misselijk en kan zelfs de geur van het eten niet verdragen. Hij gaat even verderop, bij een andere picknickplaats, op de bank liggen. Als we de magen gevuld hebben ga ik bij Johan zitten. De andere reisgenoten lopen naar de winkeltjes en het terras wat daarbij hoort. Paul komt nog langs en zegt dat Johan beter voorin de jeep kan gaan zitten. In onze jeep is naast de chauffeur geen plaats, dus zal het een andere jeep worden. Om 14.00 uur zoekt iedereen zijn plaatsje weer op. Johan zit naast ranger van Niekerk en ik zit helemaal alleen op de achterbank. We reizen nu gescheiden. Met een hete bries in ons gezicht rijden we richting de waterplas. We rijden de kuddes impala’s en koedoe’s zomaar voorbij. Net of dat geen mooie dieren zijn. Bij de waterplas staat een kudde olifanten. We rijden verder en roepen “STOP” naar de chauffeur. Wij willen die impala’s en koedoe’s wel eens van dichtbij zien. Om 15.00 uur staan we bij de uitgang (Orpen gate) van het Krugerpark. Nou, die middagsafari stelde ook niet veel voor. Wel een beetje een teleurstelling dat we nu al stoppen. De ranger rijdt als een bezetene. Hij haalt de jeep in, waarin Johan zit. Hij heeft haast. Hij moet vanavond nog een avondsafari doen. Om 16.00 uur zijn we bij de lodge. Johan gaat meteen slapen. Mijn haren zijn door de wind hard en stug geworden. Het lijkt wel stro. Ik neem een lekkere warme douche en was mijn haren. Daarna zet ik een lekker bakje oploskoffie. Ik neem het mee naar buiten en ga op de veranda zitten. Ik bekijk de foto’s die ik vandaag gemaakt heb en wis de minder mooie en werk het reisverslag bij. Ik kijk uit over het bushveld. Het keukenpersoneel loopt met een grote gevulde zak het veld op. Als ik wat beter kijk zie ik dat daar een voederbak staat. Even later verschijnen enkele impala’s en koedoe’s. Terwijl ik daar zo zit, druipt het zweet van mijn voorhoofd. Ik hoor muggen. Tijd voor deet en sokken. Muggen zijn immers dol op blote enkels. Eens kijken of de accu al opgeladen is. Na deze moet ik nog twee accu’s laden. Johan ligt lekker te slapen. Agnes zit ook buiten. De derde jeep blijkt nog steeds niet terug te zijn. Joop maakt zich enigszins ongerust. Om 18.00 uur komen ze eindelijk aankakken. Zij hadden een gedreven ranger die niet van ophouden wist en daarom hebben ze ook véél meer gezien dan wij. Voor ons is het niet zo erg omdat we al verwend zijn in Kenia en Tanzania. Ten opzichte van de andere reisgenoten vind ik het niet eerlijk, het scheelt wel twee uur game-driven. Paul komt nog informeren hoe het gaat. Even later komt ook nog de eigenaar van de lodge langs. Hij zegt dat de malarone de oorzaak is en geeft het advies om meteen te stoppen. Even later brengt een meisje cola en toast. Ze zijn toch wel zorgzaam voor de gasten. Johan eet alles keurig op. Neemt een douche en duikt zijn bed weer in. Om 19.30 uur ga ik eten. We zitten met zijn allen aan één tafel. Het is weer aarde donker. De vlammetjes van de brandende kaarsen geven een beetje licht. Buiten rommelt en flitst het. Er is onweer op komst. Ik voel al enkele druppels. Stel voor dat de bui losbarst, zijn we zeiknat en lopen we in de modder. Zover is het nog niet. De uitbaters zullen wel weten wat ze doen. Uiteraard bestel ik eerst een glas rode wijn. Het is buffet. Ik schep een gebonden kippensoepje met koriander op en neem een eigen gebakken broodje mee. Dat smaakt in ieder geval al lekker. Daarna ga ik op zoek naar het hoofdgerecht. Bief met rauwkost, bietjes, sperzieboontjes en een tomatensaus. Er is gestampte maïs maar daar heb ik geen trek in. De groenten smaken, het vlees is niet te pruimen, het is net een stuk leer. Nog even terug voor het toetje. Chocolademousse met menthol en rode wijn. Dat smaakt wel. Om 21.00 uur zwaai ik de groep welterusten. De donderslagen worden steeds harder en de bliksemflitsen verlichten de donkere hemel. Het is gelukkig maar even lopen naar de lodge.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
22
Ik doe mijn best om de deur zo voorzichtig mogelijk te openen. Helaas, dat werkt averechts. De deur piept en kraakt van alle kanten. Johan wordt wakker. Ik leg snel de kleren klaar voor morgen en ruim de tas en de koffer in zover dat mogelijk is. Daarna duik ik het bed in.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
23
Dag 6 maandag 25 oktober Krugerpark (Hoedspruit) – Hazyview We worden om 5.20 uur wakker. Wij hebben heerlijk geslapen. Johan voelt zich weer helemaal top. Het ligt nog zo lekker. We wachten met opstaan totdat de wekker om 5.45 uur begint te roepen. Ik moet wat korter douchen. Het water pleegt een aanslag op mijn huid. Ik smeer mijn benen, armen en handen in met een extra laagje crème. Mijn gezicht en ogen krijgen dagelijks al die extra verzorging. Dat is wel nodig met al die zon. Als ik klaar ben met mijn ochtendrituelen ga ik buiten op de harde stoelen zitten. Het geurt kruidachtig. De vogels fluiten volop. De rust wordt verstoord door een hels kabaal uit de keuken. Het lijkt alsof de bestekbak gevallen is. Ik geniet weer van de rust en van het landschap dat voor me ligt. De stoelen zijn niet comfortabel, een kussen is geen overbodige luxe. Johan is ook klaar. De bagage kan naar buiten. Om 6.45 uur lopen we richting het ontbijt. We kunnen pas om 7.00 uur ontbijten. Dan maar even naar de kassier om de rekening te betalen. Daar kunnen we ook nog niet terecht. De rekeningen moeten nog opgemaakt worden. Na het ontbijt kunnen we afrekenen. Om klokslag 7.00 uur mogen we aanvallen. Dat gebeurt ook letterlijk. Er staan lange rijen voor de vruchtensapjes, koffie en thee. Oorzaak, de heer des huizes schenkt zelf alle drank in, heel vreemd. Normaal gesproken is dat zelfbediening en gaat het een stuk vlotter. Daarna weer in een lange rij voor het brood. Ik geef het op. Ik neem alleen yoghurt met verse vruchten. Johan blijft wachten op zijn scrambled eggs. Ondanks dat de heer des huizes Johan heeft geadviseerd om te stoppen met de malarone, slikken wij trouw onze pilletjes. Tot en met St Lucia reizen we door een malariagebied. Ik vind het onverantwoord dat Johan stopt met slikken. Het is een kuur. Wil je resultaat hebben dan moet je een kuur afmaken. We zitten aan tafel met drie dames van De Jong Intra Tours. Zij reizen met een grote groep, maar liefst 31 personen. Deze drie dames zijn gisteren met ons op gamedrive geweest. De rest van het gezelschap kon niet op safari omdat er blijkbaar iets niet goed was gegaan met de reservering. Wij hebben twee dagen om het Krugerpark te bezoeken. Het reisgezelschap van De Jong Intra is slechts één dag hier. Het overgrote deel van de reizigers heeft het Krugerpark niet eens kunnen bezoeken. De stemming in hun groep is niet zo best. Dat kan ik begrijpen. Na al dat keuvelen moet ik me nog haasten. Ik moet de rekening nog betalen. Als ik richting kassier loop staat een lange rij wachtenden voor mij. De kassier is de vrouw des huizes. Ze zit als een echte ouderwetse kassier achter een tafel. Op de tafel ligt een stapel met rekeningen en een calculator. Dit Duitse echtpaar is echt niet meer van deze tijd. Hoe kun je op de dag van vandaag zo’n groot lodge-complex runnen zonder computer. Zij moeten managen en het personeel het werk laten doen. Het lijkt erop dat er geen vertrouwen is. Tijdens het wachten kan ik nog gemakkelijk naar de wc. Tijd zat. Eindelijk ben ik aan de beurt. De rekening is niet juist, Johan zijn diner is doorbelast. Na de correctie moet ik R 405 afrekenen. De fooi voor het personeel stop ik in een apart houten bakje met de tekst, staff. In de andere hotels en eetgelegenheden staat op de rekening een aparte regel voor de fooi. De klant vult daar zelf een bedrag in. Ik ben er zeker van dat het personeel met zo’n ouderwets bakje veel minder fooi ontvangt. We zouden om 7.30 uur vertrekken. Dat halen we nooit meer. Degene die betaald hebben wachten rustig af op het terras. Dat is helemaal geen straf want het is al een heerlijk temperatuurtje. Als laatste betaalt Paul de rekening. Die blijkt ook niet juist te zijn. Uiteindelijk vertrekken we met drie kwartier vertraging. Lopend door de tuin naar de bus maak ik een foto van een prachtige donkerrode bloem. Deze afgevallen bloemen liggen verspreid door de tuin. Dan nog een foto van een bloem die nog aan de boom hangt. Vervolgens een spurtje naar bus want ik ben de laatste. Vandaag rijden we de gehele dag via de teerweg door het Krugerpark naar Hazyview. Net zoals gisteren gaan we bij de Orpen Gate naar binnen en verlaten we het Krugerpark bij de Phabeni Gate. De Phabeni Gate ligt 12 km ten oosten van Hazyview. Tegen 9.00 uur laat Paul de bus stoppen. Hij ziet een knopjesdoornboom waar hij ons iets over gaat vertellen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
24
Hij breekt zo’n knopje af en laat het door de bus gaan. Het knopje heeft meer de vorm van een piramide. Op het puntje zit een doorntje. Het wordt gebruikt als pijnstiller voor kiespijn. De knopjes worden geroosterd en fijngemaakt. Vervolgens wordt het goedje op of tegen de kies cq tand gelegd. Ik ben de laatste die het knopje in handen krijgt dus dat is van mij. We zien een koedoe. Wat een prachtig beest. Het wordt vandaag vanachter het glas fotograferen. Om 9.30 uur rijden we de Orpen Gate binnen. Deze gamedrive is opgenomen in het programma (verplichte excursies) en de entreeprijs zit in de R 1.400 die we aan het begin van de reis betaald hebben. Ik ga me nu concentreren op het wild spotten. Het tijdstip van het waarnemen van het wild geeft aan dat we de gehele dag wild spotten. Het zijn echter geen grote hoeveelheden. We zien wel véél meer wild dan gisteren. 10.08 uur Vijf zwangere zebra’s met mooie ronde buikjes. 10.19 uur Groep impala’s. 10.21 uur Mannetjes gnoe. Het mannetje staat op de uitkijk en geeft de route aan. Het mannetje heeft een zwart voorhoofd en het vrouwtje heeft een bruin voorhoofd. Er zit altijd maar één mannetje in een groep. 10.45 uur Wrattenzwijn met impala. Als wrattenzwijnen op de vlucht zijn loopt eerst het mannetje, daarna het vrouwtje en vervolgens de jonkies. Het mannetje zet zijn staartje omhoog zodat hij zichtbaar is voor de volgers. 10.58 uur Twee olifanten. Olifanten krijgen om de tien jaar een nieuw gebit omdat gedurende de tien jaar het gebit slijt. Dit gebeurt maximaal zes keer in het leven. Een olifant van 60 jaar heeft dus geen tanden meer. Als deze olifant in de natuur leeft kan hij niet meer sleuren en kauwen en dat betekent dat hij niet meer kan overleven. 11.15 uur Aan beide kanten waterbokken. Een waterbok heeft een dubbele vacht. 11.30 uur Groepen gnoes (wildebeest). 11.00 uur We gaan plassen bij Satara Restcamp. 11.15 uur We zitten weer in de bus. 12.00 uur Gieren en leeuwen. De leeuwen liggen op dezelfde plaats als gisteren. Onder de ene boom liggen een vrouwtje en een mannetje en onder de andere boom liggen twee mannetje te hijgen. Een leeuw leeft maar 15 jaar. 12.24 uur Impala’s. 12.51 uur Impala’s en drie giraffen zittend op de grond. De giraffen zitten heerlijk in de schaduw en de ossenpikkers doen hun best op de lange nekken. 13.06 uur Een mannetjesolifant. 13.18 uur We zijn bij een waterplas en we zien een groep olifanten, een neushoorn, koedoe, bavianen en watervogels die ik niet bij naam ken. 13.34 uur Twee giraffen waaronder een hele oude. Zijn vacht is donker en heeft kale plekken. 13.43 uur Een paar koedoes. 14.00 uur We stoppen bij Tsjokwane. In het winkeltje koop ik voor Johan en mij een sandwich met kaas en tomaat en een cola. Nu blijkt dat je dit eerst moet afrekenen en daarna kun je de sandwich laten toasten. Ik krijg nummertje tien. Het heeft heel wat voeten in aarde voordat de tosti klaar is. Als ik eindelijk mijn bordje heb, loop ik richting het “terras”. Onder een aantal grote bomen is een rieten overkapping gebouwd. Daaronder staan houten tafels en stoelen. De bestrating is wit van de poep die de brutale blauwe glansspreeuwen achterlaten. Het krioelt hier van die beesten en ze wachten geduldig op iets eetbaars. De tosti smaakt lekker. Als ik die opgepeuzeld heb loop ik nog even terug voor chips en een ijsje. 14.54 uur We zijn nog maar amper op weg en we spotten vier vrouwtjes leeuwen. Nou die zitten wel héél dichtbij de snackbar.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
25
15.06 uur Eén vuurzee en veel rook. Een half uur lang zien we enkel vlammen en zwart geblakerde grond. Wel een beetje beangstigend. Wordt dit landschap nu gecontroleerd afgebrand i.v.m. de vruchtbaarheid? Paul weet het ook niet, hij denkt van niet maar zal het straks navragen. Vóór ons rijdt een open jeep. De passagiers bedekken hun gezicht. De vlammen slaan over de weg. Wij rijden door de vuurzee en voelen de enorme hitte. Wilfred was bang dat de voorruit zou klappen. Gelukkig is alles goed afgelopen. De jeep is achtergebleven. 15.20 uur Twee neushoorns en impala’s lopen gevaar. Ze lopen in de enorme rook van de vuurzee. Plots is het rookgordijn verdwenen en zien we alles weer glashelder. Even verder bij een watertje een hanekopvogel, Paul noemt de vogel zo en hij ziet ook nog koedoe’s. Voor mij zijn ze onzichtbaar. 15.30 uur We stoppen bij het Skukuza Camp. Skukuza ligt in het zuiden van het Krugerpark waar ook de Sabie rivier stroomt. Skukuza is hoofdstad van het Krugerpark en heeft de grootte van een dorp. Meer dan duizend bezoekers kunnen logeren in bungalows, rondavels, cottages en guest houses. We lopen langs de rivier en gaan daarna op zoek naar de vleermuizen die onder een rieten overkapping hangen. Die mooie beestjes zijn vruchteneters. Daarna naar de wc. Ik raak aan de praat met een blanke Zuid Afrikaanse die in eigen land op reis is. Uiteraard komt de warmte ter sprake. Ze zegt dat deze temperaturen extreem zijn voor de periode van het jaar. De thermometer in hun auto geeft 42 graden aan. Ik geloof het graag want bij de minste inspanning rollen de zweetdruppels over mijn voorhoofd. 17.10 uur We zitten weer in de bus. Paul vertelt dat de branden zijn ontstaan vanwege blikseminslagen. Als eerste spotten we een gnoe. 17.23 uur We slaan linksaf een paadje in (mag officieel niet) en stoppen bij een waterplas met nijlpaarden. Je ziet alleen de bovenkant van de ruggen. Dit stelt niet veel voor. 17.36 uur Giraffe en zebra’s. In deze omgeving heeft het al meer geregend. De jonge blaadjes ontluiken en het gras is groen. Dit landschap ziet er een stuk frisser uit dan de kale bomen en het dorre landschap. 17.56 uur We verlaten het Krugerpark bij de Phabeni Gate. We strekken nog even de benen. Daarna rijden we via de R536 richting het Numbi Hotel in Hazeview. Na een kwartier rijden we de parkeerplaats van het hotel op. Als welkomstdrankje staat een glas met koud vers geperst sinaasappelsap klaar. We krijgen sleutel 207, een kamer op de tweede verdieping. Een heerlijk ruime kamer, een super nette badkamer en een groot balkon. Ik zet voor mezelf een kop koffie en voor Johan een cup a soup. In alle hotels en lodges tot nu toe kun je water koken en een kop thee of koffie zetten. Wij nemen altijd zakjes cup a soup mee. Lekker hartig en je krijgt meteen extra zouten binnen. Even lekker relaxen, dat doet een mens goed. Op een gegeven moment horen we tromgeroffel en zang. Het geluid komt van buiten. We openen de balkondeur, het is pikkedonker. Vanaf het balkon kijken we op de achterkant van een groep zingende locals. Het is bijna 19.30 uur. We besluiten om alvast naar beneden te lopen. We hebben namelijk afgesproken dat we om 19.30 uur gaan eten. Beneden aangekomen zie we een koor van tieners, zowel jongens als meisjes. Een man staat aan de zijkant van de groep en deelt de commando’s uit. Johan besluit om toch maar zijn videocamera te halen. De tafels, stoelen en buffet staan op het grasveld opgesteld. We zitten aan tafel met Jolanda, Gerard, Peter, Annie, Agnes en Joop. Het eten is goed, beter dan in de Kubu Safari Lodge. Het dessertbuffet is zeer uitgebreid. Ik neem overal een klein stukje van. Oh, wat is dat mierenzoet, iets te zoet voor mij. De rode wijn smaakt tot nu toe overal hetzelfde, een beetje wrang. Voor mij zou deze wat soepeler mogen zijn. Om 22.00 uur houden we het voor gezien. We lopen naar de kamer. De accu is opgeladen dus kan nummer twee erin. Als ik vannacht wakker word moet ik nog een keer wisselen. Nummer drie is namelijk
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
26
ook leeg. De accu’s zijn zeven jaar oud. Ze zijn versleten. Ik ben toe aan een nieuw fototoestel. Het aanbod van fototoestellen is véél te groot. Ik kan geen keuze maken. Ik leg de kleren voor morgen klaar en daarna gaan we slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
27
Dag 7 dinsdag 26 oktober Hazyview – Swaziland Om 5.30 uur worden we wakker. We hebben goed geslapen. Zo goed, dat ik vannacht niet wakker ben geworden om accu nummer drie te laden. Dat betekent dat ik het vandaag met twee accu’s moet doen. We blijven nog even liggen en daarna werken we in een vlot tempo de ochtendrituelen af. Alles zit weer keurig in de tas en de koffer. Ik heb nog voldoende tijd om lekker op het balkon mijn reisverslag bij te pennen. Om 7.00 uur is het ontbijt. Eerst het cafeïne gehalte op peil brengen en dan yoghurt met peren en koejawel (een soort ronde guave). Daarna ben ik verplicht een spiegeleitje met toast te eten. Johan heeft er twee laten bakken. Om 8.10 uur vetrekken we. Het is voor het eerst een bewolkte dag. We krijgen de rekening van Paul, 2x R 710, gamedrive Krugerpark en 2x R 150, Soweto, totaal R 1.720. We rijden op de R40 richting White River. Dit gebied kent een tropisch klimaat met oneindige fruitplantages (banaan, sinaasappel, citroen, mango, koejawel, papaya etc.) en houtplantages (pijnbomen). Na White River slaan we linksaf, de R538 op, richting vliegveld. Aan de linkerkant staat een heuse steenfabriek. We gaan de N4 op. Schitterende bergpieken. Tegen de bergtoppen liggen enorme grote keien. In deze bergen bevinden zich goudmijnen. Rechts stroomt de Krokodilrivier. Het prachtige fruit dat in deze omgeving groeit ligt in de vele fruitstalletjes uitgestald. De bermen van de weg zijn omgetoverd tot een kleurige markt. We passeren de zoveelste snelheidscontrole. Overal waar ik kijk zie ik nu velden met suikerriet. Suikerriet wordt in fases aangeplant. Het ene veld is grasgroen omdat enorme sproei installaties de stengels voorzien van het nodige vocht. Andere velden kleuren geel/bruin. Dat suikerriet is klaar om geoogst te worden. Eén plant geeft 40 à 50 stengels. Als het suikerriet rijp is voor de oogst, wordt het gewas in de fik gestoken. De bladeren verbranden en de stengels blijven over. De verbrande overblijfselen dienen weer als voeding voor de bodem. Om 9.47 uur stoppen we in Malelane om te pinnen. Ik vul onze voorraad Randen aan. Met al die optionele excursies gaat het hard. Zodra Paul de buit binnen heeft, stort hij het geld af bij de bank. Wij lopen samen met René naar een koffiegelegenheid. Als we binnenkomen zit de rest van ons gezelschap al aan de koffie. Wij bestellen een cappuccino. Dat is wel een super bakje en dan maar R 16 voor drie stuks. Na de koffie slenteren we door het centrum. We lopen een muziekwinkel binnen. We kunnen maar even snuffelen. Het is tijd om de bus op te zoeken. Op het parkeerterrein zitten en lopen veel fotogenieke locals. De kinderen zijn altijd het leukst. Het is 10.45 uur, de afgesproken tijd om te vertrekken. Naast ons drieën zijn nog enkele reisgenoten op tijd. Paul en de rest zijn in geen velden of wegen te bekennen. Een vrouwtje verkoopt macadamia’s. Ik koop een zakje van haar. Ze vraagt of ik onze reisgenoten wil vragen pinda’s van haar te kopen. De meeste hebben gisteren al een voorraadje ingeslagen. Paul zegt dat deze pinda’s goed zijn voor je cholesterol. Om 11.10 uur is uiteindelijk iedereen present. We kunnen vertrekken. Niet veel later stoppen we bij het postkantoor voor postzegels. Wij sturen nooit kaarten. Deze keer moet er toch een kaartje naar onze chauffeur in Sri Lanka. Ik koop twee postzegels, ééntje om te hebben en één voor de kaart naar Manoj. Manoj heeft ervoor gezorgd dat wij in 2009 een fantastische reis door Sri Lanka hebben gemaakt. Het is een onvergetelijke reis geworden. Ik ben als eerste terug. Ik heb nu alle tijd om mooie foto’s van de mangoboom te maken. Iedereen is voorzien van postzegels. We kunnen verder. Wij rijden op de R570. Links staan weer van die aantrekkelijke stalletjes met prachtig gekleurd fruit. Per soort ligt alles keurig opgestapeld. Aan de rechterkant staan vele kilometers lang, bruine houten veestallen met buffels. Het lukt me niet om vanuit de bus een fatsoenlijke foto te maken van die stallen. Dat ding is ook véél te traag. Ik had toch een nieuw toestel moeten kopen. Ik zie de eerste vrachtwagens met suikerrietstengels. Paul zoekt een bananenplantage waar de bus kan parkeren. Hij ziet er eentje. We stoppen. Ondanks de bewolkte lucht is het al aardig warm. Bij de entree van de plantage staat een geel bord met zwarte tekst en afbeeldingen (een gemene
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
28
hond, een geweer, een doodskop en handboeien). Uit de afbeeldingen blijkt dat wij niet welkom zijn. Desondanks lopen we toch de plantage op. Ik sta tussen de planten om een jonge tros bananen met daaronder de bloem, goed in het vizier te krijgen. Ik voel wat tegen mijn been maar ik weet niet goed wat het is. Als ik klaar ben met fotograferen zie ik dat mijn broek zeiknat is. Tussen de bananenbomen staan lage sproeiers. Een bananenboom draagt na twee jaar vruchten en sterft daarna af. Vervolgens schiet er een nieuwe scheut uit die over twee jaar vruchten draagt. We passeren het zes jaar oude stuwmeer, de drie koppiesdam? Het water wordt gebruikt voor drinkwater en dient voor de bevloeiing van de gewassen. Evenals in vele andere landen dragen de kinderen in Zuid Afrika een schooluniform. Deze meisjes dragen een lichtblauwe rok en een lichtblauwe trui met daaronder een witte blouse. Om 12.15 uur zijn we bij de grens. We verlaten Zuid Afrika bij Jeppe’s Reef. Dat gaat allemaal supersnel. Straks zullen we Swaziland binnenkomen bij Matsamo. We bevinden ons nu in niemandsland. Daar worden we opgewacht door één van de medewerkers van Matsamo Cultural Village. Ze neemt ons mee naar binnen. Eenmaal binnen begint ze te zingen. Ik krijg kippenvel. Wat een stem heeft die vrouw, onbeschrijflijk. Ze neemt ons mee het “dorp” in. Hier is onlangs brand geweest. De verbrande resten liggen nog ter plekke. Een triest aanzicht. Ze loopt met ons langs een aantal hutten en geeft een korte uitleg. Daarna gaan we op de gereedstaande houten banken zitten. We zitten op de eerste rij aan de rechterkant. Na ons komt nog een groep, ook Nederlanders. Een jongen is de entertainer, mooie vent overigens. De dans vind ik niet zo bijzonder. Uiteraard mogen een aantal toeschouwers het ook proberen. Eén van de mooiste dames komt René halen. Het dansen gaat hem goed af. Ik klik erop los zodat René straks een paar leuke foto’s heeft. De jongens, meisjes, vrouwen en mannen hebben prachtige stemmen, dat is genieten. Het geluid dat uit die monden komt is met geen pen te beschrijven. Al zou het uren duren dan boeit het me nog steeds. Op het eind van de voorstelling worden cd’s en dvd’s te koop aangeboden. Voor R 100 kunnen we thuis van de muziek genieten en Johan heeft tevens achtergrondmuziek voor de film. De vrouwen hebben ook nog mooie kettingen in de aanbieding. Het is jammer voor de vrouwen. Ik heb geen belangstelling. We lopen naar het restaurant voor de lunch. Op de tafels tegen de muur staat het buffet klaar. Ik ga voor het koude buffet. Ik schep de verschillende rauwkost op mijn bord. Daarna ga ik nog terug voor ijs met verse vruchten. Na het eten betalen we enkel de drankjes. Paul betaalt voor iedereen de kosten van het buffet. Deze kosten komen straks op de rekening. We lopen naar de grensovergang. Het is 14.45 uur. De formaliteiten verlopen heel vlotjes. Iets over drieën zitten we weer in de bus. We rijden nu door het prachtige Swaziland. De bergketens liggen zowel links als rechts van de weg. In de dalen bevinden zich verschillende soorten fruitplantages waaronder héél veel bananenplantages. Deze bergketens zijn nog steeds de Drakensbergen. Verspreid in het landschap staan ronde hutjes met rieten daken en eenvoudige huisjes met een dakbedekking van golfplaten. Bij de hutjes en de huisjes staat meestal een wc hokje en een plastic voorraadvat met water. Op de hoek van een zandweg staat een tapkraan waar de locals water tappen in gekleurde emmers en vaten. Het ronde hutje is het belangrijkste onderkomen. Hier komen de mannen samen en beraden zich over allerlei zaken. Evenals in Zuid Afrika wisselen de plantages en het natuurlijke landschap zich voortdurend af. Zelfs de prachtige lila bloemen van de jacaranda stelen de show in het natuurlijke landschap. Even later zijn weer honderden hectares aangeplant met eucalyptusbomen en pijnbomen. Door de zure grond groeien tussen de bomen geen bodembedekkers. De grond is kurkdroog. Rechts is een plantage gekapt. Afhankelijk van de eigenaar van de plantage, is het hout bestemd voor papier, karton of voor de mijnbouw. Bij een grote zagerij slaan we linksaf. Langs de kant van de weg lopen veel kinderen in schooluniform. De uniformen hebben verschillende samenstellingen. Bruine broek met bordeaux rode trui, grijze broek met bordeaux rode blouse/trui, donkerblauwe broek
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
29
met marineblauwe trui met rood kraagje, donkergroene broek met lichtgroene trui, grijze broek met donkergroene trui. 95% Van de bevolking is geschoold. Ze spreken allemaal Engels en het is een trots volk. 40 Tot 45% is werkeloos. Aan de rechterkant stroomt de Komati rivier en ligt een stuwmeer. Deze rivier stroomt ook tussen Mozambique en Zuid Afrika. Ik zie mijn prachtige boomvarens. De geiten grazen op de terrassen tegen de berghellingen. Het is 15.42 uur, we stoppen bij het stuwmeer. Ik vind er niets aan. Het blijkt dat we oud waterbouwkundigen in ons reisgezelschap hebben. Die vinden het wel interessant. Het is jammer dat hier verder niet veel te zien is. De drie kwartier duren voor mij wel erg lang. Ik ben blij dat we instappen. De immens grote keien die tegen de berghelling liggen, lijken wel hunnenbedden, zo kolossaal. De donkerbruine koeien vergaren hun kostje in de bermen van de weg. De bergen zijn vriendelijke heuvels geworden en het landschap oogt als een golvend groen biljartlaken. Een betoverend landschap dat je zo zou willen inlijsten. Rechts van de weg staan stalletjes waar de locals uit brokken steen, beeldjes houwen. Hier zouden we eigenlijk moeten stoppen. Dan weet je zeker dat je handwerk uit Swaziland koopt. Helaas, wij rijden door. Links zie ik een meer, wellicht is dit het stuwmeer vanaf de andere kant. Om 16.37 uur zijn we bij Ngwenya Glass, de glasfabriek. Shit, we zijn te laat. De werknemers stoppen om 16.30 uur met het werk. Dat vind ik echt balen. Nu mis ik het glasproces waarop ik me zo heb verheugd. Deze excursie staat in het programma en die stop daarstraks bij het stuwmeer niet. Dit vind ik niet fair van Paul. Vanuit de winkel lopen we via de trap naar boven. Rondom de fabrieksvloer is op plafondhoogte een loopbrug gecreëerd. Zo kun je alle hoeken van de fabrieksvloer goed waarnemen. Nu zie ik enkel een gloeiende oven, kratten met glazen voorwerpen en lege plaatsen waar normaal gesproken de mensen zitten te werken. Ik maak foto’s van de fabrieksvloer. Daarna doen we een rondje door de winkel. De winkel is zeker de moeite waard. Wij kopen een klein glazen olifantje voor R 73. Buiten is het ook interessant. In een boom hangen tientallen ijverige gele wevervogels onder hun ronde nesten. Ze zijn zo beweeglijk. Het valt niet mee om een fatsoenlijke foto te maken. Om 17.11 uur zetten we de tocht voort. Ook in Swaziland kennen ze snelheidscontroles. We passeren de hoofdstad Mbabane. De stad ligt grotendeels in een dal. Een klein gedeelte is tegen de berghelling gelegen. Vanaf een bepaalde hoogte is het verboden gebied. Boven deze lijn is namelijk de laatste rustplaats van de koninklijke familie. Om ongeveer 18.00 uur komen we aan op onze eindbestemming, hotel Lugogo Sun in de Ezulwini vallei. Deze keer worden we welkom geheten met een ice tea. Smaakt wel iets anders dan onze ice tea. We krijgen de sleutel van kamer 215. Vanuit de kamer kijken we uit op het zwembad met in de verte een bergketen. Als de kofferjongen de bagage in de kamer neerzet moet ik meteen aan de slag met de lege accu’s. Van onze vorige reizen hebben we meegekregen dat een driewegstekker wel heel gemakkelijk is. Nu kunnen we tegelijkertijd, de accu van het fototoestel, video en gsm opladen. Let op, in de wereldstekker zit niet de stekker voor Zuid Afrika. Deze stekker kun je op het vliegveld in Zuid Afrika kopen. Dit moet je niet doen. Daar betaal je veel teveel. Je kunt deze stekker het best kopen in een supermarkt in Zuid Afrika. Wij hebben de stekker mogen lenen van Mariska, de collega van Johan. Het beetje stroom dat de laatste accu nog heeft gaat op aan het schonen van de foto’s. De zang- en dansvoorstelling heeft best wat mislukte foto’s opgeleverd. Oorzaak is wellicht de traagheid van het toestel, wel jammer. Het oude beestje is inmiddels achterhaald door de snelle superzoom jongens. Het is 19.30 uur, tijd voor het diner. Bij de ingang van het restaurant moeten we ons melden en een bon aftekenen. Midden in het restaurant staat het personeel te bakken en te braden. Rondom het keukendomein ligt op plateaus het brede assortiment aan etenswaren uitgestald. Diverse soorten vlees, groenten met een grote diversiteit aan rauwkost, mijn favoriete gerecht, brood en toetjes. Je kunt zelf je roerbakmenu samenstellen en laten roerbakken. Een vrij pittig dienstertje wijst ons de tafel aan waar we moeten gaan zitten. Daar moeten we gaan zitten en nergens anders. Even later worden Tiny en Josphine op dezelfde manier op de stoelen tegenover ons neergezet. De rest van ons gezelschap zitten samen aan tafel, beetje vreemd. Ik houd het bij soep, rauwkost en ijs met chocoladesaus.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
30
Johan stelt zelf zijn menu samen en laat dit roerbakken. Om 22.00 uur vinden we het tijd om te gaan. Ik vouw de kleren op en stop ze in de koffer. De kleren voor morgen liggen al klaar. Ik pak de zeepjes uit de badkamer en de zakjes koffie en thee. Die stop ik morgenochtend in de doos voor het goede doel. Het is tijd om te gaan slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
31
Dag 8 woensdag 27 oktober Swaziland – Hluhluwe Om 5.15 uur zijn we wakker. Nog even nasoezen. Een half uur later sta ik onder de douche en om 6.45 uur staat de bagage op de gang. Ik ga eerst de rekening betalen (R 440, 3 bier, 1 kleintje en 2 grote, 1 glas rode wijn, diner en fooi 10%). Daarna gaan we ontbijten. Eerst koffie en daarna yoghurt met fruit en cake. Johan eet een boterham met vleesbeleg. Als we naar de bus lopen zie ik bij de uitrit van het hotel een donkere vrouw staan met een kartonnen doosje in haar hand. Ze heeft het doosje afgedekt met kranten. Ze maakt geen aanstalten om iets te verkopen. Misschien staat ze op iemand te wachten. Om 8.10 uur vertrekken we naar de zogenaamde Swazimarkt. Het is vandaag een bewolkte dag. De nevel bedekt de toppen van de bergketen. Ik kan mijn fleecevest goed aanvelen. We hebben nog maar enkele meters gereden en dan blijkt dat we al bij de markt zijn. Een grote oppervlakte met kramen waarvan de meeste leeg zijn. Paul vraagt wie zin heeft om te shoppen. Tegen zijn verwachting in roepen we in koor “doorrijden”. Nu breekt zijn klomp. Ondanks ons collectief “nee”, sleurt Wilfred aan zijn stuur en staan we stil op het terrein. Dit zal wel zo’n verplichte commerciële stop zijn. In plaats van te kopen maken we een praatje met de lokale bevolking. Ondanks dat we niets kopen, blijven de mensen erg vriendelijk. Bij terugkomst in de bus blijkt dat de meeste van ons gezelschap de twintig minuten benut hebben voor een social talk met de marktkooplieden. Onze volgende stop wordt een kaarsenfabriek. Het gebied waar we doorheen rijden is armoedig. Aan de linkerkant ploetert de lokale bevolking op de groenteakkertjes. Rechts doen de regeninstallaties hun best om het gewas op de velden van vocht te voorzien. Voor het eerst zie ik kilometerslang alleen maar ananasplantages. Dit is onze zoveelste reis naar een verre bestemming en ik heb nog nooit de plantages van zo dichtbij kunnen zien. Het landschap verandert voortdurend. De plantages zijn weer verdwenen. Aan de linkerkant van de weg prijkt een prachtig stadion. Dit staat in schril contrast met de omgeving. Het stadion is gebouwd ter gelegenheid van de veertig jaar onafhankelijkheid (Engeland) van Swaziland en de veertigste verjaardag van Koning Mswati III. Bron: http://www.gozuidafrika.com/nieuws/nieuws_detail.php?newsID=2993 Datum publicatie: 07/09/2008 Mbabane - Koning Mswati III beloofd betere tijden voor zijn onderdanen tijdens een op zaterdag gehouden viering van 40 jaar onafhankelijkheid van Swaziland. Mswati was positief over de toekomst van zijn volk ondanks de economische stagnatie, twee derde van de mensen in armoede leven en Swaziland één van 's werelds grootste aantal HIV/aids besmettingen heeft. Het stadion waarin de feestelijkheden plaatsvonden zat vol met 15.000 genodigden. "Bayethe" (hulde aan de koning) werd geroepen wanneer de in traditionele kleding dragende koning Mswati en zijn 13 vrouwen het stadion komen binnengereden in een colonne van luxe wagens. De viering werd voortgezet met traditionele dansen en de oplevering van de verschillende koninklijke orders. Deze werd bijgewoond door een aantal Afrikaanse leiders, met inbegrip van de Zimbabwaanse president Robert Mugabe. Buiten het stadion was een grote politiemacht aanwezig na een turbulente week van protesten waarin werd opgeroepen tot een pluralistische democratie. De kosten voor de organisatie van het evenement, meer dan 100 miljoen emalangeni (8,5 miljoen euro) werd scherp veroordeeld door vakbonden, politici en het maatschappelijk middenveld. Zij bekritiseerden buitensporige uitgaven met inbegrip van een door de staat gefinancierde shoppingstrip naar het Midden Oosten voor alle 13 vrouwen en de aankoop van 11 luxe auto's om de Afrikaanse leiders te vervoeren. Volgens Forbes magazine staat koning Mswati als één van de rijkste koningen in de wereld en de laatste absolute monarch van Afrika gerangschikt. Koning Mswati III nam de fakkel van zijn vader, Sobhuza, over in april 1986. Zijn bewind werd gekenmerkt door hoge uitgaven ter ondersteuning van een extravagante levensstijl door hem, zijn vrouwen en kinderen. De koning, die de troon besteeg op 18 jarige leeftijd, houdt een sterke
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
32
traditionele greep op de macht. Hij is ondermeer verantwoordelijk voor de benoeming van de premier, wetgevende en rechterlijke macht. In de komende twee weken zijn er parlementsverkiezingen in het koninkrijk waarbij een nieuwe premier en een kabinet worden benoemd. Omdat politieke partijen verboden zijn in het, kunnen kandidaten alleen staan als individuen. De betere tijden zullen dus nog even op zich laten wachten. Om 8.55 uur slaat de bus rechtsaf, een zandweggetje in. Nog een keertje rechtsaf en we zijn op de plaats van bestemming. Op het terrein veegt een donkere man, in een marineblauw werktenue, de afgevallen lila bloemen van de jacaranda bij elkaar. We stoppen recht voor de ingang van de kaarsenfabriek Swazi Candles http://www.swazicandles.com. Rechts van de fabriek is een grote souvenirmarkt en een restaurant. Ik loop de winkel binnen. Een oud mannetje is aan het werk. Op het tafeltje staat een schaaltje voor de fooitjes. De witte rechthoekige stukken paraffine en de gekleurde vierkanten plakken bewaart hij in het verwarmde houten laatje van zijn werktafeltje. Deze vierkante, kant en klare plakken, worden geïmporteerd uit Oostenrijk. Deze plakken hebben oa de kleuren van de huid van een zebra, luipaard, neushoorn etc. De man kneedt een rechthoekig stuk paraffine totdat een bepaalde vorm ontstaat. In dit geval een dier. Vervolgens legt hij de vierkante plak tegen de witte paraffine. Met zijn duimen drukt hij de twee stukken tot één geheel. Door alsmaar lichtjes te kneden ontstaat het uiteindelijke voorwerp. Als het voorwerp klaar is, gaat het in een badje met water. In de winkel zijn de kaarsen in alle variaties aanwezig. Zowel de olifant, neushoorn en zebra maar ook vele andere vormen. Ik ben even brutaal en neem een kijkje bij twee vrouwen. Zij zijn buiten het winkelgedeelte aan het werk. Zij brengen diverse versieringen aan op de reeds gevormde voorwerpen. Eén van de vrouwen doet haar best om mij het proces uit te leggen. Het is jammer dat ik haar niet goed begrijp. Ik heb haar opgehouden en dat betekent minder tijd om te werken. Als compensatie stop ik haar iets toe. Ze glundert helemaal. Heb ik haar dag toch weer goed gemaakt. Ik ben klaar met de winkel en ga buiten de boel verkennen. Johan is in geen velden of wegen te zien. Ik ben benieuwd waar die uithangt. Links naast de winkel staat een struik met prachtige trossen witte bloemen. Als de bloemen open zijn, kleuren ze aan de binnenkant geel en donkerrood. Nu nog op zoek naar de wc. Die zijn helemaal spic en span. De aanduiding “dames”, is op de kopse kant van de muur, in spiegelmozaïek geplakt. De rand van de spiegel is ook helemaal opgesierd met kleine stukjes spiegel. Dat is een foto waard. Nu nog een rondje souvenirmarkt. De souvenirs hebben heel wat bekijks. Volgens Mieke en mijn persoon is het hier spot goedkoop. Mieke heeft voor haar houten beeldjes, bij onze eerste souvenirstop, zeker het viervoudige betaald. Ik heb voor mijn stenen beeldjes ook veel meer betaald. De beeldjes van mij zijn moeilijk te vergelijken omdat de grootte van het beeld de prijs bepaald. Ik moet wel zeggen dat deze beeldjes in grote getallen aanwezig zijn en ze zien er allemaal hetzelfde uit. Mijn beeldjes zien er niet zo gelijkmatig uit. Misschien zijn die van mij toch handwerk. Als ik het zelf geloof is het toch goed. Dus nogmaals, wacht met kopen. Misschien kun je hier goed zaken doen. Nou heb ik Johan nog niet gevonden. Ik loop richting de zandweg. Ja hoor, hij staat te filmen. Om 9.40 uur verlaten wij de kaarsenfabriek. We rijden weer langs ananasplantages. Op een aantal velden is het stil. Op andere velden wordt hard gewerkt. Geweldig, we stoppen en mogen zelfs uit de bus. Een jongen snijdt de rijpe vruchten van de planten en verzamelt ze in een witte katoenen zak. Aan het begin van het veld leegt hij de zak. De ananassen hebben de kleuren, rood en geel. Op een ander veld is de gehele oogst binnen. Het overgebleven groen/grijze loof wordt mechanisch gemaaid. Na het maaiproces schiet de plant weer uit en start het groeiproces opnieuw. Het leuke spontane uitje is ten einde. We moeten de bus weer in. We passeren nog vele ananasplantages die afgewisseld worden door andere fruitplantages. Rechts vóór ons ligt de industriestad Manzini. Wilfred ziet dat in de verte een verkeerscontrole wordt uitgevoerd. Hij
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
33
doet snel zijn gordel om en Paul gaat snel zitten. De bus krijgt een stopteken. Het blijkt een controle voor de wegenbelasting te zijn. Weer een controle en weer snel die gordel om. Blijkbaar is in ZA de gordel nog niet zo ingeburgerd als in ons landje. We passeren nu de op één na grootste industriële stad Manzini. Even later zie ik best wat Christelijke kerken. Volgens Paul zijn het zoveel kerken omdat iedere kerk zijn eigen geloofsovertuiging volgt. Dat betekent dat het Christelijke geloof in dit land veel aftakkingen heeft. Links van de weg ligt een grote vuilnisbelt. “Een gestamp”, roept onze tourleader. Nu blijkt een gestamp, een botsing cq aanrijding te zijn. De bus stopt voor controle nummer drie. Aan de linkerkant staan de huizen van de vrouwen van koning Mswati III. Dit staat in schril contrast met de stapeltjes brandhout die de lokale bevolking langs de kant van de weg probeert te verkopen. Midden op een vluchtheuvel van een kruispunt staat een wit vrachtwagentje. De laadbak is volgeladen met losse tomaten. De tomaten worden ter plekke overgeladen in zwarte plastic kratten. Daar hadden ze toch wel een rustiger plekje voor kunnen uitzoeken. Aan de overkant van de weg staat een smerig caravannetje waar op de zijkant de tekst “vetkoek” staat geschreven. Vetkoek is een gebakken oliebol die door midden wordt gesneden en daarna gevuld wordt met gehakt of iets anders. De koeien grazen in de berm en steken zonder pardon de weg over. We hebben gelukkig een geweldige chauffeur. Wilfred is op alles voorbereid. Eindelijk, het wolkendek breekt open. Lange stroken witte sluierbewolking met daartussen een blauwe hemel. Dit oogt meteen een stuk vriendelijker. We laten de bergen even achter ons en rijden door het laagland met uitgestrekte suikerrietplantages. In deze omgeving wordt het suikerriet gebruikt om een soort jenever van te brouwen met een gehalte van 48% alcohol. De geiten en koeien hebben hun eigen afgerasterd stukje land. Een weiland, zoals wij dat kennen. De enorme regelinstallaties die op de velden staan lossen het tekort aan water op. Het ontgonnen landschap wisselt voortdurend met de pure natuur. Maar goed dat niet alle natuur ontgonnen is. Het is weer bergachtig en tegen de hellingen groeien de hoge smalle en kale aloë vera struiken. Daartussen scharrelen de geiten. De blauwe lucht wint het van de witte sluierbewolking. De zon laat zich weer zien. Toch weer een mooie dag. Aan de rechterkant ligt een groot meer. Links is een suikerfabriek waar uit suikerriet alcohol wordt gestookt. Het is 11.25 uur, een plaspauze. Aan de linkerkant is een toiletgebouw, een benzinestation en een supermarkt. En niet zomaar een supermarkt, namelijk de Riverside supermarket. Wel vreemd z’n winkel in de middle of nowhere. Het is een landelijk gebied met een paar huizen. Het huis aan de overkant is wel een luxe huis. Het heeft een airco en een satellietontvanger. Ik loop naar de overkant voor de prachtig rood bloeiende boom. Een kiekje van de boom en het huis zodat ik de situatie thuis weer voor de geest kan halen. Ik ben net op tijd terug aan de overkant om een vrouwtje met een zak takken op haar hoofd te fotograferen. Haar rok is gescheurd. Zij zal zeker niet in dat luxe huisje aan de overkant wonen. Dan nog een snelle blik in de supermarkt. Ze hebben werkelijk alles. De potten, met groen deksel en groen/rood etiket in twee verschillende groottes, is mayonaise. Toch een luxe artikel. Een jong verlegen meisje loopt op het terrein voor de winkel wat op en neer. Ze heeft kettingen om haar arm. Eén van onze reisgenoten loopt op haar af. Na haar, volgt de rest. Binnen de kortste keren heeft het meisje al haar kettingen verkocht, mooi toch. Er stopt nog een bus, het is een FOX groep. 11.45 Uur worden we gevraagd om in te stappen. We rijden langs het dorpje Big Bend, betekent grote bocht. Het kleine dorpje ligt in de grote bocht van de Usuthu River. Aan de rechterkant staat weer een suikerfabriek. Wilfred blijft even achter het openbaar vervoer rijden zodat we een foto kunnen maken. De lokale bevolking wordt, in een vrachtwagen voorzien van een openlaadbak met daaromheen een opstaand ijzeren hekwerk, verplaatst van punt a naar punt b. Zelfs de kinderen, getooid in hun schooluniformen, staan in de bak. Een oud vrouwtje is erbij gaan zitten. Aan de linkerkant ligt de Lobombo bergketen. Deze bergketen vormt de grens tussen de provincie KwaZulu Natal in ZA en Swaziland en tussen Swaziland en Mozambique. De natuur is mooi maar staat in schril contrast met de behuizing van de gemiddelde bewoner. Het zijn enkel vier muren van op elkaar gestapelde lemen stenen met daarboven een rieten dak. De
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
34
yucca of de aloë vera vormt de natuurlijke scheidingslijn van het erf met de buren. Ook al is hun behuizing niet veel soeps, ze wonen wel in een prachtige natuur. Magere ezeltjes speuren in de bermen naar iets eetbaars. Het is 12.00 uur, we slaan linksaf. Het is een mooi rietgedekte accommodatie. Onze bestemming is het restaurant. Je kunt hier ook logeren. Paul zou graag hebben dat we het buffet nemen. Ik heb daar absoluut geen trek in. Gelukkig ben ik niet de enige. Gerard neemt het woord en krijgt bijna van iedereen bijval. Paul is lichtelijk geïrriteerd en laat dat duidelijk blijken. Past niet voor een reisleider. Het wordt hoogtijd dat hij in de Dikke van Dale de betekenis van het woord communiceren eens opzoekt. Hij denkt voor ons maar communiceert hierover niet. Eén keer warm op een dag is voldoende. Een tosti is ook warm, maar toch anders. Het is een gezellig etablissement. De zijkanten zijn open en rondom is water waarin grote karpers zwemmen. Vanuit ons tafeltje, dat we delen met Jolanda en Gerard, kijken we zo de weidse natuur in. We gaan voor de sandwich kaas, ham en tomaat en twee cola. Het is een vlotte bediening en binnen de kortste keren heb ik de sandwich achter mijn kiezen. Ik hou niet van al dat geneuzel, allemaal verloren tijd. Het liefst zou ik ’s morgens in de supermarkt een lekker broodje met wat fris en een stuk fruit kopen. Dat kan in dit land héél goed. Voor fruit zouden we ook kunnen stoppen bij een stalletje langs de weg, steunen we meteen de lokale bevolking. Tegen lunchtijd een mooi plekje opzoeken en je knapzakje oppeuzelen. Dat is het fijne van reizen, veel zien en genieten. Tijd nemen om te eten doen we straks thuis wel. Maar ja, ik ben geen reisleider en Paul ziet het heel anders. Johan heeft nog trek in een biertje. Alles bij elkaar kost het R 80. Het is 13.20 uur, we stappen eindelijk op. De zon doet goed haar best want de temperatuur is al aardig opgelopen. Als ik het landschap van Swaziland moet samenvatten is het overgrote deel van het land bergachtig en bedekt met groene gewassen, die ogen als een groene deken. Kortom, een streling voor het oog. Om 13.48 uur zijn we bij de grenspost Lavumisa. Hier verlaten we Swaziland en bij de grenspost van Golela lopen we Zuid Afrika weer binnen. We zitten nu in de provincie KwaZulu Natal. Kwa is de thuis van de Zulu’s. De formaliteiten verlopen vlot en soepeltjes. Om 14.06 uur zitten we weer met z’n allen in de bus. We starten meteen met een gamedrive. Aan de linkerkant ligt namelijk het Pongola Nature Reserve. We zien impala’s. Daarna steken we de gelijknamige rivier Pongola over. Dit landschap heeft weer een hele andere begroeiing. Hier bepalen de paraplubomen het aangezicht. Deze elegante paraplu’s zijn zelfsnoeiende bomen. Gevolg is dat onder de bomen altijd doornen takjes liggen. Het is werkelijk een bijzonder landschap. Wilfred heeft er goed de vaart in zitten. De bus gaat te snel om snapshots te schieten. De grote groepen licht grijze agaven ogen ook schitterend in het landschap. De vezels van de vlezige bladeren werden vroeger gebruikt voor het maken van sisaltouw. Kunststof heeft het natuurproduct achterhaald. Om 14.50 uur stoppen we in Mkuze bij een benzinestation om te pinnen. Ik hoef niet te pinnen. Zodra ik uitgestapt ben, ga ik op zoek naar een parapluboom. Ik zie een paar mooie exemplaren staan en loop erheen. Shit, daar hangen storende elektriciteitsdraden voor. Dan valt mijn oog op een aantal schitterende ronde oranje bloemen. Qua vorm gelijkend op onze kogeldistel, maar dan laag bij de grond. Diezelfde bloemen heb ik onderweg van Pilgrim’s Rest naar Graskop in de bermen zien groeien. Ik roep Johan om naar deze bijzondere plant te komen kijken. Mieke ziet mij gehurkt zitten en komt onze richting op. Ik heb gezocht in de boeken van Paul en op het internet. Ik kan de naam van deze plant niet vinden. Als we uitgekeken zijn, lopen we naar een palmboom waar zeker honderden nestjes van de wevervogel hangen. Het is wel heel frappant dat de vogeltjes altijd dezelfde soort boom uitzoeken. Met die blauwe hemel op de achtergrond en de bewegende gele wevervogeltjes moeten het wel mooie foto’s worden. Tijdens de stops bij benzinestations speur ik altijd naar mooie stukjes natuur. Nu is het nog wachten totdat alle peuken gedoofd zijn en de bekertjes koffie leeg zijn. De koffie blijkt zo heet te zijn dat ie nog niet gedronken kan worden. Gelukkig hoeven we daar niet op te wachten want de bekertjes gaan mee de bus in. Om 15.15 uur zitten we in de bus richting onze eindbestemming Banghoek Lodge. We verlaten de teerweg en steken een roestig spoorlijntje over. De bus hobbelt over het zandpad van bruine aarde. Na een kwartiertje
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
35
rijden, zijn we bij de Banghoek Lodge. Het complex ligt in een tuin met bloeiende bomen en struiken. Als welkomstdrankje staat een cream cherry oftewel een dark brown cherry op ons te wachten. Lekker sterk en zoet, daar houd ik wel van. Volgens Joop is het goedje veel te zoet. Lijkt wel een beetje op de brandewijn van Madagaskar. In de lobby hangen grote wandkleden met de beeltenissen van olifanten, neushoorn, luipaarden etc. Het materiaal van de wandkleden lijkt op smyrna. Vroeger maakte ik kussenovertrekken en lopertjes van smyrna. We krijgen de sleutel van kamer 12. De huisjes zijn twee onder één kappers. We delen de kap met Marion en Joep. De eerste blik naar binnen zegt, laat de bagage maar buiten staan. Het is superklein en sober. Hoe en waar ga ik de bagage wegzetten zonder onze nek te breken. De bedden voelen goed aan en zijn proper. Dat is het belangrijkste. We gaan op het bankje voor het huisje zitten. Nu is het nog heerlijk warm. In de verte wordt het behoorlijk donker. Dat voorspelt niet veel goeds. Daar komen de kofferjongens met de bagage. Nu moet ik de boel even goed organiseren. We moeten ruimte houden om ons te verplaatsen en ik moet snel de kleren kunnen pakken. De koffer leg ik op het nachtkastje en daar bovenop zet ik de tas. Zo blijft de stoel voor de kleren vrij. De haakjes in de badkamer gebruik ik om de overige spullen op te hangen. Het moment van het brengen van de bagage is ook altijd het moment van de accu’s laden. Ik heb maar één acculader dus moet ik meerdere keren aanleggen. Waar is een stopcontact, tussen de twee bedden. Dat is niet praktisch maar ik heb geen andere oplossing. Het klusje is geklaard. Ik nestel me weer op het harde houten bankje. De eerste donderslagen komen tegelijk met de eerste druppels. Het begint hard te waaien. We besluiten om naar binnen te gaan want het koelt snel af. Zitten kan alleen op het bed. We hebben wel trek in iets warms en hartigs. Het waterkokertje staat op een plankje bij de kast maar daar is nergens een stopcontact te vinden. De acculader moet eruit want het waterkokertje past niet in de driewegstekker. Ik vul het waterkokertje en ga daarmee op bed zitten totdat het water begint te borrelen. Dan loop ik met heel mijn hebben en houwen naar het plankje. Daar kan ik één voor één een kop, cup a soup maken. Het is wel behelpen maar het is beter dan niets. We zitten gezellig op bed met een warme kop tomatensoep terwijl het buiten waait en de druppels op het zinken dakje van ons onderkomen kletteren. Dit heeft toch ook zijn charmes. Na de soep schrijf ik in alle rust mijn reisverslag en Johan doet een dutje. Regelmatig valt het licht uit. Ik ga alvast op zoek naar de zaklantaarn en een paraplu. Mocht het straks echt niet meer licht worden dan heb ik het zaklicht bij de hand. Op weer een ander plankje staat een kaarsje en daarnaast ligt een doosje vuurhoutjies (lucifers). De druppels hebben de frequentie verhoogd tot een ware hoosbui. Gelukkig zitten we droog. Achteraf horen we dat een aantal reisgenoten lekkages hebben gehad en zelfs geen warm water hadden. We eten pas om 19.30 uur dus hebben we alle tijd voor onszelf. In ons kamertje is het nu meer donker dan licht. We besluiten het kaarsje aan te steken. Toch romantisch!! Om 19.30 uur is het overal pikkedonker. Met behulp van de paraplu en de zaklamp bereiken we, redelijk droog, het restaurant. De brandende kaarsjes zorgen in het restaurant voor de “sfeerverlichting”. In de keuken wordt met kaarslicht gewerkt. Lijkt me niet handig. Als voorgerecht krijgen we een quiche, een hartig spektaartje, geserveerd. Smaakt bijzonder lekker. Gelukkig, het licht gaat weer aan. Kunnen we tenminste zien wat op ons bord ligt. Het hoofdmenu en dessert is in buffetvorm. Op aanraden van Jolanda probeer ik eerst de pompoenkoekjes. Met wat fantasie kun je de smaak vergelijken met poffertjes. Voor het hoofdgerecht neem ik de maïsmousaka met groenten. Ik neem heel veel paprika en een beetje van het prut. Een allegaartje van groenten die ik niet thuis kan brengen. Ik heb geen trek in vlees. Het nagerecht wordt cake met een vanillesaus. Ik heb gegeten, maar het was niet lekker. We hebben lang genoeg gezeten en hebben onze reisgenoten de gehele dag al om ons heen gehad. Tijd om op te stappen. Terwijl Johan een blikje bier besteld om mee te nemen, ga ik op zoek naar de paraplu. Het is nu droog maar we zullen de plu zeker nog een keertje nodig hebben. We lopen over de stapstenen naar ons kleine onderkomen en genieten in ons huisje van de rust. Ik vind het heel fijn om overdag met onze reisgenoten op te trekken maar ’s avonds vind ik het heerlijk om met z’n tweeën na te genieten van de belevenissen van de dag. Omdat we ’s
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
36
avonds altijd gezamenlijk eten mis ik dit moment tijdens deze reis. Bij onze andere groepsreizen trok iedereen ’s avonds zijn eigen plan. Dat wil niet zeggen dat je altijd met z’n tweetjes ging eten. Gewoon meer vrijheid en dat is toch heel fijn. Het is tijd om te gaan slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
37
Dag 9 donderdag 28 oktober Hluhluwe – Hluhluwe-Umfolozi Park – Het meer van St. Lucia Om 5.00 uur worden we door de apen gewekt. Ze springen op het zinken dak. Ik hoor ook druppels en dat vind ik minder leuk. Het is nog veel te vroeg om op te staan. Drie kwartier later sta ik toch naast mijn bed. Ik ga alvast maar douchen en tandenpoetsen zodat Johan de ruimte in het badkamertje voor zichzelf heeft. Ik ruim de losliggende kleren op zodat de kamer er opgeruimd uitziet. We zijn veel te vroeg klaar en buiten gaan zitten is ook geen optie. Het bankje is zeiknat. Tegen 7.00 uur gaan we ontbijten. Wonder boven wonder is het droog. De vriendelijke dames hebben hun best gedaan, het buffet ziet er goed uit. Wilfred pakt mijn arm en ik moet even meekomen. Bij de ingang van het restaurant zit een hele grote mot op de grond. Het is een mooie mot, niet zoals die lelijke bij ons. Zie je nu, Wilfred kent zijn mensen beter dan Paul. Ik heb wel met Wilfred gesproken maar niet over mijn interesses. Wilfred is echt een warm iemand. Na de foto ga ik op zoek naar koffie. Daarna een lekker sapje en yoghurt met vruchten. Ik heb nog trek en neem een toast met ei. Na zo’n stevig ontbijt kan ik de dag weer aan. Om 7.53 uur heet Paul ons welkom in het glazen kastje. Het dagelijkse ritueel. Ik ben benieuwd welke kennis Paul ons vandaag weer zal bijbrengen. Het is wel héél bijzonder dat hij zoveel over zijn Zuid Afrika kan vertellen. Hij is in de bus continue aan het woord en dat was in het begin wel even wennen. Als ik zijn verhaal interessant vind, luister ik en maak ik aantekeningen. Zo niet, dan geniet ik van het landschap. KwaZulu Natal is toch weer een heel ander Zuid Afrika dan we tot op heden gezien hebben. De groene paraplubomen typeren het groene heuvelachtige landschap. Het heeft hier de laatste weken veel geregend en de natuur is grasgroen. Dat is ook letterlijk want ik zie veel weilanden. De armoedige en rijkere huizen wisselen elkaar voortdurend af. Ze hebben alle kleurtjes van de regenboog, hard blauw, geel, mintgroen, roze etc. Dat oogt wel vrolijk. Pickups, waar in de laadbakken, banken zijn geplaatst, doen dienst als taxi. Vrouwen overbruggen de afstanden te voet en lopen langs de kant van de weg. Om 8.30 uur arriveren we bij de ingang van het Hluhluwe-Umfolozi Park. Drie witte Toyota jeeps staan gereed. Het regent een beetje, dat is wel jammer. Wij delen de jeep met dezelfde maatjes als in het Krugerpark, namelijk Tiny en Josphine, Marijke en Hans, Marion en Joep. Deze keer sluit ook René bij ons aan. De ranger heeft poncho’s bij zich. Die trek ik voor alle zekerheid maar aan. We zitten voorin. Johan in het midden, ik links en Hans rechts. Voor Johan is die plaats niet praktisch om te filmen. Vanaf het dak drupt het naar binnen. Het is maar goed dat ik een poncho aan heb. Als eerste zien we een joekel van een olifant op ons afkomen. Deze is zeker 50 tot 60 jaar oud. Eerst lijkt alles rustig maar dan zet de ranger de jeep in zijn achteruit. Dat gaat even goed, maar daarna razen we de bosjes in en kunnen we geen kant meer uit. Gelukkig kiest de olifant een ander pad. Dat was even paniek. Johan heeft niet kunnen filmen. Ik ruil met hem van plaats. Het is droog. De natte poncho leg ik op de stoel naast de ranger waar ook Johan zijn filmtas staat. Evenals in het Krugerpark, som ik het wild op dat we aantreffen met het tijdstip van de waarneming. Uit de opsomming blijkt dat we in dit park minder frequent wild aantreffen. Grotendeels is dit te wijten aan de dichte groene beplanting. Het kale Krugerpark, waar nog geen regen gevallen is, is qua natuurschoon niet te vergelijken met dit prachtige groene heuvelachtige park. Als je op zoek bent naar wild, is dat in een kaal park veel gemakkelijker te traceren. Zelfs in de verte met de verrekijker. 8.45 uur olifant 9.06 uur giraffe 9.11 uur wrattenzwijn 9.21 uur drie nyala’s vrouwtjes 9.47 uur de onbekende laag bloeiende oranje bollen, de vorm van een kogeldistel 9.56 uur zebra
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
38
10.03 uur Hans ziet iets aan de rechterkant. De chauffeur rijdt achteruit. We staan oog in oog met een neushoorn. Héééél dichtbij. Het grijze van de neushoorn camoufleert uitstekend met het grijze struikgewas. Hij, het is duidelijk een mannetje, komt onze kant op. Dit is wel héél gaaf. Hij steekt voor de jeep de weg over en graast aan de overkant verder. Dit is wel een super moment. 10.08 uur De neushoorn verdwijnt in het struikgewas en is onzichtbaar. Het beest is heel dichtbij en toch zie je het niet. Dit park is veel dichter bebost. Het waren maar vijf minuten, maar wel vijf superminuten. 10.16 uur Een break. We stoppen bij een rivier waar we even de benen mogen strekken. De rokers steken meteen een peuk op. Qua natuur is het een veel mooier park dan het Krugerpark. 10.37 uur giraffe 10.41 uur mestkevers 10.50 uur tot 11.16 uur diverse giraffen 11.11 uur olifant en neushoorn 11.21 uur kudde impala’s Om 11.30 uur is de safari ten einde. Dit park is echt de moeite waard. De dieren zijn niet gemakkelijk te traceren vanwege de dichte begroeiing. De natuur is geweldig mooi. We zitten in de bus en rijden richting St. Lucia. We passeren vele ananasplantages. De diverse soorten ananassen worden gebruikt als vers fruit, blikananas of sap. Op een veld worden de jonge ananasplantjes de grond ingestoken. De arbeiders worden per plantje uitbetaald. Ook hier zijn weer uitgestrekte suikerriet- en houtplantages (eucalyptus). Waar we ook rijden en op elk willekeurig tijdstip, altijd lopen kinderen in hun schooluniform langs de straatkanten. Deze kinderen zijn in het donkerblauw met lichterblauw en een witte blouse. Ik heb slaap en ik moet moeite doen om mijn ogen open te houden. Blijkbaar lukt het me niet want ik krijg regelmatig een por van Johan. Ik heb met hem afgesproken dat hij me wakker maakt als ik in slaap val. Ik ben toch niet op reis om te slapen. Als ik mijn ogen open zie ik nog net een vrachtwagen vol met mensen. Helaas, ik ben te laat voor een foto. Eigen schuld, dan moet ik maar opletten. We rijden door het inheemse zandwoud dat aan beide kanten van de weg is gelegen. Een andere naam voor dit woud is een doekedoeki woud??? In dit woud wonen nog ongeveer 20.000 mensen. Zij hebben helemaal geen voorzieningen. De staat heeft huizen voor deze mensen gebouwd maar slechts een gedeelte van de bosbewoners heeft een huis geaccepteerd. Deze 20.000 mensen blijven in het bos wonen en kappen de bomen om te stoken. Op deze manier maken ze het hele woud kapot. Aan de linkerkant staan de huisjes voor de bosbewoners. Rechts verkopen ze de wortelstronken van de bomen. De wortels worden schoongemaakt en voorzien van een laagje vernis of een kleurtje. Zo’n omgekeerde en schoongemaakte wortelstok, al dan niet voorzien van een kleurtje, is een waar kunstobject. Volgens Paul worden de omgekeerde wortelstokken als kerstboom verkocht. Deze handel is natuurlijk funest voor het behoud van het inheemse zandwoud. Het is 12.45 uur, we naderen St. Lucia. We steken het brede bruine water van het 80 kilometerlange St. Lucia meer over. We spotten daarmee ook de eerste nijlpaarden. We zijn aangekomen bij het lunchadres, The Ocean Sizzler Restaurant. Voor ons geen seafood maar een cheese hamburger met frites en een sandwich cheese bacon met frites en een cola en fanta. Kosten R 98 + 10% tax. We moeten om 13.40 uur in de bus zitten want om 14.00 uur gaan we over het Lucia meer varen. Wij zijn supersnel klaar met eten. Als ik naar buiten kijk word ik minder vrolijk. Het regent weer. Niet hard maar je wordt er wel nat van. Ik graai in mijn rugzak en haal de poncho’s alvast naar boven. Vanaf het lunchadres naar de boot is maar even rijden. De poncho’s moeten aan want anders zijn we al zeiknat voordat we gaan varen. Wij hebben van die wegwerpdingen en die waaien alle kanten uit. Joop en Agnes hebben van die poncho’s die je uit een zak trekt (zak blijft
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
39
aan de poncho zitten). Daarna kun je de poncho weer heel gemakkelijk terug in de zak stoppen. Zodra we thuis zijn, zullen we eens op zoek gaan naar dergelijke poncho’s. Voor het wandelen en fietsen zijn ze ook heel handig. De boot beschikt over twee etages. Iedereen blijft beneden zitten om de regen en de kou te mijden. We zijn nog maar amper aan het varen en een stralende blauwe hemel met een warm zonnetje kondigt zich aan. De poncho’s gaan uit. Ik stop ze tussen de houten bank en de zijkant van de boot. Johan gaat meteen naar boven voor het mooie uitzicht. Ik zie vanaf beneden genoeg. Tijdens de tocht zien we veel nijlpaarden, een aantal visarenden en een enkele krokodil. De boot keert voor de terugtocht. In de verte hangen hele donkere wolken en die komen heel snel onze kant op. Ik graai nog net op tijd naar mijn poncho en gooi die over mijn hoofd. Iedereen zoekt een plekje in het midden van de boot. Ik ga op mijn knieën zitten om zo weinig mogelijk wind en regen te vangen. Johan zijn poncho is zoek. Hij heeft enkel zijn fleecevest aan. Binnen no-time zitten we midden in een hoosbui. Marijke kruipt bij mij onder de poncho. Op het einde van onze tocht steek ik mijn kop boven de poncho uit. Ik zie dat Hans onder Johan zijn poncho verscholen zit. Johan is zeiknat. Eigen schuld. Hij had ook onder de poncho bij Hans kunnen kruipen. Marijke en ik zijn helemaal niet nat geworden. Om 16.00 uur zitten we in de bus. De een nog natter dan de ander. Wilfred stookt de kachel goed zodat niemand kou zal vatten. Na 1½ uur rijden zijn we bij de lodge. Johan neemt meteen een warme douche. Zelfs zijn onderbroek is zeiknat. Hoe krijg ik die kleren nu droog. Ik kan ze niet meer laten wassen want morgen vertrekken we en in de lodge is geen verwarming. Het blijft toch een kwestie van goed organiseren in deze beperkte ruimte. Ik was de natte kleren in een warm sopje en wring zoveel mogelijk het vocht eruit. Daarna hang ik het natte spul op een klerenhanger voor het raam te drogen. Om 19.30 uur gaan we eten. Het voorgerecht, een pompoensoepje, wordt geserveerd. Bij het buffet staat lekkere rauwkost, gebakken aardappelpartjes en lekkere smoorgroenten. Er is vis en kip. Daar heb ik niet zo’n trek in. Johan vindt de kip lekker. Paul gaat met de pet rond om morgen inkopen te doen voor ons goede doel. Tegen 10.00 uur betaal ik de rekening, R 900 (incl. tip) voor het diner en de drankjes. De kleren die we aangehad hebben, vouw ik op en stop ze terug in de plastic tas. Dat doe ik ook met de schoenen. In al die jaren dat we reizen word je elke keer wat wijzer. Twintig dagen uit een koffer of tas leven is niet eenvoudig. Het wordt al snel een chaos. Wij nemen nooit de beste kleren mee, uiteraard voor ’s avonds wel iets netjes. Ik stop de kleding in aparte plastic tassen. Op elke plastic tas plak ik een sticker met wat erin zit. Op die manier heb ik alles snel gevonden en de koffer is ook zo weer ingeruimd. De kleding kreukt niet en blijft schoon. Als ik alles opgeborgen heb, behalve de natte kleding, gaan we slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
40
Dag 10 vrijdag 29 oktober Hluhluwe – Drakensbergen (Himeville) Om 4.00 uur ben ik klaar wakker. Ik ben toch weer ingedommeld want om 5.00 uur gaat ineens het licht aan en daar word ik wakker van. Shit, dat wil zeggen dat accu nummer drie niet opgeladen is. Zal ik het met twee moeten doen. Ik blijf nog liggen want het is véél te vroeg om op te staan. Ik heb onrustig geslapen. Johan heeft me regelmatig wakker gemaakt omdat ik zo snurkte. Om 6.00 uur wordt op de deur geklopt, de wake-up call. Ik sta meteen naast mijn bed en werk mijn ochtendrituelen af. Mijn haren heb ik gisteravond gewassen dus ben ik snel klaar. Binnen is het veel te benauwd. Ik zet de deur open. Ik zou op het bankje gaan zitten maar dat is foetsie. Zo te zien wordt het vandaag een mooie dag. Johan is klaar en trekt er met zijn videocamera op uit. De natte kleding is nog niet helemaal droog. Ik vouw de kleren netjes op en stop ze in een ruime plastic tas. Het fleecevest is nog een beetje vochtig. Dat gaat straks mee in de bus zodat het gedurende de busrit kan drogen. Ik zet de bagage buiten en maak nog een paar foto’s van het huisje. Johan is nog niet terug. Ik loop alvast richting het restaurant. Johan komt van de andere kant aanlopen. We nemen plaats aan de ongezellige lange tafel die speciaal voor ons is gedekt. Naar mijn mening zijn wij de enige gasten. Ik heb de afgelopen dagen geen “vreemden” gezien. Eerst geniet ik van een super bakje koffie. Daarna loop ik langs het buffet en neem een sapje, yoghurt met vruchten en toast met een ei en bacon. Het ei is een gesmoord rondje met een zachte dooier. Het lijkt wel een gestoomd eitje. Na het ontbijt doe ik een rondje door de tuin. Uiteraard met mijn fototoestel paraat. De zon schijnt al volop. De foto´s komen dan veel mooier uit. Tegen achten zit iedereen in de bus. Het fleecevest hang ik voor me over de stoel. Paul vraagt onze aandacht. “Ding Dong, welkom in het rammelkastje en in het glazenkastje. Vandaag rijden we via de N2 naar Durban. Op de N2 passeren we oa de belangrijke plaatsen Richard’s Bay, Empangeni, Stanger en Tongaat. In Richard’s Bay staan twee grote houtfabrieken die hoofdzakelijk eucalyptus hout verwerken. Tongaat en Stander staan bekend om de suikerfabrieken. Bij Ballito verlaten we de snelweg N2 en rijden we verder via de M4. Ballito is in korte tijd van een dorp uitgegroeid tot één van de voorsteden van Durban. Als we langs de kust rijden hebben we sjans (Paul gebruikt het woord sjans als hij kans bedoelt) dat we walvissen zien. Op de M4 passeren we de oever van de Umgeni rivier met het daarnaast gelegen bekende vogelpark, Umgeni River Bird Park, de rijke plaatsen Umhlanga en La Lucia met grote shoppingmalls en het Virginia airport. Net na het vliegveld ligt aan de rechterkant het voetbalstadion waar Nederland gespeeld heeft tijdens het WK. Als we in Durban aankomen mogen jullie shoppen op de Indische markt. Een aantal reisgenoten gaat met mij mee om goederen in te kopen voor de R 3.270 die de inzamelingsactie voor het schooltje heeft opgeleverd. Daarna rijden we snel terug naar de haven van Durban voor de lunch. Specialiteit van het huis is uiteraard seafood. Na de lunch rijden we via Pietermaritzburg naar de Howick watervallen. We zitten dan al in de uitlopers van de Drakensbergen en via Boston rijden we naar het schooltje in Bulwer. Daarna is het nog 40 kilometer rijden naar het hotel Himeville Arms in Himeville”. Tijdens de rit vertelt Paul uitgebreid over de stad Durban. Hij vindt het jammer dat de stad uit het programma gehaald is. Omdat hij van mening is dat we de stad gezien moeten hebben, richt hij de reis op zijn manier in. Vandaag krijgen we de rekening voor het water, de lunch in Swaziland en de facultatieve excursies. Paul zal ervoor zorgen dat we ergens kunnen pinnen. Terwijl Paul nog steeds de microfoon vast heeft, wend ik mijn blik naar buiten. De kilometerslange houtplantages met eucalyptusbomen afgewisseld door suikerrietplantages met wuivende rietpluimen, bepalen het landschap. De grond onder de eucalyptusbomen is verzuurd vanwege de bladval. De wuivende rietpluimen geven aan dat het riet oogstrijp is. Op de heuvelige suikerrietvelden lopen de arbeiders met een gifspuit op hun rug. De koeien grazen op de houtplantages tussen de eucalyptusbomen. De ananasplantages zijn duidelijk in de minderheid.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
41
Maar niet minder interessant. De arbeiders lopen over de akkers en stoppen de ananasloten in de grond. Een aantal loten nemen ze mee naar huis. Ze planten die op hun eigen landje. De oogst verkopen ze straks in de stalletjes langs de kant van de weg. Op deze manier hebben de locals toch wat extra inkomsten. Even verder houden de arbeiders een break. Ze zijn erbij gaan zitten. De fleurige kleding zorgt voor een kleurrijk plaatje. Paul heeft weer iets te vertellen. Als je op één dag 3 plakken ananas met slagroom eet, heb je de gehele dag geen trek meer. Dat komt omdat in je maag de ananas en de slagroom continue met elkaar botsen. We laten de plantages achter ons en rijden door het natuurlijke landschap. Hier bepalen de groene bomen, struiken en de typische bijenkorven (hutten) het landschap. De bijenkorven staan veelal samen met de vrolijke gekleurde huisjes. Niet alle huisjes ogen even vrolijk. De huisjes van grijze betonblokken of van bruine leem, geven een troosteloze blik. Bij de hutjes ligt de was op de bosjes te drogen. Dit blijven leuke plaatjes. Helaas rijdt de bus te hard voor een foto. Langs de weg lopen vrouwen met tonnen en emmers op hun hoofd. Ze gaan water halen. We rijden een steeds drukker gebied binnen. Vrachtwagens met grote opleggers volgeladen met hout en vrachtwagens met suikerriet rijden af en aan. Links in de verte is veel industrie. Er worden volop nieuwe wegen, viaducten en tankstations aangelegd. Aan de linkerkant ligt een zogenaamd smalspoor voor het goederentransport. De goederentreinen uit Mozambique rijden met lege wagons naar Durban. Bij de raffinaderijen worden de wagons gevuld en vervolgens rijden de treinen weer terug naar Mozambique. We steken een grote rivier over. Even later stoppen we voor het tolhek. Wilfred betaalt vandaag voor de eerste keer tolgeld. De lokale bevolking probeert langs de weg nog wat bij te verdienen door de verkoop van bananen. Ik zie een vreemd landschap van rode zandduinen. Wat blijkt nu. Het rode zand is uit het meer gegraven. Uit dit zand zijn titanium en andere mineralen gehaald. Vervolgens zijn rondom het meer, zandduinen gecreëerd van dit rode zand. Tegen deze zandduinen is suikerriet aangeplant. Het is 9.57 uur, ik zie voor het eerst de Indische Oceaan in Zuid Afrika. De Indische Oceaan hebben we in Azië al héél vaak gezien. Kort achter elkaar steken we twee brede bruine rivieren over. Paul deelt de rekening uit. Water R 78, Lunch Swaziland R 230, Hluhluwe R 840, Sani Pass R 1.000, Robbeneiland R 400, Totaal R 2.548. Om 10.30 uur stoppen we voor tolhek Mvoto South, dit is nummer twee voor vandaag. Even daarna stopt Wilfred om te tanken bij Shell Mvoti South. Wij kunnen pinnen, plassen en de benen strekken. Ik loop met Paul mee naar de ATM van de First National Bank (FNB) om te pinnen. Daarna stap ik de supermarkt binnen voor een magnum R 14,95 en een cornetto aardbeien R 15,95. Om 11.00 uur rijden we verder. Niet veel later verlaten we de N2 en gaan bij Ballito de M4 op, richting Durban. We staan in de file. Aan de linkerkant staat een exclusief estate met golfbaan. Het gehele complex is omheind. De appartementen kosten € 200.000 tot € 600.000. We rijden nu parallel aan de Indische Oceaan. In de verte varen de grote vrachtschepen. Overal waar je kijkt staan super de luxe appartementen. Om 11.15 uur stoppen we bij de Indische Oceaan. Agnes en Lyda lopen het water in. Ze worden verrast door een hoge golf. Lyda is zeiknat. Wilfred opent de bagageklep. De koffer wordt opengetrokken zodat Lyda droge kleren kan aantrekken. Agnes heeft het er beter van afgebracht. Zij is amper nat geworden. Ik raap kleine schelpjes. Dat blijft altijd een leuke bezigheid. We moeten verder. Paul vertelt ons over de verschillende haaiensoorten die hier in de Indische Oceaan rondbadderen. We passeren de oever van de Umgeni rivier en het gelijknamige vogelpark Umgeni River Bird Park. Links zijn grote torens met shoppingmalls uit de grond gestampt. Op zaterdag en zondag is shoppen een geliefde bezigheid voor de bewoners van het rijke La Lucia. Hier bevindt zich het vliegveld Virginia airport. Een stuk verder aan de rechterkant staat het grootse witte voetbalstadion Moses Mabhida Stadium van het WK 2010. We zijn inmiddels aangekomen op de
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
42
boulevard van Durban. Links is het staatsziekenhuis. De gezondheidszorg is daar slecht. Rechtsachter de superluxe appartementen hebben de Nigerianen het voor het zeggen. Zijn runnen daar het prostitutiegebeuren. Vóór ons ligt de containerhaven en de Durban Car Terminal. Op een gebouw aan de linkerkant staat de tekst, Doeane en Aksyns. Ik ben weer te laat voor een foto. Als je het ziet moet je al kunnen klikken. Het is ongeveer 12.30 uur, we zijn aangekomen bij de Indische markt. In de jaren zestig zijn de Indiërs vanuit Indië naar KwaZulu Natal gekomen om als contractarbeiders op de suikerrietplantages te werken. Momenteel telt Durban de grootste Indische gemeenschap. De Indische markt zijn in feite twee overdekte hallen. De ingang van beide hallen liggen aan dezelfde straat schuin tegenover elkaar. We lopen als eerste de St. Victoria Street Market in. Uiteraard is dit de plaats voor de lokale bevolking waar ze hun dagelijkse boodschappen kunnen doen. Voor de toeristen zijn er de gebruikelijke souvenirs. De winkels met de gekleurde kruiden in allerlei soorten teiltjes zijn wel aardig. We hebben het snel gezien. Nu naar de overkant, de vis- en vleeshal St. Victoria Market. Het stinken valt reuze mee. We lopen door de gangen. Bijzonder zijn de grote vissenkoppen, de zwart behaarde schapenkoppen en de gevilde schapenkoppen. We lopen twee keer de gangen door en dan hebben we het wel gezien. Om 13.10 uur zou Paul terug zijn van het shoppen. We zien geen Paul en geen reisgenoten. Deze straat is veilig, dus wat dat betreft hebben we niets te vrezen. Na verloop van tijd hangt iedereen wat te hangen. We kijken mensen en proberen mooie plaatjes te schieten. Dat laatste valt niet mee. Iedereen is continue in beweging. Ik ben het wachten zo zat en ga shoppen. Als ik uit verveling ga shoppen is het echt ver gekomen. Vooraan in de overdekte hal is een kraam met kettingen en armbanden. Ik vind de halskettingen en armbanden, die gemaakt zijn van kleine kraaltjes, wel leuk. Ik koop een leuk setje. De kralenverkoopsters poseren voor de foto, altijd leuk voor thuis. Mieke koopt ook een setje. Josephine en Marion zijn op zoek naar een tafelkleed. We showen onze aankoop aan de andere reisgenoten. Marijke is zo enthousiast dat ze ook op zoek gaat naar een leuke ketting en armband. Ze vindt een mooi setje. Zo zie je maar dat het wachten van ons wel iets oplevert voor de lokale bevolking. Om 14.20 uur, meer dan een uur te laat, komt Paul met zijn delegatie aanlopen. Een jongen van de winkel heeft een steekwagen bij zich die helemaal vol gestapeld is met zakken. De reisgenoten die met Paul meegegaan zijn, hebben hun handen ook allemaal vol. Het lijkt erop of ze de hele winkel leeg gekocht hebben. Paul somt in een snel tempo de aankopen op. Ik heb niet alles kunnen opschrijven. Paul kende de vorige eigenaar. Die gaf korting zonder te vragen. Bij deze nieuwe eigenaar moest Paul nog korting bedingen. In totaal hebben ze met z’n allen 50 minuten gewinkeld met het volgende resultaat: 20 kg maïs, 20 kg rijst, 20 kg spikkelbonen, 20 kg suiker, 15 liter tomatenketchup, 10 pakken soep, 34 blikken tonijn, sojagehakt (houdbaar), 48 blikken witte bonen in tomatensaus, 25 liter ranja, 3 kg jam, 30 rollen wc papier, sunlight zeep, 100 dozen theezakjes, maïsmeel, uien, specerijen, slaolie, 3 kolen (groenten), aardappelen, pleisters, hoestsiroop, poeder voor insectenbeten, dettol, 10 tubes tandpasta, biscuit, waspoeder, afwasmiddel, watten, 80 tandenborstels, schriften, waskrijt, prit plakstift, plakband. Tegen 14.30 uur zit er weer beweging in de bus. Paul vertelt dat ze voor een gesloten deur stonden. Ze moesten wachten totdat de winkel openging. De winkel is gewisseld van eigenaar en daardoor zijn de openingstijden gewijzigd. Uiteraard rijden we niet meer terug naar de oceaan om te lunchen. Om de honger wat te stillen delen Lyda en Jan zakken chips uit. We rijden op de N3 richting Pietermaritzburg. We rijden door een prachtig groen glooiend landschap. In het dal weerkaatst de begroeiing in de waterpartijen. We staan stil voor het tolhek. Wilfred betaalt om over de weg te mogen rijden. Links in de verte ligt de plaats Marianhill, mij zegt deze plaats niets. Eenmaal thuis heb ik wat zoekwerk gedaan en ben ik weer wat wijzer geworden. Bron: http://www.dederdekerk.nl/index.php/home Mariannhill Franz Pfanner, een monnik, is de stichter van het klooster Mariannhill. Het klooster Mariannhill floreerde. Het werd in 1885 door Rome tot abdij verheven met Pfanner als eerste abt. Er waren
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
43
toen 130 monniken. In 1895 was abdij Mariannhill met 285 monniken de grootste trappistengemeenschap ter wereld. In 1909 neemt het Vaticaan een beslissing. Het besluit de abdij Mariannhill af te scheiden van de orde van de trappisten en er een missiecongregatie van te maken: de Congregatie van de Missionarissen van Mariannhill. Als dat op 28 juli 1909 officieel wordt, is Franz Pfanner al dood. Het schitterende landschap waar we nu doorheen rijden heet de vallei van de duizend heuvels. De heuvels ogen als een golvend groen fluwelen gordijn. Adembenemend mooi!! Om 15.10 uur stoppen we in Ridge Oasis bij een benzinestation om onze magen te vullen. Bij de benzinestations is meestal een kleine supermarkt en een Wimpy of een andere eetgelegenheid. Ik bestel bij Steers/Debonairs, twee beefburgers en een passievruchtensapje. Het doorgeven van de bestelling gaat supervlot. Het afleveren lijkt wel uren te duren. We hebben al zoveel tijd verloren en we moeten nog zoveel doen. Dit overkomt me geen tweede keer. In het vervolg stap ik gewoon een supermarkt binnen en zoek daar wel iets eetbaars. De ene Wimpy cq eetgelegenheid is supersnel, de andere neemt alle tijd. Paul heeft dit ook niet van te voren kunnen inschatten. Achteraf krijgen we van hem wel commentaar dat de verlate lunch veel te lang geduurd heeft. Hij blijkt namelijk veel sneller gegeten te hebben dan wij. Ik vind die kritiek niet gepast. Dan had hij het zekere voor het onzekere moeten nemen en ons naar de supermarkt moeten sturen. Ik vind alles goed, maar verwacht wel helderheid. Ik ga me steeds meer ergeren aan deze man. Ik neem me voor dat ik dit vanavond met hem ga bespreken. Ik heb nóg een aantal punten die ik met hem wil opnemen. Ik mis op deze reis de spontane stops in de natuur of bij iets lokaals, bijvoorbeeld een markt. De plasstops bij de benzinestations duren veel te lang. De rokers gebruiken deze pauze voor de peuk en de koffie. De lunchpauzes duren ook veel te lang. Vertrektijden worden vaak overschreden omdat de peuken nog niet gedoofd zijn of dat de reisleider zonodig zelf nog een peuk moet opsteken. Slecht voorbeeld doet slecht volgen. Onze chauffeur houdt ook van een sigaretje. Wilfred zit echter altijd keurig op tijd achter het stuur. Hij weet hoe het hoort. Als we op tijd zouden vertrekken en de verplichte stops wat korter zouden maken, is er voldoende tijd over voor spontane stops. Dergelijke stops maken een lange bus reis zoveel aangenamer. Ik heb deze ervaring van onze andere rondreizen. Om 15.30 uur zitten we weer in de bus en rijden we over de drukke N3. Dit is de grote weg van Johannesburg naar Durban. Op de weg is veel vrachtverkeer. Door de vrachtwagens regelmatig te laten stoppen wordt de snelheid van het vrachtverkeer sterk verminderd. Het zonnetje schijnt door de ramen en ik krijg ontzettende slaap. Regelmatig ben ik in dromenland. We verlaten de N3 en rijden de R617 op. Gelukkig ben ik weer klaar wakker. Deze omgeving is geen arm Zuid Afrika. Zowel links als rechts wonen blanke boeren. Ze zijn de eigenaren van de grote stallen en de enorme veestapels. De roodbonte en zwartbonte koeien komen geen eten tekort. Het glooiende landschap is bedekt met uitgestrekte weilanden voorzien van waterpartijen. Het zijn kunstmatig aangelegde drinkplaatsen voor het vee. Zo nu en dan worden de weilanden afgewisseld door aangelegde houtplantages. De pijnbomen variëren van klein tot kaprijp. Het is wel spijtig dat overal plastic afval ligt. Dat ontsiert deze prachtige omgeving. We rijden nu parallel aan een bergrivier. Het heldere water stroomt langs de grote ronde keien. We komen aan in het dorpje Bulwer. In dit dorpje staat het schooltje van Princes, zoals Paul de juf noemt. Paul noemt haar zo vanwege al het goede werk dat zij voor de kinderen doet. Links zijn Mandela huisjes gebouwd. Om 17.15 uur stopt de bus voor het schoolgebouw. De bagageklep gaat open. Iedereen duikt één voor één de bagageruimte in en sjouwt een pak of een zak het schoolgebouwtje binnen. Voordat alle spullen in het schoolgebouwtje liggen is iedereen toch wel twee of drie op en neer geweest. We maken kennis met Princes. De 48 kinderen die zij onder haar hoede heeft, zijn al naar huis. Dat is wel een teleurstelling. We zijn ook véél te laat. Drie meisjes uit de buurt zijn wel van de partij. Eén van de meisjes zit op deze school. Na drie kwartier nemen we afscheid en rijden we naar onze eindbestemming Himeville Arms in Himeville. We zouden vandaag de Howick watervallen bezoeken (conform programma). Paul is continue aan het woord maar daar wordt geen
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
44
woord over gerept. Dit is het zoveelste punt dat ik met hem ga bespreken. Om 18.40 uur zijn we bij het hotel dat op 1.600 meter hoogte ligt. We krijgen kamer nummer 4. De onderkomens liggen verspreid in de tuin. Onze buren zijn Joep en Marion. Zij hebben een suite, een livingroom, twee slaapkamers en een supergrote badkamer. Onze kamer is vrij groot en de badkamer is redelijk. We hebben enkel een bad. In de kamer hangt een platte radiator tegen de muur. Als de koffers binnen zijn ga ik de accu’s laden. Ik vul ook maar meteen de entry-cards in voor Lesotho. Paul heeft deze formulieren in de bus uitgedeeld. Deze formulieren hebben we morgen nodig als we naar de Sani Pass gaan. Het hotel heeft een knusse pub. Zodra we klaar zijn gaan we daarheen. Blijkbaar heeft iedereen zo gedacht. Paul is er ook. Gerard staat bij hem. Hij doet zijn beklag over de reis van vandaag. Paul zijn gezicht staat op oorlog. Ondanks dat, is dit toch het moment om hem aan te spreken. Ik breng hem als eerste de positieve boodschap. Hij is immers een lopende encyclopedie. Daarna geef ik op een positief kritische wijze mijn mening over de organisatie van de reis. Hij voelt mijn opmerkingen als negatieve kritiek. Ik vind het jammer dat mijn boodschap niet goed aangekomen is. Daarna spoeden wij ons naar het restaurant. Er is nog een tafel van vier vrij. Jolanda en Gerard komen erbij zitten. We eten à la carte. We nemen een hoofdgerecht en een nagerecht. Johan een hamburger met salade en ik een biefstukje met sperzieboontjes. Het nagerecht wordt ijs met chocoladesaus. Onze goedlachse donkere tafelbediende serveert al zingend en swingend de smakelijke gerechten. Tussen de gerechten door, loop ik naar de tafel van Paul, om de rekening te betalen. Om 10.00 uur gaan we voldaan van tafel. Het eten smaakte voortreffelijk. We lopen zigzaggend door de tuin naar het huisje. In de kamer is het best fris. Johan “steekt” het kacheltje aan. Ik leg de kleren voor morgen klaar en daarna gaan we slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
45
Dag 11 zaterdag 30 oktober Sani Pass Om 6.30 uur gaat de wekker en om 7.10 uur staan we startklaar. Het ontbijtbuffet is in het restaurant waar we gisterenavond zo heerlijk gegeten hebben. Helemaal links in het hoekje staan de tapkannen voor koffie en thee. Ik tap een kop koffie voor ons beiden. Daarna zak ik heerlijk languit weg en geniet ik van de voortreffelijke hete koffie. Na één zo’n hete kop koffie kan ik de hele wereld weer aan. Meer koffie heb ik op een dag niet nodig. Daarna ga ik op zoek naar mijn ontbijtje. Ik vul een schaaltje met yoghurt en vruchten. Daar laat ik het vandaag bij. Mocht ik onderweg nog trek krijgen dan heb ik altijd nog de cruncy evergreens bij me. Tegen 8.30 uur lopen we naar de voorkant van het hotel Himevilles Arms. Daar zullen we opgehaald worden door een 4WD en een busje. Paul staat onder de luifel van het hotel. Hij en Wilfred zouden vandaag met ons meegaan. Nu blijkt dat alleen Wilfred meegaat. Paul moet ineens zonodig het geïnde geld afstorten. Hij is heel humeurig. Hij voelt zich wellicht op z’n pik getrapt omdat een vrouw hem gisteren kritiek gegeven heeft. Ik laat hem de ingevulde entry-cards controleren. Hij wijst met zijn vinger naar een lege rubriek. Shit, ben ik vergeten. Ik vul de ontbrekende gegevens in. Daarna stappen we in de gereedstaande 4WD. De organisatie waarmee wij deze excursie doen is, Major Adventures. Ik zit met Tiny op de achterbank. Johan en Jolanda zitten op de stoelen voor ons en Gerard zit naast de chauffeur. Ik kan vanwege het hobbelige traject geen aantekeningen maken. Ik moet het dus van mijn geheugen hebben. Het eerste dat ik al vergeten ben zijn de namen van onze chauffeur en de gids. In de Mercedes Sprinter zitten de andere reisgenoten. Onze chauffeur is een blanke Zuid Afrikaan. Ik schat hem half de zestig. De chauffeur van de Mercedes bus, is een donkere Zuid Afrikaan, hij zal rond de dertig zijn. Deze jongeman is tevens onze gids voor vandaag. Onderweg naar het begin van de beklimming geeft de chauffeur veel informatie. Helaas is het achterin niet verstaanbaar. We sjezen continue over steengruis en dat geeft een enorm lawaai. De wegwerkers hebben namelijk de asfaltlaag van de ene weghelft verwijderd. De stofwolk die we achterlaten maakt het compleet mistig voor het achterop komend verkeer. Wat ik wel opvang is dat de Zuid Afrikaanse regering van plan is om de Sani Pass te asfalteren. De regering denkt daarmee meer toeristen te trekken. Dit zou dan betekenen dat het gebied beneden aan de pas en boven aan de pas meer ontwikkeld zou kunnen worden. Als de regering dat gaat doen werkt het volgens mij averechts. Iedereen komt nu voor die spectaculaire rit naar boven. Als dat een asfaltweg wordt, is het spannende eraf. Een strak blauwe hemel met een heerlijk zonnetje. De dag kan nu al niet meer stuk. We zijn aangekomen bij het begin van de pas. De pas is een onverhard rotspad. Het is de enige verbindingsroute tussen KwaZulu Natal en Lesotho. In het begin is het rotspad redelijk. De jeep heeft links en rechts nog wat ruimte. De inhoud van mijn maag heeft het zwaar te verduren. We hotsen en botsen van links naar rechts en van voren naar achteren. Na een half uurtje rijden stoppen we. We mogen uitstappen. Iedereen trekt zijn eigen plan. Even later wordt de kudde bij elkaar geroepen. De gids en onze chauffeur gaan naast elkaar staan. Het is de bedoeling dat we luisteren. Ik heb meer oog voor alles wat groeit en bloeit. Ik ga bewust iets opzij zitten zodat ik foto’s kan maken. Soms vang ik wat op. Ik hoor dat we uitkijken op de Twaalf Apostelen. Het is maar net wat je in de 12 rechthoeken bovenop de berg wilt zien. Na de uitleg stappen we weer in. We hobbelen over grote keien. Na enkele meters volgt een enorme knal. De chauffeur springt de auto uit en gaat onder de jeep liggen. De schade is heel ernstig. De achteraandrijving is kapot. Met tweewiel aandrijving mag de pas niet bereden worden. Dat is te gevaarlijk. De chauffeur belt meteen voor vervangend vervoer. Hij rijdt samen met Wilfred terug naar beneden. Ik vind het wel sneu voor Wilfred. Nou mist hij een leuk dagje uit. Ik vind het overigens niet erg dat we moeten wachten. Ik heb daarstraks, in het voorbijrijden, een bloeiende protea struik gezien. Ik loop een eindje terug en ga op zoek. Ik ben nu wel een beetje erg ver weg. Ik wandel terug naar de groep. Volgens de gids
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
46
staan we op een te gevaarlijke plaats. Wij moeten in de bus. Plaats is er niet. Iedereen zit al hutje mutje. Ik ga wel op de vloer, bij de deuropening zitten. Een half uur later stoppen we op een groot vlak plateau. Vanaf hier kun je rondom het grillige landschap aanschouwen. Het is jammer dat vanwege de droogte nog zo weinig planten bloeien. Anders hadden de bloemen de rotsen rood gekleurd. Normaal gesproken zijn er ook watervallen. De rivierbeddingen staan kurkdroog, dus zijn er ook geen watervallen. We zijn vanmorgen bewust vroeg weggereden om de meute voor te zijn. Die meute valt best mee. Ik heb nog maar een paar jeeps voorbij zien rijden. Omdat we straks in een andere jeep stappen, haal ik de fleecevesten en mijn dagrugzakje uit de bus. Maar waar moet ik dat nu laten. Ik leg alles netjes bij elkaar. Het zou toch gek zijn als iemand dat mee zou nemen. Ik heb nu mijn handen vrij om de bloemetjes van dichtbij te fotograferen. Ze zijn er in de kleuren wit, oranje, geel en rood. Samen met Agnes en Mieke ontdekken we een fluweelachtige protea struik. Er is nog steeds geen vervangend vervoer en we moeten verder. Gerard ziet het helemaal niet zitten om zo opgepropt verder te rijden. Terwijl we een geschikt plaatsje zoeken komt een blauwe jeep aanrijden. Gelukkig, nu kunnen we tenminste fatsoenlijk zitten. Je ziet toch ook niets van het schitterende landschap als je bij je buurman of buurvrouw als het ware op schoot zit. We zitten weer prinsheerlijk in ons eigen vervoermiddel. Deze chauffeur, gekleed in een keurige donkerblauwe spijkerbroek met een geruit shirt, is kort van stof. Zo te horen is hij een veehouder die een 4WD heeft. Hij rijdt de pas heel vaak en kent deze op zijn duimpje. Bij hem zitten we dus veilig. Om ongeveer 11.30 uur zijn we bij de grenspost van Zuid Afrika. We zitten op ongeveer 1.900 meter hoogte. We lopen gezamenlijk, met ons paspoort in de hand, naar het grensgebouwtje. Ik zie wc’s. Ik had daarstraks geen idee of we nog ergens konden plassen. Ik ben toen, onder het wakend oog van Agnes, achter een bosje gaan zitten. Na de zoveelste stempel in ons paspoort vervolgen we de spectaculaire tocht naar boven. Eerst rijden we door een stuk niemandsland. Acht kilometer en dertien haarspeldbochten verder, ligt op 2.873 meter hoogte, de grensovergang met Lesotho. Onderweg rijden we wielrenners voorbij. Die mannen hebben ook lef. Na een aantal haarspeldbochten stoppen we bij een spectaculair uitzichtpunt. Links voor me liggen de Twaalf Apostelen. Het is hier onbeschrijfelijk mooi. Dit moet je gezien en beleefd hebben. De flora is ook adembenemend. We passeren een man met takkenbossen. Omdat we zo langzaam rijden kan ik een prachtig plaatje schieten. De chauffeur heeft alle haarspeldbochten bedwongen. Om 12.30 uur stoppen we bij de grenspost van Lesotho. Eenmaal daar, waan ik me in een wereld waar de tijd heeft stilgestaan. Op de grensovergang staat een oude caravan, een aantal krakkemikkige souvenirstalletjes, ronde hutten en mannen gehuld in dekens. Een vreemde gewaarwording. De chauffeur loopt met onze paspoorten naar het eenvoudige grensgebouwtje. Rechts staat het Sani Top Chalet, de hoogste pup van Afrika. Daar gaan we, na het bezoek aan het dorpje, lunchen. We vervolgen onze rit door een kaal grasachtig landschap waar angora schapen grazen. Op het platteland leeft het Basotho-volk zeer traditioneel. Ze leven voornamelijk van de schapenhouderij en wonen in primitieve ronde hutten. De hutten zijn gebouwd van keien. met bovenop een dak van riet. Zodra we bij het dorpje stoppen, komen de in dekens gehulde jongens en een moeder met haar kroost, aanlopen. Ik spaar nog steeds de flesjes douchecrème en shampoo. Ik stop de flesjes in de vooruitgestoken handjes. Ik kan niet alle handjes vullen. Ik doe snel een graai in mijn rugzak en pak een paar pakjes evergreens. Jan roept ons. We moeten plaatsnemen in een donkere hut. Ik steek mijn hoofd naar binnen en ook meteen weer naar buiten. Het stikt daarbinnen van de rook. Johan gaat naar binnen. Ik blijf buiten zitten. Als ik in die rook ga zitten, heb ik de rest van de vakantie ontstoken ogen. Ik hoor onze gids uitleg geven over het leven van het Basotho-volk. Ik ben blij dat ik buiten zit. De gids is wel erg lang van stof. Ik zie hoe opa geniet van de evergreens. Een jongen, ook weer gehuld in een deken,
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
47
komt met zijn paard aanrijden. Een paard is hét vervoermiddel. De deken fungeert als jas. Het schoeisel dat de mannen dragen zijn veelal zwarte rubberen laarzen. Mama heeft brood gebakken in de hut. Ik mag ook een stukje proeven. Nog een fooitje in het schaaltje en dan stappen we op. De jongens, getooid met bivakmuts, deken en laarzen, pakken hun zelfgemaakt muziekinstrument en spelen een deuntje. Op de grond voor hen, staat een glazen fooienpotje. Alleen de foto’s zijn al een fooitje waard. Een meisje zit op een grote steen een beetje treurig voor zich uit te staren. Ze draagt een donkerblauw jack met capuchon. Ze heeft de capuchon over haar hoofd getrokken. Op haar schoot zit een fraai gevederde kip. Ze houdt de poten van het beestje stevig vast. Door het bezoek aan deze mensen zijn we weer even bij de tijd gezet. Deze mensen hebben werkelijk niets. In de winter ligt hier sneeuw en waait er een ijzig koude wind. Ik moet er niet aan denken wat voor leed deze mensen in die omstandigheden moeten doorstaan. Verschrikkelijk! Aangekomen bij de Sani Top Chalet zoek ik eerst de wc. Ik blijk niet de enige te zijn. Ik wacht rustig mijn beurt af. Daarna ga ik op zoek naar de groep. Johan heeft een plaatsje voor me vrijgehouden. We zitten aan tafel bij Joop en Agnes en Annie en Peter. Vanaf onze plaats hebben we zicht op het keukengebeuren. We eten een soort lasagna met salade en brood. Agnes snijdt het brood aan. Alles smaakt voortreffelijk. Na het eten loop ik met de gids, René en nog enkele reisgenoten de ruige bergen in. Bij het begin staan twee paarden. Ze zijn met de teugels vastgemaakt aan een paar rotsblokken. Onder ons liggen de slingerende haarspeldbochten. Volgens onze gids rijdt daar beneden een chauffeur met een auto zonder vierwielaandrijving. “Levensgevaarlijk”, zegt hij. Ik heb mijn fleecevest in de auto laten liggen. Daar heb ik nu wel spijt van. Uit de zon is het erg fris en het waait stevig. Nog een paar close ups van de kleine bloemetjes en dan lopen we terug. Als we bij de Sani Top Chalet aankomen zit daar een enorme zwerm kleine vogeltjes. Volgens mij zijn het Afrikaanse mussen. Om ongeveer 15.15 uur beginnen we aan de terugtocht. De zon is achter de wolken verdwenen. De ruige toppen zijn in de mist gehuld. De tocht naar beneden is nog spectaculairder dan naar boven. Op een gegeven moment moeten we steil omhoog. Ineens valt de jeep stil. Het is even héél stil in de auto. Gelukkig, de chauffeur krijgt het ding weer aan de praat. Daar gaan we weer. Tegen vier uur zijn we bij de grenspost van Zuid Afrika. We laten de paspoorten afstempelen. Nog even naar de wc en dan kunnen we weer. Een uurtje later staan we bij ons hotel. We bedanken de chauffeur en geven hem zijn verdiende fooi. Hij heeft ons tenslotte veilig heen en terug gebracht. Als eerste ga ik de accu’s laden. Dan even pas op de plaats. Om 19.00 uur lopen we naar de bar om iets te drinken. Het is daar druk met local people. Vandaag wordt de rugby finale gespeeld tussen KwaZulu Natal en Cape Town. Aan de muren hangen flatscreens waarop de mensen, vanuit verschillende hoeken van de pup, de wedstrijd kunnen volgen. Het is een gezellige boel. Wij hangen, zoals velen, aan de bar. Tegen de kant staan tafels met stoelen. Dat is het eetgedeelte. De een kluift aan een kippenpoot en een ander neemt een hap van een gebakken visje. Het overgrote deel van de gasten is blank. Een enkeling heeft een donkere huidskleur. Het is vandaag zaterdag. Wellicht zijn ze een avondje uit. Dit is geen Afrika, dit is de westerse wereld. Vanmiddag, niet ver hier vandaan, waande ik me in een wereld waar de tijd heeft stilgestaan. Het had wel iets weg van het stenen tijdperk. Heel vreemd, twee verschillende werelden zo dicht bij elkaar. Dit is voor mij onbegrijpelijk. Joop en Agnes hebben de bar ook gevonden. We drinken samen een glaasje. Tegen 19.45 uur zoeken we het restaurant op. Het is volle bak. Er is nog net een tafeltje voor vier personen vrij. Achter ons staat een lange tafel. Het lijkt of de gehele familie samen uit eten is. Het opnemen van de bestelling en het uitserveren, verloopt niet zoals gisteren. Het is iets te druk. Ondanks dat we lang moeten wachten, smaakt het weer voortreffelijk. Ik heb vandaag twee wijntjes op en dat is ééntje teveel. Om 22.15 uur zeggen we iedereen welterusten. Ik heb ontzettende slaap en verlang naar mijn bed.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
48
Dag 12 zondag 31 oktober Drakensbergen (Himeville) – Inkenkwezi Game Reserve East London Het piepje van de wekker kondigt het begin van een nieuwe dag aan. Het is 5.45 uur, ik heb nog slaap. Met die twee wijntjes van gisterenavond heb ik heerlijk vast geslapen. Ik ga naar de badkamer en vul het bad met water. Het bad heeft geen sproeier dus kunnen we niet douchen. Ik hou niet van badderen. Insoppen, afspoelen en klaar is Rina. Iets voor zevenen staat de bagage buiten. We lopen naar het restaurant voor het ontbijt. Ik loop eerst langs de kassier. Die is nog niet klaar met het opmaken van de rekening. Ontbijten kunnen we pas om 7.15 uur. Dat wordt even wachten. Ik ga de mensen niet op de vingers kijken en loop naar buiten. Het is best frisjes. Inmiddels staat iedereen keurig buiten te wachten. Het keukenpersoneel is zover. Ik zet de rugzak bij de tafel waar de twee Jannen, Mieke en Lyda zitten. Ik ga eerst een lekkere bak koffie tappen. De bestelling van de eitjes wordt aan tafel opgenomen. Ik ga voor een spiegelei. Johan bestelt een roerei. Ik begin alvast met yoghurt en vruchten. Daarna worden de bestelde eitjes met toast geserveerd. Het smaakt goed. Na het ontbijt loop ik naar de kassier. Ik sluit aan in de rij met wachtenden. Gerard heeft al betaald. Volgens hem staan onze drankjes en ons diner van 29 oktober bij hem op de rekening. Als ik onze rekening zie blijkt dat inderdaad zo te zijn. We verrekenen het onderling. Dat is net zo gemakkelijk. Ik loop nog terug naar het restaurant om te vragen of de vriendelijke swingende big mama voor me wil poseren. Een vriendelijke jongen, die onze ontbijtresten opruimt, gaat haar roepen. Ze komen met zijn tweeën uit de keuken. Ze zijn alle drie wel een plaatje waard. Eerst big mama en daarna de andere twee. Wat een big smiles. Ze vinden het blijkbaar heel leuk. Om 8.10 uur worden we voor de zoveelste keer welkom geheten in het glazen kastje. Als eerste vertelt Paul dat er mensen zijn die de verkeerde reis geboekt hebben. Dit slaat op Gerard. Hij heeft namelijk commentaar geleverd op de reisdag van 29 oktober. Daarna zegt Paul op een sarcastische toon dat hij met iemand afspraken heeft gemaakt dat om de twee uur gestopt zal worden. Dat duidt uiteraard op mij. Ten eerste heb ik het helemaal niet over tijdstippen gehad en ten tweede heb ik gevraagd of het mogelijk is om te stoppen bij iets lokaals of in de mooie natuur. Helaas, hij heeft mijn boodschap niet begrepen. Erg jammer. Als klap op de vuurpijl zegt hij dat het vervangend vervoer voor de Sani Pass toch wel heel bijzonder is geweest. In feite hadden we gemakkelijk met zijn allen met de bus verder gekund. Ik moet nu echt even slikken. Die vent snapt niet dat toeristen de schoonheid van het land willen zien. Hij heeft blijkbaar het idee dat toeristen vervoerd moeten worden van a naar b. Op welke wijze dat gebeurt vindt hij niet belangrijk. We stoppen om de ansichtkaarten te posten. De lucht ziet er niet zo strak uit als gisteren. We moeten het vandaag met een wit en grijs wolkendek doen. In de verte liggen de Drakensbergen die Lesotho omsluiten. Wij rijden om de bergketen heen. Voor de ruige pieken hangt een wit wolkengordijn. We hebben het gisteren echt getroffen. Vandaag hebben we een reisdag en dan is het minder erg dat het weer wat slechter is. Het liefst heb ik altijd zonneschijn. Dan oogt het landschap zoveel mooier. We rijden door het prachtige KwaZulu Natal. Alle exotische bomen worden mettertijd gerooid. Alleen de Europese populieren mogen blijven. Tientallen kilometerslang uitgestrekte groene glooiende heuvels. De verschillende melkveebedrijven liggen ver uit elkaar zodat elke veestapel een enorm groot graasgebied heeft. Kunstmatig aangelegde waterpoelen zijn de drinkreservoirs voor het vee. Tevens wordt uit deze poelen het water gepompt om de graslanden te beregenen. Voor de witte ibissen zijn de poelen een uitkomst. Zij scharrelen daar hun dagelijks kostje bij elkaar. Naast de koeien zijn ook de schapen van de partij. Het lijken net witte pluizenbollen op een groene fluwelen deken. Het is een waar schilderijtje. Na een uurtje rijden slaan we linksaf de R617 op, richting Kokstad. De Drakensbergen komen weer dichterbij. De toppen zijn nog steeds gehuld in de nevel. Soms zie ik even wat blauw tussen de wolken. Dat is helaas maar van korte duur. Bavianen ravotten in het gras. Het blijft altijd leuk om aapjes te kijken. We rijden
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
49
door het dorp Kokstad. Naast de eenvoudige Mandela huisjes staan hier ook chique huizen. Paul vertelt dat de kinderen van de grote veeboeren op het internaat zitten. De boeren hebben geen tijd om de kinderen naar school te brengen. Vandaar de keuze voor het internaat. Om 9.45 uur hebben we een plasstop bij een benzinestation in Kokstad. Ik loop de supermarkt binnen voor chips (lays), cashewnoten, kittekat en een flesje fanta pineapple. Hebben we iets om te knabbelen en te snoepen. En, de chips en de noten vullen het zoutgehalte aan! Toch een goed excuus. Als we voldoende benzinedampen opgesnoven hebben vervolgen we de reis. Aan de rechterkant passeren we een grote paardenfokkerij. Om 10.40 uur rijden we de Oostkaap binnen. Dit is het woongebied van de Xhosa. Wilfred stopt op de grens. Paul toont ons de verschillen tussen de landschappen van KwaZulu Natal en de Oostkaap. Op dit kleine stukje is het nog niet zo zichtbaar. Naar gelang we verder door de Oostkaap rijden is het verschil heel duidelijk. De bergen zijn kaal vanwege de erosie. In het dal hebben de rivieren de teeltlaag weggespoeld. Hierdoor is het onmogelijk geworden om gewassen te verbouwen. Wat overgebleven is, zijn dorre graslanden. Soms grazen wat schapen en geiten. Het overgrote deel van de bevolking van de Oostkaap heeft een donkere huidskleur. Er wonen nog maar enkele blanke boeren. In oktober 1976 is het voormalige Transkei (nu Oostkaap) onafhankelijk geworden. Dit werd het vaderland van de Xhosa’s. De blanke boeren die in Transkei woonden zijn door de regering weggekocht. Zij waren genoodzaakt zich elders te vestigen. Wij logeren vannacht in East London, in het Inkwenkwezi Private Game Reserve bij de broers Graham en Keith Stanton. Deze broers zijn geboren (Umtata) en getogen in Transkei. Zij waren ook één van de velen die in 1976 hun eigendommen gedwongen moesten verlaten. Ondanks dat de natuur niet veel te bieden heeft, vind ik dit toch een mooi gebied. De Oostkaap is arm Afrika. In mijn ogen is dit het echte Afrika. In het landschap staan ronde stenen gepleisterde hutjes met een rieten dakje en rechthoekige stenen huisje met een zinken dakje. De bewoners zijn allen voorzien van een wc hokje. De hutjes hebben vaak de typische turquoise kleur. Transkei betekent turquoise. De agaven tieren weelderig in het armoedige landschap. Paul heeft een vraag. “Het grote verschil tussen een schaap en een geit. Een geit kan de staart omhoog doen en een schaap niet”. Weten we dat ook weer. In de bermen staat het ene verbodsbord na het andere. Het zijn voor ons onbekende borden. Het zijn namelijk verbodsborden om te liften. En wat ziet mijn oog. Langs de weg staan en zitten continue lifters. Ze houden een kartonnen bordje omhoog met daarop de letters XT. Sommigen hebben andere letters op het kartonnetje staan. De bus gaat zo snel. Ik kan niet lezen wat erop staat. Er zijn ook speciale taxistandplaatsen. Terwijl pa, ma en de kids op de taxi wachten, picknicken ze op hun gemakje in de berm. Het is vandaag wasdag. Overal hangen kleren aan de waslijn. Een kleurrijk gezicht. Zelfs de auto’s krijgen een wasbeurt. Vrouwen lopen richting een snelstromend helder watertje. Ze dragen felgekleurde plastic teiltjes op hun hoofden. Ik denk dat ze de kleren gaan wassen. Net zoals in Lesotho gebruiken de mensen het paard om zich te verplaatsen van a naar b. In de berm graast een paard met veulen. We steken een brede bruine rivier over. Het water staat heel laag. Vlak daarnaast ligt een autokerkhof. De Oostkaap moet dan qua natuurschoon onderdoen voor KaZulu Natal. De hutjes en huisjes in pasteltinten en de lokale bevolking maken de Oostkaap zeer aantrekkelijk. Ik had dit gebied voor geen goud willen missen. Als de bus wat langzamer rijdt kan ik wat plaatjes schieten van het buitengebeuren. Oa de stalletjes aan de straatkant en het reilen en zeilen van de lokale mensen. Dit zou een leuke stop zijn, helaas de bus kart gewoon verder. Het is vandaag zondag, de mensen gaan te voet naar de kerk. Het is wel jammer dat de mensen de rotsooi laten vallen waar ze staan. Overal waar je kijkt ligt die troep. In de andere provincies was het toch veel properder dan hier. Een herder loopt met zijn paard tussen een grote kudde schapen. Het gras waar de schaapjes grazen ziet er sappig groen uit. Om 12.15 uur stopt de bus in de berm. Het is een taxistandplaats, lijkt wel een vuilnisbelt. Paul komt naar mij toe en vraagt of het goed is om hier te stoppen. Ik kijk hem heel boos aan. Ik zeg hem dat hij er echt niets van begrijpt. Dit is de laatste keer dat ik tegen deze man spreek. Ik hou de eer aan mezelf. Iedereen stapt de bus uit.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
50
Het merendeel van onze reisgenoten snapt er niets van. Ik wil dit liever ook zo laten. Als de rokers de peuk in het zand uittrappen is het tijd om in te stappen. Drie kwartier later rijden we de stad Umtata binnen. Dit is de voormalige hoofdstad van Transkei. Aan de rechterkant bevindt zich het Nelson Mandela Museum. We rijden nu over de Nelson Mandela Road. Om 13.10 uur stoppen we in de stad voor de lunch. We mogen zelf weten waar we lunchen. Over een uur vertrekt de bus. Wij gaan bij de Italiaan Panarottis naar binnen. Gerard, Jolanda, Tiny, Josephine, Marijke en Hans volgen ook. Ik bestel een plat geroosterd broodje met kip en mayo. Johan neemt spaghetti bolognese. In het restaurant is het niet druk. Na drie kwartier wordt eindelijk onze bestelling geserveerd. We hebben nu nog een kwartiertje om te eten en om af te rekenen. Ik ga eerst maar afrekenen. Het broodje eet ik in de bus wel op. Het afrekenen duurt ook nog een kwartier (R 122,80). Tiny, Josepine, Marijke en Hans krijgen nu pas hun bestelling. Wij gaan alvast in de bus zitten. Het broodje smaakt heerlijk. Wilfred brengt mijn vest. Oei, ik heb mijn vest in het restaurant laten hangen. Die schat houdt ook alles in de gaten. Het is een echte kanjer. Uiteindelijk rijden we om 14.25 uur verder. Slechts een kwartier vertraging. Na Umtata volgen we de N2. Ik ben eigenlijk benieuwd waar de Xhosa bevolking van leeft. Nergens zijn plantages of gewassen te bekennen. Heel zelden is bij de hutjes wat grond bewerkt en beplant. Ik neem aan dat die opbrengst voor eigen gebruik is. Een spoorlijntje loopt zigzaggend door het landschap en parallel aan de N2. Om 15.00 uur stoppen we langs de weg in Qunu. Dit is de geboorteplaats van Nelson Mandela. Aan de linkerkant staat het optrekje van hem. Het is een grootse villa, opgetrokken uit rode steen en omheind met een hekwerk van gaas. Dit is één van de huizen van Nelson Mandela. Hij heeft nog een huis in Johannesburg en Mozambique. Aan de overkant staan de eenvoudige huisjes van de lokale bevolking. De kinderen trappen tegen een balletje. De agaven staan in bloei. Uit de kern ontspringt een lange steel met op het einde een tros met witte bloemen. De lange smalle aloë vera struiken laten zich ook nog zien. Dat is echter maar van korte duur. Ik heb sinds eergisteren keelpijn. Ik slik keeltabletten om de pijn wat te verzachten. Wij zijn zo voorzichtig met de airco en nu hebben ze me toch nog te pakken. Om 15.36 uur rijden we door het dorpje Idutywa, de geboorteplaats van de voormalige president Thabo Mbeki. Op een bord staat: “Keep our town clean”. Je wilt niet weten hoeveel troep in de bermen en op de weg ligt. We rijden langs een primitief stadion. Het is omheind met een witte/grijze muur. Mijn oogleden worden zwaar. Ondanks het gevecht om wakker te blijven, vertoef ik met tussenpozen in dromenland. Dit is tegen mijn principes. Zo mis ik een stuk Afrika. Ik ben weer klaar wakker. Wat ziet mijn oog, druppels op de ramen. De regen bedekt het gehele dal met een ondoorzichtig grijs gordijn. Om 16.00 uur rijden we de plaats Butterworth binnen. Het eerste dat we zien, zijn de krottenwijken. Dit is geen mooie binnenkomer. Een reclamebord van Omo met de tekst: dirt is good, prijkt langs de weg. Eenmaal de stad uit, klimt de bus moeizaam omhoog. We rijden door de Groot Keirivier Pass en dalen af tot aan de Groot Keirivier. De dichte mist maakt het wereldje heel klein. Ondanks deze gevaarlijke situatie staan langs de weg liftende locals. Bij de taxistandplaatsen staan ook mensen te wachten. De taxi is een eenvoudige pick-up. Om 16.30 uur stoppen we naast een benzinestation. Aan de achterkant ligt een soort bos met superhoge smalle aloë vera struiken. Na 10 minuten rijden we weer verder. Rechts staat het oude grensgebouwtje van het voormalige Zuid Afrika (oud grensgebouw ten tijde van het Transkei tijdperk). Aan de linkerkant lopen impala’s en wrattenzwijntjes. We laten het voormalige Transkei achter ons en rijden het voormalige Zuid Afrika binnen. Een complete metamorfose van het landschap. Het is groen, er staan gewassen op de velden, veel bomen, grote veeboeren met melkvee. Een compleet andere wereld dan het vaderland van de Xhosa’s. Dit gebied wordt de Wild Coast genoemd. De mist is verdwenen. Nu klettert de regen tegen de voorruit van de bus. Paul vertelt dat het in
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
51
Inkwenkwezi vier jaar niet geregend heeft. Voor mij had die regen nog wel een paar dagen weg mogen blijven. De boeren en de beesten zullen wel blij zijn met het water. Om 17.30 uur stopt de bus voor de ingang van het Inkwenkwezi Private Game Reserve. We rennen naar binnen anders zijn we zeiknat. Op de tafel staan verschillende welkomstdrankjes (jus, rode wijn, champagne, sherry). Ik pak een glaasje old brown cherry. Ik vind dat spul echt lekker. We krijgen een folder uitgereikt waarin voor morgen alle activiteiten met de tijdstippen vermeld staan. Paul loopt het programma door, bijgestaan door Graham en Keith. De drankjes die we tijdens het verblijf nuttigen zijn van het huis. Dat is wel heel gastvrij. Voordat we de sleutel uitgereikt krijgen moeten we onze persoonlijke gegevens invullen. We moeten tevens een verklaring afgeven dat we alle activiteiten op eigen risico uitvoeren. Na het invullen van de papieren rompslomp krijg ik de sleutel van kamer 12. We moeten allemaal de bus weer in. De accommodatie Umnenga Lodge, ligt 6 kilometer verderop. Het is een kwartiertje rijden. Bij binnenkomst staat een welkomstkaartje op het tafeltje. De kamer is niet heel groot. Alles ziet er wel tip top uit. We moeten snel zijn. De bus rijdt namelijk over een half uur al naar het restaurant. Na een snelle douche zit iedereen om 19.00 uur fris in de bus. Na een kwartiertje rijden zijn we weer terug waar we daarstraks aangekomen zijn. Via de receptie lopen we naar het restaurant. We nemen plaats aan één van de twee gedekte tafels. De menukaart en de flessen wijn heeft het personeel al klaar gezet. Gerstenat en fris wordt op bestelling geserveerd. We starten met vis ingepakt in folie. Daarna volgt een groentesoepje. Het hoofdgerecht is draadjesvlees met worteltjes, spinazie, bloemkool en rijst. Als je graag rauwkost hebt kun je dit pakken bij het saladebuffet. De afsluiting is een dessertbuffet en koffie en thee. Het vriendelijke personeel doet er alles aan om ons een fijne avond te bezorgen. De gerechten smaken prima. Het hoofdgerecht is véél te veel. Het stuk vlees past amper op mijn bord. Om 10.00 uur stappen we op. We hebben genoten van de heerlijke gerechten en van de vriendelijke bediening. “Thuisgekomen”, leg ik de kleren voor morgen klaar. Daarna gaan we slapen. Ondanks het gekwaak van de kikkers aan de andere kant van de kamerdeur, val ik snel in slaap.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
52
Dag 13 maandag 1 november Inkwenkwezi Game Reserve East London Om 6.30 uur zijn we wakker. We hebben heerlijk geslapen. Ik sta meteen naast mijn bed want mijn haren moeten gewassen worden. Ik zet de achterdeur van de kamer open. De veranda grenst aan een waterpoel. Zo heb je meer het buitengevoel. Als ik klaar ben zet ik koffie en ga ik naar buiten. In de poel staan papyrusplanten die ik vroeger thuis op de vensterbank had staan. Destijds waren dat trendy planten. In één van de palmbomen hangen zeker honderd wevernestjes. De gele vogeltjes vliegen af en aan. Het volgen van die beestjes is een leuk tijdverdrijf. Om 8.00 uur rijden we met de bus naar het restaurant. Daar staat een uitgebreid ontbijtbuffet voor ons klaar. Dit is echt af. Uiteraard eerst koffie. Een hard gekookt eitje met twee toast en een bakje yoghurt met vers fruit. Tijdens het ontbijt inventariseert Paul wie welke activiteiten gaat ondernemen. Een rit op de olifant is niet mogelijk. Het is te drassig. De olifant zou kunnen schuiven en dat is te gevaarlijk. Wij boeken geen extra activiteit. De bushwalk en de beachwalk zijn inclusief. De optionele activiteiten zijn: quad biking, een gamedrive in een open 4WD en een bezoek aan een traditioneel Xhosa dorp. Aansluitend aan het ontbijt wordt de gamedrive uitgevoerd. Iedereen doet mee, behalve wij, Jolanda en Gerard. In het Private Game Reserve zitten witte leeuwen. Deze leeuwen worden gevoerd. Ik krijg dan toch gemengde gevoelens bij dit park. Een beetje Beekse Bergen gevoel. Wij zijn verwend met hetgeen we in Kenia en Tanzania gezien hebben. Wij doen Zuid Afrika aan voor de cultuur en het natuurschoon. Het dierenleven zien we als een mooie afwisseling tijdens deze reis. Dit neemt niet weg dat de twee broers met het Inkwenkwezi Private Game Reserve iets héél geweldigs gerealiseerd hebben. Het park is nog maar 4 jaar open en het wordt nog verder uitgebreid. De lokale bevolking profiteert van hetgeen de broers Stanton realiseren. Inmiddels zijn al diverse waterreservoirs aangelegd. Hiermee voorzien ze de lokale gemeenschap van water. Ze hebben donkere lokale mensen in dienst voor het restaurant, de lodges en het park. De lokale vrouwen mogen op een paar tafels bij de receptie hun zelf gemaakte kettingen verkopen. Alleen de rangers zijn blanke Zuid Afrikanen. De voorouders van Keith en Graham zijn van oorsprong Noren. Wij zouden deze ochtend vrij zijn. Nu blijkt dat Keith met ons een beachwalk gaat doen. Vorige week hebben ze bij de oceaan nog walvissen gespot. We stappen in de 4WD. Na amper een kwartier rijden zijn we bij de oceaan. Het is prachtig weer. Een strakke blauwe hemel. De zon drijft de temperatuur aardig omhoog. Het zandstrand ligt bezaait met schelpen. Zo’n variatie en zo’n grote hoeveelheid schelpen heb ik nog nooit gezien. Het zand is als het ware bedekt met schelpen. Hier kan ik mezelf wel een dag zoet houden. Nog wel langer ook. De woeste schuimende golven beuken op de ruige kliffen en rotsen. Vandaar wellicht de naam, Wild Coast. Dit is een geweldige plek om te vertoeven. Jolanda en ik komen geen stap vooruit. We blijven rapen. Het zijn stuk voor stuk prachtige schelpen. Keith loopt vooruit en roept ons regelmatig om te komen kijken. Hij verzamelt voor ons unieke exemplaren. De parelmoerschelpen en de groene bolvormige schelpen van de zee-egel zijn zeer speciaal. Gerard raapt hele kleine schelpjes. Johan heeft enkel oog voor de oceaan. Op een gegeven moment komt Johan aanlopen met een fles. Er zit een briefje in. Jolanda en ik allebei heel enthousiast. Flessenpost, maak eens open. Wij trappen er beiden in. Johan heeft de fles gevonden. Hij heeft een notitieblaadje uit zijn boekje gescheurd en in de fles gestopt. Is wel een leuke grap. We zoeken weer verder. Ik krijg het aardig warm met mijn rugzak op mijn rug en mijn fleecevest om mijn middel. Ik had verwacht dat het koud zou zijn aan zee. Mijn plastic zak is vol. Ik neem me voor om niet meer te rapen. Na enkele minuten vraag ik of Jolanda nog een plastic zakje voor me heeft. Ik vind het zo leuk om schelpen te zoeken en Keith zoekt nog steeds mee. Als Keith vraagt om verder te lopen stoppen we de zoektocht. We klossen door het mulle zand. Dat is erg vermoeiend. Ik kan het niet laten om zo nu en dan een mooie schelp op te rapen. Ik heb het druk onderweg. Tijdens het speuren en klossen moet ik ook
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
53
nog de bloeiende flora bestuderen en vastleggen op de gevoelige plaat. Dit is voor mij echt genieten. Lekker actief bezig zijn. Het brede strand wordt steeds smaller. We klimmen over de grote rotsblokken. Op de kliffen en rotsen zitten aalscholvers. Een beetje verder zitten twee oestereters. Dit is een zwarte vogel met een oranje snavel en oranje poten. Volgens Keith zijn deze vogels zeer zeldzaam. Het is dus uniek dat wij deze vogels spotten. Helaas zien we geen walvissen, orka’s of dolfijnen. We lopen terug zoals we gekomen zijn. Halverwege klimmen we omhoog naar een uitkijkpunt. Vanaf dit punt hebben we een overzicht van de flora en een blik op de schuimende oceaan. Vervolgens lopen we via een drassig landschap terug naar de parkeerplaats. Het water dat we bij ons hadden is al lang op. Keith heeft een koelbox bij zich met ijskoude blikjes fris. Wat smaakt dat lekker. Keith toont ons waar hij woont. Dat is niet mis. Hoog op een berg met uitzicht op de oceaan. Hij zegt dat hij daar ook heel trots op is. Tijdens de rit naar huis krijgt Keith een telefoontje. Eén van de 4WD’s heeft zich tijdens de gamedrive vast gereden. Om 12.30 uur zijn wij terug bij het restaurant. We gaan in de tuin zitten. Onze reisgenoten zijn nog niet terug. We zitten nog maar amper op onze stoel of het personeel komt al vragen wat we willen drinken. Alle drankjes zijn van het huis. Wat een gastvrijheid en wat worden we hier in de watten gelegd. Dit maak je toch nergens mee. Om 13.00 uur is de club compleet. We gaan met z’n allen lunchen. Een sandwich met gefrituurde gepaneerde kipreepjes met veel salade en een honingmosterd dressing. Het klinkt heel goed en het smaakt nog beter. Dit is een superlunch!! Om 14.30 uur start het educatief programma. We maken van heel dichtbij kennis met de olifanten en de cheeta’s. Dit vindt plaats naast het restaurant. De drie mahouts met de drie olifanten komen in de verte aanlopen. Eén mahout is continue (als bewaking) aanwezig bij de dieren. De mahouts hebben de olifanten zover gekregen dat ze commando’s opvolgen. Dit is heel uniek. Een Aziatische olifant is heel gemakkelijk af te richten. Een Afrikaanse olifant daarentegen niet. Desondanks is het deze jongens toch gelukt. De olifanten gaan liggen. Uiteraard doen ze dat niet voor niets. De mahouts (donkere jongens) geven de olifanten voortdurend een soort bruine brok. We krijgen uitleg en mogen de olifanten van héél dichtbij bekijken en aanraken. De slurf van de Afrikaanse olifant heeft één neusgat, die van de Aziatische heeft er twee. De slurf voelt zacht aan. De opening van het oor zit vóór de grote flappen. De achterkant van de grote flappen voelt aan als heel zacht glad rubber. Het is ontzettend heet. Dit is de lichaamstemperatuur van de olifant. Als klap op de vuurpijl. De olifant heeft ontzettend lange wimpers. Om jaloers op te zijn. Johan heeft niets met het educatief gebeuren. Ik geniet met volle teugen. Ik vind het héél speciaal om zo dichtbij een olifant te mogen zijn. Nu mogen we naar de cheeta’s. Hun domein is naast het restaurant gelegen. Ze lopen uiteraard binnen een omheining. Alles wat los om mijn lijf zit of hangt moet ik achterlaten. Alleen het fototoestel en videocamera mogen mee naar binnen. Deze cheeta’s maken deel uit van een fokprogramma. De tweede generatie van deze cheeta’s kan pas terug naar de natuur. In de mensenwereld zijn dit de kleinkinderen. Paul heeft tijdens de busrit van gisteren uitgelegd dat we alleen de kop mogen aaien. Als je de staart, poten of buik zou aanraken, kan hij/zij uithalen met de scherpe nagels. Eens voelen of het klopt wat Paul gezegd heeft. De zwarte haren op zijn/haar kop zijn inderdaad langer dan de lichtere haren. Toch wel leuk om die kop even aan te raken. Er lopen vier cheeta’s rond. Joep, René en ik willen wel een foto zonder gaas en mensen. Het moet lijken alsof we de cheeta in de wilde natuur zijn tegengekomen. Eigenlijk wel een beetje gek. Er is geen ranger in de buurt en wij volgen met z’n drietjes de cheeta. Wel spannend! De cheeta’s hebben genoeg van de bezoekers. Zij kiezen hun eigen weg. Wij gaan eerst wat drinken. Daarna gaan we op pad voor de buchwalk. We zijn met een klein groepje. Een aantal gaan quad rijden en een paar zijn naar het Xhosa dorpje. We lopen door het open veld. Terwijl wij aan het wandelen zijn, doorkruisen de quad-rijders ons pad. Voor onze
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
54
eigen veiligheid springen we maar opzij. De ranger geeft uitleg over de planten, bomen en termieten (heuvels) die we op onze walk tegenkomen. Jolanda vertaalt de uitleg, voor degene die niet zo goed Engels verstaan, naar het Nederlands. Als we terugkomen bij het restaurant zijn de quad-rijders al binnen. Het is nu nog wachten op de reisgenoten die op bezoek zijn in het Xhosa dorpje. Tegen 16.30 uur rijden we met de bus naar het strand. De broers Graham en Keith rijden met hun eigen auto. Binnen no time zijn we daar. Het is aardig fris. Ik ben blij met mijn fleecevest. Dit is een ander strand dan vanmorgen. Hier zijn amper schelpen te bekennen. Op het natte zand laten slakken hele sporen na. Ze dragen een huisje op hun rug. Ze verdwijnen net zo plotseling in het zand als ze gekomen zijn. Het is een sport om een foto te maken. Als je te lang blijft staan word je overspoeld door een golf en ben je zeiknat. Tot twee keer toe spring ik net op tijd weg. De derde keer is het raak. Gelukkig zijn mijn schoenen waterdicht. We zijn hier om walvissen te spotten maar we moeten het doen met slakken. De wandeling van vanmorgen was tig keer leuker. Zo zie je maar dat niet overal de schelpen voor het opscheppen liggen. Tegen 18.00 uur zijn we bij de lodge. We hebben maar één uur de tijd. Om 19.00 uur rijdt de bus naar het restaurant. Ik laat eerst de wasbak vollopen zodat ik de natte modderige broeken kan uitspoelen. Daarna springen we onder de douche. Daarna kan ik de natte broeken boven de douchebak ophangen. Dan moeten de schoenen nog schoon. Die moeten er morgen weer netjes uitzien. Het is bijna tijd om te gaan. Nog snel de schelpen in de wasbak. Die moeten morgen namelijk schoon mee in de koffer. Het is een race tegen de klok maar uiteindelijk zitten we fris gewassen en op tijd in de bus. Ik kan nu een kwartiertje uitrusten. Bij het restaurant staat de staf ons op te wachten. Vanavond krijgen we vlees van de braai. Het voorgerecht is een garnalen cocktail. De mixed grill is een biefstuk, worst en een groot stuk vet vlees. Zoveel vlees eet ik thuis in een maand nog niet. Ik pak een klein stukje van de biefstuk en neem wat salade. Naast een uitgebreid saladebuffet staat nog een geweldig dessertbuffet klaar. Het dessertbuffet ziet er verrukkelijk uit. Ik neem enkel een paar schepjes van de chocolademousse. Voor de liefhebbers is er nog koffie en thee. Qua glaasjes wijn heb ik mijn limiet overschreden. Slaap ik straks goed. Na het eten komt al het keukenpersoneel naar het restaurant. Samen met het bedienend personeel, zingen ze voor ons een aantal prachtige liederen. Intussen gaat Jan met de pet rond. Het personeel heeft ons twee dagen verwend en daar mag wat tegenover staan. De gastvrijheid staat heel hoog in het vaandel bij het Inkwenkwezi resort. Wat hebben wij hier genoten. Keith en Graham, dank je wel voor het super verblijf!! We betalen de rekening. Om 21.30 uur rijden we naar de lodge. Zodra we binnen zijn, wissel ik de accu. Ik ruim de tas en de koffer in. Daarna ga ik naar de badkamer om de schelpen schoon te spoelen. Het kost me zeker een half uur voordat ik alle schelpen stuk voor stuk door het water heb gehaald. Ik laat de wasbak nog een keer vollopen. Ik leg alle schelpen weer voorzichtig in het water. Binnenin de schelpen zit nog steeds zand. Als ik ze nu een nachtje laat liggen, kan het zand losweken. Om 22.30 uur lig ik eindelijk in bed. Ik kan mijn slaap niet vatten. In mijn gedachten beleef ik de dag steeds opnieuw. Het was ook een fantastische actieve dag. Wat hebben we genoten. Onze reisgenoten die op gamedrive zijn geweest waren vol lof over de dieren die ze gezien hebben. Ze hebben de neushoorn van héél dichtbij gezien. De toppers waren toch wel de witte leeuwen. Ik heb de foto’s van René gezien en die liegen er niet om. Dus voor degene die nog niet naar Kenia en Tanzania geweest zijn is deze gamedrive in het Inkwenkwezi een must. Het is tijd om mijn ogen te sluiten. Morgen is het weer vroeg dag.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
55
Dag 14 dinsdag 2 november Inkwenkwezi Game Reserve East London – Graaff-Reinet Om 6.00 uur gaat de wekker. Ik sta meteen op. Ik moet de schelpen nog uit de wasbak halen. Ik leg alle schelpen op een badhanddoek. Daarna stop ik ze in een plastic zak. Nu nog een geschikt plaatsje in de koffer vinden. Ze zijn zó kwetsbaar. Dat is ook weer gebeurd. De afritsbroeken zijn nog niet droog. Die stop ik zolang in een plastic tas. Ik hang ze vanavond weer op. Het heeft slecht gedroogd. De schoenen zijn ook nog nat. Gelukkig alleen maar aan de buitenkant. Ik ga snel douchen want Johan staat al naast zijn bed. Door die natte kleren en schoenen is het erg vochtig geworden in de kamer. Het zonnetje staat al hoog aan de hemel. Snel die achterdeur open zodat de zonnestralen binnen kunnen komen. Johan zet voor zichzelf koffie. Ik drink straks wel een kop lekkere koffie. Om 6.45 uur staat de bagage buiten. We feliciteren Annie met haar verjaardag. Voor Gerard is het ook een speciale dag. Vandaag is namelijk zijn trouwdatum. Hij heeft vanmorgen vroeg al met zijn vrouw gebeld. Om 7.10 uur zitten we in de bus. We rijden naar het restaurant voor het ontbijt. Er staat voor ons weer een uitgebreid ontbijtbuffet klaar. De koffie is heerlijk. Ik schep een schaaltje met yoghurt en verse vruchten. Daarna ga ik terug voor toast met jam en bacon. Iedereen is klaar voor vertrek. We schudden Keith en het personeel de hand. Of je wilt of niet, je krijgt een folder in je hand gedrukt. Om 8.00 uur worden we uitgezwaaid door het voltallige personeel. Wilfred claxoneert als teken van afscheid. De emoes die op het terrein lopen, komen onze richting op. Ze denken dat ze eten krijgen. Grappig gezicht. Een half uur later rijden we East London binnen. East London ligt aan de Indische Oceaan tussen Buffelsrivier en de Nahoonrivier. De riviermond van de Buffelsrivier doet dienst als voorhaven. Hier zijn de Mercedes Benz fabrieken gevestigd. We passeren Hemmingway mall, een hele grote shopping mall. Niet veel later rijden we langs de buitenwijken van East London. Gruwelijke krottenwijken, verschrikkelijk. Arbeiders, die van elders komen, bouwen hier hun onderkomen. De steden volgen elkaar in een rap tempo op. Rechts ligt Bisho. Dit is de hoofdstad van de Oostkaap. Om 9.00 uur stoppen we in King William's Town. Wilfred gaat tanken. We zijn net een uur op pad. Ik hoef niet te plassen en ik hoef geen koffie. Ik heb bomen gezien met prachtige oranje bloemen. Ze staan wel een eindje uit de buurt. Voordat de koffieleuten de koffie op hebben, ben ik al lang en breed terug. Ik ben er sneller dan verwacht. Van dichtbij heeft de bloem wel iets weg van de protea. Wel heel apart! Om 9.27 uur zitten we weer in de bus. Wilfred heeft een krant gekocht waarin een artikel staat over het verhuren van de Mandela huisjes. Paul heeft ons hierover geïnformeerd in het begin van de reis. We waren toen Soweto. De RDP houses, Mandela-houses worden verhuurd en de verhuurders gaan zelf in de krotten wonen. Big business waar veel geld mee verdiend wordt. Het is 9.47 uur, we rijden over de N2 door een golvend landschap met een natuurlijke begroeiing. Afgewisseld door weilanden en bebouwde gebieden. We moeten nog 97 kilometer rijden voordat we in Grahamstown zijn. In deze omgeving staan weer de pastel gekleurde ronde hutjes en kleine rechthoekige gepleisterde huisjes. De daken zijn bedekt met verschillende materialen. Het varieert van aluminium bedekking, roestige golfplaten, rood geschilderde golfplaten tot rode dakpannetjes. Mijn oren klappen dicht, een teken dat we dalen. We steken de Keiskamma Rivier over. Het natuurlijke landschap is zeer bijzonder. Termietenheuvels sieren de bermen. Op de rotsen en in het steengruis groeien agaven. De bloemen van een lage euphorbia soort en van de schijfcactussen kleuren het landschap geel en oranje. Ik spot zelfs een wrattenzwijn. Hij zet het op een lopen. Dit is genieten vanachter het glas. Het zou overigens een geweldige stop geweest zijn. Er zijn zelfs speciale stopplaatsen aangelegd. De mogelijkheid is dus aanwezig. Helaas, onze reisleider stopt liever bij een benzinestation waar wij de benzinedampen kunnen opsnuiven in plaats van de geuren van planten en bloemen. We passeren het dorpje Peddie, nog 60 kilometer te gaan naar Grahamstown. Het dorpje Peddie is gekend vanwege haar fort. Het fort, in de vorm van een achtpuntige ster, werd
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
56
gebouwd in 1835 na de zesde grensoorlog. Het moest de blanke boeren beschermen. Vandaag de dag is Peddie de plaats van de veeboeren en het commercieel centrum voor de teelt van ananas en maïs. Nu passeren we de Great Fish Rivier. Hier zijn in het verre verleden hevige gevechten gevoerd. Om 10.54 uur slaan we rechtsaf. We passeren de voorsteden (krottenwijken) van Grahamstown. Voordat we in de stad arriveren, zijn we al aardig wat scholen gepasseerd. Aan de linkerkant staan Mandela huisjes en zelfs ook wat aardige optrekjes. In de stad passeren we school na school. Aan ruimte voor onderwijs is in deze stad geen gebrek. Aan de rechterkant bij het verkeerslicht rijden twee karren met een ezel ervoor. Leuk plaatje. Om 11.10 uur stappen we uit. Het is erg hot. Je hoort mij niet klagen hoor. Ik vind het heerlijk. We krijgen een half uurtje om het centrum te verkennen. Grahamstown staat bekend om de vele kerken. Recht voor onze neus staat de Cathedral of St. Michael St. George. Het is een rustige stad met brede straten en bloeiende bomen. We volgen de weg waar we uitgestapt zijn. Aan deze weg staan op een paar honderd meter wel drie kerken. Het zijn imposante gebouwen. De bouw van de drie kerken is erg verschillend. Ik maak foto’s van het straatgebeuren. De verschillen tussen blanke en donkere mensen is groot. Er zijn donkere mensen die zich met de blanken kunnen meten. Het merendeel moet echter met veel minder genoegen nemen. Twee meisjes steken de straat over. Het ene meisje heeft een blanke huidskleur het andere een donkere huidskleur. Het blanke meisje draagt een strakke spijkerbroek met een moderne tas om haar schouders. Het donkere meisje draagt een lange rok met blouse en een schort. Op haar hoofd draagt ze een plastic teiltje. Ik vind deze contrasten zeer confronterend. We lopen terug en gaan op een bankje tussen de locals zitten. De banken staan onder de bomen. Daar is het goed vertoeven. Leuk om zo op een afstand het reilen en zeilen te aanschouwen. Dit zijn de leuke momenten. Deze moet je koesteren. Een jongen komt naast me zitten. Hij ziet er onverzorgd uit. Het blijft lang stil. Op een gegeven moment hoor ik “hunger”. Ik heb geen evergreens bij me, anders had ik hem een pakje gegeven. Ik vraag mezelf af of hij dat überhaupt aangepakt zou hebben. Volgens mij is deze jongen enkel op geld uit. Het is tijd om op te stappen. De dertig minuten zijn verstreken. We nemen plaats in de bus. Annie heeft een verrassing. Ze is samen met Peter naar de bakker geweest. Ze trakteert ons op een langwerpige berliner gevuld met slagroom. Al smullend verlaten we Grahamstown. De volgende bestemming is Somerset East (Afrikaans: Somerset-Oos). We zullen daar lunchen bij Somerset “On Main”. We rijden momenteel door een desolaat landschap richting The Karoo. Karoo, oftewel “het land van de grote droogte”. Dit is de naam die de inheemse bevolking, de Khonia, aan dit gebied gaven. Het landschap waar we doorheen karren is heuvelachtig. De flora is zeer speciaal. In het ene gebied overheersen de schijfcactussen met gele en oranje bloemen. Sommige planten lijken wel bomen. Wat een prachtexemplaren!!! Vervolgens sieren de smalle aloë vera struiken en grote en kleine euphorbia’s het landschap. Ook de agaven laten zich met de regelmaat zien. We steken een mooie heldere rivier over. Het is een onbewoonde wereld, op enkele bavianen en schapen na. Even verder grazen een paar verloren koeien op een klein stukje grasland. De zon staat op de ramen te bakken. Ik krijg enorme slaap. Mijn ogen zijn zwaar en vallen dicht. Ineens schrik ik wakker. Johan heeft zijn ogen nog dicht. Hij zwalkt met zijn hoofd van links naar rechts. Buiten is toch nog enig leven. Aan de rechterkant ligt het dorpje Bedford. We rijden de spoorrails over en slaan linksaf de R63 op. Op de akkers worden aardbeien geteeld. Een spandoek met de tekst “Strawberry for sale” moet de aandacht trekken van de potentiële kopers. Rechts staat een grote moderne schuur. Eenzaam en verlaten staan enkele koeien en een paardje. Het volgende gebied is weer meer bewoond. Op een groot stuk grasland grazen aardig wat bruine koeien. Parallel aan de weg loopt een spoorlijn. Deze loopt wellicht richting het stationnetje van Bedfort. Wij zijn in dat plaatsje een wirwar van spoorrails overgestoken. In de verte ligt een mooie bergrug. Op de weilanden zwiepen de sproei-installaties de stralen water van links naar rechts. Bij het kleine dorpje Cookhouse slaan we rechtsaf. Cookhouse is gelegen langs de vallei van de Great Fish River (Grote Visrivier) op 45 kilometer van Cradock. De bergpas die daar naar toe leidt is genaamd Daggasboersnek. Vertaalt, de nek van een marijuanaboer. Cookhouse is het
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
57
meest bekend als spoorlijncentrum. Hier komt de spoorlijn uit Somerset East en Port ElizabethKimberley samen. Het dorp ligt in het oosten aan de voet van de Glen Avon Heads (1.401m). Ten zuiden ligt de Golden Valley. Hier zijn plantages aangelegd die gevoed worden door het water van de Great Fish River. We rijden alweer door de volgende vallei. Namelijk, de Zondagsrivier Vallei. Dit is het gebied van de sinaasappelbomen. De plantages zijn zowel links als rechts van de weg gelegen. Vroeger liepen in dit gebied veel olifanten. Deze werden, op twaalf na, allemaal afgeschoten. Een man heeft zich over de dieren ontfermd. Inmiddels is de populatie uitgegroeid tot 500 olifanten. Het park waar de dieren leven is het Addo Nationale Park. Het park ligt diep in het dicht begroeide bushveld van de Oostkaap. De vygies (een vetplant) toveren de bermen om tot een lichtpaars tapijt. Prachtig!!! Om 13.30 uur arriveren we in Somerset East. Bij het uitstappen krijg ik een klap in mijn gezicht. Wat is het heet! We hebben helemaal geen trek na die lekkere traktatie van Annie. We eten een droge focaccia en drinken een cola en fanta R 59,60. Als ik afgerekend heb, gaan we buiten op het verhoogde terras zitten. Het is bloedheet. We hebben een mooi uitzicht over de hoofdstraat. Om 15.00 uur rijden we eindelijk verder. Toch belachelijk dat voor een lunch 1½ uur wordt uitgetrokken. Het was beter geweest dat we gedurende de busrit twee korte stops van een kwartier in de overweldigende natuur hadden gemaakt. Eén uur voor de lunch is ruim voldoende. De weg is lang en eentonig maar de omgeving is nog steeds een streling voor het oog. De rivierbeddingen die we oversteken staan bijna helemaal droog. De rondingen en de glooiing van de bergketen zijn ontstaan door natuurlijke (vallend water) erosie. In deze omgeving is het landschap veel groener. Misschien is hier meer regen gevallen. Velden zijn aangeplant met schijfcactussen en agaven. In tijd van droogte worden de schijven in stukken gesneden en aan de schapen en mohairgeiten gevoerd. De vrucht van de schijfcactus wordt ook wel turkse vijg genoemd. Rechts lopen drie giraffen. Het omheinde terrein blijkt een privé wildpark te zijn. Inmiddels zijn we in de Grote Karoo aangekomen. Ik had onderweg al enkele struiken met donkerroze/paarse bloemen zien staan. Ik kon ze niet thuisbrengen. Het blijken spekbomen te zijn. Ze hebben meer weg van een struik dan van een boom. De spekbomen komen in steeds grotere getallen voor en kleuren de gehele omgeving donkerroze. We rijden nog steeds op de R63. Vóór ons ligt het dorpje Pearston. Zoals zovele andere gemeenten in de Grote Karoo, is ook dit dorp ontstaan als een gereformeerde parochie. De eerste priester die werd aangesteld was de heer John Pears, toenmalig priester in Somerset East. Momenteel draait de lokale economie bijna volledig op de distributie van wol en mohair. Het is nog 77 km naar Graaff-Reinet. Op de lantaarnpalen hebben zwart-witte kraaien hun nest gebouwd. De meeste nesten zijn verlaten. Slechts enkele zijn bewoond. Rechts in de verte ligt de zogenaamde tandjesberg. Je moet wel over enige fantasie beschikken om in die berg de zogenaamde tandjes te zien. Een metalen bord langs de weg heet ons welkom in mohair country. We slaan rechtsaf de R75 op. Een helikopter vliegt laag over de velden. Het blijkt een grote boer te zijn die zijn schapen telt. De grijs/groene struikjes bloeien volop . Ze geven het landschap een gele gloed. Het geel is een schitterend contrast met de rode aarde. Wat een afwisseling qua landschap. Hier groeien weer smalle lange cactussen, meestal in groepjes van drie. We slaan rechtsaf, de R61 op, richting Graaff-Reinet. Tegen 16.20 uur arriveren we in Graaff-Reinet. Het is nog steeds ontzettend warm. De eigenaresse van ons onderkomen, Obesa Lodge, heet ons welkom. In haar rieten mand liggen de sleutels van de kamers. Wij krijgen de sleutel van het onderkomen “English Country”. Alle onderkomens, kamers en appartementen, zijn aan de buitenkant in knalkleuren geschilderd. “English Country” is roze/oranje van kleur. Wij hebben een appartement. Een supergrote badkamer met douche en bad, super grote slaapkamer, grote woonkamer met keukenblok met alles erop en eraan. We zetten snel alle spullen weg. Nog even de vochtige kleren ophangen en dan snel naar de afgesproken plaats. We vertrekken meteen naar de Vallei der Verlatenheid. We reizen met kleine busjes. Graaff-Reinet ligt op 700 meter hoogte, wordt omringd door de Zondagsrivier en ligt midden in het Karoo Nature Reserve. Al rijdend zien we blauw aapjes langs de weg. We klimmen steeds hoger. In de verte zien we enkele zebra’s.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
58
Plots staat een zebra heel dichtbij. Het is een bergzebra. Wat een nieuwsgierig beest. Dit wordt een schitterend plaatje. Ineens rent hij weg met nog drie anderen. Die drie zebra’s hebben zich wel heel goed schuil gehouden in het struikgewas. De bladeren van de aloë vera’s die hier groeien hebben geen scherpe punten zoals elders. De koedoe’s eten van deze plant als ze pijn aan hun maag hebben. Wat is het in de natuur toch mooi geregeld. We stappen uit. We klauteren met de gids naar het uitzichtpunt. Waar we nu staan, heeft ooit Prins Bernhard gestaan. Vijftig kilometer hier vandaan heeft Prinses Irene een onderkomen. Vanaf dit punt kijken we uit op het dorp Graaff-Reinet. In het midden wonen de blanken. Rechts is de township van de donkere mensen. Ik spreek liever over donkere mensen, zwart klinkt zo oneerbiedig. Links wonen de kleurlingen. Echt bizar dat deze situatie na de afschaffing van de apartheid nog instant gebleven is. De gids, ’n vrouw, vertelt dat het nog amper heeft geregend. De natuur loopt achter op schema. Slechts hier en daar ontluikt een geel of wit bloemetje. De struiken zijn al aardig uitgelopen. Die hebben al jonge groene blaadjes. We stappen in de busjes en rijden naar het volgende uitzichtpunt. Het is amper de moeite geweest om in de bus te stappen. Binnen no time stappen we weer uit. Het pad, naar het uitkijkpunt met zicht op de Vallei der Verlatenheid, bestaat uit grote losliggende keien en steengruis. Als je niet oplet waar je loopt, lig je zo op je snufferd. Goede wandelschoenen is bittere noodzaak. Voordat je het weet maak je een schuiver en heb je een verstuikte enkel. Onderweg langs het pad staan een tweetal borden met grappige Zuid Afrikaanse teksten. Bij het uitzichtpunt bevinden we ons op 1.400 meter hoogte. De grillige rotsformaties zijn zeer spectaculair. De vallei waar we op uitkijken is oneindig. We lopen met z’n allen naar de andere kant van de rotspartij. Daar wacht een blauwe koelbox met bier, wijn en fris op ons. Onder het genot van een drankje wachten we op de zonsondergang. Als het zover is, klikken de camera’s aan één stuk door. Ik doe ook mee. Helaas houdt mijn camera niet van schemer en donker. Ik hoop wel dat er een paar leuke plaatjes tussen zitten. Tegen 19.00 uur lopen we voorzichtig naar beneden. De busjes staan klaar voor vertrek. We eten in het centrum van Graaff-Reinet. Het restaurant is een groot koloniaal huis met diverse eetkamers. Binnen zit het stampvol. Het lijkt wel of we een bejaardenhuis binnenstappen. Zo te horen zijn het allemaal landgenoten. Wij eten buiten. Daar is het een stuk rustiger. We zitten aan tafel met Jolanda en Gerard. Wij nemen alleen een hoofdgerecht. Kipschnitzel met frites en mayo. Echt Hollands. Uiteraard met een glaasje rode wijn en bier erbij. Het smaakt voortreffelijk. Daarna proeven we een borrelglaasje Witte Hond (druivenras). Het is de bedoeling dat je het glas in één teug leegdrinkt. Het is een héél sterk drankje. Het lijkt wel of mijn slokdarm in de fik staat. De planning is, dat we tegen 22.00 uur naar het overnachtings adres zullen rijden. Het wordt tijd dat ik de rekening ga betalen. De kassier zit in een apart kamertje. Wij staan in de rij om af te rekenen. Het is een antieke manier van afrekenen. Als iedereen de rekening betaald heeft, brengt Wilfred ons naar het onderkomen voor vannacht. Ik moet alle accu’s nog laden. Dat wil zeggen dat ik ze vannacht nog moet wisselen. Niet leuk, het is niet anders. De accu’s zijn echt aan het eind van hun Latijn. Snel de spullen zoeken. Accu in de lader. Daarna gaan we slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
59
Dag 15 woensdag 3 november Graaff-Reinet – Knysna Om 5.45 uur gaat de wekker. Ondanks dat ik regelmatig wakker ben geweest, heb ik heerlijk geslapen Een tweepersoonsbed is toch een stuk kleiner dan een lits jumeaux. Als Johan ¾ van het matras in beslag neemt, blijft voor mij maar een klein stukje over. Als ik naar de badkamer loop, hoor ik op de achterdeur kloppen. De wekservice. Ik ga douchen en tandenpoetsen. Een uurtje later staat de bagage buiten. Ik ga op mijn gemakje in de huiskamer zitten en werk mijn verslag bij. Er wordt op de voordeur geklopt. De huiskamer ligt aan de straatzijde. Johan opent de houten deur. Voor de deur staan twee donkere dames, de ontbijtservice. Wat een verrassing. Ze dekken de tafel en zetten de dienbladen met het ontbijt neer. De koffie en thee kunnen we zelf maken. Als ik tenminste zakjes nescafé kan vinden. Helaas die zijn op, dan maar een kop thee. Eens kijken wat onder de omgekeerde borden verstopt zit. Twee gebakken spiegeleieren, tomaat, bacon en een worstje. Daarnaast staat een bakje yoghurt, boter, jam en toast, op het dienblad. De houten deur laten we openstaan. Er hangt nog een ijzeren hek in de deuropening zodat niet iedereen zomaar naar binnen kan lopen. Dit is heerlijk ontbijten. Lekker saampjes en toch niet alleen. Op straat is namelijk al volop leven. De vogels fluiten en de mensen lopen naar hun werk. Als we het ontbijt achter onze kiezen hebben loop ik naar de overkant. Daar is namelijk een kwekerij met reuzencactussen. Alle groottes en varianten zijn aanwezig. Enorme reuzen, als bomen zo groot en supergrote ronde exemplaren. Ze staan zelfs aan de straatkant. Johan is op het stenen bankje bij de voordeur gaan zitten. Ik roep “Johan”, hij steekt zijn hoofd buiten het muurtje en mijn fototoestel zegt klik. Dat is een leuk plaatje. Het is jammer dat we maar één nacht in Graaff-Reinet logeren. Naast deze grandioze tuin is het een knusse plaats met prachtige huizen in de Kaaps-Hollandse stijl en Victoriaanse villa’s. Om 8.00 uur zitten we weer in het glazen kastje. We worden uitgezwaaid door de eigenaresse en een mooie donker getinte jongeman. Voordat we Graaff-Reinet verlaten stoppen we om de prachtige kerk te bewonderen. Wilfred parkeert de bus naast de ABSA bank. De mensen staan in een rij te wachten totdat de deur opengaat. Het is vandaag betaaldag. Na de nodige kiekjes van de kerk stappen we weer in. We rijden langs de statige witte gerestaureerde huizen. Ze staan allemaal onder monumentenzorg zodat het koloniale verleden bewaard blijft. Ik zie een bord met de plaatsnaam Middelbrug. Shit, ik ben te laat voor een foto. De borden met Nederlandse namen zijn straks leuke plaatjes om mee te experimenteren in het fotoalbum. We laten Graaff-Reinet achter ons en rijden via de R75 richting Uitenhage. Het is een lange rechte weg en het eerste uur is het landschap niet echt spectaculair. Maar na dat uur wordt het landschap des te mooier. De aloë striata, een lage aloë soort, kleurt met haar bloemscherm de aarde oranje/rood. Een andere vetplant, waarvan ik de naam niet ken, bloeit geel. Daartussen staan nog de lichtgrijze agaven. Een fascinerend landschap!!! Paul vertelde gisteren dat vanuit Zuid Afrika de grondstof mezcal naar Mexico wordt geëxporteerd. In Mexico wordt van deze mezcal, tequila geproduceerd. Het verhaal van Paul stemt niet overeen met de informatie van Wikipedia. Bron Wikipedia: De naam tequila is een beschermd handelsmerk en mag alleen gedragen worden door mezcals uit de streek rond Santiago de Tequila en dragen de titel Hecho en México (made in Mexico). In Zuid Afrika worden van de agaven ook alcoholische dranken geproduceerd. Ze mogen het drankje echter geen tequila noemen. We passeren de Ravelskloof pass (720 meter). Links ligt het dorpje Jansenville. In 1854 besloot Uitenhage een nieuwe gereformeerde parochie op te richten in het noorden. Het dorp werd genoemd naar de toenmalige gouverneur van het Batavische Nederlandse Regime, Generaal J.W. Janssens. De belangrijkste bron van inkomsten in deze regio is het fokken van merino schapen en agora geiten (mohair). Het dorp wordt ook wel de hoofdstad van de mohair genoemd. De huizen zijn van steen en zien er aardig uit. Volgens Paul trekken de blanken weg uit het dorp. Het is inmiddels 9.15 uur en het is nog 142 km naar Uitenhage. We
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
60
passeren de Rietgatrivier, geen stromend water maar een kurkdroge rivierbedding. De spoorlijn loopt parallel aan de weg. Om 10.00 uur stopt de bus. Nu kan ik eindelijk de prachtige flora van dichtbij bewonderen en natuurlijk foto’s maken van die prachtige bloemen van de schijfcactussen. Joop vraagt zichzelf af wat Johan hier in hemelsnaam moet filmen. Blijkbaar heeft Joop geen gevoel voor de schoonheid van de natuur. Ik vond het al heel bijzonder dat er spontaan gestopt werd maar nu begrijp ik waarom. Onze reisleider verdwijnt in de bosjes. Hij moet zo nodig. Zo’n stop in de natuur is toch geweldig. Het zijn maar vijf minuten maar het doet zoveel goed aan de reis. Tijd om te gaan. We steken alsmaar droge rivierbeddingen over. Het blijft heuvelachtig. De vegetatie wisselt van uitbundig tot zeer schaars met enkel wat lage struiken. De spekbomen met hun donkerroze bloemen zijn een opvallende verschijning tussen het sobere struikgewas. Het zonnetje heeft ons verlaten. De hemel is bedekt met grijze wolken. Dit is weer een groot verschil met gisteren. Toen was het de gehele dag bloedheet (34 graden). Het is 10.45 uur, de stad Uitenhage ligt voor ons. We laten de fascinerende Karoo met zijn bijzondere flora achter ons. We zijn weer in de bewoonde wereld. Uitenhage is de stad van de autofabrieken Volkswagen, Audi en Porche. We slaan rechtsaf. De spoorlijn loopt nog steeds parallel aan de weg. De lila bloeiende jacarandabomen en de kinderen, getooid in hun lichtblauwe schooluniformen, bepalen het straatbeeld. Even buiten de stad is aan de linkerkant een complete vinexwijk met Mandela huisjes uit de grond gestampt. Het zijn allemaal dezelfde witte huisjes met rode daken. We slaan rechtsaf, de R102 op. Via de brug steken we de Van Stadens Pass over en bevinden we ons weer op de snelweg N2. De zon is weer gaan schijnen en mijn oogleden worden heel zwaar. Ik moet vechten om ze open te houden. Vóór ons ligt de Indische Oceaan, Jeffrey’s Bay, het surfgebied. De vermoeidheid is toegeslagen want ik schrik wakker. Het lichte tukje heeft toch goed gedaan. Aan de linkerkant staan en liggen zeker meer dan honderd zwartbonte koeien in een groene wei. We rijden nog steeds langs de oceaan. Zo nu en dan verschijnt die oneindige waterpartij in beeld. Dit gebied behoort tot de beroemde Tuinroute. De bermen zijn zeer kleurrijk. De hoofdkleuren zijn geel en wit. Ik herken enkel de witte calla’s, de andere bloemen ken ik niet bij naam. Dit bloemenfestijn zou een korte stop waard zijn. Het is 12.00 uur, we stoppen in Humansdorp bij een benzinestation. Daar is een Wimpy en een supermarkt. We lopen de supermarkt in en kopen twee warme saucijzenbroodjes en een fanta pineapple. Daarna nog naar Wimpy voor koffie. We lunchen op één van de bankjes die buiten staan. Agnes en Joop komen onze kant op. Zij hebben op het marktje verderop, pruimen gekocht. Daar heb ik ook wel trek in. Ik steek een aantal keren de weg over en koop bij het vrouwtje een zak pruimen voor R 6. Om 13.00 uur vervolgen we de rit via de N2. De bermen zijn nog steeds wonderschoon. Naast de bloemen groeien hier ook laag groeiende stuiken, het zogenaamde fynbos. Ik spot zelfs protea struikjes. De bloemen staan nog in knop. Terwijl Paul uitleg geeft over de walvissentocht van morgenochtend, geniet ik van de prachtige flora en van de rood- en zwartbonte koeien die in de sappige groene weilanden grazen. Ineens belanden we in dikke mist, heel mysterieus. Om 14.00 uur stoppen we op het parkeerterrein bij de Paul Sauer Brug die de indrukwekkende Storms Rivier overspant. Deze brug werd ontworpen door de Italiaanse architect Riccardo Morandi. De bouw is gestart in 1954 en is voltooid in 1956. Vanuit deze locatie kun je een trekking maken door het Tsitsikamma National Park. Wij krijgen slechts één kwartiertje tijd om in het diepe ravijn de rivier van iets dichterbij te bewonderen. Naast de brug loopt een pad naar beneden met daarlangs wit bloeiende calla’s. Als ik uitgekeken ben, loop ik weer ophoog. Johan komt ook net aanlopen. We steken het parkeerterrein over en lopen achter de gebouwen langs naar een aantal uitzichtpunten. Hier staat onze reisleider met een paar reisgenoten de constructie van de brug te bewonderen. Het is tijd om te vertrekken. Onze reisleider maakt nog geen aanstalten om naar de bus te gaan. Voor ons een teken dat we ook nog
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
61
wel even tijd hebben om te genieten van het bijzondere landschap. Het is inmiddels 14.30 uur, we volgen onze reisleider die richting de bus loopt. Daar staat de rest van ons gezelschap al een kwartier te wachten. De N2 loopt dwars door het Tsitsikamma National Park. Aan beide kanten van de weg bestaat het woud uit geelhoutbomen. Baardmossen, ook wel oudemansbaard genoemd, tooien de kruinen van deze enorme hoge bomen. Deze baardmossen behoren tot de epifyten familie. Een plantensoort die in het regenwoud op takken en stammen van bomen groeit zonder de bomen zelf aan te tasten. Ik doe mijn best om de “wit/grijze baard” te ontdekken maar daarvoor rijdt de bus te hard. Tien minuten later stoppen we bij het vieuw point world’s highest bungy jump. De Bloukraans brug hangt zo’n 216 meter boven de Bloukraansrivier. Deze rivier vormt de grens tussen de Oostkaap en de Westkaap. Samen met Mieke ga ik op pad om mooie plaatjes van de vegetatie te schieten. Als we terugkomen bij het uitzichtpunt blijkt dat een jongen van plan is te gaan springen. Daar gaat hij, hij schreeuwt het uit. Wellicht de ontlading van de adrenalinestoot. Na een kwartiertje springt nummer twee. Deze jongen springt met een vlag in de hand en geeft geen kick. Wat een verschil. Na de tweede sprong lopen we terug naar de bus. Om 15.30 uur is iedereen present en vervolgen we onze reis. Tussen twee diepe ravijnen door vangen we een glimp op van de Indische Oceaan. We zijn aangekomen in de Westkaap, de laatste provincie van onze reis. Wilfred stopt bij het tolhek. Volgens mij verlaten we de N2 en nemen we nu de R102 of we zitten al op de R102. Vlak achter elkaar passeren we een drietal diepe ravijnen. De Grootrivier, Bobbejaanrivier en Soutrivier ogen als kleine stroompjes water in de immense diepte. De bermen zijn een waar bloemenparadijs. Op de ene plaats wat uitbundiger dan op de andere. Het gras in de bermen wordt goed onderhouden. Met vier man sterk wordt het gemaaid. We naderen Plettenberg Bay met haar magnifieke optrekjes. Dit is het paradijs voor de rijke blanke Zuid Afrikanen. De prachtige huizen staan driekwart van het jaar leeg. Aan de linkerkant wordt cricket gespeeld. De buitenwijken zien er echter niet zo florissant uit. Hier bepalen de krotten het aanzicht. De grijze wolken hebben de zon verdreven. De ongeverfde grijze planken krotjes ogen nu nog triester. Ik heb blijkbaar toch even mijn ogen gesloten want ik word wakker van het tikken van de regendruppels. Het is 16.18 uur, we rijden Knysna binnen. Als eerste zien we een enorme grote krottenwijk aan de linkerkant van de weg. De arbeiders, getooid in een blauwe overall, hebben het werk erop zitten. Ze lopen te voet huiswaarts. Om 16.30 uur rijden we de oprit op van Lagoona Inn. Wij krijgen de sleutel van kamer 103. De kamer is mintgroen geschilderd. Een lits-jumeaux bed met een prachtig wit dekbedovertrek en een nette badkamer. De kamer heeft zelfs een klein balkon. Vanuit het raam kijken we uit over de Lagune. Naast de receptie gaat een ruime trap naar boven en daar bevinden zich een aantal kamers. Naast onze kamer staat een bureautje waar je kunt internetten. Er staan ook een aantal lekkere zachte banken en stoelen waar je heerlijk in kunt wegzakken. Op een tafeltje staat een waterkoker en de kopjes hangen aan haakjes tegen de muur. Ik krijg hier echt een thuisgevoel. Naast ons, logeren hier, René en Peter en Marian. De andere reisgenoten logeren in de andere huizen. Buiten is het Hollands weer, regen en wind. We lopen naar beneden en gaan iets drinken. Er is een bar maar in de huiskamer is het veel knusser. We zakken weg in de lekkere zachte stoelen en ik geniet van mijn wijntje en Johan van zijn Castle. Tegen 19.30 uur lopen we gezamenlijk naar het restaurant, Bosun's Pub and Grill. Het is amper vijf minuten lopen. Het is een gezellig restaurant met daarnaast een café. Het eten smaakt voortreffelijk. Morgen kunnen we lekker uitslapen want we gaan niet mee op walvissentocht. Wij hebben de bultrugwalvissen in Ecuador al gezien.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
62
Dag 16 donderdag 4 november Knysna We worden gewekt door onze luidruchtige reisgenoten. Ze staan met z’n allen bij de receptie. Dat is dichtbij onze kamer. Om 6.45 uur vertrekken ze naar Plettenberg Bay. Van daaruit gaan ze op walvissentocht. Ik kijk door de gordijnen. Het is prachtig weer. Ik ga eerst mijn haren wassen. Als ik klaar ben bekijk ik vanaf het balkon het reilen en zeilen van de lokale bevolking. Om acht uur ontbijten we samen met Marian en Peter. Dit is heerlijk rustig ontbijten. Na het ontbijt lopen wij richting de lagune. Onderweg moeten natuurlijk alle mooie bomen en planten worden gefotografeerd. De Zuid Afrikaanse woorden op de straatnaamborden en andere borden blijven fotogeniek. Tegen tienen lopen we terug naar ons pension. De reisgenoten zijn terug van de walvissentocht en gaan eerst ontbijten. Om 11.00 uur rijden we met de bus naar de bovenstad van Knysna. We krijgen één uur tijd om te shoppen. Als de bus stopt, snellen een aantal meisjes en vrouwen in een rap tempo onze richting op. Ze dragen op hun hoofden stapels met houten schalen. Wij gaan op zoek naar een muziekwinkel. Na lang zoeken hebben we eindelijk een winkel gevonden. Maar we hebben pech. Ze zijn de winkel nog aan het inrichten en zijn nog niet open voor het publiek. Het is gaan miezeren. We lopen richting de bus. We vertrekken al snel naar het Waterfront. Om 12.30 uur stappen we aan boord van de John Benn voor een cruise over de Lagune van Knysna. Cruise is wel een heel duur woord voor een boottochtje dat eigenlijk helemaal niets voorstelt. De lunch gebruiken we aan boord. Een sandwich met kip en mayo. Ik heb trek in koffie, Johan heeft wel zin in een koud pilsje (R 84). We varen tot de Knysna Heads. Deze rotsen bewaken de ingang van de Lagune. Daarna keren we terug. Om 14.00 uur stappen we in de stromende regen van boord. Gelukkig kan ik meteen de paraplu uitklappen zodat we niet zeiknat bij de bus aankomen. Wilfred brengt ons, met nog een aantal reisgenoten, naar het pension. We hebben geen zin om het hele eind in de regen terug te lopen. Na een kwartiertje zijn we “thuis”. Ik zet het waterkokertje aan en maak een lekkere cup a soup. Tegen 15.30 uur klaart het helemaal op. We besluiten om via het verharde pad, dat langs de Lagune aangelegd is, naar het Waterfront te lopen. Onderweg komen we oa Agnes en Joop tegen. Agnes heeft een winkel gezien waar ze cd’s verkopen. Daar moeten we dus heen. Ik vind het jammer dat ik mijn fototoestel niet meegenomen heb. In de drooggevallen stukken land groeien vetplanten met prachtige knalroze en gele bloemen en de watervogels roeren met hun lange snavels in de modderige poelen. Uit het niets duikt een grote vogel op en schaart rakelings over onze hoofden. De aanvallen worden steeds agressiever. We lopen gebukt over het pad met onze handen op het hoofd. Het is gewoon eng. Gelukkig, het is het over. Ik denk dat we te dicht langs een nest liepen of bij het nest zijn blijven stilstaan. Na een half uurtje lopen, komen we aan bij het Waterfront. We wachten voor de openstaande brug. Een super luxe jacht met hoge mast verlaat de haven. We lopen naar het winkeltje dat Agnes ons gewezen heeft en neuzen tussen de cd’s. We vinden een exemplaar met mooie Afrikaanse achtergrondmuziek voor de film. We struinen nog langs een paar winkeltjes en zoeken een leuk tentje om iets te drinken. Het is te fris om buiten te zitten. We besluiten om toch maar terug naar het pension te lopen. Daar is het ook gezellig in de huiskamer. Onderweg worden we ingehaald door de locals, getooid in een blauwe overall. Ze lopen binnendoor naar de snelweg. Hun tempo ligt stukken hoger dan dat van ons. Als we “thuis” aankomen, is het al gezellig druk in de huiskamer. Jan van Mieke is de barkeeper en voorziet zijn gasten (wij, Mieke, Peter, Marian, Joop en Agnes) van een natje en droogje. Ik heb de wijn nog nergens zo lekker gedronken als hier. Heel soepel en rond, zoals de kenners dat noemen. Uiteraard worden de drankjes door Jan netjes genoteerd. Tegen 19.00 uur
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
63
lopen we naar het restaurant waar we gisteren ook gegeten hebben. We eten deze reis veel te veel dus vergeten we het voor- en nagerecht. Voor mij een lekker biefstukje met frietjes en sperzieboontjes en voor Johan een biefburger met frietjes. De bediening is super aardig en het eten smaakt voortreffelijk. Onze vriendelijk ober heeft alles op één rekening gezet. Dat wordt nog even rekenen voor mij, Marian en Agnes. We krijgen hulp van een calculator. Met de prijslijst en het rekenwonder is de klus snel geklaard. Om 21.30 uur houden we het voor gezien en een uurtje later liggen we op één oor.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
64
Dag 17 vrijdag 5 november Knysna – Oudtshoorn Om zes uur ontwaken we langzaam. We hebben heerlijk geslapen. Als ik door de gordijnen gluur zie ik een bewolkte hemel. De donkere locals, gekleed in felblauwe en oranje overalls, al dan niet met rugzak, zijn op weg naar hun arbeid. Ze lopen in grote getallen langs de weg. Een enkeling kan zich een fiets veroorloven. Om 7.15 uur kunnen we ontbijten. Ik heb niet zoveel trek. Een schaaltje yoghurt met vruchten is voldoende. De enthousiaste dames van de keuken en bediening zingen voor ons een prachtig afscheidslied. Shit, heb ik mijn fototoestel niet bij me. Ik snel naar de bus om het te halen. Als ik terug ben zijn ze net klaar met hun optreden. Ik vraag of ze nog even voor de lens willen poseren en dat doen ze met alle plezier. Daarna nog even de rekening (R 180 incl. fooi) betalen. Om 8.10 uur zitten we in het glazen kastje. Ding dong, Paul somt de plaatsen op die we vandaag gaan passeren. Als eerste Sedgefield, vervolgens Wilderness en George. Dit traject behoort tot de Tuinroute. Daarna gaan we de berg over en dan bevinden we ons in de Kleine Karoo. Als Paul klaar is met zijn uitleg hebben we Knysna al lang achter ons liggen. Aan de linkerkant bevindt zich de Groenvlei ( vlei = plas). Dit is een goot zoetwatermeer net achter de oceaan waar een rivier in uitmondt. We passeren het dorp Sedgefield. Dit dorp werd gesticht in 1928 toen de spoorlijn tussen George en Knysna werd aangelegd. De bloemenpracht valt erg tegen. Alles is wel sappig groen met grote meren links en rechts maar bloeiende planten zie ik amper. Links de zoveelste golfbaan. Rechts ligt Swartvlei en een vakantiepark. Volgens Paul kun je in de Swartvlei negen verschillende ijsvogels treffen. Die zou ik wel eens willen spotten. We rijden over de weg die op zandduinen is aangelegd. Links vang ik glimp op van de oceaan. Om 8.50 uur passeren we Wilderness. Aan de linkerkant ligt het spoorlijntje van de befaamde Outeniqua Choo Tjoe stoomlocomotief. Wilderness is het begin (of eind) punt van het traject Knysna-Wilderness. We stoppen bij een prachtig uitkijkpunt. De oceaan ligt zeker honderd meter onder ons. Beneden spelen dolfijnen maar ze zijn met het blote oog amper zichtbaar. We moeten weer verder. Links stroomt de Kaaimansrivier. Het water is donkerbruin, lijkt wel theewater. Over de rivier ligt de brug waarover vroeger het stoomlocomotiefje tufte. Ten tijde van de aardbeving is in deze omgeving de berg naar beneden gekomen en alles ligt er nog bij zoals op het moment van de ramp. Even verder aan de linkerkant is het weer gewoon boerenland. Zwartbonte en bruine koeien eten hun buikjes rond. Om 9.20 uur zijn we in George, het hartje van de Garden Route (Tuinroute). We stoppen op het parkeerterrein van een grote shoppingmall. Paul gaat pinnen en geld afstorten. Wij mogen ons een half uur vermaken in het winkelcentrum. Als eerste zoek ik de wc. Daarna lopen we een muziekwinkel binnen. We neuzen wat tussen de cd’s en lopen weer verder. Ik pak een gratis krantje mee. Het is de Gazette Garden Route Mall. In de krant staan oa de extra openingstijden voor de kerstdagen vermeld. Engels en Zuid Afrikaans wordt door elkaar gebruikt. Leuk krantje om tekst en beelden te scannen voor het reisverslag en het fotoalbum. Dit is weer zo’n super de luxe en supergroot winkelcentrum zoals wij die in Nederland amper kennen. Na een half uur zitten wij met Mieke en Jan, Gerard en Jolanda in de bus te wachten. Tien minuten te laat komt de reisleider eindelijk aankakken. Slecht voorbeeld doet slecht volgen. De rokers nemen nog snel een aantal trekken van de peuk en dan kunnen we eindelijk vertrekken. Volgens Paul is dit nog een kleine mall. We passeren menig bouwproject met huizen die niet onderdoen voor de villa’s in ons landje. De Westkaap is in mijn ogen geen Afrika. Deze provincie behoort tot de westerse wereld. We verlaten de N2 en rijden via de N12 richting Oudtshoorn. Aan de linkerkant bevinden zich een stadion en een golfbaan. Rechts liggen de 2500 meter hoge Outeniquabergen. Wij rijden via de Outeniqua pass en zullen tot maximaal 800 meter hoogte stijgen. Aan de linkerkant wonen de kleurlingen. Aansluitend aan hun leefgebied wonen de donkere mensen die vanuit alle windstreken hier neergestreken zijn. We verlaten het bewoonde gebied. Het landschap is bedekt met
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
65
eindeloze houtplantages met pijnbomen. Rechts in het dal ligt de stad George. De begroeiing tegen de witte rotsen wordt alsmaar mooier. Na een half uur rijden zoekt Wilfred een plaatsje om te kunnen stoppen. Paul stapt uit en steekt de gevaarlijke weg over. Hij geeft ons een teken wanneer we met zijn allen tegelijk kunnen oversteken. In een rap tempo bereiken we de overkant. Vanaf een uitzichtpunt kijken we uit over de groen begroeide bergketen. We krijgen opdracht van Paul om de passen te zoeken. Ik ontdek er maar één. Er blijken zelfs vier passen te zijn. Paul geeft uitleg over de vier passen. De namen van deze vier passen staan vermeld op een bronzen plaket die tegen een rots is bevestigd. De uitleg van Paul heb ik niet kunnen opschrijven. Gelukkig hebben we tegenwoordig internet waar je alles kunt vinden. Bron: www.gozuidafrika.com. De eerste "gebruikte pas" was Attaquas Kloof, een eeuwenoud olifantsspoor ten westen van Mosselbaai. De tweede was Duiwelskop onder het oostelijke gedeelte van de Duiwelsberg nabij George ook wel eens de "Voortrekkerspas" genoemd. De derde pas was eerder onmogelijke om te trotseren, de Cradock Kloof, gebouwd toen John Cradock gouverneur van de Kaap Kolonie was en nadat George werd gesticht in 1812. Dit was een doorn in het oog van elke vervoerruiter tussen Kaapstad en Port Elizabeth. Het vergde een stevige spanwijdte van ossen en drie dagen om een wagen over de 9 km route te vervoeren. Te paard kon een ruiter de klus afmaken in 2 1/2 uur. De eeuwigdurende klachten door de gebruikers van de Cradock pas, leidde uiteindelijk tot de bouw van de vierde passage, de Montagu Pas, die in december 1847 werd voltooid. Dit was de eerste van verscheidene belangrijke bergverbindingen die werd gebouwd door middel van veroordeelde arbeiders in opdracht van John Montagu, de koloniale secretaris bij de Kaap. De pas, waarvan de route volledig afweek van die van de Cradock Kloof, werd gebouwd door Henry Fancourt White, een Australische ingenieur. Het nam 250 veroordeelde werkers om in drie jaar het project te voltooien, kostprijs £36.000. Buskruit werd gebruikt om meer dan 8 km weg uit de rotsen te blazen. Geflankeerd door een lage stenen muur, neemt de pas een steile klim vanuit George tot een hoogte van 740 m alvorens in de Langkloof vallei te dalen. Een oud tolhuis bevindt zich nog bij de ingang aan de George kant. De originele tolprijzen waren drie penning per wiel, een stuiver voor elk lastdier. De ruïnes van de smidswinkel kunnen halverwege de klim nog gezien worden. In 1938 werd een herdenkingstablet opgericht op het punt waar de oude pas van Cradock Kloof en de Montagu Pas divergeerde. Bouw van de Outeniqua Pas, een expressweg ontworpen door P.A. de Villiers van de toenmalige Nationale Raad van wegen, begon in 1943 met 80 Italiaanse krijgsgevangenen. Aan het eind van de oorlog (1945), wanneer ongeveer 90 percent van de werken nog moesten worden uitgevoerd, werden de Italianen vervangen door Afrikaanse wegenbouwers. Het werk impliceerde het vernietigen van rotsen, soms wel 20 m diep, door middel van dynamiet in de hardste rotsen van het land. De pas, die op 20 September 1951 werd geopend, koste uiteindelijk £500.000 en maakt een klim vanuit George (210 m), om de top te bereiken (800 m) op zo een 14 kilometer afstand van het vertrekpunt. Tijdens de jaren '90 van de 20ste eeuw werd de weg op verscheidene strategische plaatsen verbreed om vrachtverkeer en personenauto’s elkaar te laten passeren. Werken aan de spoorlijn tussen George en Oudtshoorn, één van 's werelds meest gerespecteerde routes, werden uitgevoerd in 1908. Deze treinroute gaat door zeven tunnels en langs de aangrenzende Cradock Top (1579 m) en George Top (1327 m), de hoogste punten in de Outeniquabergen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
66
Na een kwartier zitten we weer in de bus. Aan de linkerkant liggen hopkwekerijen. We slaan linksaf, de N62 op. We zijn aangekomen in de Kleine Karoo, halfwoestijn. Karoo betekent in de bosjesmannentaal, plek van de droogte. Ik spot de eerste struisvogel. Dit is, evenals de Grote Karoo, een adembenemend landschap. Soms kaal, dan weer lage bebossing die de omgeving grijs, groen en geel kleuren. Daartussen prachtige hoge ranke struiken met bloemen in de vorm van “lantaarntjes”. De roodgekleurde bergketens met losliggende kleurrijke stenen omsluiten het gebied waar we doorheen rijden. Het voortrekkersmonument en de Uniegebouwen zijn gebouwd van deze zandsteen. Om 11.15 uur zijn we in Oudtshoorn. Oudtshoorn is een typisch Karoo dorp. De temperatuur kan tot maar liefst 52 graden oplopen. De huizen hebben dikke muren die de warmte buiten houden. Het trottoir voor het huis is overkapt zodat de zon de ramen niet kan bereiken. De hele ochtend was het nog bewolkt maar inmiddels schijnt het zonnetje volop. We rijden door de Jan van Riebeeckstraat. We stoppen in het dorp bij een arts voor Jan van Mieke. Hij is gebeten door een insect en laat voor alle zekerheid de beet beoordelen door een deskundige. Jan stapt uit en wij rijden verder. We verlaten het dorp en rijden voorbij een rieten schuur met een golfplaten dak. Hier worden tabaksbladeren gedroogd. Om 11.45 uur arriveren we bij de struisvogelboerderij “Cango Ostrich Farm”. Eerst naar de wc. In een soort schuur krijgen we klassikaal uitleg over de bijzondere eetgewoonte van de struisvogel, (oa kiezelstenen) het uitbroeden van de eieren met de broedmachine en de huid van de struisvogel (2de sterkste leer van alle ledersoorten en peperduur). Daarna lopen we langs de verschillende buitenverblijven. In elk verblijf lopen slechts enkele struisvogels. Onze donkere instructeur met zijn bolle hangbuik heeft een bak voer bij zich. De liefhebbers kunnen de struisvogels voeren en ook even met ze kroelen. Ik houd het enkel bij voeren. Ik hoef die lange nek niet langs mijn hals en gezicht. Op de vraag wie een ritje op de struisvogel wil maken komt alleen Joop over de brug. Eerst geeft één van de verzorgers een demonstratie struisvogel rijden. Hij drukt de lange nek helemaal achterover en pakt de struisvogel onder zijn kop beet. Een andere verzorger rent, met een stuk hout in zijn hand, met de racende struisvogel over. Daarna gaat Joop het proberen. Het lukt hem aardig om op het beest te blijven zitten. Onze voorstelling is ten einde. De volgende groep staat al te wachten. Wij worden de winkel ingeloodst. Ik had me héél veel voorgesteld van de struisvogelboerderij maar het is één commerciële business. Dit is heel jammer. Ik wil nog graag de kop van een mannetjes struisvogel fotograferen. Daarstraks ging het allemaal te snel en is het me niet gelukt. Ik loop in een rap tempo terug en manoeuvreer mezelf langs de groep nieuwe bezoekers. Nu heb ik alle ruimte voor mezelf. De vogels moeten nu nog wel mijn kant opkomen. Ze zijn nieuwsgierig aangelegd en begroeten mij al vrij snel. Ik schiet een aantal plaatjes en loop terug naar de groep. We gebruiken de lunch in een donker hok. We zitten met z’n allen aan een lange tafel. Eerst krijgen we spekbrood met boter. Het lijkt een beetje op een oliebol en smaakt best lekker. Daarna een typisch Afrikaans broodje met boter en jam. Dat is ook lekker. Dan is er voor iedereen nog een stokje met kip en met struisvogelvlees. Ik probeer een klein stukje struisvogelvlees maar ik heb het helemaal gehad met vlees. Het staat me gewoon tegen. Ik betaal de rekening (R 328) en ga lekker buiten in de zon zitten. We zitten hoog en hebben een mooi zicht over de landerijen. In de verte liggen de wijngaarden met daarop een aantal witte Kaap Hollandse huizen. Op een gegeven moment word ik dat gehang zat. Ik verveel me stierlijk. We lopen met de groep naar beneden. Langs het pad staan bloeiende agaven en geelbloeiende cactussen. Ik dacht dat we gingen vertrekken maar dat heb ik mis. Op het gras staan tuinstoelen. Daar hangen en zitten we wat. Dat heb ik ook weer snel gezien. Ik loop richting de straatkant. Daar staan tig bussen in een lange rij achter elkaar geparkeerd. Op straat is ten minste wat te zien. Een aantal vrouwen en meisjes komen voorbij. Ze dragen allemaal een wollen gebreide muts. Ze vinden het blijkbaar koud. Het is 14.20 uur,
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
67
eindelijk, we vertrekken. Na enkele minuten rijden, zijn we bij de lodge De Oude Meul. We krijgen kamer D4, de sleutel zit op de deur. De kamer heeft een voor- en achterdeur. Aan de achterkant ligt een groene weide met stenen banken en tafels die keurig gedekt zijn. De eigenaar heeft misschien gedacht dat we hier zouden lunchen. Op de veranda staat ook nog een tafeltje met twee stoelen. We gaan aan de stenen tafel zitten. Bijna iedereen laat zich verleiden door het warme zonnetje. De buren aan beide kanten zitten al te genieten. Slechts een enkeling is naar de Cango Caves. René komt ons gezelschap houden. Hij heeft een lekker bakje koffie gezet. Dat voorbeeld ga ik volgen. Het is buiten heerlijk vertoeven. Marion en Joep trekken de wandelschoenen aan en trekken erop uit. Op een gegeven moment zien we ze achter ons, hoog in de bergen, lopen. Ik zou ook wel willen maar Johan ziet dat niet zitten met die hitte. De zon wordt toch iets te warm. We besluiten de boerderij te verkennen. De Oude Meul heeft lodges en een struisvogelboerderij. Voor de liefhebbers is er zelfs een zwembad. In een weiland lopen elanden en andere hertachtigen. Op slechts een paar honderd meter treffen we de eerste struisvogeltjes. In een ren lopen wel honderden van die geinige lichtbruine vogels. Een man sleurt met een witte zak voer. Hij vult de voederbakken. Het zijn wel hele domme beesten. Zodra je begint te lopen, rennen ze allemaal met je mee. Als ik de andere kant oploop gaan ze ook weer mee. Wel leuk om even te spelen. We lopen verder en treffen René bij de volgende ren. Deze vogels zijn weer iets groter. Ze zijn ook zeer fotogeniek. Ik wil die koppen graag van dichtbij. Ik moet uitkijken dat ze niet tegen de camera pikken. Pikken doen ze heel graag. Dit is een ontzettend leuk tijdverdrijf. We houden het toch maar voor gezien en lopen richting de weg. De flora tegen de berghellingen is adembenemend mooi. Ik zou de flora graag van dichtbij fotograferen maar dat is te gevaarlijk vanwege het drukke verkeer. Bij de entree hangt een bord met van die mooie Zuid Afrikaanse teksten. De lucht wordt grijs en het gaat steeds harder waaien. De harde wind maakt het ineens minder aangenaam. Ik kan mijn lange broek en fleece goed aanvelen. Wel jammer, daarstraks was het zo heerlijk in het zonnetje. We gaan op de veranda van ons huisje zitten. Ik wis een aantal foto’s en daarna gaan we naar binnen. Ik werk mijn reisverslag bij. Binnen hangen overal huisregeltjes tegen de muur. Van de badkamer tot de buitendeur. Wel een beetje overdreven. Om 18.15 uur zijn de grijze wolken verdwenen en heeft de blauwe lucht weer vrij spel. We lopen naar het restaurant om iets te drinken. Bij binnenkomst krijgen we eerst een welkomstdrankje, een cream cherry. Smaakt weer heel lekker. Jan en Mieke zijn er ook. In het restaurant is geen plaats om gezellig iets te drinken. We zitten met z’n vieren op een rij naast elkaar. Al snel komt de rest binnendruppelen. We besluiten om alvast aan tafel te gaan. Dit is wel een stuk comfortabeler. Het restaurant is niet zo groot. Het heeft een open verbinding met een andere ruimte die aardig wat vierkante meters telt. Volgens de reisgidsen is het restaurant de vroegere molen. Ik drink mijn wijntje en Johan laat zijn castle goed smaken. We hebben niet zo’n trek en bestellen enkel bobotie. Het smaakt goed maar de bobotie in Pilgrim’s Rest was vele keren lekkerder. We betalen de rekening (R 242) en gaan slapen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
68
Dag 18 zaterdag 6 november Oudtshoorn – Somerset West Om 6.00 uur gaat de wekker. We hebben redelijk geslapen. Tegen 7.00 uur lopen we richting receptie. Naast de receptie is een gezellige kamer waar we ontbijten. Ik geniet van de verrukkelijke koffie en een lekker gekookt eitje. Dit is een super ontbijt. Om 8.00 uur lopen we naar de bus. Ik zie Hans met een folder lopen. Ik vraag hem waar hij die gehaald heeft. Hij wijst naar de deur van de receptie. Ik loop snel terug en vraag om een folder. Zo’n folder is leuk om in te scannen. Het beeldmateriaal gebruik ik voor het reisverslag en het fotoalbum. Zover is het nog lang niet, we zijn nu nog op reis. Als één van de laatste stap ik in de bus. Wilfred start de bus, onze eindbestemming voor vandaag is Sommerset West. We rijden op de R328, langs velden met bloeiende agaven. De witte bloementrossen prijken op de metershoge steel die uit het hart van de agave ontspringt. Deze bloemenpracht kondigt tevens het einde van de plant aan. Maar niet getreurd, onder de grijze dikke stekelige bladen ontluiken de nieuwe scheuten. Even lijkt het erop of we door Australië rijden. Daar lopen kangoeroes op de graslanden in plaats van struisvogels. Ding dong, Paul vraagt onze aandacht en neemt de route van vandaag door. Na 10 minuten rijden, stoppen we in het stadje Oudtshoorn in de Baron van Reedestraat. We stappen uit om het prachtige koloniale huis te fotograferen. Helaas ben ik vergeten wat dit prachtige oude huis nu zo bijzonder maakt. Tijd om verder te rijden. We slaan rechtsaf, de R62 op.
De R62 is een zeer rustige en oogstrelende route door de Kleine Karoo en de Breede Rivier Vallei. We worden constant omringd door bergen. Rechts liggen de Swartbergen met daarachter de Grote Karoo, links liggen de Outeniquabergen met daarachter de oceaan. De Kleine Karoo, begroeid met het oogstrelende grijs/gele fynbos, is smal en ligt opgesloten tussen de twee spectaculaire bergketens. Her en der loopt nog een verdwaalde struisvogel. Ter hoogte van Calitzdorp passeren we de schitterende Huisrivier Pas. Kilometerslang zien we wijn- en fruitgaarden en rijden we langs diepe valleien en hoge bergpassen. Calitzdorp staat bekend om zijn wijngaarden (droge en zoete witte wijnen, port) maar ook om het fruit (abrikozen) dat in de openlucht gedroogd wordt. De kale rotsen kleuren geel, grijs en rood. Andere stukken zijn weer prachtig begroeid met fynbos. Ik denk dat de hogere struiken, spekbomen zijn. De ranke smalle opgaande struik (heeft iets weg van brem) met roze bloemetjes heet volgens Paul, de Chinese Lantaarn. Met een beetje fantasie lijken de bloemetjes wel op een lantaarntje. Deze plant is een lekkernij voor de bergzebra. We klimmen steeds hoger. Links in de vallei liggen de fruitgaarden. Het zonlicht verlicht de bergwanden en maakt het landschap nog mooier dan het al is. De omgeving is fascinerend. Het is werkelijk een juweel voor het oog. Om 9.40 uur rijden we het dorp Ladismith binnen. Deze plaats staat bekend om de kaasfabrieken. Fruitgaarden (abrikozen) en weilanden met zwartbonte en bruine koeien wisselen elkaar af. Een snelheidscontrole. Tussen Calizdorp en Ladismith, ligt het plaatsje Zoar. Dit is de geboortegrond van Wilfred. Vroeger woonden in deze omgeving enkel kleurlingen. Tegenwoordig wonen hier ook veel donkere mensen. Volgens Paul hebben de donkere mensen een Mandela huis gekregen van het ANC. Zoals ook de donkere mensen in Ciskei en Transkei een huis hebben gekregen. De kleurlingen hebben zelf voor
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
69
een huis moeten zorgen. Je proeft in de woorden van Paul altijd een ondertoon als hij over de donkere mensen en het ANC spreekt. De bewoonde wereld ligt weer achter ons. Evenals in de Grote Karoo kleuren de vygies (een vetplant) de bermen lichtpaars. De schijfcactussen en een aantal fynbosstruiken geven het landschap een gele gloed. Dit is een mooi contrast met de lichtgrijze beplanting. Her en der lopen struisvogels in de vrije natuur. Een vrouwtje zit geknield op haar nest. Vanuit de bus spot ik haar eieren. Het is nog maar 10.00 uur en ik krijg al ontzettende slaap. Aan de linkerkant staat een wit gebouwtje. Op de muur staat in rode letters “Ronnies sex shop”. De shop blijkt niets met sex te maken te hebben. Het is een pub met een klein restaurantje. Even verder woont een grote veeboer. In het weiland lopen zeker honderden koeien. Het wonderschone natuurlandschap wordt voortdurend afgewisseld door kilometerslange fruitgaarden. Mijn oogleden zijn zwaar. Ik kan het gevecht met mijn slaap niet winnen. Als ik ontwaak is het landschap weer puur natuur. Om 10.30 uur rijden we het dorp Barrydale binnen. Wilfred parkeert de bus bij een winkeltje waar we kunnen plassen. Uiteraard is daar van alles te koop. Ze verkopen prachtige stenen beelden, gedroogd fruit en crème van de aloë vera plant. Ik koop een potje dagcrème en een zakje gedroogde abrikozen (R 9,99). Het fruit is afkomstig van de fabriek Locarno. Deze fabriek ligt 20 kilometer buiten Montagu. Montagu is het eerstvolgend dorp na Barrydale. Het fruit wordt gedroogd van november tot april. Het klimaat in deze streek is uitstekend geschikt om het fruit in de openlucht te drogen. Bij de winkel staat een witte pickup. De laadbak ligt vol met stenen beelden ingepakt in krantenpapier. Twee donkere jongens pakken de beelden stuk voor stuk uit. Ze stallen de prachtige exemplaren op de grond vóór het winkeltje. De jongens hebben unieke stukken bij zich. Ik heb echt spijt dat ik mijn beeldjes zo vroeg gekocht heb. Ik vraag aan één van de jongens hoeveel de beelden kosten maar daarvoor moet ik bij de eigenaar van de winkel zijn. Die moeite bespaar ik mezelf. Om 10.50 uur zitten we weer in ons glazen kastje op weg richting Montagu. Voor, achter, links en rechts, overal waar ik kijk zie ik fruitgaarden, soms afgewisseld door wijngaarden. Bij één van de fruitgaarden staat een bordje “pruime”. Toch grappig dat Zuid Afrikaans. Links een grote groene schuur met een bord “Henry”. Hier wordt fruit gedroogd. Vóór ons rijdt een taxivrachtwagen. De laadbak is afgeladen vol. Wij hebben inmiddels al heel wat landen bereisd maar ik heb nog nooit een land gezien dat zoveel en zo’n afgewisseld natuurschoon heeft als Zuid Afrika. We zijn in Johannesburg gestart en inmiddels zijn we bijna in Kaapstad en ik heb vanuit de bus continue kunnen genieten van de fascinerende landschappen. Om 11.30 uur passeren we het dorpje Montagu. De vele huizen in Kaap Hollandse bouwstijl staan onder monumentenzorg. Tien minuten later stoppen we bij de schitterende Kogmans Kloof Pass. Het waait hier ontzettend hard maar dat deert niet. De grillig gevormde bergketen vormt een schitterend contrast met de blauwe lucht. Na een korte stop van vijf minuten rijden we verder. Nog geen vijf minuten later stoppen we in het dorpje Ashton om te tanken. Eén van de jongens van het tankstation heeft een grote groene kool gekregen. Misschien een fooi. Hij draagt de kool met beide handen en loopt lachend weg. Dit zijn leuke plaatjes. We rijden verder en komen langs de grote conservenfabriek “Langeberg Foods Ashton” (oa tomatenketchup en compote). Ashton heeft ook wijnkelders en een grote graanproductie. Via de R60 rijden we richting Robertson, bekend vanwege zijn specerijen. De vele wijngaarden worden afgewisseld door grote plassen en graanvelden. Op een aantal plaatsen is het graan al geoogst en samengeperst tot pakken. Links loopt nog een verdwaalde mannetjes struisvogel. We naderen Worcester. Deze stad heeft oa scholen voor blinde en doofstomme. Hier is ook een opleidingsinstituut voor blindengeleidehonden. Het is 12.40 uur, we staan stil voor Worcester, er wordt aan de weg gewerkt. We rijden de stad binnen. Rechts wonen de donkere mensen. Verderop links staan flats met oudroze gekleurde muren. De was hangt op de trapleuning te drogen. Ziet er allemaal een
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
70
beetje luguber uit. We slaan linksaf de N1 op. We passeren tennisvelden, honkbalvelden, scholen en een grote shoppingmall. De stad ligt achter ons en we rijden nu tussen bergketens die begroeid zijn met protea’s en nog veel meer moois. Om 13.15 uur betaalt Wilfred tol voor de 4½ kilometer lange Hugenotentunnel. Als we uit de tunnel komen lees ik KWV (Kooperatieve Wijn Vereniging). Rechts in het dal ligt het dorp Paarl. Aan de linkerkant lopen apen in de goot van de weg. We hebben de bergen voorgoed achter ons gelaten. Bloeiende planten in het groene gras kleuren het weiland paars, heel mooi. We rijden naar het Taalmonument. De bermen zijn bedekt met protea struiken. We slaan af en rijden de heuvel op. Voor de fietsers die we passeren is het een pittige klim. We gaan eerst lunchen. Paul heeft al besteld. We zetten de tafeltjes naast elkaar zodat we allemaal kunnen uitkijken over de groene wijngaarden met in het zuiden het Stellenbosch gebergte. Terwijl we smullen van de tosti kaas/ham en tomaat met salade en frietjes, genieten we van het warme zonnetje en het schitterende uitzicht. Van deze kleine dingen kan ik echt genieten. Aan alles komt een einde. Het is tijd voor de bezichtiging van het Taalmonument. Het Afrikaanse taalmonument werd in 1975 door de Zuid Afrikaanse apartheidsregering gebouwd. Het Afrikaans was dat jaar precies een halve eeuw geleden een officiële taal. Eerst even en paar snapshots van de borden met de Zuid Afrikaanse teksten. Het monument, een aantal grijze pilaren, is door het spel van licht en schaduw wel fotogeniek. Daarmee is ook alles gezegd. Om 15.00 uur houden we het voor gezien. Nu gaan we wijn proeven bij Estate Fairview (http://www.fairview.co.za/). We slaan de Suid Agter Paarl Road in en om 15.07 uur parkeert Wilfred de bus op het overvolle parkeerterrein. Goede business. We proeven drie soorten wijn. Ik vind geen van allen lekker. Daarna proeven we nog een aantal kaasjes. Daar zitten wel hele lekkere tussen. Namen van wijnen en kaasjes heb ik niet kunnen opschrijven. Deze ben ik dus ook allemaal vergeten. Na het proeven loop ik nog wat rond om foto’s te maken. Winkelen is niet aan mij besteed. Met een korte blik in de winkel heb ik voldoende gezien. Tegen 16.30 uur lopen we richting bus. Eerst nog even het bruidspaar bewonderen. Een mooi donker paartje. De jongen zijn broek is véél te lang, geen gezicht. Via de R44 rijden we naar Stellenbosch. Naast de vele wijngaarden worden in deze streek ook olijven verbouwd. Meestal neemt de vrouw des huizes deze teelt voor haar rekening. De een beschouwt het als een hobby. Voor de ander is het een aanvulling op het inkomen uit de wijngaard. Steeds meer wijngaarden worden verkocht aan projectontwikkelaars. Zo ook aan de rechterkant. Vroeger was dit een prachtige wijngaard, nu is het een nieuwbouwwijk. Om 16.45 uur rijden we Stellenbosch binnen. Vanwege de vele eikenbomen langs de straat wordt de stad ook wel de eikenstad genoemd. De eiken zijn een natuurlijke zonwering. In 1679 stichtte Simon Van Der Stel de stad. Typisch voor de stad zijn de vele witte Kaap Hollandse, Georgiaanse en Victoriaanse huizen. We stappen uit en wandelen door een aantal straten. Ondanks dat het zonnetje haar best doet, maakt de stevige bries het fris. Johan en ik wandelen in ons eigen tempo. Zo hebben we alle tijd om de omgeving in ons op te nemen. En voor straks is het leuk dat we voldoende foto’s en filmmateriaal hebben. De laatste straat die we doorwandelen is de Dorpstraat. Hier staat de bekende “Oom Samie se winkel”. We arriveren net tegen sluitingstijd (17.00 uur) bij de winkel van Sinkel. We mogen nog snel een blik naar binnen werpen. Ik vind het niet zo spectaculair. Ik maak een aantal foto’s want Oom Samie se winkel is wel typerend voor Stellenbosch. Om 17.40 uur verlaten we het rustige Stellenbosch. We vervolgen de R44 richting Sommerset West. Aan de linkerkant liggen stapels hout. Op het bord staat, “braaihout”, geschreven. De groene wijngaarden met de bergen op de achtergrond zijn ware schilderijtjes. Een lijstje eromheen en het is een juweeltje aan de muur. We slaan rechtsaf. Om 17.45 uur rijden we de parkeerplaats van The Lord Charles Hotel (NH hotel) op. Het grote witte hotel, met daaromheen de groene gazons, past perfect in de omgeving. Paul deelt de kamersleutels uit. Wij hebben kamer 5011. Een grote mooie kamer op de begane grond met een terrasdeur en buiten een klein zitje. Even relaxen en dan is het tijd voor iets sterks. De bar is sfeervol verlicht. De wijn is heerlijk en Johan geniet van zijn castle. Langzaam aan druppelt iedereen binnen. Paul heeft om 19.30 uur gereserveerd. Het restaurant is schuin
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
71
oversteken. We nemen enkel een hoofdgerecht. Een tournedos met groene asperges en dat smaakt prima. Tegen 22.30 uur zoeken we onze kamer op.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
72
Dag 19 zondag 7 november Somerset West – Kaapstad Om 6.00 uur sta ik in de badkamer. Drie kwartier later staat de bagage op de gang. Om 7.00 uur gaan we op zoek naar het ontbijt. Er staat een uitgebreid buffet klaar. Zelfs mijn favoriete passievruchten liggen tussen het vele fruit. Ik vind dit de lekkerste tropische vruchten. Ze hebben een hele aparte smaak, een beetje wrang en toch ook weer een beetje zoet. Op aanraden van mij proeft René enkele vruchten. Ik heb bijna alle passievruchten opgegeten, eigenlijk ietwat asociaal. Ik schep nog een schaaltje yoghurt met verse vruchten. Heerlijk al dat fruit. Tegen 8.00 uur hebben we allemaal weer een plaatsje gevonden in het glazen kastje. Paul neemt de microfoon. Hij ziet streepjes in de lucht en dat betekent weersverandering. Volgens het programma zouden we pas morgen de Tafelberg gaan bewonderen. Het is vandaag stralend weer. Paul stelt voor om het programma om te gooien. Vandaag reizen we eerst naar de Tafelberg en daarna naar het Duikereiland. Dit eiland is de verblijfplaats van oa een kolonie Kaapse Pelsrobben. Het vervolg van de reis krijgen we later te horen. Via de N2 rijden we richting Kaapstad. Na een half uur rijden bereiken we de krottenwijk (township Khayelitsha) van Kaapstad. In 1986 zijn veel Xhosa’s uit Transkei naar hier gekomen. Inmiddels wonen hier 2 ½ miljoen mensen. Paul vindt het gênant dat de toeristen altijd de krotten willen fotograferen. De huizen die er goed uitzien, krijgen amper aandacht. Daar heeft hij gelijk in. Aan de buitenkant staan grijze houten krotten maar binnenin staan stenen huizen met rode pannen daken. Elk krot en huis wordt voorzien van elektriciteit. De zware zwarte elektriciteitskabels buigen helemaal door en hangen kris kras door elkaar boven de huizen. We naderen de immens grote stad die gebouwd is rond een bergketen (Signall Hill, Lions Head, Devil’s Peak en de Tafelberg). De grillige lichtgrijze rotsen tekenen prachtig af tegen de strakke blauwe lucht. Aan de rechterkant ligt de containerhaven en het Waterfront. We rijden door de hellende straten van Kaapstad richting de Tafelberg. In de verte oogt de afgeplatte top werkelijk als een tafelblad. Om 8.45 uur zijn we op de plaats van bestemming. De afgelopen drie dagen is de Tafelberg gesloten geweest vanwege het slechte weer. We zijn vroeg en de drukte valt gelukkig mee. We lopen naar het "Lower station" (363m) en stappen in de cabine. De cabine stijgt 10 meter per seconde en er mogen maximaal 65 personen in. Terwijl de cabine langs de rotsige bergwanden omhoog zoeft, heeft elke passagier, dankzij de ronddraaiende vloer, een panoramisch uitzicht op de Tafelberg, Tafelbaai, Kaapstad etc. Na enkele minuten stappen we uit op het Upper Station (1.067m). Wij gaan meteen op pad om te genieten van de waanzinnige vergezichten en de prachtige flora (fynbos) en fauna (Kaapse klipdassen). We hebben immers maar 45 minuten tijd en die wil ik volledig benutten. Dat Paul zonodig uitleg wil geven moet hij zelf weten. Ik heb me voldoende voorbereid. Hetgeen ik gelezen heb, kan ik nu met eigen ogen aanschouwen. Vanuit de verte oogt de Tafelberg plat maar als ik hier zo loop heb ik toch een heel ander gevoel. Beneden ligt het indrukwekkende Kaapstad met oa het Groenpunt Stadion waar gedurende 11 juni tot en met 11 juli de wereldkampioenschappen voetbal gespeeld zijn. Midden in de Tafelbaai ligt Robbeneiland. De Lion’s Head wordt prachtig belicht door de zon. Het zijn magnifieke vergezichten. Deze prachtige beelden staan voor altijd op mijn netvlies en die kan niemand mij meer afnemen. Wij hebben wel super geluk dat het prachtig zonnig weer is en dat het amper waait. Alleen jammer dat we maar drie kwartier van dit moois mogen genieten. Alleen om de flora te bewonderen heb je al een dag nodig. Twee toeristen maken zich gereed voor het abseilen. Helaas, het is 9.45 uur, tijd om aan te sluiten bij de rij wachtenden. Binnen no time staan we weer beneden. Daar staat een grote menigte te wachten om naar boven af te reizen.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
73
We zijn de drukte dus mooi voor geweest. Om 10.00 uur rijden we naar Houtbaai. Aan de linkerkant ligt een prachtige bergketen en rechts schuimt de azuur blauwe Atlantische Oceaan. De grillige rotsen zijn begroeid met lage protea struikjes en andere flora. Iets later is de begroeiing hoger en kleuren de bloemen de rotsen donkerroze. Voor ons ligt Houtbaai. Daar gaan we aan boord van Drumbeat 11. Aan boord zijn twee verschillende FOX groepen. De ene groep heeft de reis Zuid Afrika-Mozambique gedaan. De andere groep alleen Zuid Afrika, net zoals wij. De laatste groep hebben we op onze eerste dag ontmoet in het hotel in Pretoria. Toch is het altijd leuk om te horen wat zij allemaal gedaan, gezien en beleefd hebben. Om 11.00 uur varen we uit. Na 20 minuten zijn we bij het Duikereiland. De pelsrobben liggen heerlijk te zonnen op de rotsen. Als ze het te warm krijgen zoeken ze verkoeling in het heldere water. De robben zijn te snel voor mijn camera. Mijn camera reageert pas als ze weer kopje onder zijn. Op de foto zie je nog net de gladde bruine rug. Twee vissers, in een smal houten bootje, doen een poging een visje aan de haak te slaan. Onze boot keert en vaart terug naar de wal. Om 11.45 uur stappen we van boord. Een fel uitgedost muzikaal gezelschap voert een mooi stukje entertainment op. De donkere mannen, getooid in glanzende gele jasjes en glanzende blauwe broek met hoed, maken er een vrolijke boel van. Het merendeel van de toeristen laat het muzikale gezelschap links liggen. Toch jammer. Via de Chapmans Peak Road, rijden we naar Simonstad. Deze (tol)weg is door Italiaanse krijgsgevangen aangelegd. Dit is een toeristische route tussen Houtbaai en Noordhoek en is officieel geopend in 1922. De weg loopt helemaal boven langs de kust, is 9 km lang en heeft 114 bochten. Aan de rechterkant ligt de Atlantische Oceaan en links rijden we rakelings langs de indrukwekkende kliffen. De flora is overweldigend. Wonderschone geelbloeiende protea struiken sieren de rotsen. Op sommige plaatsen zijn de rotsen afgeschermd met netten en gaas. Wellicht uit voorzorg voor losgeraakte stukken steen. We stoppen bij één van de uitzichtpunten. Vanaf hier hebben we een schitterend uitzicht op Houtbaai. Onderweg krijgen we de laatste rekening van Paul. Water R 72, restaurant voor vanavond R 580, Tafelberg R 360, Taalmonument in Paarl R 170, Totaal R 1.182. Als we straks in Simonstad lunchen komt hij het geld innen. Aan het einde van deze prachtige route, ligt onder in het dal, de plaats Noordhoek. We slaan rechtsaf en rijden via de M6 richting Simonstad. In de berm exploiteren de locals een houthandeltje. Een stuk zeil is het dak van de “houtzagerij”. Dat kan hier allemaal. De bloemen kleuren het landschap geel en donkerroze. We slaan rechtsaf, de M4 op. Links ligt de haven en het station van Simonstad. Om 13.50 uur stoppen we in het centrum van Simonstad waar we lunchen in café Pescado. Ik neem een sandwich tomaat/kaas met frietjes en een fanta, Johan gaat voor de single burger met frietjes en cola (R 80). Om 13.53 uur heeft iedereen zijn/haar plekje gevonden in de bus en reizen we verder naar Cape Point. Paul vraagt ons de bavianen met rust te laten en geen zichtbaar eten en drinken mee naar boven te nemen. Anders heb je geheid gedonder met die beesten. De bomen zijn met de wind meegegroeid en liggen bijna plat. Alle plaatsen die we vandaag aandoen zijn onderdeel van het Table Mountain National Park. De natuur in dit nationale park is weergaloos. Op dit moment bepalen de geel en wit bloeiende protea’s de kleur van het landschap. Langs de kant van de weg staan geparkeerde auto’s. Een baviaan probeert het portier van een auto te openen. Dit is aangeleerd door de mensen. Wilfred parkeert de bus op de parkeerplaats. Om 14.10 uur betaalt Paul de entreegelden. Cape Point is de meest zuidelijke punt van het Kaapse schiereiland. Dit is niet het zuidelijkste punt van Afrika. Dat is namelijk Kaap Agulhas. Om 14.30 uur beginnen wij aan de tocht naar boven. We hebben geen keus, we moeten wel lopen want de tandradbaan is stuk. Het is een goed verhard pad. De hitte maakt de tocht heftig. Johan haakt af en blijft samen met Peter achter. Op zich vind ik dat niet erg want nu heb ik alle vrijheid. Ik geniet tijdens mijn klimpartij van de spectaculaire vergezichten, de dieptes, de prachtige turquoise oceaan en de betoverende (bloeiende) flora (fynbos). Mijn fototoestel maakt overuren. De zweetdruppels lopen over mijn voorhoofd en prikken in mijn ogen. Dat deert niet, dit is genieten. Na 20 minuten bereik ik het hoogste puntje. De vuurtoren ligt op 249 meter boven de oceaan. Dat vertelt tenminste het bord bij de vuurtoren. Een wegwijzer geeft de
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
74
afstanden aan naar verschillende grote wereldsteden: 9.635 km naar Amsterdam, 12.541 km naar New York, 6.055 km naar Rio de Janeiro, 11.642 km naar Sydney, 7.468 km naar Jeruzalem, 9.623 km naar Londen. De terugtocht naar beneden is nog mooier dan de heenreis. Halverwege pik ik Johan op. Achteraf gezien is het maar goed dat het tandradbaantje het niet deed. Anders waren we geheid met dat treintje gegaan en had ik al dat moois gemist. Om 15.15 uur rijden we naar het volgende hoogtepunt, Kaap de Goede Hoop. Na ruim een kwartiertje rijden zijn we op de plaats van bestemming. Het bruine houten bord met de gele tekst: Kaap Die Goeie Hoop, die mees suidwestelike punt van die vasteland van Afrika, is zeer fotogeniek. Iedereen wil achter het bord gefotografeerd worden. Ik heb daar niets mee en fotografeer het bord liefst zonder toeristen erop. Na verloop van tijd geef ik de moed maar op want dat gaat me nooit lukken. Ik loop over de grote ronde stenen en grote rotsblokken naar de wilde oceaan. De golven beuken tegen de kliffen en daardoor ontstaan enorme schuimmassa’s. Ik heb altijd gedacht dat op deze plaats de Indische Oceaan en de Atlantische Oceaan elkaar ontmoeten. Bron: Wikipedia vertelt het anders. Kaap de Goede Hoop (Afrikaans: Kaap die Goeie Hoop, Engels: Cape of Good Hope) is de naam van het zuid westelijkste punt van Afrika en wordt ten onrechte beschouwd als een overgang tussen de Indische Oceaan en de Atlantische Oceaan. De kaap is gelegen in ZuidAfrika, nabij Kaapstad. Het zuidelijkste punt van Afrika is Kaap Agulhas, ongeveer 200 km oostelijker. Om 16.00 uur vertrekken wij naar het volgende hoogtepunt, Boulders Beach bij Simonstad. Daar bevindt zich sinds 1985 één van de drie broedkolonies van de Afrikaanse pinguïn (zwartvoetpinguïn) op het vasteland van Zuid Afrika. In 1982 broedde daar twee paartjes. Inmiddels is de populatie uitgegroeid naar ongeveer drieduizend vogels. We zullen het straks allemaal gaan zien. We stoppen. Hoe is het mogelijk! We mogen de prachtige grote geelbloeiende protea struiken van dichtbij bewonderen. Protea’s worden ook wel speldenkussens genoemd. Hier bloeien ook lage struiken met grote witte bloemen. De bloemen lijken op de witte keien die her en der verspreid liggen. Ik weet het, ik val in herhaling. Ik heb nog nooit een land gezien met zo’n onbeschrijfelijke prachtige en afwisselende flora. Aan alles komt een einde, we moeten verder. Daarna rijden we door een gebied dat ‘n stuk minder begroeid is. Nu blijkt dat dit gebied drie jaar geleden gecontroleerd is afgebrand. In de omgeving van Kaapstad moet dat proces om de 10 jaar uitgevoerd worden. De flora herstelt zich heel snel. In het Table Mountain National Park kun je ook wandeltochten maken. Dit zou ik alle natuurliefhebbers willen aanbevelen. Vanuit het glazen kastje zie ik ontzettend veel maar mis ik het gevoel met de natuur. We slaan linksaf, de M4 op, richting Simonstad. De bavianen aan de linkerkant van de weg zorgen voor het nodige vertier. Wilfred zet de bus stil. Ze spelen op en tegen de hoge rotsen en halen allerlei capriolen uit. Soms verliezen ze hun evenwicht en vallen dan een paar meter naar beneden. Er zijn ook een paar ondeugende baboons. René geniet met volle teugen. Zijn fototoestel kan het haast niet bijbenen. Het speelkwartier is voorbij en wij rijden verder. Om 16.43 uur staan we op de parkeerplaats van Boulders. Onder de stuiken zitten een paar verdwaalde pluizige pinguïns. We lopen over het trottoir langs de vele souvenirstalletjes. Het voetpad loopt vlak langs het strand waar de locals genieten van hun vrije dag. Een grijs stenen gebouw is de entree van Boulders. We lopen via een houten vlonderpad naar het strand. De pinguïns zitten op de grijze rotsen, op het prachtige witte bounty strand en in het water. Naar mijn gevoel zitten hier maar heel weinig pinguïns. De volwassen kuikens zijn in de rui en zien er pluizig uit. Op zich is het wel heel bijzonder dat zo’n kolonie zich midden in een bewoond gebied bevindt. Aan de andere kant vind ik dit beschermd gebied niet zo spectaculair. Leuk om gezien te hebben. Om 17.20 uur zitten we in de bus. We rijden op de M4. Aan de rechterkant ligt Valse Baai en vóór ons Long Beach. We steken dezelfde kruising over als vanmorgen. De M64 is de weg naar Noordhoek. Wij nemen de M3 richting Kaapstad. Links in het dal liggen de Constantia wijngaarden met haar grote witte Kaap Hollandse en Engelse huizen. Volgens het NRV programma zouden we één van deze wijngaarden bezoeken. Dit uitstapje zal wellicht niet in het programma van Paul opgenomen zijn want wij rijden richting Kaapstad. Wij passeren Bishopscoort. Mooie witte huizen en enorme
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
75
reuzen van bomen. Het zijn dennen- en eikenbomen. We verlaten de M3 en volgen de M63. We passeren Rondebosch, een wat oudere zuidelijke buitenwijk van Kaapstad. Links in de bermen groeit de blauwe Afrikaans lelie. Bij ons beter bekend als de kuipplant Agapanthus. We rijden nu op de M4. Links bevindt zich de universiteit van Kaapstad en rechts het Grote Schuurziekenhuis. Niet veel verder ligt aan de linkerkant de platogende Tafelberg. Er komt net een gondel naar beneden. Aan de rechterkant ligt de haven en het Victoria & Alfred Waterfront. Links, de oude fortmuur en het spoorweg-eindstation. Op de weg lopen een aantal bedelaars met open gevouwen handen die ze enigszins naar voren richten. We slaan rechtsaf. We rijden in de hoofdstraat van Kaapstad. Onder de weg bevindt zich een winkelcentrum. Om 18.20 uur arriveren we bij het Fountains hotel. Het welkomstdrankje is een verse jus. We krijgen de sleutel van kamer 424. T.o.v. het Sommerset hotel is de kamer klein. Wat mij betreft zou ik dit hotel niet aanbevelen als verlengingshotel. Of het hotel moet nog betere kamers in de aanbieding hebben. Het hotel ligt vlakbij het Waterfront en dat is wel mooi meegenomen. Om 19.00 uur moeten we gewassen en gestreken zijn. We eten vanavond buiten de deur. Om 18.55 uur wordt de bagage binnengebracht. Op vijf minuten tijd moeten we beiden douchen en omkleden. Dat gaat uiteraard niet lukken. Ik graai snel wat schone kleren uit de koffer en die schieten we snel aan. Nog nahijgend staan we stipt om 19.00 uur beneden. Jan en Lyda staan ook gereed voor vertrek. Maar dan is het wachten op de rest. Na drie kwartier komen de laatste aankakken. Achteraf hoor ik zeggen dat een aantal reisgenoten de koffers niet eerder hadden. Om 19.45 uur lopen we via de achterkant van het hotel naar het restaurant. Paul loopt voorop en Wilfred sluit de rij. Dit doen ze uit oogpunt van veiligheid. Ik heb blote armen en heb het een beetje fris. Als ik geweten had dat we te voet zouden gaan, had ik een vestje aangetrokken. Ik heb blijkbaar niet goed geluisterd. De shawl om mijn hals maakt het nog enigszins aangenaam. Nadat we een paar straten en kruisingen overgestoken zijn, staan we voor de ambiance. Het is in feite een grote open tent met terrasverwarmers. Helaas heb ik de naam van het etablissement niet opgeschreven. Meestal neem ik een kaartje mee maar zelfs dat ben ik vergeten. Bij binnenkomst blijkt de tent al aardig gevuld te zijn. Beneden zit een groep toeristen en boven ook nog een flinke groep. Alles is open. Met ons erbij is het volle bak. We krijgen kleine hapjes (soort tapas) geserveerd uit diverse Afrikaanse landen. Het arrangement, exclusief drankjes, kost R 290 per persoon. Naast de tapas wordt een act opgevoerd met muziek en dans. De artiesten voeren de act drie keer uit. Eerst boven, dan zijn wij aan de beurt en daarna nog een keer naast ons. De kwaliteit van de gerechtjes zijn niet zo geweldig. Daarnaast is de wijn aan de prijzige kant en drie keer dezelfde uitvoering horen is ook niet professioneel. Tegen tienen ontvangen we de rekening van de drankjes en die blijkt niet juist te zijn. Eén wijntje en twee Castle R 60 incl. tip. Al met al vind ik dit geen geslaagde avond. Om 22.30 uur lopen we gezamenlijk naar het hotel. Morgen vertrekken we pas om 11.00 uur naar Robbeneiland. We mogen uitslapen. Johan zet de wekker op 8.00 uur. Vandaag was het een intensieve dag en ik ben blij dat ik mijn ogen kan sluiten.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
76
Dag 20 maandag 8 november Kaapstad en Robbeneiland Om 7.00 uur zijn we wakker. Véél te vroeg. We zetten onze benen toch maar naast het bed. Ik schuif de gordijnen iets open zodat het daglicht binnen kan komen. Ik zie een sombere grijze lucht. Wat een verschil met gisteren. We werken onze ochtendrituelen af. Johan vult het waterkokertje en maakt met de zakjes nescafé een redelijk bakje koffie. Ik maak de koffer en de tas in orde voor de terugreis. Tegen 8.30 uur nemen we de lift naar beneden. Ik geef bij de receptie de kaart voor Manoj, onze geweldige chauffeur van Sri Lanka, af. Uit de mail, die we later van Manoj ontvangen, blijkt dat hij de ansichtkaart ontvangen heeft. From: Manoj Peiris To: johanenrina Sent: Monday, December 13, 2010 5:09 PM Subject: Manoj from Sri Lanka Hi Johan n Rina, Hope you guys are doing well. i received the cards which you sent me very recently and thanks a lot for remembering me.i never forget you guys. Im also bit busy with work these days as this is the season. I'll write to you very soon. till then TC. This is my email address and you can write to me at any time. With love, Manoj from Sri Lanka Het is een uitgebreid ontbijtbuffet. Dat is uiteraard perfect maar die enorme mensenmassa is minder. Er gaat toch niets boven de kleinschaligheid die je het huiskamergevoel geven. Gelukkig hebben we gedurende onze reis slechts enkele keren in grote hotels gelogeerd. Ik loop langs het buffet en schep voor de laatste keer in Zuid Afrika een schaaltje yoghurt met verse vruchten. Ik heb nog trek en neem een paar sneetjes toast met kaas en tomaat. Als je later ontbijt heb je meer trek. Na drie kwartier lopen we de ontbijtzaal uit. Vanachter de glazen schuifpui zien we de regendruppels steeds frequenter naar beneden vallen. Dat is minder. We nemen de lift naar boven en zetten de bagage op de gang. De rugzak, met plu’s, wegwerpponcho’s en filmtas nemen we mee. Nu is het wachten tot 10.10 uur. We laten ons in de zachte stoelen wegzakken. Ik pak pen en blocnote en werk mijn reisverslag bij. Het is tijd om te vertrekken. Als we naar de bus lopen is het weer droog. Om 10.30 uur staan we op het Waterfront te wachten. Het miezert weer. Alles ziet er triest uit. De grijze wolken hangen laag en belemmeren het uitzicht. We lopen naar de Mandela Gateway. Vanaf hier vertrekt de ferry naar Robbeneiland. Hier staan we droog. De controle is een enorm streng. Het is te vergelijken met internationale vluchten. Alles uit de broekzakken, rugzak op de band, door de poortjes, etc. etc. Daarna via de loopbrug naar de boot. De boot is tjokvol. We lopen de trap op naar boven. Aan de zijkant is nog plaats maar daar staan we in de regen. Ik loop naar de achterkant. De stoelen onder de luifel zijn allemaal bezet. Dan maar met mijn kont op het koude ijzer. Johan blijft staan. Een stel jongens, met een Indische look, staan op. Binnen no-time zijn de lege stoelen bezet. Een houten stoel uit de regen zit toch een stuk comfortabeler. De tocht duurt amper een half uur. Bij het havenhoofd bivakkeert een kolonie aalscholvers. De mest die ze produceren stinkt enorm. We trekken onze poncho aan want het regent nog steeds. Er wordt omgeroepen dat de bussen klaar staan. Wéér in de bus? Ik dacht dat we zouden lopen. We houden onze poncho toch maar aan en hopen dat de bustocht
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
77
maar voor even is. We settelen ons op de eerste bank. De rest van onze reisgenoten stappen een andere bus binnen. Onze gids sluit de deur en heet ons welkom. Hij wil graag het thuisland van iedereen weten. De gids noemt het land en wij steken onze hand omhoog als hij Holland roept. Zo gaat dat even door. Degene die nog niet aan bod zijn gekomen geven zelf het land van herkomst aan. Bijna de halve wereld blijkt vertegenwoordigd te zijn in de bus. Toch leuk zo’n internationaal gezelschap. Terwijl de bus ons over het eiland rijdt, vertelt de gids honderduit. Zijn verhaal wordt op een gegeven moment wel wat langdradig. Ik krijg het warm. We trekken onze poncho’s uit en proppen het plastic naast ons op de stoel. De zon komt tevoorschijn en alles ziet er meteen veel fleuriger uit. De bus rijdt langs het vroegere leprakerkhof, de kerk en de school. De wit gepleisterde kerk en de lagere school zijn nog in gebruik door de bewoners van het eiland. De bloeiende planten bedekken een gedeelte van het eiland met een dik geel tapijt, heel bijzonder. Eindelijk, de bus stopt en wij kunnen even de benen strekken. Vanaf dit punt hebben we zicht op Kaapstad en de Tafelberg. Ik draai mezelf om, richt mijn lens tussen twee dikke vlezige stekelige bladeren van een agave en maak een hele bijzondere snapshot van de vuurtoren. Het is tijd om in te stappen. Agnes, Joop, Annie en Peter stappen bij ons in. Ik denk dat ze hun bus gemist hebben. Ze zien ons niet. De volgende stop is bij het gevangeniscomplex. Wij stappen uit en de bus met gids vertrekt. Een andere gids staat ons op te wachten en leidt ons naar binnen. Agnes, Joop, Annie en Peter blijven buiten staan. We komen een grote zaal binnen. De vloer glimt als een spiegel. Tegen de muur staan bankjes waarop we gaan zitten. De gids, een ex-gevangene, vertelt heel rustig zijn verhaal. Het is muisstil, je kunt een speld horen vallen. Hiervan krijg ik kippenvel. Ik vergelijk dit moment met het bezoek aan het JEATH War Museum in Kanchanaburi in Thailand en het Tuol Sleng Genocide Museum in Phnom Penh in Cambodja. In feite zijn de gebeurtenissen in Thailand en Cambodja niet te vergelijken met de gevangenis op Robbeneiland. In Thailand en Cambodja zijn de gevangenen op gruwelijke wijzen doodgemarteld. Voor zover ik weet is daar op Robbeneiland geen sprake van geweest. Het gevangenis complex is verdeeld in secties A, B etc. Wij bevinden ons nu in een zaal. Ik weet niet tot welke sectie deze behoort. Zestig gevangenen moesten deze ruimte met elkaar delen. Voor de beeldvorming zijn een tweetal stapelbedden in de hoeken geplaatst. Tegen de muren hangen witte kastjes. Hierin konden de gevangen hun schamele bezittingen bergen. Tegen de kop van de zaal is door de gevangenen een muurschildering aangebracht. Op één van de borden die tegen de muur hangt wordt aangegeven welk voedsel de gevangenen kregen. De huidskleur bepaalde de hoeveelheid voedsel. De kleurlingen en Aziaten kregen meer te eten dan de donkere mensen. Toch absurd! De gids is klaar met zijn verhaal. Ik wacht tot iedereen de ruimte verlaten heeft. Nu kan ik foto’s maken van de zaal en de wasgelegenheid. Nog snel een blik in een andere zaal en dan een sprintje zodat ik weer bij de groep kan aansluiten. We lopen via de binnenplaatsen van de andere secties naar de binnenplaats van sectie B. De sectie van de politieke gevangenen. Op deze binnenplaats heeft Nelson Mandela, na jarenlang wachten, eindelijk toestemming gekregen om een groentetuintje aan te leggen. Het werken in het tuintje gaf hem het gevoel van vrijheid. Er staan een aantal oude foto’s tentoongesteld. Op één van de foto’s hakken de gevangenen op de binnenplaats stenen tot gruis. De gevangenen konden niet bij gevangenen van andere secties komen. Overdag moesten ze werken en ze mochten ook sporten. Vanaf de binnenplaats lopen we het cellencomplex binnen. Eén voor één staan we stil voor cel 5. Hier leefde Nelson Mandela 18 jaar lang in een ruimte van twee bij drie meter. Een hokje met slechts een matje, een tafeltje en één getralied raam dat uitkijkt op de binnenplaats. Als iedereen de lange gang, met links en rechts de éénpersoonscellen gepasseerd is, klik ik nog snel om het beeld voor altijd te vereeuwigen. Om 14.30 uur is rondleiding ten einde. De wijze waarop deze ex gevangene zijn verhaal op onze groep heeft overgebracht heeft mij van binnen
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
78
geraakt. Ik ben weer een onbeschrijfelijk gevoel rijker dat me nooit meer zal loslaten. We lopen richting de haven. Daar zijn wc’s en souvenirwinkels. Wij gaan op de rand van de stoep zitten en eten onze evergreens. We zijn de eerste van onze groep die terug zijn en gaan alvast in de rij staan. Agnes, Joop, Annie en Peter komen ook aanlopen. We zijn ook één van de eersten die de boot betreden en laten ons wegzakken in de zachte stoelen op de tweede rij. Onze andere reisgenoten volgen ook. Om 15.00 uur varen we terug naar V&A Waterfront. Na een klein half uur stappen we van boord. Paul, Joep en Marion staan ons op te wachten. We lopen met z’n allen naar een grote supermarkt voor een broodje. Ik koop een doosje met een sandwich tomaat/kaas en een broodje tonijn. We lopen naar de buitenkant van het Waterfront, zoals Paul ons aangegeven heeft. We zoeken een verhoogd stoepje in de zon op, gaan zitten en werken op ons gemakje de lunch naar binnen. Het smaakt heel lekker. We hadden tijdens onze reis vaker naar een supermarkt moeten gaan om de lunch in te kopen i.p.v. te lunchen bij Wimpy of in een restaurant. Daarmee hadden we héél veel tijd kunnen besparen. Met deze uitgespaarde tijd hadden we extra stops onderweg kunnen maken en tijdens één van de stops hadden we kunnen picknicken. Helaas was ik niet de reisleider. Wel jammer dat we geen tijd hebben om het Waterfront te ontdekken. Lekker een terrasje pikken en zo. Joep en Marion zijn niet mee naar Robbeneiland geweest en hebben zich vermaakt op het Waterfront. Onze reisgenoten komen onze kant op. Aan de andere kant van de weg is een parking. Daar staat Wilfred met de bus. Als de groep compleet is, lopen we daarheen. We rijden eerst naar het hotel. Gerard stapt uit. Hij wil graag even wat rusten. We zien de Tafelberg, gehuld in de mist. Wat een tegenstelling tot gisteren. We stappen uit bij het Kasteel de Goede Hoop. Het is een fort en het oudste nog bestaande Europese bouwwerk in Zuid Afrika. Daarna lopen we het oude postkantoor binnen waarin momenteel winkeltjes zijn gehuisvest. We vervolgen onze voettocht langs de vele bloemstalletjes met alle soorten protea’s. We staan stil bij diverse gebouwen en brengen een bezoek aan de St. George Kerk. Ik spot een oranje betjak met op de achterkant de tekst “Holland”. Als we even later op de hoek van de straat stil staan, komt de betjak rijder en even later ook zijn maatje, onze kant op. Daarna lopen we door de Compagnie Tuinen. Het is een groot stadspark met prachtige botanische planten. De eekhoorntjes springen van boom naar boom. Ze zijn vliegensvlug. Tegen een zwart hekwerk hangen een tweetal afbeeldingen van de voetbalsupporters van het afgelopen WK. Het oranje voert de boventoon. In diezelfde tuinen staat het standbeeld van Cecil John Rhodes. Het begint te druppelen en de druppels vallen steeds frequenter. Gelukkig heb ik paraplu’s bij me. Binnen notime lopen we midden in een hoosbui. De afstand naar de bus is niet ver meer. De plu’s kunnen de hoeveelheid water niet aan. Mijn broekspijpen en die van Johan zijn zeiknat. Voor de rest zijn we gelukkig nog droog. We zitten allemaal als verzopen katjes in de bus. Zo zie je maar, neem altijd iets mee voor de regen. Het weer is zo veranderlijk. We zitten nog maar amper in de bus en het houdt alweer op met regenen. Dit was de laatste excursie. We stappen uit bij het hotel. We lopen samen met Paul naar de kamer waar alle bagage van ons is opgeslagen. Paul heeft een kamer (612) geregeld waar we onze natte kleren kunnen uittrekken en eventueel kunnen douchen. Ik heb alle belangrijke papieren voor de terugreis in mijn handtas gestopt. Op advies van Paul, heb ik die in de koffer gestopt. In Kaapstad moet je enkel wat geld in je broekzak hebben. Voor de rest moet je niets bij je dragen. Ik pak mijn handtas uit de koffer en dan kan de kofferriem eromheen voor de terugreis. In de foyer staan witte lederen zachte stoelen. We laten ons lekker wegzakken en bestellen een rood wijntje en een castle. Nu is het enkel nog zitten en wachten. Peter en Marian denken er hetzelfde over als wij. De andere reisgenoten zitten buiten onder de parasol. De parasol houdt de miezer wat tegen. Mieke en Jan en Jan van Lyda vinden het te koud en komen binnen zitten. Ik pak mijn blocnote en schrijf voor de laatste keer de aantekeningen op. Om 18.00 uur gaan we eten zodat Paul en Wilfred vanavond op tijd naar huis kunnen. Het is buffet. Eerst neem ik een lekker warm soepje. Daarna nog salade en wat zoetigheid. Het is wel fijn dat je in Zuid Afrika gewoon salade kunt eten. Het water waarmee de rauwkost wordt gewassen is niet schadelijk voor je darmen. Tijdens het eten vul ik het evaluatieformulier in en
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
79
noteer ik alles wat op mijn hart ligt. Het afrekenen verloopt wat chaotisch. Normaal gesproken zetten we het eten en de drankjes op het kamernummer en als we vertrekken betalen we de rekening. Voordat we om 20.30 uur vertrekken, knuffelen we nog met de achterblijvers. Agnes, Joop, Annie en Peter blijven nog vier dagen in Kaapstad. Tiny, Josephine, Joep, Marion, Hans en Marijke vliegen morgen naar huis. Al zwaaiend vertrekken we richting luchthaven. Het is twintig minuten rijden. Op de luchthaven neem ik afscheid van onze geweldige chauffeur Wilfred en schud ik Paul de hand. Ik bedank hem voor alle informatie die hij ons over Zuid Afrika heeft bijgebracht. Ik kan het niet laten om hem toch even te zeggen dat ik het jammer vind dat wij zo weinig spontane stops hebben gedaan. We hebben het land nu onvoldoende geproefd, gevoeld en geroken. We lopen met onze bagage naar de vertrekhal. We worden geholpen met het zelf inchecken. Achteraf gezien hadden we dit thuis kunnen doen. We leveren de bagage af en daarna lopen we gezamenlijk door de douane. Als tijdverdrijf drinken en kletsen we wat en struin ik door de winkeltjes. Tegenover gate 5 is een leuk winkeltje, Out of Africa. Van mijn laatste Randen koop ik een aantal leuke sjaals en een wit T-shirt met daarop in zilver de letters Cape Town. De laatste Randen verdwijnen in de “leeuw” voor het goede doel. Om 23.40 uur boarden we. We vliegen met de KLM Galapagos Island. We zitten op de stoelen 17 G en 17 H. Het vliegtuig zit tjokvol.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
80
Dag 21 dinsdag 9 november Kaapstad – Amsterdam Om 0.55 uur hangen we in de lucht en binnen no time vertoef ik in dromenland. Ik schrik wakker. Ik heb blijkbaar het avondeten gemist. Ik masseer mijn stijve nek en doe wat rek en strek oefeningen. Daarna nestel ik me weer in de stoel. Ik heb mijn slaap weer snel te pakken. Vier uur vóór de landing word ik echt wakker. De tijd gaat supersnel. ‘n Uur voordat we landen, wordt het ontbijt geserveerd. Ik heb niet zoveel trek. De koffie ruikt goed. Ik heb wel zin in een lekker bakje koffie. Ik eet de crackers op en peuzel het bakje fruit van mij en van Johan leeg. Als de stewardess de tafel afgeruimd heeft ga ik op zoek naar mijn schoenen. Die zitten ook weer vast. De verwachte landingstijd is 11.23 uur Gate 2. Nadat de piloot de wielen op Nederlandse bodem heeft neergezet, taxiet het vliegtuig naar de gate. We staan op, wachten geduldig, pakken de handbagage uit bakken boven ons, verlaten het vliegtuig en lopen door de slurf. We gaan op zoek naar bagageband 17. Daar kunnen we de bagage ophalen. We moeten wel héél lang wachten voordat er iets op de band verschijnt. We zeggen iedereen alvast vaarwel. De mailadressen zijn uitgewisseld dus kunnen we contact houden. Om 12.05 uur komt uiteindelijk de bagage. Gerard en Jolanda lopen gelijk met ons op. De vrouw van Gerard, Ank en de zus van Jolanda met de twee neefjes, staan hun op te wachten. Wij zwaaien Jolanda en Gerard gedag en gaan op zoek naar de standplaats van de hotelshuttle A9-A13. Het is 12.10 uur. De bus van Van der Valk komt net aanrijden. Fijn, hoeven we tenminste niet in die mistige zure kou staan wachten. Om 12.20 uur vertrekken we naar het A4 hotel waar we om 12.30 uur arriveren. Johan gaat de auto halen en laadt de bagage in. Ondertussen haal ik bij de receptie het uitrijdkaartje. Om 12.35 uur rijden we onder de afslagboom door en om 14.25 uur zijn we thuis. Einde van de reis. Ik kijk met gemengde gevoelens terug op de reis. Het is een prachtig afwisselend land met een overweldigende natuur en een vriendelijke bevolking. Er zijn niet veel landen op de wereld die qua schoonheid en afwisseling aan Zuid Afrika kunnen tippen. Wij hebben niets gemerkt van de criminaliteit en hebben ons overal veilig gevoeld. Het enige minpunt heeft te maken met wijze waarop de reisleider een belangrijk onderdeel van de reis georganiseerd heeft. Het hoe en waarom heb ik reeds verwoord in mijn reisverslag. Ik heb nog genoeg energie over en gooi de koffer en tas leeg. Ik sorteer de vuile was. Even later draait de wasmachine. Ik heb meteen het werkritme weer te pakken. Het lijkt alsof we niet weggeweest zijn.
http://rinavanoersreisverhalen.webklik.nl/page/reisverslag-zuid-afrika
81