INTERINSTITUTIONELE AANBESTEDING INZAKE TAALCURSUSSEN LUXEMBURG SPECIFICATIES Aanbesteding nr. 24/1612/10
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
1
INHOUD
1.
Inleiding
3
2.
Beschrijving van te verlenen diensten
4
3.
Uitsluiting van inschrijvers
17
4.
Selectiecriteria
18
5.
Gunningscriteria
19
6.
Uitsluiting van de gunning
21
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
2
1.
INLEIDING 1.1.
Achtergrond en doelstellingen
Ieder jaar organiseren de instellingen en organen van de Europese Unie in Luxemburg (hierna de “instellingen”) activiteiten op het gebied van taalonderwijs voor hun personeel. Bij voldoende belangstelling worden standaardtaalcursussen georganiseerd overeenkomstig het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen (CEFR) a voor alle officiële talen van de Europese Unie, alsmede voor enkele niet-EU-talen. Er worden specifieke cursussen gegeven, eveneens georganiseerd overeenkomstig het CEFR, om te voorzien in de leerbehoeften van het personeel dat specifieke taken verricht. Tevens worden andere taalgerelateerde diensten voorzien. Deze diensten worden gekoppeld aan het onderwijs en de beroepsmatige gebruikmaking van talen, zoals conferenties en seminars over linguïstiek, de meest recente ontwikkelingen op het gebied van taalonderwijs, het ontwikkelen van modules, etc. (geen volledige lijst). Deze activiteiten zullen met name plaatsvinden in Luxemburg, maar enkele diensten kunnen in Brussel worden verricht of op andere locaties waar de instellingen personeel hebben. De opleidingen moeten ervoor zorgen dat de deelnemers een algemene taalvaardigheid verwerven, zowel schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid als lees- en luistervaardigheid. Uiteindelijk is het doel dat de deelnemers de gekozen taal zodanig beheersen dat ze deze kunnen gebruiken in het kader van hun werk. Opmerking: Institutionele hervormingen en het uitbreidingsproces kunnen opleidingsbehoeften. Deze zijn in dit stadium echter niet bekend. 1.2.
leiden
tot
nieuwe
Doelgroep
De doelgroep is het personeel van de instellingen, met uiteenlopende functies binnen de instellingen. De contractant dient te beseffen dat de klassen zullen bestaan uit personeel met uiteenlopende scholing, verschillende nationaliteiten, en verschillende moedertalen, die werken bij verschillende instellingen en verschillende taken verrichten. De specifieke modules zijn bestemd voor personeel van diensten die bijzondere behoeften kenbaar hebben gemaakt (linguïsten, juristen, economen, controleurs etc. – een niet volledige lijst). De contractant dient zich in het bijzonder te realiseren dat de specifieke modules mogelijk uitsluitend georganiseerd kunnen worden voor personeel met een linguïstische achtergrond (bijv. vertalers en jurist-vertalers). Dit personeel beschikt over een hoog academisch niveau en een diepgaande kennis van de grammatica, taalkunde en filologie en is bekend met het gebruik van metataal. Onder bepaalde omstandigheden en overeenkomstig de interne regels van elk van de instellingen kan het voorkomen dat er activiteiten voor taalonderwijs georganiseerd worden voor andere personen die aan de instellingen verbonden zijn, met inbegrip van leden van de Europese Rekenkamer. a
Aanvullende informatie over het CERF is te vinden op de website van de Raad van Europa: http://www.coe.int/t/dg4/linguistic/cadre_EN.asp
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
3
1.3.
Talen
De opleidingen betreffen het onderwijs van de 23 officiële talen van de Europese Unie: Bulgaars, Tsjechisch, Deens, Nederlands, Engels, Ests, Fins, Frans, Duits, Grieks, Hongaars, Iers, Italiaans, Lets, Litouws, Maltees, Pools, Portugees, Roemeens, Slowaaks, Sloveens, Spaans en Zweeds, alsmede Luxemburgs (de taal van het gastland). Daarnaast worden Kroatisch, onderwezen. 2.
IJslands,
Russisch, Turks
en andere niet-EU-talen
BESCHRIJVING VAN TE VERLENEN DIENSTEN 2.1.
Opzet en organisatie 2.1.1.
Opzet van de opleiding
Teneinde de gestelde opleidingsdoelen te bereiken dient de contractant een reeks van gevarieerde leermethoden en -middelen te gebruiken die zijn aangepast aan het profiel van de cursisten, met inbegrip van onder andere individualisering, verschillende multimediaproducten en e-learning. De contractanten dienen zich ervan bewust te zijn dat de taalopleidingen bestemd zijn voor volwassenen. Het lesmateriaal, de leermiddelen en te gebruiken methoden moeten geschikt zijn voor een publiek van geschoolde en zakelijke volwassenen. De opleiding dient te bestaan uit theorie en praktische oefeningen die de echte werksituatie van het personeel van de instellingen zoveel mogelijk benaderen. Voor elke taal worden voorafgaand aan de opleiding tests afgenomen ter bepaling van het aanvangsniveau, en eindtests aan het eind van elke module, die bedoeld zijn ter vaststelling, beoordeling en ‘certificering’ van het competentieniveau. 2.1.2.
Vorm van de opleiding
De standaardmodules en specifieke cursussen worden door de contractant verzorgd op door de instellingen bepaalde voorwaarden (tijden, dagen/perioden, niveaus, inschrijvingsprocedures, toegangsvoorwaarden en cursusruimten). Het systeem is georganiseerd per taal, per niveau en per type. De cursusniveaus moeten zodanig zijn opgezet dat de cursisten moeiteloos van cursus kunnen wisselen, ongeacht het type (zie navolgende tabel). Overzichtstabel van de huidige standaardmodules per niveau en per type (indicatietabel): Type
Duur van een module
Duur (per dag)
Frequentie
Wekelijks (twee perioden per jaar) Semi-intensief (één periode per jaar)
15 weken gedurende 4 maanden 3 weken
4 uur
Eénmaal per week
4 uur
Dagelijks
2 opeenvolgende weken
6 uur
Dagelijks
Intensief b (één periode per jaar, ‘s zomers)
b
Iedere intensieve taalcursus duurt twee opeenvolgende weken, maar intensieve cursussen worden gegeven in een periode van vier weken. Ieder niveau wordt echter maar één keer aangeboden.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
4
Voor de standaardmodules voor individuele cursisten kan meer flexibiliteit nodig zijn omdat deze meer dan één keer per week of elke dag gedurende korte tijd plaats kunnen vinden. De contractant dient cursussen aan te bieden tot ten minste niveau B2 van het gemeenschappelijk Europees referentiekader. Het is mogelijk dat sommige personeelsleden onderwijs tot niveau C2 nodig hebben. Een taal moet onderwezen worden op een niveau dat gelijk is aan het niveau op scholen in de Europese Unie waar die taal een officiële taal is, uitgezonderd in specifieke omstandigheden en op verzoek van de instellingen. De cursussen worden elke werkdag gegeven tussen 8.30 en 17.30 uur (behoudens enkele uitzonderingen). Enkele uitzonderingen daargelaten bedraagt het aantal cursisten per module ten minste zes en ten hoogste twaalf. Het doel is tevens modules te organiseren op basis van ‘e-learning’ (zie paragraaf 2.3.4 inzake de beschrijving van de diensten). 2.1.3.
Lesruimten en faciliteiten
De instellingen geven de contractant de beschikking over: lesruimten, waarvan zij de bijbehorende kosten van stroomvoorziening, verwarming, schoonmaak en onderhoud voor hun rekening nemen; de standaarduitrusting en het meubilair, waarvan zij de eventuele vervanging voor hun rekening nemen; technische voorzieningen: op dit moment beschikken de meeste lesruimtes over televisie, een dvd-speler, video, een bandrecorder, een overheadprojector en een bord, en sommige ruimtes over computers met internettoegang en/of interactieve lesborden. Een aantal instellingen geeft de contractant eventueel ook de beschikking over een speciale ruimte voor de opleiders, met computers met internettoegang, toegang tot een gedeelde harde schijf en een printer. De cursussen in Luxemburg worden gegeven in de gebouwen die door de Europese instellingen ter beschikking worden gesteld. Voor de cursussen buiten Luxemburg bepalen de contractant en de instellingen gezamenlijk op welke locatie deze plaats zullen vinden. 2.1.4.
Looptijd
Looptijd van het raamcontract: zie artikel 4 van het ontwerpraamcontract, bijlage II van de aanbesteding. 2.2.
Kwalificaties van het personeel
De contractant dient het bewijs te leveren dat zijn personeel voldoet aan de in de paragrafen 2.2.1-2.2.4 uiteengezette criteria en voortdurend wordt bijgeschoold in de vereiste methoden en competenties voor de uitvoering van zijn taken. Opleiders en andere leden van het personeel die diensten verlenen aan de instellingen moeten geaccrediteerd zijn door de instellingen aan de hand van de procedure die is neergelegd in artikel 19 van het ontwerpraamcontract. De instellingen behouden zich het recht voor te allen tijde de diensten van een opleider of ander personeelslid te weigeren of om zijn vervanging te vragen, zoals neergelegd in artikel 19 van het ontwerpraamcontract. De contractant benoemt tevens administratieve en didactische coördinatoren. Het aantal vereiste coördinatoren wordt bepaald op grond van het aantal bestelde uren. Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
5
2.2.1.
Opleiders
De opleidingen worden gegeven door hooggekwalificeerde opleiders die voldoen aan de volgende minimumeisen: een academische graad in de linguïstiek in de te onderwijzen taal, toegekend na ten minste drie studiejaren; bevoegdheid om op linguïstisch gebied onderwijs te geven aan volwassenen (met beroepscertificaat of vergelijkbaar attest); ten minste drie jaar ervaring in onderwijs in hun moedertaal als vreemde taal aan volwassenen (een minimum van 2 400 uur over drie jaar) in de afgelopen tien jaar; ervaring in het opleiden van een internationaal publiek. Zij dienen zoveel mogelijk, en om te waarborgen dat de opleiders kunnen communiceren met de cursisten, Engels of Frans te spreken naast de taal die zij onderwijzen (d.w.z. een Franse opleider dient ook Engels te spreken en viceversa). Opleiders dienen hun moedertaal te onderwijzen en ervaring te hebben met multimediaal onderwijs. De opleiders voor de specifieke cursussen moeten ook blijk geven van hun kennis ten aanzien van het onderwerp van de specifieke cursus, inclusief hun kennis van het daarmee verband houdende jargon (rechten, economie, financiën, audit etc.), en van hun vermogen om met specifieke en complexe teksten te werken (besluiten van het Hof van Justitie, controleverslagen, etc.). Eerder opgedane ervaring met het onderwijzen van soortgelijke onderwerpen is vereist. Voor de specifieke modules die gericht zijn op personeel met een linguïstische achtergrond dienen de trainers ervaring te hebben opgedaan met het opleiden van een dergelijk publiek. De contractant dient aan te tonen dat zijn opleiders beschikken over de beroepskwalificaties en ervaring en gespecialiseerd zijn in volwassenenonderwijs. 2.2.2.
Didactisch coördinator
De didactisch coördinator dient ten minste: -
te beschikken over een academische graad in de linguïstiek of filologie die is toegekend na ten minste drie studiejaren; vloeiend Frans of Engels te spreken; drie jaar ervaring te hebben met taalonderwijs aan volwassenen (een minimum van 2 400 uur over drie jaar) in de afgelopen tien jaar; drie jaar ervaring te hebben met onderwijscoördinatie of het managen van opleiders. 2.2.3.
Administratief coördinator
De administratief coördinator dient ten minste drie jaar ervaring te hebben in een soortgelijke functie en dient aan te tonen dat hij in staat is de in paragraaf 2.3.7 beschreven taken uit te voeren. De administratief coördinator dient vloeiend Engels of Frans te spreken. 2.2.4.
Deskundigen
De door de contractant ter beschikking gestelde deskundigen voor het verrichten van specifieke diensten zoals beschreven in paragraaf 2.3.3 dienen te beschikken over ten minste vijf jaar ervaring in een soortgelijke functie.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
6
De deskundigen dienen vloeiend Engels of Frans te spreken. Kennis van de taal van het perceel waarvoor hun deskundigheid nodig is (of van een aantal talen in het perceel voor percelen met meer dan één taal), is een pre. Het profiel waarover de deskundige dient te beschikken is afhankelijk van de bestelde diensten. 2.3.
Diensten 2.3.1.
Voorbereiden, aanpassen, geven, evalueren en monitoren van standaardmodules (een module heeft betrekking op één taal en één niveau en kan in verschillende klassen tegelijk gegeven worden, bijv. Frans niveau 1)
Deze modules moeten ontwikkeld worden voor groepen van 6 tot 12 cursisten, maar ook voor individuele leden van een aantal instellingen. Er dienen twee prijzen te worden opgegeven: één voor de voorbereiding en aanpassing en een andere voor het geven, de evaluatie en het monitoren van de module. De voorbereiding omvat het bepalen van de doelstellingen van de opleidingen, het opstellen van de beschrijving van de module, de vaststelling van de ingangs- en eindtests, en eventueel een voorstel voor het monitoren van de opleidingen. Onder aanpassing vallen alle herzieningen van deze documenten nadat ze zijn goedgekeurd. De voorbereidingsfase eindigt pas wanneer de instellingen de voorgestelde module hebben goedgekeurd. Het geven, evalueren en monitoren heeft betrekking op het geven van de cursus en het uitvoeren van het toezichtproces dat is goedgekeurd door de instellingen. De leveringsprijs omvat tevens: de prijs voor het organiseren en uitvoeren van de ingangs- en eindtests (indien van toepassing); de prijs voor het verstrekken en verdelen van het voor de module ontwikkelde materiaal. Daartoe dient de contractant:
• voor elke module ten minste eenmaal per jaar een “modulebeschrijving” (syllabus) van drie à vijf pagina’s op te stellen – en op verzoek te actualiseren – waarin het volgende wordt aangegeven: 1) hoe het niveau van de module overeenkomt met het CERF; 2) de opleidingsdoelstellingen van de module op het gebied van communicatieve taal, die het niveau aangeven van de volgende te verwerven vaardigheden: - luistervaardigheid; - actieve spreekvaardigheid; - interactieve spreekvaardigheid; - leesvaardigheid; - schrijfvaardigheid. 3) de linguïstische inhoud van de module met het oog op de verwezenlijking van voornoemde doelstellingen: - pragmatische vaardigheden; - linguïstische vaardigheden; - lexicale vaardigheden; - grammaticale vaardigheden. 4) onderwijsmethoden; 5) de methode voor de beoordeling van de deelnemers en de module in samenhang met de hierboven genoemde doelstellingen: - aan het begin van de opleiding; - tijdens de opleiding; - aan het eind van de opleiding; 6) het te gebruiken leermateriaal, inclusief eventuele tekstboeken.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
7
Deze beschrijving zal worden goedgekeurd door de instellingen en op ruime schaal worden verspreid door hun opleidingsdiensten.
• voor elke module een origineel exemplaar van het lesmateriaal te verstrekken voor elke cursist. Dit lesmateriaal dient vóór aanvang van de module gereed te zijn en moet in overeenstemming zijn met de doelstellingen en met de specifieke linguïstische kenmerken van de opleiding. Het lesmateriaal moet ten minste één week voor aanvang van de module op papier en in elektronisch formaat aan de opleidingsdiensten van de instellingen worden toegestuurd. De gemaakte kosten voor het verstrekken van lesmateriaal en de verdeling onder de cursisten zijn opgenomen in de leveringsprijs van de module. Het lesmateriaal blijft eigendom van de instellingen. Het lesmateriaal wordt tijdens de opleiding aangepast en aangevuld naargelang van de behoeften van de cursisten. Naast dit originele lesmateriaal kan de contractant de cursisten tevens verzoeken tekstboeken aan te schaffen.
•
een lijst te verstrekken met aanvullend lesmateriaal en leermiddelen (bijv. samenvattingen, oefeningen en correcties, audiomateriaal, etc. – geen volledige lijst) die beschikbaar worden gesteld aan de cursisten. Dit materiaal dient via een internetverbinding toegankelijk te zijn, en wel uitsluitend voor geregistreerde cursisten.
•
te waarborgen dat de lijst met de tijdens iedere les te behandelen onderwerpen en te verrichten activiteiten (oefeningen en bijbehorende correcties, gebruikt audio- en videomateriaal, etc.) vooraf of uiterlijk 24 uur na afloop van de les, toegankelijk is (verstuurd per e-mail of beschikbaar gemaakt in een werkomgeving) voor de cursisten.
•
voor iedere taal een ingangstest ter bepaling van het niveau van de cursist te ontwikkelen en uit te voeren, voordat deze zich mag inschrijven voor een module, en voor iedere module eindtests ter bevestiging van het niveau dat de cursisten aan het eind van de module bereikt hebben.
Ingangstests duren 45 minuten tot 1 uur en bestaan uit: een schriftelijke toets, eventueel in de vorm van een meerkeuzevragenlijst, om de grammaticakennis van de deelnemer te beoordelen; een gesprek van 10 à 20 minuten om de mondelinge vaardigheden van de cursist en zijn/haar beheersing van de woordenschat te beoordelen. Uiterlijk twee dagen na de ingangstest stuurt de opleider de resultaten aan de instellingen (d.w.z. diens beslissing betreffende het niveau waarop de cursist dient te beginnen). Eindtests duren ten minste twee uur en omvatten: een luistertoets van ten minste 20 minuten; een schriftelijke toets waarin zowel de schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid als de leesvaardigheid wordt beoordeeld; een gesprek van 15minuten dat plaats kan vinden op dezelfde dag als de schriftelijke en luistertoets of bij de volgende les, afhankelijk van het aantal cursisten in de groep. Uiterlijk twee dagen na de toets stuurt de contractant de resultaten aan de instellingen (cijfers, opmerkingen en het besluit of de deelnemer door mag gaan naar het volgende niveau).
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
8
Ingangs- en eindtests moeten ter goedkeuring aan de instellingen worden toegezonden voordat ze toegepast kunnen worden.
•
een permanente beoordelingsprocedure op te zetten voor de modules. De contractant dient alle aanpassingen in de modules door te voeren die de instellingen noodzakelijk achten. De contractant verbindt zich tot volledige medewerking aan ieder beoordelingssysteem dat de instellingen doorvoeren.
•
alle aanpassingen in het opleidingsprogramma door te voeren die de instellingen noodzakelijk achten. 2.3.2.
Opzetten, voorbereiden, aanpassen, geven, evalueren en monitoren van specifieke modules (bijv.: professioneel schrijven, cursussen voor jurist-linguïsten, etc.).
Voor de specifieke modules worden de prijzen onderverdeeld in twee afzonderlijke componenten: één voor de opzet, voorbereiding en aanpassing en een andere voor het geven, beoordelen en monitoren van de module (zie de definities in paragraaf 2.3.1). Daartoe dient de contractant:
• voor elke module ten minste eenmaal per jaar een “modulebeschrijving” (syllabus) van drie à vijf pagina’s op te stellen – en op verzoek te actualiseren – waarin wordt aangegeven: 1) hoe het niveau van de module overeenkomt met het CERF; 2) de opleidingsdoelstellingen van de module op het gebied van communicatieve taal, die het niveau aangeven van de volgende te verwerven vaardigheden: - luistervaardigheid; - actieve spreekvaardigheid; - interactieve spreekvaardigheid; - leesvaardigheid; - schrijfvaardigheid; 3) de linguïstische inhoud van de module met het oog op de verwezenlijking van voornoemde doelstellingen: - pragmatische vaardigheden; - linguïstische vaardigheden; - lexicale vaardigheden; - grammaticale vaardigheden; 4) onderwijsmethoden; 5) de methode voor de beoordeling van de deelnemers en de module in samenhang met de hierboven genoemde doelstellingen: - aan het begin van de opleiding; - tijdens de opleiding; - aan het eind van de opleiding; 6) het te gebruiken leermateriaal, inclusief eventuele tekstboeken. Deze beschrijving zal worden goedgekeurd door de instellingen en op ruime schaal worden verspreid door hun opleidingsdiensten.
• voor elke module een origineel exemplaar van het lesmateriaal te verstrekken voor elke cursist. Dit lesmateriaal dient vóór de aanvang van de module gereed te zijn en moet in overeenstemming zijn met de doelstellingen en met de specifieke linguïstische kenmerken van de opleiding. Het lesmateriaal moet ten minste één week voor aanvang van de module op papier of in elektronisch formaat aan de opleidingsdiensten van de instellingen worden toegestuurd. De opgelopen kosten voor het verstrekken van lesmateriaal en de verdeling onder de cursisten zijn opgenomen in de leveringsprijs van de module.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
9
Het lesmateriaal blijft eigendom van de instellingen.
•
het op verzoek van de instellingen organiseren van ingangstests om het niveau van de cursist te bepalen voordat deze zich mag inschrijven voor een module. Deze tests moeten ter goedkeuring aan de instellingen worden toegezonden voordat ze toegepast kunnen worden.
•
het voor iedere module opstellen en uitvoeren van eindtests om het door de cursisten aan het eind van de module behaalde niveau of de verworven vaardigheden te bevestigen. Deze tests moeten uiterlijk een week vóór aanvang van de module ter goedkeuring aan de opleidingsdiensten van de instellingen worden toegezonden.
•
een permanente beoordelingsprocedure op te zetten voor de modules. De contractant dient alle aanpassingen in de modules door te voeren die de instellingen noodzakelijk achten. De contractant verbindt zich tot volledige medewerking aan ieder beoordelingssysteem dat de instellingen doorvoeren.
• alle aanpassingen in het opleidingsprogramma door te voeren die de instellingen noodzakelijk achten. 2.3.3.
Specifieke diensten
De instellingen kunnen de contractant ook verzoeken specifieke diensten te leveren zoals: het organiseren en houden van conferenties, seminars en workshops over linguïstiek, taalonderwijs, de laatste ontwikkelingen op het gebied van onderwijstechnologieën, etc. (geen volledige lijst); het assisteren bij het verstrekken van richtsnoeren, met name voor zelfstudie en e-learning; het assisteren van de opleidingsdiensten van de instellingen bij de modulebeoordeling, mits dit niet het beoordelen van de door de contractant zelf geleverde diensten betreft; het vinden, selecteren en beschrijven van digitale hulpmiddelen; het assisteren van de opleidingsdiensten van de instellingen bij de opzet en ontwikkeling van moduleprogramma's, inclusief aanvullende lesmaterialen. Dit geldt echter niet als aanwijzing dat een ontwikkelde module, zo deze al gegeven wordt, vervolgens door de contractant gegeven zal worden; alle overige, door de interne regels van de instellingen bepaalde diensten. 2.3.4.
Zelfstudie, volledig begeleid afstandsonderwijs en gemengd leren 2.3.4.1.
Toelichting bij de termen
E-learning wordt omschreven als “het gebruik van de nieuwe multimediatechnologieën en internet om de kwaliteit van het leren te verbeteren door een gemakkelijker toegang tot middelen en diensten, alsmede door uitwisselingen en samenwerking op afstand (definitie van de Europese Commissie, juni 2003) Gezien de huidige technologische ontwikkeling, de vraag van het management en personeel naar kortere en meer gerichte opleidingen en de beroepsmobiliteit van bepaalde cursisten, wordt de mogelijkheid om gebruik te maken van e-learning steeds belangrijker voor de instellingen. Modules die volledig of deels op afstand gegeven worden, bieden ruimte voor verschillende werkpatronen, een meer op het individu gerichte opleiding, en aanpassing van de werklast die nodig is om vaardigheden te verwerven, al naargelang de taal die wordt geleerd.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
10
Daarom willen de instellingen, naast traditioneel contactonderwijs, tevens het volgende aanbieden: zelfstudie; volledig begeleid afstandsonderwijs; gemengd leren. Hierna wordt uiteengezet hoe de instellingen deze concepten interpreteren. Zelfstudie: cursisten die beschikken over een computer met internettoegang kunnen op volledig autonome wijze, aan de hand van modules in de operationele e-learningomgeving die de contractant de instellingen ter beschikking stelt, zelfstudie gebruiken om hun taalvaardigheden te verbeteren. De cursisten kunnen een grammaticales nakijken, een oefening met zelfcorrectie doen of een woordenboek raadplegen (geen volledige lijst). Er is geen assistentie van een opleider nodig. Indien deze dienst wordt besteld, wordt op de bestelbon aangegeven welke modules zullen worden geraadpleegd, hoeveel uren de module aangesloten kan zijn, wat het aantal deelnemers is, en naar welke e-mailadressen de contractant een persoonlijke gebruikersnaam dient te versturen. Voor iedere bestelde module wordt een forfaitaire vergoeding per cursist in rekening gebracht. Zodra zij zijn aangesloten, zien de cursisten een meter die aangeeft hoeveel tijd nog resteert op hun profiel. Volledig begeleid afstandsonderwijs: dit betekent dat cursisten kunnen studeren wanneer zij dat willen (met de beperking dat het leren plaats dient te vinden tijdens een les, op data die zijn vastgelegd op de bestelbon) en waar zij willen, zonder dat zij naar een klaslokaal hoeven te gaan, mits zij beschikken over een computer met internettoegang. De cursisten hebben toegang tot een gedeelde werkomgeving die ter beschikking wordt gesteld door de contractant (die aan elke cursist een gebruikersnaam zal toewijzen) en die aanwijzingen bevat over de modules, een aantal onderwijsmiddelen, instructies van de opleider en het te maken huiswerk. De cursisten plaatsen tevens hun huiswerk in deze gedeelde werkomgeving, waardoor zij bijvoorbeeld met de andere cursisten kunnen communiceren en met name met de opleider, aan wie zij vragen kunnen stellen. Zij bestuderen de inhoud van de cursusmodules en verrichten de voorgestelde activiteiten op autonome wijze en in hun eigen tempo, waarbij ze profiteren van de assistentie van de opleider. De opleider werkt op afstand (bijvoorbeeld thuis of ten kantore van de contractant). Hij waarborgt een soepel verloop van de module (begrip van de doelstellingen, toezicht, volgorde van de modules, opgeven van huiswerk, etc.), corrigeert huiswerk en stuurt het naar de cursisten, beantwoordt hun vragen en wijst hen, waar nodig, op de hulpmiddelen die beschikbaar zijn op internet. Een opleider werkt asynchroon (d.w.z. hij werkt niet noodzakelijkerwijs op hetzelfde tijdstip als de cursisten). Hij kan bijvoorbeeld huiswerk innemen of vragen die zijn ingezonden, deze behandelen op een tijdstip van zijn keuze om daarna zijn antwoorden terug te sturen aan de cursisten. Om te communiceren maakt hij gebruik van de werkomgeving en e-mail. Zijn rol is van essentieel belang omdat hij voor de cursisten het onderwijstoezicht biedt. De kwaliteit van de begeleiding is de voornaamste voorwaarde voor het slagen van begeleid afstandsonderwijs. Het aantal werkuren dat de opleiders aan een module dienen te besteden wordt gezamenlijk vastgesteld door de instellingen en de contractant zodra de inhoud van de module is ontwikkeld en aangepast. Het vastgestelde aantal werkuren zal verschillen naargelang van het aantal cursisten van een bepaalde module. Dit aantal uren wordt vermeld op de bestelbon.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
11
Gemengd leren: dit betreft een combinatie van klassikaal taalonderwijs van algemene aard voor groepen en individuen ten kantore van de instellingen, en van begeleid afstandsonderwijs. De verhouding tussen het aantal werkuren in het klaslokaal en op afstand wordt vastgelegd op de bestelbon. De prijs is afhankelijk van deze verhouding. Voorbeeld: wanneer de instellingen en de contractant een gemengde lesmodule overeenkomen die voor 70 % uit contactonderwijs en voor 30 % uit afstandsonderwijs bestaat, bedraagt de prijs voor de voorbereiding van de module 70 % van de voorbereidingsprijs voor contactonderwijs en 30% van de prijs voor afstandsonderwijs. Dezelfde redenering wordt gevolgd voor het geven van de module. 2.3.4.2. Verlening van diensten Indien een contractant niet al deze diensten kan leveren bij aanvang van het contract, dient hij de instellingen te voorzien van een planning die vermeldt wanneer hij in staat zal zijn de diensten aan te bieden. Indien een contractant een e-learningomgeving dient te ontwikkelen in het kader van dit contract, adviseren de instellingen het gebruik van 'open-source'-applicaties. De instrumenten voor zelfstudie (platform en materialen) dienen beschikbaar te worden gesteld in het eerste jaar van het contract voor de percelen 1-3 en voor twee talen per perceel voor de percelen 4-7. De planning voor de resterende talen van de percelen 4-7 wordt overeengekomen tussen de instellingen en de contractant. De contractant wordt verzocht in zijn offerte aan te geven: of hij deze drie diensten of slechts enkele daarvan bij aanvang van het contract kan leveren; welke planning hij hanteert voor het aanbieden van de diensten waarover hij nog niet beschikt; op welke voorwaarden hij deze kan leveren: o beheer; o gebruiksvoorwaarden; o prijzen voor de instrumenten voor zelfstudie. De contractanten dienen zich ervan bewust te zijn dat wanneer zij deze diensten niet kunnen leveren bij aanvang van het contract, zij toch een prijs dienen op te geven. Zij dienen de prijs voor deze diensten op zorgvuldige wijze te schatten. Al het in dit verband voor de instellingen ontwikkelde materiaal blijft eigendom van de instellingen en wordt aan hen geretourneerd wanneer het contract afloopt of wordt beëindigd, conform de op basis van tussen de instellingen en de contractant overeengekomen voorwaarden. 2.3.5.
Toegang tot de opleidingencatalogus van de contractant
Indien contractanten beschikken over een eigen catalogus met cursussen, dienen zij in hun technische offerte de lijst op te geven van opleidingen die in hun catalogus beschikbaar zijn, evenals de voorwaarden waaronder het personeel van de instelling zich kan inschrijven voor deze cursussen (prijzen, locatie, kortingen, etc.). Er zijn drie situaties denkbaar: de catalogusopleiding wordt gegeven ten kantore van de instellingen aan een groep die uitsluitend bestaat uit personeel van de instellingen; de catalogusopleiding wordt gegeven ten kantore van de contractant aan een groep die uitsluitend bestaat uit personeel van de instellingen; de catalogusopleiding wordt gegeven ten kantore van de contractant aan een groep die bestaat uit personeel van de instellingen en uit andere (externe) cursisten. Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
12
2.3.6.
Kwaliteitsborgingsplan
Het in de offerte opgenomen kwaliteitsborgingsplan voor de opleiding dient als basis voor het definitieve kwaliteitsplan dat moet worden aangenomen en uitgevoerd door de contractant, en binnen twee maanden na ondertekening van het contract aan de instellingen moet worden meegedeeld (zie artikel 23 van het ontwerpraamcontract). In dit plan wordt aangegeven hoe de contractanten een hoogwaardige dienstverlening aan de instellingen dienen te controleren en waarborgen. Voor iedere actualisering en aanpassing van dit plan dient vooraf goedkeuring te worden verkregen van de instellingen. De kosten voor de voorbereiding en uitvoering van dit plan zijn voor rekening van de contractant. Het plan dient ten minste het volgende te bevatten: het beleid van de contractant op het gebied van personeelsselectie en personeelsbeheer, inclusief kwesties zoals gelijke kansen en diversiteit, en de methoden en maatregelen voor het motiveren van opleiders; de organisatorische procedures voor de groepen waarnaar wordt verwezen in paragraaf 4.1 van de uitnodiging tot inschrijving, indien een dergelijke groep wordt georganiseerd; de organisatorische procedures voor onderaanneming, indien onderaanneming aan de orde is; een gedetailleerd plan voor het voortdurend opleiden van het personeel dat betrokken is bij de uitvoering van het kadercontract. Bijzondere aandacht dient te worden besteed aan het opleiden van personeel voor het gebruik van multimedia- en IT-instrumenten; een beoordeling van de prestaties van het personeel (de te hanteren indicatoren moeten specifiek worden beschreven); een beoordeling van de algemene prestaties (de te hanteren indicatoren moeten specifiek worden beschreven); de gedetailleerde procedure voor het afhandelen en oplossen van klachten; vereisten voor het toezicht op en de waarborging van de kwaliteit van de modules en diensten (de te hanteren indicatoren moeten specifiek worden beschreven); de procedure voor het actualiseren en aanpassen van het kwaliteitsplan; de procedures die de contractant zal doorvoeren om te voldoen aan de voorschriften van paragraaf 2.3.7 van deze specificaties. De bovenstaande lijst is niet volledig en kan, indien nodig, door de contractant worden aangevuld bij zijn offerte. 2.3.7.
Beschikbaar stellen van competent personeel voor het geven van de opleidingen en het beheren van het contract
De minimale kwalificaties voor het door de contractant ter beschikking gestelde personeel worden beschreven in paragraaf 2.2 van deze specificaties.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
13
2.3.7.1. Opleiders De diensten die een opleider minimaal dient te leveren omvatten onder meer: het naar behoren voorbereiden en geven van de opleiding op het juiste tijdstip; het inwinnen van informatie over de cursus en de cursisten (programma, cursus, niveau, aantal cursisten, verwachtingen, etc.); contact onderhouden met de andere opleiders die dezelfde module uitvoeren en voorbereiden van gezamenlijke activiteiten; controleren of de documentatie en het lesmateriaal op tijd klaar zijn en ruim voorhanden, met name op de dag van de cursus; beoordelen van de cursisten (ingangs-/eindbeoordeling); ondertekenen van presentielijsten aan het eind van iedere les; registratie van aanwezigheid en verzuim, de inhoud van iedere les, de resultaten van de permanente beoordeling en de eindtest, overeenkomstig de praktijken van iedere instelling en met kort commentaar over het werk van iedere cursist; voldoen aan de verschillende door de instellingen bepaalde termijnen; opslaan van de inhoud van cursussen en onderwijsactiviteiten in een database of een andere door de instellingen daartoe aangewezen gegevensdrager; zorgen dat cursisten die verhinderd waren op de hoogte blijven en aan de hand van de syllabus hun achterstand kunnen inhalen (zie hierboven met betrekking tot de beschikbaarheid van lesmateriaal vóór een cursus); indien nodig, de lesruimte voorbereiden voor de cursus; waarborgen dat alle hulpmiddelen en meubels in de opleidingsruimte aan het eind van iedere les op de juiste plaats worden teruggezet; voldoen aan de regels van de instellingen inzake interne veiligheid en veiligheid op de werkplek, die vóór iedere sessie aan de contractanten bekend worden gemaakt. De contractant benoemt tevens een administratief coördinator en een didactisch coördinator (twee verschillende personen) wier taken hierna worden beschreven. 2.3.7.2. Administratief coördinator De administratief coördinator is het contactpunt met de instellingen en is voor het/de perce(e)l(en) waarvoor hij verantwoordelijk is, de enige gesprekspartner bij wie de instellingen verzoeken van administratieve of organisatorische aard kunnen indienen. Hij is verantwoordelijk voor: het administratief en financieel beheer van contracten, inclusief de planning (in samenwerking met de instellingen), de verschillende tests en cursussen op basis van de beschikbare logistieke middelen, het dagelijks beheer van de lessen, het informeren van opleiders en deskundigen met betrekking tot de bijzonderheden over de te verlenen diensten (termijnen, data, tijdstippen, ruimten, informatiesessies, etc.) en alle taken die verband houden met factureringsdiensten; het klachtenbeheer in het kader van het kwaliteitsplan in samenwerking met de didactisch coördinator, in voorkomend geval; het schrijven en verspreiden van verslagen (zie paragraaf 2.3.8); controle van de cursusregisters voor alle verleende diensten. Hij waarborgt met name dat de opleiders deze documenten ondertekend en naar behoren hebben ingevuld. Deze controle vindt plaats ten kantore van de instelling en niet later dan drie werkdagen na afloop van de cursus. Met betrekking tot individuele lessen zorgt hij ervoor dat deze plaatsvinden tijdens de door de instellingen opgegeven periode. Hij waarschuwt de instellingen tevens wanneer de bestelde uren niet zijn opgebruikt; deze worden dan niet in rekening gebracht.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
14
2.3.7.3. Didactisch coördinator De didactisch coördinator is contactpersoon voor de instellingen inzake alle kwesties die verband houden met de didactische inhoud van de diensten en is voor de het/de perce(e)l(en) waarvoor hij verantwoordelijk is de enige gesprekspartner bij wie de instellingen verzoeken kunnen indienen die verband houden met het onderwijs. Hij zal: -
-
-
-
-
waarborgen dat de programma’s, cursussen en andere verleende diensten voldoen aan de behoeften van de instellingen en wel binnen het vastgestelde tijdsbestek; opleiders voordragen die de aangevraagde programma’s, cursussen en diensten verzorgen en zal waarborgen dat deze voldoen aan de voorschriften zoals neergelegd in artikel 19 van het raamcontract; opleiders inlichten over de programma’s, cursussen en andere diensten die zijn besteld door de instellingen; toezien op de kwaliteit van het onderwijs en waarborgen dat er een goede relatie bestaat tussen de opleiders en cursisten door tijdens de cursussen bezoeken ter plaatse af te leggen; waarborgen dat de opleiders de permanente opleiding ontvangen waarnaar eerder werd verwezen in 2.3.6; alle klachten met betrekking tot het onderwijs afhandelen; vergaderen met de opleidingsdiensten van de instellingen wanneer zij dat nodig achten. Eventuele kosten in verband met deze vergaderingen komen volledig voor rekening van de contractant; waarborgen dat bij de geleverde diensten, waar nodig, rekening wordt gehouden met het gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen; ingelicht worden over de opleidingsbehoeften van de instellingen; eventuele aanvullende onderwijsdiensten uitvoeren die worden aangevraagd in het kader van de uitvoering van het contract. 2.3.7.4. Locatie van het personeel
De coördinatoren moeten bereid zijn iedere vergadering op verzoek van de instellingen bij te wonen. Alle reis- en verblijfskosten in verband met deze vergaderingen komen voor rekening van de contractant. De coördinatoren dienen voortdurend een pragmatische aanpak te volgen en dienen daarom gevestigd te zijn op redelijke afstand van de instellingen, naar schatting op hooguit twee uur (met openbaar vervoer) van de zetel van de Europese Rekenkamer. De contractant dient aan te geven hoe hij aan deze eis zal voldoen. Voor de contractant die als tweede of derde eindigt bij de gunning van de opdracht (zie Afdeling 5 hierna), wordt aan het voorschrift om niet verder dan twee uur van de zetel van de Europese Rekenkamer gevestigd te zijn alleen de hand gehouden indien in een bepaalde periode meer dan 500 lesuren worden besteld (zoals omschreven in de tabel in 2.1.2). 2.3.8.
Administratieve taken
Contractanten zijn verantwoordelijk voor de volgende administratieve taken (geen volledige lijst): vastlegging van de resultaten van de ingangstests, eindtests (verworven vaardigheden) en de resultaten van de permanente controle (standaardcomputerbestand – formaat nader te bepalen). Deze taken worden verricht overeenkomstig het intern reglement van de individuele instelling en binnen de tijdslimieten die zijn vastgesteld door iedere instelling;
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
15
-
registratie van aanwezigheid van cursisten en verzuim, met of zonder rechtvaardiging (standaardcomputerbestand – formaat nader te bepalen); registratie van aanwezigheid en verzuim van opleiders (standaardcomputerbestand – formaat nader te bepalen); opstellen en verstrekken van certificaten; verwerken van gegevens en opstellen van statistieken; bijwonen van vergaderingen met de instellingen; verslaglegging. 2.3.8.1. Verslaglegging
De contractant brengt twee keer per jaar verslag uit aan de instellingen over de in de voorgaande zes maanden verleende diensten. Deze verslagen worden elektronisch en op papier verstuurd aan de opleidingsdiensten van de instellingen. De verslagen mogen in het Engels of Frans gesteld zijn. Elk van deze verslagen dient de geleverde diensten te beschrijven alsmede de in die periode bereikte resultaten. Ieder verslag dient het volgende te bevatten: een overzichtstabel van de geleverde diensten wat betreft het aantal opleidingssessies en cursisten en de data van de lessen voor cursussen in de voorbije periode; het niveau van verzuim en vervanging onder de opleiders en het aantal lessen dat werd gegeven op de aangevraagde tijdstippen, of dat uitgesteld of geannuleerd werd; de uitvoering van het opleidingsplan door de opleiders in de desbetreffende periode, alsmede het plan voor de komende periode; een analyse van de activiteiten in de voorbije periode uit didactisch oogpunt, waarin met name het slagingspercentage voor iedere cursus naar voren komt; het percentage/deel van de opleiders dat in de desbetreffende periode werd afgewezen; het aantal bestellingen waarbij een vertraging optrad in de levering; de verhouding tussen afgewezen en aanvaarde bestellingen met opgave van de reden voor elke afwijzing van een bestelling. Indien een contractant verantwoordelijk is voor een perceel met meerdere talen, moeten tevens cumulatieve totalen worden verstrekt voor alle talen van het desbetreffende perceel.
Eens per jaar, en niet later dan 1 oktober, dient de contractant een jaarlijks activiteitenverslag toe te sturen aan de instellingen waarin de procedures voor de beoordeling van cursussen uiteen worden gezet, zoals nader omschreven in 2.3.1 en 2.3.2. Het verslag heeft betrekking op de wijze waarop de cursus wordt beheerd (inhoud, proces en methoden) en tevens wordt daarin de kwaliteit van de geleverde diensten beoordeeld aan de hand van de indicatoren die zijn vastgelegd in het kwaliteitsplan, waarbij de werkelijke resultaten worden vergeleken met de verwachte resultaten, inclusief een tevredenheidsonderzoek onder de cursisten. Het verslag omvat aanbevelingen en voorstellen voor corrigerende maatregelen ten aanzien van het systeem, de inhoud en de gehanteerde methoden. De productie van deze verslagen geschiedt volledig voor rekening van de contractant: de instellingen dragen niet bij aan de gemaakte kosten, of deze nu betrekking hebben op het opstellen, de productie of de distributie (geen volledige lijst).
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
16
2.3.8.2. Vergaderingen Teneinde de geplande activiteiten uit te voeren, kunnen verschillende vergaderingen worden georganiseerd: regelmatige vergaderingen tussen de administratief en/of didactisch coördinator en vertegenwoordigers van de opleidingsdiensten van de instellingen, op verzoek van de instellingen; regelmatige vergaderingen tussen de administratief en/of didactisch coördinator, de opleiders en vertegenwoordigers van de opleidingsdiensten van de instellingen, op verzoek van de instellingen; ten minste één keer per jaar een vergadering tussen het management van de verschillende contractanten en vertegenwoordigers van de opleidingsdiensten van de instellingen; ten minste één keer per jaar een didactische coördinatievergadering tussen de didactische coördinatoren van de verschillende percelen en vertegenwoordigers van de opleidingsdiensten van de instellingen en, waar nodig, vertegenwoordigers van de opleiders voor iedere taal; wanneer nieuwe modules worden opgezet, kan de leidende contractant of kunnen de instellingen om extra vergaderingen vragen teneinde de ontwikkeling en uitvoering van de module te monitoren en te waarborgen dat deze voldoet aan de behoeften van de instellingen. De instellingen kunnen op ieder willekeurig moment een verzoek indienen voor een extra vergadering. De contractant draagt alle kosten die voortvloeien uit het bijwonen van deze vergaderingen; de instellingen dragen niet bij aan de gemaakte kosten (vervoer, verblijf, etc.). 3.
UITSLUITING VAN INSCHRIJVERS 3.1. Inschrijvers worden van deelname aan het contract uitgesloten indien: a.
b. c.
d.
e.
f.
zij in staat van faillissement, vereffening, surseance van betaling of akkoord verkeren, dan wel hun werkzaamheden hebben gestaakt of in een andere soortgelijke toestand verkeren ingevolge een gelijkaardige procedure van de nationale wet- en regelgeving; zij bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde, veroordeeld zijn geweest voor een delict dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt; zij in de uitoefening van hun beroep een ernstige fout hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende diensten aannemelijk kunnen maken. zij niet hebben voldaan aan verplichtingen tot betaling van socialezekerheidsbijdragen of belastingen volgens de geldende wetgeving in het land waar zij zijn gevestigd, het land van de aanbestedende dienst of het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd; zij bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een misdaadorganisatie of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt; zij na de gunningsprocedure van een andere opdracht of de procedure voor de toekenning van een subsidie uit de EU-begroting ernstig in gebreke zijn gesteld wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen.
3.2. De inschrijvers moeten verklaren dat zij zich niet in een van de gevallen bevinden die zijn vermeld in paragraaf 1 en moeten daarvoor het bewijs leveren (bijlage IV).
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
17
4.
SELECTIECRITERIA
Inschrijvers worden beoordeeld aan de hand van: -
hun vakkundigheid met het oog op de verlening van de diensten van deze aanbesteding; hun economische en financiële draagkracht om de verantwoordelijkheid voor de inschrijving op zich te nemen; hun technische bekwaamheid om de verantwoordelijkheid voor de inschrijving en die van de eventueel in een partnerschap aan hen verbonden inschrijvers op zich te nemen.
De offertes die voldoen aan de selectiecriteria komen in aanmerking voor de gunningsfase. NB: In het geval van een combinatie waarnaar wordt verwezen in paragraaf 4.1 van de uitnodiging tot inschrijving dient ieder lid van de combinatie de in de paragrafen 4.1-4.3 gevraagde informatie te verstrekken. 4.1.
Vakkundigheid
Wordt beoordeeld op grond van de in bijlage IV (paragrafen 2.1-2.3) verstrekte informatie: akte van oprichting van het bedrijf en/of de statuten met laatste update of uittreksel uit deze documenten; inschrijving in het handels- of beroepsregister; inlichtingenblad (bijlage VI). 4.2.
Economische en financiële draagkracht
Wordt beoordeeld op grond van de in bijlage IV (paragrafen 2.4 en 2.5) verstrekte informatie: overlegging van de laatste drie naar behoren gecertificeerde balansen of uittreksels uit de balansen van de onderneming of, als de inschrijver om een gegronde reden niet in staat is om deze over te leggen, elk ander document dat zijn financiële draagkracht aantoont (passende bankverklaringen of het bewijs van een verzekering tegen beroepsrisico’s); een verklaring over de totale omzet en de omzet betreffende de diensten waarop de opdracht betrekking heeft, verwezenlijkt tijdens de laatste drie boekjaren (zie bijlage V). 4.3.
Technische bekwaamheid
Wordt beoordeeld op grond van de in bijlage IV (paragrafen 2.6-2.10) verstrekte informatie: een organigram van het bedrijf; de studie- en beroepsdiploma’s van de directeur(en) van het bedrijf en van de perso(o)n(en) die verantwoordelijk is/zijn voor de diensten: administratief coördinator, didactisch coördinator en ten minste drie opleiders; een toezegging om uitsluitend coördinatoren, opleiders en deskundigen aan te trekken wier kwalificaties ten minste gelijk zijn aan die van de opleiders waarvan de CV's zijn verstrekt; een lijst van de belangrijkste soortgelijke beroepsopleidingsdiensten die de afgelopen drie jaar zijn geleverd (zie bijlage V). Deze lijst dient te zijn opgesteld in de volgorde die de contractant het meest overeen vindt komen met de behoeften van de instellingen. De lijst dient de bedragen, data en contactgegevens van de begunstigden van de geleverde diensten te vermelden en of het daarbij standaardcatalogusmodules of speciaal ontwikkelde modules betrof; een beschrijving van het gemiddeld jaarlijks personeelsbestand (voltijdsequivalent) van de dienstverlener en de omvang van het kaderpersoneel in de afgelopen drie jaar, evenals alle informatie over zijn personele middelen waaruit blijkt dat hij in staat is de dienst te leveren (zie bijlage V).
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
18
5.
GUNNINGSCRITERIA
De contracten worden gegund op basis van de economisch meest voordelige aanbieding(en), mits aan de minimale kwaliteitsvoorwaarden is voldaan. Alleen offertes van inschrijvers die ten minste 60 % van de punten hebben behaald in elk van de drie rubrieken a) "Kwaliteit van de voorgestelde modules", b) “Kwaliteitsplan en capaciteit voor de ontwikkeling van modules (maximaal 50 punten)" en c) "E-learning en standaardcatalogusmodules" en meer dan 80 % over het geheel, worden kwalitatief als ontvankelijk beschouwd. De opdracht wordt gegund aan de drie inschrijvers met de hoogste prijs/kwaliteit-verhouding van de inschrijvers die kwalitatief als ontvankelijk worden beschouwd, waarbij de inschrijver met de hoogste verhouding boven de inschrijver met de op één na hoogste en op twee na hoogste verhouding wordt gerangschikt en voorrang krijgt bij de te gunnen modules. De inschrijver met de op één na hoogste verhouding wordt op soortgelijke wijze boven de inschrijver met de op twee na hoogste verhouding geplaatst en krijgt voorrang op hem. De verhouding wordt berekend overeenkomstig de volgende formule: (kwaliteitsscore / hoogste kwaliteitsscore x 100 x 0,7) + ((1 - (prijs – laagste prijs) / laagste prijs) x 100 x 0,3). 5.1.
Kwaliteit
De kwaliteit krijgt een score op een schaal van 200 punten en wordt beoordeeld op basis van de volgende drie criteria: a.
Casestudie: op de instellingen toegesneden modules (maximaal 120 punten):
Inschrijvers wordt verzocht de casestudie in bijlage VII uit te voeren. Ieder onderdeel van de casestudie weegt even zwaar. Punten worden toegekend op basis van de volgende criteria: i. -
-
doelstellingen; voorgestelde syllabus; organisatie van de lessen; beschrijving van de module (frequentie, duur, activiteiten, inhoud etc.); voorgestelde methodologie (met name het evenwicht tussen theorie en praktijk en de wijze waarop rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van de doelgroep); evaluatiemethode. ii.
-
Kwaliteit van de voorgestelde modules (90 punten)
Kwaliteit en toegankelijkheid van de leermiddelen en -materialen (15 punten)
type te gebruiken leermiddelen en –materialen (medium: papier of digitaal, multimediamiddelen, etc.); toegankelijkheid van het materiaal (alleen in de klas, mogelijke toegang voor deelnemers buiten de lesuren, etc.); afstemmen van het materiaal op de module en de doelgroep. iii.
-
Kwaliteit van de analyse door de inschrijver van het verzoek van de instellingen (15 punten) inachtneming van de behoeften en vereisten van de doelgroep; geschiktheid voor de beroepsomgeving van de instellingen; geschiktheid van het profiel van de voorgestelde opleider.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
19
b.
Kwaliteitsplan en capaciteit voor de ontwikkeling van modules (maximaal 50 punten): i.
ii.
c.
Inschrijvers dienen een kwaliteitsplan te verstrekken dat voldoet aan de vereisten die zijn neergelegd in paragraaf 2.3.6 van deze specificaties (40 punten). Inschrijvers dienen de procedures te beschrijven die zij zullen volgen voor het wijzigen van modules of het ontwikkelen van nieuwe modules op verzoek van de instellingen (10 punten).
E-learning en standaardcatalogusmodules (maximaal 30 punten):
i. E-learning (20 punten) Inschrijvers wordt verzocht te beschrijven hoe zij zullen voldoen aan de in paragraaf 2.3.4 van deze specificaties neergelegde vereisten, en in het bijzonder: - te beschrijven over welke instrumenten voor e-learning zij thans beschikken, indien aanwezig, en welke modules reeds beschikbaar zijn; - indien nog geen platform voor e-learning beschikbaar is, te beschrijven wat voor platform de inschrijver voornemens is te ontwikkelen om aan het verzoek van de instellingen te voldoen (en het tijdsbestek waarbinnen de inschrijver verwacht dit platform beschikbaar te maken), en de modules die beschikbaar zullen zijn; - de gebruiksvoorwaarden voor deze instrumenten. ii. Standaardcatalogusmodules (10 punten) Inschrijvers dienen een gedetailleerde beschrijving te verstrekken van twee standaardmodules die zij thans aanbieden. In het geval van een combinatie waarnaar wordt verwezen in paragraaf 4.1. van de uitnodiging tot inschrijving mogen deze modules afkomstig zijn van één lid van de groep of van twee verschillende leden. Indien inschrijvers alleen op maat gemaakte modules aanbieden, wordt hen verzocht een gedetailleerde beschrijving te verstrekken van twee van dergelijke modules die in de voorbije 18 maanden werden aangeboden. De twee modules worden beoordeeld op basis van: - hun relevantie (en de mogelijke gebruikmaking of aanpassing ervan) voor de omgeving van de instellingen; - hun kwaliteit: o doelstellingen; o voorgestelde syllabus; o organisatie van de lessen; o beschrijving van de module (frequentie, duur, activiteiten, inhoud, etc.); o voorgestelde methodologie (met name het evenwicht tussen theorie en praktijk en de wijze waarop rekening wordt gehouden met de specifieke behoeften van de doelgroep); o evaluatiemethode. 5.2.
Prijs
De prijzen worden opgegeven met gebruikmaking van het model in bijlage III. De totale prijs van de offerte wordt beoordeeld op basis van: a. -
Standaardmodules: 60 % van de totale prijs, als volgt: de kosten per uur voor de voorbereiding van een standaardmodule contactonderwijs: 11 %; de kosten per uur voor het geven van een standaardmodule contactonderwijs: 44 %; de kosten per uur voor de voorbereiding van een standaardmodule 'volledig begeleid afstandsonderwijs': 1 %;
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
20
de kosten per uur voor het geven van een standaardmodule 'volledig begeleid afstandsonderwijs': 4 %.
b.
de kosten per uur voor de voorbereiding van een specifieke module contactonderwijs: 6 %; de kosten per uur voor het geven van een specifieke module contactonderwijs: 24 %; de kosten per uur voor de voorbereiding van een specifieke module 'volledig begeleid afstandsonderwijs’: 1 %; de kosten per uur voor het geven van een specifieke module 'volledig begeleid afstandsonderwijs': 4 %.
c. -
Specifieke modules: 35 % van de totale prijs, als volgt:
Specifieke diensten: 5 % van de totale prijs, als volgt: de kosten per uur en per dag voor een deskundige.
De instellingen behouden zich het recht voor de gehele opdracht of een deel daarvan te gunnen of de opdracht niet te gunnen. Met dat voorbehoud zal de opdracht worden gegund aan de inschrijver die het best staat geklasseerd. Indien de eerstaangewezen inschrijver zich terugtrekt, wordt de inschrijver gekozen die de op een na beste positie tegen de laagste prijs heeft behaald. 6.
UITSLUITING VAN DE GUNNING
Gegadigden of inschrijvers worden uitgesloten van de gunningsprocedure indien zij op het moment van gunning van dit contract: a. in een situatie van belangenconflict verkeren; b. zich schuldig hebben gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de inlichtingen die door de aanbestedende dienst worden verlangd of die deze inlichtingen niet hebben verstrekt.
Aanbesteding nr. 24/1612/10, bijlage II
21