1. Zeggenschap: ouderen hebben zeggenschap in alle beslissingen die hen aangaan OUDEREN Ï De oudere heeft zeggenschap in alle beslissingen die hem aangaan. Ï De oudere blijft het leven leiden naar eigen voorkeuren en levensovertuiging (religieus, cultureel, spiritueel, politiek). Ï De oudere kan zich op alle levensterreinen bewegen (en eventueel ontplooien) zoals hij zelf gewend is (persoonlijk, sociaal) en activiteiten/contacten zoveel behouden als hij wil. Ï De oudere wordt betrokken in alle zaken die hem aangaan, voelt zich geïnformeerd en serieus genomen. Ï De oudere bepaalt zelf welke anderen (partner, familie, andere naasten) hij wil betrekken bij zaken die hem persoonlijk aangaan. Ï De oudere heeft ruimte voor zijn eigenheid en draagt naar gelang zijn mogelijkheden in beginsel de daarbij behorende verantwoordelijkheden. Ï De oudere kan zich verstaanbaar maken en beschikken over passende communicatiemiddelen. Ï De oudere woont hoe (waar en met wie) hij wil. Ï De oudere kan zich blijvend oriënteren op hoe hij wil (blijven) wonen en/of wordt betrokken bij overleg over de wenselijkheid van het al dan niet voortzetten van de woonsituatie. Ï De oudere heeft zeggenschap over de (dagelijkse) gang van zaken in (zijn) huis. Ï De oudere voert naar eigen mogelijkheden zijn eigen huishouding en beschikt over zijn eigen financiën. Ï De oudere kan zijn (huishoudelijke) vaardigheden blijven uitoefenen zoals hij wenst of gewend was, en waar hij dat wil, verder ontplooien. Ï De oudere bepaalt welke bezigheden hij wil doen, in aansluiting op zijn interesses en vertrouwde gewoontes. Ï De oudere kan in deze levensfase zijn interesses en vaardigheden naar eigen behoefte en wensen behouden, uitoefenen of eventueel nieuwe ontwikkelen. Ï De oudere kan een veelheid van ervaringen (blijven) opdoen en zelf keuzes maken over hoe hij de tijd doorbrengt (hobby’s, clubs, vrienden, verenigingen). Ï De oudere kiest van welke dienstverlenende organisaties, welzijns- en gezondheidszorgvoorzieningen hij gebruik maakt/blijft maken. Ï De oudere bepaalt zelf van welk soort behandeling/therapie hij gebruik maakt (op basis van onafhankelijk vastgestelde behoeftes) en heeft keuzes van wie hij deze betrekt. Ï De oudere heeft de beschikking over de geldmiddelen voor zijn benodigde ondersteuning. Ï Iedere oudere heeft een persoonlijk zorgleefplan waarin staat wat hij wil en nodig heeft en hoe daarvoor gezorgd wordt.
Ouderen aan Zet!
23
Ï Er is oog voor en er wordt ingespeeld op kwetsbare kanten van de oudere en hoe daarmee om te gaan. Ï De oudere bepaalt zelf (is nauw betrokken bij) zijn eigen zorgleefplan, bij wat hij belangrijk vindt en wil behouden of zeker stellen.
PARTNER/FAMILIE/NAASTEN Ï Partner, familieleden en andere naasten zijn nauw betrokken bij belangrijke beslissingen in het leven van hun partner/ouder/ familielid.
HET ZORGTEAM Ï Het zorgteam biedt ouderen voor zover mogelijk en gewenst de mogelijkheid het vertrouwde, volle, onafhankelijke leven te blijven leven. Ï De behoeften en wensen van elke oudere afzonderlijk zijn uitgangspunt voor de ondersteuning. Ï De ondersteuning is gericht op het vasthouden van de mooie dingen van het leven en op het toestaan van door de oudere gewenste veranderingen. Ï De leden van het zorgteam betrekken actief elke oudere bij alle beslissingen die hem aangaan. Zij hebben een respectvolle, open en positieve houding en stralen vertrouwen uit naar de oudere. Ï Zij zijn in staat te reflecteren op hun eigen handelen en oordelen en stellen die zo nodig bij. Ï Het zorgteam luistert naar en staat open voor de mening van iedere oudere en zijn partner, familie en andere naasten en is er op gericht om samen met elkaar te komen tot beslissingen. Ï Het zorgteam is actief in het betrekken van partner, familie en andere naasten bij het leven en de beslissingen van de oudere, mits deze daarmee zelf instemt. Ï Het zorgteam voelt zich goed ondersteund binnen de (zorg)organisatie. Ï Het team reageert adequaat en respectvol op (signalen van) de oudere. Ï Het zorgteam zet zich in voor een stabiele leefomgeving. Ï Het zorgteam moedigt aan en ondersteunt de oudere om, aansluitend bij interesses uit het verleden, op meerdere terreinen ervaringen te blijven opdoen, zijn interesses te beleven en anderen te ontmoeten, vriendschappen te behouden en een veelheid van ervaringen op te blijven doen. Ï Het zorgteam ondersteunt de oudere bij het uitvoeren van de door gezondheidsinstellingen, artsen, therapeuten voorgeschreven oefeningen of leefwijzen. Ï Het zorgteam maakt samen met de oudere en, zo deze dit wenst met zijn partner, familie en/of andere naasten, een persoonlijk zorgleefplan. Ï Bij het opstellen van het zorgleefplan staat de oudere met zijn achtergrond, leeftijd, mogelijkheden, (eigen)aardigheden en zijn leven tot dan toe centraal. Hij geeft de richting aan. Ï Afspraken komen zoveel mogelijk in nauwe samenspraak met partner, familie, andere (aangewezen) personen (als zorgprofessional) en andere vertrouwde en belangrijke personen in het leven van de oudere tot stand.
24
Ouderen aan Zet!
Ï Het is duidelijk voor de oudere zelf, partner, familieleden, andere naasten en betrokken professionals, wie welke rol en taak heeft rondom de oudere. Ï Het persoonlijk zorgleefplan wordt regelmatig met de oudere zelf en mensen die nauw bij hem betrokken zijn bijgesteld.
MANAGEMENT/PROFESSIONALS ZORGORGANISATIE Ï Visie gaat uit van zeggenschap en het vorm blijven geven aan het eigen leven. Beleid en ondersteuning richten zich op het aansluiten bij de behoeften en wensen van iedere oudere. Iedere oudere krijgt de kans om deze specifieke levensfase op alle levensterreinen betekenisvol en vertrouwd te leiden. Ï Beleid en ondersteuning richten zich op het aansluiten bij en behouden en waar mogelijk versterken van de kracht en spirit van de oudere, zodat hij zich gewaardeerd, ondersteund en positief gestimuleerd voelt. Ï Het zorgteam kan een beroep doen op ondersteuning van de zorgorganisatie bij dit proces. Ï Er wordt gestreefd naar de optimale woonsituatie voor iedere oudere. Ï Ieders persoonlijk zorgleefplan is gericht op het behouden van een zo gewoon, vertrouwd en zinvol mogelijk leven, waarin zorg en ondersteuning door professionals geen dominante rol spelen.
Ouderen aan Zet!
25
2. Gezondheid, lichamelijk welbevinden en persoonlijke ondersteuning OUDEREN Ï De oudere krijgt zodanige ondersteuning dat hij zo lang mogelijk een betekenisvol leven met alledaagse mogelijkheden kan leiden. Ï De oudere heeft contracten met organisaties of mensen die hem diensten verlenen. Ï De oudere maakt daarbij afspraken over de ondersteuning met doelen, activiteiten, verantwoordelijke personen. Ï Alle afspraken komen voort uit de eigen levensplanning van de oudere en de zaken die voor hem in deze levensfase belangrijk zijn. Ï De oudere kan zo lang hij dit wenst en mogelijk is zelf zijn maaltijden (helpen) samenstellen en verzorgen en zijn eigen vertrouwde rituelen daarom heen vormgeven. Ï De oudere maakt afspraken rondom toegankelijkheid en veiligheid, waaronder (het voorkomen van) fixatietechnieken. Ï De oudere maakt afspraken rondom hulp bij toiletgang en (het voorkomen van) incontinentie-interventies. Ï De oudere kan een beroep doen op externe deskundigheid. Ï De oudere ontvangt goede preventieve zorg, om gezondheidsproblemen te voorkomen of in een vroeg stadium te kunnen behandelen. Ï De oudere verkeert in een stabiele en bestendige situatie waarin hijzelf, maar ook betrokken partner, familieleden of naasten niet overbelast zijn.
PARTNER/FAMILIE/NAASTEN Ï Partner, familie en andere naasten zijn nauw betrokken bij belangrijke ontwikkelingen in het leven van hun familielid.
HET ZORGTEAM Ï Het zorgteam biedt de oudere de ondersteuning waarin het leiden van een gewoon leven centraal staat en waarin de zin van zijn leven zolang mogelijk wordt vastgehouden. Ï De nodige ondersteuning wordt op een door de oudere als prettig ervaren manier geïntegreerd in zijn leven. Ï Het zorgteam begeleidt de oudere waar nodig in deze levensfase. Ï De afspraken over zorg en ondersteuning zijn precies en persoonlijk. Ï Het zorgteam betrekt partner, familie en andere naasten. Ï Het zorgteam is gericht op het vinden en organiseren van oplossingen om tegemoet te komen aan de wensen en behoeften van de oudere. Ï Er is ruimte, aandacht en waar gewenst gerichte ondersteuning om op een natuurlijke manier sociale vaardigheden en het samen leven met anderen (in buurt of huis) te behouden en te versterken.
26
Ouderen aan Zet!
Ï Het zorgteam zoekt in overleg met de oudere, de partner, familieleden en andere naasten bij alle vragen rondom gezondheid en lichamelijk welbevinden naar individuele oplossingen die aansluiten bij de wensen van de oudere en betrokkenen rond hem en bij de menselijke waardigheid. Ï Het zorgteam besteedt aandacht aan preventie van gezondheidsproblemen. Ï Het zorgteam heeft oog voor de belasting van mantelzorgers en kwetsbare situaties die er zo kunnen ontstaan. Het team signaleert en trekt aan de bel wanneer het dit nodig acht. Het team overlegt hierover met de oudere, partner, familieleden, naasten en met collega-professionals.
MANAGEMENT/PROFESSIONALS ZORGORGANISATIE Ï Beleid is gebaseerd op het zolang mogelijk vasthouden van een gewoon leven voor ouderen. Voor ouderen die niet meer thuis kunnen wonen, wordt gestreefd naar het ontwikkelen en verbeteren van woonvormen, waar ouderen alle kansen krijgen om zolang mogelijk een betekenisvol leven te leiden. Ï Bij ontwikkeling, evaluatie en bijstelling van beleid zijn de ervaringen van ouderen, hun partner, familie en andere naasten en het zorgteam betrokken. Zij zijn daartoe actief uitgenodigd. Ï Er zijn adequate medische en psychogeriatrische deskundigheid en middelen aanwezig en beschikbaar. Over aanwezigheid, beschikbaarheid en toepassing wordt goed gecommuniceerd.
Ouderen aan Zet!
27
3. Verbondenheid/inclusie: ouderen zijn verbonden met anderen, zoals hun familie, vrienden, buren OUDEREN Ï De oudere is een gewaardeerde burger. De oudere is en voelt zich verbonden met anderen, zoals partner, familie en andere naasten, de buurt en de samenleving. Ï De oudere woont op een plek waar hij zich thuis voelt. Ï De oudere kan gebruik maken van reguliere (gezondheidszorg-, welzijns- en andere) voorzieningen in de plaatselijke gemeenschap en elders. Ï De oudere heeft een persoonlijk netwerk. Ï De oudere voelt zich verbonden met partner, familie en andere naasten. Ï De oudere kan intieme relaties aangaan en/of onderhouden. Ï De oudere heeft mensen om zich heen die voor hem waardevol zijn. Ï De oudere kan zijn rol als partner, familielid, vriend ten volle naar wens vervullen. Ï De oudere maakt deel uit van sociale netwerken. Ï De oudere kan in aansluiting op afkomst, cultuur, belangstelling en levensfase, betekenisvolle relaties behouden en onderhouden en nieuwe contacten aangaan (in de woonomgeving, de buurt). Ï De oudere maakt naar wens deel uit van het sociale maatschappelijke leven in de buurt (clubs, verenigingen, kerk). Ï De oudere kan naar wens deelnemen aan het sociale, recreatieve, religieuze en culturele leven in de (plaatselijke) gemeenschap. Ï De oudere leeft middenin de samenleving. Ï De oudere heeft gewaardeerde bezigheden in de samenleving die aansluiten op de eigen ervaring, interesses en mogelijkheden. Ï De oudere kan als hij dit wil vaardigheden, opgedane ervaringen uit voormalig werk of andere bezigheden blijven uitoefenen of inzetten. Ï De oudere kan als hij dat wil nieuwe ervaringen, kennis en vaardigheden ontwikkelen en trainen.
PARTNER/FAMILIE/NAASTEN Ï Partner, familie en andere naasten maken deel uit van het persoonlijk netwerk van de oudere en zijn onlosmakelijk met hun familielid/vriend verbonden.
28
Ouderen aan Zet!
HET ZORGTEAM Ï Het zorgteam biedt de oudere de ondersteuning waarin het leiden van een gewoon leven centraal staat en waarin de zin van het leven voelbaar blijft. Ï Het hebben, behouden en eventueel versterken van een eigen persoonlijk en sociaal netwerk krijgt volop aandacht van het zorgteam. Het team is gericht op het behouden van contacten met mensen en gemeenschappen waarbij de oudere zich goed en vertrouwd voelt, bij wie hij een waardevolle rol heeft en op wie hij zo nodig kan en wil terugvallen. Ï Het zorgteam maakt mogelijk en creëert voorwaarden in afstemming met partner, familie, naasten, zodat de oudere zijn contacten kan onderhouden en eventueel nieuwe contacten kan opdoen. Zowel thuis als op andere plekken, bijvoorbeeld verenigingen, clubs, in de eigen wijk en elders. Ï Het zorgteam onderschrijft het belang van het hebben van het eigen persoonlijk netwerk. Dat zijn in de eerste plaats de partner, familie en andere naasten. Ï Het zorgteam stimuleert, met respect voor ieders wensen daarbij, de contacten tussen de oudere met hun partner, familie en andere naasten. Ï Het zorgteam stimuleert en maakt mogelijk dat (oude) vriendschappen en waardevolle bestaande contacten in stand blijven en zo mogelijk worden uitgebreid. Ï Het zorgteam ondersteunt de oudere naar wens om in diverse sociale rollen en omgevingen actief te blijven. Ï Het zorgteam betrekt actief de wijk/buurt bij het vinden van wederzijds waardevolle bezigheden en contacten voor de oudere en is inventief in het creëren van een sociaal veilige omgeving waardoor de actieradius van de oudere groot blijft of wordt. Ï Het zorgteam stimuleert de oudere zijn levenservaring in te zetten, eventueel nieuwe dingen te onderzoeken en/of daaraan deel te nemen.
MANAGEMENT/PROFESSIONALS ZORGORGANISATIE Ï Visie en beleid gaan uit van belang van het behouden, respectievelijk versterken van persoonlijke en sociale netwerken, zodat er zoveel mogelijk vertrouwde gezichten blijven. Ï Het behouden en onderhouden en versterken van persoonlijke en sociale netwerken en activiteiten is onderdeel van beleid en praktijk.
Ouderen aan Zet!
29
4. Respect en veiligheid: ouderen leven in veilige, vertrouwde omgevingen
OUDEREN Ï De oudere leeft in een veilige, vertrouwde omgeving. Ï De oudere wordt gewaardeerd voor wie hij is en ’vroeger was’, en wordt niet in zijn vrijheid beperkt, niet gediscrimineerd, op enigerlei wijze lastig gevallen of misbruikt. Ï De oudere voelt zich en is veilig, vertrouwd en welkom in zijn huis, buurt en elders. Ï De oudere verblijft in omgevingen die in overeenstemming zijn met/ respect toont voor zijn verleden, afkomst (cultuur, waarden, rituelen) binnen de algemeen maatschappelijke normen. Ï De oudere kan met al zijn vragen terecht bij zorgverleners en voelt zich gesteund. Hij vindt dat er goed naar hem geluisterd wordt, voelt zich serieus genomen en gerespecteerd in zijn persoonlijke gewoonten, rituelen. Ï De oudere kan erop vertrouwen dat hij vertrouwelijke gesprekken kan voeren over zaken die hem bezighouden. Ï De oudere weet hoe anderen (zoals familie) betrokken zijn bij beslissingen rond zaken die hem aangaan en heeft daar een stem in gehad (zie ook bij zeggenschap). Ï De oudere voelt zich prettig en veilig in zijn huis, bij eventuele huisgenoten, in de buurt en elders en ervaart voldoende privacy. Ï De oudere kan een fysiek gezond leven blijven leiden (verantwoorde voeding, goede hygiëne, voldoende lichaamsbeweging en buitenlucht) en wordt ondersteund om dit te blijven doen, met respect voor ieders eigen vertrouwde normen en gewoontes. Ï De oudere weet wat te doen in noodsituaties. Ï De oudere weet bij wie hij terecht kan en wat te doen in geval van (angst voor/ signalen van) negatieve ervaringen, conflicten, mishandeling, misbruik. Ï De oudere gaat zorgvuldig om met zijn medicijnen. De oudere weet wat het doel en de uitwerking is van de medicijnen die hij gebruikt en van de behandelingen (medisch, paramedisch) die hij krijgt. Ï De oudere leeft in een omgeving die tegemoet komt aan zijn speciale behoeftes (toegankelijkheid, bruikbaarheid, oriëntatie) en beschikt zonodig over geschikte hulpmiddelen.
PARTNER/FAMILIE/NAASTEN Ï Partner, familie en andere naasten zijn belangrijke personen in het leven van de ouderen en voelen zich erkend en gerespecteerd in hun relatie/familieband. Ï Zij zijn welkom en voelen zich vrij om aan te geven wat voor hen zelf belangrijk is. Ï Zij voelen zich vrij en uitgenodigd om bij het leven van hun familielid nauw betrokken te blijven. Ï Zij zijn bij belangrijke vraagstukken en beslissingen rond hun partner/ouder/familielid betrokken. Ï Er is wederzijds respect en waardering voor elkaar.
HET ZORGTEAM Ï Het zorgteam biedt ouderen de ondersteuning waarin het leiden van een gewoon leven centraal staat en waarin de zin van hun leven zolang mogelijk wordt vastgehouden. Ï Het zorgteam draagt zorg voor veilige, vertrouwde omgevingen waar de oudere gerespecteerd wordt, en het gevoel van eigenheid (psychisch, sociaal, fysiek) geborgd is. Ï Er is wederzijds respect en waardering voor elkaar en voor ieders eigendommen en omgeving. Ï Het zorgteam schept een goede, veilige sfeer waarin iedere oudere zich erkend voelt als een waardevol persoon met een waardevol leven én een waardevol leven achter de rug. Ï Het zorgteam schept een klimaat waarin het respect toont voor en aansluiting zoekt bij voor de oudere vertrouwde gewoontes en gebruiken. Ï Het zorgteam respecteert elk oudere zoals hij is, ook in de rollen in het leven die hij tot dan toe heeft gehad en helpt (biedt adequate ondersteuning) bij ieders invulling van persoonlijke wensen, behoeften en interesses. Ï Het zorgteam heeft oog voor en biedt ouderen steun bij en gaat adequaat in op vraagstukken die voortkomen uit de (levens)ervaringen van de oudere en zijn naderende levenseinde. Het team kan zo nodig een beroep doen op specifieke deskundigheid. Ï Het zorgteam en andere bij de oudere betrokkenen waarborgen geheimhouding van hun toevertrouwde vertrouwelijke informatie. Ï Het zorgteam schoolt zich (volgt trainingen, coachingsbijeenkomsten) om goed in te kunnen spelen op de persoonlijke vragen van ouderen die het tegenkomt. Ï Het zorgteam kan flexibel inspelen op allerlei situaties. Het biedt continuïteit en brengt een gevoel van rust/veiligheid over waarin iedereen tot zijn recht kan komen. Ï Het zorgvuldig omgaan met ieders privacy en persoonlijke bezittingen wordt gewaarborgd (eigen plek, eigen spullen, gelegenheid/rustige plek om partner, familie en anderen die belangrijk zijn in het leven van de oudere te ontvangen). Ï Het zorgteam beschikt over kwaliteiten om het (met elkaar) wonen op een goede manier te ondersteunen. Ï Het zorgteam stimuleert en ondersteunt de oudere bij het behouden van een veilige en gezonde leefstijl en een zorgvuldig gebruik van medicijnen. Ï Het zorgteam waarborgt een fysiek en anderszins veilige omgeving (brandveiligheid, medicijnbeheer) en ondersteunt de oudere in noodsituaties. Ï Het zorgteam weet hoe te handelen in geval van noodsituaties en/of calamiteiten en heeft voorzorgsmaatregelen genomen. Ï Het zorgteam benadert elk oudere op een wijze die recht doet aan wie hij is en ‘vroeger was’. Ï Het team is er alert op dat iedereen in alle situaties en opzichten respectvol met elkaar omgaat.
MANAGEMENT/PROFESSIONALS ZORGORGANISATIE Ï Uitgangspunt is respect voor iedere persoon en zijn persoonlijke integriteit. Ï Visie, beleid en ondersteuning zijn gericht op het bevorderen van veilige, vertrouwde omgevingen van waaruit ouderen een waardige laatste levensfase kunnen beleven. Ï Er is wederzijds respect en waardering voor elkaar. Ï Het organisatiebeleid en de professionele ondersteuning bevorderen een veilige, stimulerende omgeving waarin ouderen deze specifieke levensfase optimaal kunnen beleven. Ï Er zijn professionals beschikbaar met wie het zorgteam zo nodig kan afstemmen c.q. een beroep kan doen op specifieke deskundigheid. Ï Er is specifieke deskundigheid beschikbaar dan wel mensen kunnen in contact gebracht worden met specifiek gewenste deskundigheid. Ï Beleid is gericht op ondersteunen van het zorgteam bij een op alle fronten ‘gezonde wijze van runnen’ van de zorg aan ouderen. Ï Alle betrokkenen worden als deskundige partners erkend en hun ervaringen gewaardeerd. Ï Er worden coachingstrajecten, trainingen of andere vormen van deskundigheidsbevordering aangereikt aan het zorgteam. Ï Management zorgt voor basisvoorzieningen op het gebied van veiligheid en zorgt voor de benodigde aanpassingen. Ï Visie en beleid van de dienstverlenende organisatie gaan uit van respect voor ieder mens, waarborgen ieders integriteit, en dragen er zorg voor dat niemand in zijn vrijheid en mogelijkheden wordt beperkt, noch wordt gediscrimineerd. Ï Er zijn effectieve en voor alle betrokkenen toegankelijke procedures op het gebied van klachten, misbruik (seksueel, lichamelijk, emotioneel).
32
Ouderen aan Zet!