KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
WAT IS PARTICIPATIE?
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Inzicht krijgen in wat het begrip ‘participatie’ betekent voor de deelnemer
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer krijgt inzicht in zijn/haar eigen gedachten over participatie (en werk) en wat het voor hem/haar betekent. Voor de docent is het belangrijk om te weten welke ideeën de deelnemer over participatie en werken heeft. Zodoende is het makkelijker om de aanpak en begeleiding hierop af te stemmen. De leefwereld van de deelnemer is leidend.
BESCHRIJVING
Het is belangrijk om een definitie van participatie te formuleren. Dit maakt het maken van een eigen toekomstplan makkelijker. Iedereen heeft zijn/haar eigen definitie van participatie. Onderzoek samen wat participatie is: Wat betekent participatie voor jou? Werkblad om (goed) te kunnen participeren in Nederland. Wat zijn de belemmeringen die je bij participatie ondervindt? Noem diverse vormen van participatie in de maatschappij.
AANWIJZINGEN
Oefening: Vul de participatieboom in. De boom kan gebruikt worden als een metafoor voor participatie.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad De Participatieboom
VARIATIES
Om het begrip te vergroten, vul als groep de Participatieboom in van de docent (of van een deelnemer). Gebruik wenskaarten in plaats van de Participatieboom. Deze verzamel je vooraf (allerlei gratis wenskaarten in cafés e.d.). Kies een thema of een vraag, bijvoorbeeld i) jouw leven in Nederland, ii) jouw toekomst in Nederland, iii) participeren/ integreren in Nederland enz. Laat de cursisten een kaart uitkiezen met een beeld dat voor hen synoniem is met het gekozen thema of de gekozen vraag. Ga daarna in gesprek over wat de beelden voor hen representeren en waarom.
AANDACHTSPUNTEN
Voor sommige deelnemers kan het denken in concepten (participatie, participatieboom) moeilijk zijn. Visualisaties kunnen hierbij helpen, maar het is vooral belangrijk dat de opdracht concreet wordt door het gebruik van allerlei voorbeelden (waar nodig uit de eigen ervaringen en praktijk van de docent).
1/1
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
WAAR KOM IK VANDAAN?
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Onderzoek naar welke waarden belangrijk zijn .
WAT IS HET DOEL?
Inzicht krijgen in het belang van de eigen en de Nederlandse culturele waarden en hoe deze waarden van invloed zijn op de keuzes die gemaakt worden in het leven.
BESCHRIJVING
Gebruik het werkblad 1 ( kaartjes uitknippen) en laat deelnemers eerst individueel een volgorde maken uit de voor hen belangrijkste waarden. Wat is belangrijk voor jou en waarom? Laat ze daarna in kleine groepjes werken en discussiëren over hun keuzes. Ieder groepje stelt zijn waarden top-13 samen in volgorde van belangrijkheid. Bespreek plenair wat de verschillen en overeenkomsten zijn per groep. Laat de deelnemers daarna kennismaken met de Nederlandse waarden top-13 en die van migranten (zie werkblad 2). Tenslotte gaat elke deelnemer werkblad 2 invullen. De deelnemer gaat nadenken over eventuele veranderingen van waarden (integratie) en hoe deze veranderingen bepalend zijn voor de keuze van een beroep.
AANWIJZINGEN
Het kan nodig zijn om eerst aandacht te besteden aan wat waarden zijn. Als taal een probleem is, vermijd deze termen en praat vooral over concrete voorbeelden en ervaringen. Bedenk in dit geval van te voren verschillende scenario’s en vraag de groep welke keuzes ze in elk scenario zouden maken en waarom. Bijvoorbeeld: je hebt een belangrijke afspraak op je werk, maar je kind is ziek. Wat doe je? Of: je moeder / vader is niet meer in staat om voor haar/ hemzelf te zorgen. Laat je hem/haar bij jou in huis wonen? Of: je moet naar school, maar je krijgt onverwachts bezoek van een vriend/in die van ver komt. Wat doe je? Ga daarna in gesprek over mogelijke culturele verschillen. Vraag ook aan het einde: wat zou een Nederlander in dit geval doen? En waarom?
1/2
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
WAAR KOM IK VANDAAN?
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad: Waarden (instructies voor docenten) Werkblad: Waarden (om kaartjes van te knippen) Werkblad: Waarden Top-13 (uitkomst volgorde voor Nederlanders en migranten & vragen)
VARIATIES
Vraag wat de invloed van de ouders is op de keuzes, die gemaakt worden in het leven. Stel vragen over gewoontes in eigen land versus Nederland, of over rolpatronen tussen man en vrouw, verschil in beroepen etc. Welke kansen en belemmeringen biedt jouw culturele achtergrond voor een succesvolle toekomst in Nederland? Werkblad 2 kan als huiswerk meegegeven worden.
AANDACHTSPUNTEN
Dit soort oefeningen kan confronterend zijn. Soms begrijpen deelnemers niet waarom er gesproken wordt over hun cultuur ( ter vergelijking met de cultuur in Nederland). Het is daarom belangrijk om de verbinding te leggen met de eigen participatiedoelen. Blijf steeds de vraag stellen: welke invloed heeft jouw cultuur op datgene wat je wel/niet kan/wil in Nederland?
2/2
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
DIT WIL IK, DIT BEN IK, DIT KAN IK
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Een zelfonderzoek naar de eigen interesses, kwaliteiten en vaardigheden.
WAT IS HET DOEL?
Ontdekken van (nieuwe) interesses, kwaliteiten en vaardigheden en het nut inzien van deze zelfkennis. Bovendien leert de deelnemer: >> in onverwachtse situaties in het kort vertellen wie je bent, wat je wilt en wat je kunt >> jezelf op een effectieve manier presenteren aan netwerkcontacten >> ervaren hoe jij jezelf steeds beter (=sterker) kunt presenteren op elk moment van de dag >> goed luisteren en leren van een ander zijn/haar kwaliteiten / vaardigheden en hoe die worden ingezet. Deze oefeningen zijn ook een goede voorbereiding op een sollicitatiegesprek.
BESCHRIJVING
Korte uitleg: wat zijn kwaliteiten en vaardigheden Voorkennis activeren (1): waarom is dit belangrijk te weten? Stel de vraag waarom het belangrijk is om te weten wat je eigen kwaliteiten en vaardigheden zijn. Wat levert het op? Voorkennis activeren (2): rondje opscheppen / bluffen. Doe een oefening met de groep waarbij iedereen vertelt op een overdreven manier waar hij/zij goed in is. Dit stimuleert de eigen fantasie en zet mensen aan het denken over het belang van zelfpresenteren. >> Interesselijst invullen Bij wensberoep eventueel vragen welke kwaliteiten / vaardigheden je kunt inzetten >> Kwaliteitenlijst invullen Oefening: geef een voorbeeld van een kwaliteit in een (werk)situatie >> Vaardighedenlijst invullen Oefening: geef een voorbeeld van een vaardigheid in een (werk)situatie HUISWERK 1
vraag iemand die jou goed kent om jouw goede kwaliteiten en vaardigheden te benoemen
2
(werk)situaties bedenken waarin jouw kwaliteiten en vaardigheden tot uiting komen, passend bij het wensberoep
1/2
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
DIT WIL IK, DIT BEN IK, DIT KAN IK
AANWIJZINGEN
Minimaal 2 lessen aan dit thema besteden. Bij andere themalessen starten met een rondje opscheppen. Het is belangrijk dit veelvuldig te oefenen.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Interesselijst Werkblad Kwaliteitenlijst Werkblad Vaardighedenlijst Werkblad Observatie en Feedbacklijst
VARIATIES
De oefeningen: voorbeeld geven van kwaliteit / vaardigheid in (werk)situatie, kan uitgespeeld worden in de zetting van een sollicitatiegesprek. Als je met een groep werkt gebruik de observatie en feedbackformulier. Als een deelnemer een voorbeeld van een kwaliteit of vaardigheid naspeelt (zie aanwijzingen), vraag de anderen om te luisteren en observeren, en om daarna feedback te geven. Kijk ook op de website: www.talentenvertaler.nl
AANDACHTSPUNTEN
Voor migranten zijn dit zeer moeilijke oefeningen omdat ze niet gewend zijn over zichzelf na te denken in termen van kwaliteiten en vaardigheden. Ze zijn in hun cultuur niet gewend om over zichzelf op te scheppen of een verkooppraatje over zichzelf te houden. In de meeste culturen is bescheidenheid een grote kwaliteit. Deze oefeningen vragen om een andere manier van denken. Dit kan weerstand oproepen. Daarom erkenning voor die weerstand geven en positief blijven motiveren.
2/2
KENNIS > ZELFKENNIS�����������������������������������������
MOTIVATIE
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Een zelfonderzoek naar de eigen motivatie om te participeren/werken
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer kan aangeven waarom hij/zij wil werken (wat is zijn/haar achterliggende motivatie).
BESCHRIJVING
Bespreek eerst de betekenis van motivatie. Dit kan je doen door uit te leggen dat motivatie vergelijkbaar is met de reden waarom je iets doet. Het heeft te maken met de bereidheid om een bepaalde taak te vervullen met enthousiasme (of een gebrek daarvan). Iedere deelnemer vult het Werkblad Motivatie in. De groep wordt daarna verdeeld en deelnemers gaan in kleine groepen in gesprek met elkaar om hun motivaties te vergelijken. Ze schrijven hun belangrijkste (gedeelde) motivaties op.
AANWIJZINGEN
In een groepsgesprek iedereen laten benoemen waarom hij/zij wil werken. De docent kan ook haar/zijn eigen voorbeelden geven en de groep vragen om daarop te reageren. Verzamel de motivatiebronnen op het bord en bespreek ze met de groep.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Motivatie
VARIATIES
>> De docent kan deelnemers vragen om hun drie belangrijkste persoonlijke motivatiebronnen op te schrijven en om deze aan de groep te presenteren. >> Als de docent merkt dat er sterke (culturele) verschillen zijn: vraag de deelnemers om deze te benoemen en te vergelijken. Waarom denken ze dat er zoveel verschillen zijn? Wat ligt achter deze verschillen? En hoe zou het in Nederland zijn met motivatiebronnen? >> De docent kan ook variëren door te vragen of er motivatiebronnen zijn om NIET te werken. Welke zijn dat?
AANDACHTSPUNTEN
Sommige deelnemers vinden het wellicht moeilijk om eerlijk te zijn over hun motivatiebronnen om te werken. Hiervoor is geduld en vertrouwen nodig. Laat ze daarom eerst in kleinere groepen werken.
1/1
KENNIS > MIJN STAPPENPLAN������������������������������������
KEUZES MAKEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Hoe maak je goede keuzes ?
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer krijgt inzicht in zijn of haar eigen keuzestijl en onderzoekt welke factoren van invloed zijn om tot een goede keuze te komen.
BESCHRIJVING
Het is belangrijk om een goede keuze te maken en samen te onderzoeken in de groep wat er allemaal bij komt kijken: Over welke keuzes ben je tevreden, welke belemmeringen kom je tegen bij het maken van keuzes nu en in het verleden.
AANWIJZINGEN
Oefening: Wat eet je vanavond en waarom? Welke factoren spelen daarbij een rol bijvoorbeeld: gezond eten, beschikbaarheid, kinderen, vegetariërs, geld, tijd e.d. Oefening: Over welke keuze in het verleden ben je erg tevreden (Dat kan ook heel klein zijn , bijvoorbeeld de aanschaf van huishoudelijke apparatuur) maar ook een life event (keuze voor partner, werk e.d.) Kon jezelf kiezen of werd er voor je gekozen? Oefening: Wat is je keuzestijl ?
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad : Keuzes maken Werkblad: de 7 keuzestijlen
AANDACHTSPUNTEN
Kiezen is een proces en kiezen is de helft verliezen. Als je voor het ene kiest, is een andere weg afgesloten. Cursisten moeten ook kijken naar de haalbaarheid van hun keuze. Na het maken van een weloverwogen keuze kan aan de hand van het stappenplan het einddoel worden uitgewerkt.
1/1
KENNIS > MIJN STAPPENPLAN������������������������������������
DOELEN STELLEN EN PLAN MAKEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Een toekomstplan maken
WAT IS HET DOEL?
Deelnemers zijn in staat om met behulp van een stappenplan en een logboek hun doelen te beschrijven en te onderzoeken op haalbaarheid.
BESCHRIJVING
Aan het begin van het traject beschrijven de deelnemers hun doelen op lange termijn. Gebruik hiervoor het Werkblad Stappenplan algemeen en/of het Werkblad De Trap / Werkblad Dromen. Ze beschrijven wat ze willen en wat ze al weten. Ze maken een plan voor activiteiten die ze nog moeten ondernemen. Per week plannen ze een actie. Deze doelen onderzoeken ze gedurende het traject op haalbaarheid. De doelen worden eventueel bijgesteld.
AANWIJZINGEN
De deelnemers beschrijven per week wat ze gaan doen.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Stappenplan Algemeen Werkblad De Trap Werkblad Dromen
VARIATIES
Bespreek eerst wat een doel is en waarom het belangrijk is om een doel te hebben. Je kunt het ook visueel maken door een mindmap (of sterassociatie) te maken. Schrijf wat je wilt bereiken op een vel papier en schrijf daaromheen allerlei associaties. Je kunt de associaties categoriseren: acties, mensen die je nodig hebt, soort informatie die je moet opzoeken, enz.
1/2
KENNIS > MIJN STAPPENPLAN������������������������������������
DOELEN STELLEN EN PLAN MAKEN
AANDACHTSPUNTEN
>> Als deelnemers vastlopen in het onderzoeken van hun doelen (op haalbaarheid) en het plan moet worden bijgesteld, is intensievere begeleiding nodig (bijv. door middel van coachinggesprekken). >> Het kan zijn dat jouw klant/deelnemer het moeilijk vindt om te plannen, of niet gewend is om een agenda bij te houden. Deze oefeningen kunnen hierbij helpen. Denk erom dat mensen vaak grote doelen hebben die heel ver weg liggen. Dit kan een grote belemmering vormen om te komen tot kleine en concrete stappen. >> Als het moeilijk blijkt om tot een (haalbaar) doel te komen, maak dan de doelen en daarmee de stappen kleiner. Vragen die belangrijk zijn: Wat wil ik bereiken? Wat heb ik daarvoor nodig (welke informatie)? Wie heb ik daarvoor nodig? Waar moet ik zoeken? Wat is mijn allereerste stap? Sommige deelnemers hebben hele algemene uitspraken, zoals ‘ik wil werken’ of ‘ik wil studeren’. Het moet concreter! Blijf doorvragen en onderzoek waarom iemand iets wilt en welke aannames ze daarbij hebben (bijv. ik wil niet in de techniek werken omdat het vies werk is). Veel migranten denken dat ze alleen aan de slag kunnen als ze een Nederlandse diploma hebben. In sommige gevallen kan dit kloppen, maar niet altijd. Onderzoek welke ervaring en welke diploma’s iemand al heeft. Het is nuttig om deze vragen veelvuldig te herhalen en om de stappen steeds kleiner te maken. Maak concrete afspraken over de stappen en de (wederzijdse) verwachtingen.
2/2
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
HET BELANG VAN NETWERKEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Ontdekken hoe belangrijk het is om een goed netwerk te hebben
WAT IS HET DOEL?
Belang van netwerk inzien Eigen netwerk in kaart brengen
BESCHRIJVING
In groepjes spreken over het nut van netwerken a.h.v. Werkblad Netwerken, Nuttig en Nodig. Antwoord geven op de vragen: >> Hoe is het met jouw netwerk? >> Hoe groot/klein is die? >> Wil je er iets aan veranderen/aanvullen? >> Wat mis je of wat heb je goed voor elkaar? >> Is je netwerk wederkerig? Noem een paar voorbeelden. Breng je eigen netwerk in kaart
AANWIJZINGEN
Om uit te leggen wat een netwerk is, gebruik het Werkblad Wie Zit in Mijn Netwerk. De informatie van dat werkblad kan plenair worden besproken of als leesopdracht worden aangeboden. Bespreek de verschillen in contacten. Welke contacten kunnen van belang zijn voor werk?
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Netwerken, Nuttig en Nodig Werkblad Wie Zit in Mijn Netwerk
VARIATIES
Onderzoek het verschil in contacten maken. Welke contacten kunnen je naar werk helpen?
AANDACHTSPUNTEN
Het concept ‘netwerken’ kan ingewikkeld zijn voor veel migranten. Maak het concreet door te laten zien hoe jouw eigen netwerk eruit ziet – wie er allemaal bij hoort. Terwijl netwerken in eigen land heel gewoon is, vinden veel migranten het moeilijk om in Nederland contacten te maken en/of begrijpen ze niet hoe een netwerk ingezet kan worden. Dit vraagt veel uitleg en oefeningen in het zichtbaar maken van wat een netwerk is. Visualiseren door middel van plaatjes helpt.
1/1
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
NIEUWE CONTACTEN
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Het onderzoeken van de contacten die je nodig hebt om je netwerk te vergroten
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer weet na de les >> met welk contact hij zijn netwerk sterker maakt >> hoe hij dat contact kan leggen
BESCHRIJVING
Bespreek (in de groep): Wat ga je ondernemen om je netwerk te verbeteren? >> Gebruik het Werkblad Contacten m.b.t. het Zoeken van Werk om te onderzoeken wie je op weg naar werk kan helpen De deelnemer noteert zoveel mogelijk contacten die hij/zij kunnen helpen bij het vinden van werk. Plenair bespreken van de vraag: wat zou dit contact voor jou kunnen betekenen m.b.t. werk? >> Werkblad Het Leggen van Nieuwe Contacten invullen en bespreken in kleine groepjes Plenair het concrete plan bespreken van het leggen van een nieuw contact. HUISWERKOPDRACHT
Dit nieuwe contact gaan leggen.
AANWIJZINGEN
Als de leesvaardigheid in een groep laag is, kan de docent de werkbladen gebruiken als leidraad voor hemzelf in een groepsgesprek en in kleine groepen de vragen in een rollenspel laten bedenken. Plenair terugkoppelen.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Contacten m.b.t. het Zoeken van Werk Werkblad Het Leggen van Nieuwe Contacten
1/1
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
ELEVATORPITCH
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Het voorbereiden van een elevatorpitch om jezelf beter te presenteren
WAT IS HET DOEL?
Na de les weet de deelnemer hoe hij zich in een onverwachtse situatie in korte tijd kan presenteren. Iedere deelnemer heeft hiervoor een uitgewerkte elevatorpitch op schrift gemaakt.
BESCHRIJVING
Plenair en/of in groepjes het Werkblad Elevatorpitch bespreken a.h.v. een voorbeeld. Bijvoorbeeld een directeur van Gamma stapt bij je in de lift. Gamma is een groot bedrijf met allerlei mogelijkheden van vakken vullen tot administratie. Het lijkt jou leuk om daar te gaan werken: >> >> >> >>
Bedenk een openingszin. Op welke afdeling wil je werken? Wat is je kracht? Hoe sluit je af?
Welke persoon wil jij graag ontmoeten en waarom? Bedenk daarbij een elevatorpitch van 1 minuut. Plenair bespreken. Een paar uitspelen. Feedback geven (als de deelnemers weinig ervaring hebben met het geven van feedback eerst het Werkblad Observatie en Feedbacklijst bespreken) HUISWERK
Ga de elevatorpitch thuis oefenen op allerlei personen.
AANWIJZINGEN
Afhankelijk van de groep is het misschien nodig om eerst tijd en aandacht te besteden aan het geven van feedback.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad Elevatorpitch Werkblad Observatie en Feedbacklijst
1/2
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
ELEVATORPITCH
VARIATIES
Rollenspel: de directeur stapt in de lift, etc.
AANDACHTSPUNTEN
Afhankelijk van het (opleidings)niveau van de deelnemers kan het nodig zijn om meerdere dagdelen aan dit onderwerp te besteden. Dit om de deelnemers veel oefenmomenten te bieden waardoor hun zelfvertrouwen vergroot wordt. Voor veel deelnemers kan het een grote uitdaging zijn om in eerste instantie een elevatorpitch te bedenken (wat wil ik zeggen, waarom, en hoe moet ik dat zeggen). En in tweede instantie, kan het ook een uitdaging zijn om zichzelf voor een groep te presenteren. Velen zijn hieraan niet gewend en vinden het eng. Geef daarom veel oefenruimte. De uitvoering van de uitgewerkte pitch komt terug in het onderdeel presentatie.
2/2
KENNIS > NETWERK�������������������������������������������
MENTORING
> INSTRUCTIE ONDERWERP
Inzicht krijgen of de deelnemer gebruik wil maken van een mentor.
WAT IS HET DOEL?
De deelnemer maakt een keuze voor wel of geen mentor.
BESCHRIJVING
Mentoring levert een wezenlijke bijdrage aan groei en succes. Mentees (cursisten) bereiken hun doel beter en sneller wanneer zij steun en stimulans krijgen van iemand die dezelfde weg al eerder heeft afgelegd. Zij maken gebruik van de levensstrategieën van de mentor. De kracht van mentoring zit in het feit dat alle betrokkenen er baat bij hebben.
AANWIJZINGEN
Bespreek het werkblad: Wat is een mentor? Vul het Mentee intakeformulier in.
WAT HEB JE NODIG?
Werkblad: Wat is een mentor? Werkblad: Mentee intakeformulier
AANDACHTSPUNTEN
Voor sommige deelnemers is een maatje ook voldoende. Daarbij gaat het vooral om de sociale contacten.
1/1