Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu
RWS ONGECLASSIFICEERD
beschikking 1 4 SEP. 2075
Datum Nummer Onderwerp
RWS-2015/38897 1 Wijziging intrekkingsbesluit Chevron Oronite Technology BV van 14 mei 2014 (kenmerk RWS-2014/22248 1) met zaaknummer RWSV2O15-00001934
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. S. 9.
Aanhef Besluit Aanvraag Beoordeling van de aangevraagde wijzigingen Procedure Conclusie Ondertekening Mededelingen Bijlage
1.
Aanhef
De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 13 mei 2015 een aanvraag ontvangen van Chevron Oronite Technology BV om de watervergunning van 14 mei 2014 met nummer RWS-2014/22248 1 in te trekken. De aanvraag is geregistreerd onder nummer RWSV2O15-00001934. De aanvraag omvat de volgende stukken: • Aanvraagformulier watervergunning. • Bijlage 1: Projecttoelichting milieuneutrale vergunningaanvraag diverse werkzaamheden Chevron Oronite Technology BV. • Bijlage 2: Projecttoelichting aanvraag wijziging watervergunning en melding Activiteitenbesluit Chevron Oronite Technology BV. • Akoestisch onderzoek Chevron Oronite Technology BV. • Omschrijving fietsenstalling. • Concept rioleringstekening met minigemalen, d.d. 22 oktober 2014 met nummer 141022-003, blad 1 van 1, het laatst gewijzigd d.d. 3 november 2014. • Tekening definitief ontwerp terrein layout, d.d. 6 maart 2012 met nummer DO-B2102 C 30000-50, blad 11, revisie D, d.d. 19 februari 2014.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 1 van 7
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
2.
Besluit Nummer
De aan Chevron Oronite Technology BV verleende beschikking d.d. 14 mei 2014 met kenmerk RWS-2014/22248 1 wordt als volgt gewijzigd: 1.
RwS-2015/38897
Het volgende besluit wordt ingetrokken op het moment dat aansluiting op de gemeentelijke persriolering is gerealiseerd doch uiterlijk 30 juni 2016: De aan Chevron Oronite Technology BV bij besluit van 14 mei 2014 verleende watervergunning voor: a. Het brengen van stoffen, afkomstig van Chevron Oronite Technology BV gelegen aan de Petroleumweg 32 in Vondelingenplaat-Rotterdam in de Nieuwe Maas. b. Het onttrekken van water uit de Nieuwe Maas.
Per abuis is het maatwetkvoorschrift in het dictum aangemerkt als onderdeel van de watervergunning. Ter rectificatie wordt het dictum als volgt gewijzigd. Gelet op de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet, het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: II.
Aan Chevron Oronite Technology BV te Vondelingenplaat-Rotterdam maatwerkvoorschriften op grond van artikel 2.1, vierde lid van het Activiteitenbesluit Milieubeheer te verlenen.
Het wijzigen van het dictum wijzigt niet de eerder verleende rechten. Voor een toelichting op de in deze vergunning vermelde begrippen wordt verwezen naar bijlage 1 van deze vergunning. 3.
Aanvraag
3.1 Aanleiding Chevron Oronite Technology BV, verder Chevron genoemd, heeft op 14 mei 2014 met kenmerk RWS-2014/22248 T een beschikking gekregen die uit twee besluiten bestaat: a. Een vergunning op grond van de Waterwet voor: • Het brengen van stoffen in de Nieuwe Maas. • Het onttrekken van oppervlaktewater aan de Nieuwe Maas. b. Een maatwerkbesluit voor het gebruik van ketelwaterconditioneringsmiddelen. Chevron is voornemens om op het bedrijfsterrein een aantal wijzigingen door te voeren: 1. Aanpassing van de inrichtingsgrens en de terreinindeling. 2. Aanleg van persriolering. 3. Wijziging centralisatie uitlaatkanalen rookgasafvoer van het motorenlaboratorium. Met name de aanleg van persriolering heeft gevolgen voor de vigerende vergunning. In hoofdstuk 3.2 wordt hier nader op ingegaan.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 2 van 7
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
3.2 Aanleg persrïolering en gevolgen voor het te lozen afvalwater Havenbedrijf Rotterdam gaat op korte termijn in de directe omgeving van Chevron persriolering aanleggen, waar de omliggende bedrijven op aan kunnen sluiten. In de nieuwe situatie gaat ook Chevron hierop aansluiten. Er komen twee aansluitingen ter plaatse van beide nieuwe inritten.
Nummer RwS-2015/38897
Het gevolg hiervan is dat alle afvalwaterstromen, met uitzondering van het hemelwater van daken en schone terreinoppervlakken en het koelwater uit het secundair koelsysteem, via de persriolering worden geloosd. In dit kader zal Chevron op haar eigen terrein ook persriolering aanleggen. Hierbij wordt indien mogelijk, gebruik gemaakt van de bestaande vrijvervalriolering. Daarnaast worden twee opvoergemalen en vier minigemalen gerealiseerd. De huidige septictanks komen te vervallen. Deze worden verwijderd. De vetafscheider ten behoeve van de kantine blijft bestaan. De bestaande olie-afscheider E blijft behouden. De overige bestaande olie-slibafscheiders A en C komen te vervallen. Tezamen met de al vervallen, maar nog aanwezige olie-slibafscheiders B en F zullen deze worden verwijderd. Daarnaast worden drie nieuwe olie-slibafscheiders (1, 2 en 4) aangelegd. Alle olie-slibafscheiders worden via één van de gemalen aangesloten op de persriolering. Samenvattend worden in de nieuwe situatie alle in voorschrift 1, eerste lid van de vigerende vergunning genoemde afvalwaterstromen afgevoerd naar de gemeentelijke persriolering. De in de volgende tabel 1 genoemde afvalwaterstromen worden in de nieuwe situatie nog geloosd op oppervlaktewater. Deze afvalwaterstromen vallen allemaal onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Tabel 1: Afvalwaterstromen en lozingspunten Nieuwe Maas in nieuwe situatie Lozingspunt 50 Wi
50 W2 50 W3
50 W4 50 W5
Afvalwaterstroom • Hemelwater afkomstig van straatkolken op (parkeerplaatsen) • Hemelwater afkomstig van daken Komt te vervallen • Hemelwater afkomstig van straatkolken op (parkeerplaatsen; voorheen lozingspunt 50 • Hemelwater afkomstig van straatkolken op (parkeerplaatsen) • Hemelwater afkomstig van daken Koelwater secundair koelwatersysteem • Hemelwater afkomstig van straatkolken op (parkeerplaatsen) • Hemelwater afkomstig van daken • Overloop bluswatertank (nieuwe stroom)
RWS ONGECLASSIFICEERD
buitenterrein
buitenterrein W2) buitenterrein
buitenterrein
Pagina 3 van 7
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
3.3 Overige wijzigingen Chevron heeft een bluswatervoorziening gerealiseerd. Deze bestaat uit een bluswatertank met een inhoud van 280 m3 voor 1,5 uur blussen. In de bluswatertank wordt drinkwater opgeslagen. Met het bluswater wordt het eigen ringleidingnet gevuld, zodat de hydranten voorzien zijn van bluswater. Daarnaast kan de bluswatertank worden aangevuld met brakwater uit de Nieuwe Maas via het bestaande koelwatersysteem (alleen in het incidentele geval dat de bluswatertank niet toereikend is). Op de bluswatertank is een overloopvoorziening aanwezig, die via lozingspunt 50 W5 op het oppervlaktewater van de Nieuwe Maas loost. 4.
Nummer
RwS-2015/38897 1
Beoordeling van de aangevraagde wijzigingen
Op het moment van aansluiting van Chevron op de persriolering, zal er geen gebruik meet worden gemaakt van de verleende vergunning op grond van artikel 6.2, lid 1 en 6.5 onder a van de Watetwet. Hierdoor komt de vergunningplicht op grond van artikel 6.2, lid 1 Wtw voor het brengen van stoffen in het oppervlaktewater van de Nieuwe Maas te vervallen. Bij het vervallen van de vergunningplicht op grond van artikel 6.2, lid 1 Wtw, komt ook de vergunningplicht op grond van artikel 6.5 onder a Wtw voor het onttrekken van water aan het oppervlaktewater van de Nieuwe Maas te vervallen. Dit komt voort uit artikel 6.16 van de Waterregeling. In artikel 6.16 van de watetregeling is het volgende voorgeschreven: Het is verboden om zonder vergunning van de minister als bedoeld in artikel 6.5 van de wet meer dan 5000 m3 water per uur te brengen in, of meer dan 100 m3 water per uur te onttrekken aan een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij het Rijk, indien: a. de instroomsnelheid meer bedraagt dan 0,3 m/s, of b. de handeling plaatsvindt in samenhang met een activiteit waarvoor op grond van artikel 6.2 van de wet een vergunning is vereist. Bij Chevron bedraagt de instroomsnelheid < 0,3 m/s (zie voorschrift 8 van de vigerende vergunning). Omdat de vergunningplicht op grond van artikel 6.2 komt te vervallen, is ook lid b van artikel 6.16 van de waterregeling niet meer van toepassing. Het lozen van drinkwater en/of oppervlaktewater vanuit de overloop van de bluswatertank is niet vergunningplichtig op grond van de Waterwet maar valt onder de zorgplicht genoemd in artikel 2.1 van het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Gelet op het bovenstaande blijft alleen het maatwerkvoorschrift voor ketelwaterconditioneringsmiddelen genoemd in hoofdstuk 4 van het besluit van 14 mei 2014 van kracht.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 4 van 7
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
De verleende watervergunning voor: • het brengen van stoffen in de Nieuwe Maas, • het onttrekken van oppervlaktewater aan de Nieuwe Maas, wordt ingetrokken op het moment dat aansluiting op de gemeentelijke persriolering is gerealiseerd, doch uiterlijk 30 juni 2016. Hierbij is rekening gehouden met een uitloop van de werkzaamheden van 6 maanden Dit betekent dat alle voorschriften genoemd in hoofdstuk 3 van het besluit van 14 mei 2014, de voorschriften 1 t/m 11, alsmede bijlagen 2 en 3 komen te vervallen. Verder wordt het in bijlage 1 onder punt 1 genoemde begrip “aanvraag” gewijzigd in die zin dat de aanvraag alleen nog betrekking heeft op het maatwerkvoorschrift en niet meer op de vergunning. 5.
Nummer Rws-2015/38897 1
Procedure
5.1 Algemeen De Waterwet bepaalt dat op de voorbereiding van een beschikking tot het verlenen van een vergunning voor het lozen van stoffen de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Awb en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing zijn. In het Waterbesluit zijn hierop uitzonderingen gemaakt. Een dergelijke uitzondering is in dit geval niet van toepassing. 5.2 Behandeling van zienswijzen De aanvraag met bijbehorende stukken en de ontwerpvergunning hebben van 2 juli 2015 tot en met 12 augustus 2015 voor het naar voren brengen van zienswijzen ter inzage gelegen. Naar aanleiding van de ontwerpvergunning zijn geen zienswijzen naar voren gebracht. Hierdoor wordt de vergunning ongewijzigd vastgesteld ten opzichte van het ontwerp. 6.
Conclusie
Op grond van de hier bovenstaande overwegingen bestaan er geen bezwaren tegen de gevraagde wijziging van de vergunning. 7.
Ondertekening
DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid
mevrouw A.H. Bos-Massop
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 5 van 7
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
8.
Mededelingen Nummer
Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep indienen bij de bestuursrechter. Met deze procedure legt u de zaak aan de rechter voor om te bepalen of Rijkswaterstaat het juiste besluit heeft genomen. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn.
RWS-2015/38897 1
De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het opstellen van een beroepschrift: Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? Welk doel wilt u met uw beroep bereiken? Is het u voldoende duidelijk wat een beroepsprocedure inhoudt en weet u of u met deze procedure uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? -
-
-
Hoe dient u beroep in? Om in beroep te gaan bij de bestuursrechter moet u binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een beroepschrift indienen. U kunt uw beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar u woont. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een beroepschrift indient dan kunt u het beroepschrift sturen naar de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. In het beroepschrift moet in ieder geval het volgende staan: uw naam en adres; een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u beroep instelt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden) en zo mogelijk een kopie van het besluit; de reden waarom u beroep instelt; de datum en uw handtekening. Voor de behandeling van een beroepschrift wordt een bedrag aan griffierecht in rekening gebracht. -
-
-
-
Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw beroep in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. U doet dit door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http :1/loket, rechtspraak. nu bestuu rsrecht. daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.
RWS ONGECCASSIFICEERD
Pagina 6 van 7
RWS ONGECLASSIFICEERD Datum
9.
Bijlage 1. Begripsbepalingen
Behorende bij de vergunning van de minister van Infrastructuur en Milieu van heden, nummer RWS-2015/
Nummer RWS-2015/38897 1
In deze vergunning wordt verstaan onder: 1. ‘Aanvraag’: de aan dit intrekkingsbesluit ten grondslag liggende aanvraag is op 11 mei 2015 bij Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid binnengekomen en geregistreerd onder zaaknummer RWSV2O15-00001934. 2. ‘Afvalwater’: water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. 3. ‘Effluent’: afvalwater afkomstig uit een installatie waarin dit afvalwater een zuiveringstechnische behandeling heeft ondergaan. 4. ‘Lozingspunt’: een punt van waaruit afvalwater in het oppervlaktewaterlichaam wordt geloosd/gebracht. 5. ‘Ongewoon voorval’: een voorval waardoor nadelige gevolgen voor het oppervlaktewaterlichaam zijn ontstaan of dreigen te ontstaan. 6. ‘Onttrekken’: het door middel van een werk halen van water uit een oppervlaktewaterlichaam. 7. ‘Oppervlaktewaterlichaam’: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, alsmede de bijbehorende bodem, oevers en, voor zover uitdrukkelijk aangewezen krachtens de Wtw, drogere oevergebieden, alsmede flora en fauna. 8. ‘Vergunninghouder’: diegene die krachtens deze vergunning handelingen verricht. 9. ‘Waterbeheerder’: de minister van Infrastructuur en Milieu, per adres de hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam.
RWS ONGECLASSIFICEERD
Pagina 7 van 7