"i) (D D H /
D 0 (D
'o'
o
o
Ö
Fü/O
Hisgen, Den Haag
-3> f
••
Foto Oppenheim, Den Haag y:
0.
Mientje v. Kerckhoven-Kling |j (j) Mientje v. Kerckhoven-Kling zal, als we ons niet vergissen, een twaalftal jaren op de planken zijn. En in die twaalf jaren heeft ze zich een mooie plaats weten te veroveren- 't Was zoo ongeveer in het begin var, die tooneelloopbaan, dat we haar voor 't eerst zagen. Ze was als een der jonge krachten verbonden aan Heijermans' „Tooneelvereeniging". In „Beschuit met Muisjes'' had ze een klein rolletje en, zooals 't wel eens meer gaat, in dat kleine rolletje trok ze de aandacht. Toen reeds werd de aandacht op haar gevestigd en we herinneren ons dat we toen op een andere plaats de verwachting hebben uitgesproken, dat we meer van die jonge kracht zouden vernemen. We hebben niet verkeerd gezien, want al vrij spoedig veroverde ze terrein en ze begon mee te tellen. Zoo kwam de mooie tijd van „Comoedia", dat schitterend troepje, dat zooveel schitterende kunst heeft gegeven en toen vooral kwam Mientje Kling, die te voren reeds getrouwd was met Constant van Kerckhoven, op het eerste plan. Daarop volgde „Het Vereenigd Tooneel" en thans maakt ze deel uit van „De Speeldoos", het gezelschap onder directie van haar echt genoot, dat 't vroegere bioscoop-theater van Noggerath bespeelt. Een van onze foto's geeft haar daar in haar nieuwste rol in „De Hertogin van Elba".
I do
'O
i (i ••
.0
I
——zzz:'.o:^:o:öfl &
'.•O:ö:O: ONS
WEKELIJKSCH
i_IEDJE
RIKA HOPPER
(}
't Is soms voor onze artisten noodzakelijk om, indien ze willen komen of blijven op de plaats, die hun krachtens hun talenten toekomt, een eigen gezelschap te vormen. De oorzaken hiervoor, de redenen waarom zullen we hier niet verder aangeven, we zullen alleen het feit constateeren. Onder deze artisten moet ook Rika Hopper gerekend, die wel een beetje in de verdrukking dreigde te komen. Ze heeft haar eigen gezelschap gevormd en ze zal er geen spijt van hebben gehad, de resultaten moeten haar stellig bevredigen, te meer nog, wanneer men in aanmerking neemt, dat het voor het tooneel allesbehalve roz^ngeur en maneschijn is. In den afgeloopen zomer heeft ze met haar gezelschap in Den Haag de Princesse Schouwburg bespeeld en ze is er in kunnen slagen orn met haar medeart isten de loop te krijgen naar dit nu juist niet zoo bijzonder ge prefereerde theater. Een zeer va rieerend programma werd er vertoond en daarbij was ook „Fedora" waarin Rika Hopper zelf een mooie creatie gaf. Vanaf 1 September bespeelt dit gezelschap de Plantage Schou wbu rg te Amsterdam en ook daar geniet men van goede tooneelspeelkunst. Een der beide hier geplaatste foto's geeft Rika Hopper in „Fédora" weer. ►;^>:I
BEVINDT
Het Cinema- Ö Sheater-gedeelte staal onder redactie van pier Westerbaan, yfdres van «edactie en administratie: Qalqewater 22, Êeiden - Giro no. 41880
1
*:o: ZICH
OP
PAGINA 26 ■-■■
In dit nummer bevindt sich een liedje uit de revue „Duixend en een lach" Woorden vän "Rido TAuaiek van Chris van ©interen
:
ppmj^.L.ll^.woi
ÖP HET WITTE BOEK -
Raphael, Markies de Valentin, wiens eenig bezit bestaat uit zijn titel, tracht op zijn zolderkamertje te Parijs door het maken van gedichten in zijn onderhoud te voorzien. Een bijzondere genegenheid heeft hij opgevat voor Pauline, de dochter van zijn hospita. Als zijn gedichten als ongeschikt worden teruggezonden, vraagt hij Pauline haar moeder mede te deelen dat hij gaat vertrekken. Op dit oogenblik echter ontvangt hij bezoek van zijn vriend Rastignac. die hem den weg wijst hoe hij succes zou kunnen behalen. Rastignac stelt hem daarop voor, den avond te gaan doorbrengen bij gravin Fedora. Na korten tijd haar gunsteling te zijn geweest, wordt Raphael op unfaire wijze door haar verstoeten. Geheel ter neer gedrukt besluit hij zijn laatste geld aan de speeltafel te wagen en in zijn wanhoop neemt hij zich voor ten slotte door verdrinking een einde aan zijn ellendig bestaan te maken. Aldus voortslenterend ontmoet hij op de brug van de Seine een bedelaar, die hem aanraadt opnieuw als een „man" de wereld in te gaan. Tot dat doel spoort hij hem aan om te beginnen met het sieraad van zijn horlogeketting (een tor) te verkoopen. Raphael komt dan met zijn kleinood bij een antiquair, die bij het zien van deze tor Raphael zijn geheim vertrek laat binnentreden. Hier hangt in een helder licht de beeltenis van Jezus Christus en daaronder een oud stuk huid. De antiquair vertelt Raphael, dat zijn tor de sleutel is tot de tooverhuid, waardoor al zijn wenschen zullen vervuld worden. Bij iederen wensch zal de huid echter inkrimpen. Naar mate echter de huid kleiner wordt, zullen ook de levensdagen van den bezitter ten einde loopen. Om den talisman te beproeven, wenscht Raphael een recht gezelligen tijd met zijn oude vrienden door te brengen en als hij den winkel uitgaat ontmoet hij eenige van zijn vrienden, die op weg zijn naar een feest. Op dat feest ontmoet hij zijn ouden vriend Emile, wien hij vertelt over zijn genegenheid voor Pauline en over de schoone gravin Fedora. Vervolgens laat hij hem de wonderbare kracht van de tooverhuid zien. Ook ontmoet hij op dit feest zijn oom, den hertog de Navarreins, die hem wil onterven en Raphael wenscht een even groot fortuin als zijn oom. Maar hij ziet dat de huid wederom kleiner wordt. Raphael gaat een deftig huis bewonen en krijgt bezoek van Fedora. Tegelijk echter verschijnt Pauline, die hem vertelt dat haar vader een rijk man is geworden. Als Pauline en haar familie Fedora ontdekken, gaan zij vol minachting heen. Raphael neemt wraak door een kwaden wensch voor Fedora te uiten. De huid, die kleiner
yplice Terry (BIJ de voorplaat) Alice Terry wordt beschouwd ais een van de mooiste vrouwen, die voor de film spelen. Ze is dezer dagen uit Algiers in Amerika teruggekeerd, na beëindiging van de opnamen voor ,,The Arab". Voor hen die 't nog niet mochten weten, deelen we mede dat ze getrouwd is met Rex Ingram, die de regie van de hiervoor genoemde film heeft gevoerd. In de ook hier vertoonde film ..Scaramonche" is Alice Terry vooral op den voorgrond getreden.
IRAEL.
GADESCOW
wordt, maakt Raphael bevreesd en hij besluit den talisman te vernietigen. Door niets kan hem dit gelukken. Hij ijlt naar zijn slaapvertrek en begeeft zich overspannen te bed. In zijn droom ziet hij zichzelf in Zwitserland, achtervolgd door Fedora en Pauline. Fedora tracht Pauline in den afgrond te storten, doch haar poging faalt. Pauline blijft aan een boomstruik hangen, maar wordt gered door den laatsten wensch, die Raphael is overgebleven. Daarop
■
■
C7n de Sahara heefl een EnJ gelsche expedilie onder bevel van kapitein Alastair in een oase haar bivak opgeslagen. Mevrouw Alastair vergezelt haar echtgenoot me haar baby. Plotseling stormt een woeste bende het kamp binnen, die van Sheik Kali. de beruchte ,,Geesel der woestijn . Slechts Alastair s dochtertje blijft in leven en wordt door Achmed Jaradi en zijn vrouw opgevoed als een trouw geloovige. Twintig jaar later is Naïda opgegroeid lot een beeldschoon meisje en mohammedaansche. Door haar minachting voor alle conventie is zij in geheel Cairo bekend en haar danstalenten vormen een groote attractie in Achmed's ..Lotus Café '. Dit is de verzamelplaats van ontevreden elementen,waartoe ook de Sheik behoort. Alvorens een sein tot oproer te geven, wil Kali een
Meftoo vami de Bnoscoop
Bij velen bestaat nog het vooroordeel, dat dansen iets is, dat alleen tot het terrein der vrouw be hoort. Niets is minder waar. Bij vele volkeren der oudheid, Grieken, Egyptenaren e.a. en nog heden ten dage bij Russen, Spanjaarden, Javanen en tal van andere volken werd en wordt ook door de mannen gedanst. Alleen dient de man zich te bepalen bij de uitbeelding van kracht en moed of in nationale dansen. Iraël Gadescow heeft dat begrepen. Hij danst een herdersdans, een offerdans, een krijgsdans, een Ijijl- en boogdans (hier afgebeeld), een Spaansche dans en een dans van een hara-kiri (zelfmoord) plegende wanhopige Japanner. En de roem, die deze dansen hem bezorgd hebben, is voorzeker verdiend. A. H.
'.
Pi DÄÜÜ
- verschijnt de antiquair, die hem vertelt dat zijn laatste wensch de eerste onzelfzuchtige wensch is, dien hij heeft uitgesproken en hem bevrijd heeft van den vloek van de tooverhuid. Als hij ontwaakt, spoedt hij zich naar Pauline en voor altijd worden zij in hun liefde hereenigd.
Slaaf zajinier Ihiartstocihtein!
,!,. ii L-:-- ..-.-.-,, „ , .-^—-r^'
Merton Gill, bediende in het magazijn van Gashwinkel, in een^ klein dorp, droomt slechts van den dag waarop hij een beroemde filmster zal worden. Hij oefent zich in net acteeren met de etalagepoppen in den winkel en tracht daarbij vooral het spel van Harold Parmalee, zijn lievelingsacteur, na te doen. Hij schaft zich een cowboys costuum aan, en gezeten op een oud paard wil hij zich Zondagochtend laten fotografeeren. Het paard heeft echter een vroolijke bui, rent weg en deponeert Merton in het stof vlak voor de kerk, net als deze uitgaat. Dan krijgt hij van zijn verontwaardigden baas zijn ontslag en met zijn spaarpenningen betaalt hij de reis naar Hollywood en, zoo hij hoopt naar roem en fortuin Na vergeefs dagenlang de studio's afgeloopen te zijn, belandt hij bij de Holdenstudios, waar zijn afgod Harold Parmalee den scepter zwaait. Hier maakt hij kennis met een actrice, die veel in kluchten speelt, de lieftallige Sally Montague, bijgenaamd Flips. Zij leent hem haar schmink en na zich daarmee toegetakeld te hebben, weet hij den studioportier te verschalken. Hij sluit zich aan bij een troep figuranten en wacht op de dingen die 'komen zullen. Eindelijk denkt hij er te zijn; men wijst hem een rolletje toe, maar hij verprutst het zoo hopeloos, dat hij onmiddellijk ontslagen wordt. Zonder dat hij het weet, houdt' Flips een oogje in het zeil en helpt hem aan eten. Ook weet zij haar regisseur over te halen Merton een rol te geven in een parodi-; op Parmalee. Zij zeggen Gill niet, dat het een klucht is, want die verfoeit hij, en dus neemt hi; het aanbod met beide handen aan. Hij geeft zich met al het vuur waarover hij beschikken kan, in het vaste geloof, dat hij een spannend drama aan het uitbeelden is, en niet totdat hij een proefvertooning ziet, begrijpt hij, dat hij er in geloopen is. Nu doet hij of hij het aldoor wel begrepen heeft, en Flip wordt er door bedrogen, maar als ze ziet dat hij tranen in zijn oogen heeft, begrijpt ze hoe de vork in den steel zit. Nu houdt hij zijn bedrog niet langer vol, snikkend valt hij op zijn knieën voor haar neer en vertelt haar van zijn teleurstellingen. A's de regisseur hem zoo ziet, heeft hij medelijden met hem en vergoedt zijn verdriet met een voordeelig contract. Heel gelukkig laat hij het jonge paar achter ßezoek bij Rex Ingram te Nice. De bekende Amerikaansehe regisseur Rex Ingram heeft een studio te Nice, waar voor de Metro Goldwyn „MareNostrum" wordt verfilmd, een werk van den bekenden Spaan sehen schrijver Blanco Ibanez. Onze foto geeft van links naar rechts Antonio Moreno, een der hoofdvertolkers in ,,Mare Nostrum", mevr. Blanco Ibanez, Mary Garden, Rex Ingram, Alice Terry, Ingram's vrouw;die dehoof drol in „Mare Nostrum" vertolkt en Blanco I banez.
;
gewichtig document van den jongen Amerikaanschen attaché Braxton in handen zien te krijgen. Achmed draagt Naïda deze taak op, maar door haar genegenheid voor den jongen man loochent zij voor haar vader het stuk in handen te hebben gekregen. Achmed bemerkt een en ander en vertrouwt haar niet langer. Hij^ schenkt haar aan den Sheik als vrouw en nog dienzelfden avond wordt zij naar het paleis gebracht. Braxton weet daar evenwel binnen te dringen, maar Kali overvalt hem en slechts door Naïda s tusschenkomsl behoudt hij zijn leven. Maar dan wordt bevel gegeven hem van den toren te werpen. Naïda wordt door haar pleegmoeder van haar Engelsche afkomst verwittigd en
tevens waarschuwt deze fuiar, dat het leven van Braxton in gevaar is. Naïda springt den gehelde na en redt zijn leven, ten gevecht ontstaat en ten slotte treedt Achmed, wiens liefde voor zijn pleegdochter de overhand krijgt, als redder op. Gaarne geeft hij dan Naïda aan Braxton als vrouw. Haar Egyptische jaren lijken haar een droom en vol vertrouwen gaat zij een nieuwe toekomst tegemoet. Een fantastische film uit het mysterieuse Oosten, deze ,danseres van Cairo", in ons land gebracht door het bureau voor cinematografie „Filma" te Amsterdam. De beroemde Priscilla Dean vervult de hoofdrol, die haar gelegenheid te over biedt om haar talenten ten toon te spreiden.
WQiTTIiMWEPSf MO INIiEil^lLmMP-OEMilMÄI^liCilMl ié-m\
HET DEENSCHE ELFTAL
EEN FRAAIE OVERZICHTSFOTO ^ Men ziet het levendige spel voor het oranje-doel. terwijl op onxe kiek duidelijk merkbaar is hoe geen enkel plaatsje in het stad.on onbezet bleet
HET NEDERLANDSCHE ELFTAL
(Zie verdere sportfoto's op de sportpagina)
rnvj^-^mm^^^^^^mmm
~mm
^^^^^^^—^^—^^—
Zuid-Afrika heeft 'n heerlijk klimaat en een prachtige natuur. Trotsche bergketens (het Drakengebergte) eindelooze golvende hoogvlakten, met de bekende „kopjes" en vruchtbare dalen, vormen een bijzondere attractie. * Eén der meest bekende toppen, een plaats, die vele toeristen trekt, is de Mount-auxSources, waarvan hierbijgaand fotografische afbeeldingen. Burgersdorp is een typisch dorp in de oude Kaapkolonie.
WimmwixM Zuid-Afrika en Nederland. De Kruger-herdenking heeft wederom de gedachten aan Zuid-Afrika verlevendigd. Niet dat wij het verre land, waaraan voor Nederland zooveel herinneringen en banden verbonden zijn, ooit geheel zouden hebben vergeten. Doch we zijn gedwongen om vlug te leven, over veel te praten, aan veel te denken en daardoor missen wij de mogelijkheid, om overal tegelijkertijd onze aandacht op te bepalen. *
Maar er zijn momenten, waarop die gedachten plotseling en als het ware automatisch weer naar een bepaalde richting worden gestuurd, Zoo'n moment was voor mij het bezoek aan de ZuidAfrikaansche afdeeling op de groote Wemhley-tentoonstelüng. Plotling kwam ik, al rondkijkend, in het Zuid-Afrikaansche huis.
Als er één ding beter is dan zout water, dan is het zeker een bad met COMFORT ZEEP. Het wekt U op en verfrischt LI tegelijkertijd. Het is een verkwikking voor lichaam en geest. Ook voor de waschtafel is COMFORT de zeep bij uitr.emendheid. De uitwerking op de huid is weldadig en heilzaam
De
zuivere
oliën, de
fnssche geur
- *
en de natuurlijke kleur van COMFORT zijn allen van plantaardigen oorsprong.
verpakt in een cartonnen doos om ze absoluut frisch en hygiënisch te houden
HET GEHEIM VAN COMFORT.
ZUIVERHEID GEGARANDEERD.
COMFORT is een nieuwe zeep door de welbekende Lever's Zeep Maatschappij bereid uit een ongeëvenaarde combinatie van Palm- en Olijfoliën. U zult verrukt zijn over de heerlijke geur en het overvloedige roomachtige schuim.
De fabrikanten van COMFORT garandeeren, dat alleen de zuiverste grondstoffen bij de bereiding worden gebezigd.
BINNEN IEDERS BEREIK. Het merkwaardigste van deze nieuwe zeep is wel de prijs — slechts 30 cent voor twee groote stukken,
/Coop noghedeneen doos COAfFORT ZEEP bij Uwen winkelier.
Zend ons de voorzüden van 3 Comfortdoozen en U ontvangt gratis bovenstaande reproductie op zwaar kunstdrukcarton zonder eenige reclame. Dt LEVER S ZFEP MIJ
2 OROOTE STUKKEN VOOR 30 CENTS
*
Ëf >r
VLAARDISOEN
*
*
*
*
*
*
* * * *
*
Maar Zuid-Afrika is merkwaardig ook om andere redenen. Sinds eeuwen wordt er een strijd, zij het niet altijd bloedig, gevoerd tusschen blank en bruin. En daarnaast kwam in het begin van de vorige eeuw de geweldige worstelstrijd tussehen Boer en Brit.
*
Onze uitgevers klagen reeds, dat de verkoop van het Nederlandsche boek in dit stamverwante land, bijkans geheel heeft opgehouden. Ter versterking van deze banden is een NederlandschZuid-Afrikaansche vereeniging opgericht, welke haar zetel, Keizersgracht 141 te Amsterdam heeft.
Zuid-Afrika is een merkwaardig land. Merkwaardig om zijn geschiedenis, om zijn taal, maar bovenal om zijn bevolking, die stoere kerels en oprechte vrouwen, welke afstammen van de voortrekkers uit dietschen stam geboren, met de eigenaardige deugden en gebreken, welke ook onzen eigen boeren aankleven. *
*
De hoofdmiddelen van bestaan in Zuid-Afrika zijn landbouw en veeteelt. In den laatsten tijd zijn een groot aantal irrigatie-werken aangelegd. ♦
*
*
*
De goede verhouding tusschen Boer en Brit, hoe zegenrijk deze in vele opzichten ook is, dwingt ons, Nederlanders, toch op ons hoede te zijn, dat de oude relatie tusschen Boer en Nederlander niet verbroken wordt. Daarom is het zoo toe te juichen, wanneer, evenals het onlangs het geval was, de vertegenwoordigers van ZuidAfrika bij hun bezoek aan Europa ook ons land niet overslaan.
Onwillekeurig keek ik op, zooals men doet, wanneer men plots in een bekende omgeving zich bevindt. Dat was hollandsch, goed oud nederlandach. Ja werkelijk, daar lag onze bijbel, boeken in eigen taal, daar las men namen met eigen klank.
HET TOPPUNT VAN COMFORT No. 2 „Oost-West, Thuis-ßest" denken deze vroolijke zeerobben f Zij weten best hoe zij het zich zoo gezellig mogelijk moeten maken. Zie zelf maar eensl
Gezicht op Pietermarltzburg (Natal)
♦
♦
*
♦
De Vaal-rivier
waaraan Transvaal zijn naam dankt
Op zeer prijzenswaardige manier tracht men de nederlandsche belangstelling te winnen. Wie lid van de vereeniging is, ontvangt het maandblad ,.Zuid Afrika" gratis. Op aanvrage zijn ook verschillende boekjes over Zuid-Afrika te verkrijgen. De foto's, welke bij dit artikel zijn afgedrukt, werden ook'door deze vereeniging verstrekt. Waarvoor hierbij gaarne onzen dank. M.E.R.CURIUS.
*
Merkwaardig is alweer de ontwikkeling der . verhouding daarna tusschen de twee blanke rassen onderling en van de verhouding tusschen Zuid-Afrika en Engeland. Wonderlijk is 't, boe na den strijd een samenwerking is gekomen, hoe het mogelijk is gebleken, dat de vijanden medewerkers werden in het belang van het land. ** J,*
Vooral in den laatsten tijd is het voor den nauwkeurigen beschouwer duidelijk, dat wat 25 jaar geleden verloren scheen, thans krachtiger dan ooit naar voren komt.
Een vallei in het Drakengebergte
i!P|Mip.iiw».pi
'
i"»|yypiji|iiMÄiiiiiiP'u-'««H.i!i-
'
■
:
■■
■
ir©ï ©UDIN ILUna>TER WEDEROM IME1R5IE1D De o\ erlevering vertelt, hoe in de veertiende eeuw de Heilige Uisula aan de devote burgers van Delft verscheen en den inwoners van die oude stad in Holland het afbeeldseL toonde van de kerk, die de schutsheilige zoo gaarne binnen de veste zag opgericht. In 1381 werd aan den bouw van de z.g. Nieuwe kerk begonnen. Op de plek waar thans haar slanke toren omhoog rijst, stond toen een houten hulpkerk. In 1384 was de dwarsbeuk voltooid. Daarna begon men met den bouw ■ van het eerste gedeelte van den toren, welke van 1396—1412 duurde. Baksteen en een typische kalksteen van belgische oirigine, werden voor dit eerste deel gebruikt. In 1420 kon de houten huLpkerk worden weggenomen en in 1430 was de kerk gereed. In 1447 begon men aan het tweede gedeelte van den toren, welke in natuursteen werd opgetrokken. In 1453 werd de bouw van het koor ter hand genomen, in 1465 was deze bouw zoo ver gereed, dat het oude houten koor kon worden weggebjoken en in 1477 waren koor en kooropgang af. In 1484 begon men mot den bouw van het 3de gedeelte van den toren. Door allerlei oorzaken kwam er stagnatie in den bouw en eerst in 1495 was de toren gereed, zoodat naar waarheid kan worden getuigd, dat deze kerk meer dan honderd jaren van bouwen vorderde. In 1565 werd deze kerk door een brand geteisterd en verbrandde de toren voor een groot gedeelte. In 1872 ontstond er weer brand. In de jaren 1875—'77 werd de schade hersteld en de tegenwoordige ijzeren spits voltooid. Al deze mededeelingen werden ons, leden van de haagsche Vereeniging tot bevordering van Kunstnijverheid, Arti et Industriae, gedaan, door den leider van de restauratiewerken der Nieuwe Kerk, toen wij dit werk in oogenschouw namen. Doch dit was alleen maar een inleiding om ons te overtuigen van de belangrijkheid van het gebouw, dat ter gelegenheid van het zilveren regeeringsjubileum van de Koningin weer in oude glorie zou worden hersteld. Er was een bijzondere reden om juist dit werk bij die gelegenheid te voltooien. Want zooals men weet, bevat de Nieuwe kerk de grafkelder, waar sinds den Grooten Zwijger bijkans alle oranjevorsten zijn begraven. Bij dit restauratiewerk volgde men de moderne opvatting, welke leert, dat het oude alleen in onveranderden vorm mag worden behouden, wanneer dit behoud mogelijk blijkt, doch
m%
1j öD
Het gerestaureerde kOOr den achtergrond het grafdenkmaal, op zij de gerestaureerde pilaren.
dat men niet het recht heeft het oude door nieuwe klakkelooze nabootsing te imiteeren en te vervangen, indien er werkelijk van het werk van vroeger niets is overgebleven. Wij hebben alles, wat op „documenten-vervalsching" leek, nagelaten, zoo verklaarde de heer v. d. Kloot Meyburg, maar wel hebben wij gepoogd, om bij de restauratie de eenheid van het gebouw te behouden en onzen eerbied voor 't oude kunstwerk tot uiting te brengen. Dat dit niet altijd gemakkelijk ging, toonde hij ons op zeer duidelijke, aanschouwelijke wijze aan. In de eerste plaats door ons te \ erteilen, welke moeilijkheden het materiaal bood. De kerk is gebouwd van een soort baksteen, dat niet meer wordt gemaakt. Van overal
'S
1
HoeBoodigderesUaraliewa« Men lette op de scheuren in de muur.
moesten nu de oude steenen worden weggehaald. Er waren een 200.000 stuks noodig. Het duurde soms maanden, eer men voldoenden voorraad machtig kon worden. Ook de kalksteen bood moeilijkheden, daar de groeve, waaruit deze werd geput, niet meer in exploitatie was en expres voor dit doel moest worden ontgonnen. Het geheele werk werd in eigen beheer uitgevoerd, een 100-tal werklieden, waaronder een groot aantal steenhouwers, had geregeld werk. Niet alles ging even vlot. De tegenwoordige arbeider werkt heel anders dan zijn collega uit de middeleeuwen, die meer zijn fantasie volgde. De hulp van prof. Odé was noodig om aan een aantal beeldhouwers te onderrichten, hoe zij de kapiteelen en andere stukken moesten
De kerk, zooals deze thans wordt gebruikt Men vergelijke de dik met witscl overdekte pilaren met de fraaie vrijgemaakte zuilen.
hakken, teneinde geen storend geheel te krijgen. Met de grootste omzichtigheid werd het restauratiewerk begonnen. Van boven af aan. Het dak diende nagezien -te worden, de goten, de steunstukken hersteld. En het bleek noodig. Heel erg noodig. Heel langzaam schoot men op. Het werk was feitelijk onderschat. Doch ondanks den eisch, dat de arbeid, die in Maart was begonnen, in September reeds gereed moest zijn, liet men zich niet van de wijs brengen en werkte met groote nauwkeurigheid en liefde. Ten slotte is alleen 't koor gereed gekomen met de pilasters die het omgeven, het dak dat dit gedeelte kroont en alles wat tot de omgeving van het praalgraf der Oranjes (behoort. Men heeft een oogenblik er aan gedacht om deze gelegenheid te gebruiken om den wel primitieven toegang tot dit graf op meer monumenteele wijze te hernieuwen. Op een der foto's ziet men hoe de steenen een gleuf vertoonen. Dit is de plek waar een trap begint, welke naar den grafkelder voert. Men had op die wijze een monumen talen ingang willen maken. Doch door dat te doen, zou de kerk geheel van aanzien veranderen. En zulks kon niet als restauratie worden beschouwd. De trap is er, doch de steenen zerken bedekken deze toevoeging. De oude toestand is bewaard. Het is heel moeilijk om te omschrijven, welke buitengewone verbetering deze restauratie is, alleen door op onze foto's de bar Icelijke gewitte pilasters te vergelijken met de mooie, levendige zuilen uit het gerestaureerde gedeelte, kan men er zich een denkbeeld van vormen. De restauratie is thans stopgezet. Het geld is op. Wel heeft de amerikaansche nederlander Bok het kapitaal toegezegd, noodig voor de voltooiing van een der ramen in gebrand glas in de dwarsbeuk. Een hernieuwing, waarvoor f 30.000 noodig is, terwijl er kans bestaat, dat eveneens van amerikaansche zijde het andere venster als een hulde aan Hugo de Groot zal kunnen worden voltooid, doch dan klinkt het: tot hier toe en niet verder. Tenzij.... Tenzij Nederland, ondanks alle malaise en bezuiniging, alle voorzichtigheid en spaarzaamheid toont, dat een klein land groot kan zijn, door de kunstwerken uit vroegere eeuwen te waardeeren als een eigen, onschatbaar en bijzonder bezit, dat de opoffering waard is. M.E.R.CURIUS.
De nieuwe öpperrabbiln van 's-Gravenhase de heer 1. Maarssen met mevrouw en familie.
Adema van Scheltemas nagedachtenis gehuldigd
Een zeventigjarige De synagoge der Ver. Reisjes touro in de Houtstraat te Amsterdam, welke 70 jaar bestaat.
Op het kerkhof te Westerveld is op het graf van den overleden dichter een gedenkteeken onthuld.
Burgemeester de Qijselaar ter gelegenheid van zijn zestig laar door een comité uit de leidsche burgerij gehuldigd.
Mevr. P. 3. Willekes Macdonald t
De heer Hoejenbos
Deze verdienstelijke vrouw, lid van den haarlemschen gemeenteraad, stierf, 54 jaar oud, aldaar.
dir. van den Gemeentelijken dienst v. maatschaopelijk hulpbetoon te 'a-Gravenhage werd vijftig jaar.
Het xilveren feest der voetbalvereeniging Z.V.V. te Zaandam. Foto tijdens de recept ie genomen.
J'
Tulpen voor het Damplantsoen
Zestig Jaren gehuwd Dit zeldzame feest weid door het echtpaar v. d. Walle—Wassenburg te Sassenheim herdacht.
De mannenzangvereenlging Crescendo te 's-Gravenhage ter gelegenheid van haar koper-feest gehuldigd.
De Maatschappij voor bloembollencultuur heeft de stad Amsterdam 10.000 darwlntulpen aangeboden.
*=*=«* » ..
:
!!
:_r ' ' '-ü*r_-- •
V 'aPÊr'
^"'ß-
De staking bü Wilton te Rotterdam welke intusschen reeds is beëindigd.
De gemeente-tram te Groningen
Voor de Maasbrug
rijdend over de nieuw geasfalteerde Nieuwe Ebbingestraat.
Het leggen van zinkers van rijshout in de Maas om het wegspoelen van den bodem tegen te gaan.
:
'
1
T
^^—f
wm^mmm^^^^
m
DE BETOOVERDE VALLEI <&
TYPISCHE KIEKJES UIT EIGEN LAND ■
De beroemde Boeddhatempel te Gaya
Imanpl Ral,
welke 2000 jaren oud is.
die de Boeddha-rol speelt, wordt .verfilmd'
In ons vorig nummer hebben wij geschreven over het groote ondernemen dat de Emclha op touw heeft gezet, -de samenstelling van cen film, het leven van Boeddha uilbeeldend. Het grootst aantal voorloopige opnamen werd in het niet ver van Delhi gelegen, plaatsje Jaipur gemaakt. Deze stad heeft niets van haar echtheid verloren en ziet er nog uit als vijfhonderd jaren terug; die ranblik moet iedcren filmregisseur wel in verrukking brengen. Vele poorten leiden naar het midden der stad. Jaipur is een plaats zooals een europeaan het zich niet gemakkelijk kan voorstellen. Op de straten loopen kameelen en olifanten; prachtige beesten, beschilderd met arabesken in schitterende kleuren. Bijna geluidloos stapt zulk een kolos door de straten, alléén een bel of klok op zijn rug geeft het signaal, dat Z.M. de olifant in aantocht is. Niet minder vele wilde pauwen en vliegen ziet men in Jaipur. De eerste zijn prachtig; de laatste zijn een ondraaglijke plaag voor de bezoekers van dit schilderachtig oord, van deze echt indische natuur. 's Morgens verzamelen de' inu
/ -^^^^^^^^^^^fc^
"E
r-jii.*.... v . M
IL J n
v
|
n boeddha
toen hij nen orins Gauthama was
woners zich om de regenbronnen, teneinde water voor den geheelen dag te halen; ook dit tafxeel is typisch oostersch. Jaipur bezit een eeuwenoude weefindustrie en vervaardigt zeer mooie doeken, borduursels en gekleurde stofferu Het eenvoudigste werk hiervan wordt door de mannen, het ingewikkelde door de vrouwen verricht. De expeditie werd als 'n wereldwonder aangestaard; want, behalve een paar regeeringsbeambten, leeft er geen enkele europeaan in de stad. De inboorlingen zijn mooie menschen, stevig gebouwd. Van alles balanceert de indiër op zijn hoofd; zoowel een buitengewoon zware vracht, als een klein leeg koffiekopje. De groote kunst voor den regisseur was hier zeker om de inboorlingen voor zijn film te laten meewerken, zonder dat zij er zich veel van bewust waren. De costuums, die in Indië ervoor gemaakt werden, waren bijzonder mooi en kleurenrijk. Verwonderlijk en zeer te betreuren zijn de vervallen bouwwerken. Niets wordt hernieuwd; altijd wordt opnieuw gebouwd. Want de Boeddhist gelooft niet aan de onvergankelijkheid van zijn werken. Het is zijn innigste wensch, zich aan het aardsche te ont-
trekken. En hij bekommert zich niet om het verval van zijn bouwwerken. Voor alles ontbreekt het in Indië aan goede vaklui en goede tooneelspelers. Zoo vertelt de regisseur van de Emelha: ,,De indische tooneelspeler behoort tot de geringe volksklasse; ook vrouwenrollen worden door mannen gespeeld." Weliswaar ontbreekt het den indiër niet aan natuurlijkheid; soms is zijn actie wel wat al te levendig en moest de regisseur vooral het gebaar met de handen wat bedwingen. Zooveel hij kon, heeft hij alle meespelers en alle benoodigdheden voor de Boeddhafilm zelf bijeengezocht. Men ziet in Indië op straat zulke prachtige karaktergezichten I Moeilijk was het in het begin elkaar te begrijpen, daar er zooveel verschillende talen in Indië gesproken worden, maar met een goeden wil van weerskanten en met behulp van een tolk, lukte het tenslotte toch. Ook hun natuurlijke begaafdheid was een groote factor; zij gingen zoozeer in het spel op, dat zij soms in extase geraakten. Schmink was overbodig, evenzeer andere kleeren; het volk draagt reeds zulke schilderachtige oude gewaden en de prachtige indische archi-
Een Boeddha-tempel in Daipur een der beroemdste indische bouwwerken.
tectuur vormde een waardigen achtergrond. Beduidend werd het werk der regie verlicht door de bekwaamheid van haar medewerkers, die tot de beste indische families behooren. Mr. Rai, een van hen, is jurist en ook de andere beeren hebben aan engelsche of indische universiteiten gestudeerd. Mr. Rai bevestigt, dat in de geheele Boeddha-film geen enkele beroepsacteur meewerkt. „Wij moesten rekening houden met het sociale vooroordeel hier in het land en de dames, wien ik haar rollen opdroeg, waren eerst stom verbaasd. Toen ik haar de groote cultureele waarde van de ,,Boeddhafilm" duidelijk maakte, besloten zij, mede te doen." Voor den Europeaan zal hel wellicht verbazing vinden, dal deze geloovigen bereid waren voor ongeloovigen een dergelijk spel te spelen. Doch daartoe "bestond bij de Hindoes geen bezwaar. Voor hen is de geschiedenis van Gautama dezelfde als die van den koningszoon, die uittrok om het booze te verdelgen en mensch en dier alleen het goede te leeren. ,,De Boeddha-film", besluit Mr. Rai, „moet en zal den band tusschen Indië en Europa bevorderen."
Och, ik moet het wel toegeven, dat ik in mijn jeugd nu niet bepaald een „brave jongen" geweest ben. Misschien had ik mijn studies wel voleindigd en was hier of daar als een braaf advocaat tot het heil der menschheid of tot steun van de misdaad werkzaam geweest, wanneer het toeval Lion Mercier niet op mijn pad had gevoerd. Lion Mercier, de onverschilligste van alle studenten, maar tegelijk de grootste vechtersbaas, de onvermoeide pretmaker, de verleidelijke vriend en beste kameraad. Door Lion te volgen, was ik net als hij, in de decadentie geraakt. Bijkans dertig jaren oud stonden we alle twee voor de keuze of ergens in het moederland een slecht betaald baantje te accepteeren óf in de colonies een nieuw leven, te beginnen. Wij kozen beiden het laatste en trokken naar Zuid-Afrika. We verkochten alles wat we nog bezaten, trachtten van onze familieleden, die blij waren, dat ze ons zagen vertrekken, nog los te krijgen, wat er aan de reiskosten aan ons gezamenlijk kapitaal ontbrak en zeiden het „oude land" vaarwel, op weg naar het onbekende. Laat ik u niet vervelen met een verhaal van ojize avontuien en tegenvallers. We ondervonden de ups and downs, welke emigianten van ons soort niet bespaard blijven. En de „downs" waren dieper en meer dan de „ups" hoog en talrijk. Op ' zoek naar bet fortuin, trokken we hoe langer hoe meer naar het zuiden. En in den tijd, waarvan ik u nu ga vertellen, woonden we zoowat opi het randje van de beschaving, tenminste, als ge dat woord nog moogt gebruiken, in verband met de streek, welke de farms van enkele voortrekkers bevatte, boerenhoeven, die alle voorzien waren van de noodige beschermingen tegen de invallen der kaffers, waarvan de brutaalsten niet schroomden om hun strooptochten tot die eerste nederzettingen uit te strekken. Ons lieten ze met rust, ze wisten blijkbaar dat Lion en ik arm waren als de mieren en daarenboven, dat onze revolver en buksen met buitengewoon zekere hand werden gevofrd. Als vandaag den dag herinner ik mij-, hoe we op een avond bij elkaar zaten, om het vuur in onze hut. De wind huilde buiten en alles was wel in staat om ons mistroostig te maken. Lion was blijkbaar erg onder den indruk van die troostelooze stemming. Jack, zoo zeide hij tegen mij.
Molens, die verdwllnen Twee der molens aan de vaart te Zevenhuizen, welke moeten worden afgebroken.
mm De Zuidlaarder markt een der beroemde paardenmarkten in het noorden van ons iand. Onze foto geeft een typisch moment: eindelijk is de koop gesloten en wordt Nafgerekenó'■.
wanneer er geen verandering komt, en héél gauw, dan zullen we den kop wel in den schoot moeten leggen, weer naar huis moeten gaan, om te trachten ergens een klerkenbaantjc te kiijgen. In dit vervloekte land gaat het niet. Ik pijnig m'n hersens af om iets te bedenken, al was het alleen maar voor jou. Maar ik vind niets... Net wilde ik trachten hem nog wat op te geuren, of wij hoorden beiden vlug naderende voetstappen, een man kwam onze hut binnen. Het was Dick Doyman, die op een farm in de buurt werkte. Hij had blijkbaar een langen weg in den regen afgelegd, z'n kleeren dropen van het water. Wat doe je in zoo'n weer buiten, vroeg ik hem. Och, d'r waren enkele beesten van de kudde afgedwaald en de boer wilde, dat ik ze nog voor den avond binnenhaalde, voor dat de kaffers er zich meester van maakten. Geen makkelijk baantje. Neen, zei Dick. Doch de toon, waarop hij dit antwoord gaf, liet mij bevroeden, 'dat er iets bijzonders gebeurd was on ik deed mijn best om hem aan den praat te krijgen, gedeeltelijk, omdat ik hoopte daardoor Lion's stemming te verbeteren, maar ook, ■ omdat ik het gevoel had, dat Dick zelf graag z'n hart luchten wilde. Heb jului ooit van de betooverde vallei gehoord ? We gaven beiden toe, dat we erover hadden hooren praten. Onder de inboorlingen ging het verhaal, dat eenige mijlen ver een dal was, dat door den „booze" werd bewoond. Wie er heen trok, zag soms den booze zelf, die met zijn vurig oog den indringer aanstaarde. En wie die verschijning eens had gezien, die werd door het ongeluk achtervolgd. We hadden dat verhaal van het vurige oog altijd voor een van die uitingen van bijgeloof der inboorlingen gehouden, welke door de wilde, angstwekkende omgeving gevoed, als 't ware vanzelf ontstaan en hardnekkig blijven bestaan. Maar nu kwam Dick met zijn avonturen. Op zoek naar de runderen, was hij hoe langer hoe verder doorgedrongen, totdat hij, eigenlijk zonder het zelf te weten, in de „betooverde vallei" met zijn wilde rotsvormen was aangeland. Plotseling was hij do(,n_de duisternis, die tusschen de hoogc steenmassa's heerschte, overvallen. Voor zich uitstarend had hij het vurige oog gezien, dat vanuit een geweldigen rotskop uitstraalde, verdoofde en weer opflikkerde. En zoo angstwekkend was de aanblik van dat vurige oog geworden, dat Dick, toch werkelijk geen angstig kind, alles in den steek had gelaten en in den stroomenden regen, zonder de runderen was teruggekeerd.
Lion had 't verhaal met belangstelling aangehoord. Toen Dick weg was, zag ik aan het gezicht van mijn makker, hoe hij een plan uitwerkte. Het was tijd geworden om te gaan slapen, doch blijkbaar had hij daar nog weinig lust toe. Het weer was opgeklaard, de maan scheen helder, Lion verliet de hut en ik hoorde hoe hij buiten hout kapte, waarmee hij later de hut binnenkwam. Ik liet hem zijn gang gaan en legde mij te slapen. Toen ik na een paar uur wakker werd, bemerkte ik, dat mijn kameraad nog steeds bezig was. Hij had een wonderlijk uitziend apparaat geconstrueerd, waarvan ik beteekenis noch nut begreep. Het leek op een gaffel, waartusschen 'n dwarshout was aangebracht, dat op en neer te bewegen was. Het geheel had wat weg van 't instrument dat landmeters gebruiken, wanneer ze de gelijkheid der wegen willen vaststellen. Geloof je, vroeg Lion mij, dat je met dit toestel precies een richting zoudt kunnen aanwijzen. Het komt mij voor van ja... Nou, laat ons dan maar gaan slapen en tot morgen wachten. Met dit lakonieke antwoord moest ik rriij tevreden stellen. Den anderen dag was mijn metgezel opvallend geagiteerd, eerst tegen den avond verbrak hij de drukkend wordende stilte.
Jack, wanneer ik mij niet vergis, dan zullen we vanavond óf een beslissende ommekeer in ons leven ten goede zich zien voltrekken, óf we zullen hebben te besluiten om alles op te geven. Laat ons op stap gaan. Neem twee revolvers mee. Ik laat de mijne thuis. Waarom ? "Dch, 't lijkt mij veiliger, voor het geval het weer mislukking zou zijn. Die eenvoudige woorden klonken onbewust en ongewild tragisch. We aarzelden niet lang en trokken op weg. Zooals ik wel verwacht had, voerde Lion mij naar de betooverde vallei, waar we tegen het vallen van den avond aankwamen. Het was echteï nog licht genoeg, om ons te oriënteeren. We zochten en vonden na eenigen tijd de plek, waar Dick volgens zijn .beschrijving het angstwekkend avontuur had gehad en hier haalde Lion zijn apparaat voor den dag, dat hij zoo stevig mogelijk tusschen eenige groote steenen in den grond plantte. De duisternis daalde snel en wy "bevonden ons weldra in 'n omgeving, die werkelijk wel geschikt was, om bijgeloovigen, vrees in te boezemen. Ga jij naar links, Jack, stap voor stap en kijk uit tot gij hel vurige oog ziet, waarschuw direct, wanneer het zich ver-
toont. Ik ga naar rechts en zal ook een teeken geven, wanneer ik het zou zien. Ik volgde getrouw de instructies van mijn makker. ïk had 'n twintigtal schreden afgelegd, met zorg m'n voeten verzettend, om .daardoor den afstand te kunnen bepalen, toen ik plotseling een roodachtig licht voor mij zag verschijnen. Het was doordringend doch bewegelijk, zooals het licht van een vurig oog, waarover geheimzinnig knippende oogleden zich bewogen. Daardoor werd het spookachtige van deze lichtverschijning verhoogd. Ondanks mijzelf moest ik aan de voorspelling der kaffers denken en ik schrok onwillekeurig, daardoor deed ik een stap achteruit en direct was mijn omgeving weer diep-zwart-duister. Doch toen ik opnieuw naar voren trad, zag ik het oog weer knippen en schitteren en ik riep Lion. Jiet duurde niet lang of hij was weer bij mij. Ik h&h het oog gezien. Waar? Hier! Ik zie niets. Daar, voor je .... Terwijl ik poogde de plaats nauwkeurig aan te geven, week ik zelf weer iets te veel uit en verloor het licht uit 't gezicht. Doch toen had Lion het ontdekt. Ik merkte dit door een vreugdekreet, dien hij slaakte.
Jack, leg hier een paar steenen, zoodat We precies weten waar we gestaan hebben. Ik deed dit, terwijl Lion zijn toestel haalde, dat hij thans op de nieuwe plek opstelde. Het duurde wel een kwartier, dat hij bezig was met het richten van het dwarshout. Eindelijk scheen hij tevreden te zijn en riep hij mij weer opnieuw. Je bent nog 'n beter schutter dan ik, zei hij, kijk eens of ik het hout goed gericht heb. Ik moest toegeven, dat de aanwijzing zuiver gesteld was. Nu haalde Lion een koord uit zijn zak, dat hij over de dwarslat spande, terwijl hij mij verzocht om het andere einde goed vast te houden. Ik volgde al 'zijn bewegingen en bemerkte spoedig wat zijn doel was, hij wilde precies vast stellen, waar
de schittering vandaan kwam. De lijn liep tot een rotsblok niet ver van ons verwijderd en raakte dit een anderhalven meter van den voet van de» steen. Direct daarop trok Lion i'' met krijt 'n cirkel om dat punt. Dit gedeelte van de rots was gladder dan de omeeving, alleen waren er enkele bultvormige verhoogingen op. Lion betastte ze een voor ©en. Opnieuw uitte hij een vreugdekreet. Hij nam zijn mes en schrapte den buitenkant van een dier uitsteeksels weg. Een bruinachtige massa werd zichtbaar, welke veel op vuil glas leek. Ik heb het, riep mijn gezel. Wat ? \ Maar jongen, zie je het niet ? Het is een diamant. En als we den steen er uit krijgen, dan zijn we rijker dan menig vriend van ons, die eenzaam in het vaderland is achtergebleven en in zijn onwetendheid op onze mislukkingen neerziet. We kregen den steen er uit en wikkelden dezen voorzichtig in een doek, waarna Lion hem in zijn zak stak. . Op den terugweg vertelde deze nog, hoe hij op het idee was gekomen, dat het vurige oog, deze waardevolle steen kon zijn. Hij herinnerde zich, dat hij als student ereis gelezen had, dat de voortrekkers, in Zuid-Afrika lichtende diamanten hadden ontdekt, toen Dirk Doyman den vorigen
od^CS^s ÖB KONINKLIJKE FAMILIE IN 3LIMBORO ^ë>l>r>
avond over dit angstwekkende verschijnsel had gesproken, was de herinnering aan dit verhaal bij mijn vriend wakker geworden. In onze hut teruggekeerd, legden we ons te rusten en wachtten tot den volgenden morgen om Dick op te zoeken, die beter dan wij op de hoogte was van de waarde der diamanten en wien wij in ieder geval wilden raadplegen, alvorens met onzen schat naar Kaapstad te gaan. Dick hoorde ons met belangstelling aan en vroeg of hij het stuk mocht zien. Nauwkeurig bekeek hij het. Wat dit waard is, zei hij met een spottenden klank in zijn stem, nou als je er een willigen kooper voor vindt, 'n gulden of zes, zeven per ton. Zie je dan niet wat het is? riep Lion uit. Natuurlijk, zei de ander, het is bergzout. Bergzout ? Het is diamant. Proef maar ereis. Lion bracht het blok aan zijn lippen. Hij werd lijkbleek en wierp het stuk met een vloek op den grond. Daarop rende hij weg. En nu begreep ik ten volle, waarom hij den vorigen avond geen revolver had meegenomen! Opzettelijk bleef ik nog even bij Dick napraten om Lion de gelegenheid te geven op zijn verhaal te komen. Toen ik kort daarop weer in onze hut bin-
Laat ons wegheeft gaan. Voor dat wij vertrokken, wierp ik zelf nog een oog op l den rotswand. Zeg Lion, heb je niet gezien, I hoe dat uitstekende puntje, waaraan we ons "koord hebben vastgebonden, toen we den cirkel trokken, weg is, vermoedelijk gevallen toen we het zoutkristal uithakten. Ik moet toch ereis zien of ik het niet kan vinden, als souvenir aan de betooverde vallei. Ik zocht en vond het stuk. Geef eens hier, vroeg Lion. En wederom "hoorde ik een vreugdekreet. Hij liet mij het stuk zien, waarvan het afgebroken gedeelte er weder i^ls glas uitzag, doch nu w^ de glans veel dieper dan bij gewoon glas. Er was geen twijfel aan, dat was werkelijk diamant en een stuk van groote waarde. Met verlicht hart verlieten wij het schrikaanlyengend dal, den demon meevoerend, die er zoolang had geheerscht. Den ommekeer in onzen toestand, die Lion voorspeld had, trad in. Wij kregen een aanzienlijk bedrag voor den steen, die van het zuiverste water bleek te zijn. Lion en ik vestigden ons in Kaapstad, waar óns het geluk verder meeliep. En Dick Doyman ? Dick Doyman is thans de bezitter van een prachtige farm. De farm van de betooverde vallei I
•»ax-c^ WANDE1BNÜEN HN Dl NAÏBJUR tföXsoPlanten die men in den herfst nog bloeiend kan vinden.
De steogellooze sleutelbloem
Prinses 3uliana steekt te Limmel bü Maastricht de eerste spade in den grond voor het Juiianakanaal
De Inwilding van den Stuw in de Maas De ingenieur F.H Schlingemann legt de werking van den stuw uit. Rechts onder het wapen zie! mende olakette weike ter herinnering aan de in wijding|iS'aangebracht.
nentrad, zag ik mijn gezel, tot mijn verbazing, kalm en gelaten zitten. Ga je weer mee? Waarheen ? Naar de betooverde vallei. Waarom ? We zijn ezels, wanneer we ons door deze teleurstelling van de wijs laten brengen, zei Lion. Natuurlijk vindt men in de rotsen stukken zoutkristal, maar, zoo vroeg hij, hebt ge ooit gezien, dat dit zout een lichtglans verspreidde? Ik ben er van overtuigd, dat wanneer we vanavond weer in de vallei zijn, we op dezelfde plaats hetzelfde oog zullen zien verschijnen .... Lion stond op en maakte zich reisvaardig. Ik volgde zijn voorbeeld. Eigenlijk had ik alle vertrouwen in het geheele avontuur verloren, doch ik wilde mijn vriend niet teleurstellen. Lion was zichtbaar opgewonden. Toen hij in de vallei was aangekomen, haastte hij zich zoo vlug als zijn voeten hem dragen konden, naar de rots waarop hij den krijtcirkel had getrokken en begon zijn onderzoek. Meer dan een half uur was hij ibezig, doch ik zag dat alles tevergeefs was. Ze moeten ons voor geweest zijn, zuchtte hij, aangetrokken door het teeken op de rots, en den diamant hebben weggehaald. Ik heb duim voor duim nagekeken en alleen het gat gevonden, waarin het zoutkristal
Het defileeren voor de konlnkliike tribune te Venlo
Ä-f-vüV.
Dat aantal is heusch nog niet zoo gering. In October kan men nog wél een twintigtal verschillende soorten bloemen buiten bij elkaar vinden. Sommige voorjaarsplanten vinden den herfst wel een gescliikten tijd om 't nog eens dunnetjes over te doen. Natuurlijk moeten ze dan erg gunstig staan. Vooral de primula's (die vaak in tuinen gekweekt worden) doen het nog al eens. Ik heb in een stadstuintje zelfs wel eens een primula in de sneeuw zien bloeien. Maar ook de wilde z.g. stengellooze sleutelbloem (Primula acaulis) geeft nog wel eens weer een bloempje in den herfst. En dan de brem, die doet het vaak. De stengellooze primula kan men vinden in bosschen en boschweiden, o.a. staan er vele in de omgeving van Haarlem, aan den binnenkant der duinen. De foto werd gemaakt op een excursie der Groningsche Club „Turdus" op de eenigste vindplaats (voor zoover bekend) in Drente. En dan het Wilgenroosje (Epilobium angustifolium) die kan men ook nog tot in den herfsttijd aantreffen, bloeiende met zijn prachtige lichtpurpere bloemen in vochtige bosschen en langs den slootkant. Da plant kan een hoogte bereiken van meer dan één meter. De bladeren doen wel denken aan wilgebladeren. En dan de bloemen, daar is nog iets aardigs aan: de meeldraden van een bepaalde bloem zijn al klaar met het uitgeven van stuifmeel, als de stamper rijp wordt. Met als gevolg: dat zelfbestuiving niet plaats vindt en
kruisbestuiving bevorderd wordt. Men noemt de bloemen daarom proterandrische bloemen. De geheele plant geeft een vricndelijken en prettigen indruk, ze worden dan ook wel gekweekt. Als de witte doovenetel (Lamium album) nog niet bloeit, doet zij veel denken aan de brandnetel. Dat „doove" in haar naam zegt al dat zij niet brandt. De stengel van de witte doovenetel is vierkant en de bloemen staan in kransen rond den stengel. Ze zitten in de oksels der bladeren, waarvan er telkens 2 op dezelfde hoogte aan den stengel zitten. En nu in 't aardig om op te merken, dat 'de bloemen in zoo'n bladoksel niet tegelijk beginnen te bloeien. Neen, allereerst begint de middelste en dan de twee buitenste en dan weer twee meer in het midden. De witte doovenetel bloeit het geheele jaar door zoolang het niet vriest, evenals \\cV Akkerviooltje (Viola tricolor var. arvensis) op de 4e foto. Dit is een variëteit van het driekleurige viooltje, groeiend op de akkers (arvensis bcteekent veld). Iedereen kent natuurlijk de gekweekte viooltjes in allerlei kleuren, de wilden zijn kleiner maar daarom niet minder mooi! Vooral in den herfst heeft men kans om bij de viooltjes te zien te krijgen, dat er opk wel eens bloempjes zijn, met bijna geen kroonbladeren, die nimmer opengaan en toch vruchtbaar zaad leverem Ze waren dus verplicht zichzelf te bestuiven. De foto geeft door de stoppels een aardig beeld van de groeiplaats van déze plant weer. Zij werd gemaakt 28 October 1923 te Harendermolen (Drente.)
Niet precies zoo bedoeld.
E)IT FOKKERS VERTREK Volgens de bladen, heeft Fokker besloten, zijn vllegtuigenfabrleK te verplaatsen naar Amerika, waar hij in den jongsten tijd verschillende successen boeHte. Hij zal zich laten naturallseeren. terwijl hij voornemens is, zijn naam te veramerikaanschen.
October. Een heel bij-zondere maand. Menschen met een mooie overjas en een slecht pak, beweren, dat het al aardig frischjes begint te worden. Zij, die wel een goed costuum maar geen of een slechte overjas bezitten, beweren, dat het najaar toch maar je mooiste tijd is. De amerikaansche touristen, die Europa overstroomden, zijn weer op hun weg naar huis. Elk schip bevat 37 haarlokken van Napoleon, 44 brieven van Marie-Antoinette, en 36 vierkante meter van het hemd, dat Karel I gedragen heeft op den dag van zijn onthoofding. In October schrijft de familie in de provincie, dat ze wel van plan zijn om de kerst in de stad te komen logeeren en de familie in de stad meldt, dat ze van plan zijn met de kerst naar Parijs te gaan'. Het verkeerde effect. Mevrouw kwam vreeselijk opgewonden thuis. Stel je ereis voor, man, wat me gebeurd is. Midden op straat komt een kerel op me af en wil me een zoen geven. Man (zonder nadenken): Och, daar moet je je maar niks van aantrekken, die man was zeker dronken .... Eerst den volgenden dag begreep de ezel, waarom z'n vrouw zoo'n woedend gezicht had gezet. Onbillijke klacht. Dokter, het is een schande, hoe u mij behandeld hebt, zei de woedende cliënt tot den tandarts, de valsche tanden, die ge mij hebt geleverd, doen me voortdurend pijn. Waar beklaagt ge u over, ik heb u toch gezegd, dat mijn kunsttanden in niets te onderscheiden ziin van echte. Twijfel. Ik ben er bijna zeker van, zei het jonge vrouwtje, dat de pudding aanbrandt, maar het kookboek zegt, dat ie nog tien minuten op het vuur moet blijven. Niet „brandschoon". Een voorbijganger ziet hoe een man bij een lantaren midden in de straat loopt te zoeken Kan ik u misschien helpen, vraagt hij, wat heeft u verloren ? M'n huissleutel. Waar heeft u 'm zoowat hooren vallen ? Ginds op de stoep. Ginds op de stoep ? Dat is aan den overkant. Maar waarom »oekt u dan hier ? Ja, zie je, beste man, hier is het tenminste licht, op de stoep is 't zoo vreeselijk donker ....
Hij overwon in Dollarland, Bevestigde zijn faam. Wij zijn hem kwijt en ook verdwijnt Zijn Nederlandsche naam, De naam, die ons met trots vervult. Al siert hem ook éeen graad Van Prof., van Dr., Mr., Ir., Of aad'lijk predikaat En toch ... is er wel iemand, die Niet weet wie Fokker is 7 Is niet die kleine, groote naam Een brok geschiedenis? Helaas, de drager deserteert. Hij streeft naar hooger vlucht; In Holland, halve-centenland. Is hem te weinig lucht. Hoezeer ons zijn vertrek ook spijt. Het dient door ons aanvaard. Welnu dan: In zijn business Succes I A lucky start 1 Als hij — imported Dutchman - straks Opnieuw triomfen viert. Dan achten wij daarmee terecht Ook onze vlag gesierd. Wat ons tenslotte niet geheel Verzoent met het geval. Het is, dal Mister Fokker daar Niet „Fokker" heeten zal. En daarom slechts nog dezen wensch Vóór hij zijn blezen pakt: Den naam, waar wij zoo trotsch op zijn. Hij late dien intact 1 DIRK DE BOER.
ST^f^J
Niet noodls
Koop 'n masker m'nhcer, je 2ult zien hoe je kindertjes lachen. Dank je. Ik heb geen masker noodig om me kinderen te laten lachen.
Chef in het Warenhuis: Kom ereis hier, Jansen, help jij deze dame ereis. Ze wil een bad hebben. Dat was niet de oorzaak. M'n haar wordt bovenop erg dun, zei de klant tot den barbier. Heeft u ons nieuwe haarwater al geprobeerd, vroeg deze met begrijpelijke vriendelijkheid en verleidelijke warmte. Doch de klant ging er niet op in en zei droogjes: Ja, dat haarwater heb ik geprobeerd, maar wees gerust, dat is niet de' oorzaak van het dun worden. Een „vriendelijke" jongen. Waarom ga je niet op straat met je vriendjes spelen, zei de moeder van Jan, die er genoeg van had, dat d'r jongen in huis liep te lanterfanteren. Ik heb maar één vriendje, zei Jan gemelijk, en daar heb ik ruzie mee. Onverstoorbaar. Pardon, mijnheer, zei de vriendelijke kellner, heeft u schildpadsoep of groentensoep gehad.' Dat weet ik niet, zei de onvriendelijke gast, wel weet ik, dat de soep naar zeep-water smaakte. O, zei de ober onverstoord, dan is het schildpadsoep geweest. De groentensoep smaakt naar petroleum. Hoe langer hoe erger. Waarom rent die mijnheer daar zoo ? O, die loopt een man na, die hem zijn horloge heeft gerold. 't Spijt me voor 'dien mijnheer, maar z'n horloge schijnt hoe langer hoe meer vóór te loopen. Op de schoolpartij. De gewone onderwijzer: Hoor ereis jongens, het volgende no. is een humoristische voordracht, gezongen door den directeur. Ik waarschuw jullie, daar in de achterste rij, dat jullie niet lacht, hoor. Slordig. De post is toch wel erg onbetrouwbaar, zei mevrouw Eenvoud tegen haar vriendin. Hoezoo, vroeg deze. Nou, kijk maar. M'n man is voor zaken naar Delfzijl. Ik krijg een brief van hem vandaar en het stempel op de enveloppe is van Amsterdam ...
MOOR H ET
Oude juffrouw, die voor het eerst een atiethiekwedstrijd bijwoont: „'t Is hun eigen schuld zoo'n dun touwtje moet wel kapot "
ROT LOO D
-
—
HAACSCHE
TOONEELKRONIEK
Een misstap , zeker, gij lezers van dit blad begrijpt terstond, dat ik ditmaal lust gevoel om m'n Haagsche tooneelkro niek aan te vangen met een beschouwing over de -opvoering van het drama, op het Binnenhof vertoond. Inderdaad, daarop paste waarlijk de titel „Een misstap" volkomen! Doch men houde het mij ten goede: het stuk was zoo rijk aan bedenkelijke tafreelen, het einde acht ik zoo' immoreel, dat ik den argeloozen lezers de critiek, die ik op „Een misstap oftewel den aanslag op den bioscoop, ter wille van klein-politiek gedoe," zooals we dit drama in 's lands vergaderzaal ten tooneele gebracht zagen,zou willen uitoefenen, niet durf voor te zetten. Beter doe ik nog u te verzoeken, mij te volgen op mijn tocht naar het Theater Odeon en daar met mij in een der vele onbezette fauteuils plaats te nemen, wanneer het Odeon-gezelschap het blijspel „Een misstap oftewel de aanslag op den en Louis Taufstein, (als de geestelijke vaders van dit stukje geboekt), op het repertoire zou houden. Wanneer.., want waaflijk, zekerheid dat zulks het geval zal zijn, ontbreekt. Ja, het is zelfs heel onwaarschijnlijk te noemen, dat de knappe acteurs, die op de Heerengracht hun tenten hebben opgeslagen, „Een misstap" weer zouden opnemen. De keuze van dit blijspel toch was ... een misstap. Eugen Burg is een allergeestigste acteur, die ook hier te lande terecht vele triomfen gevierd heeft. Van zijn geest valt in het blijspel, waarvan ik u dadelijk den inhoud zal vertellen, echter weinig of niets te bespeuren: groven góedkoopen humor van een erg laag-bij-de-grondsche soort kregen we hier te genieten(?). Het eenige wat de situatie niet zeer onaangenaam kon maken, was de wijze, waarop spelers en speelsters zich van hun taak kweten. Nico de Jong b.v., maakte van den Graaf von Rothenstein, die zich sinds zijn huwelijk met een actrice — goed weergegeven door mevrouw Chrispijn— Mulder — hoogst zedelijk tegenover zijn echtgenoote voordoet, een alleraardigste creatie. De Graaf n.1. is, wat zijn wederhelft niet weet, een oude schuinsmarcheerder, die er een reelks van onechte kinderen op na houdt. Met zijn kamerdienaar, een valet van den ouden stempel, moet hij dit onderwerp eens in de maand behandelen, want de boekhouding voor het uitkeeren van toelagen ten behoeve van de minderjarige natuurlijke spruiten van den Graaf berust bij den knecht. Besprekingen daarover geschieden uit den aard der zaak in 't geheim: voor het oog van de buitenwereld en voor dat van zijn gezin
Een misstap — Chrispijn als Ernst Bunder en Annie Feilender als Carla.
EEN MOOIE PRESTATIE
In het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam voert de heer L. Bouwmeester Jr. de revue „Duizend en een lach' op, welk tooneelwerk op werkelijk schitterende wijze is gemonteerd. Wij geven hierbij foto's van den heer de Groot om de Drachtige costumes en ensceneenng te laten zien. V.l.n.r. Joh. Heesters en Emile van Bosch
bovenal, is de Graaf een man, die nooit een misstap beging of van een ander zou excuseeren. De Gravin, voorheen tooneelspeelster, gelooft, evenals des Graven dochter Carla, in de gestrengheid der zedelijkheidsbeginselen van v. Rothenstein. Geen wonder dus, dat Carla, die in München heeft leeren schilderen, maar bovendien een artist van zeer armoedige afkomst lief kreeg en in het geheim huwde, niet goed weet, hoe zij deze historie aan haar papa, die van zulk een mesalliance natuurlijk niets zou willen weten, zal opbiechten. Inmiddels vertoeft Carla's echtgenoot met haar — zij het ook in een afzonderlijke kamer — onder het grafelijk dak; hij is er n.1, in geslaagd zich door den heer des huizes als diens secretaris te laten aanstellen. Ernst Bindei, de schilder, probeert via Mevrouw de Gravin, die hij in vertrouwen wil nemen, den Graaf te vermurwen. Doch glad van stapel loopt dit alles niet. De Gravin meent n.1., dat Binder haar een liefdesverklaring doet, wat zij cenerzijds hoogst ongevoegelijk, doch aan den anderen kant, als herinnering aan haar eigen jeugdamourettes, waarvan een 'n gevolg met zich mee bracht, wel prettig vindt. Dan 'n nieuwe verrassing. Zij ziet in Ernst plots haar, in Amerika grootgebrachten en voor haar gemaal geheim gehouden voorhuwelijkschen telg. Zij wil haar ouden misstap nu aan den Graaf openbaren, maar deze verstaat de onthulling verkeerd en meent, dat Ernst ook al tot een zijner talrijke resultaten van even talrijke misstappen uit zijn jeugd behoort. En wanneer hij dan verneemt, dat Carla en Ernst getrouwd zijn, stijgt de wanhoop ten top. De verwarring wordt nog grooter als Graaf van Schlieben, de vroegere vriend van de Gravin, in den waan verkeert, dat hij de vader van Ernst is. En wanneer dan Ernst's werkelijke ouders ten tooneele komen, die door de overige „ouders" voor de pleegouders worden aangezien, terwijl om het geheel te volmaken de brave burgerman, die werkelijk de echte vader van den schilder is, een oogenblik denkt, dat de adelijke karikatuur van Schlieben eertijds op een al te intiemen voet met de hoogst eenvoudige burgerjuffrouw Binder heeft gestaan, is het hoogtepunt van misverstanden omtrent misstappen bereikt. Zooals gezegd, geest was in dit blijspel verre te zoeken. Maar naast Nico de Jong, den zedelijk doenden Graaf v. Rothenstein, lieten Chrispijn junior als Ernst Binder, Annic Follendei in de rol van Carla, Dick van Veen als de afgeleefde „Lebemann" Graaf v. Schlieben, veel goeds zien. Een gezelschap, dat in staat is tot zulk spel, zou goed doen zijn krachten aan beter gehalte te wijden,
Erna Hecht
Maazei Do beroemde amerikaansche pianist Maazei, die op 't oogenblik een tournee door Europa maakt, qeeft,onder auspiciën der Intern, Concertdir, Ernst Krauss een reeks concerten in ons land. Het eerste concert werd gegeven in het concertgebouw te Amsterdam.
1. iv.
Een aardis gevonden tafreeitie uit bovengenoemde revue, een imitatie van het nieuwe „muntje van tien' met Mimi Boesnach als het zeeuwsche meisje.
Erna Hecht is voor ons land geen onbekende. Voor circa twee jaar trad zij al reeds in Milles Colonnes te Amsterdam op Zij oogste toen zooveel succes dat de heer Reese haar direct voor Rotterdam engageerde. In de daarop volgende jaren maakte zij een tournee door ons land.
ONS SPORTHOEK JE
SLBH 9 K«l
In Amerika zijn proeven genomen die aantoonden, dat het mogelijk was om met draadlooze overbrenging een auto van uit een anderen wagen te besturen.
V
W'"
De nieuwste parijsche modegril is ... het beschilderen van den auto, waarin madame gaat touren, in dezelfde kleuren als haar costume I Vreemde orkesten krijgen in Engeland alleen toegang op een speciale „permit" van den minister van arbeid. Dergelijke „bands" mogen niet langer dan acht weken optreden. De amerikaansche jazz-bands zijn altijd nog erg in trek in Londen. Oude zilveren knoopen, zooals deze een eeuw geleden veel gedragen werden, zijn thans in Parijs buitengewoon in trek. De dames zoowel als de mode-firma's trachten ze op allerlei wijzen te bemachtigen.
Twee fransche ingenieurs hebben het vraagstuk opgelost om de golven van de zee en hun beweging (dus niet den op en neer trekkenden stroom bij eb en vloed) te gebruiken als, drijfkracht. In Algiers hebben zij een installatie gebouwd, waarmee-een merkwaardig resultaat is bereikt
m
Een eigenaardig, maar zeker practisch instrument is uitgevonden, een toestel, waarmee vierkante gaten kunnen worden geboord. Twee schijfjes worden op een bepaalden afstand ingesteld en met behulp daarvan is het mogelijk een zuiver vierkant te verkrijgen. Charlie Chaplin's nieuwste film „The gold rush" is in Londen een geweldig succes, in het Tivoli theater hebben tot vorige week 120,000 menschen de voorstelling bijgewoond. Onder hen waren personen van algemeene bekendheid. De amusepentsbelasting, welke op die wijze wordt opgebracht, is ongeveer rooo pond per week. Geen wonder, dat de engelsche minister van financiën, Winston Churchill, die onder de bezoekers behoorde, er erg mee in zijn nopjes was. Gloria Swanson is in Engeland aangekomen om de eerste voorstelling van madame Sans Gêne, waarin zij de hoofdrol vervult, te zien afdraaien.
Ieder hotel van eenige beteekenis houdt er in de laatste jaren één of meerdere schrijfmachines op na en het blijkt al spoedig, dat de meeste gasten dit bijzonder op prijs stellen. In het buitenland maken verschillende schrijfmachinefabrikanten hiervan gebruik en stellen hun speciale merken schrijfmachines tegen gereduceerde prijzen ter beschikking onder voorwaarde, dat voor in de vestibule op duidelijke wijze een bord wordt aangebracht waarop kort en krachtig wordt vermeld: „Voor hotelgasten staat steeds een eerste klasse schrijfmachine X ter beschikking."
REVOLUTIE IN HUIS Wij volgen uit princvpieele overwegingen nooit het voorbeeld van collega's,, die in elk nummer vol schitterende klanken van eigen volmaaktheid, succes en toekomstdroomen spreken. We kunnen best begrijpen, dat het voor onze lezers even vervelend is om al dat geblaas aan te hooren, als wij het zelf onuitstaanbaar vinden om met een opsnijdend persoon samen te zijn. Doch een enkele maal mogen we toch wel een grappig en overtuigend staaltje vermelden van de tevredenheidsbetuigingen, welke wij uiterst dankbaar daarvoor ontvingen. Een onzer lezers had zijn abonnement opgezegd. Twee weken later kregen wij een briefkaart met het verzoek: „Wil mij evenwel weer als abonné inschrijven, anders krijg ik revolutie thuis. Is dat geen mooi succes ? Vijanden van revolutie, hebben wij ons gehaast ons blad direct te zenden. Gelukkig ook zoo gemakkelijk rustherstellers te kunnen zijn.
A.D. O. Een club die in de' laatste jaren geducht van zich heeft doen spreken. Zoowel in 't seizoen 1923/24 als in 24/25 was A.D.O. kampioen van haar afdeeling. In de promotiewedstrijden faalden de groen-rooden echter beide keeren. In 1924 struikelden zij over het Gorcumsche Unitas en de promotie wedstrijden tegen V.O.C, liggen nog te versch in het geheugen, dan dat ik er veel van behoef te releveeren. Eigenaardig toch weer, dät juist een volksclub het zóó ver brengt. We hebben ons meermalen afgevraagd, wat toch eigenlijk de oorzaak.van het succes der volksclubs mag zijn. Meer clubliefde ? Scherper amateurisme? In de leiding'kan het o.i. niet liggen, want verscheidene onzer clubs van standing zijn eveneens goed georganiseerd. Een feit is 't, dat de volksvoetballer heel wat meer voor zijn club moet overhebben, dan de speler van een der beter gesitueerde vereenigingen. Alle reiskosten moeten zelf worden gedragen en de contributies zijn gezien de groote terreinhuren en de betrekkelijk geringe inkomsten zeer hoog. Maar we zouden het speciaal over A.D.O. hebben en moeten dus deze algemeene beschouwingen vaarwel zeggen, hoe belangwekkend ze misschien ook zouden zijn. A.D.O. dan werd nu ruim 20 jaar geleden opgericht. Het eerste speelveld werd gevonden op de bekende boerderij van Buitelaar naast het toenmalige Quickveld. Reeds dadelijk beschikte A.D.O. over goede spelers als de gebroeders Nijhuis, Dorus van der Zee en Piet Hein. De eerste jaren waren dan ook wat de resultaten der wedstrijden betreft zeer voorspoedig. In no time bereikte de club de eerste klasse van den Haagschen voetbalbond. Uit dien tijd herinneren we ons de felle kampen tegen het reeds lang ter ziele U.N.I.. Speciaal deze wedstrijden droegen een zóó fel karakter, dat de toenmalige scheidsrechterscommissie van den H.V.B, eenige malen een N.V.B, scheidsrechter moest uitnoodigen, ten einde een goede afloop van den strijd gewaarborgd te zien. Persoonlijk hebben we dezen strijd tweemaal geleid en herinneren ons nog steeds met genoegen de groote medewerking, die we van de A.D.O. bestuurderen bij deze wedstrijden ondervonden. Van die oud-bestuurders is A.D.O. helaas in 1924 de sympathieke Dorus van der Zee door een veel te vroegen dood ontvallen. Zijn nagedachtenis wordt bij alle A.'D.O.'ers in eere gehouden. Van het tegenwoordige bestuur zijn de beeren Leurs en van Leersunr de groote krachten. Van de oprichting af heeft A.D.O. met het speelveld gesukkeld. Hoe dikwijls de club van terrein is moeten verwisselen hebben we in den loop der jaren niet kunnen bijhouden. Ook daar is nu, hopen we voor goed, een einde aan gekomen. Zondag 18 Oct. j.1. is het nieuwe A.D.O.-home officieel door het eerelid van den N.V.B., Mr. P. Drooglever Fortuyn, geopend. A.D.O. heeft van de gemeente 's Gravenhage drie terreinen met kleedgelegenheid in bruikleen gekregen, gelegen in het nieuw aangelegde Zuiderpark, We wenschen de sympathieke groenrooden ook op dit nieuwe veld veel geluk en voorspoed en^.... het alleszins verdiende eerste-klasseschap. Met spelers als de gebr. Tap, Quacks, van Es, de Jong, v. Boheemen en Kloos is dit zeer wel mogelijk, al zal er hard gewerkt moeten worden om voor de derde maal in successie het afdeelingskampioenschap te behalen. Ook in andere dan competitiewedstrijden is het succes van A.D.O. steeds groot geweest. Zoo bereikten de tweedeklassers zelfs eenige seizoenen terug de finale der Zilveren voetbalwedstrijden en deden menige eerste klasser het onderspit delven. Dit jaar werd het seizoen geopend met een tweetal oefenwedstrijden tegen H.V.V. I. De eerste wedstrijd, op het A.D.O.veld, werd met 3—3 gelijk gespeeld en een week later werd de Wassenaarsche leeuw in eigen hol geslagen. Met belangstelling zullen vele Hagenaars dan ook dit jaar weder de wedstrijden van A.D.O. volgen. VETERAAN
DE INTERN. MATCH NEDERLAND-DENEMARKEN IN HET STADION TE AMSTERDAM
Het elftal van Z.V.V.
m
MICHE Graaf d'Ërdéval, een zeer trotsch edelman, bewoont met zijn familie het familiekasteel. In het dorp leefde een vrouw, die een kindje had, deze vrouw stierf en het kindje wordt in het huis van Graaf d'Erdéval's zoon opgenomen. Het kind is zeer gehecht aan den oudsten klemzoon van den graaf Jean. Zij is een mooi kind. rustig en intelligent, doch schoollessen kan ze slecht leeren. De dokter schrijft dit aan luiheid of zenuwachtigheid toe. Jean gelooft dat zij wel degelijk alles hoort en begrijpt. Jean heeft een gesprek met den dokter en daaruit blijkt, dat hij echt jongensachtig verliefd is op een zekere nie\ rouw Guervüle. een coquette. Miche volgt het gesprek en als de dokter weg is laat ze merken, dat ze mevr. Guervilie niet mag. Jean heeft door zijn lastig jongenshumeur de gunst van zijn grootvader verspeeld. Simone, zijn zusje, staat nu meer la de pas. Jean is gelukkig dat mevrouw Guervilie hem op het diner vraagt, dat zij ter gelegenheid van haar verjaardag zal geven. Miche toont hoe groot haar liefde voor Jean ii. door hem zelfs haar weinige spaarpenningen aan te bieden, zoodat hij naar het feest kan gaan. De oude markies stuurt ziin zoon voor diens vrouw een rijpaard. Het dier kwam vergezeld van den rijknecht van den Markies. Deze man bleek een onuitstaanbaar wezen. De Markies scheen heelemaal onder zijn invloed, terwijl hij zich tijdens ,het verblijf bij diens zoon. heelemaal niet aan de regelen van het huis stoorde. De man blijft zich echter aan niemand storen. Het is onbegrijpelijk hoe de oude Markies onder den plak van den man blijkt te staan. Iedereen merkt dit op. Na groote onaangenaamheden vertrekt de man weer naar het kasteel van den Markies. Ook daar speelt Anatole een groote rol en tyranniseert iedereen. Menschen en dieren zijn bang voor hem. Kennissen van den Markies die bij hem logeeren kunnen er niet over uit. dat deze man zoon rol speelt. Mijnheer d'Ërdéval. ontmoet de kleine Miche weer en vraagt haar of zij ook weet hoe die Anatole heet. Het kind vertelt den Graaf dat Anatole. Malausson heet. De Graaf informeert naar Miches vorderingen. Anatole dringt zich ook bij'de gasten van den Murldes op zijn onhebbelijke manier op. Cerisy twijfelt er aan of hij ooit pikeur aan Saint Ló was. De informaties zijn héél ongunstig. Jean raadde z'n vader aan om krasse maatregelen te nemen, doch zijn vader kalmeert hem. Uit de brieven van den Markies blijkt, dat Miche ziek is geweest, de dokter raïidt den Graaf aan, zijn vader te bezoeken. Mijnheer d'Ërdéval schrijft zijn vader, dat hij spoedig komt. De toestand blijkt werkelijk ergerlijk te zijs. Het blijkt dat Anatole den ouden heer vreeselijk tyranniseert. Hij blijft weg en men vindt de stal in een verregaanden toestand van vervuiling. Wanneer hij na enkele dagen terugkeert, blijkt hoezeer de Markies onder zijn invloed staat. Niets kan zonder Anatole gebeuren. Miche heeft op zich genomen, de boekenverzameling te »orteeren en zij doet dit prachtig, tot verbazing van den ouden Markies. Doch zij moet ook dit teriluiks doen uit vrees voor Anatole. die iedereen bedreigt, zelfs den ouden Markies ook. wlen hij geld afzet. Mevr. d'Ërdéval raadt haar man iemand aan te stellen die toezicht houdt. Miche biedt zich aan de familie op de hoogte te houden Zij spreekt er met Jean over. die haar nog altijd als een kind beschouwt. Steeds meer blijkt hoe de oude markies veranderd is en alles in zijn omgeving ook. De dieren zijn doodsbang voor Anatole en als Miche een hond wil beschermen dreigt Anatole haar met een stok. Tegelijkertijd klinkt een heftige donderslag. Daar beide doodeltjk verschrikt, verliest Miche baar spraak, jean Is wanhopig. Gelukkig ontmoet luj op weg om zijn vriend te haten Or. Bouvier wien hij naar Miche vraagt. De dokter stort zijn hart -ens uit en waarschuwt Jean
^Het is v-ervelenid, mijn jomgenl"... De gravin wachtte in het park op de terugkomst van haar kindéren. Zij zag het j-ijtuig aankomen en liep het tegemoet, „Wel ?'* vroeg dokter Bouvier; „is er reeds nieuivvs ?M „Niets; Miche uit geen woewd; maar zij is vnoolijk als een vinkje! Het is onbegrijipelijkl" XI. i Aan het eind van den zomer had Olivier een hevigen twist met mijnheer Anatole. Een van de honden, waarmee de jonge man een wandeling maakte, had een kip, die aan een boer toebehoorde, geworgd. Olivier betaalde een schadevergoeding, hetgeen den palfrenier aeer verbitterde. Nooit moest men dat doen; het was een nieuwe manier van geld maken. De lieden van St Blaise zouden nu wel al hun kippen willen laten worgen. En toen Olivier daartegen protesteerde, kwam de markies tusschenbeide en gaf zijn, beheerder gelijk, hetgeen den jongen zeer verbitterde. Hij sprak op onbeleefden toon tegen zijn grootvader en mijnheer d'Ërdéval oordeelde het verstandiger, het verblijf te Saint Blaise te verkorten. Miche, aan wie de palfrenier sinds haar ziekelijkheid, niet veel aandacht schonk, durfde op het uur van vertrek de bibliotheek verlaten en aan den voet van het terras allen vaarwel zeggen*. „Tot ziens, mijn kleine Miche", sprak de gravin, terwijl zij het kind teeder aankeek; je wordt nu een groot meisje en moet dit jaar je eerste communie doen; ik zal je alles sturen, wat je noodig hebt, je jurk en je boek; zeg maar aan moeder Orson, dat ik voor alles zorgen zal .." De donkere oogen van het kind,
ONZE NIEUWE PRIJSVRAAG
Wij vroegen een onderschrift voor bijgaand plaatje. Het groote aantal inzendingen, dat wij ontvingen, bewees ons hoezeer ook deze prijsvraag in den smaak valt. Niet alleen gedichtjes, maar ook een geestig onderschrift komt voor den prijs van/?2.50 in aanmerking, die dit keer-toegekend werd aan den heer K. Veerman, Cromvlietplein 51, Den Haag, voor het volgende onderschrift: Berste tachtiger: Zou die Jansen daar onwijs geworden zijn, om met drie kwajongens „haasje over" te springen? Tweede tachtiger: Welnee, wij zijn onwijs, want hij gebruikt Togal voor zijn rheumatiek, en wij niet!
Zend ons voor 6 Nov. een onderschrifl bij dit plaatje. Dit onderschrift moet betrekking hebben op het plaatje en te' geïiikertijd in verband staan met de goede werking der Togaltabletten voor rheumatiek, verkoudheid, slapeloosheid, influenza, ischias, griep, jicht, spit, hoofd- en zenuwpijn. Elke week wordt aan de beste inzending een prijs van f 2.50 in contanten uitbetaald. Zendt uw antwoord voor 6 Nov.aan de Redactie. Galgewater 22, afd. Prijsvrageo no. V, Leiden
vestigden zich op mevrouw d'Ërdéval, maar zij maakte geen enkele beweging, waardoor men kon opmaken, dat zij begreep. „Heb je gehoord, wat mama tegen je zegt, Miche ?" vroeg Jean. „Anatole is ervan overtuigd, dat zij niets meer verstaat", legde de Markies uit. Miche bekeek aandachtig het zand van de allee en scheen niets te hooren. „Je ziet het nu, Marguerite", hernam de grijsaard; „zij verstaat niets van ons gesprek." „Dag, lieve, kleine Miche", sprak Jean, terwijl hij het kind omhelsde; „ik zal je waarschijnlijk het volgend jaar niiet zien; ild moet mijn militaire plichten vervullen; doe goed je. best en volg trouw den raad van dokter Bouvier op, dan doe je mij een groot plezier. Versta je me, Miche?" Zij antwoordde door een stevigen druk van haar klein handje. „Zij heeft mij verstaan! Ik ben er zeker van, dat zij mij verstaan heeft. Nietwaar, Miche, je verstaat mij ?" Hij hield het kind op eenigen afstand en keek haar vol aan. Niets bewoog in het mooie gezichtje, dat echter plotseling heel bleek geworden was. Waarschijnlijk was Miche ontroerd door het vertrek van haar grooten vriend, maar zij scheen toch geen woord te begrijpen van alles, wat er rondom haar gesproken werd. „Miche", beval de markies, zoodra het rijtuig met de familie vertrokken was, „ga mijnheer Anatole roepen."
Hij verlangde weer naar n]xi gunsteling, die niet bij het vertrek aanwezig was geweest. Geheel onder invloed van dat wezen, dat zoo ver beneden hem stond en waarvoor hij zoo bevreesd en bezorgd was, leefde hij slechts in zijn tegenwoordigheid Miche antwoordde niet. Zij keek bedroefd de laan in, waar alles wat zij op deze wereld beminde, in verdwenen was. Toen ging de markies zelf zijn vriend opzoeken en Miche begaf zich naar haar geliefkoosd plekje, de bibliotheek. En daar schreide zij hartstochtelijk, languit op den grond liggend, haar neusje begraven tusschen de oude boeken, die in 't vervolg nu haar eenig gezelschap zouden zijn. Toen zij eens flink uitgehuüd had, stond zij op en ging in een soort schuilhoek, die verborgen was achter een der paneelen van de bibliotheek. Niemand anders dan het kind kende die verblijfplaats, welke door een enkel dakvenster boven in het dak verlicht werd. Miche had het ontdekt, toen zij bezig was, de boeken op een der planken te verplaatsen. Zij zag aan het paneel een deurknop en trachtte de deur te openen, maar deze was te zwaar, door al de boeken, waarmee ze was beladen. Nadat 't meisje er verschillende boeken had afgenomen, kon zij de deur gemakkelijk openen en van dien tijd af kwam zij vaak in het aardige vertrekje, dat haar heiligdom werd. Zij bracht er enkele oude meubelstukken, die zij op zolder gevonden had, heen, zooals een tafel, een leunstoel en een oude chiffonnière. Toen zette zij op de planken aan de deur hier en daar eenige boeken, om zoodoende de deurknop en dus ook haar geheim schuilhoekje te verbergen. Juist daaronder bevond zich de kamer van den markies. Miche had vaak heftige woordenwisselingen vernomen tusschen hem en den palfrenier en het deed haar steeds verdriet te hooren, hoe de markies, wien ze dankbaar was en van wien zij hield, grof behandeld werd. Den dag van het vertrek der Erdévals bleef Miche langen tijd in haar schuilhoek; daarna ging zij naar de bibliotheek, om de boeken te sorteeren. • Zij klom op een ladder en haalde stapels boeken van de planken, die zij toen alle op den grond neerlegde. Tusschen heel veel oude boeken, zonder eenige waarde bevonden zich in de bibliotheek van St. Blaise ook zeer zeldzame werken en oude merkwaardige manuscripten; rollen perkament, sommige eeuwenoud, andere weer dateerend uit dien tijd van het Directoire en het keizerrijk. Een grootvader van den markies was prefect geweest onder Karel X en ook uit dat tijdperk dateerden vele geschriften, redevoeringen, enz., welke Miche zeer schenen te interesseeren. Zij bestudeerde ze en bracht, na lang zoeken, er eenige van naar haar dierbaar schuilhoekje. Toen zette zij zich opnieuw aan het sorteeren der boeken en nam ten slotte een boekdeel, dat met eenige andere op een soort voetbankje stond, vleide zich daarmede op den grond neer en ging het aandachtig bekijken. Het was een Racine, uitgegeven in het begin van deze eeuw. Zij hield het voorzichtig in de hand; bekeek elk bladzij er van langen tijd en bladerde het zoo langzaam door. Toen de duisternis intrad, moest zij tot haar spijt die bezigheid, welke haar lief scheen, staken. Zij stond op, sloot de verborgen deur en zette voor de deurknop eenige boeken, opdat deze onzichtbaar zou blijven; daarna liep zij langs de torentrap naar beneden.
(W.ordt vervolgd.)
.!
.^J-
,
en in hare lage japonnen, met antieke man een St. Preux! In mijne jeugd was kapsels en in mousseline gedrapeerd, de liefde practisch, zij handelde; thans E EEN ROMAN VAN DEN i droomt en philosofeert zij. Mijn hemel ja, lachend en pratend de balzaal binnentra1 EERSTEN CONSUL ö dk ben zelve modem, ik begrijp alles zeer den. Daar werden zij door Madame Per- j mon ontvangen, die in hare Grieksche © DOOR TX goed. Maar in het dagelijksche leven ... tunica en met haar toque vol witte struisIj MATHILDA MALLINQ | Zie je dan niet, dat Louis je lief heeft? veeren op de nog volkomen zwarte lokken, Hij i's alleen maar te fijngevoelig, om je er zeer deftig uitzag. vrijheid te beperken, en je gevoel te wilHet wa» een gure. stormachtige dag in den laten herfst van het Mademoiselle de la Feuillade kwam een jaar 1800 dat Edmée de la femllade een dochter uit een adelijk len dwingen." weinig laat. Madame de Chateauneuf was geslacht in de Vendèe. van den Abbé Bernier verneemt, dat zij den volEdmée liep glimlachend naar haar toe genden dag naar Parijs zou gaan vergezeld door Monsieur de plotseling ziek geworden, en derhalve was en knielde voor de oude dame neder. Chantillon. De koningsgetinde partijen hebben vrede met de nog in het laatste oogenblik een bode naar republikeinen gesloten en daardoor is deie reis mogeli|k. Met „Wees lief, goede, beste tante, en spreek ionae meisje is geschrokken met het bericht. Doch staat haar Madame de Cascaux, die niet ver weg in er niet meer over. Dezen winter wil ik tegen, dat men. blijkbaar zonder haar voorkennis terug het hotel de Périgord, Rue de 1'Université, komen op de mogelijkheid haar uit te huwelijken aan Louis de van mijn jeugd genieten, ik wil jong zijn, Chateauaeuf voor wien zij als kind bestemd was. woonde, met het verzoek gezonden, Edmée ik wil dansen. Wie weet, of het Monsieur Het was voor haar eene vernederende gedachte, dat hare te willen afhalen en haar onder hare bebloedverwanten haar bij de eerste beste gelegenheid wegzonden de Talleyrand niet invalt, Louis morgen en eenen man wilden opdringen, die weliswaar sedert jaren tot schermende vleugelen te nemen. Louis reed naar Petersburg of Konstantinopel te zenhaar gemaal was bestemd, maar die haar wellicht vergeten was. alleen naar het feest in zijn wiski — in dem Buitendien zou zij tot hem komen, ontbloot van alle middelen. den. Niemand zal toch wel gelooven, dat en zonder eenig ander vermogen, dan hare aanspraken op goederen, Faubourg St. Germain zou men het niet waarop beslag gelegd was. en die zij waarschijnlijk nooit zou ik daarheen meega." passend gevonden hebben, indien zijne terugkrijgen. )a. zij bezat zelfs niet eene ordentelijke reisjapon, Edmée was vroolijk en opgewekt. Zij waarin zij voor hare familieleden zou kunnen verschijnen. Lang nicht onder zijn geleide gekomen was. wist, dat zij nu spoedig naar Parijs zouen breed wordt over Parijs gesproken. De reis daarheen duurde Toen zij binnentraden, was de. niet bijH dagen. Gedeeltelijk legde men den afstand in de koels af, ook den gaan, want in November vierde Laura reed Edmée wel achter op het paard van Monsieur de Chantillon. zonder groote woning van Madame Perde Permon hare bruiloft, waarop Madame Zij hoorde voor het eerst met bewondering over Napoleon Bonaparte mon vol gasten, en was men met danseni den eersten Consul, spreken. Edmée moest zich wel wennen aan de Chateauneuf beloofd had met Edmée de veranderingen die het nieuwe regime had veroorzaakt. begonnen. In het salon zaten de aanziente komen. Laurette zou met Boneparte's Vroeg in den morgen venrok het gezelschap op weg naar lijkste gasten: Madame Bonaparte, Madame Parijs na een hartelijk afscheid van de bloedverwanten. vriend en wapenbroeder, den generaal In Pariis ziet het meisje niet alleen een nieuw leven maar een Laetitia Bonaparte met hare dochters en verJunot, commandant van Parijs, in het hunieuwe wereld. De ..legitimisten" de aanhangers dus van het scheiden dames der oude, aanzienlijke ariskoningschap, zien In den Eersten Konsul Napoleon den man. die welijk treden, en zij schreef, dat de gehun idealen zal helpen herstellen. Edmée woont een parade bij en tocratie, die niet juist wisten welke houding heele familie Bonaparte beloofd had, op is zeer getroffen door het optreden van Napoleon. Tegen haar wil zij tegenover de „familie consulaire", zoojuicht zij mee Kort daarop wordt zij door Abbé Bernier aan den de bruiloft tegenwoordig te zijn. O, welk Eersten Konsul voorgesteld. Deze zegt •. „Ik heb u vroeger al eens als men deze nu begon te noemen, zouden een bedwelmende angst lag alleen reeds gezien. Het was bij de voorlaatste parade". Napoleon heeft op aannemen. Edmée had de bloedverwanten buitengewoon welwillende wijze Edmée's belangen behartigd. Zij in de gedachte, hem te zullen terugzien! maakt kennis met de heerschende kringen en hoort hoe Josephine, van den Eersten Konsul nog nooit gezien. Of hij boos op haar was ? Of hij haar verBonaparte's vrouw, haar man bedriegt met een onbeteekenenden Met een blos, die zoo diep was, dat hij fat. zekeren Monsieur Charles. Bonaparte maakt een einde aan geten zou zijn? Neen, neen! Thans, nu de feestelijke samenkomsten, welke zifn vrouw organiseert tijdens bijna de aandacht moest trekken, werd zij zij wist, dat zij hem zou weerzien, verzijn afwezigheid. Hij berispt Josephine ernstig en denkt aan echtdoor Madame Permon aan zijne vrouw, scheiding. Hij wil haar nog een kans geven en geeft haar daarom dwenen al hare zorgen als sneeuw voor een jaar ti|d. De toestand is voor Frankrijk zeer ernstig geworden zijne moeder en zijne schoonzuster Madame de zon. en Bonaparte volgt met spanning de ontwikkeling zijner militaire Joseph, voorgesteld — zijne zusters namen plannen. Op een zekere dag gaat hij ter ontspanning in de fardin Op een der laatste te Belks-Rives doorde» Plantes wandelen en ontmoet daar Edmée de la Feuillade met reeds deel aan den dans. Zij vond Madame gebrachte dagen kwam door de diensthaar tante en neef. Hij spreekt met haar en het meisje uit op Bonaparte bekoorlijk, innemend en beminnaïve witze haar bewondering voor hem. Napoleon vertrekt daarop boden Fontane's vlugschrift over Cerachi's naar Italiï. , , , , . . nelijk, en toen zij zich zoo snel mogelijk aanslag van den 18den Vcndémiaire toeLouis de Chateauneuf. Edmée's neef. heeft bemerkt hoe het uit hare nabijheid terugtrok, gevoelde zij meisje zich voor den Eersten Consul interesseert en hij is jaloersch. vallig in Edmée's handen. Het geschrift Aan tafel maakt hij hierover een scène, die eindigt met een zich door eene zoo diepe neerslachtigheid droeg den titel: Vergelijking tusschen liefdesverklaring zijnerzijds. Edmée antwoordt hierop niet in toestemmenden geest, doch laat hem heel veel hoop. Zü is in Louis Caesar, Cromwell, Mönk en Bonaparte". en eene z«o hevige, hopelooze vertwijfeling gezelschap en dat van zijn vrienden en amuseert zich. Voor het aangegrepen, dat zij zich op de lippen bijten Met klimmende belangstelling las zij deze naar bed gaan staart zij door het venster. Haar kamenier komt met een brief binnen. Deze blijkt afkomstig logisch gestelde, rhetorisch afgeronde zin- en geweld aan moest doen, om niet in te zijn van den Eersten Consul, die "het meisje in hartstochtelijke tranen u\t te barsten. nen, welke op de duidelijkste manier zochwoorden zijn liefde verklaart. In Edmée's hart vindt deze liefde Madame Leckre en Madame Bacciochi weerklank. Geheel Frankriik volgt den veldtocht in Italiü met ten te bewijzen, dat de Eerste Konsul voor spanning. Napoleon heeft tegen aller verwachiing de overwinning waren in de balzaal en dansten. Madame Frankrijk, voor het bestaan van den Staat behaald. Edmée is gelukkig. Zij vindt thuisgekomen een brief van Murat, die hare bevalling tegemoet zag, den Eersten Konsul Zij gaat met hare familie naar het buitengoed noodzakelijk was, en dat hij en alleen hij Belles Rives. Napoleon zendt een van zijn bedienden erheen en waardig kon genoemd worden, de kroon . had niet kunnen komen. Een zwerm beekomt spoedig zelf. Op zijn eigen onstuimige wijze verklaart hij ren omringde Madame Ledere, die zoohet meisje zijn Helde. En zij kan zich niet weerhouden om hem te dragen — dat de toekomst van het hmd haar wederliefde te bekennen. Hij moet het wederzien wel tot als van zelf sprak, de koningin van het eischle, dat hij eene dynastie zou schephaar terugkomst naar Parijs uitstellen. Door een ongeval dat haar bal was. Hare kleeding verwekte opzien tante overkomt is Edmée echter aan Belles Rives gebonden. Zij pen. — Voor Edmée waren de aangeschrijft Napoleon een brief, doch hoort niets van hem. Terwijl onder de dames en geestdrift onder de voerde bewijsgronden volkomen toereikend zij op een dag op het terras staat ziet zij hoe het paard van beeren. Haar haar was a la grecque met haar neef Louis nadert. Louis bemerkte hoe Edmée's hart niet eu vooibereid, als zij reeds was, waren er meer vrij is en ook zijn moeder verbaast zich dat de kinderen twee „bandelettes" van kostbaar, fijn bont, geen verdere woorden noodig, om haar hun huwelijk zoolang uitstelden. gekapt, die met tijgervlekken bezaaid en geloof aan de zaak der Bourbons geheel en voor altijd te vernietigen. Haru kwam met gouden druiven versierd waren — Zij had zulk een groot respect voor de getrouwe navolging van de afbeelding het geheel natuurlijk voor, dat hij, die met haar zoon, dat zij zelden met hem over eener bacchante op eene antieke camee. zijne fabelachtige overwinningen e^n gedingen sprak, die hij, zooals haar fijne Zij droeg eene japon van buitengewoon heel nieuw Frankrijk binnen en buiten de tact en hare moederliefde haar deden verfijne, Indische mousseline, welker zoom grenzen van het oude rijk geschapen had moeden, ongaarne aanroerde. Met haar met een breeden in goud geborduurden — gerechtigd was, de eerste plaats van het nichtje sprak zij echter te vaker verrand, wingerdranken voorstellend, verland in te nemen en de natie door zijne trouwelijk. sierd was. Eene tunica in zuiver Griekpersoon te representeeren. Met weemoedige „Maar tante," placht Edmée dan te schen stijl was over de borst gedrapeerd, verbazing dacht zij er aan, hoevele dapantwoorden, „ik ben nog veel te jong zij was ook met wingerdbladeren geborpere Chouans hun leven voor de zaak des en heb nog niets van het leven gezien." duurd en werd op de schouders door konings ten offer gebracht hadden. Hoe „Veel te jong! Je bent weldra negentwee kostbare camécs samengebonden. Het was het eigenlijk mogelijk, dat deze mantien jaar — twee jaren ouder dan Laura ceintuur, dat zij vlak onder de borst droeg, nen zoo verblind waren geweest ? Permon, die de volgende maand met was van oud goud en had een gesp, die generaal Junot trouwt. Veel te jong! In IX. uit een onvergelijkelijk schoon gesneden mijn jeugd was men bijna een oude vrijster, steen bestond. Hare blanke, schoon geOuderwetsche karossen en lichte, nieuwals men op zijn twintigste jaar niet gevormde armen en handen waren zonder modische cabrioletten stonden in eene huwd was." handschoenen, en alleen met eenige gouden lange rij voor Madame Permon's klein ,,En tante, Louis heeft zelf niet zooarmbanden en camécs getooid. Haar ge„hotel" in de Chaussee d'Antin. De trap, veel haast," antwoordde zij vroolijk. „Hij laat geleek op dat van haar broeder. welke voor het feest met groote planten heeft u toch zeker niet verzocht, onze bruiZij had denzelfden bctooverenden glimversierd was, geleek een groene laan en loft spoedig te doen plaats hebben, nietlach in de oogen en om den mond. alleen was evenals de in een prieel veranderde waar r vestibule door eene menigte bonte lampen Madame de Chateauneuf schudde het in de nationale kleuren verlicht. In de hoofd. „God weet, dat ik Louis ook niet vestibule en op de trap golfde een onafmeer begrijp!" zeide zij. „Wanneer jelui gebroken stroom van gasten, van beeren samen zijt, ziet hij niets anders dan jou, in civil en in uniform en van jonge meren tot mij zegt hij geen woord. Dat zijn zeker al die nieuwmodische ideeën — ieder veilleuses, die bij de deur hare chäles en.bonten kragen aan de bedienden gaven jong meisje is eene Julie en iedere jonge '
I > .. I I
I __
L
..nn.lr>«r> la
t
tmrttn
U'll
L
WEES SLIM GEBRUIK GLIM
—— was zij als vrouw veel schooner dan hij als man. Elisa Bacciochi's toilet baarde eveneens opzien, maar werd toch minder bewonderd dan dat van hare zuster. Op he* hoofd droeg zij een sluier van mousseline, die met goud doorweven en met zijde in alle kleuren geborduurd was, en over dezen een vergulden lauwerkrans h la Petrarca. Eenc lange tunica overeen sleepend kleed zonder mouwen en eene groote fladderende, lichte chale, die over de schouders geslagen was en er als een sluier of mantel uitzag, voltooiden haar costuum. „Het is een symbolisch toilet," legde Albert Permon, Laura's broeder, glimlachend aan Edmée uit, toen zij hunnq plaats in de quadrille dicht naast de zusters van den Eersten Konsul innamen. „Zij wenscht, dat men door dit costuum hare litteraire neigingen zal zien heenschemeren." Edmce trok zich, zoodra het haar mogelijk was, uit de rijen der dansenden terug. Zij was bijna ziek van spanning en ongeduld; zij wist, dat hij vast beloofd had te komen en het vooruitzicht, hem in dezen kring te ontmoeten, benam haar allen moed. Duizendmaal verweet zij het zichzelf als eene zwakheid, dat zij naar het bal gegaan was, en wanneer zij dit niet om Louis gelaten had, wiens blikken voortdurend op haar rustten, zou zij reeds sedert lang beproefd hebbcnrzich onder het eene of andere voorwendsel te verwijderen. Madame Junot ging bij hare vriendinnen rond en beklaagde zich. Hare moeder verlangde uitdrukkelijk, dat zij de tradities van den adel zou volgen, en, dat zij, de jonggehuwde, het „menuet der koningin" zou dansen. Sedert verscheidene weken had niemand minder dan Gardel het met haar ingestudeerd; zij wist, dat zij als eene elf danste, - maar zij was zoo angstig! Een oogenblik hoopte zij reeds er van verschoond te blijven. Monsieur de Trénis, de beloofd had, haar cavalier te zijn, was niet te vinden. Toen noodigde Madame de Permon mijnheer Lafitte er toe uit, den eenige, die zich met den Vestris der salons kon meten, en hij was verrukt, dat hem eene gelegenheid geboden werd, den vergoden mededinger uit het veld te slaan. Nu was er niets meer aan te doen, Laurette moest dansen I De gasten maakten ruimte en drongen zich naar de muren der balzaal, en Albert de Permon gaf den muzikanten een teeken. om „het menuet der koningin" te spelen. Edmée zat op cenigen afstand van de anderen in den achtergrond der zaal. (Wordt vervolgd.)
WIE ZINGT DAAR? DE „NEW EDISON'
NEWtojlSON
\ COMPARISON wmil Till:] LIVING ARTIST ' •^ .. ntVKALS NO UITl.ERENCE ,-^
Wij noodigen U uit tot een bezoek
KUNSTZAAL EDISON AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
.
.
LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 WITTE DE W1THSTRAAT 88
MET ONZE JONGENS OP STAP
Het Valkhof te Nijmegen „Zeg dat wel, moedertje, het koude jaargetijde is niet geschikt om te wandelen, dan is het beter bij den haard; maar ziet u, wij zijn niet kouwelijk uitgevallen en als het een beetje helder weer is, gaan we toch op stapl" Dit was een min of meer geruststellend antwoord op een vraag van een oud vrouwtje, of we met zulk weer gingen wandelen, toen we te Nijmegen voet aan wal zetten. Zulk weer! Nu ja, het was een beetje frisch, maar het was toch droog — en als men bij frisch, droog weer thuis moet blijven, kan men zich gerust een half jaar . lang „opvouwen", wat van onze jongens niet kan worden gevergd en ook niet wenschelijk is. We zetten dus voet aan wal, d.w.z. we arriveerden met de gierpont aan de Waalkade te Nijmegen, met de bedoeling het museum in de voormalige Mariakerk te bezoeken. Het weer hield zich goed en daarom gingen we eerst naar het Valkhof, de plaats waar eens Karel de Groote zijn rijkspaleis stichtte en waar hij vaak vertoefde. Hiervan is nog over een kapel, die den naam draagt van „heidensche" en in 709 werd gebouwd; vervolgens een ruïne van een kapel, die den naam draagt van „romaansche". De omgeving is schilderachtig en we genoten van het mooie gezicht op de Waal en de Betuwe en we konden zelfs den toren der groote kerk van Arnhem zien. Op een balustrade staat als her-, innering aan Claudius Civilis: Hic stetit, hic frendens aquilas, hic lumine torvo Claudius ultrices vidit adesse manus," wat zeggen wil, dat Claudius Civilis hier eenmaal, met somberen blik, de tanden op elkaar, het wrekend heirleger zag. „Wat zal-ie kwaad zijn geweest," meende een der jongens „Jammer, dat ze in die dagen geen fo.^'s hebben gemaakt; 'twas me een dubbeltje waard dat somber gezicht met die vreemde woorden op een plaatje te zien." „Een gezicht met vreemde woorden op een plaatje is wel een kwartje waard," zei Bob — en de jongens gaven baar gelijk. Van het bof gingen we naar de Belvédère, een gebouw van het jaar 1646, met prachtig panorama. Toen een brug over, vanwaar wc de overblijfselen zagen van een kapel uit 1459, op de plaats, waar op het einde der 7de eeuw de eerste Christenkerk was verrezen. „Is Nijmegen zóó'n oude stad, oom, dat we zoo veel oude gebouwen zien ?" vroeg een der jongens. „Nijmegen is een der oudste steden van Nederland; door de Kelten gesticht, werd ze later, na de verovering van Gallië, door Julius Caesar bezet en versterkt; door Tacitus werd ze „de stad der Batavieren" genoemd. Na den ondergang van
het west-romeinsche rijk kwam ze in de macht der Franken, werd later herhaaldelijk bestookt door de Noonnannen en heeft de spaansche en fransche tijden behoorlijk meegemaakt. Een vesting bleef de stad tot 1878, waarna ze werd uitgebreid en gemoderniseerd tot wat ze nu is." Inmiddels waren we het Hunerpark genaderd, een goed onderhouden park, vol afwisseling, waar we, in het licht der najaarszon, de bladeren vertrapten, als dank voor de heerlijke geuren, die ze deden opstijgen. Vervolgens gingen we langs de fraaie Canisius- en Oranjesingels naar het Keizer Karelplein, een ruim sterplein, waar zes van de breedste straten op uitkomen en dat zeker het schoonste plein van Nijmegen genoemd kan worden. De rotspartijen in het park vonden de jongens „leuk", het plasje er omheen „schattig". „Wat zou Claudius zeggen, als-ie me hier zag staan?" vroeg Bob den jongens, toen ze op een der steenen in het vijvertje stond. Het antwoord wachtte ze echter niet af, want ze gleed uit, viel — en was druipnat. Met een dozijn zakdoeken en een paar bananen werd ze bewerkt en toen we langs den Nassau-singel in het Kronen burgerpark kwamen, was Bob weer in stemming. De oude toren van de voormalige vesting stond stram en stij-f te kijken naar de aardige vogels in den plas aan zijn voeten. En het grotje van druipsteen in de nabijheid van den ouden, strammen kaerel, noodigde ons vriendelijk uit tot haar te komen, -wat we deden We beloofden mekaar nog eens op stap te gaan in Noviomagum en gingen naar de Waal, waar we spoedig aan boord stapten van het typische schuitje, dat ons naar de overzijde van het breede water bracht, waar — in Lent — ons een stevig maal wachtte. THEOPHILE MALL1SSE.
ONS DIERENHOEKJE
Olslna
een der mooiste Roode kruis-honden in ons land. Jongens en meisjes, hoe v'ndf jullie deze hond. Prachtig hè! Zouden jullie een aardig versje van niel meer dan acht regels op .Olgina" kunnen maken? /.endl hef dan voor 6 November aan fanfe Lize, Cialgewater 22, Leiden. De inzendsters en inzenders van goede versjes krijgen een aardiger prijs.
Verkeerd begrepen door F. MONTGOMERY Verteld voor'de jonge lezeressen en lezers van ons blad Baron Everard verloor jong zijn vrouw, die hem twee jongens naliet. Humphrey, een wildxang. en Alfred, een zwakker ventje. Hun fransche kinderjuffrouw heet Vlrginle. De baron is lid van het Parlement, wanneer hij thuis komt zijn de jongens erg bli). Aan tafel vertelt de baron aan zijn zwager, die met hem meegekomen is, dat hij van plan is de adel uit de buurt op een diner te vragen. Wat is dat adel. informeert Humphrey. Oom Charlie houdt hem voor den mal en zegt dat het halve wilden zijn. Je begrijpt hoe de Jongens daar nieuwsgierig naar zijn en er met elkaar over praten. Den volgenden dag gaat de baron met zijn 'zwager en Humphrey naar de kerk. Oom Charlie verbaast zich er over dat Humphrey zoo stil en gehoorzaam is. Hij weet niet hoe het knaapje, gedurende den kersttijd nog altijd vol van de gedachte aan zijn moeder is. Na de kerk gaan vader en oom met de kinderen wandelen. De kleine Alfred is vaders lieveling. Oom Charlie vermoedt dat Humphrey een weinig jaloersch is. Na dat oom weg is. smeedt Humphrey plannen om voor de ,,wilden" die bij zijn vader zullen komen eten champignons te verzamelen. Hij weet Alfred te overhalen om hem te volgen. Het leauurtje van Vlrginle valt hem wat zwaar. Humphrey haa,t Alfred over tot een nachtelijk avontuur. Zij plukken paddestoelen voor het diner dat nu vader z«l geven. Zij plukken de paddenstoelen, doch het avontuur is bij langena niet. zoo prettig als vooral Humphrey zich dat heeft gedacht. Alfred is vot^r dien taak niet berekend. Vlrginle ontdekt tot haar grooten schrik dat de Jongens voor dag en dauw weg zijn gega: n. Natuurlijk worden ze ontdekt en Vlrginle is doodsbang dat de kleine Alfred vergiftige paddestoelen heeft gegeten. De dokter komt. doch het blijkt dat er niets ergs gebeurd ia. Alfred moet de kamer houden tot zijn spijt want den volgenden dag heeft het „diner van de wilden" plaats. De adellijke vrienden van den baron komm op visite. Humphrey mag bij de ontvangst zijn, doch ttgen zijn gewoonten in is hij heelemaal niet zoo wellevend. Hij meent toch dat al die menschen wilden zijn en staart ze aan. Gelukkig weet z'n vader hem die gedachte uit het hoofd te praten. Humphrey neemt afscheid van alle beeren. Wat vreeielijk lang duurt. Eindelijk gaat htj naar bed. Als zijn vader 'savonds naar de kinderen komt kijken ligt Humphrey In zijn bedje te snikken. Hij is bang dat zijn oom in de hel komt voor zijn liegen. Vlrginle klaagt over hem en de baron moet Humphrey beknorren, doch al zijn pogingen stuiten af op Humphry's antwoorden. De baron gaat met zijn oudste zoon uit rijden. Humphrey krijgt het denkbeeld om deze gelegenheid te gebruiken teneinde voor zijn vader Iets voor diens verjaardag te koopen. Hij gaat er een klein winkeltje binoen doch zijn bezoek Is niet fortuinlijk.
„Och dat spijt mij," zeide hij, „het was mijn bedoeling niet u te doen schreien. Ik zie nu dat gij in den rooiw zijt, dus is hij overleden. Het spijt mij erg dat hij overleden is," voegde hij er een oogenblik later bij, „omdat hij mij misschien had kunnen zeggen wat een volwassen man gaarne heeft." Vervolgens bevreesd zijnde dat hij hardvochtig geweest was, voegde hij er bij: „Natuurlijk spijt het mij ook, omdat u er ongelukkig om zijt. U kunt u zeker niet meer herinmeren," vervolgde hij op twijfelachtigen toon, onderwijl de weduwe aanziende als om te ontdekken hoe ver hij gaan kon, zonder een nieuwe uitbarsting te vreezen, „wat hij gaarne voor een verjaringsgeschenk had ?" De vrouw dacht een oogenr blik na, en daar voor den overledene de tabak een hoofdzaak had uitgemaakt, noemd« zij een sigarenikoker. Humphrey was vol vreugde over die gedachte. „Zij liggen toch niet voor het venster," riep hij wanhopig uit. De weduwe moest bekennen dat zij daar wel lagen. „Wat zullen wij dan doen!"
:
:
;
pony zat; en de baron verzeide Humphney mismoedig. zekerde hem, dat hij niet eens „Ik weet het al" voegde hij er naar het raam had gekeken. terstond bij naar de deur „Hoe veel is het?" vroeg de gaande. • baron toen de juffrouw het „Vader!" riep hij, „wilt u pakje overhandigde. uw hoofd eens even omdraaien, „Zestien stuivers," antwoordomdat wij iets uit de winkelde deze. kast moeten krijgen?" Baron Everard zeide niets Baron Everard keek terstond en betaalde. naar het wijnhuis aan den over„Is dat niet goedkoop?" kant, tot grooten spijt van een zeide Humphrey toen zij wegder bedienden, 'die niet recht reden, „in aanmerking genomen nuchter bij de deur stond en dat alles met goud gestikt is; zijn best deed om niet dooir o lieve tijdt ik hoop toch niet den baron opgemerkt te dat u kunt gissen wat het is ?" worden. „Neen op verre na niet," antHumphrey was verrukt over woordde baron Everard. „ik de sigarenkokers. Zij schitterden zoo. Vooral bewonderde hij . weet het minder dan ooit, want ik kan volstrekt niet begrijpen, den kleinsten en sierlijksten. wat je in dat winkeltje hebt „Daar kunnen maar weinig kunnen vinden, met goud gesigaren in," zei de weduwe, stikt." „wü je niet liever 'n grooteren ?" Humphrey was blij. „Dus „O, dat doet er niet toe," heeft u niet het minste idee antwoordde Humphrey, „omdat wat het is, vader ?" papa niet 'rookt. Zoo hij maar „Niet het minste 1" mooi en netjes is om in den „Dan weet ik nu iets dat u zak te dragen, is het goed. niet weet. U zegt dikwijls, dat Wilt u dien goed inpakken, u zoo veel weet, waarvan ik zoodat men aan den vorm ijiet geen verstand heb. Nu is het kan zien wat er in is." juist andersom, niet waar De weduwe deed er verscheivader ?" dene papieren om en Hum„Juist andersom," stemde de phrey verliet den winkel. baron toe, en Humphrey reed „Ik hoop dat u niets gein een staat van opgewondenzien heeft, papa," zeide hij ernheid verder. stig, toen hij weder op zijn \?AN
EN \?00R ONZE VRIENDINNETJES EN VRIENDJES
„Het is verschrikkelijk een geheim te hebben," zeide hij, na een of tweemaal het woord gesproken en terstond afgebroken te hebben. „Waarom?" vroeg zijn vader glimlachend. „O het is zoo heel moeilijk te bewaren," antwoordde hij, „reeds twee of driemaal wilde ik er over beginnen, vergetende, dat u het niet mag weten." „Laat ons dan van iets anders spreken." Na een oogenblik stilte zeide Humphrey: „Weet u vader, ik geloof dat het beste was als wij naar huis gingen." „Nu reeds; ben je moe?" „Neen, dat niet; maar ik weet, dat als het langer duurt, ik u -het geheim verteld zal hebben eer ik het zelf weet. Als ik het maar iemand kon vertellen dan was het niets, daarom wi'.de ik naar huis, naar Alfred." „Maar ik moet naar Generaal Colville en ik wilde ook gaarne even naar den ouden Dyson. Zou je het nog niet een poosje kunnen uithouden ?" Humphrey had er grooten lust in en nam dus genoegen in deze schikking. „Dyson is die oude doove man, niet waar ? Is hij doof geboren ?" „Neen, hij is in de laatste jaren doof geworden." „Ik ben blij dat ik niet doof geboren ben. Dat zou lastig zijn. Het verwondert mij dat Dyson geen hoorn neemt." „Hij is arm, ik denk dat hij er geen betalen kan." „Wat zou ik hem er gaarne een geven." „Maar waar is je geld?" „Ja, daar hebben wij 't weer. Ik heb nooit geld." „Nog onlangs gaf ik je zes stuivers." „Ik heb ze uitgegeven aan kleinigheden en suikergoed." „Ah, zoo! nu wij kunnen onzen koek niet opeten en hem nog hebben." „Het was geen koek vader, het was suikergoed." „Indien je je geld eens spaarde in plaats van prullen te koopen, dan zou je er iets nuttigs voor kurnen hebben." „Ja papa, ik zal terstond beginnen; het eerste geld dat u mij geeft zal ik dadelijk wegbergen en zoolang sparen, tot ik een hoorn voor Dyson kan koopen." „Dat is een goed plan." „Wanneer krijg ik van u weer geld ?" „O dat weet ik volstrekt niet." „Zou het dan niet goed zijn dadelijk te beginnen, omdat zulk een hoorn wel duur zal zijn, en het jammer zou wezei\ den ouden Dyson zoo lang te laten wachten." Baron Everard gaf hem een stuiver, zeggende: „denk er nu aan, dat het voor niets anders uitgegeven mag worden." Humphrey beloofde het plechtig. (Wordt vervolgd.)
B
^^^^^^^^^ ^ WENKEN VAN LUCULLUS ^ Mevr. F. te 's-//, vraagt ons, boe Bowl wordt gemaakt, een recept voor Trommelkoek en ook raad omtrent slagroom, hoe die spoedig stijf geklopt en goed bewaard kan worden, zoodat hij niet weer uitloopt. Antwoord. Men onderscheidt warme ^n koude Bowl's. De meeste worden van vruchten en vruchtensappen gemaakt. Tenzij u aardbeziën, frambozen of kersen geconserveerd heeft, moet u de vruchten nemen, die momenteel in den handel zijn of geconserveerde vruchten koopen. Thans kunt u gebruik maken van bananen, druiven, meloen enz. enz. De verscheidenheid waarvan u gebruik kunt maken, is groot. Neem b.v. een Vi blik ananas, snijdt de vrucht aan dunne schijven of hak ze fijn. Doe het sap en vruchtvleesch in een terrine, strooi er 500 gram suiker op, doe er het sap van 2 citroenen, 1 citroenschil, Va pijpje kaneel, 1 flesch rijnwijn en een scheutje rhum op, sluit de terrine af en laat ze ruim 12 uren gedekt staan op een warme plaats, b.v. dicht bij het fornuis of op den schoorsteenmantel. Haal daarna citroenschil en kaneelpijp eruit en de bowl is gereed. Zoo kunt u allerlei combinaties maken. Banancnbowl. Het vruchtvleesch van 6 bananen en 3 sinaasappelen, 1 citroen, pijpje kaneel, glas madeira, 400 gram suiker, 1 flesch rijnwijn en een likeurglaasje marasquin of kii sch wasser. ^ AFWASSCHEN $ Afwasschen is zoo'n gewoon en dagelijks terugkomende bezigheid in het gezin, dat het eigenlijk overbodig lijkt, er een woord over te verspillen. Echter afwasschen volgens den cisch is niet zoo eenvoudig als 't schijnt. Voor 't reinigen der verschillende huishoudelijke artikelen, heeft men noodig een bak met heet zeepwater, een kwast en schoone doeken. Linnen doeken zijn altijd aan te bevelen, omdat ze niet pluizen en het vocht sneller opnemen, dan andere weefsels. Voor de messen kan men gerust doeken nemen van kleiner formaat en goedkoope kwaliteit, want ondanks alle voorzorgen komen er allicht sneedjes in. We beginnen met allé restanten uit de glazen en van de borden te verwijderen, want niets is viezer dan dat die rommel in 't water komt. Wil 't vet en de etensresten niet makkelijk van de borden afgaan, probeer ze dan met een prop papier te verwijderen. Daarna borden en schalen met koud water afspoelen, ook de pannen
mm^^^^^^-^^^^mmmmmm*Wmm——*m^^mtm mm^mmimimü.^^- ■ VOOR ONZE LEZERESSEN
Appelbowl. 6 goucjreinetten schillen, boren en aan zeer dunne schijfjes snijden. In gesloten terrine of pan overgieten met 1/2 flesch rijnwijn en een klein lauriertblaadje toevoegen. 4 ä 5 uren laten staan op een warme plaats, daarna door een haren zeef persen. Vervolgens 400 gram witte suiker, i1/, flesch rijnwijn, het sap van 2 citroenen en de klokhuizen der appels al roerend aan den kook brengen, afschuimen en door
een doek filtreeren. Warm bij 4e overige deelen voegen en alles terdege laten afkoelen Men kan er nu naar verkiezing nog 1 flesch rijnwijn of een Vs flesch wijn en 1/2 flesch rhum bijvoegen. Wij zullen het bij deze 3 soorten laten. Men kan, door andere vruchten toe te voegen, de samenstelling en söi^ak wijzigen. In ons blad zult u later vele recepten van dranken aantreffen. De warme bowls kunt u zooals de koude
' «yféldoirs Jdode
No, 73617
Eenvoudige namlddasiapon met plooien in de rok en gegarneerd met fantasie tres.
Elegante japon van fluweel of satijn, gegarneerd meteen afstekende kleur zijde.
Van deze afbeeldingen, welke met toestemming der fa. Weldon Ltd. te Londen, zijn gereproduceerd, zijn franco per post geknipte patronen verkrijgbaar, tegen toezending van en vermelding van het no. f 0,75 aan mevr. Milly Simons, 2e Schuytstraat 261, Den Haag
voor zoover noodig met water vullen om ze los te weeken en nu begint 't afwasschen. We nemen eerst 't glaswerk en 't zilver, dat dadelijk wordt afgedroogd en op een veilige plaats gezet. Men moet er vooral aan denken, glas en kristal, voor ze in 't heete sop komen, even in lauw water te dompelop. De verwarming geschiedt dan geleidelijk en de kans op breken of springen wordt er veel door verminderd. Hoe vreemd 't ook moge schijnen, toch is 't een feit, dat dik kristal gevoeliger is dan fijn. Dat springen is 't gevolg
van ongelijkmatige uitzetting of inkrimping bij verwarming of afkoeling. Want glas is een slechte warmtegeleider en als een deel van het glas door de warmte uitzet, terwijl de rest die hoogere temperatuur nog niet heeft aangenomen, ontstaan spanningen, die een barst of' breuk tengevolge hebben. Men moet er dus voor zorgen, dat kristal gelijkmatig warmer of kouder wordt en is 't dus gevaarlijk warm kristal op koud marmer of steen te zetten, of op. plaatsen waar 't tocht. Het kan inderdaad gebeuren, dat bij snelle afkoeling van de
Droom Is 't leven, anders niet; 't Glijdt voorbij gelijH een vliet, Die langs steile boorden schiet, Zonder ooit te Keeren. D' arme mensch vergaapt zijn tijd Aan 't schoon der ijdelheid. Maar een schaduw, die hem vleit.
gereed maken, doch ze even voor het opdienen goed verwarmen. Wenscht u'n specialen bowl, meldt u ons dan welken. Trommelkoek. Onder dezen naam is mij geen gebak bekend. Misschien dat u kunt zeggen hoe het er ongeveer uitziet en anders is wellicht een onzer lezeressen zoo welwillend ons daarover in te lichten. Slagroom. Behandeling van slagroom beschreven wij reeds eerder. U moet den slagroom daags tevoren in huis nemen en de flesch ongesloten in goed koud water plaatsen en dit zoo nu en dan ververschen. Doe hem in een steenen geglazuurde kom of koperen bekken en sla hem met een eiwitklopper stijf. Dit opkloppen moet langzaam geschieden, den room zooveel mogelijk bij elkaar houdend. Is hij half stijf geslagen, dan de poedersuiker — 21/2 ons per L. room — en vanille er in doen en verder kloppen tot hij stijf is. Slaat men te lang, dan gaat hij schiften en verloopt spoedig. Is de room dik en goed koud — b.v. in den winter — dan kan de roomflesch met een scheutje melk worden omgespoeld en dit met den room meegeklopt. Des zomers moet men daarmee oppassen. Het slap worden — verloopen — van den room na eenigen tijd is niet te voorkomen, vooral niet als hij in de warmte komt. Wel kan men b.v. 3 blaadjes gelatine, in melk gesmolten, door den room roeren als hij bijna stijf is. Dit doet hem langer stand houden maar de smaak gaat achteruit. Men klopt den room dus kort voor 't gebruik. LUCULLES. kamerlucht een kristallen voorwerp,, dat rustig op buffet of tafel staat, springt. Vele huisvrouwen voegen soda bij 't afwaschwater, weet u dan echter, dat men eerst de soda in 't heete water moet doen en daarna de zeep er door kloppen, omdat deze volgorde zeep bespaart ? Nu heeft 't gebruik van soda ontegenzeggelijk een groot voordeel, omdat proefondervindelijk is bewezen, dat door 20 gram soda bij een liter water te voegen, zoo warm, dat men de nand er nog juist even in kan houden, alle bacteriën gedood worden, die aan de voorwerpen kleven, door ze een minuut in dit water te laten liggen. Vooral is dit zeer practisch in ziektegevallen, hoewel 't toch aanbeveling verdient, het vaatwerk dat door zieken is gebruikt, steeds afzonderlijk te behandelen. Bij 't afwasschen neme men eerst de kleinere en minder vuile stukken, het laatst komen de giootere, vuile voorwerpen aan de beurt. Alle gereinigde voorwerpen, behalve glaswerk en zilver, laat men even uitdruipen, voordat men ze afdroogt, omdat dit de doeken , spaart.
HOE FfJN ZIJDEN ONDERGOED MOOI BLIJFT
i
Ondergoed van zijde en met fijne kant afgezet — hoe teer ook — kan prachtig mooi blijven, indien U ze geregeld in Lux wascht. Lux is het ideale waschmiddel
ik:::
voor fijne weefsels. De fijne ruitvermige Lux schilfertjes lossen onmiddellijk op tot een heerlijk roomachtig schuim, dat al het vuil losmaakt. Het Lux sop is even fijn en teer, als de kleuren van de fijnste weefsels, — het zal niet? aantasten dat bestand is tegen zuiver water. De Lever's Zeep Maatschappij, V/laardingen,
J]2-U
—^^^^^^^^^^—^mmmgmmmm*^ PAVILLON ORIENTAL
^^ NABLE ^^
f
Directeur E. BOERMA
VAN
DAMES- EN HEERENKLEEDERMAKERO
50474
,
De Coupe in nieuwe banen -
HABLE-WAFELS LUNCH- EN TEA-ROOW
wit zeegen : De lot nog toe onopgeloste moeilijUheid door film en projectie opgelost omdat de coupeurs, tijdens hel snijden rekening kunnen houden met den individueelen lichaomsvorm.
zijn zy
Aangenaams" en rustigst zilje van Scheveningen. hair e i ij n 8. regen o ver de „Seinpost'
vroolijk,
RIJWI El-B EWAAR PLAATS de Boulevard Telefoon 50318
OD
opgewekt 'en vol levenslust.
GroniDgen Heerenstraal 58 Telefoon 755 Amslerdam. Kokin 70. Tele{aan35808
De 5te!m VöJH MIJNMARDrS
Sargol vormt gezonde flinke kinderen, bekoorlijke vrouwen en krachtige mannen.
Bij Ruwe Schrale Huid van Handen en Gelaat
PÜROL
Doos30-60-90d I
DANSEN IN 4 LESSEN
Hoofdpij ntabletton
SARGOL is een klein tablet, welke bestanddeelen bevat, dal door elk voedsel gemakkelijk wordt opgenometi, en waaruit het organisme alle voordeden trekt. SARGOL verhoogt hel lichaamsgewicht, doordat het nieuwe • cellen vormt; het zorgt, dat het voedsel volkomen omgezet en opgenomen wordt, vermeerdert daardoor het aantal bloedlichaampjes, met als resultaat stevige spieren en gezond vleesch. Het is ontegenzeggelijk de doeltreffende voedingsprikkel die tot heden uitgevonden is. Een doos
voor iedere binnen of builenlandsche dancing garandeert alléén
JULES MONASCH Reguliersbreestraat31 33 Telef. 4E592
TeUf. 33990
Vraagt ALLEEN informaties ; ONS INSTITDDT
voldoende voor een week, kost F 1.75 Een „Sargolkuur" voldoende voor 6 weken kost slechts F 9.— Indien niet voorradig bij Uwen leverancier, stuur dan postw. a/d Importeurs: KUYPERS & Co. Prinsengracht 983, AfHsterdam, "•"^ffife^iig
SIX-FOUR iNienwste Modedans) Onderwijs dagelijks
INSTITUUT C KUNKERT SladboudersWade 1S2 Tel. 24232
Amsterdam
PENSIONS: Sweellnckstraat 158, Jacob Hopstraat 1 - DEN HAAG ^^^—-~~^ Telefoon 36257 ——•—"^^^—
DE QBOOT FßANSCH SPECIALIST DANS- EN MAINTIEN LESSEN
34 Jan Pletersz. Coenstr., Den Haag. Telef. 71909 PRIVAATLESSEN - BESLOTEN CLUBS
f 1.25 f 0.80, f 0.95 en f 1.25 Beleefd aanbevelend. MEVR.
NOBACK
BOEKHORSTSTRAAT 129 - TEL. 14141
Z. H. BIEREN RUIME ZALEN DISPONIBEL ZONDAGS MATINEE M. A. M. VAN RAVESTEIN
CHEMISCHE WASSCHERIJ „DUINOORD" Begoniastraat 188 en 190 ■ Den Haag - Tel. 36048
Reani^t ^n ^^vft alles BINNEN 4 DAGEN ZONDER PRIDSVERHGOQINQ SPECIAAL IN HET REINIGEN VAN FIJNE DAMESTOILETTEN VRAAGT
ONZE
Telefoon 36644 Belast zich mei het SAMENSTELLEN vu Cabaret programntas en het organiseeren van Feestavonden, Concerten. Drawingroom Entert aio men ts. Soirees par ticulières Kindervoorstellingen, etc. etc.
PRIJSCOURANT
hieö CeweÄem
FII^MS —
Dordrecht
D~1
ELECTRO-RADIO Het populaire tiidschrift voor Radio-Amateurs
D WENSCHT U EEN SnAKELIJK DINER BE70EKT DAN, OF BELT OP
i@IM Pi ^OJÊBL
LAAN VAN NIEUW OOST-INDIË 14 - DEN HAAG - TEL. 72430 PRIMA KEUKEN — ALLES EERSTE KWALITEIT
JTIHIi C^¥i PÄIMIHI© MASCOTTE WAGENSTRAAT 68 Tel. 14172
OP
V/H.
■■
Jeanne en Pierre. Buck Starling, de huidengroothandelaar van Lao Bain werd verliefd op Marie, die hem smeekte weg te gaan. Dan wordt Jacques er van beschuldigd een indiaan te hebben gedood en naar de gevangenis gebracht; nog wil Marie niets van Buck weten, ook niet als deze haar den volgenden morgen vertelt, dat Jacques doodgeschoten is. . . Plotseling valt een schot én inspecteur Brant zinkt dood ter aarde; de geestelijke kijkt naar buiten en herkent Jeanne. Onmiddelijk vlucht zij met Pierre en Bruce moet hen opsporen. Er valt evenwel dien nacht zooveel sneeuw, dat hun sporen dadelijk uitgewischt worden. De vluchtenden vestigen zich onder een anderen naam in ^n klein plaatsje Noordwaarts, waar de politie achterdocht krijgt en hen arresteert. Bij zijn verhoor bekent Pierre aan Bruce, dat Jeanne wel zijn zuster is. Bruce, die haar nog steeds liefheeft, voert een zwaren strijd. Als hij op het pynt staat beiden te laten ontsnappen, komt de commandant binnen en alles schijnt verloren. Maar Joe een oude Indiaan, duikt op en bekent de moord op Brant gepleegd te hebben. Na den dood
voor amateurs billijk te huur en te koop. - Vraagt catalogus D. J. VAN LEEN
I PMSCH RIJVI N G OASE l_IJKS (VOOR ELKEN LEEFTIJD)
Café Lunchroom „MARTIN" VOOR VERGADERINGEN ENZ. 1EDEREN AVOND CONCERT
HET „BUREAU-PISUISSE" 2e Schuytstraat 65 - Den Haag
ACADEMIE DE DANSES ROCCO - DUBOIS
BEZOEKT IN DEN HAAG HET
2 BILLARDS
stillen spoedig de ergste hoofdpijn ïOct.BijApoth.enüi
Grootekerkshuuit 39
Holl. Indisch Restaurant NOBACK R1JSTTAFELS vanaf HOLL. DINERS . .
•;•■•: •i'1/ .
DAh^ zy HET GEDRUir^
Geopend een naarde eischen destijds ingerichle Saion van de ouds gerenommeerde
Zelfde firma als Zeekant 9 -
Püwigi^ggiHi. .......,.,,,,. ■,■.'
Naaml. Vennootschap
GEVERS DEYNOOTWEQ 17-19 SCHEVENINGEN TELEFOOH
w^^"^"1
DEN HAAG
Dir.-Elgenaar: C. F. HACK
HET WINTERSEIZOEN 1925-1926 IS HEROPEND met medewerking van de schitterende
THE ROYAL DANCING BAND Kapelmeester 3. C. v. BROCK
OPTREDEN VAN EERSTE KLASSE ARTISTEN Matinee van 4—8 uur Soiree van 8,/2~-1l/2 uur Restaurant geopend van 4—1 uur n.m. Zaterdags, Zon- en feestdagen 50 ets. entree.
VOOR ADVKRTENTIES WENDE MEN ZICH TOT.HET CENTRAAL ADVERTENTIE-BUREAU LOUIS BENJAMIN. STATIONSWEG 61b, ROTTERDAM
Jeanne en Pierre Marat wonen in Alaska. Cameron Bruce, een korporaal, is verliefd op Jane, maar zij kan hem niet trouwen om een reden, die hij niet weet of weten mag. Tijdens een onderhoud tusschen deze beiden, komt Pierre binnen en zegt dat Jeanne niet zijn zuster maar zijn vrouw is. Dienzelfden avond vertelt inspecteur Brand, die in de zelfde plaats woont en doodziek is geworden zijn levensgeschiedenis aan een geestelijke: Marie en Jacques Beauvais hadden twee kinderen
van Marie Beauvais had hij de kinderen opgevoed en bekend met het feit waardoor de kinderen weezen waren geworden had hij gezworen hen te zullen wreken en wetende dat Brant en Buck een en dezelfde persoon waren, had hij nu zijn plan volvoerd. Voor men hem kan arresteeren is hij weer verdwenen en Bruce sluit nu overgelukkig Jeanne in zijn armen, aldus deze Universal film van de Dutch American Film Comp. te Amsterdam, die ons naar de sneeuwvelden in het hooge Noorden voert.
©•i^-^o^or*- —~ma o
ÏK BJLÏJF BOBMNt
1
Succeslied uit Rido's revue „Duizend en een Lach!" gecreëerd door Mimi Boesnach, als het nieuwe bankbiljet. Griet van Zierikzee.
Q
MUZIEK VAN CHRIS VAN DINTEREN o
ï I
SïhodozoJccr.
g ^/JJJIJ' j'^
SÊ
« ^ '
b^; l f
i
A
r F F J
o o
JuZ.'(i^::^üv.dc^
i
A
o o
?
SE
J
Bfadc Mbt.Xit.
i I g
^^^
- 'J'
J
^^
J J
/Wio'.^^.^ie^teM/^eMÄ'C fyuxx/.tcw,
^ ' i ii P ^
^^ f? ^ /d'Ci.\HAt>,'VU}WdcOCib'W£/ AtfoJc.
*
I
m m
b J ^ J J JI /^v;
P
^^
1
1
^=^
T
J ; r [? F i'r^ J J r I TÜOAV.'MC&if^
ï ■r~r~3
i;
r
T
s
i r r r
J
^
f m
Swjyi^.Ut.
J
J
I
¥I I
i
r.
F F
f m P m ^=^
r F ir ^ ^^ ^'^^'i ^ > "F 5'&^'^dM^j^- wet
^^
r
r
-I
f ^^f 55
17—i Wij boerenmeisjes hebben maar één vrijer En later dan Avorden we man en vrouw, 'n Flinke vent en niet zoo'n rare snijer, Dien blijven we dan heel ons leven trouw. Maar in de stad waar ze zoo geblaseerd zijn, Daar stappen ze pas "t huw'lijksbootje in Nadat ze vier, vijf maal geëngageerd zijn, Nee dankjewel —■ ik blijf liever boerin.
ï
jTl A o r T
o
?I i?C. 1 J j'u n A
ó^MMwmaMMwboe/. üw.
1^
f1
o ^
I
p J
F^#
fe^
'k Ben niet jaloersch op al haar fijne kleeren Ik draag het pak van moeder dat ziet U, Maar zij zijn opgetuigd met lint en veeren Net precies een huzaar in groot tenue. Zie ik ze met d'r rare rokken loopen Dan denk ik: Mensch waarin heb j ij nou zin ? Van ond'ren kort, van boven heelmaal open, Nee dankje wel — ik blijf liever boerin.
Jl
J
J
f
i
5 A
b-
En ook zoo 'n stadsmeneer kan ik niet zetten Z'n haren heeft-ie op z'n hoofd geplakt. Als-ie gaat loopen moet j' 'r 's op letten Dan is het of-ie door z'n knieën zakt. Ook praat-ie zoo geaffecteerd verwrongen En in z'n oog daar zit een glaasje in. Moet ik die ruilen voor een boerenjongen? Nee dankjewel — ik ben en blijf boerin!!
ï o o
C
O
?
A
A #
i—f
g ¥tt ^ ß^jK&^ßrityofaJtä-dW.-ZeM/4^/^00^
22rt4a//«5U^fc'Z^M/ 4^^<3ü^<x?_^^xlö'tKMv nw. -Z^M/,
f' J J J f
I A
^^
i=#
jg
J
o
o
?
p
> j J. J'
ökad,
^^
Ao m r A
äM/^O
m?
J-J1 J
5^S
f I" ■' i
^i
f
I
1
Jl
5É
¥I
^
m=m
?:
J' JM A
^faozu/ j}icfr^d&&o
^m uMU
»#
a j'
f&C** ^t^ TM—'^OmOI^' — -^KT.
voor voor voor voor voor voor
:i>-
den Uw den Uw den Uw
Sport-liefhebber, Clubhuis, Dans-liefhebber, vrienden, Kunst-liefhebber, HOME.
WIE den "NEW EDISON" gehoord heeft WIL een "EDISON" of NIETS
¥
CATALOGUS GRATIS OP AANVRAGE BIJ DE
KUNSTZAAL "EDISON" AMSTERDAM DEN HAAG ROTTERDAM
LEIDSCHESTRAAT 84 LANGE POTEN 15 .... WITTE DE W1THSTRAAT 88
[O»0]
■
A
o o«
hysterische halfbloed het moordplan op Langford rijpen. Langzaam aan vergiftigt zij haar man, tol Witzel de oorzaak van hel ziek zijn ontdekt. Hij ontrukt haar de gevaarlijke „medicijn", dwingt haar die zelf op te drinken en stuurt haar weg, de bosschen in. En als een wrak, zonder zelfs Ie welen, wat er met hem gebeurt, wordt Langford aan boord van de stoomboot gedragen. Zoo gaat hij het vaderland tegemoet — hij, de eens zoo flinke kerel, hij is slechts „blanke ballast '.
BLANKE BAIXAST LEON GORDON • HOLL.SCHOUWBURG Afrika's Westkust. Het land van helle, scherp stralende, ondragelijke zon. Een factorij, waar vier blanken leven, die een voortdurenden strijd hebben te voeren tegen de verzengende hitte, een hitte zóó groot, dat alle energie verwoest en alle insoanning nutteloos wordt. Eens in de drie maanden slechts komt de boot uit Engeland, die voor hen beteekenl het contact met de beschaafde wereld. Hoe reikhalzend, met tot krankzinnigheid stijgend verlangen, kijkt Ashley naar de komst er van uit om te kunnen ontsnappen aan dien brandenden hel, waar de eenzaamheid tot een obsessie wordt en de blanke zijn menschwaardigheid verliest. Geen krachtige wil is voldoende om weerstand te bieden aan het afmattend klimaat. Elk plan, al is het nog zoo goed overwogen, is onverbiddelijk ten doode opgeschreven. Dat zal ook de pas uit Engeland gekomen Langford ondervinden. Flink, pittig, vol enthoesiaste plannen, neemt hij zich voor het leven te veranderen in de bungalow, waar hij komt. De voorspelling van den sarcastischen gedesabuseerden Witzel, den man, die al 8 jaar daar is, worden met een schouderophalen beantwoord. Wat, hij zou met een inlandsche vrduw gaan leven ; hij zou niet meer geven om er welverzorgd en frisch uit te zien? En is hef geen zotteklap, wal de oude dokter uitslaat: niet elk mensch kan hier acclimaliseeren! Hij. Langford, zal eens toonen, waf groote wilskracht vermag! Maar helaas, acht maanden later is er al de inzinking: prikkelbaar en nerveus in hooge mate is hij nog slechts de schim van den man, die kwam. Alle voorspellingen van Witzel schijnen bewaarheid te worden. En dèt doet hem een ingekankerden haaf krijgen aan zijn medeblanke. Zijn begeerte naar een inlandsche vrouw laait op tof passie als Tondoleijo hem smeekt en vleit. Maar haar als „huishoudster ' nemen, beteekent één van Witzel s profetieën te doen uitkomen — hij zal met haar leven, goed, maar dan als man en vrouw! Hoe
Mevr. Dulia de Gruyter als Tondeleüo In „Blanke Ballast" heftig de oude dokier, de zendeling en ook Witzel zich verzetten. Lnngford drijft zijn wil door en trouwt met de halfbloed. die niet eens ten volle beseft, waf huwelijk beteekent. De ellende van Langford wordt grooler en groofer. londoleijo heeft slechts oogen voor zijden doeken en armbanden, maar voelt zich niet gelukkig naast haar altijd klagenden, prikkelbaren en overspannen echtgenoot O. hoe gaarne zou zij hem verlaten, al is zij ook kinderlijk blij. meirouM'Langford te heeten. Maar dat kan niet. heeft dokter haar verteld. Want, sprak hij. getrouwd zijn beteekent altijd bij elkaar blijven, elkaar trouw zijn, tot de dood scheidt. En onbewust doet de dokter in de ziel van de
Van dit Amerikaansch stuk van Leon Gordon gaf het .Nieuwe Nederlandsche Tooneel" 17 October de eerste voorstelling. De oude dokter van Louis Saalborn, zacht in stem en gebaren, beheerscht en heerlijk doorleefd, sprak lot het talrijk publiek. Zijn symoathie voor Langford, zijn afschuwelijke drankzucht, zijn treuren om verwoeste carrière — alles werd gaaf en scherp omlijnd weergegeven. Zoo zich in te leven in een rol. is slechts een bevoorrecht kunstenaar gegeven als Saalborn is. De sarcastische Witzel. die in zijn malaria-aanvallen in opstand komt legen maatschappij en zeden, tegen huichelarij en veinzerij- . ■ . wien had hel beter kunnen worden toevertrouwd als Oscar Tourniairc? Maar bovenal hulde aan Gobau, die de rol van Langford vervulde. Zijn rijk geschakeerd spel met de ontelbare fijne nuances, gaf kleur en relief aan elke passage en deden ons zoo intensief medeleven met de aftakeling van den energieken kerel, die uit Engeland kwam. tol hel menschelijk wrak. dal Afrika verlaat. Julia de Gruyter als Tondoleijo deed in haar katachtig, bewegelijk spel de verleidster zien, de halfbloed, die, met verachting harer slamgenoolen. hunkert met lichaam en ziel naar den blanke. Al chargeerde Philip de Vries als Ashley een weinig, zoodal deze figuur niet het diep tragische gaf, dat de Schrijver zich gedacht zal hebben, het geheel mocht, dank zij ook de uitstekende regie van Saalborn, een diepen indruk maken on ae aanwezigen. Spelers en directeur kunnen mei voldoening terugzien OD de première van „BlanKe Baliasf. " KIMUDA
t
^-«ss»o4a3@ßS®Po4
Toto Qodfried de Gron
MIMI llB©I5NÄvCliH in de revue „Oui2.end en een lach" Op pagina 26 staat een liedje, dat mevrouw Soesnach in dexe revue aingt.
SAIAHANDERSCHOENEN
, ^^s&^sm^^®^=^, ^S--
ZIJN IN PASVORH ONGEËVENAARD