Doping 1. Inleiding: Een dopingovertreding zorgt voor veel ophef op de televisie en in de kranten. Vooral wanneer het een bekende topsporter betreft die veel (gouden) medailles gewonnen heeft. Het lijkt dan alsof dopinggebruik vaak plaatsvindt en sportieve prestaties op eigen kracht onwaarschijnlijk zijn. Vooral jonge sporters kunnen daardoor eerder in de verleiding komen om verboden middelen te gebruiken om hun prestaties te verbeteren. Deze middelen kunnen echter blijvende gezondheidsschade veroorzaken bij de sporter. Als trainer-coach heb je een belangrijke taak om je sporters te ondersteunen bij een anti-dopinghouding en dopingovertredingen te voorkomen. Daarom is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de meest actuele dopingregels en procedures.
In dit thema gaan we in op verschillende aspecten rondom doping 2. Wat is Doping 3. Anti-dopingorganisaties en kernbegrippen 4. Dopingmythe 5. Medicatie en doping 6. Voedingssupplementen en doping 7. Drugs en doping(regels) 8. Dopingcontroleprocedure 9. Onbewust en bewust dopinggebruik 10. Overtredingen en sancties 11. Preventie van dopinggebruik: Rol van de coach 12. Actueel houden van kennis over doping
2. Wat is doping? Op de vraag ‘Wat is nu eigenlijk doping?’ komen vaak heel verschillende antwoorden. De een heeft het over ‘stimulerende middelen’ of over ‘het gebruik van niet natuurlijke stoffen’ en een ander zegt ‘dat wat verboden is en op de dopinglijst staat’. Allemaal hebben ze een beetje gelijk. Een korte, simpele omschrijving van doping is: “Stoffen en methoden die verboden zijn door het Wereld Anti-Doping Agentschap (WADA).” Het gaat dus niet alleen maar om stoffen, maar ook zijn bepaalde methoden verboden. Maar eigenlijk is de definitie van doping nog breder. Officieel luidt de definitie van doping: “Een overtreding van een of meer bepalingen uit het dopingreglement.” Deze bepalingen zijn: •
Aanwezigheid van verboden stof(fen) en/of verboden methode(n);
•
(Poging tot) het gebruik van verboden stof(fen) en/of verboden methode(n);
•
(Poging tot) gebrekkige medewerking;
•
Gebrekkige informatieverstrekking;
•
(Poging tot) manipuleren;
•
(Poging tot) bezit;
•
(Poging tot) handel;
•
(Poging tot) toediening;
•
Voor minder valide sporters geldt het verbod op ‘boosting’.
Anneke Palsma
Pagina 1
24-2-2011
Bij de overtredingen wordt ook “gebrekkige informatieverstrekking” genoemd. Hiermee wordt onder andere het niet doorgeven van de juiste verblijfsplaats bedoeld. Dit is van belang voor sporters die deel uitmaken van de zogenaamde Testing Pool. Voor sporters die door de trainer/coach 3 worden begeleid is dat meestal niet van toepassing, omdat hij zij geen sporters onder zijn/haar hoede heeft die in de Nationale Testing Pool zijn opgenomen. Sporters die tot de Nationale Testing Pool behoren, ontvangen hierover een brief van de Dopingautoriteit. In deze brief wordt aangegeven welke regels de sporter dient op te volgen.
De sporter moet altijd opletten wat er in zijn/haar systeem komt. Bij aanwezigheid van een verboden stof in de urine of bloed is de sporter zelf verantwoordelijk voor wat er in zijn/haar lichaam bevindt. Dit wordt in de sport “strict liability” genoemd.
Een stof of methode kan op de dopinglijst worden geplaatst indien deze aan minimaal twee van de volgende drie criteria voldoet: 1. (mogelijk) prestatiebevorderend; 2. (mogelijk) schadelijk voor de gezondheid; 3. in strijd met de ‘Spirit of Sport’. Met ‘Spirit of Sport’ worden de normen en waarden van de sport bedoeld, zoals Fair Play. De middelen en methoden die op de dopinglijst staan, kunnen ook vaak in de geneeskunde worden toegepast. Zo is bloeddoping een verboden methode, maar bij extreem bloedverlies bij een ongeluk is het geven van een bloedtransfusie van levensbelang. Ook zijn er lichaamseigen stoffen, zoals het mannelijke geslachtshormoon testosteron en afgeleiden daarvan, die als doping kunnen worden gebruikt. Cannabis is niet prestatiebevorderend maar wordt wel gezien als schadelijk voor de gezondheid en in strijd met de “spirit of sport”. In Nederland zijn we van mening dat cannabis eigenlijk niet op de dopinglijst thuishoort, omdat deze stof niet prestatiebevorderend werkt. Maar omdat we de Wereld Anti Doping Code, kortweg de Code, erkennen, zijn we gehouden aan de dopinglijst met de bijbehorende sancties. Dus wordt een sporter die positief bevonden wordt op cannabis ook in Nederland gestraft conform de regels van de Code.
3. Anti-dopingorganisaties en kernbegrippen Het Wereld Anti-Doping Agentschap heeft in 2003 voor het eerst de Wereld Anti-Doping Code, opgesteld. De Code vormt wereldwijd de basis van het antidopingbeleid. De eerste Code werd op 1 januari 2004 ingevoerd. Sinds 1 januari 2009 is de herziene Code van kracht. Het Nationaal Doping Reglement, dat te vinden is op de website van de Dopingautoriteit, is ook van de Code afgeleid. In de Code is onder meer opgenomen wat de definitie van doping is en welke sanctie(s) en dopinglijst gehanteerd worden. Alle stakeholders (Nationale Anti-DopingOrganisaties (NADO’s) en Internationale Federaties (IF’s) van de sportbonden die aangesloten zijn bij het WADA) erkennen de Code en hanteren dezelfde Dopinglijst-, regels, en sancties. Dat houdt ondermeer in dat een overtreding voor alle sporten bij alle sportorganisaties die de Code erkennen tot dezelfde standaardsanctie leidt
Anneke Palsma
Pagina 2
24-2-2011
De Code is het fundament van alle dopingregels. Uit de Code zijn de Internationale standaarden afgeleid: de International Standard of Testing, International Standard of Therapeutic Use Exemption, de International Standard of Laboratories, de Internationale Standard for the Protection of Privacy en Personal Information en de dopinglijst. Deze items zijn verplichte onderdelen van het antidopingbeleid. In de International Standard of Testing is vastgelegd hoe de dopingcontroleprocedure dient te verlopen. In de International Standard of Therapuetic Use Exemption wordt beschreven hoe geneesmiddelen dispensaties geregeld moeten worden. In de International Standard of Laboratories zijn de verschillende analyseprocedures voor het onderzoeken van urine- en bloedmonsters op de aanwezigheid van doping vastgelegd. In de international Standard for the Protection of Privacy and Personal Information is te vinden hoe er omgegaan dient te worden met vertrouwelijke en persoonlijke informatie over de sporter. Verder zijn er Models of best Practice (richtlijnen) opgesteld die afgeleid zijn van de Code en de Internationale standaarden. In deze richtlijnen worden voorbeelden gegeven hoe de verschillende onderdelen van het anti-dopingbeleid kunnen worden uitgevoerd.
De WADA stelt jaarlijks de dopinglijst (= lijst met verboden stoffen en methoden) op die op 1 januari van kracht wordt. Was er vroeger nog sprake van meerdere dopinglijsten, sinds 2004 bestaat er wereldwijd maar één dopinglijst: dé WADA-dopinglijst. De Dopingautoriteit maakt een letterlijke vertaling van de dopinglijst, stelt bovendien een uitgebreide lijst op van verboden stoffen én een lijst van veel gebruikte toegestane geneesmiddelen. Alle drie de lijsten zijn op de website van de Dopingautoriteit www.dopingautoriteit.nl te vinden. De lijsten worden ieder jaar aan topsporters, sportartsen, sportbonden en anderen bekendgemaakt.
De dopinglijst van WADA, het Wereld Anti-Doping Agentschap, is onderverdeeld in verschillende categorieën. Zo wordt onderscheid gemaakt in stoffen en in methoden. Er wordt ook onderscheid gemaakt in stoffen die zowel binnen als buiten wedstrijdverband verboden zijn én stoffen die alleen binnen wedstrijdverband verboden zijn. Daarnaast zijn er nog stoffen die alleen bij bepaalde sporten zijn verboden. In het kader op pagina 4 wordt de dopinglijst voor 2011 weergegeven. De indeling in stoffen die binnen en buiten wedstrijdverband verboden zijn is gebaseerd op de inschatting of een middel of methode dat tijdens trainingsperiodes kan worden gebruikt bij de wedstrijd nog een oneerlijk voordeel geeft. Als een sporter binnen de wedstrijd voordeel kan hebben van een stof of methode die tijdens de trainingsperiode gebruikt is, dan is de stof of methode altijd, dus zowel binnen als buiten wedstrijdverband, verboden. Het gebruik van alcohol en bètablokkers is alleen binnen bepaalde takken van sport verboden. Alcohol is binnen bepaalde sporten, zoals auto- en motorsport, verboden, omdat het gebruik ervan binnen deze sporten een gevaar op kan leveren voor de sporter zelf en van medesporters. Het gebruik van bètablokkers is binnen een beperkt aantal sporten, zoals handboogschieten en schieten, verboden omdat het gebruik van een middel uit deze groep tot een oneerlijk voordeel kan leiden.
Anneke Palsma
Pagina 3
24-2-2011
De dopinglijst 2011 ziet er als volgt uit: I.
Stoffen en methoden die binnen en buiten wedstrijdverband verboden zijn
Verboden stoffen S0. Niet erkende stoffen S1. Anabole middelen S2. Peptidehormonen, groeifactoren en verwante stoffen S3. Bèta-2 agonisten (β-2 agonisten) S4. Hormoon-antagonisten en modulatoren S5. Diuretica en andere maskerende middelen Verboden methoden M1. Verbetering van het zuurstoftransport M2. Chemische en fysieke manipulatie M3. Genetische doping II. S6. S7. S8. S9.
Stoffen die binnen wedstrijdverband verboden zijn Stimulantia Narcotica Cannabinoïden Glucocorticosteroïden
III. P1. P2.
Stoffen die verboden zijn in bepaalde sporten Alcohol Bètablokkers (β-receptorblokkerende stoffen)
De letter S staat voor substances (= stoffen), M voor methods (= methoden) en P voor particular sports (= in bepaalde sporten). Kortom, het zijn Engelse verwijzingen.
Een handboogschutter die een bètablokker gebruikt krijgt een tragere hartslag, zodat de schutter tussen twee hartslagen meer tijd heeft om in de roos te schieten. Bovendien klopt het hart minder sterk, waardoor de schutter ook een vastere hand heeft. Informatie over de afzonderlijke dopingcategorieën is te vinden op http://www.dopingautoriteit.nl/wat_is_doping/dopingcategorieen
4. Dopingmythe Een dopingovertreding krijgt altijd veel media-aandacht. Daardoor lijkt het alsof dopingovertredingen schering en inslag zijn, maar de cijfers weerspreken dat. Uit de statistiek over meerdere jaren blijkt dat er bij dopingcontroles ongeveer 2% van de sporters een positieve dopingtest aflevert. Dit geldt zowel voor Nederland als voor de monsters die door WADA worden genomen. Navraag bij de sporters in Nederland zelf leert dat 95% van de sporters het gebruik van doping afwijst. Deze cijfers laten zien dat het hoge gebruik van doping in de topsport een mythe is. Goede prestaties kunnen prima op eigen kracht worden geleverd. Het is belangrijk dat er een goed evenwicht is tussen training en herstel. Een goede voeding is nodig om de gezondheid in stand te houden, maar ook belangrijk voor het leveren van een goede prestatie. De sporter moet goed gemotiveerd zijn om volgens deze richtlijnen met zijn of haar sport om te gaan.
Anneke Palsma
Pagina 4
24-2-2011
5. Medicatie en doping Veel stoffen op de dopinglijst zijn medicijnen die bij verschillende aandoeningen worden gebruikt. Daarom moet het voor de sporter een tweede natuur worden dat hij/zij eerst nagaat of een middel is toegestaan, voordat hij/zij het gaat gebruiken. Dit geldt zowel voor vrij verkrijgbare geneesmiddelen, zoals je die bij de drogist koopt als voor homeopathische middelen en voor medicijnen die door een arts worden voorgeschreven. Let erop dat bij elk medicijn wordt gecheckt of het gebruik is toegestaan. Dit kan met behulp van de dopingwaaier, maar ook met behulp van de dopinglijst.
In de dopingwaaier kan de sporter de dopingregels, de dopinglijst, een lijst van toegestane (genees)middelen en informatie over de dopingcontroleprocedure vinden.
Deze is te vinden op www.dopingautoriteit.nl/dopinglijst. Ook de team- of de bondsarts kan informatie geven of het gebruik is toegestaan. Is het dan nog niet duidelijk, dan kan altijd navraag worden gedaan via de Doping Infolijn. Dit kan door een telefoontje, of via de e-mail.
Visitekaartje van de Doping Infolijn
Anneke Palsma
Pagina 5
24-2-2011
Zo is het gebruik van astmamiddelen met formoterol, fenoterol en terbutaline (allemaal bèta-2 agonisten) en glucocorticosteroïden (ontstekingsremmers), Ritalin en Concerta (medicijnen met de werkzame stof methylfenidaat tegen ADHD die tot de stimulantia behoren) en insuline (hormoon dat gebruikt wordt bij de behandeling van diabetes) verboden. Voor glucocorticosteroïden (ontstekingsremmers), geldt echter dat lokaal gebruik, bijvoorbeeld op de huid, in het oog of het oor en een injectie in en rondom een gewricht toegestaan is, maar voor alle andere vormen van gebruik van glucocorticosteroïden dient een dispensatie te worden aangevraagd.
Als een geneesmiddel niet is toegestaan, kan er een dispensatie worden aangevraagd. Soms moet dit voorafgaand aan het gebruik geregeld worden. Er kunnen enkele weken overheen gaan voordat de dispensatie verleend wordt. Naast gegevens van de sporter moet medische informatie worden meegestuurd. Deze kan worden opgevraagd bij de (huis)arts. Meer over dispensaties en meldingen is te vinden op www.dopingautoriteit.nl/GDS. Sporters die tot de Nationale Testing Pool behoren, dienen hun dispensatie of melding voorafgaand aan het gebruik van geneesmiddelen te regelen. Wanneer ze mee gaan doen aan een event onder auspiciën van de internationale federatie moet de dispensatie 21 dagen voorafgaand aan het event worden aangevraagd. Sporters die niet in de Testing Pool vallen mogen hun dispensatie achteraf (zelfs na een positieve controle) aanvragen. Maar dan lopen ze wèl het risico dat de dispensatie-aanvraag kan worden afgewezen. In dat geval wordt er een positieve test genoteerd met alle gevolgen van dien.
6. Voedingssupplementen en doping Uit onderzoek blijkt dat ongeveer 25% van de voedingsupplementen vervuild is met dopinggeduide stoffen, zoals anabole steroïden of stimulantia. Omdat vervuilingen niet op het etiket staan is een vervuild supplement niet in de winkel of op het Internet te herkennen. Om duidelijkheid te scheppen voor topsporters welke supplementen wel aan een zo hoog mogelijke veiligheidseis voldoen is het NZVT ingesteld.
Ga voor zeker, kies voor supplementen die op de NZVT-lijst staan
Anneke Palsma
Pagina 6
24-2-2011
Dit is het Nederlands Zekerheidssysteem Voedingssupplementen Topsport. Het NZVT is een initiatief van NOC*NSF, NPN (Natuur en gezondheidsProducten Nederland) en de Dopingautoriteit om het voor sporters mogelijk te maken om op een ‘veilige manier’ toch voedingssupplementen te kunnen gebruiken. 100% garantie bestaat niet, omdat er alleen een steekproef van de batch of partij wordt genomen.
7. Drugs en doping(regels) Als puber of jong volwassene kan het verleidelijk zijn om toch eens een haaltje van een joint of een pilletje xtc te proberen. Jongeren zijn tijdens de puberteit gevoelig voor groepsdruk. Hoe sterk is jouw sporter in zulke situaties? Buiten wedstrijdverband wordt er niet op de genoemde drugs gecontroleerd, maar bij een dopingcontrole binnen wedstrijdverband wél en vaak zijn drugs nog lang opspoorbaar. Cannabis kan ruim een maand na gebruik nog tot een positieve bevinding leiden. Het record staat zelfs op drie maanden na gebruik. In Nederland is het aantal dopingovertredingen als gevolg van cannabisgebruik hoger dan in de meeste andere landen. Cocaïne en xtc kunnen na gebruik meerdere dagen en in sommige gevallen nog langer worden gevonden. Evenals cannabis worden deze drugs alleen binnen wedstrijdverband getest. De sporter moet gesterkt en gesteund worden bij het niet gebruiken van deze middelen. Help hem/haar om de verleiding van het experimenteren te weerstaan. Hierbij kun je denken aan een verenigingsregel dat je geen drugs gebruikt. Spreek je openlijk uit tegen het gebruik van drugs, maar uit je bezorgdheid als je denkt dat je sporter ermee experimenteert. Vermijd beschuldigingen en geef je pupil de ruimte om te vertellen wat er speelt
8. Dopingcontroleprocedure Een dopingcontrole, zeker als het de eerste keer is, wordt door sporters als indrukwekkend ervaren. Ook als sporters na de wedstrijd gecontroleerd worden, zijn ze vaak nog met de gedachten bij de wedstrijd. Hierdoor kan een sporter minder alert zijn op de goede afhandeling van de procedure. Zorg altijd dat er iemand meegaat als begeleider tijdens de controle. Twee paar ogen zien altijd meer dan één paar. Als een sporter wordt aangewezen om een dopingcontrole te ondergaan, moet hij of zij hier altijd aan meewerken, tenzij de dopingcontroleofficial (DCO) zich niet kan legitimeren. Wanneer de sporter ten onrechte weigert om een dopingcontrole te ondergaan, kan dit tot een schorsing van twee jaar leiden. De sporter dient zich op tijd te melden voor de dopingcontrole. Voor het later ondergaan van de controle om de prijsuitreiking bij te wonen of om de media te woord te kunnen staan moet de sporter altijd toestemming vragen aan de DCO. De sporter blijft onder toezicht staan van een zogenaamde chaperonne tot hij of zij aankomt in het dopingcontrolestation. Ook sporters die minderjarig zijn kunnen opgeroepen worden voor een dopingcontrole. Een sporter mag altijd een begeleider meenemen. Sterker nog, voor jonge sporters en tijdens controles in het buitenland is dat altijd aan te bevelen. De begeleider kan de sporter bijstaan bij het controleren of de gegevens op het dopingcontroleformulier op de juiste wijze worden ingevuld en of de procedure
Anneke Palsma
Pagina 7
24-2-2011
op de juiste wijze plaatsvindt. Daarom is het voor de sporter én begeleider van belang dat zij allebei goed op de hoogte zijn van de procedure. Dit kan door de voorlichtingsfilm van de Dopingautoriteit te bekijken: www.dopingautoriteit.nl/dopingcontrole. Daar is ook meer informatie over de dopingcontrole te vinden.
9. Onbewust en bewust dopinggebruik Een sporter kan een dopingovertreding begaan, terwijl hij zich er niet van bewust is. Onbewuste dopingovertredingen zijn vaak het gevolg van: medicatiefouten, gebruik van vervuilde voedingssupplementen of het gebruik van drugs buiten de wedstrijden. Medicatiefouten worden veroorzaakt doordat de sporter niet gecheckt heeft of het medicijngebruik is toegestaan, of hij is verkeerd geïnformeerd. Het kan zijn dat een sporter vergeten is om opnieuw een dispensatie aan te vragen bij een medicatiewijziging, of als het termijn voor de geldigheid van de dispensatie is verlopen. Daarnaast moet bij het gebruik van voedingssupplementen nagegaan worden of deze echt nodig zijn. Dit kan door de voeding te laten beoordelen door een sportdiëtist. Als dan blijkt dat het gebruik van voedingssupplementen nodig is, dient erop gelet te worden dat er alleen voedingssupplementen genomen worden die op de NZVT-lijst staan. De sporter moet goed op de hoogte zijn van zijn rechten en plichten, zoals de regelgeving rondom de dopingcontrole. Een controle mag niet worden geweigerd, tenzij de dopingcontrole-official zich niet kan legitimeren.
Bewust dopinggebruik Daarnaast kan bewust gebruik van doping optreden, bijvoorbeeld omdat een sporter snel een hoger prestatieniveau wil bereiken. Een sporter kan ook in de verleiding komen om doping te gebruiken als het herstel van een blessure langer duurt dan de sporter wenst. In een groep waarin dopinggebruik getolereerd wordt zal een sporter sneller overgehaald kunnen worden om (ook) doping te gaan gebruiken. Daarom is het als trainer coach belangrijk om je duidelijk uit te spreken tegen het onbewust en bewust gebruiken van doping.
10. Overtredingen en sancties Het merendeel van de dopingovertredingen kent een standaardsanctie. Dat wil zeggen dat als een dopingovertreding bewezen is, automatisch de straf wordt opgelegd die is bepaald in de dopingreglementering. Deze strafmaat is niet langer bedoeld als maximum of minimum, maar geeft zoals gezegd de standaard weer. Zoals wel vaker het geval is bij standaarden, kent ook de standaardsanctie uitzonderingsmogelijkheden. In bepaalde uitzonderlijke gevallen kan de sporter in aanmerking komen voor een lichtere sanctie. Daarbij wordt iedere dopingzaak afzonderlijk beoordeeld en wordt rekening gehouden met de unieke omstandigheden van het geval. Deze uitzonderingsmogelijkheid is alleen bedoeld voor het bijstellen van de sanctie; zij is niet van invloed op de vraag of de dopingovertreding wel of niet is begaan.
Anneke Palsma
Pagina 8
24-2-2011
Als een sporter kan aantonen dat de overtreding in geen geval door zijn eigen schuld (‘geen schuld of nalatigheid’) heeft plaatsgevonden, kan de hele sanctie komen te vervallen. Kan een sporter niet bewijzen dat hij totaal onschuldig is, maar is de overtreding hem ook niet helemaal aan te rekenen (‘geen aanmerkelijke mate van schuld of nalatigheid’), dan kan de straf weliswaar niet vervallen maar altijd nog worden verminderd tot maximaal de helft van de standaardsanctie. Simpel gezegd komt het erop neer dat de straf kan worden verminderd als de sporter óf niks óf weinig te verwijten valt. De standaardsanctie voor de aanwezigheid, het gebruik of het bezit van een verboden stof, bij gebrekkige medewerking aan de dopingcontrole of manipulatie van het urine of het bloedmonster bedraagt twee jaar. Voor handel en/of toediening wordt er een standaardstraf van vier jaar gehanteerd. Binnen wedstrijdverband geldt automatisch een diskwalificatie, inlevering van punten, prijzen en prijzengeld. Welke straf er op een tweede overtreding staat, hangt namelijk af van wat de eerste overtreding was en van de vraag of de sanctie toen is verlaagd (of verhoogd) en op welke gronden dat is gebeurd. Begeleiders die zich schuldig maken aan dopingovertredingen kunnen ook worden bestraft. Zo geldt er voor manipulatie door een begeleider een standaardsanctie van twee jaar. Als er sprake is van bezit, handel en/of toediening, bedraagt de straf vier jaar. Wanneer er minderjarige sporters bij de overtreding zijn betrokken, mag een begeleider nooit meer een functie binnen de sport uitoefenen. Deze levenslange schorsing wordt door alle sportbonden overgenomen. Om begeleiders meer bewust te maken van hun rol bij de preventie van dopingovertredingen is er een brochure verkrijgbaar waarin adviezen waarop gelet dient te worden en tips hoe dopinggebruik te voorkomen is.
In de brochure “Rondom begeleiding” staan tips hoe begeleiders kunnen bijdragen aan een dopingvrije sport
Anneke Palsma
Pagina 9
24-2-2011
11. Preventie van dopinggebruik: Rol van de trainer-coach Uit onderzoek is gebleken dat de coach, zeker bij jonge sporters, veel invloed heeft. Het is van belang dat je je goed realiseert dat jij door de sporter gezien wordt als een voorbeeld. Zorg dat je zelf als coach goed geïnformeerd bent over de meest actuele dopingregels. Je kunt ze vinden op de website van de Dopingautoriteit. Draag uit dat het met gezonde sportbeoefening, dus zonder doping, mogelijk is om een goede topprestatie te leveren. Ontkracht dopingmythes. Laat met behulp van aansprekende voorbeelden uit de praktijk aan de sporter zien dat goede prestaties geleverd kunnen worden door goed te trainen, te letten op techniek, gebruik van een gezonde voeding en timing van de voeding rondom trainingen en wedstrijden. Haal deskundigheid bij de andere disciplines die bij je team betrokken zijn, of stel voor om deze erbij te betrekken. Simuleer de ontwikkeling van een goede sport(ieve) mentaliteit bij je sporters. Besteed aandacht aan de manier waarop de sporters met elkaar omgaan. Wees duidelijk in je standpunt tegen dopinggebruik. Het niet gebruiken van doping is ook een belangrijk principe van fair play, sportiviteit en respect. Wijs je sporters op het belang van spelregels en gelijke kansen voor iedereen. Benadruk de goede punten in de prestatie, bijvoorbeeld door bij het nabespreken eerst te beginnen met een compliment, daarna de punten die versterkt kunnen worden en eindig met een (aantal) positieve punt(en). Prijs kampioenen bij nabespreken van wedstrijden door hun goede eigenschappen en wedstrijdvoorbereiding te benoemen als oorzaak van hun succes. Zie ook www.100procentdopefree.nl en spreek je hiervoor uit.
Gouden tips voor de coach 1. Wees een voorbeeld voor je sporters 2. Promoot gezonde sportbeoefening 3. Benadruk belang van fair play, sportiviteit en respect (spelregels, gelijke kansen voor iedereen) 4. Laat sporters altijd winnen, ongeacht het resultaat 5. Ken de basisregels ten aanzien van Dopingautoriteit Benadruk de waarde van training, voeding, mentaliteit, samenwerking en toewijding etc. 6. Ontkracht dopingmythes 7. Prijs kampioenen om hun goede eigenschappen, zoals toewijzing, doorzettingsvermogen en mentaliteit
Anneke Palsma
Pagina 10
24-2-2011
12. Actueel houden van de kennis over doping Dopingregels zijn jaarlijks aan verandering onderhevig. Daarom is het belangrijk om te weten waar je de meest actuele informatie over doping kunt vinden:
De Dopingautoriteit:
www.dopingautoriteit.nl
Dopinglijst:
www.dopinglijst.nl/dopinglijst
Dopingcontrole:
www.dopingautoriteit.nl/dopingcontrole
GDS
www.dopingautoriteit.nl/GDS
Sportvoedingsadvies: www.sportdietetiek.nl NZVT:
www.dopingautoriteit.nl/NZVT
De Doping Infolijn
Per telefoon: 0900-2001000 (€0,10/min) ma-vr van 13.00 – 16.00 uur Per e-mail:
[email protected] e-mails worden binnen een werkdag beantwoord
Campagne:
www.100procentdopefree.nl
Verder worden er elk jaar voorlichtingsbijeenkomsten gehouden op de Olympische steunpunten en door de sportbonden zelf.
Bronnen: Website Dopingautoriteit
Dopingautoriteit Capelle aan den IJssel Februari 2011
Anneke Palsma
Pagina 11
24-2-2011