doorlopende statuten VERENIGING VAN ZORGAANBIEDERS VOOR ZORGCOMMUNICATIE gevestigd te Den Haag zoals luidend sinds 12 maart 2013
STATUTEN. HOOFDSTUK I. NAAM EN ZETEL. BEGRIPSBEPALINGEN. Naam en zetel. Artikel 1. 1.
De Vereniging draagt de naam: VERENIGING van ZORGAANBIEDERS voor ZORGCOMMUNICATIE.
2.
De Vereniging is gevestigd te Den Haag.
Begripsbepalingen. Artikel 2. In deze statuten wordt verstaan onder: Afgevaardigden
: natuurlijke personen die deel uitmaken van de Ledenraad en zijn verkozen op de wijze als bepaald in artikel 19;
Afdeling
: een categorie van leden als bedoeld in artikel 6.;
Adviescommissie Autorisatie
: de commissie als bedoeld in artikel 34 van de Statuten;
Bestuur
: het bestuur van de Vereniging;
jaarrekening
: de balans, winst- en verliesrekening en de toelichting daarop van de Vereniging;
Koepeladviesraad
: de raad als bedoeld in artikel 31 van de Statuten;
leden
: de leden van de Vereniging;
Ledenraad
: het orgaan van de Vereniging, dat bestaat uit Afgevaardigden (de Ledenraad als bedoeld in artikel 2:39 en volgende van het Burgerlijk Wetboek);
Leveranciersraad
: de raad als bedoeld in artikel 32 van de Statuten;
Patiënten- en Privacyraad
: de raad als bedoeld in artikel 30 van de Statuten;
Raad van Toezicht
: de raad van toezicht van de Vereniging;
Raadslid
: een lid van de Raad van Toezicht;
Reglementen
: door het Bestuur vastgestelde en door de Raad van Toezicht goedgekeurde reglementen betreffende de structuur en werkwijze van de Vereniging en haar statutaire organen;
Regioraad
: de raad als bedoeld in artikel 33 van de Statuten;
schriftelijk
: via gangbare communicatiekanalen overgebracht en op schrift te reproduceren bericht;
Statuten:
: de onderhavige statuten van de Vereniging;
vergadering van de Ledenraad
: de bijeenkomst van de Ledenraad;
Vereniging
: de Vereniging, onderwerp van deze Statuten;
Zorgverzekeraars Nederland
: de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND, statutair gevestigd te Zeist;
VZVZ Servicecentrum
: de stichting: STICHTING VZVZ SERVICECENTRUM, statutair gevestigd te Den Haag;
HOOFDSTUK II. DOEL. Doel. Artikel 3. 1.
Het doel van de Vereniging is het bevorderen van de gezondheidszorg door het optreden als verantwoordelijke in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens voor de verwerking van (medische) persoonsgegevens in een landelijke verwijsindex ten behoeve van de uitwisseling van die gegevens en voorts al hetgeen met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.
2.
De Vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door: a.
het in stand (doen) houden van een verwijsindex ten behoeve van de uitwisseling van (medische) persoonsgegevens van patiënten tussen zorgaanbieders;
b.
het voeren van overleg met belanghebbenden bij de uitwisseling van (medische) persoonsgegevens;
c.
het voldoende waarborgen van een optimale vertrouwelijkheid van de gegevens in de verwijsindex;
d.
het optreden als opdrachtgever jegens de bewerker van de (medische) persoonsgegevens;
e.
alle overige geoorloofde middelen die aan het doel van de Vereniging bevorderlijk kunnen zijn.
HOOFDSTUK III. ORGANEN. Organen. Artikel 4. De Vereniging kent de volgende organen: -
de Ledenraad;
-
het Bestuur;
-
de Raad van Toezicht;
-
de Patiënten- en Privacyraad;
-
de Koepeladviesraad;
-
de Leveranciersraad;
-
de Regioraad;
-
de Adviescommissie Autorisatie;
-
andere door het Bestuur, onder goedkeuring van de Raad van Toezicht, in te stellen organen.
HOOFDSTUK IV. LIDMAATSCHAP. Vereisten lidmaatschap. Artikel 5. 1.
De Vereniging kent leden – A en Leden – B.
2.
Leden – A zijn: a.
door het Bestuur als lid tot de Vereniging toegelaten natuurlijke personen die: 1.
een beroep uitoefenen binnen de gezondheidzorg en die kwalificeren als zorgaanbieder zoals omschreven in artikel 1 onder c. van de “Wet gebruik burgerservicenummer in de Zorg”; en:
2.
in het kader van hun beroepsuitoefening aangesloten zijn op het door VZVZ Servicecentrum geëxploiteerde Landelijk Schakelpunt;
b.
andere door het Bestuur als lid tot de Vereniging toegelaten natuurlijke personen.
3.
Leden – B zijn: a.
door het Bestuur als lid tot de Vereniging toegelaten rechtspersonen die: 1.
een organisatie in stand houden in het kader van de gezondheidzorg en die kwalificeren als zorgaanbieder zoals omschreven in artikel 1 onder c. van de “Wet gebruik burgerservicenummer in de Zorg”; en:
2.
met het oog op die werkzaamheden zijn aangesloten op het door VZVZ Servicecentrum geëxploiteerde Landelijk Schakelpunt;
b. 4.
andere door het Bestuur als lid tot de Vereniging toegelaten rechtspersonen.
Niet voor het lidmaatschap – A komen in aanmerking keuringsartsen, verzekeringsartsen en bedrijfsartsen.
5.
Niet voor het lidmaatschap – A komt in aanmerking een natuurlijke persoon die werkzaam is bij een organisatie die reeds als lid – B tot de Vereniging is toegelaten. Het Bestuur kan dispensatie verlenen van het in dit lid bepaalde.
6.
Onverminderd het lid artikel 6 lid 6 bepaalde, stelt het Bestuur bij de toelating van een lid – B het aantal stemmen vast dat door deze kan worden uitgeoefend als bedoeld in artikel 19 lid 9 (verkiezing van Afgevaardigden).
Afdelingen. Artikel 6. 1.
Het Bestuur stelt Afdelingen vast, waarbinnen de leden worden ingedeeld.
2.
Een Afdeling omvat zoveel mogelijk: a.
de leden – A die een (soort)gelijk beroep uitoefenen binnen de gezondheidzorg, en:
b.
de leden – B die een organisatie in stand houden waarbinnen meerdere van die (soort)gelijke beroepsbeoefenaars werkzaam zijn.
3.
In afwijking van het in lid 2 bepaalde, kan een Afdeling voorts worden samengesteld uit:
a.
leden – B die een organisatie in stand houden waarbinnen meerdere beroepsbeoefenaars werkzaam zijn van uiteenlopende discipline, of:
b.
leden – A en/of leden – B die naar het oordeel van het Bestuur niet voor indeling bij een andere Afdeling in aanmerking komen.
4.
Bij de instelling van een Afdeling als bedoeld in lid 3, stelt het Bestuur de kwaliteiten vast als bedoeld in artikel 19 lid 5.d., waaraan (kandidaat) Afgevaardigden van die Afdeling dienen te beantwoorden.
5.
Een Afdeling kan zowel leden – A als leden – B omvatten.
6.
Bij Reglement kan een nadere regeling worden getroffen omtrent: a.
de (wijze van) indeling in Afdelingen en eventuele andere aangelegenheden de Afdelingen betreffende;
b.
herziening van de stemmenweging die voortvloeit uit de toepassing van artikel 5 lid 6, indien de samenstelling van een Afdeling op enig moment daartoe aanleiding geeft.
Aanvraag lidmaatschap. Ledenregister. Artikel 7. 1.
Het lidmaatschap van de Vereniging kan worden aangevraagd door middel van een daartoe strekkend verzoek aan het Bestuur.
2.
Het Bestuur beslist op een verzoek tot het verkrijgen van het lidmaatschap en kan aan die toelating voorwaarden verbinden. Het Bestuur stelt betrokkene schriftelijk in kennis van zijn besluit en de datum van aanvang van het lidmaatschap. Tegen een afwijzend besluit op het verzoek om als lid te worden toegelaten, staat geen beroep open op enig ander statutair orgaan.
3.a.
Ieder Lid - A is gehouden aan het Bestuur opgave te doen van zijn initialen, achternaam, kantoor- of praktijkadres, emailadres, beroep, bankrekeningnummer en de gegevens van de praktijk of instelling waarbinnen hij werkzaam is.
3.b.
Ieder Lid - B is gehouden aan het Bestuur opgave te doen van diens (statutaire) naam, inschrijvingsnummer in het handelsregister, feitelijk adres, emailadres en bankrekeningnummer.
3.c.
Ieder lid is gehouden om onverwijld mededeling te doen aan het Bestuur van wijzigingen in die gegevens.
4.
Het Bestuur is bevoegd een lid of aanvrager van het lidmaatschap overlegging te verzoeken van bescheiden waaruit zijn bevoegdheid blijkt tot de uitoefening van zijn beroep.
5.
Het Bestuur houdt een register waarin administratie wordt gehouden van de gegevens van de leden en de Afdeling waarbinnen zij zijn ingedeeld.
6.
Op schriftelijk verzoek wordt aan een lid een exemplaar verstrekt van de Statuten en Reglementen van de Vereniging.
7.
Een lid kan zich niet aan enige verplichting jegens de Vereniging onttrekken, door zich te beroepen op het niet (meer) bezitten van één of meer van vereisten die de Statuten of Reglementen aan het lidmaatschap stellen.
Niet-overdraagbaarheid lidmaatschap. Artikel 8.
Het lidmaatschap is persoonlijk en niet voor overdracht vatbaar. Overgang van het lidmaatschap onder algemene titel is niet mogelijk. Geldmiddelen. Artikel 9. 1.
De ter bevordering van het doel van de Vereniging benodigde gelden worden verkregen door:
2.
a.
vergoedingen voor de door de Vereniging verleende diensten;
b.
het aangaan van geldleningen en kredieten;
c.
alle andere wettig verkregen middelen.
De vergoedingen voor door de Vereniging verleende diensten worden vastgesteld door het Bestuur.
Rechten en verplichtingen van de leden. Artikel 10. 1.
Door toetreding onderwerpen de leden zich aan alle bepalingen van de Statuten, Reglementen en besluiten van organen van de Vereniging.
2.
De Vereniging kan ten behoeve van haar leden rechten bedingen. De Vereniging kan van derden nakoming van bedongen rechten jegens en schadevergoeding aan een lid vorderen, tenzij dat lid zich daartegen verzet.
3.
De Vereniging kan ten laste van de leden verplichtingen met derden aangaan, geldelijke verplichtingen daaronder begrepen, voor zover die verplichtingen betrekking hebben op- en/of samenhangen met de ontwikkeling, implementatie of exploitatie van het Landelijk Schakelpunt, in het bijzonder waar het verplichtingen betreft jegens VZVZ Servicecentrum.
4.
Een besluit strekkende tot het aangaan van verplichtingen zoals in lid 3 bedoeld, behoeft de goedkeuring van de Raad van Toezicht.
Einde lidmaatschap. Artikel 11. 1.
2.
Het lidmaatschap eindigt: a.
indien het betreft een lid – A, door overlijden van dat lid;
b.
indien het betreft een lid – B, indien die rechtspersoon ophoudt te bestaan;
c.
door opzegging door het lid;
d.
door opzegging door de Vereniging;
e.
door ontzetting.
Bij beëindiging van het lidmaatschap maakt het Bestuur de benodigde aantekeningen in het ledenregister.
Opzegging door het lid. Artikel 12. 1
Leden kunnen hun lidmaatschap opzeggen tegen de eerste van enige maand, met inachtneming van een opzeggingstermijn van tenminste drie maanden.
2.
Opzegging van het lidmaatschap door een lid kan slechts schriftelijk geschieden aan het Bestuur.
Opzegging door de Vereniging. Artikel 13.
1.
De opzegging door de Vereniging kan geschieden: a.
met onmiddellijke ingang, indien het lid één of meer door de Statuten gestelde vereisten voor het lidmaatschap heeft verloren;
b.
met onmiddellijke ingang, indien in redelijkheid van de Vereniging niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren;
c.
met onmiddellijke ingang, indien het lid in verzuim is met zijn verplichtingen jegens de Vereniging;
d.
met onmiddellijke ingang, indien het lid in verzuim is met verplichtingen als bedoeld in artikel 10 lid 3.
2.
Opzegging van het lidmaatschap aan een lid vindt plaats door het Bestuur. Het Bestuur doet van een besluit tot opzegging onverwijld schriftelijk mededeling aan het lid, onder opgaaf van de redenen die tot de opzegging hebben geleid. Het Bestuur neemt een besluit tot opzegging niet dan nadat het de betrokkene schriftelijk van de tegen hem bestaande bezwaren in kennis heeft gesteld en daarover heeft gehoord, althans hem daartoe behoorlijk schriftelijk heeft opgeroepen.
3.
Bij opzegging eindigt het lidmaatschap: a.
indien het betrokken lid geen beroep heeft ingesteld, na het verstrijken van de beroepstermijn;
b.
indien het betrokken lid beroep bij de Ledenraad heeft ingesteld, op de dag van ontvangst van de kennisgeving van de afwijzende beslissing van de Ledenraad.
Ontzetting. Artikel 14. 1.
Ontzetting uit het lidmaatschap kan geschieden indien een lid in strijd handelt met de Statuten, Reglementen of besluiten van een statutair orgaan van de Vereniging, dan wel indien hij de Vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2.
Artikel 13, de leden 2 en 3 zijn van overeenkomstige toepassing.
Beroep. Artikel 15. 1.
Het betrokken lid staat binnen één maand na dagtekening van de kennisgeving van het besluit tot opzegging of tot ontzetting beroep open op de Ledenraad.
2.
Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid, te wiens opzichte het besluit tot opzegging of ontzetting is genomen, geschorst; gedurende de schorsing is het lid niet bevoegd vergaderingen van de Vereniging bij te wonen of zich daar te doen vertegenwoordigen. Het Bestuur is bevoegd in naar zijn oordeel daarvoor in aanmerking komende gevallen te besluiten dat de betrokkene gedurende de hiervoor bedoelde termijn niet bevoegd zal zijn overige krachtens de Statuten verleende rechten uit te oefenen.
3.
Het beroep wordt schriftelijk ingediend bij het Bestuur, die de Ledenraad in kennis zal stellen van het beroep.
Nakoming verplichtingen. Artikel 16. 1.
Onverminderd het in lid 3 bepaalde, kan een lid zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen één maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt
of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem bekend is geworden of is medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing. Onder een besluit als in de voorgaande volzin bedoeld, wordt mede verstaan het aangaan van een beding als bedoeld in artikel 10 lid 3. 2.
Zij van wie het lidmaatschap, op welke wijze dan ook, is geëindigd verliezen daardoor terstond alle voor hen daaraan verbonden rechten en functies. Zij zijn verplicht op de eerste aanmaning van het Bestuur aan de Vereniging te voldoen al hetgeen zij, uit welken hoofde dan ook, aan de Vereniging verschuldigd zijn.
3.
Een lid is bij beëindiging van zijn lidmaatschap van de Vereniging - uit welke oorzaak dan ook - gehouden: a.
zijn verplichtingen jegens de Vereniging na te komen voor zover deze verplichtingen deel uitmaken van een tussen de Vereniging en het betreffende lid tot stand gekomen overeenkomst;
b.
verplichtingen als bedoeld in artikel 10 lid 3 jegens betrokken derde na te komen.
HOOFDSTUK V. OPROEPING, KENNISGEVINGEN EN MEDEDELINGEN. Oproeping, kennisgevingen en mededelingen. Artikel 17. 1.
Alle oproepingen van of kennisgevingen aan leden, Afgevaardigden en aan de leden van andere organen van de Vereniging geschieden schriftelijk. Onder schriftelijk wordt begrepen een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en op schrift reproduceerbaar bericht, gericht aan het adres dat voor dit doel aan de Vereniging bekend is gemaakt.
2.
Eventuele bijlagen bij oproepingen of kennisgevingen kunnen ter beschikking worden gesteld, door verwijzing naar- en opname daarvan in een bron die door geadresseerde langs elektronische weg geraadpleegd kan worden.
HOOFDSTUK VI. LEDENRAAD. Ledenraad, algemeen. Artikel 18. 1.
De leden worden in de Ledenraad, afdelingsgewijs, vertegenwoordigd door Afgevaardigden.
2.
Leden van het Bestuur, Raadsleden alsmede eventuele werknemers van de Vereniging kunnen geen Afgevaardigden zijn.
3.
Het Bestuur stelt voor elke Afdeling het aantal door die Afdeling verkiesbare Afgevaardigden vast, met een minimum van twee en een maximum van vier.
4.
Aan de Ledenraad komen alle bevoegdheden toe die niet door de wet of de Statuten aan andere organen van de Vereniging zijn opgedragen.
5.
De jaarlijkse vergadering van de Ledenraad wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar gehouden.
6.
De agenda voor deze vergadering bevat tenminste de volgende onderwerpen: a.
de behandeling van het jaarverslag van het Bestuur omtrent de zaken van de Vereniging en het gevoerde bestuur;
b.
de vaststelling van de jaarrekening;
c.
verlening van kwijting aan de leden van het Bestuur en de Raadsleden.
De sub a en b bedoelde onderwerpen behoeven op die agenda niet te worden opgenomen, indien de termijn voor het opmaken van de jaarrekening is verlengd, of de agenda een voorstel bevat om, met inachtneming van artikel 37 lid 1, die termijn te verlengen. 7.
Andere vergaderingen van de Ledenraad worden bijeengeroepen zo dikwijls het Bestuur of de Raad van Toezicht zulks wenselijk acht.
8.
Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal Afgevaardigden als bevoegd is tot het uitbrengen van één / tiende gedeelte van de stemmen in de vergadering van de Ledenraad, is het Bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een vergadering van de Ledenraad op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het Bestuur de vergadering van de Ledenraad bijeenroept of bij advertentie in een landelijk verspreid dagblad.
Verkiezing Afgevaardigden Artikel 19. 1.
De Ledenraad bestaat uit Afgevaardigden die door de leden worden gekozen op de wijze als hierna vermeld.
2.a.
De Ledenraad stelt, op voorstel van het Bestuur, het Reglement vast, waarin met inachtneming van het in dit artikel bepaalde de procedure is omschreven welke in acht wordt genomen bij de samenstelling van de Ledenraad. Het Reglement kan voorts nadere regelingen bevatten met betrekking tot de inrichting en werkwijze van de Ledenraad.
2.b.
Het Bestuur behoeft, voorafgaand aan de overlegging aan de Ledenraad ingevolge lid 2.a., de instemming van de Raad van Toezicht op een voorgestelde vaststelling of wijziging van het Reglement.
3.
Afgevaardigden worden telkenmale voor een termijn van ten hoogste vier jaar gekozen en treden af volgens een door het Bestuur vast te stellen rooster van aftreden. De in een tussentijdse vacature gekozen persoon neemt op het rooster van aftreden de plaats in van degene in wiens vacature hij werd verkozen.
4.
Afgevaardigden zijn aansluitend ten hoogste één maal herkiesbaar, tenzij het lidmaatschap van de Ledenraad is geëindigd op grond van het bepaalde in lid 12. Het Bestuur houdt administratie van het rooster van aftreden, met inachtneming van het hiervoor bepaalde.
5.a.
Ten minste twee maanden voor het verstrijken van de zittingsperiode van die Afgevaardigden die volgens het rooster van aftreden aftredend zijn, stelt het Bestuur een lijst op van één kandidaat voor elke zetel waarin dient te worden voorzien.
5.b.
Als kandidaat – Afgevaardigde voor een Afdeling als bedoeld in artikel 6 lid 2, komt slechts in aanmerking: a.
een lid – A die deel uitmaakt van de betreffende Afdeling of een statutair bestuurder of werknemer van een lid – B die deel uitmaakt van de betreffende Afdeling; èn:
b.
die bestuurder is van een gebruikersvereniging van automatiseringssystemen die in belangrijke mate worden gebruikt in de beroepsgroep of in de instellingen binnen de betreffende Afdeling; of: 1.
voor zover het betreft een lid – A als hiervoor onder a. bedoeld, hij tevens lid is van een gebruikersvereniging van automatiseringssystemen die in belangrijke mate worden gebruikt in de beroepsgroep of in de instellingen binnen de betreffende Afdeling;
2.
voor zover het betreft een bestuurder of werknemer als hiervoor onder a. bedoeld, het betreffende lid – B tevens lid is van een gebruikersvereniging van automatiseringssystemen die in belangrijke mate worden gebruikt in de beroepsgroep of in de instellingen binnen de betreffende Afdeling.
De voordracht vanwege het Bestuur behoeft de goedkeuring van de Raad van Toezicht. 5.c.
Indien binnen een Afdeling als bedoeld in artikel 6 lid 2, naar het oordeel van het Bestuur geen voldoende representatieve gebruikersvereniging actief is zoals hiervoor bedoeld, komt voor de betreffende Afdeling als kandidaat – Afgevaardigde in aanmerking: a. een lid – A die deel uitmaakt van de betreffende Afdeling of een statutair bestuurder of werknemer van een lid – B die deel uitmaakt van de betreffende Afdeling; èn: b. 1.
voor zover het betreft een lid – A zoals hiervoor onder a. bedoeld, hij gebruiker is van een automatiseringssysteem dat in belangrijke mate wordt gebruikt in de beroepsgroep of in de instellingen binnen de betreffende Afdeling;
b. 2.
voor zover het betreft een bestuurder of werknemer zoals hiervoor onder a. bedoeld, het betreffende lid – B gebruiker is van een automatiseringssysteem dat in belangrijke mate wordt gebruikt in de beroepsgroep of in de instellingen binnen de betreffende Afdeling.
De voordracht vanwege het Bestuur behoeft de goedkeuring van de Raad van Toezicht. 5.d.
Als kandidaat – Afgevaardigde voor een Afdeling als bedoeld in artikel 6 lid 3, komt slechts in aanmerking een persoon die beantwoordt aan de kwaliteitseisen als bedoeld in artikel 6 lid 4.
6.
De kandidatenlijst dient vergezeld te gaan van door de kandidaten ondertekende verklaringen, waaruit blijkt dat zij een eventuele benoeming zullen aanvaarden.
7.a.
Het Bestuur maakt de voor een Afdeling opgestelde kandidatenlijst bekend door middel van kennisgeving aan de leden van die Afdeling. De kennisgeving bevat de mededeling dat voor elk van de op de lijst voorkomende kandidaten een tegenkandidaat kan worden gesteld.
7.b.
Als tegenkandidaat voor een Afdeling als bedoeld in artikel 6 lid 2, komen slechts in aanmerking: a.
personen die voldoen aan de criteria zoals genoemd in lid 5.b., letter a. en b.;
b.
door middel van schriftelijke kennisgeving aan het Bestuur, binnen dertig dagen nadat de kandidatenlijst bekend is gemaakt;
c.
vergezeld van een staat van ondertekening, blijkens welke de tegenkandidatuur wordt gesteund door tenminste één / vijfde van het aantal leden binnen de betreffende Afdeling;
d.
vergezeld van een door betrokkene ondertekende verklaring als bedoeld in lid 6.
7.c.
Indien binnen een Afdeling als bedoeld in artikel 6 lid 2 geen gebruikersvereniging actief is zoals in lid 5.b. bedoeld, bevat de kennisgeving bedoeld in lid 7.a., de mededeling dat een tegenkandidaat kan worden gesteld als bedoeld in lid 5.c. Lid 7.b., letter b., c. en d. zijn onverminderd van toepassing.
7.d.
Indien het een Afdeling betreft als bedoeld in artikel 6 lid 3, bevat de kennisgeving bedoeld in lid 7.a., de mededeling dat een tegenkandidaat kan worden gesteld als bedoeld in lid 5.d. Lid 7.b., letter b., c. en d. zijn van overeenkomstige toepassing.
8.
De volgens de in lid 5.a. bedoelde kandidatenlijst kandidaat gestelde personen tegen wie geen tegenkandidaten zijn gesteld, zijn na het verstrijken van die termijn verkozen.
9.
Indien overeenkomstig het in lid 7.a. tot en met 7.d. bepaalde een tegenkandidaat is gesteld vindt tussen deze en degene tegen wie hij kandidaat werd gesteld een stemming plaats overeenkomstig lid 10. Stemgerechtigd zijn alle leden binnen de betreffende Afdeling, volgens de volgende stemweging: a.
ieder lid – A is gerechtigd tot het uitbrengen van één stem;
b.
ieder lid – B is gerechtigd tot het uitbrengen van het aantal stemmen dat hem overeenkomstig artikel 5 lid 6 is toegekend.
10.
Terstond nadat de termijn bedoeld in lid 7.b., letter b is verstreken geeft het Bestuur aan de leden binnen de betreffende Afdeling kennis van de lijst van kandidaten en de gestelde tegenkandidaten. Deze kennisgeving bevat de mededeling dat die leden binnen een bij die kennisgeving te bepalen termijn op één van de kandidaten per vacature stem kunnen uitbrengen. De kandidaat die de meeste stemmen op zich heeft verenigd, geldt als te zijn verkozen. De procedure waarlangs deze stemming plaatsvindt wordt geregeld bij Reglement als bedoeld in lid 2.
11.
De procedure als bedoeld in lid 10, waaronder begrepen de vaststelling van het aantal op elke kandidaat geldig uitgebrachte stemmen en de uitslag van de stemming, wordt gecontroleerd door een verkiezingscommissie. De verkiezingscommissie wordt gevormd door tenminste drie daartoe door de Raad van Toezicht uit zijn midden te benoemen Raadsleden.
12.
Het lidmaatschap van een Afgevaardigde van de Ledenraad eindigt tussentijds: a.
indien het betreft Afgevaardigde met hoedanigheid van lid – A, zodra dat lidmaatschap eindigt;
b.
indien het betreft een Afgevaardigde met hoedanigheid van bestuurder of werknemer van een lid – B, zodra dat lidmaatschap eindigt;
c.
indien hij een andere kwaliteit verliest die bij zijn verkiezing tot Afgevaardigde aan hem werd gesteld;
d.
indien hij voor het lidmaatschap van de Ledenraad bedankt.
13.
Indien de Ledenraad als gevolg van tussentijdse vacatures minder Afgevaardigden telt dan verkiesbaar zijn gesteld, blijft de Ledenraad bevoegd.
Toegang tot de vergadering van de Ledenraad. Artikel 20. 1.
Toegang tot de vergadering van de Ledenraad hebben de Afgevaardigden, de leden van het Bestuur en de Raadsleden. Geen toegang tot de vergadering van de Ledenraad hebben leden van het Bestuur en Raadsleden die als zodanig zijn geschorst, met uitzondering van de vergadering van de Ledenraad waarin het beroep tegen het besluit tot schorsing wordt behandeld.
2.
Voorafgaand aan de vergadering ondertekenen de Afgevaardigden een presentielijst. Indien het een gevolmachtigde van een Afgevaardigde betreft, wordt tevens de naam vermeld van degene voor wie de gevolmachtigde optreedt.
3.
Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de voorzitter van de vergadering.
4.
Afgevaardigden, de leden van het Bestuur en de Raadsleden hebben het recht in de vergadering van de Ledenraad het woord te voeren.
Stemrecht. Voorzitter. Artikel 21. 1.
Iedere Afgevaardigde is stemgerechtigd in de vergadering van de Ledenraad.
2.a.
In de Ledenraad wordt een aantal stemmen uitgebracht, gelijk aan het ter vergadering, middels één of meer Afgevaardigden, vertegenwoordigde aantal Afdelingen, vermenigvuldigd met twaalf, ongeacht het aantal Afgevaardigden dat overeenkomstig artikel 18 lid 3 met betrekking tot een Afdeling verkiesbaar is gesteld.
2.b.
De ter vergadering aanwezige of vertegenwoordigde Afgevaardigden van één Afdeling zijn gezamenlijk gerechtigd tot het uitbrengen van twaalf stemmen. Ieder van hen is gerechtigd tot het uitbrengen van een gelijk aantal uit de aldus aan hen gezamenlijk toekomende stemmen.
2.c.
De Afgevaardigden van een Afdeling zijn niet gehouden om de overeenkomstig lid 2.b. aan ieder van hen afzonderlijk toekomende stemmen, gelijkluidend aan elkaar uit te brengen.
2.d.
Een Afgevaardigde kan de aan hem afzonderlijk toekomende stemmen slechts eenparig uitbrengen.
3.
Het voorzitterschap en de notulering van de vergaderingen van de Ledenraad wordt geregeld bij Reglement als bedoeld in artikel 19 lid 2.
Bijeenroepen Ledenraad. Artikel 22. 1.
De vergaderingen van de Ledenraad worden gehouden in Nederland ter plaatse in de oproeping vermeld, zulks ter keuze van degene van wie de oproeping uitgaat.
2.
Afgevaardigden worden tot de vergadering van de Ledenraad opgeroepen door het Bestuur. De oproeping geschiedt niet later dan op de veertiende dag voor die van de vergadering, de dag van de verzending van de oproep en die van de vergadering niet meegerekend.
3.
Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
4.
Omtrent onderwerpen, ten aanzien waarvan niet is voldaan aan het hiervoor in lid 2 en 3 bepaalde en waarvan de behandeling niet alsnog op overeenkomstige wijze en met inachtneming van de voor de oproeping gestelde termijn is aangekondigd, kunnen geen geldige besluiten worden genomen, behoudens het bepaalde in artikel 35 lid 11 en 12.
HOOFDSTUK VII. BESTUUR. Bestuur. Artikel 23. 1.
De Vereniging wordt bestuurd door het Bestuur, bestaande uit een door de Raad van Toezicht te bepalen aantal bestuursleden. Alleen natuurlijke personen kunnen tot bestuurslid worden benoemd. Een bestuurder behoeft geen lid te zijn van de Vereniging.
2.
De leden van het Bestuur worden onder toepassing van artikel 2:37 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek benoemd door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht bepaalt de functieverdeling van de bestuursleden.
3.
Bestuursleden worden benoemd voor onbepaalde tijd, dan wel voor een door de Raad van Toezicht vastgestelde bepaalde termijn.
4.
5.
Een lid van het Bestuur houdt op lid van het Bestuur te zijn: a.
door vrijwillig aftreden;
b.
door zijn overlijden;
c.
door verloop van de termijn waarvoor hij mocht zijn benoemd;
d.
door zijn ontslag, met inachtneming van het in de leden 5 en 6 bepaalde.
De leden van het Bestuur kunnen door de Raad van Toezicht worden geschorst en ontslagen. Indien de Raad van Toezicht een lid van het Bestuur heeft geschorst, dient de Raad van Toezicht binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten, hetzij tot ontslag, hetzij tot opheffing of verlenging van de schorsing; bij gebreke van een dergelijk besluit vervalt de schorsing. Verlenging van de schorsing kan slechts eenmaal geschieden voor ten hoogste drie maanden. Een geschorst lid van het Bestuur wordt in de gelegenheid gesteld zich in de vergadering van de Raad van Toezicht te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan.
Belet. Ontstentenis. Artikel 24. In geval van belet of ontstentenis van één of meer leden van het Bestuur, zijn de overblijvende leden van het Bestuur tijdelijk met het gehele bestuur belast. In geval van belet of ontstentenis van alle leden van het Bestuur, is de Raad van Toezicht voorlopig met het bestuur belast. De Raad van Toezicht is alsdan bevoegd om - al dan niet uit zijn midden – één of meer personen aan te wijzen, die namens hem en onder zijn verantwoordelijkheid het bestuur zal/zullen voeren. De Raad van Toezicht neemt zo spoedig mogelijk de nodige maatregelen teneinde een definitieve voorziening te treffen. Organisatie van het Bestuur. Artikel 25. 1.
Ieder bestuurslid is gerechtigd tot het uitbrengen van één stem. Bij staking van stemmen dient dit medegedeeld te worden aan de Raad van Toezicht.
2.
Het Bestuur kan met inachtneming van deze Statuten een Reglement opstellen waarin onderlinge taakverdeling en overige aangelegenheden het Bestuur intern betreffende, worden geregeld. Op de vaststelling en wijziging van dat Reglement is artikel 39 lid 4 van toepassing.
3.
De vergoeding aan de leden van het Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht.
HOOFDSTUK VIII. VERTEGENWOORDIGING. Vertegenwoordiging. Artikel 26. De Vereniging wordt vertegenwoordigd door: a.
het Bestuur; of:
b.
twee gezamenlijk handelende leden van het Bestuur.
Bestuursbevoegdheid. Artikel 27. 1.
Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen. Het Bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
2.
Besluiten als bedoeld in lid 1 behoeven de goedkeuring van de Raad van Toezicht.
3.
De Raad van Toezicht is bevoegd om in een door hem daartoe uitdrukkelijk genomen besluit, daarin duidelijk omschreven bestuursbesluiten aan zijn voorafgaande goedkeuring te onderwerpen. Het besluit wordt schriftelijk aan het Bestuur medegedeeld.
4.
Het Bestuur behoeft, voorafgaand aan de overlegging aan de Ledenraad ingevolge lid 5, de instemming van de Raad van Toezicht op een (voorgenomen) besluit strekkende tot:
5.
a.
vaststelling van de jaarlijkse begroting en het jaarplan van de Vereniging;
b.
vaststelling van het meerjarenbeleidsplan van de Vereniging.
Het Bestuur behoeft de goedkeuring van de Ledenraad op een (voorgenomen) besluit met betrekking tot de in lid 4 bedoelde stukken. De Ledenraad is in het kader van een verzochte goedkeuring als voormeld bevoegd die goedkeuring te verlenen dan wel die goedkeuring te onthouden; de Ledenraad is niet bevoegd op de ter goedkeuring overlegde stukken amendementen aan te brengen. Een onthouding van de verzochte goedkeuring wordt door de Ledenraad met redenen omkleed.
6.
De Raad van Toezicht is bevoegd om in een door hem daartoe uitdrukkelijk genomen besluit, daarin duidelijk omschreven andere bestuursbesluiten dan die bedoeld in lid 5, te onderwerpen aan de voorafgaande goedkeuring van de Ledenraad, al dan niet met de bevoegdheid om te amenderen. Het besluit wordt schriftelijk aan het Bestuur medegedeeld.
7.
Het ontbreken van een goedkeuring op een bestuursbesluit als bedoeld in de leden 3 tot en met 6, tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur of de leden van het Bestuur niet aan.
HOOFDSTUK IX. RAAD VAN TOEZICHT.
Raad van Toezicht. Artikel 28. 1.a.
De Raad van Toezicht is belast met het toezicht op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Vereniging. De Raad van Toezicht staat het Bestuur met raad ter zijde. Bij de vervulling van hun taak richt de Raad van Toezicht zich naar het belang van de Vereniging en haar leden. Het Bestuur verschaft de Raad van Toezicht tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens.
1.b. Zolang de statuten van VZVZ Servicecentrum zulks bepalen, is de Raad van Toezicht tevens belast met het toezicht op het beleid van het bestuur van VZVZ Servicecentrum en op de algemene gang van zaken binnen VZVZ Servicecentrum. 2.
De Raad van Toezicht bestaat uit zeven natuurlijke personen, bestaande uit één Raadslid – A, twee Raadsleden – B, twee Raadsleden – C en twee Raadsleden – D. Indien de Raad van Toezicht als gevolg van tussentijdse vacatures minder dan zeven Raadsleden telt, dan blijft de Raad van Toezicht bevoegd. De Raad van Toezicht bevordert alsdan onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental.
3.
Raadsleden kunnen niet zijn: a.
personen die deel uitmaken van een ander statutair orgaan van de Vereniging, uitgezonderd de Ledenraad;
b.
personen in dienst van de Vereniging.
Een Raadslid behoeft geen lid te zijn van de Vereniging. 4.
Het Raadslid – A heeft de hoedanigheid van voorzitter van de Raad van Toezicht.
5.a.
1.
Het Raadslid – A wordt benoemd door de Ledenraad, uit een bindende voordracht, op te maken door de Raad van Toezicht.
2.
Als kandidaat voor het raadslidmaatschap – A komt slechts in aanmerking een persoon die naar het oordeel van de Raad van Toezicht kan worden aangemerkt als een persoon zonder directe binding met zorgverzekeraars, patiëntenorganisaties of belangenorganisaties van zorgaanbieders.
5.b.
1.
De Raadsleden – B worden benoemd door de Ledenraad, uit een bindende voordracht, op te maken door het bestuur van Zorgverzekeraars Nederland.
2.
Als kandidaat voor het raadslidmaatschap – B komen slechts in aanmerking personen die naar het oordeel van het bestuur van Zorgverzekeraars Nederland een met het oog op het doel van de Vereniging relevante functie vervullen bij een Nederlandse zorgverzekeringsmaatschappij.
5.c.
1.
De Raadsleden – C worden benoemd door de Ledenraad, uit een bindende voordracht, op te maken door de Patiënten- en Privacyraad.
2.
Als kandidaat voor het raadslidmaatschap – C komen slechts in aanmerking personen die naar het oordeel van de Patiënten- en Privacyraad een met het oog op het doel van de Vereniging relevante functie vervullen bij een landelijk werkzame patiëntenorganisatie in de gezondheidszorg.
5.d.
1.
De Raadsleden – D worden benoemd door de Ledenraad, uit een bindende voordracht, op te maken door de Koepeladviesraad.
2.
Als kandidaat voor het raadslidmaatschap – D komen slechts in aanmerking personen die naar het oordeel van de Koepeladviesraad een met het oog op het doel van de Vereniging relevante functie vervullen bij een landelijk werkzame belangenorganisatie van zorgaanbieders in de gezondheidszorg.
6.a.
Indien een vacature ontstaat onder de Raadsleden – B, - C of – D, doet de Raad van Toezicht daarvan schriftelijk mededeling aan het orgaan dat ingevolge lid 5. tot het opmaken van de voordracht bevoegd is, tenminste tien weken voorafgaand aan de vergadering van de Ledenraad waar in de betreffende vacature zal worden voorzien.
6.b.
Indien het orgaan dat ingevolge lid 5. tot het opmaken van de voordracht bevoegd is, geen voordracht bekend heeft gemaakt, uiterlijk vier weken voorafgaand aan de in lid 6.a. bedoelde vergadering, is het in lid 5.a., onder 1. bepaalde van overeenkomstige toepassing; de Raad van Toezicht maakt de voordracht alsdan op, zoveel mogelijk met inachtneming van het op de betreffende vacature betrekking hebbende profiel.
7.
De Raad van Toezicht maakt de voor een vacature voorgedragen kandidaat ten minste twee weken voor de desbetreffende vergadering van de Ledenraad schriftelijk aan de Afgevaardigden bekend.
8.
Indien binnen de in lid 7. bedoelde termijn geen voordracht aan de Afgevaardigden bekend is gemaakt, is de Ledenraad vrij om in de betreffende vacature te voorzien, echter: a. waar het betreft een Raadslid – B, deze de hoedanigheid heeft van statutair bestuurder of titulair directeur van een Nederlandse zorgverzekeringsmaatschappij; b. waar het betreft een Raadslid – C, deze de hoedanigheid heeft van statutair bestuurder of titulair directeur van landelijk werkzame patiëntenorganisatie in de gezondheidszorg; c.
waar het betreft een Raadslid – D, deze de hoedanigheid heeft van statutair bestuurder of titulair directeur van een landelijk werkzame belangenorganisatie van zorgaanbieders in de gezondheidszorg.
9.
Aan de bindende voordracht voor de benoeming van een Raadslid kan het bindend karakter ontnomen worden door een met ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de Ledenraad, in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het aantal stemmen kan worden uitgebracht. Het in lid 8 bepaalde is alsdan van overeenkomstige toepassing.
10.
Raadsleden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Zij treden af volgens een door de Raad van Toezicht vast te stellen rooster van aftreden. Een Raadslid kan – ook indien hij in een tussentijdse vacature is benoemd – één keer worden herbenoemd. Hij die in een tussentijdse vacature wordt benoemd, neemt op het rooster van aftreden de plaats van zijn voorganger in. Het rooster van aftreden wordt zodanig ingericht dat de Raadsleden over een periode van vier jaar bezien, zoveel mogelijk verspreid aftredend zijn.
11.
Een Raadslid houdt op lid te zijn van de Raad van Toezicht: a.
door vrijwillig aftreden;
12.
13.
b.
door zijn overlijden;
c.
door défungeren volgens het rooster van aftreden;
d.
indien hij de kwaliteit verliest op grond waarvan hij werd benoemd;
e.
door zijn ontslag, met inachtneming van het in de leden 13 en 14 bepaalde.
Raadsleden kunnen worden geschorst en ontslagen door: a.
de Raad van Toezicht;
b.
de Ledenraad.
Een besluit tot schorsing of ontslag van een Raadslid als bedoeld in lid 12.a., kan door de Raad van Toezicht slechts worden genomen bij unanieme stem van de overige alsdan fungerende Raadsleden.
14.
Een besluit tot schorsing of ontslag van een Raadslid als bedoeld in lid 12.b., kan door de Ledenraad slechts worden genomen bij meerderheid van tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het aantal stemmen kan worden uitgebracht.
15.
Indien een Raadslid is geschorst, dient de Raad van Toezicht of de Ledenraad binnen drie maanden na ingang van de schorsing te besluiten, hetzij tot ontslag, hetzij tot opheffing of verlenging van de schorsing; bij gebreke van een dergelijk besluit vervalt de schorsing. Verlenging van de schorsing kan slechts eenmaal geschieden voor ten hoogste drie maanden. Een geschorst Raadslid wordt in de gelegenheid gesteld zich in de betreffende vergadering te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te doen bijstaan.
Organisatie Raad van Toezicht. Artikel 29. 1.
De Raad van Toezicht benoemt uit zijn midden een vicevoorzitter en - al dan niet uit zijn midden - een secretaris.
2.
De Raad van Toezicht vergadert ten minste viermaal per jaar en voorts telkens wanneer dit door de voorzitter, de vicevoorzitter of twee andere leden van de Raad van Toezicht, dan wel door het Bestuur wordt verlangd.
3.
Ieder Raadslid is gerechtigd tot het uitbrengen van één stem.
4.a.
Géén besluit komt tot stand indien niet tenminste het Raadslid – A, één Raadslid – B, één Raadslid - C en één Raadslid – D ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
4.b.
Géén besluit komt tot stand dan met unanieme stem van alle ter vergadering aanwezige en vertegenwoordigde Raadsleden.
4.c.
Voor de toepassing van het in lid 4.b. bepaalde, worden blanco stemmen en stemonthoudingen verwaarloosd.
5.
De Raad van Toezicht kan met inachtneming van deze Statuten een Reglement opstellen waarin onderlinge taakverdeling en overige aangelegenheden de Raad van Toezicht intern betreffende, worden geregeld. Op de vaststelling en wijziging van dat reglement is artikel 39 lid 4 niet van toepassing.
6.
De leden van het Bestuur wonen de vergaderingen van de Raad van Toezicht bij, tenzij de Raad van Toezicht anders besluit.
7.
De Raad van Toezicht kan op kosten van de Vereniging adviezen inwinnen van deskundigen op zodanige gebieden als de Raad van Toezicht voor een juiste uitoefening van zijn taak wenselijk acht.
8.
De Raad van Toezicht kan bepalen dat één of meer van zijn leden: a.
toegang zullen hebben tot alle kantoorruimten van de Vereniging;
b.
bevoegd zullen zijn inzage te nemen van alle boeken, correspondentie en andere bescheiden, en
c.
kennis te nemen van alle plaatsgehad hebbende handelingen,
dan wel een gedeelte van deze bevoegdheden zullen kunnen uitoefenen. 9.
De Ledenraad kan, op voorstel van de Raad van Toezicht, aan de Raadsleden een vergoeding toekennen.
HOOFDSTUK X. PATIËNTEN- EN PRIVACYRAAD. Taak en Samenstelling. Artikel 30. 1.
De Vereniging kent een Patiënten- en Privacyraad. De Patiënten- en Privacyraad bestaat uit een door de Raad van Toezicht te bepalen aantal leden, verdeeld in patiëntenraadsleden – A en patiëntenraadsleden – B.
2.
De Patiënten- en Privacyraad heeft tot taak het Bestuur, zowel gevraagd als ongevraagd, van advies te voorzien over onderwerpen die de belangen raken van patiënten bij het functioneren van het Landelijk Schakelpunt, waaronder begrepen belangen met betrekking tot de bescherming van privacy.
3.
De Patiënten- en Privacyraad wordt samengesteld uit personen die daartoe door de Raad van Toezicht worden uitgenodigd en benoemd. De Raad van Toezicht nodigt daartoe uit: a.
personen die naar het oordeel van de Raad van Toezicht een met het oog op de taak van de Patiënten- en Privacyraad, relevante functie vervullen bij een landelijk werkzame patiëntenorganisatie in de gezondheidszorg (patiëntenraadsleden – A);
b.
personen die naar het oordeel van de Raad van Toezicht over een met het oog op de taak van de Patiënten- en Privacyraad, relevante kennis beschikken op gebied van privacybescherming en privacywetgeving (patiëntenraadsleden – B).
4.
Niet tot lid van de Patiënten- en Privacyraad zijn benoembaar, personen die deel uitmaken van een ander statutair orgaan van de Vereniging.
5.
Het lidmaatschap van de Patiënten- en Privacyraad eindigt: a.
door overlijden;
b.
door vrijwillig aftreden;
c.
door verlies van de kwaliteit als bedoeld in lid 3, letter a;
d.
door défungeren overeenkomstig een daartoe vast te stellen rooster van aftreden;
e.
door schriftelijke opzegging van dat lidmaatschap door de Raad van Toezicht aan het betreffende lid van de Patiënten- en Privacyraad, onder vermelding van de overwegingen die tot de opzegging hebben geleid.
6.
Een advies van de Patiënten- en Privacyraad aan het Bestuur wordt als van zwaarwichtige betekenis aangemerkt. Het Bestuur is bevoegd een uitgebracht advies naast zich neer te leggen, niet anders dan:
a.
na van dat voornemen, met redenen omkleed, schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de voorzitter van de Patiënten- en Privacyraad;
b.
na de Patiënten- en Privacyraad vervolgens in de gelegenheid te hebben gesteld die beweegredenen met het Bestuur te bespreken.
Het Bestuur zendt van een mededeling als bedoeld onder a., afschrift aan de voorzitter van de Raad van Toezicht en de voorzitter van de Ledenraad. 7.
Het Bestuur stelt een Reglement vast met betrekking tot het voorzitterschap en de werkwijze van de Patiënten- en Privacyraad. Op de vaststelling en wijziging van dat Reglement is artikel 39 lid 4 van toepassing.
HOOFDSTUK XI. KOEPELADVIESRAAD. Taak en Samenstelling. Artikel 31. 1.
De Vereniging kent een Koepeladviesraad, bestaande uit een door de Raad van Toezicht te bepalen aantal leden.
2.
De Koepeladviesraad heeft tot taak het Bestuur, zowel gevraagd als ongevraagd, van advies te voorzien over onderwerpen die de ontwikkeling, implementatie en exploitatie raken van het Landelijk Schakelpunt op langere termijn, zomede de financiering en tarifering daarvan.
3.
De Koepeladviesraad wordt samengesteld uit personen die daartoe door de Raad van Toezicht worden uitgenodigd en benoemd. De Raad van Toezicht nodigt daartoe uit personen die naar het oordeel van de Raad van Toezicht een met het oog op de taak van de Koepeladviesraad relevante functie vervullen bij één of meer landelijk werkzame belangenorganisaties van zorgaanbieders in de gezondheidszorg.
4.
Niet tot lid van de Koepeladviesraad zijn benoembaar, personen die deel uitmaken van een ander statutair orgaan van de Vereniging. Een lid van de Vereniging is wel als zodanig benoembaar.
5.
Het lidmaatschap van de Koepeladviesraad eindigt: a.
door overlijden;
b.
door vrijwillig aftreden;
c.
door verlies van de kwaliteit als bedoeld in lid 3;
d.
door défungeren overeenkomstig een daartoe vast te stellen rooster van aftreden;
e.
door schriftelijke opzegging van dat lidmaatschap door de Raad van Toezicht aan het betreffende lid van de Koepeladviesraad, onder vermelding van de overwegingen die tot de opzegging hebben geleid.
6.
Een advies van de Koepeladviesraad aan het Bestuur wordt als van zwaarwichtige betekenis aangemerkt. Het Bestuur is bevoegd een uitgebracht advies naast zich neer te leggen, niet anders dan: a.
na van dat voornemen, met redenen omkleed, mededeling te hebben gedaan aan de voorzitter van de Koepeladviesraad;
b.
na de Koepeladviesraad vervolgens in de gelegenheid te hebben gesteld die beweegredenen met het Bestuur te bespreken.
Het Bestuur zendt van een mededeling als bedoeld onder a., afschrift aan de voorzitter van de Raad van Toezicht en de voorzitter van de Ledenraad.
7.
Het Bestuur stelt een Reglement vast met betrekking tot het voorzitterschap en de werkwijze van de Koepeladviesraad. Op de vaststelling en wijziging van dat Reglement is artikel 39 lid 4 van toepassing.
HOOFDSTUK XII. LEVERANCIERSRAAD. Taak en Samenstelling. Artikel 32. 1.
De Vereniging kent een Leveranciersraad, bestaande uit een door de Raad van Toezicht te bepalen aantal leden.
2.
De Leveranciersraad heeft tot taak het Bestuur, zowel gevraagd als ongevraagd, van advies te voorzien op onderwerpen die de ontwikkeling raken van het Landelijk Schakelpunt, in relatie tot de ontwikkeling van de automatiseringssystemen waarvan de leden zich bedienen.
3.
De Leveranciersraad wordt samengesteld uit personen die daartoe door de Raad van Toezicht worden uitgenodigd en benoemd. De Raad van Toezicht nodigt daartoe uit personen die naar het oordeel van de Raad van Toezicht een met het oog op de taak van de Leveranciersraad relevante functie vervullen bij één of meer leveranciers van automatiseringssystemen waarvan een belangrijk deel van de leden zich bedient.
4.
Niet tot lid van de Leveranciersraad zijn benoembaar, personen die deel uitmaken van een ander statutair orgaan van de Vereniging.
5.
Het lidmaatschap van de Leveranciersraad eindigt: a.
door overlijden;
b.
door vrijwillig aftreden;
c.
door verlies van de kwaliteit als bedoeld in lid 3;
d.
door défungeren overeenkomstig een daartoe vast te stellen rooster van aftreden;
e.
door schriftelijke opzegging van dat lidmaatschap door de Raad van Toezicht aan het betreffende lid van de Leveranciersraad, onder vermelding van de overwegingen die tot de opzegging hebben geleid.
6.
Een advies van de Leveranciersraad aan het Bestuur wordt als van zwaarwichtige betekenis aangemerkt. Het Bestuur is bevoegd een uitgebracht advies naast zich neer te leggen, niet anders dan: a.
na van dat voornemen, met redenen omkleed, mededeling te hebben gedaan aan de voorzitter van de Leveranciersraad;
b.
na de Leveranciersraad vervolgens in de gelegenheid te hebben gesteld die beweegredenen met het Bestuur te bespreken.
Het Bestuur zendt van een mededeling als bedoeld onder a., afschrift aan de voorzitter van de Raad van Toezicht en de voorzitter van de Ledenraad. 7.
Het Bestuur stelt een Reglement vast met betrekking tot het voorzitterschap en de werkwijze van de Leveranciersraad. Op de vaststelling en wijziging van dat Reglement is artikel 39 lid 4 van toepassing.
HOOFDSTUK XIII. REGIORAAD. Taak en Samenstelling. Artikel 33.
1.
De Vereniging kent een Regioraad, bestaande uit een door de Raad van Toezicht te bepalen aantal leden.
2.
De Regioraad heeft tot taak het Bestuur, zowel gevraagd als ongevraagd, van advies te voorzien over onderwerpen die van belang zijn met het oog op de communicatie van het Landelijk Schakelpunt met regionale uitwisselingssystemen.
3.
De Regioraad wordt samengesteld uit personen die daartoe door de Raad van Toezicht worden uitgenodigd en benoemd. De Raad van Toezicht nodigt daartoe uit personen die naar het oordeel van de Raad van Toezicht een met het oog op de taak van de Regioraad relevante functie vervullen bij regionale samenwerkingsorganisatie van zorgaanbieders op gebied van gegevensuitwisseling.
4.
Niet tot lid van de Regioraad zijn benoembaar, personen die deel uitmaken van een ander statutair orgaan van de Vereniging. Een lid van de Vereniging is wel als zodanig benoembaar.
5.
Het lidmaatschap van de Regioraad eindigt: a.
door overlijden;
b.
door vrijwillig aftreden;
c.
door verlies van de kwaliteit als bedoeld in lid 3;
d.
door défungeren overeenkomstig een daartoe vast te stellen rooster van aftreden;
e.
door schriftelijke opzegging van dat lidmaatschap door de Raad van Toezicht aan het betreffende lid van de Regioraad, onder vermelding van de overwegingen die tot de opzegging hebben geleid.
6.
Een advies van de Regioraad aan het Bestuur wordt als van zwaarwichtige betekenis aangemerkt. Het Bestuur is bevoegd een uitgebracht advies naast zich neer te leggen, niet anders dan: a.
na van dat voornemen, met redenen omkleed, mededeling te hebben gedaan aan de voorzitter van de Regioraad;
b.
na de Regioraad vervolgens in de gelegenheid te hebben gesteld die beweegredenen met het Bestuur te bespreken.
Het Bestuur zendt van een mededeling als bedoeld onder a., afschrift aan de voorzitter van de Raad van Toezicht en de voorzitter van de Ledenraad. 7.
Het Bestuur stelt een Reglement vast met betrekking tot het voorzitterschap en de werkwijze van de Regioraad. Op de vaststelling en wijziging van dat Reglement is artikel 39 lid 4 van toepassing.
HOOFDSTUK XIV. ADVIESCOMMISSIE AUTORISATIE. Taak en Samenstelling. Artikel 34. 1.
De Vereniging kent een Adviescommissie Autorisatie, bestaande uit een door het Bestuur te bepalen aantal leden.
2.
De Adviescommissie Autorisatie heeft tot taak het Bestuur, zowel gevraagd als ongevraagd, van advies te voorzien over onderwerpen die van belang zijn met het oog op (de vaststelling van) autorisatieprocessen bij de toegang tot- en het gebruik van het Landelijk Schakelpunt.
3.
De leden van de Adviescommissie Autorisatie worden door het Bestuur benoemd. Het Bestuur nodigt de Patiënten- en Privacyraad en de Koepeladviesraad uit daartoe een voordracht, al dan niet uit hun midden, te doen.
4.
Het lidmaatschap van de Adviescommissie Autorisatie eindigt: a.
door overlijden;
b.
door vrijwillig aftreden;
c.
door verlies van de kwaliteit als bedoeld in lid 3;
d.
door défungeren overeenkomstig een daartoe vast te stellen rooster van aftreden;
e.
door schriftelijke opzegging van dat lidmaatschap door het Bestuur aan het betreffende lid van de Adviescommissie Autorisatie, onder vermelding van de overwegingen die tot de opzegging hebben geleid.
5.
Het Bestuur stelt een Reglement vast met betrekking tot het voorzitterschap en de werkwijze van de Adviescommissie Autorisatie. Op de vaststelling en wijziging van dat Reglement is artikel 39 lid 4 van toepassing.
HOOFDSTUK XV. BESLUITVORMING ORGANEN. Wijze van besluitvorming. Artikel 35. 1.
Het in dit artikel bepaalde is van toepassing op besluitvorming door de statutaire organen van de Vereniging, voor zover in de wet, de Statuten of enig met betrekking tot een orgaan vastgesteld Reglement niet anders is bepaald.
2.
Besluiten genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
3.
Blanco stemmen en stemonthoudingen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
4.
De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze van stemming, met dien verstande dat, indien één van de stemgerechtigde aanwezigen dit verlangt, stemming over benoeming, schorsing en ontslag van personen geheim is.
5.
Het in de vergadering van een orgaan uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel door de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats indien de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, één stemgerechtigde aanwezige dit verlangt; door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
6.
Indien omtrent een onderwerp, anders dan de benoeming van personen, de stemmen staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
7.
Mocht bij stemming omtrent de benoeming van personen, bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid worden verkregen, dan vindt een nieuwe vrije stemming plaats. Indien ook dan geen volstrekte meerderheid wordt verkregen, vindt herstemming plaats en wel tussen twee personen die bij de tweede stemming: a.
het hoogste en het op een na hoogste aantal stemmen op zich verenigden, dan wel
b.
een gelijk aantal stemmen op zich verenigden, terwijl op geen ander meer stemmen werden uitgebracht.
Indien bij de tweede stemming meer dan twee personen aan het hiervoor sub a. bedoelde criterium voldoen, vindt een tussenstemming plaats tussen de personen die het op een na hoogste aantal doch een gelijk aantal stemmen op zich verenigden. Voldoen na de tweede stemming meer dan twee personen - doch niet alle - aan het sub b bedoelde criterium, dan wordt gestemd tussen die personen. Leidt een tussenstemming of een herstemming, ten gevolge van gelijkheid van het aantal uitgebrachte stemmen, niet tot een beslissing, dan komt geen besluit tot stand. 8.
Voor zover bij Reglement niet anders is bepaald, kan een lid, deeluitmakende van een orgaan, zich ter vergadering doen vertegenwoordigen, doch uitsluitend door een ander lid van dat orgaan. Een lid van een orgaan kan als gevolmachtigde optreden voor slechts één ander lid van dat orgaan.
9.a.
Uitgezonderd het Bestuur, kan een orgaan geen besluiten nemen, indien niet tenminste de helft van het totale aantal leden van dat orgaan aanwezig of vertegenwoordigd is.
9.b.
Heeft de vergadering dientengevolge geen besluit kunnen nemen, dan kan binnen één maand opnieuw een vergadering worden bijeengeroepen waarin omtrent hetzelfde onderwerp kan worden besloten, ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden. Bij de oproep voor deze vergadering in tweede lezing dienen deze onderwerpen te worden vermeld, onder de toevoeging dat daarop het in lid 9.b. bepaalde van toepassing is.
10.
Van het ter vergadering verhandelde worden notulen gehouden. De notulen worden vastgesteld en ten blijke daarvan getekend door de voorzitter en de secretaris van de betreffende vergadering. De notulen worden na de vaststelling door de voorzitter en de secretaris van de betreffende vergadering aan de leden van het betreffende orgaan ter kennisneming beschikbaar gesteld.
11.
Zolang in een vergadering alle leden, deeluitmakende van dat orgaan, aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen – mits met algemene stemmen - geldige besluiten worden genomen omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent de vermelding van de te behandelen onderwerpen en/of het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht genomen.
12.
Besluiten kunnen ook schriftelijk, buiten vergadering worden genomen. Het in lid 11 bepaalde is van overeenkomstige toepassing.
HOOFDSTUK XVI. BOEKJAAR EN JAARREKENING. Boekjaar. Artikel 36. Het boekjaar van de Vereniging is gelijk aan het kalenderjaar. Jaarrekening. Artikel 37. 1.a.
Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van elk boekjaar - behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de Ledenraad op grond van bijzondere omstandigheden - wordt door het Bestuur de jaarrekening opgemaakt. De jaarrekening gaat vergezeld van het jaarverslag en van de in artikel 2:392 lid 1 van het Burgerlijk
Wetboek bedoelde overige gegevens, voor zover het daar bepaalde op de Vereniging van toepassing is. 1.b.
Het Bestuur verzoekt de Raad van Toezicht goedkeuring op de opgemaakte jaarrekening zoals die overeenkomstig lid 2 ter inzage zal worden gelegd. De jaarrekening wordt ondertekend door alle leden van het Bestuur en alle Raadsleden; ontbreekt de ondertekening van één of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgaaf van redenen melding gemaakt.
2.
De Vereniging zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het jaarverslag en de in lid 1 bedoelde overige gegevens, vanaf de dag van de oproeping tot de vergadering van de Ledenraad, bestemd tot hun behandeling, aanwezig zijn ten kantore van de Vereniging. De leden kunnen die stukken aldaar inzien en daarvan kosteloos een afschrift verkrijgen.
3.
Vaststelling zonder voorbehoud van de jaarrekening door de Ledenraad strekt de leden van het Bestuur niet tot kwijting voor hun bestuur en Raadsleden niet tot kwijting voor hun toezicht over het afgelopen boekjaar.
Accountant. Artikel 38. 1.
De Ledenraad kan aan een registeraccountant opdracht verlenen om de door het Bestuur opgemaakte jaarrekening te onderzoeken overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:393 lid 3 van het Burgerlijk Wetboek.
2.
Het Bestuur kan daartoe aan de Ledenraad een accountant aanbevelen; deze aanbeveling behoeft de goedkeuring van de Raad van Toezicht.
3.
De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het Bestuur en de Raad van Toezicht en geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring.
HOOFDSTUK XVII. STATUTENWIJZIGING, FUSIE, SPLITSING, ONTBINDING, REGLEMENTEN. VEREFFENING. Statutenwijzigingen, fusie, splitsing, ontbinding, Reglementen. Artikel 39. 1.
Deze Statuten kunnen slechts worden gewijzigd op voorstel van het Bestuur. De Ledenraad kan, krachtens besluit genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, het Bestuur verzoeken een voorstel tot wijziging van de Statuten te doen.
2.
Een besluit tot wijziging van deze Statuten, tot fusie, tot (af)splitsing of tot ontbinding van de Vereniging, kan door de Ledenraad slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin ten minste twee/derde van het aantal stemmen kan worden uitgebracht. Is voormeld quorum niet vertegenwoordigd, dan wordt na die vergadering een tweede vergadering bijeengeroepen te houden binnen vier weken na de eerste vergadering, waarin over het voorstel zoals dat in de vorige vergadering aan de orde is geweest, ongeacht het aantal vertegenwoordigde stemmen, kan worden besloten, mits met een meerderheid van ten minste twee/derde van de uitgebrachte stemmen.
3.
Een besluit door de Ledenraad tot wijziging van deze Statuten, tot fusie, tot (af)splitsing of tot ontbinding van de Vereniging, behoeft de goedkeuring van de Raad van Toezicht:
4.
a.
als zodanig;
b.
zomede in zijn hoedanigheid bedoeld in artikel 28 lid 1.b.
Een besluit tot vaststelling en wijziging van Reglementen wordt genomen door het Bestuur na goedkeuring van de Raad van Toezicht.
5.
Ieder bestuurslid en elk Raadslid is bevoegd van de gewijzigde Statuten bij notariële akte te doen blijken.
6.
De bestuurderleden zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en van de gewijzigde Statuten neer te leggen bij het handelsregister.
Vereffening. Artikel 40. 1.
Indien de Vereniging wordt ontbonden ingevolge een besluit van de Ledenraad, geschiedt de vereffening met inachtneming van de wettelijke bepalingen.
2.
Tijdens de vereffening blijven deze Statuten zoveel mogelijk van kracht.
3.
De vereffening geschiedt door het Bestuur, onder toezicht van de Raad van Toezicht, alles tenzij de Ledenraad anders bepaalt.
4.
Hetgeen na voldoening van alle schulden van het vermogen van de Vereniging is overgebleven, wordt door de Ledenraad bestemd ten gunste van een doel, zoveel mogelijk overeenkomstig het doel van de Vereniging.