Docentenhandleiding ‘Werken aan je toekomst’ Lesproject voor Beroeporiënterende Leerweg van het MBO Versie 1.1, september 2013 www.codenamefuture.nl/werkenaanjetoekomst
Jongeren willen meer weten over werk Jongeren worden tijdens hun schoolperiode voorbereid op het behalen van hun examen, zodat zij daarna een vervolgstudie kunnen volgen of aan het werk gaan. Wanneer zij op zoek gaan naar de eerste echte baan, hebben zij vaak nog geen realistisch beeld van hun toekomstperspectieven en de maatschappelijke context waarbinnen ze gaan functioneren. Het onderwijs schenkt daar op dit moment nog weinig aandacht aan. Hoe zorg je dat werk aansluit op je ideeën en wensen? Hoe bereik je die in de toekomst die baan die je zo graag wilt hebben? Hoe zorg je er voor dat je financieel 'op de rit' blijft? Hoe ga je om met de balans tussen werk en privé? En wat betekent maatschappelijke betrokkenheid voor je? Het lesproject ‘WERKEN AAN JE TOEKOMST’ gaat over de tijd na het behalen van het eindexamen en vult deze leemte in het onderwijs op. 'WERKEN AAN JE TOEKOMST' is gebaseerd op onderzoek dat TNO de afgelopen jaren uitgevoerde. Uit dit onderzoek blijkt dat jongeren (en hun docenten!) behoefte hebben aan een aansprekend onderwijsaanbod dat op een realistische manier laat zien wat hen in het werkzame leven te wachten staat. De resultaten van het onderzoek vormen de basis van de inhoud van 'WERKEN AAN JE TOEKOMST'. Dit project is tot stand gekomen door Codename Future en TNO met financiële bijdragen van Achmea, SNS Reaal Fonds en VSB‐fonds.
2
Opzet van deze handleiding Les wordt stap voor stap gevolgd Deze handleiding volgt de lijn van de lessen. Voor elk thema is een toelichtend hoofdstuk opgenomen. Elk hoofdstuk heeft een vaste opbouw. Die bestaat uit: 1. Opzet van het thema 2. Praktische zaken 3. Antwoorden en tips voor de besprekingen. 4. Inhoudelijke achtergrondinformatie (indien van toepassing) 5. Didactische suggesties (opgenomen waar relevant) De handleiding is beknopt, zodat de lessen efficiënt kunnen worden voorbereid.
Inhoudsopgave
3
Werken aan je toekomst Lesproject voor Beroeporiënterende Leerweg van het MBO WERKEN AAN JE TOEKOMST is gericht op leerlingen van leerjaar 2 en 3 van het MBO (BOL). WERKEN AAN JE TOEKOMST beslaat 24 lessen van 50 minuten, die in de digitale leeromgeving Workspace worden aangeboden. Werken aan je toekomst bestaat uit: Feitelijke informatie over doorstuderen, werk en het krijgen van werk; Opdrachten voor het ontwikkelen van vaardigheden; Cases van zaken uit het dagelijkse (werk)leven; Meningsvormende onderdelen. De lessenserie is onderverdeeld in 7 thema’s: 1. Mijn toekomst. Het beeld dat de leerling zelf heeft over de toekomst vormt hierin het vertrekpunt. 2. Mijn loopbaan. De leerling legt voor zichzelf vast hoe de baan die hij/zij wenst eruit ziet. Ook wordt ingegaan op de verdiensten uit werk. 3. Mijn beroep. De leerling gaat een stap verder en oriënteert hij zich op mogelijke concrete beroepen. 4. Mijn volgende stap. Studeren of werken? In loondienst of ondernemer worden? Dat zijn de vragen waar de leerling mee aan de slag gaat. 5. Mijn baan vinden. De leerling ontdekt welke manieren er zijn om een baan te vinden en bereidt zich voor op een goede presentatie van zichzelf. 6. Mijn sollicitatiegesprek. Als vervolg op thema 5 gaat de leerling een sollicitatiegesprek voorbereiden en oefenen. 7. Mijn beloning. Hoeveel geld ontvang ik voor mijn werk en wat gebeurt er met het geld dat wordt ingehouden op mijn loon? Dit zijn de zaken waar de leerling zich in het afsluitende thema mee bezig gaat houden.
Doelstelling Zelfstandige en zelfbewuste starters! Doel van het project is de zelfredzaamheid op de arbeidsmarkt te vergroten (en daarmee op een bestendige toekomst), zodat leerlingen actief en doelgericht de arbeidsmarkt betreden. Hiervoor krijgen leerlingen kennis en vaardigheden aangereikt en wordt veel aandacht besteed aan meningsvorming. Het uitgangspunt is dat leerlingen zelf beslissen over hun toekomst.
4
Opzet Werken in de Workspace Lessen vinden plaats in de Workspace. Er wordt afwisselend klassikaal met het digibord of beamer, individueel en in groepen gewerkt. De meningsvormende onderdelen zijn klassikaal, zodat er discussie en afweging van verschillende meningen mogelijk is. Een regelmatig terugkerend onderdeel is Mijn Toekomstboek. Mijn Toekomstboek is het aantekeningenboekje of werkboek van de leerlingen. Zaken die ze willen onthouden voor hun eerste stappen op de arbeidsmarkt worden erin opgeschreven. De werkboeken zijn aan u geleverd of gratis te downloaden op www.codenamefuture.nl/werkenaanjetoekomst. Mentimeter In de lessenserie wordt de mentimeter gebruikt. Het is een stemsysteem dat via internet werkt. Leerlingen kunnen hun stem op een stelling uitbrengen via hun smartphone. Mentimeter werkt als volgt: Stap 1: Kopieer de pollvraag, bijvoorbeeld: Als ik goed ben in mijn werk, maakt het niet uit of het werk wel bij mij past. Stap 2: Ga naar www.mentimeter.com en plak de tekst in het invoerveld. Klik op de knop 'Create Question'. Stap 3: Vul de antwoorden 'Eens’ en ‘Oneens’ in bij de 'Choices'. Stap 4: Klik op 'Start presenting'. Stap 5: Onderaan staat de website waar leerlingen naar toe moeten. Zij vullen de code in op hun smartphone die bij de vraag staat. De resultaten ziet u op het digibord of projectiescherm. Didactische suggesties Klassengesprek In de lessenserie vinden regelmatig klassengesprekken plaats. Tijdens deze gesprekken bent u de facilitator. De onderlinge uitwisseling van gedachten en meningen van de leerlingen is het doel van het gesprek. Tips: 1. Ga na of het voor alle leerlingen duidelijk is waarover wordt gesproken. 2. Bewaak de tijd. 3. Zorg dat de leerlingen naar elkaar luisteren. 4. Zorg dat zo veel mogelijk leerlingen aan bod komen. 5. Vat regelmatig samen of probeer een gezamenlijke conclusie te trekken. 6. Rond het gesprek af als er geen nieuwe gezichtspunten meer worden ingebracht. Thuisopdrachten In deze lessenserie zijn vier thuisopdrachten opgenomen. De mening van ouders/verzorgers, vrienden en familie over de eigen kwaliteiten van de leerling, over de volgende stap na het MBO‐ diploma en dergelijke kunnen de leerlingen op deze manier toetsen en bespreken.
5
Organisatieschema Thema 1. Mijn toekomst
Les 1a
1b 2
2. Mijn loopbaan
1a 1b
2a 2b
3. Mijn beroep
1a 1b
2
4. Mijn volgende stap
1a
1b 2a 2b
5. Mijn baan vinden
1a
1b
6
Werkvorm Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Individueel in de Workspace Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Individueel in de Workspace Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Individueel in de Workspace Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Individueel in de Workspace Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Individueel in de Workspace Individueel in de Workspace Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Individueel in de Workspace
Benodigdheden Internetverbinding + inloggegevens voor docent Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen Internetverbinding + inloggegevens voor docent Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen Internetverbinding + inloggegevens voor docent Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen Internetverbinding + inloggegevens voor docent Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen Internetverbinding + inloggegevens voor docent Internetverbinding + inloggegevens voor docent Internetverbinding + inloggegevens voor docent Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen Internetverbinding + inloggegevens voor docent Internetverbinding + inloggegevens voor docent Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen, Werkblad T5 Check Online
2
Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm, daarna gaan leerlingen individueel aan de slag Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Individueel in de Workspace Individueel in de Workspace
3
6. Mijn sollicitatiegesprek
1a
1b
2a
2b
7. Mijn beloning
1a
1b
2a
Individueel in de Workspace
2b
Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm
7
Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Klassikaal op het digitale schoolbord of beamer met scherm Individueel in de Workspace
Internetverbinding + inloggegevens voor docent, Werkblad T5 Elevator Pitch Internetverbinding + inloggegevens voor docent, computers met internetverbinding voor alle leerlingen
Internetverbinding + inloggegevens voor docent Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen, Formulier T6 Voorbereiding van het sollicitatiegesprek Internetverbinding + inloggegevens voor docent, Formulier T6 Sollicitatie oefenen Internetverbinding + inloggegevens voor docent Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen, Werkblad T7 ‐ Salarisstrook Computers met internetverbinding + inloggegevens voor alle leerlingen, Werkblad T7 ‐ Salarisstrook Internetverbinding + inloggegevens voor docent
Praktische informatie
Aanvragen lespakket U kunt het lespakket ‘Werken aan je toekomst’ bestellen door u aan te melden via www.codenamefuture.nl/werkenaanjetoekomst onder het tabblad ‘Aanmelden’. Hierin staat ook beschreven hoe u de leerlinggegevens dient op te sturen. Codename Future levert in schooljaar 2013‐2014 ondersteuning bij de invoering van het project. Codename Future Zeestraat 71 2518 AA Den Haag 070 – 302 47 70
[email protected]
Inlogprocedure Het inloggen in de les gaat als volgt: 1. Ga naar www.codenamefuture.nl 2. Vul gebruikersnaam en wachtwoord in, rechtsboven in venster 3. Ga naar het tabblad ‘School’ 4. Ga naar het lesarrangement ‘Werken aan je toekomst' 5. Klik op de lestitel om de les te openen Workspace‐tips De les opent altijd op de plaats waar je de vorige keer gebleven was. Leerlingen (en u ook) kunnen hun wachtwoord (niet hun gebruikersnaam) wijzigen via > Persoonlijk > Instellingen > Wachtwoord wijzigen. Bureaublad van de leeromgeving wijzigen? > Persoonlijk > Instellingen > Workspace. Is een leerling het wachtwoord vergeten? U kunt het als docent altijd terugvinden: > Organisatie > Gebruikers > naam invullen > Zoeken
8
Thema 1:
Leerdoelen
Leerling weet wat zijn/haar doelen voor de toekomst zijn. Leerling is zich bewust van het feit dat mensen verschillen en dat daarmee hun doelen in het leven niet hetzelfde zijn. Leerling weet dat je zelf invloed hebt op je toekomst.
Opzet Les 1a (digibord) 1. Werken aan mijn toekomst
Oriëntatie op de lessenserie Werken aan je toekomst.
Klassikaal
2. Mijn toekomst
Oriëntatie op thema 1, Mijn toekomst
Klassikaal
Om de meningen te peilen maakt u gebruik van mentimeter. Les 1b
1. Mijn Droom
De leerling kiest hoe zijn/haar leven er over 10 jaar uitziet. Doel is de leerling te laten nadenken over zijn/haar toekomst. In les 2 worden deze gegevens gebruikt.
Individueel
1. Introductie
Oriëntatie op les 2
Klassikaal
2. Mijn toekomst in eigen hand
In deze les bekijken de leerlingen de wensen voor de toekomst die in de klas leven. Duidelijk wordt dat niet iedereen hetzelfde wil bereiken. Dat betekent dat elke leerling de weg naar de toekomst in eigen hand moet nemen.
Klassikaal
3. Mijn droom waarmaken
De levenshouding van de leerling wordt Klassikaal bepaald aan de hand van een test. De Deels via resultaten en de consequenties van de houding
Les 2 (digibord)
9
Input uit les 1b
4. Mijn Toekomstboek
worden besproken.
mentimeter
De leerlingen vullen Mijn Toekomstboek in.
Individueel
Praktische zaken Thema 1 Les 1
Les 2
Vooraf
Gebruik van mentimeter voorbereiden
Tijdens
Mentimeter invullen
Vooraf
Mijn Toekomstboek klaarleggen Gebruik van mentimeter voorbereiden Mentimeter invullen
Tijdens
Antwoorden en tips voor de besprekingen
10
Les 1a,
Voor een toelichting op de themalijst kunt u gebruik maken van onderstaande korte toevoegingen.
1.c
1.
Les 1a, 2.b
Mijn toekomst. Hoe wil je dat jouw toekomst eruit gaat zien en wat doe je om dat te bereiken? 2. Mijn loopbaan. Wat is voor jou de ideale baan? 3. Mijn beroep. Welk beroep past het beste bij jouw? 4. Mijn volgende stap. Wat is jouw volgende stap nadat je je examen hebt behaald? 5. Mijn baan vinden. Hoe kom je aan een baan en hoe zorg je dat je goed voor de dag komt? 6. Mijn sollicitatiegesprek. Hoe voer ik een goed sollicitatiegesprek? 7. Mijn beloning. Hoeveel geld ontvang ik voor mijn werk en wat gebeurt er met het geld dat wordt ingehouden op mijn loon? Geef korte toelichting.
Les 1a, 2.c
Geef korte toelichting.
Les 1a, 2.d
Leg het gebruik van mentimeter uit.
Les 1a, 2.e
Je hebt wel degelijk invloed op je toekomst. Ga op zoek naar enkele leerlingen die het met de stelling eens zijn en laat ze hun mening toelichten. Vraag vervolgens aan de klas om te reageren. Sluit de uitwisseling van meningen met de conclusie dat nadenken over je toekomst zin heeft.
Les 1a, 2.f
Leerlingen hebben vaak een te optimistisch beeld van hun toekomstperspectief. 65% van de afgestudeerde MBO’ers zoekt langer dan 3 maanden naar een baan. 11% van de afgestudeerde MBO’ers is na 1,5 jaar nog werkloos.
Les 1a, 2.g
De motivatie voor de keuze is bij deze stelling interessanter dan de keuze zelf.
Les 1a, 2.h
De motivatie voor de keuze is bij deze stelling interessanter dan de keuze zelf. Als de meerderheid van de klas het met de stelling eens is, kunt u de discussie verbreden door in te brengen dat werk een belangrijke bijdrage levert aan het gevoel iets te betekenen voor de samenleving.
Les 1a, 2.i
Alleen Pim had een duidelijk beeld van zijn toekomst.
Les 1b, 1c
Leerlingen maken opdracht 1 en 2 in het Toekomstboek.
Les 2, 1.a t/m 1.c
Het is de bedoeling dat duidelijk wordt dat ieder mens een eigen beeld heeft van de gewenste toekomst.
Les 2, 2.b
Leerlingen maken opdracht 3 in het Toekomstboek.
Les 2, 2.c
Dit is een open bespreking. Doel is dat elke leerling voor zichzelf conclusies trekt over hoe hij/zij dingen het beste kan aanpakken.
Les 2, 2.e
Doel is dat de leerlingen zich realiseren dat ze invloed hebben op hun eigen toekomst.
Les 2, 3.a
Leerlingen maken opdracht 4 in het Toekomstboek.
11
Thema 2:
Leerdoelen
Leerling weet welke eisen hij/zij stelt aan werk Leerling heeft duidelijk wat voor type werk hij/zij wil gaan doen. Leerling weet dat de ambities die in het leven bereikt kunnen worden, afhangen van zijn/haar beroepscarrière.
Opzet Les 1a 1. Introductie
Oriëntatie op het thema Mijn loopbaan
Individueel
2. Eisen aan mijn werk
De leerling bepaalt welke eisen hij/zij stelt aan werk.
Individueel
De leerlingen wisselen via stellingen uit wat zij belangrijk vinden aan werk. Via een groepsopdracht bedenken ze hoe ze kunnen zorgen dat het werk voldoet aan hun wensen.
Klassikaal en in groepjes van 2 à 3.
Les 1b (digibord) 3. Mijn loopbaan
Deels met gebruik van mentimeter.
Les 2a 1. Wat ik kan met mijn opleiding
De leerling stelt vast welk beroep hem/haar het Individueel meeste aanspreekt. In thema 3 wordt daar uitgebreider op ingegaan.
2. Check jouw toekomstdroom
De leerling bekijkt of het werk dat hij/zij wil gaan doen voldoende geld oplevert om zijn/haar toekomstdroom te realiseren.
Individueel
De leerlingen wisselen meningen over hun droombaan, de inkomsten die ze daarmee kunnen verdienen en de gevolgen voor hun toekomstdroom.
Klassikaal
Les 2b (digibord) 3. Uitgaven en inkomsten
12
Individuele opdracht met 'geeltjes'
Praktische zaken Thema 2 Les 1
Les 2
Vooraf
Flipovervellen, crêpetape of plakband en viltstiften klaarleggen
Tijdens Vooraf
Mentimeter invullen Organisatie bij les 1b, onderdeel 1.f Geeltjes klaarleggen
Tijdens
Organisatie bij les 2b, onderdeel 1.d
Antwoorden en tips voor de besprekingen Les 1a, 2b
Leerlingen maken opdracht 1 in het Toekomstboek.
Les 1b, 1b
Pim is positief, hij is bij zijn vader gaan werken en wist wel wat hij kon verwachten. Robert‐Jan vindt zijn eerste baan leuk, maar ook een uitdaging, b.v. bij contacten met de klant. Acquisitie is soms wel lastig.
Les 1b, 1.c ‐ 1.e
Zie inhoudelijke achtergrondinformatie.
Les 1b, 1.f
Deze paragraaf vraagt een strakke organisatie. De tijd is beperkt. Werk volgens een tijdschema. Het schema zou er als volgt uit kunnen zien: 1 minuut
Indelen in groepjes
2 minuten
Brainstorm in groepjes
1 minuut
Flipovervellen invullen
1 minuut
Vellen van andere groepjes lezen
5 minuten
Klassengesprek.
Informeer de klas regelmatig over het tijdsverloop. Les 1b, 1.f
Les 1b, 1.f Les 1b, 1.g
13
Opdracht: Hoe ga ik zorgen dat mijn werk voldoet aan mijn eisen? U kunt de leerlingen tips geven waar ze aan kunnen denken: de organisatie waar je gaat werken de mensen met wie je gaat werken je eigen instelling de inhoud van het werk dat je gaat doen opleiding en ervaring de werkomgeving Leerlingen maken opdracht 2 en 3 in het Toekomstboek. Een droombaan in het algemeen bestaat niet. Je kunt wel streven naar je persoonlijke droombaan.
Les 1b, i.h
Volgens Pim is zijn huidige baan een droombaan, want hij doet wat hij leuk vindt. Volgens Robert‐Jan is een droombaan een baan waar je veel plezier en energie uit kunt halen.
Les 2a, 1g
Leerlingen maken opdracht 4 en 5 in het Toekomstboek.
Les 2b
Zie inhoudelijke achtergrondinformatie.
Les 2b, 1d
Leerlingen maken opdracht 6 in het Toekomstboek.
Inhoudelijke achtergrondinformatie Eisen aan een baan In 2012 heeft onderzoeksbureau Aetios in opdracht van Manpower een online (representatief) onderzoek gedaan onder 1.240 mannen en vrouwen in de leeftijd van 18 t/m 25 jaar over werk. In dit onderzoek is gevraagd naar de eisen die jongeren stellen aan een leidinggevende. De resultaten staan in de grafiek. Deze resultaten kunt u gebruiken bij de bespreking van les 1b, onderdeel 1.e.
Ook is gevraagd wat jongeren belangrijk vinden in een baan. De beantwoording gaf het volgende beeld.
Wat vind je belangrijk in een baan? (in %)
14
Goede werksfeer
52,5
Leuke collega’s
45,6
Een eerlijk salaris
41,9
Doorgroeimogelijkheden
31,5
Zekerheid (in de vorm van een vast contract)
30,4
Veel afwisseling in het werk
27,3
Uitdaging
26,8
Werk dat goed te combineren is met privéleven
23,9
Opleidingsmogelijkheden
22,3
Flexibele werktijden
22,1
Een hoog salaris
21,3
Voldoende tijd overhouden voor mijn vrienden en familie
17,7
Gelijkheid onder collega’s (weinig hiërarchie)
17,7
Duidelijke instructies over wat ik moet doen
17,7
De onderzoekers concludeerden dat sociale factoren een belangrijker rol spelen dan materiële zaken. De resultaten kunt u gebruiken bij de bespreking bij les 1b, onderdeel 1.e. Het onderzoek heeft zich ook gericht op allerlei andere aspecten van werk, zoals het verwerven van een baan en ideeën over een carrière. Het onderzoeksrapport is te downloaden op: http://www.manpower.nl/3926743/Download.html. Verdiensten versus wensen In les 2a, hoofdstuk 2 gaan de leerlingen bekijken in hoeverre hun wensen passen bij hun toekomstdroom. Het berekenen van het netto‐inkomen vindt op basis van het bruto uurloon dat opgegeven is op mbostart.nl. Door toeslagen en persoonlijke omstandigheden kunnen de netto inkomsten echter hoger en soms ook lager zijn. Voor het berekenen van de kosten is gebruik gemaakt van gegevens van het Nibud, Autoweek, NS, NVM, Hypotheekkater, Hypoyheekrente.nl en Rijksoverheid. Gegevens zijn geïnterpreteerd om tot een uitgavenberekening te komen. Toeslagen zijn niet meegenomen. Nadat het rekenmodel is samengesteld is het getoetst. Het model blijkt een redelijke weergave van de situatie te geven. De uitslag benadert de realiteit, maar heeft geen 100% betrouwbaarheid.
15
Thema 3:
Leerdoelen
Leerling weet dat verschillende beroepen verschillende kwaliteiten vragen. Leerling kent zijn/haar eigen kwaliteiten.
Opzet Les 1a 1. Mijn beroep
Oriëntatie op het thema.
Individueel*
2. Wie ben ik?
De leerling bepaalt welke eigenschappen in het werk hij/zij belangrijk vindt voor het beroep van zijn/haar keuze. Ook stelt de leerling vast welke karaktereigenschappen hij/zij inbrengt in werk.
Individueel*, *) Les 1a, onderdeel 1 en 2.a kunnen ook klassikaal worden gedaan. Hierdoor kan dieper ingegaan worden op de beroepskeuze.
De leerling vormt een mening over passend werk.
Klassikaal
De leerling stelt vast welke kwaliteiten hij/zij heeft.
Klassikaal
Les 1b (digibord) 3. Mijn beroep
Les 2 (digibord) 1. Wat kan ik?
Opdrachten individueel en in tweetallen
Praktische zaken Thema 3 Les 1
16
Vooraf
Geen
Tijdens
Mentimeter invullen
Les 2
Vooraf
Tijdens
A4‐tjes en pennen en gekleurde stiften klaarleggen voor opdracht 2.d. Uitdelen materialen voor opdracht 2.d., Mentimeter invullen.
Antwoorden en tips voor de besprekingen Les 1a, 2.a
Als u dit onderdeel klassikaal doorneemt, zorg dan in het klassengesprek veel verschillende meningen aan bod komen. De vraag is wat ze in de verschillende beroepen het meeste aanspreek. Vaak bestaat de neiging om juist de negatieve kwaliteiten van beroepen te noemen die ze niet leuk vinden. Probeer te focussen op de positieve kwaliteiten van de verschillende beroepen.
Les 1a, 2.b
Leerlingen maken de test ‘Leer jezelf kennen’ een test naar type werknemer en welk soort beroep het beste bij je past op www.expeditiework.nl van het UWV en plakken de uitslag van de test bij opdracht 1 in het Toekomstboek.
Les 1a, 2.e
Leerlingen maken opdracht 2 in het Toekomstboek.
Les 1b, 1.c
In de reactie op deze stelling is het van belang wat er verstaan wordt onder: ‘maakt het niet uit’. Gaat het om de kwaliteit van het werk dan kan de stelling kloppen. Kijk je naar het plezier in werk, dan zijn de meesten het met de stelling oneens.
Les 1b,
Met meer werkervaring kun je je werk beter doen. De kwaliteit van het werk gaat omhoog. Het kan zijn dat het plezier in het werk dan ook omhoog gaat. Het kan echter ook zijn dat je wel beter wordt in je werk, maar dat je er geen plezier uithaalt. In dat geval zul je het niet eens zijn met de stelling.
1.d Les 1b, 1.e
Hier zijn de argumenten voor‐ of tegen de stelling van belang. U kunt de vraag voorleggen of de mate waarin je baan bij je past invloed heeft op de droomtoekomst zoals ze deze in de eerste les hebben benoemd.
Les 2, 1.b
Zorg dat de lijst van goede en minder goede kwaliteiten ongeveer even lang is.
Les 2, 1.d
Leerlingen maken opdracht 3 in het Toekomstboek.
Les 2, 2.b
Vanuit de praktijk van werk blijkt dat deze stelling niet juist is. Werken doe je niet alleen. Om de kwaliteiten van iedereen in een team zo goed mogelijk te gebruiken, wordt de kwaliteit van het werk van het team beter. Daarvoor is het nodig dat je elkaars kwaliteiten kent. Om te kunnen beslissen over een nieuwe stap in je carrière moet je leidinggevende weten welke kwaliteiten je in huis hebt.
Les 2, 2.d
Leerlingen gaan een mindmap maken. Zie onderstaande achtergrond informatie hierover.
Les 2, 2.e
Leerlingen maken opdracht 4 in het Toekomstboek.
Didactische suggesties Mindmappen Mindmappen is een manier om aantekeningen te maken. Het gaat om een combinatie van schrijven en tekenen. Mindmappen sluit beter aan bij de manier waarop je hersenen informatie opslaan. Hierdoor onthoud je aantekeningen beter. Door meerdere kleuren, plaatjes en verbindingen te maken leg je sterkere associaties aan. Het geheugen werkt voornamelijk door associaties. Verder is mindmapping een prima techniek om structuur en overzicht aan te brengen tijdens een brainstorm of om nieuwe onderwerpen uit te diepen.
17
Thema 4:
Leerdoelen
Leerling kent de mogelijkheden die er zijn als vervolg op het examen. Leerling heeft bepaald wat de volgende stap wordt na het examen.
Opzet Les 1a (digibord, klassikaal) 1. Mijn volgende stap
Introductie op het thema Mijn volgende stap
Klassikaal
2. MBO’ers aan het woord Les 1b (individueel)
De positie van de MBO’er in de maatschappij.
Klassikaal
3. Baankansen voor MBO’ers
De leerling zoekt uit wat de baankansen zijn van beroepen waarvoor de leerling wordt opgeleid.
Individueel
4. Werken als zelfstandig ondernemer Les 2a (individueel)
De leerling bekijkt of het zelfstandig ondernemerschap bij hem/haar past.
Individueel
1. Doorstuderen
De leerling oriënteert zich op de mogelijkheid om Individueel door te studeren op MBO of HBO.
Les 2b (digibord, klassikaal) 2. Doorstuderen (vervolg)
De leerling oriënteert zich op de mogelijkheid om Klassikaal door te studeren op MBO of HBO.
3. Mijn keuze
Scholing blijft nodig omdat de wereld steeds verandert.
Thuisopdracht A Laat leerlingen Thuisopdracht A maken uit Mijn toekomstboek.
Praktische zaken Thema 4
18
Klassikaal
Les 1
Vooraf Tijdens
Les 2
Tijdens
Vellen a3‐papier klaarleggen en verschillende kleuren viltstiften voor opdracht 2.b van les 1a. Mentimeter invullen Opdracht 2.b: materialen uitdelen. Mentimeter invullen
Antwoorden en tips voor de besprekingen Les 1a, 2.a
De 3,1 miljoen MBO’ers leveren een grote bijdrage aan het BNP en aan de positieve handelsbalans van Nederland. MBO’ers kunnen trots zijn op hun rol in de Nederlandse samenleving.
Les 1.a, 2.b
Laat leerlingen zelf een affiche bedenken voor hun opleiding.
Les 1.a, 2.d
De leerlingen op BBL en BOL‐DT zijn naast hun studie in de praktijk aan het werk. Na hun afstuderen gaan zijn vervolgens in dezelfde baan voltijdswerken. HBO in deeltijd is een lastiger en daardoor minder aantrekkelijk traject.
Les 1.a, 2.f
Dit onderwerp is eerder bij thema 1 aan de orde geweest. 65% van de afgestudeerde MBO’ers zoekt langer dan 3 maanden naar een baan. 11% van de afgestudeerde MBO’ers is na 1,5 jaar nog werkloos. Zie ook de tabel bij de inhoudelijke achtergrondinfomatie van thema 1.
Les 1.a, 2.g
Gian heeft weinig aan zijn opleiding gehad, hij is een MBO‐opleiding gaan volgen in een andere richting.
Les 1.b, 1.c
Ze hadden geen van beide een idee van hun baankansen. Pim zat zo'n € 250,= te laag.
Les 1.b, 2.a
Een ondernemer moet het volgende zelf regelen:
Administratie Bedrijfsverzekeringen Belastingen Betalingen verrichten BTW afdracht Facturen versturen en inkomsten controleren Inkoop Opvangen arbeidsongeschiktheid Pensioen Scholing Vakantiegeld Werven van klanten Vaak genoemde voordelen van ondernemerschap:
Les 1b, 2.c
19
Betere verdiensten (voor groot deel van de ZZP’ers geldt dat niet) Ruimte voor talent en zelfontplooiing Uitdaging Vrijheid Zelf balans tussen werk en privé bepalen Zelf inhoud en uitvoering van werk bepalen De test bepaalt in hoeverre iemands karaktereigenschappen passen bij die van een ondernemer. Dat bepaalt de potentie voor ondernemerschap. Hiermee is niet gezegd dat iemand een succesvol
ondernemer wordt. Daarvoor zijn nog een andere kwaliteiten nodig. Les 1b, 2.d
Leerlingen maken opdracht 1 in het Toekomstboek.
Les 2a, 1.f
Leerlingen maken opdracht 2 in het Toekomstboek.
Les 2b, 1.b
In de video noemen de leerlingen als redenen om door te studeren:
Les 2b, 1.e
Ik wil nog niet werken Meer kansen op een betere baan Specialiseren Verrijking voor jezelf Studeren is leuk In de video worden als verschillen genoemd:
Les 2b, 2.c
Veel zelf uitvinden Veel literatuur Weinig begeleiding Meer inzet gevraagd Studenten zijn serieuzer Zelfstandig werken Docenten minder dicht bij de praktijk Lessen op een hoger niveau Docenten zijn losser Ook tijdens je werkzame leven moet je je blijven ontwikkelen, omdat er nieuwe technieken, werkwijzen en beroepen ontstaan. Het is noodzakelijk van de nieuwste kennis en inzichten op de hoogte te blijven. Zie ook 2d.
Les 2b, 2.d
De vaardigheden voor de toekomst zijn beschreven bij 'Inhoudelijke achtergrondinformatie'.
Les 1b, 2.e
Leerlingen maken Thuisopdracht A in het Toekomstboek met hun ouders.
Inhoudelijke achtergrondinformatie Onderstaande tabel geeft data die u kunt inbrengen bij de discussie bij Les 1a, onderdeel 2.f.
Het onderstaande lijstje 'vaardigheden voor de nieuwe vakman/‐vrouw' is opgesteld door TNO.
20
U kunt het gebruiken bij Les 2b, onderdeel 2d.
Zelfsturend leren Motivatie Tijd en moeite willen steken in het beter worden in je werk. Werkreflectie Nadenken over hoe goed je bent in je werk. Zelfreflectie Nadenken over de manier waarop jij beter kunt worden in je werk. Leerstrategieën Persoonlijke leerdoelen stellen en acties plannen om die doelen te bereiken. Samenwerkend leren Anderen helpen beter te worden in hun werk. Hulp vragen aan anderen om beter te worden in jouw werk. Geloof in eigen kunnen Het vertrouwen dat je je werk goed doet en dat je nog beter kunt worden in je werk. Eigen regie Zelf bepalen wat je beter wil doen in je werk en zelf bepalen hoe, waar, wanneer en met wie je daaraan wilt werken.
Netwerkvaardigheden Eigen netwerk opbouwen Contact leggen met anderen (binnen en buiten je organisatie) om beter te worden in je werk. Netwerk onderhouden Contact houden met mensen uit je netwerk, ook als je ze nu niet nodig hebt. Bijdragen aan netwerk Jouw kennis met anderen uit je netwerk delen, ook op eigen initiatief. Gebruiken van netwerk Goed kunnen inschatten wat je aan anderen uit je netwerk hebt en gebruik maken van hun kennis en kunde om beter te worden in je werk.
E‐skills E‐skills algemeen Computervaardigheden zoals e‐mailen en informatie van internet opslaan en bewaren. E‐skills informatie Informatie op internet kunnen opzoeken, weten of deze informatie nuttig en betrouwbaar is en de informatie kunnen delen met anderen. Mensen op internet kunnen vinden, weten of deze mensen nuttig en betrouwbaar zijn en contact kunnen leggen met anderen via internet.
21
Thema 5:
Leerdoelen
Leerling kent de verschillende kanalen voor het vinden van een baan. Leerling weet aan welke eisen een goede persoonlijke presentatie moet voldoen en kan deze toepassen. Leerling kan een CV opstellen.
Opzet Les 1a (digibord) 1. Mijn baan vinden
Introductie op het thema Mijn baan vinden.
2. Een baan vinden
De verschillende ingangen voor het vinden van een baan komen aan de orde:
Klassikaal
Persoonlijk netwerk Social media Persoonlijk benaderen Internet Uitzendbureaus
Klassikaal Opdracht in groepen van 3
Les 1b 3. Een baan vinden (vervolg)
De verschillende ingangen voor het vinden van een baan komen aan de orde.
Individueel
De leerling leert zich op de juiste manier te presenteren via een elevator pitch.
Klassikaal
De leerling stelt stap voor stap een CV samen
Klassikaal, 1.h: individueel
Les 2 (digibord) 1. Mijn presentatie
Opdracht individueel
Les 3 (digibord) 1. Mijn curriculum vitae
22
Praktische zaken Thema 5 Les 1
Les 2
Tijdens
Invullen Mentimeter
Groepsindeling bij onderdeel 2.c van les 1a.
Vooraf
Reproduceren werkblad Mijn Elevatorpitch
Tijdens
Tijdsbegeleiding bij opstellen elevator pitch (3.5)
Antwoorden en tips voor de besprekingen Les 1a, 2.a
De inventarisatie is bedoeld als oriëntatie op het thema.
Les 1a, 2.b
Optie 2(via relaties in je netwerk) is verreweg het meest succesvol.
Les 1a, 2.c
Leerlingen maken opdracht 1 en 2 in het Toekomstboek.
Les 1b, 1.b
Leerlingen maken opdracht 4 in het Toekomstboek.
Les 1b, 1.e
Leerlingen maken het werkblad T5 ‐ Les 1b ‐ Werkblad Check online.
Les 1b, 1.k
Leerlingen maken opdracht 3 in het Toekomst (ze printen een vacature uit en plakken dit in het Toekomstboek).
Les 1b, 1.l
Leerlingen maken Thuisopdracht B en C in het Toekomstboek.
Les 2, 1.g
Het opstellen van de elevator pitch is voor de leerlingen een lastige opdracht. Houd de klas op de hoogte van het tijdsverloop. Er is voor het geheel 30 minuten beschikbaar. Zorg dat de opdracht in deze tijd wordt uitgevoerd. De elevator pitch wordt opgenomen met de smartphone van degene die de elevator‐pitch houdt. Hierdoor blijft de leerling zelf de beschikking houden over het filmpje. Leerlingen gebruiken hiervoor het formulier: T5 ‐ Les 2 ‐ Werkblad Elevator Pitch.
Les 2, 1.h en De positieve punten van deze elevator pitch worden genoemd. Natuurlijk kunt u ook vragen op welke 1.i punten er verbeteringen mogelijk zijn. Zorg echter dat de positieve feedback overheerst. Les 1b, 1.i
Leerlingen maken opdracht 5 in het Toekomstboek.
Les 3, 1.b
Een CV is belangrijk, want:
Les 3, 1.d
23
Het is je visitekaartje Het is voor een onbekende de eerste kennismaking met jou De eerste keuze wordt op basis van het CV gemaakt Het is een kans voor iemand om je goed te presenteren Het geeft de mogelijkheid om te laten zien wat je kunt. Door andere relevante activiteiten te beschrijven, zoals werkervaring bij stage en vrijwilligerswerk.
Les 3, 1.e
Het selectiecriterium is of het belangrijk is voor het werk. Voor een conducteur is de ervaring als scheidrechter belangrijk, voor een technisch tekenaar niet.
Les 3, 1.f
De trend is terughoudend te zijn met het opnemen van hobby’s in je CV. Ook hier geldt dat het van belang moet zijn voor het werk. Modelbouw is bijvoorbeeld nuttig voor een analist, want uit die hobby
blijkt dat de fijne motorische vaardigheden goed zijn ontwikkeld. Voor de sollicitatie op de functie van asfaltmachinist is deze hobby niet van belang. Les 3, 1.i
Leerlingen maken opdracht 6 in het Toekomstboek.
Inhoudelijke achtergrondinformatie De manier waarop jongeren werk zoeken is in het eerder genoemde onderzoek van Aetios in opdracht van Manpower ook onderzocht. De resultaten staan in de tabel.
Als je werk zoekt, welke acties onderneem je dan? (in %) Ik zoek naar vacatures op internet
81,5
Ik zoek naar vacatures in kranten
55,3
Ik schakel mijn netwerk in (vertel mensen dat ik werk zoek)
51,9
Ik ga naar een uitzendbureau
50,6
Ik bedenk wat voor soort werk ik wil doen en benader bedrijven waar ik dat werk zou kunnen doen
50,6
Ik meld mijn cv aan bij jobboards/vacaturesites
46,6
Ik zoek naar vacatures in vakbladen
36,9
Ik bedenk op welke manier ik wil werken en benader bedrijven die dat bieden
32,3
Ik ga naar een UWV Werkbedrijf
22,8
Ik bedenk wat voor sfeer ik op het werk wil en benader bedrijven die daaraan voldoen
22,7
Ik zorg dat ik een mooi profiel op LinkedIn, Facebook en/of Hyves heb
18,7
Ik gebruik Twitter
11,2
Ik ga op zoek naar projecten die ik als freelancer/zelfstandige kan uitvoeren
11,1
Ik meld me aan bij LinkedIn Groups die interessant voor me zijn
8,0
De effectiefste methode is via relaties. Meer dan de helft van de jongeren doet dit.
24
Thema 6:
Leerdoelen
Leerling is in staat een sollicitatiegesprek voor te bereiden en te voeren.
Opzet Les 1a (digibord) 1. Mijn sollicitatiegesprek 2. Solliciteren
Oriëntatie op het thema
Klassikaal
Aandachtspunten tijdens een sollicitatiegesprek Klassikaal worden besproken.
Les 1b 3. Mijn sollicitatie‐ vaardigheden
De leerling stelt vast welke sollicitatievaardigheden hij/zij bezit.
Individueel
1. Mijn sollicitatie‐ gesprek Les 2b (digibord)
De leerling bereidt een gesprek voor.
Individueel
2. Mijn sollicitatie‐ gesprek (vervolg)
In twee rollenspellen wordt een sollicitatiegesprek geoefend.
Klassikaal
3. Mijn Toekomstboek
De leerling legt zijn/haar aandachtpunten voor een toekomstig sollicitatie gesprek vast.
Individueel
Les 2a
Opdracht in groepen van 6
Praktische zaken Thema 6
25
Les 1
Tijdens
Invullen mentimeter
Les 2
Vooraf
Regelen dat er voldoende groepsruimtes zijn
Tijdens
Groepjes begeleiden tijdens het oefenen van het sollicitatiegesprek
Antwoorden en tips voor de besprekingen Les 1a, 2.a
Goede voorbereiding zorgt ervoor dat het gesprek beter verloopt.
Les 1a, 2.b
De kans is groot dat je uiteindelijk niet kan waarmaken wat je hebt gezegd. Dat is dus onverstandig.
Les 1a, 2.c
Jezelf blijven is belangrijk, maar ook de beste kant van jezelf laten zien.
Les 1b, 1.b
Leerlingen doen de training ‘Jouw sollicitatieskills’ op de website ExpeditieWork.nl van het UWV.
Les 2a, 1.b
Leerlingen gebruiken de vacature die ze hebben gezocht bij opdracht 3 van Thema 5. Als zij dit thema niet hebben gedaan, kunnen ze een vacature vinden online.
Les 2a, 1.c
Leerlingen vullen formulier T6 ‐ Les 2a ‐ Formulier Voorbereiding van het sollicitatiegesprek in.
Les 2a, 1.d
Leerlingen maken opdracht 1 in het Toekomstboek.
Les 2b, 1.b
Loop langs de verschillende groepen om te kijken of het proces goed verloopt. Zie de didactische suggesties voor meer informatie over het rollenspel. Leerlingen gebruiken het formulier T6 ‐ Les 2b ‐ Formulier Sollicitatie oefenen.
Les 2b, 1.d
Leerlingen maken opdracht 2 en 3 in het Toekomstboek.
Didactische suggesties Feedback Het geven van feedback is best lastig. Voorkomen moet worden dat de persoon die de feedback ontvangt negatieve gevoelens overhoudt aan de feedback of punten te horen krijgt die onveranderbaar zijn. Handhaaf daarom de regels voor het geven van feedback: Benoem positieve punten en punten die verbeterd kunnen worden. Geeft meer positieve dan verbeterpunten. Zeg wat je gezien hebt, dus beschrijf het gedrag. Geef geen interpretatie. ‘Ik denk dat je het niet leuk vond’ is niet gewenst. ‘Ik zag dag je ineens wegkeek, wat was eraan de hand?’ is prima. Geef je adviezen in de ik‐vorm. ‘Ik zou het zo en zo doen.’ Het maakt duidelijk dat dat jouw mening is.
26
Thema 7:
Leerdoelen
Leerling weet hoe een salarisstrook in elkaar zit Leerling vormt zich een mening over het sociale stelsel in Nederland.
Opzet Les 1a (digibord) 1. Mijn beloning
Oriëntatie op het thema
Klassikaal
Uitleg over de begrippen en bedragen op de salarisstrook.
Individueel
1. Mijn salarisstrook (vervolg 2) Les 2b (digibord)
idem
Individueel
2. Sociale zekerheid
Uitleg over het sociale stelsel in Nederland en meningsvorming hierover.
Klassikaal
Leerlingen evalueren adhv stellingen hun droom uit thema 1. Daarna is er klassikaal een opdracht om hun voornemens in kaart te brengen.
Klassikaal
Les 1b 2. Mijn salarisstrook
Les 2a (digibord)
3. Afsluiting project
Praktische zaken Thema 7 Les 1
Les 2
27
Vooraf
Reproduceren van werkblad ‘Mijn salarisstrook’
Tijdens
Invullen Mentimeter
Vooraf
Flipovervellen en viltstiften klaarleggen
Opdracht in tweetallen.
Tijdens
'Geeltjes' (post it) klaarleggen Invullen Mentimeter
Antwoorden en tips voor de besprekingen Les 1a, 1.c
De inventarisatie is bedoeld als oriëntatie op het thema. Van het brutoloon gaat pensioenpremie en loonheffing af. De loonheffing bestaat uit belastingen en premies voor volksverzekeringen. Van belastingen worden alle collectieve voorzieningen gerealiseerd. Sociale premies worden afgedragen voor AOW, AWBZ (bijzondere ziekten kosten) en ANW (nabestaanden uitkering).
Les 1b, 1.b
Leerlingen maken de vragen adhv T7 ‐ Les 1b en 2a ‐ Werkblad Salarisstrook
Les 1b, 1.c
Het goede antwoord is € 1.348,95 € 1.225,45 = fout, Tessa krijgt ook een reiskostenvergoeding, die moet hier nog bij worden opgeteld. € 1.500,00 = fout, dit is het brutosalaris. € 1.948,95 = fout, dit is het nettoloon plus vakantiegeld. Het vakantiegeld krijgt Tessa een keer per jaar in juni uitbetaald.
Les 1b, 1.d
Voltijdbaan
Les 1b, 1.e
De inhoudingen zijn loonheffing en pensioenpremie
Les 1b, 1.f
De pensioenpremie is een inhouding. Het bedrag € 48,80 staat in de kolom Inhoudingen bij Loonberekening. Iedereen krijgt na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd AOW. Het pensioen dat via de werkgever wordt gespaard is een aanvulling op de AOW. Daarom wordt voor de berekening van de pensioenpremie van het loon de huidige AOW ‐uitkering afgetrokken. Over het restant (€ 580,95) wordt de pensioenpremie van 8,4% berekend.
Les 1b, 1.g
Let op: In de video wordt ook gesproken over het aanvullende pensioen. Dat is het bedrag dat bovenop de AOW èn het pensioen via de werkgever komt. Les 1b, 1.h
28
Het heffingsloon zou dan € 1.415 zijn geweest, namelijk haar brutosalaris min de pensioenpremie = € 1.500,00 ‐ € 85,00 = € 1.1415,00.
Les 1b, 1.i
Het heffingsloon waarover Tessa loonheffing moet betalen is € 1451,20 min € 710,= is € 741,20. De loonheffing is 37% van het bedrag waarover belastingen en premies voor volksverzekeringen wordt berekend. Dat is 0,37 x € 741,20 = € 274,24.
Les 1b, 1.j
Belastingen zijn 5,85% van het bedrag waarover belastingen en sociale premies wordt berekend. Dat is 0,0585 x € 741,20 = € 43,36. 1. ANW
Les 1b, 1.n
2. AOW 3. AWBZ Les 1b, 1.o
Op de uitslag komen we in paragraaf 3.2 terug.
Les 2a, 1.b
Leerlingen gebruiken voor deze vragen T7 ‐ Les 1b en 2a ‐ Werkblad Salarisstrook Antwoord: € 2077,= min € 1.500,= is € 577,= Hierop komen we in paragraaf 3.3 terug.
Les 2a, 1.d Les 2b, 1
Uit workshops van TNO met leerlingen van het MBO, blijkt dat leerlingen het stelsel van sociale zekerheid in eerste instantie duur, oneerlijk en onrechtvaardig vinden. Er is weinig animo om voor anderen te betalen. Ook vinden veel leerlingen dat ze het zelf wel kunnen regelen. Na uitleg is er vaak meer draagvlak voor solidariteit en collectiviteit. Dit hoofdstuk is bedoeld om argumenten voor en tegen het Nederlandse sociale zekerheidsstelsel op een rijtje te krijgen, waardoor leerlingen tot een beter afgewogen oordeel kunnen komen.
Les 2b, 1.g
Leerlingen maken de Thuisopdracht E van thema 7.
Les 2b, 2.a
Leerlingen pakken Mijn toekomstboek erbij om de toekomstdroom die ze in Thema 1 hadden samengesteld nog eens te bekijken. Laat ze vervolgens kiezen welke uitspraak meer waar is voor ze. Laat de leerlingen toelichten waarom ze voor dat antwoord gekozen hebben.
Les 2b, 2.b
Deel aan de leerlingen de geeltjes uit en vraag ze hun voornemens op te schrijven. Zorg voor ruimte in de klas, zodat ze rond kunnen lopen. Als leerlingen elkaars geeltjes gelezen hebben, kunt u de opdracht afronden. Leerlingen maken opdracht 1 van het Toekomstboek.
Inhoudelijke achtergrond informatie Hoe leer ik de leerling hun loonstrook te lezen? Wat staat er allemaal op? Hier de belangrijkste termen op een rijtje:
29
Brutoloon
Dit is het afgesproken loon.
Pensioenpremie
Dit is de premie die betaald wordt om pensioen op te bouwen. Deze premie is niet gebaseerd op het brutoloon, maar op het brutoloon minus AOW. Iedereen ontvangt immers na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd AOW. Er hoeft dus alleen gespaard te worden voor het deel dat bovenop de AOW komt. De officiële term voor deze aftrek van AOW van het brutoloon is AOW‐franchise. De term komt in het lesmateriaal niet voor. Het bedrag waarover de pensioenpremie wordt berekend, staat op de loonstrook achter pensioenpremie in de kolom belastbaar.
Heffingsloon
Het brutoloon minus de pensioenpremie is het heffingsloon. Dat is het bedrag waarover belasting en sociale premies wordt berekend. Van het heffingsloon worden eerst nog de belastingvrije voet en eventuele heffingskortingen afgetrokken. Over het deel dat overblijft wordt de loonheffing berekend.
Belastingvrije voet
Het deel van het loon of de uitkering waarover geen belasting en premies voor de volksverzekeringen hoeven te worden betaald.
Loonheffing
Deze is opgebouwd uit belastingen en premies voor de volksverzekeringen. In de volksmond wordt loonheffing vaak belasting genoemd. Loonheffing bestaat echter voor een klein gedeelte uit belastingen. Belastingen zijn 5,85 % van het deel van het inkomen waarover de loonheffing plaatsvindt. Het grootste deel van de loonheffing is AOW (17,9 %), AWBZ (12,65 %) en ANW (0,6 %).
Belastingen Premies voor volksverzekeringen
In het thema worden belastingen en premies voor volksverzekeringen duidelijk uit elkaar gehouden. Belasting is een betaling. De premies zijn een verzekering. Die worden aan verzekerden uitgekeerd.
Nettoloon
Dit is het bedrag dat wordt uitbetaald. Dat is het brutoloon minus pensioenpremie minus loonheffing.
Vakantiegeld
Elke maand wordt door de werkgever 8% boven op het brutoloon apart gezet. In mei of juni wordt dat uitbetaald. Het komt overeen met (bijna) een maand salaris. Over vakantiegeld wordt belasting betaald. Het is op jaarbasis onderdeel van het brutoloon. Op vakantiegeld wordt in het thema niet ingegaan. Het thema zou dan te uitgebreid worden.
Vakantiedagen
Het aantal vakantiedagen is in de CAO of via een individuele afspraak geregeld. Het loon wordt doorbetaald tijdens vakantiedagen. Vakantiedagen komen niet in het thema aan de orde.
Werknemersverzekeringen Dit zijn volksverzekeringen waarvan de premie door de werkgever wordt betaald. Het gaat om de volgende verzekeringen:
Werkloosheidswet (WW) Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) Ziektewet (ZW)
30
31