Dienst Duizichtkerk den Haag 28 juli 2013 Teksten : Genesis 18:20-33, het bidden van Abraham voor Sodom: (Of er nog 50, nee 40, nee 30, nee 20, of 10 rechtvaardigen zijn …”) Lucas 5: 30-35, Jezus over de discipelen van Joh de Doper Lucas 11: 1-13 Het Gebed des Heren bij Lukas Vooraf aan de hoofdlezing uit Lucas 11, lees ik zo eerst een stukje uit Lucas 5. Vooraf waar u even op mag letten: Deze eerste NT lezing gaat over de onderlinge verhouding van die twee neven: Jezus en Johannes de Doper. Hun moeders Maria en Elisabeth brachten elkaar ooit een stralend zwangerschapsbezoek, maar de twee kinderen komen later niet helemaal op een lijn. Ze prediken eenzelfde verhaal, maar ze geven daar een andere vorm aan. Johannes zal een profiel kiezen dat iets anti-maatschappelijks heeft. Hij roept Israël terug naar de woestijn. Jezus onderwerpt zich even daaraan, hij laat zich erin dopen, maar gaat daarna vrolijk een eigen weg. Beiden, Johannes en Jezus, verzamelen leerlingen om zich heen, maar hun beider gemeentevorming is volstrekt verschillend. Bij Johannes horen we tonen uit een zwaardere geest dan bij Jezus. Johannes laat zijn leerlingen bidden en vasten. Jezus huppelt daar een beetje langsheen. EEN keer heeft Jezus zich over die andere aanpak van Johannes uitgesproken, hoor maar. Luc 5:30-35 Luc 5 : 30 De farizeeën en hun schriftgeleerden zeiden morrend tegen zijn leerlingen: ‘Waarom eet en drinkt u met tollenaars en zondaars?’ 31 Maar Jezus antwoordde: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar wie ziek is wel; 32 ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar om zondaars aan te sporen een nieuw leven te beginnen.’ 33 Ze zeiden tegen hem: ‘De leerlingen van Johannes vasten dikwijls en zeggen hun gebeden, zoals ook de leerlingen van de farizeeën doen, maar die van u eten en drinken maar.’ 34 Jezus zei: ‘U kunt toch niet verlangen dat de bruiloftsgasten vasten zolang de bruidegom bij hen is? 35 Maar er komt een dag dat de bruidegom bij hen wordt weggehaald, en dan is het hun tijd om te vasten.’ We zingen: Wij willen de bruiloftsgasten zijn .. Lied 525:1 en 5 Lezing van de preektekst: Lucas 11: 1 Eens was Jezus aan het bidden, en toen hij zijn gebed beëindigd had, zei een van zijn leerlingen tegen hem: ‘Heer, leer ons bidden, zoals ook Johannes het zijn leerlingen geleerd heeft.’ 2 Hij zei tegen hen: ‘Wanneer jullie bidden, zeg dan: “Vader, laat uw naam geheiligd worden en laat uw koninkrijk komen. 3 Geef ons dagelijks het brood dat wij nodig hebben. 4 Vergeef ons onze zonden, want ook wijzelf vergeven iedereen die ons iets schuldig is. En breng ons niet in beproeving.”’ 5 Daarna zei hij tegen hen: ‘Stel dat iemand van jullie een vriend heeft en midden in de nacht naar hem toe gaat en tegen hem zegt: “Wil je mij drie broden lenen, 6 want een vriend van me is na een reis bij mij gekomen en ik heb niets om hem voor te zetten.” 7 En veronderstel nu eens dat die vriend dan zegt: “Val me niet lastig! De deur is al gesloten en mijn kinderen en ik zijn al naar bed. Ik kan niet opstaan om je te geven wat je vraagt.” 8 Ik zeg jullie, als hij al niet opstaat en het hem geeft omdat ze vrienden zijn, dan zal hij wel opstaan omdat zijn vriend zo onbeschaamd blijft aandringen, en hem alles geven wat hij nodig heeft. 9 Daarom zeg ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. 10 Want wie vraagt ontvangt, en wie zoekt vindt, en voor wie klopt zal worden opengedaan. 11 Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? 12 Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? 13 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.’
PREEK We hebben het vandaag over het gebed des Heren, in de versie van Lucas. Openingszin: Heer leer ons BIDDEN ! Een uitzonderlijk stukje, dat gaat dus over geestelijk leven, om relatie met God, en God zelf is in de Lukasverhalen doorgaans slechts verborgen aanwezig. Maar dit onderwerp van het bidden staat er zo maar ineens tussen. Al het andere is bij Lucas heel concreet, het is allemaal daad: Alle verhalen hiervoor, die 70 mensen die Jezus laat uitzwermen over het land, overal waar hij langskomt bevrijdt hij mensen van hun kwalen, de barmhartige Samaritaan, ze hebben niets bovennatuurlijks, er is geen religie bij, het gaat enkel om de daad. Er wordt gedaan, er worden mensen geworven, de 70 gaan op weg, er worden wonden verbonden, olie op kwetsuren gegoten, de patiënt wordt naar een herberg gebracht, er gebeurt wat. Zo ook vorige week die discussie tussen Martha en Maria: Het evangelie aan de keukendeur: Daar ging het uiteindelijk in de intermenselijke concrete daad van horen en doen, en ook daar was niets bovennatuurlijks aan de hand. God komt niet ten tonele. En dan nu de vraag naar het gebed. Dat is tegenwoordig ook in de kerk een penibele vraag geworden. Bidden wij nog ? Hebben wij moderne mensen dat al niet opgegeven ? Wie de huidige samenleving pessimistisch analyseert, die zegt dat mensen het gesprek met elkaar kwijt zijn, en we voegen toe: Ook het gesprek met God zijn we griezelig aan het kwijtraken. Ik vind het heel verrassend voor ons om te constateren dat Jezus aan zijn discipelen niet uit eigen beweging het bidden heeft geleerd. Bidden deed hij ZELF. In het OT komt het ook weinig voor dat het VOLK bidt. In het OT wordt gebeden door aartsvaders, profeten en koningen, namens het volk. De vraag van die ene discipel: “Heer, leer ons bidden” is dus misschien een wat onjoodse brutaliteit. Was Jezus wel van plan om het gebed bij het volk te brengen ? In elk geval: Hij doet het pas, op verzoek. Misschien wilde hij wel een christelijke kerk van de daad, en niet eens eentje van de religie. Ik vermoed dat hij zijn kerk nimmer tot de vroomheid heeft willen brengen. Zeker het liturgische gebed was niet zijn wens, denk ik. Bij ons kan dat niet, een kerkdienst zonder bidden. De bijeenkomst der gemeente kon bij hem zonder! Bij hem ging het om een wandelen door het land, van de ene situatie naar de andere, steeds met andere vragen voor zich, en intussen concrete daden van hulp, wonderlijke gesprekken, gelijkenissen, commentaar op de actualiteit. Ja, in het Palestina van toen, waar Joden en Samaritanen elkaar discrimineerden, deed hij openlijk politieke keuzes. Zijn boodschap is niet een nieuw boek, geen Koraan met nieuwe geboden en verboden, maar zijn verhaal hangt hij op aan steeds nieuwe, kietelige gebeurtenissen. Je kunt het niet genoeg benadrukken: Jezus stichtte geen nieuwe tempel. Hij liet niet een Kaäba neer in Mekka, hij was niet de mens voor een vaste plek, geen Vaticaan, ook geen kluis met geheimen, ook deze kerk is niet het einde, voor u staat een predikant wiens kerk (waar hij 18 jaar zijn bestaan aan heeft besteed) vorige maand gesloten is. Zoiets moet je nemen, omdat ook Jezus geen plek zocht voor religie. Nee, hij wandelde door het land: Steeds op tocht, door het land en door de tijd; niet ergens een vast punt, hij zoemde wat heen om de tempel, en die tempeldienst was hem te massief, te weinig mobiel. Nu dus: Bidden ? Het is pas op verzoek van een van de leerlingen dat hij er iets over zegt. Die discipel vraagt of hij hen daarin onderrichten wil, (citaat:) zoals ook Johannes aan zijn leerlingen geleerd heeft. Jezus zocht het openbare leven, en Johannes verkoos de woestijn. Er staat dat de discipelen van Johannes door hem zijn onderricht in vasten en bidden. Maar Jezus walst daar overheen door zijn verhaaltje van de bruidegom. Als er ergens een bruidegom in een gezelschap is, dan gaan de gasten toch niet zitten vasten en bidden ? Dan passen de methoden van de vreugde, dan past de innerlijkheid niet en er moet niet gevast, maar gegeten worden. Er moet een goed glas wijn op tafel komen
voor de vreugde. Jezus zegt: De ingetogenheid van Johannes is passée, want IK ben hier de bruidegom. Om mij is hier het feest begonnen. Ziezo, dat staat er ! Daarom zijn de discipelen van Jezus principieel steeds feestgangers. Onthou dat, lieve gemeente ! Als jij op zwarte kousen bent ingekomen: kerkgangers zijn feestgangers. En de gebedspraxis is een extra uit een andere sfeer, die van Joh.de Doper. Toch: discipelen vragen erom. Bidden ? Jezus doet het zelf ergens. en als hij ophoudt, vragen ze: leer dat ons ook. Jezus had dat onderricht tot nog toe nagelaten. Vond hij het niet nodig ? En het lijkt wel of Jezus er schoorvoetend aan toegeeft. Hij antwoordt: Misschien hebben jullie wel gelijk. Nee, vasten moeten we niet gaan doen, maar bidden, nou misschien ! Kijk, er was in het Jodendom wel gebed, in de tempel, waar priesters eindeloos gebeden konden zeggen. Maar het gebed was kennelijk geen zaak van het volk. Want hebt U wel eens een synagogendienst meegemaakt ? Als daar wordt gebeden door een voorzanger dan praat de gemeente gewoon door, de spreekwoordelijke jodenkerk dus. We moeten constateren dat Jezus zelf gebeden heeft. Maar hier vraagt de discipel: Leer ons dat ook. Wij, bruiloftsgasten willen dat ook kunnen doen. Het is wat penibel om ons die vraag te stellen: Vindt Jezus het gebed soms bijzaak ? In onze godsdienstigheid is het gebed vaak hoofdzaak geworden. In de cultuur van mijn jeugd was de ware Christen iemand die een vergadering met gebed kon openen ! Nee, we moeten zeggen dat bij Lucas, de ZAAK van het evangelie belangrijker is dan het gebed. Nog eens: Dat er ogen worden geopend en dat lammen wandelen, dat gewonden worden verzorgd en armen blijdschap ontvangen. Machtigen van de troon en vernederden verhoogd ! Dat gediscrimineerde vreemdelingen de goedheid van de God van Israël mogen voelen. Omdat Jezus er is. En dan is het gebed bijzaak. Jezus geeft pas OP VERZOEK gebedsles. Het gebed dus ! Is het vreemd als moderne mensen zeggen niet kunnen bidden? Een mens moet daar kennelijk les in krijgen ! Nota bene de discipelen. de prinsen der kerk, de eersten onder de volgelingen, moeten daarin onderricht ontvangen! En ook Paulus moet je straks horen over het gebed: Wij weten niet wat wij bidden moeten naar behoren: Bij hem is het bidden niet meer dan wat gesteun en gezucht. Het is wat Kyrie eleison roepen over een paar zaken, maar je weet nooit of het wel past of fatsoenlijk is voor God. Maar hij, Pls weet, dat Gods geest dat voor God tot concrete woorden vertaalt en daarom houdt hij het bidden vol. Het is goed om op deze wijze wat gevoeliger over het gebed bezig te zijn. Wij zijn allen product van de tijd dat onze voorgangers de indruk wekten dat ze rechtstreeks met God zelf zaten te bellen. Ik ervaar mijzelf als product van een zekere overspanning van het gebedsleven. De broeders en zusters van Pinkstergemeenten hebben daar hun vrede in gevonden, maar ook daar doet de tijdgeest pijnlijke dingen. Ik zei: Jezus gaat gebedsles geven. Op de inhoud van het Onze Vader kom ik zo nog terug; Eerst moet ik U drie gelijkenissen laten zien die hierbij passen. Die gaan alle over de onbeschaamdheid inzake het gebed. In haar oervorm in het Jodendom is bidden een marchanderen met God. We lazen de aanloop naar het Sodomverhaal: Wat Abraham daar met God doet, is handjeklap zoals dat op de veemarkt geschiedt. God wil Sodom omkeren en alleen als er genoeg rechtvaardigen in worden gevonden, gaat de catastrofe niet door. U weet het: Het aftellen is begonnen: Zijn er nog 50 rechtvaardigen, nee, 40 ? nee 30 ? en zo terug tot 10. Nee zelfs geen 10. En op dat beschamend dieptepunt verbreekt God het contact. Gebed bij Abraham is intreden in Gods besluit, met een brutaliteit die ongehoord is in de godsdiensten der volken. Maar die brutaliteit is wel de grond van alle gebed. De twee andere gelijkenissen vinden we in het stuk dat volgt op Lucas' versie van het Onze Vader. Bidden, zegt Jezus, dat moet je hanteren als twee bevriende buren. Als een van hen nog laat een gast krijgt en hij komt iets te kort, dan moet hij toch tot in het
holle van de nacht bij zijn buren kunnen aankloppen ? Toch ? Zo is het ook met het gebed, dat gaat uit van een relatie die welwillendheid veronderstelt, in het oosten des lands noemen ze dat: naoberschap. Nog serieuzer is de volgende gelijkenis: Het gebed is iets als een ouder/kind relatie. Als jouw zoon je om iets moois vraagt dan ga je hem toch niet iets lelijks geven als je zijn vader bent. Jezus voert een vader te tonele die als zijn zoon hem om een vis vraagt, daar een slang voor in de plaats geeft. Om het actueel te zeggen: / Als je met jouw zoon een grapje wilt uithalen, dan ga je toch geen brandgevaarlijke spelletjes doen ? / Ik zaag deze week iets verschrikkelijks op TV: Als jouw zoon je vraagt bij jou op schoot te mogen zitten, dan ga je als vader hem toch niet sexueel misbruiken ? Dan ben je toch geen Vader ...? Voor Jezus gaat het gebed uit van een onbeschaamd vragen. Kennelijk heeft het slechts DAN zin en noodzaak. U en ik hebben vaak zoiets als: We stoppen een gebed als we iets te brutaal vinden. Misschien ligt wel een van de oorzaken van de crisis van het bidden in het feit, dat wij dat naoberschap-gevoel met God missen, hij is, zegt Jezus, iemand bij wie je ook na sluitingstijd kunt aankloppen. Mogelijk is een van de achtergronden van onze moderne biddeloosheid wel dat dat begrip "Vader" bij ons zo uitgehold is, en dat we dat al helemaal niet meer op God betrekken. En over het resultaat van het bidden is dit stuk al even zakelijk: Wie bidt ontvangt, en wie klopt wordt opengedaan. Het staat er in heldere eenvoud. Let wel: er staat niet: Wie bidt ontvangt wat hij vraagt, er staat ook niet dat wie bij zijn buurman aanklopt ook meteen het product krijgt dat hij exact nodig heeft. Nee, er staat dat wie klopt in elk geval een open deur krijgt. Toegegeven: Ieder van ons heeft een eigen archief aan onverhoorde gebeden. Ik ben er zeker van : Dat beslaat hier en daar meerdere strekkende meters. Die onverhoorde gebeden zijn een last op ons geloof. Maar de schrift heeft ons ook geen hocus-pocus beloofd. Er staat alleen, dat we ontvangen zullen. Wat precies dat staat er bij onder de naam met een geheim. Wat ontvangen wij ? Antwoord: de heilige Geest ! En dat is in het hemeljargon van Jezus, en in de belijdenis van de kerk: God zelf in zijn onzichtbare aanwezigheid. Komen we dan tenslotte tot de tekst van het Onze Vader bij Lucas. Het cursief gedeelte werd niet uitgesproken ! Je zou, in de eerste plaats, verwachten dat dit gebed dat Jezus ons voordoet, een bede om die heilige Geest zou zijn. Maar niets van dat alles: Het is eigenlijk een heel Joods gebed. Het is, in de tweede plaats, korter, dan onze gebruikelijke Mattheus - versie. Het derde is dat ons slot ontbreekt. Maar dat laatste wist de theologie al. Het: "Want van U is het Koninkrijk... enz" is bij Mattheus ook al toegevoegd door een afschrijvende monnik, die vond dat slot te saai, en hij bedacht een zin om het Onze Vader mooi af te sluiten. U weet: Rooms Katholieken bidden die lofzegging er in hun kerk niet bij. Het klinkt ook altijd vreemd in onze oren: alleen maar eindigen met: En verlos ons van het kwade. Amen. Is dit nou het ideale gebed ? Ik noem het: Gebedsles. Ik zie het ONZE VADER als een inhoudsopgave voor gebeden die U zelf mag uitwerken. Een schema dat U zelf mag invullen. Je mag er oefeningen bij maken, wat bijvoorbeeld dat "geef ons heden ons dagelijks brood" vandaag betekenen mag. En bedenk dan maar de landen van de armoede die jij kent, en vergeet dan niet de politiek van jouw eigen Europa, dat tolmuren zet opdat de armoede ons niet overspoele. En doe datzelfde met alle andere onderwerpen die Jezus hier aanduidenderwijs noemt. Gebedsles. Een voorbeeld uit een andere wereld: Autorijles. Je oefent in het beperkte gebied van deze stad opdat je later zelfstandig ook andere situaties aankunt. Je leert het rijden op een paar moeilijke punten dichtbij huis, maar later, met dat rode papiertje, rijd je zomaar alle buitenlanden in. Het is gebedsles:
Dat blijkt ook al uit het feit dat Lucas hier een andere versie heeft dan Mattheus. Er was al in de oude kerk vrijheid van verandering naar eigen inzichten. Mensen hebben steeds de vrijheid genomen om iets aan de woorden van Jezus toe te voegen. Lucas heeft hier wellicht de oudste versie. Hij begint nog met "Vader", maar het latere Mattheusgebed heeft al ONZE Vader", aangepast aan het wijgevoel van de oudste gemeente. Jezus zelf had ZO een gevoel van kinderlijke afhankelijkheid dat dit door de gemeente voor allen werd overgenomen. Opvallend is ook dat het meest omstreden gebed uit het grote Onze Vader hier niet voorkomt: Het: “Uw wil geschiede” enzovoort, met die lastige constructie van “gelijk als” ik denk daar altijd bij: Die wil van U die al in de hemel geschiedt, laat die nou ook eens op de aarde gebeuren ! Is dit gebed over Gods wil een toevoeging van de oude kerk ? Laten we er in elk geval over nadenken. Om te sluiten wil ik iets herhalen: Dat het gebed met deze Heer eigenlijk alle beleefdheden uitsluit. Sommige bidders hebben een zo fatsoenlijke taal, dat er eigenlijk niets meer te vragen valt. Het onze Vader roept "zaken die nog niet zijn" in het aanzijn: Dat als maar toevende Koninkrijk, die naam van God die alsmaar wordt beledigd en geminacht. Het dagelijks brood dat alle schepselen nog steeds niet elke dag krijgen (Lucas heeft het dubbel op: Geef ons elken dag ons dagelijks brood!) Het Onze Vader roept om een samenleving die op vergiffenis is gebouwd en om het einde van de verzoeking van de boze. Dat alles sluit diplomatieke taal en beleefdheden uit ! Dit gebed is ons geleerd in het kader van de verhouding van de Vader en de Zoon. Hij die God zijn Vader noemde, hij gaf ons les in bidden. Hij die ons zei wat onze houding bij het gebed mag wezen, nam zelf de weg langs Golgotha. Zijn weg van het gebed was door de dood heen naar het leven. Hij ging ons voor het leven in, en zijn gebeden zwegen niet toen hij de tunnel van de dood inging, om uit te komen in het Koninkrijk van God, daar waar Gods wil ten volle werkt. Daar waar alle vragen een einde hebben, en waar alle gebeden vervuld zijn. Zo is God, onze Vader. Amen VOORBEDEN Heer God, moeten wij vloeken om Syrië ? Om het Onze Vader dat in het Aramees daar gebeden wordt, voorafgaand aan de dagelijkse expeditie tegen Soennieten ? Heer, moeten wij vloeken om verstarren van de gebeden tussen mensen. Vloeken om Protestanten en Katholieken in Noord Ierland die hun Onze vader tegen elkaar in toeteren in marstempo ? Of nee, laten we U vragen dat Gij vriend van mensen blijft, vriend bij wie we mogen vragen om ons uit onze verlegenheden te halen. ~~~~~Heer God we zijn zo verlegen met menselijke conflicten, zo onthand als het gaat om het bijeen houden wat uit elkaar wil. En juist op het randje van de religie ! Herstel uw vaderschap in ons midden, breng in deze wereld weer binnen dat U, onze Vader het goede voorheeft met zijn kinderen, dat U ons niet beduvelt met een slang als we om een vis vragen, dat Uw koninkrijk KOMT als we daarom roepen, met alle geluk dat daarbij hoort. ~~~~~~~Voor Joden danken we U, zonen van Abraham in ons midden, die weten van marchanderen met de Eeuwige boven hen. Die ons voorgaan in gesprek met U over alle dingen van humaniteit, die ons voorgaan in literatuur, in kunst, in journalistiek. Maak dat wij hen ook blijven verstaan als zij het gesprek met U gestopt hebben, als er minder dan 10 rechtvaardigen nog in de stad zijn. En als de synagoge daarom buiten gebruik is. Laat ons van hun verbijstering blijven leren. ~~~~~Om Jezus danken we U, die ons gebedsles heeft willen geven en bovendien ons geleerd heeft om U "Vader" te gaan noemen, om zijn lessen en zijn daden.... We danken u voor dit ene minuutje per week hier in de kerk, dat wij de stilte vonden om al die namen van mensen die in zorgen zitten, aan u voor te leggen. Dat dat HIER kan gebeuren, in het heiligdom waar we weten dat U hoort ! We danken u dat we daarbij brutaal mogen zijn en zonder schaamte alles mogen vragen wat ons op de ziel ligt. En nu zijn we dat, even stil …
Draaiboek Duinzichtkerk 28 juli 2013 Ouderling en diaken doen voorbereiding en kyrie De psalm is 138: 1 2 en 4 Na het Gloria: Zingen: De Heer zal bij u zijn ! Gebed Heer, als we de discipel van het evangelie van vandaag mogen geloven, dan kunnen we niet wat we nu aan het doen zijn Hij vraagt: Heer, LEER ons bidden ! En als we nou doen wat Jezus heeft gezegd, dan willen we gewoon hebben dat u hier nu bij ons bent. Geen getwijfel, en we snappen het nog ook. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon, die met U in de eenheid van de Heilige Geest leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen. Kinderverhaal : Een mes en een eitje en een vaatje met zout. Wie wil het eitje even openmaken ? Kopje eraf, weet je wel … Dit was een grapje van mijn pappa, onze ontbijttafel was altijd een beetje stroef Mijn zusje en ik kwamen altijd wat sikkeneurig aan tafel onuitgeslapen weet je wel. hij deed dat om ons aan het lachen te krijgen. Later op school, trapte ik er nog een keer in Een jongetje in de klas, die had een hobby met fikkie stoken Hij had op zijn verjaardag zo’n probeerdoosje voor chemie gekregen. Ook toen kreeg ik een eitje voor me en ik tippelde erin want toen ik het ei oppakte was het ook leeg, maar toen ik het optilde begon het eronder te knetteren en te roken een soort van mini vuurwerk Ik wou dat hier niet herhalen, dan krijg ik last met de brandweer - met al dat hout hier !! – Dat was dus een gemeen vriendje in mijn klas. Later is hij scheikunde gaan studeren en overal naar olie gaan boren Zo’n rotstreek zou mijn pappa niet uithalen ! Lezing Genesis 18: 20 – 33 (lange tekst – in dit document niet opgenomen) Lezing Lucas 5: 30-35 We zingen: 2 verzen uit het bekende lied van de bruiloftsgasten Lied 525 het eerste en het laatste
Lezing Lucas 11 (zie boven) u komt de lof toe Preek Lied 995 Vater unser van Ad den Besten Kinderen retour Collecten Gebeden, telkens … Zo bidden wij samen: Heer in uw barmhartigheid Hoor ons gebed ! stil gebed Onze Vader Voor de slotzang: Deze week overleed Michel van der Plas Hij begon ooit aan een seminarie, maar werd journalist en ook dichter. Van hem staat in ons nieuwste liedboek EEN gedicht en 2 gezangen. In de publiciteit horen we deze week steeds dat hij teksten schreef voor allerlei cabaretiers motto: O wat hebben we met die man gelachen ! Maar we weten in de kerk dat hij ook psalmen herdichtte, helaas waren het slechts gedichten en hij zette ze niet op muziek Hij was de schepper van het kinderlied: Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw. Het moet wat zeggen dat hij EN de kerk EN de humor van dit land bedienen mocht ! Echt liederen maakte hij op engelse melodieën, zoals dit lied 259 De gedachtenis van deze dichter zij ons tot zegen. De Here zegene u en Hij behoede u De Heer doe zijn aangezicht over u lichten en hij zij u genadig de Here verheffe zijn aangezicht over u, en hij geve u vrede Op de website http://members.casema.nl/hagepreken/index.htm plaatst Jaap van den Berg steeds zijn laatste poging tot het maken van een preek adres voor weerspraak:
[email protected]