De Staart in kaart 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers
Esther Linnartz Juli 2008
Inleiding De Staart is een natuurgebied van 24 hectare aan noordoost kant van Oud-Beijerland en ligt aan de oevers van de Oude Maas en het Spui. Het natuurgebied is gerealiseerd als compensatie voor het industriegebied de Bosschen. De gemeente Oud-Beijerland is eigenaar, het Hoekschewaards Landschap beheerder. Het beheer van het gebied is gericht op natuurlijke ontwikkeling met zo min mogelijk menselijke ingrepen. Om de natuur een extra impuls te geven is in 2003 een kleine kudde Schotse Hooglanders van FREE geïntroduceerd. Deze leven jaarrond zonder bijvoedering op de Staart. De dichtheid bedraagt globaal 1 dier per 2 hectare. De Staart is buitendijks gebied. Vroeger was het een getijdenlandschap, waar eb en vloed het beeld bepaalden. Vanaf de Middeleeuwen namen mensen gebruik van de oeverlanden en werden ze ingepolderd, zodat ze hun vee konden laten grazen. In de jaren 70 is het gebied opgehoogd met havenslib waardoor het nu grotendeels even hoog ligt als de dijk. Vanaf die tijd is het in gebruik genomen als akker. In de herfst van 2003 zijn voor het laatst aardappels geoogst. De oostelijke hoek van de Staart was al eerder uit productie genomen (rond 2000). Dit deel werd jaarlijks geklepeld totdat het hele gebied als natuurgebied bestempeld werd. Bij de oplevering eind 2003 was dit grasland, met lokaal spontaan opgeschoten schietwilgen.
Uitgangssituatie november 2003: kale akkers
Ontwikkeling op de voormalige akkers Vanaf eind 2003 kon de natuur bezit nemen van de voormalige akkers. Deze gingen volledig kaal het groeiseizoen van 2004 in. Een ideale situatie voor allerlei planten om te kiemen. In het eerste groeiseizoen domineerden allerlei pioniers zoals echte kamille en blaartrekkende boterbloem. Zoals te verwachten was, vond er in het tweede groeiseizoen een explosie van akkerdistels plaats. Een paar jaar later waren deze echter zo goed als verdwenen. In 2007 en 2008 zijn er nog maar een paar groeiplekken te vinden. Brandnetels en andere ruigtekruiden bepalen nu het beeld.
Spontane bosontwikkeling Maar er gebeurde meer. Al vanaf het eerste jaar zijn er bomen en struiken gekiemd. Deze werden veelal aan het oog ontrokken door de hoog opgaande begroeiing van ruigtekruiden. In het groeiseizoen van 2008 beginnen de eerste struiken boven de ruigte uit te torenen. Tijd voor een inventarisatie. In de periode april-mei-juni 2008 is met behulp van een GPS in kaart gebracht wat er is gekiemd aan bomen en struiken op de voormalige akkers.
Situatie mei 2008: een zee van brandnetels met hier en daar wat struiken.
Resultaten In totaal zijn er 20 soorten bomen en struiken aangetroffen en 1465 individuen ingemeten. De GPS coördinaten zijn ingevoerd in het programma Arcview GIS 3.2 waarmee een overzichtkaart gemaakt is, zie bijlage 1.
Soort Vlier Kornoelje Schietwilg Sleedoorn Lijsterbes Meidoorn Boswilg Gewone braam Dauwbraam Hondsroos Egelantier Vlinderstruik Berk Peterselievlier Gelderse roos Kruipwilg Liguster Peer Zomereik Zwarte populier Totaal
Aantal 489 331 257 133 77 63 47 22 12 9 8 7 2 2 1 1 1 1 1 1 1465
De meest talrijk gekiemde soort is vlier, er zijn zelfs twee peterselievlieren gevonden (een cultuurvariant). Het is niet uitgesloten dat meerdere vlieren peterselievlieren blijken te zijn, dit onderscheidt is namelijk alleen te maken als ze blad hebben en de eerste metingen zijn verricht toen de struiken nog kaal waren. De meeste schietwilgen groeien op de voormalig geklepelde graslanden, die zijn gekiemd voor de periode dat de begrazing is geïntroduceerd. Schietwilgen zijn erg gewild bij de runderen. Ze worden door vraat en schuren laag gehouden. De enige zomereik is voor de start van de begrazing gekiemd langs de oever van de Oude Maas. Deze boom is minstens 10 jaar oud en produceert al eikels. Het zal een kwestie van tijd zijn voordat gaaien eikels gaan verstoppen aan de voet van stuiken op de voormalige akkers. In de bescherming van doornstruiken kunnen eiken dan uitgroeien tot volwassen boom. De leeftijden van de bomen en struiken variëren van maximaal 5 jaar tot individuen die in het voorjaar van 2008 gekiemd zijn. De meeste struiken zijn begraasd door de runderen, met name vlier en kornoelje. Sommige kornoeljes worden systematisch tot aan de grond afgegeten, het gevolg is echter dat de struiken worteluitlopers maken en vooral breed groeien in plaats van hoog. De verwachting is dat een deel van de begraasde struiken zal sterven, het grootste deel echter zal overleven.
Wat opvalt is dat veel gekiemde soorten besdragers zijn. Deze zullen door vogels zoals lijsters en spreeuwen verspreid zijn. Op de westelijke helft van de Staart zijn in 1999 bosjes geplant door de gemeente Oud-Beijerland. Hiervoor zijn voornamelijk inheemse struiken gebruikt. Veel van deze soorten zien we nu terug op de voormalige akkers. Het ligt voor de hand dat deze bosjes de bron zijn geweest. Maar ook tuinen en plantsoenen in Oud-Beijerland zullen die rol vervullen.
Bonsai vorm van schietwilgen, gesnoeid door de runderen.
De schietwilgen zijn ook als schuurpaal geliefd bij de runderen.
Een jonge zwarte populier. De bron is waarschijnlijk de zwarte populieren langs de oever van het Spui.
Hondsroos in bloei.
Een verwilderde peer.
Een paar jaar oude meidoorn.
Op meerdere plekken zijn gewone bramen gekiemd.
De enige ontdekte kruipwilg van de Staart.
Sleedoorns zijn goed beschermd tegen vraat door grote doorns. De runderen eten vooral aan de takken als de uitlopers jong en zacht zijn.
De Hooglanders lusten graag een hapje vlier.
Toekomst Nu wordt het beeld van de voormalige akkers vooral bepaald door hoogopgaande ruigtekruiden als brandnetels, met daartussen wat struiken. In 2008 beginnen voor het eerst de grotere struiken boven de ruigte uit te torenen. De verwachting is dat het aandeel brandnetels langzaam gaat afnemen, en dat daar onder invloed van begrazing bloemrijk grasland ontstaat. Samen met de vele bomen en struiken ontstaat dan een halfopen landschap, aantrekkelijk voor veel planten en dieren, maar ook voor mensen.
Het Millingerduin langs de Waal ten oosten van Nijmegen. Zo zou de Staart er over een aantal jaren uit kunnen zien. (foto Bart Beekers, ARK natuurontwikkeling).
BIJLAGE 1 Overzichtskaart bosontwikkeling op de Staart