De rol van sociale media bij innovatie door zzp’ers
C. Veldhuis-Van Essen B. van der Linden Zoetermeer, juli 2013
ISBN
:
Rapportnummer :
978-90-371-1075-3 A201334
Dit onderzoek is gefinancierd door het programmaonderzoek MKB en Ondernemerschap (www.ondernemerschap.nl)
Voor alle informatie over MKB en Ondernemerschap: www.ondernemerschap.nl
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Panteia/EIM. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Panteia/EIM. Panteia/EIM aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
The responsibility for the contents of this report lies with Panteia/EIM. Quoting numbers or text in papers, essays and books is permitted only when the source is clearly mentioned. No part of this publication may be copied and/or published in any form or by any means, or stored in a retrieval system, without the prior written permission of Panteia/EIM. Panteia/EIM does not accept responsibility for printing errors and/or other imperfections.
Inhoudsopgave
1
Inleiding
5
2
Definities en dataverzameling
7
2.1
Opzet panel
7
2.2
Definitie zzp’er en ozp’er
7
2.3
Definitie innovatie
8
2.4
Definitie sociale media
8
3
Innovatie en sociale media
9
3.1
Innovatie en zzp’ers
9
3.2
Open innovatie en user-driven innovatie
11
3.3
Sociale Media en zakelijk gebruik
12
3.4
Sociale media en innovatie
12
4
Sociale media en innovatie door zzp’ers
17
4.1
Aandeel gebruikers van sociale media
17
4.2
Belang sociale media
18
4.3
Wat leveren sociale media op?
20
4.4
Innovatie en sociale media
21
5
Praktijkvoorbeelden
25
5.1
Casestudy: Booij HR Services
25
5.2
Casestudy: Son Coaching
26
6
Conclusie
29
Literatuurlijst
31
Bijlagen I
Onderzoeksverantwoording
33
3
1
Inleiding
De opkomst van internet heeft een impuls gegeven aan innovatie door gebruikers en producenten. De exponentiële groei van sociale media en netwerken op het internet speelt mogelijk ook een rol in innovatieprocessen. Hier is echter nog geen tot weinig onderzoek naar gedaan. In deze studie onderzoeken we hoe ondernemers sociale media gebruiken om innovaties te realiseren. Sociale media lijken in eerste instantie vooral geschikt te zijn om op indirecte wijze aan de doelstellingen van een bedrijf bij te dragen, bijvoorbeeld door het leggen van nieuwe contacten, actieve deelname aan fora en Twitter om zo bewustwording en interesse te creëren voor een nieuw product of nieuwe dienst. Vanuit de praktijk zijn er echter ook aanwijzingen dat sociale media, zoals Twitter, LinkedIn, Facebook e.d. een meer directe rol kunnen spelen bij open innovatie en het betrekken van gebruikers bij innovatie. Hoe werkt dat in de praktijk? Sociale media, zoals LinkedIn en vooral Twitter verhogen de kans op toeval en creëren zogenaamde ‘windows of opportunity’. Denk bijvoorbeeld aan de lage drempel om drukbezette personen aan te kunnen spreken of een afspraak te kunnen maken. Of de mogelijkheid om ideeën te kunnen combineren en het vinden van de juiste experts. Sociale media zorgen voor “hyperconnectiviteit” en daarmee voor meer kansen voor ideeën en innovatie. Brokjes informatie worden gedeeld en makkelijker gecombineerd tot nieuwe ideeën. Aanpak Voor dit onderzoek is van diverse bronnen gebruikgemaakt. Er is een literatuurstudie verricht naar innovatie en het gebruik van sociale media. Vervolgens zijn er een aantal vragen gesteld in het zzp-panel van Panteia/EIM over het gebruik van sociale media. Er is vervolgens op basis van de vragen over innovatie in het panel een selectie gemaakt van twee contrasterende groepen zzp’ers: innovatieve versus niet-innovatieve zzp’ers. Vervolgens is met behulp van deskresearch geanalyseerd in hoeverre hun activiteiten op LinkedIn en Twitter van elkaar verschillen. Bij dit alles besteden we aandacht aan hoe gebruikers en/of lidmaatschappen van online gemeenschappen (LinkedIn-groepen, Twitter-volgers e.d.) de totstandkoming van innovaties beïnvloeden. Leeswijzer Het rapport is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 worden de opzet van het zzppanel en de gehanteerde definities van de belangrijkste concepten beknopt beschreven. In hoofdstuk 3 gaan we in op inzichten vanuit de literatuur en eerder onderzoek, waarna we in hoofdstuk 4 de uitkomsten van de enquête laten zien. In hoofdstuk 5 zijn enkele illustratieve voorbeelden uit het bedrijfsleven opgenomen. In hoofdstuk 6 worden de hoofdpunten uit dit onderzoek genoemd. In bijlage I is een korte onderzoeksverantwoording te vinden.
5
2
Definities en dataverzameling
2.1
Opzet panel Het zzp-panel bestrijkt ondernemers van eenpersoonsbedrijven, onderscheiden in zzp’ers, die voornamelijk arbeid aanbieden, en overige ondernemers zonder personeel (ozp’ers), die voornamelijk goederen verkopen (de Vries, Bruins en Vroonhof, 2013). Volgens de Vries et al (2013) zijn eenpersoonsbedrijven alle in het handelsregister ingeschreven ondernemers zonder personeel in dienst, zzp’ers vormen daar een deelsegment van. Zzp’ers zijn ‘solitair opererende zelfstandigen’ die ongeveer dezelfde werkzaamheden verrichten onder vergelijkbare omstandigheden als personen in loondienst uit dezelfde beroepsgroep. Zij bieden voornamelijk hun eigen arbeid en vaardigheden aan. Enkele voorbeelden van dit type zelfstandigen zijn de zelfstandige stukadoors, kraamhulpen en ook interim-managers, coaches of communicatiedeskundigen. In het panel vormt het aandeel zzp’ers ruim 80%. Omgerekend naar de populatie van het ABR zijn dit 620.000 zzpondernemingen in 2012. De resterende groep wordt gerekend tot de groep overige ondernemers zonder personeel (ozp) (de Vries, Bruins en Vroonhof, 2013). Het grootste deel van de ozp’ers bestaat uit zelfstandigen die voornamelijk goederen verkopen. Enkele voorbeelden van deze ‘klassieke’ zelfstandigen zijn veetelers, groenteboeren of cafébazen. In het panel vormt het aandeel ozp’ers bijna 20%. Omgerekend zijn dit circa 155.000 ozp-ondernemingen (de Vries, Bruins en Vroonhof, 2013).
2.2
Definitie zzp’er en ozp’er Ondernemers van eenpersoonsbedrijven voldoen aan de volgende criteria (de Vries, Bruins en Vroonhof, 2013): 1
de ondernemer voert zelfstandig ondernemende activiteiten uit;
2
heeft geen personeel;
3
werkt minimaal 15 uur per week in de onderneming.
Zzp’ers voldoen - net als in de voorgaande metingen van het zzp-panel - aan de volgende aanvullende criteria: 1
heeft geen compagnon (medeondernemer of meewerkende partner die verge-
2
verkoopt in de eerste plaats eigen arbeid, kennis, vaardigheden en geen
lijkbare activiteiten uitvoert en substantieel bijdraagt); goederen, producten of andermans diensten. Ozp’ers zijn alle ondernemers van eenpersoonsbedrijven die geen zzp’er zijn. Zij voldoen in elk geval ook aan de criteria van ondernemers van eenpersoonsbedrijven (de Vries, Bruins en Vroonhof, 2013). Analyse in deze rapportage betreft zowel zzp’ers als ozp’ers. Waar relevant, wordt onderscheid gemaakt tussen deze groepen zelfstandigen.
7
2.3
Definitie innovatie Er zijn vele definities van innovatie in omloop. Voor deze rapportage hanteren we in overeenstemming met eerdere metingen van het zzp-panel de volgende definitie van innovatie: “innovatie is de vernieuwing van producten, diensten of processen, gericht op het behalen van betere resultaten.” Daarnaast wordt er in deze rapportage ook aandacht besteed aan innovatie op het gebied van markten en marketing.
2.4
Definitie sociale media Over de definitie van sociale media is nog geen consensus in de wetenschappelijke literatuur, mede doordat het een relatief nieuw fenomeen betreft dat bovendien onder invloed staat van technologische ontwikkelingen. Twee definities die, naar onze mening, samen de kern bevatten van wat sociale media zijn, zijn de volgende: “Sociale media zijn middelen voor interactie tussen personen, waarmee zij kunnen creëren, delen, en informatie en ideeën kunnen uitwisselen in virtuele gemeenschappen en netwerken” (Ahlqvist, Back, Halonen en Heinonen, 2008). En: “Een groep op internet gebaseerde toepassingen die op de ideologische en technische funderingen van Web 2.01 bouwen, en die het creëren en uitwisselen van door gebruikers gemaakte inhoud (content) faciliteren” (Kaplan, 2010).
1
8
Met de term Web 2.0 wordt de ontwikkeling van internet naar een interactief medium bedoeld. Doorsnee gebruikers kunnen zelf nu ook informatie uploaden en niet slechts downloaden.
3
Innovatie en sociale media
3.1
Innovatie en zzp’ers Innovatie van producten, diensten, processen en markten is van groot belang voor zowel MKB-bedrijven als voor zzp’ers. Zzp’ers ontplooien activiteiten die zijn gericht op het vernieuwen van producten en diensten, bedrijfsprocessen en markten. De activiteiten kunnen gebaseerd zijn op bestaande ideeën en concepten of zelfs op introductie van volledig nieuwe ideeën en concepten. Het herkennen en ontwikkelen van nieuwe ideeën of het uitvoeren van werkzaamheden op een nieuwe of unieke manier zijn aspecten van innovativiteit (de Vries, Liebregts en Vroonhof, 2012). In eerdere studies onder zzp’ers komt naar voren dat zij bovengemiddeld scoren op innovatief gedrag (de Vries, Liebregts en Vroonhof, 2012; de Vries en Vroonhof, 2011; Bel, 2009). Worden zzp’ers en MKB-bedrijven volgens de innovatiepiramide (Gibcus en de Jong, 2008; de Vries en Vroonhof, 2011) ingedeeld, dan komt naar voren dat zzp’ers ongeveer evenveel innoveren als MKB-bedrijven, maar wel op een andere manier innovatief zijn. Zie figuur 1. Figuur 1
Innovatiepiramide zzp’ers versus MKB
Bron: Panteia/EIM: zzp-panel 2010 en Monitor Determinanten bedrijfsprestaties 2010.
9
De innovatiepiramide maakt onderscheid naar de volgende segmenten in het MKB (Gibcus en de Jong, 2008): 1
Koplopers: zij ontwikkelen zelf product- of procesinnovaties en doen expliciet en systematisch aan R&D. Gerealiseerde productinnovaties zijn nieuw voor hun markt of bedrijfstak.
2
Ontwikkelaars: zij ontwikkelen eveneens zelf product- of procesinnovaties. Ze hebben eigen capaciteit voor de ontwikkeling van prototypes, echter zonder dat innovatie expliciet is georganiseerd door middel van R&D.
3
Toepassers: zij realiseren product- of procesinnovaties waarbij het zowel om eigen ontwikkelingen als om adopties kan gaan. Zij innoveren door het combineren en toepassen van elders beproefde kennis en methoden. Dit komt tot uiting in externe innovatieve samenwerking en/of het gebruik van externe kennisnetwerken.
4
Volgers: bedrijven met bescheiden doch aanwezige innovatieve activiteiten.
5
Niet-innovatieven: bedrijven die in de afgelopen drie jaar geen innovaties hebben gerealiseerd, niet aan R&D doen en geen interactie hebben met andere partijen om te innoveren.
Het aandeel koplopers op het gebied van innovatie (3%) en ontwikkelaars (1%) is in vergelijking met het MKB duidelijk kleiner. De groep zzp’ers die als toepasser (36%) van innovaties kan worden gezien, is daarentegen een behoorlijk stuk groter dan in het MKB (22%) (de Vries en Vroonhof, 2011). Uit eerder onderzoek komt naar voren dat zzp’ers vaker een verbindende rol kunnen spelen op het gebied van innovatie en voor kruisbestuiving zorgen tussen organisaties (de Vries en Vroonhof, 2011); de rol van toepasser past hierbij. Het aandeel zzp’ers dat innovatief gedrag laat zien is ongeveer even groot als in het totale MKB wanneer we de koplopers, ontwikkelaars en toepassers bij elkaar optellen (40%). Zzp'ers zijn dus niet zozeer minder innovatief, maar vertonen ander innovatief gedrag. Zij zijn vaker toepasser van vernieuwingen en nieuwe kennis en zorgen voor verspreiding van innovaties (de Vries en Vroonhof, 2011) door als verbinder en doorgeefluik van kennis te fungeren. In de wetenschappelijke literatuur wordt vooral aandacht besteed aan productof procesinnovaties. Productinnovaties omvatten de ontwikkeling en/of implementatie van nieuwe fysieke goederen of diensten die aan klanten worden geleverd. Bij procesinnovatie gaat het om vernieuwing van bedrijfsprocessen, zoals de implementatie van nieuwe of verbeterde productie- of leveringsmethoden, werkmethoden, organisatievormen en dergelijke. Bij procesinnovatie kan ook worden gedacht aan vernieuwing van gebruikte technieken en apparatuur (de Vries en Vroonhof, 2011) of vernieuwing van marketingmethoden. Onderzoek uit 2011 laat zien dat 27% van de zzp’ers in de voorafgaande drie jaar een nieuw 1 product/dienst op de markt heeft gebracht. Een tweede meting in 2010 laat vergelijkbare resultaten zien van 25% (de Vries en Vroonhof, 2011). Dit ligt altijd nog lager dan het percentage productinnovaties in het gehele MKB (31%). Voor procesinnovaties ligt dit wat anders. 47% van de zzp’ers, in de voorafgaande drie jaar van de meting in 2011, blijkt een vernieuwing in hun bedrijfsprocessen doorgevoerd te hebben, wat twee procentpunt boven het gemid-
1
10
Nieuw voor de zzp’er, en niet noodzakelijk nieuw voor de markt of sector.
delde van het totale MKB ligt (de Vries en Vroonhof, 2011; de Vries, Liebregts en Vroonhof, 2012). Onderscheidende kenmerken voor innovativiteit zijn opleiding van de zzp’er/ondernemer en de sector. Zo zijn zzp’ers in de landbouw (7%) en de bouw (15%) minder dan gemiddeld innovatief, wat vergelijkbaar is met MKB-bedrijven uit dezelfde sectoren. In onderwijs en training (49%) en de ICT-sector (39%) zijn zzp’ers bovengemiddeld aan het vernieuwen op het gebied van productinnovaties. Op het gebied van procesinnovatie doen deze sectoren het zelfs nog beter. Zo zijn zzp’ers uit de ICT in 71% van de gevallen actief met procesinnovatie (de Vries, Liebregts en Vroonhof, 2012). Hoog opgeleide zzp’ers zijn ook veel vaker bezig met innovatie dan lager opgeleide zzp’ers. Op het gebied van productinnovatie is dit percentage 37% voor hoog opgeleide zzp’ers tegen 16% bij de middelbaar en lager opgeleide zzp’ers. Op het gebied van procesinnovaties is dit verschil wat kleiner, maar het aandeel procesinnovaties ligt nog altijd hoger bij hoger opgeleide zzp'ers (51% versus 44%). Deze percentages matchen met innovatie in sectoren zoals de ICT en onderwijs en training, waar een groter aandeel hoger opgeleiden werkt (de Vries, Liebregts en Vroonhof, 2012).
3.2
Open innovatie en user-driven innovatie De laatste decennia is er een verschuiving zichtbaar van ‘gesloten’ innovatie tussen de vier muren van een bedrijf naar een meer open en toegankelijke vorm van innoveren (Gulshan, 2011), waarbij samenwerking, ook met eindgebruikers en klanten, van groot belang is. Eric von Hippel (2005) beargumenteert dat er een algemene trend zichtbaar is naar zogenaamde democratisering van innovatie: ondersteund door technologische ontwikkelingen in rekencapaciteit en communicatie (Von Hippel, 2005). Von Hippel (2005) signaleert dat gebruikers steeds meer in staat zijn om zelf te innoveren door voort te bouwen op innovaties, ideeën en informatie die vrijelijk door anderen worden gedeeld (‘user driven innovation’). Bedrijven en zelfstandigen kunnen hier hun voordeel mee doen. Een mooi voorbeeld is dat van Lego, dankzij input en verzoeken van hun klanten is dit bedrijf ook lego voor meisjes gaan ontwikkelen. User-driven innovaties komen vaak voort uit eigen frustraties van gebruikers waar nog geen oplossing in de markt voor is. Men wil simpelweg een oplossing voor een probleem en niet verkoper of producent van een product worden. Veel van dit soort innovaties komen dan ook niet op de markt terecht, terwijl er wel veel mogelijke maatschappelijke baten en kostenbesparingen door gerealiseerd kunnen worden1.
3 . 2 . 1 F a c i l i te r e n v a n u se r - d r i v e n i n n ov at i e De overheid voert beleid om innovatie te stimuleren omdat dit een drijver voor concurrentiekracht en welvaart is. Dit beleid is echter vooral op het gebruikelijke ‘gesloten’ model voor innovatie gericht, waarbij eventuele samenwerking vooral met kennisinstellingen en andere bedrijven wordt gestimuleerd. Het verschil met gebruikelijk innovatiebeleid is dat beleid voor open en user-driven innovatie zich meer op de gebruiker moet richten in plaats van alleen op kennisinstellingen en bedrijven. 1
Presentatie ‘User driven innovation’, door Jeroen de Jong, 23 maart 2012, Panteia.
11
Een belangrijke conditie bij het stimuleren of bevorderen van user-driven innovatie is de mogelijkheid tot netwerken door gebruikers. Via internet en sociale media kunnen gebruikers informatie delen en tot slimme combinaties komen, waardoor men dan tot een oplossing van een probleem kan komen. In de praktijk zijn er ook al diverse (online) ongeorganiseerde en georganiseerde gemeenschappen van gebruikers die elkaar of bedrijven helpen bij innovatie (Von Hippel, 2005). Ontwikkelingen die user-driven innovatie makkelijker maken zijn bijvoorbeeld de opkomst van Twitter, YouTube en netwerken zoals LinkedIn. Door het ontstaan van functies zoals #DTV (Durf Te Vragen) op Twitter en discussiegroepen op LinkedIn is het voor zoekende gebruikers eenvoudiger de juiste persoon te vinden, om feedback te vragen of simpelweg van gedachten te wisselen over problemen of ideeën. Daarnaast worden er ook steeds meer hulpmiddelen ontwikkeld die user-driven innovatie ondersteunen, zoals de 3D-printer.
3.3
Sociale Media en zakelijk gebruik Uit eerder onderzoek (van der Poel, 2011), waar het gebruik van sociale media door MKB-bedrijven eind 2010 is gemeten, bleek ongeveer 30% van de bedrijven al gebruik te maken van sociale media. Uit hetzelfde onderzoek komt naar voren dat sociale media op indirecte wijze kunnen bijdragen aan het generen van omzet. Bijvoorbeeld door het leggen van nieuwe contacten en interesse te wekken in nieuwe producten of diensten. Tussen sectoren zit wel veel verschil in het gebruik van sociale media. Vooral zakelijke dienstverleners waren in 2010 veel aanwezig (49%), terwijl met name de bouw veel minder aanwezig was (13%) op sociale media en online netwerken. De top drie van redenen die worden genoemd om geen sociale media te gebruiken voor het bedrijf is (van der Poel, 2011): 1
geen toegevoegde waarde voor het bedrijf (67%)
2
kost teveel tijd en geld (22%)
3
privacy (19%)
Dit is toch jammer, omdat hetzelfde onderzoek impliceert dat er een relatie lijkt te bestaan tussen innovatie en het gebruik van sociale media (van der Poel, 2011). Zo gaf een derde van de op sociale media actieve bedrijven aan ‘het opdoen van nieuwe ideeën’ als doelstelling te hebben voor het gebruik van sociale media. 85% van deze groep gaf vervolgens aan deze doelstelling ook behaald te hebben. Sociale media zijn dus een zeer geschikt medium voor het opdoen van kennis en ideeën. Vanwege de laagdrempeligheid qua kosten en toegang lijken sociale media bij uitstek handige gebruiksmiddelen te zijn voor zzp’ers.
3.4
Sociale media en innovatie Vanuit de wetenschap en het bedrijfsleven komt naar voren dat samenwerking met andere mensen van belang is om grip te krijgen op gezamenlijke behoeften, ideeën en gedachten om op die manier succesvol de markt te kunnen benaderen (Gulshan, 2011). Het in contact komen met de juiste mensen die ook open staan voor samenwerking is echter een uitdaging voor bedrijven en zzp’ers. Sociale media en online netwerken, zoals LinkedIn en Twitter, vormen echter bij uitstek
12
een verbindende factor tussen mensen die ook openstaan voor contact en interactie. De exponentiële groei van een aantal socialemedianetwerken laat zien dat de gebruikers ook bereid zijn om informatie en ideeën te delen en uit te wisselen (Gulshan, 2011). Sociale media zoals LinkedIn, Twitter, YouTube en Facebook worden inmiddels niet alleen meer gezien als middelen voor sociale contacten, maar ook als middel voor individuen, bedrijven, organisaties en overheden om te communiceren met elkaar. Deze nieuwe vormen van verbinden kunnen zeer informatief zijn en op serieuze of amusante wijze aandacht genereren (Badawy, 2009). Het proces van diffusie van kennis via sociale media en online netwerken heeft zowel een economische als een sociale rol met betrekking tot de effectiviteit van het innovatiesysteem (Tseng, Lan, Wang, Chiu en Cheng, 2011). Zo kan het laagdrempelige contact met consumenten via sociale media leiden tot diepere inzichten in wat de consument van producten vindt en wat hun behoeften zijn. Verhalen, vragen en ervaringen van consumenten kunnen leiden tot een betere klantenservice, betere producten en diensten, en vernieuwing van bedrijfsprocessen en de organisatie (Gorry en Westbrook, 2011), en zo in economische zin bijdragen aan de bedrijfsvoering. De eerste resultaten van een onderzoek naar de relatie tussen sociale media en de vijf krachten van M.E. Porter, door Andrew Shipilov en Quy Huy, laten zien dat het gebruik van sociale media kan leiden tot meer concurrentie in een sector en een grotere mate van vervanging van producten en diensten in een sector1. H o e ku n ne n s o c i a l e m e d i a v o o r inn o v a t ie i n ge z e t w or d e n ? Internet en de nieuwe interactieve vormen van online netwerken hebben gezorgd voor mogelijkheden voor bedrijven om de creativiteit van (potentiële) gebruikers van hun producten en diensten te benutten (Dahan en Hauser, 2002). Bedrijven kunnen hierdoor een continue dialoog aangaan met gebruikers en zo innoveren. Van groot belang is hierbij het identificeren van zogenaamde ‘lead users’, gebruikers die vooroplopen qua producten en trendsettend zijn (Hung, Chou en Dong, 2011; Von Hippel, 1986). Het gaat hierbij niet alleen om het verkrijgen van input voor productinnovatie; invloedrijke gebruikers kunnen ook een grote rol spelen bij de verspreiding en marketing van nieuwe producten (Hung, Chou en Dong, 2011). Deze relatie kan overigens twee kanten op gaan. Lead users zoeken ook naar aandacht online om hun eigen publiek van volgers verder uit te breiden, want vooruitlopen door kennis over nieuwe producten of diensten te verspreiden kan bijdragen aan de reputatie van de gebruiker/ lead user. Sociale media worden vaak gebruikt voor het maken van reclame voor nieuwe of aangepaste producten. Onderzoek van Feng en Papatla (2012) naar marketing in de auto-industrie laat zien dat bestaande automodellen die vernieuwd zijn meer online mond-op-mondreclame via sociale media krijgen, dan de lancering van compleet nieuwe modellen door fabrikanten. De mening van experts op de vernieuwde automodellen kan van grote invloed zijn op de hoeveelheid online aandacht van consumenten. Ook genereren vernieuwingen aan producten waar al veel van is verkocht meer aandacht online, dan compleet nieuwe producten, doordat consumenten al over het product praten (Feng en Papatla, 2012). 1
http://blog.insead.edu/2012/02/the-impact-of-social-media-on-industry-structure/
13
Sociale media hebben ook voor grote veranderingen gezorgd in sectoren waar ‘direct selling’ zonder vaste winkellocatie gebruikelijk is. Bij directe verkoop spelen sociale netwerken van de verkopers en referenten een belangrijke rol. De opkomst van sociale media is door deze sectoren omarmd en heeft tot een nieuwe strategie en benadering van consumenten geleid (Ferrell en Ferrell, 2012). Vooral sociale media zoals Facebook, YouTube en Twitter blijken het goed te doen in consumentgerichte sectoren. Ruim drie kwart van de door Ferrell en Ferrell (2012) onderzochte ‘direct sellers’ blijken sociale media voor promotionele activiteiten te gebruiken; 55% voor het rekruteren van distributeurs en 42% als kanaal om vragen en opmerkingen van consumenten te beantwoorden. Voor deze sectoren zijn sociale media een ‘drijver van strategie en innovatie’ geworden, die naar verwachting aan belang verder zal toenemen in de toekomst. Redenen zijn (Ferrell en Ferrell, 2012): de verbeterde relaties met consumenten door betere interactie en reactie op problemen en zorgen van consumenten, wat tot input voor productverbeteringen kan leiden en het ontstaan van merktrouwe ‘communities’ van gebruikers; en het opbouwen van vertrouwen in het bedrijf door consumenten door toegenomen transparantie. Door de hoge mate van interactiviteit en het sociale karakter van online netwerken zijn sociale media en online netwerken bij uitstek geschikt voor het stimuleren van innovatie. Het gaat dan om bijvoorbeeld de volgende ondersteunende aspecten 1: Het identificeren van nog niet (duidelijk) benoemde behoeften/gevoelens van klanten; via de sociale media kan een bedrijf of zelfstandige monitoren hoe over het eigen merk, product, dienst, bedrijf en dat van concurrenten wordt gedacht. Er kan gekeken worden naar welke zaken de klanten bezighouden, welke problemen ondervindt men, welke klachten heeft men etc. Feedback van klanten via sociale media kan ook worden gestimuleerd via wedstrijden en beloningen bijvoorbeeld. Het aftappen van nieuwe kennis en expertise; denk hierbij aan het identificeren van experts en mogelijke partners voor innovatie, het vinden van jong talent voor je organisatie, deelnemen aan discussies, het openen van discussies door onderwerpen online te zetten etc. Het verzamelen van verschillende inputs en informatie; bijvoorbeeld door het volgen van concurrenten, stimuleren van reacties op blogs e.d., regelmatig stellen van vragen aan de achterban (klanten en eindgebruikers), deelnemen aan sociale netwerken waarin relevante vraagstukken worden behandeld etc. Het bevorderen van innovatieve samenwerking; creëren van een online gemeenschap waar klanten ideeën met elkaar kunnen delen (eventueel afgesloten), volgen van sociale media voor willekeurige input/ideeën, delen van concepten en ideeën met collega’s voor feedback, publiceren van ideeën, discussies en concepten online voor een brede feedback, creëren van netwerken en discussiefora binnen het bedrijf, organiseren van face-to-face ontmoetingen naar aanleiding van online ontmoetingen etc.
1
14
M. Brown, 2010, http://www.innovationexcellence.com/blog/2010/04/26/innovationperspectives-connecting-social-networks-to-innovation/
Oplossen van complexe problemen; Stel experts en expertise uit het bedrijf beschikbaar om bijvoorbeeld bij te dragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen of sectorspecifieke problemen. Zorg voor meerdere online media en kanalen waar de klant klachten kwijt kan, en biedt klanten van concurrerende bedrijven ook een gewillig oor via deze kanalen. Gebruik foto’s, video’s via Flickr en YouTube om communicatie rond ‘early stage’ innovaties te bevorderen.
15
4
Sociale media en innovatie door zzp’ers
4.1
Aandeel gebruikers van sociale media 43% van de zzp’ers maakt volgens eigen zeggen gebruik van sociale media en online netwerken in 2012. Onderzoek eind 2010 onder MKB-bedrijven liet een percentage van 30% aan MKB-bedrijven zien die gebruikmaakten van sociale media (van der Poel, 2011). Twee jaar later ligt dit percentage dus 13% hoger onder zzp’ers. Dit kan een simpel tijdseffect zijn, of wellicht speelt mee dat zzp’ers vaker actief zijn op sociale media, omdat sociale media een laagdrempelige en goedkope reclamemogelijkheid vormen. Tussen zzp’ers uit de enge definitie (aanbod arbeid/diensten: 44%) en ozp’ers (verkoop goederen: 39%) zit een klein verschil van 5% als het gaat om het percentage zelfstandigen dat gebruik maakt van sociale media. Qua sectoren liggen de verhoudingen ongeveer hetzelfde als in 2010 onder bedrijven het geval was. Ook onder zzp’ers is het gebruik van sociale media het hoogste in de ICT, de zakelijke dienstverlening en andere dienstverlenende sectoren. De bouw en de sector ‘vervoer, opslag en communicatie’ staan onderaan beide lijsten. Onder zzp’ers zijn sociale media vooral populair in de sectoren ICT, verhuur en zakelijke dienstverlening en onderwijs en training. In deze sectoren is 60% of meer van de zzp’ers aanwezig op sociale media. In de landbouw ligt het percentage zzp’ers dat sociale media gebruikt het laagst met 14%, gevolgd door de bouwnijverheid met 23%. Tabel 1
Aandeel gebruikers van sociale media naar sector
Sector
Aandeel zzp’ers
ICT
65%
Onderwijs en training
64%
Verhuur en zakelijke dienstverlening
60%
Overige dienstverlening
48%
Zorg en welzijn
38%
Handel en reparatie consumentenartikelen/horeca
38%
Industrie
36%
Vervoer, opslag en communicatie
34%
Bouwnijverheid
23%
Landbouw
14%
Totaal
43%
Bron: Panteia, 2012.
De sociale media die het meest populair zijn onder zzp’ers zijn: Facebook (28%), LinkedIn (26%) en Twitter (16%). Pinterest en Google+ worden nog heel weinig gebruikt, maar zijn ook nog relatief nieuw. Zie tabel 2.
17
Tabel 2
Aandeel zzp'ers naar online netwerk
Aandeel actief Facebook
28%
LinkedIn
26%
Twitter
16%
Hyves
4%
YouTube
2%
Pinterest
1%
Google+
1%
Anders
5%
Bron: Panteia, meting 2012.*Meerdere antwoorden mogelijk.
In de categorie anders wordt een scala aan andere sociale media en online netwerken genoemd, veelgenoemde antwoorden zijn: een eigen blog, Yammer, specifieke fora (branche e.d.), Foursquare, Tumbler e.d.
4.2
Belang sociale media Op de vraag hoe belangrijk de inzet van sociale media voor de bedrijfsvoering is, antwoordt 25% van de socialemediagebruikers: groot tot zeer groot. 19% van de zzp’ers antwoordt geen belang te hechten aan sociale media voor de bedrijfsvoering, zie figuur 2 op de volgende pagina. ATOS en Nyenrode (2012) hebben in hetzelfde jaar aan interim-managers gevraagd of zij toegevoegde waarde ervaren van sociale media, waaruit naar voren kwam dat slechts 14% van deze specifieke groep managers geen toegevoegde waarde ervoer (Atos en Nyenrode, 2012). Naast verschillen tussen sectoren zijn er dus ook duidelijke verschillen naar beroepsgroep en opleidingsniveau waar het aanwezigheid en activiteit op sociale media betreft. Tussen zzp’ers uit de enge definitie (aanbod arbeid/diensten) en ozp’ers (verkoop goederen) zit een duidelijk verschil als het gaat om het percentage zelfstandigen dat op dit moment een (zeer) groot belang hecht aan sociale media voor de bedrijfsvoering. Bij zzp’ers is dit slechts 23% van de op sociale media actieve zelfstandigen, en voor ozp’ers is dit 35% van de zelfstandigen. Dit impliceert dat sociale media op dit moment vooral een rol spelen bij de verkoop van goederen, meer dan bij de verkoop van arbeid/diensten. Zzp’ers in de bouw die actief zijn op sociale media hechten het minste belang aan het gebruik van sociale media voor de bedrijfsvoering, zie figuur 2. Ook voor de toekomst wordt niet verwacht dat dit belang zal toenemen, zie figuur 3. In de sector ‘handel en reparatie consumentenartikelen en horeca’ ligt het percentage zzp’ers dat een groot of klein belang hecht aan sociale media voor de bedrijfsvoering het hoogste met 90%.
18
Figuur 2
Belang dat zzp'ers nu hechten aan sociale media voor hun bedrijfsvoering naar sector (%).
Totaal Bouwnijverheid Landbouw
24 7 19
Industrie
23
Zorg en welzijn
23
Overige zakelijke dienstverlening
25
Overige dienstverlening
26
ICT
27
Onderwijs en training
27
Handel en reparatie consumentenartikelen/horeca
29
Vervoer, opslag en communicatie 0%
31
10%
20%
30%
40%
50%
Groot Klein
60%
70%
80%
Geen belang
Bron: Panteia, 2012.
Gevraagd naar de toekomst, komt naar voren dat veel zzp’ers verwachten dat het belang van sociale media voor de bedrijfsvoering verder zal gaan toenemen. Op de vraag: “zal het belang van het gebruik van sociale media voor uw bedrijfsvoering in de komende jaren sterk toenemen, gelijk blijven of afnemen?“ antwoord bijna een vijfde van de socialemediagebruikers dat zij verwachten dat het belang van sociale media voor de bedrijfsvoering zelfs sterk zal toenemen in de toekomst. Zie figuur 3 op de volgende pagina. Tussen zzp’ers uit de enge definitie (aanbod arbeid/diensten) en ozp’ers (verkoop goederen) zit echter wel een verschil. In beide groepen verwacht een grote meerderheid van de zelfstandigen dat het belang van sociale media in de toekomst sterk of enigszins zal toenemen. Bij zelfstandigen die bestaan van aanbod van arbeid of diensten is dit 65%, en bij zelfstandigen die vooral bestaan van verkoop van goederen is dit 10% hoger (75%). Dit blijkt ook uit het hoge percentage zzp’ers/ozp’ers dat deze verwachting heeft in de sector handel en reparatie consumentenartikelen, waarin veel ozp’ers actief zijn. Zie figuur 3.
19
90%
100%
Figuur 3
Aandeel zzp'ers dat verwacht dat het belang van sociale media voor de bedrijfsvoering in de toekomst zal toenemen.
Totaal
19
Landbouw
7
Bouwnijverheid
8
Vervoer, opslag en communicatie
10
Overige dienstverlening Overige zakelijke dienstverlening Zorg en welzijn Onderwijs en training
15
17
20
22
ICT
25
Industrie
26
Handel en reparatie consumentenartikelen/horeca
0%
38
10%
20%
30%
Sterk toenemen
40%
50%
Enigszins toenemen
60%
70%
Gelijk blijven
80% Afnemen
Bron: Panteia, 2012.
4.3
Wat leveren sociale media op? Actief zijn op sociale media kost tijd, en dus geld. Uiteindelijk zal deze tijdsinvestering toch ook wat moeten gaan opleveren. Drie kwart van de zzp’ers die aangeven actief te zijn op sociale media geeft aan dat deze aanwezigheid hen wat heeft opgeleverd. Bijna een derde vindt bijvoorbeeld nieuwe klanten, 29% ziet een toename in naamsbekendheid; wat bijvoorbeeld tot uitdrukking komt in meer verkeer naar hun website via de sociale media. Ook op het gebied van innovatie levert het gebruik van sociale media wat op. Zo geeft 16% van de sociale media gebruikende zzp’ers aan dat zij via sociale media recentelijk aan nieuwe ideeën, inspiratie, kennis of antwoorden op vragen is gekomen. 11% noemt ook specifiek nieuwe kennispartners als bate van gebruik van sociale media. Zie tabel 3.
20
90%
100%
Tabel 3
Wat heeft het gebruik van sociale media de laatste tijd opgeleverd?
Percentage Nieuwe klanten
32%
Meer naamsbekendheid
29%
Potentiële klanten/opdrachten
28%
Nieuwe ideeën/inspiratie /kennis/antwoorden op vragen
16%
Nieuwe kennispartners
11%
Samenwerking met zzp’ers/bedrijven
8%
Meer omzet
7%
Een betere reputatie
4%
Niets
24%
Bron: Panteia, 2012. *Meerdere antwoorden mogelijk.
4.4
Innovatie en sociale media Leiden activiteiten op sociale media ook daadwerkelijk tot vernieuwingen? Om hier achter te komen, legden wij de vraag ”Heeft u de laatste drie jaren vernieuwingen doorgevoerd die (mede) te danken zijn aan uw activiteiten op sociale media?” voor aan het zzp-panel. Van de op sociale media actieve zzp’ers gaf 21% een bevestigend antwoord; vertaald naar de hele populatie van zzp’ers betekent dit dat 7% van de zzp’ers vernieuwingen heeft doorgevoerd naar aanleiding van activiteiten op sociale media. In de sector ‘onderwijs en training’ lag het percentage zzp’ers dat vernieuwingen doorvoerde die te danken waren aan hun activiteiten op sociale media het hoogste, namelijk op 25%. In de bouw, waar weinig gebruik wordt gemaakt van sociale media, was dit percentage toch gemiddeld (21%). Dus de zzp’ers uit de bouw die wel actief zijn met sociale media zien daar net zoveel vernieuwingen uit voortvloeien als andere sectoren. De zzp’ers uit de landbouwsector zien amper vernieuwingen uit de activiteiten voortkomen (8%). Tussen zzp’ers uit de enge definitie (aanbod arbeid/diensten) en ozp’ers (verkoop goederen) zit een verwaarloosbaar verschil1 als het gaat om het percentage zelfstandigen dat vernieuwingen dankzij sociale media doorvoerde.
V e r n ie u w i ng e n v o or a l o p h e t ge b ie d v a n m ar k e t i n g Deze vernieuwingen vonden vooral plaats op het gebied van marketing en het genereren van naamsbekendheid (57%). Zzp’ers gaven bijvoorbeeld aan dat door het gebruik van sociale media er een soort stapeleffect ontstaat naar andere digitale media. Men past bijvoorbeeld de eigen website of webshop aan om beter te linken met de accounts op sociale media, of men start zelfs een geheel nieuwe website, wordt actief op weblogs etc. Wanneer er sprake is van vernieuwingen op het gebied van marketing, leidt deelname aan sociale media vaak tot intensiever gebruik van digitale media, en fungeren sociale media zo als kataly-
1
0,4%.
21
sator van online activiteiten. Vertalen we deze resultaten naar de gehele populatie zzp’ers, dan zegt 4% vernieuwingen doorgevoerd te hebben op het gebied van marketing dankzij activiteiten op sociale media. Zie ook tabel 4. Tabel 4
Aandeel vernieuwingen dankzij activiteiten op sociale media.
Vernieuwingen van
Percentage genoemd
Gehele populatie**
…(marketing)concepten en formules
57%
4%
…producten of diensten
42%
3%
…bedrijfsprocessen
22%
2%
…markten
15%
1%
Bron: Panteia, 2012.*Meerdere antwoorden mogelijk.**De cijfers voor de gehele populatie betreffen ook zzp’ers die geen gebruikmaken van sociale media. Let op, percentages zijn afgerond.
S o c i a l e m e d i a k u n ne n o o k t o t p r od u c t - e n d i e n s te n in n ov a t i e le i de n Van de groep zzp’ers die aangaven vernieuwingen te hebben doorgevoerd dankzij activiteiten op sociale media, zegt 42% dat deze activiteiten tot vernieuwingen op het gebied van product- of diensteninnovatie hebben geleid. Zo vindt men o.a. leveranciers van nieuwe producten, nieuwe methoden, vragen en behoeften van klanten etc. Wat kan leiden tot de opname van nieuwe producten en diensten in het assortiment of aanpassing van bestaande producten of diensten. Vernieuwingen in bedrijfsprocessen, bijvoorbeeld efficiënter werken, wordt door 22% genoemd. Vernieuwingen op het gebied van markten wordt nog het minst vaak genoemd. Primair richt men zich op de klantgroepen (type klant, regio e.d.) die men al kent.
V e r b a n de n in n o v a t ie e n g e b r ui k s oc i a l e me d i a In de meting van 2012 hebben we gevraagd naar vernieuwingen die door de respondent terug te herleiden waren naar zijn of haar gebruik van sociale media. In 2010 is er echter ook onafhankelijk naar innovatie door deze zzp’ers gevraagd. In totaal waren er 1096 panelleden die de vragen over innovatie in 2010 en de vragen over sociale media in 2012 hebben beantwoord. Hier zien we een duidelijk positieve relatie tussen het innovatieve gedrag van zzp’ers en het gebruik van sociale media. Deze relatie is tweezijdig: enerzijds kunnen sociale media bijdragen aan innovatie van producten, diensten en processen, anderzijds is het ook vrij waarschijnlijk dat zzp’ers met een innovatieve houding ook eerder gebruikmaken van nieuwe vormen van (online) netwerken. Tabel 5
Gebruik sociale media en innovatie
Productinnovatie
Procesinnovatie
Gebruikt wel sociale media
44%
60%
Gebruikt geen sociale media
20%
41%
Bron: Panteia, 2010 en 2012.
22
Ook vinden zzp’ers die gebruikmaken van sociale media vaker dat zij hun werk op een vernieuwende manier uitvoeren (56% versus 44%) en dat zij met nuttige nieuwe ideeën komen (80% versus 64%).
23
5
Praktijkvoorbeelden
Enkele praktijkvoorbeelden zijn die van innovatieve zzp’ers, zoals Booij HR Services (5.1) en Son Coaching (5.2).
5.1
Casestudy: Booij HR Services Booij HR Services levert oplossingen op maat voor alle personeels- en opleidingszaken waar MKB-ondernemers mee te maken kunnen krijgen. Eigenaar is de in Drunen woonachtige Bob Booij, specialist op het gebied van arbeidsrecht. Via een snelle analyse (quickscan P&O) brengt Booij HR Services in kaart op welke punten het huidige personeelsbeleid kan worden verbeterd. Doel is een gezonde organisatie creëren, waar mensen graag bij horen en waar ze zich met plezier, gedurende lange tijd, voor willen inzetten. Booij HR Services werkt met enkele samenwerkingspartners, onder wie een bedrijfsarts, bedrijfsfysiotherapeut en een re-integratie/outplacementcoach. Het bedrijf helpt met het opstellen van personeelsbeleid, procedures en reglementen en geeft advies en ondersteuning op het gebied van: arbeidsomstandigheden, arbeidsovereenkomsten en arbeidsrecht, arbeidsvoorwaarden, CAO- en personeelsregelingen, conflict of meningverschil tussen werkgever en werknemer, functieomschrijvingen, functiewaardering en belonings- en functioneringsgesprekken, ontslagzaken, personeelsdossiers, selectie en aanname van nieuwe medewerkers, ziekteverzuimmanagement.
Innovatieve activiteiten Booij heeft de afgelopen drie jaar zelf nieuwe producten en diensten op de markt gebracht, zoals de quickscan P&O. Booij doet ook tijdens de dagelijkse werkzaamheden vernieuwingsinspanningen en maakt veelvuldig gebruik van een extern netwerk om kennis uit te wisselen en samen te werken met andere partijen om vernieuwingsprojecten uit te voeren (zie eerder aangehaalde samenwerkingspartners). Ook is Booij enkele keren in de afgelopen drie jaar ingeschakeld door andere partijen bij de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten, en heeft Booij daarbij een verbindende rol gespeeld.
T w i t te r Booij heeft sinds juni 2011 een Twitteraccount: @BooijHRservices. Het account heeft 64 volgers1 (zowel werk- als privégerelateerd). Booij volgt zelf 68 personen en instanties. De meeste zijn werkgerelateerd, zoals ontslag.nl en Personeelsnet. Booij heeft sinds de inwerkingtreding van zijn account 112 tweets gestuurd, gemiddeld zijn dat vier tweets per maand over de hele periode. Booij tweet met name nieuwsberichten die van invloed zijn op personeelsbeleid van bedrijven, zoals van HR Rendement en HRM Nieuws Nederland, maar hij geeft ook tips aan volgers die met zijn vakgebied te maken hebben. Twitter is daarmee een tool om
1
Ten tijde van de deskresearch.
25
zichzelf als een professional die goed op de hoogte is van zijn vakgebied te profileren.
LinkedIn Op LinkedIn heeft Booij ruim 300 connecties en hij is lid van 27 groepen. De meeste groepen zijn gerelateerd aan personeelsvraagstukken: Booij’s kernactiviteit. Hij heeft tot nu toe één aanbeveling gehad, van een samenwerkingspartner bij een van zijn eerdere projecten. Hij heeft daarnaast in totaal zestien ‘endorsments’ of onderschrijvingen, waarvan met name zijn vaardigheden op het gebied van interim-management onderschreven worden. De LinkedInpagina wordt zo een medium om kennis te profileren, actieve referenten te laten zien, en interactie te zoeken met vakgenoten. Bob Booij: “Ik heb destijds een Twitter- en LinkedInaccount aangemaakt om mijn naamsbekendheid te vergroten. Naarmate je meer volgers op Twitter hebt, kun je uit de grijze massa omhoog komen. Ik ben echter tot nu toe te weinig actief geweest op Twitter en LinkedIn. Het heeft ook nog geen nieuwe opdrachten of samenwerkingspartners opgeleverd. Onlangs ben ik actiever aan de slag gegaan met de sociale media, onder andere door een apart bedrijfsprofiel op LinkedIn aan te maken en vaker actuele berichten te delen met mijn netwerk. Op dit moment komen nieuwe opdrachten vooral binnen door de website. Voordeel van de website is dat deze goed te vinden is via Google en dat er een koppeling naar mijn Twitter- en LinkedIn-account op staat.”
5.2
Casestudy: Son Coaching Maaike van Son coacht professionals die balanceren met werk, privé en gezondheid. Als loopbaan- en whiplashcoach met humor, liefde en uitdaging laat ze haar klanten in een confronterende (lach-) spiegel kijken en nieuwe wegen inslaan. Haar hart ligt bij mensen die met gezondheidsbeperkingen moeten (leren) omgaan. “Als je niet meer kunt wat je vroeger deed, en op zoek bent naar wat je het liefste doet of wilt”. Maaike zet in op motivatie, zelfvertrouwen en vrede sluiten met beperkingen en eigenaardigheden. Zoeken naar mogelijkheden die er wél zijn, in plaats van wat niet meer is. Maaike is een ervaringsdeskundige als het gaat om een whiplash. “Ik kreeg kort achter elkaar drie keer een autoongeluk waar ik klachten aan overhield. Ik heb toen verschillende artsen bezocht met weinig resultaat. Ik heb uiteindelijk mijn eigen weg gezocht hoe met die klachten om te gaan”.
Innovatieve activiteiten Van Son maakt voor haar bedrijf naast de website vooral gebruik van LinkedIn (persoonlijke pagina met verwijzing naar Son Coaching). Het gebruik van dit sociale medium heeft haar de afgelopen tijd een aantal opbrengsten gebracht: nieuwe (potentiële) klanten, nieuwe kennispartners, een betere reputatie, meer naamsbekendheid, nieuwe ideeën en inspiratie, samenwerking met andere zzp’ers en antwoorden op vragen. Een van die samenwerkingsverbanden met een andere zzp’er is met een vriendin onder de paraplu van Femergy (een samenvoeging van Female en Energy; zichtbaar op haar LinkedIn). “We richten ons op vrouwen die in de ziektewet zitten. Het zijn korte interventies met vrouwen die overspannen zijn of een burn-out
26
hebben. Kortom, mensen die problemen hebben met hun gezondheid en hulp nodig hebben om weer sturing aan hun leven te geven.”
LinkedIn Op LinkedIn heeft Van Son 164 connecties en ze is lid van 17 groepen. De meeste zijn gerelateerd aan coaching, training en gezondheid. Zij heeft tot nu toe twee aanbevelingen gehad, van klanten uit eerdere projecten. Ze heeft daarnaast in totaal twaalf onderschrijvingen, waarvan met name haar vaardigheden op het gebied van ‘personal development’ en op het vlak van outplacement onderschreven worden. De LinkedInpagina wordt zo een medium om kennis te profileren, actieve referenten te laten zien, samenwerking te vinden en interactie te zoeken met vakgenoten.
27
6
Conclusie
Sociale media zijn in opkomst, dat moge duidelijk zijn. Voor veel zzp’ers en ozp’ers blijken sociale media een laagdrempelige manier te zijn om naamsbekendheid te genereren en kennis of inspiratie op te doen. Wat wij hier hebben gemeten is echter slechts een stand van zaken anno 2012. De huidige generatie groeit op met deze sociale media en technologische ontwikkelingen gaan snel. Dit impliceert een toenemende hyperconnectiviteit in de toekomst, waardoor sociale media wellicht een sterkere rol gaan spelen op het gebied van innovatie. Ook veranderende inzichten in hoe innovatie plaats kan vinden speelt hier een belangrijke rol bij. Waar innovatie eerst vooral iets binnen bedrijven was met middelen en capaciteit daarvoor, worden ideeën en informatie nu ook vrijelijk gedeeld door professionals en gebruikers met sociale media als verbindende factor. De verschuiving naar open innovatie en gebruikersinnovatie krijgt daardoor een impuls. Dit creëert kansen voor zzp’ers en ozp’ers. Waar zij niet de beschikking hebben over middelen, fondsen en capaciteit, maken sociale media de weg vrij naar ideeën, kennis, samenwerkingspartners, en contact met (potentiële) klanten. 1 op de 5 op sociale media actieve zzp’ers voerde in de afgelopen drie jaar al vernieuwingen door (mede) dankzij hun activiteiten op sociale media. Ook dit zal in de toekomst waarschijnlijk gaan toenemen naarmate het gebruik van sociale media en het idee van open innovatie steeds meer onderdeel van de bedrijfsvoering worden. Een interessante uitkomst uit dit onderzoek is dat, ondanks het feit dat zzp’ers uit de bouw relatief weinig gebruikmaken van sociale media en weinig belang eraan hechten, het percentage vernieuwingen in verhouding toch gemiddeld is voor deze sector. Duidelijk is verder dat de meerderheid van de zzp’ers en ozp’ers verwacht dat het belang van sociale media voor de bedrijfsvoering in de toekomst groter zal worden. Niet alleen op het gebied van innovatie is het gebruik van sociale media interessant voor zzp’ers, maar ook wat betreft het vinden van nieuwe klanten, het onderhouden van bestaande relaties en het genereren van meer naamsbekendheid. Deelname aan sociale media leidt bovendien vaak tot intensiever gebruik van andere digitale media, hierdoor fungeren sociale media zo als katalysator van online activiteiten. Uit de casestudies en online deskresearch komt naar voren dat er nog een wereld te winnen is. Sociale media vormen een set van tools voor zzp’ers en ozp’ers om te innoveren en omzet binnen te halen, maar het is dan wel aan die zzp’ers om daar ook gebruik van te gaan maken. Actieve profilering op media zoals LinkedIn, Twitter, Facebook en YouTube vergen tijd, dat is waar, maar de kost gaat voor de baat uit. (Tijds)investeringen in online netwerken zijn een goede strategie om zichtbaar voor klanten en samenwerkingspartners te worden.
29
Literatuurlijst Ahlqvist, T., A. Back, M. Halonen en S. Heinonen, Social media roadmap exploring the futures triggered by social media, VTT Tiedotteita- Valtion Teknillinen Tutkimuskeskus, vol. 2454 (13), 2008 Atos en Nyenrode, Interim index 8: vakmanschap is niet genoeg, ATOS en Nyenrode, Breukelen, 2012 Badawy, A.M., Technology management simply defined: A tweet plus two characters, Journal of Engineering and Technology Management, nr. 26, 2009, blz. 219224 Bel, M., Zzp'ers in Nederland: hun prestaties, ondernemend gedrag en hulp van het informele netwerk: Masterthesis, Faculteit der sociale wetenschappen: Vrije Universiteit, Amsterdam, 2009 Bruins, A., N.E. de Vries en P.J.M. Vroonhof, Ondernemen zonder personeel; Resultaten zzp-panel meting I van 2012, Panteia/EIM, Zoetermeer, 2012 Dahan, E. en J.R. Hauser, The virtual customer, Journal of Product Innovation Management, vol. 19, nr. 5, 2002, blz. 332-353 Feng, J. en P. Papatla, Is online Word of Mouth Higher for New Models or Redesigns? An investigation of the Automobile industry, Journal of Interactive Marketing, nr. 26, 2012, blz. 92-101 Ferrell, L. en O.C. Ferrell, Redirecting direct selling: High-touch embraces hightech, Business Horizons, vol. 55, 2012, blz. 273-281 Gibcus, P. en J.P.J. de Jong, Innovatiepiramide: Een segmentatie van het MKB, Panteia/EIM, Zoetermeer, 2008 Gorry, G.A. en R.A. Westbrook, Can you hear me now? Learning from customer stories, Business Horizons, vol. 54, 2011, blz. 575-584 Gulshan, S.S., Innovation Management: Reaping the benefits of Open Platforms by assimilating internal and external innovations, Social and behavioral Sciences, nr. 25, 2011, blz. 46-53 Hung, C.L. , J.C.L. Chou en T.P. Dong, Innovations and communication through innovative users: An exploratory mechanism of social networking website, International Journal of Information Management, vol. 31, 2011, blz. 317-326 Kaplan, A.M. , Users of the world, unite! The challenges and opportunities of social media, Business Horizons, vol. 53, nr. 1, 2010, blz. 61Poel, R. van der, Mix and Match: Het gebruik van digitale media in het MKB, EIM/Panteia, Zoetermeer, 2011 Tseng, M.L., L.W. Lan, R. Wang, A. Chiu en H.P. Cheng, Using hybrid method to evaluate the green performance in uncertainty, Environment Monitoring and Assessment, vol. 175, nr. 1-4, 2011, blz. 367-385 Von Hippel, E. , Lead users: An important source of novel product concepts, Management Science, vol. 32, nr. 7, 1986, blz. 791-805 Von Hippel, E., Democratizing Innovation, The MIT Press, Cambridge, Massachusetts, 2005 Vries, N.E. de en P.J.M. Vroonhof, Ondernemen voor de toekomst; Innovatie en pensioenen van zzp'ers, Panteia/EIM, Zoetermeer, 2011 Vries, N.E. de, A. Bruins en P.J.M. Vroonhof, Ambities en vermogensopbouw van zzp'rs; resultaten zzp-panel meting II van 2012, Panteia/EIM, Zoetermeer, 2013 Vries, N.E. de, W. Liebregts en P.J.M. Vroonhof, Hoe ondernemend zijn zzp'ers?: Resultaten zzp-panel meting II van 2011, Panteia/EIM, Zoetermeer, 2012
31
BIJLAGE 1
Onderzoeksverantwoording
Voor dit onderzoek is onder andere gebruik gemaakt van het zzp-panel van Panteia/EIM. De reden hiervoor is dat het gebruik van sociale media onder ZZP’rs goed lijkt te zijn ingeburgerd, en dat affiniteit met en mate van innovativiteit op persoonsniveau getoetst kan worden. In het panel is hiervoor een selectie gemaakt van twee contrastgroepen: innovatieve versus niet-innovatieve zzp’ers. Vervolgens is met behulp van deskresearch geanalyseerd in hoeverre de activiteiten van de geselecteerde ZZP’rs op o.a. LinkedIn en Twitter van elkaar verschillen Zzp-panel Het Panel kent een nieuwe opzet sinds 2012. Het panel bestaat uit ongeveer 3000 respondenten en bevat vanaf 2012 ook zelfstandigen uit maatschappen en VOF's. Daarnaast zitten goederenverkopers nu proportioneel in het panel. Voor de achtergrond van het zzp-panel en de wijze waarop het panel thematisch is opgebouwd en technisch wordt onderhouden kan de rapportage “Ondernemen zonder personeel” op www.ondernemerschap.nl worden nageslagen (Bruins, de Vries en Vroonhof, 2012). Voor gedetailleerde uitleg en verantwoording voor meting 2 in 2012 zie bijlage 1 van “Ambities en vermogensopbouw van zzp’ers www.ondernemerschap.nl (de Vries, Bruins en Vroonhof, 2013).
A a n p a s s i n ge n vo o r de z e r a p p o r t a g e Bij de analyse voor deze rapportage is een koppeling met een eerdere meting gemaakt waardoor we ook de beschikking kregen over innovatievariabelen. Analyse met betrekking tot deze variabelen heeft daardoor plaatsgevonden op een groep van 1096 panelleden die in beide datasets waren vertegenwoordigd. Overige analyse heeft op het volledige bestand (N=2892) plaatsgevonden, uitgezonderd maten en vennoten. De verhoudingen tussen sectoren en type zelfstandigen (definitie 2011) is vervolgens gecorrigeerd door de data te wegen naar de daadwerkelijke populatie verhoudingen in 2012. Het totale bestand is gewogen en daardoor representatief op sectorniveau voor bedrijven met 1 werkzame persoon in het Bedrijvenregister van CBS.
33
De resultaten van het Programma MKB en Ondernemerschap worden in twee reeksen gepubliceerd, te weten: Research Reports en Publieksrapportages. De meest recente rapporten staan (downloadable) op: www.ondernemerschap.nl.
Recente Publieksrapportages A201335
01-07-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2013 en 2014 – Update juni
A201330
25-06-2013
Hoe goed ligt de gemeente bij MKB?
A201329
18-06-2013
Monitor Inkomens Ondernemers
A201328
27-06-2013
Het wenkend perspectief van consumenteninnovatie
A201323
06-06-2013
Kleinschalig ondernemen 2013
A201322
13-06-2013
Topsectoren in beeld - Bekendheid met het topsectorenbe-
A201321
21-05-2013
Administratieve lasten MKB
A201320
04-06-2013
Ambities en vermogensopbouw van zzp'ers
A201319
11-06-2013
Topsectoren: beeld en ontwikkeling
A201317
16-05-2013
Diaspora links van migrantenondernemers in Nederland
A201316
31-05-2013
Intellectueel eigendom topsectoren
A201315
07-05-2013
MKB verdeeld over kabinetsbeleid
A201314
02-05-2013
Topsectoren in beeld
A201313
28-03-2013
Concurrentie in het MKB
A201312
25-03-2013
Alles flex, is dat een mismatch?
A201311
09-04-2013
Challengers: hun kenmerken en succesfactoren
A201310
04-04-2013
Wie wordt werkgever?
A201309
16-04-2013
Oudedagsvoorziening in het MKB
A201308
11-04-2013
Benchmark klanten Qredits
A201306
21-02-2013
De waarde van sociaal ondernemerschap
A201305
24-01-2013
Grondstofschaarste?
A201304
02-04-2013
Gezocht: werklocatie 3.0
A201303
24-01-2013
Algemeen beeld van het MKB in de marktsector in 2012 en
leid en beleving van het ondernemingsklimaat
2013 - Update december A201302
08-01-2013
Financiering van innovatie in het MKB
A201218
15-01-2013
Samen starten
A201217
17-01-2013
Inkomen, vermogen en dynamiek van zelfstandigen zonder personeel Financieringsmonitor topsectoren 2012
A201216
9-1-2013
A201215
19-12-2012
A201214
7-12-2012
Meer innovatie door buitenlanders?!
A201213
4-12-2012
Meerwaarde van studentbedrijven
A201212
4-12-2012
Duurzaam ondernemen in het MKB
A201211
12-11-2012
Global Entrepreneurship Monitor 2011 The Netherlands
A201210
19-11-2012
Gebruikers en communities
A201209
8-8-2012
Wagenpark MKB en Grootbedrijf 2010
A201208
6-7-2012
Nieuwe financieringsvormen voor het MKB
A201207
20-6-2012
Monitor Inkomens Ondernemers
A201206
20-6-2012
Een typologie van ondernemers met lage inkomens
A201205
28-6-2012
Kleinschalig Ondernemen 2012
A201204
30-5-2012
Hoe ondernemend zijn zzp'ers?
A201203
22-5-2012
Duurzaam ondernemen in het kantoorhoudende MKB
A201202
16-4-2012
Vergrijzing en ondernemerschap
Ondernemen zonder personeel
35
A201201
4-4-2012
Hoe werken bedrijven samen in projecten?
A201113
22-11-2011
Ondernemen in de Sectoren 2011
A201112
22-11-2011
Zelfbewust een Zelfstandige Positie
A201111
21-9-2011
Kerngegevens MKB 2011
A201110
25-8-2011
Financieringsmonitor 2011
A201109
22-8-2011
Arbeidsproductiviteitstrends in klein-, midden- en grootbe-
A201108
14-7-2011
Global Entrepreneurship Monitor 2010 The Netherlands
A201107
19-5-2011
Ondernemen voor de toekomst
A201106
27-4-2011
Trendstudie MKB en Ondernemerschap: Synthese
A201105
20-4-2011
Uitvinders in Nederland
A201104
28-4-2011
Kleinschalig Ondernemen 2010
A201103
10-3-2011
Trendstudie MKB en Ondernemerschap
A201102
8-3-2011
Monitor vrouwelijk en etnisch ondernemerschap 2010
A201101
5-1-2011
Startende ondernemers
A201012
8-12-2010
A201011
16-11-2010
drijf 1995-2015
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid Global Entrepreneurship Monitor 2009 The Netherlands Ondernemen in de sectoren 2010 – 10 brochures
A201010
9-11-2010
A201009
14-10-2010
De arbeidsmarkt van Midden-Nederland
A201008
14-10-2010
Monitor Inkomens Ondernemers
A201007
30-9-2010
Stand van Zaken Zonder Personeel
A201006
23-6-2010
Internationale benchmark ondernemerschap 2010
A201005
31-5-2010
Bedrijfsbeëindigingen in het kleinbedrijf
A201004
april 2010
Octrooien in Nederland
A201003
12-4-2010
Ondernemen voor anderen!
A201002
15-2-2010
Een kwestie van ondernemen
A201001
11-1-2010
Innovatief ondernemerschap in detailhandel, horeca en am-
A200918
1-12-2009
Slim en gezond afslanken
A200917
2-11-2009
Ondernemen in de Sectoren
A200916
30-10-2009
A200915
17-8-2009
Criminaliteitspreventie door kleine bedrijven
A200914
16-6-2009
Global Entrepreneurship Monitor 2008
A200913
15-5-2009
Internationale benchmark ondernemerschap 2009
A200912
20-5-2009
Kleinschalig Ondernemen 2009
A200911
3-4-2009
Kopstaartbedrijven
A200910
1-4-2009
Ondernemerschap in de wijk
A200909
27-3-2009
A200908
half juni 2009
A200907
24-3-2009
Monitor Inkomens Ondernemers
A200906
19-3-2009
Bedrijvendynamiek en werkgelegenheid
A200905
17-3-2009
Afhankelijkheid in de metaalsector
A200904
12-3-2009
Beter inzicht in multicultureel ondernemerschap
A200903
5-2-2009
A200902
13-1-2009
Toekomst concurrentiepositie MKB
A200901
13-1-2009
MKB in regionaal perspectief
A200815
19-12-2008
Succes met samenwerking
A200814
16-12-2008
Tijdelijke samenwerkingsverbanden in het Nederlandse MKB
A200813
8-12-2008
bacht
Springen over de Grens
The Netherlands
36
Van werknemer tot ondernemer Review: Internationalisering van het Nederlandse MKB
Ten years entrepreneurship policy: a global overview
Sociaal ondernemerschap