De nieuwsflash van BS Zilverberk! Schoolkrant voor de leerlingen, ouders, grootouders en sympathisanten van BS Zilverberk en de GO! scholen. Redactieleden : juf Murielle (K3B), juf Evelien (2C), juf Magali (3C), juf Bianca (6B) - Illustrator en lay-out : Pascale Lambin
Het zal jullie niet ontgaan zijn : 10 september was een bijzondere dag vol leesplezier voor onze kinderen van Zilverberk. We kregen “hoog” bezoek van twee auteurs; nl. An Melis (bekend van Hekselien en Belle Beer) en Raf Missorten (schrijver van o.a. Een potje tijd en Prinsesje Ondersteboven). Het doel van de taalhoogdag was onze kinderen aanzetten tot lezen en jullie, ouders, stimuleren om voor te lezen. An Melis sleepte de kleuters mee in het verhaal van haar boeken. Door haar sublieme acteerwerk lukte het haar om iedereen enthousiast te maken en zich actief in te leven in het verhaal van Belle Beer of Hekselien. De kleuters genoten met volle teugen. Raf Missorten las de kinderen van de eerste graad voor uit zijn nieuwste, bijzondere sprookjesboek “Prinsesje Ondersteboven”. Dit boek geeft een idee van hoe het voelt als woorden en zinnen niet op de plaats staan waar jij ze verwacht. Omdat het boek in het land van prinsesje Ondersteboven werd geschreven, staat ook het sprookje van onder naar boven gedrukt. Na het lezen van dit boek kan je beter begrijpen hoe iemand zich voelt wanneer hij/zij moeilijk kan lezen. De leerlingen van de tweede graad mochten Raf interviewen. Op deze manier ontdekten zij hoe zijn boeken tot stand kwamen. Verder las hij voor uit zijn gedichtenbundel “Een potje tijd”, aan de leerlingen van het 5de en 6de leerjaar. Raf daagde de gemotiveerde kinderen ook uit om een poëziebundel te maken. Het prachtige resultaat kan je verder in deze Nieuwsflash zien. Lees en geniet !
B o e k e n b e u r s o p s c h o o l … w a t was dat f i j n . De juffen van de eerste kleuterklasjes zochten op de boekenbeurs leuke boekjes voor ons uit. In onze leesmand vonden we boekjes van Karel (Liesbet Slegers) terug.
Alle vriendjes namen plaats in de onthaalhoek en het werd heel stil ssstttttt… Samen leerden we de gekke avonturen van Karel kennen. We vonden het reuzefijn.
Hier enkele tips voor mama, papa,….
Voordat je gaat voorlezen
1. Leen samen met je kind een prentenboek in de bibliotheek. Kies een boek dat je kind leuk vindt, liefst een boek dat past bij de activiteiten op school. De bibliothecaris helpt je graag bij het kiezen. 2. Bekijk het boek goed en lees het zelf voordat je gaat voorlezen. Bedenk wat je gaat vragen en uitleggen tijdens het voorlezen. 3. Kies een vast moment en een vaste, gezellige plek om voor te lezen. Zo wordt voorlezen een onderdeel van iedere dag. Dat is gezellig en het is goed voor de taalontwikkeling van je kind.
Hoe lees je voor ?
1.Laat je kind lekker dicht naast je zitten, zodat het kan meekijken in het boek. Jullie gaan samen het verhaal lezen. 2. Wijs de titel aan, lees de titel voor en praat met je kind over de voorkant. Maak je kind nieuwsgierig naar het verhaal. 3. Lees het verhaal voor, bekijk samen de afbeeldingen en praat over de afbeeldingen. 4. Laat je kind gerust opmerkingen maken terwijl je voorleest. Het is goed voor de taalontwikkeling als je kind praat, dus alle opmerkingen zijn goed. 5. Neem de opmerkingen van je kind serieus. Ga op de opmerkingen in, ook als ze niet over het verhaal gaan. Daarna ga je weer door met het verhaal. 6. Vraag op spannende momenten aan je kind hoe het verhaal verder zou kunnen gaan. Zo leert je kind goed nadenken en gaat het begrijpen hoe verhalen in elkaar zitten. 7. Bedenk welke woorden moeilijk zijn voor je kind. Leg een onbekend woord uit. 8. Maak bij het voorlezen geluiden en bewegingen die passen bij het verhaal of vraag je kind om een geluid of beweging uit het verhaal na te doen.
Na het voorlezen
1. Laat je kind het verhaal navertellen aan een broertje of zusje of aan een knuffel. 2. Waarschijnlijk vraagt je kind om het boek nog een keer voor te lezen. Dat is goed. Je kind leert er iedere keer weer iets nieuws van.
De juffen van de eerste kleuterklas
Op vrijdag 10 september kwam auteur An Melis ons een verhaaltje voorlezen : “Een hart voor mama”.
Onze juffen hadden verteld dat er een mevrouw op ons zou wachten maar het was de mama van Belle Beer.
Belle Beer had zich verstopt in de kast ze was een beetje verlegen, maar toch kwam ze piepen. Samen met mama beer vertelden ze het verhaal en de prenten konden we zien op het grote doek. Het verhaal ging over een mooi rood hartje dat Belle met haar mama schilderde. Ook aan ons leerde ze hoe we een hartje kunnen schilderen : boogje, boogje, puntje. We kregen van mama beer een prachtig schilderij van Belle beer voor in ons klasje.
Als afsluiter mochten we buiten dansen met linten, samen met Belle Beer. De kleuters vonden het verhaal geweldig leuk, de boekjes van Belle Beer zijn een aanrader.
De tweede kleuterklassertjes
De derde kleuterklas op bezoek bij Hekselien
Op vrijdag 10 september kwam de auteur An Melis op bezoek in onze school. We werden helemaal meegesleurd in haar verhaal dat ze zelf schreef.
De kleuters werden er actief bij betrokken. Ze mochten een babydraakje verzorgen, heksensoep maken, toveren, meezingen en dansen.
Nadien toverde An Melis een hele mooie tekening van Hekselien uit haar toverpenseel.
Als slot mochten we rond de heksenketel een rondedans doen terwijl we uit volle borst meezongen.
Vrijdag 10 september kwam schrijver, dichter Raf Missorten bij ons op bezoek. Wij kregen een leuk, doch eigenaardig verhaal te horen, nl. het verhaal van Prinsesje Ondersteboven. Een boek dat wordt gelezen van onder naar boven. Nadat de kinderen van het eerste leerjaar waren opgewarmd door het horen van het verhaal, mochten zij er een leuke prinses bij tekenen. De juffen van het 1ste lj.
De tovenaar
Er was eens een tovenaar, het is raar, maar waar. Zijn naam was tovenaar Harry, als je hem ontmoette was het als een nachtmerrie. Hij had een bult op zijn rug en een pukkel op zijn neus, hij leek wel een vieze reus. Heb je zijn schoenen al gezien ? Vol schimmel, niet om aan te zien. Hij toverde dag en nacht, niet overdreven, dat was nu eenmaal zijn leven. “Inne, minne, kaassoufflé, geef mij nu een groot diner.” De volgende morgen stond hij op, geen haren op zijn kop. Een heks kwam voorbij, ze zei : “Het stinkt hier naar een rot ei !” De heks was beeldschoon, maar dat niet alleen, ze was de beste van iedereen. Ze leerden elkaar beter kennen en van dit komt dat en… ze kregen kinderen, heel wat !
Luna Van Nimmen uit 5 B
Als je aan de leerlingen van het 2de leerjaar vraagt hoe een boek gemaakt wordt krijg je de hele weg van schrijver tot boekenwinkel te horen. Zij leerden over de auteur, de illustrator, de uitgeverij en nog veel meer. Bij taal hebben de leerlingen gewerkt rond beschrijvingen. Zij moesten naar een schilderij kijken en dat dan met zinnen beschrijven. Echt niet makkelijk, hoor! Nadien hebben ze de rollen eens omgedraaid. De juf beschreef een schilderij en zij mochten het tekenen. Dit hebben de kinderen ervan gemaakt.
Het 2 d e leerjaar ging Raf Missorten achterna en trachtte ook een gedichtje te schrijven, van onder naar boven en van achter naar voren. Prinsesje ondersteboven schrijft een gedichtje : Kan jij het juist lezen ? en kijk eens… een spin ! Daar liggen mijn poppen Lees van beneden Een plank onderin. naar boven ! Een kast in de kamer.
Lees alle woorden van achter naar voor !
Prinsje achterstevoren schrijft ook een gedichtje : taR nav remakdab ed ni oopmahs ne peez tgil dalg teh si uN tag njiz po anjib tgil taR
Pluisje
Fred, het konijn
Pluizig, snoezig, zilverwit, Zachte haren, raar gebit, Donzig staartje, klein maar fijn, Lange oren, lief konijn !
Fred het konijn ging eens op wandel en kwam terecht in een dierenhandel. Toen namen ze hem op en gaven een harde stoot op zijn kop. Hij vroeg wat er gaande was. Ze zeiden niets, maar gooiden hem zomaar in een plas. Na een tijdje lieten ze hem vrij en hij was super, ja, superblij. Hij had nog veel pijn, maar was wel blij om vrij te zijn.
Kevin Belsack uit 4 B
De eekhoorn Die arme eekhoorn is niet op te sporen. Hij is verdwenen, neen, niet wenen. Geraak niet in paniek, anders word je nog ziek. We hebben hem gevonden, aan een boom vastgebonden. Ine, Anaëlle, Louize, Emily, Laetitia, Mats, Lucas, Imke uit 6 B Felix Felix is mijn poes. Hij is mijn allerliefste snoes. Nee, het is geen zwarte kater en ook geen grote prater, maar wel een goede jager ! Hij zingt en miauwt erop los, zijn pootjes zijn zo zacht als mos, nee, hij is ook niet groen, maar wel een grote kapoen. Zijn witte vacht met grijsblauwe vlekjes en zijn okergele kijkers… Ik zou hem niet meer kunnen missen. Felix, mijn allerliefste poes !
Eline Baré uit 4 B
Tom Januarius uit 6 D Bunny, mijn konijn Ooit kocht ik een konijn, haar hangoortjes vond ik zo fijn. Haar naam is Bunny en haar snoetje, o zo fijn. Ze zit in een grote kooi, met korrels en veel hooi. Met één wortel komt ze niet rond, ze is wel heel gezond. Soms bijt ze in mijn vinger. Dan lijkt mijn vinger wel een slinger. Maar toch vind ik haar lief, ze is en blijft mijn hartendief !
Asia Oeyen uit 4 D
Naamgedichtje
Rood is niet mijn lievelingskleur Alleen maar blauw Frikandel, waarom heb ik toch zo’n korte naam… Raf uit 4B
Verliefd Ik heb kriebels in mijn buik. Ik durf het niet te zeggen, maar het moet eruit. Is hij op mij, droomt hij van mij ? Ik ben verliefd en ik roep het luid ! Op school, in de klas, schreef ik een briefje dat hij las. Ik schreef : “Lieve jongen van m’n dromen, wil je in mijn hartje komen ?” “Dan zijn we voor altijd samen, jij de heer, ik de dame.” Het is zover gekomen, de dag kwam nabij. Ik denk nu aan hem en hij aan mij. Nu zijn we een koppel, al meer dan een dag, hij krijgt een zoen en ik een lach. Het is vrijdag, het is feest ! Want we zijn nog niet uit elkaar geweest. Ik wil graag zeggen wat ik voor hem voel, met de muziek aan snap je wat ik bedoel.
Elien Vervondel uit 5 B
Opruimen Een kleine jongen speelt heel graag, maar haalt soms veel te veel uit. Die kleine jongen komt nu heel traag zijn mooie kamertje uit en roept : “Mama, ik ruim niet graag !”
Voor jou Een doosje bloemen een doosje zon een mooi gedichtje een lief gezichtje dat geef ik allemaal aan jou omdat ik zoveel van je hou.
Liesel de Kuyper uit 3 D
Kleuren Een pennenzak vol stiften, rode, gele, paarse, groene, ik heb er miljoenen. Ik hou van felle kleuren, in allerlei geuren. Zwart is niets voor mij, dat hoort er helemaal niet bij. Ik droom over kleuren, maar van blauw ga ik treuren. Roos is voor mijn kleine zusje, samen met een kusje. Ra ra ra… Wat is de kleur van mijn hart ? Die waar ik mee ben gestart ! Bente Ameys uit 6 D
Yari Mary uit 4 D
Slaap Slaap ik met of zonder licht ? Zonder licht heb ik geen gedicht. Doe ik het licht aan, zie ik Janneke Maan. Doe ik het licht uit, Roep ik luid ! Wat zal ik nu toch doen ? Mama, geef mij een zoen !
Fiebe Mees uit 4 D
Ziek Ziek zijn duurt maar even, maar bij jou je hele leven. Je hebt vrienden die je steunen en vrienden waar je op kan leunen. Daarom ben ik er altijd voor jou, omdat ik zoveel van je hou !
Julie Sabels uit 5 D
Basketbal
Gedicht schrijven
Ik speel elke week basketbal in een grote sporthal. De coach is heel erg gek, want hij trekt vaak een gekke bek. Vorig seizoen werden we kampioen ! Gisteren hebben we de match gewonnen en we kregen veel ballonnen. De coach was heel erg blij. Toen zei hij tegen mij : “Goed gedaan !!!”
Ik haat het schrijven van een gedicht, je ziet het aan mijn gezicht. Al die rijmen en verzen verzinnen, ‘k weet niet hoe eraan te beginnen. Dus neem ik een pen en papier, ik doe dit niet voor mijn plezier. Na veel jammeren en klagen, ga ik ook nog wat zagen. Hee, maar kijk nu eens hier, er staat een gedicht op mijn papier !
Edward uit 5d
Kaywan Zafari uit 4 C
Mijn trampoline Gekke trampoline achteraan in mijn tuin met geel en bruin staat mijn trampoline met daarnaast een kabine elke dag na mijn huiswerk van mijn juf uit Zilverberk spring ik op en neer als een veer heen en weer salto, streksprong in een deuk elke dag trampoline, superleuk !
Mats Deraymaeker uit 3 B
De leguaan Ik ben meneer de leguaan en ik zal jullie allemaal verslaan. De eerste aanval heb ik verloren, maar nu val ik aan als nooit tevoren. Maar de mensen waren te sterk, dus ging de leguaan naar de kerk. “Jij bent gek”, zei de pastoor, “Jij moet naar de dokter, hoor !” Dus ging de leguaan naar dokter Jan, maar gedroeg zich helaas niet als een man. Hij verslond de dokter in één hap, zijn vrouw vond dat wel heel rap. Daarom gaat de leguaan nu nooit meer mensen verslaan
Lien Stoffels uit 5 B
Kon ik maar vliegen
Halloween
Ik wou dat ik echt vliegen kon, dan vloog ik rechtstreeks naar de zon. Al is dat toch niet zo’n goed plan, omdat de zon me verbranden kan.
In het bos sluipt een weerwolf, onderweg naar de minigolf. “Wat doe jij hier ?” vraagt de vleermuis. “Moet jij niet naar grootmoeders huis ?” “Neen, ik blijf liever hier, want vannacht word jij vampier. En het is ook nog volle maan, zo kunnen we samen op stap gaan. Komen we dan aan in Zilverberk, hebben we daar nog uren werk. Want zoveel liters bloed, steek je niet zomaar weg in een toverhoed ! Als de weerwolven beginnen huilen, zullen wij ons snel verschuilen in de klas van meester Stef, want die heeft heel veel lef. Daar zal hij niet kunnen vluchten, ja, zelfs amper kunnen zuchten. Want voor hij het goed weet, hebben wij hem lekker beet !!
Ik wou dat ik een vliegtuig had, dan vloog ik naar een ander land. Waar er zich niemand verveelt, omdat er altijd wordt gespeeld. Met auto’s, poppen, groot en klein, waar gameboys overbodig zijn. En iedereen van klas 4 C mocht in mijn vliegtuig mee.
Tae-an Hostyn uit 4 C Winter komt Regenweer, hondenweer, sneeuw en hagelvlagen. Mist en ijs, grauw en grijs, nu al veertien dagen. Zelfs met Frank Deboosere loopt het fout. Ik denk dat ik maar emigreer, het is hier veel te koud.
Tinne Merckx uit 5C
Wat is cool ?
Wat is cool, is de vraag. We dragen een sjaal van veren en coole kleren. Ik ben cool, dat is mijn gevoel. Emi & Fatmé uit 5C
Sarah Habils uit 5 C
Mijn hobby Als ik voetbal voel ik me vrij, word ik vanbinnen helemaal blij. Dus pas maar op voor mij, ik speel jullie zo voorbij. Op het voetbalveld ren ik overal en denk maar niet dat ik snel val. Ik ren het hardst van iedereen, ik speel overal omheen en ik schop met één been.
Kjell Van Meerbeeck uit 4 C
Het lange gedicht In het kasteel van koning Langneus hadden de prinsessen niet veel keus. De neuzen van alle ridders waren reuzengroot, sommigen zelfs zo lang als een stoomboot. Dus de prinsessen verhuisden één voor één… naar het kasteel van koning Langteen. Sil Paindavin uit 3 C
Fout gedacht Ik werd wakker en hoorde gerommel. Het was toch weer niet Thomas op zijn trommel ? Zou het een dief zijn ? Dan ga ik naar beneden en drinken we gezellig wat wijn. Denk je dat ik naar beneden durf gaan, of ga ik maar beter snel hier vandaan ? Waarom zou ik niet durven ? Hij heeft toch geen vijf slurven ? Zeg, weet je wat dat gerommel was ? Pas op, ik weet het ook nog maar pas. Het was mijn man die thuis was gekomen, dat heb ik juist vernomen !
Fanny Merckx uit 6 C
Voor jou Een doosje bloemen een doosje zon een mooi gedichtje een lief gezichtje dat geef ik allemaal aan jou omdat ik zoveel van je hou
Vakkensoep Vakkensoep, wat een troep ! Een vleugje Frans en wat Nederlands en wat geschiedenis. Al die boeken, om van te roepen ! Een beetje van dit en een beetje van dat, die soep wordt nogal wat ! We gaan eens proeven, bah, die soep is niet te vreten ! Oeps, we zijn wiskunde vergeten.
Jana en Amina uit 4 D
Naar aanleiding van het boek “Prinsesje Ondersteboven” kroop Axel uit 3D in zijn pen en schreef volgend verhaal :
Prinsesje Ondersteboven Er was eens een prinses en ze heette Ondersteboven. Hoe ze aan haar naam kwam ? Wel, op een dag was er een stoute heks, met haar toverstok deed ze hokus pokus pats en de prinses was ondersteboven. Haar handen waren op de grond en haar benen vanboven. Haar rok viel naar beneden en haar haar hing altijd in haar ogen. Dus had ze een plan : ze zou een broek aantrekken en ze zou haar haar knippen. Zo gezegd, zo gedaan ! Ze vond het leuk dat haar haar niet mee in haar ogen hing en dat haar rok niet meer naar beneden zakte, maar ze vond het spijtig dat haar vrienden niet meer met haar wilden spelen. Op een dag hoorde ze een stem van een jongen. Ze begreep niets van wat hij zei, maar het was heel mooi. Ze dacht dat hij zong. Ze zag een jongen naast een boom zitten. Hij las een verhaal in een boek, maar hij deed dat omgekeerd, namelijk van rechts naar links. De prinses kwam wat dichter bij de jongen staan. Het liedje was zo mooi dat ze op haar poep viel. De prinses vertelde haar verhaal aan de jongen. Ik ben een prins, zei hij en ik vind het leuk om van rechts naar links te lezen. Door het liedje van de prins werd de prinses weer helemaal normaal. Nu zijn de prins en de prinses dikke vrienden. Axel