PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL Zorg besteden aan het ontwerp en de uitvoering om luchtinfiltratie doorheen de gebouwschil tot een minimum te beperken
PRINCIPES BENADERING Een goede luchtdichtheid van de gebouwschil garanderen, is noodzakelijk. Luchtinfiltratie in het gebouw doet immers het volgende: o
verhoogd energieverbruik, want 's winters moet meer koude lucht worden verwarmd. Een spleet van 1 mm breed en 1 m lang bijvoorbeeld in het dichtingssysteem, met een wind van 30 km/u, zorgt voor vijf keer meer warmteverlies dan de algehele isolatieoppervlakte (14 cm isolatie). - Binnentemperatuur: +20 °C - Buitentemperatuur: -10 °C - Drukverschil: 20 Pa (= windkracht 2 à 3 Beaufort) (Metingen: Duits Instituut voor Gebouwfysica in Stuttgart, bron: DBZ 12/98, blz. 1639 e.v.) Spleet 1 mm
Bron: Pro climat
o o o
Dat warmteverlies heeft een niet onbelangrijke impact op het E-peil: men kan een winst maken van 5 tot 15 punten naargelang het geval (het reglementaire E-peil is vastgelegd op 90). het creëert onaangename luchtstromen; het vermindert de kwaliteit van de akoestische isolatie van de schil, wat in steden een steeds grotere uitdaging vormt; verlies van de bescherming tegen externe vervuiling;
BLZ 1 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
o o
het kan de oorzaak zijn van condensatie aan de binnenkant van de muren, wat problemen van vocht, schimmelvorming en/of corrosie tot gevolg kan hebben. beïnvloedt de goede werking en de efficiëntie van de mechanische ventilatiesystemen.
Deze infiltraties moet dus beperkt worden. De verse lucht voor de hygiënische ventilatie wordt in de droge ruimten binnengebracht om een gezonde en aangename omgeving te creëren dankzij een gecontroleerd ventilatiesysteem, natuurlijk of mechanisch, dat voor de exacte noodzakelijke luchtverversing zorgt (zie fiche ENE23 "Energie-efficiënte luchtverversingssystemen"). Maar luchtdichtheid is niet onverenigbaar met een “ademende” schil. De schil afdichten betekent de niet-gecontroleerde doorvoer van buitenlucht via “gaten” in de gebouwschil (barsten, spleten, ...) vermijden. Een dichte muur kan echter wel “ademend” zijn als hij de uitwisseling van damp tussen binnen en buiten bevordert om de vochtigheidsgraad van de omgeving te regelen. In tegenstelling tot infiltraties is de verplaatsing van damp door de muren heen gunstig voor een aangename omgeving. Het vermijdt dat er een te vochtige of te droge atmosfeer ontstaat. Zo kan een dichte en ademende schil vergeleken worden met een nieuwe Gore-Tex® jas, terwijl men een niet-dichte en dampondoorlatende schil kan vergelijken met een plastic regenjasje met gaten in. Dat jasje kan het zweet niet afvoeren ondanks de gaten, en de gaten zorgen voor luchtstromen die het ongemak verhogen. De luchtdichtheid hangt vooral af van de kwaliteit van de materialen en de kwaliteit van hun uitvoering, terwijl de dampdoorlaatbaarheid uitsluitend afhangt van de aard van de materialen zelf. De doorlaatbaarheid voor waterdamp is een keuzecriterium voor het materiaal waaruit de verschillende wanden van de schil bestaan (zie o.m. de fiche MAT06 "Bekleding van binnenmuren en plafonds: kies gezonde en ecologische materialen").
KWALITEITSINDICATOREN De luchtdichtheid van een gebouw kan worden onderzocht door een techniek met de Engelse benaming “blower door”, zoals bepaald in de norm EN 13829. Bijkomende informatie over de testprocedures zijn beschikbaar op de website http://www.epbd.be/index.cfm?cat=airtightness-measurement. Bij deze techniek worden ruimten in onderdruk of overdruk geplaatst met behulp van een ventilator en zo spoort men de plaatsen op waar lucht doorheen de schil komt. Het visualiseren van de infiltraties kan als volgt gebeuren: o aan de hand van infrarood thermografie; o
door het opsporen van luchtverplaatsingen met behulp van een anemometer;
o
met behulp van artificiële rook die door barsten, voegen en andere gebreken van de schil dringt en uit het gebouw ontsnapt.
De dichtheid van de schil kan worden uitgedrukt in verschillende, goed te onderscheiden waarden: o Het totale debiet ontsnapte lucht bij een drukverschil van 50 pascal; het wordt aangeduid met hoofdletter V50 [m³/h] en komt overeen met het gemiddelde gemeten debiet in overdruk en in onderdruk, waardoor zowel de insijpelende als de uitsijpelende lucht in rekening wordt gebracht. o
o
Het aantal verse-luchtvolumes per uur bij een drukverschil van 50 pascal; dat aantal wordt aangeduid met de kleine letter n50 [m³/h.m³ ou 1/h] (met name gebruikt in passiefbouw: n50 < 0,6 [1/h]). In de vergelijking n50 = V50/Vgebouw is Vgebouw het binnenvolume van het gebouw. Men neemt aan dat het delen van deze waarde door 20 een benadering geeft van het gemiddelde infiltratiedebiet over een jaar. Het totale debiet ontsnapte lucht per m² verliesoppervlakte At [m²] bij een drukverschil van 50 pascal wordt aangeduid met de kleine letter v50 [m³/h.m²]; dit is de waarde die men invoert in de EPB-software en overeenkomt met V50/At. BLZ 2 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
o
Voor de conversie, bij benadering, van n50 naar v50, moet de n50 worden vermenigvuldigd met de compactheid C van het gebouw (met compactheid C = Vgebouw / At). Dit is bij benadering omdat de waarde n50 wordt gemeten t.o.v. het binnenvolume, terwijl v50 wordt berekend t.o.v. de buitenoppervlakte.
TE BEREIKEN DOELSTELLINGEN Minimaal De Belgische norm NBN D 50-001 Ventilatievoorzieningen in woongebouwen beveelt een lekdebiet aan van maximaal n50 van: o o
3 m³/h.m³ als de ventilatie van het gebouw gebeurt met een mechanisch systeem met dubbele stroom; 1 m³/h.m³ als de ventilatie van het gebouw gebeurt met een mechanisch systeem met dubbele stroom en warmteterugwinning.
Geen enkele norm beveelt een te bereiken dichtheidsniveau aan als de ventilatie van het gebouw gebeurt met een systeem met enkelvoudige stroom. Het lijkt redelijk om in dat geval de doelstelling aan te houden van een maximaal lekdebiet van 3 m³/h.m³, want boven die waarde is de energiebesparing door een nog betere dichtheid steeds kleiner.
Warmtestroom in functie van de luchtdichtheid voor een appartement. Bron: Methodologie RELOSO, "Limiter les besoins de chaleur"; MATRIciel voor de Waalse Huisvestingsmaatschappij, 2009.
Aangeraden Men kan betere prestaties bereiken. De standaard van het “passiefhuis” bijvoorbeeld eist een dichtheidsniveau n50 van minder dan 0,6 m³/h.m³.
KEUZE-ELEMENTEN TECHNISCHE ASPECTEN De kwaliteit van de luchtdichtheid van een gebouwschil hangt af van talrijke parameters. Een goede luchtdichtheid is een prestatie die alleen kan worden bereikt als: o
alle bouwpartners zich van de noodzaak bewust zijn;
o
de bouw- en afwerkingsmethoden geschikt zijn:
BLZ 3 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
- In een traditionele bouw wordt de luchtdichtheidsbarrière meestal gevormd door de beraping. In ieder geval is onbedekt metselwerk in beton of baksteen te vermijden (vanwege de porositeit van de materialen en voegen): Geef de voorkeur aan beraping! Opgelet, de samenstelling van de beraping is bepalend voor een barstvrije toepassing; volg nauwgezet de aanwijzingen van de fabrikant. - In houten constructies speelt de dampwering de rol van luchtdichtheidsbarrière. Met kleefband kan men de stroken samenvoegen en de eventuele plaatselijke gebreken efficiënter afdichten dan met nietjes. Tussen binnenafwerking en dampwering moet een technische ruimte zitten voor het plaatsen van de leidingen en kokers zonder de dampwering te doorbreken. De water- en elektriciteitsleidingen kunnen ook zo worden ontworpen dat er geen kabels of kokers lopen langs de gevels en daken, wel enkel langs binnenwanden.
Voorbeld van technische ruimte tussen het parement en de muur in een huis met houten geraamte
Infraroodfoto waaruit luchtverlies blijkt ter hoogte van de schakelaars. Bron: Hoffmann & Dupont sprl (www.ecoenergie.be).
Geef de voorkeur aan dampweringen in versterkt papier, eerder dan aluminium of polyethyleen. o
Alle aansluitingsdetails tussen wanden worden zorgvuldig bestudeerd:
Typische zwakke punten in de luchtdichtheid van de schil
BLZ 4 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
- Voor de aansluitingen tussen het metselwerk, het gebinte en het schrijnwerk bestaan er stroken waarop gemakkelijk kan worden gepleisterd. - Voor de verschillende aansluitingen in dakgebinten gebruikt men kleefband om de platen te verbinden, of men kiest voor een dak van het type Sarking, met plaatsing van de luchtdichting en de dampwering op een doorlopende drager.
Markering van de zorgvuldig uit te voeren verbindingen in een zadeldak
1. Aansluiting van de luchtdichting aan de voet van het dak 2. Verbinding tussen dakhelling en zijgevel 3. Aansluiting tussen de luchtdichting en de gordingen 4. Doorboring van de luchtdichting voor de inbouw van spots 5. Aansluiting tussen de luchtdichting en de nokbalk 6. Doorboring van de luchtdichting voor de kabels van de zonnepanelen 7. Doorboring van de luchtdichting voor de rookafvoer- en de ventilatiekokers 8. Doorboring van de luchtdichting door een zolderbalk of andere houten elementen 9. Aansluiting van de luchtdichting op de lijsten van een dakvenster 10. Aansluiting van de luchtdichting rond een zoldergat 1. Dakspar 2. Dakbeschot 3. Luchtdichting en dampwering 4. Isolatie 5. Onderdakplaat 6. Rib 7. Lat 8. Dakpan
Dak van het type "Sarking"
o
de kwaliteit van de uitvoering van de dampschermen of dampwerende schermen: .
o
Het schrijnwerk en de voegen tussen schrijnwerk en openingen zijn van hoge kwaliteit: -
het raamwerk moet luchtdicht zijn. De voegen tussen de wanden en de raamkozijnen moeten zorgvuldig dichtgemaakt worden door een combinatie van een luchtdicht membraan, een terugloop van de isolatie en afwerking, en idealiter een extra siliconenafdichting.
BLZ 5 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
Doeltreffende afdichting van een aansluiting muur – schrijnwerk
- De deuren worden luchtdicht gemaakt tegen de dorpels our les portes, veiller à prévoir un système pour assurer l’étanchéité au niveau du seuil (Zwitsere dorpel, borstels met schroevende scharnieren, guillotineplint, …). o
De doorboringen in de luchtdichting blijven beperkt. Zij zijn te wijten aan de doorvoer van houten balken, speciale technieken (inbouwdozen voor de elektriciteit, toevoer en afvoer van water) enz. In een wand van het type houtskelet doet de dampwering vaak dienst als luchtdichting. Gevelmuren moeten een technische ruimte hebben tussen de dampwering en de afwerking, waar kokers en leidingen door kunnen, zodat de luchtdichting niet onderbroken wordt.
MILIEUASPECTEN > Impact van de luchtdichtheid op het energieverbruik De reglementering op de energieprestaties van gebouwen in het Brussels Hoofdstedlijk Gewest houdt rekening met het lekdebiet doorheen de gebouwschil die blootstaat aan warmteverlies (At). Dit lekverlies wordt v50 genoemd. De onderstaande figuur toont de impact van die waarde op het prestatieniveau E. Het E-peil staat gelijk met een specifiek primair verbruik in genormaliseerde omstandigheden (weer, bezetting, functie, ...). Men stelt vast dat als het lekdebiet verdubbelt van 3 m³/h.m² naar 6 m³/h.m², het primaire verbruik van 4 naar 5% stijgt.
Bron: Construire avec l’énergie, naturellement, Waals Gewest + document van het Vlaamse Gewest als bijlage (punt 6) en beschikbaar op Energiesparen : http://www.energiesparen.be/epb/maatregelen
> Welke milieuvriendelijke keuze voor de luchtdichtingsbarrière? De luchtdichtheid van een houtskelet wordt vaak gerealiseerd door het plaatsen van een dampscherm. Bij de klassieke dampschermen vinden we aluminium- of polyethyleenfolies en folies in gewapend papier. Deze laatste zijn ecologisch interessanter. De verbindingen tussen dampschermfolies kunnen gebeuren met zelfklevende stroken, contactlijm of nietjes in combinatie met een dubbele plooi, enz. BLZ 6 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
In houtskeletbouw kunnen bouwplaten eveneens dienen als dampscherm en luchtafdichting, maar dan is een zelfklevende strook nodig om de voegen tussen de platen dicht te maken. Binnenbekleding van het type beraping biedt een perfecte dichtheid, voor zover er geen barsten zijn. De kans op barsten hangt af van de kwaliteit van het mengsel en de samenstelling van het pleister. Het is dus noodzakelijk om de aanbevelingen van de leveranciers te volgen. Van de beschikbare pleisters verdienen die met de kleinste impact op het milieu de voorkeur, met name de kalk-, klei- of leempleisters (zie fiche MAT06 " Bekleding van binnenmuren en plafonds: kies gezonde en ecologische materialen"). > Noodzaak van een goede hygiënische ventilatie De afdichting van de wanden vereist tegelijk het regelen van een kwaliteitsvolle gecontroleerde ventilatie. De kwaliteit van de binnenlucht is immers uiterst belangrijk voor de gezondheid van de bewoners. Men moet dus altijd voor een goede luchtkwaliteit zorgen. Zie hiervoor de EPBvereisten zoals opgenomen in de norm NBN D50-001 voor individuele woningen en NBN 13779 voor andere gebouwen (zie fiche ENE23 "Energie-efficiënte luchtverversingsystemen"). ECONOMISCHE ASPECTEN > Kostprijs van de afdichting De eerste maatregel die men moet nemen om een goede luchtdichtheid te garanderen, is een juiste uitvoering van de bouwmaterialen, met name van het dampscherm. Een goede luchtdichtheid nastreven vereist dus geen echte overinvestering. o
Wat de prijs van de bouw de hoogte injaagt, is het feit dat de aannemer algemeen verantwoordelijk is voor de goede uitvoering van de details om het door de bouwheer beoogde resultaat te halen. Hij moet dus een budget voorzien voor correcties als de luchtdichtheidsproef mislukt. Om die meerprijs te vermijden is het dus zeer belangrijk dat de architecten alle details bestuderen zodat de aannemer zijn risico's kan beperken. Het is ook nuttig om de eerste blowerdoortest tamelijk vroeg te doen (vóór de afwerkingen), om de vastgestelde fouten nog vlot te kunnen corrigeren. In een tweede proef op het einde van de werkzaamheden wordt dan de eindprestatie geëvalueerd.
o
Noteren we ten slotte dat de eigenlijke proef zelf niet veel kost, en zelfs heel goedkoop is voor grote gebouwen. De prijs1 van een thermografie bedraagt bijvoorbeeld 310 tot 1200 € en een volledige test (thermografie + blower door) voor een eengezinswoning komt op 1700 tot 2500 €, afhankelijk van de verplaatsing, de duur van de voorbereiding op de bouwplaats en de grootte van het gebouw, wat ongeveer 0,5% vertegenwoordigt van de kosten voor het bouwen van een woonhuis.
> Dichtheidsmeting De databank van bouwproducten van het WTCB, toegankelijk via de internetsite www.wtcb.be, bevat onder de titel pressurisatietests een lijst van bedrijven en onderzoeksinstituten die luchtdichtheidsmetingen van gebouwen uitvoeren. Ook bij het “passiefhuisplatform” kunt u lijsten van bedrijven vinden. MAATSCHAPPELIJKE EN CULTURELE ASPECTEN > Verkeerde gewoonten op de bouwplaats De kwaliteit van de luchtdichtheid van een constructie hangt grotendeels af van de uitvoering van de materialen. Toezicht op de werkzaamheden en gesprekken met de bouwvakkers zijn dus van essentieel belang. Vooral moet de nadruk erop worden gelegd dat luchtdichtheid een energieparameter is die alleen kan worden bereikt als alle interveniënten het belang ervan goed beseffen. Men merkt dat wanneer alle partners het vraagstuk van de luchtdichtheid hebben opgenomen van bij de programmatiefase, de blowerdoortest vaak meteen lukt (soms moet een heel kleine correctie 1 Bron: http://www.maisonpassive.be/?Hoffmann-et-Dupont-sprl BLZ 7 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
worden aangebracht). Maar als omgekeerd één vakman deze parameter verwaarloost, kan het zijn dat de door de bouwheer gestelde eis nooit gehaald wordt, of anders tegen hoge kosten (demontage van wanden, vervanging van schrijnwerk, …). Een gagarandeerd goede samenwerking tussen de verschillende actoren, betekent o
Aanmoedigen van de dialoog tussen aannemer-architect en vaklieden
o
Begrijpen en uitleggen, om zich niet te vergissen
o
Fouten melden. De realisatie van de test in aanwezigheid van de werklieden is een goede zaak om ze te helpen fouten op te sporen en die niet te herhalen in de toekomst.
o
Verduidelijking vragen
o
Toezien op de werkzaamheden
IN DE PRAKTIJK Zoals hierboven beschreven, is de medewerking van alle bouwpartners noodzakelijk om een goede luchtdichtheid te verwezenlijken. In de verschillende fasen van de ontwikkeling en realisatie van een project moeten bijgevolg maatregelen worden genomen: SCHETS Alleen al met het uittekenen van volumetrie en oriëntatie kan men de luchtinsijpelingen beperken: o de voordeur is een zwak punt inzake luchtdichtheid. Men moet vermijden dat deze deur in de gevel komt die aan de overheersende windrichting (ZW) blootstaat, en/of een inkomsas inbouwen die de luchtstromen beperkt; o denk vooral aan compacte bouw. VOORONTWERP o o o
Leg de doelstellingen vast afhankelijk van het type constructie en het type ventilatie. Zorg voor een efficiënt systeem voor hygiënische ventilatie, dat beantwoordt aan de EPB-eisen. Maak duidelijke tekeningen op plannen en doorsneden van de luchtdichte barrière, van bij het voorontwerp, om improvisatie op de bouwplaats te vermijden, want dat leidt tot hogere kosten en mindere prestaties (M.Bodem, 2010).
UITVOERINGSONTWERP, DOSSIER VOOR DE BOUWVERGUNNING o
Kies voor bouwmaterialen en een structuur die een efficiënte luchtdichting in de hand werken.
o
Denk aan alle aansluitingsdetails tussen wanden en doorboringen (zie hoger "Technische aspecten").
BOUWPLAATS o
Het toezicht op de werkzaamheden is van wezenlijk belang (vooral veel communiceren!). Een strikte controle op de plaatsing van de dampschermen bijvoorbeeld, is absoluut noodzakelijk.
o
Een luchtdichtheidstest moet bij voorkeur worden uitgevoerd vóór de plaatsing van de afwerkingen, om de fouten te kunnen corrigeren tegen lagere kosten.
BLZ 8 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
o
Zorg ervoor dat het schrijnwerk correct geplaatst en het hang- en sluitwerk precies afgeregeld is. De aansluiting tussen wanden en profielen moet zorgvuldig dicht worden gemaakt.
OPLEVERING EN INGEBRUIKNAME o
Indien mogelijk wordt op het einde van de werkzaamheden een pressurisatietest uitgevoerd, gecombineerd met infraroodthermografie (in de winter) om eventuele lekken op te sporen en te herstellen.
BLZ 9 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -
AANVULLENDE INFORMATIE ANDERE AANDACHTSPUNTEN Hieronder vindt u een lijst van fiches waarin luchtdichtheid aan bod komt: o o o o o o o o
o
ENE00 - Energie, bouw en renovatie ENE04 - Een goed geïsoleerd huis bouwen ENE11 - Bij renovatie: de wanden isoleren ENE12 - Een passieve woning overwegen ENE23 - Energie-efficiënte luchtverversingsystemen CSS07 - Goede luchtkwaliteit garanderen in elk lokaal MAT06 - Bekleding van binnenmuren en plafonds: kies gezonde en ecologische materialen Fiche Voorbeeldgebouw: "Luchtdichtheid: terugkerende aandachtspunten in de ontwerpfase voor een goede luchtdichtheid van gebouwen en bijzonderheden in grote nieuwbouw en renovatie", MATRIciel voor Leefmilieu Brussel, juni 2010 Fiche Voorbeeldgebouw: "Luchtdichtheid: wie doet wat? )", MATRIciel voor Leefmilieu Brussel, juni 2010.
BIBLIOGRAFIE Informatiebronnen over de dichtheid van muren: o o o o o
F. Dobbels, Voor hellende daken met een betere luchtdichtheid, WTCB-Contact nr. 8 (4-2005). Luc Firket, Dichtheid van buitendeuren, WTCB-Contact nr. 1 (1-2004). F. Simon, JM. Hauglustaine, Thermische isolatie van de houtskeletgevel – Praktische gids voor architecten, Ministerie van het Waalse Gewest, Namen, 2003. Energie+: http://mrw.wallonie.be/energieplus/entree.htm. Marc Bodem, International workshop on ‘Large scale implementation plans for building airthightness assessment: a must for 2020’, 14-15 juni 2010, Brussel
Informatiebronnen over de keuze van dampschermen: o o
F. Simon, JM. Hauglustaine, Thermische isolatie van hellende daken – Praktische gids voor architecten, Ministerie van het Waalse Gewest, Namen, juni 1999. Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf, Daken met tegelpannen. Opbouw en uitvoering, TV 192, 1992.
Informatiebronnen over de luchtbewegingen in gebouwen: o
Air Infiltration and Ventilation Center: ww.aivc.org
BLZ 10 VAN 10 – DE GOEDE LUCHTDICHTHEID VAN DE GEBOUWSCHIL VERZEKEREN – JULI 2010 PRAKTISCHE HANDLEIDING VOOR DE DUURZAME BOUW EN RENOVATIE VAN KLEINE GEBOUWEN - PRAKTISCHE AANBEVELING ENE10 -