Curriculum, vaardigheidsniveaus en gradaties
Martial MindFulness Uitgifte 20-01-2016
© Lex Opdam 2016
Inleiding Sinds het midden van de 20e eeuw worden in het toekenningscriteria en bijhorende gradaties en titels gebruikt om de competenties en de status weer te geven van de martiale beoefenaar. Toekenningscriteria, gradaties en titels verschillen vaak per martial systeem, organisatie en beoordelingen zijn afhankelijk van de visie en de persoonlijke interpretatie van de beoordelaar/ toekenner.
OORSPRONG Graduatiesystemen van het hedendaagse karate zijn afkomstig van het door Kano Jigoro (de grondlegger van het judo) ontwikkelde judosysteem. Voordat de moderne term karate was geformeerd bestond er geen gradatiesysteem. Eind jaren ‘20 van de vorige eeuw werden gradaties binnen het karate geïntroduceerd en pas in de jaren ‘50 was dit binnen de meeste Okinawaanse karateorganisaties geïntegreerd. De titels met diepgaande filosofische betekenissen die nu in de Japanse krijgskunsten, waaronder het hedendaagse karate, worden toegepast, zijn voor aanvang van de Tweede Wereldoorlog binnen het Okinawaanse karate geïntroduceerd en afkomstig van de Japanse martial arts organisatie Dai Nippon Butokukai.
TOEPASSINGEN BINNEN HET MMF Binnen het MMF worden alleen die titels, gradaties en de verschijningsvormen gebruikt die toepasbaar zijn volgens de visie en trainingsdoeleinden van Lex Opdam. Deze zijn: Mudansha (junior) -deshi 3e kyu (student) -deshi 2e kyu (student) -deshi 1e kyu (student) Yudansha (senior) -zwarte band Sempai (assistent) Sensei (docent)
© Lex Opdam 2016
Dit boekje beschrijft het curriculum, de werkwijze en regels die worden gehanteerd bij de toekenningscriteria van de technische vaardigheidsniveaus en bijhorende fysieke aanduidingen in de bewegingsactiviteit van het Martial MindFulness.
CURRICULUM, VAARDIGHEIDSNIVEAU EN GRADATIES BIJ MARTIAL MINDFULNESS De toekenningscriteria gericht op het technisch vaardigheidsniveau en verbonden gradaties bij het Martial MindFulness (MMF) curriculum dienen om: • tijdelijke doelen en daarmee overzicht en houvast aan de student te geven • ondersteuning aan de trainingsstructuur te bieden Gradaties Behaalde vaardigheidsniveaus worden met een gradatieaanduiding fysiek zichtbaar door middel van het dragen van een stoffen gekleurde band (obi) die men om het middel en over de trainingskleren (gi) heen draagt. Hiermee wordt de differentiatie tijdens de trainingen direct fysiek zichtbaar en draagt deze bij aan de methodische afstemming ter ondersteuning van de trainingsstructuur. Dojo-graden Bij de MMF hebben gradaties de status van dojo-graden. Dit impliceert dat de gradatie enkel en alleen door de MMF op waarde is getoetst en praktisch toepasbaar is. De MMF is niet verbonden aan enige andere organisatie dan de stichting Nederlandse School voor Krijgskunst en is daarmee niet afhankelijk van externe regulaties. De aangewezen sensei (docent) is verantwoordelijk voor de toekenning van de gradaties. Mudansha en yudansha Niveaus worden uitgedrukt in mudansha (zij die nog geen senior niveau hebben bereikt) en yudansha (zij die het senior niveau hebben bereikt). Bij het MMF worden de mudansha verder gedifferentieerd in 3 zogenaamde kyu-graden. Dit zijn ‘treden’ van erkende ontwikkeling op basisniveau die leiden tot het yudansha niveau. Bij het MMF worden geen toekenningen gedaan betreffende differentiaties op yudansha niveau (in Japanse Budo-systemen uitgedrukt in dangraden), ondanks verschillen in competenties bij de individuele yudansha. Het curriculum, de criteria en toekenningen binnen het MMF zijn toegesneden op de visie en praktische inrichting van het MMF.
KNOPEN VAN BAND
Bij het toekennen van een deshi (student) naar yudansha, wordt deze gradatie fysiek aangeduid door het dragen van de zwarte band. De betekenis hiervan is gelegen in het feit dat de deshi voldoende basiscompetenties en inzicht verworven heeft in (ongewapende) zelfverdediging. Ook heeft men voldoende referentiekader en inzicht ontwikkeld omtrent zelfverdediging om een bewuste keuze te maken om bij de MMF of elders, verdere verdieping, specialisatie, verbreding en beoefening van zelfverdediging en/ of krijgskunst in te zetten. Met de overgang van de deshi van mudansha naar yudansha verschuift de rol van de docent (sensei) bij de trainingen binnen de MMF van een leidende naar een meer begeleidende rol. Toekenningscriteria De criteria voor het toekennen van een dojograad bestaat uit de beoordeling van techniek en vaardigheid en is gekoppeld aan trainingsintensiteit en dojoetiquette. De (karate)techniek dient men in beoordeling te zien als een alleenstaande voorgeschreven beweging en/of beweegpatroon. Hieraan gekoppeld is de vaardigheid (jutsu) ofwel het vermogen om technieken, afhankelijk van de gevraagde/vereiste situatie, in de juiste keuze met de juiste snelheid, kracht, souplesse/flexibiliteit, ritme en balans te kunnen uitvoeren. Afhankelijk van de technische vaardigheden van de deshi kan een graduering toegekend worden en behoeft deze niet afhankelijk te zijn van een aantal voorgeschreven trainingen of leeftijdsgrens (echter is de minimale leeftijdgrens voor toekenning tot yudansha bij de MMF wel 18 jaar). Lesstof moet echter niet alleen worden aangereikt, maar ook geïntegreerd ofwel ‘eigen worden gemaakt’. Dit impliceert direct dat hier tijd voor nodig is. Afhankelijk van de individuele beoefenaar zal de sensei periodiek vaststellen of de technische vaardigheden voldoende geïntegreerd en ontwikkeld zijn. De trainingsintensiteit omhelst de actieve inzet van de deshi gedurende een trainingsperiode. Bij actieve inzet zijn wilskracht, concentratie en doorzettingsvermogen belangrijke elementen en zijn deze direct terug te vinden in de technische vaardigheden alsook in de overall performance van de beoefenaar tijdens de trainingen. Bij het in aanmerking komen van een toekenning worden deze elementen door de sensei meegenomen ter beoordeling. Indien voldaan wordt aan de gestelde criteria, waarbij de normen en waarden van de school en bijhorende dojo-etiquette bij het MMF zijn toegepast, zal de deshi voor toekenning en daarmee graduatie in aanmerking komen. Kyu-graduaties vinden zonder examens plaats, maar worden onaangekondigd persoonlijk door de sensei aan desbetreffende deshi meegedeeld. De deshi dient bij toekenning zelf de desbetreffende fysieke band aan te schaffen en bij de eerst volgende training om zijn/haar middel te dragen. Een zwarte band gradatie kan door middel van een van te voren aangekondigd (besloten) examen plaatsvinden. De deshi verkrijgt bij toekenning de desbetreffende fysieke band van de sensei uitgereikt en dient deze bij de eerstvolgende training om zijn/haar middel te dragen.
© Lex Opdam 2016
Dojo-etiquette Martial Arts onderwijs vindt plaats op een locatie waar de lerende met toewijding de kunst leert en de beoefenaar zijn kunst met toewijding beoefent om tot ontwikkeling te komen. Dit kan iedere willekeurige plek zijn, maar wordt vaak als een daarvoor aangewezen fysieke ruimte bedoeld. Een dergelijke ruimte draagt bij het MMF de naam dojo. GROETCEREMONIE Bij binnenkomst en het verlaten van de dojo(vloer) is men vrij om een korte buiging te maken. -Aan het begin van een les roept de sensei iedereen aan met: “Shugo” wat verzamelen en opstellen betekent in de zogenaamde sempaivolgorde, waarbij de hoogst gegradueerde leerling links voor staat en de laagst gegradueerde rechts achter (voeten in V-positie). De sensei, of bij afwezigheid de sempai, begroet vervolgens alle aanwezigen waarbij de linkerhand op keelhoogte de rechtervuist omsluit met de knokkelzijde tegen linkerpalm (symbolische betekenis ‘geen gevecht’) en hierbij buigt. Hierop beantwoorden de aanwezigen door dezelfde groet uit te brengen richting de sensei. -Aan het einde van de les komt dezelfde groetceremonie terug. -Tijdens de les is een korte groet aan het begin van een trainingsonderdeel richting de trainingspartner(s) gewenst, alsook bij ieder nieuw onderdeel en bij iedere wissel van trainingspartner; breng de voeten in v-positie en breng de linker open hand op keelhoogte, zet de rechtervuist met de knokkelzijde tegen linkerpalm (symbolische betekenis ‘geen gevecht’) kijk elkaar in de ogen en maak hierna een korte buiging.
© Lex Opdam 2016
Het MMF kent een aantal geschreven en ongeschreven regels en gedragingen die als etiquette gevolgd worden om de gezamenlijke waarden en normen tot uiting te brengen. Deze waarden en normen zijn gekoppeld aan de sfeer, saamhorigheid, focus en respect voor de omgevingscultuur waarbinnen het onderwijs en de beoefening plaatsvindt. De dojo-etiquette is onlosmakelijk verbonden met de trainingsdeelname en daarmee onderdeel van de toekenningscriteria. In de linkerkolom staat het groetritueel als onderdeel van de dojo-etiquette en hieronder de bijhorende aandachtspunten: -wees attent op de trainingstijden -zorg ervoor (indien mogelijk) altijd op tijd aanwezig te zijn - deelnemers die gezondheidsproblemen/blessures hebben, dienen deze kenbaar te maken bij de sensei en korte uitleg te geven over de aard hiervan; in overleg wordt bekeken of er aan de les kan worden deelgenomen en op welke manier. -deelnemers die voortijdig de les moeten verlaten dienen dit voor de training aan de sensei te melden mobiele telefoons dienen te worden uitgezet; indien telefoons noodzakelijk aan moeten blijven staan, dient dit aan de sensei te worden gemeld. -zorg dat je vóór de training het toilet hebt bezocht. -als men tijdens de les naar het toilet wil gaan, dient dit te worden kenbaar gemaakt bij de sensei -trek altijd je schoenen voor het binnengaan van de dojo (de dojo-vloer) uit -concentreer je net vóór het binnentreden en bij het verlaten van de dojo (vloer) een moment en tracht aandacht aan de omgeving te schenken; neem de tijd voor inspectie van de ruimte; probeer zaken die niet in orde zijn bij of aan deze omgeving, in orde te maken (vieze vloer, materialen niet opgeborgen) -als je je tijdens de les tot de sensei richt, of diens plaatsvervanger, spreek hem/haar dan aan met “sensei” resp. “sempai” -zorg dat je altijd beleefd bent naar de sensei, sempai, seniors en anderen -als je een training observeert of tijdens een training moet gaan zitten, zorg ervoor dat je je benen niet uitstrekt of ergens tegenaan gaat hangen (uit respect) en voor zover je lichamelijke staat dit toelaat, zit dan in seiza, in kleermakerszit en anders op een bank -luister altijd aandachtig en praat niet terwijl er iets wordt uitgelegd; vraag alleen wanneer het moment geschikt is; onderbreek de sensei of sempai nooit indien deze dit niet vermeldt! -mocht je door de sensei of sempai gevraagd worden om klassikaal iets voor te doen, maak dan eerst een korte buiging en neem de natuurlijke gevechtshouding (kamae) aan. -zorg dat je in de dojo, ook in de pauze of wanneer de les nog niet begonnen is, geconcentreerd bij de training bent; alleen voor of na de les kan ‘gekletst’ worden.
MENTALE INZET Wanneer je gekozen hebt om aan de MMF activiteit deel te nemen, wordt er van je verwacht dat je gedurende de trainingen binnen de voor jouw mogelijk bereikbare grenzen 100% inzet toont. Alleen dan kan de sensei je onbevooroordeeld tegemoet komen. Wanneer je lui, ongeduldig en afwezig in gedachten bent, weerspiegelt dat zich in je beoefening en zal je vooruitgang beperkt blijven. Ook zal de aandacht die de sensei je kan schenken evenredig zijn. Probeer iedere les onbevangen te zijn. Iedere les is een nieuwe uitdaging, een nieuwe ervaring, ook al zijn de oefeningen hetzelfde, wordt er hetzelfde uitgelegd en denk je het wel te weten. Probeer niet alleen het uiteindelijke doel te zien, maar tracht bij de oefening te blijven, dan boek je het beste resultaat. Heb je ambities, probeer deze dan te vergeten en concentreer je op de training van het moment. Emoties, verwachtingen en frustraties houden je tijdens de trainingen tegen in de ontplooiing van je krijgskunst. Bovendien kan het anderen schaden waarmee je in de dojo traint. Wanneer je alléén het einddoel in zicht houdt, struikel je over de obstakels voor je voeten.
© Lex Opdam 2016
-wees behulpzaam met het wegbrengen van gebruikt oefenmateriaal en behandel dit met zorg -wees aandachtig voor verdere regels binnen de dojo en mededelingen die gedaan worden. -probeer altijd in schone kleding (gi) te trainen; neem ook de nodige lichaamshygiëne in acht. -houd je lichaamsconstitutie in de gaten; forceer jezelf nooit. -zorg ervoor zoveel als mogelijk je nagels van zowel tenen als vingers kort te houden en geen sieraden te dragen; zorg dat je piercings met een pleister of sporttape afplakt ter bescherming van je eigen lichaam en voor het ombelemmerd samen trainen met je partner(s). -lange haren dienen op orde te worden gebracht op een zodanige manier dat zij het gezichtveld niet belemmeren en niet hinderlijk zijn bij gevechtsapplicaties rondom de hals en het nekgebied. -neem geen zware maaltijd voor de training (lichte maaltijden één uur voor de training en zwaardere maaltijden twee/drie uur voor de training). -vergeet nooit de warming-up oefeningen te doen, ook al train je alleen. -neem nooit te hete baden na de training; drink tijdens en net na de training nooit koud water (afkoeling hart!). -indien je een blessure hebt, laat deze dan eerst genezen, maar probeer de trainingen wel te observeren. -zorg ervoor dat je op tijd aan je verplichtingen t.a.v. de dojo voldoet en waak ervoor dat de sensei of een ander je hier niet op moet wijzen.
OV E R Z I CH T L E S STO F M A RT I A L M I N D F U L N E S S Verhoudingen lesstof dojograden
MMF CURRICULUM
Trainingsonderdelen KIHON
KIHON
Gevechtstechnieken vanuit het Okinawaanse karate Alleenstaande en gecombineerde statische alsook dynamisch solo uitgevoerde technieken in het luchtledige en tegen en met weerstanden zoals trainingspartners en stoot- en trapkussens.
KUMITE
Gevechtshandelingen vanuit het Okinawaanse karate Alleenstaande en gecombineerde dynamische gevechtshandelingen ondersteund door gevechtstechnieken die worden uitgevoerd met of tegen één of meerdere trainingspartners.
UNDO
Ondersteunende oefeningen Alleenstaande en gecombineerde statische en dynamische oefenmethodes zoals krachttraining, conditietraining, ademhalingstechnieken en spanning- en ontspanningsvormen ter ondersteuning van gevechtshandelingen en technieken alsook ter bevordering van de algemeen lichamelijke en mentale fitheid.
SYNTHESE
Toevoegende en aanvullende traditionele alsook moderne wetenschappelijke confrontatietaktieken, technieken en beweegvormen vanuit verschillende Oosterse en Westerse zelfverdedigingssystemen.
Geri waza (trappen) Hazusa waza (bevrijding) Hiki waza (trekken) Kansetsu waza (gewricht) Naga waza (werpen) Ne waza (grond) Osea waza (onderdrukken) Oshi waza (duwen) Shime waza (verwurgen) Tsukami waza (grijpen) Tsuki waza (stoten) Uchi waza (slaan) Uke waza (weren) Ura waza (overnemen) KUMITE Kakete (klevend contact) Yakusoku (drills) Tanren (contact conditionering) UNDO Yobi undo (warming-up) Seiri undo (cooling-down) Hojo undo (krachttraining) Ibuki undo (ademhalingstraining)
mudansha 3e
2e
yudansha 1e
++ +++ +++ - + ++ + ++ +++ - + ++ - + ++ - + ++ - + ++ + ++ +++ - + ++ ++ ++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ + ++ ++
+++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++ +++
+ ++ +++ ++ ++ +++ + ++ +++ +++ +++ +++ + + + + + + + ++ ++
+++ +++ +++
+ -
+ +
+ ++
+ ++
+
+
++
+++
+ + + ++
KATA & BUNKAI Okinawa kata Bunkai SYNTHESE Divers
Het hierboven aangeven MMF curriculum omvat geen gedetailleerde omschrijving per onderdeel/techniek. Het is een verkort overzicht van trainingsonderwerpen waarbij de relatieve verhoudingen betreffende de aangeboden lesstof richting de verschillende vaardigheidsniveau’s (mudansha en yudansha) wordt weergegeven. © Lex Opdam 2016