Cultureel Zelfportret maakt groei van leerling inzichtelijk Een van de doelen van Cultuureducatie met Kwaliteit is het volgen en beoordelen van de culturele ontwikkeling van leerlingen. Om scholen daarbij te helpen ontwikkelt Kunstbalie een digitaal volginstrument: het Cultureel Zelfportret. Centraal hierin staan de competenties cultuureducatie kunst en erfgoed. Op dit moment loopt een pilot op drie basisscholen; najaar 2016 is het instrument voor alle scholen beschikbaar. Het volginstrument is een logisch vervolg op De Cultuur Loper. Met dit programma van Kunstbalie en Erfgoed Brabant kunnen scholen hun visie en ambities formuleren voor cultuureducatie: wat willen we onze leerlingen meegeven? Handvat daarbij is C-Zicht: het overzicht van drie competenties cultuureducatie voor kunst en erfgoed - reflecterend, onderzoekend en creërend vermogen - elk met bijbehorende gedragsindicatoren. Op basis van de eigen visie en ambities ontwikkelt de school vervolgens een samenhangend en doorlopend activiteitenprogramma om leerlingen te stimuleren in hun culturele groei. Maar hoe maak je die groei zichtbaar? Daar komt het Cultureel Zelfportret in beeld. Kwalitatief meten Met het Cultureel Zelfportret maakt Kunstbalie werk van het vierde doel van Cultuureducatie met Kwaliteit: het ontwikkelen van beoordelingsinstrumenten. Cultuureducatie, zo stelt de rijksoverheid, moet meer zijn dan louter losse en leuke activiteiten,
Volgsysteem De Cultuur Loper: het Cultureel Zelfportret
kinderen moeten er daadwerkelijk iets van opsteken en dat moeten scholen ook zichtbaar maken. Bij vakken als taal of rekenen volstaat een simpele (volg)toets om leerprestaties bij te houden. Maar hoe toon je aan dat leerlingen cultureel competenter zijn geworden? “Daarvoor waren we op zoek naar een kwalitatieve meetmethode”, vertelt Renske van Dillen, senior consulent van Kunstbalie. Het eerste idee was om vorderingen zichtbaar te maken door observatie - simpel gezegd het turven van bij de competenties horende gedragsindicatoren. “Maar behalve arbeidsintensief voor de leerkracht leverde dat ook niet de gewenste kwalitatieve diepgang op. Je wilt niet alleen weten hoe vaak een leerling iets gedaan heeft, maar ook wat hij ervan geleerd heeft.” Van Dillen stak haar licht op bij collega’s in den lande - ‘waarom zou je zelf het wiel uitvinden als anderen dat al gedaan hebben’ en vond aansluiting bij Kunstkade in Leeuwarden. Hier is Schoolfolio ontwikkeld, een digitaal portfolio waarin leerlingen hun culturele activiteiten bijhouden. “Het concept van een portfolio sprak ons zeer aan”, vertelt Van Dillen. “Het systeem biedt bovendien voldoende ruimte om het aan te passen aan onze eigen wensen. En heel fijn is dat Kunstkade open staat voor samenwerking en uitwisseling.” Kunstbalie neemt het technische format van Schoolfolio over: een beveiligde webomgeving waar leerkrachten en leerlingen op kunnen inloggen. Elke leerling krijgt eigen inlog en kan zelf bepalen wie zijn portfoliopagina wel en niet te zien krijgt. Alleen de leerkracht heeft toegang tot alles en die heeft bovendien een eigen leerkrachtdeel waar hij bijvoorbeeld notities kan bijhouden.
Pagina 1
Dit format richt Kunstbalie vervolgens in met eigen labels, de drie culturele competenties. In het Cultureel Zelfportret (CZP), zoals het Brabantse portfolio is gedoopt, maakt elke leerling aan het begin en het eind van het schooljaar een zelfportret over wie hij is en wat hij kan en nog wil leren. Het kind bepaalt zelf de vorm voor zijn portret, bijvoorbeeld een tekening, filmpje of tekst. Gedurende het jaar vullen leerling en leerkracht het portfolio met ondernomen activiteiten, leervragen en (leer)resultaten. “Het wordt niet zomaar een plakboek met leuke plaatjes en ervaringen, het is echt meer. Het Cultureel Zelfportret maakt zichtbaar: wie is dit kind, wat kan dit kind en hoe groeit dit kind?” Niet afvinken Het CZP gaat uit van de leerling als vormgever van zijn eigen leerproces. “Op het moment dat je als leerling invloed hebt op wat je gaat leren, leer je meer”, vertelt Van Dillen. De leerling formuleert zijn eigen leervraag: wat wil ik nu leren, weten, onderzoeken? Die vraag wordt gekoppeld aan een van de competenties. Bij elke competentie hoort een set gedragsindicatoren, maar Kunstbalie heeft er bewust voor gekozen die niet op te nemen in het leerlingdeel van het CZP. “We willen vermijden dat leerlingen het gevoel krijgen dat ze alleen maar iets hoeven aan te vinken. Volgens ons schakel je daarmee het zelf nadenken over wat-wil-ikeigenlijk-leren uit.” In plaats daarvan zijn de competenties cultuureducatie voor leerlingen vertaald als denken, vormgeven en onderzoeken. Een wolk van woorden verduidelijkt bovendien elk begrip. Zo staan bij onderzoeken woorden als ‘doorvragen’, ‘probeer’, ‘aanrommelen’ en ‘verander’. Van Dillen licht toe: “De woorden zijn bedoeld om Volgsysteem De Cultuur Loper: het Cultureel Zelfportret
leerlingen te laten nadenken over wat voor hem op dat moment van belang is: wil je bijvoorbeeld meteen een af product maken of wil je eerst even oefenen en uitproberen?” Om leerlingen op weg te helpen bij het formuleren van leervragen bevat het portfolio enkele basisvragen, zoals: hoe kan ik handiger worden in… of hoe kom ik te weten wie, wat, waar, hoe…Tijdens de pilot die dit voorjaar loopt, beproeven drie basisscholen of deze vragen werken en of de begrippen en woordwolken duidelijk zijn voor leerlingen. “Misschien moet het wel heel anders. Dus ik ben heel benieuwd wat de scholen daarvan gaan zeggen.” Leerkracht cruciaal De leerling formuleert weliswaar zijn eigen leervragen, maar die zijn, zo benadrukt Van Dillen, altijd ingekaderd door de leerkracht. Die heeft immers per leerjaar leerdoelen vastgesteld. De leerling heeft bovendien de hulp van de leerkracht nodig, geheel zelfstandig leervragen formuleren is ondoenlijk en onwenselijk. In dat opzicht haakt Kunstbalie helemaal aan bij de pedagogiek van Gert Biesta die de leerkracht en de kunst van het onderwijzen centraal stelt. In zijn eigen, voor leerlingen afgeschermde deel kan de leerkracht het activiteitenprogramma met bijbehorende leerdoelen voor een heel schooljaar zetten. Bovendien bevat dit deel een uitwerking van de gedragsindicatoren naar leeftijd/leerjaar in de vorm van vier persona’s: beschrijvingen van archetypische leerlingen van een bepaalde leeftijd. Bijvoorbeeld kleuter Pleun die al spelend en vol verwondering de wereld verkent of de 10-jarige Alex die van feiten houdt en veel nadenkt over zichzelf. De persona’s - gebaseerd op de culturele ontwikkelingsfases zoals beschreven in Cultuur in de Spiegel, het leerplankader kunstzinnige oriëntatie van SLO en de culturele competenties - beschrijven de algemene en culturele Pagina 2
ontwikkeling van een kind in die leeftijd en wat dat vraagt van de leerkracht. “Zo weet een leerkracht wat hij redelijkerwijs kan verwachten en vragen van leerlingen en kan hij hun ontwikkeling beter stimuleren.” Een leerkracht kan telkens activiteiten in het portfolio van de leerlingen plaatsen en hen uitnodigen daarbij een leervraag te formuleren. Daarbij kan hij desgewenst zelf al aangeven welke competentie daarbij centraal staat. “Stel de klas gaat op atelierbezoek bij een kunstenaar die een verfroller gebruikt. De leerkracht wil met die activiteit werken aan het reflecterend vermogen en formuleert bijvoorbeeld als vraag: als je schildert met een verfroller, ben je dan wel een kunstschilder?” Zo brengt hij focus aan in het leren. Het portfolio helpt om ruimte te geven aan individuele leerbehoeften van leerlingen. Juist binnen cultuureducatie, waar de niveauverschillen tussen leerlingen groot kunnen zijn, is dat belangrijk. Stel de klas gaat aan de slag met vrij schrijven. Voor het ene kind is het schrijven van een verhaal al een hele opgave, het andere kind doet dat zelf al vaak en wil nu wel eens leren hoe je een spannend verhaal of een gedicht schrijft. Het portfolio helpt leerlingen om na te denken waar ze zelf staan en wat ze willen leren. “De leerling die thuis al vaak verhaaltjes schrijft, kan ervoor kiezen om reflecterend bezig te zijn en er nog beter in te worden. De leerling die het moeilijk vindt, kan kiezen voor onderzoekend bezig zijn: gewoon allerlei aanzetjes maken zonder meteen een heel verhaal te maken. Dus door juist de leerling zelf te laten nadenken over die competentie, kan de leerkracht veel beter differentiëren.” Reflectiegesprek Volgsysteem De Cultuur Loper: het Cultureel Zelfportret
De leerkracht kan feedback, complimentjes en tips bij de portfoliopagina’s van leerlingen plaatsen. Hij kan in zijn eigen leerkrachtdeel bovendien voor zichzelf notities maken over wat hij ziet. Een tot twee keer per jaar (begin en eind van schooljaar) voert hij een reflectiegesprek met elke leerling om diens groei te bespreken. Ter voorbereiding van het reflectiegesprek volgt de leerkracht vier stappen: kijken, noteren, ordenen en waarderen (KNOW). “Daardoor dwingt hij zichzelf om even zijn oordeel uit te stellen”, licht Van Dillen toe. “Je kunt bij een tekening denken: wow prachtig! Maar misschien kon de leerling al heel goed tekenen en had hij eigenlijk veel meer stappen kunnen maken. De kernvraag van het reflectiegesprek is dan ook: wat is de waarde van wat ik zie voor dit kind?” De leerkracht ordent bovendien naar competenties. Als de leerling zijn leervragen voor onderzoekend vermogen heeft geformuleerd, zou daar ook de nadruk moeten liggen in het reflectiegesprek. “Als leerkracht wil je uiteindelijk ook beoordelen en tegen een leerling kunnen zeggen: hier ligt nog werk voor jou.” Belangrijke leidraad bij het voeren van het gesprek is het ui-model van Korthagen, waarmee je met zes typen vragen steeds dieper bij de kern komt: Wat kom je tegen? Wat doe je? Wat kun je? Waar geloof je in? Hoe zie je jezelf? Wat zijn je diepste waarden? Dit oorspronkelijk als reflectiemodel voor leraren ontwikkelde instrument heeft coach en filosoof Monique Fischer in opdracht van Kunstbalie uitgewerkt naar vragen per leeftijd. “Iedereen weet dat je bij een kleuter niet bij de diepere motivatie terecht gaat komen. Maar je kunt wel vragen stellen over het gedrag dat je hebt gezien. Pagina 3
We hebben daar per leeftijdscategorie voorbeeldvragen voor laten maken. Al doende leert de leerkracht natuurlijk zelf welke vragen hij moet stellen.” Behalve met de leerkracht kunnen leerlingen ook onderling reflectiegesprekken voeren. Ze kijken in elkaars portfolio en bespreken dan samen de volgende drie stappen: noteren, ordenen en waarderen. “Zo leren de kinderen van elkaar en leren ze bovendien om het gesprek met de leerkracht voor te bereiden.” Brede waarde Van maart tot aan de zomervakantie beproeven drie basisscholen in Brabant het digitale volgsysteem. Op basis van hun ervaringen laat Kunstbalie een definitief CZP-systeem bouwen. “We willen uit de pilot in elk geval antwoord op drie vragen: is het werken met competenties op deze wijze voor leerlingen haalbaar? Heeft de leerkracht voldoende in handen voor het voeren van een reflectiegesprek? En kunnen leerlingen met de leervragen uit de voeten?”, vertelt Van Dillen. Eén ding weet ze nu in elk geval al zeker: CZP is een systeem dat breed inzetbaar is. “Alle scholen, ongeacht onderwijsvisie of lesmethode, kunnen ermee werken. Het systeem biedt ruimte om er je eigen activiteiten en beoordelingscriteria in te voeren.’ Dat is een bewuste keuze van Kunstbalie: ‘Wij zien het niet als onze taak om eindcriteria te formuleren, daarvoor ligt er al materiaal genoeg.” Net als de pilotscholen kan een school het eerst in enkele klassen uitproberen. “Een van de pilotscholen gaat het systeem uitproberen in de kleuterklas. De juf zei: ‘Mijn kinderen kunnen echt nog geen leervraag formuleren.’ Op mijn suggestie begint ze nu eerst met een portfolio en leervraag op klasniveau. Dat kan allemaal.” Volgsysteem De Cultuur Loper: het Cultureel Zelfportret
Het volgsysteem maakt niet alleen de culturele groei van individuele leerlingen inzichtelijk, maar laat ook zien waar je als school aan werkt en wat dat beleid oplevert. Nuttige informatie voor de school zelf, maar ook ter verantwoording aan bijvoorbeeld de inspectie of ouders. Van Dillen ziet bovendien kansen voor koppelingen met andere vakken. “Ik verwacht dat leerkrachten gaan denken: dat competentiegericht werken kan ik ook inzetten bij taal en rekenen. Kunstkade merkte in Leeuwarden al dat scholen dat deden. Dit systeem helpt leerkrachten bij het gedifferentieerd werken en dat is bij alle vakken belangrijk.”
Ook aan de slag met CZP? Vanaf najaar 2016 komt het CZP-portfolio voor alle basisscholen die deelnemen aan de Cultuur Loper beschikbaar. Een school die ermee wil werken, krijgt een workshop over de techniek van het systeem en een training voor het leren voeren van reflectiegesprekken. Gebruik van het systeem en scholing is gratis voor scholen die deelnemen aan De Cultuur Loper. Meer informatie: Renske van Dillen, mailto:
[email protected]
Pagina 4
Bronnen voor het CZP Kunstbalie heeft het Cultureel Zelfportret (CZP) niet vanuit het niets ontwikkeld, het sluit aan bij de volgende al bestaande instrumenten en theorieën: • Schoolfolio (Kunstkade Leeuwarden) De techniek van dit digitale portfolio ligt aan de basis van het CZP www.schoolfolio.nl • C-zicht (Kunstbalie/Cultuurmij Oost) De competenties cultuureducatie kunst en erfgoed en bijbehorende gedragsindicatoren zijn inhoudelijk uitgangspunt van het CZP www.culturelecompetenties.nl/kunstbalie
• Gert Biesta: Giving teaching back to education (2012) en Goed onderwijs en de cultuur van het meten (2012) De leerkracht heeft een actieve, sturende rol bij het leerproces van leerlingen • Lagen van persoonlijkheid (het ‘ui-model’) van Fred Korthagen (2011) Basis voor vragen tijdens reflectiegesprek, door Monique Fischer (MF Consulting) uitgewerkt naar leeftijd • Portfolio talentontwikkeling obs De Wijde Wereld Uden i.s.m. Juliette Walma van der Molen Beoordelingsmatrix waarmee een leerkracht plussen en minnen kan zetten voor creativiteit en conceptueel denken.
• De Cultuur Loper (Kunstbalie) Het CZP is een facultatieve, maar logische vervolgstap op het werken met DCL www.decultuurloper.nl • Cultuur in de Spiegel (Barend van Heusden) en Leerplankader kunstzinnige oriëntatie (SLO) De hierin beschreven culturele ontwikkelingsfasen vormen de basis voor de vier persona’s van het CZP www.cultuurindespiegel.nl / www.slo.nl
Volgsysteem De Cultuur Loper: het Cultureel Zelfportret
Auteur: Bea Ros Een artikel over De Cultuur Loper, gepubliceerd door Kunstbalie. April 2016
Pagina 5