CONCEPT
Toegang tot en begeleiding in de jeugdhulp K 14 mei 2014
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 1.
Wat is ons vertrekpunt? .................................................................................................................. 4
2.
Toegang lokaal: uitgangspunten ..................................................................................................... 7
3.
Transformatie: pilots om te oefenen in 2013 en 2014 ................................................................. 12
4.
Genomen besluiten op regionaal niveau (Samen14) .................................................................... 13
5.
Vormen van jeugdhulp inclusief de nieuwe taken met ingang van 2015 ..................................... 16
2
Inleiding Alle kinderen groeien veilig en gezond op. Een wens die niet vanzelfsprekend in vervulling gaat. In onze gemeente maken 575 jongeren gebruik van een bepaalde vorm van jeugdhulp in 2014. Zij maken gebruik van allerlei voorzieningen, vanuit verschillende trajecten bekostigd. Zo wordt voor een groot deel (48,5%) van deze 575 jongeren de hulpverlening bekostigd vanuit de AWBZ. Het gaat dan bijvoorbeeld om jongeren op een cluster drie school (speciaal onderwijs) of op een zorgboerderij. Deze hulp blijft ook na 1 januari 2015 gegarandeerd, dat is wettelijk vastgelegd in de nieuwe Jeugdwet. De manier waarop dat gebeurt, is vastgelegd in het regionaal transitiearrangement (RTA) dat door Samen14 is opgesteld en in februari 2014 door alle gemeentes is vastgesteld. Na 1 januari 2015 kunnen nieuwe hulpvragen ontstaan. Hoe ziet dat er uit? Waar worden deze hulpvragen gesteld? Lokaal? Regionaal? Doen we het zelf of besteden we uit? Via inkoop of subsidie? Wie verwijst naar welke vorm van jeugdhulp? Hoe kunnen we de uitgangspunten bereiken die zijn V H zetten op het versterken van eigen kracht? Hoe kunnen we ondersteuning integraal bieden (één gezin, één plan)? Veel vragen die in 2014 moeten worden beantwoord. Het is voor ons een uitdaging om de verschillende transities met elkaar te verbinden. Immers, voor jongeren die een vorm van jeugdhulp ontvangen, is de wet Passend Onderwijs van toepassing. Daarnaast bereiken ze op enig moment de leeftijd dat ze de arbeidsmarkt betreden. Zij vallen vanaf de leeftijd van 18 jaar onder de Participatiewet, de Wmo of een andere voorziening. Overigens: op de AWBZ taken die naar de gemeente komen, wordt een korting van 25% toegepast. Nog een uitdaging om verbinding te zoeken met reguliere voorzieningen! Deze notitie beschrijft het vertrekpunt, de uitgangspunten waarop de toegang zal worden ingericht, genomen besluiten op regionaal niveau en pilots die op dit moment in de gemeente Hellendoorn aan de orde zijn. Ook beschrijft deze notitie de naar ons toekomende Jeugdhulp-taken. De uitvoeringsorganisatie per 2015 wordt beschre Jeugdhulp W
“
uitvoeringsorganisatie
In deze notitie vindt u het gebruik van zowel de term jeugdhulp als jeugdzorg; er wordt hetzelfde bedoeld. In de nieuwe Jeugdwet 2015 wordt de term ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en hun ouders bij het voorkomen, verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen, psychosociale problemen of gedragsproblemen van de jeugdige, of opvoedingsproblemen, waaronder ondersteuning, hulp en zorg die verleend wordt in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering. I dit document.
3
1. Wat is ons vertrekpunt? Algemeen De gemeente Hellendoorn is een gemeente waar vele activiteiten met en voor de jeugd worden georganiseerd. Ouders en verzorgers hebben de primaire verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen, maar willen deze verantwoordelijkheid naarmate kinderen opgroeien en ouder worden delen met anderen. Basisvoorzieningen als peuterspeelzaalwerk, kinderopvang, primair en voortgezet onderwijs leveren grote bijdragen aan het opvoeden en opgroeien. Daarnaast is er de dienstverlening van de jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar, activiteiten van buurt en wijkverenigingen, de bibliotheek, muziekschool, speel-o-theek en niet te vergeten de sportverenigingen die een positieve bijdrage toevoegen aan de groei naar de volwassenheid. CJG Het loket Welzijn, inkomen en zorg bestaat uit medewerkers die samen het eerste aanspreekpunt vormen voor inwoners van de gemeente Hellendoorn. Er is sprake van een geïntegreerd loket, waar inwoners terecht kunnen, wanneer zij op welke manier dan ook een belemmering of een probleem ervaren om deel te nemen aan de maatschappij. Dit kan zijn omdat men door ziekte minder mobiel is geworden of omdat de woning niet meer voldoet. Maar ook voor vragen over ondersteuning bij de opvoeding, voor een gehandicaptenparkeerkaart, een bijstandsuitkering of voor financiële hulp is men bij het loket Wiz aan het goede adres. Het CJG vormt een onderdeel van het loket Wiz. In de periode van 2008 tot en met 2011 is het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) tot stand gekomen. Het CJG is een ingang naar voorzieningen, zorg en begeleiding. Het inlooppunt en de website van het CJG Hellendoorn voldoen aan de behoeften en wensen van onze inwoners. Het inlooppunt wordt bemand door specifiek geschoolde medewerkers. De medewerkers kunnen alle binnenkomende vragen zelf afdoen. Om nog beter van dienst te kunnen zijn, zijn er trainingen Triple P op een hoger niveau gepland (niveau 3). De medewerkers in het inlooppunt kunnen daarmee meer intensieve ondersteuning bieden aan de ouders of jongeren met een vraag of probleem. Er wordt gewerkt met een CJG-registratiesysteem gekoppeld aan VIS21 A doelgroepen en gezinssamenstellingen vragen binnenkomen, zodat we voldoende management- en beleidsinformatie genereren. De website CJG Hellendoorn wordt zeer goed bezocht. Cijfers over 2013 laten zien dat de website 71.903 keer is bezocht door 65.141 unieke bezoekers. Die bezoekers komen overigens niet alleen uit de gemeente Hellendoorn, maar vanuit het hele land. De directe CJG contacten over 2013, zoals die door de Wiz loketmedewerkers zijn bijgehouden zijn er 31 (24 personen aan de balie, 3 telefonische contacten en 4 e-mails). Vanuit het inlooppunt (loket Wiz) zijn/worden er 2 frontofficemedewerkers opgeleid. In de backoffice zijn er zowel uit onze eigen organisatie als vanuit de andere kernpartners (Maatschappelijk Werk Noord West Twente, Bureau Jeugdzorg Overijssel, Jeugdgezondheidszorg van GGD T “ D W MEE IJ Vanuit het inlooppunt kan worden doorverwezen naar deze backoffice. Dit heeft geleid tot spreekuren binnen de instellingen, uitvoering van taken vanuit het CJG (de Jeugdgezondheidszorg in het Mammacafé bijvoorbeeld), korte lijnen met de professionals van deze instellingen, en in projecten en met het oog op de transformatie Jeugdzorg, gezamenlijk werken aan doorontwikkelingen in preventie en aanpak van problematiek. Zowel op bestuurlijk, beleids- als uitvoerend niveau bestaat een goede relatie met de kernpartners. Een factor die de samenwerking nog extra bevordert, is fysieke nabijheid. Onze kernpartners zijn sinds 2012 allen gevestigd in of zeer nabij het Huis voor Cultuur en Bestuur. 1
Vangnet Informatie en SamenwerkingsSysteem (programma voor registratie en afstemming in samenwerking t.a.v. problematiek door instellingen).
4
Zorgstructuur De zorgstructuur is daarmee krachtig en richt zich op de signalering van problematiek, de aanpak van problematiek, de samenwerking in de aanpak en de coördinatie van de samenwerking. De zorgstructuur is zich nog steeds aan het door ontwikkelen. Daarbij wordt zoveel mogelijk geanticipeerd op de decentralisaties. Van belang wordt geacht: De doorgaande lijn in casuïstiek overleggen in zwaarte variërend van signalering tot aanpak complexe problematiek, waardoor minder versnippering en meer daadkracht. Er wordt daarmee efficiënter en effectiever rondom casuïstiek vergaderd. Minder structureel in mededelingensfeer, maar op afroep rondom een specifieke casus, met als doel een plan van aanpak opgesteld door en of met het gezin (o.a. project jeugdzorg Nieuwe Stijl). Er zijn meer verbindingen gemaakt met de indicerende zorgpartners, die voorheen op meer afstand van het preventieve domein stonden (drietal pilots, namelijk de Buitenschoolse Opvang + (koppeling met Trias Jeugdhulp en Kinderopvang), Professionalisering medewerkers en Systeemcoaching). Het vroeg signaleren van problematiek. Om signalen van problematiek snel te kunnen delen met relevante partners, zodat zo snel mogelijk tot een aanpak over kan worden gegaan, is N multiproblematiek maar vooral ook in een eerder stadium. De zorgstructuur werkt in een keten van 0-delijns zorg naar 2e-lijnszorg, zie onderstaande figuur:
Eigen kracht De pilot Eigen Kracht in het CJG Hellendoorn is eind 2012 geëindigd. Geconcludeerd is dat Eigen Kracht zich richt op een visie en grondhouding van onze hulp- en dienstverleners waarbij de regie en zeggenschap bij de inwoners blijft. Wanneer gezinnen bejegend worden vanuit de grondhouding Eigen Kracht voelen ze zich zelf verantwoordelijk, bedenken hun eigen plan en de daaruit voortvloeiende vraag voor de hulpverleners. Ze zijn daardoor gemotiveerder het plan tot goede uitvoer te brengen. Uit de pilot blijkt dat het een cultuurverandering betreft binnen alle lagen van de organisaties. Professionals, leidinggevenden, bestuurders, beleidsmakers en overheden, alleen dan werken we effectief.
5
Omdat het een cultuuromslag betreft zal op diverse niveaus, te weten regionaal, lokaal en interne organisatie (gekoppeld aan de strategische visie Samenwerken aan een kloppend hart) geïnvesteerd moeten worden. Om deze cultuuromslag te bewerkstelligen heeft de provincie Overijssel een subsidie aan de veertien Twentse gemeenten in regionaal verband verleend. Gemeente Hellendoorn leidt dit project, dat het komende jaar met name bij de ontwikkelingen in de decentralisatie van de Jeugdzorg de regie en zeggenschap bij de inwoners voorop stelt. Om de komende jaren te investeren in preventie, krachtiger wordende inwoners en een andere wijze van benaderen van onze inwoners (grondhouding Eigen Kracht) is in de begroting voor de komende jaren een uitvoeringsbudget ger voor preventieve samenwerkingspartners).
6
2. Toegang lokaal: uitgangspunten Huidige situatie Tot 1 januari 2015 zijn er twee instanties die toeleiden naar de jeugdhulp, dat zijn Bureau Jeugdzorg Overijssel en de reguliere huisartsenzorg. Ongeveer 70% van de jeugdhulp vindt plaats op verwijzing van de huisarts, voornamelijk naar de GGZ en naar voorzieningen voor jongeren met een licht verstandelijke beperking (LVB). Daarnaast voert Bureau Jeugdzorg Overijssel, vanuit de Wet op de Jeugdzorg, taken uit die vanaf januari 2015 een verantwoordelijkheid worden van de gemeente. Deze taken zijn: Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) Kindertelefoon Jeugdbescherming (indicaties en casemanagement - onvrijwillig kader) Jeugdreclassering (indicaties en casemanagement onvrijwillig kader) Toegang (indicaties en casemanagement vrijwillig kader) In onderstaande figuur is een overzicht te zien van het aantal landelijk gevoerde gesprekken bij de K
Door het wegvallen van de indicatie valt in principe de hele Toegang van Bureau Jeugdzorg weg. Wat gemeenten moeten doen, is bedenken hoe mensen zonder een indicatiestelling toegeleid kunnen D V iets kan zijn wat te maken heeft met preventie (denk aan: lid worden van een voetbalclub, gebruik maken van de activiteiten van het jongerenwerk, een extra gesprek op school maar ook hulp bij het N B J casemanagement uit. In het huidige stelsel is het contact met de vooral gericht op de inzet van (jeugd)zorg en daar blijft het bij. Inzet op andere terreinen (bv. preventie) is geen onderwerp voor het casemanagement. Wanneer er inzet vanuit het preventieve veld noodzakelijk is verwijst men terug naar het voorliggende veld. Dit houdt concreet in dat Bureau Jeugdzorg geen indicatie afgeeft maar aan de klant vertelt dat hij/zij zich moet melden bij bijvoorbeeld het maatschappelijk werk of het CJG. Dit wordt ordt afgesloten. Kortom, het Bureau Jeugdzorg, dat in de huidige situatie tot doel heeft een (Jeugd)zorg vraag te beoordelen en de juiste (jeugd)zorg (in de nieuwe wet Jeugdhulp)in te zetten, wordt opgeknipt en de taken moeten geheel of deels een D B J 7
daadwerkelijke hulpverlening) ondergaat ook een transformatie. Zo maakt de nieuwe Jeugdwet een duidelijker onderscheid tussen Preventie2 en Jeugdhulp. In Twente wordt ervoor gekozen om Jeugdhulp regionaal te organiseren (Samen14). De Jeugdwet schrijft voor dat de gemeente er verantwoordelijk voor is dat er in het onvrijwillige kader voldoende jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders zijn. Vanuit verschillende onderzoeken is te herleiden hoe de formatie voor deze casemanagers in het onvrijwillige kader berekend kan worden. De Jb en Jr functionarissen zullen ook in het nieuwe stelsel zorgaanbod (o.a. Jeugdhulp) inzetten bij het uitvoeren van een maatregel. De kosten van zowel de inzet van de Jb en Jr functionaris als de inzet van de hulp worden betaald door de gemeente (woonplaatsbeginsel). Zoals in de aanleiding al is aangegeven valt de indicatiestelling weg en moet de gemeente de toeleiding opnieuw organiseren. Het huidige traject om te komen tot een indicatie, wordt binnen het Bureau Jeugdzorg door alle casemanagers op een vergelijkbare wijze ingericht.
De stappen om tot een indicatie te komen zijn: Aanmelding (iemand meldt zich aan of wordt aangemeld door een verwijzer) -
Screening (standaard formulier wordt ingevuld leefgebieden en vragen/problemen)
-
Evt. procesdiagnostiek D diagnostiek moet zorgen voor een beter beeld. Hier betreft het geen uitgebreid onderzoek maar onderzoek om tot een indicatie te kunnen komen.
-
Indicatiestelling (Jeugdhulp)
het stempeltje van de gedragsdeskundige dat recht geeft op zorg
Als de indicatie wordt afgegeven door Bureau Jeugdzorg, wordt de zorg ingezet vanuit een instelling die de daadwerkelijke hulpverlening inricht (vb. Trias Jeugdhulp). Vanuit casemanagement wordt de inzet van deze hulp op afstand door Bureau Jeugdzorg gevolgd. De casemanager komt alleen nog in beeld als de indicatie: beëindigd wordt, gewijzigd moet worden of er nieuwe hulp moet worden ingezet. De inzet vanuit het casemanagement is dus minimaal. In het onvrijwillige kader is het casemanagement iets intensiever. Dit heeft ermee te maken dat de casemanager terug moet koppelen (evaluatie verlenging maatregel) aan de Rechtbank die de maatregel heeft opgelegd. De cijfers van het aantal kinderen in zorg leren ons dat er voor circa 500 kinderen casemanagement moet worden ingericht. Situatie per januari 2015 Hoe zorg je dat jeugdigen die ondersteuning nodig hebben, dat ook zo snel mogelijk en zo dicht mogelijk bij huis krijgen? Iedereen heeft wel eens behoefte aan hulp of ondersteuning. Mensen lossen een deel van deze vragen op met hulpverleners en instanties dicht bij huis. Bijvoorbeeld met de huisarts, de leerkracht, het consultatiebureau, de thuisbegeleider, of de wijkagent. Of misschien wel met iemand uit de eigen omgeving, zoals familie, buren en vrienden. Of met een vrijwilliger in het wijkcentrum, bij de kerk of een sportvereniging.
2
Met preventie wordt bedoeld: algemene voorzieningen, bijvoorbeeld sportverenigingen.
8
In de nabije toekomst, meer dan voorheen, wordt uitgegaan van het eigen netwerk van familie, vrienden en buren. Het benutten van de kracht van sociale verbanden. Scholen en huisartsen zullen belangrijke plekken zijn waar mensen om hulp vragen. Maar ook het maatschappelijk werk, jongerenwerk en de activiteiten in welzijnsvoorzieningen zijn algemene voorzieningen waar mensen terecht kunnen. Anno 2014 zijn algemene voorzieningen niet gericht op alle inwoners, in de toekomst moeten deze voorzieningen veel meer rekening houden met meer doelgroepen (transformatie). Soms is er voor het beantwoorden van de vraag, of het oplossen van een probleem aanvullende ondersteuning nodig. Mensen komen daarvoor rechtstreeks naar de gemeente. Of worden doorverwezen door het eigen netwerk of hulpverlener. Ook in de toekomst moeten inwoners van de gemeente Hellendoorn duidelijk hebben waar ze terecht kunnen voor een antwoord om een uitkering, hulp bij het huishouden of een vraag over jeugdhulp. Voor op de lange termijn wordt daarom toegewerkt naar het realiseren van sociale teams. Het sociale team van de toekomst bestaat hoogstwaarschijnlijk uit de huidige WWB consulenten en Wmo adviseurs, aangevuld met consulenten Jeugdhulp (deels voorheen medewerkers van bureau Jeugdzorg) en medewerkers van andere CJG partners. In de pilot Experiment Jeugdzorg Nieuwe stijl3 wordt ter proeve daarvan gewerkt met een uitvoeringsteam CJG dat bestaat uit verschillende backoffice medewerkers van het CJG waaronder een Wmo adviseur, een maatschappelijk werker, een MEE consulent, een ambulant begeleider van Trias etc. Uit de pilot zal moeten blijken welke deskundigheid de diverse medewerkers meebrengen. Ook zal duidelijk moeten worden welke taken gekoppeld worden aan een lokale welzijnsorganisatie, een zorgorganisatie of het sociaal team. Integrale toegang verbinden van zorgstructuren Een ander uitgangspunt is per cliëntsysteem één integraal hulpaanbod realiseren (1 gezin, 1 plan). Het gaat daarbij om alle vragen die het gemeentelijke sociale domein raken, van huishoudelijke hulp en begeleiding tot (jeugd)zorg en werk en inkomen. Binnen onze zorgstructuur organiseren we de eerste toegang breed en dichtbij inwoners via hulpverleners (leerkrachten, huisartsen, ouderenadviseurs, jongerenwerkers, wijkagenten, woonconsulenten e.a.) en medeburgers (familie, vrienden, buren). Die kunnen de vragen beantwoorden dan wel de weg wijzen naar de plek waar de vraag kan worden beantwoord. 3 Deze pilot is een samenvoeging van de projecten Toegang met regie en zeggenschap bij de cliënt en Nazorg waarvoor subsidie vanuit de Provincie Overijssel is ontvangen.
9
Binnen de huidige zorgstructuur wordt vaak gesproken over vindplaatsen. Dit zijn de plekken waar het dagelijks leven van jeugdige inwoners plaatsvindt: op school, in de buurt, op de kinderopvang etc. Professionals en inwoners uit de buurt zijn hier veelal aanwezig en bekend. Ze zijn makkelijk toegankelijk en laagdrempelig. Van belang is dat zij vroegtijdig kunnen signaleren, ondersteunend kunnen handelen en/of kunnen doorverwijzen naar het gemeentelijke loket of naar een (andere) algemene voorziening. We gaan er vanuit dat de burger zelf bepaalt waar hij zijn vraag neerlegt. Veel vragen zullen direct beantwoord kunnen worden. Daarbij kan worden opgemerkt dat het merendeel van de vragen van inwoners (indicatief: D moet zo snel mogelijk en zo dicht mogelijk bij huis ondersteuning geregeld te worden, via het eigen netwerk dan wel via een algemene of maatwerkvoorziening. Met het oog op de daadwerkelijke overgang van de extra taken naar de gemeente, zal het huidige loket Wiz (inclusief CJG) worden uitgebreid met de taken jeugdhulp en begeleiding. In de pilot Experiment Jeugdzorg Nieuwe Stijl wordt onderzocht welke rol het CJG inlooppunt in het )AT 5 “OT 6 op geheel kan spelen en hoe de zorgstructuur van het VIA team4 de scholen kan worden aangesloten op het CJG uitvoeringsteam als voorloper op het latere sociale team. Passend onderwijs De gemeente is niet de enige die nieuwe taken krijgt. De scholen krijgen vanaf 1 augustus 2014 te maken met een nieuw stelsel voor passend onderwijs. Een goede samenwerking tussen gemeenten en het onderwijs wordt daarom alleen maar belangrijker en leidt tot een meer preventieve en integrale aanpak van hulp dichtbij de leefomgeving. Op termijn leidt dit tot betere, efficiëntere en zelfs goedkopere zorg. De opgave van gemeenten en scholen is zoveel mogelijk kinderen zo goed mogelijk te begeleiden zodat ze later zo veel mogelijk zelfstandig kunnen participeren in de samenleving. Ten gevolge van de wet Passend onderwijs hebben scholen de zorgplicht om een passende onderwijsplaats te bieden aan kinderen. Om die verantwoordelijkheid te kunnen nemen zijn scholen geclusterd in grotere samenwerkingsverbanden. De scholen in de gemeente Hellendoorn behoren tot Samenwerkingsverband Noord-West Twente Primair onderwijs of Voortgezet onderwijs (23-01)7. Zoals in het ondersteuningsplan passend onderwijs van Samenwerkingsverband Noord-West Twente primair onderwijs staat (paragraaf 5.9) is passend onderwijs voor alle leerlingen alleen mogelijk door een effectieve inzet van en samenwerking met gemeenten en ketenpartners in zorg en welzijn. Afstemming gebeurt met de zes gemeenten in het voedingsgebied van het samenwerkingsverbanden Noord-West Twente (23-01). In een regionaal Op overeenstemming gericht overleg (regionaal OOGO) ontmoeten bestuurders van gemeenten en Samenwerkingsverbanden om de transities te bespreken. Belangrijk agendapunt is de afstemming van de zorgstructuur. De zorgstructuur van het onderwijs en de gemeente zal complementair aan elkaar moeten zijn. Het scharnierpunt binnen die zorgstructuur is het multidisciplinaire team in en om de school (
4
In de Kruidenwijk waar de pilot draait is in het kader van gebiedsgericht werken een VIA team actief. Dit team richt zich op het oplossen van eenvoudige individuele problematiek bij de bewoners voor zover het geen multi-problem is (van multi-problem is sprake als de problematiek op drie of meer leefgebieden speelt). Oplossingen worden samen met de hulpvrager en diens directe omgeving gezocht. Het VIA-team bestaat uit een maatschappelijk werker, woonconsulent, wijkverpleegkundige, wijkagent en De Welle. 5 Zorg advies teams (werkzaam tot 1 augustus 2014) 6 School ondersteunings teams (werkzaam vanaf 1 augustus 2014) 7 Tot het voedingsgebied van Samenwerkingsverband 23-01 behoren de gemeenten Almelo Hellendoorn, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden.
10
Schoolond “OT P ) )AT V onderwijs). Leerlingen die bij het SOT of ZAT worden aangemeld hebben problemen op één of meer van de leefwerelden onderwijs, gezin of vrije tijd. Het gaat om complexe hulpvragen en problemen op het gebied van gedrag en ontwikkeling. Te denken valt aan stoornissen in de psychosociale ontwikkeling van de leerling of problemen in de gezinssituatie, maar ook hardnekkig verzuim. Binnen school zijn vaak al meerdere acties ondernomen, maar de resultaten daarvan laten te wensen over en er is behoefte aan een meer gespecialiseerde benadering. Door onderling overleg kan multidisciplinair de signalen en vragen snel en vakkundig door de juiste professionals worden beoordeeld. Na bespreking en afstemming wordt zo snel mogelijk de juiste hulp of ondersteuning voor de jongere bepaald. De voorkeur van de gemeente is eigenlijk dat een zorgadviesteam een zorgbehandelingsteam wordt, vanuit de gedachte om direct te kunnen handelen. In de pilot Experiment Jeugdzorg Nieuwe Stijl wordt onderzocht welke rol het CJG inlooppunt in het geheel kan spelen en hoe de zorgstructuur van het VIA team in de buurt en het zorgteams van de school. Er is dus een duidelijke koppeling tussen onderwijs en de jongeren die nu een AWBZ hulptraject hebben. Zij moeten via het onderwijs meedoen in de samenleving.
11
3. Transformatie: pilots om te oefenen in 2013 en 2014 Deze pilots worden uitgevoerd in het kader van de toeleiding. Doel is om de toeleiders van nu meer C INT D is gereed in december 2014. Tussentijdse bevindingen worden vanzelfsprekend meegenomen. Dit heeft alles te maken met de transformatiedoelen voor de stelselwijziging: vereenvoudiging van het sterk versnipperde jeugdstelsel. Er moet een omslag komen naar meer preventie, uitgaan van eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden. Demedicaliseren, ontzorgen en normaliseren door o.a. Het opvoedkundig klimaat te versterken. Eerder de juiste hulp op maat bieden, integrale hulp aan gezinnen (één gezin, één plan, één regisseur). En er moet meer ruimte komen voor professionals om de juiste hulp te bieden door vermindering van regeldruk (betrekken van sociale netwerken en samenwerken met vrijwilligers en familieleden). In 2013 en 2014 oefenen we in een aantal pilots waarvan we de leermomenten meenemen bij de uitwerking van het vervolg. In een aantal pilots wordt gewerkt volgens de wijze van Jeugdzorg nieuwe stijl. Dat zijn: De rol van de huisarts als centrale figuur. We verkennen de mogelijkheid om de huisarts een centrale rol te geven binnen het CJG. Voor signalering en advisering en als poortwachter voor toeleiding naar andere professionals. Versterking nazorg en vervroegd beëindigen indicaties. We werken aan een warme overgang van intensieve zorg naar een zorg arme (thuis)situatie. Coaching door professionals moet terugval voorkomen en vroeger beëindigen van jeugdhulpindicaties mogelijk maken. Toegang met regie en zeggenschap bij de cliënt. Niet het professionele aanbod, maar de eigen kracht en de eigen regie van cliënten centraal stellen. Dat willen we bereiken door een team van generalisten in te richten binnen het CJG. De professionals uit deze pool worden ingezet om het gedachtegoed van één maatwerkplan, één budget en één aanspreekpunt gestalte te geven. CORV. Deze pilot heeft een relatie met het gedwongen kader en de besluitlijst van instellingen die een melding kunnen doen bij de Raad voor de Kinderbescherming. In het nieuwe jeugdstelsel per 1 januari 2015 krijgen gemeenten en justitie verschillende verantwoordelijkheden bij de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering, maar met één gezamenlijke opgave: het tegengaan van recidive en het bevorderen van een veilige omgeving voor jeugdigen om te kunnen opgroeien. Efficiënte en effectieve informatie uitwisseling tussen betrokken partijen is essentieel. De Collectieve Opdracht Routeer Voorziening (CORV) regelt hierin het (formele) berichtenverkeer. Samenwerking vereist eenduidige afspraken over de informatie-uitwisseling. De CORV is een digitaal knooppunt dat zorgt voor de elektronische afhandeling van het formele berichtenverkeer tussen justitie-partijen (Raad voor de Kinderbescherming, politie, OM, rechtbanken) en het gemeentelijke domein (gemeenten, AMHK, gecertificeerde instellingen). De aansluiting op en het gebruik van de CORV is verplicht gesteld in de Jeugdwet. Wij zijn pilotgemeente waarbij de digitale informatie wordt uitgewisseld tussen justitie en het gemeentelijk domein, voor wat betreft de uitwisseling van informatie over jeugdbescherming en jeugdreclassering.
12
4. Genomen besluiten op regionaal niveau (Samen14) In Twente werken de 14 gemeenten nauw samen bij de voorbereidingen op de decentralisatie van de jeugdhulp (Samen14). Niet alleen omdat dit bij een aantal jeugdhulpvormen verplicht is, maar vooral omdat de samenwerking op een aantal onderdelen voor de hand ligt. Hiervoor V T J D van de regionale jeugdhulptaken vastgesteld (governance) en is een nieuwe organisatie voor de Zorg en Jeugdhulp Twente opgericht (OZJT) onder de vlag van de regio Twente. Wat gaat het OZJT doen? De toeleiding naar jeugdhulpvoorzieningen is en blijft een lokale aangelegenheid. Wij zoeken naar passende contextgerichte oplossingen (één gezin-één plan-één regisseur). De toegangspoort tot jeugdhulp is een vooral een lokale aangelegenheid. Wanneer we (dreigen) vast te lopen of een second opinion nodig hebben m.b.t. bepaalde problematiek dan kunnen (= niet moeten) we gebruik maken van de deskundigen die we samen in het OZJT hebben ondergebracht. Het OZJT is eigenlijk voor de gemeenten een faciliterende organisatie: zorgt voor raamovereenkomsten met zorgaanbieders (lokaal bepalen we welke inzet bij welke organisatie we willen), zorgt voor subsidiering van de AMHK-organisatie, idem voor een Crisisdienst, het OZJT beschikt over een consultatieteam (dat moet nog samengesteld worden), subsidieert namens de gemeenten de werving en selectie van pleeggezinnen, organiseert een reflectiekamer (voor beleidsevaluatie en een monitorfunctie (signalering van ontwikkelingen en trends en kennisdeling).
Jeugdbescherming (Jb) en Jeugdreclassering (Jr) Toeleiding naar jeugdhulp vindt ook plaats op grond van rechterlijke vonnissen. Dan hebben we het over Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. De inzet van jeugdhulparrangementen vindt dan plaats in samenwerking met JB- en JR- medewerkers (over de wijze waarop moeten nog nadere afspraken worden gemaakt met de Gecertificeerde instellingen - de VERVE-methodiek biedt hiervoor goede aanknopingspunten). In het provinciale project VERVE stelt Jeugdzorg de veiligheid van kinderen voorop, zonder daarbij de verantwoordelijkheid van de ouders over te nemen, maar juist door gebruik te maken van hun eigen netwerk. VERVE bouwt voort op het gedachtegoed dat de afgelopen jaren in de Overijsselse jeugdzorg is ontwikkeld, waarbij het werken met Eigen Kracht Conferenties één van de belangrijkste pijlers is. Verbondenheid met het Eigen Kracht gedachtegoed en een aantal benaderingen en methodieken die de professionals ter beschikking staan, met name Signs of Safety en de Deltamethode gezinsvoogdij (Provincie Overijssel, 2013). Uiteindelijk gaat het hier ook om zoveel mogelijk te komen tot normale omgangsvormen en oplossingen die zo natuurlijk mogelijk zijn. Deze trajecten worden ingekocht door OZJT op kosten van de gemeente en de afstemming vindt waar nodig plaats met de gemeente. Het kan ook zo zijn dat 24 uur opvang elders wordt gerealiseerd op kosten van de gemeente. In 2014 wil de gemeente Hellendoorn de medewerkers die uitvoering geven aan maatregelen in het gedwongen kader (Jeugdbescherming Jb, en Jeugdreclassering - Jr) voor kinderen en jeugdigen uit de gemeente, intensief laten samenwerken met de consulenten Werk, Zorg, Logopedie en Leerplicht. Verwacht wordt dat zij in 2014 vanuit het huidige Bureau Jeugdzorg op locatie intensief samenwerken met het team Werk, Zorg (en Jeugd). Zij zullen de uitvoeringstaken in samenhang met de andere consulenten uitvoeren in intersectorale uitvoeringsteams. Uitgaande van het aantal Jb maatregelen (33) en Jr maatregelen (6) betekent dit o.a. dat er voor de gemeente Hellendoorn 2,2 fte (1 op 15) Jeugdbescherming, 0,35 fte Jeugdreclassering (1 op 17), 0,24 fte gedragsdeskundige en 0,23 fte praktijkleider in 2014 zal worden gevraagd van Bureau Jeugdzorg A J 13
Inzet van Bureau Jeugdzorg in pilots In de huidige pilots: Arts als centrale figuur, Toegang met regie en zeggenschap bij de cliënt en Nazorg vervroegde eindiging indicatiestelling Jeugdzorg T Bureau Jeugdzorg voor 2014 noodzakelijk. Ook is de huidige inzet van Bureau Jeugdzorg in de zorgstructuren iets dat, in 2014, zou moeten doorlopen. Hierbij moet o.a. gedacht worden aan de Zorg Advies Teams (ZAT) in het onderwijs. Inzet medewerkers Bureau Jeugdzorg vanuit de Toegang Vanuit de regionale samenwerking is het uitgangspunt gekozen om de functionarissen in de Toegang binnen gemeentes in te blijven zetten in 2014. Voor de gemeente Hellendoorn komt dit neer op een totaal van 2,64 fte (Toegang). Omdat er voor de toeleiding en terug verwijzing (naar preventieve veld) specifieke deskundigheid nodig is op het gebied van Jeugd(zorg) is het van belang dat de mensen die deze taak, op dit moment, voor Hellendoornse inwoners uitvoeren dit in 2014 ook doen. In 2015 gaan wij uit van Jeugdhulpconsulenten, vakkundig opgeleid, die samen met de jeugdigen en de sociale omgeving gaan kijken wat de beste oplossing is. De jeugdhulpconsulenten kijken dan zowel naar de mogelijkheden die het gezin en de omgeving zelf heeft (eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid), als mogelijkheden die er zijn in het kader van preventie (o.a. sport, welzijn, onderwijs, leerplicht) als mogelijkheden in het kader van jeugdhulptrajecten (o.a. ambulante begeleiding). Deze werkwijze lijkt sterk op de kanteling van het Wmo-proces. In de bijlage is dit proces beschreven. In de uitvoeringspraktijk van de Wmo in Hellendoorn wordt sinds september 2013 volgens het principe van de kanteling gewerkt. Ook de WWB consulenten hebben al een training gevolgd om gekanteld te kunnen werken. Wmo adviseurs en loketmedewerkers voeren een meldgesprek met de inwoner. Daarbij wordt niet op voorhand uitgegaan van een aanvraag om een voorziening of verstrekking. Samen wordt gezocht naar alternatieve oplossingen in de eigen omgeving of anders met inzet van mantelzorgers, vrijwilligers of algemene zorg- of welzijnsdiensten. Ouder en kind krijgen daarbij zoveel mogelijk zelf de regie en zeggenschap over de oplossingen en het opstellen van een ondersteuningsplan. Indien uiteindelijk blijkt dat een voorziening of verstrekking nodig is, is de consulent tegelijkertijd ook de indicatiesteller en degene die de inzet van de zorg regelt. In 2015 zullen wij deze werkzaamheden verder vorm geven en geleidelijk aan inbouwen in het sociaal team. Voor de functiebeschrijvingen van de Jeugdhulpconsultenten zullen wij aansluiten bij de bestaande functiebeschrijvingen van de WMO en WWB consulenten. Natuurlijk zullen we wel specifieke eisen stellen aan de deskundigheid en aansluiten bij de Wet professionalisering Jeugdzorg. Voor de berekening van de caseload geldt dat de werkwijze per 1-1-2015 echt anders is dan voorheen. De werkwijze is intensiever omdat de consulent in gesprek moet gaan met de jongere en/of het gezin. Welke caseload precies verantwoord is, moet in 2014 en 2015 duidelijk worden. De doelstelling is om een jeugdhulpconsulent alleen in te zetten indien voorliggende voorzieningen zoals onderwijs of welzijn er niet uitkomen. Bovendien kunnen jongeren of ouders zichzelf melden. Verder willen wij met bijvoorbeeld huisartsen en zorgadviesteams afspraken maken in welke situaties deze zelf middelen in kunnen zetten, zonder tussenkomst van een consulent van de gemeente. Vanwege de regiefunctie van de gemeente zal, zodra een traject ingezet wordt in het kader van jeugdhulp, de verplichting worden opgelegd dat de cliënt en het inhoudelijke traject worden geregistreerd. Conform de uit te werken regelingen op rijksniveau gelden hierbij privacy bepalingen en verplichte koppelingen van bestanden. De uitwerking hiervan zal het komend half jaar plaatsvinden. 14
Inzet gedragsdeskundige en praktijkleider vanuit de gemeente De verwachting is dat gedragsdeskundige taken en de taken vanuit de huidige Praktijkleidersfunctie van Bureau Jeugdzorg overgenomen zullen moeten worden voor een adequate uitvoering van de nieuwe taken, of deze zal extern ingehuurd moeten worden. De gedragsdeskundige ondersteunt in eerste instantie de jeugdhulpconsulent, maar ook het maatschappelijk middenveld, zoals De Welle, kan een beroep op deze consulenten doen. De keuzes die de jeugdhulpconsulenten of die het preventieve veld maakt, beïnvloeden het totale gebruik van jeugdhulp. Kortom een deel van al bepaald worden door het preventieve veld. (Wat willen we dat De Welle doet, wat willen we dat het Maatschappelijk werk doet e.d.) Er moeten mogelijkheden komen om bijvoorbeeld het Jongerenwerk of de voetbalclub extra in te zetten voor de doelgroep (= transformatie van het aanbod). Ook in het onderwijs zijn gedragsdeskundigen te vinden, de vraag is of daar gebruik van kan worden gemaakt. Om te kunnen sturen op de kosten én om de beleidsinformatie als input te gebruiken voor de eventieve veld, is het dus van belang dat als er een beslissing voor extra inzet wordt gemaakt, de jeugdhulpconsulent wordt ingeschakeld, zijn in dienst van de gemeente Hellendoorn. Hiermee kan een vergelijk gemaakt worden met de inzet van de Wmoconsulenten die binnen het Team Werk en Zorg verantwoordelijk zijn voor de inzet van voorzieningen. Plaatsen van de huidige Bureau Jeugdzorg medewerkers Alle jeugdhulpconsulenten worden, vergelijkbaar met de Wmo en Wwb consulenten aangesteld in gemeentelijke dienst. Dat betekent dat we er vanuit gaan dat 2,64 fte binnen de gemeente Hellendoorn een nieuwe plek kan krijgen, in het kader van toeleiding en casemanagement. Overigens kan de nieuwe werkwijze leiden tot een hogere formatie dan de 2,64 fte, omdat meer ingezet wordt op preventie en gesprekken, maar hier komen wij bij de definitieve invulling op terug. Voor de inrichting van de toeleiding zullen verschillende pilots worden ingericht. Omdat het aantal klanten (jeugd) toegevoegd wordt aan het huidige klantenbestand zal een deel van de huidige formatie van Bureau Jeugdzorg nodig zijn.
15
5. Vormen van jeugdhulp inclusief de nieuwe taken met ingang van 2015 De verschillende vormen van jeugdhulp staan hieronder beschreven, inclusief de toegang tot die vorm van jeugdhulp. Er moet nog veel worden geregeld, bedacht en beantwoord, deze open vragen worden hieronder ook toegelicht. Jeugdhulpvormen in het gedwongen kader Voor deze vormen van jeugdhulp geldt dat de toegang wordt bepaald door de kinderrechter. Voor deze vormen van jeugdhulp geldt ook dat gemeenten verplicht moeten samenwerken. Het gaat om: Jeugdzorgplus; dit is een vorm van hulpverlening met drang en dwang, voor jongeren voor wie een machtiging gesloten jeugdzorg is afgegeven door de kinderrechter. Het gaat om jongeren met ernstige, hardnekkige gedragsproblemen die zich aan de noodzakelijke behandeling dreigen te onttrekken. De jongere wordt geplaatst in een JeugdzorgPlus-instelling. Toegang: om plaatsing in een instelling mogelijk te maken, geeft Bureau Jeugdzorg op dit moment een indicatie die wordt voorgelegd aan de kinderrechter. De rechter geeft daarop een machtiging af voor de duur van de indicatie. Vanaf 2015 is nog steeds een uitspraak van de rechter noodzakelijk. De toeleiding naar de kinderrechter (indicatiestelling) vindt vanaf 2015 plaats door middel van uitbesteding aan (samenwerkende) aanbieders, die vaak nu ook voor deze taken verantwoordelijk zijn. Samen14 maakt hiervoor een uitwerking. Jeugdbescherming; dit is een gedwongen maatregel die de kinderrechter kan opleggen in gezinssituaties waarin ernstige opvoedingsproblemen voorkomen en/of de ontwikkeling van de jongere in het geding is. D OT“ E het gezin, het gezag blijft in principe bij de ouders. De rechter kan ook besluiten tot een OTS met gedwongen uithuisplaatsing, na een advies van de Raad voor de Kinderbescherming. Toegang: op dit moment verzoekt de Raad voor de Kinderbescherming de rechter om een OTS uit te spreken. Als de rechter besluit tot een OTS geeft hij een instelling die de jeugdbeschermingsmaatregelen uitvoert, opdracht om de OTS uit te voeren. Vanaf 2015 is nog steeds een uitspraak van de kinderrechter noodzakelijk. De toeleiding naar de kinderrechter vindt vanaf 2015 plaats via inkoop bij gecertificeerde instellingen. Samen14 maakt hiervoor een uitwerking. Jeugdreclassering8; jongeren vanaf 12 jaar kunnen wegens strafbaar gedrag voor de kinderrechter moeten verschijnen. Deze kan dan een straf opleggen. De rechter kan ook besluiten dat de jongere begeleiding nodig heeft van een jeugdreclasseringswerker. Hiermee moet worden voorkomen dat de jongere opnieuw in de fout gaat. Toegang: de toegang tot de jeugdreclassering loopt op dit moment via een ZSM-tafel (Zo Snel, Slim, Selectief, Simpel, Samen en Samenlevingsgericht Mogelijk). Bij een ZSM-tafel werken organisaties als het OM, politie, Raad voor de kinderbescherming, rechter, reclassering en ook Slachtofferhulp Nederland samen, waarbij het proces van beoordelen, straffen en uitvoeren is geïntegreerd. Ook vanaf 2015 wordt gewerkt met ZSM-tafels. De toeleiding vindt vanaf 2015 plaats via inkoop bij gecertificeerde instellingen. Samen14 maakt hiervoor een uitwerking. Jeugdzorgvormen in het vrijwillig kader Deze vormen van jeugdzorg kunnen lokaal, bovenlokaal, regionaal of bovenregionaal worden georganiseerd. Het gaat om de volgende vormen van jeugdhulp: - Ambulante zorg; dit is zorg die vooral verleend wordt op afgesproken tijden. Jongeren en opvoeders bezoeken de hulpverlening vanuit de eigen woon- en werkomgeving of de hulpverlener bezoekt de cliënt in de eigen leefomgeving. Toegang: deze ambulante ondersteuning kent een grote diversiteit in zorgvormen, geïndiceerd door Bureau Jeugdzorg, CIZ en/of rechtstreekse verwijzing door de huisarts. De ondersteuning wordt geboden door 8
NB: 30% van alle jeugdreclasseringszaken komt voort uit leerplichtzaken!
16
-
-
-
-
geïnstitutionaliseerde professionals, maar ook door vrijgevestigde beroepsbeoefenaren. Met ingang van 2015 wordt de toegang bepaald door medewerkers die in de gemeentelijke organisatie binnen team Werk en Zorg worden ingezet. Residentiële jeugdhulp; dit gaat om (boven) regionale behandeling en/of specifieke begeleiding. Dit is een taak die wordt uitbesteed aan (samenwerkende) aanbieders, die vaak ook nu voor deze taken verantwoordelijk zijn. Samen14 maakt hiervoor een uitwerking. Pleegzorg; o Pleegzorg is voor jongeren die vanwege een opvoed- en opgroeiprobleem tijdelijk niet bij hun eigen ouders kunnen wonen. Pleegzorg is meestal vrijwillig, maar kan ook gedwongen zijn op last van de kinderrechter. Toegang: in het vrijwillig kader is op dit moment een indicatie van Bureau Jeugdzorg nodig voor pleegzorg. Vanaf 2015 wordt het geven van een indicatie lokaal georganiseerd. o Pleegouders moeten worden geworven en geselecteerd. Op dit moment beslist Bureau Jeugdzorg of aan potentiële pleegouders een pleegkind wordt toegewezen. Na het afgeven van een indicatie pleegzorg gaat een pleegzorgaanbieder op zoek naar geschikte pleegouders. Het pleeggezin krijgt begeleiding van de instelling die het kind bij de pleegouders heeft geplaatst. Toegang: vanaf 2015 worden pleeggezinnen geworven door uitbesteding aan (samenwerkende) aanbieders, die vaak nu ook voor deze taken verantwoordelijk zijn. Samen14 maakt hiervoor een uitwerking. AMHK; het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) adviseert iedereen die zich zorgen maakt over een kind en denkt aan kindermishandeling. Ook onderzoekt zij (vermoedelijke) situaties van kindermishandeling en brengt zo nodig de juiste hulp op gang. Een gezin kan worden overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming. Het AMK is op dit moment ondergebracht bij Bureau Jeugdzorg en wordt vanaf 2015 samengevoegd met “ H G “HG A M H Geweld en Kindermishande AMHK De fase van het verder inrichten en het oprichten van het AMHK in Twente is nu aangebroken. o Meldpunt en adviesfunctie: o Onderzoeksfunctie: Toegang: het AMHK is een taak die gezamenlijk wordt uitgevoerd. In april 2014 heeft Samen14 besloten een projectopdracht te verlenen voor de vorming van een AMHK in Twente. Samen14 maakt hiervoor een uitwerking. Crisisdienst; in een crisissituatie moet direct worden ingegrepen. Een crisisinterventie houdt in dat er binnen vier uur een eerst huisbezoek is om tot een beoordeling te komen over wat op dat moment nodig is. Op dit moment beschikt Bureau Jeugdzorg over een crisisdienst. Ook diverse aanbieders hebben een eigen crisisdienst. Het meldpunt is provinciaal georganiseerd. Toegang: met ingang van 2015 is een crisisdienst verplicht. Het meldpunt wordt regionaal georganiseerd. Crisisinterventies vinden zoveel mogelijk plaats in de lokale context, vanuit een regionale uitvalsbasis. De opvolging van crisismeldingen, de in te zetten spoedhulp, wordt uitbesteed aan (samenwerkende) aanbieders, die vaak nu ook voor deze taak verantwoordelijk zijn. Samen14T maakt hiervoor een uitwerking.
Overige gezamenlijke taken De 14 gemeenten hebben daarnaast besloten om een aantal taken, dat gerelateerd is aan de jeugdhulp gezamenlijk uit te voeren. Het gaat dan om: - De feitelijke taken van het reflectiepunt; dit wordt uitbesteed aan onafhankelijke experts. OZJT maakt hiervoor een uitwerking. - Het inhoudelijk faciliteren van het reflectiepunt voor het verzamelen en bundelen en delen van informatie, zoals verwijspatronen. Het OZJT maakt hiervoor een uitwerking. - Het inrichten van een advies- en consultatiefunctie. Dit is bedoeld voor ondersteuning van de lokale toegang; hierin kan specialistische kennis worden gecentraliseerd zodat deze kennis 17
-
op afroep beschikbaar is voor alle gemeenten en niet in elke gemeente afzonderlijk moet worden toegevoegd. Het OZJT maakt hiervoor een uitwerking. Alle gezamenlijke backofficetaken zoals inkoop/contracteren van regionale jeugdhulpvormen. Het OZJT maakt hiervoor een uitwerking.
18