>90000 doven met CI wereldwijd: 2250 CICI-patiënten in Benelux (12/2004): 1100 kinderen en 1100 volwassenen België : (2/2005) (2/2005) > 600 kinderen (<18 jaar) > 500 volwassenen Nederland: (3/2005) > 550 kinderen (<18 jaar) > 775 volwassenen
Leo De Raeve, ONafhankelijk Informatiecentrum Cochleaire Implantatie ZonhovenZonhoven-België
Studiedag ONICI te Malle
10 maart 2005
Cochleaire Implantatie… een vergelijking België - Nederland
Cochleaire Implantatie… enkele aantallen aantal implantaties per miljoen inw oners (tot 2003)
NEDERLAND
Eerste CI: volwassenen
1984
1985
120
Eerste CI: kind
1991
1989
100
10 maart 2005
Turkije
/
Finland
0
Tsjechië
CI) 42 kinderen in 2003
20
Frankrijk
1999 tot …2008 ?
Nederland
(3 Med.Ontwik.Project.)
1991 tot….
Engeland
Bilaterale inplant
(2de
solidariteitsfonds
Denemarken
Algemene terugbetaling
40
Spanje
1989-1999
1988-1991
aantal volw/milj aantal kinderen/milj
60
Luxenburg
Terugbetaling projectmatig
80
Oostenrijk
7
aantal implantaties
BELGIE
Aantal CI-centra (kinderen) 12 ?
Studiedag ONICI te Malle
Zweden
10 maart 2005
België
ONafhankelijk Informatiecentrum Cochleaire Implantatie
Cochleaire implantatie in Vlaanderen en Nederland: huidige situatie.
Duitsland
ONICI
Cochleaire Implantatie… enkele aantallen
Uit Nieuwsbrief Studiedag ONICI te Malle CI-team Maastricht-Hoensdabroek: juni 2004
Cochleaire Implantatie… aantal CI’s in België/jaar
Cochleaire Implantatie… enkele aantallen volgens leeftijd van implantatie
aantal per miljoen
20,00 15,00 Belgie
10,00
Nederland
5,00
Number of implants
250
Aantal kinderen met CI per miljoen inwoners, met 'Cochlear Implantaat' (12/2003)
236 213
200 150 117
100 61
50 31
0,00 0,2 -1,5 jr 10 maart 2005
1,5 - 3,0 jr
3,0 - 6,0 jr
implantatieleeftijd
6,0 -18,0 jr
Studiedag ONICI te Malle
25
125
136
73
33
0 1994
1995
10 maart 2005
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Studiedag Year ONICI te Malle Dr. Galloo, RIZIV, 20 j CI in België, 2004
Percentage dove kinderen < 6 j in KIDSHasselt met een cochleaire inplant
Percentage dove kinderen in Groot Brittannië met een cochleaire inplant (Sue Archbold, NPCIP, 2000)
(Universele gehoorscreening van alle pasgeborenen start in Vlaanderen in 1998 (1999)
14yrs
percentage dove kinderen (< 6 j) met CI in KIDSHasselt
11yrs 8yrs
100 80
procent
5yrs 2yrs 0
20
40
60
80
10 maart 2005
0 2j
Studiedag ONICI te Malle
3j
4j
5j
6j
leeftijd Studiedag ONICI te Malle
10 maart 2005
Gemeenschappelijke Vlaamse studie Inventarisatie CI-kinderen CORA-CI
Invloed van vroege screening op :
de leeftijd bij implantatie m edian-age Cochleair Im plants in KIDS-Hasselt)
Participanten: -Koninklijk Orthopedagogisch Centrum, Antwerpen -Koninklijk Instituut Spermalie + RC, Brugge -Koninklijk Instituut Woluwe + CHS, Brussel -St. Lievenspoort + RC, Gent -Koninklijk Instituut St.Gregorius, Gentbrugge -Koninklijk Instituut voor Doven en Spraakgestoorden, Hasselt -Kasterlinden/de Poolster, St.Agatha Berchem
16 14 12 10
age
40 20
100
Percentage of profoundly deaf children with cochlear implants
60
8 6 4 2 0 1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2004
Jane Allaerts & Ellen Boon, Lic. Lic. Logopedie & Audiologie, Audiologie, UZUZ-Leuven
ja a rt a l
10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
Leeftijd van implantatie bij de vroeggescreende kinderen (n=24)
Leeftijd bij implantatie bij kinderen < 18 j. (juni 2003)
leeftijd bij implantatie (n=199) age at implantation of UNHS-children 40 35
32
34
30
12 27
10
20
17
17 14
15
number
25 16
10
6
7
5
6
8 5
5
0
0
1516
1617
2
0 <1
1-2
10 maart 2005
2-3
3-4
4-5
5-6
6-7
7-8
8-9
9-10 10-11 11-12 1213
a g e te Malle Studiedag ONICI
13 14
14 15
6 4 2
3 0
8
1718
0 <1 y
1-2y
2-3y
3-4y
4-5y age
10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
5-6y
6-7y
7-8y
Het auditief functioneren volgens een puntenschaal (CAP-NPCIP) CAPniveau
CRITERIA
score
Invloed van leeftijd van CI op het auditief functioneren (CAP) 4 jaar na CI, Sue Archbold, NPCIP, 2001
0
Geen reactie op geluid
……
1
Detecteert omgevingsgeluiden
……
2
Reageert op spraakklanken
……
3
Herkent omgevingsgeluiden
……
4
Herkent spraakklanken zonder liplezen
……
40%
5
Begrijpt dagelijkse zinnen zonder liplezen
……
20%
6
Begrijpt een gesprek zonder liplezen
……
0%
7
Kan telefoneren met een gekend persoon
……
Kan telefoneren met een ongekend persoon
……
8
100% 80% 60%
Auditief Functioneren (CAP-score) van 30 vroeggescreende kinderen met een CI: 21 implantatie tussen 9-18 maanden 9 implantatie 19-30 maanden Cora-CI, België (2004)
CAP-score
Median-score Pc10-score CI 9-18 mths
1;0
1;6
2;0
2;6
3;0
3;6
COM. PHRASES
<3 YEARS OLD
Het verstaanbaar spreken volgens een puntenschaal (SIR-NPCIP) CRITERIA
score
1
Preverbaal
……
2
Gebruikt alleen gebaren
……
3
Het spreken is niet verstaanbaar
……
4
Verstaanbaar voor een geoefende luisteraar
……
5
Verstaanbaar voor weinig geoefende luisteraar
……
6
Verstaanbaar voor iedereen
……
CI 19-30 mths
0;9
CONVERSATION
3 TO 5 YEARS OLD
SIRniveau
Cap-score UHS CI-children 8 7 6 5 4 3 2 1 0
TELEPHONE
5-7 YEARS OLD
age
10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
Verstaanbaar spreken (SIR-score) van 30 vroeggescreende kinderen met een CI:
Invloed van leeftijd van CI op het verstaanbaar leren spreken (SIR)
21 implantatie tussen 9-18 maanden 9 implantatie 19-30 maanden Cora-CI, België (2004)
4 jaar na CI, Sue Archbold, NPCIP, 2001
SIR-score UHS-CI-children 100%
7 6
80% Sir-score
60% 40% 20% 0%
ALL
5-7 YEARS OLD
LITTLE EXPERIENCE
3 TO 5 YEARS OLD
EXPERIENCE TO DEAF SPEECH
<3 YEARS OLD
5 4
Median-score
3 2 1 0
CI 9-18 mths
Pc10-score CI 19-30 mths
0;9 1;0 10 maart 2005
1;6
2;0 2;6
3;0 3;6
age
4;0
Studiedag ONICI te Malle
4;6 5;6
Receptieve taalontwikkeling (Reynell-test) van ‘laatgescreende kinderen’, geïmplanteerd tussen 2 en 5 jaar,
Expressieve (actieve) taalontwikkeling (Reynell-test) van ‘laatgescreende kinderen’, geïmplanteerd tussen 2 en 5 jaar, Leo De Raeve, Belgium, 2001)
80
80
70
70
60
60
50
50
raw score
raw score
Leo De Raeve, Belgium, 2001)
40 30
40 30
20
20
10
10 0
0 1
2
3
4
10 maart 2005
5
age (years)
6
7
8
Studiedag ONICI te Malle
expres language age/months
Cora-CI, Belgium (2004)
normal expres language
36
CI 9-18 mnths
24
CI 19-30 mnths
12 0 18
24
30
36
4
5
6
7
8
42
Studiedag ONICI te Malle
Grote individuele verschillen in de resultaten met CI worden niet alleen bepaald door leeftijd bij implantatie, ook door: U Het Cochleaire Implantsysteem
48
12
3
10 maart 2005
21 implantatie 9-18 maanden 9 implantatie 19-30 maanden
9
2
age(years)
Actieve taalontwikkeling (Non-Speech-Test/Reynell) van 30 vroeggescreende CI-kinderen:
10 maart 2005
1
48
chronological age/months Studiedag ONICI te Malle
Grote individuele verschillen …ook door: U De omgeving: -goede begeleiding van kind en ouders; -er moet een goede interactie zijn tussen ouders en kind (visuele communicatiestrategieën); -auditieve ontwikkeling vraagt voldoende auditieve input -kinderen uit meertalige gezinssituaties (migranten) en zwakkere sociale milieus behalen beduidend lagere resultaten
U Mogelijkheden van het kind: --Intelligentie/leeraanleg: --Intelligentie/leeraanleg: ritmegevoel/auditief successief geheugen -30 à 40% van de dove kinderen hebben een bijkomend probleem (hyperactief, autistisch, mentaal, motorisch, visueel,…) en dit heeft een zeer negatieve invloed op de resultaten
-elektroden: minder interactie tussen electroden -aanbrengen van de elektroden -de spraakverwerkingsstrategie
U Fitting (afregeling): -combinatie van objectieve en subjectieve gegevens U Medische aspecten -de chirurg -het slakkenhuis: vorm/verbening (meningitis) -aantal goede zenuwvezels in het slakkenhuis
Grote individuele verschillen in de resultaten met CI kunnen bepaald worden door: Bijkomende handicap 201 CI-kinderen in Vlaanderen, Cora-CI, Belgium (2004) 2% 2% 5%
6%
4%
10%
conc/behaviour other no
4%
mental multiple handicap motoric autism 67% 10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
visual
Invloed van de bijkomende handicap op het auditief functioneren (CAP), Leo De Raeve,Belgium, 2001
U CommunicatieCommunicatie-code:
36 months post-implant
number of children
16
no additional handicap
14 12
autistic
5
10
learning/concentration
8
2
6
2 4
4 2
1
0
1
1
0
1
motor 5
7
1
mental
7
visual
1
4
2
3
2
2
3
4
1
5
Grote individuele verschillen in de resultaten met CI worden niet alleen bepaald door leeftijd bij implantatie, ook door:
1
6
7
Gebarentaal U Simultane communicatie (spreken met gebaren) gebaren) U Orale communicatie (spreken en liplezen) liplezen) U
CAP-score 10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
10 maart 2005
Grote individuele verschillen in de resultaten met CI worden niet alleen bepaald door leeftijd bij implantatie, ook door: de communicatie-code
Three years after implantation, the children using oral communication outperformed those using signed communication. However, when those who had used signed communication and changed to oral communication by three years after implantation were compared with those who had always used oral communication, there was no significant difference between the two groups. Archbold et al, BJA, 2000
10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
Verandering van communicatiecode na cochleaire implantatie, Sue Archbold, NPCIP, 2001 C H % I L O D F R E N
100% 80% 60% 40% 20% 0%
PRE
Studiedag ONICI te Malle
Sign
Grote individuele verschillen in de resultaten met CI worden bepaald door: communication code 201 CI-kinderen in Vlaanderen, Cora-CI, Belgium (2004)
30 vroeggescreende CI-kinderen Cora-CI, België (2004) Max 2;6 jaar na CI
4 jaar na CI 4% 4% sign language
38%
oral + supported signs
45%
prelingual
presymbolic
sign language
54%
unknow n Studiedag ONICI te Malle
spoken language spoken+sign language
oral 45%
10 maart 2005
Oral
Grote individuele verschillen in de resultaten met CI worden bepaald door: communication code
6% 2% 2%
3 YEARS 4 YEARS 5 YEARS
10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
Huidige onderwijsssituatie van de vroeggescreende Vlaamse CI-kinderen
Huidige onderwijssituatie van de Vlaamse CI-kinderen
30 CI-kinderen in Vlaanderen,
201 CI-kinderen in Vlaanderen, Cora-CI, Belgium (2004) huidig schooltype buitengewoon onderw type 2
1% 1%
Cora-CI, Belgium (2004) Ps. these children are max. 5 years of age Huidig schooltype bij Algo-kinderen
buitengewoon onderw type 4
1%
7%
buitengewoon onderw type 7
25%
25%
deeltijds gewoon/ buitengewoon onderw
niet naar school
46%
gewoon onderw 2%
buitengewoon onderw type 7
niet naar school 29%
63% 10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
geïntegreerd onderw
10 maart 2005
Dove kinderen met een cochleaire inplant vragen om bijsturing van begeleiding, revalidatie en onderwijs…. Maar hoe?……
Beschikken ouders (op 8 maanden) over voldoende objectieve informatie om de keuze tot implantatie te maken? Worden bij ouders niet té positieve verwachtingen geschept? Meer dan 1/3 heeft toch bijkomende problemen. Hoe kunnen we weten of dit kind van 8 maanden bijkomende problemen (autisme, ADHD,licht mentaal,…) heeft of niet ? Moeten ouders nog gebarentaal leren als hun kind op 8 maanden geïmplanteerd wordt? Is er voldoende bijscholing voor ouders en personeel? Wat gaat er gebeuren als deze kinderen in de puberteit komen? Op zoek naar hun identiteit? Gaan zij dan op zoek naar de Dovengemeenschap? 10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
More information: Leo De Raeve
ONICI
[email protected]
www.onici.be
10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle
gewoon onderw
Studiedag ONICI te Malle
Dove kinderen met een cochleaire inplant vragen om bijsturing van begeleiding, revalidatie en onderwijs…. Maar hoe?……
Moeten onze didactische/revalidatie programma’s niet aangepast worden, want vele CI-kinderen zijn niet op de eerste plaats zie-kinderen. Hoe is een meer auditieve aanpak combineerbaar met het gebruik van gebarentaal? Onderwijs en begeleiding moet flexibel zijn (in aanbod en communicatie) Maar hoe? Kunnen CI-kinderen best overschakelen naar het gewone onderwijs (individueel of in groep) of kunnen ze toch best (tijdelijk) beroep doen op het dovenonderwijs. Als vele dove kinderen naar het gewone onderwijs overschakelen, en de dovenscholen kleiner worden, waar blijft de expertise dan van komen? 10 maart 2005
Studiedag ONICI te Malle