CJG Roosendaal Bedrijfsplan Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal
Inhoudsopgave 1
Inleiding
2
Situatie in Roosendaal
3
Typisch het CJG Rsd 3.1 Doelgroep 3.2 Uitgangspunten 3.3 Samenwerking 3.4 Missie en Strategie
4
Wat doet het CJG 4.1 Inleiding 4.2 Uitvoering functies CJG RSD
5
Werkwijze CJG Rsd 5.1 Hoe werkt het CJG RSD 5.2 Praktische werkwijze 5.3 Communicatie 5.4 Overleggen 5.5 Structuur van de samenwerking
6
Organisatie en personeel 6.1 Inleiding 6.2 Team CJG
7
Exploitatie-opzet CJG en meerjarenbegroting 7.1 Uitgangspunten voor de begroting 7.2 Toelichting en onderbouwing van de kosten
8
Opzet projectorganisatie uitwerking bedrijfsplan
Bijlagen
7 oktober 2008
1
CJG Roosendaal 1
Inleiding
Er is en gebeurt heel veel op het gebied van opgroeien en opvoeden in Nederland. Zuigelingen worden vanaf de ‘zwangerschap’ tot jongvolwassenen preventief onderzocht om te voorkomen dat ze problemen ervaren tijdens het opgroeien. Ouders1 kunnen vragen stellen over het opgroeien en opvoeden van hun kind(eren). Voor het merendeel van de jongeren en hun ouders is dit voldoende. Ongeveer 90% van de jongeren groeit op zonder problemen, wat natuurlijk niet betekent dat zij en/of hun ouders geen vragen en/of zorgen hebben. In het geval dat er onverhoopt toch problemen ontstaan met opgroeien en/of opvoeden, worden gezinnen geholpen door organisaties voor jeugdgezondheidszorg, jeugdhulpverlening of jeugdzorg. De afgelopen tijd wordt steeds duidelijk dat problemen die ontstaan tijdens het opgroeien en opvoeden niet op zichzelf staan. Vaak is er sprake van multiproblematiek en zijn er dus meerdere hulpverleners betrokken bij één kind en/of gezin. Deze combinatie van verschillende vormen van hulpverlening is nog niet voldoende gestructureerd. De samenwerking tussen verschillende organisaties kan verbeterd worden, teneinde een kind en/of gezin effectiever en efficiënter te kunnen ondersteunen. Het realiseren van een Centrum voor Jeugd en Gezin is een middel om de gewenste samenwerking te structureren en transparant te maken. Het rijk wil dat er in 2011 in iedere gemeente in Nederland een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is. De contouren voor het CJG zijn vastgelegd in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv), de toekomstige Wet publieke gezondheid (Wet PG). Met andere woorden moet de jeugdgezondheidszorg voor 0- tot 19-jarigen onderdeel uitmaken van de structuur van het CJG. Daarnaast moet er een ‘schakel’ zijn met Bureau Jeugdzorg en de zorgadviesteams van het onderwijs. Op basis van lokale omstandigheden kan het CJG verder vorm worden gegeven. In Roosendaal hebben Thuiszorg West Brabant, GGD West-Brabant, Traverse, Bureau Jeugdzorg, de Sponder (basisschool voor speciaal onderwijs) en de gemeente besloten gezamenlijk te werken aan het realiseren van een CJG. Deze organisaties vormen de basis van het CJG. De organisaties in het CJG Roosendaal zijn samen verantwoordelijk voor het netwerk van zorg rondom kinderen en gezinnen, ieder vanuit zijn eigen rol en deskundigheid. In dit bedrijfsplan komt het volgende aan de orde: -
1
situatie in Roosendaal; typisch het CJG Roosendaal; wat doet het CJG Roosendaal; hoe werkt het CJG Roosendaal; organisatie en personeel; financiën; projectorganisatie realisatie.
Wanneer in dit bedrijfsplan gesproken wordt over ouders, wordt hiermee bedoeld de persoon die wettelijk het gezag heeft over het kind. Indirect worden hiermee dus ook overige opvoeders bedoeld.
7 oktober 2008
2
CJG Roosendaal 2
Situatie in Roosendaal
Kenmerken Roosendaalse jeugd De belangrijkste doelgroep van een Centrum voor Jeugd en Gezin zijn jongeren en hun ouders. Hierna is een aantal gegevens2 van de Roosendaalse jeugd opgenomen om een beeld te krijgen van deze groep. -
-
-
-
-
-
In Roosendaal wonen 21.671 jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar. Dat is ongeveer een kwart van het totaal aantal inwoners; Van deze jongeren heeft 28% een niet-Nederlandse etniciteit. De Marokkaanse en Turkse etniciteit zijn daarbinnen de grootste groepen. Terwijl het totaal aantal jeugdigen in de afgelopen jaren daalde, steeg het aantal Marokkaanse jeugdigen met 5%. Vergeleken met de andere subgroepen, kent de Marokkaanse groep jeugdigen het hoogste aandeel baby’s, peuters en kleuters. Van de Roosendaalse kinderen tot en met 17 jaar (16.468 kinderen in 9.166 huishoudens) woont 13% in een eenoudergezin. Van de jongerenhuishoudens (hoofd van het huishouden is in de leeftijd van 1524 jaar) zien we dat Roosendaal in verhouding tot Noord-Brabant en Nederland vooral meer eenoudergezinnen en minder alleenstaanden heeft. De hoogst afgeronde opleiding van de moeder is het meest vaak het voortgezet onderwijs; voor de vader is dit een hbo/wo-opleiding. 23 procent van de jongeren (12-17 jaar) heeft een vader of moeder met een lbo-opleiding. Bijna negen op de tien jongeren heeft een fulltime werkende vader. Het aandeel fulltime werkende moeders ligt veel lager: op 16 procent. Meer dan de helft van de moeder werkt parttime en bijna een kwart is huisvrouw. Ongeveer 7 procent van de vaders en moeders is werkloos of arbeidsongeschikt. Een op de twintig jongeren vindt het thuis (helemaal) niet zo leuk. De overige jongeren beschrijven hun thuissituatie als (heel) leuk. Jongens en meisjes verschillen hier niet in, maar de leeftijdsgroepen variëren onderling wel van elkaar. Typerend is dat het percentage jongeren dat het thuis (helemaal) niet leuk vindt, het hoogst is binnen de groep 15-jarigen. 65 procent van de jongeren (12-17 jaar) geeft aan niet op de hoogte te zijn van de acitivieiten die de gemeente voor jongeren organiseert. 80 procent van de jongeren die op de hoogte is van activiteiten die de gemeente voor jongeren organiseert, is hiervan op de hoogte via vrienden. Andere belangrijke communicatiekanalen zjn: school, krant en affiches.
De meeste zorgen van ouders over de opvoeding hebben betrekking op emotionele problemen, schoolprestaties, het stellen van grenzen/toezicht houden en omgang met anderen. Opvoedvragen en problemen Veel ouders hebben vragen over de opvoeding van hun kind(eren). De meeste vragen kunnen worden beantwoord door de omgeving, het consultatiebureau, kinderopvang e.d.
2 Deze gegevens zijn ontleend aan het rapport ‘Jeugd in Beeld’ (2007). Voor meer cijfers zie www.roosendaal.nl.
7 oktober 2008
3
CJG Roosendaal Uit cijfers van de jeugdgezondheidszorg blijkt dat Roosendaal het grootst aantal risicokinderen in de leeftijd 0–4 jaar kent ten opzichte van andere gemeenten in de regio (cijfers 2007). De meest voorkomende risicofactoren bij Roosendaalse kinderen van 0 tot 4 jaar zijn: -
achterstand in ontwikkelingsveld communicatie (13%); achterstand in ontwikkelingsveld grove motoriek (13%); levend van een minimum inkomen (8%); verzorgende ouder spreekt geen Nederlands (8%); ongewenste werkloosheid kostwinner (7%).
Deze risico’s zijn van invloed op de omstandigheden en het gedrag van kinderen op latere leeftijd. Zo wordt het schoolmaatschappelijk werk in Roosendaal geconfronteerd met een groeiende vraag en toenemende meervoudige problematiek bij kinderen en hun ouders. De meest voorkomende hulpvragen hebben betrekking op de thuissituatie, gedragsproblemen en psychische problemen. Daarnaast hebben vragen vooral betrekking op pesten en concentratieproblemen. Bij ongeoorloofd schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten spelen in 95% van de situaties dezelfde factoren een rol. Op basis van de ervaringen van de jeugdgezondheidszorg is er een stijging in het aantal geregistreerde opvoedproblemen. Voor kinderen in de leeftijd van tot 15 jaar is het aantal geconstateerde opvoedproblemen (door de ouders of door de JGZ-medewerker) toegenomen van 2,5% in 2006 naar bijna 4% in 2007. Bij opvoedproblemen wordt onderscheid gemaakt tussen drie categorieën: licht, matig en zwaar. Lichte opvoedproblemen zijn gerelateerd aan de leeftijdsfase van het kind. Bij matige opvoedproblemen is sprake van opvoedingsspanning gerelateerd aan het competentieniveau van de ouder(s) of het gedrag van het kind. Van zware opvoedproblematiek wordt gesproken als er sprake is van ernstig gebrek aan competenties bij ouder(s) en/of ernstige gezondheids- en/of gedragsproblematiek bij het kind. Jeugdzorg is er voor matige en vooral zware problemen bij de opvoeding en het opgroeien van kinderen en jongeren van 0-18 jaar. De aard van de problematiek is het vaakst gelegen in het gedrag: 64% van de problematiek heeft hierop betrekking. Ondersteuning bij opvoeden en opgroeien Op dit moment kunnen jongeren en ouders voor uiteenlopende vormen van hulp terecht bij verschillende organisaties en instellingen, professioneel en niet-professioneel. Het is voor hen niet altijd even duidelijk bij welke organisatie ze moeten zijn. Dat geldt zowel voor jongeren en ouders met algemene vragen en zorgen, als voor jongeren en ouders die problemen ervaren. De verschillende hulpverleningsorganisaties die in Roosendaal actief zijn, weten zelf vaak ook niet precies van elkaar wat ze doen en aan wie ze hulp verlenen. Hierdoor worden signalen over jongeren en ouders onvoldoende in een vroeg stadium opgepakt en omgezet in gerichte actie. Er vindt onvoldoende informatie-uitwisseling plaats tussen instellingen, waardoor het voor hen niet inzichtelijk is welke klanten welke hulp krijgen, of klanten tussen wal en schip vallen en of het aanbod passend is.
7 oktober 2008
4
CJG Roosendaal De samenwerking tussen organisaties in het CJG RSD moet hierin verbetering brengen: mensen met vragen over opvoeden en opgroeien moeten weten dat ze bij het CJG terecht kunnen en moeten daar de juiste ondersteuning krijgen. De samenwerking moet leiden tot een meer effectieve hulpverlening. 3
Typisch het CJG RSD
In het CJG RSD werken alle instellingen die zich bezighouden met opgroeien en opvoeden van jongeren samen. Het opvoeden van jeugdigen vinden partijen niet alleen een verantwoordelijkheid van de ouders, maar ook van de school en de buurt. Partijen streven ernaar, meer dan tot nu toe, de opvoeding een gezamenlijke verantwoordelijkheid te maken. Centraal in de dienstverlening van het CJG RSD staat het versterken van de ‘eigen kracht’ van jongeren en/of hun ouders. De partners in het CJG RSD willen het eigen oplossend vermogen van de klanten aanspreken en hen stimuleren om hun vragen en eventueel problemen zelf op te lossen. Niet de ‘hulpverlener’ bepaalt wat goed is voor de klant, maar zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de klant zijn bepalend voor de hulp of zorg die wordt geboden. Daarbij wordt de klant ook gestimuleerd om gebruik te maken van het eigen sociale netwerk. Alleen wanneer sprake is van een crisis of bedreiging voor de ontwikkeling wordt door een hulpverlener ingegrepen. 3.1
Doelgroep
Het CJG richt zich op alle kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23 jaar en/of hun ouders/verzorgers, buren, familieleden met vragen over opvoeden en opgroeien. Dit geldt ook voor vrijwilligers en professionals die met kinderen werken. Het CJG werkt vanuit één visie en organisatorische eenheid, maar houdt rekening met de verschillende behoeften en wensen van de te onderscheiden doelgroepen: -
kinderen 0–4 jaar en hun ouders; jeugd tot 12 jaar; jongeren vanaf 12 jaar; ouders/opvoeders van jeugd en jongeren.
Voor al deze Roosendaalse jongeren en hun ouders is het CJG RSD bedoeld voor: -
jongeren en ouders met alledaagse vragen over opvoeden en opgroeien; ouders die zich zorgen maken over de opvoeding; jongeren die bedreigd worden in hun ontwikkeling; ouders die problemen ervaren met de opvoeding.
De doelgroepen worden betrokken bij het opzetten van het CJG. Dit geldt zowel voor de inrichting van de CJG-locaties als op het gebied van de dienstverlening. Doel hiervan is de locaties, werkwijze en dienstverlening zo goed mogelijk te laten aansluiten bij behoefte en wensen van de ouders/opvoeders en kinderen.
7 oktober 2008
5
CJG Roosendaal 3.2
Uitgangspunten
Voor wie is het CJG In het algemeen is het CJG RSD er voor iedereen met ‘gewone’ vragen over opvoeden en opgroeien. Daarnaast kan iedereen er terecht voor informatie voor doorverwijzing als ze niet de juiste hulpverlenende instantie weten. Het CJG is niet bedoeld als tussenschakel voor de jongere en/of het gezin in probleemsituaties die snel hulp nodig hebben. Zij kunnen/moeten – net als nu –direct naar een hulpverlenende instantie gaan. Dit geldt ook voor meldingen over kindermishandeling, (extreme) overlast en dergelijke. Deze moeten niet worden gemeld bij het CJG RSD maar direct aan de organisatie welke hulp kan bieden, zoals het algemeen meldpunt kindermishandeling (AMK) of de politie. Ieder kind in beeld Het CJG RSD heeft alle kinderen in beeld. Vanuit de JGZ worden alle kinderen periodiek gescreend. Dit maakt het mogelijk om vroegtijdig in te spelen op risico’s bij kinderen en gezinnen met problemen. Voor het bereiken van mensen uit de doelgroep die niet uit zichzelf naar het CJG komen maar wel ondersteuning of zorg nodig hebben zal het CJG RSD samenwerken met zogenaamde vindplaatsen: organisaties/gelegenheden waar deze mensen wel komen. Ook zal ze indien mogelijk en nodig, de mensen actief opzoeken (zoals bijv. bemoeizorg). Op verschillende manieren, passend bij de organisatie en de doelgroep, zal informatie worden gegeven over het aanbod van het CJG. Klant centraal Het CJG RSD stelt de vragen, zorgen en/of problemen van jongeren en hun ouders centraal. Dat houdt in dat: -
de vraag van de klant centraal staat; de eigen kracht van de klant wordt benut en en zelfredzaamheid wordt gestimuleerd; de klant antwoord krijgt op vragen en indien nodig snelle en effectieve hulp/ondersteuning bij opvoeden en opgroeien; fysiek, digitaal en telefonisch bereikbaar is; het belang van het kind en/of gezin altijd centraal stelt; het kind en/of gezin niet wordt ‘losgelaten’ voordat de vraag is beantwoord, de juiste hulp wordt geleverd of is afgerond.
Om dit te kunnen realiseren, betekent dit dat het CJG RSD: -
-
vragen zo veel mogelijk direct beantwoord, concrete adviezen geeft en lichte pedagogische hulp biedt; indien vragen niet direct kunnen worden beantwoord leidt het CJG RSD klanten door naar de organisatie die de klant wel kan helpen; hierbij begeleidt het CJG RSD de klant voor zover mogelijk naar de volgende instelling, door direct een afspraak te maken of met de klant mee te gaan als de klant dat wenst; één aanspreekpunt heeft voor de klant zodat de klant slechts één keer zijn informatie hoeft te verstrekken; schakelt met alle mogelijke voorzieningen op jeugdbeleid, gezondheidszorg en jeugdzorg, met als doel het snel inzetten van de meest effectieve hulp;
7 oktober 2008
6
CJG Roosendaal -
zorgt voor een maatwerkaanpak en -aanbod dat past bij de vraag van de klant (klant centraal), waarbij in geval van tegengestelde belangen tussen kind en ouders, het belang van het kind voorop staat.
Tijdig de juiste hulp Ouders en jongeren die ondersteuning nodig hebben, worden tijdig geholpen. Dat betekent dat ondersteuning wordt geboden voordat de risico’s zijn uitgegroeid tot problemen of problemen zijn geëscaleerd. Zij ontvangen direct de juiste hulp door de meest aangewezen organisatie en hulp van de juiste omvang. Het CJG RSD zet sterk in op vroegsignalering en op hoogwaardige expertise aan de ‘voordeur’. Eén kind/gezin, één plan Alle kinderen maken onderdeel uit van een gezin. Bij het bepalen van de benodigde ondersteuning wordt ook de omgeving van het kind erbij betrokken. De interventies richten zich zowel op het kind, de andere kinderen in het gezin, op de ouderkindrelatie en op de omgeving. Bij het CJG RSD volstaat één aanmelding voor ouders en kinderen. In de buurt Het CJG RSD moet fysiek bereikbaar zijn voor alle inwoners en professionals in Roosendaal. Om dat mogelijk te maken komt het CJG RSD op drie locaties in de gemeente, namelijk in de wijken Westrand, Langdonk en Kalsdonk. Voor deze locaties is gekozen om uiteenlopende redenen: -
met deze verdeling is sprake van een evenwichtige geografische spreiding over de gemeente; de demografische ontwikkelingen voor de komende 20 jaar laten zien dat de meeste gezinnen waarschijnlijk in deze wijken zullen wonen; in deze wijken wonen de meeste risicogezinnen; in deze wijken hebben ook de onderwijsinstellingen extra aandacht voor kinderen/jongeren met een achterstand, waardoor er veel samenwerking zal zijn tussen het CJG RSD en de zorgadviesteams van het onderwijs; in deze wijken is sprake van lopende ontwikkelingen (bijvoorbeeld dienstencentrum in Heilig Hart Kerk) waar de ontwikkeling van een CJG RSD bij kan aansluiten, zowel inhoudelijk als fysiek.
Daarnaast komt er een uitgebreid informatiepunt van het CJG RSD in het Wouw. In Wouw wordt een uitgebreid informatiepunt ingericht. Dit informatiepunt is vooral bedoeld om jongeren en ouders uit de kerkdorpen door te geleiden naar het CJG RSD. Het op wijkniveau vormgeven van het CJG sluit aan bij het gemeentelijk beleid op het gebied van dienstverlening, zoals vastgelegd in de ‘Visie dienstverlening en doorkijk 2008–2011’, en wijkgericht werken. Centraal hierin staan de kwaliteit en toegankelijkheid van de dienstverlening voor inwoners van de gemeente. Groeimodel De drie locaties van het CJG RSD zullen gefaseerd worden gerealiseerd. Partijen kiezen voor een groeimodel voor de realisatie van het CJG RSD. Dit geldt zowel voor het realiseren van de 3 locaties als voor de inhoudelijke samenwerking.
7 oktober 2008
7
CJG Roosendaal De eerste afspraken zijn met het opstellen van het bedrijfsplan gemaakt om te kunnen starten met het CJG RSD. Deze afspraken zullen in de komende periode worden uitgewerkt. Op basis van praktijkervaring, toenemende professionaliteit, relevante trends en ontwikkelingen en veranderende wet- en regelgeving worden de afspraken betreffende het CJG RSD zo nodig bijgesteld. Daarbij is het doel van de samenwerking steeds het uitgangspunt: enerzijds het toegankelijk maken van jeugdgezondheidszorg, jeugdhulpverlening en jeugdzorg voor jongeren, ouders en professionals en anderzijds het tijdig signaleren van mogelijke problemen die ontstaan bij een kind of in een gezin en hierop anticiperen of reageren. Ten aanzien van de CJG-locaties wordt gestart met de locatie in Langdonk. Deze is op relatief korte termijn beschikbaar voor activiteiten van het CJG. De planning is om deze locatie in het eerste kwartaal van 2009 te openen. Het realiseren van een CJGvestiging in de Heilig Hartkerk en in de Westrand vergen een langere doorlooptijd. Op basis van de huidige informatie zal de verbouwing van de Heilig Hartkerk voorjaar/medio 2010 gereed zijn. Voor de Westrand zijn inmiddels enkele locaties beschikbaar voor tijdelijke huisvesting (maximaal 5 jaar) en wordt gezocht naar definitieve locatie, mogelijk in een toekomstige woonservicezone. 3.3
Samenwerking
Dienstverlening vanuit één loket past goed in de huidige tijdsgeest. Dienstverlening als concept is erg belangrijk geworden om de gebruikswaarde en het gebruiksgemak van het aanbod te doen toenemen. Het ontschotten van organisaties, het bevorderen van de samenwerking tussen deskundigen op de werkvloer en het centraal aanbieden van informatie en advies is ook nodig om effectief hulp te kunnen leveren. Om de samenwerking tussen organisaties onderling te versterken, is het belangrijk dat organisaties van elkaar weten wat ze doen en de medewerkers elkaar weten te vinden, zodat ze complementair aan elkaar kunnen werken. Ook hierin speelt het CJG RSD een rol. Het centrum is er niet alleen voor jongeren en hun ouders, maar ook voor vrijwilligers en professionals. Leerkrachten, maatschappelijk werkers, verloskundigen, logopedisten, leerplichtambtenaren, maar ook vrijwilligers die met kinderen werken et cetera kunnen ook bij het CJG RSD terecht met vragen over andere disciplines of voor afstemming met hun collega’s. De samenwerking in het CJG RSD wordt ondersteund door registratiesystemen als de Landelijke Verwijsindex, het Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg (voorheen: EKD) en het lokaal signaleringssysteem ‘Zorg voor Jeugd’. Zie bijlagen. In het CJG RSD is de rol van de gemeente gericht op: -
-
-
het sturen en realiseren van concrete afspraken tussen maatschappelijke organisaties, gemeente en provincie zodat er daadwerkelijk verbetering optreedt in de effectiviteit van de gepleegde interventies; het inkopen en coördineren van de dienstverlening die wordt aangeboden in het CJG RSD; het in samenwerking met de provincie verbeteren van de aansluiting tussen jeugdhulpverlening en geïndiceerde jeugdzorg, en het maken van afspraken over de taken en verantwoordelijkheden van Bureau Jeugdzorg hierin; het ontwikkelen van een beoordelingskader voor te behalen resultaten en voor verbetering van aansluiting en samenwerking in en tussen de netwerken/keten;
7 oktober 2008
8
CJG Roosendaal het toetsen van resultaten en effecten aan dit kader; bewaken en stimuleren van voortgang; het scheppen van voorwaarden voor doorzettingsmacht3.
-
De rol van de betrokken maatschappelijke organisaties is gericht op: preventief en vroegtijdig signaleren van opvoedingsvraagstukken, ontwikkelingsachterstanden en/of medische problemen; het bieden van zorg op maat aan de diverse doelgroepen vanuit hun specifieke deskundigheid; het zodanig inrichten van werkprocessen gericht op het realiseren van het gezamenlijk doel om de klanten zo goed en effectief mogelijk en tijdig te helpen.
3.4
Missie en strategie
De missie van het CJG RSD: Het CJG Roosendaal zet zich in voor het gezond en veilig opgroeien van jongeren tot 23 jaar. Iedereen met een vraag over opvoeden of opgroeien kan hier terecht, indien nodig ook voor professionele en persoonlijke hulp. Om deze missie te realiseren zetten de gezamenlijke partners van het CJG RSD zich ervoor in dat in 2010: 1 2 3 4 5 6 7 8
iedereen weet waar het is en waarvoor het is; iedereen die een vraag heeft met betrekking tot opgroeien en opvoeden weet dat je hiermee terecht kunt bij het CJG RSD; iedereen die geen vraag heeft maar wel hulp nodig heeft, in beeld komt via door signalering van de verschillende professionals; iedereen direct wordt geholpen danwel gericht toegeleid naar een andere instantie; professionals elkaar weten te vinden; professionals weten wanneer zij hulpvragers naar het CJG RSD moeten doorverwijzen; het aanbod op basis van ervaringen aansluitend op de vraag; het CJG RSD meegroeit met ontwikkelingen in de vraag.
Het CJG RSD wil haar missie bereiken met inzet van de volgende instrumenten: Communicatie Er zal veel aandacht worden besteed aan communicatie rondom het CJG RSD, zowel in de voorbereidende fase als na realisatie van het CJG RSD. Het gaat om het bereiken van naamsbekendheid in het algemeen en het bekend maken van de mogelijkheden die het CJG RSD heeft op het gebied van ondersteuning en hulpverlening in het bijzonder. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van verschillende instrumenten om verschillende doelgroepen te bereiken.
3
Voor die gevallen waarin de onverwijlde uitoefening van een bevoegdheid noodzakelijk is om maatregelen te nemen ter voorkoming van ernstige fysieke en/of geestelijke ontwikkelingsproblemen bij een jongere van 0–23 jaar, worden voorwaarden geschapen om naar alle waarschijnlijkheid de wethouder jeugd of de burgemeester de doorslaggevende bevoegdheid te geven om de noodzakelijke maatregelen te treffen, zonodig met bevoegdheden die liggen op het terrein van andere personen/instellingen.
7 oktober 2008
9
CJG Roosendaal Ook zal expliciet aandacht worden besteed aan communicatie richting de verschillende professionele en niet-professionele instellingen die op enig moment betrokken kunnen zijn bij jongeren en hun ouders, om de kennis bij de verschillende organisaties over elkaar en de samenwerking onderling te bevorderen. Een en ander is uitgewerkt in de communicatieparagraaf in hoofdstuk 6. Samenwerkingsafspraken Om de samenwerking tussen de instellingen in het CJG RSD en daarbuiten te bevorderen, worden samenwerkingsafspraken vastgelegd. De werkwijze van het CJG wordt beschreven. Het doel is het realiseren van een sluitend aanbod van ondersteuning en hulp voor jongeren en hun ouders. Bij het vormgeven van de afspraken is het uitgangspunt dat jongeren en/of hun ouders bij voorkeur direct worden geholpen in het CJG RSD, zonder tussenkomst van een andere organisatie. De afspraken over het aanbod worden vastgelegd tussen gemeente en aanbieder. Wat betreft het ‘totale aanbod’ zullen de CJG-partners gezamenlijk optrekken en aan de gemeente adviseren hoe dit zo goed mogelijk kan aansluiten bij de behoefte van de doelgroep. Deskundigheidsbevordering De verschillende partijen in het CJG RSD en daarbuiten hebben ieder hun eigen deskundigheid op het gebied van opvoeden en opgroeien. De partijen in het CJG RSD zorgen ervoor dat hun eigen deskundigheid op niveau blijft en dat zij op de hoogte zijn van elkaars deskundigheid en deze in praktijk kunnen toepassen. Daarnaast zorgen de partners van het CJG RSD ook dat zij op de hoogte zijn van de deskundigheid van andere instellingen en organisaties in de gemeente die betrokken zijn bij gezinnen en kennis hebben van hun dienstverlening. Tot slot houdt het CJG RSD organisaties en instellingen die geen onderdeel uitmaken van het CJG op de hoogte van haar expertise en vormen van dienstverlening, zodat zij weten waarvoor zij het CJG RSD kunnen raadplegen. Monitoren van trends en ontwikkelingen Het CJG RSD volgt en analyseert de trends en ontwikkelingen op het gebied van opvoeden en opgroeien in de (lokale) maatschappij. Op basis van deze monitorfunctie bewaakt het CJG RSD dat vraag en aanbod op het gebied van opvoeden actueel zijn en eventueel voorstellen worden gedaan richting de gemeente voor vernieuwing van het dienstenpakket, zodat deze blijft aansluiten op de vraagontwikkeling. Per onderdeel zal een aanpak worden uitgewerkt, welke onderdeel uitmaakt van het samenwerkingsconvenant van de partners van het CJG RSD. In dit bedrijfsplan zijn wel kosten in beeld gebracht die hiermee samenhangen en de wijze waarop dit verder wordt uitgewerkt (zie hoofdstuk 7 en 8).
7 oktober 2008
10
CJG Roosendaal 4
Wat doet het CJG RSD
4.1
Inleiding
In het Centrum voor Jeugd en Gezin worden vijf functies onderscheiden: A B C D E
Informeren en adviseren; Signaleren en analyseren van risico’s; Toeleiden naar het hulpaanbod; Geven van licht pedagogische hulp; Coördinatie van zorg.
Deze functies vloeien voort uit de Wet maatschappelijke ondersteuning. Een deel van de functies voert het CJG RSD zelf uit; voor het overige brengt zij andere organisaties in stelling. 4.2
Uitvoering functies CJG RSD
A Informeren en adviseren Het CJG RSD is een verzamelpunt van informatie voor ouders, jeugdigen en professionals. Het CJG RSD beantwoordt vragen van ouders en jeugdigen en geeft voorlichting en informatie aan ouders en jeugdigen over de ‘totale netwerk van jeugdgezondheid tot jeugdhulpverlening’. Dus ook over voorliggende (bijvoorbeeld verloskundige zorg) en achterliggende voorzieningen (bijvoorbeeld instellingen voor jeugdzorg) in het netwerk. Informatie en advies moet voor iedereen toegankelijk zijn. Dat betekent dat de informatie -
moet aansluiten bij de vraag van de klant; moet aansluiten bij de belevingswerelden van de verschillende doelgroepen; op diverse manieren bereikbaar moet zijn: mondeling, telefonisch, schriftelijk en via internet; beschikbaar moet zijn op de CJG-locaties en andere relevante plekken in de stad, zoals bibliotheken, huisartsen, buurthuizen e.d.
Ook de betrouwbaarheid van de informatie die wordt gegeven, is belangrijk. Het vereist ook dat de CJG-locaties bekend moeten zijn bij de doelgroepen; fysiek bereikbaar moeten zijn; en geopend zijn op tijden dat de klanten kunnen komen. Het CJG RSD zal op verschillende manieren informatie en advies geven.
7 oktober 2008
11
CJG Roosendaal 1
Via inlooppunten op diverse plaatsen in de stad (= CJG-locatie). Op diverse locaties worden activiteiten op het gebied van jeugdgezondheidszorg, voorlichting en opvoeding gebundeld aangeboden. Hier kunnen jongeren, opvoeders en professionals naar toe gaan voor algemene informatie over opvoeden en opgroeien, met specifieke vragen, voor afspraken op het consultatiebureau, voor afspraken met maatschappelijk werk, GGD, BJZ. Daar treft de klant/vrager een medewerker/CJG-medewerker Informatie en advies, aan wie een vraag kan worden gesteld of bij wie een afspraak kan worden gemaakt met een hulpverlener. De CJG-medewerker Informatie en advies probeert de vraag direct te beantwoorden door informatie of advies te geven. Mondeling en/of met een folder. Mocht dit niet kunnen, dan wordt een vervolgafspraak gemaakt met een hulpverlener van het CJG of een andere hulpverleningsorganisatie (zo veel mogelijk op de CJG-locatie). Daarnaast tref je op het CJG RSD informatiemateriaal van alle organisaties in Roosendaal actief op het gebied van opvoeden en opgroeien. De CJG-locaties zijn iedere dag geopend voor bezoek op afspraak. Daarnaast zijn de CJG-locaties geopend voor vrije inloop op maandag en woensdag van 15.30– 17.30 uur en op donderdagavond van 18.00–20.00 uur voor vrije inloop. Voor deze inloopmomenten is gekozen vanwege aansluiting op het weekend, het vrij zijn op woensdagmiddag van de basisscholen en de avondopenstelling op donderdagavond van het stadskantoor. Op iedere locatie is op twee momenten per week een ‘inloopspreekuur’. Deze inloopspreekuren kunnen door ouders en kinderen worden benut voor reguliere inentingen, controles en kleine vragen. Het aantal en de tijden van de inloopspreekuren komen zo veel mogelijk overeen met de huidige inloopspreekuren van de consultatiebureaus. Mocht blijken dat ruimere en/of andere tijden gewenst zijn, dan zal dit worden aangepast. Ook kunnen klanten op deze locaties terecht voor cursussen waarin informatie en advies en/of ‘licht’ pedagogisch advies wordt gegeven. Zoals themabijeenkomsten opvoeding, zwangerschapssystematiek, prenatale cursussen. Deze kunnen zowel overdag als ’s avonds plaatsvinden.
2
4
Via de telefoon Het CJG RSD is dagelijks telefonisch bereikbaar tussen kantoortijden4. Via de telefoon kunnen klanten algemene vragen stellen, informatie krijgen op specifieke vragen, folders opvragen en afspraken maken met een medewerker op de CJG-locatie. Indien de vraag niet door het CJG kan worden beantwoord/ opgepakt, zal de klant worden toegeleid naar de juiste instantie. De CJGmedewerker Informatie en advies kan desgewenst een afspraak voor klant maken met een medewerker van de hulpverlenende organisatie of de klant wordt teruggebeld.
Dit is het streven, te realiseren door de telefonische dienstverlening te koppelen aan bestaande telefonische dienstverlening bij TWB. Indien dit niet mogelijk is, zal worden beoordeeld of het streven financieel haalbaar is. Zo niet, dan zullen de CJG-locaties in ieder geval telefonisch bereikbaar zijn op de tijden van vrije inloop.
7 oktober 2008
12
CJG Roosendaal 3
Via internet: website en e-mail Het CJG RSD heeft een eigen website waarop alle informatie gebundeld wordt aangeboden. Hierop is alle relevante informatie te vinden op het gebied van opvoeden en opgroeien. Deze informatie is betrouwbaar en actueel. Voor opvoeders en professionals komt waarschijnlijk een andere site dan voor jongeren. Daarnaast is er de mogelijkheid om per e-mail vragen te stellen. Via FAQ worden antwoorden op veelgestelde vragen gegeven. Specifieke vragen die hierin niet zijn opgenomen kan de klant stellen via een speciaal digitaal vragenformulier of e-mail. De CJG-medewerker reageert altijd binnen twee werkdagen op de ingezonden vraag.
4
Via andere organisaties en andere websites. Folders van het CJG RSD zijn te krijgen op alle locaties waar jongeren en ouders komen. Liefst herkenbaar in een folderrek met CJG-logo/uitstraling. Op relevante websites zal een mogelijkheid worden gemaakt om door te klikken naar het CJG RSD.
B Signaleren Door de jeugdgezondheidszorg worden signalen over ontwikkelingsachterstanden, medische problematiek en vragen of opvoedingsproblemen doorgaans het eerst opgemerkt, omdat deze zorg start vanaf 0 jaar. Signaleren is dan ook een kerntaak van de jeugdgezondheidszorg. In eerste instantie wordt samen met ouders gekeken hoe vragen kunnen worden beantwoord en/of problemen kunnen worden verholpen. Voor kinderen in de schoolgaande leeftijd geldt dat het onderwijs tevens een belangrijke signaalfunctie heeft. Het is echter geen taak van het onderwijs om niet schoolgerelateerde signalen op te pakken en jongeren en ouders te begeleiden. Deze signalen kunnen straks worden weggelegd bij het CJG RSD, via het schoolmaatschappelijk werk of rechtstreeks. Bij signaleren gaat het ook om het vroegtijdig signaleren van problemen van jeugdigen en opvoeders als de betrokkenen die problemen zelf wellicht (nog) niet goed onderkennen. Hierbij is ook aandacht voor (beginnende) delinquentie op zijn plaats. Beroepskrachten van algemene voorzieningen, vooral die in de gezondheidszorg en het onderwijs, komen in hun dagelijks werk tal van probleemsignalen tegen. Bureau Jeugdzorg kan de signaleringsvaardigheden van de betrokken beroepskrachten versterken door middel van advisering en deskundigheidsbevordering. Signaleren en dan? Bij vragen en/of signalen over (risico)kinderen, signalen over een afwijkende ontwikkeling van kinderen of opvoedingsproblematiek kunnen buurtbewoners, opvoeders en professionals een zorgvraag wegleggen bij CJG. Hierbij is het doel: -
nader (medisch en/of verpleegkundig) onderzoek door de jeugdgezondheidszorg naar oorzaak probleem en zorgbehoefte cliënt (inschatten zorgbehoefte); (licht) pedagogische hulpverlening; toeleiding naar passende hulp.
7 oktober 2008
13
CJG Roosendaal Bij signalen waarbij overleg gewenst is met ketenpartners, kunnen aangesloten instellingen een signaal afgeven in Zorg voor Jeugd. Hierbij is het doel dat er ketencoördinatie en afstemming van zorg ontstaat tussen de diverse hulpverleners indien er twee of meer ketenpartners een signaal hebben afgegeven. Bij signalen over kindermishandeling kunnen buurtbewoners, familieleden en professionals een zorgmelding doen bij BJZ en/of AMK. Hierbij is het doel dat het AMK onderzoek of BJZ actie onderneemt. Het CJG RSD is de aangewezen plek om een zorgvraag weg te leggen. Dat kan op verschillende manieren, aan de balie telefonisch of via internet. De gewenste situatie is dat in het Centrum voor Jeugd en Gezin duidelijk afspraken zijn vastgelegd over het centraal verzamelen van zorgvragen; de professionals weten welke zorgvragen ze kunnen wegleggen bij het CJG RSD en welke signalen zij moeten afgeven in het systeem Zorg voor jeugd, en welke zorgen zij moeten melden bij AMK of BJZ. Er is een stedelijk telefoonnummer en een internetadres (afgeschermd voor professionals) waar zij hun zorgvraag kunnen wegleggen. Analyseren en inschatten van zorgbehoefte Het CJG RSD analyseert zorgvragen en beoordeelt of actie moet worden ondernomen. Hierbij benut zij alle informatie die door de ketenpartners beschikbaar wordt gesteld. Het CJG doet zo nodig nader ( medisch) onderzoek, maakt een inschatting van de zorgbehoefte van de klant en zet de gewenste hulp in gang. Indien noodzakelijk wordt ketencoördinatie vanuit het CJG gestart. C Toeleiden naar het hulpaanbod Nadat een vraag of probleem is gesignaleerd, hetzij door een jeugdige of ouder, hetzij door anderen, moet zo snel mogelijk informatie, advies of hulp/ondersteuning worden geboden. CJG-medewerkers in de frontoffice zijn inhoudelijk deskundigen op het gebied van opvoeden en opgroeien en kunnen op hoofdlijnen inschatten welke problematiek aan de orde is en welke hulp daarbij past. Dit vereist kennis en deskundigheid van ‘uitvragen’ en van het lokale en regionale ondersteunings- en zorgaanbod. Het CJG RSD heeft werkafspraken gemaakt over verwijzing van ouders en jeugdigen, zowel naar lokale vormen van opvoed- en opgroeiondersteuning als naar geïndiceerde zorg of aanmelding bij Bureau Jeugdzorg of het Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Toeleiding of verwijzing naar wordt zoveel mogelijk opgevolgd door de CJG-medewerkers om er zeker van te zijn dat klanten ook ‘aankomen’ bij de juiste vorm van dienst- danwel hulpverlening. Zo mogelijk wordt direct een vervolgafspraak gemaakt vanuit het CJG RSD voor een volgende vorm van dienst- of hulpverlening. Nauwe samenwerking met Bureau Jeugdzorg in het CJG RSD zorgt voor een versnelde en ‘warme’ overdracht van klanten naar de jeugdzorg. Dit komt de effectiviteit en slagvaardigheid van de hulpverlening ten goede. D Bieden van licht pedagogische hulp Dit betreft kortdurende advisering en lichte hulpverlening op momenten dat de opvoeding dreigt te stagneren. Het aanbod van pedagogische hulp houdt rekening met de diversiteit aan doelgroepen in de lokale gemeenschap. De gewenste situatie is dat gezinnen en jeugdigen met opvoed- en opgroeiproblemen op de juiste plek terechtkomen en niet van ‘het kastje naar de muur’ worden gestuurd; zo nodig is licht pedagogische ondersteuning beschikbaar. 7 oktober 2008
14
CJG Roosendaal Het CJG RSD biedt kortdurende hulpverlening bij eenvoudige hulpvragen. Het aanbod bestaat uit individuele activiteiten als opvoedspreekuren, opvoedingsondersteuning aan ouders/verzorgers, sociale vaardigheidstrainingen, faalangsttraining, ADHDoudergroep, bemoeizorg, individuele begeleiding aan jongeren, en groepsgerichte activiteiten als diverse cursussen: rouwverwerking, positieve kijk op je kind, omgaan met geld, druktemakers, voorlichting aan leerkrachten en ouders, etc. Dit aanbod kan zonder indicatie worden ingezet en wordt door een van de CJGsamenwerkingspartners geleverd. Het CJG RSD bewaakt de afstemming tussen vraag en aanbod op het gebied van licht pedagogische hulp. Met de samenwerkingspartners analyseert het CJG de signalen en adviseert zij aan de gemeente over trends en ontwikkelingen, afstemming en aanpassing in het aanbod. E Coördinatie van zorg op lokaal niveau Er zijn verschillende vormen van coördinatie van zorg. We onderscheiden ‘zorgcoördinatie’ en ‘ketencoördinatie’. Zorgcoördinatie Zorgcoördinatie5 kan noodzakelijk zijn in die gevallen waarin behalve door de jeugdgezondheidszorg ook door andere zorgsectoren tegelijkertijd of achtereenvolgend zorg wordt verleend. Gezien de frequente contacten en de laagdrempeligheid kan de jeugdgezondheidszorg in veel gevallen als zorgcoördinator optreden. Kenmerkend is in dit geval het individuele karakter van de contacten van de jeugdgezondheidszorg met de aanpalende zorgsectoren. Bij elk individu kunnen deze contacten kwalitatief en kwantitatief verschillen. In veel gevallen zal bovengenoemde zorgcoördinatie volgen op een verwijzing vanuit de jeugdgezondheidszorg. Het evalueren van een verwijzing kan ook als een vorm van zorgcoördinatie worden gezien. Onder individuele zorgcoördinatie kunnen ook activiteiten gerekend worden die tot doel hebben aan ouders c.q. kinderen van wie het vermoeden bestaat dat zij een bepaald verhoogd risico hebben, op te sporen en weer in contact te brengen met de reguliere zorgverlening van de jeugdgezondheidszorg. In de uitvoering van de dagelijkse praktijk is het van belang om onderscheid te maken tussen enkelvoudige en meervoudige problematiek. Bij enkelvoudige problematiek volstaat de uitvoering van zorgcoördinatie zoals in bovenstaand stuk van VWS wordt gedefinieerd. Hierbij blijft de zorgcoördinator (arts of verpleegkundige JGZ) zelf hulpverlener in het gezin en coördineert de zorg. Bij meervoudige problematiek volstaat dit niet en moet er, naast zorgcoördinatie, ketencoördinatie worden uitgevoerd.
5
Omschrijving volgens het ministerie van VWS (boekje: basistakenpakket 0- tot 19-jarigen). Vanuit het basistakenpakket JGZ 0-19 jaar wordt door de artsen en verpleegkundigen Jeugdgezondheidszorg zorgcoördinatie geleverd.
7 oktober 2008
15
CJG Roosendaal Ketencoördinatie Bij coördinatie van zorg gaat het om het afstemmen van hulp aan gezinnen met meervoudige problematiek die geen greep hebben op de eigen situatie. Deze gezinnen hebben te maken met diverse instanties en hulpverleners. Bijvoorbeeld in verband met schuldsanering, huisvesting, verslaving en problemen op school. Vaak hebben de betrokken gezinnen weerstanden tegen professionele hulpverlening. De instellingen in het CJG RSD maken afspraken over het bij elkaar brengen van afzonderlijke probleemsignalen van/over het gezin en het onderling afstemmen van de hulpverlening. Deze functie wordt in het CJG RSD ondersteund door het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Alle hulpverleningsorganisaties die actief zijn in Roosendaal zijn op dit systeem aangesloten. Hierdoor kunnen zij risicosignalen over jongeren en ouders/opvoeders melden. Op basis van gemaakte afspraken tussen de organisaties wordt op basis van de risicosignalen bepaald wie verantwoordelijk is voor de coördinatie van de zorg in die specifieke situatie. Deze coördinator zorgt voor één plan van aanpak waarin de verschillende interventies een samenhangend geheel vormen, en waarin de verschillende organisaties samen werken aan oplossingen voor deze jongere of dit gezin. Doorzettingsmacht waarborgt dat de afgesproken hulpverlening daadwerkelijk wordt gerealiseerd. De gewenste situatie is dat voor gezinnen en jeugdigen met meervoudige problemen die daar geen greep (meer) op hebben, er coördinatie van zorg is. 5
Werkwijze
In voorgaande hoofdstukken is weergegeven wat de uitgangspunten voor het CJG RSD zijn en welke functies in het CJG RSD worden onderscheiden. Wat betekent dit voor de praktijk? In dit hoofdstuk worden beschreven welke ‘ketens’ er zijn in de ondersteuning en/of zorg rondom een gezin, wie daarbij betrokken zijn. De inhoudelijke samenwerkingsafspraken worden gezamenlijk ontwikkeld en vastgelegd in protocollen. In de bijlage is een schema opgenomen van de positie van het CJG RSD in relatie tot de omgeving. Het hoofdstuk sluit af met wat dit betekent voor de personele invulling van het CJG RSD. 5.1
Hoe werkt het CJG RSD
Jongeren en hun ouders kennen verschillende leefgebieden: het gezin (of thuis), de (voor)school, de leefomgeving en vrije tijd. Binnen en tussen deze leefgebieden kunnen diverse ‘ketens’ ontstaan in de ondersteuning en/of zorg rondom een jongere en/of gezin. Deze ‘ketens’ worden hier beschreven: De keten van verloskunde, kraamzorg en CJG Om te komen tot een ononderbroken aanbod van de vijf gemeentelijke functies vanaf de conceptie tot de leeftijd van 19 jaar, is een nauwe samenwerking tussen ketenpartners betrokken bij de zorg in de prenatale periode en de integrale jeugdgezondheidszorg van groot belang. Het CJG streeft naar (zorgt voor) een naadloze overdracht tussen diverse instellingen op de verschillende schakelmomenten.
7 oktober 2008
16
CJG Roosendaal Daarnaast garandeert het CJG RSD samenwerking tussen de betreffende organisaties en de noodzakelijke uitwisseling van gegevens bij gesignaleerde risico’s op elk moment. Uitgaande van het gegeven dat de jeugdige van nu de aanstaande ouder van de toekomst is gaat het in feite om een doorgaande cirkel van signalering, samenwerking en ondersteuning. De ambitie van het CJG RSD is om een doorgaande cirkel van signalering van risicokinderen vanaf de conceptie tot de leeftijd van 23 jaar te realiseren. Alle risicokinderen worden vroegtijdig gesignaleerd: -
-
-
-
een doorgaande cirkel van preventie van gezondheidsbedreigingen door middel van informatie en advies vanaf de conceptie tot de leeftijd van 23 jaar te realiseren. Alle (aanstaande) ouders en jeugdigen krijgen gevraagd en ongevraagd (preventieve) informatie, en advies passend bij de leeftijdsfase en gericht op de preventie van gezondheidsbedreigingen nu en in de toekomst; een doorgaande cirkel van (licht) pedagogische begeleiding voor (aanstaande) ouders. Alle (aanstaande) ouders krijgen (licht) pedagogische begeleiding bij hulpvragen en/of door de jeugdgezondheidszorg of derden gesignaleerde problemen bij de opvoeding. Deze begeleiding is laagdrempelig, zo licht mogelijk en wordt zo vroeg mogelijk, zo kort mogelijk en zo dicht mogelijk bij huis gegeven en is gericht op het stimuleren van de eigen kracht van ouders; een doorgaande cirkel van zorgcoördinatie vanaf de conceptie tot de leeftijd van 23 jaar te realiseren. Bij alle (aanstaande) ouders, kinderen en jeugdigen waarbij er sprake is van meervoudige (complexe) problematiek en er meerder hulpverleners betrokken zijn bij het gezin, vindt afstemming plaats tussen de betrokken hulpverleners betreffende het zorgaanbod. Al deze gezinnen hebben een ketencoördinator die verantwoordelijk is voor het monitoren van het gezamenlijke zorgplan en de gemaakte afspraken. De intergenerationele overdracht van problematiek (werkloosheid, criminaliteit, armoede, kindermishandeling etc.) wordt doorbroken; een doorgaande cirkel van toegeleiding naar passende hulp vanaf de conceptie tot de leeftijd van 23 jaar. Alle (aanstaande)ouders, kinderen en jeugdigen worden na een door de jeugdgezondheidszorg of derden gesignaleerd probleem, vroegtijdig toegeleid naar de meest passende vorm van hulpverlening, zo nodig door het inzetten van bemoeizorg.
Om dit te kunnen realiseren wordt ingezet op een aantal ontwikkelingen, welke reeds in gang zijn gezet. Zo ontwikkelt de jeugdgezondheidszorg voor 0- tot 4-jarigen op dit moment samen met de verloskundigen, gynaecologen, kinderartsen, kinderafdeling en kraamafdeling in de regio een prenataal signaleringsinstrument en verwijzingsprotocol. Na verwijzing van ‘risico-zwangeren’ door genoemde ketenpartners brengt de verpleegkundige jeugdgezondheidszorg één of meerdere prenatale huisbezoeken om al voor de geboorte van het kind passende hulp te organiseren. Van deze mogelijkheid wordt nu nog onvoldoende gebruik gemaakt. Daarnaast wordt door de jeugdgezondheidszorg voor 0- tot 4-jarigen samen met de verloskundigen onderzocht of de uitvoering van het pre-conceptiespreekuur vanuit het CJG mogelijk is.
7 oktober 2008
17
CJG Roosendaal De keten tussen CJG en voorschool In het kader van onderwijsachterstanden is een groot aantal peuterspeelzalen toegerust om een VVE (Vroeg- en Voorschoolse Educatie) programma uit te voeren. Door middel van deze speciale onderwijsmethodiek wordt getracht taalachterstanden vroegtijdig weg te nemen. De jeugdgezondheidszorg voor 0- tot 4-jarigen speelt vanuit het CJG RSD een belangrijke rol bij het signaleren van doelgroepkinderen die in aanmerking komen voor VVE en het motiveren van ouders voor deelname aan VVE op de peuterspeelzaal. Omgekeerd signaleren peuterspeelzalen achterstanden bij kinderen die nader onderzoek behoeven door de jeugdgezondheidszorg. Door een samenwerking en structureel overleg tussen peuterspeelzalen en artsen en verpleegkundigen jeugdgezondheidszorg, wordt efficiënt gewerkt aan het signaleren en wegnemen van achterstanden. Hierbij neemt de jeugdgezondheidszorg de taak op zich om ouders van doelgroepkinderen te informeren over de meerwaarde van het bezoeken van de VVE peuterspeelzaal voor het kind en deze kinderen toe te leiden naar de VVE peuterspeelzaal. Tevens worden door de jeugdgezondheidszorg in het CJG RSD risicokinderen gesignaleerd die in aanmerking komen voor het project ‘Opstapje’ van het sociaalcultureel werk. Opstapje is een tweejarig gezinsprogramma voor kinderen van 2 tot 4 jaar. Met Opstapje oriënteren de kinderen zich spelenderwijs op groep 1 van de basisschool. Tegelijk bevordert het de interactie tussen ouder en kind. Mogelijk start in september 2008 ‘Instapje’. De ambitie in het CJG RSD is: -
-
-
alle door de jeugdgezondheidszorg voor 0- tot 4-jarigen gesignaleerde doelgroepkinderen in de leeftijd van 18 maanden tot 3 jaar worden toegeleid naar een VVE programma op de peuterspeelzaal, zodat uiteindelijk 70% van de doelgroepkinderen participeert in een VVE-project; alle door de peuterspeelzalen gesignaleerde kinderen met een ontwikkelingsachterstand of gedragsprobleem worden door de peuterspeelzaal toegeleid naar de jeugdgezondheidszorg in het CJG RSD voor (aanvullend) nader onderzoek door de jeugdarts; alle door het consultatiebureau gesignaleerde kinderen die in aanmerking komen voor het project ‘Opstapje’ worden toegeleid naar dit project van het sociaal cultureel werk.
De keten tussen CJG en basis- en voortgezet onderwijs Het onderwijs en de voorschoolse instellingen hebben een belangrijke signaleringsfunctie. Zij zien alle kinderen. Het voortgezet onderwijs heeft zorgadviesteams (ZAT’s). Het primair onderwijs en de voorschoolse instellingen hebben nog niet overal een dergelijke voorziening. Die zou er wel moeten komen.
7 oktober 2008
18
CJG Roosendaal De ambitie is om een eenduidig model voor de zorgstructuur in het onderwijs te ontwikkelen en te implementeren op alle (clusters van) scholen in Roosendaal. Het schoolmaatschappelijk werk biedt begeleiding aan het basisonderwijs en voortgezet onderwijs bij gesignaleerde gezinnen/jeugdigen met problemen, waarbij meestal ook sprake is van gezinsproblematiek. Bij complexe problematiek verwijst het schoolmaatschappelijk werk naar Bureau Jeugdzorg of andere hulpverleners. Het schoolmaatschappelijk werk vormt een belangrijke schakel tussen het onderwijs en het CJG RSD. Deze aansluiting moet verder worden uitgewerkt in overleg met het onderwijs, waarbij eenduidige afspraken worden gemaakt over wanneer de zorg voor leerling overgedragen wordt aan het CJG RSD. Bureau Leerplicht registreert het verzuim van alle leerlingen die in de gemeente Roosendaal naar school gaan en leerplichtig zijn. De leerplichtambtenaar signaleert het risico op schooluitval en probeert dat te voorkomen, treedt handhavend op bij ongeoorloofd schoolverzuim en het leidt jongeren terug naar school waar een schoolloopbaan wordt onderbroken (tot 18 jaar) of is afgebroken (tot 23 jaar). Om dit te kunnen realiseren participeren leerplichtambtenaren en trajectbegeleiders in zorgnetwerken en zorgoverleggen en werken zij samen met onderwijsinstellingen, de jeugdgezondheidszorg, Bureau Jeugdzorg en instellingen voor arbeidstoeleiding. De ambitie is om voortijdig schoolverlaten verder terug te dringen. Vanaf januari 2009 wordt in Roosendaal een kwalificatiemedewerker ingezet, welke specifiek aandacht heeft voor leerlingen tussen de 16-18 jaar die op het ROC onderwijs volgen. Deze medewerker sluit ook aan bij de zorgadviesteams van het ROC. Hoe de samenwerking tussen het de zorgadviesteams en het CJG RSD wordt vormgegeven, moet verder worden uitgewerkt. De keten bij opvoed- en opgroeivragen Tijdens de openingstijden van het CJG komen vragen over opvoeden en opgroeien binnen bij de medewerker Informatie en advies van het CJG. De partners in het CJG dienen als informatie en adviespunt en leveren informatie (brochures) voor ouders. Er zijn inloopspreekuren op het CJG RSD voor jongeren en ouders met vragen. Jongeren en ouders kunnen hier vrijblijvend binnenlopen en worden te woord gestaan door een medewerker van het CJG RSD (verpleegkundige jeugdgezondheidszorg, orthopedagoog of maatschappelijk werker). Zij krijgen of direct advies of een gerichte vervolgafspraak. Bij complexe problematiek kunnen zij van hieruit worden toegeleid naar Bureau Jeugdzorg of andere (specialistische) hulpverleners. Daarnaast kunnen ouders/jeugdigen telefonisch vragen stellen; ook dan worden ze te woord gestaan door een deskundig hulpverlener. De groepsgewijze voorlichting van de ketenpartners wordt gesitueerd binnen het CJG RSD. Het CJG RSD wordt zo een logische plek waar informatie over alle aspecten van opgroeien en opvoeden te verkrijgen is. Dit versterkt de positie van het CJG in de wijk. Hierbij zou het mogelijk moeten zijn om direct voor een cursus in te schrijven bij de balie of via de website van het CJG.
7 oktober 2008
19
CJG Roosendaal Omdat het totaal aanbod van alle soorten groepsgewijze voorlichting op één plek te krijgen is, is de toeleiding van (aanstaande) ouders, kinderen en jeugdigen vanuit diverse hulpverleners naar groepsgewijze voorlichting eenvoudig. Externe en interne hulpverleners kunnen rechtstreeks naar het CJG RSD verwijzen of ouders hier aanmelden. Ook intakes benodigd voor cursussen met een specifieke doelgroep vinden plaats binnen het CJG. Om het bereik voor specifieke doelgroepen (zoals allochtonen en autochtone ouders met een lage opleiding) te verhogen, wordt vanuit het CJG groepsgerichte voorlichting aangeboden in samenwerking met peuterspeelzaal, kinderdagverblijf en/of basis- en voortgezet onderwijs. De ambitie van het CJG RSD met deze werkwijze is: -
dat alle ouders met opvoedingsvragen en/of problemen tijdig worden gesignaleerd en een laagdrempelige mogelijkheid hebben om antwoord te krijgen op hun vragen of begeleiding bij hun problemen; dat alle jeugdigen met vragen en/of problemen tijdig worden gesignaleerd en een laagdrempelige mogelijkheid hebben om antwoord te krijgen op hun vragen of begeleiding bij hun problemen.
Keten bij ernstige psychosociale- en omgevingsproblematiek Gezinnen en/of jongeren met meervoudige problemen en/of complexe problematiek maken vaak gebruik van meerdere vormen van hulpverlening, hetzij gelijktijdig, hetzij achtereenvolgend. Zij zijn in beeld bij meerdere hulpverleners. Dit kan leiden tot situaties waarin de problemen van het gezin wel bij meerdere instellingen bekend zijn, maar deze instellingen niet van elkaar weten dat zij hulp verlenen in het gezin en op welk gebied. Het kan zijn dat een deel van de hulpverleners bezig is met hetzelfde probleem en/of dat voor een deel van de problemen geen hulp wordt geboden. In deze gezinnen zijn ouders veelal zelf niet in staat om de verschillende vormen van zorg op elkaar af te stemmen. Bovendien is er geen totaaloverzicht over het aantal en de ernst van de problemen, de geboden hulp en de voortgang en effecten hiervan op het gezin. Dit leidt tot inadequate hulp. Professionele ketencoördinatie kan in deze situaties een oplossing bieden. Via het systeem Zorg voor Jeugd kunnen signalen over risicokinderen vanuit diverse instanties samenkomen. Zorgafstemming tussen diverse hulpverleners vindt plaats onder leiding van een ketencoördinator, verzorgt door één van de partners van het CJG RSD: -
jeugdgezondheidszorg 0-4 jaar voor alle kinderen van 0-4 jaar; jeugdgezondheidszorg 4-23 jaar voor alle kinderen van 4-23 jaar met overwegend medische problematiek; maatschappelijk werk voor alle kinderen van 4-23 jaar met overwegend psychosociale problematiek; Bureau Jeugdzorg wanneer deze instantie is betrokken bij de zorg rondom het kind.
Met de inzet van ketencoördinatie wil het CJG RSD bereiken dat: -
-
er door koppeling van signalen een totaaloverzicht is van het aantal en de ernst van de problemen in een gezin, de geboden hulp en de voortgang en effecten hiervan in het gezin; de verschillende vormen van zorgverlening op elkaar zijn afgestemd;
7 oktober 2008
20
CJG Roosendaal -
er een verantwoordelijke ketencoördinator per gezin met complexe problematiek is; er een opschalingmogelijkheid is bij escalatie.
Keten naar geïndiceerde jeugdzorg en geestelijke gezondheidszorg (GGZ) voor jeugdigen Eén van de doelstellingen van de CJG RSD is het realiseren van een betere aaneenschakeling van eerstelijnszorg aan jeugdigen/gezinnen en gespecialiseerde tweedelijnszorg, zodat kinderen eerder en beter de benodigde zorg krijgen. Door derden gesignaleerde risicokinderen, zoals door peuterspeelzaal, kinderdagverblijf, basisonderwijs, voortgezet onderwijs (eventueel vanuit de ZAT’s) kunnen worden toegeleid naar het CJG RSD als schakelpunt naar de geïndiceerde jeugdzorg en jeugdGGZ.
Zo nodig worden deze risicokinderen ingebracht in het casusoverleg van het CJG RSD. De jeugdgezondheidszorg in het CJG RSD kan bemoeizorg inzetten bij gesignaleerde problematiek bij het kind/de jeugdige, waarbij er nog geen gedeelde zorg met ouders bestaat en ouders hulpverlening (vooralsnog) afwijzen. Keten van CJG naar curatieve gezondheidszorg Het CJG RSD verzorgt niet alleen de toeleiding naar gespecialiseerde jeugdzorg/jeugdhulpverlening, maar vooral ook naar andere partners in de curatieve gezondheidszorg. In eerste instantie naar de eerstelijnsgezondheidszorg (huisarts, fysiotherapeut, logopedist), maar ook naar de tweedelijnsgezondheidszorg zoals specialisten, het audiologisch centrum en de GGZ. Hierbij is het van groot belang dat de verwijzing snel en efficiënt verloopt en dat klanten niet van het kastje naar de muur worden gestuurd. Ook moet worden vermeden dat een verwijzing naar de tweedelijnsgezondheidszorg vastloopt bij de huisarts. Het is zeer gewenst dat na vroege detectie van (ontwikkelings)stoornissen, ook daadwerkelijk op korte termijn specialistisch onderzoek en behandeling volgen indien dit noodzakelijk is. Rechtstreeks verwijzen bespaart ouders en huisartsen veel tijd en verbetert de terugrapportage van de medische specialist naar de jeugdarts. Het CJG RSD wil onderzoeken of rechtstreeks verwijzen onderdeel kan uitmaken van de werkwijze op geleide van landelijk ontwikkelde protocollen. Keten in CJG voor kinderen met ontwikkelings-, gedrags- en/of leerproblematiek Het volgen van de ontwikkeling van kinderen van 0-23 jaar en het onderkennen van vertragingen en/of afwijkingen hierin is een van de belangrijkste taken van de jeugdgezondheidszorg, als onderdeel van het CJG RSD. Hiervoor is het noodzakelijk dat alle kinderen op een aantal vaste contactmomenten worden gezien en de ontwikkeling systematisch wordt gevolgd. Hierbij wordt gekeken naar de grof motorische ontwikkeling, de fijn motorische ontwikkeling, de spraaktaal ontwikkeling, de persoonlijkheidsontwikkeling, de aanpassing van het kind aan de omgeving en het sociale gedrag. Achterstanden of problemen in de ontwikkeling kunnen op elk moment in de ontwikkeling ontstaan, kunnen een veelheid aan oorzaken hebben en meestal is nadere diagnostiek geïndiceerd. Bij een mogelijke erfelijke oorzaak is ‘genetic counseling’ op korte termijn aangewezen om ouders te informeren over de kans die zij hebben dat een volgend kind eenzelfde aandoening heeft.
7 oktober 2008
21
CJG Roosendaal Het team ‘Integrale Vroeghulp’ is een multidisciplinair team dat onderzoek verricht bij kinderen van 0– tot 6 jaar met (een vermoeden van) ontwikkelingsproblematiek. Het team ‘Integrale Vroeghulp’ is vrij toegankelijk voor alle ouders die zorgen hebben over de ontwikkeling van hun kind, daarnaast onderzoekt het kinderen na verwijzing door professionals. Door deelname van de jeugdgezondheidszorg aan het casusoverleg van het team ‘Integrale Vroeghulp’ is de verbinding met het CJG RSD gerealiseerd. Indien mogelijk worden de tweewekelijkse besprekingen van het team ‘Integrale Vroeghulp’ in het CJG RSD gehouden om een laagdrempelige samenwerking te waarborgen. Het regionaal werkend expertisecentrum van Speciaal Basisonderwijs De Sponder adviseert en ondersteunt leerkrachten in het basisonderwijs bij de begeleiding van kinderen met ontwikkelings-, gedrags- en/of leerproblematiek. Er wordt ook samengewerkt met peuterspeelzalen (signaleren van probleemgedrag) en het voortgezet onderwijs. Het situeren van het expertisecentrum van De Sponder in of bij het CJG geeft een positieve impuls aan de samenwerking en is een herkenbaar punt voor ouders en professionals om antwoord te krijgen op hun hulpvraag. Keten CJG en Veiligheidshuis Bergen op Zoom Het Veiligheidshuis district Bergen op Zoom is een samenwerkingsverband van gemeenten, Openbaar Ministerie, politie en instellingen op het gebied van zorg, veiligheid, welzijn en Justitie. Zij richten zich op crimineel gedrag, overlast en de slachtoffers hiervan. Informatie voor een effectiever en sneller ingrijpen, wordt direct uitgewisseld binnen het veiligheidshuis. Er wordt door de instanties vooral achter de schermen gewerkt aan concrete oplossingen voor strafbaar gedrag en risicogedrag. Met slachtoffers wordt schade geregeld en informatie over de strafzaak uitgewisseld. Ook komen er verdachten langs die voor lichtere vergrijpen taakstraffen opgelegd krijgen. Concrete doelen zijn het voorkomen van eerste delicten, het terugdringen van recidive en adequate zorg voor slachtoffers. Hoewel het werkterrein van het Veiligheidshuis 'het criminele en overlastgevende gedrag' is, zijn er wel speerpunten, namelijk veelplegers, de jeugd en de aanpak van huiselijk geweld. Op dit moment kent het veiligheidshuis een justitieel casusoverleg (JCO) en een hulpverleners casusoverleg (HCO): -
-
Een jongere moet snel de strafrechtelijke reactie merken op zijn criminele gedrag. Daarom komt de 'zaak' van een jongere die een strafbaar feit heeft gepleegd voortaan aan de orde in het zogenoemde justitieel casusoverleg (JCO) tussen genoemde partners. Doel van het JCO is om snel en op basis van alle beschikbare informatie te beslissen over een passende reactie naar de jongere. In het HCO zijn de politie, de zorgmanager, de geestelijke gezondheidszorg, het Jeugd Preventie Plan, Bureau Jeugdzorg, Raad voor de Kinderbescherming, Halt Midden- en West Brabant, Slachtofferhulp en de leerplichtambtenaar vertegenwoordigd. Doel van het HCO is: 1 Voorkomen dat (risico)jongeren in aanraking komen met justitie; 2 Het bij elkaar brengen van alle ketenpartners die zich bezig houden met jeugdhulpverlening (0-24 jaar) in het district Bergen op Zoom; 3 Het uitwisselen van informatie tussen de ketenpartners zodat vroegtijdig kan worden ingegrepen; 4 Het maken van gezamenlijke scenario's/plannen van aanpak; 5 Het monitoren en borgen van gemaakte afspraken.
7 oktober 2008
22
CJG Roosendaal Tijdens het wekelijkse HCO-overleg worden de ingekomen zorgmeldingen vanuit de politie besproken en kunnen ketenpartners een casus inbrengen. Het gaat over jongeren waarover bij één of meerdere partners zorgen bestaan. De partners stemmen informatie op elkaar af, bekijken hoe de ‘inbrenger’ met de zaak verder kan en of er een netwerkoverleg met alle betrokken hulpverleners (HCO+) moet worden georganiseerd. Met de komst van het CJG RSD kan het veiligheidshuis zich meer concentreren op haar kerntaak, te weten het aanpakken van crimineel gedrag en overlast. De ambitie is om casussen die worden ingebracht in het veiligheidshuis en waar sprake is van een zorgbehoefte, af te stemmen met het CJG RSD. Bureau Jeugdzorg, als deelnemer in het veiligheidshuis en het CJG RSD, kan casussen meenemen en inbrengen in het CJG RSD en vice versa. Hoe dit exact verloopt, moet nog nader worden afgestemd. Daarbij wordt ook bezien of het HCO naast het CJG RSD in stand moet worden gehouden. Overleg en vastleggen afspraken De samenwerking en werkwijze tussen CJG en de verschillende partners zal na vaststelling van het bedrijfsplan verder worden uitgewerkt en worden vastgelegd in samenwerkingsafspraken. Dan zal ook de huidige overlegstructuur in beeld worden gebracht en worden beoordeeld of en zo ja op welke wijze deze wordt aangepast. 5.2
Praktische werkwijze
De werkwijze van het CJG RSD is gericht op het realiseren van de doelstellingen waarbij het toegankelijk maken van het zorgaanbod voor jeugd, ouders en professionals en het tijdig signaleren van mogelijke problemen en zo nodig actie nemen, centraal staan. Bij het beschrijven van de werkwijze wordt ingegaan op het dienstenaanbod (A), de bezetting van de informatie- en adviesfunctie (B), de lijnen waarlangs vragen van klanten en professionals worden afgehandeld (C) en registratie (D). A Dienstenaanbod vanuit het CJG De 5 functies die in het CJG worden ondergebracht, worden op dit moment al uitgevoerd door de betrokken kernpartners. Zo verstrekken de organisaties informatie en advies aan de verschillende doelgroepen, worden risico’s gesignaleerd en zonodig omgezet in actie, worden mensen toegeleid naar Bureau Jeugdzorg voor een indicatie, wordt deskundigheidsbevordering gedaan richting professionals etc. Een overzicht van het huidige aanbod is opgenomen in de bijlagen. B Bezetting informatie- en adviesfunctie De informatie- en adviesfunctie wordt uitgevoerd door medewerkers) van de jeugdgezondheidszorg, het maatschappelijk werk en het expertisecentrum speciaal onderwijs. Het gaat hierbij om hulpverleners met minimaal hbo-niveau / verpleegkundigen/maatschappelijk werkers. De CJG-medewerkers Informatie en advies zijn in dienst van de kernorganisaties. De medewerkers zijn hiërarchisch gepositioneerd onder de leidinggevende van de organisatie van waaruit zij zijn ingezet bij het CJG RSD. Praktische ondersteuning krijgen ze van de manager CJG RSD. De CJG-medewerkers Informatie en advies werken volgens een werkrooster. In geval van ziekte ligt de verantwoordelijkheid voor vervanging bij de eigen organisatie. Liefst uit de eigen organisatie, indien nodig uit een van de andere organisaties.
7 oktober 2008
23
CJG Roosendaal Inloopspreekuren De JGZ organiseert op dit moment al inloopspreekuren voor ouders met kinderen tot 12 jaar. Op iedere locatie is op twee momenten per week een ‘inloopspreekuur’. Deze inloopspreekuren worden bezet door verpleegkundigen van de JGZ. Het aantal en de tijden van de inloopspreekuren blijven zo veel mogelijk bestaan. Mocht blijken dat ruimere en/of andere tijden gewenst zijn, dan zal dit worden aangepast. Vrije inloop Op de CJG-locaties kunnen mensen op maandag- en woensdagmiddag en donderdagavond binnenlopen met algemene vragen. Op de drie CJG-locaties is dan een CJG-medewerker Informatie en advies beschikbaar. Naast de bezetting aan de ‘balie’ wordt ook rekening gehouden met ‘ achtervang’: in die situatie dat een klant een complexere vraag heeft die direct een vervolg moet krijgen, zal de CJG-medewerker Informatie en advies een beroep kunnen doen op een collega CJG-medewerker. Vooralsnog worden hiervoor geen uren opgenomen in de begroting; mocht de toeloop op de vrije inloop dusdanig zijn dat de ‘achtervang’ regelmatig moet worden ingezet, dan zal deze inzet op basis van de ervaringen in beeld worden gebracht en zo nodig zullen de kosten ervan in de begroting worden opgenomen. Dienstverlening via telefoon en e-mail Vragen stellen en informatie inwinnen kan via het centrale telefoonnummer van het CJG. De bezetting van de telefoon geschiedt door een medewerker Informatie en advies, die zo nodig doorverbindt met een hulpverlener op de betreffende CJG-locatie in de buurt van de klant. Gestreefd wordt - in verband met de kosten – naar een centrale telefonische dienstverlening door aansluiting te zoeken bij de telefonische dienstverlening van TWB. Mocht dit niet lukken, dan zullen de CJG-locaties alleen telefonisch bereikbaar zijn tijdens de momenten van vrije inloop. De medewerkers Informatie en advies op de drie locaties verzorgen dan de telefonische dienstverlening. Ook via e-mail kunnen ouders/opvoeders en jongeren hun vragen stellen. De medewerker Informatie en advies beantwoordt zo veel mogelijk de vragen nog dezelfde dag. In ieder geval binnen twee werkdagen. De CJG-medewerkers Informatie en advies zijn of worden getraind in het voeren van pedagogische gesprekken, het voeren van telefonische pedagogische adviesgesprekken en e-mailadvisering. C Lijnen waarlangs de vraag van een klant wordt afgehandeld De CJG-medewerker Informatie en advies is degene die de jongere, ouder of professional als eerste spreekt zodra hij contact zoekt met het CJG RSD. Afhankelijk van de aard van de vraag volgt de CJG-medewerker Informatie en advies een bepaalde lijn van afhandeling. Een schematische weergave is opgenomen in de bijlagen. C1 Vraag vanuit de doelgroep ouder/kind/jongere Als een vraag van een klant bij het CJG RSD binnenkomt, wordt een van de volgende afhandelingslijnen gevolgd; ongeacht de wijze waarop de vraag bij het CJG RSD binnenkomt.
7 oktober 2008
24
CJG Roosendaal Indien het gaat om een algemene vraag krijgt de klant antwoord op de vraag/vragen en eventueel ter ondersteuning een folder en verwijzing naar andere informatie. Indien het gaat om een uitgebreide vraag, volgt een kort intakegesprek waarna: -
op basis van de verstrekte informatie en advies de klant antwoord krijgt op zijn vraag; duidelijk is bij welke organisatie de klant moet zijn; de medewerker Informatie en advies zorgt indien gewenst voor een afspraak met een medewerker van de betreffende organisatie op de CJG-locatie; nader overleg gewenst is met de diverse disciplines; de medewerker Informatie en advies vraagt hiervoor toestemming aan de klant, overlegt vervolgens met kernpartners en zonodig met andere hulpverleners. Hiervoor wordt een regulier overleg georganiseerd. Indien de casus dat vraagt wordt ad hoc overlegd.
Indien het gaat om een complex vraag/probleem volgt een kort intakegesprek, waarna: -
-
het zorgtraject start, of; nader overleg gewenst is met de diverse disciplines; de medewerker Informatie en advies vraagt hiervoor toestemming aan de klant; overlegt vervolgens met andere hulpverleners; hiervoor wordt een regulier overleg georganiseerd. Indien de casus dat vraagt wordt ad hoc overlegd, of; uitkomst van dit overleg kan zijn dat het zorgtraject kan starten (toeleiden naar hulpverlening) of dat de ketencoördinator wordt benaderd die al met deze jongeren/gezin bezig is. Na dat overleg wordt vastgesteld welk vervolgtraject wordt ingezet en wie wat doet.
Indien het gaat om een acuut medisch probleem verwijst de medewerker Informatie en advies door naar de betreffende huisarts. Indien het gaat om een acuut psychosociaal probleem neemt de opvoedingsconsulent contact op met de spoedeisende zorg van BJZ; BJZ neemt contact op met de klant en kan vervolgens bij een pedagogische crisis de ambulante spoedhulp inzetten; bij een psychiatrische crisis schakelt BJZ de GGZ in. C2 Lijnen waarlangs vragen van ketenpartners/professionals worden afgehandeld De afhandeling van vragen van ketenpartners uit het veld verloopt iets anders dan die van klantvragen. De lijnen zijn als volgt: Algemeen inhoudelijke vragen: een vraag van algemeen inhoudelijke aard wordt mondeling beantwoord, eventueel ondersteund met verwijzing naar een folder of naar andere informatie/organisatie. Klantgebonden vragen: een klantgebonden eenvoudige vraag wordt zo veel mogelijk direct beantwoord, mondeling en eventueel met een folder of verwijzing naar andere informatie/organisatie;
7 oktober 2008
25
CJG Roosendaal -
-
een klantgebonden uitgebreide vraag wordt ofwel direct beantwoord ofwel besproken in het overleg met de kernpartners. Het gaat hier om een anonieme casusbespreking aangezien de klant hiervoor (nog) geen toestemming heeft gegeven. Vervolgens neemt de opvoedingsconsulent contact op met de vraagsteller en informeert hem of haar over de uitkomsten van het overleg. De vraagsteller informeert de klant; een klantgebonden complexe vraag wordt anoniem besproken in het overleg (zie hiervoor). Uitkomst van het overleg is een advies voor een bepaald zorgtraject. De opvoedingsconsulent informeert de vraagsteller over de uitkomsten van het overleg.
D Registratie Iedere vraag wordt geregistreerd in het CJG-registratiesysteem. Afhankelijk van de aard van de vraag wordt er meer of minder informatie geregistreerd. Hierbij gaat het om anonieme gegevens over de vraag van de klant en het antwoord c.q. de geboden ondersteuning. Wanneer een klant moet worden teruggebeld zullen de noodzakelijke klantgegevens worden genoteerd. De wijze waarop en in welk ‘systeem’ moet nog worden bepaald. Indien de vraag van de klant direct of na een kort intakegesprek kan worden beantwoord (eventueel met ondersteuning van folders) worden geen klantgegevens geregistreerd. Voor het bijhouden van aantal en aard vragen wordt wel een ‘turflijst’ bijgehouden zodat op enig moment in beeld is hoeveel mensen, vragen en aard vragen bij het CJG binnenkomen. Voor de registratie van de gegevens is het voorstel aan te sluiten bij het huidige registratiesysteem voor opvoedondersteuning. De mogelijkheden hiervan lijken goed te passen bij de wensen vanuit het CJG (het leveren van informatie over het proces van vraagafhandeling, naast anonieme gegevens over de klantvraag), het is gebruikersvriendelijk en de kosten ervan zijn laag. Het programma wordt door het consultatiebureau al gebruikt. 5.3
Communicatie
Communicatieplan Om het CJG bekend te maken onder de doelgroep zal een zorgvuldige communicatiestrategie worden opgezet en uitgevoerd. Duidelijk moet worden waarvoor men wel, en waarvoor men niet, bij het CJG RSD terecht kan en wat men van het CJG RSD kan verwachten. Hiervoor wordt een communicatieplan opgesteld. Dit wordt vanaf half augustus ontwikkeld. Hieraan voorafgaand zijn communicatieadviseurs van de betrokken gemeente, TWB en GGD bijeen gekomen om alvast te starten met het voorbereiden ervan. In het communicatieplan zullen ook voorstellen worden geformuleerd voor het betrekken van de doelgroep bij de opzet van het CJG en bij de uitvoering. Te denken valt aan het samenstellen van panels met leden uit de doelgroepen die worden gevraagd mee te denken over bepaalde ontwikkelingen en hun visie te geven over bepaalde onderwerpen zoals het aanbod, de inrichting van de wachtruimte, openingstijden e.d. Voor het betrekken van jongeren kan ook worden gedacht aan de klankbordgroep Jeugd, scholen en/of het SIW. Met andere (regio)gemeenten wordt overlegd over de mogelijkheden voor samenwerking op het gebied van communicatie. 7 oktober 2008
26
CJG Roosendaal Campagne Met Tilburg is overlegd over de mogelijkheden om aan te sluiten bij de campagne die zij heeft ontwikkeld. De vormgeving daarvan spreekt de projectgroepen leden aan. Naast de praktische voordelen die samenwerking op dit punt verwachten, verwachten de CJG-partners dat uniformiteit in uitingen richting de doelgroep bijdraagt aan de bekendheid van CJG’s in het algemeen en van het CJG RSD in het bijzonder. Website Zoals eerder aangegeven zal het CJG RSD haar informatie beschikbaar stellen via een website. Daarnaast kunnen (te zijner tijd) vragen worden gesteld via internet of kan een chatfunctie worden opgenomen. Met de regiogemeenten wordt geprobeerd afstemming te krijgen over de CJG-website. Daarin wordt geprobeerd gezamenlijk op te trekken als het gaat om de inhoud van de site en wordt bezien of er mogelijkheden zijn aan te sluiten bij bijvoorbeeld het voorstel van GGD ‘ Virtueel Loket CJG’ of bij de initiatieven die rondom ‘opvoeden in’ zijn gestart. Beide sites zijn opgezet voor volwassenen en professionals. Een mogelijke website voor jongeren is die van ‘jong in’; hierbij zijn ook mogelijkheden voor samenwerking met andere gemeenten. Tilburg is voornemens om begin september de website van het CJG Tilburg te lanceren. Met Tilburg is ook overleg over samenwerking in de vorm van het gebruik maken van elkaars ervaringen, informatie die op de site wordt opgenomen, vormgeving e.d. 5.4
Overleggen
Direct of indirect gekoppeld aan het CJG RSD zijn verschillende overlegvormen. Deze overlegvormen zijn gericht op de samenwerking in en de dienstverlening van het CJG. -
-
De drie locaties CJG onderling. Het CJG Roosendaal is gevestigd op drie locaties in de gemeente. Tussen deze locaties is afstemmingsoverleg over de werkwijze van het CJG op locatie, de visie op basis waarvan de medewerkers in het CJG werken en voortvloeiend hieruit de inhoud van de dienstverlening. Indien nodig wordt op basis hiervan een advies geformuleerd richting de gemeente over gewenste aanpassing van het aanbod. Dit laatste gebeurt door de manager CJG, namens de samenwerkingspartners. Overleg (mogelijk telefonisch) voortvloeiend uit ketencoördinatie. De afspraken hierover zijn vastgelegd in het convenant Zorg voor Jeugd, dat medio 2008 tussen de besproken partijen is afgesloten. Overleg tussen de samenwerkingspartners van het CJG over de werkwijze, professionalisering van de dienstverlening en de samenwerking op zich. Overleg tussen gemeente en manager CJG. Overleg voor verhelderen van de klantvraag (zie 5.2 onder C.) Overleg met ketenpartners in de verschillende zorgketens.
De verschillende overleggen worden nader uitgewerkt bij de implementatie van het bedrijfsplan. 5.5
Structuur van de samenwerking
Zoals beschreven in hoofdstuk 3 werken verschillende organisaties samen in het CJG RSD. Daarnaast werkt het CJG RSD samen met organisaties die in het netwerk rondom het CJG RSD actief zijn en ook zorg en ondersteuning bieden aan jongeren en ouders.
7 oktober 2008
27
CJG Roosendaal De samenwerking in het CJG RSD wordt vastgelegd in een convenant tussen de gezamenlijke partijen. Afspraken over de dienstverlening van de verschillende organisaties worden vastgelegd in een dienstverleningovereenkomst met de gemeente, zoals in de huidige situatie gebruikelijk. Hierbij zal worden aangegeven dat activiteiten op het gebied van ‘opvoeden en opgroeien’ worden uitgevoerd onder de vlag van het CJG RSD maar dat de kosten hiervan buiten de begroting van het CJG RSD blijven. 6
Organisatie en personeel
6.1
Inleiding
Het CJG RSD is een organisatie die bestaat doordat diverse organisaties op het terrein van jeugd samenwerken. De mensen die werken op de CJG-locaties zijn afkomstig vanuit de verschillende kernpartners. De kernpartners leveren de mensen die de functie van ‘CJG-medewerker Informatie en advies’ in de frontoffice bezetten en daarnaast de artsen en verpleegkundigen die de jeugdgezondheidszorg uitvoeren. Voor de klant zijn zij medewerkers van het CJG, maar zij blijven in dienst van de eigen organisaties. Naast deze medewerkers zal voor het CJG een manager worden aangesteld. De gemeente is verantwoordelijk voor het functioneren van het CJG. Dat betekent dat de eindverantwoordelijkheid voor de frontoffice en de geboden dienstverlening ligt bij de gemeente Roosendaal. De gemeente wil aan deze verantwoordelijkheid invulling geven door een onafhankelijk manager aan te stellen. 6.2
Team CJG
Het team dat werkzaam is op de CJG-locaties bestaat uit: A B C D E F G
CJG-medewerker Informatie en advies Arts JGZ Verpleegkundige JGZ Maatschappelijk werk Medewerkerbureau jeugdzorg Orthopedagoog Manager CJG.
De teamleden zijn in dienst bij de verschillende kernpartners. We lichten alleen de voor het CJG specifieke functies toe: CJG-medewerker Informatie en advies (A) en manager CJG (G).
7 oktober 2008
28
CJG Roosendaal A CJG medewerker Informatie en advies De functie van CJG-medewerker Informatie en advies in de frontoffice is zeer belangrijk voor het CJG. Voor bezoekers van het CJG is deze medewerker het eerste aanspreekpunt. De houding van de CJG-medewerker Informatie en advies is vraaggericht, oplossingsgericht en professioneel. Eenvoudige vragen over opvoeden en opgroeien moeten door deze medewerker direct beantwoord en afgehandeld kunnen worden. Indien nodig, bijvoorbeeld in het geval van meervoudige en/of complexe vraagstukken, maakt deze medewerker een vervolgafspraak met de klant. Deze vervolgafspraak kan een afspraak op het CJG zijn of een afspraak bij een organisatie voor specialistisch hulpverlening. De medewerker is in staat zowel mondelinge vragen, als telefonisch en per e-mail gestelde vragen adequaat te kunnen beantwoorden en via de diverse informatiekanalen een pedagogisch adviesgesprek te kunnen voeren. Eventuele aanvullende scholing zal worden georganiseerd. Dit vereist een medewerker die deskundig is op het gebied van opvoeden en opgroeien en ook beschikt over algemene kennis over de jeugdhulpverlening in brede zin. Specifiek benodigde vaardigheden zijn luistervaardigheid, kunnen signaleren, inlevingsvermogen, analyserend vermogen en besluitvaardigheid. Samenvattend resulteert dit in de volgende hoofdtaken voor de CJG-medewerker Informatie en advies: -
ontvangst van bezoekers; in beeld brengen van de vraag aan de hand van een intakegesprek; geven van informatie en advies, zowel mondeling, telefonisch als per e-mail; maken van gerichte vervolgafspraak; toewijzen interventie/hulpaanbod; voeren van enkele adviesgesprekken; terugkoppeling voortgang/afhandeling casus in werkoverleg.
Neventaken die voortvloeien uit deze hoofdtaken zijn: -
registratie en monitoren; receptietaken; organisatorische taken; communicatieve taken.
G Manager CJG De manager CJG bewaakt de doelstellingen van het CJG en de daarbij horende werkwijze van de verschillende organisaties die samenwerken vanuit het CJG. Voor de manager CJG is het belangrijk dat deze de kunst verstaat om partijen tot zodanige samenwerking te brengen dat de doelen van het CJG worden gerealiseerd. Daarnaast moet deze functionaris in staat zijn de samenwerking en organisatie vanaf de grond af op te bouwen. Dit resulteert in de volgende hoofdtaken voor de manager CJG: -
aansturen dagelijkse gang van zaken in CJG; bewaken uitvoering taken van het CJG; bewaken van samenwerkingsafspraken; monitoren van de aansluiting tussen vraag en aanbod;
7 oktober 2008
29
CJG Roosendaal -
signaleren en rapporteren van knelpunten in het zorgnetwerk richting de gemeente op basis van managementinformatie uit verschillende registratiesystemen; signaleren en rapporteren van trends en ontwikkelingen op het gebied van opvoeden en opgroeien; inhoudelijk en financieel verantwoording afleggen aan gemeente; voorzitten van casuïstiekoverleg.
Neventaken die voortvloeien uit deze hoofdtaken zijn: -
verzorging van facilitaire zaken (voorlichtingsmaterialen, baliebezetting, schoonmaak); bewaken en aansturen bedrijfsvoering; organisatorische taken; communicatieve taken.
De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de CJG-medewerker Informatie en advies en van de manager CJG, inclusief de daarbij behorende competenties, worden vastgelegd in een functieprofiel. De medewerkers Informatie en advies zijn werkzaam bij een van de samenwerkende organisaties. Over de functionele en hiërarchische aansturing worden nadere afspraken gemaakt tussen de partners. De manager CJG is in dienst van/gedetacheerd bij de gemeente. Benodigde formatie In dit bedrijfsplan gaan we alleen in op de benodigde formatie voor de werkzaamheden die in verband met de samenwerking in het CJG worden uitgevoerd. Dat betekent dat de formatie moet worden bepaald voor de volgende taken: -
bezetting frontoffice (informatie en advies functie door CJG-medewerker Informatie en advies) (mondeling, telefonisch en per e-mail); manager CJG.
Benodigde formatie voor de Informatie- en adviesfunctie is lastig te ramen aangezien geen goede inschatting kan worden gemaakt van het aantal vragen dat aan het CJG RSD zal worden gesteld, noch over de wijze waarop (telefonisch, internet, fysiek op locatie) en hoeveel tijd de afhandeling van de vragen zal kosten. Daarom wordt de benodigde inzet vooralsnog bepaald op basis van de huidige uren waarop jongeren/ouders ‘vrije kunnen binnenlopen’ op de CJG-locaties. Uitgangspunt is dat binnen die uren zowel de vragen worden beantwoord die op de locatie worden gesteld, als dat de telefonische en internetdienstverlening kan worden verleend. Voor de benodigde formatie voor de manager CJG wordt uitgegaan van 20 uur per week. In 2009 zal een deel van de tijd worden besteed aan het tot stand brengen van het CJG RSD, de realisatie van de andere locaties en het vormgeven van de samenwerking. Na het eerste jaar zal worden bezien of de huidige formatieomvang gewijzigd moet worden.
7 oktober 2008
30
CJG Roosendaal 7
Exploitatieopzet CJG RSD
7.1
Uitgangspunten voor de begroting
In de vorige hoofdstukken zijn de activiteiten die in het kader van het CJG worden uitgevoerd beschreven. Een groot deel van deze activiteiten zijn bestaande en reeds gefinancierde activiteiten. In dit bedrijfsplan zijn alleen de extra (nieuwe) kosten van het CJG opgenomen. Dit is om twee redenen gedaan: -
er is op dit moment geen inzicht in de (specificatie) van de kosten van alle activiteiten; het CJG is een nieuwe netwerkorganisatie, alleen de kosten van deze netwerkorganisatie worden in beeld gebracht.
Wellicht ontstaat er in de toekomst behoefte om alle activiteiten (ook ingekochte hulpverlening) in de exploitatie van het CJG op te nemen. Die kunnen dan alsnog worden opgenomen. Deze leiden dan niet tot een extra claim, maar betekenen een verschuiving van bestaande budgetten in de begroting van de gemeente. In deze kosten zijn zowel de WMO activiteiten als het zorgaanbod van de instellingen dus buiten beschouwing gelaten. De kosten van Zorg voor Jeugd en het Elektronisch kinddossier zijn ook niet in de exploitatie van het CGJ meegenomen. De begroting van het CJG beperkt zicht tot de volgende (meer) kosten: -
-
kosten van de manager CJG (inclusief overhead); kosten extra personele inzet (inclusief overhead): - medewerker Informatie en advies (baliebezetting) - telefonische bereikbaarheid - overleg (locatieoverleg, casusoverleg ivm uitvragen klantvraag) - beheer website - casusoverleg ketencoördinatie - themabijeenkomsten hulpverlening breed huisvestingkosten; kosten communicatiekosten en website; kosten ICT-voorzieningen, registratiesysteem CJG e.d.
De exploitatie van het CJG is uitgewerkt voor de jaren 2009 tot en met 2011. Hierbij is rekening gehouden met het groeimodel: -
locatie Langdonk per 1-4-2009; locatie Westrand per 1-9-2009; locatie Heilig Hartkerk per 1-9-2010.
In de exploitatie is onderscheid gemaakt in eenmalige kosten en structurele kosten.
7 oktober 2008
31
CJG Roosendaal
Exploitatiebegroting CJG RSD 2009 (prijspeil 2008)
Eenmalige
Exploitatie
kosten 2009
2009
1 Personeelkosten Manager CJG salaris manager inclusief overheadkosten
57.700
CJG-medewerkers Informatie en Advies balie bezetting (incl. internet e-mail/internet) telefonische bereikbaarheid (via TWB-centrale)
27.000 uit huidige formatie TWB
Opleiding opleidingskosten scholing CJG-medew Info en advies opleidingsuren
6.700
1.000
21.800
2 Overleg werkoverleg
38.000
casusoverleg ketencoördinatie
pm
3 Huisvesting / facilitair huur extra ruimte
45.600
inrichtingskosten/verbouwingskosten (afschrijving en rente)
17.800
facilitaire kosten
10.800
4 Communicatie en website Campagne campagne ontwikkelen
33.000
bevordering samenwerking partners/bijeenkomsten plaatsingskosten posters e.d.
10.000 5.000
pm
pm
Website websiteontwikkeling
25.000
servicecontract website
2.000
redactie website
6.000
5 ICT voorzieningen kosten ICT/pc's
9.000
registratiesysteem CJG RSD
1.000
6 Onvoorzien 10% Totaal
9.000
23.000
95.500
253.900
Totaal kosten (structureel en incidenteel)
349.400
7 Opbrengsten Verschuiving huidige inzet formatie buurtnetwerken Subsidie provincie
pm pm
Restant budget CJG 2008
113.400
Budget CJG 2009 (BDU minus motie Verhagen)incl IOVA
355.100
Gemeentelijke middelen Totaal opbrengsten 8 Saldo 7 oktober 2008
43.500 0
512.000
0
162.600 32
CJG Roosendaal 7.2
Toelichting en onderbouwing van de kosten
1
Personele inzet
Kosten manager De manager wordt aangesteld via de gemeente Roosendaal. De benodigde capaciteit is vooralsnog geraamd op 20 uur per week: 4 uur per locatie (3) en 8 uur algemene werkzaamheden. De functie is in de begroting ingeschaald op schaal 11. De manager wordt voor 20 uur per week aangesteld per 1 januari 2009. De manager is dan betrokken bij de voorbereidingen van het CJG. De eerste locatie wordt geopend per 1-4-2009. Er zijn dan uren beschikbaar voor de activiteiten van het groeimodel. De salariskosten worden verhoogd met een opslag voor overheadkosten van 30%. Extra inzet informatie- en adviesfunctie Er is extra formatie nodig voor de invulling van de informatie- en adviesfunctie tijdens de ‘vrije inloop’ op de drie locaties. De inzet per jaar is gerelateerd aan de opening van de locaties. In verband met het groeimodel is vanaf 1-9-2010 de volledige inzet nodig. Voorlopige planning is dat iedere locatie voor vrij inloop is geopend op maandag en woensdag van 15.30 - 17.30 uur en donderdag van 18.00-20.00 uur. Per locatie is dat 6 uur. Voor 3 locaties is dan per week 18 uur extra personele inzet nodig op het niveau van een verpleegkundige JGZ. De uren zijn berekend tegen in het integrale tarief van € 80,00 per uur. De overige activiteiten op het gebied van informatie en advies, zoals telefonische informatieverstrekking, kan vooralsnog binnen de huidige capaciteit van de JGZ uitgevoerd. Opleidingskosten Bij de start van het CJG RSD wordt rekening gehouden met eenmalig een opleidingsbudget van € 10.000. Dit bedrag is voor 2/3 (start 2 locaties) ingezet in 2009 en 1/3 (start 1 locatie) in 2010. Voor de manager is het opleidingsbudget gesteld op 2% van de salariskosten van de manager. Voor de berekening van de kosten voor de inzet van medewerkers Informatie en advies wordt ervan uitgegaan dat 4 organisaties (GGD, Thuiszorg, Traverse, De Sponder) ieder 2 medewerkers kunnen inzetten voor de ‘vrije inloop’. Daarnaast is rekening gehouden met deelname/opleiding van 1 medewerker van BJZ. Per medewerker is een opleidingsbudget geraamd van € 500,00 per medewerker. Naast de ‘out of pocket-kosten’ is rekening gehouden met de uren die moeten worden besteed aan de scholing/opleiding. Bij de start van het centrum is per organisatie 2 dagen voor 2 medewerkers berekend; daarnaast is voor BJZ berekend dat 1 medewerker meedraait in de opleidingen (2 dagen per jaar). Totaal zijn de uren geraamd voor 9 medewerkers. De opleidingsuren zijn gerelateerd aan de opening van de locaties.
7 oktober 2008
33
CJG Roosendaal Structureel is rekening gehouden met 1 opleidingsdag voor de CJG-medewerkers Informatie en advies (9 medewerkers). De uren zijn berekend tegen in het integrale tarief van € 80,00 per uur. 2 Overleg Het benodigde overleg tussen de kernpartners is voorlopig geraamd op 1 uur per week (50 weken op jaarbasis). Daarnaast is rekening gehouden met 1 uur extra overleg gedurende het eerste jaar. Het overleg wordt zoveel mogelijk gecombineerd voor alle locaties. De uren zijn berekend tegen in het integrale tarief van € 80,00 per uur. 3
Huisvestingskosten
Huur Voor de huisvestingskosten is een raming gemaakt van de extra vierkante meters die in de locaties nodig zijn naast de activiteiten van de JGZ. De extra ruimte betreft per locatie 4 flexibele werkplekken, een vergader/cursusruimte, een wachtruimte en 2 spreekkamers. Voor de onderzoeksruimten JGZ is geen extra ruimte berekend. Vooralsnog wordt er van uitgegaan dat de onderzoeken 0 – 4 jarigen en de onderzoeken 5 – 19 jarigen op verschillende tijden in dezelfde onderzoeksruimten kunnen plaatsvinden. Er is rekening gehouden met de volgende extra m2 en de daarmee samenhangende huisvestingslasten: all-in huurprijs per m2
huurbedrag
m2 prijs (inclusief) locatie Langdonk
225
40.703
m2 prijs (inclusief) locatie Westrand
250
45.225
m2 prijs (inclusief) locatie Heilig Hartkerk
250
45.225
Huisvesting extra m2
aantal m2 per ruimte
Wachtruimte/balie
40
Spreekkamers (2 per locatie)
18
Flex werkplekken (4 stuks per locatie)
36
Vergader/cursusruimte
40
Totaal aantal netto-m2 per locatie Opslag gebruik archief, kantine, gangen, toiletten e.d.35% Totaal aantal bruto-m2 per locatie
Totaal huisvestingkosten
134
47 181
131.153
Naast de specifieke ruimte (netto m2) is rekening gehouden met een opslag van 35% voor bruto m2 (gangen, toilet, archief et cetera). De kosten van de extra vierkante meters worden tegen een marktconformtarief berekend. Voor de locatie Langdonk komt dit neer op een all-in prijs van € 225,00 per m2. Voor de locaties Westrand en Heilig Hartkerk is rekening gehouden met (hogere) huurkosten als gevolg van nieuwbouw..Inclusief schoonmaak, onderhoud, verzekeringen e.d. komt het bedrag op € 250,00 per m2. In de begroting zijn de huisvestingskosten gekoppeld aan de startdatum per locatie. 7 oktober 2008
34
CJG Roosendaal Inrichtingskosten Bij de huisvestingkosten worden meegenomen de kosten van inrichting van de ruimten (telefoonvoorziening, balie, inrichting werkplekken, spreekkamers en wachtruimten, informatiezuilen in wachtruimtes et cetera) en de aankleding van het pand in verband met de herkenbaarheid als CJG RSD. Hiervoor wordt rekening gehouden met de volgende kostenposten: Inrichtingskosten per locatie Werkplekken Spreekkamers
Investering
Aantal jaren
Afschrijving
10.000
10
1.000
5.000
10
500
10.000
10
1.000
2.500
10
250
Uitstraling gebouw
10.000
10
1.000
Vergader/cursusruimte
10.000
10
1.000
Inrichtingskosten per locatie
47.500
Wachtruimte/balie Informatiezuilen in wachtruimtes
4.750
Kosten locatie Langdonk Inrichtingskosten Verbouwing/uitstraling Langdonk
4.750 50.000
10
5.000
Subtotaal kosten Langdonk
9.750
Rente
2.194
Totaal kosten Langdonk
11.944
Kosten locatie Westrand Inrichtingskosten
4.750
Rente
1.069
Totaal kosten Westrand
5.819
Locatie Heilig Hartkerk Inrichtingskosten
4.750
Rente
1.069
Totaal kosten Heilig Hartkerk
5.819
Naast de inrichtingskosten is in de begroting voor de locatie Langdonk rekening gehouden met een kostenpost voor verbouwing /aanpassing van de locatie voor het realiseren van een balie. Vooralsnog is dit voor de andere locaties niet aan de orde. De inrichtings- en verbouwingskosten worden in 10 jaar afgeschreven. In de begroting is rekening gehouden met een rentecomponent in de kapitaallasten. De kapitaallasten zijn berekend over het hele jaar. Er is geen rekening gehouden met de werkelijke startdatum. Wel met de opening van 2 locaties in 2009 en 1 locatie in 2010.
7 oktober 2008
35
CJG Roosendaal Facilitaire kosten Als facilitaire kosten zijn de kosten geraamd van: - telefonie; - drukwerk en kopieerkosten; - kantoorartikelen (papier, pennen et cetera); - portikosten; - catering. Het betreft kosten die nog niet zijn meegenomen in de overheadkosten die bij de personeelskosten zijn geraamd. Per locatie is een bedrag van € 10.000 geraamd als structurele kosten. 4 Communicatie en website De raming van de kosten zijn gebaseerd op een offerte voor een ander CJG in Brabant. De raming van de kosten zijn gebaseerd op een offerte voor een ander CJG. Voor het onderhoud en beheer van de site is jaarlijks € 8.000 geraamd. 5 ICT voorzieningen In de werkkamers moet het mogelijk zijn dat medewerkers van de instellingen verbinding kunnen maken met het netwerk van hun eigen organisatie. Met de kernpartners is afgesproken dat zij hun medewerkers voorzien van een laptop. Het CJG zorgt voor een netwerkverbinding, waarop de laptops kunnen worden aangesloten. Daarmee wordt op goedkope en eenvoudige wijze geregeld dat de medewerkers op de CJG-locaties toegang hebben tot de benodigde gegevens van hun eigen organisatie. Systeembeheer en eventuele ondersteuning komt vanuit de eigen organisatie. De balies worden voorzien met een computer waarop het registratiesysteem van het CJG beschikbaar is. De manager krijgt ook de beschikking over een computer. De kosten van de 4 computers zijn gebaseerd op bedragen die de gemeente hanteert (€ 3.000 per werkplek/ per jaar). In dit bedrag is opgenomen: afschrijving pc, aansluiting netwerk, kantoorautomatisering, internetverbinding, helpdesk en ondersteuning van systeembeheer. Naast de standaard kantoorautomatisering zal het CJG gebruik maken van een registratiesysteem waarin de verrichtingen van het CJG worden geregistreerd. De kosten hiervan bedragen maximaal € 500,00 per locatie. 6 Onvoorzien In de begroting is rekening gehouden met een post onvoorzien ad 10% van de totale kosten. 7
Opbrengsten
Brede doeluitkering De gemeente ontvangt van het Rijk via de Brede doeluitkering CJG (BDU) een vergoeding te dekking van de kosten. De BDU bestaat uit verschillende, reeds bestaande geldstromen die in de BDU zijn samengevoegd. Specifiek voor het CJG is een nieuw bedrag toegevoegd. Deze uitkering wordt voor het eerste in 2008 ontvangen. De uitkering loopt tot 2011 jaarlijks op.
7 oktober 2008
36
CJG Roosendaal Daarmee komt voor het CJG RSD per jaar de onderstaande bedragen beschikbaar (exclusief RSU-deel). In het bedrag is rekening gehouden met de structurele verhoging van 4% over het loongevoelige deel van de BDU. Dit is de index die door het ministerie is toegepast op de BDU. Jaar 2008 2009 2010 2011
Bedrag € 113.000 € 355.000 € 476.000 € 614.000
(BDU (BDU (BDU (BDU
minus gemaakte kosten) 2009 minus motie Verhagen) 2010 minus motie Verhagen) 2011 minus motie Verhagen).
Overige inkomsten -
-
-
De kernpartners hebben aangegeven op termijn mogelijke inverdieneffecten te kunnen realiseren bijvoorbeeld door sluiting van het consultatiebureau Tolberg en het herstructureren van overlegsituaties. Deze ‘opbrengsten’ zullen beschikbaar blijven voor de activiteiten van het CJG. Daarnaast kunnen de ketenpartners mogelijk uit de bestaande capaciteit ruimte vrijmaken voor het CJG. Hiervoor zijn nog geen ‘opbrengsten’ geraamd. De provincie Noord-Brabant heeft een subsidieregeling waaruit incidentele kosten die worden gemaakt in het kader van de oprichting van CJG’s kunnen worden gefinancierd. De partijen in Roosendaal zullen een subsidie aanvraag indienen voor dekking van de incidentele kosten van in ieder geval de kosten van communicatie (campagne, website) en het CJG-registratiesysteem. Gemeentelijke middelen: in het Actieplan Jeugd is voor de periode 2008 tot met met 2010 jaarlijks een bedrag beschikbaar gesteld voor het CJG RSD van € 43.500.
8 Saldo In de exploitatie is onderscheid in eenmalige en structurele kosten voor de jaren 2009 en 2010. In 2011 zijn er alleen nog structurele kosten. Voor 2009 en 2010 zijn de eenmalige kosten en de structurele kosten bij elkaar geteld. De som van de kosten is vergeleken met de beschikbare middelen. Voor de jaren 2009 t/m 2011 is er een positief saldo. Dit betekent de beschikbare middelen hoger zijn dan de geraamde kosten van het CJG op 3 locaties. Het saldo is voor de gemeente beschikbaar om de doelstellingen van de BDU te realisten. 7.3
Meerjarenbegroting
De meerjarenbegroting wordt dan als volgt:
7 oktober 2008
37
CJG Roosendaal
Exploitatiebegroting CJG RSD 2009 (prijspeil 2008)
Eenmalige kosten 2009
Exploitatie 2009
Eenmalige kosten 2010
Exploitatie 2010
Exploitatie 2011
1 Personeelkosten Manager CJG salaris manager inclusief overheadkosten
57.700
57.700
57.700
27.000
58.200
74.900
CJG-medewerkers Informatie en Advies balie bezetting (incl. internet e-mail/internet) telefonische bereikbaarheid (via TWB-centrale)
uit huidige formatie TWB
Opleiding opleidingskosten scholing CJG-medew Info en advies
3.300
5.500
5.500
10.200
10.900
16.000
38.000
41.300
52.000
pm
pm
pm
huur extra ruimte
45.600
101.000
131.200
inrichtings/verbouwingskosten (afschrijving en rente)
17.800
23.600
23.600
facilitaire kosten
10.800
23.300
30.000
10.000
10.000
10.000
5.000
5.000
5.000
pm
pm
pm
servicecontract website
2.000
2.000
2.000
redactie website
6.000
6.000
6.000
kosten ICT/pc's
9.000
12.000
12.000
registratiesysteem CJG RSD
1.000
1.500
1.500
opleidingsuren
6.700
1.000
21.800
2 Overleg werkoverleg casusoverleg ketencoördinatie 3 Huisvesting / facilitair
4 Communicatie en website Campagne campagne ontwikkelen
33.000
bevordering samenwerking partners/bijeenkomsten plaatsingskosten posters e.d.
pm
Website Websiteontwikkeling
25.000
5 ICT voorzieningen
6 Onvoorzien 10% Totaal
9.000
23.000
95.500
253.900
Totaal kosten (structureel en incidenteel)
349.400
13.500
36.000
43.000
394.000
470.400
407.500 470.400
7 Opbrengsten Verschuiving huidige inzet formatie buurtnetwerken
pm
pm
pm
Restant budget CJG 2008
113.400
0
0
Budget CJG 2009 (BDU - motie Verhagen)incl IOVA
355.100
475.900
613.500
43.500
43.500
Subsidie provincie
Gemeentelijke middelen Totaal opbrengsten 8 Saldo 7 oktober 2008
pm
0 512.000
519.400 613.500
0 162.600
111.900 143.100 38
CJG Roosendaal 8
Opzet projectorganisatie uitwerking bedrijfsplan
Voor de uitwerking van het bedrijfsplan wordt de huidige projectstructuur uitgebreid met een aantal werkgroepen. Op basis van de inhoud van het bedrijfsplan en de nog uit te werken onderwerpen is een voorstel geformuleerd voor het instellen van 4 werkgroepen. Per werkgroep is onder meer aangegeven wat het resultaat moet zijn, welke organisaties deelnemen in de werkgroep en wat de activiteiten zijn. De gemeente is trekker van de werkgroepen. De frequentie van de bijeenkomsten van de projectgroep is afhankelijk van de voortgang van de werkgroepen. De verwachting is dat de projectgroep 1 x per 4 -6 weken bij elkaar komt. De werkgroep Frontoffice /Informatie en advies en de werkgroep Samenwerking backoffice richten zich er op om per 1 april 2009 (start locatie Langdonk) het overgrote deel van hun werk te hebben gedaan. De werkgroep Frontoffice/Informatie en advies komt 1 x per 2 weken bij elkaar (duur: 2 uur per keer) en ter voorbereiding en uitwerking van de bijeenkomsten wordt nog eens 4 gerekend per bijeenkomst. Daarmee komt de inzet op 3 uur per week (1 uur bijenkomst en 2 uur voorbereiden/uitwerken). In de periode van 1 oktober 2008 – 1 april 2009 is rekening gehouden met een effectief aantal werkweken van 22. Daarmee komt de benodigde inzet op 66 uur per deelnemer. Voor de werkgroep Samenwerking backoffice wordt dezelfde inzet geraamd. Dus 66 uur per deelnemer. Voor de werkgroep Huisvesting ramen wij een inzet van gemiddeld 8 uur per maand voor de periode van oktober 2008 tot 1 september 2009. Uitgaande van de start van de locatie Westrand per 1 september 2009. Dit komt neer op een inzet van 12 dagen per deelnemer. Het is op dit moment erg lastig te ramen welke inzet nodig is voor de periode voorafgaand aan de oplevering van de Heilig Hartkerk. Wij verwachten dat ook hier nog een inzet van de huisvestingsspecialisten nodig zijn. Vooralsnog ramen wij voor van een periode van 3 maanden (1 juni tot 1 september 2010), gemiddeld 1 dag per maand. Dit komt neer op een inzet van 3 dagen per deelnemer. Totaal komt dit neer op een inzet van 15 dagen (= 120 uur) per deelnemer. Voor de werkgroep Communicatie ramen wij ook een inzet van 1 dag per maand voor de periode oktober 2008 tot en met maart 2009. Dit betekent per persoon een inzet van 6 dagen. Voor deze specialisten geldt dat zij voorafgaand aan de opening van Westrand en aan de opening van de Heilig Hartkerk actief moeten zijn. Voor de berekening van de inzet houden wij rekening met een inzet van gemiddeld 1 dag per maand voor een periode van 3 maanden voorafgaand aan de opening van Westrand (inzet 3 dagen per persoon) en van de Heilig Hartkerk Ook voor hen ramen wij een inzet van gemiddeld 1 dag per maand voor een periode van 1 juni tot 1 september 2010 (inzet 3 dagen per persoon).
7 oktober 2008
39
CJG Roosendaal In onderstaand schema is de ureninzet voor de werkgroepen samengevat. Wg Frontoffice/ informatie en advies
Wg Samenwerking Backoffice
Wg Huisvesting
Wg Communicatie
Totaal aantal dagen
Totaal aantal uren
TWB
12
12
15
9
48
384
GGD
12
12
15
9
48
384
De Sponder
12
12
24
192
BJZ
12
12
24
192
Raming tijdsinzet werkgroepen
Traverse
12
12
Gemeente
12
12
15
9
24
192
48
384
Met uitzondering van BJZ hebben de betrokken partijen aangegeven te willen worden gecompenseerd voor hun deelname aan de werkgroepen. Bij de integrale uurtarieven zoals die bij de verschillende organisaties gelden komen de kosten voor de inzet op € 81.024, als volgt verdeeld: Raming tijdsinzet werkgroepen
Totaal aantal uren
Uurtarieven
Kosten inzet
TWB
384
€
76
€
29.184
GGD
384
€
76
€
29.184
De Sponder
192
€
59
€
11.328
Traverse
192
€
59
€
11.328
Totaal
€ 81.024
Het voorstel is deze kosten ten laste te brengen van het lokaal Jeugdbeleid. Hierna worden de opdrachten van de werkgroepen kort toegelicht.
7 oktober 2008
40
CJG Roosendaal
1
Werkgroep Frontoffice/Informatie en adviesfunctie
Doel Resultaat Termijn Trekker Deelnemers
Activiteiten:
Uitwerken Frontoffice/Informatie en adviesfunctie Beschrijving primair proces frontoffice functie Uitgewerkte taak- en functiebeschrijving CJG-medewerker Informatie en advies. September 2008 tot en met maart 2009 (30 weken) Gemeente: Mieke Maas/Jacco van Gastel GGD: Han Scholte TWB: Ellen Peerbolte SMW: (nog in te vullen) BJZ: Maurice van de Nieuwehuijzen Onderwijs: Marianne Dekkers Samenwerking - wie doet wat – verdeling in werkzaamheden tussen de kernpartners in de frontoffice Werkprocessen - beschrijven primair proces voor de informatie en advies en vraagverheldering - aansturing frontoffice Ondersteuning - wat wel en niet registreren, door wie, wanneer, in welk systeem voor info en advies Personele bezetting - beschrijven benodigd aantal uren, competenties en kwaliteiten voor functie van CJG-medewerker info en advies Prioriteit ivm start CJG Langdonk per 1 april 2008: beschrijving primair proces uitwerking ondersteuning primair proces met ICT.
7 oktober 2008
41
CJG Roosendaal
2
Werkgroep Samenwerking backoffice
Doel Resultaat Termijn Trekker Deelnemers
Activiteiten:
Uitwerken Samenwerking backoffice Beschrijving werkprocessen backoffice Uitgewerkte taak- en functiebeschrijving manager CJG September 2008 tot en met maart 2009 (30 weken) Gemeente: Mieke Maas/Jacco van Gastel GGD: Han Scholte TWB: Ellen Peerbolte SMW: (nog in te vullen) BJZ: Maurice van den Nieuwehuijzen Onderwijs: Marianne Dekkers Gemeente: Marion Vriens Samenwerking - beschrijven taken backoffice - beschrijven wijze van samenwerken - visie op hulpverlening uitschrijven - vastleggen van samenwerkingsafspraken in protocollen, waaronder afspraken over delen van informatie/privacy - ontwikkelen van gezamenlijke/gedeelde prestatie-indicatoren voor bijv. bereikbaarheid, doorlooptijden en effectiviteit van dienstverlening Werkprocessen - beschrijven/aanpassen werkprocessen voor signalering, monitoring, interventie, doorverwijzing, de informatie en advies en vraagverheldering Ondersteuning samenwerking met registratie- en informatiesystemen - wat wel en niet registreren, door wie, wanneer, in welk systeem voor samenwerking - hoe kan de informatie uit de verschillende systemen worden benut. Prioriteit ivm start CJG Langdonk per 1 april 2008: opstellen visie op hulpverlening uitzoeken privacy-aspecten ivm delen van informatie.
7 oktober 2008
42
CJG Roosendaal
3
Werkgroep Huisvesting
Doel Resultaat Termijn Trekker Deelnemers Activiteiten:
Regelen en inrichten van 3 CJG RSD locaties en Wouw Op 4 plekken in de stad een zichtbare CJG-locatie (incl. Wouw) Plan beschrijving september–oktober 2008 Uitvoering: aansluitend Gemeente: Mieke Maas/Jacco van Gastel Gemeente: Afd. Beleidsrealisatie GGD Renee van Beek TWB: Janna Roozendaal - beschrijving plan per locatie, evt. met optie voor tijdelijke huisvesting en/of verbouwing - inrichten van de locaties (balie, werkplekken, JGZ-ruimtes, faciliteiten, techniek, telefoon, kopieerapparaat etc.) - bepalen juridische vorm (huur/verhuur, contract) - betrekken doelgroep bij inrichting locaties - financieel vertalen van gemaakte afspraken. Prioriteit ivm start CJG Langdonk per 1 april 2008: - programma van eisen CJG Langdonk - inrichten/verbouwen Langdonk.
4
Werkgroep Communicatie en pr & marketing
Doel Resultaat Termijn Trekker Deelnemers Activiteiten:
7 oktober 2008
Opstellen en uitvoeren communicatieplan CJG is bekend bij x % van de doelgroep Communicatieplan opstellen: september/oktober 2008 Uitvoering: aansluitend Gemeente: Mieke Maas Gemeente: Elsbeth Dijckhoff TWB: Monique Peeters GGD: Helene Wirken - Opstellen en uitvoeren communicatieplan Zie verder de startnotitie communicatie van 25 augustus 2008 (bijlage 5)
43
CJG Roosendaal Bijlagen 1
Overzicht dienstverlening van het team CJG RSD
2
Schema’s behandeling klantvragen - 2a: vragen doelgroep - 2b: vragen professionals / ketenpartners
3
ICT en het CJG
4
Schema ‘omgeving CJG RSD’
5
Startnotitie Communicatie 25 augustus 2008
7 oktober 2008
44
CJG Roosendaal Bijlage 1 LEEFTIJD
Overzicht dienstverlening van het team CJG Roosendaal THUISZORG
GGD
TRAVERSE
DE SPONDER
FUNCTIE: INFORMATIE EN ADVIES -9 mnd – 5 jaar
-
7 oktober 2008
Regulier consult Regulier huisbezoek Telefonisch spreekuur Inloopspreekuur consultatiebureau Inloopspreekuur peuterspeelzaal O magazine Peuterbrieven / veiligheidsfolders Vragen via website Diverse themabijeenkomsten rondom opvoeding Informatie tijdens zwangerschapsgym Prenatale cursus borstvoeding Informatie tijdens zwangerschapyoga Informatie over de bevalling (ook voor partners) Structureel overleg peuterspeelzaal Themabijeenkomst voor leidster peuterspeelzaal Prenataal huisbezoek
-
Deelname maatschappelijk steunsysteem
45
CJG Roosendaal LEEFTIJD
THUISZORG
GGD
TRAVERSE
DE SPONDER
FUNCTIE: INFORMATIE EN ADVIES 5 – 13 jaar
-
‘Smaaklessen’ op basisonderwijs door diëtiste
-
13 – 23 jaar
-
Voorlichting borstvoeding op VMBO (DaVinci)
-
Preventief onderzoek leerlingen groep 2 Preventief onderzoek leerlingen groep 7 Onderzoek op indicatie Logopedisch onderzoek Onderzoek leerlingen speciaal onderwijs Website E-mail n.a.v. vragen via website Ouderavonden Schriftelijke en telefonische informatie over gezondheid Folders Preventief onderzoek leerlingen 2e klas Onderzoek op indicatie
-
-
-
-
-
LEEFTIJD -9 mnd – 5 jaar
THUISZORG -
7 oktober 2008
GGD
Individueel contact met ouders Folders van schoolmaatschappelijk werk voor jongeren, ouders en leerkrachten Voorlichting aan groepen ouders / leerkrachten over schoolmaatschappelijk werk Deelname maatschappelijk steunsysteem
-
Thema ouderavonden
Folders van schoolmaatschappelijk werk voor jongeren, ouders en leerkrachten Deelname maatschappelijk steunsysteem
TRAVERSE FUNCTIE: SIGNALERING
DE SPONDER
Regulier consult Extra consult Regulier huisbezoek Extra huisbezoek KIPPPI huisbezoek Bemoeizorg Structureel overleg peuterspeelzaal Hielprik / gehoorscreening Observatie peuterspeelzaal 46
CJG Roosendaal LEEFTIJD
THUISZORG
5 – 13 jaar
GGD -
13 – 23 jaar
-
TRAVERSE FUNCTIE: SIGNALERING Schoolmaatschappelijk Preventief onderzoek werk leerlingen groep 2 Signalering huiselijk Preventief onderzoek geweld leerlingen groep 7 Onderzoek op indicatie Logopedisch onderzoek groep 1 Onderzoek leerlingen speciaal onderwijs Preventief onderzoek leerlingen 2e klas Onderzoek op indicatie
-
-
LEEFTIJD -9 mnd – 5 jaar
THUISZORG -
5 – 13 jaar
7 oktober 2008
DE SPONDER -
Huisbezoek Schoolmaatschappelijk werk Preventieve ambulante begeleiding (CVB): begeleidingsadvies voor leerkrachten
Schoolmaatschappelijk werk voortgezet onderwijs (tot 18 jaar) Signalering huiselijk geweld
GGD TRAVERSE FUNCTIE: LICHT PEDAGOGISCHE HULPVERLENING Opvoedspreekuur (i.s.m. GGD) Extra huisbezoek Telefonisch spreekuur Inloopspreekuur consultatiebureau Inloopspreekuur peuterspeelzaal Extra consult Cursus ‘druktemakers’ Deelname buurtnetwerken Deelname integrale vroeghulp OpvoedingsonderOpvoedspreekuur steuning voor ouders (i.s.m. Thuiszorg) ADHD oudergroep Cursus ‘Een positieve Cursus ‘omgaan met geld’ kijk op je kind’ Groep rouwverwerking Deelname aan Deelname buurtnetwerken buurtnetwerken Bemoeizorg, Individuele begeleiding zorgcoördinatie & van jongeren (smw) armoede en gezondheid van kinderen (i.s.m. Thuiszorg)
DE SPONDER
-
Trainingen sociale vaardigheden door docenten
47
CJG Roosendaal LEEFTIJD
13 – 23 jaar
THUISZORG
GGD TRAVERSE FUNCTIE: LICHT PEDAGOGISCHE HULPVERLENING Trainingen sociale Advisering tijdens vaardigheden (i.s.m. preventieve GGD) onderzoeken en Faalangstreductie training onderzoeken op indicatie -
-
Bemoeizorg, zorgcoördinatie & armoede en gezondheid van kinderen Advisering tijdens preventieve onderzoeken en onderzoeken op indicatie
-
-
-
7 oktober 2008
DE SPONDER
Opvoedingsondersteuning voor (jonge) ouders Cursus ‘omgaan met geld’ Groep rouwverwerking Deelname buurtnetwerken Deelname aan zorgadviesteam onderwijs Individuele begeleiding van jongeren (smw) Trainingen sociale vaardigheden (i.s.m. GGD) Faalangstreductie training Assertiviteitstraining
48
CJG Roosendaal LEEFTIJD -9 mnd – 5 jaar
THUISZORG -
-
GGD TRAVERSE FUNCTIE: TOELEIDEN NAAR HET HULPAANBOD Vanuit preventieve Vanuit bemoeizorg onderzoeken en Vanuit zorgcoördinatie onderzoeken op Vanuit opvoedspreekuur indicatie Via de huisarts Vanuit bemoeizorg Naar aanbod van MEE, GGZ, Vanuit zorgcoördinatie integrale vroeghulp, Naar huisarts, maatschappelijk werk et cetera specialist, GGZ, Naar cursussen van thuiszorg maatschappelijk werk Naar de peuterspeelzaal (i.v.m. etc. onderwijsachterstanden)
DE SPONDER
5 – 13 jaar 13 – 23 jaar LEEFTIJD
THUISZORG
0 – 23 jaar
Ketencoördinatie op basis van beslisregels van signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Zorgcoördinatie bij enkelvoudige problematiek
7 oktober 2008
GGD
TRAVERSE FUNCTIE: ZORGCOÖRDINATIE Zorgcoördinatie op basis van Zorgcoördinatie op basis van beslisregels van beslisregels van signaleringssysteem Zorg voor signaleringssysteem Zorg voor Jeugd Jeugd
DE SPONDER
49
CJG Roosendaal Bijlage 2a
Vragen doelgroep
signalering
info & advies
eenvoudige vraag
toeleiding zorgtraject
folder/info
E XIT
info + advies
(opvoedings)vraag uitgebreid
intakegesprek
hulpverlening
E XIT
toeleiding naar zorgtraject
toeleiding naar zorgtraject
vraag klant/derde
casusoverleg ketencoördinator
C J G baliemedewerker
toeleiding naar zorgtraject
toeleiding naar zorgtraject complexe vraag/probleem
intakegesprek
toeleiding naar zorgtraject casusoverleg ketencoördinator
acuut medisch probleem
toeleiding naar zorgtraject
huisarts
pedagogische crisis – ambulante spoedhulp acuut psychosociaal probleem
spoedeisende zorg B J Z psychiatrische crisis G GZ
7 oktober 2008
50
CJG Roosendaal Bijlage 2B
Vragen professionals/ketenpartners
signalering
vraag ketenpartner (intern/extern)
info & advies
toeleiding zorgtraject
algemeen inhoudelijk
info + advies
cliëntgebonden
eenvoudige vraag
hulpverlening
E XIT
C J G baliemedewerker
info + advies
E XIT
info + advies
E XIT
(opvoedings)vraag uitgebreid casusoverleg
complexe vraag/probleem
7 oktober 2008
casusoverleg
terugkoppelen naar vraagsteller
terugkoppelen naar vraagsteller
51
CJG Roosendaal Bijlage 3
ICT en het CJG
ICT ondersteunt het CJG Roosendaal om tot een optimale dienstverlening te komen. Gegevens, informatie en kennis worden met behulp van ICT verzameld. De ICTsystemen ondersteunen ook de samenwerking tussen organisaties in het CJG en fronten backoffice. ICT wordt ingezet voor de volgende toepassingen: - Het verspreiden en uitwisselen van informatie; - Het registreren van gegevens van klanten; - Communicatie tussen klant en het CJG, tussen front- en backoffice. Twee specifiek ondersteunende systemen zijn het Elektronisch Kinddossier en Zorg voor Jeugd: Het Elektronisch Kinddossier (EKD) is een specifieke ICT toepassing voor de jeugdgezondheidszorg. Artsen en verpleegkundigen van de jeugdgezondheidszorg houden het dossier bij, zij gebruiken het EKD bij elk contactmoment voor registratie en informatie. Informatie van individuele kinderen is op deze manier inzichtelijk voor de verschillende medewerkers van de jeugdgezondheidszorg. Samen leveren de dossiers een schat aan informatie over de gezondheidssituatie en gezondheidsrisico’s van Roosendaalse kinderen. Deze informatie levert een belangrijke bijdrage aan het actueel houden van de geboden dienstverlening in het CJG Roosendaal. Naast het EKD wordt de samenwerking in het CJG Roosendaal ondersteund door Zorg voor Jeugd, eveneens een ICT instrument. Het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Coördinatie van zorg is één van de vijf wettelijke taken van het CJG (zie functies) en wordt daarom onder verantwoordelijkheid van het CJG uitgevoerd. Partijen die in het kader van Zorg voor Jeugd zijn aangewezen om de coördinatie van zorg uit te voeren, zijn ook de samenwerkingspartners in het CJG Roosendaal, met uitzondering van De Sponder. Naast deze twee ondersteunende systemen heeft het CJG ook een eigen ICT toepassing om de werkzaamheden vanuit het CJG Roosendaal te ondersteunen. Geregistreerd worden de volgende gegevens: -
Aantal vragen naar informatie en advies Welke organisatie hulpverlening biedt aan een klant van CJG Aantal doorverwijzingen naar en terugverwijzingen door Bureau Jeugdzorg Aantal doorverwijzingen naar het CJG vanuit andere organisaties …
Tot slot wordt de communicatie tussen het CJG Roosendaal en de klant ondersteund met ICT. Het CJG heeft een eigen website waarop inhoudelijke informatie te vinden is over allerhande onderwerpen die te maken hebben met opvoeden en opgroeien en de verschillende vormen van hulpverlening die geboden worden vanuit het CJG. Tevens kunnen klanten op de website informatie vinden over de betrokken partijen en de werkwijze van het CJG.
7 oktober 2008
52
CJG Roosendaal Bijlage 4
Omgeving CJG
Hulpvragen
Afgeven van signalen in Zorg voor Jeugd (prof.) - ouders - kinderen - 'omgeving' Frontoffice - zorgpartijen - jeugdgezondheidszorg - onderwijs (ZAT) - maatschappelijk werk - politie, justitie - jeugdzorg (Hulp)vragen - leerplicht - speciaal basisonderwijs - huisartsen complexe vragen/ ‐ welzijnsproblemen basisfuncties: informeren en organisaties adviseren, signalering, - verloskundigen toeleiding, lichte pedagogische hulpverlening, zorgcoordinatie - Mee - geestelijke gezondheidszorg - etc
ZAT''s
7 oktober 2008
Hulpverlening
Centrum Jeugd en Gezin
Vindplaatsen
Veilheidheidshuis
Signaleringssysteem Zorg voor Jeugd
Afgeven van signalen in ZvJ
Casusoverleg -jeugdzondheidszorg - maatschappelijke werk - jeugdzorg - speciaal basisonderwijs
Doorgeleiding na bespreking in casusoverleg
- maatschappelijk werk - jeugdzorg - speciaal basisonderwijs - verslavingszorg - geestelijke gezondheidszorg - AMK/BJZ - ..........
Afhankelijk van de vraag worden andere partijen uitgenodigd.
Lokale loketten waaronder het loket Maatschappelijke ontwikkeling
53
CJG Roosendaal Bijlage 5
Communicatie
Als start voor het communicatieplan is in twee sessies gesproken over de volgende punten: A B C
Doelgroepen Fasering Hoofdlijnen boodschap.
Hierna wordt kort weergegeven hetgeen is besproken en wat als basis dient voor verdere uitwerking in het communicatieplan. Tot slot wordt de uitwerking geschetst van de aanpak richting professionals in de komende maanden (met dank aan het communicatieplan Tilburg). Aan de projectgroep de vraag of ze kunnen instemmen met deze lijnen en voorgestelde werkwijze richting professionals. Ad A Doelgroepen Er kunnen verschillende doelgroepen worden onderscheiden: -
potentiële gebruikers professionals/belangrijke verwijzers betrokkenen vanuit de kernorganisaties CJG RSD overig: inwoners Roosendaal, politiek, media.
De doelgroep potentiele gebruikers zijn (aanstaande) ouders met vragen over opvoeden en opgroeien. Onder te verdelen naar: -
aanstaande ouders ouders van kinderen van 0 – 4 jaar kinderen en hun ouders van 5 – 12 jaar kinderen en hun ouders van 12 – 23 jaar.
De doelgroep professionals/verwijzers en betrokkenen vanuit de kernorganisaties worden in de paragraaf ‘fasering’ verder uitgewerkt. Ad B Fasering Het communicatieproces wordt ingedeeld in de volgende vier fasen: 1. Voorbereidingsfase (opstellen en uitwerken bedrijfsplan): juli – december 2008 Communicatieactie: informeren en enthousiasmeren professionals 2. Opening loket (start publiekscampagne) : december – april 2009 Communicatieactie: informeren en enthousiasmeren overige doelgroepen 3. Na opening van het loket : april 2009 en verder Communicatieactie: herhaling publiekscampagne en eventueel accent op subdoelgroepen.
25 augustus 2008
54
CJG Roosendaal De hoofdlijn van de boodschap verschilt per doelgroep en per fase van het communicatietraject. Ad C Hoofdlijn kernboodschap Welk imago moet het CJG krijgen en welke sfeer moet er zijn? Het CJG wordt een breed samenwerkingsverband waarbinnen de vraag van de klant zo efficiënt (korte lijnen) mogelijk wordt beantwoord. Het CJG wordt gevestigd op de bestaande locaties van het cb of het cb verhuist mee. Het is de bedoeling dat het CJG zo laagdrempelig mogelijk is. De doelgroepen moet bij het CJG de beleving hebben dat zij daar altijd terecht kunnen voor uiteenlopende vragen (en dus niet alleen voor problematische situaties en zware gevallen). Voor de 4 onderscheiden doelgroepen is de volgende kernboodschap geformuleerd Potentiële doelgroep Opvoeden en opgroeien gaat niet altijd vanzelf. Het CJG is er voor informatie, advies en korte lijnen naar passende hulp. Het is het centrale punt waar inwoners terecht kunnen voor alle vragen over opvoeden en opgroeien. In het CJG werken alle instellingen op het gebied van jeugd(gezondheids)zorg samen, om vragen in samenhang te kunnen beantwoorden of problemen snel en in samenhang te kunnen aanpakken. Betrokken professionals/verwijzers Kinderen en jongeren krijgen te maken met pesten, discrimineren, seksualiteit en depressie. Iedereen die zich bezighoudt met het begeleiden van jeugd en jongvolwassenen in de leeftijd van 0-23 jaar wordt geconfronteerd met vaak serieuze problemen. Over mogelijke oplossingen is veel informatie te vinden. Maar waar vind je als professional het onderwerp wat jou bezighoudt? Wie kun je bellen over een oplossing voor jouw probleem? Waar vind je een programma dat je binnen jouw organisatie kunt toepassen? Het CJG biedt het antwoord op deze vragen: een centraal punt waar kinderen, jongeren, hun ouders en professionals kunnen. Voor alle vragen over of problemen met opvoeden en opgroeien. Het CJG is een samenwerking van vele instellingen op het gebied van jeugd(gezondheids)zorg. Het is een van de maatregelen om te voorkomen dat kinderen tussen ‘de wal en het schip’ vallen. Het is belangrijk dat mensen met een vraag of probleem zo vroeg mogelijk hulp zoeken of hierin worden begeleid. Als professional heb je vaak contact met de doelgroep van het CJG en kunt hierin dan ook een belangrijke rol spelen. Door zelf contact op te nemen met het CJG of door mensen met vragen over het CJG te attenderen of in contact te brengen. Intern betrokkenen Jouw organisatie werkt vanaf… samen in het CJG RSD. Het CJG is er voor informatie, advies en korte lijnen naar passende hulp. Het is het centrale punt waar inwoners terecht kunnen voor alle vragen over opvoeden en opgroeien. In het CJG werken alle instellingen op het gebied van jeugd(gezondheids)zorg samen, om vragen in samenhang te kunnen beantwoorden of problemen snel en in samenhang te kunnen aanpakken. Overige doelgroepen Nog uitwerken.
25 augustus 2008
55
CJG Roosendaal Uitwerking aanpak professionals voorbereidingsfase juli – december 2008 In de voorbereidingsfase is de communicatie in de eerste plaats gericht op de voorbereidingsfase. In deze fase wordt onderzocht wat er bij de professionals bereikt moet worden. De voorbereidingsfase staat in het teken van informeren en meningsvorming (voordeel uitdragen!). Hier gaat het om het uitwisselen van argumenten, om het verwerken van nieuwe inzichten. Dat lukt alleen in samenspraak met de ander. Acceptatie en draagvlak vormen de basis van een positief, gedeeld (zelf)beeld. Het is van groot belang om te weten hoe de professionals denken over het CJG. Door hiernaar te luisteren en er rekening mee te houden kan er effectiever worden gecommuniceerd. Zo bereik je dat de professionals het CJG kennen als een netwerk van instellingen die samenwerken aan een sluitende zorgaanpak op het gebied van opgroeien en opvoeden. Een netwerk waar zij deel van uitmaken (gedeeld zelfbeeld) en waarbij zij zich betrokken voelen. Hierdoor ontstaat draagvlak en een gevoel van trots: “We dragen allemaal een steentje bij aan een sluitende zorgaanpak.” 1
Wat zijn de communicatiedoelstellingen?
A
De professionals kennen het CJG als een netwerk van instellingen die samenwerken aan een sluitende zorgaanpak op het gebied van opgroeien en opvoeden. Met de communicatie over het CJG willen we bereiken dat de professionals weten: ¾ wat het CJG concreet inhoudt (taken, dienstverlening, doel, doelstellingen, waar het CJG voor staat); ¾ wat er van hun wordt verwacht; ¾ waar we nu staan waar we tegenaan lopen; ¾ welke uitstraling het CJG krijgt; ¾ wanneer, waar en hoe het CJG start; ¾ wat de onvermijdelijke consequenties en (gewenste) effecten zijn (bijvoorbeeld op de bedrijfsvoering en werkwijze (onder andere het werken met het elektronisch volgsysteem).
B
Zij staan positief tegenover de doelen, taken en dienstverlening van het CJG (houding); ¾ Zij voelen zich betrokken en medeverantwoordelijk (houding); ¾ Zij handelen vanuit een positief, gedeeld zelfbeeld (houding).
C
Zij zijn het CJG en werken met andere professionals samen binnen het CJG aan het ontwikkelen en uitvoeren van het beleid (gedrag).
2 Wie doen er mee? De communicatie over het CJG is in de eerste fase gericht op de professionals. Zij zijn direct belanghebbend en vormen straks samen het CJG. De communicatie is gericht op informeren, enthousiasmeren en faciliteren (zie bijlage). Het gaat om informeren over het proces. Zij moeten weten dat het CJG er is, wie er in meedoen en hoe het werkt.
25 augustus 2008
56
CJG Roosendaal Deze doelgroep bestaat uit twee subgroepen: 1 De professionals die goed moeten worden geïnformeerd (A) 2 De professionals voor wie het handig is dat zij worden geïnformeerd (B). Doelgroepen categorie A: Traverse, Bureau Jeugdzorg, TWB, GGD, De Sponder, SIW, Verloskundigen, Huisartsenkring WB/Huisartsenpost, GGZ, Zuidwester, MEE, Onderwijs (ZAT’s)/KPOlocaties, peuterspeelzalen, kinderopvang, Humanitas Doelgroepen categorie B: Ziekenhuis, Politie, Hulpverleners, medewerkers informatiepunten (zoals ’t Punt, bibliotheek, SIW, BOS en gemeente (beleidsmedewerkers jeugd (o.a. Loopbaan23), onderwijs (o.a. leerplichtambtenaar), sport, veiligheid, handhaving, publiekszaken). 3 Wat worden de eerste activiteiten Op basis van een analyse van wat moet worden bereikt en met inzet van welke instrumenten wordt het zgn. communicatiekruispunt gevuld. Daarmee ontstaat op het gebied van informeren, overreden, dialogiseren en formeren (twee-zijdig beïnvloeden). De communicatie in de voorbereidingsfase staat in het teken van informeren en meningsvorming (voordeel uitdragen!). Acceptatie en draagvlak vormen de basis van een positief, gedeeld (zelf)beeld. De nadruk ligt op het bouwen aan aanwezigheid en naamsbekendheid. De doelgroep moet weten wat het CJG is en hoe het werkt. De communicatie-uitingen zijn gericht op bekendheid (ook van de effecten), het gedeelde zelfbeeld van het CJG en het imago. Er wordt gebouwd aan een goede structurele relatie met de professionals en de pers. Deze relatie wordt ook goed onderhouden via de klankbordgroep waar ook de ketenpartners inzitten. Structureel wordt het beeld beïnvloed dat zij van het CJG hebben. Uit de contacten tot nu toe komt naar voren dat betrokken professionals af en toe iets horen over de ontwikkelingen maar er behoefte is aan regelmatige info over de voortgang, de opzet en uitwerking. Het voorstel is een eerste informatie-uitwisseling te organiseren via deelname aan teamoverleggen bij de verschillende kernpartners en andere professionals/verwijzers. Vervolgens zal informatie-uitwisseling kunnen plaatsvinden via een nieuwsbrief, bespreking in de teamoverleggen en via de leden van de projectgroep. Info op teamoverleggen In de voorbereidingsfase worden organisaties van professionals actief benaderd met het verzoek of een van de kernpartners namens CJG het team kan informeren over het toekomstig CJG RSD. Het is wel arbeidsintensief maar de verwachting is dat op deze manier het beste informatie kan worden overgedragen, zowel richting de professionals als vanuit de professionals richting degenen die het CJG opzetten. Als het goed werkt, moet worden overwogen deze werkwijze voort te zetten.
25 augustus 2008
57
CJG Roosendaal Op deze manier worden alle betrokken professionals ‘in hun eigen omgeving’ geïnformeerd; dit vergemakkelijkt de deelname en ‘iedereen’ krijgt op hetzelfde moment dezelfde informatie. Bovendien is het een setting waarin op ‘natuurlijke’ wijze informatie-uitwisseling kan plaatsvinden. Opmerkingen en vragen van aanwezigen kunnen direct worden beantwoord (zo veel mogelijk) en de informatie wordt door de CJG-vertegenwoordiger teruggekoppeld en meegenomen in de uitwerking. Daarnaast zal aanvullend voor alle professionals (categorie A en B) een interactieve bijeenkomst worden georganiseerd. Nieuwsbrief Ondersteunend aan de mondeling informatie-uitwisseling wordt gedacht aan het verspreiden van een nieuwsbrief, digitaal 1 x per 2 maanden, onder alle professionals. Een lijst met e-mailadressen wordt door de ‘eigen’ organisatie bepaald en verstrekt aan degene die de nieuwsbrieven verstuurd. Invalshoek is duidelijk temaken wat het CJG concreet betekent voor de klant en voor de meer en minder betrokken professionals. Professionals worden uitgenodigd om te reageren op de inhoud van de nieuwsbrief of ontwikkelingen over het CJG RSD die hen ter ore komen. In iedere nieuwsbrief komt een column van of interview met een lid van de projectgroep. Hiermee wordt beoogd de binding met de ‘professionals in de verschillende organisaties’ te versterken en het boven tafel krijgen van vragen en suggesties rondom het CJG RSD formeel en informeel te vergemakkelijken. In de nieuwsbrief komt het telefoonnummer en e-mailadres van een contactpersoon. De informatie die in de nieuwsbrief wordt opgenomen is openbaar. (Na realisatie van het CJG kan de nieuwsbrief blijven bestaan. De frequentie zal dan mogelijk liggen op 1 x kwartaal.) Ter ondersteuning van de bekendheid van de nieuwsbrief zal aan de teamleiding/management in de verschillende organisatie worden gevraagd de nieuwsbrief te agenderen op de teamoverleggen. In het nog op te stellen communicatieplan wordt aangegeven: ¾ ¾ ¾
de wijze waarop informatie wordt versterkt (wanneer, door wie, aan wie, waarover en hoe); de wijze waarop de professionals geconsulteerd worden (wanneer, waarover, wie, hoe); de wijze waarop resultaten teruggekoppeld worden aan de professionals (wanneer, waarover, door wie, aan wie en hoe).
25 augustus 2008
58