CHRISTELIJKE TOEKOMSTVERWACHTING: VELE WEGEN NAAR HET NIEUWE JERUZALEM? Studiedienst 8-1-2006 (nm) 1) INLEIDING. Er zijn van die onderwerpen waar christenen het maar niet over eens kunnen worden. En dan heb ik het over christenen die zich echt aan de Bijbel willen houden. Soms al eeuwen lang zijn er verschillen van mening en ze worden maar niet opgelost. Dan denk ik bv. aan de doop. Volwassendoop of kinderdoop? Ik denk aan de gaven van de Geest. Zijn ze er nog wel of zijn ze er niet meer? Een steeds terugkerende discussie. De plaats van Israël is een groot verschilpunt. Hoe te denken over het occulte, ook zoiets. En de toekomstverwachting hoort daar ook bij. Mn. de enorme verschillen die er op dat terrein zijn heb ik zelf altijd erg pijnlijk gevonden. Het heeft me ook gehinderd om er over te preken. Hoe kan ik over dat onderwerp preken met gezag terwijl lieve broeders en zusters daar zo anders over denken? Dan preek ik er maar niet over, heb ik lange tijd gedacht. Daar moet ik bij zeggen dat de heftigheid en de felheid waarmee er over dit onderwerp gesproken wordt mij ook altijd afgeschrikt heeft. Het lijkt wel alsof dit onderwerp in handen is van een geest van veroordeling en van neerbuigendheid. Ik ben bang dat de onderlinge verdeeldheid op dit punt wel eens een belangrijke oorzaak zou kunnen zijn van een gebrekkige verwachting van de glorierijke komst van de Here Jezus. En daar wil ik me toch ook weer niet bij neerleggen. Daarvoor is die verwachting te prominent aanwezig in mn. het NT. Ook in onze gemeente zijn de meningen verdeeld. En naar ik zo hoor is het gesprek erover niet echt gemakkelijk. Het lijkt erop dat we in een soort impasse zitten. Wat ik nu wil doen is een soort overzicht geven van een aantal mogelijke meningen. Misschien dat dat toch helpt om die impasse te doorbreken, als God het geeft. Het lijkt me nuttig dat we bepaalde gedachten wat kunnen plaatsen. Het lijkt me ook nuttig dat we leren met respect over andermans mening te spreken. Als we elkaar kunnen vinden in Christus dan moeten we bepaalde opvattingen in elkaar kunnen verdragen, zo is het toch? Ik ben zelf opgegroeid in de gereformeerde traditie en voor wat dit onderwerp betreft voel ik me daar voor een belangrijk deel nog steeds in thuis en voor de rest trouwens ook. En dan gaat het niet alleen maar over bepaalde opvattingen die je dan over de eindtijd hebt maar meer nog over een bepaalde manier van Bijbellezen. Steeds weer als ik met andere meningen te maken krijg, denk ik bij mezelf: ik wil best proberen zo te denken als jij maar het lukt me niet. Ik moet mezelf daarvoor geweld aandoen. Ik zou zo anders moeten gaan Bijbellezen en ik ben er niet van overtuigd dat dat werkelijk moet en kan. Juist die manier van Bijbellezen is het belangrijkste verschilpunt. Dat maakt het ook zo heftig, denk ik. Ik lees daar niet wat jij leest. Enorm verdrietig kan ik dat vinden. Het vergroot ook de behoefte om te peilen: we vinden elkaar toch wel in Christus? Moet dat maar niet genoeg zijn? Dat zijn zo wat opmerkingen ter inleiding.
1
2) CHILIASME. Ik wil nu drie visies gaan schetsen op de toekomst, vooral dan vanuit Bijbelgetrouwe hoek. Tot slot wil ik dan straks nog mijn eigen visie laten zien waarbij ik meen voor een belangrijk deel in de gereformeerde traditie te staan. Een bekende stroming is allereerst het chiliasme. Chilias betekent duizend en verwijst dan ook naar het duizendjarig rijk uit Op.20. Even kort waar deze leer op neer komt. Echt globaal want er zijn vele varianten. In grote lijn verwacht men vlak voor of na een heel moeilijke tijd, de grote verdrukking, dat de gemeente van Christus van de aarde weggenomen zal worden en vervolgens voor een bepaalde tijd in de hemel verblijft. Tegelijk komt Jezus terug, Zijn eerste wederkomst, en dan breekt er een tijd aan van grote welvaart, gerechtigheid en gehoorzaamheid hier op aarde. En dat is dan het duizend-jarig rijk, het Vrederijk. Het volk Israël zal in die tijd massaal tot geloof komen en vervolgens als zendelingen de wereld rondtrekken en velen tot Christus brengen. Al die tijd is er vrede en rust. De satan is gebonden. Jezus Zelf regeert samen met de Zijnen. En aan het eind van die tijd, die letterlijk duizend jaar zal duren, wordt de satan losgelaten, er vindt een laatste strijd plaats, de satan wordt definitief verslagen, het laatste oordeel zal plaatsvinden, de wereldbrand en dan Gods eeuwige Koninkrijk. Dat is zo’n beetje het scenario. Een aantal kenmerken vallen op. Allerlei beloften uit de Bijbel worden bij voorkeur zo letterlijk mogelijk uitgelegd. Men moet niet veel hebben van vergeestelijking, niet van Bijbelteksten maar ook niet van het heil zelf. Het is allemaal heel concreet, heel aards, heel werkelijk. Het chiliasme weet dan ook steeds weer mensen enthousiast te maken, vurige verwachters van Christus zijn het vaak. Juist door de concreetheid en de eenvoud is het bijzonder aantrekkelijk. Kenmerkend is ook dat er twee wederkomsten verwacht worden. Eerst als de gemeente opgenomen wordt. En dan later bij de eindstrijd en het laatste oordeel. Een belangrijke rol speelt een bepaalde uitleg van Op.20 maar ook van 1Kor.15 (23vv) en 1 Tess.4:17. Het chiliasme is een oud verschijnsel in de kerk. Het is niet de hoofdstroom, nooit geweest ook maar je kunt best zeggen dat er in de kerkgeschiedenis altijd wel vormen van chiliasme zijn geweest. Een voorbeeld daarvan is de bekende kerkvader Irenaeus, die leefde eind tweede eeuw. Hij schreef het volgende: na zesduizend jaar wereldgeschiedenis zal de eerste opstanding plaatsvinden en dan zal de rust van het zevende duizendtal aanbreken. Een buitengewoon vruchtbare tijd. Jeruzalem zal herbouwd worden. En zo kunnen we alvast gewend raken aan de eeuwigheid daarna. Ernaar toegroeien. Aldus Irenaeus. Het zou best kunnen zijn dat historisch gezien het chiliasme teruggaat op Joodse Bijbeluitleggers, rabbijnse commentaren. Tegenstanders hebben het dan ook vaak, nogal smalend vind ik, over Joodse dromerijen.
2
Iemand als Augustinus is eigenlijk meer de vertegenwoordiger van de hoofdstroom. In zijn gedachten is het duizendjarig rijk al begonnen nl. in de kerk. De eerste opstanding is de wedergeboorte (Joh.5:25). De binding van de satan wil zeggen dat hij belemmerd wordt in zijn macht nl. door de aanwezigheid van de kerk in deze wereld. Deze opvatting heeft grote invloed gehad en nog steeds wel. Natuurlijk ontaardde het chiliasme ook wel eens. Ook al heel lang zijn er meer sektarische groepen geweest. Het Montanisme bv. uit de begintijd, de doperse radicalen van Munster met Jan van Leiden en zo uit de tijd van de Reformatie, de Taborieten in Bohemen. Dat waren dan vaak mensen die actief mee wilden helpen aan de komst van het Rijk. De goddelozen moeten omgebracht worden. We moeten meehelpen om het Koninkrijk te vestigen. Dat zijn dan de revolutionairen. Aan de andere kant heb je juist ook weer mensen die een zeer teruggetrokken bestaan leiden, zich zelfs zoveel mogelijk terugtrekken uit deze wereld, wachtend op de datum die al dan niet uitgerekend is, eventueel alvast gaand naar de plaats waar Jezus verwacht wordt. Dit zijn echt extremen en dat laat ik nu verder zitten. Mn. vanaf de negentiende eeuw is het chiliasme weer wat sterker geworden. En dan noem ik iemand als Izaäk da Costa maar ook het Adventisme. Vooral bij dat Adventisme vond en vind je heel sterk de gedachte van de nabijheid van het einde en ook de voorspelbaarheid daarvan. Tegenwoordig is het chiliasme wijd verbreid in de Pinksterbeweging en in grote delen van de evangelische beweging. Met alle varianten van dien. 3) DISPENSATIONALISME. Een belangrijke variant is die van het zg. dispensationalisme. Daarbij moet de naam genoemd worden van Darby, de grondlegger van het Darbisme, in Nederland de Vergadering van Gelovigen. Hij leefde in een groot deel van de negentiende eeuw. Kenmerkend voor het dispensationalisme is de zg. bedelingenleer. Dat wil zeggen: Er zijn in de geschiedenis drie bedelingen of dispensaties te onderscheiden. Er was de oude bedeling, samenvallend met het OT. Er was de nieuwe bedeling, die van de kerk, het NT en later, en daarna zal nog de bedeling van het Koninkrijk komen, het duizendjarig rijk. Die middelste bedeling, de onze dus, is in feite, in die opvatting, een intermezzo, iets tijdelijks, iets dat niet helemaal de bedoeling was. Oorspronkelijk was het nl. Gods bedoeling dat Israël onder de regering van de Messias zou leven. Maar toen bleek dat het volk Hem verwierp. En daardoor kwam de tijd van de gemeente, de NT-kerk. Het feit dat het evangelie aan de heidenen gebracht wordt is te danken aan de afwijzing door de Joden. En dat is zozeer een onbedoelde tussenfase dat de kerk eigenlijk nauwelijks voorkomt in de OT-profetieën. Daar gaat het vooral over Israël. Ik laat een weergave van deze leer nu verder zitten omdat het grotendeels lijkt op het chiliasme. Iemand die deze leer tot in de finesses heeft uitgewerkt en toegepast is de bekende Amerikaan Hal Lindsey. Centraal ook hier weer de letterlijke verklaring van de profetieën, de opname van de gemeente en de twee wederkomsten van Jezus.
3
Maar het meest belangrijk zijn die drie bedelingen. Je moet dan denken, zoals ik al zei, aan Rom.11 waar gezegd wordt dat de val van Israël de redding voor de heidenen betekende. Omdat Israël het heil eerst verwierp kon nu het evangelie naar de heidenen. Maar vervolgens wordt aan de heidenen de opdracht gegeven om Israël tot jaloersheid te wekken. En dat dat dan ook effect zal hebben. Dan krijg je inderdaad het idee dat de heidenen er bijgekomen zijn en een middel zijn in Gods hand maar uiteindelijk draait het allemaal om Zijn volk Israël. De omweggedachte. Persoonlijk zie ik daar tegenover de belofte aan Abraham staan, die ook in Hd.3 door Petrus aangehaald wordt met Pinksteren. Via Abraham gaat de zegen naar alle volken. Dus eerst Abraham en het volk Israël en dan de wereld. In Israël koos de Here vaste voet op aarde maar om vervolgens door te lopen naar heel Zijn schepping. Tot zover het dispensationalisme. Een nog steeds zeer invloedrijk gedachtegoed. 4) Dan het GEDEELTELIJK CHILIASME. Je vindt dat vooral in de meer piëtistische stroming sinds de Reformatie. Dus denk dan aan de Puriteinen in Engeland en Noord Amerika en in Nederland de Nadere Reformatie. Bv. iemand als à Brakel, één van de zg. oude schrijvers. Kenmerkend voor deze visie is de verwachting van een bloeitijd van de kerk. Niet zozeer een duizendjarig rijk dus maar meer een langdurige Opwekking aan het eind van de tijd. Een geestelijk zeer hoogstaande tijd waar de Heilige Geest krachtig zal werken. En in die tijd, en dat is het tweede kenmerk, in die tijd zal Israël massaal tot bekering komen o.g.v. Rom.11. Na die bloeitijd zal er een tijd van afval zijn, strijd, vervolging en dan het laatste oordeel. Dit is wat je noemt een gedeeltelijk of ook wel kerkelijk chiliasme. Een heel aparte variant hiervan vind je vooral in Amerika waarbij die verwachte bloeiperiode eigenlijk als vanzelf overgaat in de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Een sterk vooruitgangsgeloof is dat. Het Koninkrijk verbreidt zich geleidelijk over de wereld, het kwaad zal steeds meer teruggedrongen worden en als Jezus dan terugkomt zal Hij een grotendeels gekerstende wereld aantreffen. Alle volken zijn dan tot discipelen gemaakt. Wat voor ons vooral van betekenis is is dat dat kerkelijk chiliasme ook vandaag te vinden is in de meer bevindelijke kringen. Vandaar ook dat daar vaker aandacht en liefde is voor Israël. Men heeft hoge verwachtingen van wat daar gebeuren zal. Als daar de eerste tekenen van bekering te zien zijn dan betekent dat het begin van die grote bloei voor de kerk over de hele wereld. Ik zei al, mn. Rom.11 speelt daarbij een belangrijke rol. Dat wordt dan uitgelegd als eerst een tijd van verharding voor Israël, ze willen niet, ze nemen het evangelie niet aan. Dan gaat de volheid der heidenen binnen en dan staat er: “aldus zal gans Israël behouden worden.” (26). En eigenlijk leest men dat als: daarna zal gans Israël behouden worden. Je kunt dit ook anders uitleggen. Je kunt ook zeggen dat Paulus wil duidelijk maken dat Israël zeker niet achtergesteld zal worden bij de christenen uit de heidenen. Ook uit de Joden zullen mensen tot geloof komen, net zo goed als uit de heidenen.
4
En net zo goed als niet alle heidenen zullen binnengaan zo zullen ook niet alle Joden binnengaan. De volheid der heidenen en het ganse Israël, dat wil dan niet zeggen het totaal maar meer het bepaalde getal, dat wat God voor ogen heeft. Zo kun je het ook lezen. Tot zover drie visies op de toekomst. Nu wil ik kort weergeven hoe ikzelf de Bijbel in deze dingen heb leren verstaan. 5) OPENBARING en PROFETIE. Een belangrijk punt bij het vormen van een beeld van de toekomst is de uitleg van het boek Openbaring en trouwens van de profetie in het algemeen. Ik zei al steeds dat tot nu toe een letterlijk lezen en verstaan van de profetieën een belangrijke rol speelt. En het is maar de vraag of je ze daarmee recht doet. Wat is de aard van de Bijbelse profetie? Moet je dan inderdaad denken aan goddelijke mededelingen over de toekomst? Is dat kenmerkend voor profetie? Wat dat betreft is van belang wat Jezus Zelf zegt over de laatste dingen. Mk.13 bv. de rede over de laatste dingen. Opvallend is dat Hij daarin benadrukt dat ook Zijn eigen kennis over het einde beperkt is. Ook de Zoon weet het niet. Je kan je dat haast niet voorstellen maar Hij zegt het wel. Zijn kennis is beperkt. Het lijkt mij dan ook niet zo dat Hij daar meedeelt vanuit Zijn alwetendheid maar dat Hij daar verkondigt als Profeet. Precies zoals de bedoeling van de profetie altijd al is geweest. Niet mededeling allereerst maar verkondiging. Niet dat elke mededeling ontbreekt. Dan zou het in feite allemaal komen te zweven, los van de werkelijkheid komen te staan. Dan gaat het niet meer om een concrete verwachting maar meer om het idee van verwachting. Natuurlijk zijn er elementen die een voorspellend karakter hebben maar daar ligt niet de nadruk op bij profetie. De nadruk ligt op het vermaan. Vertroosten en vermanen. Het weer bij de les halen. En zo zie je bij de profeten nogal eens dat een bepaalde concrete gebeurtenis, bv. een verschrikkelijke sprinkhanenplaag, dat die aanleiding is om nog weer eens te waarschuwen voor de dag des Heren. En precies zo zie je in Mk.13 dat Jezus de komende verwoesting van Jeruzalem, die Hij dus wel degelijk voorzegt, een mededeling, dat Hij die aangrijpt om Zijn discipelen te wapenen voor de toekomst in z’n geheel. Dat is een kenmerk van Bijbelse profetie. Dit noemen we in de Schriftuitleg ook wel het samenvattend karakter of het profetisch perspectief. Gebeurtenissen die op allerlei momenten in de toekomst zullen gebeuren worden samengenomen. Niet om netjes chronologisch te vertellen hoe het allemaal zal gaan maar meer om de herkenbaarheid van Gods daden te benadrukken en een reactie uit te lokken. Let op als Hij zo en zo handelt, je zult dat steeds weer tegenkomen en wees dan waakzaam. Het samenvattend karakter. En m.i. vind je dat ook in het boek Openbaring. Hoe steeds een heel lange periode wordt samengenomen, samengebald in één profetie, één visioen in dit geval. De zeven zegels, de zeven bazuinen, de zeven plagen, steeds over dezelfde periode maar met een andere invalshoek. En daarna nog zeven visioenen over het einde. En dan volgt in die visie dus Op.20 over het duizendjarig rijk niet chronologisch na Op.19 maar dan is het weer een nieuw aspect van hetzelfde.
5
Dat is een nogal ingrijpend verschil in de manier van lezen. En als ik eerlijk ben: ik kan niet anders. Zo denk ik dat de profetieën gelezen willen worden. Verkondigend en samenvattend. Daar komt het eigenlijk op neer. En dat nodigt dan dus niet zozeer uit tot het uitpluizen van hoe het allemaal zal gaan maar meer tot vertrouwen, waakzaamheid en geloof. 6) EEN POGING Tot slot wil ik een poging wagen weer te geven hoe ik zelf tegen de eindtijd aankijk. Dr. J.Hoek heeft vrij onlangs een boek geschreven met de titel: Hoop op God. Zijn boek getuigt van grote wijsheid, groot respect voor de diverse opvattingen en ik geloof dat hij in belangrijke mate recht doet aan de uiteenlopende bijbelse gegevens. De kerk is eigenlijk altijd wel vrij sober en voorzichtig geweest als het om de eindtijd gaat. Vermeden is om een eindtijdscenario te ontwikkelen tot in allerlei details. Ook is vermeden om te denken in termen van voorspelbaarheid. De komst van Jezus is en blijft niet te voorspellen. Als een dief in de nacht. Wat Hoek naar voren brengt is dat er in de geschiedenis twee fronten te ontdekken zijn. Je ziet het gebeuren dat aan de ene kant Jezus overwinningen boekt, dat Hij mensenharten verovert, dat Hij invloed heeft in de werkelijkheid door Zijn Geest. Dat is het ene front. Daarnaast is er het andere front van de satan. De satan heeft af en toe grote ruimte. Hij heeft regelmatig de gelegenheid veel kapot te maken, veel hopeloosheid te verspreiden, mensen te verleiden, te verwarren. Twee fronten. Het front van Christus die alle macht heeft in de hemel en op de aarde. Hij regeert door Zijn Geest. En het front van de satan die ook de overste van deze wereld wordt genoemd. Tot aan het einde toe zullen deze twee fronten wisselen, zoals in Ex.17 wanneer Israël strijdt tegen Amalek. Als Mozes zijn biddende handen laat zakken verliest het volk en als hij ze opheft is het aan de winnende hand. Er zijn tijden van verademing en tijden van verdrukking. Er zijn tijden van opleving en tijden van verval. Nu hier, dan daar. Je zou kunnen zeggen dat twee gebeurtenissen van de eindtijd een schaduw vooruit werpen en dat zijn de grote verdrukking en het vrederijk. Tijden van verval en tijden van opleving. Waarbij de boodschap van het evangelie is: Jezus heeft het laatste woord. Op zich trekt mij deze gedachte wel aan maar ik geloof dat je op grond van de gegevens uit de Bijbel niet ontkomt aan een zekere ordening van de geschiedenis. Eerst dit dan dat. Jezus kwam bv. in de volheid van de tijd (Gal.4:4). De mens der wetteloosheid van 2Tess.2 openbaart zich ook op zijn tijd. En zo zijn er meer momenten aan te wijzen die wel degelijk een structuur aangeven. De geschiedenis heeft een structuur en daar weten we toch wel degelijk iets van. Om te beginnen spreekt de Here Jezus over het begin van de weeën. Dit is het einde nog niet maar het doet er wel sterk aan denken. Laten al die verschrikkelijke dingen die zullen gebeuren je niet verontrusten maar laten ze je doen denken aan de wederkomst. Het zijn tekenen dat de wederkomst op handen is. Het begin der weeën. Vergelijkbaar met wat Paulus noemt het geheimenis der wetteloosheid dat reeds in werking is (2Tess.2:7) of met wat Johannes zegt: er zijn nu al vele antichristen (1Joh.2:18).
6
En dan krijg je een volgende fase, dus eerst de fase van het begin van de weeën . En dan zal de grote verdrukking aanbreken waar Jezus over spreekt in de rede van de laatste dingen. Een heel moeilijke tijd voor de dan levende gelovigen. De Antichrist zal opstaan, een mens met enorme macht en invloed en met religieuze allure. Dat lijkt mij dezelfde als de mens der wetteloosheid waar Paulus over spreekt. Een volstrekt goddeloze tijd. De druk zal zo groot zijn dat er een grote afval zal plaatsvinden. Mensen verliezen hun geloof. Mensen die niet geworteld zijn in Christus. En als die tijd niet verkort wordt zouden zelfs de uitverkorenen afvallen. Dit is de grote eindstrijd. Dus naar mijn idee niet letterlijk een oorlog maar een geestelijke strijd die net zo goed slachtoffers zal maken. En dan komt Jezus terug om te verlossen en te oordelen en dan de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waar het uiteindelijk allemaal om te doen is. Christus heeft het laatste woord in de geschiedenis. Daarbij groeit bij mij ook de gedachte dat er inderdaad voor het volk Israël nog een speciale toekomst te verwachten is. Dat ook daar de macht van Jezus uiteindelijk het laatste woord zal hebben. Ik geef toe dat ik me nu vooral op het NT baseer maar daar heb ik m’n handen al vol aan gehad. Dit beeld komt volgens mij daaruit naar voren en het lijkt me verstandig om zo te gaan teruglezen in het OT. 7) TOT SLOT. Als we het hebben over de toekomst dan doen we er goed aan ons niet te laten verleiden tot speculaties. Probeer zo dicht mogelijk bij de Bijbel te blijven, al is het dan zo dat er verschillende manieren van lezen zijn. En ook moeten we opletten dat we ons niet al te zeer laten verzwakken door onderlinge verdeeldheid. Jezus roept op tot waakzaamheid. Dat blijft toch het belangrijkste punt als het om de wederkomst gaat. Hij roept op tot heiliging. Zorg dat je stevig staat. Zorg dat je toegewijd bent. Het komt immers op volharding aan. Ook al zo’n woord dat veel in verband met de wederkomst gebruikt wordt. Volharding. Ook roept de Bijbel op om vertrouwen te hebben. Om het werk van God te herkennen en dan niet te vergeten dat Hij er is en dat Hij de geschiedenis regeert met Zijn verlossing maar ook met Zijn oordelen. Laat je niet meeslepen door de dingen die in deze wereld gebeuren, door de macht van de satan, blijf standvastig en vooral, zoals Petrus schrijft: groei in de genade en in de kennis van onze Here en Heiland (2Petr.3:18). Dat is de waarschuwing waarmee Petrus n.b. een gedeelte over de toekomst besluit. Wat is met het oog op de toekomst het meest belangrijke: Groeien in de genade en in de kennis van de Here Jezus. Daar moet onze energie vooral in gaan zitten. AMEN
7