[thema/chapeau] Event design [kop] De macht van de massa
[auteur] Chris Reinewald
[intro] Iedere vorm van ‘event design’, massaspektakel, gaat gepaard met manipulatie. Die wordt teweeggebracht door de vormgeving in twee, drie en vier dimensies (tijd); ook in dit multimediale tijdperk. Een cultureel-historische schets.
[tekst] Vlaggendragers, vaderlandse liederen, het afschieten van een kanon en het lossen van duiven. Daarna vervolgde de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Amsterdam, tachtig jaar geleden, met het ontsteken van de Olympische vlam. Hiervoor draaide een ambtenaar van het GEB eenvoudigweg een gaskraan open. Even na het oplaaiend vuur weerklonk bazuingeschal en applaus, terwijl de atleten op het middenveld met geheven arm een soort fascistengroet brachten. Echt veel meer om het lijf had het event design van de Olympische Spelen eigenlijk niet, al vonden calvinistische criticasters het al veel te bombastisch. Het ontsteken van het Olympisch vuur sloeg echter aan en werd na Amsterdam zelfs een vast ritueel bij de Spelen. Massarituelen ontrollen zich vaak in stadions. Dat is al zo sinds de Griekse en Romeinse oudheid. In samenlevingen waar het collectief meer en het individu minder telt versterken gezamenlijk uitgevoerde of ondergane spektakels de saamhorigheid. Event design is meer dan alleen ruimtelijke vormgeving, het vereist ook organisatie en tijd. Daarbij helpen vaste rituelen, zoals bij sport of religieuze, politieke of sociale ceremonies – doop, huwelijk, uitvaart – die van zichzelf al structuur bieden.
Geestdriftig volk De sportarena is de oerverschijning van de massa, stelde cultuurfilosoof Elias Canetti in zijn standaardwerk Masse und Macht (1960). “Binnenin de arena
bouwt men een menselijke muur. Alle aanwezigen keren de rug toe naar de stad, zijn regels, gewoontes en hun bezigheden […] De massa moet zich immers naar binnen ontladen.” Canetti onderscheidt verschillende relaties tussen macht en massa: “Een rijkaard verzamelt hopen en kuddes. Een beroemdheid verzamelt koren die zijn naam scanderen. Een machthebber verzamelt mensen.” Fakkels horen bij uitstek bij de meute die zich achter een vooropgezet doel schaart; het afzetten van een staatshoofd bijvoorbeeld. Met illuminatie, lichtjes die een omgeving opvrolijken paait de machthebber op meer vriendelijke wijze zijn onderdanen. In de roman Woutertje Pieterse (1862-74) beschrijft Multatuli een koninklijk bezoek aan Amsterdam, opgetuigd met de nodige “ullimanatie”. “Tweehonderdvijftigduizend vetvlammen zouden de geestdrift van het volk verkondigen… vurige tongen die zouden roepen hosiannah? […] Er was praal, pracht en pronk. Er was drukte. ’t Volk heeft iets van kinderen die zich verheugen.. in alles wat hurry en bereddering veroorzaakt […] en zet het domme gezicht dat bij zulke gelegenheden gebruikelijk is.” De wortels van het moderne massamanipulerende event design liggen in het Nazi-Duitsland van na 1931, waar partijbijeenkomsten in Neurenberg dankzij film als vierde dimensie – een beweging in de tijd – de eerste politieke mediaspektakels werden. Ze werden ontwikkeld door Albert Speer en Leni Riefenstahl. Voor een 1 mei-evenement transformeerde de architect Speer het Berlijnse vliegveld Tempelhof van “een decor voor een schietwedstrijd in de provincie” tot een even spectaculair als ceremonieel landschap. Hij hing enorme hakenkruisvlaggen van zestien meter lang op een met filmlampen belicht podium. Daarop stond de spreker, Adolf Hitler, hoog verheven en op grote afstand van de massa. Zijn gestalte badend in het licht. Het overweldigende effect laat zich raden. Speers aanpak bepaalde de iconografie van de Nazi’s. Maar een dergelijk evenement is niet statisch. Het speelt zich immers af tijdens een bepaalde tijdspanne en moet daarom geregisseerd worden. De cineaste Leni Riefenstahl filmde in haar onverbloemde Nazi-propagandafilm Triumph des Willens (1935) de historische massascènes die de Nazi-bombast kenmerken. Vanuit de hoogte zoomt haar camera in op een vlakte met drie gigantische swastikavaandels achter militair opgestelde mensenmassa’s. Hun ogen zijn gericht op een eenzame figuur die over het middenpad naar voren marcheert.
Deze setting werd de nieuwe maatstaf, die ook de Nederlandse NationaalSocialistische Beweging tijdens haar kleinere landdagen en partijbijeenkomsten toepaste. De massa kijkt op naar een individu en scandeert zijn naam. Aan ‘Triumph’ ging een kortere propagandafilm vooraf: Sieg des Glaubens (1934) die Riefenstahl op de partijdag van 1933 opnam. Omdat zij hier de handelingen volgde en niet naar haar hand kon zetten kreeg zij rommelige scènes. Mensen bewogen zo ongedisciplineerd dat de eerst nog triomfantelijk schrijdende Führer in de massa vastliep. Weg verheffend effect. Dat euvel voorkwam Riefenstahl door de volgende partijdag en daarmee haar film vanuit een scenario te regisseren.
[tk] Tijdgeest Voor Nederland zijn massaspektakels gauw een maatje te groot. Dit ondervond de toneelregisseur Carel Briels (1918-83) die direct na WO II in stadions spektakelstukken organiseerde. Zelf noemde hij ze gedramatiseerde demonstraties. In 1949 maakte hij in het Amsterdams Olympisch Stadion voor een goed doel het stadionvullende Ganzenbordspel. Onder hoorngeschal van de hoofdstedelijke politie paradeerden als Indiaan of Chinees verklede kinderen, tweehonderd padvinders op een autoped, een hoogbejaarde heer in draagstoel, Surinaamse vrouwen met cacaoproducten, Alkmaarse kaasdragers, een reusachtige bijenkorf, olifanten, koetsen met pony’s, voorts enige luxe automobielen. Of dit nog niet genoeg was vloog halverwege het ganzenborden een vliegtuig laag over. Hoorbaar voor het publiek wisselde de piloot enkele woorden met organisator Briels. Die maakte zijn reputatie als de Nederlandse Cecil B. de Mille (maker van Amerikaanse, vroeg twintigste-eeuwse spektakelfilms) in 1952 andermaal waar met het waterballet ‘Aquamarijn’. Hiertoe liet hij het (eerste) RAI tentoonstellingsgebouw vol lopen met 1,2 miljoen liter water waarover voor 1400 kubieke meter aan hout werd gelegd. Lampen aan de bogen van het gebouw belichtten aanzwemmende badnimfen die vadertje Rijn voorttrokken op feeërieke wijze. Na vergelijkbare licht-en klankspelen in Apeldoorn werd de gedramatiseerde herdenking van de slag van Waterloo in 1968 ook Briels’ ondergang. Net als bij Napoleon verstoorden slagregens zijn strategie.
Briels miste evenveel vormgevingstalent als hij aan organisatievermogen bezat. Daarnaast ontging hem de veranderende tijdgeest. Het jaar 1968 vormde een waterscheiding tussen de gezagsgetrouwe, oudere generatie en jongere antiautoritairen, de provo’s. Zij hadden aan patriottisme geen boodschap en schiepen hun eigen spontane happenings op straat. Krenten uitdelend bij Het Lieverdje op het Amsterdamse Spui. Absurd, maar als actiemiddel effectief. Verbeelding aan de macht. Ook bij het burgerlijk deel der natie dat zich thuis met tv-shows amuseerde. Toch werd Briels’ aanpak node gemist bij de opening van de Amsterdamse Arena in 1996, een totaalspektakel met Trijntje Oosterhuis in sleepjurk, als los zand uiteenviel.
[tk] Vuur, water en aarde Commerciële events op vakbeurzen vervangen in het Westen steeds meer het politieke spektakel, zo bewijst een recent overzichtboek.* Een Duitse directbank die via internet actief is, maakt zich zichtbaar door loungeruimtes met duizend ijsblokken van 145 kg in te richten. Het ijs symboliseert transparantie richting klant. Illuminatie krijgt vorm in lichtwanden met 400 individueel te besturen lichtpixels. Daartegenover wakkeren oerinstincten aan bij de monumentale houtconstructies die neo-hippies iedere zomer in de woestijn van Nevada bouwen tijdens het Burning Man Festival. De Burning Man wordt na voltooiing aan de vlammen prijsgegeven. In Nederland kregen uitvaarten van beroemdheden als Manfred Langer en Pim Fortuyn een actuele invulling als persoonlijk en tegelijk publiek event. Voor zijn uitvaart in 1999 werd cultureel ondernemer Peter Giele in een open kist, begeleid door vuurspuwende kanonneerboten, over de Amstel naar de begraafplaats Zorgvlied gevaren. Men volgde een eigen ritueel, begeleid door beeldend kunstenaar/alternatief uitvaartverzorger Walter Carpay, met (het heilig) vuur van kanonneerboten als bindmiddel. Dankzij concertorganisator Mojo kreeg volkszanger André Hazes, in september 2004, een overweldigende en perfect getimede media-uitvaart in de Arena. Alle vier ontwerpdimensies werden ten volle benut werden als was het een strak geleid stadionconcert. Stad en land keken live mee op tv. Toeschouwers waren deelnemers. Iedereen deelde dezelfde emotie of verbazing.
[tk] De scheiding tussen de mensenmassa in de arena en de stad bestaat nog amper. Zo speelden de openingsceremonies van de recente Olympische Spelen in China zich in de arena maar ook in Beijing zelf af. De overweldigende show werd ontworpen door filmregisseur Zhang Yimou alsof hij een veldmaarschalk was. Alle historische en actuele vormen van event design vielen erin samen. Invloeden van Leni Riefenstahl zo goed als de visueel tetterende tv-shows die de Chinese staats-tv op Oudejaarsavond uitzendt. Voor het gemak filmde Zhang enkele scènes al voor de daadwerkelijke ceremonie. In de arena fungeerden trommelaars met computergestuurde drums/lichtbakken als levende pixels. Al eerder vormden in Noord-Korea, China en de voormalige DDR en Sovjet-Unie mensenmassa’s bewegende taferelen en simpele animaties. Uiteraard speelde vuur in vele gedaantes de hoofdrol. Opspuitend vuurwerk. Een atleet, hangend aan een koord zoals in kungfu films onthulde al rennend met de Olympische toorts een horizontale schildering hoog boven in het stadion voor hij het Olympisch vuur ontstak. Zhang Yimou’s laatste spektakelfilm ‘The Curse of the Golden Flower’ zwolg in een even bespottelijke als steriele computeranimatie. Bij de Olympische openingsceremonie bliezen talloze figuranten het virtuele design juist weer leven in. De grootste massa bij dit spektakel bleef echter onzichtbaar. Die zat thuis voor de tv en keek ernaar.
* Event Design Ingo Schraut e. a. daab, Keulen, 2007 300 p, €49,95, ISBN-10 386654006X, ISBN-13 978-3866540064 Import Nilsson & Lamm, Weesp
Amsterdam 1928, de spelen in Nederland Paul Arnoldussen Uitgever Thomas Rap, Amsterdam 2008 Ppb, 208 p, €10,00
Leven en werk van Leni Riefenstahl Steven Bach:
Uitgeverij De Bezige Bij, Amsterdam, 2007 Ppb, 464 p,. € 24,95, ISBN 9789023426561