2 1 CD
blok 1
les 1 CD van het jaar
80 bekers
€ 15,-
Weet je het nog?
0,071
NU
0,07
L H OV IT E S
voor de helft van de prijs
0,7
0,71
0,007
VE S LOHIT
welk deel is meer? 2 of 34 ? 3
a
b
0
2 CD
Inwonertal
Hoeveel nog te gaan tot 100 000?
Alkmaar
94 455
Delft
95 090
5545 … 4910 …
Deventer
96 540
Sittard-Geleen
96 648
3460 … 3352 …
Leeuwarden
91 817
8183 …
Waar liggen de getallen? Het lijnstuk is precies 15 cm lang. Plaats de getallen 75 000 − 120 000 − 90 000 − 106 667. 50 000
3 CD
1
75 000
90 000
100 000 106 667
120 000
150 000
Zet op volgorde. Begin met het laagste inwonertal. Dordrecht
118 821
Ede
107 040
Emmen
108 589
Leiden
118 069
Zoetermeer
116 979
Zwolle
113 078
107 040 − 108 589 − 113 078 − 116 979 – 118 069 − 118 821
werkschrift
LB8a_B1L01.indd 1
blz. 2
maatschrift
blz. 2 en 3
computer
25-09-2009 09:19:53
les 2 1 CD
Beantwoord de vragen. Dit is het dashboard van onze auto, die 5 jaar oud is.
°C
3
blok 1 60
F
70
80
40
110
100
30
70
20
120 140
0 h mh
aa b
Hoeveel heeft de auto al meer gereden dan 50 000 km? 4365 km b De auto van de buurman heeft 2 keer zoveel gereden. Wat is die kilometerstand? 108 730 c Hoeveel kilometer zit onze auto nog van de 100 000 km af? 45 635 km
2 CD
3 CD
a
Reken uit. a Vul aan tot 100 000.
b Vul aan tot 120 000.
bd
c Vul aan tot 125 000.
Vul aan tot 200 000.
50 000 + 50…000
100 000 + 20…000
89 000 + 36…000
100 500 + 99…500
5 000 + 95…000
110 500 + 9500 …
124 124 + …876
123 456 + 76…544
Grote getallen.
110 201
134 005
109 987
142 308
76 803
129 100
133 081
106 373
98 995
99 515
aa b
Wat zijn de 2 kleinste getallen? 76 803 en 98 995 b Hoeveel verschillen de 2 grootste getallen? 8303 c Welke 2 getallen liggen wat grootte betreft in het midden? 110 201 en 109 987
4 CD
Welk getal ligt er het dichtst bij? Welk getal ligt het dichtst bij 5? Kies uit:
5,3
4,9
5,2
4,8
b Welk getal ligt het dichtst bij 7? Kies uit:
7,05
7,1
6,99
6,9
3,05
2 310
3,1
3 14
aa bc
5 CD
a
Welk getal ligt het dichtst bij 3 12 ? Kies uit:
Welk getal hoort erbij? a 2,5 2
3
b 2,6 2
3
werkschrift
LB8a_B1L01.indd 2
bd
c 2,9 2
3
blz. 2
2,25
2
3
computer
25-09-2009 09:20:03
4
C
1
les 3
blok 1
Weet je nog? 1 ha = 10 000 m2
Te koop: 3 recreatiewoningen met een stuk bos. Bij elke bungalow hoort een stuk bos van ongeveer 1 hectare. Bij welke bungalow hoort het grootste stuk bos? bungalow 2 1 9513 m2 2 10 836 m2
151 m
129 m
63 m
3 9975 m2
133 m
84 m
75 m
Nu ga ik rekenen: 1 5 1 6 3 × 3 × 1 5 1 =
Even controleren: 150 × 60 = 9000. In elk geval 3 × 150 meer, en ik zit dicht bij 9513.
4 5 3
6 0 × 1 5 1 = 9 0 6 0 + 9 5 1 3
C
2
Reken uit op je eigen manier. Probeer eerst te schatten. b a 8 × 48 = 384 3 × 26 = 78 20 × 26 = 520 30 × 48 = 1440 23 × 26 = 598 38 × 48 = 1824
c
d 6 × 154 = 924 50 × 154 = 7700 56 × 154 = 8624
7 × 133 = 931 40 × 133 = 5320 47 × 133 = 6251
mpleet Geheel co 50 7 0 2 €
C
3
Geld lenen van de bank. Jelle koopt een nieuwe auto en moet daarvoor geld lenen. a Hoe oud is de auto als Jelle de lening heeft afbetaald? Bijna 5 jaar: 4 jaar en 11 maanden b Hoeveel betaalt Jelle in totaal als hij kiest voor optie 1? En voor optie 2 en 3? geleend bedrag
betalen per maand
looptijd
Totale kosten
optie 1
€ 5750
€ 115
59 maanden
€ 21 785
optie 2
€ 12 500
€ 250
59 maanden
€ 23 000
optie 3
€ 20 750
€ 415
59 maanden
€ 24 485
werkschrift
LB8a_B1L01.indd 3
blz. 3
maatschrift
blz. 4 en 5
computer
25-09-2009 09:20:04
les 4
C
C
1
a
Reken uit. a 4 × 19 = 76 40 × 19 = 760 13 × 26 = 338 13 × 38 = 494
2
b 8 × 36 = 288 30 × 36 = 1080 38 × 36 = 1368 47 × 18 = 846
Vergelijk en bereken. 1
blok 1 bd
c 2 × 132 = 264 60 × 132 = 7920 62 × 132 = 8184 42 × 154 = 6468
2
15 × 114 = 1710 52 × 114 = 5928 23 × 126 = 2898 58 × 126 = 7308
3
P
P
P
5
135 m 140 m 180 m
135 m
130 m
100 m
aa b
Hoeveel m2 is de eerste parkeerplaats? 18 000 m2 b Wat is de grootste parkeerplaats? En wat is de oppervlakte daarvan? 2: 18 225 m2 c Bereken de oppervlakte van de parkeerplaats die niet de grootste en niet de kleinste is. 3: 18 200 m2 d Hoeveel ha is elke parkeerplaats? 1: 1,8 ha; 2: 1,8225 ha; 3: 1,82 ha
3 CD
Hoeveel procent? 1 5%
2 20%
3 60%
4 80%
aa b 4 CD
a
Van welke strook is 20% gekleurd? 2 b Welke percentages horen bij de andere stroken? c Teken een strook die voor 35% gekleurd is. Tot midden tussen het 3e en 4e streepje.
Reken uit je hoofd. a 240 + 600 = 840 380 + 400 = 780 600 + 170 = 770 400 + 280 = 680
b 930 720 800 700
− − − −
800 = 130 600 = 120 450 = 350 620 = 80
c 2400 + 500 = 2900 2400 + 50 = 2450 2400 + 5 = 2405 240 + 50 = 290
werkschrift
LB8a_B1L01.indd 4
blz. 3
bd 2200 4100 9000 7000
− − − −
700 = 1500 800 = 3300 4500 = 4500 4200 = 2800
computer
25-09-2009 09:20:07
6
C
blok 1
1
les 5 herhalen
Uit elke provincie een grote stad. Friesland
Leeuwarden
91 817
Groningen
Veendam
34 513
Drenthe
Emmen
108 589
Overijssel
Zwolle
113 078
Gelderland
Arnhem
142 195
Utrecht
Amersfoort
136 999
Flevoland
Lelystad
71 447
Noord-Holland
Zaanstad
140 270
Zuid-Holland
Leiden
118 069
Zeeland
Middelburg
46 974
Noord-Brabant
Den Bosch
134 717
Limburg
Maastricht
120 175
aa b
Hoeveel inwoners hebben de 3 kleinste steden uit a Veendam 34 513, Middelburg 46 974 en het rijtje? Lelystad 71 447 b Welke steden hebben meer dan 100 000, maar b Emmen, Zwolle en Leiden minder dan 120 000 inwoners? c Welke 2 steden verschillen het minst in aantal c Arnhem en Zaanstad, 1925 inwoners? En hoeveel is dat verschil?
C
2
a b
C
3
a
LB8a_B1L01.indd 5
Hoeveel kopieën maak je? a Je kopieert 12 bladzijden 18 keer. 12 × 18 = 216 b Je kopieert 24 bladzijden 27 keer. 24 × 27 = 648 c Je kopieert 233 bladzijden 25 keer. 25 × 233 = 5825 d Je kopieert 381 bladzijden 28 keer. 28 × 381 = 10 668
Reken uit. Probeer eerst te schatten. a b 13 × 13 = 169 27 × 81 = 2187 14 × 18 = 252 15 × 123 = 1845 4 × 146 = 584 34 × 162 = 5508 30 × 146 = 4380 44 × 162 = 7128
c 51 × 143 = 7293 32 × 152 = 4864 43 × 119 = 5117 65 × 123 = 7995
bd 59 × 159 = 9381 47 × 346 = 16 262 63 × 408 = 25 704 75 × 490 = 36 750
25-09-2009 09:20:08
les 5 oefenen 4 CD
Hoeveel kosten de boodschappen? Kies het goede antwoord. a b
a
€ 1,98 € 0,48 € 1,49 € 2,49
TOTAAL:
€ .......
brood kaas vla ijstaart pizza pizza
TOTAAL:
1. € 6,50 2. € 7,50 3. € 6,44 4. € 8,00
5 CD
bd
c
GRUTTO
GRUTTO meloen komkommer hamburgers vleeswaren
7
blok 1
GRUTTO
GRUTTO
€ 0,99 € 5,40 € 1,25 € 2,26 € 2,24 € 2,24
koffie pizza wijn drinkyoghurt drinkyoghurt cola
€ 2,72 € 2,24 € 2,72 € 1,04 € 1,04 € 0,86
kroepoek cake chocopasta soep soep soep
€ 0,81 € 1,13 € 1,36 € 1,36 € 1,36 € 1,36
€ .......
TOTAAL:
€ .......
TOTAAL:
€ .......
1. € 14,00 2. € 14,28 3. € 14,38 4. € 13,37
1. € 10,62 2. € 9,62 3. € 10,52 4. € 9,54
1. € 8,38 2. € 7,28 3. € 7,38 4. € 7,48
Bepaal de oppervlakte. 1
3
2
5
4
aa b 6 CD
a
Wat is de oppervlakte van figuur 1? 12 b Welke figuren hebben dezelfde oppervlakte als figuur 1? 3, 4 en 5 c Wat is de oppervlakte van figuur 2? 9 d Hoe maak je van figuur 4 een rechthoek met dezelfde oppervlakte? Teken die. Rechthoek van 3 bij 4
Reken uit je hoofd. a 3 + 0,4 = 3,4 5 + 0,9 = 5,9 9 − 0,1 = 8,9 6 − 0,8 = 5,2
even snel
LB8a_B1L01.indd 6
b 0,4 + 0,3 = 0,7 0,4 + 0,6 = 1,0 of 1 1,3 − 0,7 = 0,6 2,8 − 1,2 = 1,6
blz. 32 - 35
verder
c 4 + 0,12 = 4,12 9 + 0,16 = 9,16 6 − 0,44 = 5,56 3 − 0,83 = 2,17
blz. 36 - 39
plus
bd 0,14 + 0,14 = 0,28 0,16 + 0,14 = 0,3 of 0,30 0,52 − 0,49 = 0,03 3,24 − 1,26 = 1,98
blz. 40 - 43
computer
25-09-2009 09:20:13
8
les 6
blok 1
C
1
De middellijn van een basketbal. De schaal is 1 : 5. Wat is de middellijn van de basketbal? 24 cm
C
2
Bereken de middellijn. De schaal is 1 : 5.
a Van de voetbal 22 cm
C
3
b Van de handbal 18 cm
c Van de volleybal 21 cm
De omtrek en de middellijn. Vul de tabel in. Deel de omtrek door de middellijn. Rond af op 2 cijfers achter de komma. de omtrek
de middellijn
de omtrek : de middellijn
basketbal
75 cm
voetbal
69 cm
24 … cm 22 … cm
3,13 … 3,14 …
handbal
56 cm
volleybal
65 cm
18 … cm 21 … cm
3,11 … 3,10 …
Wat valt je op? De omtrek is steeds ongeveer 3 keer zo groot als de middellijn.
werkschrift
LB8a_B1L06.indd 1
blz. 4
maatschrift
blz. 8 en 9
computer
25-09-2009 09:41:16
les 7
C
1
blok 1
9
Allerlei ballen.
aa b
De schaal van de tennisbal is 1 : 2. Wat is de middellijn in cm? 6,6 cm b Wat is de omtrek van de tennisbal ongeveer in cm? ongeveer 20 cm c De omtrek van de aarde is ongeveer 40 000 km. Schat de middellijn. 13 333 km, in werkelijkheid ongeveer 12 700 km
C
2
Ronde euromunten. Vergelijk de middellijn met de dikte. waarde
middellijn
dikte
waarde
middellijn
dikte
5 cent
21,25
1,67
50 cent
24,25
2,38
10 cent
19,75
1,93
1 euro
23,25
2,33
20 cent
22,25
2,14
2 euro
25,75
2,2
aa
Welke munt heeft de kleinste middellijn? 10 cent Welke munt is het dunste? 5 cent c Welke maat hoort bij de getallen? millimeter of mm d Hoe hoog is de stapel ongeveer als alle munten op elkaar liggen? 12 à 13 mm (12,65 mm)
ab b
3 CD
a
Reken uit. Let op de afronding. Gebruik je rekenmachine. a b
4 CD
a
€ 8,96 : 4 = € 2,24 …
€ 7,41 : 4 = € 1,85 …
€ 14,50 : 4 = € 3,63 …
€ 1,32 : 4 = € 0,33 …
€ 5,68 : 4 = € 1,42 …
€ 9,37 : 4 = € 2,34 …
€ 23,33 : 4 = € 5,83 …
Rond de geldbedragen af op 2 cijfers achter de komma. a b c € 25,342 € 25,34 € 104,061 € 104,06 € 0,758 € 0,76 € 40,556 € 40,56 € 9,408 € 9,41 € 0,8705 € 0,87
werkschrift
LB8a_B1L06.indd 2
bd
c
€ 5,00 : 4 = € 1,25 …
blz. 4
bd € 6,5049 € 6,50 € 107,5 € 107,50
computer
25-09-2009 09:41:20
10
C
1
blok 1
les 8
Hoeveel kan de stof krimpen? Gebruik je rekenmachine.
0,03 0
0,97 1
0,5
0% 3%
50%
.
0
100% 97%
Ik doe het zo: 3 × 4 9 5
=
d je af? f? Hoe rond 14,85 cm afgerond 15 cm
C
2
Wat moet je betalen voor het shirt? Hoe maak je een rekenstrook bij procenten? 15% korting
€ 8,29 of € 8,30
C C
3
4
5
Doe het nu zelf. Maak rekenstroken en reken dan met je rekenmachine. b 45% van 218 98,1 c 16% van 97 15,52 a 3% van 145 4,35
Hoeveel procent suiker zit er in de jam? Welke jam is het zoetst? 1 65% 2 56,25% 1
perzikjam inhoud 100 g suiker 65 g
werkschrift
LB8a_B1L06.indd 3
€ 9,7
blz. 5
d 84% van 97 81,48
3 50%
bessenjam inhoud 450 g suiker 225 g
aardbeienjam inhoud 400 g suiker 225 g
maatschrift
blz. 10 en 11
computer
25-09-2009 09:41:23
les 9
C
1
2
bedrag in euro’s
50%
25%
75%
10%
6%
23%
87%
a
24
b c
2,40
12 … …1,20
…6 …0,60
18 … …1,80
2,40 … 0,24 …
1,44 … 0,14 …
…5,52 …0,55
20,88 … …2,09
18 … …1,80
54 … …5,40
7,20 … 0,72 …
4,32 … 0,43 …
16,56 … …1,66
62,64 … …6,26
…1,20
…3,60
0,48 …
0,29 …
…1,10
…4,18
72
bd
7,20
b
36 … …3,60
4,80
…2,40
e
Hoeveel euro korting krijg je ongeveer? Rond af op hele euro’s. a €3 b €5
a
Nu 2 kor tin0g%
Nu 1 kor tin0g% 3 CD
a
b
a
€ 102,5
0
Nu 5 kor tin0g%
€ 25
€ 99,80
Nu 2 kor tin5g%
Welk deel halen ze uit hun spaarpot? Schrijf het als breuk en als percentage. a Niels heeft € 24 in zijn spaarpot. Hij haalt er € 6 uit. 14 of 25% b Jessica heeft € 20 in haar spaarpot. Ze haalt er ook € 6 uit. 103 of 30% c Samira heeft € 35 in haar spaarpot. Zij haalt er € 14 uit. 25 of 40% d Mourad heeft € 35 in zijn spaarpot. Hij haalt er € 15 uit. 37 of 42,9%
Reken uit. a 3 4
−
1 4
=
1 −
2 4
=
1 +
3 4
1 14 +
2 4
2 4 2 4
b 1 2 1 2
−
=1
2 24
1 28 −
1 4
= 1 34
1 48 +
= 1 34
1 11 +
of
bd
c 2 4
of
1 12
−
2 4
=
=1
1 13 −
2 4
=
1 2
=2
1 23 +
2 6
3 4
= 2 34
1 46 +
2 3
werkschrift
LB8a_B1L06.indd 4
bd
c € 51
€ 25,00
€ 29,00
4 CD
11
Reken uit. Let op de afronding.
a
C
blok 1
2 58 5 6
3 24 −
1 6
= 3 13
3 23 −
2 4
= 3 16
=2
2 68 +
1 2
= 3 14 of 3 28
= 2 13
1 34 +
3 6
= 2 16
blz. 5
computer
25-09-2009 09:41:28
12
C
les 10 herhalen
1
blok 1 a
Hoe krijg je een cirkel? a De strandbal heeft een middellijn van 50 cm. Hoe lang is de gele band ongeveer? 150 cm
b De wikkel om het blik is 32 cm. Wat is de middellijn van het blik ongeveer? Iets meer dan 10 cm
c De middellijn van de sinaasappel met schil is 73 mm, zonder schil 68 mm. Hoe dik is de schil? 2,5 mm
C
2
a
Reken uit. a
b
1% van € 700 1% van € 450
3
4
bd 7% van € 310 7% van € 155
€ 10 en € 8,50
€ 21,70 en € 10,85
De gordijnstof krimpt bij het wassen 5%. Hoeveel centimeter krimpt de stof per strook?
b
bd
c
lengte van de strook
1m
5m
10 m
12 m
120 cm
360 cm
250 cm
125 cm
krimp 5%
5 cm …
25 cm …
50 cm …
60 cm …
6 cm …
18 cm …
12,5 cm …
6,25 cm …
Korting. Reken de nieuwe prijs uit.
a b
LB8a_B1L06.indd 5
c 5% van € 200 5% van € 170
€ 80 en € 96
aa
C
Bram kan deze beuk tot de helft omarmen. Wat is de middellijn van de beuk? Ongeveer tweederde deel van de lengte van Bram; dat is ongeveer 1 meter.
10% van € 800 10% van € 960
€ 7 en € 4,50
C
bd
bedrag
50%
25%
75%
10%
5%
20%
40%
60%
a
€ 20
b
€ 25
€ 10 … € 12,50 …
€ 5 … € 6,25 …
€ 15 … € 18,75 …
€2 … € 2,50 …
€1 … € 1,25 …
€4 … €5 …
€ 8 … € 10 …
€ 12 … € 15 …
c
€ 48
€ 24 …
€ 12 …
€ 36 …
€ 4,80 …
€ 2,40 …
€ 9,60 …
€ 19,20 …
€ 28,80 …
25-09-2009 09:41:31
les 10 oefenen 5 CD
13
blok 1
Welke sommen hebben dezelfde uitkomst? Probeer zonder rekenmachine te rekenen.
aa
150 : 15
15 : 15
1500 : 15
15 : 1,5
b De uitkomst is 4.
12 : 3
13 : 0,3
1,2 : 0,3
1,2 : 0,03
120 : 30
c De uitkomst 3.
24 : 7
210 : 70
4,8 : 1,6
1,2 : 0,04
2,40 : 0,7
1,3 : 0,03
0,12 : 0,3
12 : 0,3
1200 : 300
1200 : 3000
bd 6 CD
De uitkomst is 10.
De uitkomst is 0,4.
1,5 : 1,15
Tel verder of terug.
aa
2897
2898
2899
2900
2901
2902
2903
2904
2905
b
19 998
19 999
20 000
20 001
20 002
20 003
20 004
20 005
20 006
2304
2303
2302
2301
2300
2299
2298
2297
2296
21 002
21 001
21 000
20 999
20 998
20 997
20 996
20 995
20 994
c
bd 7 CD
Welk antwoord is goed?
aa
40 × 23,4 =
936
93,6
9,36
9,36
b 5,06 × 65 =
3289
3,289
32,89
328,9
45
4,5
0,45
0,045
72,6
726
7,26
0,726
c 130,95 : 291 =
bd 8 CD
a
0,6171 : 0,085 =
Reken uit je hoofd. a 0,9 + 0,1 = 1,0 0,7 + 0,4 = 1,1 0,8 − 0,7 = 0,1 1,6 − 0,3 = 1,3
even snel
LB8a_B1L06.indd 6
b 1 + 0,2 = 1,2 5 + 0,8 = 5,8 3 − 0,3 = 2,7 10 − 0,9 = 9,1
blz. 32 - 35
verder
c 0,51 + 0,21 = 0,72 0,47 + 0,36 = 0,83 0,34 − 0,26 = 0,08 1,53 − 0,49 = 1,04
blz. 36 - 39
plus
bd 1,24 + 0,12 = 1,36 1,34 + 0,95 = 2,29 3,02 − 0,14 = 2,88 2,80 − 0,92 = 1,88
blz. 40 - 43
computer
25-09-2009 09:41:32