Business Monitor ‘Pensioen’ Opinieonderzoek onder directeur-grootaandeelhouders omtrent dga- en collectief pensioen
1
Inhoud
Pagina Inhoud
1
Inleiding
2
Algemene bevindingen
3
Samenvatting
5
Resultaten: dga-pensioen
8
Resultaten: collectief pensioen
11
Onderzoeksverantwoording
21
.
2
Inleiding
In opdracht van Grant Thornton heeft Intomart GfK in december 2010 een onderzoek uitgevoerd onder directeur-grootaandeelhouders (dga) naar pensioenen. In totaal zijn 152 dga’s van bedrijven met minimaal 10 en maximaal 250 werknemers ondervraagd. Een respondent wordt als dga gekenmerkt indien hij/zij ofwel directeur/directrice is ofwel indien hij/zij minimaal 5% van de aandelen van het bedrijf in bezit heeft.
De volgende aspecten zijn in dit onderzoek aan bod gekomen: 1. Pensioenregeling dga 2. Collectieve pensioenregeling werknemers
3
Algemene bevindingen
86% van de ondernemers ziet hun werkgeverspensioen wel degelijk als inkomen. Dit in tegenstelling tot het algemene beeld dat ze hun pensioen in eigen beheer hooguit als fiscale aftrekpost beschouwen. Dit blijkt uit de Grant Thornton Business Monitor ‘Pensioen’; uitgevoerd in december 2010 door Intomart GfK. Opmerkelijk, want slechts 14% van de ondervraagde directeur-grootaandeelhouders (dga’s) met 10 tot 250 medewerkers in dienst ziet pensioen in eigen beheer inderdaad als ‘slechts’ een fiscale aftrekpost. Daarmee staan de uitkomsten van het representatieve onderzoek haaks op recente rapportages aan de overheid die pleiten voor afschaffing van pensioen in eigen beheer, mede gebaseerd op genoemde aanname. Het nieuwe beeld van het werkgeverspensioen als serieuze inkomensvoorziening wordt verder nog bevestigd door andere resultaten uit het onderzoek. Zo heeft 54% het ‘risico vóór overlijden’ herverzekerd. Nabestaanden zijn op deze manier zeker gesteld van uitkering. Daarnaast houdt 91% bij of hetgeen op de balans voor pensioen gereserveerd is op de ingangsdatum echt aanwezig is om het pensioen uit te kunnen betalen. Controlemechanisme voor pensioenadvisering
Gekeken naar regelgeving omtrent pensioen in eigen beheer heeft een grote meerderheid moeite met de complexiteit en de hoeveelheid wijzigingen die plaatsvonden in korte tijd. De doelstelling van de overheid om de administratieve lastendruk met een kwart te verlagen, lijkt hier ver weg. Edzo Boven, hoofd pensioenadvies bij Grant Thornton: “Het onderzoek is ook aanleiding om als adviseur eens kritisch naar de praktijk te kijken. Zo komt naar voren dat 1 op de 5 dga’s niet door hun adviseur is medegedeeld dat de balansvoorziening gebaseerd is op fiscale grondslagen. En dat de feitelijke pensioentoezegging leidt tot een hógere voorziening dan op de balans is opgenomen. Trouwens, 16% is nog steeds niet op de hoogte van dit verschil. Het onderzoek biedt ook voor toezichthouder AFM interessante uitkomsten: 48% van de dga’s gaat er van uit dat hun adviseur checkt of de pensioen BV voldoende kan uitkeren op de ingangsdatum. Maar gebeurt dat ook echt? En waar gaat de adviseur van uit? De balansverplichting of de werkelijke verplichting? In de toekomstige wet- en regelgeving omtrent pensioenadvisering zou het opnemen van een controlemechanisme wellicht geen kwaad kunnen.” Risico op navorderingen niet gering
Werkgevers blijken – mogelijk onbewust – meer risico’s te lopen dan gedacht. Want bij de vraag of de onderneming bij collectieve pensioenen voor werknemers onderzoek doet naar de verplichte aansluiting van de onderneming bij een bedrijfstakpensioenfonds geeft een kwart een ontkennend antwoord. Echter, het risico op navorderingen door een ‘bovenmatig pensioen’ is hier volgens Boven niet gering. Zeker niet als men een collectieve regeling heeft bij een verzekeraar en toch
4
aangesloten dient te zijn bij een bedrijfstakpensioenfonds. De Business Monitor vroeg ook naar de bekendheid met de problematiek rond waardeoverdracht van verzekerd (collectief) pensioen. Hoewel 60% op de hoogte is van de problemen, is 35% zich van geen kwaad bewust. In 2010 leidden de regels omtrent waardeoverdracht tot het verplicht bijstorten van forse koopsommen door diverse ‘nieuwe’ werkgevers richting verzekeringsmaatschappij. Boven: “In 2011 is de schade beperkt door een rentevoetaanpassing, maar in 2012 zou daar wel eens verandering in kunnen komen.” Tijdbom onder onderneming
Een andere opmerkelijke uitkomst is dat veel werkgevers (49%) voor hun werknemers géén gebruik maken van afstandovereenkomsten voor de collectieve pensioenregeling. Boven is verbaasd: “Je kunt haast wel spreken van een tijdbom onder je onderneming. De kans op juridische claims van bijvoorbeeld nabestaanden van werknemers zonder afstandverklaring is aanzienlijk. Zonder afstandovereenkomst is de werkgever juridisch vrijwel weerloos. Overigens, afstandsovereenkomsten die wél getekend worden, zijn in de praktijk vaak erg summier. Ze zouden wel eens te mager kunnen zijn in het kader van de door de Pensioenwet voorgeschreven ‘goede communicatie’ vanuit de werkgever. Als een werknemer zich onvoldoende geïnformeerd of beschermd voelt, zijn juridische stappen niet ondenkbaar. Uit eerdere rechtbankprocedures is gebleken dat werkgevers helaas nogal eens aan het kortste eind trekken.” Werkgever houdt vertrouwen in pensioenstelsel
De Grant Thornton Business Monitor laat ook perspectief zien voor de werkgevers. Zo blijft de Nederlandse werkgever – ondanks de stevige deuk in het imago van het Nederlandse pensioenstelsel – veel vertrouwen houden. De verwachtingen omtrent de introductie van het Nationaal Pensioen Register per 6 januari 2011 zijn hoog te noemen. Van de 63% die bekend is met het register gaat 43% ervan uit dat werknemers een actievere rol gaan innemen, ofwel: meer gaan nadenken over hun toekomstvoorziening en daarin meer verantwoordelijkheid nemen. Verder denkt 32% dat werknemers hen zullen aanspreken over het ontvangen van minder pensioen dan ze voor ogen hadden. Met de verhoging van de pensioenleeftijd naar 66 jaar heeft een ruime meerderheid van de werkgevers (63%) geen problemen. Daarbij vindt een gelijk percentage dat de lastenverzwaring als gevolg daarvan door werkgever en werknemer samen gedragen dient te worden. En 12% van de werkgevers gaat nog verder qua solidariteit en stelt voor de lastenverzwaring geheel zelf te bekostigen.
“Geen gebruik maken van een afstandsovereenkomst voor de collectieve pensioenregeling is welhaast een tijdbom onder je onderneming.”
Edzo Boven Hoofd pensioenadviesgroep
5
Samenvatting
Uitkomsten opinieonderzoek naar dga-pensioen
• Dga’s zien pensioen voornamelijk als een inkomensvoorziening. • Dga’s van grote bedrijven (50-250 werknemers) zien pensioen relatief vaker als een fiscale aftrekpost dan dga’s van kleine bedrijven (10-50 werknemers). • Twee op de vijf dga’s vindt de regelgeving rondom hun pensioen te ingewikkeld. Men vindt dat er te veel regeltjes zijn en men snapt het niet. • Daarnaast vindt een derde van de dga’s dat er te veel wijzigingen plaatsvinden in korte tijd. • Het pensioen is veelal in eigen beheer verzekerd. Eén op de zeven dga’s geeft aan geen pensioen op te bouwen. • Ruim de helft van de dga’s die zijn pensioen heeft verzekerd, heeft het risico voor overlijden herverzekerd. • Bijna negen van de tien dga’s die hun pensioen hebben verzekerd hebben hiervoor een adviseur. Met name tussenpersonen/intermediairs en accountants worden hiervoor vaak genoemd. • Van de dga’s die hun pensioen (gedeeltelijk) in eigen beheer hebben, geeft ruim vier op de vijf aan zich bewust te zijn van het feit dat de balansvoorziening is gebaseerd op fiscale grondslagen en dat de feitelijke toezegging leidt tot een hogere voorziening dan op de balans is opgenomen. Een ruime meerderheid heeft dit van zijn adviseur vernomen. • Ruim negen van de tien dga’s die hun pensioen (gedeeltelijk) in eigen beheer hebben verzekerd geven aan dat ofwel zijzelf, ofwel hun adviseur bijhoudt of er op hun pensioen ingangsdatum voldoende vermogen is opgebouwd om pensioen uitgekeerd te krijgen (veelal de adviseur). • Ruim de helft van de dga’s die hun pensioen (gedeeltelijk) in eigen beheer hebben verzekerd geeft aan nog voornemens te zijn pensioen op te bouwen indien de mogelijkheid om dit in eigen beheer te doen wordt afgeschaft.
6
Uitkomsten opinieonderzoek naar collectief pensioen
• Ruim negen op de tien dga’s geeft aan een pensioenregeling te hebben voor hun werknemers. De meest genoemde variant is het bedrijfstakpensioenfonds, gevolgd door de pensioenverzekering via een verzekeringsmaatschappij. • Ruim tweederde van de dga’s met werknemers in dienst geeft aan dat in hun onderneming onderzoek wordt gedaan naar verplichte aansluiting bij een Bedrijfstakpensioenfonds. • Hiervan geeft ruim de helft aan dit regelmatig te controleren. • Ruim twee van de vijf dga’s wiens onderneming een pensioentoezegging heeft gedaan aan zijn werknemers geeft aan middelloon toezegging te hebben gedaan. • Drie van de tien noemt hierbij de beschikbare premieregeling. • Drie van de vijf dga’s die pensioentoezegging hebben gedaan aan hun werknemers geeft aan op de hoogte te zijn van de mogelijke problemen bij het uit dienst treden van werknemers met het oog op de waardeoverdracht van het verzekerd pensioen. • Ruim negen van de tien dga’s wiens onderneming een pensioenregeling kent voor haar werknemers vindt een vervangend systeem voor het wettelijke recht op waardeoverdracht een goed idee of het overwegen waard. • Ongeveer twee derde van de dga’s wiens onderneming een pensioenregeling kent voor haar werknemers kan zich vinden in de verhoging van de pensioenleeftijd naar 66 jaar. • Een kwart kan zich hier niet in vinden. • Ongeveer twee derde van de dga’s wiens onderneming een pensioenregeling kent voor haar werknemers vindt dat zowel werkgever als werknemer tezamen de lastenverzwaring op het gebied van pensioen moeten gaan dragen. • Een kwart vindt dat uitsluitend de werknemer deze lastenverzwaring moet gaan dragen. • Ongeveer twee vijfde van de dga’s wiens onderneming een pensioenregeling kent voor haar werknemers geeft aan dat deze regeling gelijk zal blijven. • Een derde geeft aan dat deze gelijk zal blijven, maar dat de eigen bijdrage van de werknemers zal gaan stijgen. • Ongeveer twee derde van de dga’s van ondernemingen met werknemers in dienst geeft aan dat pensioen heel sterk of enigszins “leeft” onder zijn/haar werknemers. • Ongeveer twee derde van de dga’s van ondernemingen met werknemers in dienst geeft aan bekend te zijn met het Nationaal Pensioen Register. • Hiervan geeft iets minder dan de helft aan exact te weten wat het inhoudt. • Ruim twee vijfde van de dga’s die bekend is met het Nationaal Pensioen Register verwacht dat zijn/haar werknemers meer na zullen gaan denken en ook meer verantwoordelijkheid zullen gaan nemen wat betreft hun toekomstvoorziening. • Een derde verwacht dat zijn/haar werknemers hem/haar zullen aanspreken op het feit dat ze minder pensioen ontvangen dan ze voor ogen hadden. • Acht van de tien dga’s wiens onderneming een pensioenregeling kent voor haar werknemers geeft aan hiervoor een adviseur te hebben. • In een derde van de gevallen betreft dit een tussenpersoon/intermediair. • De accountant en de pensioenadviseur worden beide in een vijfde van de gevallen genoemd. • Ruim negen van de tien dga’s die worden geadviseerd m.b.t. het pensioen van hun werknemers geeft aan erg tevreden of enigszins tevreden te zijn met de dienstverlening van deze adviseur. • Iets minder dan negen van de tien dga’s wiens onderneming een pensioenregeling kent voor haar werknemers geeft aan erg tevreden of enigszins tevreden te zijn met de dienstverlening van hun pensioenuitvoerder.
7
• Ruim twee derde van de dga’s wiens onderneming een pensioenregeling kent voor haar werknemers geeft aan dat hun werknemers een verplichte aanmelding hebben van hun pensioenregeling. • Een ruime meerderheid hiervan geeft aan dat al zijn/haar werknemers ook daadwerkelijk zijn aangemeld. • Voor een derde is de aanmelding vrijwillig. • Van de dga’s wiens werknemers niet allemaal zijn aangemeld voor een pensioenregeling, geven er vier van de tien aan gebruik te maken van afstandsovereenkomsten. • De helft geeft aan hier geen gebruik van te maken. • Twee derde van de werknemers van dga’s met werknemers in dienst hebben een vast contract. • Een vijfde heeft een tijdelijk contract. • Iets minder dan een van de tien is een uitzendkracht. • Drie van de vijf dga’s geeft aan veel of redelijk veel vertrouwen te hebben in de stabiliteit en rentabiliteit van het bestaande pensioenstelsel in Nederland.
8
Resultaten: dga-pensioen
1. Wat voor betekenis heeft het pensioen voor u als directeurgrootaandeelhouder (dga))?
2. Hoe ervaart u de regelgeving vanuit de overheid met betrekking tot het door u als dga op te bouwen pensioen?
9
3. Hoe heeft u uw pensioen als dga verzekerd?
4. Heeft u het risico voor overlijden herverzekerd?
5. Door wie wordt u geadviseerd met betrekking tot uw eigen pensioen?
10
6. Bent u zich als dga bewust dat de balansvoorziening is gebaseerd op fiscale grondslagen en dat de feitelijke toezegging leidt tot een hogere voorziening dan op de balans is opgenomen?
7. Houdt u of uw adviseur bij of uw pensioen BV op uw pensioeningangsdatum voldoende vermogen heeft om uw pensioen uit te kunnen keren?
11
8. Indien de mogelijkheid om pensioen in eigen beheer op te bouwen ooit wordt afgeschaft, bent u dan nog voornemens om pensioen op te bouwen?
12
Resultaten: collectief pensioen
1. Kent uw onderneming een pensioenregeling voor de werknemers en zo ja wat voor soort regeling betreft dit?
2. Is voor uw onderneming onderzoek gedaan naar verplichte aansluiting bij een Bedrijfstakpensioenfonds en zo ja, wordt een dergelijk onderzoek met regelmaat uitgevoerd?
13
3. Wat voor pensioentoezegging heeft u aan uw werknemers gedaan?
4. Bent u op de hoogte van de mogelijke problemen bij het uit dienst treden van uw werknemers met oog op de waardeoverdracht van verzekerd pensioen?
14
5. Hoe denkt u over een vervangend systeem voor het wettelijke recht op waardeoverdracht?
6. Kunt u zich als werkgever vinden in de verhoging van de pensioenleeftijd naar 66 jaar?
15
7. Wie moet de lastenverzwaring op gebied van collectief pensioen gaan dragen?
8. Welk van onderstaande uitspraken is het best van toepassing op de pensioenregelingen in uw onderneming?
16
9. ‘Leeft’ pensioen op dit moment bij uw werknemers?
10. Bent u bekend met de invoering van het Nationaal Pensioen Register in 2011?
17
11. Wat verwacht u van het Nationaal Pensioen Register?
12. Door wie wordt u geadviseerd met betrekking tot het pensioen van uw werknemers?
18
13. Bent u tevreden over de dienstverlening op pensioengebied door uw adviseur(s)?
14. Bent u tevreden over de dienstverlening op pensioengebied door uw pensioenuitvoerder?
19
15. Kent uw pensioenregeling een verplichte aanmelding van werknemers?
16. Maakt u, voor de werknemers die eventueel niet deelnemen, gebruik van afstandsovereenkomsten?
20
17. Wat voor contracten hebben uw werknemers?
18. Heeft u vertrouwen in de stabiliteit en rentabiliteit van het bestaande pensioenstelsel in Nederland?
21
Onderzoeksverantwoording
Veldwerk
Online (CAWI) onderzoek binnen een extern respondentpanel (SSI) alsmede het Intomart GfK online panel Veldwerkperiode
16 t/m 20 december 2010 Doelgroep
Dga’s van bedrijven met minimaal 10 en maximaal 250 werknemers Steekproef
152 respondenten Rapportage
In deze PowerPoint staan alle uitkomsten op de gestelde vragen weergegeven, alsmede een management samenvatting van de belangrijkste resultaten. Naast deze PowerPoint-rapportage is er eveneens een uitgebreid tabellenboek en een excel bestand met alle antwoorden op de open vragen beschikbaar. Vragenlijst en methode
De vragenlijst is in overleg met Grant Thornton opgesteld. Het onderzoek is uitgevoerd door middel van een online vragenlijst (CAWI) onder een extern panel, alsmede onder het Intomart GfK Online panel. De respondent krijgt via e-mail een uitnodiging voor het onderzoek. In de e-mail is een link opgenomen naar de vragenlijst. Door op de link te klikken opent het onderzoek automatisch en kan de respondent zelf via de computer de vragenlijst invullen. Deze CAWIbenadering biedt het voordeel dat het doorlopen van de vragenlijst automatisch wordt geregeld inclusief selectieve routings. Op deze manier zijn tevens mogelijkheden opgenomen om de vragenlijst te controleren op interne consistentie. Steekproef
De steekproef is getrokken uit een extern panel (SSI), alsmede onder het Intomart GfK Online panel. De aantallen zijn gewogen naar bedrijfsgrootte, op basis van CBS gegevens.
22
Responsverantwoording
Aantal uitgestuurde uitnodigingen Vragenlijst niet afgemaakt Vragenlijst niet geopend Afgevallen op basis van screeningsvraag Resteert: Ingevulde vragenlijsten
2.560 49 1.211 1.148
152
Vestigingen Alphen aan den Rijn T 0172 - 423870 Amsterdam T 020 - 547 57 57 Boskoop T 0172 - 23 57 30 Gouda T 0182 - 53 19 22 Leiden T 071 - 524 09 19 Rijswijk T 070 - 319 61 00 Rotterdam T 010 - 270 51 11 Woerden T 0348 - 49 66 66 E
[email protected] I www.gt.nl