BP benzineopslag Evaluatieonderzoek naar het optreden van de brandweer bij BP op 17-22 november 2005
Regionale Brandweer Amsterdam e.o. Paul Jetten/Ben Miedema, sector Rampenbeheersing 24 mei 2006
Inhoudsopgave Hoofdstuk 0 0.1 0.2 0.3
Conclusies en aanbevelingen Inleiding Conclusies Aanbevelingen
pag. pag. pag.
4 5 6
Hoofdstuk 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Inleiding Het incident Opdrachtgever en opdrachtnemer Uitgangspunten Andere onderzoeken Leeswijzer
pag. pag. pag. pag. pag.
8 8 8 9 9
Hoofdstuk 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
De methode Inleiding Basismateriaal Het feitenrelaas Waarnemingen en aanbevelingen Goedkeuringstraject
pag. pag. pag. pag. pag.
10 10 10 10 11
Hoofdstuk 3 3.1 3.2 3.3
Feitenrelaas Inleiding De opgave Het optreden A). Het begin B). Het overleg over het incidentbestrijding C). De bronbestrijding - Algemeen - De in de tankput gemorste benzine - Het leegpompen van de beschadigde tank - Het voorbereiden van de schuim inzet - Het aanwezig hebben van schuim d. De effecten in de omgeving
pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.
12 12 15 15 18 19 19 20 21 26 31 34
Hoofdstuk 4 4.1 4.2 4.3
Waarnemingen en aanbevelingen Inleiding De processen van GHOR, politie en gemeente De brandweerprocessen A). Proces 0 : Beeld-, oordeels- en besluitvorming B). Proces 2 : Bron- en effectbestrijding De bedrijfsbrandweer
pag. pag. pag. pag. pag. pag.
36 36 37 37 38 41
4.4
2
Bijlagen: 1. Concept feitenrelaas 2. Reactie BP Amsterdam op concept feitenrelaas 3. Plotgegevens VC-Wagen 4. AC-gegevens Amsterdam / Zaanstad 5. (H)-OvD verslagen 6. AGS-Rapport 7. LMPO-Rapport 8. Havendienst-Rapport 9. RIVM-Rapport 10. BP-crisisroom plotgegevens 11. BP- ploegen rapport 12. BP-contactlijst noodplan 13. BP-crisisroom flapovers / BP-foto’s afgedrukt 14. BP- BAT tank roof failure date of incident 15. Publicaties (Grip 4, parool, sitrap, flits) 16. DVD en CD foto’s en film BP-crisisroom en VC-wagen overleg 17. BP naslagwerk”liquid hydrocarbon storage tankfires” 18. DNM mobiele kanonnen informatie / test kanon BP 2 mei 2006 19. Naslagwerk “tankfires review of fire incidents 1951-2003 / Hempstead 20. Raads commissie Cohen 21. Milieuvergunning 2 april 1991 22. PGS 29 “richtlijn voor bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks” 23. Aanvalsplan BP
3
0. Conclusie en aanbevelingen 0.1 Inleiding Bij BP aan de Hornweg in het Westelijk havengebied van Amsterdam is op donderdag 17 november 2005 het dak (Floating roof) van opslag tank 006 met benzine (product) scheef komen te hangen. Er is benzine in de tankput gestroomd en op het dak staat product. Het is een gevaarlijke situatie die tot escalatie kan leiden. De twee scenario's die zich voorkunnen doen zijn: full surface tankbrand (de opslagtank 006 brandt aan de bovenkant) en het worst case scenario tankputbrand (de tankput waarin tank 006 en tank 007 staat gaat branden). In nauw overleg tussen brandweer en BP wordt materiaal, materieel en deskundigen vanuit het hele land - en zelfs daarbuiten – aangevoerd. Gelijktijdig wordt de tank voorzichtig leeggepompt. Op dinsdag 22 november 2005 is het incident voor de hulporganisaties ten einde. Deze rapportage heeft betrekking op het optreden van de brandweer in de repressieve fase van het incident. Het incident werd bestreden door een samenwerkingverband van BP, politie en GHOR. In deze rapportage wordt hetzelfde stramien gehanteerd als die gebruikt wordt bij de evaluatie van andere incidenten. Er is beperkt opgeschaald. Het incident is vooral beschouwd als een brandweer probleem en is vooral ter plaatse opgelost. Het incident geeft geen leerpunten voor de andere diensten.
Afbeelding: omgeving BP
4
Afbeelding: BP
0.2 Conclusies 1) Bij een dergelijk incident is samenwerking met het bedrijf waar het incident plaatsvindt essentieel. In dit geval is er goed samengewerkt tussen BP Terminal Amsterdam en de brandweer. Door beide betrokken organisaties is professioneel opgetreden. 2) Het bestrijden van een tank(put) brand vraagt (inter)nationale samenwerking. Door BAT worden deskundigen uit Engeland en uit Rotterdam gehaald. Via de schuimleverancier van BAT wordt schuimvormend middel vanuit Duitsland en Spanje op transport gezet. Blusmaterieel van de NAM uit Drenthe wordt opgeroepen en komt ter plaatse. Als blijkt dat het BP bluskanon niet werkt wordt via de brandweer door tussenkomst van het Locc specialistisch brandweer materieel uit Terneuzen en Belgie (Antwerpen) naar Amsterdam gehaald. Met het uitvoeren van een schuimblussing op enige schaal heeft zowel de brandweer als het bedrijf geen daadwerkelijke ervaring. De laatste tankbrand in Amsterdam was in de jaren 60. Onlangs ging het in Engeland wel mis (Hampstead, Bunsefield, dec 2005), in Rotterdam was er op 14 maart 2003 nog een grote brand op het tankerpark van Vopak. Het rampbestrijdingsplan (in bewerking) is voor deze situatie onvoldoende specifiek hoewel de scenario’s tankbrand en tankputbrand wel worden beschreven.
5
0.3 Aanbevelingen Op basis van dit onderzoek is een aantal aanbevelingen geformuleerd Proces 0: Beeld- oordeels en besluitvorming -
Bespreek de opschaling problematiek van dit incident binnen de brandweer Bespreek de inzet van schuim binnen de brandweer Richt bij langdurige inzetten, of bij calamiteiten met effecten in de omgeving een actie centrum brandweer in. Schaal eerder op Voer GRIP in.
Proces 2: Bron- en effectbestrijding -
-
-
Bepaal de benodigde hoeveelheid schuim voor BAT voor de verschillende scenario’s en leg dit vast. De aanstaande vernieuwing van de vergunning lijkt daarvoor een geschikt moment Stel de praktische prestaties van het BP kanon ondubbelzinnig vast (bijv middels een proef). Overweeg de inrichting van een Actiecentrum Brandweer ook bij: - langdurige inzetten - inzetten met een effect gebied (zonder OT) - de inzet van meetploegen en (platvorm AGS, ROGS, WVD, LMPO) Wijs de leidinggevenden op noodzaak, de kansen en de bedreigingen van het in nauwe samenwerking bestrijden van een gecompliceerd industrieel incident.
Overig: -
(Her)overweeg aard en vorm van een bedrijfsbrandweer bij een op- en overslagbedrijf van aardolieproducten.
6
BP benzineopslag Evaluatieonderzoek naar het optreden van de brandweer bij BP op 17-22 november 2005
Regionale Brandweer Amsterdam e.o. Paul Jetten/Ben Miedema, sector Rampenbeheersing 24 mei 2006
7
1. Inleiding 1.1 Het incident Bij BP aan de Hornweg in het Westelijk havengebied van Amsterdam is op donderdag 17 november 2005 het dak (Floating roof) van opslag tank 006 met benzine (product) scheef komen te hangen. Er is benzine in de tankput gestroomd en op het dak staat product. Het is een gevaarlijke situatie die tot escalatie kan leiden. De twee scenario's die zich voorkunnen doen zijn: full surface tankbrand (de opslagtank 006 brandt aan de bovenkant) en het worst case scenario tankputbrand (de tankput waarin tank 006 en tank 007 staat gaat branden). In nauw overleg tussen brandweer en BP wordt materiaal, materieel en deskundigen vanuit het hele land - en zelfs daarbuiten – aangevoerd. Gelijktijdig wordt de tank voorzichtig leeggepompt. Op dinsdag 22 november 2005 is het incident voor de hulporganisaties ten einde.
1.2 Opdrachtgever en opdrachtnemer Het onderzoek wordt uitgevoerd door de afdeling Voorbereiding Crisisbeheersing van de regionale brandweer Amsterdam e.o. op verzoek van de Vijfhoek. Het hoofdrampen beheersing van de regionale brandweer heeft zitting in de vijfhoek en fungeert als contact persoon.
1.3 Uitgangspunten Het incident kan worden bestempeld als een grote calamiteit. Hoe heeft dit kunnen gebeuren en wat kunnen we er van leren. Voor deze evaluatie van het incident zijn de volgende uitgangspunten geformuleerd: 1) Het betreft een multidisciplinaire evaluatie van de repressieve actie. Het zwaartepunt van de repressieve actie betreft het optreden van de brandweer (proces 5). 2) BP is een BRZO bedrijf, dwz dat er een speciaal vergunningenregiem op van toepassing is. Bevoegd gezag voor BP is de provincie Noord Holland. Inspecties van BRZO bedrijven gebeuren door een samenwerkingsverband van vertegenwoordigers van provincie arbeidsinspectie en brandweer. Vergunningverlening en inspecties maken geen deel uit van dit onderzoek. 3) Het optreden van de brandweer begon kort na 18.00 (do 17/11) en eindigt maandag middag. De evaluatie beperkt zich uit tot deze periode. 4) De evaluatie is geschreven vanuit het perspectief van leren (niet toetsen) en gericht op de rampenbestrijdingsorganisatie. Over prestaties van individuen wordt niet gerapporteerd. 5) Bij de evaluatie wordt samengewerkt met BP. Er is gebruik gemaakt van door BP aangeleverde gegevens. Het concept feiten relaas (h3) is met BP besproken.
6) In deze evaluatie wordt aansluiting gezocht bij de voor de evaluatie van feitelijke incidenten ontwikkelde methode (zie: Brandweer op het juiste spoor, 2004).
8
1.4 Andere onderzoeken De provincie Noord Holland doet onderzoek naar de vergunning verlening.
1.5 Leeswijzer Dit rapport kent een aantal lagen: Laag 1 Het fundament voor dit onderzoek wordt gevormd door de verzamelde gegevens die zijn benoemd in de lijst van bijlage. Het betreft (waarnemings)verslagen, notulen, plots, etc. Laag 2 Door de onderzoekers is op basis van de voorhanden zijnde gegevens een selectie gemaakt. Deze selectie staat beschreven in hoofdstuk 3 Het Feitenrelaas. Dit feitenrelaas geeft een goed overzicht van de gebeurtenissen op de 17 – 22 november. Laag 3 In hoofdstuk 4 Waarnemingen en aanbevelingen, zijn de feiten gegroepeerd en geselecteerd per relevant proces. Op basis van deze groepering worden aanbevelingen gedaan voor optimalisatie van de in het Rampenplan Amsterdam onderscheiden rampbestrijdingsprocessen. Laag 4 Wie weinig tijd heeft, wordt in hoofdstuk 0 Samenvatting en conclusies op de hoogte gebracht van de belangrijkste bevindingen.
Afbeelding 1: Plotter in VC 1
9
2.
De methode
2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de manier van werken beschreven. De beschrijving is van belang omdat de stevigheid en geldigheid van de conclusies mede bepaald worden door de manier van werken. Eventuele volgende onderzoekers kunnen met de methode hun voordeel doen. Getracht is een duidelijk onderscheid te maken in de beschrijving van de kale feiten en de gevolgtrekkingen daaruit. Hieronder wordt beschreven welke feiten zijn verzameld en hoe ze zijn verzameld.
2.2 Basismateriaal Voor de feitenverzameling is geput uit de volgende verslagen, notities, mails, etc. Voor wat betreft de verslagen van de waarnemers moet worden opgemerkt dat de waarnemers per mail verzocht is om als waarnemer de evaluatiegegevens en eventuele leermomenten met de betrokken eenheden/personen te bespreken. Een overzicht is weergegeven in bijlagen.
2.3 Het feitenrelaas Op grond van het basismateriaal en indachtig de opdracht is een feitenrelaas opgesteld. Dit concept is aan BP gezonden met het verzoek “Het verslag zorgvuldig door te lezen en melding te maken van eventuele onvolkomen of onjuistheden. Het feitenrelaas is een selectie van het beschikbare materiaal. Mocht u van mening zijn dat bepaalde aspecten onvoldoende voor het voetlicht zijn gebracht dan verzoek ik u dit ook te melden”. Het resultaat kunt u lezen in hoofdstuk 3.
2.4 Waarnemingen en aanbevelingen Op basis van het feitenrelaas, de interviews en de verslagen, zijn conclusies en aanbevelingen opgesteld, gerelateerd aan de relevante processen. De conclusies en aanbevelingen zijn gericht op en gegroepeerd naar de processen van de rampenbestrijding. Door verbeterpunten te formuleren voor processen wordt getracht de structuur van de rampenbestrijding te optimaliseren. Immers, de brandweer bestrijdt nooit twee keer hetzelfde incident, maar bijvoorbeeld het proces opschaling zal bij afzonderlijke incidenten steeds weer een rol spelen. De rapportage richt zich op het benoemen van structurele zaken. (Voorbeeld: Niet een slecht functionerende pieper, wel het ontbreken van namen in de alarmeringslijst). Structurele onvolkomenheden in de uitvoering van deze processen zullen bij elk volgend incident wederom optreden (behalve als in dat specifieke geval dat proces geen rol speelt). Afhankelijk van dat specifieke incident zullen de gevolgen van die onvolkomenheden dan meer of minder ernstig zijn. In een aantal gevallen is met specialisten over de bevindingen overlegd.
10
2.5 Goedkeuringstraject De rapportage wordt aangeboden aan de opdrachtgever. De opdrachtgever biedt de rapportage aan aan het RMT.
Afbeelding 2: Overzicht BP-terrein (foto: KLPD)
11
3. Feitenrelaas 3.1 Inleiding Uitgangspunt van dit onderdeel van de evaluatie vormen de feitelijke gebeurtenissen die zich afgespeeld in de periode tussen de melding van het incident bij de regionale alarmcentrale op donderdag 17 november 18.14 en dinsdag 22 november, het moment dat de repressieve bemoeienis werd afgesloten. De feiten voor wat betreft de preventieve en preparatieve maatregelen zijn hier buiten beschouwing gelaten maar maken deel uit van de rapportage van de provincie. Het feitenrelaas is opgesteld aan de hand van de in de bijlage genoemde verslagen en stukken. Het feitenrelaas poogt: - een samenhangend overzicht te geven van de relevante feiten voor functioneren van de bij dit incident relevante processen in de rampenbestrijding; - een goed beeld te geven van de activiteiten van de hulpverleners in het veld; Voor zover mogelijk is in de beschrijving de chronologische volgorde aan gehouden.
3.2 De Opgave BP Bij de BP Amsterdam Terminal (BAT) aan de Hornweg staat opslag capaciteit voor 1.000.000 m3 aardolie product (oa, benzine, diesel, LPG, etc.). Het bedrijf doet in opslag, overslag en behandeling van aardolie producten die over zee en de weg worden aangevoerd. De opslag vindt voornamelijk plaats in verschillende in tankputten geplaatste bovengrondse tanks. Tank 006 heeft een diameter van 60 m, een hoogte van 20 m en een inhoud van 45.500 m3. Op het moment van het incident is de tank gevuld met 35.000 m3. benzine. Tank 007 heeft een diameter van 70 m., een inhoud van 62000m3 en is gevuld met nafta (een product met benzine vergelijkbare eigenschappen). Een floating roof constructie houdt in dat het dak met de vloeistof spiegel in de tank op een neer gaat. Het voorkomt het, onder het dak ontstaan, van een met in dit geval benzinedamp gevulde ruimte. Een dergelijke constructie is preventief voorgeschreven voor K1 vloeistoffen. (bijlage 22) Op basis van de hoeveelheid brandbare stoffen valt BAT onder de BRZO regeling. Dit houdt in dat het bedrijf een veiligheidsrapportage heeft moeten opstellen waarmee inzicht wordt gegeven in de risico’s. BRZO bedrijven vallen voor wat betreft de milieuvergunning verlening onder de provinciale overheid. Voor het bedrijf is een rampbestrijdingsplan in voorbereiding. (Het plan is op 2mei 2006 goedgekeurd) Brandweer Amsterdam heeft voor BAT (en nog 80 andere bedrijven in Amsterdam) ten behoeve van een repressieve inzet een aanvalplan opgesteld. Een aanvalsplan bestaat uit een plattegrond en een lijst van aandachtspunten en bijzondere risico’s. (bijlage 23)
12
Afbeelding 3: Plattegrond omgeving BAT
Afbeelding 4: Plattegrond omgeving tank 006
Het incident 18:09 De melding door BP aan de RAC. 18:11 Melding bevestigd door de brandweer (zie incidentverslag van de BAT crisisroom). Na telefonische informatie te hebben in gewonnen bij de AC vertrekt de OVD naar het Westelijk Havengebied. Het zou gaan om een lekkage in een grote tank. Onderweg wordt opgeschaald naar grote hulpverlening. De brandweer rukt uit met groot materieel. Diverse diensten en instanties worden geïnformeerd. Ter plaatse blijkt het dak (floating roof) van opslag tank 006 met benzine (product) scheef is komen te hangen. Er is benzine (schatting ca 28 m3) in de tankput gestroomd (een opslag tank staat in een met een aarden wal omgeven veldje, de tankput) en op het dak staat product.
13
In eerste instantie is door BP 28 m3 genoteerd (afmetingen van de spill 1400 m2 bij in het centrum van de spill 2 cm dik). In het incidentmanagementsysteem van BP is dit later bijgesteld tot 14 m3 (afmeting van de spill 1400 m2 met een gemiddelde dikte van ongeveer 1 cm ivm aflopen van de laag dikte naar buiten toe). Het dak is deels gezonken. De twee scenario‘s die zich naar oordeel van de OVD kunnen voordoen zijn: - full surface tankbrand (de tank brand aan de bovenkant) en - het worst case scenario tank put brand (de put waarin tank 006 en tank 007 staat gaat branden. Door de buitentemperatuur (ca 5 graden) is de verdamping van benzine (gelukkig) beperkt. Benzine is een zeer brandbare vloeistof. Benzinedamp kan onder bepaalde omstandigheden explosief verbranden en giftig zijn. Uit de omgeving komen klachten van stank overlast. 16.39 Via de milieuklachtenlijn van de provincie komt er een eerste melding binnen vanuit Zaandam (benedenwinds van het object). 17.09 Vanaf dit tijdstip is ook de politie aan de gang voor een stank overlast. De melding van de problemen met tank 006 zijn door BP even na vijven (17.00) ontdekt. Logboek 17/11/2005, shift 2, 15.00-23.00 17.40 Spil in put #006 ontdekt. Aanleiding voor het onderzoek is een gaslucht. In het verslag dat is opgesteld van de activiteiten in de crisisroom van BP - de ruimte van waaruit door BP het incident wordt gecoördineerd – staat als eerste melding: Verslag crisisroom 17.15 Melding kantoor gaslucht => onderzoek door shift ingesteld 1) #006 product in tankput 2) vermoedelijk scheur in floating roof 3) dak zinkt De ontdekking leidt tot het, zoals het genoemd wordt “Uitroepen van de noodtoestand” door de General Manager van BAT. Een bedrijfs intern crisisteam wordt ingericht om de noodzakelijke maatregelen ingang te zetten. Eén van de maatregelen is het waarschuwen van de overheidsbrandweer. 18.11 Bij de AC van de brandweer komt de melding binnen. De melding over de gaslucht komt mogelijk van de Havendienst. Uit het verslag van de Havendienst: Bij onderzoek door de afdeling GS&M naar klachten over stankoverlast bleek de geur te komen uit de richting van de BP aan de Amerikahaven. Hierop is de wachtchef van BP aangesproken. De wachtchef had reeds, naar aanleiding van een interne melding over benzinelucht op het kantoor, een onderzoek op het terrein ingesteld.
14
3.3 Het optreden A) Het begin Op donderdag 17 november om 18.11 vindt er een melding plaats bij de Regionale Alarmcentrale Amsterdam e.o. (RAC). De centralist alarmeert de volgende eenheden: 18.14 Melding OVD via de pager. Gemeld wordt: Hulpverlening, lekkende vaten, BP Hornweg. 18.15 Melding TS Osdorp (de 513) via het kazerne alarm. 18.16 Melding TS Teunis (de 522). Na de pager melding neemt de OVD via de interne telefoon contact op met de AC voor nadere informatie. Onderweg (ter hoogte van de Gooiseweg) neemt de AC telefonisch contact op met de OVD en meldt dat het gaat om een lekkage van een grote opslag tank. In onderling overleg wordt vastgesteld welke eenheden gealarmeerd dienen te worden. Vervolgens zijn achtereenvolgend de volgende eenheden gealarmeerd:
Afbeelding 5: Jan van der Heijden bij BP, Americahaven 18.19 Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) 18.19 Schuimtrein Pieter 18.24 Blusboot Jan van der Heijden 18.30 Havendienst 18.32 TS IJsbrand 18.36 Verbindingscommando wagen (VC)
15
Afbeelding 6: VC 1 op parkeerterrein BP De TS Teunis komt als eerste ter plaatse. Volgens de procedure aanvalsplanbedrijven wordt door de eenheden aangereden via een opstelplaats op geruime afstand van de incident locatie. Op verzoek van de OVD rijdt TS Teunis door naar de portier van BP, verneemt daar dat er daadwerkelijk een calamiteit is en geeft dit door aan de OVD. Ter plaatse van de portier is er geen uitslag op zijn explosiegevaarmeter. Teunis wacht alvorens verder op te treden de komst van de OVD af.
Afbeelding 7: Receptie BP 18.35 De OVD is aanrijdend en vraagt de AC om de HOVD te informeren. 18.37 De OVD komt ter plaatse. 18.39 AC informeert HOVD over incident. Op basis van dit gesprek besluit de HOVD ter plaatse te komen. 18.59 De HOVD komt ter plaatse en de commandant van dienst wordt geïnformeerd
16
19.00 Op verzoek van de OVD wordt door de AC de afdeling Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente Amsterdam ingelicht. 19.24 Voor de communicatie wordt de regionale voorlichter van dienst ingelicht en de verzorgingseenheden worden gealarmeerd. 19.32 Voor de verslaglegging in de VC wagen wordt een plotter gealarmeerd. 19.43 De commandant van dienst wordt gealarmeerd. 19.55 De milieudienst van de gemeente Amsterdam wordt ingelicht. De schuimtrein Pieter is deels buiten dienst (vanwege onderhoud). De schuimblusvoertuigen van Velzen en Zaanstreek/Waterland nemen de functie over. Deze komen ter plaatse op verzoek van de OVD nadat een eerste inzetplan gemaakt is. 02.14 Uitdraai AC: Verzoek van de OVD 2 units schuimblus 1 uit Krommenie en 1 uit Velzen. Bij een incident in het tankenpark is de kennis en kunde van de bedrijfsdeskundige onontbeerlijk. BAT heeft bovendien de beschikking over een bedrijfsbrandweer. De OVD wordt opgevangen aan de poort (18.37) en doorgestuurd naar de crisisroom van waaruit BP haar inspanningen aanstuurt. Daar zijn een vijftal BP medewerkers bijeen onder leiding van de plantmanager. Deze schetst een beeld van de situatie (OVD-verslag):
Afbeelding 8: Tank 006
Het gaat om tank 006 in het noordelijke gedeelte met een inhoud van 35 000 m3 benzine. Links staat tank 007 met nafta (k1). Rechts in een andere tankput tank 108 met dieselolie (k3). Het dak (floating roof) van 006 is scheef komen te liggen. Op het dak ligt product en in de tankput ligt benzine die via het dak in de put terecht is gekomen. De tank wordt momenteel leeg gepompt met een snelheid van 1700m3 per uur dat zou betekenen dat het pompen 20 tot 30 uur gaat duren.
17
De OVD geeft aan dat, overeenkomstig het bedrijfsnoodplan de omliggende bedrijven gewaarschuwd moeten worden. Bovendien moeten de convenant bedrijven aangesproken worden om schuimvormend middel ter plaatse te krijgen. (zie ook verslag crisisroom 18.38). Bovendien wordt afgesproken geen preventief schuim op te brengen (verslag crisisroom bijlage 10): 18.38 Besluit: (nog) niet preventief afdekken ivm statische elektriciteit. Vervolgens besluit de OVD op de tank de situatie te verkennen. Met een voorman van BP en de Bev T voert de OVD een verkenning uit. In de tankput ligt een benzine/water mengsel. Via een trap aan de buitenzijde van de tank bereikt men de bovenzijde van de tank, het dak ligt scheef en staat voor 30 % onder product. Een benzinelucht is duidelijk waarneembaar. Met een explosie meter wordt max. 4% lel gemeten.
B) Het overleg over de incidentbestrijding In de VC wagen In de VC wagen van de brandweer wordt vanaf 20.45 periodiek multidisciplinair overlegd onder leiding van de HOVD. Deelnemers zijn (meestal) de havendienst, politie, brandweer, GHOR en BP. (bijlage 3). De plotters verzorgen op de gebruikelijke wijze de verslaglegging. Op 17 november vindt overleg plaats om 20.45, om 22.15 en om 23.50. Uitgangspunt in dit overleg is de voortgang van de incident bestrijding volgens de processen van de rampbestrijding. Voor de politie betreft dit in dit geval het afzetten van de het gebied. De activiteiten blijven beperkt tot het afzetten van de weg ter hoogte van de Sicilië weg en de Hornweg (rotonde) (logboek 172350). De GHOR is verantwoordelijk voor de geneeskundige verzorging. Tijdens dit incident beperken de werkzaamheden zich tot het ter voorbereiding op die taak en vragen van een opgave van op het terrein aanwezig personeel (Verslag plot 172350). De daadwerkelijke bestrijding van het incident (proces 2, bron- en effectbestrijding) is een verantwoordelijkheid van de brandweer. In dit geval worden de feitelijke werkzaamheden vanwege het technisch specialistisch karakter uitgevoerd in nauw overleg met het bedrijf BAT. Het overleg over de (uitwerking van de) bronbestrijding vindt feitelijk plaats in de crisisroom van BAT. Dit overleg staat beschreven in het verslag Logboek VC-wagen dat is opgenomen als bijlage . In de crisisroom De bestrijding van de calamiteit wordt door BAT gecoördineerd vanuit de crisisroom. In het periodiek overleg over de aanpak is de brandweer met een OVD vertegenwoordigd. Een aantal malen neemt ook de HOVD deel aan dit overleg. Dit overleg wordt voorgezeten door de directeur BAT. Naast brandweer Amsterdam schuiven in een latere fase van de bestrijding talrijke deskundigen en bijstandseenheden aan. Het Verslag crisisroom is als bijlage opgenomen (zie bijlage 10) In het beleidscentrum Er is niet opgeschaald naar het niveau van beleidscentrum. Wel is de piket functionaris OOV geïnformeerd.
18
19.00 Uitdraai AC: OOV ingelicht. Deze ambtenaar overlegt ook met de directie van BAT. 22.40 Verslag crisisroom: Piket ambtenaar OOV gesproken met RvI of burgermeester ingelicht moet worden Overig overleg Het incident heeft een aantal effecten, met name stankklachten, in de omgeving. Hiervoor is geen formeel platform beschikbaar. Individuele functionarissen wisselen telefonisch informatie uit over voorlichting naar publiek, gezondheidsrisico’s, meetpunten, etc.
C) De bronbestrijding Algemeen Doel is het ten tijde van een incident of calamiteit voorkomen, beperkten en bestrijden van de fysieke oorzaak en de daarmee samenhangende fysische effecten van het incident of de calamiteit (art 1 Brandweerwet 1985) Het basis idee voor de bronbestrijding betreft het leegpompen van de tank met het kapotte floating roof en het opzuigen van de in de tankput gemorste benzine. Het grootste risico is ontsteking van de benzine. Ontsteking zou mogelijk zijn door statische elektriciteit, een naderend onweer, of de beweging van het floating roof tijdens het leegpompen van de tank. In geval van ontsteking zal de brand geblust moeten worden door het opbrengen van schuim op de brandende benzineplas en koeling met water van de naast gelegen tanks. Op de dag is er daadwerkelijk sprake van onweer dreiging. In diverse verslagen is er sprake van het bellen met de KNMI, en de afstand tot onweersbuien. Een ten behoeve van de op het terrein aanwezig windmolens beschikbare onweer detectie systeem bewijst goede diensten. Gelukkig blijft het onweer op voldoende afstand. Verslag crisisroom 17/11/2005 18.25 RB belt KNMI voor weersvoorspelling 18.43 OVD meldt weersverwachting hagel en onweer. 19.25 Windmolens laten draaien ivm onweersdetectie (correctie, molens staan stil maar gritspanning blijft erop) 21.55 MJ, onweer radar meldt vaak onweer in omgeving Verslag crisisroom 18/11/2005 02.08 KNMI meldt OVD binnen 10 minuten buiten + onweer. Bovendien is men niet zeker van hoe de situatie van de tank zich ontwikkeld Verslag crisisroom 18/11/2005 01.52 Dak maakt geluid en zinkt langzaam en 03.00 Vloeistof oppervlak op dak neemt toe. Uiteindelijk slaagt men erin om op dinsdag 22 november vrijwel alle benzine overgepompt te krijgen uit de defecte tank en is het gevaar geweken. De brandweer rukt dan weer in. Op vrijdag 25 november komt het bericht van BAT dat de tank helemaal leeg is.
19
In het vervolg zal de bron- en effectbestrijding worden beschreven aan de hand van 5 items: - De in de tankput gemorste benzine - Het leegpompen van de beschadigde tank - Het voorbereiden van de schuim inzet - Het aanwezig hebben van schuim - De effecten in de omgeving
De in de tankput gemorste benzine Door een defect aan de tank is er - door BAT wordt nog onderzoek gedaan naar de exacte toedracht - benzine via het regenwater afvoer in de tankput gelopen en zinkt het dak van tank 006. Deze lekkage wordt gestopt.
Donderdag 17/11 19.33 Verslag crisisroom: Spill gestopt en onder controle 20.45 OVD verslag: De spill in de tankput wordt geschat op 25m3, het op zuigen door tankwagens gaat ca 6 uur duren. 20.45 Logboek VC-wagen: Wat nu in de put zit zal worden leeggezogen duurt ca 2 uur. 21.55 Verslag crisisroom: Inschatten van grote van spill 22.15 Logboek VC-wagen: Put is bijna leeg 21.45 OVD verslag: Er zijn extra vacuüm wagens onderweg 23.29 Verslag crisisroom: Pompen gestopt, wachten op inventarisatie spill, 1400m2, ong. 2cm dik = ongeveer 28 m3 (later bijgesteld naar gemiddeld 1 cm = 14 m3 ) en 3 vacuümtrucks van 10 cbm + 1 grote Minimaal 6 uur nodig om op te ruimen. 23.50 Logboek VC-wagen: Er is nog 28 m3 (later bijgesteld naar gemiddeld 1 cm = 14 m3 ) in de tankput, duur nog 6 uur om dit er uit te halen
Vrijdag 18/11 Logboek 17-1811/2005, shift 3, 23.00 - 07.00 06.10 14-de vac truck gereed # 23i (laatste melding van vac truck bm) 15.37 Verslag crisisroom: Spill is opgelost door Hollander
Maandag 21/11 10.20 Incidentverslag AGS: … en de tankput was al preventief ondergeschuimd… 10.30 OVD verslag: De tankput is preventief ondergeschuimd, de schuimlaag wordt niet continue bijgehouden
20
Afbeelding 9: AGS in actie bij BP Waarneming Brandweer Amsterdam speelt geen rol van betekenis in het opruimen van de spill.
Het leegpompen van de beschadigde tank Er wordt snel een begin gemaakt met het leegpompen van de beschadigde tank. Donderdag 17/11 18.20 Verslag crisisroom: Start uitpompen tank #006 naar #001, met ga2186 20.45 Logboek VC: In de tank is 35.000 m3 benzine aanwezig. Leeg pompen zal ca 30-35 uur in beslag nemen. 21.45 OVD verslag: Er wordt gepompt met 1.700m3/uur 22.15 Logboek: Er wordt gepompt met 1.700 m3 benzine per uur. Duur berekening leegpompen is gaande. Er ontstaat echter een probleem als het dak niet mee zakt met het vloeistof niveau in de tank. Men besluit het pompen te stoppen. 22.54 Verslag crisisroom: Dak blijft hangen, niet stabiel, uitpompen gestopt, iedereen ingeroepen voor overleg 23.30 OVD verslag: Er is gestopt met pompen omdat het dak schever is gaan hangen. 23.50 Logboek VC-wagen: Leegpompen is gestaakt ivm schuinhangen van dak in de tank. Door het wringen van het dak staan slangen en leidingen onder spanning. Deze zijn losgehaald Vrijdag 18/11 03.30 Logboek VC-wagen: Engelse specialist is op het dak geweest, trap zit vast door blusleiding. 04.30 Logboek VC-wagen: Er zit nu iemand boven op het dak de appendages te ontkoppelen.
21
Nadat de belemmeringen zijn weggehaald wordt besloten verder te gaan met pompen. De voorbereidingen voor een eventuele blussing dienen dan wel te zijn afgerond en getest. Een deel van die voorbereidingen betreft het aanwezig hebben van voldoende schuim en de mogelijkheid het schuim op te brengen op het dak van de tank. Het waterkanon dat BP daarvoor beschikbaar heeft geeft wat problemen. Naar de mening van BP stond de nozzle niet goed afgesteld. Derhalve is het kanon in de tankput geplaatst om alsnog aan de benodigde worplengte te komen. Dit kon volgens BP veilig gedaan worden omdat er een tweede schuimkanon stand-by stond. 06.06 Verslag crisisroom: RM Wachten met pompen, nog wat logistieke problemen, duurt nog 30 tot 60 minuten en RvI geeft voorkeur om onmiddellijk te starten wanneer schuim uitgeladen is. Alles wat uitgepompt is, is uit de tank mocht er wat mis gaan bij het vallen van het dak. 06.30 Logboek VC-wagen: Alles staat klaar, dan proefdraaien met het schuimkanon. Daarna kan men beginnen met afpompen. 08.13 Verslag crisisroom: testen worplengte schuim kanon. 08.30 Logboek VC-wagen: Geen veranderingen, kanonnen getest, aftanken kan elk moment beginnen. 08.38 Verslag crisisroom: MJ Kanon heeft te weinig worplengte vanwege te veel drukverlies 10 bar drukverlies van de boot.
Afbeelding 10: IBC’s met SVM voor tank 006 In het verslag van de Havendienst staat het als volgt genoteerd: Op vrijdagochtend is in overleg met de brandweerofficier eerst de volledige bluscapaciteit getest voordat toestemming zou worden verleend voor het leegpompen van de tank. Hierbij bleek dat de bigfoot in de huidige opstelling onvoldoende “worp” opbracht om de tanktop van tank 006 te bedekken met schuim.
22
Afbeelding 11: Havendienst 7, bij BP aan de Americahaven De dag wordt verder gebruikt om blusvoorziening in orde te brengen. Vervolgens wordt het leegpompen van de tank weer voortgezet. 18.15 Verslag crisisroom: Langzaam beginnen met pompen: toestemming brandweer Adam, ieder kwartier monitoren 18.30 Logboek VC-wagen: Iedereen is gebriefd over inzet/positie/taak (kick-off) alles is opgesteld, er is een commandonet. Er is toestemming te pompen, er wordt elk kwartier gecontroleerd wat er gebeurd (van bovenaf in de tank kijken) 18.58 Verslag crisisroom: MJ meldt #006 loopt met 740m3/uur naar #001, beide tanks geven zelfde flow aan 19.15 EK denkt dat meer snelheid kan. E is dat nu ook aan het bekijken. Dit zou handig zijn: de bodem wordt dan bij daglicht bereikt. Zaterdag 19/11 00.05 Verslag crisisroom: #006, 7 meter Versneld naar 1400m3, dakcontrole NZ meer product Terug naar 1000m3, dak weer volgens verwachting 00.30 Logboek: Pompen iets vertraagd, gaat vermoedelijk tot 05.00 of 07.00 duren. 04.00 MJ #006 5.7 meter Ivm ploegwissel brandweer tijdstip beïnvloeden, nieuwe flow 800 m3/uur 04.30 Logboek VC: Kans op zachte landing van het dak neemt toe. Op verzoek brw langzamer uitpompen om tijd van 10.00 niet te vervroegen. 07.17 Logboek VC: Dak is nagenoeg horizontaal, dak is op 4.95 m aangeland. Risico van mixer in de tank 07.17 Logboek VC: Verwachting is dat de zaak tussen 190900-191100 stabiel is. 09.20 Logboek VC: Het deksel van de tank moet op de mixers (hangpunt) blijven steunen. Er bestaat kans dat het misgaat. Scheurvorming in de tank, uitbraak brand etc. 12.10 Verslag crisisroom: Resume: wij zijn aan het landen en dak dient goed gemonitord te worden.
23
12.30 Logboek VC: De vertegenwoordiger van de politie licht mij in dat er geen COPI overleg om 12.30 zal plaatsvinden ivm kritieke “landings”tijd van het deksel binnen 15 min 14.00 Logboek VC: Om 17.00 uur wordt de “final landing” van het deksel verwacht. 14.27 Incident verslag AGS: Op basis van de hoge meetwaarden op de Siciliëweg N. geïnformeerd 14.34 Incidentverslag AGS: VC: Info HOVD (HS/ bm): zodra het dak op de pootjes staat, moet BP in opdracht van de HOVD de benzine z.s.m. van het dak halen, om de emissie z.s.m. in te perken. Er vindt discussie plaats over de mogelijke scenario’s waarbij de HOvD de meetwaarden van buiten het terrein inbrengt. 16.00 Logboek VC: Het kleinste verschil van de steunpoten wordt geschat op 37.6 cm en het grootste op 1 m. ervan uitgaande dat de tank in de maintenance stand staat. De HOVD wil onderzocht zin wat de snelste en safeste manier is om het pro te beëindigen. 16.15 Verslag crisisroom: Status dak is ok, levelt meer uit. Poten staan in productie is nu zeker. Dak in het midden droog. Over de top uitpompen heeft risico’s dus niet aan te raden, Gewicht dak met product, constructie betrouwbaar? M. rekent uit. C van dienst dringt er op aan dat de tijd dringt ivm de emissie. Wil echter wel goed gedaan hebben en wil optie over de top open houden. Dit leegpompen gaat door totdat het dak op zijn poten staat. De tank is dan echter nog niet leeg. Onder en op het tankdeksel bevindt zich nog product. Ook het uitdampen van het product gaat gewoon door. 17.50 Logboek VC: Er is besloten dat er nu een stabiele toestand bereikt is. 20.00 Verslag crisisroom: Dak trekt langzaam maar zeker horizontaler dan hij was. Vraagstuk hoe dak af te pompen wordt steeds actueler 23.25 Verslag crisisroom: Tel contact W. gehad en hottapen net boven het dak heeft voor hen grote voorkeur en daarna van onderaf water invoeren en bovenaf product afpompen. 24.00 OVD verslag: Punt van aandacht in de overdracht was er bij BP op aan te dringen op zsm oplossing van de situatie omdat er in de ochtend er op volgen, meer verdamping en dus meer overlast voor de omgeving werd verwacht. De plannen van BP waren veranderd van benzine onderuit de put weg te pompen in benzine van boven het dak weg te pompen. Hierdoor werd de uitdamping sneller weggenomen was de kans van verder scheefzakken kleiner Zondag 20/11 00.15 Verslag crisisroom: Scenario’s daklanding en product onder dak uitpompen voorbereid 05.13 Verslag crisisroom: Tank leegmaken gaat voorspoedig Het leegpompen gaat deze periode langzamer. Hoewel de tank nog niet volledig leeg is, is de noodzaak van een permanente aanwezigheid van brandweer Amsterdam niet meer noodzakelijk. De OVD volgt de ontwikkelingen en is periodiek bij het crisisberaad aanwezig.
24
07.30 Verslag crisisroom: Er komt geen volgende groep voor brw A’dam tot 08.00 uur OVD-verslag: Driemaal bij het crisis beraad geweest waarbij de nadruk lag op het verwijderen van brandstof uit de tank. 21.45 Plan van aanpak: Product onder dak wegpompen, product van het dak wegpompen, water eronder pompen. Maandag 21/11, 00.20 Verslag crisisroom: Status 006 Dak rustiger Mixers liggen los Niveau 006: level 2.23, 6275cbm inhoud Pompsnelheid 300 cbm/uur naar 003 04.46 Verslag crisisroom: plan van aan pak voor maandag, leegpompen van 006 overdragen, indien het dak flushen lukt anders schuimen. E+E dragen over aan Hollander. 06.39 Verslag crisisroom: nav de situatie en het nieuwe plan wordt door RvI na overleg besloten dat de noodtoestand wordt opgeheven. 10.30 OVD verslag: Inmiddels is het dak van tank 006 geland zoals men dat noemt. De poten van het dak zweven net boven de bodem van de tank. Hierdoor is de situatie bijna maintenance te noemen, zoals gebruikelijk bij een onderhoudssituatie. Op het dak geen benzine meer aanwezig. Er staat nog een laag van 1 meter benzine in de tank. Dit is 2830 m3. Daaronder wordt de tank met water aangevuld zodat het dak op hetzelfde niveau blijft. Het overpompen is goed gemonitord. Met een explosie veilige dompelpomp (fa Weismuller) gaat BAT via gaat in het dak het restant van de benzine uit de tank en de pontons (=36 kamers met 225m3 benzine) pompen. Dit zal ca 12 uur in beslag nemen, te beginnen van af ca 12.00 uur Middag: Incidentverslag AGS: Later in de middag kwam de mededeling (van BP) dat de geïnstalleerde pompen niet optimaal konden worden benut vanwege een geconstateerd lek in het dak. … De pompsnelheid moest worden beperkt tot 30m3 per uur… Vrijdag 25/11 Incidentverslag AGS: De benzine is van het dak af. Momenteel is men bezig de tank te spoelen met water om de laatste gassen te verdrijven Waarneming: - Het leegpompen van de tank is technisch specialistisch werk een typische bedrijfsdeskundigheid. - Brandweer Amsterdam speelt een rol op twee momenten Zij dringt aan op snelheid ivm de voortgaande uitdamping van benzine en de hinder voor de omgeving. Zij geeft toestemming voor het beginnen met pompen nadat het zinken van het dak een uitpomp stop noodzakelijk maakte. De toestemming wordt verleend nadat de voorbereidingen van een inzet voldoende worden geacht te zijn. - Het overleg in de VC wagen is volgend op het overleg in de crisisroom
25
Het voorbereiden van de schuiminzet Het blussen van een tankbrand is specialistisch werk. Door BP is om de komst van dhr Coats, specialist uit het Verenigd Koninkrijk verzocht. Deze is om 24.00 uur ter plaatse. Een specialist uit Nederland van de fa Risk is om 22.00 uur ter plaatse. De OVD brandweer is tevens opgeleid tot AGS en met het bedrijf bekend door zijn betrokkenheid bij het opstellen van de veiligheidsrapportage voor BP. Achtereenvolgens is het scenario waarop men zich op voorbereidt een tankbrand, een tankput brand en tot de overdracht aan BP weer een tankbrand. Vrijdag 18/11 01.00 Tussen de OVD en de hr. Coates wordt een eerste overleg gevoerd. 01.00 OVD-verslag: Om 01.00 het eerste gesprek gevoerd (met dhr Coates/bm) en daaraan gekoppeld een verkenning op de naastgelegen tanks. Plan gemaakt en aan de hand van dit plan de eerste opbouw van de inzet van schuim gestart. Dit plan is gebaseerd op het scenario van een tankbrand. Bij een brand zal mbv het kanon van de bedrijfsbrandweer van BP (een Bigfoot) schuim worden opgebracht. Op de naburige tanks moet gelijktijdig de rim (de naad tussen het dak en de wand van de tank) worden volgeschuimd. Het beschuimen van de rim gebeurt door de bedrijfsbrandweer van BP via een speciale voorziening. Het koelen van de naastgelegen tanks gebeurt met waterkanonnen door BP in samen werking met de overheidsbrandweer. 04.56 Verslag crisisroom: 24 mensen nodig om hele set-up operationeel te krijgen, OVD en RvI overleggen over het commando, Commando moet sterk geadviseerd worden door RC (specialist uit Engeland), Afspraak, OvD zorgt voort handjes, BP voor specialisme. Bij het testen van de opstelling blijkt het volgende: 08.38 Verslag crisisroom: MJ Kanon heeft te weinig worplengte vanwege te veel drukverlies 10 bar drukverlies van de boot. In het OVD verslag wordt gemeld: Bij de boot 15 bar druk aan kanon 6 bar. Dit is te weinig (.. de Bigfoot heeft 10 bar druk nodig/bm…). Afstand boot (waterleverancier boot Havendienst /bm) kanon ongeveer 300 m dus drukverlies is te veel op die afstand. Oorzaak onbekend. Dit betekent dat het niet mogelijk is om van buiten de tankput met de Bigfoot het dak van de tank 006 te beschuimen. Het kanon moet dichter bij worden geplaatst (in de tankput). Als door het bezwijken van de tank de tank put volloopt, kan het kanon niet (meer) gebruikt worden. Een andere mogelijkheid is het installeren van extra aanjaagpompen.
26
Uit het verslag van de Havendienst: Op vrijdagochtend is in overleg met de brandweerofficier eerst de volledige bluscapaciteit getest voordat toestemming zou worden verleend voor het leegpompen van de tank. Hierbij bleek dat de bigfoot in de huidige opstelling onvoldoende “worp” opbracht om de tanktop van tank 006 te bedekken met schuim. Bovendien was niet voldoende schuimvormend middel aanwezig om in geval van een putbrand het tankpark rond tank 006 afgedekt te houden. Naar aanleiding van deze bevindingen is door de brandweer in overleg met BP verzocht om assistentie bij de NAM in Groningen, de brandweer van Terneuzen en een brandweer team uit België. Deze teams zijn in bezit van extra schuimkanonnen en schuim. 08.48 Verslag crisisroom: MJ Twee opties: Boosteren, apparaat in 2en, mengers er af verbinding langer en bigfoot in de pit. 09.00 Plotverslag VC: 2 opties op dit moment: - 3 busters met drie pompen om 15 bar naar 10 bar te leveren - kanon afkoppelen en kraan opzetten Bigfoot en deze in de tankput zetten. Met BP worden deze opties besproken 10.10 Bijlage plotverslag via Locc 3 pompen besteld, Brasschaat (Belgen), Terneuzen (J. Meiering), Hoogeveen (NAM) 10.30 Bijlage plotverslag 1ste optie heeft de voorkeur voor de 2de. Dus busteren en eventueel een kanon naar binnen. Nog niet afpompen. Backup systeem creëren beide zijde dus tanks 108 en 007 met 3 kanonnen. 3 pompen van diverse locaties nog ongeveer 2.5 tot 3 uur onderweg. België wil een officieel verzoek voor de pomp.
Afbeelding 12: Slangencontainer van de NAM
27
Uiteindelijk worden niet allen pompen besteld maar complete blus eenheden (pomp, slang, kanon). De voorbereidingen van optie 2 (plaatsen kanon in put) worden ook door gezet. 10.50 Plotverslag VC…. Voor een pomp, deze is echter defect. Uitzoeken of er ergens een schuimblus unit beschikbaar is. 11.01 Verslag crisisroom: Kraan is aanwezig, wordt klaargelegd en proefhijsen ingang. Platen liggen in de tankput. 11.30 Bijlage plotverslag: Hoogeveen ongeveer 13 uur ter plaatse, Terneuzen onderweg, 2.5 uur, kraan met 2de optie proef gedraaid. 12.37 Verslag crisisroom: Er worden testen gedaan met kanon in opstelling in de pit. Test met de pomp in de pit is succesvol, genoeg druk en genoeg afstand haalbaar. Plan: Deze foamgun laten staan en de volgende gun opstellen als backup Belgen Brandweer wil de 2de pomp als back up erbij hebben voordat pompen begint
Afbeelding 13: Kanon van civiele bescherming uit België. Als de bluseenheden ter plaatse zijn worden ze opgesteld en wordt het materieel getest. Vervolgens wordt begonnen met het verder leegpompen van tank 006. 14.15 14.50 14.50 15.37
Verslag crisisroom: Brandweer commandant van de Belgen krijgt update Bijlage plotverslag: Belgen ter plaatse Bijlage plotverslag: Terneuzen ter plaatse Verslag crisisroom: Belgen en Zeeuwen zijn gearriveerd, over 5 minuten klaar met opstellen 15.46 Noord-west zijn al aan het testen en de chief officer is going to explain wat ze kunnen doen met de pomp 18.15 Verslag crisisroom: test Belgen is goed verlopen 18.30 Plotverslag VC18.30: Iedereen is gebriefd over inzet/positie/taak kick/off) alles is opgesteld, er is een commandonet
28
20.00 Plotverslag VC: Probleem is dat de derde monitor (NAM) niet kan worden aangesloten omdat de juiste koppelstukken 5-6” ontbreken. BP moet hiervoor zorgen. 22.30 Koppelingen 6-5” Nam zijn gevonden Bij brand direct schuim transport uit Belgie opstarten. Politie regelt begeleiding. Zaterdag 19/11 In het OVD-verslag (zaterdag 19 november 00.00-08.00) staat een taak omschrijving van de verschillende aanwezige eenheden: - Bedrijfsbrandweer BP - Brandweer Brasschaat - Brandweer NAM - Brandweer TS-Adam - Havendienst - Brandweer Terneuzen
Afbeelding 14: Brandweerjas van de NAM. 00.30 Plotverslag VC: Men ziet nu 2 hoofd scenario’s tankbrand en putbrand. Voor putbrand is vermoedelijk te weinig schuim, en staan de voertuigen verkeerd. Nu aanwezig 100 m3 schuim. HOVD (RB) geeft opdracht het scenario putbrand op nieuw door te rekenen (schade cirkel, gebruik schuim) als worstcase scenario. Hoeveelheid benzine is nu flink minder dan bij berekeningen van eergisteren. 02.00 Verslag crisisroom: OvD vraag wat voorbereid moet worden, RvI schuimaanval op tankput. We staan klaar, van beide kanten, situatie ideaal. 02.30 Plotverslag VC: Als er nu brand ontstaat, staan de eenheden op een verkeerde locatie, er is echter geen alternatief. Er is voor een putbrand (moet mi zijn tankbrand/bm) voldoende schuim aanwezig, voor een tankbrand (moet mi zijn putbrand/bm) is dat kritisch.
29
In het OVD-verslag (zaterdag 19 november 00.00-08.00) wordt de scenariowisseling ook beschreven: OVD-verslag: … Opstelling en taken voertuigen waren gebaseerd op een tankbrand scenario. Aangezien dit steeds minder waarschijnlijk was en de BP dit redelijk gedekt had omgebouwd naar een tankput scenario…. Uit emergency room conference was duidelijk geworden dat scheur in tank bij landen van dak niet ondenkbeeldig was (hoewel dit niet verwacht werd). Ingezet op snel kunnen afschuimen van tankput. Hierbij waren drie problemen: - Ontsteken van product door opbrengen van schuim (statische electriciteit)… - Bij grote uitstroom was alleen al vanwege toxiciteit ademlucht nodig…. - Eenheden stonden bij tankputbrand te dicht bij het object….. Dit leidde tot diverse aanpassingen, en aanwijzigen. Brandweer Terneuzen stond standbye. In de loop van zaterdagmiddag wordt in overleg met de HOVD besloten dat er geen meerwaarde van uitging en dat Terneuzen kon inrukken.
12.00 Plotverslag VC: Brw Terneuzen rukt in (waarschijnlijk later dan 12.00 uur /bm) 16.15 Verslag crisisroom: Brand BE: Willen afschalen en Antwerpen hun materiaal teruggeven. 17. 50 Plotverslag VC: Er is geen gevaar meer voor putbrand, wel blijven eenheden achter voor een eventuele tank brand. De tank is beveiligd met een blussysteem. Er zal een autospuit achter blijven. De Belgen en de Nam kunnen inrukken, hun specialistische capaciteit is niet meer nodig.
Afbeelding 15: Voertuigen van de civiele bescherming uit België. 20.00 Verslag crisisroom: Cvdienst: Brw A'dam is aan het afschalen, BRW A'dam is op piket basis, boot haven dienst blijft tot eind.
30
In het OVD-verslag (zaterdag 19 november 18.00-00.00 ) wordt dit als volgt beschreven: Besloten wordt na overleg met BP om materiaal af te bouwen. Reden hiervoor was dat volgens de dhr Coates het scenario van “het los trekken van de mixers door het scheef weg zakkende dak niet meer mogelijk was. Het bepalende scenario werd toen tankbrand. Voor de bestrijding van dit incident waren nodig: - blusboot havendienst, deze voedde de Bigfoot in de tankput naast de tank - De “over de top“ voorziening van de brandweer, gevoed door de bedrijfsbrandweer van af het bedrijfsbluswater net. Maandag 21/11 21.36 OVD-verslag: Beslissing, de 15 minuten die een eventuele tankbrand zou duren is kort genoeg om te voorkomen dat een brand de andere tanks aanstraalt. De risico’s zijn klein genoeg om verder af te schalen. Slangen + container laten staan, overige voertuigen morgen weg laten halen.
Het aanwezig hebben van schuim Voor benzinebranden is schuim het geëigende blusmiddel. Men verkrijgt schuim door schuimvormend middel te mengen met water en met een special straalpijp op de (benzine) plas aan te brengen. De blussing is geslaagd als men de volledige plas met schuim heeft afgedekt en dit schuim laag enige tijd in stand weet te houden. Het aanwezig hebben van voldoende schuimvormend middel voor het relevante scenario is, naast het hebben van voldoende water, essentieel. Een deel van het schuimvormend middel is voorradig bij BP een deel moet van elders komen. Voor het bepalen van de hoeveelheid benodigd schuimvormend middel per m2 brandend oppervlak (de applicationrate) zijn verschillende normen in omloop. Daarnaast speelt de vraag of preventief schuimen (schuim opbrengen zonder dat er brand is) bijdraagt aan de veiligheid.
Afbeelding 16: Materiaal voor tank 006
31
Donderdag 17/11 18.11 Verslag crisisroom: DNM (schuimleverancier) gebeld hoeveel schuim beschikbaar? 18.18 Verslag crisisroom: DNM meldt product beschikbaar in Leiden, transport wordt geregeld 18.22 Verslag crisisroom: DNM 17 ton schuim met 2-2.5 uur beschikbaar op BAT Bij het ter plaatse komen (18.36) meldt de OVD aan de leidinggevenden van BP: Bovendien moeten de convenant bedrijven aangesproken worden om schuimvormend middel ter plaatse te krijgen. 18.38 Brandweer binnen, OVD meldt: ETN 87m3 schuim 19.25 Verslag crisisroom: Schuim klaar laten zetten, RC schuimberekening laten maken 21.02 Verslag crisisroom: Total schuim 3%, onsite 47m3, on route, 36 ex ETA 8m3 20.45 Plotverslag: Schuimvormend middel is onderweg, BP berekent de benodigde hoeveelheid, over 1.5 uur zal zal er voldoende schuim aanwezig zijn om eerste aanval te doen. Door schuiminvoer van bovenaf kan statische elektriciteit ontstaan in de tank waardoor brand. 20.45 OVD-verslag: Bij BP is schuimvormend middel (svm) aanwezig 16m3 maar daar zit ook firestorm bij deze heeft slechts 1% bijmenging nodig. Al het schuim moet terug gerekend worden naar 3% schuim. DNM kan 30m3 (SVM) leveren en ETN 16 m3 (svm). Het convenant met OTA moet aangesproken worden. (wordt geen gebruik van gemaakt omdat schuim niet te vervoeren is van OTA naar BP) . Uitgaande van een full surface tankbrand. De tankputbrand wordt nog niet meegenomen als scenario. 21.45 OVD-verslag: Er is begonnen met het opstellen van het schuim 22.15 Plotverslag: Er is 86 kub schuimvormend middel van 3 procent Er is 50-60 kub nodig voor een tankbrand 22.15 OVD verslag: Schuim teruggerekend naar 3% 91 m3 nodig, onsite 47m3, on route 36 m3, ETN 8m3. Vooraf beschuimen van het dak is gevaarlijk ivm elektrostatische effecten bij het opbrengen van het schuim van grote hoogte. 23.15 Plotverslag: Schuimvormend middel: - 70m3 on site - 10 m3 onderweg - 8 m3 ETN komt niet 45m3 voldoende voor blussing 5 m3 voor tank 007 Expert van BP is binnen (uit UK/bm), kijkt naar actieplan, of preventief schuim en water capaciteit 23.17 Verslag crisisroom: 70m3 schuim aanwezig 23.30 OVD-verslag: Schuim 3% 91 m3 nodig, 70m3 on site, 10 m3 on route, 8 m3 ETN.Er is 45 m3 schuim voor blussing 006 en 12 m3 voor preventief beschuimen van tank 007.
32
Vrijdag 18/11 00.25 Incidentrapport AGS: Verzoek aan de AGS, de hoeveelheid schuim te bepalen voor het afdekken van de hele tankput. (het dijkje tussen tankput 006 en 007 is te laag om bij breuk van 006 de benzine tegen te houden) totaal 209.000 ltr schuim. De waarde wordt bevestigd door een deskundige van Risk. 02.14 Verslag crisisroom: 40 m3 approx nodig voor tankpit brand 20 m3 schuim beschikbaar in Leiden 20 m3 schuim beschikbaar in Spanje 20 m3 beschikbaar in Gelschenkirchen 03.30 Plotverslag: Er is 57 m3 schuim nodig om tank te blussen Van boven schuim aanbrengen is niet aan te bevelen. Vanwege het risico van statische elektriciteit, dit op advies van BP. 07.01 Verslag crisisroom: 20 ton 3x3 binnen 4 uur 20 ton uit Spanje kan ingevlogen worden 11.55 Verslag crisisroom: PS gaat uitzoeken welke schuimsoorten beschikbaar zijn. 13.25 Verslag crisisroom: Uitzoeken welk schuim de Belgen hebben. 13.39 Verslag crisisroom: 27 ton thunderstorm is momenteel aan het rijden uit Spanje 22.00 Incidentverslag AGS: Het scenario waarbij een volledige tankput volstroomt wordt reëel geacht……De hoeveelheid benodigd schuimvormend middel op papier gezet. (samenvattend bm: tankbrand 51m3, putbrand 400 m3) Zaterdag 19/11 00.30 Plotverslag: Voor een put brand is vermoedelijk te weinig schuim en staan voertuigen verkeerd. Nu aanwezig 100m3 schuim. 18.00 OVD-verslag …. Deze voorzieningen leverde een applicationrate op van 10.5 ltr/m2/min. Dit werd door iedereeen als ruim voldoende beoordeeld, omdat normaliter 6 ltr/m2/minuut als voldoende wordt beoordeeld. In het HOVD verslag wordt over het schuim gemeld: Tankputbrand 1) Voor een uitstroom die beperkt bleef tot de tankput van 006 was net voldoende schuim beschikbaar, opbrengen kritisch. 2) De schade cirkel voor 1% letaliteit was ongunstig voor de huidige opstelplaats van mensen en materieel. Bij putbrand mensen in veiligheid brengen en waarschijnlijk verlies van schuimvormend middel voorraad.
33
D) De effecten in de omgeving Tijdens deze inzet is geen OT ingericht. Dit betekent dat de effecten in de omgeving tot de taak van het Cort behoorden. De calamiteit heeft tot verschillende effecten buiten de poort geleid. Donderdag 17/11 20.45 Plotverslag: Treinverkeer hoeft er niet uit, helihaven ook niet, De politie verzorgd de afzettingen in de haven via de KLPD. Stankoverlast komt uit w/zw 20.45 OVD-verslag: Truck verladingen is gestopt, scheepvaart bij BP ligt stil. 23.50 Plotverslag: Afzetting Sicilieweg en Hornweg (rotonde) De havendienst neemt een aantal maatregelen voor het scheepvaart verkeer: Op basis van deze metingen (van de brandweer/bm) is besloten om geen stremmingen voor de scheepvaart in te stellen. Omdat de overslagwerkzaamheden bij BP volledig waren gestopt, zijn wel aan de schepen met bestemming BP alternatieve ligplaatsen aangewezen buiten de Amerikahaven. De aan de wachtsteiger in de Australiëhaven en Amerikahaven wachtende schepen zijn geïnformeerd. Besloten is om deze schepen niet te verhalen. Vrijdag 18/11 05.20 Plotverslag VC: HOVD verzoekt contact met proviciale milieuklachten lijn (ivm klachtenplot stankoverlast) 06.30 Plotverslag (politie) Er wil een werkboot de haven uit mag dit (ivm vaarverbod). Wordt afgehandeld door de havendienst. Politie: Mag heliverkeer doorgaan? Brw: Ja (ook autoverkeer in de buurt van de tank gaat nog door, risico is gelijk) Havendienst: is er noodzaak het verkeer op het Noordzeekanaal stil te leggen? Brw: nee 08.30 Plotverslag VC: Stankoverlast bij naburige bedrijven, er is een meting gedaan. 08.40 Incident rapportage AGS: Tel van de GAGS (geneeskundig adviseur gevaarlijk stoffen) ivm diverse geurklachten in de stad. Naar verwachting kan de stank nog langere tijd duren, aangezien de bodem van de tankput bestaat uit klei en dit kan blijven uitdampen. Brandweer voorlichting heeft al eerder een stank waarschuwing doen uitgaan en zal dit niet herhalen. GHOR bereid een eventueel vervolg bericht voor. 09.00 Incidentrapport AGS: In overleg met ANWB (mw ….., piloot traumaheli,…) en de heer …….( supervisor Schiphol, tel…..) wordt het vliegverkeer boven BP omgeleid. Gesloten zone: kolom van 4 km doorsnede en 400 mtr hoogte. Dit vooral ivm wervelingen die van invloed kunnen hebben op het effect gebied van de benzine wolk. 17.00 Plotverslag VC: Namens de AGS er zijn een serie stankklachten binnengekomen op kaart een lijn NW van uit BP (270 graden)
34
Zaterdag 19/11 10.20 Plotverslag VC: De havendienst geeft aan dat er een sterke lucht en damp hangt boven de haven. Kan dit voor problemen zorgen voor de binnenvaartschepen? De resultaten van de metingen zijn nog niet binnen. 10.44 Incident rapportage AGS: Verzoek van de VC om metingen uit te voeren in de Australië-haven. 12.30 Plotverslag VC: AGS geeft meetresultaten door. 12.48 Incident verslag AGS: Vraag van de AC wat men moet doen met klachten….OVD geeft aan dat zij wil dat de LMPO naar de OVD terug koppelt. 16.00 Plotverslag VC: Er zijn nog vragen wat te doen met het gestopte vliegverkeer en het milieu (dampwolken) 19.50 Incidentverslag AGS: Politie post gemeld dat men wel over de Siciliëweg mag rijden, maar daar niet stil moet staan.
35
4. Waarnemingen en aanbevelingen 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe de verschillende in het rampenplan van Amsterdam onderscheiden processen tijdens dit incident hebben gefunctioneerd. Beschreven worden: - Doel van het proces volgens het rampenplan Amsterdam; - Een algemeen beeld van het verloop van het proces; - Waarnemingen/constateringen; - Aanbevelingen/suggesties (indien relevant). Vervolgens volgen nog een aantal warneming voor wat betreft de bedrijfsbrandweer.
4.2 De processen van GHOR, politie en gemeente. Het incident blijkt uiteindelijk vooral een brandweer incident. Uitvoerende werkzaamheden ten behoeve van processen van de andere partners bleken het niveau van routine niet te overstijgen. Voor de politie betreft dit in dit geval het afzetten van de het gebied. De activiteiten blijven beperkt tot het afzetten van de weg ter hoogte van de Sicilië weg en de Hornweg (rontonde). De GHOR is verantwoordelijk voor de geneeskundige verzorging. Tijdens dit incident beperken de werkzaamheden zich tot het ter voorbereiding op die taak en vragen van een opgave van op het terrein aanwezig personeel. De medisch milieukundige van de GHOR heeft nauw samen gewerkt met de AGS van de brandweer bij het in kaart brengen stankklachten in de omgeving. Over de opschaling is telefonisch tussen de GHOR en Brandweer contact geweest en er is besloten niet op te schalen. De piket ambtenaar OOV is geïnformeerd. Ook dit heeft niet geleid tot opschaling. (zie ook proces 0: beeld oordeels en besluitvorming) Aanbevelingen Geen aanbevelingen
36
4.3 De brandweerprocessen A) Proces 0: Beeld- oordeels en besluitvorming Doel Doel van het deelplan is het gecoördineerd starten van de voor de situatie van toepassing zijnde processen en het toekennen van een prioriteitsvolgorde. Algemeen Op basis van de stankklachten in Zaanstad wordt aanvankelijk geconcludeerd dat het een prutlucht betreft. Stankklachten bij de Havendienst wijzen in de richting van BAT. Als dit bedrijf op verzoek een onderzoek instelt komt de lekkage aan het licht. Door het bedrijf wordt vervolgens zelf de brandweer gealarmeerd. De interne doormelding van het incident aan de OVD is aanvankelijk onduidelijk (lekkende vaten), maar algauw wordt de ware omvang duidelijk. Op basis daarvan besluit de OVD nog onderweg zijnde tot alarmering van diverse eenheden alsmede de HOVD. Ook de piket ambtenaar OOV wordt geïnformeerd. De rampenstaf wordt niet bijeen geroepen. Besloten is het incident lokaal af te handelen. De besluitvorming over het incident vindt plaats in VC wagen van de Brandweer en in de crisisroom van BAT. De betere voorzieningen in de crisisroom, de daar aanwezige kennis en expertise en de duur van het incident (aflossing van leidinggevenden) maken dat - hoewel de bedrijfsbrandweer formeel ondergeschikt is aan de gemeente brandweer- het zwaartepunt van het incident gaandeweg naar de aanwezigen in de crisisroom van BAT verschuift. In de crisisroom overleggen de deskundigen van BP onder leiding van de plantmanager over het incident. Het leegpompen van de tank vergt specifieke, alleen bij het bedrijf aanwezig kennis. Gezien het risico van ontsteking van de benzine bereidt men zich tevens voor op een eventuele schuim inzet. Met het uitvoeren van een schuimblussing op enige schaal heeft zowel de brandweer als het bedrijf geen daadwerkelijke ervaring. De laatste tankbrand in Amsterdam was in de jaren 60 Onlangs ging het in Engeland wel mis (Hampstead, Bunsefield, dec 2005), in Rotterdam was er op 14 maart 2003 nog een grote brand op het tankerpark van Vopak. Het rampbestrijdingsplan (in bewerking) is voor deze situatie onvoldoende specifiek hoewel de scenario’s tankbrand en tankputbrand wel worden beschreven. Door BAT worden deskundigen uit Engeland en uit Rotterdam gehaald. Via de schuimleverancier van BAT wordt schuimvormend middel vanuit Duitsland en Spanje op transport gezet. Blusmaterieel van de NAM uit Drenthe wordt opgeroepen en komt ter plaatse. Als blijkt dat het BP bluskanon niet werkt wordt via de brandweer door tussenkomst van het Locc specialistisch brandweer materieel uit Terneuzen en Belgie (Antwerpen) naar Amsterdam gehaald. Uiteindelijk wordt zaterdagavond een toestand van bijna maintenance bereikt. Vanaf dat moment is de brandweer niet meer continu met een leidinggevende aanwezig. Vanaf maandag blijft er alleen nog wat materiaal achter. Op vrijdag wordt door BP gemeld dat alle benzine uit de tank is verwijderd
37
Waarnemingen - Ondanks specialisten uit Engeland, materieel uit Belgie en schuim uit Duitsland, een inzet duur van 3-5 dagen, effecten over de gemeente en regiogrens, een reëel risico heeft men het incident ter plaatse afgehandeld. Er is geen actiecentrum ingesteld, wel werd de ambtenaar OOV geïnformeerd. - De tactiek van een schuim inzet is specialistenwerk. De overheidsbrandweer leunde zwaar op de (door BAT ingevlogen) kennis en kunde. - Er is geen actiecentrum brandweer ingesteld. Ondersteuning van de (elkaar aflossende) leidinggevenden en een informatiepunt voor de effecten in de omgeving (klachten meetresultaten, etc.) werd node gemist Aanbevelingen - bespreek de opschalingsproblematiek binnen de brandweer - bespreek de inzet van schuim binnen de brandweer - richt bij langdurige inzetten, of bij calamiteiten met effecten in de omgeving een actie centrum brandweer in.
B) Proces 2: Bron- en effectbestrijding Doel Doel van dit deelplan is het ten tijde van een incident of calamiteit voorkomen, beperken en bestrijden van de fysieke oorzaak en de daarmee samenhangende fysische effecten van het incident of de calamiteit (artikel 1 Brandweerwet 1985). Algemeen Het betrof een gecompliceerd incident. Het bestrijden van de calamiteit bestond uit het leegpompen van een tank, het bestrijden van een spill en het voorbereiden op een schuim inzet volgens verschillende scenario’s. Omdat men er voor gekozen heeft niet op te schalen behoren ook de maatregelen in het kader van omgevingseffecten tot het takenpakket. Nauwe samenwerking met het bedrijf was noodzakelijk om de calamiteit te kunnen oplossen. In dit geval moest zelfs voor de het echte brandweerwerk (voorbereiding op de schuim inzet) zwaar geleund worden op kennis en expertise van een extern. Deze samenwerking is goed verlopen, er is sprake van een geslaagd gezamenlijk optreden. De inzet duurde lang. Van donderdag 18.00 tot en met zaterdag 20.00 uur was er permanent brandweer personeel aanwezig. De langdurige inzet trekt met name en wissel op de leidinggevenden (OVD, HOVD) en de adviseurs (AGS) waarvoor aflossing moeilijker valt te organiseren.
38
Waarnemingen - Brandweer Amsterdam speelt geen rol van betekenis in het opruimen van de spill. Voor een spill van deze omvang heeft de brandweer geen middelen. Het bedrijf regelde zelf het noodzakelijk materiaal en materieel. - Het leegpompen van de tank is technisch specialistisch werk, een typische bedrijfsdeskundigheid. Desondanks stuurt de brandweer in tempo (omdat er ook effecten buiten de poort zijn) en speelt zij een rol in een de uiteindelijke oplossing (het van bovenaf leeg pompen). - Afhankelijk van de gehanteerde norm (CPR, NFPA, interne BP richtlijn, praktijknorm) was meer of minder schuimvormend middel noodzakelijk. Tijdens de voorbereiding op de inzet werd schuim tot vanuit Spanje op transport gezet. De hoeveelheid schuim op het terrein van BP was onvoldoendevoor het uitvoeren van een tankbrandblussing. - Een tankputbrand kon naar verwachting niet worden bestreden (onvoldoende schuim). Hoewel dit scenario van af het begin is onderkend zijn de voorbereidingen voor optreden is dit scenario na 24 uur nog steeds onvoldoende en heeft daarover ook geen expliciete besluitvorming plaats gevonden. - Op de vraag naar de benodigde hoeveelheid schuim is tijdens het incident geen eenduidig antwoord gekomen.(scenario’s, wettelijke normen, praktijknormen). Tot op zaterdag blijkt er onzeker of er voldoende schuim beschikbaar is voor een tankputbrand. Van deze onzekerheid blijkt overigens niets uit de BP verslagen. Na zaterdag heeft men de benzine weggepompt en is het tankputbrand scenario niet meer relevant. - Ten aanzien van de voorbereiding van de schuimblusinzet is de rolverdeling dat de brandweer de handjes levert en de (ingevlogen) deskundige van BP de tactiek. - Het kanon van BP presteerde niet naar verwachting. - Het overleg in de VC wagen is volgend op het overleg in de crisisroom. - Voor wat de omgeving zijn er een aantal effecten opgetreden: - Buiten BP een aantal beperkingen voor vlieg-vaar-en autoverkeer ingesteld. - Buiten de terreingrenzen van BP op momenten concentraties benzinedamp hoger dan de MAC waarde (50 ppm) aangetroffen. - Geen effect voor buurbedrijven omdat deze in het weekend niet aanwezig waren. - Diverse stank klachten - De aansturing van maatregelen en acties gericht op de omgevingseffecten waren niet voor een ieder duidelijk.
39
Aanbevelingen - Bepaal de benodigde hoeveelheid schuim voor BAT voor de verschillende scenario’s en leg dit vast. De aanstaande vernieuwing van de vergunning lijkt daarvoor een geschikt moment - Stel de praktische prestaties van het BP kanon ondubbelzinnig vast (bijv. middels een proef). - Overweeg de inrichting van een Actiecentrum Brandweer ook bij: - langdurige inzetten - inzetten met een effect gebied (zonder OT) - de inzet van meetploegen en (platvorm AGS, ROGS, WVD, LMPO) - Wijs de leidinggevenden op noodzaak, de kansen en de bedreigingen van het in nauwe samenwerking bestrijden van een gecompliceerd industrieel incident.
40
4.4 De bedrijfsbrandweer Doel De bedrijfsbrandweer is bedoeld voor het afdekken van met de bedrijfsvoering samenhangende bijzondere risico’s met effecten buiten het bedrijfsterrein. Een bedrijfsbrandweer kan door de bijzondere deskundigheid en snelheid in de eerste fase van de calamiteit erger voorkomen. In een latere fase kunnen ze door specialistische kennis en materieel de overheidsbrandweer ondersteunen in de bestrijding van de calamiteit. Algemeen Bij een op- en overslagbedrijf van aardolieproducten is een tank(put)brand een dergelijk bijzonder risico met een effect buiten het bedrijfsterrein. Brandweer Amsterdam is niet geëquipeerd voor het bestrijden van een tank (put) brand. De hiervoor benodigde specialistische kennis en kunde, materiaal en materieel is niet in het korps aanwezig. Waarneming Ook de bedrijfsbrandweer van BP heeft bij aanvang van het incident niet de middelen om een tank(put)brand te bestrijden. In dit geval wordt deskundigheid uit Engeland ingevlogen, een bluskanon uit België en schuim uit Duitsland en materiaal uit Terneuzen en Drenthe. Het maken van een inzetplan en het opstellen van materiaal en materieel voor het uitvoeren van een schuimblussing van een tank(put)brand duurt geruime tijd. In dit geval meer dan 24 uur. Hoewel een deel van de vertraging gevonden kan worden in het niet naar behoren presteren van het BP kanon is één kanon voor het uitvoeren voor een blussing ook niet voldoende. Gezien deze feiten dient heroverwogen te worden wat er wordt verwacht van de bedrijfsbrandweer van een op en overslag bedrijf in aardolie producten. 1) Ofwel men verwacht van de bedrijfsbrandweer dat zij een tank(put) brand zelfstandig kunnen bestrijden en stelt dien overeenkomstige eisen in de aanwijzing bedrijfsbrandweer. De omvang van een dergelijke bedrijfsbrandweer zal vergelijkbaar zijn met de op te richten Industriële BrandbestrijdingsPool (IBP) in het havengebied van Rotterdam. 2) Ofwel men verwacht dat de bedrijfsbrandweer deze inzet moet kunnen organiseren. Een mapje met waakvlam overeenkomsten en een gegarandeerde opkomst tijd lijkt dan voldoende (een contract met de Industriële BrandbestrijdingsPool (IBP) in het havengebied van Rotterdam op een uur afstand).
Aanbeveling Overweg aard en vorm van een bedrijfsbrandweer bij een op- en overslagbedrijf van aardolieproducten.
41
42