bouwhistorische verkenning DE WITTEVROUWENHOF | SCHARN februari 2006 | drs. B.A.J.T. Dukers
4 BURO4 MONUMENT EN RUIMTE
inhoudsopgave Inleiding
5
Geschiedenis - achtergrond - historische kaarten - historische foto’s
7 7 7 9
Beschrijving en waardering - exterieur landhuis - interieur landhuis - exterieur koetshuis - interieur koetshuis
11 11 15 21 23
Conclusie bouwgeschiedenis
26
Conclusie waardering
27
Beeldverantwoording
30
Bronnen
30
4
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
inleiding Het landhuis met koetshuis aan de Wethouder van Caldenborghlaan 45 te Scharn, draagt nog steeds de naam 'Wittevrouwenhof', naar de religieuze orde die het landgoed tot de Franse tijd in bezit had. Sinds de jaren zestig hebben land- en koetshuis echter geen woonfunctie meer maar zijn in gebruik als kantoorruimte. In het kader van een geplande verbouwing tot schoonheidscentrum is Buro4 gevraagd een bouwhistorisch onderzoek te verrichten naar beide gebouwen. Hiertoe zal kort de voorgeschiedenis van het pand ter sprake komen, gevolgd door een beschrijving en waardering van de afzonderlijke onderdelen.
redengevende omschrijving De redengevende omschrijving ten behoeve van de bescherming tot Rijksmonument luidt als volgt: "Landhuis, vroeger van het Wittevrouwenklooster te Maastricht. Uit baksteen gebouwd aan weerszijden van een binnenplaats. Woonvleugel, XIXA, met gebroken kap. In de gevel: geblokte lisenen en ingang en vensteromlijstingen van Naamse steen. Inwendig schoorsteen en stucplafond 1825."
5
Hierbij moet worden opgemerkt dat de omschrijving gemaakt is in 1966, toen het pand als monument werd ingeschreven. Bij een grondige verbouwing in 1967 is genoemde schoorsteenmantel verdwenen en het stucplafond ofwel verborgen door een verlaagd plafond ofwel verwijderd.
1
1 voorgevel van de Wittevrouwenhof
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
2
6
3
4
2 Scharn, Franse militaire kaart uit 1748 3 Scharn, detail Tranchotkaart ca.1805 4 Scharn, kadastraalminuutkaart ca.1835
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
geschiedenis Achtergrond De Wittevrouwenhof was vóór de negentiende eeuw in het bezit van de Wittevrouwen, die hun eigenlijke klooster aan het Vrijthof hadden. De hof diende eerst als winhof, later ook als buitenverblijf. Aan de hof waren grote stukken land verbonden, die dienden als inkomstenbron voor de vrouwen. Bij de komst van de Fransen in 1794 werd het landgoed tot nationaal domein verklaard. In 1797 is het verkocht aan de oud-pastoor van de St.Jacobskerk, Arnold François Roemers, voor een drietal (krankzinnige) Witte Vrouwen. In 1825 kwam het in het bezit van notaris Gulpen, die het door architect J.N. Bovi liet verbouwen tot landhuis voor zijn dochter. Zij was getrouwd met Leopold Joseph Duquesne en het echtpaar leidde een welvarend bestaan. Vermoedelijk is bij de verbouwing rond 1825 de huidige vormgeving van de buitengevels en het koetshuis tot stand gekomen. Nadat het overlijden van de laatste Duquesne die het landgoed bewoonde, worden de landerijen verkocht en het huis verhuurd. In 1967 komt het pand in het bezit van Handelsonderneming MOSAM, importeur van industriegrondstoffen. Het landhuis en koetshuis worden ingrijpend gerenoveerd tot kantoorruimte. 1 De naam van de nabijgelegen wijk 'Wittevrouwenveld' verwijst heden ten dage nog steeds naar de daar gelegen landerijen in het bezit van de Wittevrouwen.
7
Historische kaarten 1748 Op een Franse, militaire kaart uit 1748 is de Wittevrouwenhof afgebeeld als een aantal gebouwen die een vierkante binnenhof omringen. Aan de westzijde is een L-vormig gebouw, aan de oostzijde twee kleinere gebouwen op rechthoekig grondplan. Ca. 1805 Op de Tranchotkaart uit het begin van de negentiende eeuw is de hof aangegeven als een carrévormig complex, met vier vleugels rondom een vierkante binnenhof. Tussen 1748 en 1800 hebben dus nog diverse aanbouwen plaats gevonden, die de losse gebouwen tot een volledige hof hebben verbonden. Kadastraalminuutkaart ca. 1835 Op de eerste kadastrale kaart van het gebied staan het landhuis en het koetshuis afgebeeld in de huidige vorm, dat wil zeggen twee rechthoekige bouwvolumes parallel aan elkaar. Aan de noordoostzijde van het koetshuis is een smal aanbouwtje te zien, dat nu niet meer aanwezig is.
1De Maasgouw, 1880, p.371, Hees, 1979, p.152-154, Marres, Van Agt, 1972, p.229
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
5
8
5 Luchtfoto van het landhuis en koetshuis ca.1920
6
6 Voorgevel van het landhuis in 1966 7 Achtergevel van het landhuis in 1966
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
Historische foto’s ca.1920 Op een luchtfoto uit ca. 1920 is te zien dat het landhuis aan de achterzijde een overkapping had boven de centrale toegang. De gevel was wit geschilderd en in het achterste dakschild zaten twee dakkapellen en een oeuil-deboeuf venster. De noordelijke zijgevel is blind. Het koetshuis had in de noordelijke zijgevel een centrale deur, geflankeerd door vensters, met daarboven een klein rond venster. In de achtergevel zijn tenminste twee vensters zichtbaar. 1966 Op twee foto's uit 1966 zijn de voor- en achterzijde van de Wittevrouwenhof te zien, vóór de grondige renovatie van 1967. De gevels hebben een vroegnegentiende-eeuws uiterlijk met een witgeschilderd metselwerk, hardstenen raamomlijstingen en T-ramen en bijpassende deuren. De voorgevel komt sterk overeen met de huidige situatie, al waren in 1966 nog de negentiende-eeuwse kozijnen en dakkapellen aanwezig, die later zijn vervangen. De vensters hebben aan beide zijden luiken, behalve het meest noordelijke venster. De noordelijke zijgevel is een blinde gevel. De achtergevel heeft een onregelmatige verdeling van de vensters. Boven de centrale toegang is geen venster en de onderlinge afstand tussen de vensters is met name aan de noordzijde erg ongelijk. De westelijke zijgevel heeft twee vensters op de begane grond en één venster op de eerste verdieping, conform de huidige situatie.
9
7
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
8
10
9
8 voorgevel van het landhuis 9 achtergevel van het landhuis
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
beschrijving en waardering Exterieur Landhuis V o o r g e v e l - De voorgevel van het landhuis is op het westen georiënteerd en is haaks op de Wethouder van Caldenborghlaan gelegen. De gevel is twee bouwlagen hoog en acht vensterassen breed. De verdeling van de vensters is echter onregelmatig. Aan de linkerzijde is één vensteras afgescheiden met een geblokte liseen, daarna volgen gevelvakken van resp. twee, drie en twee vensterassen breed, gescheiden door lisenen. Deze opzet is een gevolg van de aanwezigheid van een oudere kern (eerste drie vensterassen), die in de vroege negentiende eeuw zo symmetrisch mogelijk naar het zuiden is verlengd. De gevel is ontpleisterd. Op de begane grond zijn tuindeuren in de vijfde en achtste as. Onder de eerste drie vensters van de begane grond zijn kelderlichten. De venster- en deuropeningen zijn omgeven met omlijstingen in (geschilderde) Naamse steen. Op de begane grond zijn alle raamkozijnen (recentelijk) vervangen in kunststof, op de eerste verdieping zijn ze van hout, maar dateren vermoedelijk van de verbouwing in 1967. De gevel wordt afgesloten met een houten gootlijst. In het dakschild zijn drie dakkapellen (1967), symmetrisch verdeeld over de gevel.
11
W a a r d e r i n g - De voorgevel is van hoge architectonische waarde, vanwege de achttiende-eeuwse opzet, die vrij gaaf is bewaard. De kunststof kozijnen op de begane grond doen afbreuk aan de uitstraling van de gevel. De dakkapellen refereren qua vorm aan oudere dakkapellen op dezelfde plek. A c h t e r g e v e l - De achtergevel van het landhuis is aan de binnenplaats gelegen en vertoont een asymmetrische opzet. Er zijn negen vensterassen die (van links naar rechts) in groepen van resp. twee, drie en vier assen zijn verdeeld. Op de begane grond is een centrale entree, geflankeerd door hoge vensters en een secundaire toegang in de meest rechtse vensteras. Boven de entree en de vensters zijn hardstenen, moderne sculpturen aangebracht. De meeste vensteropeningen zijn origineel (achttiende-eeuws), behalve het middelste venster van de eerste verdieping, en de twee vensters in de derde vensteras van rechts. De centrale deur op de begane grond was vóór 1967 een vensteropening, de hoge vensters ernaast waren deuropeningen. Alle kozijnen zijn vervangen in 1967. In het dakschild is een centraal venster, een z.g. oeil-de-boeuf. Oorspronkelijk zat een soortgelijk venster één vensteras naar rechts en dit was geflankeerd door twee dakkapellen, die in 1967 verwijderd zijn. W a a r d e r i n g - De achtergevel van het landhuis heeft een redelijk hoge architectonische waarde, vanwege de vroegnegentiende-eeuwse vormgeving die nog grotendeels bewaard is gebleven. De toegevoegde vensters uit 1967 zijn weliswaar niet origineel, maar verstoren de gevel niet. De gevel heeft zijn asymmetrische opzet min of meer behouden. De enige verstoring van het karakter zijn de glazen deuren bij de centrale entree; oorspronkelijk waren deze openingen niet transparant, maar gevuld met kozijnprofielen. bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
10
12
10 de zuidelijke zijgevel
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
Z i j g e v e l s - De noordelijke zijgevel is een topgevel, bekroond met een schoorsteen (momenteel niet meer in functie). Op de begane grond en eerste verdieping zijn in 1967 en later vensteropeningen aangebracht; per bouwlaag één hoog venster en drie kleine venstertjes. In de top van de gevel is een oeil-de-boeuf, met achttiende-eeuwse vormgeving, maar daterend uit 1967. Oorspronkelijk was de gevel een blinde gevel. De zuidelijke zijgevel heeft drie vensters; twee op de begane grond en één op de eerste verdieping. Deze vensteropeningen waren vóór 1967 ook al aanwezig, maar zijn vermoedelijk niet origineel. Het venster op de eerste verdieping is namelijk loodrecht onder de schoorsteen gepositioneerd en zit dus op de plek van een (verwijderd) rookkanaal. De huidige raamkozijnen dateren uit 1967. W a a r d e r i n g - De noordelijke zijgevel is bij de renovatie van 1967 zwaar aangepakt, het gesloten karakter van deze gevel is hierbij volledig verloren gegaan. De vensters zijn functioneel gepositioneerd, afgestemd op interne veranderingen, waardoor de indeling van de gevel weinig architectonische waarde heeft. De zuidelijke zijgevel heeft nog dezelfde indeling als vóór 1967 en hoewel deze niet origineel is, heeft deze wel een redelijke kwaliteit.
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
13
|
SCHARN
11
12
13
14
14
11 hoofdkelder richting noorden 12 hoofdkelder richting zuiden 13 dichtgezette doorgang in hoofdkelder 14 doorkijk naar dwarskelder
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
Interieur landhuis K e l d e r - Het landhuis is aan de noordwestzijde onderkelderd. De kelder bestaat uit twee delen; een langgerekte hoofdkelder tegen de voorgevel en een smalle dwarskelder aan de zuidoostzijde hiervan, eindigend tegen de achtergevel. De hoofdkelder heeft een gedrukt, mergelstenen tongewelf en mergelstenen wanden. De (oorspronkelijke) toegang is aan de oostzijde, via een luik in de begane grondvloer. De toegangstrap heeft een mergelstenen kern, maar de treden zijn aangevuld met baksteen en stukken hardsteen. Ten westen van deze trap is een mergelstenen steekgewelf in de oostmuur, dat eindigt tegen een muurnis, die dichtgezet is in baksteen. Hiernaast is een secundaire muur onder het tongewelf aangebracht. Aan de andere zijde van deze muur is wederom een steekgewelf, met de doorgang naar de dwarskelder. Boven de doorgang is een houten lateibalk. De westmuur van de hoofdkelder is deels opgebouwd in mergel, maar heeft ook delen in handgevormde en machinale baksteen. In het mergelstenen deel is een bakstenen ontlastingsboog aangebracht. Vermoedelijk was de kelder oorspronkelijk dieper ( ca. 1,5m ) en is de oostwand later naar voren verplaatst. Bij de voorgevel zijn drie kelderlichten, waarvan het derde deels achter de zuidelijke zijmuur verdwijnt.
15
De dwarskelder heeft eveneens een mergelstenen tongewelf en mergelstenen wanden. Bij de achtergevel is de wand in baksteen vervangen. Bij de toegang vanaf de hoofdkelder is aan de linkerzijde een bakstenen muurkast met gemetselde rondboog, waarvan de houten legplank is verdwenen. Daarachter is een mergelstenen inbouw, met kleine nis, vermoedelijk aangebracht ter ondersteuning van een bovengelegen muur. In de kelder zijn links en rechts (wijn-) rekken aangebracht in baksteen en iets uit het midden van de kelder is in de twintigste eeuw een ondersteuningsmuur in betonsteen gebouwd. W a a r d e r i n g - De kelders van het landhuis zijn van hoge bouwhistorische waarde. Ze zijn de enige duidelijke restanten van een oudere kern van het landhuis, die mogelijk nog teruggaat tot de late middeleeuwen. De kelders verkeren in een vrij gave staat, op enige kleine, latere aanpassingen na.
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
16
15
16
17
18
15 begane grond schouw in de zuidelijke kamer (XX) 16 begane grond, trap 17 begane grond, entreehal 18 eerste verdieping, vide en stucplafond
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
B e g a n e g r o n d - De begane grond heeft van oudsher een indeling in drie delen, gescheiden door twee dikke, interne muren. De twee meest noordelijke delen hebben een scheiding in vóór en achter door een dikke scheidingsmuur in het midden van de diepte van het pand. Het zuidelijkste deel is één grote kamer van voor- tot achtergevel. Aan de noordzijde bevindt zich een oudere kern, die alleen aan de positie van de noordelijkste interne muur af te lezen is. In de voorste helft hiervan bevindt zich de toegang tot de kelder. De achterste helft is in 1967 opnieuw ingedeeld, o.a. met toiletruimten en een trappenhuis. Dit trappenhuis bestaat uit een staalconstructie met treden en armleuningen van hardhout en verkeerd in een goede staat. In het middelste deel van de begane grond is aan de achterzijde de toegangshal, met een fraaie vloer- en wandbekleding van witte marmer met zwarte strepen. Details, zoals de wandlampen, dateren eveneens uit 1967. De grote kamer in het zuidelijke deel is in 1967 van een nieuwe aankleding voorzien in een traditionalistische stijl. Er is een schouw tegen de zuidwand met een robuuste houten omtimmering, getorste, houten zuilen, beschilderde haardtegels en een gietijzeren kachel (alles XXB). In deze kamer was tot 1967 een stucplafond aanwezig, maar dit is ofwel verwijderd, of gaat schuil achter een verlaagd plafond. Volgens de bestektekeningen uit 1967 zijn de moerbalken van balklagen boven de begane grond nog grotendeels aanwezig. De kinderbinten zijn waarschijnlijk allemaal vervangen.
17
W a a r d e r i n g - De oude indeling in twee helften en drie delen is van belang omdat deze duidelijk de oude kern en toegevoegde delen laat zien. De latere interne verdelingen zijn van indifferente waarde. De nog aanwezige moerbalken zijn van hoge bouwhistorische waarde. Er zijn geen historische afwerkingen van vóór 1967 bewaard gebleven. De interieurelementen uit 1967 zoals de marmeren aankleding van de hal, de trap, en de wandlampen zijn van een hoge esthetische kwaliteit en verkeren nog in een goede staat. E e r s t e v e r d i e p i n g - Op de eerste verdieping is eveneens een indeling in drie delen en twee helften. Overige invullingen zijn secundaire wanden uit 1967. Het interieur stamt uit 1967. In het middelste deel is een vide boven de toegangshal, met een stalen balustrade met houten armleuning. Het plafond boven de hal is voorzien van een modern vormgegeven stucrozet, die qua vorm refereert aan de wandlampen op de begane grond. Ook op deze verdieping zijn, volgens de bestektekeningen uit 1967, de oude moerbalken van de balklagen nog aanwezig. De kinderbinten zijn vervangen. W a a r d e r i n g - Op de eerste verdieping is de indeling in drieën en twee helften van belang als referentie naar de oude, gegroeide situatie. De nog aanwezige moerbalklagen zijn van hoge bouwhistorische waarde. Er zijn geen bijzondere historische interieurafwerkingen, behalve de recente afwerkingen zoals de trap en de balustrade. Deze hebben een hoge esthetische kwaliteit. bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
19
18
20
21
19 kap richting zuiden 20 kapspant (XIXa) 21 kap richting noorden
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
K a p c o n s t r u c t i e - Het landhuis heeft een mansardedak, gedragen door een drietal eikenhouten, achttiende-eeuwse spanten. Deze bestaan uit een paar schuine spantbenen met korbelen, waarop een dekbalk is gelegd. Op de dekbalk staat een nokstijl, die de nok ondersteunt, met aan twee zijden een schuine nokschoor. De nokschoren worden ieder op hun beurt ondersteund door een kleinere, schuine stijl. Een groot aantal van de gebruikte balken zijn hergebruikt uit oudere constructies, getuige onfunctionele pengaten. Op de uiteinden van de dekbalk zijn de eerste gordingen gelegd, de tweede gordingen zijn met een klos op de nokschoren gelegd. Tussen deze eiken gordingen zijn bij de laatste dakrenovatie nog twee grenen gordingen aangebracht om het dakvlak iets omhoog te brengen. Bij deze renovatie zijn de oude daksporen verzameld en opnieuw geplaatst bij het onderste dakschild aan weerszijden. De bovenste twee dakschilden zijn voorzien van nieuwe (grenen) daksporen en het dakbeschot is eveneens met grenenhouten planken vervangen. De spanten zijn voorzien van gekraste telmerken en dragen aan de voorzijde het telmerk '/' (1) en aan de achterzijde het telmerk '//' (2) met oplopend geen, één of twee gekraste gaatjes. Tegen de zuidelijke zijgevel is een rookkanaal, dat niet meer in functie is.
19
W a a r d e r i n g - Van hoge bouwhistorische waarde zijn de gave achttiendeeeuwse onderdelen van de kap; de eikenhouten spanten, gordingbalken en daksporen van de onderste dakschilden. Het vervangen dakbeschot en de toegevoegde sporen hebben geen historische waarde, maar refereren wel aan de oude situatie.
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
22 voorgevel koetshuis
22
23 noordelijke zijgevel koetshuis 24 zuidelijke zijgevel koetshuis 25 zuidelijke zijgevel, dichtgezet venster
20
23
24
bouwhistorische verkenning
25
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
Exterieur koetshuis V o o r g e v e l - De voorgevel van het koetshuis, aan de binnenplaats, is één bouwlaag hoog. Aan de oostzijde zijn twee deuropeningen en twee maal twee vensters, aan de westzijde is een koetspoort geflankeerd door twee vensters. De vensters en deuren hebben omlijstingen in hardsteen. Boven de tweede deur en de koetspoort zijn twee kapellen met laaddeuren, die oudere kapellen op die plek vervangen. De gevel is ontpleisterd. W a a r d e r i n g - De indeling van de gevel dateert van vóór 1967 en komt waarschijnlijk overeen met het ontwerp uit 1825, waardoor deze historisch waardevol is. De ramen, deuren en poort zijn van recentere datum en hebben geen bouwhistorische waarde. De laadluiken zijn vernieuwd, maar verwijzen wel naar de oude toestand. Z i j g e v e l s - De noordelijke zijgevel is een topgevel met vlechtingen. Op de begane grond zijn drie vensters met hardstenen omlijstingen, waarvan de middelste tot 1967 een deuropening was. Boven de omlijstingen zijn (oudere?) gemetselde ontlastingsbogen van de vensters zichtbaar. In de geveltop is een centrale oculus, met links en rechts daarvan een vierkant venster met hardstenen omlijstingen. Deze vensters zijn in 1967 toegevoegd. De zuidelijke zijgevel is een blinde gevel, op een venster in de geveltop na. Op de begane grond is een dichtgezet, vierkant venster. De zuidelijke zijgevel is niet gewijzigd in 1967 en dus nog in vroegnegentiende-eeuwse staat. De gevel heeft een gesloten karakter.
21
W a a r d e r i n g - De gevelindeling van de noordelijke zijgevel is deels origineel, met uitzondering van de vierkante vensters in de geveltop, en heeft daarom een positieve monumentwaarde. De zuidelijke zijgevel is in originele staat en daarom van waarde.
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
26
22
26 zuidelijk deel koetshuis, boogopeningen
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
Interieur koetshuis B e g a n e g r o n d - De begane grond van het koetshuis is opgedeeld in een aantal ruimtes, verdeeld over een noordelijk, zuidelijk en middendeel. In het noordelijke deel is een viertal kantoorruimtes, qua indeling daterend van de laatste grote renovatie. In het middendeel van het koetshuis, achter de tweede deur, is een open ruimte, in twee delen verdeeld door een dunne muur, opengewerkt met twee boogopeningen. Deze zijn tot stand gekomen bij de laatste verbouwing (zie bouwtekeningen 1967) en hebben zover bekend geen historische achtergrond. Deze bogen zijn ook aangebracht in de scheidingsmuur tussen het middendeel en het zuidelijke deel en in een scheidingswand in het zuidelijke deel. Het zuidelijke deel is daardoor één open ruimte die - door het ontbreken van de zoldervloerplanken - doorloopt tot in het dak. De balklaag van de zoldervloer is nog wel aanwezig en bestaat uit een drietal zware eiken balken in de lengterichting, die de spanten ondersteunen. In het midden van de ruimte worden de balken gesteund door de muur met de poortopeningen, maar door het aanbrengen van de openingen in 1967 is deze muur constructief aangetast. In de achtergevel van deze ruimte zijn drie dichtgezette vensteropeningen zichtbaar.
23
W a a r d e r i n g - De indeling van het noordelijke deel van de begane grond dateert grotendeels uit 1967 en heeft daarom weinig historische waarde. De muren met de opengewerkte poorten in het middendeel en zuidelijke deel zijn van oudere oorsprong, maar verzwakt door de openingen en daarom slechts van positieve waarde. De muren dienden ooit ter ondersteuning van de balklagen. De poortopeningen zelf zijn van recente datum en daarom niet van historische waarde.
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
27
24
28
29
27 kapspant koetshuis 28 kap koetshuis richting zuiden 29 interne topgevel koetshuis richting noorden
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
K a p c o n s t r u c t i e - Het dak van het koetshuis wordt gedragen door de centrale topgevel en de drie spanten aan weerszijden daarvan. De spanten aan de noordzijde zijn begin negentiende eeuw samengesteld, uit oudere balken. Ze bestaan uit schuine spantbenen met een voetschoor, waarop de dekbalk gelegd is. Op de dekbalk staat een nokstijl, met twee schuine nokschoren, die weer apart gesteund worden door een stijltje dat op de dekbalk rust. De nokstijl wordt extra ondersteund door een stijl onder de dekbalk. De nokgording is in grenen vervangen en er zijn nieuwe gordingen in grenen toegevoegd. De spanten zijn voorzien van latere (twintigste-eeuwse) toevoegingen, vanwege een ophoging van het dakvlak. De muurplaten zijn verdwenen, aan de achterzijde is de borstwering iets verhoogd. Ten zuiden van de interne topgevel is slechts één origineel spant bewaard gebleven. Aan weerszijden van dit spant is een nieuw grenen spant aangebracht. Ook hier zijn de gordingen en nokbalk in grenen vervangen. In de topgevel zijn in 1967 twee rondbogen aangebracht, waarvan de westelijke recent is dichtgezet en de oostelijke een deuropening heeft. 25
W a a r d e r i n g - De originele spanten zijn van hoge monumentale waarde, de latere toevoegingen in grenen hebben geen historische waarde en zijn op sommige plekken zelfs storend. De toegevoegde spanten zijn van lage waarde en dus vervangbaar. De topgevel heeft waarde als scheidend element binnen het koetshuis maar is al aangetast door de openingen op de begane grond en eerste verdieping.
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
conclusie bouwgeschiedenis Oudste kern (ca. XV-XVI) Het landhuis van de Wittevrouwenhof heeft een oude kern, die vermoedelijk teruggaat tot de late middeleeuwen. Het belangrijkste relict hiervan is de mergelstenen kelder. De driedeling op de begane grond en de afwijkende richting van de balklagen laten zien dat het bestaande gebouw in fases tot stand is gekomen, met het meest oostelijke deel (boven de kelder) als oudste. Omdat de balklagen niet in het zicht waren tijdens het onderzoek is verdere informatie over de bouwfasen binnen het landhuis niet voorhanden. Volgens de Tranchotkaart was de hof begin negentiende eeuw groter dan nu en had deze een carrévorm. Mogelijk zijn hiervan nog resten in de bodem aanwezig. Ca. 1825 Bij de grote modernisering van rond 1825 is een aantal gebouwen van de hof afgebroken. Het is mogelijk dat dit slechts schuur- of stalgebouwen betroffen of vleugels in vakwerk. Van de westelijke vleugel, het huidige landhuis, werd zo goed en zo kwaad mogelijk een voor die tijd modern huis gemaakt, vooral door de gevels opnieuw vorm te geven. Hoewel de vensters in voor- en achtergevel gestandaardiseerd werden, bleef de gefaseerde bouwgeschiedenis van het huis zichtbaar door de onregelmatige vensterasverdeling, met name in de achtergevel. De oostelijke vleugel werd verbouwd tot koetshuis, het is niet duidelijk of de vleugel hiervoor opnieuw werd opgebouwd of dat een bestaand gebouw werd aangepast. Het landhuis en het koetshuis kregen beide een nieuwe kapconstructie, deels bestaand uit hergebruikt eikenhout.
26
1967 In 1967 werden landhuis en koetshuis ingrijpend gerenoveerd. Alle ramen en deuren werden vervangen en in de achtergevel van het landhuis werden zelfs drie vensters toegevoegd. De oude dakkapellen werden vervangen, en aan de achterzijde van het landhuis zelfs verwijderd. De interne indeling van beide gebouwen werd veranderd, vrijwel alle historische afwerkingen werden verwijderd of weggewerkt, ondermeer door systeemplafonds. Het landhuis kreeg een representatieve hal met een moderne inrichting en de balklaag van de eerste verdieping werd hier doorbroken ten behoeve van een vide. De kaponderdelen werden opnieuw gerangschikt en de kaphellingen iets aangepast. Hiervoor werden, waar nodig, nieuwe gordingen en sporen toegevoegd. Interne wanden van het koetshuis, die ter ondersteuning van de langsgeplaatste moerbalken waren gebouwd, werden opengewerkt met poortopeningen, vermoedelijk om beter met voertuigen te kunnen manoeuvreren.
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
conclusie waardering De Wittevrouwenhof heeft een redelijk hoge architectuurhistorische waarde, vanwege de vroegnegentiende-eeuwse, luxueuze vormgeving van het landhuis en het koetshuis, die in redelijke mate bewaard is gebleven, ondanks de toevoeging van vensteropeningen in 1967. De bouwhistorische waarde van het landhuis is hoog. Het pand heeft een gefaseerde bouwgeschiedenis, vermoedelijk vanaf de late middeleeuwen tot op heden. Belangrijke elementen die bijdragen aan deze waarde zijn: de kelder, de delende muren en de balklagen op de begane grond en eerste verdieping en de originele kaponderdelen. Qua interieurafwerkingen is er weinig bewaard van vóór de twintigste eeuw. Hoewel de renovatie in 1967 ingrijpend was ten opzichte van de historische afwerkingen, zijn de toen gerealiseerde afwerkingen van met name de hal en het trappenhuis van hoge esthetische waarde en op de lange termijn van belang voor de geschiedenis van het interieur in het algemeen. Het koetshuis heeft een redelijk hoge bouwhistorische waarde, die met name voorkomt uit de eiken balklaag en kapspanten. Qua indeling zijn de interne topgevel en de ondersteunende muren van belang, maar deze zijn qua bouwmassa reeds aangetast door het inbreken van de poorten in 1967.
27
Samen met de tuinaanleg zijn landhuis en koetshuis sterk beeldbepalend voor de hoek van de Wethouder van Caldenborghlaan en de Vrijheidslaan. Samen met een paar andere panden in de omgeving vormt de Wittevrouwenhof het restant van de oudste bebouwing van Scharn. De stedenbouwkundige waarde van het complex is daarom hoog en verdient aandacht bij planvorming. De monumentale waarden van de gebouwen zijn aangegeven op de volgende kaarten. Hierbij is gebruikt gemaakt van een klassering in 'hoge monumentale waarde', waarvan behoud noodzakelijk is, 'positieve monumentale waarde', waarvan behoud wenselijk is en tenslotte 'indifferente monumentale waarde', waarvan vervanging of verwijdering vanuit monumentaal opzicht geen bezwaar is.
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
30
1
31
28
1
32
33
30 Landhuis, monumentale waardenkaart kelder 31 Landhuis, monumentale waardenkaart begane grond 32 Landhuis, monumentale waardenkaart eerste verdieping 33 Landhuis, monumentale waardenkaart kap
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
Waardering hoge monumentale waarde, positieve monumentale waarde, lage of indifferente monumentale waarde
34
29
35
34 Koetshuis, monumentale waardenkaart begane grond 35 Koetshuis, monumentale waardenkaart kap
Waardering hoge monumentale waarde, positieve monumentale waarde, lage of indifferente monumentale waarde
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN
beeldverantwoording Buro4 HVN architecten bna Müller-Miny 1967 Rijksarchief Limburg Van Ermen 1985
1,8-35 5 3 6,7 2
bronnen Literatuur De Maasgouw, 1880, p.371 Marres, Van Agt, Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst; Zuid-Limburg uitgezonderd Maastricht, Arnhem 1972 Müller-Miny, Kartenaufnahme der Rheinlande durch Tranchot und von Müffling, 1803-1820, Keulen 1967-1971 Van Bermen, Limburg in prent en kaart; historisch cartografisch overzicht van Belgisch en Nederlands Limburg, Weesp 1985 Van Hees, Maastrichtse Monumententaal, Maasbree 1979
30
HamersVoorveltNijssen architecten bna Bouwtekeningen verbouwing 1967 (architecten- en ingenieursbureau de Wit en van Pelt, Maastricht) Bouwtekeningen bestaande toestand Rijksarchief Limburg Fotocollectie, negatiefnrs. 08578, 08579, 08620 www.dewoonomgeving.nl kadastraalminuutkaart ca. 1835
bouwhistorische verkenning
| DE
WITTEVROUWENHOF
|
SCHARN