BNP Paribas Fund II N.V. Jaarverslag 2012 31 december 2012
BNP Paribas Fund II N.V. beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal Directie tevens Beheerder BNP Paribas Investment Partners Funds (Nederland) N.V. Burgerweeshuispad 201, Tripolis 200 Postbus 71770 1008 DG Amsterdam www.bnpparibas-ip.nl Directie C. Haas M.P. Maagdenberg D.M.J.M. van Ommeren J.L. Roebroek E.C. Stienstra Raad van commissarissen M. Diulius (m.i.v. 15 oktober 2012) W.G.G. de Vijlder Accountant Ernst & Young Accountants LLP Antonio Vivaldistraat 150 Postbus 7883 1008 AB Amsterdam Vermogensbeheerders BNP Paribas Investment Partners Netherlands N.V. Amsterdam BNP Paribas Investment Partners UK Ltd. Londen THEAM S.A.S. Parijs Administrateur BNP Paribas Securities Services S.C.A. Brussel Depotbank en Fund Agent BNP Paribas Securities Services S.C.A. Luxemburg Betaalkantoor, Listing Agent en Clearer BNP Paribas Securities Services S.C.A. Parijs
1
BNP PARIBAS FUND II N.V. INHOUDSOPGAVE
Pagina
Verslag van de Beheerder
3
Economie en markten
4
BNP Paribas Premium Global Dividend Fund Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
8 8 9 10 10 11 11 12 12 14 17
BNP Paribas All In Fund Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
18 18 19 20 20 21 21 22 22 24 26
BNP Paribas Euro Obligatie Fonds Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
30 30 31 33 33 34 34 35 35 38 40
BNP Paribas All Income Fund Kerncijfers Verslag van de Beheerder (vervolg) Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting op de balans -Risicobeheer -Beleggingen
43 43 44 45 45 46 46 47 47 49 51
BNP Paribas Fund II N.V. Jaarrekening -Balans -Winst- en verliesrekening -Kasstroomoverzicht -Toelichting -Toelichting algemeen -Toelichting op de balans -Toelichting op de winst- en verliesrekening -Risicofactoren
52 52 52 53 53 54 54 55 66 69
Overige gegevens
70
2
BNP PARIBAS FUND II N.V. VERSLAG
VAN
DE
DIRECTIE
TEVENS
BEHEERDER
Wij hebben het genoegen u hierbij het verslag over het boekjaar 2012 van BNP Paribas Fund II N.V. (de 'Vennootschap') aan te bieden. Het verslag bestrijkt de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012. Alle fondsen van BNP Paribas Fund II N.V. (momenteel 4: BNP Paribas Premium Global Dividend Fund, BNP Paribas All In Fund, BNP Paribas Euro Obligatie Fonds en BNP Paribas All Income Fund, de 'Fondsen') hebben een eigen beleggingsbeleid, risicoprofiel en koersvorming. Voor elk Fonds wordt een aparte administratie gevoerd zodat alle aan een Fonds toe te rekenen opbrengsten en kosten per Fonds worden verantwoord. Voor een nadere beschrijving van de ontwikkeling van de afzonderlijke Fondsen, het beleggingsbeleid gedurende de verslagperiode en de vooruitzichten wordt verwezen naar de respectievelijke verslagen van de Fondsen. Vooruitlopend op de gehele afschaffing van de distributievergoeding is op 1 november 2012 voor BNP Paribas Euro Obligatie Fonds een tweede aandelenklasse zonder distributievergoeding geïntroduceerd. Deze tweede aandelenklasse genaamd ‘Klasse Privilege’, die aan de effectenbeurs van NYSE Euronext in Amsterdam is genoteerd, heeft een eigen ISIN code. Het enige verschil met de (voordien) reeds bestaande aandelenklasse Classic (‘Klasse Classic’) betreft de hoogte van de beheervergoeding. De beheervergoeding van de Klasse Privilege bedraagt 50% van de beheervergoeding van de Klasse Classic. De aandelen van Klasse Privilege kunnen, evenals de Klasse Classic, in beginsel worden gekocht en verkocht op NYSE Euronext in Amsterdam door tussenkomst van een bank of andere financiële onderneming. Voor meer informatie over de mogelijkheid tot het aankopen van deze aandelen verwijzen wij naar uw financieel adviseur. Op het moment dat in Nederland distributievergoedingen daadwerkelijk worden afgeschaft, zullen beide aandelenklassen naar verwachting worden samengevoegd. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders zal worden gehouden op 17 juni 2013. Toezicht De Beheerder beschikt over een vergunning in het kader van de Wet op het financieel toezicht (Wft). BNP Paribas Fund II N.V. is onder vergunning van de Beheerder geregisteerd bij de Autoriteit Financiële Markten.
Fund Governance De Nederlandse wetgever heeft in artikel 17 lid 5 Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo) het voorschrift opgenomen dat de Beheerder, de beleggingsinstelling of de Bewaarder daarvan moeten zorgdragen voor onafhankelijk toezicht op de uitvoering van het beleid en de procedures en maatregelen van de organisatie van de Beheerder. In 2008 heeft de brancheorganisatie DUFAS (Dutch Fund and Asset Management Association) met de ‘DUFAS Principles of Fund Governance’ een raamwerk van regels vastgesteld waarmee gericht invulling wordt gegeven aan de wettelijke bepalingen voor integere bedrijfsvoering als genoemd in artikel 4:11 en 4:14 Wft, waarvan artikel 17 lid 5 Bgfo een nadere uitwerking vormt. De Beheerder onderschrijft deze regels en heeft ze geïntegreerd in zijn eigen fund governance beleid dat is vastgelegd in de Principles of Fund Governance van de Beheerder. Mede ter uitvoering van dit beleid is in juni 2009 een Raad van Commissarissen ingesteld, die erop toeziet dat de Beheerder in het belang van de deelnemers van de - door hem beheerde - fondsen handelt. De Raad van Commissarissen vergadert tenminste tweemaal per jaar met de Directie van de Beheerder en brengt verslag uit van haar activiteiten in het jaarverslag van de Beheerder. Daarnaast wordt de naleving van het fund governance beleid van de Beheerder gemonitord door de afdeling Compliance van BNP Paribas Investment Partners die daarvan periodiek verslag uitbrengt in de directievergadering van de Beheerder en aan de Raad van Commissarissen van de Beheerder. Voor de Principles of Fund Governance van de Beheerder wordt verwezen naar de website van de Beheerder (www.bnpparibas-ip.nl onder 'Informatie Wet financieel toezicht’ - ‘Beheerder’ - ‘Fund Governance'). Stembeleid Ten behoeve van een goede fund governance heeft de Beheerder een beleid inzake stemgedrag. De uitgangspunten die de Beheerder hanteert inzake stemgedrag zijn vermeld onder ‘Actief aandeelhouderschap’ op de website van de Beheerder (www.bnpparibas-ip.nl/Over ons). Voor het stemgedrag (Vote summary report) per Fonds wordt verwezen naar de pagina van het betreffende Fonds op de website van de Beheerder, onder ’Documenten’. Inrichting van de bedrijfsvoering Wij beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering, die voldoet aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht en het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen (Bgfo). Wij hebben gedurende het afgelopen boekjaar verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 van het Bgfo niet voldoet aan de vereisten zoals opgenomen in de Wet op het financieel toezicht en daaraan gerelateerde regelgeving. Op grond hiervan verklaren wij als Beheerder voor BNP Paribas Fund II N.V. te beschikken over een beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in artikel 121 Bgfo, die voldoet aan de eisen van het Bgfo. Ook hebben wij niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig de beschrijving functioneert. Derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende het verslagjaar 2012 effectief en overeenkomstig de beschrijving heeft gefunctioneerd. BNP Paribas Investment Partners De Beheerder maakt deel uit van de wereldwijd opererende vermogensbeheerorganisatie van BNP Paribas S.A., welke organisatie thans opereert onder de handelsnaam 'BNP Paribas Investment Partners'. De aandelen van BNP Paribas Investment Partners S.A. worden gehouden door BNP Paribas S.A., BNP Paribas Fortis SA/NV en BGL BNP Paribas S.A.
3
BNP PARIBAS FUND II N.V. ECONOM IE
EN
M ARKTEN
Macro-economische beleggingsomgeving De wereldeconomie was wisselvallig in het afgelopen jaar. Tijdens de zomer van 2012 vertraagde de wereldeconomie, net als in de afgelopen twee jaar. De eurozone raakte weer in een recessie en de laatste zes maanden van 2012 is het duidelijk geworden dat de sterkere kernlanden zeker niet immuun zijn. Hetzelfde geldt trouwens ook voor diverse economieën in Azië. In de VS hield de groei wat beter stand, zij het op een laag pitje. De aandelenmarkten daalden in het eerste deel van 2012, maar herstelden door de aankondiging van nieuwe monetaire stimulansen. Een nieuw programma voor obligatieaankopen door de ECB (European Central Bank) riep de stijging van de Italiaanse- en Spaanse obligatierentes een halt toe. Verenigde Staten De economische groei in Amerika vertraagde tijdens de eerste helft van 2012. In het tweede kwartaal bedroeg hij slechts 1,3% op jaarbasis ten opzichte van het voorgaande kwartaal, nog lager dan de reeds bescheiden 2% van het eerste kwartaal. In het derde kwartaal versnelde de groei naar 3,1%, maar dit was grotendeels toe te schrijven aan eenmalige defensie-uitgaven en voorraadopbouw. De gegevens van het vierde kwartaal zijn nog niet bekend, maar zullen waarschijnlijk lager uitvallen dan deze van het derde kwartaal. De vertraging kwam ook tot uiting op de arbeidsmarkt, waar de banengroei daalde van een maandelijks gemiddelde van 226.000 in het eerste kwartaal tot slechts 67.000 in het tweede kwartaal. In de tweede helft van 2012 versnelde de banengroei weer naar een gemiddelde van 160.000 per maand. De woningmarkt, waar de bouwactiviteit, de verkoop en zelfs de prijzen hun geleidelijk herstel voortzetten, was een duidelijk lichtpunt. Voorlopende indicatoren zoals de ISM-indexen en het consumentenvertrouwen gingen onderuit tijdens de zomer. De ISM-index (Institute of Supply Change Management) van de productiesector wees van juni tot augustus op een inkrimping. Deze indicatoren gingen er slechts weinig op vooruit aan het einde van het jaar. De orders voor duurzame goederen namen zelfs af. Tegen het einde van het jaar ging alle aandacht naar het getouwtrek rond de begroting. Uiteindelijk werd een overeenkomst bereikt over beperkte belastingverhogingen en besparingen, maar het gros van de Amerikaanse gezinnen zal toch met hogere belastingen worden geconfronteerd. Ook de problemen van de automatische besparingen en het plafond voor de overheidsschuld zijn nog lang niet van de baan. Eurozone De lichte verbetering van de economie in de eurozone in het eerste kwartaal van 2012 (vlakke groei van het bruto binnenlands product, tegen een daling van 0,3% in het laatste kwartaal van 2011) kon zich niet doorzetten in het tweede kwartaal, toen het bbp een daling van 0,2% registreerde ten opzichte van het vorige kwartaal. De dalende consumptie en bedrijfsinvesteringen werden slechts gedeeltelijk opgevangen door de stijging van de netto-export. Ook in het derde kwartaal daalde het bbp. De Economic Sentiment Index daalde in de acht achtereenvolgende maanden tot oktober en de PMI-index van de productiesector wijst al meerdere maanden onmiskenbaar op een inkrimping. In Duitsland daalde de Ifo-index (Institut für Wirtschaftsforschung), net als de INSEE-index (Institut National de la statistique et des études économiques) in Frankrijk. In november en december vertoonden de voorlopende indicatoren een brede verbetering, maar het ziet er wel naar uit dat de economie nog verder zal verzwakken alvorens weer aan te trekken. De recessie in de zuidelijke lidstaten van de eurozone is nog verscherpt. De staatsschuldencrisis is zowel eind vorig jaar als in juni en juli opgeflakkerd, toen de Spaanse en Italiaanse rentes op twee en tien jaar weer de hoogte inschoten. De depositovlucht vanuit Spanje nam dan ook sterk toe tijdens deze periode. Om de crisis tegen te gaan, verstrekte de ECB in december 2011 en februari 2012 in totaal voor meer dan 1000 miljard euro aan driejaarsleningen aan de banksector. Ongeveer de helft daarvan was nieuwe liquiditeit, de rest werd gebruikt om leningen met een kortere looptijd terug te betalen. De leningen verlichtten de financieringsproblemen van de banken in de eurozone en stelden hen in staat staatsobligaties te kopen. Dit leidde tot een afname van de risicospreads, vooral in Italië en Spanje, weliswaar slechts tijdelijk. Vanaf maart 2012 gingen de Spaanse en Italiaanse rentes weer stijgen. Spanje kreeg de toezegging dat het voor EUR 100 miljard uit de reddingsfondsen kon putten om zijn banksector te herkapitaliseren. De onzekerheid over het vereiste bedrag (uit onafhankelijke stresstests bleek dat het om ongeveer EUR 60 miljard ging, maar er blijft twijfel heersen over de gebruikte uitgangspunten) en over wie uiteindelijk met de schulden wordt opgezadeld (zal de Spaanse overheid er verantwoordelijk voor zijn, of gaat het geld rechtstreeks van het reddingsfonds naar de betrokken banken?) beperkte het daaropvolgende herstel. Eind juli stelde ECB-voorzitter Draghi dat de ECB alles zou doen wat nodig is om de euro te ondersteunen. In september werd deze toezegging hard gemaakt met de aankondiging van een nieuw programma voor staatsobligatieaankopen. In het kader van dit programma zal de ECB staatsobligaties aankopen op de secundaire markt, maar enkel als het betrokken land officieel aanklopt bij het noodfonds. In dat geval is voldaan aan de voorwaarde en kan het noodfonds ook staatsobligaties op de primaire markt opkopen. Als door de ECB gekochte obligaties in gebreke blijven, zullen ze op voet van gelijkheid worden behandeld met de participaties van particuliere beleggers. Het nieuwe programma zorgde voor stabilisatie op de perifere obligatiemarkten. Japan In het eerste kwartaal van 2012 veerde de Japanse economie op na het zwakke laatste kwartaal van 2011. De opleving was te danken aan de groei van de consumptie en de overheidsinvesteringen. De groei viel echter sterk terug in het tweede kwartaal en de economie noteerde een aanzienlijke krimp in het derde kwartaal. De voorlopende indicatoren en de industriële productie verzwakten verder tijdens het derde kwartaal, bovendien is het niet zo waarschijnlijk dat de groei sindsdien toenam. De Japanse exporteurs worden geconfronteerd met een zwakke vraag vanuit het buitenland (Europa, Azië) en een sterke yen. De ruime overwinning voor de LDP (Liberal Democratic Party Japan) bij de verkiezingen voor het Lagerhuis maakte de weg vrij voor extra stimuleringsmaatregelen op monetair en begrotingsgebied. Opkomende markten De opkomende markten bleven niet gespaard van de economische moeilijkheden van de ontwikkelde economieën. Voorlopende en actuele indicatoren zoals de export en de industriële productie zijn verzwakt. De inflatie nam echter af, wat een aantal centrale banken in staat stelde hun monetair beleid te versoepelen. Door de groeivertraging in China, vooral te wijten aan de netto-export maar ook zichtbaar in de industriële productie en de winkelverkoop, is de vrees voor een harde landing van de Chinese economie toegenomen, zeker nu er steeds meer tekenen zijn dat de vastgoedzeepbel in China in snel tempo aan het krimpen is. De Chinese overheid heeft dan ook een reeks stimuleringsmaatregelen en investeringen aangekondigd. Tegen het einde van de verslagperiode klaarden de voorlopende indicatoren wat op in diverse opkomende economieën. In China verbeterden ook de reële indicatoren, maar de export van een aantal andere opkomende economieën bleef onder druk staan. Aandelen 2012 begon met een voortzetting van het herstel dat was ingezet in de herfst van 2011. Tot maart werd het enthousiasme van beleggers aangewakkerd door relatief bemoedigende berichten over de Amerikaanse groei en de belofte van de centrale banken dat zij voor de nodige liquiditeit zouden zorgen. Deze liquiditeitsverstrekking door de centrale bankiers was tijdens het hele jaar een cruciale factor voor de handel en voor de prima prestaties van de aandelen. Vooral de ingreep van de ECB (massale 3-jaarsleningen – LTRO’s (Long-term Refinancing 4
BNP PARIBAS FUND II N.V. Operation) – aan de banksector) zorgde voor een belangrijke versoepeling van de financiële context, die gunstig was voor de risicoactiva. In de lente kwam deze trend op de helling te staan door nieuwe twijfel over de gezondheid van de wereldeconomie en de opflakkerende bezorgdheid over de staatsschuldencrisis in Europa (vooral in Spanje en Griekenland), die de financiële markten (aandelen en periferie-obligaties) onder druk zette tot in juli. Deze factoren zetten de centrale banken ertoe aan hun belofte om de activiteit en de werking van de financiële markten te ondersteunen te hernieuwen. Hun verklaringen, met als hoogtepunt de aankondiging van nieuwe kwantitatieve versoepelingsmaatregelen voor september, stelden beleggers gerust en bezorgden de aandelen een gunstige zomer. De ECB speelde hierbij een doorslaggevende rol. Op 26 juli bereikte de Europese staatsschuldencrisis een nieuw hoogtepunt, met grote zorgen rond een aantal landen van de periferie en het Spaanse banksysteem, de scherpe stijging van de lange rente in de betrokken landen en zelfs vragen over de gevolgen voor Duitsland van zijn deelname aan de reddingsmechanismen. Pas toen Mario Draghi met zijn ‘magische formule’ kwam, klaarde het beursklimaat op. De voorzitter van de ECB stelde dat de bank ‘klaarstond om alles te doen wat nodig was om de euro in stand te houden’, waarbij hij de aankoop van staatsobligaties aankondigde, wat het liquiditeitsrisico in de eurozone zou wegwerken. De stijging van de aandelenkoersen vond echter plaats bij een beperkte handel en met heel wat ups-and-downs, door de vele onopgeloste problemen. De kwartaalresultaten geven het beleggerssentiment tijdens het afgelopen jaar relatief goed weer: de MSCI AC World index (in dollar) klom 11,3% in het eerste kwartaal, verloor 6,4% in het tweede, herwon 6,2% in het derde en deed daar ten slotte nog 2,5% bovenop in het laatste kwartaal. Er waren echter grote regionale verschillen tijdens het vierde kwartaal, te wijten aan enerzijds de realiteit van het moment (grotere bezorgdheid over de situatie in de VS, het ‘wegebben’ van de Europese crisis) en anderzijds het wegwerken van de problemen uit het verleden. De Amerikaanse indices, die in oktober onder druk stonden door tegenvallende bedrijfsresultaten en daarna door de impasse rond de begrotingsproblemen, sloten het kwartaal af in het rood (-1% voor de S&P 500). De Tokyo Stock Exchange schoot echter omhoog (+17,2% voor de Nikkei 225), vooral dankzij de waardedaling van de yen door de hoop dat de nieuwe conservatieve regering een zeer stimulerend monetair beleid zou voeren. De Europese markten boekten een aanzienlijke groei tijdens dit vierde kwartaal (+7,4% voor de Eurostoxx 50), vooral omdat beleggers besloten deze activa weer op te zoeken toen de berichtgeving van het staatsschuldenfront minder naargeestig begon te klinken. Dat de economische situatie, ook in Duitsland, verder aftakelde, kon de beurspret niet bederven. Tegen eind december hadden de grote Europese indexen dan ook hun hoogste peil bereikt sinds juli 2011. De afgelopen twaalf maanden boekte de MSCI AC World index van de ontwikkelde aandelen een groei van 13,2% in euro, terwijl de opkomende markten 13,1% stegen. Het rendement aan beide zijden van de Atlantische Oceaan viel het gunstigst uit voor de Europese aandelen, die 13,3% stegen, terwijl de Amerikaanse het bij 10,9% hielden. Bij de grote ontwikkelde markten is Japan de koploper, maar door de scherpe waardedaling van de yen, bleef zijn winst beperkt tot 3,6% in euro. Door de versoepeling van de financiële context dankzij de inspanningen van de centrale banken zetten de financiële aandelen een outperformance neer in 2012, vooral in Europa. Onroerend goed Voor beursgenoteerd vastgoed was 2012 wereldwijd een uitstekend jaar, onder aanvoering van de regio Azië/Pacific. In vergelijking met andere beleggingscategorieën presteerde wereldwijd vastgoed in 2012 beter dan obligaties en aandelen. Dit bevestigt de trend dat wereldwijd vastgoed de performance van aandelen en obligaties over perioden van drie, tien en twintig jaar overtreft. REIT’s en beursgenoteerde vastgoedbedrijven zijn over het algemeen beschouwd als de meest efficiënte en liquide alternatieven die naar rendement hunkerende beleggers toegang verschaffen tot wereldwijd vastgoed van topkwaliteit. De economie van Europa was in 2012 de belangrijkste tegenvaller, maar vastgoedaandelen werden in deze regio ondersteund door de belangstelling van beleggers en huurders voor eersteklas vastgoed en toplocaties. Beleggers waren gespitst op beleggingsmogelijkheden met hogere opbrengsten en hun zoektocht naar rendement gaf de directe vastgoedmarkt een impuls. Een andere belangrijke oorzaak van de goede performance van wereldwijd vastgoed in 2012 was de toegang tot goedkoop kapitaal en krediet. Binnen de regio Azië/Pacific waren China en Singapore de best presterende markten, gevolgd door Japan. De meer defensieve markt Australië was een achterblijver in de regio, maar gaf op mondiale basis een outperformance te zien. In de regio Noord-Amerika lieten de sectoren industrie en malls een outperformance aantekenen en ontwikkelde de meer defensieve sector woningen zich het slechtst. In de regio Europa realiseerde Spanje als enige markt ter wereld over 2012 een negatief rendement in EUR. België en Nederland waren eveneens underperformers in deze regio, waar Duitsland en het Verenigd Koninkrijk de beste rendementen lieten zien. Het dividendrendement van vastgoedaandelen bedraagt in Europa, Noord-Amerika en Australië ongeveer 4%. Vastgoedfondsen oefenen dan ook nog steeds een grote aantrekkingskracht uit op beleggers die hunkeren naar inkomsten. Zo is het rendementsverschil tussen vastgoedaandelen en 10-jaars obligaties in Noord-Amerika, Europa en grote delen van Azië hoger dan 200 bp. Nog indrukwekkender is het verschil tussen het rendement op direct vastgoed en het rendement op staatsobligaties, dat in de VS meer dan 500 bp, in het Verenigd Koninkrijk 300 bp en in Japan meer dan 400 bp bedraagt. Dit verklaart ten dele waarom vastgoed wereldwijd zeer in trek is bij pensioenfondsen, staatsinvetsreingsfondsen en levensverzekeraars. Vastgoedbedrijven worden in de VS momenteel tegen of vrijwel tegen een historisch agio ten opzichte van hun intrinsieke waarde verhandeld. In het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk noteert de sector tegen een kleiner disagio dan historisch gezien het geval was doordat de koersen van vastgoedaandelen in 2012 sterk gestegen zijn. In Azië worden ook Japanse vastgoedbedrijven tegen een lager disagio verhandeld dan historisch gezien het geval was, terwijl de sector in Hongkong gemeten naar het historisch disagio ten opzichte van de intrinsieke waarde goedkoop lijkt. Renteontwikkeling/Geldmarkten De afgelopen twaalf maanden werd de streefrente van de US Federal Funds binnen de bandbreedte gehouden die al sinds december 2008 van toepassing is (0-0,25%) en de Fed (Federal Reserve) deed haar uiterste best om de makelaars en economische actoren ervan te overtuigen dat zij de rente nog een hele tijd op een laag peil zou houden. Aan het begin van 2012 wees Ben Bernanke op de povere economische situatie en in het bijzonder op de zwakke arbeidsmarkt, om de marktactoren duidelijk te maken dat het stimulerende monetair beleid zou worden aangehouden zo lang als nodig, en eventueel zelfs nog kon worden versoepeld. De hoop op een nieuwe ronde kwantitatieve verruiming nam geleidelijk toe, maar in juni hield Bernanke het bij een verlenging van ‘Operation Twist’ (verkoop van kortlopende en aankoop van langlopende effecten). Pas in september werden er nieuwe maatregelen voor kwantitatieve versoepeling aangekondigd. Het nieuwe programma voor de aankoop van effecten (ditmaal door hypotheek gedekte effecten) heeft een open einde en wordt volgens de Fed pas afgebouwd als de arbeidsmarkt substantieel is verbeterd. Na afloop van de laatste vergadering van het jaar stelde de Fed dat zij door hypotheek gedekte effecten zou blijven opkopen ten bedrage van 40 miljard dollar per maand, en dat zij langerlopende staatsobligaties (voor 45 miljard dollar per maand) zou kopen wanneer Operation Twist afliep. De Fed wijzigde ook haar boodschap over het laag houden van de rente, en richt zich nu niet langer op een tijdschema, maar wel op streefcijfers voor de arbeidsmarkt en de inflatie. De Federal Funds-rente wordt laag gehouden zolang de 5
BNP PARIBAS FUND II N.V. werkloosheid boven 6,5% blijft en de inflatieverwachting niet boven 2,5% uitkomt. Bernanke stelde wel dat de Fed niet ogenblikkelijk zou reageren wanneer deze doelstellingen worden bereikt. Deze monetaire beslissingen moeten worden gezien in de context van lage inflatie (1,8% op jaarbasis in november; 1,9% exclusief voeding en energie), die het mogelijk maakt het stimulerende beleid nog een hele tijd aan te houden. In 2012 verlaagde de Europese Centrale Bank (ECB) begin juli haar basisrente met 25 bp, wat de herfinancieringsrente op 0,75% bracht en de depositorente op 0%. Deze ongezien lage niveaus vormen een ommezwaai naar een meer stimulerend monetair beleid sinds het aantreden van Mario Draghi als hoofd van de ECB in november 2011. Twee niet-conventionele elementen kunnen symbool staan voor deze “nieuwe” ECB. In de eerste plaats is er de herfinanciering van de banken via 3-jarige LTRO’s (Long-Term Refinancing Operations, aangekondigd eind 2011 en uitgevoerd in december 2011 en februari 2012), waarbij de banken van de eurozone meer dan 1000 miljard euro leenden. Een deel van deze liquiditeit werd door Spaanse en Italiaanse banken gebruikt om staatsschuld terug te kopen, wat resulteerde in een duidelijke verlaging van de rentes over alle looptijden. Sinds maart heeft de ECB ook geen gebruik hoeven maken van zijn aankoopprogramma voor staatsobligaties. In de tweede plaats, en dit had ongetwijfeld de grootste impact, stelde Draghi in juli dat de ECB ‘klaarstond om alles te doen wat nodig is’ om de euro overeind te houden. Deze toezegging werd gedaan op een moment dat de economische situatie bijzonder somber leek en de onheilstijdingen in de eurozone elkaar in snel tempo opvolgden (downgrading van de rating van Italië, vooruitzicht voor Duitsland verlaagd naar ‘negatief’, druk op de rentes van de perifere landen, bezorgdheid over de autonome regio’s in Spanje, speculatie over een Griekse exit etcetera), en de perifere rentes schoten dan ook omhoog. Het duurde nog tot 6 september 2012 voor er meer details werden bekendgemaakt over de voorwaarden van de toekomstige aankoop van staatsobligaties die tijdens de zomer was aangekondigd. Draghi bevestigde dat de ECB bereid was, met het oog op de toepassing van het monetair beleid in de lidstaten, om op de secundaire markt kortlopende (1-3 jaar) obligaties te kopen van landen die om steun van het Europese stabilisatiemechanisme (EFSF (European Financial Stability Facility), vervolgens ESM (European Stability Mechanism)) hebben verzocht en die de aan de leningen gekoppelde voorwaarden naleven. Het nieuwe programma voor obligatieaankopen, het OMT (Outright Monetary Transaction), zou transparanter en doelmatiger moeten zijn dan zijn voorganger. Tijdens de daaropvolgende maanden koppelde ook Draghi de, zij het weifelende, terugkeer van het vertrouwen in de eurozone aan de OMT-aankondiging. Er zijn nog geen aankopen van staatsschuld geactiveerd in het kader van het OMT-programma, aangezien de Spaanse overheid nog steeds niet om bijstand van de Europese reddingsfondsen heeft verzocht. Het meer traditionele monetaire beleid blijft echter zijn gebruikelijke rol vervullen. De ECB heeft haar groei- en inflatieverwachtingen scherp neerwaarts bijgesteld in december, wat de verwachting van een op til zijnde verlaging van de herfinancieringsrente nieuw leven heeft ingeblazen. De belangrijkste directieleden van de ECB hebben echter alles in het werk gesteld om deze verwachtingen te temperen door een negatieve depositorente vrijwel uit te sluiten. Tot nu toe heeft het lage niveau van de officiële rentevoet nog niet veel invloed gehad op de kredietverstrekking, die op een laag pitje blijft. Door het ontbreken van enige inflatiedruk (de onderliggende inflatie bedroeg 1,4% in november, het laagste peil sinds september 2011) zal het stimulerende monetair beleid nog een tijd kunnen worden aangehouden.
Renteontwikkeling
Vastrentende waarden De rentes van de Amerikaanse staatsobligaties daalden scherp tijdens de twaalf maanden van de verslagperiode, vooral onder druk van enerzijds de wisselvallige berichten over de economische groei en anderzijds de maatregelen van de centrale banken in de Verenigde Staten en Europa. De 10-jarige T-obligatie fluctueerde binnen een ruime bandbreedte (1,80%-2,40%) tot april, om dan weer gestaag te dalen door de zwakke prestaties van de aandelenmarkten. De rente schommelde van augustus tot het einde van het jaar tussen 1,60% en 1,85%. Het slechte 6
BNP PARIBAS FUND II N.V. economische klimaat, de dip in de aandelenkoersen in het tweede kwartaal, de verwachting van nieuwe kwantitatieve beleidsmaatregelen van de Fed en de concrete invoering van deze maatregelen zorgden ervoor dat de lange rentes lager waren dan aan het begin van het jaar. ‘Operation Twist’, bedoeld om de balans van de Fed weer in evenwicht te brengen door kortlopende effecten te verkopen en langerlopende effecten te kopen, liep door tijdens het hele jaar, wat hielp om de langetermijnrente op een laag peil te houden. Opvallend daarbij is dat het economisch klimaat aan de andere kant van de plas een toenemende invloed uitoefent op de Amerikaanse obligatiemarkt, afhankelijk van de vraag of beleggers al dan niet naar veiligheid op zoek zijn. De veranderingen tijdens de zomer zijn een goede illustratie van dit patroon. De Amerikaanse 10-jarige rente noteerde een historisch dieptepunt van 1,38% op 25 juli (tijdens de handel) door de opflakkerende problemen van de eurozone. Bij momenten steeg zij echter weer tot boven 1,80% halverwege augustus, dankzij de verklaring van Draghi van eind juli dat de ECB alles zou doen wat nodig is om de euro te redden. De rente van de 10-jarige T-obligatie sloot het jaar af op 1,76%, een daling van 12 bp tegenover het einde van 2011. De aankondiging van de Fed in december dat zij haar effectenaankopen in 2013 zou voortzetten, was alom verwacht en had geen blijvende impact op de lange rente, die het jaar afsloot op 12 bp onder het peil van eind 2011 voor de 10-jarige obligaties. De rente van de Duitse 10-year Bund (1,83% tegen eind 2011) schommelde zonder duidelijke trend tussen 1,80% en 2,10% tot april, om daarna scherp te dalen door zijn rol van een veilige haven als reactie op de problemen op de aandelenmarkten, de aanwakkerende bezorgdheid over de staatsschuldencrisis en de aanhoudende slechte economische situatie. De vrees voor de groei van de eurozone en de hernieuwde hoop op een verlaging van de officiële rentevoet door de ECB en/of nieuwe niet-conventionele maatregelen versnelde de rentedaling van de benchmarkobligaties in de eurozone. De problemen van de aandelenmarkten in het tweede kwartaal voedden de honger naar deze ‘safe-haven’ beleggingen. De handel werd tijdens het eerste deel van het jaar aangestuurd door de schommelende risicobereidheid bij elke ongunstige ontwikkeling in de staatsschuldencrisis (bezorgdheid of Spanje erin zou slagen zijn doelstellingen voor het terugdringen van zijn begrotingstekort te halen, angst dat de crisis ook Italië zou aansteken, politieke impasse in Griekenland enzovoort). Doorgaans bleken beleggers veeleer niet aangesproken door de voorgestelde oplossingen en vielen ze dan ook terug op Duitse staatsobligaties. De 10-jarige Bund noteerde op 20 juli dan ook een historisch dieptepunt van 1,17%, toen de ‘perifere’ rentes (in Spanje en Italië) nieuwe hoogtepunten opzochten. De geruststellende verklaringen van Mario Draghi over de duurzaamheid van de euro zorgden voor een ontspanning in de rentes van BTP’s en bono’s, zonder dat deze daling echter werd gecompenseerd door een serieuze stijging van de Bund-rentes. De Bund sloot het jaar af op 1,32%, 51 bp lager dan een jaar eerder, ondanks het herstel van de aandelen in de laatste maanden van het jaar en de toenemende indruk dat de Europese autoriteiten de crisis geleidelijk onder controle krijgen. De rentes van de perifere markten daalden duidelijk, voornamelijk dankzij de toezegging van de ECB om staatsobligaties te zullen kopen, weliswaar onder bepaalde voorwaarden. Het nieuwe instrument, de OMT, is nog niet geactiveerd, maar door het systeemrisico weg te werken is het er al in geslaagd om de Italiaanse en Spaanse rentes heel wat lager te krijgen dan tijdens de zomer. Opvallend daarbij is dat deze trend niet ten koste van de Duitse obligaties ging (of zelfs de Franse obligaties, die ook voor benchmarkobligaties van de eurozone doorgaan). De rente van de 10-jarige OAT daalde 115 bp tijdens de twaalf maanden, om het jaar af te sluiten op 2%. De behoedzaamheid bij beleggers kwam tot uiting in hun voorkeur voor kortlopende Duitse obligaties: de 2-jarige rente schommelde tijdens de hele tweede jaarhelft rond het nulpunt, met negatieve cijfers in juli en augustus en opnieuw in november en december. Valuta’s De EUR/USD-koers zette het jaar in op een relatief laag peil (onder 1,28 tijdens de eerste dagen van januari) door zowel twee renteverlagingen van de ECB in de herfst van 2011, als de verwachting dat deze trend zou worden doorgetrokken en als de ratingverlaging op 13 januari van negen Europese landen door Standard & Poor’s. De koers herstelde echter snel, om te fluctueren binnen een breed bereik (1,30-1,35) tot eind april, naargelang de verklaringen van de centrale bankiers (somber voor de Fed, positiever voor de ECB). Deze ontwikkeling weerspiegelt de aarzelingen bij de handel en in de wisselende risicoaversie bij beleggers. Aan de ene kant stond de dollar onder druk door de twijfels over de groei in de VS en de verwachting dat de Fed nog meer stimulerende beleidsmaatregelen zou nemen. Aan de andere kant werd de euro getroffen door de opflakkerende bezorgdheid over de staatsschuldencrisis en de schrijnende toestand van de Europese economische situatie. Het waren deze factoren die uiteindelijk doorwogen bij beleggers, waardoor de EUR/USD-koers tot onder 1,25 zakte in mei (zijn laagste peil sinds het midden van 2010) als gevolg van de bezorgdheid over het financiële systeem in Spanje en de aarzelingen rond de herkapitalisering van de banken. Na een consolidatieperiode in juni tegen de achtergrond van de top van staatshoofden en regeringsleiders in Brussel zette de koers weer een neerwaartse trend in. De dollar profiteerde toen van de povere statistieken, die de bezorgdheid over de wereldgroei en de risicoaversie aanwakkerden, terwijl de euro onder druk stond door de verlaging van de basisrente door de ECB in juli (die weliswaar verwacht was) en vooral door de negatieve groeivooruitzichten die Draghi toen bekendmaakte. Op 24 juli zakte de wisselkoers onder 1,2050. Na Draghi’s verklaring op 26 juli dat de ECB ‘alles zou doen wat nodig is’ om de euro te redden, evolueerde de EUR/USD-koers vooral in parallel met de wisselende risicobereidheid, zonder veel aandacht voor het groeiverschil, de wijzigingen in het monetair beleid van de ECB of zelfs de politieke gebeurtenissen in Europa. Dit verklaart waarom de wisselkoers gestaag is gestegen tijdens de tweede jaarhelft (met in totaal 10% sinds het dieptepunt), om tegen het einde van de periode soms tot boven 1,32 te klimmen, omdat de dollar onder druk stond van de moeizame onderhandelingen over het Amerikaanse begrotingsbeleid. De euro werd echter ondersteund door de algemene indruk dat de crisis van de staatsschulden was afgenomen na het akkoord over de schuldherstructurering in Griekenland en sloot het jaar af op 1,3184 dollar, een stijging van 1,5% tegenover eind 2011. Van bij het begin van 2013 bleven de Japanse autoriteiten herhalen dat zij er alles aan deden om de stijging van de yen in te dijken, die zij toeschreven aan ‘speculatieve aankopen’. Op 14 februari kwam de BoJ (Bank of Japan) met het onverwachte nieuws dat zij zich voortaan zou richten op een inflatiestreefcijfer (1% op middellange termijn). Door deze aankondiging steeg de wisselkoers USD/JPY tot 84 op 15 maart (zijn hoogste peil sinds april 2011), alvorens te stabiliseren en vervolgens wat te dalen in de aanloop naar het einde van het Japanse boekjaar, wanneer er traditioneel kapitaal wordt gerepatrieerd. De strategie van de BoJ werd vanaf april doorkruist door de turbulentie op de financiële markten en de bezorgdheid over de staatsschuldencrisis in Europa, die beleggers ertoe aanzetten om de veiligheid van wat zij als vluchthavens beschouwen op te zoeken. Ondanks de voortdurend assertieve verklaringen en de geregelde uitbreidingen van de programma’s voor effectenaankopen stabiliseerde de USD/JPY-koers binnen een bandbreedte van 78-80 tot in oktober. De yen zette dan een neerwaartse trend in door de verwachting van een nieuwe monetaire versoepeling als reactie op de achteruitgang van de economische situatie. De waardedaling van de yen versnelde in november door de aankondiging van vervoegde verkiezingen, en meer nog in december, na de ruime zege van de Liberal Democratic Party. De belofte van de nieuwe premier, Shinzo Abe, dat de BoJ een veel agressiever beleid voor effectenaankopen zou aannemen, kwam geloofwaardig over bij de traders. Eind december breidde de BoJ haar aankoopprogramma uit, zoals het al in oktober had gedaan. De nieuwe minister van Financiën stelde met ingang van januari een verdubbeling van het inflatiestreefcijfer voorop (van 1% naar 2%). De inflatie bedroeg -0,5% op jaarbasis in november. De USD/JPY-wisselkoers sloot het jaar af op 86,49, zijn hoogste niveau sinds de zomer van 2010 en goed voor een stijging van 12,4% tijdens de afgelopen twaalf maanden.
7
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2012
2011
2010
6.146
8.198
9.990
219
287
387
35,65
34,97
38,74
2,91
3,07
35,56
34,84
38,69
Rendement %
10,5
(2,2)
6,5
Rendement index %
10,0
(2,5)
7,0
0,5
(0,2)
(0,5)
2012
2011
2010
2009
2008 *
Opbrengsten per aandeel in EUR
1,39
1,52
1,71
1,72
2,34
Lasten per aandeel in EUR
0,16
0,57
0,58
0,55
0,65
Waardeveranderingen per aandeel in EUR
2,30
(1,74)
1,37
4,72
(14,84)
Aantal uitstaande aandelen x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo Intrinsieke waarde in EUR per ultimo Dividend in EUR
2,84
Transactieprijs in EUR per ultimo
Relatief rendement %
*
* Betreft: interim-dividend over het eerste t/m vierde kwartaal 2012.
VIJFJAARSOVERZICHT
* 19/02/08 - 31/12/08 De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per aandeel zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande aandelen wordt berekend als de som van de uitstaande aandelen gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de jaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande aandelen berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Vanaf 2011 is de berekeningswijze aangepast. De som van de uitstaande aandelen is gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
8
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling BNP Paribas Premium Global Dividend Fund stelt zich ten doel een zo goed mogelijk beleggingsresultaat te realiseren door in belangrijke mate te beleggen in een actief beheerde internationaal gespreide aandelenportefeuille en in derivatenstrategieën. Het Fonds streeft daarbij naar het genereren van een hoog direct rendement, met name bestaande uit dividenden en optiepremies. Het Fonds streeft naar een jaarlijks dividendrendement van 8% dat op kwartaalbasis wordt uitgekeerd. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van BNP Paribas Fund II N.V. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 75% BNP Paribas Global High Income Equity Fund (RI) +25% Cash Index EURIBOR 1 Month (RI). Beleggingsbeleid De portefeuille was voor ca. 75% belegd in het BNP Paribas Global High Income Equity Fund (Global HIEF) en voor het overige deel gepositioneerd in optiestrategieën en daaraan verbonden liquide middelen. Binnen Global HIEF is de voorzichtige houding tegenover ZuidEuropese markten herzien nadat de ECB verklaard had alles te zullen doen om de euro te redden en onder voorwaarden interventies op de obligatiemarkten toe te zullen staan. In de tweede helft van het jaar zijn wij geleidelijk overgegaan tot overwogen posities in Spanje, Italië en Portugal, terwijl er winst genomen is in verschillende Scandinavische landen. In de regio Azië/Pacific hebben wij vastgehouden aan onze defensieve positionering, die voornamelijk geconcentreerd is in Australië, Hongkong en de ASEAN-landen. Belangrijke beleggingsthema’s in Azië/Pacific zijn telecommunicatie en demografische ontwikkelingen. In de tweede helft van het jaar is het vizier sterker gericht op Japan, waar een nieuw kabinet aantrad en een agressiever monetair beleid werd gevoerd. Wij hebben onze belangen in Japanse banken uitgebreid en in een later stadium een aantal nieuwe posities geopend in exportbedrijven als Ricoh, Toshiba en Fujitsu. In de regioallocatie is de overweging van Azië/Pacific het gehele jaar gecontinueerd ten koste van Noord-Amerika, dat wij duurder achten. Binnen Noord-Amerika hebben wij de positionering in 2012 vrij defensief en stabiel gehouden. In deze regio is de onderweging van de sectoren farmaceutische industrie en financiële diensten intact gelaten en kwalificeerden verschillende IT-fondsen zich voor de lijst op grond van hun dividendrendement. De optiestrategie was conform de aandelenbelangen over regio’s gediversifieerd en kende geen specifieke nadruk. De strategie was erop gericht de inkomsten uit de verkoop van opties te optimaliseren door de duurste opties te verkopen, voor zover de diversificatierichtlijnen dat toestonden. Doel hiervan was de risico’s te verminderen en de portefeuille het verwachte defensieve profiel te geven. Opties uit de sector financiële diensten waren evenals het voorgaande jaar onderwogen. Aangezien de markt voor staatsobligaties nog altijd door onzekerheden wordt gekenmerkt, wilden wij geen onnodige risico’s nemen. Beleggingsresultaat In de kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per aandeel, het absolute rendement per aandeel, het rendement van de index en het rendement per aandeel ten opzichte van de index (relatief rendement). Met betrekking tot ons belang in Global HIEF werd het grootste deel van de alfa bijgedragen door een goede selectie van landen en aandelen in Europa. Overwogen posities in Bayer, Admiral Group, Prudential, Deutsche Post, Svenska Handelsbanken en Philips boden meer dan voldoende compensatie voor de negatieve effecten van het belang in KPN en het ontbreken van Sanofi en Diageo in de portefeuille. De aandelenselectie in Azië/Pacific had een licht positief effect op de performance, maar Noord-Amerika droeg als gevolg van overwogen posities in Norfolk Southern, Kohl’s Corp, Telefonica de Brasil en CA negatief bij. De performance werd ook gedrukt door het ontbreken van Abbott Laboraties in de portefeuille. De regioallocatie, waarin Azië de voorkeur had boven Noord-Amerika, pakte gunstig uit. Azië liet een rally aantekenen van meer dan 18%, ruim het dubbele van de performance in Noord-Amerika (+7,9%). De optiestrategie leverde een aanvullende bijdrage doordat opties op de aandelenbelangen werden verkocht en de premies werden geïncasseerd. De impliciete volatiliteit, de belangrijkste parameter voor de optieprijzen, bleef in vergelijking met voorgaande jaren vrij laag en beperkte daarmee het opwaarts potentieel van de opties. Omdat zich evenmin een sterke stijging van de volatiliteit voordeed, een teken dat er geen paniek in de markt heerste, kon de optiestrategie een groot deel van de geïncasseerde premies vasthouden. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in het Aanvullend Prospectus: aandelenmarktrisico en derivatenrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit verslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van BNP Paribas Fund II N.V. Vooruitzichten Wij zijn nog steeds vrij optimistisch gestemd over de onderliggende aandelenmarkten. De monetaire stimulering, de bijzonder lage rente en de mildere opstelling tegenover ombuigingen wereldwijd zijn positieve factoren. China maakt een zachte landing door, Japan streeft een agressievere groei na en de VS vertonen verder herstel. Voor Europa kan 2013 het jaar worden waarin het economische tij keert. De volatiliteit zou laag moeten blijven, want de onzekerheden in de markten nemen af. Wij verwachten echter geen daling ten opzichte van de huidige volatiliteitsniveaus omdat marktpartijen nieuwe crisisperioden op korte termijn niet volledig uitsluiten. De overwaardering van opties zou derhalve moeten aanhouden, zodat de strategie bij het uitblijven van belangrijke ontwikkelingen enige premies moet kunnen incasseren en de portefeuille een defensief profiel moet kunnen geven.
9
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) 31/12/12
31/12/11
183.816.824 30.008.400 213.825.224
226.725.570 57.075.260 283.800.830
266.158 10.392 1.057.992 1.260.777 2.595.319
601.470 1.430.322 873.962 2.905.754
Overige activa Liquide middelen
3.598.576
2.255.832
Vorderingen en overige activa
6.193.895
5.161.586
220.019.119
288.962.416
298.804 298.804
1.337.905 1.337.905
159.397 355.271 93.734 608.402
883.515 98.765 982.280
6.146.007 351.802.727 (164.829.657) 25.992.836 219.111.913
8.197.505 421.865.376 (136.255.239) (7.165.411) 286.642.231
220.019.119
288.962.416
EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen Obligaties
(3) (5)
Vorderingen Effectentransacties Vorderingen inzake toetredingen Te vorderen dividend en interest Te vorderen belasting
Activa Beleggingen Opties
(8)
Kortlopende schulden Effectentransacties Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Geplaatst en gestort kapitaal Agioreserve Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (32) (33) (35)
Passiva
10
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND WINST-
EN
VERLIESREKENING 2012
2011
8.404.162 1.559.082 243.617 (13.571.125) 30.488.232 14.078 27.138.046
11.596.187 1.971.821 251.979 (9.195.383) (6.642.786) (2.018.182)
148 976.870 168.192 1.145.210
594 4.978.944 167.691 5.147.229
25.992.836
(7.165.411)
2012
2011
25.992.836 13.571.125 (30.488.232) (95.388.627) 181.193.324 310.434 (373.878) 94.816.982
(7.165.411) 9.195.383 6.642.786 (144.740.665) 226.412.282 (147.314) 371.651 286.913 90.855.625
6.227.533 (78.341.680) (21.409.007) (93.523.154)
10.911.655 (76.309.949) (27.807.129) (93.205.423)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
1.293.828 48.916
(2.349.798) (54.159)
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
1.342.744 2.255.832 3.598.576
(2.403.957) 4.659.789 2.255.832
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsprovisie Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Gerealiseerd op afgeleide financiële instrumenten Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht Uitgekeerd dividend
11
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/12
31/12/11
(3)
226.725.571 28.064.468 (86.786.056) (14.082.438) 29.895.279 183.816.824
310.206.007 50.172.018 (116.945.526) (9.409.930) (7.296.998) 226.725.571
(5)
57.075.260 50.933.100 (76.500.000) (1.956.590) 456.630 30.008.400
69.853.495 68.624.060 (80.000.000) (2.089.945) 687.650 57.075.260
(6)
-
-
(8)
(1.337.905) 16.391.059 (17.907.268) 2.418.987 136.323 (298.804)
(180.307) 25.944.587 (29.466.756) 2.398.010 (33.439) (1.337.905)
-
-
-
(107.955) 107.955 (39.359) 68.596
EUR
Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Obligaties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Geldmarktpapier Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Opties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Futures Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(12)
Renteswaps Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(13)
12
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND T O E L I C H T I N G O P D E B A L A N S (vervolg) 31/12/12
31/12/11
8.197.505 178.094 (2.229.592) 6.146.007
9.989.883 294.120 (2.086.498) 8.197.505
20.000.000
20.000.000
(32)
421.865.376 6.049.439 (76.112.088) 351.802.727
485.471.292 10.617.535 (74.223.451) 421.865.376
(33)
(136.255.239) (28.574.418) (164.829.657)
(131.825.925) (4.429.314) (136.255.239)
(35)
(7.165.411) (21.409.007) 28.574.418 25.992.836 25.992.836
23.377.815 (27.807.129) 4.429.314 (7.165.411) (7.165.411)
31/12/12
31/12/11
31/12/10
219
287
387
Aantal uitstaande aandelen x 1.000
6.146
8.198
9.990
Intrinsieke waarde in EUR
35,65
34,97
38,74
EUR Geplaatst en gestort kapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
(31)
Maatschappelijk kapitaal (aantal, EUR 1) Agioreserve Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
Overige reserves Begin verslagperiode Ingekocht Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode
Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Uitkering Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln
13
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico’s wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Aandelenmarktrisico BNP Paribas Premium Global Dividend Fund belegt in BNP Paribas Global High Income Equity Fund, een goed verhandelbare en beursgenoteerde beleggingsinstelling, die belegt in een internationaal gespreide aandelenportefeuille. Het belangrijkste aspect van risicobeheer voor een mondiale aandelenportefeuille is diversificatie. De portefeuille telt daarom meer dan 200 belangen, die wereldwijd over alle sectoren en een groot aantal landen gespreid zijn. Een ander belangrijk aspect van het risicobeheer betreft de keuze van onze contraire benchmark: ons beleggingsuniversum bevat uitsluitend aandelen met een dividendrendement van meer dan 3%. Duurdere aandelen (gemeten naar dividend althans) vallen daardoor uit de benchmark weg en goedkopere aandelen komen ervoor in de plaats. Deze beleggingsstijl combineert hogere rendementen met lagere risico’s en kent in het risicobeheer een bepaalde mate van overlay die de portefeuillebeheerders naar het goedkopere deel van de markt stuurt alvorens zij zich met de feitelijke invulling bezighouden. Een voorbeeld van ons veranderende beleggingsuniversum is de gestaag toenemende weging van onze beleggingen in Japan, waar steeds meer aandelen boven de grens van 3% dividendrendement uitkomen. Onze weging van dit land, die enkele jaren geleden nog vrijwel nihil was, bedroeg eind 2012 8%. Japan was in 2012 ook de best presterende aandelenmarkt. Gedurende de verslagperiode belegde BNP Paribas Global High Income Equity Fund ook in de zuidelijke periferie van de Eurozone (Spanje, Italië). De aanvankelijke voorzichtige houding ten opzichte van Zuid Europese markten is in de zomer van 2012 geneutraliseerd toen bleek dat de ECB in principe bereid was tot ongelimiteerde aankopen van staatsobligaties. Later, rond september, werd besloten tot een overweging van die landen over te gaan, waarbij met name de defensief ingestelde namen in de bancaire sector, in de telecom sector en in de sector nutsbedrijven, energie en infrastructuur werden aangekocht. Bij het risicobeheer maken wij gebruik van Style Research in Londen. Dit bureau verricht een brede analyse van risicofactoren die voor zowel onze mondiale als regionale subportefeuilles van belang zijn. Deze analyse omvat ex-ante en ex-post tracking errors, ‘sky lines’ voor waarde en groei, spreiding over kleine en grote bedrijven, sectorallocatie, landenwegingen, een analyse van de risicobijdrage van afzonderlijke belangen en een liquiditeitsanalyse, die een schatting maakt van het aantal benodigde dagen om alle beleggingen in de portefeuille liquide te maken. Hieronder zijn overzichten opgenomen van de spreiding van het vermogen van BNP Paribas Global High Income Equity Fonds over de verschillende sectoren en van de geografische verdeling van BNP Paribas Premium Global Dividend Fund inclusief de onderliggende beleggingen in BNP Paribas Global High Income Equity Fund. BNP Paribas Premium Global Dividend Fund belegt voor 77,1% in BNP Paribas Global High Income Equity Fund. Onderstaande tabel geeft derhalve een overzicht van de spreiding van het vermogen van BNP Paribas Global High Income Equity Fund.
Sectorverdeling (%) BNP Paribas Global High Income Equity Fund Energie Basisindustrie
31/12/12
31/12/11
12,9
9,9
-
3,9
10,5
12,5
Duurzame consumptiegoederen
6,7
6,4
Niet-duurzame consumptiegoederen
8,5
11,8
Gezondheidszorg
7,7
8,8
30,5
21,8
Informatietechnologie
3,6
4,5
Telecommunicatie
7,4
8,6
-
4,8
Industriële ondernemingen
Financiële diensten
Nutsbedrijven Valutaswap
1,4
-
Liquiditeiten
10,8
6,8
100,0
100,0
14
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND Geografische verdeling BNP Paribas Premium Global Dividend Fund (%)* 31/12/12
31/12/11
0,3
0,2
België Cyprus Duitsland
-
0,2
15,7
7,0
Finland
0,1
0,3
Frankrijk
1,2
12,6
Italië
0,6
0,5
Luxemburg
9,4
0,4
Nederland
8,0
18,6
Noorwegen
2,1
2,8
Oostenrijk
5,9
0,1
Polen
0,2
0,3
Spanje
0,8
1,8
12,8
8,7
Zweden
1,5
2,4
Zwitserland
4,4
4,2
Verenigd Koninkrijk
Verenigde Staten
28,4
24,5
Brazilië
0,4
0,3
Mexico
0,1
0,1
-
5,0
China
0,0
0,2
Filippijnen
0,2
0,3
Hongkong
1,4
2,4
Australië
India
-
0,4
Indonesië
0,3
0,4
Japan
5,0
4,9
Maleisië
0,3
0,3
Nieuw-Zeeland
0,3
0,2
Taiwan
0,2
0,4
Thailand
0,0
0,1
Zuid-Korea
0,4
0,4
100,0
100,0
* Als % van totaal beleggingen, inclusief opties en inclusief de onderliggende beleggingen in BNP Paribas Global High Income Equity Fund en BNP Paribas InstiCash EUR.
Derivatenrisico Het Fonds past een ‘overwriting’ strategie voor opties toe, hetgeen wil zeggen dat er naast de aandelenbeleggingen opties worden verkocht met het doel aanvullende inkomsten te genereren door optiepremies te incasseren en het totale risico van het Fonds te beperken. De optiestrategie van het Fonds is een geavanceerde versie van een call-overwriting beleggingsproces, waarbij opties op de aandelenbelangen van het Fonds worden verkocht voor een nominale waarde die te allen tijde gelijk is aan 50% van het beheerd vermogen. De bèta (maatstaf die de gevoeligheid voor bewegingen van de markt aangeeft) van het Fonds ten opzichte van de aandelenpositionering ligt dientengevolge structureel in de bandbreedte 50-100% en bedraagt gemiddeld ca. 75%. In vergelijking met de aandelenpositionering zal de volatiliteit van het Fonds derhalve gemiddeld een kwart lager zijn. De derivaten waarin het Fonds belegt, zijn over-the-counter opties Europese stijl (vanilla calls and puts) op afzonderlijke fondsen die deel uitmaken van de aandelenportefeuille, met korte looptijden (tussen 2 en 3 weken) en een ‘moneyness’ (relatieve waarde) bij uitoefening van gemiddeld tussen 101% en 103% voor de calls en tussen 97% en 99% voor de puts. Het fonds kan op accessoire basis ook opties op indices verkopen (S&P 500 en Eurostoxx). Derivaten worden zoals gezegd op defensieve wijze en conform strenge richtlijnen ingezet. Ze hebben ten doel het risico van het Fonds te beperken in plaats van te vergroten. Voor de over-the-counter opties in de portefeuille van BNP Paribas Premium Global Dividend Fund is op 31 december 2012 een collateral aangehouden van EUR 108.000 in Nederlandse staatsobligaties.
15
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND Overige risico’s De verhandelde opties zijn over-the-counter opties en dientengevolge per definitie moeilijker af te wikkelen dan beursgenoteerde opties. Het gaat echter in alle gevallen om vanilla opties op liquide namen, waardoor posities te allen tijde tegen hogere maar nog wel redelijke transactiekosten kunnen worden afgewikkeld indien daartoe een noodzaak bestaat. Omdat opties op dagelijkse basis worden verhandeld en een korte looptijd kennen, is er sowieso sprake van een natuurlijk verloop van de optieposities. Idiosyncratisch risico (specifiek/onsystematisch risico) wordt daardoor beperkt. Om inzicht te verschaffen in de looptijd van de verschillende obligaties in de portefeuille van het Fonds is hieronder een tabel ‘Looptijdverdeling van de vastrentende waarden’ opgenomen. Hierbij is de looptijdverdeling van de onderliggende beleggingen buiten beschouwing gelaten. Looptijdverdeling van de vastrentende waarden (%)* 31/12/12
31/12/11
0-1
14,1
19,7
1-2
-
-
2-5
-
-
5-7
-
-
7-10
-
-
10-15
-
-
15-20
-
-
20-25
-
-
>25
-
-
In jaren
* Als % van totaal beleggingen BNP Paribas Premium Global Dividend Fund.
De aandelenpositionering binnen BNP Paribas Global High Income Equity Fund luidt in euro’s en is samengesteld uit wereldwijde aandelenbelangen die naar de euro zijn afgedekt. Het valutarisico is derhalve beperkt tot valuta’s die niet kunnen worden afgedekt (enkele opkomende landen in Azië kennen een geblokkeerde valuta, waardoor afdekking niet mogelijk is). Er worden opties verkocht in meerdere valuta’s (voornamelijk GBP, USD en EUR). Alle daaruit voortvloeiende posities in andere valuta’s dan de euro worden beperkt tot het minimum dat voor de settlement van opties noodzakelijk is. Wanneer deze posities te groot zijn, worden op de spotmarkt valutatransacties verricht om de totale positie in andere valuta’s dan de euro tot maximaal 1% van het beheerd vermogen te beperken. Deze positie ligt vaak dichter bij 0,5%, en soms zelfs onder dat niveau. Onderstaande tabel geeft inzicht in de valutapositie van het Fonds per einde boekjaar. Valutaire verdeling (%)* 31/12/12
31/12/11
CHF
0,2
0,1
GBP
0,3
0,3
USD
0,3
0,1
NOK
0,1
-
EUR * Als % van totaal vermogen.
16
99,1
99,5
100,0
100,0
BNP PARIBAS PREMIUM GLOBAL DIVIDEND FUND BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSFONDSEN 3.082.997 BNP Paribas Global High Income Equity Fund 157.738 BNP Paribas InstiCash EUR Totaal Participaties in beleggingsfondsen Nominale waarde x EUR 1.000
%
164.570 19.247 183.817
Looptijd
Marktwaarde EUR 1.000
2003-13 2010-13
20.002 10.006 30.008
Expiratiedatum
Marktwaarde EUR 1.000
04-01-13 04-01-13 04-01-13 04-01-13 04-01-13 02-01-13 02-01-13 02-01-13 02-01-13 04-01-13 04-01-13 04-01-13 04-01-13 04-01-13 04-01-13 04-01-13 02-01-13 04-01-13 02-01-13 02-01-13
(9) (3) (21) (50) (29) (2) (11) (29) (2) (7) (27) (41) (13) (16) (6) (12) (4) (6) (2) (9) (299)
OBLIGATIES EMU Staat 20.000 10.000 Totaal obligaties
4,50 Germany 1,75 Netherlands Gvt
Aantal x 1.000 OPTIES (21) (15) (60) (39) (33) (48) (2) (280) (16) (89) (36) (37) (15) (85) (27) (115) (141) (18) (26) (1.038)
BASF Bayer AG BHP Billiton Britsh American To Daimler AG Deutsche Post DJ Euro Stoxx 50 Iberdrola SA Koninklijke DSM Koninklijke Philips Nestlé Rio Tinto Roche Holding Royal Dutch Shell Siemens AG Telefonica Tesco Unilever Vinci Vodafone
Totaal opties
Totaal beleggingen
213.526
17
BNP PARIBAS ALL IN FUND
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2012
2011
2010
7.154
8.634
9.959
392
441
525
54,75
51,07
52,76
1,50
1,00
54,70
51,06
52,74
Rendement %
10,3
(1,3)
4,5
Rendement index %
11,0
1,9
4,8
Relatief rendement %
(0,7)
(3,2)
(0,3)
2012
2011
2010
2009
2008
Opbrengsten per aandeel in EUR
1,71
1,88
1,84
2,02
1,19
Lasten per aandeel in EUR
0,42
0,67
0,69
0,64
0,68
Waardeveranderingen per aandeel in EUR
3,95
(1,92)
1,19
2,75
(5,52)
Aantal uitstaande aandelen x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo Intrinsieke waarde in EUR per ultimo Dividend in EUR Transactieprijs in EUR per ultimo
1,50
*
* Betreft: voorstel.
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per aandeel zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande aandelen wordt berekend als de som van de uitstaande aandelen gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de jaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande aandelen berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Vanaf 2011 is de berekeningswijze aangepast. De som van de uitstaande aandelen is gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
18
BNP PARIBAS ALL IN FUND V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling Het Fonds stelt zich ten doel om via het combineren van verschillende beleggingscategorieën een zo hoog mogelijk resultaat te realiseren dat bestaat uit zowel directe opbrengsten als vermogensgroei. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van BNP Paribas Fund II N.V. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index 55% Citigroup WGBI EMU (RI) + 20% S&P High Income Equity World (hedged in EUR) (NR) + 15% Cash Index EURIBOR 3 Months (RI) + 10% FTSE EPRA NAREIT Global (NR) . Beleggingsbeleid De aandelenpositionering van het Fonds was in het eerste halfjaar heel flexibel en onderging ook in het tweede halfjaar enkele verschuivingen. Zo was een negatieve beoordeling van het marktklimaat in juli reden om aandelen weer te onderwegen. In augustus zijn wij weer tot een neutrale positionering in aandelen overgegaan. Dit hield verband met nieuwe stimuleringsmaatregelen van de Fed en de ECB. De neutrale aandelenpositionering is gedurende de rest van het jaar gehandhaafd omdat de aanvullende liquiditeit naar onze verwachting een positieve invloed op de aandelenmarkten zal uitoefenen. Onze totale risicopositionering is vanwege de zwakke groeivooruitzichten desalniettemin nog steeds voorzichtig. In de regioallocatie werd de onderweging van Europese aandelen tegenover Amerikaanse aandelen in januari gecontinueerd, waarna wij tot een overweging van Europese aandelen overgingen. Deze overweging is vervolgens in maart omgebogen tot een neutrale positionering, die de rest van het jaar is gehandhaafd. De overweging van aandelen uit opkomende markten versus aandelen uit ontwikkelde markten is in juli beëindigd nadat een aantal factoren in ons scoremodel afgewaardeerd was. In september zijn aandelen uit opkomende markten vervolgens onderwogen tegenover ontwikkelde markten. Deze gewijzigde positionering, die de rest van het jaar gehandhaafd is, hield verband met de afnemende groei en de relatieve verslechtering van de winstontwikkeling in opkomende markten. In september hebben wij een onderweging van Japanse aandelen tegenover Europese en Amerikaanse aandelen geopend. Wij vinden de politieke dynamiek in Japan een aanhoudende bron van zorg en verwachten dat de lokale bedrijfswinsten een negatieve invloed blijven ondervinden van het onvermogen van de Japanse centrale bank om aan de deflatie een einde te maken. In maart is in Europa een onderweging van small-caps tegenover large-caps geïmplementeerd waaraan wij de rest van het jaar hebben vastgehouden. De winstvooruitzichten van kleine Europese bedrijven hebben ernstig geleden onder de recessie in de eurozone en de kans op een positieve kentering in de nabije toekomst lijkt ons gering. De overweging van staatsobligaties uit opkomende markten in harde valuta’s versus staatsobligaties in euro’s, waartoe wij in juni overgingen, is de rest van het jaar gecontinueerd. In scherpe tegenstelling tot het beeld in Europa vertonen de ratings van staatsleningen uit opkomende landen nog steeds een opwaartse lijn. Omdat de afzwakkende groei in opkomende markten echter een risico vormt, prefereren wij binnen dat universum emissies in Amerikaanse dollars boven emissies in lokale valuta’s. Beleggingsresultaat In de kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per aandeel, het absolute rendement per aandeel, het rendement van de index en het rendement per aandeel ten opzichte van de index (relatief rendement). Voor de underperformance was zowel de vermogensallocatie als de fondsselectie verantwoordelijk. Binnen de vermogensallocatie werd de performance negatief beïnvloed door de onderweging in Japanse aandelen versus Europese en Amerikaanse aandelen vanaf september. De overweging in schuldpapier uit opkomende markten in harde valuta’s droeg wel positief bij. Binnen de fondsselectie pakte de keuze van hoogdividendaandelen nadelig uit en kwamen de posities in vastrentende waarden de relatieve performance ten goede. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in het Aanvullend Prospectus: aandelenmarktrisico, renterisico en kredietrisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit verslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van BNP Paribas Fund II N.V. Vooruitzichten Aandelen ontwikkelden zich goed en eindigden 2012 11,4% (MSCI World All Countries index) hoger (gemeten in euro’s). Er deden zich gedurende het jaar twee rally’s voor, die voornamelijk werden gedreven door veranderingen in monetair beleid. Vooral de monetaire maatregelen in de periode juni – half september, die door een verzwakking van de wereldeconomie en de winstvooruitzichten gekenmerkt werd, zorgden voor een belangrijke impuls. De wereldeconomie wacht ons inziens een moeilijk jaar. De budgettaire tegenwind zal waarschijnlijk in verschillende landen nog aan kracht winnen. Het begrotingsprobleem in de VS is na het recente akkoord nog niet opgelost en de eurozone lijkt ons zowel economisch als budgettair gezien evenmin uit de problemen. De dalende trend in de taxaties van de bedrijfswinsten zal waarschijnlijk voortduren. Wij maken ons ook zorgen over de verminderde effectiviteit van nieuwe stimuleringsronden en de kans dat de markten en de economie door de aanhoudende stimulering aan lage financieringskosten verslaafd raken. Deze bezorgdheid zal ons er echter niet van weerhouden om tactische posities in beleggingscategorieën met een hoger risico in te nemen wanneer de markten het warme bad van aanvullende stimulering geboden wordt. Vooralsnog houden wij echter vast aan onze neutrale aandelenpositionering. In de regioallocatie prefereren wij aandelen uit ontwikkelde markten nog steeds boven aandelen uit opkomende markten en hebben wij tevens een voorkeur voor Amerikaanse en Europese aandelen versus Japanse aandelen. Onze overwogen positie in de Amerikaanse vastgoedsector hangt samen met het thema ‘zoeken naar rendement’ in het huidige klimaat van lage rendementen. In de eurozone sterken de aanhoudende neerwaartse druk op de inflatie, de zwakke groei en de beleidsinterventies ons in de overtuiging dat de obligatierentes in de kernlanden van de eurozone laag zullen blijven. Wij sloten 2012 af met het voornemen om opnieuw een tactische lange durationpositie te implementeren en zijn daartoe begin januari daadwerkelijk overgegaan.
19
BNP PARIBAS ALL IN FUND
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen Obligaties Geldmarktpapier
(3) (5) (6)
Vorderingen Effectentransacties Te vorderen dividend en interest Te vorderen belasting
Overige activa Liquide middelen Vorderingen en overige activa Activa Beleggingen Futures
(12)
Kortlopende schulden Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Geplaatst en gestort kapitaal Agioreserve Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (32) (33) (35)
Passiva
20
31/12/12
31/12/11
153.088.816 211.535.704 16.990.539 381.615.059
173.468.524 237.208.227 19.397.000 430.073.751
1.064.658 3.469.800 731.024 5.265.482
1.465.336 4.403.250 952.130 6.820.716
7.517.102
6.858.165
12.782.584
13.678.881
394.397.643
443.752.632
73.640 73.640
73.220 73.220
2.140.487 283.271 2.423.758
2.323.505 282.142 2.605.647
7.154.308 146.386.957 196.891.878 41.467.102 391.900.245
8.633.592 223.784.426 215.228.945 (6.573.198) 441.073.765
394.397.643
443.752.632
BNP PARIBAS ALL IN FUND WINST-
EN
VERLIESREKENING
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsprovisie Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
2012
2011
4.890.345 8.437.969 90.349 (185.827) 31.450.836 148.762 44.832.434
6.334.584 10.789.745 79.003 (7.108.449) (10.633.490) 200.940 (337.667)
26 3.053.370 311.936 3.365.332
5.939.945 295.586 6.235.531
41.467.102
(6.573.198)
2012
2011
41.467.102 185.827 (31.450.836) (203.978.279) 284.071.918 (345.647) 1.555.234 (181.889) 91.323.430
(6.573.198) 7.108.449 10.633.490 (258.009.737) 319.650.073 (404.345) 926.103 2.261.970 75.592.805
8.661.420 (87.538.173) (11.763.869) (90.640.622)
7.346.060 (75.995.566) (9.195.476) (77.844.982)
682.808 (23.871)
(2.252.177) 20.252
658.937 6.858.165 7.517.102
(2.231.925) 9.090.090 6.858.165
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Gerealiseerd op afgeleide financiële instrumenten Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht Uitgekeerd dividend
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
21
BNP PARIBAS ALL IN FUND TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/12
31/12/11
(3)
173.468.524 30.746.543 (64.623.484) (43.875) 13.541.108 153.088.816
207.240.317 24.980.479 (48.893.292) 1.715.522 (11.574.502) 173.468.524
(5)
237.208.227 92.951.727 (136.791.277) 256.879 17.910.148 211.535.704
291.757.846 171.315.081 (218.417.224) (8.480.903) 1.033.427 237.208.227
(6)
19.397.000 79.916.758 (82.458.506) 135.287 16.990.539
9.981.355 61.714.177 (52.357.357) 58.825 19.397.000
(8)
363.251 (198.651) (164.600) -
17.800 (17.800) -
(73.220) (73.640) (420) (345.647) (346.067)
19.195 (73.220) (92.415) (404.345) (496.760)
-
-
EUR
Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Obligaties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Geldmarktpapier Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Opties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Futures Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(12)
Renteswaps Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(13)
22
BNP PARIBAS ALL IN FUND T O E L I C H T I N G O P D E B A L A N S (vervolg) 31/12/12
31/12/11
8.633.592 164.342 (1.643.626) 7.154.308
9.959.165 140.893 (1.466.466) 8.633.592
70.000.000
70.000.000
(32)
223.784.426 8.497.078 (85.894.547) 146.386.957
291.108.359 7.205.167 (74.529.100) 223.784.426
(33)
215.228.945 (18.337.067) 196.891.878
200.031.046 15.197.899 215.228.945
(35)
(6.573.198) (11.763.869) 18.337.067 41.467.102 41.467.102
24.393.375 (9.195.476) (15.197.899) (6.573.198) (6.573.198)
31/12/12
31/12/11
31/12/10
392
441
525
Aantal uitstaande aandelen x 1.000
7.154
8.634
9.959
Intrinsieke waarde in EUR
54,75
51,07
52,76
EUR Geplaatst en gestort kapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
(31)
Maatschappelijk kapitaal (aantal, EUR 1) Agioreserve Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
Overige reserves Begin verslagperiode Ingekocht Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode
Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Uitkering Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln
23
BNP PARIBAS ALL IN FUND RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico’s wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. De risico’s in BNP Paribas All In Fund worden gemonitord en gemanaged op verschillende niveaus. Allereerst is sprake van een bewust gekozen mix over verschillende beleggingscategoriën. Door de diversificatie over meerdere beleggingscategoriën wordt de beweeglijkheid van de portefeuille verminderd terwijl het verwachte gemiddelde rendement daar niet onder lijdt. Binnen de genoemde bouwstenen vind een risico allocatie plaats waarbij actieve posities worden ingenomen met als oogpunt daarmee extra rendement te genereren bovenop het rendement van de vergelijkingsindex. Risicomanagement binnen de onderliggende bouwstenen (fondsen of sub portefeuilles) in het Fonds vindt plaats op basis van vastgelegde beleggingsvoorschriften per bouwsteen. Wel zal binnen een beleggingscategorie spreiding plaatsvinden (tussen sectoren, credit ratings en duration) op basis van de beleggingsvoorschriften en vergelijkingsindex per fonds. Het risico van dit actieve beheer (de ex-ante Tracking Error) van alle gebruikte bouwstenen wordt periodiek gemonitord. Dagelijks worden de in het prospectus beschreven bandbreedtes gecontroleerd, evenals de positie in kasgeld. Onderstaande tabel verschaft informatie met betrekking tot de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën binnen de portefeuille (inclusief participaties in beleggingsfondsen). Tactische asset allocatie (TAA) (%)* 31/12/12
31/12/11
Aandelen
20,2
20,5
Obligaties
54,3
54,3
Onroerendgoedaandelen
10,5
10,1
TAA
6,5
7,0
Liquiditeiten*
8,5
8,1
100,0
100,0
* Incl. liquide middelen.
Aandelenmarktrisico Het Fonds belegt o.a. in BNP Paribas Global High Income Equity Fund en BNP Paribas Global Property Securities Fund, goed verhandelbare en beursgenoteerde beleggingsinstellingen, die beleggen in internationaal gespreide aandelenportefeuilles en waarvan de beleggingsportefeuille voortdurend wordt gemonitord op mogelijke risico’s als gevolg van ontwikkelingen op aandeelniveau of marktbreed. Renterisico Onderstaande tabel verschaft inzicht in de looptijd van de verschillende obligaties in de portefeuille van het Fonds. Hierbij is de looptijdverdeling van de onderliggende beleggingen buiten beschouwing gelaten. Looptijdverdeling van de vastrentende waarden (%)* 31/12/12
31/12/11
0-1
7,5
6,7
1-2
5,2
5,0
2-5
16,6
16,0
5-7
8,0
7,4
7-10
9,9
9,3
10-15
4,9
5,0
15-20
3,4
5,5
20-25
2,2
1,5
>25
3,8
3,2
In jaren
* Als % van totaal beleggingen van BNP Paribas All In Fund.
Kredietrisico Om het kredietrisico in het Fonds te beperken belegt BNP Paribas All In Fund hoofdzakelijk in debiteuren met een goede tot zeer goede kwaliteit. Onderstaande tabel verschaft inzicht over de credit rating van de verschillende obligaties in het Fonds.
24
BNP PARIBAS ALL IN FUND Credit rating obligaties (%)* Rating (Max S&P & Moody's)
31/12/12
31/12/11
AAA
29,5
51,9
AA
29,2
21,9
A BBB Geen rating/anders
5,0
20,0
36,1
5,8
0,2
0,4
100,0
100,0
* Als % van de totale obligatieportefeuille van BNP Paribas All In Fund.
Overige risico's Het valutarisico in BNP Paribas All In Fund is laag aangezien voornamelijk belegd wordt in Euro. In onderstaande tabel is de valutapositie van het netto geïnvesteerd vermogen van het Fonds opgenomen per einde verslagperiode. Valutaire verdeling (%)* 31/12/12
31/12/11
CHF
-
-
GBP
-
-
USD
0,3
0,2
NOK
-
-
EUR
99,7
99,8
100,0
100,0
* Als % van totaal vermogen.
Het liquiditeitsrisico met betrekking tot de obligaties is beperkt omdat het Fonds hoofdzakelijk belegt in debiteuren met een goede tot zeer goede kwaliteit (zie tevens kredietrisico). Daarnaast belegt het Fonds in goed verhandelbare beleggingsinstellingen in Nederland en Luxemburg, welke worden beheerd door BNP Paribas Investment Partners.
25
BNP PARIBAS ALL IN FUND BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSFONDSEN 583 BNP Paribas Flexi I Dynamic Diversified Growth 577.685 BNP Paribas Flexi I Global TAA 1.461.249 BNP Paribas Global High Income Equity Fund 781.417 BNP Paribas Global Property Securities Fund 14.649 BNP Paribas InstiCash EUR Totaal Participaties in beleggingsfondsen Nominale waarde x EUR 1.000
%
6.025 27.359 78.002 39.641 2.062 153.089
Looptijd
Marktwaarde EUR 1.000
2006-16 2009-26 2003-18 2012-44 2004-14 2011-17 2011-21 2012-19 2004-35 2011-17 1994-25 1992-22 2003-19 2009-41 2007-17 2011-21 2006-16 2001-32 2004-14 2010-60 2010-20 2010-15 2008-18 2010-15 2012-22 1998-28 1998-28 2005-37 2007-39 2011-18 2005-16 1994-24 2008-40 1999-16 2006-21 2007-39 2008-19 2009-14 2000-31 2010-26 2004-20 2004-14 2012-17 2011-16 2008-23
4.198 2.220 622 448 7.880 4.486 2.395 2.211 1.669 384 5.236 4.455 3.255 3.181 3.105 2.131 1.900 1.758 1.500 1.272 1.147 1.047 11 5.382 3.878 3.566 3.403 2.936 2.577 2.508 1.768 910 619 1.567 5.946 4.800 4.240 3.581 3.461 3.352 3.225 3.111 2.686 2.652 1.743
OBLIGATIES EMU Staat 3.700 1.680 520 400 7.350 4.000 2.003 2.000 1.250 360 3.710 2.860 2.730 2.466 2.730 1.900 1.730 1.200 1.400 1.060 1.000 1.000 9 5.130 3.718 2.379 2.450 2.165 1.800 2.296 1.600 610 400 1.470 6.080 4.780 4.050 3.500 3.100 3.390 3.104 3.000 2.520 2.480 1.700
4,00 Austria 4,85 Austria 4,65 Austria 3,15 Austria 4,25 Belgium 3,50 Belgium 4,25 Belgium 3,00 Belgium 5,00 Belgium 1,88 Finland 6,00 France 8,25 France 4,25 France 4,50 France 3,75 France 3,25 France 3,25 France 5,75 France 4,00 France 4,00 France 3,50 France 2,00 France 4,25 France 1,75 Germany 1,75 Germany 5,62 Germany 4,75 Germany 4,00 Germany 4,25 Germany 0,75 Germany 3,50 Germany 6,25 Germany 4,75 Germany 4,60 Ireland 3,75 Italy 5,00 Italy 4,50 Italy 3,50 Italy 6,00 Italy 4,50 Italy 4,50 Italy 4,25 Italy 4,75 Italy 4,75 Italy 4,75 Italy 26
BNP PARIBAS ALL IN FUND Nominale waarde x EUR 1.000
%
Looptijd
Marktwaarde EUR 1.000
5,00 Italy 3,75 Italy 3,25 Netherlands 3,75 Netherlands 5,50 Netherlands 4,20 Spain 2,50 Spain 4,10 Spain 4,00 Spain 4,65 Spain 3,80 Spain 3,15 Spain
2009-25 2006-16 2005-15 2010-42 1998-28 2005-37 2010-13 2008-18 2012-15 2010-25 2006-17 2005-16
581 2.694 3.026 926 758 3.648 3.495 3.266 1.837 1.704 1.196 595
1,88 CADES 2,88 Council Of Europe 3,50 European Union
2012-15 2011-21 2011-21
1.240 739 2.317
Bedrijfsobligaties 300 620 600 300 570 3.000 1.300 300 250 300 270 250 300 400 300 1.600 500 800 280 200 220 840 700 700 300 300 600 300
3,62 Auchan 2,12 BMW Finance 3,64 Bouygues 3,99 Casino Guichard 3,88 Edison SPA 2,50 EIB 3,12 EIB 5,38 Elec. De France 5,00 Elec. De France 3,62 Enel 5,75 ENEL Fin Intl 4,00 Fortum OYJ 3,00 GDF Suez 4,50 Imperial Tobacco 8,38 Imperial Tobacco 2,75 Land Hessen 0,75 Nestlé Fin 4,88 Red Electrica 4,62 RWE (FRN)* 3,50 Schneider Elec. 5,62 Siemens 3,62 St Gobain 4,08 Suez Environ 5,25 Telecom Italia 4,00 Telecom Italia 5,81 Telefonica 5,12 Telefonica Europ 3,62 Teliasonera
2011-18 2012-15 2010-19 2012-20 2010-17 2010-19 2005-15 2008-20 2008-18 2012-18 2011-18 2011-21 2012-23 2011-18 2009-16 2010-20 2012-16 2011-20 2010-49 2011-19 2008-18 2012-21 2011-21 2010-22 2012-20 2012-17 2003-13 2012-24
337 638 653 327 620 3.258 1.406 368 294 310 306 285 315 457 364 1.769 503 862 285 222 271 870 802 748 304 340 603 332
Financiële Instellingen 1.250 500 700 2.100 1.490 1.500 2.250 550 250 400 1.450 350
4,25 ABN AMRO Bank 5,25 AXA (FRN) 4,50 Banco Cam 4,25 Banesto 2,50 Bank Van Nederlandse Gemeente 4,00 Bank Van Nederlandse Gemeente 2,88 BNP Paribas 2,50 BNP Paribas 4,50 BNP Paribas 3,50 Caja Asturias 4,30 Casse Refin Hypot 4,25 Casse Refin Hypot
2011-21 2010-40 2012-17 2006-13 2010-17 2004-14 2012-17 2012-19 2007-14 2010-13 2011-23 2003-14
1.493 522 684 2.121 1.607 1.588 2.403 572 264 400 1.756 374
OBLIGATIES (vervolg) EMU Staat (vervolg) 560 2.600 2.800 700 520 4.567 3.500 3.300 1.800 1.860 1.200 600 Diversen 1.200 675 1.995
27
BNP PARIBAS ALL IN FUND Nominale waarde x EUR 1.000
%
Looptijd
Marktwaarde EUR 1.000
2009-14 2007-17 2010-13 2012-15 2012-15 2011-18 2012-17 2010-13 2010-15 2010-13 2012-19 2011-18 2011-14 2012-18 2012-22 2010-15 2010-20 2011-18 2011-18 2010-20 2007-17 2011-21 2012-16 2012-22 2011-15 2012-15
1.961 929 607 1.404 205 909 2.533 1.502 2.212 852 251 958 812 628 313 1.140 1.103 2.268 1.124 693 673 787 417 515 395 2.268 211.536
2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13 2012-13
1.000 1.000 999 999 999 999 999 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 999 999 999 1.000 999 16.991
OBLIGATIES (vervolg) Financiële Instellingen (vervolg) 1.850 4,12 CIF Euromortgage 1.000 0,88 Credit Logement (FRN) 598 1,88 Duesseldorf Hyp 1.400 4,00 Fade 200 2,00 GE Cap EUR Fund 800 3,88 HSBC 2.500 4,88 Instit Crdt Ofcl 1.500 2,88 Instit Crdt Ofcl 2.170 4,00 Irish Life Permanent 850 3,12 Irish Life Permanent 250 1,88 JP Morgan Chase SR 850 3,12 KFW 800 1,75 Lb Baden-Würt 609 1,38 Lb Baden-Würt 300 2,75 National Australian Bank 1.086 2,25 Nordea Bank 1.000 4,50 Nordea Bank 2.000 3,50 Op Mortgage Bank 1.013 3,50 Rabobank 650 3,75 Rabobank 600 4,25 Radobank 702 2,88 Rentenbank 400 4,62 Santander Intl 500 2,62 Svenska Handelsbanken 381 2,00 UBS London 2.200 1,75 UNEDIC Totaal obligaties
GELDMARKTPAPIER 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000 Totaal Geldmarktpapier
ABN Amro Bank AXA BFCM BPCE Caisse Centrale de Credit Caisse Regionale Caisse Regionale CFCMMA CFCMO CIC Credit Agricole Enel Fortis NV ING Bank Pohjola Bank Rabobank Svenska Handelsbanken
Het geldmarktpapier in de portefeuille van BNP Paribas All In Fund wordt verhandeld op basis van een 'discount' waarin de rente is verwerkt, of via een variabele rente over de hoofdsom.
28
BNP PARIBAS ALL IN FUND Looptijd
Notioneel bedrag EUR
Reële waarde EUR
(5.199.840) (4.697.520) 132.888.000
(43) (32) 1 (74)
FUTURES EURO-BUND EURO-BOBL EURO-SCHATZ Totaal futures
mrt-13 mrt-13 mrt-13
Totaal beleggingen
381.616
* FRN staat voor Floating Rate Note. In totaal 0,45% van de totale beleggingen van BNP Paribas All In Fund bestaat uit FRN's.
29
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2012
2011
2010
7.368
9.801
14.970
771
972
1.511
104,64
99,22
100,93
4,40
3,20
104,54
99,28
100,86
Rendement %
10,2
1,5
0,6
Rendement index %
10,7
3,4
1,0
Relatief rendement %
(0,5)
(1,9)
(0,4)
1
-
-
105
-
-
104,65
-
-
-
-
104,55
-
-
Rendement %
1,9
-
-
Rendement index %
2,1
-
-
(0,2)
-
-
2012
2011
2010
2009
2008
Opbrengsten per aandeel in EUR
3,60
3,93
3,77
3,92
4,21
Lasten per aandeel in EUR
0,98
0,93
0,99
0,98
0,95
Waardeveranderingen per aandeel in EUR
7,19
(1,87)
(2,09)
1,18
3,51
Klasse Classic Aantal uitstaande aandelen x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo Intrinsieke waarde in EUR per ultimo Dividend in EUR Transactieprijs in EUR per ultimo
3,40
*
Klasse Privilege** Aantal uitstaande aandelen per ultimo Vermogen in EUR per ultimo Intrinsieke waarde in EUR per ultimo Dividend in EUR Transactieprijs in EUR per ultimo
3,40
Relatief rendement %
*
* Betreft: voorstel. ** Geïntroduceerd op 01/11/12. De rendementscijfers hebben betrekking op de periode 01/11/12 - 31/12/12.
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per aandeel zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande aandelen wordt berekend als de som van de uitstaande aandelen gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de jaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande aandelen berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Vanaf 2011 is de berekeningswijze aangepast. De som van de uitstaande aandelen is gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
30
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling BNP Paribas Euro Obligatie Fonds heeft ten doel het behalen van een zo goed mogelijk beleggingsresultaat op een actief beheerde portefeuille van hoofdzakelijk rentedragende waarden in euro. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van BNP Paribas Fund II N.V. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index Citigroup WGBI EMU (RI). Beleggingsbeleid Het jaar 2012 markeerde voor de eurozone een keerpunt door de volledige steun die de ECB toezegde om de euro overeind te houden. De verklaring van ECB-president Draghi, die de euro onomkeerbaar noemde, wekte de verwachting van een expansiever monetair beleid. In combinatie met de Outright Monetary Transactions (OMT), het opkoopprogramma voor obligaties dat de ECB aan het einde van de zomer aankondigde, voorzag Draghi’s verklaring de euro van een solide fundament. De behoefte aan verdere maatregelen werd daardoor voor een belangrijk deel weggenomen. Ook op het budgettaire front was vooruitgang te zien, al werden doelstellingen voor de vermindering van begrotingstekorten teruggeschroefd toen de bezuinigingen de groei begonnen te drukken. De participatie van de private sector in de schuldsanering werkte averechts en is derhalve stopgezet. In plaats van de marktvolatiliteit te temperen, droeg de participatie bij tot speculatie op korte termijn en had zij een belemmerend effect op nieuwe investeringen in landen die een economisch aanpassingsprogramma in gang hadden gezet. De staatsschuldencrisis nam dankzij het verbeterde budgettaire en monetaire klimaat in intensiteit af. Dit vertaalde zich in het segment vastrentende waarden in euro’s in hoge absolute rendementen. Het was geen verrassing dat de landen die in 2011 het sterkst onder de crisis hadden geleden, in 2012 de meeste winst boekten: Portugal , Ierland en Italië waren de beste performers. Duitsland gaf een bescheidener rendement te zien. Duration- en curvepositionering De portefeuille kende het gehele jaar een onderwogen durationpositie. Binnen de curvepositionering prefereerden wij het lange en zeer korte segment boven de middellange looptijden. Onze onderwogen durationpositie hield verband met Duitse Bunds, die steeds negatievere reële rendementen vertoonden en ons derhalve te duur leken. Wij voorzagen bovendien dat er een einde zou komen aan de vlucht naar veilige havens omdat de rekening van de crisis in de eurozone uiteindelijk bij Duitsland en de andere kernlanden terechtkomt. De modified duration per 31 december 2012 was 6,0. Landen- en sectorallocatie Wij prefereerden niet-staatsobligaties boven staatsobligaties. Leningen van overheidsinstellingen en supranationale organisaties waren in de portefeuille duidelijke overwogen, evenals covered bonds en credits van investment-grade kwaliteit. Onze onderwegingen waren geconcentreerd in Duitse Bunds en Franse OAT’s, die vanwege hun hoge waardering te weinig potentieel voor verdere verbetering leken te bieden. België, in 2012 een van de best presterende Europese obligatiemarkten, was het grootste deel van het jaar overwogen. Niet-staatsobligaties De overweging van seniorleningen van financiële instellingen is in 2012 gecontinueerd. De nadruk lag hierbij op emittenten uit kernlanden van de eurozone en Scandinavische landen met weinig of geen belangen in perifere eurolanden. De primaire markt voor bedrijfsobligaties van nietfinanciële emittenten was overwegend gezond; wij hebben geparticipeerd in meerdere nieuwe emissies en aldus tegen een aantrekkelijke premie een switch van oude off-the-run leningen naar nieuwe emissies doorgevoerd. In de industriesector prefereren wij wereldwijd actieve bedrijven met een gediversifieerde portefeuille en ruime financiële armslag boven lokale producenten. In de loop van het jaar hebben wij onze allocatie aan covered bonds in Italië, Spanje en Frankrijk uitgebreid, hoofdzakelijk via de primaire markt. Binnen Spanje en Italië richten wij ons op obligaties van hogere kwaliteit die uitgegeven zijn door stabiele retailbanken. Inflatie Vanaf het tweede kwartaal van 2012 waren wij positief gestemd over de inflatie in de eurozone als geheel. Een stijging van de voedselprijzen en een technisch effect (een herweging van de benchmark die een sterker accent op Franse en Duitse geïndexeerde obligaties ten koste van Italiaanse leningen tot gevolg had) zouden de inflatiepositionering naar onze verwachting ondersteunen. In september zijn wij overgegaan tot een longpositie in Duitse geïndexeerde obligaties ten opzichte van Franse tegenhangers die aan de CPI in de eurozone gekoppeld zijn. Aantrekkelijker break-even niveaus vormden de aanleiding tot deze stap. Nadat in Frankrijk een stijging van de indirecte belastingen in 2014 en een hogere maximuminleg voor Livret A-spaarrekeningen bekend was gemaakt, stelden marktpartijen ook de waardering van geïndexeerde obligaties op basis van de CPI in de eurozone naar boven bij. Ook dit kwam de portefeuille ten goede. Beleggingsresultaat In de kerncijfers zijn voor beide klassen onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per aandeel, het absolute rendement per aandeel, het rendement van de index en het rendement per aandeel ten opzichte van de index (relatief rendement). De yieldcurvefluctuaties namen in 2012 met 44 basispunten af, wat de relatieve performance van de portefeuille drukte. De positionering in staatsobligaties leverde een negatieve bijdrage van en bracht de relatieve performance daarmee de grootste schade toe. Binnen de positionering was de performance als volgt verdeeld: Italië -1,97%, Ierland -0,46%, Frankrijk -0,35% en Duitsland -0,21%. De diversificatieposities in niet-staatsobligaties hadden een positieve invloed (supranationale organisaties, Verenigd Koninkrijk ). Ook de weging en de selectie van semi-overheidsleningen in Ierland pakten gunstig uit. De totale positionering in semi-overheidsleningen had een positief effect. De allocatie aan credits pakte over heel 2012 goed uit, waarbij vooral leningen van financiële instellingen, industriële ondernemingen en nutsbedrijven zich gunstig ontwikkelden. Covered bonds voegden tevens aan de outperformance toe, met emissies uit Frankrijk als belangrijkste steunpilaar. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in het Aanvullend Prospectus: kredietrisico en renterisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit verslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van BNP Paribas Fund II N.V.
31
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS Vooruitzichten Vanwege het accommoderende beleid van de ECB en de zoektocht naar rendement achten wij de vlucht naar kwaliteit in de markt overtrokken. Leningen uit kernlanden van de eurozone, die in sommige gevallen een negatieve reële rente vertonen, zijn ons inziens te duur. Hoe de crisis in de eurozone ook afloopt, de kosten voor de kernlanden zullen naar onze verwachting aanzienlijk zijn. Onze onderwogen positionering in modified duration is daarom gericht op langlopende staatsobligaties uit kernlanden, met name Duitsland, Frankrijk en Nederland. De spreads van bedrijfsobligaties uit andere kernlanden ten opzichte van vergelijkbare Duitse staatsobligaties bevinden zich inmiddels weer op de niveaus van voor de crisis. Bovendien is er aan obligaties momenteel een renterisico verbonden: bij de huidige lage rente hebben zelfs kleine rentestijgingen een groot negatief effect op de obligatiekoersen. Het huidige klimaat van lage groei zou bedrijfsobligaties moeten ondersteunen. Zo zou het aantal insolventiegevallen bij een bescheiden positieve groei beperkt moeten blijven. Veel bedrijven zitten ruim bij kas: de balansposities zijn over het algemeen goed en de winstgevendheid is relatief hoog. Zelfs bij een teruglopende winstgevendheid zouden ondernemingen in 2013 over ruim voldoende middelen moeten beschikken om hun obligatieverplichtingen na te komen. Credits zouden ook een positieve invloed moeten ondervinden van beleggers die staatsobligaties na de kwantitatieve verruiming de rug hebben toegekeerd en op zoek zijn naar rendement. Wij zijn nog steeds overwogen in covered bonds en geven bij de selectie van emittenten van bedrijfsobligaties de voorkeur aan een bottom-up landenaanpak. Ook al geven de markten in Europa momenteel tekenen van stabilisatie te zien, de politieke onzekerheden in de regio zijn nog niet verdwenen. Hoewel beleidsmakers zich bereid hebben getoond de euro met ooit ondenkbaar geachte maatregelen te ondersteunen, heeft het bezuinigingsbeleid in een aantal zuidelijke eurolanden sociale onrust teweeggebracht. Er kan bovendien niet worden uitgesloten dat verkiezingen de koers van afzonderlijke landen zullen veranderen en een stempel op de markten zullen drukken. Wij verwachten dan ook dat politiek risico in 2013 centraal zal staan, zeker als de maatschappelijke spanningen escaleren.
32
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR Beleggingen Obligaties
(5)
Vorderingen Effectentransacties Te vorderen dividend en interest Te vorderen belasting
Overige activa Liquide middelen Vorderingen en overige activa Activa Beleggingen Futures
(12)
Kortlopende schulden Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Geplaatst en gestort kapitaal Agioreserve Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (32) (33) (35)
Passiva
33
31/12/12
31/12/11
757.975.515 757.975.515
955.539.377 955.539.377
3.068.896 12.448.950 5.514 15.523.360
17.409.755 17.409.755
1.560.260
6.010.624
17.083.620
23.420.379
775.059.135
978.959.756
469.050 469.050
796.930 796.930
2.951.861 669.772 3.621.633
4.940.459 764.935 5.705.394
7.367.662 224.550.442 455.468.986 83.581.362 770.968.452
9.800.681 470.184.231 478.196.499 14.276.021 972.457.432
775.059.135
978.959.756
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS WINST-
EN
VERLIESREKENING 2012
2011
30.477.237 160.914 6.978.469 54.278.917 7.452 91.902.989
49.256.417 269.270 (44.051.875) 20.452.302 26.829 25.952.943
4.407 7.749.095 568.125 8.321.627
7.762 11.027.256 641.904 11.676.922
83.581.362
14.276.021
2012
2011
83.581.362 (6.978.469) (54.278.917) (386.992.760) 648.993.564 (3.507.436) 1.886.395 (2.083.761) 280.619.978
14.276.021 44.051.875 (20.452.302) (763.296.955) 1.275.547.569 (2.637.868) 8.499.029 720.170 556.707.539
23.394.317 (271.461.125) (37.003.534) (285.070.342)
26.575.027 (537.120.620) (42.155.338) (552.700.931)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
(4.450.364) -
4.006.608 (387)
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
(4.450.364) 6.010.624 1.560.260
4.006.221 2.004.403 6.010.624
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsprovisie Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Gerealiseerd op afgeleide financiële instrumenten Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht Uitgekeerd dividend
34
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/12
31/12/11
(3)
-
-
(5)
955.539.377 380.628.477 (643.246.272) 11.102.896 53.951.037 757.975.515
1.487.772.379 687.268.288 (1.200.278.953) (40.653.569) 21.431.232 955.539.377
(6)
4.995.044 (4.996.233) 1.189 -
76.105.767 (76.140.008) 34.241 -
(8)
1.369.239 (751.059) (618.180) -
(77.100) 871.392 (794.292) -
(796.930) (469.050) 327.880 (3.507.436) (3.179.556)
182.000 (796.930) (978.930) (2.637.868) (3.616.798)
-
-
EUR
Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Obligaties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Geldmarktpapier Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Opties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Futures Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(12)
Renteswaps Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(13)
35
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS T O E L I C H T I N G O P D E B A L A N S (vervolg) 31/12/12
31/12/11
(31)
9.800.681 233.255 (2.666.275) 7.367.661
14.970.114 270.000 (5.439.433) 9.800.681
(31)
1 1
-
(31)
9.800.681 233.256 (2.666.275) 7.367.662
14.970.114 270.000 (5.439.433) 9.800.681
70.000.000
70.000.000
(32)
470.184.231 23.160.959 (268.794.850) 224.550.340
975.560.391 26.305.027 (531.681.187) 470.184.231
(32)
102 102
-
(32)
470.184.231 23.161.061 (268.794.850) 224.550.442
975.560.391 26.305.027 (531.681.187) 470.184.231
(33)
478.196.499 (22.727.513) 455.468.986
509.575.782 (31.379.283) 478.196.499
EUR Geplaatst en gestort kapitaal Klasse Classic Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Klasse Privilege Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Totaal geplaatst en gestort kapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode Maatschappelijk kapitaal (aantal, EUR 1) Agioreserve Klasse Classic Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
Klasse Privilege Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
Total agioreserve Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
Overige reserves Begin verslagperiode Ingekocht Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode
36
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS T O E L I C H T I N G O P D E B A L A N S (vervolg) 31/12/12
31/12/11
14.276.021 (37.003.534) 22.727.513 83.581.362 83.581.362
10.776.055 (42.155.338) 31.379.283 14.276.021 14.276.021
31/12/12
31/12/11
31/12/10
771
972
1.511
7.368
9.801
14.970
104,64
99,22
100,93
105
-
-
1
-
-
104,65
-
-
EUR
Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Uitkering Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
(35)
DRIEJAARSOVERZICHT
Klasse Classic Vermogen in EUR mln Aantal uitstaande aandelen x 1.000 Intrinsieke waarde in EUR
Klasse Privilege* Vermogen in EUR Aantal uitstaande aandelen Intrinsieke waarde in EUR
* Geïntroduceerd op 01/11/12.
37
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico’s wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. Marktrisico Als obligatiefonds kan het BNP Paribas Euro Obligatie Fonds invloed ondervinden van fluctuaties op het gebied van rente en kredietkwaliteit. Vanwege het profiel van ons beleggingsuniversum (investment-grade) was het in 2012 niet nodig om in het klimaat van dalende rente en verbeterende kredietkwaliteit specifieke maatregelen te nemen. Hieronder is een overzicht opgenomen van de geografische verdeling van BNP Paribas Euro Obligatie Fonds. Geografische verdeling (%)* Australië
31/12/12
31/12/11
0,8
0,6
België
12,5
9,0
Duitsland
14.1
11,8
Europese Unie
1,6
-
Finland
3,1
2,4
Frankrijk
27,1
27,4
Ierland
1,5
4,0
10,8
9,7
Jersey
0,0
-
Kaaiman Eilanden
0,2
-
Luxemburg
1,3
3,5
Nederland
10,5
6,3
Noorwegen
0,3
0,2
Italië
Portugal
-
0,4
Oostenrijk
5,4
2,4
Spanje
6,0
15,9
Verenigd Koninkrijk
3,6
5,5
Verenigde Staten
0,0
0,1
Zweden
1,2
0,7
100,0
100,0
* Als % van totaal beleggingen van BNP Paribas Euro Obligatie Fonds.
Kredietrisico en renterisico Wij zijn in 2012 niet tot specifieke maatregelen overgegaan. Afhankelijk van de visie van de portefeuillebeheerder en de renteverwachtingen kan het fonds niettemin tot de inzet van beursgenoteerde futures besluiten om het risico te verminderen. Wij beschouwen dergelijke instrumenten als een ‘klassiek’ hulpmiddel bij het portefeuillebeheer. Zie ook ‘modified duration’ en ‘derivaten’ hierna. Vanwege het accommoderende beleid van de ECB en de zoektocht naar rendement achten wij de vlucht naar kwaliteit overtrokken. Leningen uit kernlanden van de eurozone, die in sommige gevallen een negatieve reële rente vertonen, zijn ons inziens te duur. Hoe de crisis in de eurozone ook afloopt, de kosten voor de kernlanden zullen aanzienlijk zijn. Onze onderwogen positionering in modified duration is daarom gericht op langlopende staatsobligaties uit kernlanden, met name Duitsland, Frankrijk en Nederland. De spread van bedrijfsobligaties uit kernlanden ten opzichte van vergelijkbare Duitse staatsobligaties bevindt zich inmiddels weer op de niveaus van voor de crisis. Bovendien is er aan obligaties momenteel renterisico verbonden: bij de huidige lage rente hebben zelfs kleine rentestijgingen een groot negatief effect op de obligatiekoersen. Op grond van deze visie is in 2012 continu een onderwogen positionering in modified duration aangehouden. In de tabel hierna is de positionering in modified duration binnen de verschillende looptijdsegmenten weergegeven.
38
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS Looptijdsegmenten
Fonds
Index
Totaal
6,0
6,4
0-1 jaar
0,0
0,0
1-3 jaar
0,5
0,4
3-5 jaar
0,7
0,7
5-7 jaar
0,4
0,7
7-10 jaar
1,1
1,4
10-15 jaar
0,8
0,8
>15 jaar
2,5
2,4
Bron : ThinkFolio BNP Paribas, 31 december 2012
Om inzicht te verschaffen in de looptijd van de verschillende obligaties in de portefeuille van het Fonds is hieronder een tabel ‘Looptijdverdeling van de vastrentende waarden’ opgenomen. Looptijdverdeling van de vastrentende waarden (%)* 31/12/12
31/12/11
0-1
1,9
3,9
1-2
6,1
7,7
2-5
33,9
30,4
5-7
13,4
13,9
7-10
17,6
18,0
10-15
8,9
5,9
15-20
3,6
5,6
20-25
6,4
3,8
>25
8,2
10,8
In jaren
* Als % van totaal beleggingen van BNP Paribas Euro Obligatie Fonds.
De portefeuillebeheerder heeft met behulp van Eurex-derivaten (rentefutures) het renterisico afgedekt. Het Fonds maakt slechts beperkt gebruik van deze derivaten. Op 31 december 2012 had het Fonds een positie in rentefutures van 5,62%. Onderstaand overzicht geeft inzicht over de credit rating van de verschillende obligaties in de portfolio van het Fonds. Credit rating obligaties (%)* Rating (Moody's)
31/12/12
31/12/11
AAA
34,5
50,7
AA
43,4
29,9
5,2
13,4
A BBB Geen rating/anders
16,9
5,9
-
0,1
100,0
100,0
* Als % van de totale obligatieportefeuille van BNP Paribas Euro Obligatie Fonds.
Overige risico’s Het Fonds belegt uitsluitend in zogeheten investment-grade obligaties, die een goede kredietkwaliteit kennen. Onder normale marktomstandigheden zou liquiditeit voor dit type obligaties geen probleem moeten zijn. Het Fonds belegt uitsluitend in effecten die in euro’s luiden, derhalve is er geen sprake van valutarisico.
39
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS BELEGGINGEN Nominale waarde x EUR 1.000
%
Looptijd
Marktwaarde EUR 1.000
3,50 Austria 4,00 Austria 4,85 Austria 6,25 Austria 4,35 Austria 4,25 Belgium 3,50 Belgium 3,75 Belgium 5,00 Belgium 4,00 Belgium 4,25 Belgium 4,25 Belgium 3,38 Finland 4,25 France 4,00 France 2,00 France 4,25 France 4,25 France 3,75 France 4,25 France 3,25 France 4,00 France 3,50 France 3,75 France 1,00 France 3,00 France 3,50 Germany 4,00 Germany 4,75 Germany 0,75 Germany 3,00 Germany 4,75 Germany 2,25 Germany 4,75 Germany 5,00 Italy 5,00 Italy 5,00 Italy 6,00 Italy 5,00 Italy 3,38 Luxembourg 2,50 Netherlands 3,25 Netherlands 2,75 Netherlands 5,50 Netherlands 4,20 Spain 4,85 Spain
2006-21 2006-16 2009-26 1997-27 2008-19 2004-14 2011-17 2005-15 2004-35 2007-13 2012-22 2011-21 2010-20 2003-19 2006-38 2010-15 2007-17 2007-23 2009-19 2008-18 2006-16 2010-60 2010-26 2007-17 2012-17 2012-22 2005-16 2006-16 1998-28 2011-18 2010-20 2008-40 2011-21 2003-34 2007-39 2009-25 2003-34 2000-31 2009-40 2010-20 2011-17 2011-21 2009-15 1998-28 2005-37 2010-20
12.745 11.347 6.198 6.019 4.808 21.443 19.045 14.801 8.172 7.684 5.965 5.914 3.021 24.821 20.940 16.752 16.106 15.529 14.937 12.669 10.574 5.162 5.068 3.412 3.051 2.191 13.040 11.374 11.195 9.330 9.144 7.114 6.787 1.288 19.292 16.587 14.058 11.894 5.378 6.494 14.897 11.092 10.994 4.008 22.408 7.829
1,88 CADES 2,88 Council Of Europe 3,50 European Union
2012-15 2011-21 2011-21
4.960 3.334 11.518
3,00 CDP 4,12 EIB 5,38 Elec. De France 5,00 Elec. De France 1,00 Erste Abwicklung
2005-13 2007-24 2008-20 2008-18 2012-17
3.014 11.989 1.473 1.413 1.611
OBLIGATIES EMU Staat 11.000 10.000 4.690 4.000 4.000 20.000 16.980 13.500 6.120 7.620 5.000 4.946 2.600 20.820 17.580 16.000 13.775 12.900 12.830 10.684 9.630 4.300 4.500 3.000 3.000 2.000 11.800 10.000 8.060 8.542 7.920 4.600 6.200 880 19.210 16.000 14.000 10.655 5.363 5.600 13.700 9.600 10.420 2.750 28.055 7.884 Diversen 4.800 3.045 9.918 Bedrijfsobligaties 3.000 9.910 1.200 1.200 1.600
40
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS Nominale waarde x EUR 1.000
%
Looptijd
Marktwaarde EUR 1.000
Bedrijfsobligaties (vervolg) 3.000 3,00 FMS Wertmanage 1.200 2,38 IPIC GMTN Ltd 1.950 0,75 Nestlé Fin 850 1,75 Nestlé Fin 360 2,00 Procter & Gamble 1.360 4,62 RWE (FRN)* 550 1,00 Sanofi 1.750 1,50 Siemens AG 4.000 5,25 Telecom Italia 800 4,71 Telefonica 1.300 3,62 Teliasonera 4.200 2,12 Total
2011-21 2012-18 2012-16 2012-22 2012-22 2010-49 2012-17 2012-20 2010-22 2012-20 2012-24 2012-23
3.356 1.228 1.962 841 361 1.383 552 1.739 4.275 867 1.437 4.213
Financiële Instellingen 6.200 3.750 503 302 2.500 10.000 7.720 7.270 1.900 748 101 1.013 123 4.500 1.100 2.800 11.000 1.100 94 356 6.200 3.800 3.400 489 1.800 412 755 5.000 1.000 63 3.400 4.305 4.300 5.500 6.840 3.640 7.350 10.000 4.200 3.261 19 25 17 93 1.600 8.379
2011-21 2005-15 2005-41 2002-35 2012-15 2007-15 2004-14 2010-17 2012-17 2005-43 2001-38 2003-38 2004-40 2012-17 2007-14 2012-17 2010-15 2003-14 2005-41 2006-38 2009-14 2004-14 2007-17 2005-37 2011-21 2005-38 2006-37 2009-14 2012-15 2005-36 2011-18 2006-16 2012-17 2011-16 2010-15 2010-13 2011-18 2006-21 2011-14 2012-18 2005-26 2005-22 2003-37 2005-37 2012-22 2010-15
7.404 4.023 461 243 2.532 10.854 8.171 7.841 1.926 601 88 836 103 4.805 1.162 2.816 11.528 1.176 87 345 6.573 3.989 3.160 483 2.121 346 740 5.220 1.025 62 3.862 4.048 4.357 5.965 6.971 3.650 8.287 11.728 4.266 3.364 19 25 17 82 1.670 8.795
OBLIGATIES (vervolg)
4,25 ABN AMRO Bank 3,25 ABN AMRO Bank 0,44 Asti Finance (FRN) 0,66 AYT Hypothecaria (FRN) 3,25 Banco Santander 4,75 Bank Of Scotland 4,00 Bank Van Nederlandse Gemeente 2,50 Bank Van Nederlandse Gemeente 4,12 Bankinter SA 0,34 BFTH (FRN) 0,47 BFTH (FRN) 0,42 BFTH (FRN) 0,35 BFTH (FRN) 2,88 BNP Paribas 4,50 BNP Paribas 4,00 Caixa Bank 2,50 Casse Refin Hypot 4,25 Casse Refin Hypot 0,30 Castoro Financing (FRN) 0,28 CET (FRN) 4,12 CIF Euromortgage 4,50 CIF Euromortgage 0,88 Credit Logement (FRN) 0,24 CRGT (FRN) 3,88 DNB NOR Boligkre 3,05 Emac (FRN) 0,33 FMacB (FRN) 3,38 Fortis Bank 2,00 GE Cap EUR Fund 0,43 HBS (FRN) 3,88 HSBC 0,86 ING Bank (FRN) 4,88 Instit Crdt Ofcl 4,38 Intesa Sanpaolo 4,00 Irish Life Permanent 3,12 Irish Life Permanent 3,12 KFW 3,50 KFW 1,75 Lb Baden-Würt 1,38 Lb Baden-Würt 0,33 Locat Securitisation Vehicle (FRN) 0,35 Lomba (FRN) 0,65 Mantegna Finance 0,44 Mars3 3 A1B (FRN) 2,75 National Australian Bank 2,25 Nordea Bank 41
BNP PARIBAS EURO OBLIGATIE FONDS Nominale waarde x EUR 1.000
%
Looptijd
Marktwaarde EUR 1.000
2010-20 2011-18 2011-18 2010-20 2007-17 2011-21 2012-15 2012-22 2010-17 2006-43 2003-35 2006-37 2011-15 2012-15 2005-40
3.929 11.341 5.149 3.787 2.750 3.934 2.158 1.031 887 452 209 259 1.775 8.246 139 757.976
OBLIGATIES (vervolg) Financiële Instellingen (vervolg) 3.563 4,50 Nordea Bank 10.000 3,50 Op Mortgage Bank 4.642 3,50 Rabobank 3.550 3,75 Rabobank 2.450 4,25 Radobank 3.510 2,88 Rentenbank 2.120 1,50 Svenska Handelsbanken 1.000 2,62 Svenska Handelsbanken 800 3,75 Svenska Handelsbanken 566 0,31 TDA Ibercaja (FRN) 248 0,44 TDA Ibercaja (FRN) 268 0,38 Torr (FRN) 1.712 2,00 UBS London 8.000 1,75 UNEDIC 147 0,33 Vela Home (FRN) Totaal obligaties
Looptijd
Notioneel bedrag EUR
Reële waarde EUR
(20.510.480) (46.975.200) 18.825.800
(170) (318) 19 (469)
FUTURES EURO-BUND EURO-BOBL EURO-SCHATZ Totaal futures
mrt-13 mrt-13 mrt-13
Totaal beleggingen
757.976
* FRN staat voor Floating Rate Note. In totaal 1,87% van de totale beleggingen van BNP Paribas All In Fund bestaat uit FRN's.
42
BNP PARIBAS ALL INCOME FUND
KERNCIJFERS
ONTWIKKELING 2012
2011
2010
1.049
1.316
1.632
46
53
69
44,16
40,34
42,33
1,60
1,80
44,07
40,21
42,29
13,6
(2,7)
8,2
2012
2011
2010
2009
2008
Opbrengsten per aandeel in EUR
0,98
0,95
0,97
1,15
1,28
Lasten per aandeel in EUR
0,10
0,60
0,58
0,48
0,63
Waardeveranderingen per aandeel in EUR
4,57
(0,45)
2,86
7,11
(15,15)
Aantal uitstaande aandelen x 1.000 per ultimo Vermogen in EUR mln per ultimo Intrinsieke waarde in EUR per ultimo Dividend in EUR Transactieprijs in EUR per ultimo
1,80
Rendement %
*
* Betreft: interim-dividend ad EUR 1,00 en voorstel ad EUR 0,80.
VIJFJAARSOVERZICHT
De berekeningen van de opbrengsten, lasten en waardeveranderingen per aandeel zijn gebaseerd op het gemiddeld aantal uitstaande aandelen gedurende het boekjaar. Het gemiddeld aantal uitstaande aandelen wordt berekend als de som van de uitstaande aandelen gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de jaren tot en met 2010 is het gemiddeld aantal uitstaande aandelen berekend op basis van een ongewogen 12-maandsgemiddelde. Vanaf 2011 is de berekeningswijze aangepast. De som van de uitstaande aandelen is gebaseerd op de cijfers per 31 december van het voorgaande boekjaar en op de cijfers per 31 maart, 30 juni, 30 september en 31 december van het boekjaar waarover verantwoording wordt afgelegd. Deze cijfers worden gewogen in de verhouding 0,5:1:1:1:0,5.
43
BNP PARIBAS ALL INCOME FUND V E R S L A G V A N D E B E H E E R D E R (vervolg) Beleggingsdoelstelling BNP Paribas All Income Fund streeft naar het realiseren van een zo goed mogelijk beleggingsresultaat door te beleggen in verschillende beleggingscategorieën. Het Fonds is primair gericht op het verwerven van directe opbrengsten in de vorm van dividenden en in mindere mate op het behalen van vermogensgroei. Verdere details over het Fonds vindt u in het (Aanvullend) Prospectus van BNP Paribas Fund II N.V. Wij raden u aan ook hiervan kennis te nemen. Index Geen index. Beleggingsbeleid De aandelenpositionering van het Fonds was in het eerste halfjaar heel flexibel en onderging ook in het tweede halfjaar enkele verschuivingen. Zo was een negatieve beoordeling van het marktklimaat in juli reden om aandelen weer te onderwegen. In augustus zijn wij weer tot een neutrale positionering in aandelen overgegaan. Dit hield verband met nieuwe stimuleringsmaatregelen van de Fed en de ECB. De neutrale aandelenpositionering is gedurende de rest van het jaar gehandhaafd omdat de aanvullende liquiditeit naar onze verwachting een positieve invloed op de aandelenmarkten zal uitoefenen. Onze totale risicopositionering is vanwege de zwakke groeivooruitzichten desalniettemin nog steeds voorzichtig. In februari zijn wij overgegaan tot een onderweging in vastgoed tegenover aandelen uit ontwikkelde markten. Uit cijfers van de Europese Centrale Bank en de Bank of England bleek namelijk dat de beschikbaarheid van krediet was verslechterd. Wij zijn nog steeds van mening dat vastgoedfondsen daar in het komende jaar waarschijnlijk meer schade van zullen ondervinden dan aandelen van grote bedrijven: de vastgoedsector wordt immers gekenmerkt door een hogere leverage, een geringere positionering in internationale markten en een sterkere afhankelijkheid van bankfinanciering. In april is de onderweging in vastgoed versus aandelen omgezet in een volledige onderweging in vastgoed, waaraan tot augustus is vastgehouden. Tegen het einde van november hebben wij een longpositie in vastgoed ingenomen. In het klimaat van lage groei, waarin beleggers op zoek zijn naar rendement, lijkt het ons verstandig om in hoogdividendstrategieën te beleggen. Beleggingsresultaat In de kerncijfers zijn onder andere opgenomen: de intrinsieke waarde per aandeel en het absolute rendement per aandeel. De positieve performance over 2012 was voornamelijk te danken aan de absolute positionering in risicovolle beleggingscategorieën, in het bijzonder aandelen, vastgoed, high-yield obligaties en investment-grade bedrijfsobligaties. Deze vier beleggingscategorieën genereerden over het jaar als geheel goede rendementen. Risicoprofiel In het hoofdstuk Risicobeheer van het Fonds wordt nader ingegaan op het in de verslagperiode gevoerde beheer met betrekking tot belangrijkste risico's voor het Fonds zoals opgenomen in het Aanvullend Prospectus: aandelenmarktrisico, kredietrisico en renterisico. Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit verslag. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan het Fonds onderhevig kan zijn is opgenomen in het prospectus van BNP Paribas Fund II N.V. Vooruitzichten Aandelen ontwikkelden zich goed en eindigden 2012 11,4% hoger (gemeten in euro’s). Er deden zich gedurende het jaar twee rally’s voor, die voornamelijk werden gedreven door veranderingen in monetair beleid. Vooral de monetaire maatregelen in de periode juni – half september, die door een verzwakking van de wereldeconomie en de winstvooruitzichten gekenmerkt werd, zorgden voor een belangrijke impuls. De wereldeconomie wacht ons inziens een moeilijk jaar. De budgettaire tegenwind zal waarschijnlijk in verschillende landen nog aan kracht winnen. Het begrotingsprobleem in de VS is na het recente akkoord nog niet opgelost en de eurozone lijkt ons zowel economisch als budgettair gezien evenmin uit de problemen. De dalende trend in de taxaties van de bedrijfswinsten zal waarschijnlijk voortduren. Wij maken ons ook zorgen over de verminderde effectiviteit van nieuwe stimuleringsronden en de kans dat de markten en de economie door de aanhoudende stimulering aan lage financieringskosten verslaafd raken. Deze bezorgdheid zal ons er echter niet van weerhouden om tactische posities in beleggingscategorieën met een hoger risico in te nemen wanneer de markten het warme bad van aanvullende stimulering geboden wordt. Vooralsnog houden wij echter vast aan onze neutrale aandelenpositionering. Onze overwogen positie in de Amerikaanse vastgoedsector hangt samen met het thema ‘zoeken naar rendement’ in het huidige klimaat van lage rendementen. Amsterdam, 25 april 2013 Directie tevens Beheerder, BNP Paribas Investment Partners Funds (Nederland) N.V.
44
BNP PARIBAS ALL INCOME FUND
JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen
(3)
Vorderingen Effectentransacties Te vorderen belasting
Overige activa Liquide middelen Vorderingen en overige activa Activa
31/12/12
31/12/11
46.236.338 46.236.338
52.681.968 52.681.968
154.369 8.630 162.999
203.986 203.986
64.365
436.358
227.364
640.344
46.463.702
53.322.312
123.011 10.736 133.747
32.982 212.421 245.403
1.049.156 67.133.543 (28.259.343) 6.406.599 46.329.955
1.315.585 78.255.283 (26.349.855) (144.104) 53.076.909
46.463.702
53.322.312
Beleggingen Kortlopende schulden Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Geplaatst en gestort kapitaal Agioreserve Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (32) (33) (35)
Passiva
45
BNP PARIBAS ALL INCOME FUND WINST-
EN
VERLIESREKENING 2012
2011
1.120.072 56 27.817 (37.878) 5.415.074 6.525.141
1.359.910 1.163 31.358 554.558 (1.213.611) 733.378
524 80.825 37.193 118.542
3.285 826.481 47.716 877.482
6.406.599
(144.104)
2012
2011
6.406.599 37.878 (5.415.074) (34.864.207) 46.687.033 40.987 (111.656) 12.781.560
(144.104) (554.558) 1.213.611 (69.650.870) 85.238.995 (71.686) 81.379 16.112.767
1.240.214 (12.628.383) (1.765.384) (13.153.553)
1.366.823 (14.709.204) (2.519.148) (15.861.529)
Netto kasstroom
(371.993)
251.238
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
(371.993) 436.358 64.365
251.238 185.120 436.358
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsprovisie Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht Uitgekeerd dividend
46
BNP PARIBAS ALL INCOME FUND TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/12
31/12/11
(3)
52.681.968 34.864.207 (46.687.033) (37.878) 5.415.074 46.236.338
68.929.146 69.650.870 (85.238.995) 554.558 (1.213.611) 52.681.968
(5)
-
-
(6)
-
-
(8)
-
-
-
-
-
-
EUR
Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Obligaties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Geldmarktpapier Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Opties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Futures Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(12)
Renteswaps Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(13)
47
BNP PARIBAS ALL INCOME FUND T O E L I C H T I N G O P D E B A L A N S (vervolg) 31/12/12
31/12/11
1.315.585 28.906 (295.335) 1.049.156
1.632.145 33.011 (349.571) 1.315.585
4.000.000
4.000.000
(32)
78.255.283 1.211.308 (12.333.048) 67.133.543
91.281.104 1.333.812 (14.359.633) 78.255.283
(33)
(26.349.855) (1.909.488) (28.259.343)
(29.599.870) 3.250.015 (26.349.855)
(35)
(144.104) (1.765.384) 1.909.488 6.406.599 6.406.599
5.769.163 (2.519.148) (3.250.015) (144.104) (144.104)
31/12/12
31/12/11
31/12/10
46
53
69
Aantal uitstaande aandelen x 1.000
1.049
1.316
1.632
Intrinsieke waarde in EUR
44,16
40,34
42,33
EUR Geplaatst en gestort kapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
(31)
Maatschappelijk kapitaal (aantal, EUR 1) Agioreserve Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
Overige reserves Begin verslagperiode Ingekocht Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode
Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Uitkering Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
DRIEJAARSOVERZICHT
Vermogen in EUR mln
48
BNP PARIBAS ALL INCOME FUND RISICOBEHEER Voor de definitie van de in deze paragraaf opgenomen risico’s wordt verwezen naar het hoofdstuk Risicofactoren achterin dit jaarverslag. De risico’s in BNP Paribas All Income Fund worden gemonitord en gemanaged op verschillende niveaus. Allereerst is sprake van een bewust gekozen mix over verschillende beleggingscategoriën. Door de diversificatie over meerdere beleggingscategoriën wordt de beweeglijkheid van de portefeuille verminderd terwijl het verwachte gemiddelde rendement daar niet onder lijdt. Binnen de genoemde bouwstenen vind een risico allocatie plaats waarbij actieve posities worden ingenomen met als oogpunt daarmee extra rendement te genereren. Risicomanagement binnen de onderliggende bouwstenen (fondsen of sub portefeuilles) in het Fonds vindt plaats op basis van vastgelegde beleggingsvoorschriften per bouwsteen. Wel zal binnen een beleggingscategorie spreiding plaatsvinden (tussen sectoren, credit ratings en duration) op basis van de beleggingsvoorschriften per fonds. Het risico van dit actieve beheer van alle gebruikte bouwstenen wordt periodiek gemonitord. Dagelijks worden de in het prospectus beschreven bandbreedtes gecontroleerd, evenals de positie in kasgeld. Onderstaande tabel verschaft informatie met betrekking tot de verdeling over de verschillende beleggingscategorieën binnen de portefeuille.
Tactische asset allocatie (TAA) (%)* 31/12/12
31/12/11
Aandelen
35,3
31,2
Obligaties
39,7
39,1
Onroerendgoedaandelen
20,2
20,2
Liquiditeiten*
4,8 100,0
9,5 100,0
* Incl. liquide middelen van BNP Paribas All Income Fund.
Aandelenmarktrisico Het Fonds belegt o.a. in BNP Paribas Global High Income Equity Fund en BNP Paribas Global Property Securities Fund, goed verhandelbare en beursgenoteerde beleggingsinstellingen, die beleggen in internationaal gespreide aandelenportefeuilles en waarvan de beleggingsportefeuille voortdurend wordt gemonitord op mogelijke risico’s als gevolg van ontwikkelingen op aandeelniveau of marktbreed. Renterisico en kredietrisico Het Fonds belegt in een drietal obligatiefondsen: BNP Paribas L1 Bond World High Yield, BNP Paribas L2 Bond Euro Corporate en BNP Paribas L2 Bond Euro Government. Onderstaande tabellen verschaffen inzicht in de looptijden van de obligaties in portefeuilles van deze fondsen. Looptijdverdeling van de vastrentende waarden (%)* 31/12/12
31/12/11
In jaren
BNP Paribas L1 Bond World High Yield
(%)*
(%)*
0-1
12,4
12,1
1-3
38,5
37,4
3-5
30,0
28,1
5-10
17,4
16,0
>10
3,2
2,5
31/12/12
31/12/11
(%)*
(%)*
Looptijdverdeling van de vastrentende waarden (%)* Parvest Bond Euro Corporate In jaren 0-1
4,7
3,2
1-3
23,6
27,2
3-5
25,5
30,6
5-10
44,2
30,6
>10
0,6
0,2
49
BNP PARIBAS ALL INCOME FUND Looptijdverdeling van de vastrentende waarden (%)* Parvest Bond Euro Government In jaren
31/12/12
31/12/11
(%)*
(%)*
0-1
4,7
0,4
1-3
20,4
25,8
3-5
17,5
12,4
5-10
28,9
31,8
>10
22,5
28,1
* Als % van totaal beleggingen van het betreffende fonds
De portefeuille van BNP Paribas L1 Bond World High Yield is hoofdzakelijk belegd in ongeveer 100 emittenten. Sector, rating en duration allocaties worden als ondergeschikt beschouwd aan de selectie van de emittenten, waarbij het risico permanent opgevolgd wordt om de waarde veilig te stellen. BNP Paribas L2 Bond Euro Corporate belegt hoofdzakelijk in niet-overheidsleningen van goede kwaliteit (‘investment grade’) en BNP Paribas L2 Bond Euro Government belegt voornamelijk in obligaties die door overheden van EU-lidstaten zijn uitgegeven. Overige risico's BNP Paribas All Income Fund belegt uitsluitend in Euro. Er is derhalve geen valutarisico. Aangezien het Fonds voornamelijk belegt in goed verhandelbare beleggingsinstellingen die worden beheerd door BNP Paribas Investment Partners, is het liquiditeitsrisico beperkt.
50
BNP PARIBAS ALL INCOME FUND BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
PARTICIPATIES IN BELEGGINGSFONDSEN BNP Paribas Emerging Markets High Income 10.000 Equity Fund (Unhedged) 296.908 BNP Paribas Global High Income Equity Fund 327.782 BNP Paribas High Income Property Fund 15.332 BNP Paribas InstiCash EUR 103.585 BNP Paribas L1 Bond World High Yield 28.920 Parvest Bond Euro Corporate 13.646 Parvest Bond Euro Government Totaal Participaties in beleggingsfondsen
517 15.849 9.335 2.158 9.220 4.605 4.552 46.236
Totaal beleggingen
46.236
51
BNP PARIBAS FUND II N.V. JAARREKENING
B A L A N S (voor winstbestemming) 31/12/12
31/12/11
383.141.978 999.519.619 16.990.539 1.399.652.136
452.876.062 1.249.822.864 19.397.000 1.722.095.926
4.554.081 10.392 16.976.742 2.005.945 23.547.160
2.066.806 5.833.572 2.030.078 17.409.755 27.340.211
Overige activa Liquide middelen
12.740.303 *
15.561.079 *
Vorderingen en overige activa
36.287.463 *
42.901.290 *
1.435.939.599 *
1.764.997.216 *
EUR Beleggingen Participaties in beleggingsfondsen Obligaties Geldmarktpapier
(3) (5) (6)
Vorderingen Effectentransacties Vorderingen inzake toetredingen Te vorderen dividend en interest Te vorderen belasting Overige vorderingen en overlopende activa
Activa Beleggingen Opties Futures
(8) (12)
Kortlopende schulden Effectentransacties Schulden inzake uittredingen Overige schulden en overlopende passiva
Eigen vermogen Geplaatst en gestort kapitaal Agioreserve Overige reserves Onverdeeld resultaat
(31) (32) (33) (35)
Passiva * Inclusief 100 priorteitsaandelen à EUR 1
52
298.804 542.690 841.494
1.337.905 870.150 2.208.055
159.397 5.570.630 1.057.513 6.787.540
8.180.461 1.358.263 9.538.724
21.717.133 * 789.873.669 459.271.864 157.447.899 1.428.310.565 *
27.947.463 * 1.194.089.316 530.820.350 393.308 1.753.250.437 *
1.435.939.599 *
1.764.997.216 *
BNP PARIBAS FUND II N.V. WINST-
EN
VERLIESREKENING 2012
2011
14.414.579 40.474.344 522.697 (6.816.361) 121.633.059 170.292 170.398.610
19.290.681 62.019.146 631.610 (59.801.149) 1.962.415 227.769 24.330.472
5.105 11.860.160 1.085.446 12.950.711
11.641 22.772.626 1.152.897 23.937.164
157.447.899
393.308
2012
2011
157.447.899 6.816.361 (121.633.059) (721.223.873) 1.160.945.839 (3.853.083) 3.793.050 (2.751.184) 479.541.950
393.308 59.801.149 (1.962.415) (1.235.698.227) 1.906.848.919 (3.189.527) 9.725.097 3.350.432 739.268.736
39.523.484 (449.969.361) (71.941.794) (482.387.671)
46.199.565 (704.135.339) (81.677.091) (739.612.865)
Netto kasstroom Koers- en omrekeningsverschillen
(2.845.721) 25.045
(344.129) (34.294)
Mutatie liquide middelen Liquide middelen begin verslagperiode Liquide middelen einde verslagperiode
(2.820.676) 15.560.979 * 12.740.303 *
EUR Opbrengsten uit beleggingen Dividend Interest Toe- en uittredingsprovisie Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Overige opbrengsten Som der opbrengsten Lasten Interest Beheervergoeding Service fee Som der lasten Resultaat
KASSTROOMOVERZICHT EUR Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Resultaat Gerealiseerde waardeveranderingen Ongerealiseerde waardeveranderingen Aankopen Verkopen Gerealiseerd op afgeleide financiële instrumenten Mutatie kortlopende vorderingen Mutatie kortlopende schulden
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Geplaatst Ingekocht Uitgekeerd dividend
*Inclusief 100 prioriteitsaandelen à EUR 1
53
(378.423) 15.939.502 * 15.561.079 *
BNP PARIBAS FUND II N.V. TOELICHTING TOELICHTING
ALGEMEEN
BNP Paribas Fund II N.V. (met de daarin opgenomen Fondsen) opteert voor de status van fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Op grond van de status van fiscale beleggingsinstelling is geen vennootschapsbelasting verschuldigd indien onder meer (nagenoeg) de gehele fiscale winst als contant dividend wordt uitgekeerd. Onderstaande gegevens zijn van toepassing op alle Fondsen. De nummers vermeld bij de posten van de Balans verwijzen naar de desbetreffende nummers van de Toelichting Waarderingsgrondslagen Beleggingen Beleggingen worden gewaardeerd op basis van actuele marktwaarden. Effecten genoteerd aan een effectenbeurs worden gewaardeerd op basis van reële waarde: (slot)koersen tot stand gekomen na de cut-off time van 16.00 uur op balansdatum, of - indien een of meer effectenbeurzen waarop een substantieel gedeelte van de effecten wordt verhandeld zijn gesloten - een taxatie. Met betrekking tot de assetbacked securities beoordeelt de beheerder de prijsvorming van alle instrumenten waarbij weging plaatsvindt van alle beschikbare prijsinformatie, zoals prijsquoteringen van verschillende marktpartijen, teneinde tot de meest marktconforme waardering te komen. Indien de effecten bestaan uit rechten van deelneming in beleggingsinstellingen wordt gewaardeerd op basis van de meest recente intrinsieke waarde dan wel een taxatie door de Beheerder. Overige activa en passiva De overige beleggingen worden gewaardeerd op basis van reële waarde, met inachtneming van de voor de belegging gangbare maatstaven, waaronder waarderingsmodellen. Derivaten worden in eerste instantie tegen kostprijs opgenomen in de balans en vervolgens hergewaardeerd naar marktwaarde. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde. Activa en passiva luidende in vreemde valuta s worden omgerekend tegen de laatst bekende koers. Baten en lasten Baten en lasten in vreemde valuta s worden omgerekend tegen de transactiekoers. Grondslagen resultaatbepaling Het resultaat wordt bepaald door aan de verslagperiode toe te rekenen interestopbrengsten en dividendopbrengsten met betrekking tot in de verslagperiode ex-dividend genoteerde beleggingen en gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen te verminderen met de aan de periode toe te rekenen kosten. Verkregen stockdividenden worden tegen de reële waarde ten gunste van gerealiseerde waardeveranderingen gebracht. De kosten verbonden aan de plaatsing en inkoop van aandelen worden onder de post toe- en uittredingsprovisie verantwoord in de winst- en verliesrekening. De aan- en verkoopkosten van de beleggingen worden in de winst- en verliesrekening verantwoord als onderdeel van het gerealiseerde koersresultaat. De in de verslagperiode opgetreden gerealiseerde en niet-gerealiseerde koersresultaten op beleggingen worden bepaald door op de verkoopopbrengst dan wel de balanswaarde aan het einde van de verslagperiode de aankoopwaarde dan wel de balanswaarde aan het begin van de verslagperiode in mindering te brengen. Deze koersresultaten worden in de winst- en verliesrekening verantwoord als onderdeel van de opbrengsten onder de posten gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen. Op grond van de status van fiscale beleggingsinstelling is geen vennootschapsbelasting verschuldigd indien onder meer (nagenoeg) de gehele fiscale winst als contant dividend wordt uitgekeerd. Grondslag kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen kasstroom uit beleggingsactiviteiten en financieringsactiviteiten. Onder liquide middelen zijn posten begrepen welke vrij ter beschikking staan aan de beleggingsinstelling, onder voorbehoud van eventueel opgenomen margeverplichtingen.
54
BNP PARIBAS FUND II N.V. TOELICHTING OP DE BAL ANS 31/12/12
31/12/11
(3)
452.876.063 93.675.218 (198.096.573) (14.164.191) 48.851.461 383.141.978
586.375.470 144.803.367 (251.077.813) (7.139.850) (20.085.111) 452.876.063
(5)
1.249.822.864 524.513.304 (856.537.549) 9.403.185 72.317.815 999.519.619
1.849.383.720 927.207.429 (1.498.696.177) (51.224.417) 23.152.309 1.249.822.864
(6)
19.397.000 84.911.802 (87.454.739) 136.476 16.990.539
9.981.355 137.819.944 (128.497.365) 93.066 19.397.000
(8)
(1.337.905) 18.123.549 (18.856.978) 1.636.207 136.323 (298.804)
(180.307) 25.867.487 (28.577.564) 1.585.918 (33.439) (1.337.905)
(870.150) (542.690) 327.460 (3.853.083) (3.525.623)
201.195 (870.150) (1.071.345) (3.042.213) (4.113.558)
-
(107.955) 107.955 (39.359) 68.596
EUR
Participaties in beleggingsfondsen Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Obligaties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Geldmarktpapier Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Opties Begin verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerd Ongerealiseerd koersresultaat Einde verslagperiode
Futures Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(12)
Renteswaps Ongerealiseerd begin verslagperiode Ongerealiseerd einde verslagperiode Mutatie Gerealiseerd Resultaat
(13)
55
BNP PARIBAS FUND II N.V. T O E L I C H T I N G O P D E B A L A N S (vervolg) EUR Geplaatst en gestort kapitaal Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
(31)
Maatschappelijk kapitaal (aantal, EUR 1) Agioreserve Begin verslagperiode Geplaatst Ingekocht Einde verslagperiode
Overige reserves Begin verslagperiode Ingekocht Van/naar onverdeeld resultaat Einde verslagperiode
Onverdeeld resultaat Begin verslagperiode Uitkering Van/naar overige reserves Resultaat boekjaar Einde verslagperiode
31/12/12
31/12/11
27.947.263 * 604.598 (6.834.828) 21.717.133 *
36.551.307 * 738.024 (9.341.968) 27.947.463 *
255.000.100 **
255.000.100 **
(32)
1.194.089.316 38.918.886 (443.134.533) 789.873.669
1.843.421.146 45.461.541 (694.793.371) 1.194.089.316
(33)
530.820.350 (71.548.486) 459.271.864
548.181.033 (17.360.683) 530.820.350
(35)
393.308 (71.941.794) 71.548.486 157.447.899 157.447.899
64.316.408 (81.677.091) 17.360.683 393.308 393.308
* Inclusief 100 priorteitsaandelen à EUR 1
** Betreft het maatschappelijk kapitaal van Fonds 1 t/m 15 van de Vennootschap inclusief 100 prioriteitsaandelen à EUR 1
56
BNP PARIBAS FUND II N.V. TOELICHTING
OP
DE
B A L A N S (vervolg)
Beleggingen De interestopbrengsten van BNP Paribas Euro Obligatie Fonds zijn tijdens de verslagperiode aanzienlijk gedaald. De reden hiervoor is dat naast de waardedaling van de portefeuille ook het gemiddelde percentage van de coupons in de portefeuille is gedaald als gevolg van de dalende marktrentes en daardoor lagere coupons bij nieuwe obligaties. In verband met ratingrestricties van het Fonds zijn een aantal perifere obligaties (zoals Spanje en Italië) na verlaging van hun rating ingeruild voor lage couponleningen (zoals Nederland en Duitsland). Participaties (3) Per 31 december 2011 en 31 december 2012 hadden BNP Paribas Premium Global Dividend Fund, BNP Paribas All Income Fund en BNP Paribas All In Fund een belang van respectievelijk 15,0%, 1,2% en 6,3% (2011) en 11,74%, 1,13% en 5,56% (2012) in BNP Paribas Global High Income Equity Fund, een beleggingsinstelling beheerd door BNP Paribas Investment Partners, die onder toezicht staat van de Autoriteit Financiële Markten. Dit Fonds maakt deel uit van BNP Paribas Fund III N.V. waarvan de jaarrekening en het jaarverslag verkrijgbaar zijn ten kantore van de Beheerder en via www.bnpparibas-ip.com. Gedurende het meest recente boekjaar (1 mei 2011 - 30 april 2012) daalde de intrinsieke waarde per aandeel BNP Paribas Global High Income Equity Fund van EUR 56,92 tot EUR 52,34. Rekening houdend met herbelegging van het dividend bedroeg het beleggingsresultaat -2,9%. De benchmark van het Fonds daalde in dezelfde periode met 1,6%. In tegenstelling tot het voorafgaande boekjaar was nu sprake van een dalende euro. Die zette de performance van dit naar de euro afgedekte Fonds onder druk. De kosten van het Fonds waren de reden dat het Fonds in de verslagperiode een slechtere performance noteerde dan de benchmark. Exclusief kosten presteerde het Fonds iets beter dan de benchmark. Hierna volgt het portefeuilleoverzicht van BNP Paribas Global High Income Equity Fund volgens het jaarverslag per 30 april 2012. Voor het portefeuille-overzicht per 30 april 2011 zie de toelichting in het Jaarverslag 2011 per 31 december 2011 van BNP Paribas Fund II. De spreiding van het vermogen van BNP Paribas Global High Income Equity Fund staat vermeld op blz. 14 van dit verslag. BNP Paribas Global High Income Equity Fund per 30 april 2012 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
AANDELEN België 262.774 174.516
GDF Suez Rts 11/05/2012 UCB
0 6.158 6.158
Duitsland 151.080 178.718 447.652 273.690 261.126 817.823 1.311.812 181.784 176.767
Allianz BASF Bayer Daimler Deutsche Boerse Deutsche Post Deutsche Telekom Siemens Wincor Nixdorf
12.718 11.114 23.820 11.431 12.385 11.531 11.173 12.719 5.178 112.069
Finland 116.419
Konecranes
2.678 2.678
249.702 262.774 252.866
BNP Paribas GDF Suez Vinci
7.578 4.570 8.850 20.998
Frankrijk
Italië 172.886 1.898.892
ENI Snam Rete Gas
57
2.899 6.825 9.724
BNP PARIBAS FUND II N.V. Luxemburg 416.942
SES
7.542 7.542
Nederland 47.893 258.444 130.252 1.278.440 1.177.959 1.162.351 227.304 646.946
Fugro Imtech Koninklijke DSM Koninklijke KPN Koninklijke Philips Electronics Royal Dutch Shell SBM Offshore Unilever
2.637 5.520 5.642 8.669 17.669 31.233 3.120 16.736 91.226
1.536.008 87.815 613.093 373.460 694.124
DNB NOR Fred Olsen Energy Gjensidige Forsikring Prosafe Statoil
12.500 2.748 5.216 2.199 13.989 36.652
Noorwegen
Polen 180.706
Jastrzebska Spolka Weglowa
4.007 4.007
Spanje 1.149.064 1.149.064 120.503 459.323
Banco Santander Banco Santander Rts 27/04/2012 Tecnicas Reunidas Telefonica
5.424 231 3.546 5.057 14.258
Verenigd Koninkrijk Admiral BHP Billiton BP British American Tobacco Britvic Glaxosmithkline HSBC Imperial Tobacco Prudential Reckitt Benckiser SSE Standard Chartered Tesco Thomson Reuters Vodafone
12.082 8.663 11.364 13.819 8.688 6.710 28.351 18.676 13.521 12.057 10.818 7.164 4.577 8.860 28.483 193.833
90.381 314.162 343.265 148.647 447.445
Atlas Copco Hennes and Mauritz Sandvik SKF Svenska Handelsbanken
1.625 8.152 4.108 2.664 10.951 27.500
583.497
Credit Suisse
10.545
813.244 357.618 2.081.536 356.553 1.852.802 383.819 4.163.051 617.813 1.460.738 273.980 667.476 387.766 1.175.560 393.240 13.616.894
Zweden
Zwitserland
58
BNP PARIBAS FUND II N.V. 7.372 386.130 565.118 197.032
DKSH Nestle Novartis Roche
318 17.871 23.545 27.194 79.473
3M ABM Industries American Greetings Automatic Data Processing Avista Bemis Company Blackrock Bob Evans Farms CA Chevron Chubb CME Commerce Bancshares Compass ConocoPhillips Cracker Barrel Old Country Darden Restaurants Dr Pepper Snapple Duke Energy Entergy General Electric General Mills Genuine Parts Hasbro Hillenbrand Intel Iron Mountain J.M. Smucker Johnson & Johnson Kimberly-Clark McCormick Medtronic Merck Meredith Microsoft Molson Coors Brewing National Cinemedia Newmont Mining Nordic American Tankers Norfolk Southern Nucor OneBeacon Insurance Owens and Minor Partnerre Paychex Pepsico Pfizer PNC Financial Services Procter and Gamble Regal Entertainment Republic Services Safety Insurance Sara Lee Southern Sysco Target Tower Unisource Energy
5.079 3.068 3.132 16.789 7.603 5.280 8.211 1.569 2.629 29.161 11.496 2.473 5.641 4.022 16.997 2.904 9.895 4.449 6.249 5.363 18.372 9.530 9.582 5.757 7.716 17.083 5.151 5.974 16.940 8.532 6.454 7.776 3.841 1.423 8.168 4.288 2.524 1.276 1.610 12.737 7.128 4.418 6.195 6.757 2.854 14.971 15.816 6.604 22.036 5.772 6.515 4.741 7.854 9.864 11.371 10.104 1.230 6.620
Verenigde Staten 75.233 174.455 259.055 399.527 380.590 215.745 56.725 54.310 131.700 362.200 208.225 12.315 186.189 362.620 314.060 66.816 261.515 145.120 385.946 108.280 1.241.859 324.350 195.777 207.395 487.700 796.117 224.498 99.300 344.458 143.916 152.779 269.430 129.564 65.310 337.630 136.490 233.800 35.435 146.795 231.150 240.624 410.905 280.427 128.462 121.942 300.228 912.897 131.805 458.288 561.335 315.070 157.480 471.650 284.199 520.745 230.820 75.410 240.700
59
BNP PARIBAS FUND II N.V. 192.225 84.440 318.475 452.014 109.430 175.660 398.408
United Parcel Service United Technologies US Bancorp Verizon Communications Walgreen Wal-Mart Stores Waste Management
11.349 5.208 7.741 13.790 2.899 7.818 10.295 516.694
364.884
Telefonica Brasil
7.849 7.849
Grupo Aeroportuario
2.372 2.372
Brazilië
Mexico 38.330
Australië 522.069 831.275 90.187 257.971 365.405 253.730 484.028 60.036 420.734 84.403 718.363 256.938 380.590 112.975 768.236 2.067.201 211.937 646.691 278.703 758.635 132.086 300.001
Amcor Australia and New Zealand Banking Caltex Australia Coca-Cola Amatil Commonwealth Bank Of Australia Computershare Harvey Norman JB Hi-Fi Kula Gold Macquarie National Australia Bank QBE Insurance SAI Global Sonic Healthcare Sydney Airport Telstra Toll Holding Transurban Wesfarmers Westpac Banking Woodside Petroleum Woolworths
3.088 15.634 977 2.526 14.937 1.678 769 456 278 1.939 14.256 2.797 1.566 1.121 1.758 5.756 977 2.986 6.638 13.563 3.628 6.121 103.449
3.108.837
Telecom Corp Of New Zealand
5.054 5.054
336.000 452.000 487.500
China Sanjiang Fine Chemicals Jiangsu Expressway Shandong Chenming Paper
81 337 169 587
42.425 455.560
Philippine Long Distance Telephone Security Bank
1.965 1.166 3.131
Bank of China CLP Dah Sing Banking Dah Sing Financial Fufeng Hang Seng Bank HKT Trust and Hkt
2.189 7.316 228 304 523 5.906 105
Nieuw-Zeeland
China
Filippijnen
Hongkong 934.500 1.130.500 290.339 112.250 1.704.000 568.900 178.674
60
BNP PARIBAS FUND II N.V. 241.400 725.000 1.368.000 2.409.000 4.020.000 1.087.000 2.144.000
Hong Kong Exchanges and Clear Kingboard Laminates Li and Fung Lonking PCCW Power Assets Water Oasis
2.918 256 2.212 662 1.131 6.140 251 30.141
India 85.132 223.340 194.462 215.738 174.786 75.281 197.561
Bajaj Electricals Coromandel International Hindustan Petroleum McLeod Russel India Oil and Natural Gas Phillips Carbon Black Tube Investments Of India
241 821 840 867 677 117 397 3.960
746.000 6.319.000
Indo Tambangraya Megah Telekomunikasi Indonesia
2.438 4.416 6.854
36.500 262.200 829.000 55.300 479.600 849.200 46.600 11.200 631.000 45.800 371.300 1.982.700 339.600 8.808.600 28.400 231.100 12.000 5.542 389.700 463.300 769.000 157.800
Asahi Intecc Canon Cosmo Oil Eisai Itochu JX Lawson Mani Marubeni Miraca Mitsubishi Mitsubishi UFJ Financial Mitsui & Co Mizuho Financial Nihon Kohden Nippon Telegraph and Telephone Nitori NTT Docomo Sumitomo Sumitomo Mitsui Financial Sumitomo Mitsui Trust Takeda Pharmaceutical
1.458.200 1.020.448 683.400
Maxis Parkson Public Bank
2.228 1.327 2.338 5.893
1.005.884 450.000 101.000 144.487 69.000 689.000 515.000
Chunghwa Telecom CTCI Mediatek Pacific Hospital Supply St Shine Optical Taiwan Semiconductor Manufacturing Wah Lee Industrial
2.378 657 661 331 605 1.547 533 6.712
Indonesië
Japan 746 9.106 1.741 1.633 4.112 3.640 2.333 303 3.332 1.367 6.124 7.261 4.030 10.586 630 7.927 835 7.143 4.204 11.328 1.717 5.204 95.302
Maleisië
Taiwan
61
BNP PARIBAS FUND II N.V. Thailand 370.500 3.112
Advanced Information Technology Sahaviriya Steel Industries Rts
558 0 558
Zuid-Korea 30.517 59.770 2.681 26.273 9.253 35.940
Hyundai Motor KT Samsung Electronics SK Telecom S-Oil Corporation Woongjin Thinkbig
1.526 1.175 1.450 2.371 606 268 7.396
Totaal aandelen
Looptijd
1.402.070
Valuta
Versus
Notioneel bedrag EUR
Reële waarde EUR
30.099.299 21.982.844 62.113.544 9.102.776 19.774.040 5.664.620 16.355.908 230.776.317 84.900.000 1.360.000 77.900.000 29.200.000 32.103.402 36.327.108 27.272.476 19.849.577 38.334.618 13.177.064 10.546.159 176.425.316 69.500.000 140.000.000 3.800.000 64.825.480 1.900.000 3.000.000 560.000 37.106.070 31.364.950 57.757.597 9.506.524 31.845.844 15.428.921 4.074.773 9.487.685 191.307.722 825.000
652 (35) (1.325) 40 (259) 65 (32) 711 (108) (6) (31) (29) 1.627 642 (83) (172) (883) 210 54 (1.518) (38) 16 (1.740) 31 (8) (462) (77) (1.157) (74) (1.202) 46 21 90 (1.367) (1) (6.402)
VALUTATERMIJNCONTRACTEN 03-05-12 EUR 03-05-12 EUR 03-05-12 EUR 03-05-12 EUR 03-05-12 EUR 03-05-12 EUR 03-05-12 EUR 03-05-12 EUR 03-05-12 NOK 03-05-12 NZD 03-05-12 SEK 03-05-12 USD 07-05-12 EUR 05-06-12 EUR 05-06-12 EUR 05-06-12 EUR 05-06-12 EUR 05-06-12 EUR 05-06-12 EUR 05-06-12 EUR 05-06-12 HKD 05-06-12 JPY 05-06-12 SEK 06-06-12 EUR 06-06-12 GBP 04-07-12 AUD 04-07-12 CHF 04-07-12 EUR 04-07-12 EUR 04-07-12 EUR 04-07-12 EUR 04-07-12 EUR 04-07-12 EUR 04-07-12 EUR 04-07-12 EUR 05-07-12 EUR 05-07-12 USD Totaal valutatermijncontracten
AUD CHF GBP HKD NOK NZD SEK USD EUR EUR EUR EUR JPY AUD CHF HKD JPY NOK SEK USD EUR EUR EUR GBP EUR EUR EUR AUD CHF GBP HKD JPY NOK PLN SEK USD EUR
Totaal beleggingen
1.395.668
62
BNP PARIBAS FUND II N.V. Per 31 december 2011 en 31 december 2012 had BNP Paribas All Income Fund een belang van respectievelijk 9,60% (2011) en 8,90% (2012) in BNP Paribas High Income Property Fund: een verbonden beleggingsinstelling beheerd door BNP Paribas Investment Partners, die onder toezicht staat van de Autoriteit Financiële Markten. Dit fonds maakt deel uit van BNP Paribas Fund III N.V. waarvan de jaarrekening en het jaarverslag verkrijgbaar zijn ten kantore van de Beheerder en via www.bnpparibas-ip.com. Gedurende het meest recente boekjaar (1 mei 2011 - 30 april 2012) daalde de intrinsieke waarde per aandeel BNP Paribas High Income Property Fund van EUR 27,12 tot EUR 26,53. Rekening houdend met herbelegging van het dividend bedroeg het beleggingsresultaat 2,3%.De benchmark van het Fonds steeg in dezelfde periode met 1,8%. Het Fonds versloeg de benchmark in de verslagperiode. Deze outperformance was vooral te danken aan de aandelenselectie; het top-down proces pakte zelfs nadelig uit. De overweging van Japan droeg positief bij, evenals de portefeuillestrategie in de Verenigde Staten. Binnen de landenallocatie had de performance het meest te lijden van de sterk overwogen positie in Nederland gedurende een deel van de periode, al werd dit negatieve effect verminderd door een positieve aandelenselectie in deze markt. De overweging van het Verenigd Koninkrijk deed ook afbreuk aan de relatieve performance. Hetzelfde geldt voor de overweging van enkele Franse vastgoedfondsen met een hogere bèta. Hierna volgt het portefeuilleoverzicht van BNP Paribas High Income Property Fund volgens het jaarverslag per 30 april 2012. Voor het portefeuille-overzicht per 30 april 2011 zie de toelichting in het Jaarverslag 2011 per 31 december 2011 van BNP Paribas Fund II. BNP Paribas High Income Property Fund per 30 april 2012 BELEGGINGEN Aantal
Marktwaarde EUR 1.000
ONROERENDGOEDAANDELEN Finland 476.029 264.056
Citycon Sponda
1.190 800 1.990
16.499 37.877 37.877 26.929
Icade Klepierre Klepierre Rts 04/05/2012 Societe de la Tour Eiffel
1.051 906 0 1.060 3.017
43.681 43.681 37.816 21.728 33.664
Corio Corio Rts 21/05/2012 Unibail-Rodamco Vastned Retail Wereldhave
1.477 0 5.340 807 1.789 9.413
Frankrijk
Nederland
Verenigd Koninkrijk 582.613 127.648 267.324 1.243.165 822.551
British Land Hammerson Land Securities Safestore Segro
3.498 654 2.386 1.708 2.231 10.477
Zweden 59.906 80.747 248.316 78.234
Castellum Fabege Kungsleden Wihlborgs Fastigheter
573 515 1.152 820 3.060
23.696 73.431 171.457
Boardwalk Canadian Riocan
1.066 2.173 3.559 6.798
Canada
Verenigde Staten 34.976
Acadia Realty 63
613
BNP PARIBAS FUND II N.V. 2.267 2.932 234.379 198.102 71.302 15.411 54.040 28.551 2.107 3.123 172.057 150.290 44.522 57.564 93.173 61.678 60.068 63.759 23.718 11.610 134.944
AvalonBay Communities Boston Properties Brandywine Realty Diamondrock Hospitality Digital Realty Douglas Emmett Eastgroup Properties Entertainment Properties Essex Property Federal Realty Investment Glimcher Realty HCP Health Care Liberty Property Macerich National Retail Properties Prologis Regency Centers Tanger Factory Outlet Taubman Centers Ventas
249 240 2.100 1.591 4.045 271 2.054 1.035 251 238 1.286 4.707 1.906 1.585 4.334 1.276 1.624 2.166 561 677 5.994 38.803
1.101.714 1.473.394 1.944.321 496.077 2.838.108 880.237 865.807 1.521.798
Challenger Diversified Property Commonwealth Property Office Dexus Property Investa Office Fund Mirvac Stockland Westfield Westfield Retail
459 1.205 1.430 1.065 2.891 2.146 6.294 3.256 18.746
2.360.000 19.000 396.500
Champion Sun Hung Kai Properties The Link
779 173 1.247 2.199
Frontier Real Estate Invest Japan Logistics Japan Real Estate Investment Nippon Building United Urban Investment
1.576 1.636 1.025 1.512 1.713 7.462
Ascendas Real Estate CapitaMall Trust Frasers Centrepoint Trust Lippo Mapletree Indonesia
1.011 1.405 247 230 2.893
Australië
Hongkong
Japan 246 246 153 210 1.920
Singapore 796.000 1.278.000 254.000 920.412 Totaal onroerendgoedaandelen
104.858
Looptijd Valuta Versus
Notioneel bedrag Reële waarde EUR EUR
VALUTATERMIJNCONTRACTEN 03-05-12 03-05-12 03-05-12 03-05-12 03-05-12 03-05-12 03-05-12 03-05-12 03-05-12 03-05-12 03-05-12
AUD CAD EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR GBP HKD
EUR EUR AUD CAD GBP HKD SEK SGD USD EUR EUR 64
3.212.500 910.000 8.597.870 4.145.508 3.396.397 1.110.833 1.865.991 1.737.777 13.313.355 395.000 4.935.000
(19) 198 (24) (75) 10 5 (7) 110 10 (3)
BNP PARIBAS FUND II N.V. 03-05-12 07-05-12 07-05-12 05-06-12 05-06-12 05-06-12 05-06-12 05-06-12 05-06-12 05-06-12 06-06-12 04-07-12 04-07-12 04-07-12 04-07-12 04-07-12 04-07-12 04-07-12 05-07-12 Totaal valutatermijncontracten
SGD EUR JPY EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR EUR
EUR JPY EUR AUD CAD HKD JPY SEK SGD USD GBP AUD CAD GBP HKD JPY SEK SGD USD
Totaal beleggingen
1.105.000 3.146.195 58.135.000 5.465.356 2.369.348 912.779 2.257.330 702.194 658.933 11.191.643 3.900.357 6.006.122 465.500 2.977.738 616.609 2.353.469 678.435 1.145.881 11.970.179
1 97 14 117 (15) (7) (52) 6 (11) (85) (102) (86) (9) (64) (7) (115) 6 (27) (122) (256)
104.602
Derivaten Gezien het beperkte belang van de kostprijs van aangekochte derivaten ten opzichte van de ongerealiseerde en gerealiseerde resultaten, en de balanswaarde einde verslagperiode, worden de aankopen niet afzonderlijk toegelicht. Volgens het beleggingsbeleid worden derivaten gehouden tot het einde van de looptijd van het in bezit hebben van de onderliggende waarden. Als gevolg daarvan is ook de kostprijs van de verkochte derivaten relatief beperkt ten opzichte van de behaalde ongerealiseerde en gerealiseerde resultaten, en de balanswaarde einde verslagperiode. Gezien dit feit is ook de kostprijs van verkochte derivaten niet afzonderlijk toegelicht. Vorderingen/kortlopende schulden De kortlopende schulden betreffen schulden met een looptijd korter dan 1 jaar en hebben onder meer betrekking op beheervergoeding en service fee. Vorderingen/schulden uit hoofde van effectentransacties betreffen vorderingen op c.q. schulden aan commissionairs. Liquide middelen In de liquide middelen is bij BNP Paribas Euro Obligatie Fonds en BNP Paribas All In Fund een bedrag van EUR 1.151.340,50 respectievelijk EUR 186.437,80 aan margeverplichtingen opgenomen. Voor het overige staan de tegoeden ter vrije beschikking aan de beleggingsinstelling. Eigen vermogen Inkoop en uitgifte van eigen aandelen De Vennootschap heeft een open-end karakter. De Fondsen zijn - bijzondere omstandigheden voorbehouden - bereid nieuwe aandelen af te geven tegen de intrinsieke waarde verhoogd met de volgende opslag: BNP Paribas Premium Global Dividend Fund 0,25%, BNP Paribas All In Fund 0,10%, BNP Paribas Euro Obligatie Fonds (Klasse Classic en Klasse Privilege) 0,10% en BNP Paribas All Income Fund 0,20%, ofwel eigen aandelen in te kopen tegen de geldende intrinsieke waarde onder inhouding van de volgende afslag: BNP Paribas Premium Global Dividend Fund 0,25%, BNP Paribas All In Fund 0,10%, BNP Paribas Euro Obligatie Fonds (Klasse Classic en Klasse Privilege) 0,10% en BNP Paribas All Income Fund 0,20%. Deze op- en afslag worden door de Fondsen uitsluitend gebruikt ter dekking van de aan- en verkoopkosten van de onderliggende beleggingen, en worden gehanteerd ter bescherming van de zittende aandeelhouders. Aan- en verkooporders voor aandelen in de Fondsen worden één maal per dag dat NYSE Euronext in Amsterdam voor handel geopend is (een Waarderingsdag) afgewikkeld tegen een door de Beheerder vastgestelde transactieprijs. Orders die uiterlijk om 16.00 uur bij de Fondsen zijn ingelegd, de zogeheten cut-off time, worden de eerstvolgende Waarderingsdag ( T ) omstreeks 10.00 uur uitgevoerd tegen de op die dag T door de Beheerder bekendgemaakte transactieprijs. Orders die na 16.00 uur worden ingelegd, worden de daaropvolgende Waarderingsdag uitgevoerd. De transactieprijs bestaat uit de intrinsieke waarde en een op- of afslag (zie hierboven). De intrinsieke waarde wordt door de Beheerder vastgesteld op basis van de slotkoersen van de onderliggende effecten van de Fondsen ná de cut-off time - of een taxatie indien een of meerdere effectenbeurzen waarop een substantieel gedeelte van de onderliggende effecten wordt verhandeld - is/zijn gesloten. Indien onderliggende effecten bestaan uit rechten van deelneming in andere beleggingsinstellingen, wordt ten aanzien van die rechten van deelneming gebruik gemaakt van de meest recente intrinsieke waarde, dan wel een taxatie indien deze intrinsieke waarde is gebaseerd op koersen van voor 16.00 uur. De intrinsieke waarde van de aandelen van de Fondsen wordt elke Waarderingsdag vastgesteld en gepubliceerd op de website van de Beheerder. Overige reserves Het deel van het resultaat dat niet valt onder de uitdelingsverplichting (zie voor nadere uitleg pagina 70 van dit verslag) wordt toegevoegd aan de overige reserves.
65
BNP PARIBAS FUND II N.V. TOELICHTING
OP
DE
WINST-
EN
VERLIESREKENING
Dividend Betreft de bruto contante dividenden, onder aftrek van het deel van de dividendbelasting dat niet voor afdrachtvermindering in aanmerking komt alsmede de buitenlandse bronbelasting die niet wordt teruggevorderd. In principe wordt alle in het buitenland terugvorderbare bronbelasting teruggevorderd, met uitzondering van een aantal landen (Filippijnen, Maleisië, Taiwan, Indonesië, Singapore, Canada -voor zover de aandelen worden aangehouden op een Amerikaanse beurs-, en US trust dividenden) en individuele bedragen van minder dan EUR 160 (wegens de in verhouding tot het bedrag hoge kosten van het terugvorderen daarvan). De bronbelasting die niet wordt teruggevorderd wordt als verlies geboekt in de winst- en verliesrekening. De niet-terugvorderbare dividendbelasting wordt verrekend met de door een Fonds af te dragen dividendbelasting of de in Nederland ingehouden dividendbelasting. Zie hiervoor tevens het hoofdstuk Fiscale aspecten in het Prospectus van BNP Paribas Fund II N.V. Interest Betreft de rente op obligaties en andere schuldvorderingen alsmede de interestbaten op deposito s en overige banktegoeden. Kosten en vergoedingen - Toe- en uittredingsprovisie Dit betreft de kosten verbonden aan de plaatsing en inkoop van aandelen, alsmede het agio en disagio. - Beheervergoeding De beheervergoeding wordt door de directie, tevens Beheerder, op jaarbasis in rekening gebracht en wordt berekend over het vermogen van het Fonds respectievelijk de Klasse aan het eind van elke maand. Als het Fonds belegt in andere door BNP Paribas Investment Partners beheerde beleggingsinstellingen (‘gelieerde beleggingsinstellingen’) wordt geen dubbele beheervergoeding in rekening gebracht. Het percentage beheervergoeding uit het aanvullend prospectus van BNP Paribas Premium Global Dividend Fund, BNP Paribas All In Fund en BNP Paribas All Income Fund is de som van de beheervergoeding die het Fonds zelf betaalt en de beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstellingen waarin het Fonds belegt. Tot en met het halfjaarverslag 2012 werd in de winst- en verliesrekening van BNP Paribas Premium Global Dividend Fund, BNP Paribas All In Fund en BNP Paribas All Income Fund de beheervergoeding opgenomen zoals in het aanvullend prospectus is opgenomen. Vanaf het jaarverslag 2012 wordt de daadwerkelijk betaalde beheervergoeding over 2012 (die lager kan zijn dan het percentage zoals vermeld in het prospectus) opgenomen in de winst- en verliesrekening van BNP Paribas Premium Global Dividend Fund, BNP Paribas All In Fund en BNP Paribas All Income Fund onder de post Beheervergoeding. De beheervergoeding van de gelieerde beleggingsinstellingen wordt verantwoord onder de post gerealiseerde waardeveranderingen. - Service Fee De service fee dient ter dekking van kosten van administratie en bewaargeving van effecten, alsmede van alle andere operationele kosten zoals die van toezicht en registratie, accountantscontrole, verslaggeving en aandeelhoudersvergaderingen. In de service fee zijn niet begrepen transactiekosten, eventuele belastingen, rente- en bankkosten, alsmede buitengewone kosten zoals juridische kosten met het oog op het verhalen van eventuele schade. De service fee wordt door de directie, tevens Beheerder, op jaarbasis in rekening gebracht en wordt berekend over het vermogen van het Fonds respectievelijk de Klasse aan het eind van elke maand. Indien wordt belegd in andere door BNP Paribas Investment Partners beheerde beleggingsinstellingen wordt geen dubbele beheervergoeding in rekening gebracht. Andere kosten, bijvoorbeeld van administratie en bewaargeving of van een service fee, zijn hiervan uitgezonderd. Indien wordt belegd in niet door BNP Paribas Investment Partners beheerde beleggingsinstellingen kan een dubbele beheervergoeding niet worden voorkomen. Deze en de overige kosten van een dergelijk niet door BNP Paribas Investment Partners beheerde beleggingsinstelling zijn van invloed op het resultaat van het Fonds. De kosten en vergoedingen zoals vermeld in de winst- en verliesrekening zijn conform het hoofdstuk 'Kosten en vergoedingen' in het prospectus. Met ingang van 1 oktober 2012 is de service fee van elk Fonds gewijzigd in 0,12%. Accountantskosten Vanaf 10 juni 2008 is een vennootschap met het jaarrekeningregime 'groot' verplicht de accountantskosten die gedurende de verslagperiode ten laste zijn gebracht van de vennootschap toe te lichten. Omdat de accountantskosten samenhangend met de controle van de fondsen in BNP Paribas Fund II N.V. worden gefactureerd aan, en ten laste komen van, de Beheerder, worden deze in de jaarrekening van de Beheerder toegelicht. Total expense ratio (TER) De total expense ratio van de Fondsen wordt als volgt berekend: totale kosten gedeeld door de gemiddelde intrinsieke waarde van de Fondsen. Indien het Fonds in aandelenklassen is onderverdeeld wordt de total expense ratio van iedere Klasse als volgt berekend: totale kosten gedeeld door de gemiddelde intrinsieke waarden van de betreffende aandelenklasse. Onder totale kosten worden begrepen de kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat alsmede ten laste van het eigen vermogen worden gebracht. De kosten van transacties in financiële instrumenten en de interestkosten evenals de kosten verband houdend met het toe- en uittreden van deelnemers, voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen, worden buiten beschouwing gelaten. De gemiddelde intrinsieke waarde van de Fondsen respectievelijk de Klassen wordt berekend als de som van de intrinsieke waarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Voor de Fondsen respectievelijk de Klassen wordt de som van de intrinsieke waarden gebaseerd op de cijfers per 31 december 2011, 31 maart 2012, 30 juni 2012, 30 september 2012 en 31 december 2012, gewogen in de verhouding 0,5 : 1 : 1 : 1 : 0,5. De kosten zijn conform de kosten zoals vermeld in het prospectus.
66
BNP PARIBAS FUND II N.V. Lopende kosten Op grond van wet- en regelgeving dienen met ingang van het boekjaar 2012 de totale kosten die gedurende de verslagperiode zijn onttrokken aan het vermogen van elk Fonds respectievelijk elke Klasse - naast de hiervoor genoemde ‘total expense ratio’ - ook te worden weergegeven als ‘lopende kosten’. Dit is een andere kostenratio die als volgt wordt berekend: totale kosten die gedurende de verslagperiode aan het vermogen van elk Fonds respectievelijk elke Klasse zijn onttrokken gedeeld door de gemiddelde intrinsieke waarde van elk Fonds respectievelijk elke Klasse.
-
-
Onder ‘totale kosten’ worden begrepen de kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat alsmede ten laste van het eigen vermogen worden gebracht. De kosten van beleggingstransacties (m.u.v. instap-/ uitstapvergoedingen die het Fonds betaalt bij koop/verkoop van deelnemingsrechten in andere beleggingsinstellingen), interestkosten, een eventuele performance fee en eventuele kosten in verband met het houden van derivaten (bijv. margin calls) worden daarbij buiten beschouwing gelaten. De ‘gemiddelde intrinsieke waarde’ wordt – anders dan bij de hiervoor genoemde ‘total expense ratio’ - berekend als de som van alle intrinsieke waarden berekend voor elk Fonds respectievelijkelke Klasse tijdens de verslagperiode gedeeld door het aantal intrinsieke waarden berekend tijdens deze verslagperiode.
Transactiekosten Transactiekosten worden in mindering gebracht op de opbrengsten bij verkopen. In totaal werd over het boekjaar 2012 een bedrag van EUR 87.536,56 verrekend met het gerealiseerde resultaat over het boekjaar 2012.
Beheervergoeding (%)
Service fee (%)
TER (%)
Lopende kosten (%)
31/12/12
31/12/11
31/12/12
31/12/11
31/12/12
31/12/11
31/12/12
31/12/11
BNP Paribas Premium Global Dividend Fund
0,37
1,50
0,06
0,05
0,44
1,54
1,60
-
BNP Paribas All In Fund
0,72
1,25
0,07
0,06
0,80
1,30
1,38
-
BNP Paribas Euro Obligatie Fonds
-
- Klasse Classic
0,89
0,90
0,07
0,05
0,96
0,93
0,96
-
- Klasse Privilege
0,02
-
0,02
-
0,04
-
0,04
-
0,16
1,35
0,07
0,06
0,23
1,42
1,58
-
BNP Paribas All Income Fund
Vanaf het jaarverslag 2012 wordt de beheervergoeding op een andere wijze in het verslag gepresenteerd. Voor een nadere uitleg wordt verwezen naar pagina 66 onder 'Beheervergoeding'. Deze wijziging heeft ook invloed op de wijze waarop de (synthetische) TER in het verslag wordt gepresenteerd. Synthetische total expense ratio (%) BNP Paribas All In Fund, BNP Paribas All Income Fund en BNP Paribas Premium Global Dividend Fund beleggen gemiddeld meer dan 10% van het beheerde vermogen in een of meer andere Nederlandse en/of Luxemburgse beleggingsinstellingen. Bij de synthetische total expense ratio zijn de kosten van de beleggingsinstellingen waarin wordt belegd meegenomen in de berekening.
31/12/12
31/12/11
BNP Paribas Premium Global Dividend Dividend Fund
1,60
1,59
BNP Paribas All In Fund
1,36
1,36
BNP Paribas All Income Fund
1,59
1,48
67
BNP PARIBAS FUND II N.V. Portfolio turnover ratio (%) De portfolio turnover ratio geeft de omloopsnelheid van de beleggingen ten opzichte van de gemiddelde intrinsieke waarde weer en is een maatstaf voor de gemaakte transactiekosten als gevolg van het gevoerde portefeuillebeleid en de daaruit voortkomende beleggingstransacties. Bij de gehanteerde berekening wordt het bedrag van de turnover bepaald door de som van de aan- en verkopen van de beleggingen te verminderen met de som van plaatsingen en terugnames uit hoofde van eigen aandelen. De portfolio turnover ratio wordt bepaald door het bedrag van de turnover uit te drukken in een percentage van de gemiddelde intrinsieke waarde van het Fonds. Voor de berekening van de gemiddelde intrinsieke waarde zie hierboven onder Lopende kosten. De transactiekosten van een Fonds zijn marktconform en komen ten laste van het vermogen van dat Fonds.
31/12/12
31/12/11
BNP Paribas Premium Global Dividend Fund
74,19
83,59
BNP Paribas All In Fund
93,06
79,35
BNP Paribas Euro Obligatie Fonds
85,56
105,56
134,55
224,16*
BNP Paribas All Income Fund
* Inclusief de transacties die hebben plaatsgevonden als gevolg van de fusie tussen BNPP L1 Bond Euro Government en Parvest Bond Euro Government en de fusie tussen BNPP L1 Bond Euro Corporate en Parvest Bond Euro Corporate. Zonder de transacties van deze fusies zou de portfolio turnover ratio 200,93 zijn.
Werknemers De Vennootschap heeft geen personeel in dienst. Gelieerde partijen De Beheerder heeft de volgende overeenkomsten gesloten met gelieerde partijen: -BNP Paribas Investment Partners Netherlands N.V.: uitbesteding portfolio management. -BNP Paribas Investment Partners UK Ltd.: uitbesteding portfolio management. -THEAM S.A.S.: uitbesteding portfolio management. -BNP Paribas Securities Services S.C.A. (Brussel): uitbesteding administratie. -BNP Paribas Securities Services S.C.A. (Luxemburg): Depotbank en Fund Agent. Totaal transactievolume met gelieerde partijen (01/01/12 – 31/12/12) Fonds
BNP Paribas Premium Global Dividend Fund
Transactiesoort
Kosten
(% totale volume)
EUR
Participaties in beleggingsfondsen
50,80
30.049,35
Obligaties
10,23
-
Aandelen
4,68
-
Participaties in beleggingsfondsen
15,60
22.488,67
BNP Paribas All In Fund
Obligaties
7,58
667,50
Obligaties
2,70
-
Futures
2,85
221,50
Participaties in beleggingsfondsen
94,69
9.282,63
BNP Paribas Euro Obligatie Fonds
BNP Paribas All Income Fund
Volume
De transacties hebben tegen marktconforme condities plaatsgevonden.
68
BNP PARIBAS FUND II N.V. RISICOFACTOREN Algemeen Voor de verantwoording van de in deze paragraaf opgenomen risico's wordt verwezen naar de toelichtingen op de jaarekening per Fonds. Een volledig overzicht van alle risico's waaraan de fondsen van BNP Paribas Fund II N.V. onderhevig kunnen zijn is opgenomen in het prospectus van BNP Paribas Fund II N.V. Marktrisico Marktrisico betreft het risico van fluctuaties op de financiële markten, oftewel fluctuatie van aandelenkoersen, rentetarieven, wisselkoersen, grondstofprijzen en derivaten verbonden aan deze producten. Derivatenrisico De Fondsen kunnen gebruik maken van financiële derivaten. Hierbij kan sprake zijn van hefboomwerking, waardoor de volatiliteit van een Fonds kan worden vergroot. Sommige derivaten, vooral over-the-counter verhandelde derivaten, kunnen op verschillende wijzen worden gewaardeerd. Een derivaat kan een minder sterke correlatie hebben met de onderliggende effecten dan verwacht en kan daardoor ineffectief blijken of zelfs een averechts effect hebben op de waarde van een Fonds. Valutarisico De Fondsen kunnen beleggen in effecten en andere vermogensbestanddelen, waarvan de waarde wordt uitgedrukt in een andere valuta dan de euro. Dit betekent dat de resultaten van een Fonds door valutabewegingen kunnen worden beïnvloed. Deze fluctuaties kunnen zowel een positieve als een negatieve invloed uitoefenen. De Beheerder heeft de mogelijkheid om, indien dit haar wenselijk voorkomt (en binnen de grenzen van het beleggingsbeleid van een Fonds), valutarisico af te dekken door gebruik te maken van financiële derivaten. Aandelenmarktrisico De koersen van aandelen fluctueren dagelijks en kunnen door een groot aantal factoren worden beïnvloed, waaronder politiek en economisch nieuws, bedrijfsresultaten, demografische trends en rampen. Kredietrisico Als de kredietwaardigheid van een emittent verslechtert of een vermoeden hiervan bestaat bij beleggers, kan de koers van door de betreffende emittent uitgegeven schuldtitels dalen. Dit risico is doorgaans groter bij emissies van lagere kwaliteit. In uitzonderlijke gevallen kan een emittent in gebreke blijven bij het tijdig nakomen van zijn rente- en aflossingsverplichtingen, met als gevolg dat de schuldtitels waardeloos worden. Renterisico Als de rente stijgt, zullen de koersen van schuldtitels over het algemeen dalen. Hoe langer de looptijd van schuldtitels, des te groter zal doorgaans het renterisico zijn. Liquiditeitsrisico Het kan voorkomen dat een ten behoeve van een Fonds ingenomen positie niet tijdig tegen een redelijke prijs kan worden geliquideerd.
Amsterdam, 25 april 2013 Directie tevens Beheerder, BNP Paribas Investment Partners Funds (Nederland) N.V.
69
BNP PARIBAS FUND II N.V. OVERIGE GEGEVENS Bestuurdersbelangen Op 1 januari 2012 en op 31 december 2012 hadden de bestuurders van de beheerder van de beleggingsinstelling de navolgende totale persoonlijke belangen bij de beleggingen van de beleggingsinstelling. Aandelen
Aantal
1 januari 2012
BNP Paribas Global High Income Equity Fund
31 december 2012
BNP Paribas Global High Income Equity Fund
45 6
BNP Paribas Emerging Markets High Income Equity Fund (Unhedged)
40
Bepalingen inzake prioriteitsaandelen De rechten van de prioriteitsaandelen betreffen het opmaken van een bindende voordracht voor de benoeming van directeuren. Voorts kunnen besluiten tot wijziging van de statuten en tot ontbinding van de vennootschap slechts genomen worden op voorstel van de houders van prioriteitsaandelen. Bepalingen omtrent winstbestemming Volgens de statuten wordt uit de winst eerst een dividend van 5% over het nominale bedrag op de prioriteitsaandelen uitgekeerd. Het resterende bedrag staat ter beschikking van de algemene vergadering van aandeelhouders, zij het dat daaruit geen verdere uitkeringen op prioriteitsaandelen betaalbaar kunnen worden gesteld. BNP Paribas Fund II N.V. (met de daarin opgenomen Fondsen) opteert voor de status van fiscale beleggingsinstelling als bedoeld in Artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Dit heeft tot gevolg dat het resultaat van de Vennootschap is onderworpen aan een vennootschapsbelastingtarief van 0%, mits aan enkele voorwaarden wordt voldaan. BNP Paribas All Income Fund heeft als primaire beleggingsdoelstelling het verwerven van directe opbrengsten in de vorm van dividenden. Het Fonds keert twee keer per jaar dividend uit. Hierbij wordt gestreefd naar een stabiel dividendrendement, rekening houdend met de directe inkomsten die behaald worden binnen de beleggingsportefeuille. Aangezien niet alle beleggingsfondsen in de portefeuille van BNP Paribas All Income Fund hun directe inkomsten uitkeren, kan dit betekenen dat het Fonds in voorkomende gevallen meer zal uitkeren dan daadwerkelijk door het Fonds aan (dividend)opbrengsten is verworven. Uitdelingsverplichting (per 31/12/12) In verband met de status van fiscale beleggingsinstelling, dient het fiscaal resultaat, rekening houdend met de toegestane mutaties in de afrondingsreserve, binnen acht maanden na afloop van het boekjaar te worden uitgekeerd. In onderstaande tabel wordt weergegeven welk bedrag minimaal en maximaal per Fonds aan dividend dient te worden uitgekeerd om aan de uitdelingsverplichting te voldoen. Minimaal
Maximaal
(met maximale dotatie afrondingreserves) * BNP Paribas Premium Global Dividend Fund BNP Paribas All In Fund BNP Paribas Euro Obligatie Fonds BNP Paribas All Income Fund
(met vrijval afrondingsreserve per 31/12/11) *
-
-
6.132
10.443
20.610
22.766
-
-
* met inachtneming uitdelingsoverschot voorgaande boekjaar en interim-uitkering(en) boekjaar 2011
Voorgestelde winstbestemming Op de prioriteitsaandelen zal een dividend van in totaal EUR 5 worden uitgekeerd. BNP Paribas Premium Global Dividend Fund Op 20 april 2012 werd een interim-dividend betaalbaar gesteld van EUR 0,72 per aandeel. Op18 juli 2012 werd een interim-dividend betaalbaar gesteld van EUR 0,70 per aandeel. Op 17 oktober 2012 werd een interim-dividend betaalbaar gesteld van EUR 0,71 per aandeel. Op 21 januari 2013 werd een interim-dividend betaalbaar gesteld van EUR 0,71 per aandeel. De directie stelt voor, het dividend over het boekjaar 2012 vast te stellen op EUR 2,84. Het slotdividend bedraagt alsdan EUR 0,00. BNP Paribas All In Fund De directie stelt voor, het dividend over het boekjaar 2012 vast te stellen op EUR 1,50. BNP Paribas Euro Obligatie Fonds De directie stelt voor, het dividend over het boekjaar 2012 van de Klasse Classic en van de Klasse Privilege vast te stellen op EUR 3,40. BNP Paribas All Income Fund Op 6 december 2012 werd een interim-dividend betaalbaar gesteld van EUR 1,00 per aandeel. De directie stelt voor, het dividend over het boekjaar 2012 vast te stellen op EUR 1,80. Het slotdividend bedraagt alsdan EUR 0,80. Het voorgestelde dividend kan tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders worden aangepast, zodat de fondsen tenminste aan hun uitdelingsplicht zullen voldoen.
70
BNP PARIBAS FUND II N.V. CONTROLEVERKLARING
VAN
DE
ONAFHANKELIJKE
ACCOUNTANT
Aan: de directie Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2012 van BNP Paribas Fund II N.V. te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2012 en de winst-en-verliesrekening en het kasstroomoverzicht over de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het verslag van de directie, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW) en de Wet op het financieel toezicht. De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als zij noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de vennootschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van BNP Paribas Fund II N.V. per 31 december 2012 en van het resultaat over de periode 1 januari 2012 tot en met 31 december 2012 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW en de Wet op het financieel toezicht. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het verslag van de directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het verslag van de directie, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW.
Amsterdam, 25 april 2013 Ernst & Young Accountants LLP
w.g. J.C.J. Preijde RA
71