Bijlage I Concentraties van gewasteelten in Nederland Een inventarisatie van gewasteelten binnen Nederland is gemaakt met behulp van de landbouwtelling 1998. Per landbouwgebied is het percentage areaal oppervlakte van een gewas t.o.v. van het totaal areaal van het gewas in geheel Nederland vastgesteld. Zodoende is een overzicht gemaakt voor gewassen in Nederland waarvan de teelt geconcentreerd is in een of meerdere gebieden. Akkerbouw Wintertarwe Komt overwegend voor in het noordelijk, zuidelijk en midden kleigebied. Verder nog in zuidelijk Limburg en zuidelijk Gelderland. Zomergerst Het overgrote deel wordt geteeld in noordoost Nederland. Verder in Zeeland, Drente, Gelderland en noordelijk Limburg. Bruine bonen Vrijwel uitsluitend in Zeeland. Veldbonen Ongeveer de helft in Noord-Brabant, de rest verspreid over diverse andere gebieden. Erwten groen te oogsten 50% op Zanfgebied van Noord-Brabant, 25% elk in Flevoland en Zuidwestelijk Zeekleigebied. Graszaad Merendeel in Zeeland (43%). Verder in het midden en noordelijk kleigebied, de Veenkoloniën, Brabant en westelijk Nederland. Pootaardappelen 65% komt in het noordelijk en midden kleigebied voor. Verder in de kop van Noord-Holland, Zeeland en Gelderland. Consumptie-aardappelen 36% in het zuidwestelijk kleigebied en 18% in het midden kleigebied; 25% wordt op zand geteeld, m.n. in NoordBrabant en Limburg. Zetmeelaardappelen Bijna geheel in noordoost Nederland. Suikerbieten Zuidelijk kleigebied en noordoost Nederland (2 maal 20%), midden kleigebied , westelijk Brabant, Limburg en noordoost Nederland. Snijmais Gelderland, Brabant, Utrecht, Drente, Overijssel, Limburg. Poot- en plantuien Zuidelijk kleigebied(54%), Flevopolders(26%), Brabant en Noord Holland. Zaaiuien Midden en zuidelijk kleigebied. Cichorei Overgrote deel op kleigebied van Zeeland en Noord-Brabant, een klein deel op Zandgebied in Noord-Brabant.
Groenten open grond Aardbeien Merendeel in zandgebied Noord-Brabant; kleinere concentraties in Rivierkleigebied, Westelijk Holland en Zandgebied van Gelderland. Asperges Zandgebied van Noord-Brabant en Limburg. Prei Zuidelijk zandgebied. Schorseneren Zuidelijk zandgebied. Sluitkool Klei-veengebied in Noord-Holland, Zandgebied in Noord-Brabant en Limbyrg. Spruitkool Zeekleigebied in Zuid-Holland. Stambonen Zandgebied van Noord-Brabant en Limburg; klein deel in Zeekleigebied in IJsselmeerpoldders.
29
Was- en bospeen Zandgebied van Noord-Brabant en Limburg; klein deel in Zeekleigebied in IJsselmeerpoldders. Winterpeen Zeekleigebied; vooraal in IJsselmeerpolders, ook in Noordelijk en Zuidwestelijk Zeekleigebied. Witlofwortel Flevoland en Zuidwestelijk Zeekleigebied.
Pit- en steenvruchten Appelen Rivierklei gebied (35%), Zeeland(21%), midden kleigebied en Zuid-Limburg. Peren Betuwe en Utrecht(38%), zuidelijk kleigebied (28,5%), in de kop van Noord-Holland, midden kleigebied en Limburg.
Boomkwekerijgewassen Bos- en Haagplantsoen Meer dan de helft in zuidoost Brabant. Verder noordelijk Limburg, westelijk Brabant en noordoost Nederland. Laan- en parkbomen Ruwweg de helft in Noord-Brabant en de andere helft in Rivierkleigebied. Vruchtbomen Noordelijk Limburg, oostelijk Brabant (39%), midden kleigebied (20%), zuidelijk kleigebied (13%), zuidwestelijk Brabant(11%). Rozenstruiken Merendeels op zandgebied in Limburg. Sierconiferen Voor het grootste deel in Noord-Brabant, maar ook concentraties op het zand van Overijssel en Gelderland en in ZuidHolland. Vaste planten Twee concentraties in resp. Westelijk Holland en op het Zandgebied in Noord-Brabant en Limburg.
Bloembollen en -knollen Hyacinten Westelijk Nederland Tulpen Westelijke kuststrook en de kop van Noord-Holland(80%), Noordoost Polder(15%). Narcissen Westelijke kuststrook en de kop van Noord-Holland (90%). Irissen Noord-Holland(94%), Noordoost Polder. Gladiolen Noordelijk Limburg en oostelijk Brabant(27%), Noordoost Polder(20%), westelijke kuststrook en de kop van NoordHolland (21%), oostelijk Gelderland(13%) Lelies(bollen) Westelijke kuststrook en de kop van Noord-Holland (45%), centraal noordelijk Weidegebied(19,7%), noordelijk Limburg, oostelijk Brabant(12%), Flevopolders(12%).
Groenten onder glas Tomaten Westland(60%), noordelijk Limburg en oostelijk Brabant(18,5%), Zuid-Holland zuid(7,5%) en zuidwest Brabant. Komkommers Westland(27%), noordelijk Limburg, oostelijk Brabant(24%), westelijk Brabant(12,5%), Drenthe en Zuid-Holland zuid. Paprika Westland(67%), noordelijk Limburg, oostelijk Brabant(11%), westelijk Brabant(8,5%).
Bloemen onder glas Rozen Westelijk Nederland(73%), noordelijk Limburg, Noordoost Polder, Drentse Veenkolonie. Anjers Westelijk Nederland(90%)
30
Chrysanten Zuid-Holland(59%), rivierklei gebied(19%), kop van Noord-Holland, Drentse Veenkolonie. Freesia’s Zuid-Holland(62%), rivierklei gebied(19%), kop van Noord-Holland. Orchideeën 75% in Zuid-Holland. Gerbera's 72% in Zuid-Holland en een kleine concentratie in Limburg. Lelies snijbloemen 73% in Zuid-Holland. Potplanten, bloei De helft in Zuid-Holland en twee andere concentraties in Noord-Holland (18%) en het Rivierkleigebied (13%). Potplanten, blad 60% in Zuid-Holland en 20% in Noord-Holland als belangrijkste gebieden. Perkplanten 50% in Zuid-Holland en verder kleien concentraties op het zand van Noord-Brabant en Limburg (17%) en in het Rivierkleigebied (13%).
Champignons Champignons Ongeveer 60% in Noord-Brabant en Limburg; verder nog 20% in Rivierkleigebied.
31
Bijlage II Percentages akkerbouw-, tuinbouw- en gecombineerde bedrijven
De onderstaande tabel is gebaseerd op gegevens uit de landbouwgebiedsindeling 1991.
Regio
Naam lbg-66
Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Klei Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand
De Marne Centr. weidegeb. Groningen Oost. bouwstreek Groningen Oost. Hoogeland Noordelijk Friesland Noordoostelijke polder Zuidelijke IJsselmeerpolders Wieringen en Wieringermeer Voorne-Put.Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee Noordelijk Zeeland Walcheren/Z-Beveland Zeeuwsch-Vlaanderen Noordwesthoek Biesbosch Gron. Zuid.Westerkwartier De Wouden Eilanden Weidegeb. vh Noorderveld
Lbg-66 % opp akkerb.
2001 2002 2003 2006 2101 2401 2402 2701 2801 2803 2901 2902 2903 3001 3003 2005 2103 2104 2201 Smilde en Cent. Zandgeb. Drenthe 2202 Zuidwest. Weideg. Drenthe 2203 Zuid. Zandgebied Drente 2204 Noordoost Overijssel 2302 Twente 2303 Salland 2304 Oostelijke Veluwe 2501 Ijsselstreek 2502 Westelijke Veluwe 2507 Achterhoek 2508 Zandgebied Utrecht 2605 Westelijke Langstraat 3002 Westelijk Zandgronden 3005 Land van Breda 3006 De Kempen 3007 Midden Noord-Brabant 3008 Maaskant en Land v. Cuijk 3009 Westelijk Peelgebied 3010 Noord-Limburg 3101 Zuid-Limburg 3102 Veenkol. Geb. Westerwolde Gron. Veenkol. 2004 Veenkol. Geb. Drentse Veenkol. en Hondsrug 2205 Rivierkleigebied Zuidelijk Gelderland 2503 Rivierkleigebied Oost. Betuwe en Nijmegen 2504 Rivierkleigebied Veluwezoom en Betuwe 2505 Rivierkleigebied Bommelerwaard 2506 Rivierkleigebied Oostelijke Langstraat 3004 Rivierkleigebied Kromme Rijn-str. Heuvelrug 2601 Rivierkleigebied Alblasserwaard Vijfherenland. 2807 (Klei)-Veengeb Weidestreek in Friesland 2102
80 20 75 73 33 66 78 77 63 77 80 64 85 79 71 0,7 2,7 0,0 5,0 36 6,4 20 23 4,4 3,8 3,4 5,3 3,6 6,8 3,1 20 23 2,6 11 7,7 7,8 6,2 14 27 75 77 8,7 14 6,9 2,8 19 2,0 0,5 1,8
32
%opp tuinb.
%opp gecomb.
Grondsoort
1,2 0,3 0,6 0,5 1,1 7,8 3,2 4,3 6,9 6,3 3,8 11 1,8 4,5 1,6 0,3 0,2 0,5 0,5 0,5 0,1 0,2 0,2 0,3 0,5 0,9 1,0 0,7 0,6 1,0 3,7 11 21 1,3 5,3 2,8 4,1 12 5,6 0,8 0,5 6,3 17 14 16 3,2 11 3,0 0,3
4,2 5,9 4,8 5,6 6,2 16 3,6 7,0 15 10 9,8 14 8,9 9,5 10 1,7 1,6 0,3 4,5 15 5,6 18 12 14 12 8,6 11 20 17 14 13 18 17 23 14 18 16 29 26 11 10 13 20 14 12 14 10 3,4 0,6
Zeeklei Zeeklei Zeeklei/Zand Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zeeklei Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Riv.klei/Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Zand Löss Zand(Veen) Zand(Veen) Riv.klei Riv.klei Riv.klei Riv.klei Riv.klei Riv.klei Riv.klei Zeeklei/Veen
(Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb (Klei)-Veengeb
Weidegebied Westelijk Weidegeb. Utrecht Centr. tuinbouw.geb. Utrecht Eemland Haarlemmermeer Amstelland en Aalsmeer Texel en Land van Zijpe West-Friesland en omg. Waterl Noordhol.droogmak. ’t Gein en Gooiland Kennemerland Rotterdam en omgeving Westelijk Rijnland Boskoop en Rijneveld Krimpenerw. Oost.Rijnland Bollenstreek Westland Zuidhol. droogmask.
2301 2602 2603 2604 2702 2703 2704 2705 2706 2707 2708 2802 2804 2805 2806 2808 2809
2,8 0,3 0,0 1,6 83 28 26 5,3 9,9 0,9 3,4 17 9,7 15 0,1 3,8 15
0,3 2,5 12 0,7 5,8 24 24 31 1,8 1,3 20 28 8,1 21 1,4 58 32
33
12 4,3 6,0 3,5 5,1 6,1 9,7 8,5 1,9 1,7 2,0 25 12 15 4,1 2,6 12
Veen/Zand Riv.klei Riv.klei Riv.klei Zeeklei Zeeklei/Veen
Zand/Zeeklei Zeeklei Veen Zand Zand Zeeklei Zeeklei/Veen Veen/Zeeklei Veen Zand Klei/Zand
Bijlage III Tabel III.1 Verdeling oppervlakten gewassen CBS-5 indeling Gewasnaam
100 200 300 % oppervlakte
400
500
Akkerbouw WINTERTARWE ZOMERGERST BRUINE BONEN VELDBONEN ERWTEN GROEN TE OOGSTEN GRASZAAD POOTAARDAPPELEN CONSUMPTIE-AARDAPPELEN ZETMEELAARDAPPELEN SUIKERBIETEN SNIJMAIS POOT- EN PLANTUIEN ZAAIUIEN CICHOREI
74,2 30,5 98,4 25,9 44,5 65,6 71,5 59,3 10,7 49,5 5,7 81,3 87,4 67,7
12,0 35,8 1,0 64,8 49,9 17,4 12,0 28,7 35,8 28,5 77,9 9,6 3,3 28,8
2,1 26,9 0,0 0,0 0,2 4,9 2,1 0,7 51,2 13,2 2,3 0,0 0,0 0,0
4,4 1,7 0,5 7,7 4,4 2,8 1,0 3,1 0,5 2,8 6,4 0,4 1,6 2,2
7,2 5,2 0,1 1,5 1,1 9,3 13,4 8,2 1,8 5,9 7,7 8,7 7,7 1,3
5,5 2,2 3,2 1,7 14,3 47,8 41,1 16,3 79,9 87,8
78,7 94,1 88,9 97,7 14,6 5,9 49,4 72,2 12,6 5,4
0,1 2,1 0,9 0,0 0,2 0,3 1,6 3,2 0,1 0,1
10,0 0,7 6,2 0,6 2,7 1,2 6,9 0,5 0,7 1,2
5,7 0,8 0,8 0,1 68,3 44,9 1,1 7,8 6,7 5,5
34,9 40,6
17,3 7,5
0,0 0,0
38,8 35,7
9,0 16,2
15,4 7,6 3,0 35,1 3,7 3,7 4,3
20,2 84,5 61,4 52,0 79,9 72,4 42,0
0,4 1,4 0,0 1,0 8,1 1,6 0,2
8,9 3,1 31,9 8,3 2,7 4,2 6,4
55,1 3,5 3,7 3,6 5,6 18,1 47,1
0,8 28,3 1,5 7,9 33,3 13,7
0,1 1,8 4,6 0,3 45,7 35,5
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,6
0,1 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0
99,0 69,7 93,9 91,8 20,9 49,2
8,8 8,2 4,5
21,4 36,4 19,6
0,8 9,4 1,6
2,0 4,3 3,6
67,0 41,7 70,7
Tuinbouw Groenten open grond AARDBEIEN OPEN GROND ASPERGES PREI SCHORSENEREN SLUITKOOL SPRUITKOOL STAMBONEN WASPEEN EN BOSPEEN WINTERPEEN WITLOFWORTEL
Pit- en steenvruchten APPELEN PEREN
Boomkwekerijgewassen BLOEMKWEK.GEWASSEN OPEN GROND BOS- EN HAAGPLANTSOEN LAAN- EN PARKBOMEN VRUCHTBOMEN ROZENSTRUIKEN SIERCONIFEREN VASTE PLANTEN
Bloembollen en -knollen HYACINTEN TULPEN NARCISSEN IRISSEN GLADIOLEN LELIES (BOLLEN)
Groenten onder glas TOMATEN KOMKOMMERS PAPRIKA
34
Vervolg Tabel III. 1 Gewasnaam
100 200 300 % oppervlakte
400
500
Bloemen onder glas ROZEN ANJERS CHRYSANTEN FREESIA'S ORCHIDEEEN GERBERA'S LELIES (SNIJBLOEMEN) POTPLANTEN - BLOEI POTPLANTEN - BLAD PERKPLANTEN
6,9 10,5 4,1 3,5 3,1 2,0 3,4 4,1 2,8 3,4
6,4 3,4 10,3 3,8 1,0 13,0 2,0 9,4 10,8 29,6
7,3 0,2 3,0 0,6 0,5 3,8 0,4 4,3 0,1 0,9
5,0 5,4 19,1 19,3 0,5 2,9 1,7 11,7 5,3 10,0
74,5 80,5 63,4 72,8 94,8 78,3 92,5 70,5 81,0 56,1
5,5
67,9
0,0
24,7
1,9
Champignons CHAMPIGNONS
Tabel III.2 Verdeling oppervlakten gewassen CBS-12 indeling Gewasnaam
110 120 130 % oppervlakte
210
220
230
240
310
410
510
520
530
Akkerbouw WINTERTARWE ZOMERGERST BRUINE BONEN VELDBONEN ERWTEN GROEN TE OOGSTEN GRASZAAD POOTAARDAPPELEN CONSUMPTIE-AARDAPPELEN ZETMEELAARDAPPELEN SUIKERBIETEN SNIJMAIS POOT- EN PLANTUIEN ZAAIUIEN CICHOREI
26,7 14,8 0,4 3,6 0,7 11,4 35,2 3,6 10,3 11,7 1,9 0,3 3,5 1,0
11,7 3,8 0,2 7,1 21,4 10,0 27,5 18,6 0,2 15,1 1,6 25,7 45,5 0,8
35,9 11,8 97,7 15,2 22,4 44,3 8,8 37,2 0,2 22,7 2,2 55,2 38,4 65,9
1,0 18,5 0,0 0,0 0,7 5,5 6,4 3,9 29,2 6,4 12,6 0,1 0,1 0,1
1,5 8,1 0,0 0,2 0,0 2,5 3,6 3,3 5,2 2,6 29,6 0,3 0,2 0,0
5,4 7,8 0,9 64,6 48,7 8,9 2,1 19,4 1,2 15,6 33,5 8,9 2,7 26,6
4,1 1,4 0,0 0,0 0,5 0,4 0,0 2,1 0,1 3,9 2,2 0,3 0,3 2,1
2,1 26,9 0,0 0,0 0,2 4,9 2,1 0,7 51,2 13,2 2,3 0,0 0,0 0,0
4,4 1,7 0,5 7,7 4,4 2,8 1,0 3,1 0,5 2,8 6,4 0,4 1,6 2,2
0,4 0,9 0,0 0,0 0,1 0,8 1,4 0,7 1,7 0,4 4,5 0,1 0,4 0,0
6,2 2,2 0,1 1,5 0,8 5,6 7,1 7,1 0,2 4,4 2,7 8,3 6,7 1,3
0,7 2,1 0,0 0,0 0,2 3,0 4,8 0,4 0,0 1,1 0,4 0,4 0,5 0,0
0,5 0,3 0,7 0,0 4,2 5,3 0,7 1,5 26,1 4,0
3,4 0,1 1,8 0,7 7,7 3,8 16,8 11,8 37,5 55,5
1,5 1,8 0,6 1,0 2,3 38,7 23,6 3,1 16,4 28,3
0,2 0,4 1,2 0,0 0,3 0,1 2,4 11,9 0,6 0,0
1,2 2,0 1,3 0,0 0,3 0,3 0,4 0,6 0,4 0,2
74,8 90,9 86,2 97,7 13,0 5,3 46,6 59,7 11,3 3,1
2,4 0,9 0,3 0,0 1,0 0,2 0,0 0,0 0,3 2,0
0,1 2,1 0,9 0,0 0,2 0,3 1,6 3,2 0,1 0,1
10,0 0,7 6,2 0,6 2,7 1,2 6,9 0,5 0,7 1,2
0,1 0,2 0,1 0,0 0,1 0,3 0,0 0,0 0,3 0,8
3,8 0,5 0,5 0,1 67,5 43,7 1,0 0,3 4,8 2,3
1,8 0,1 0,1 0,0 0,8 0,9 0,0 7,5 1,7 2,4
0,8 0,3
11,5 3,8
22,5 36,5
0,1 0,0
1,1 1,2
8,2 3,3
7,9 3,0
0,0 0,0
38,8 35,7
0,1 0,1
8,9 16,1
0,0 0,0
Tuinbouw Groenten open grond AARDBEIEN OPEN GROND ASPERGES PREI SCHORSENEREN SLUITKOOL SPRUITKOOL STAMBONEN WASPEEN EN BOSPEEN WINTERPEEN WITLOFWORTEL
Pit- en steenvruchten APPELEN PEREN
35
Vervolg Tabel III. 2 Gewasnaam
110 120 130 % oppervlakte
210
220
230
240
310
410
510
520
530
Boomkwekerijgewassen BLOEMKWEK.ERIJ-GEWASSEN OPEN GROND BOS- EN HAAGPLANTSOEN LAAN- EN PARKBOMEN VRUCHTBOMEN ROZENSTRUIKEN SIERCONIFEREN VASTE PLANTEN
1,4
2,7
11,2
2,5
2,1
15,5
0,1
0,4
8,9
0,5
36,2
18,5
7,0 0,7 0,2 3,6 0,4 0,9
0,2 0,9 20,2 0,0 0,9 1,1
0,4 1,4 14,6 0,1 2,3 2,4
2,9 1,0 0,1 1,2 3,3 5,3
4,1 9,8 1,6 1,6 18,0 5,2
77,2 50,5 47,6 76,9 50,1 31,2
0,3 0,2 2,7 0,2 1,1 0,3
1,4 0,0 1,0 8,1 1,6 0,2
3,1 31,9 8,3 2,7 4,2 6,4
0,2 0,2 0,2 0,2 1,8 0,5
2,2 3,2 3,3 5,4 15,8 21,9
1,2 0,3 0,2 0,0 0,5 24,7
0,0 2,8 0,3 0,4 0,3 0,5
0,8 21,5 1,2 7,4 20,9 12,3
0,0 4,0 0,0 0,0 12,0 1,0
0,0 0,2 0,0 0,0 0,5 17,0
0,0 0,5 2,7 0,0 16,7 3,8
0,0 1,2 1,9 0,3 28,4 14,7
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 1,6
0,1 0,2 0,0 0,0 0,2 0,0
0,0 0,6 0,0 0,0 0,2 2,4
5,6 37,0 2,1 29,7 11,5 15,1
93,5 32,1 91,8 62,1 9,2 31,7
1,7 0,5 1,7
0,4 0,2 0,2
6,7 7,4 2,6
0,0 0,1 0,0
0,0 0,6 0,3
21,3 35,6 19,3
0,0 0,0 0,0
0,8 9,4 1,6
2,0 4,3 3,6
0,2 3,1 0,1
66,4 38,3 70,1
0,4 0,3 0,5
0,6 1,3 1,1 0,0 0,0 0,2 0,0 1,2 0,3 0,9
5,5 2,0 0,6 0,0 0,3 0,9 2,3 0,4 0,6 0,9
0,9 7,2 2,4 3,5 2,8 1,0 1,1 2,5 1,9 1,6
0,1 0,3 0,3 0,0 0,0 0,0 0,1 1,6 0,4 0,5
0,4 1,0 0,1 0,2 0,0 0,0 0,0 2,3 0,5 11,5
5,9 2,2 9,9 3,6 1,0 13,0 1,9 5,4 9,7 17,3
0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,1 0,1 0,3
7,3 0,2 3,0 0,6 0,5 3,8 0,4 4,3 0,1 0,9
5,0 5,4 19,1 19,3 0,5 2,9 1,7 11,7 5,3 10,0
0,0 0,1 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,2 0,3 0,8
73,6 74,5 61,7 69,4 92,3 78,3 76,4 68,9 79,5 53,8
0,9 6,0 1,7 3,4 2,5 0,0 16,1 1,4 1,1 1,6
0,5
0,3
4,7
1,6
0,6
65,3
0,4
0,0
24,7
0,0
1,2
0,7
Bloembollen en -knollen HYACINTEN TULPEN NARCISSEN IRISSEN GLADIOLEN LELIES (BOLLEN)
Groenten onder glas TOMATEN KOMKOMMERS PAPRIKA
Bloemen onder glas ROZEN ANJERS CHRYSANTEN FRESIA'S ORCHIDEEEN GERBERA'S LELIES (SNIJBLOEMEN) POTPLANTEN - BLOEI POTPLANTEN - BLAD PERKPLANTEN
Champignons CHAMPIGNONS
36
Bijlage IV Beschrijving berekening “Ophoging” met Access In de Access database ‘Ophoging’ levert de query ’ Landbtell_Opp_Telers_CBS5Regio ‘ de totale oppervlakte landbouwareaal op per gewas in de CBS 5 Regio’s. De query ‘Relnr_Gewascode_CBSRegio5’ berekent van alle telers in de steekproef de oppervlakte van het geteelde gewas en de betreffende regio waarin dit zich bevindt. Door achtereenvolgens de onderstaande queries 1 t/m 4 uit te voeren, verkrijgt men een tabel waarin per regio het opgehoogde totale gebruik in kilogrammen actieve stof en de gewasoppervlakten waarop dit is toegepast, is vermeld; voor een voorbeeld zie de bijgevoegde tabel Bijlage IV: Opgehoogde gebruikscijfers; voorbeeld wintertarwe 1998. Query 5 levert dan per gewas per actieve stof een totaal gebruik en een totale behandelde oppervlakte op, berekend door de totalen per regio te sommeren. Deze kunnen dus verschillen van de landelijke totalen die zonder voorafgaande regionalisering door rechtstreekse ophoging zijn verkregen. 1. ’Gebruikers_gewas_orggroep_AS_Opp_kgAS ‘ groepeert en sommeert per relatienummer per gewas, orggroepnaam, regio, actieve stof, oppervlakte gewas en kilogram toegepaste actieve stof. 2. ‘Gewas_Orggroep_AS_CBS5Regio_kgAS_Opp_Aantal’ berekent per gewas, organismegroep, actieve stof en regio de absolute hoeveelheden kilogram actieve stof, de oppervlakte waarop deze is toegepast en het aantal gebruikers. 3. ‘Overzicht_gebruik_perCBS5Regio’ geeft de absolute hoeveelheden actieve stof, de absolute oppervlakte met gebruik per gewas, totale oppervlakte gewas, percentage oppervlakte met gebruik per gewas, het totaal aantal gebruikers en het aantal kilogram actieve stof per hectare gewas weer ingedeeld naar gewas, organismegroep, actieve stof en regio. 4. ‘Opgehoogde gebruikscijfers’ bevat de totale oppervlakte gewas waarop de actieve stof is toegepast en de totale hoeveelheid kilogram actieve stof per gewas, regio en organismegroep. 5. ‘Totalen_ophoging_Gewas_Orggr_Opp_AS’ toont per gewas, organismegroep en actieve stof de totale oppervlakte waarop de desbetreffende actieve stof is toegepast en de totale hoeveelheid in kilogrammen werkzame stof.
37
Bijlage V Beschrijving van software voor tabellen 1, 2, 3 (vgl. respectievelijk paragraaf 5.3, 5.2 en 5.1) Voor alle drie de tabellen moeten de volgende tabellen uit de database voor landelijke gebruikscijfers geïmporteerd worden vanuit het juiste jaar: - SECGEWAS - AORGGR - Orggroepnaam - AScode_Asnaam - SPSSIN - rellbg De volgorde van beschrijving is tevens de volgorde waarin de tabellen en de queries binnen de Access database RegioTabel 3 respectievelijk gemaakt en uitgevoerd dienen te worden.
Tabel 3 (Tabel3_CBS5Regio) zie ook de bijgevoegde resultatentabel met als titel Tabel3 CBS5Regio: Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen per regio per werkzame stof, Voorbeeld wintertarwe, 1998 De tabelmaakquery RegioBasistabel3_Maker maakt uit SPSSIN en rellbg de tabel RegioBasistabel3. De tabel Gegevens_Relatie_Gewas_CBS_Regio5_AS wordt eerst geleegd met de verwijderquery Legen_Gegevens_Relatie_Gewas_CBS_Regio5 en daarna gevuld vanuit de RegioBasistabel3 met de toevoegquery Gegevens_Relatie_Gewas_CBS_Regio5_AS. Voor de berekening van het aantal en percentage gebruikers naderhand, worden in de laatste kolom AantalVanRelnr alle waarden gereduceerd tot 1. Zo wordt voorkomen dat eenzelfde teler meerdere malen geteld wordt als gebruiker van één bepaalde actieve stof ter bestrijding van één bepaalde organismegroep. De uitvoering gebeurt met de bijwerkquery Reduceerquery_Gegevens_Relaties_Gewas_CBS_Regio5_AS. De gegevens per gewas uit de tabel Gegevens_Relatie_Gewas_CBS_Regio5_AS worden gegroepeerd naar gewas, organismegroep, actieve stofcode en regio met de selectiequery Gewas_Orgcode_AScode_CBSRegio5_Opp_AS_Aantal. Tabelmaakquery Respons_en_Opptabel_Maker produceert de tabel Respons_en_Opptabel. Hierna worden door de bijwerkquery Reduceerquery_ Respons_en_Opptabel in de kolom AantVanRel de waarden gereduceerd tot 1 om meervoudige tellingen van dezelfde gebruiker te voorkomen. De groepering van gegevens naar gewas en regio uit de tabel vindt plaats met behulp van de selectiequery Respons_Opp_per_Gewas_Regio. Selectiequery VoorTabel3CBSRegio5 koppelt gewas en CBS_Regiocode5 via twee outerjoins Gewas_Orgcode_AScode_CBSRegio5_Opp_AS_Aantal aan Respons_Opp_per_Gewas_Regio. Tenslotte wordt Tabel 3 getoond door selectiequery Tabel3CBS5Regio. Samenvattend is de volgorde van queries: Maakquery RegioBasistabel3_Maker Verwijderquery Legen_Gegevens_Relatie_Gewas_CBS_Regio5_AS Toevoegquery Gegevens_Relatie_Gewas_CBS_Regio5 Bijwerkquery Reduceerquery_Gegevens_Relaties_Gewas_CBSRegio5_AS Selectiequery Gewas_Orgcode_AScode_CBSRegio5_Opp_AS_Aantal Tabelmaakquery Respons_en_Opptabel_Maker Bijwerkquery Reduceerquery_Respons_en_Opptabel Selectiequery Respons_Opp_per_Gewas_Regio Selectiequery VoorTabel3CBSRegio5 Selectiequery Tabel3CBS5Regio
38
Tabel 2 (Staat8CBSRegio5) zie ook de bijgevoegde resultatentabel met als titel Staat8CBSRegio5: Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen per regio per groep van werkzame stoffen, Voorbeeld enkele akkerbouwgewassen, 1998 Tabelmaakquery VoorStaat8CBSRegio5_Orggroep_MaxOpp_Aantal_AS maakt de tabel VoorStaat8RegioCBS_Orggroep_Opp_Aantal_AS. De reductie in de kolom AantalVanAantalVan Relnr tot de waarde 1, ter voorkoming van meervoudige telling van dezelfde teler in de berekening van percentage gebruikers, wordt uitgevoerd door de bijwerkquery Reduceerquery_VoorStaat8RegioCBS. Selectiequery VoorStaat8RegioCBS5_Orggroep_Opp_AS_Aantal groepeert de gegevens naar gewas, organismegroep en regio. Selectiequery Staat8RegioCBS5 koppelt gewas en CBS_Regiocode5 via twee outerjoins van VoorStaat8RegioCBS5_Orggroep_Opp_AS_Aantal aan Respons_Opp_per_Gewas_Regio. Samenvattend is de volgorde van queries: Tabelmaakquery VoorStaat8CBSRegio5_Orggroep_MaxOpp_Aantal_AS Bijwerkquery Reduceerquery_VoorStaat8RegioCBS Selectiequery VoorStaat8RegioCBS5_Orggroep_Opp_AS_Aantal Selectiequery Staat8CBSRegio5
Tabel 1 (Staat6CBSRegio5) zie ook de bijgevoegde resultatentabel met als titel Staat6CBSRegio5: Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen per regio per gewas, Voorbeeld van enkele gewassen, 1998 Selectiequery VoorStaat8RegioCBS5_Orggroep_Opp_AS_Aantal bevat de gegroepeerde gegevens naar gewas, organismegroep en regio. Deze gegroepeerde gegevens worden verder gegroepeerd naar gewas en regio met selectiequery VoorStaat6_CBSRegio5. Door koppeling van gewas en regio via twee outerjoins van VoorStaat6_CBSRegio5 naar Respons_Opp_per_Gewas_Regio genereert selectiequery Staat6_CBSRegio5 de gegevens van tabel 1. Samenvattend is de volgorde van queries: Selectiequery VoorStaat6_CBSRegio5 Selectiequery Staat6_CBSRegio5
39
Bijlage VI Regressie gebruiksdoseringen op gewasarealen met verschillende oppervlakten Actieve stoffen in wintertarwe Dimethoaat tegen insecten en mijten Regio 100
kg actieve stof
regressie dosering (kg/ha) 14 12 10 8 6 4 2 0 0
20
40 hectares
60
80
30
40
Regio 200
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
5
0 0
10
20 hectares
Regio 400
40
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
5 4 3 2 1 0 0
5
hectares
10
15
Epoxiconazool tegen schimmels Regio 100
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
30 25 20 15 10 5 0 0
20
40 60 hectares
80
100
Regio 200
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
15 10 5 0 0
20
40 hectares
60
Regio 400
41
80
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 0
5
10 hectares
15
42
20
Regio 500
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 0
5
10 15 hectares
20
43
25
Actieve stoffen in appelen Pirimicarb tegen insecten en mijten Regio 100
kg actieve stof
regressie dosering (kg/ha) 7 6 5 4 3 2 1 0 0
10
20 30 hectares
40
50
Regio 200
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
6 5 4 3 2 1 0 0
5
10 hectares
15
20
Regio 400
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
4 3 2 1 0 0
5
10 15 hectares
20
44
25
Regio 500
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
5 4 3 2 1 0 0
5
hectares
10
15
Captan tegen schimmels Regio 100
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
1200 1000 800 600 400 200 0 0
10
20 30 hectares
40
50
Regio 200
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
250 200 150 100 50 0 0
5
hectares
10
15
45
Regio 400
kg actieve stof
regressie dosering (kg/ha) 700 600 500 400 300 200 100 0 0
5
10
15 hectares
20
25
30
Regio 500
regressie dosering (kg/ha)
kg actieve stof
500 400 300 200 100 0 0
5
10 15 hectares
20
46
25
Bijlage VII Beschrijving van de betrouwbaarheidsanalyse voor het gebruik in kg actieve stof per hectare De ratioschatter Rs De variabele kg actieve stof per hectare (kg AS/ ha) is een ratioschatter. Dit wil zeggen dat de variabele een ratio is van 2 variabelen die per element in de populatie variëren. Het aantal kg AS in een gewas toegepast op het totaal aantal hectares met dat betreffende gewas in de totale populatie wordt berekend volgens de formule: N
totaal aantal kg actieve stof R= = totaal hectare met gewas
N
∑ kgAS i
=
1
N
∑ Ha
i
1
∑y
i
1 N
∑x
=
Y gem X gem
i
1
R = ratio N = aantal in elementen in totale populatie Voor de schatting van R uit een steekproef is de formule: n
Rs =
∑ kgAS 1
n
∑ Ha
i
=
kgAS gem Ha gem
=
y gem x gem
=
i
1
Rs n
= Ratioschatter kgAS/Ha = aantal elementen in de steekproef
Berekening van de standaardfout van de ratioschatter Rs De standaardfout van een ratioschatter wordt op een andere wijze berekend dan voor een directe schatter. Hieronder volgt de afleiding van de formule zoals die is toegepast om de standaardfout van de schatter kg AS per hectare - te berekenen [8]. Voor de variantie van de ratioschatter kan men schrijven:
V (R s ) = E ( R s − R ) 2 De uitdrukking (Rs-R) kan worden geschreven als:
( Rs − R) =
y gem x gem
−R=
y gem − Rx gem x gem
Naarmate het aantal waarnemingen n toeneemt zullen xgem en Xgem minder afwijken. Hierdoor kan men schrijven:
47
( Rs − R) =
y gem − Rx gem X gem
Dit invullen in de vergelijking voor variantie levert:
V (R s ) =
1
E ( y gem − Rx gem ) 2
2 X gem
Met behulp van de theorie over de variantie van een gemiddelde uit een random steekproef, Dgem t.o.v. variabele di, kan de formule voor variantie van een schatter herschreven worden, met f=n/N: N
V (R s ) =
1
1
E ( y gem − Rx gem ) = 2
2 X gem
2 X gem
S d2 (1 − f ) = 1 − 2 f n nX gem
∑ (d i =1
i
− D gem )
( N − 1)
Hierin geldt dat Dgem=Ygem-RXgem=0 en di = yi-Rxi, waardoor de formule geschreven kan worden als: N
1− f V (Rs ) = 2 nX gem
∑(y i =1
i
− Rxi ) 2
( N − 1)
Als schatter voor N
∑(y i =1
i
− Rxi ) 2
( N − 1) is het gebruikelijk de onderstaande formule toe te passen: n
∑(y i =1
i
− Rs xi ) 2
( n − 1) Voor de standaardfout van de ratioschatter Rs geeft dit:
s( Rs ) =
1− f n X gem
∑(y
i
− Rs xi ) 2
n −1
Uit praktisch oogpunt kan dit anders uitgedrukt worden:
s( Rs ) =
1− f n X gem
∑y
2 i
− 2 R s ∑ y i x i + R s2 ∑ x i n −1
48
2
Voor de ratioschatter kg AS per hectare behoren de volgende parameters in de formule te worden ingevuld: f= n/N n = aantal telers van een bepaald gewas in de steekproef N= aantal telers van een bepaald gewas in de Landbouwtelling xgem= gemiddeld aantal hectare cultuurgrond per teler met een bepaald gewas in de steekproef yi= hectare cultuurgrond met een gewas van de i-de teler in de steekproef xi= aantal kg van een actieve stof toegepast door de i-de teler van een bepaald gewas in steekproef Rs= ratioschatter kgAS/Ha van een actieve stof toegepast in een bepaald gewas In het geval van regionale gebruikscijfers is een berekening van de standaardfout van de schatter - kg AS per hectare - voor iedere toegepaste actieve stof per regio vereist. Hierbij zijn de actieve stoffen tevens onderverdeeld naar zogenaamde organismegroepen. De schatter met bijbehorende standaardfout heeft derhalve betrekking op het aantal toegepaste kilogrammen van een actieve stof voor bestrijding van een bepaalde organismegroep, per hectare cultuurgrond van een bepaald gewas per regio. Een 95%-betrouwbaarheidsinterval van een Student t-verdeling Een 95%-betrouwbaarheidsinterval wil zeggen dat indien er wederom een steekproef genomen wordt, er een kans van 95% bestaat dat de geschatte parameter binnen het gedefiniëerde interval valt. Onder aanname van een normaal verdeelde kansvariabele is het gebruikelijk bij een geschatte standaardfout en een steekproefaantal kleiner dan 30, uit te gaan van een Student t-verdeling5. Afhankelijk van het aantal vrijheidsgraden behoort er een zogenaamde t-waarde bij de kans dat de schatter uit een volgende steekproef in 95% van de gevallen binnen het betrouwbaarheidsinterval valt. De formule voor een betrouwbaarheidsinterval is:
x gem − µ =
t ∗ s( Rs ) n
xgem-µ = absolute fout van xgem t = inverse t-waarde s(Rs) = standaardfout schatter n = aantal waarnemingen in de steekproef In Excel is een statistische functie aanwezig waarbij de inverse t-waarde van de Student T-verdeling berekend wordt bij opgeven kans en vrijheidgraden. Verder zijn s(Rs) en n bekend zodat berekend kan worden. Door xgem-µ op te tellen bij xgem en af te trekken van xgem bepaalt respectievelijk de boven- en ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval(schattingsinterval).
49
Bijlage VIII Beschrijving uitvoering betrouwbaarheidsanalyse met software Bepaling standaardfout ratioschatter kilogram gebruik werkzame stof per hectare (kg/ha) Uit de gegevens van de landbouwtelling zijn de volgende twee tabellen gemaakt: Gewas_Lbg66_Aantal_telers Hierin staan het aantal telers van een gewas per landbouwgebied vermeld. Gewas_Lbg66_OppHa Deze tabel bevat de oppervlakte in hectares van de gewasarealen per landbouwgebied. Opmerking: deze twee tabellen dienen te worden gemaakt met de juiste waarden uit de landbouwtelling. Door koppeling van deze twee tabellen met de tabel CBSRegio5_Lbg66 genereert de selectiequery Gewas_CBSRegio5_Telers_Opp_landbtell de totale aantallen telers en het totaal gewasareaal in hectares per CBS 5 Regio. De selectiequery Respons_Opp_per_Gewas_Regio berekent met gebruikmaking van de tabel Respons_en Opptabel de xi*xi. Met selectiequery Analyse(1)_Basistabel worden per relatienummer de xi*yi en yi*yi berekend vanuit de tabel Gegevens_Relatie_Gewas_CBS_Regio5_AS. De gegevens van de relatienummers worden gegroepeerd en gesommeerd per gewas per toepassingsgroep per actieve stof per regio met de selectiequery Analyse(2)_gewas_Regio_etc. De selectiequery Analyse(3)_Gewas_Regio_AS/Ha_P(gebruik)_v koppelt de queries: -Analyse(2)_gewas_Regio_etc. -Gewas_CBSRegio5_Telers_Opp_landbtell -Respons_Opp_per_Gewas_Regio In deze query staan weergeven alle benodigde grootheden voor de berekening van de standaardfout. De berekende uitkomsten zijn vervolgens te zien in de selectiequery: Analyse(4)_Regio_Ratioschatter In de analyse zijn grootheden gebaseerd op één waarneming reeds verwijderd in de query van Analyse(3)_Gewas_Regio_AS/Ha_P(gebruik)_v om foutmeldingen vanwege delingen door nul te voorkomen. Ter toelichting op Analyse(4)_Regio_Ratioschatter: term1a(Xn) = de eerste term in de formule voor de ratioschatter op basis van de aantallen telers in de landbouwtelling: X. term1b(xn) = de eerste term in de formule voor de ratioschatter op basis van de aantallen telers in de steekproef: x. Bij ontbrekende populatietotalen is dit een benadering. term2 = De tweede term in formule voor de standaardfout van een ratioschatter. s(Rs) = De standaardfout. s(Rs) met xn = De standaardfout met applicatie van term 1b(xn).
50
Samenvattend is de volgorde van queries: Selectiequery Analyse(1)_Basistabel Selectiequery Analyse(2)_gewas_Regio_etc. Selectiequery Analyse(3)_Gewas_Regio_AS/Ha_P(gebruik)_v Selectiequery Analyse(4)_Regio_Ratioschatter
Berekening betrouwbaarheidsinterval in Excel In het werkblad ‘Bereken betrouwbaarheid’van het de excel-file ‘BetrouwbaarheidSchatter’ zijn de benodigde gegevens vanuit de Access query Analyse(3)_Gewas_Regio_AS/Ha_P(gebruik)_v gekopieerd. De te vergelijken kolommen met standaardfout (sR(s)) en de maximal toegestane afwijking bij een 95% betrouwbaarheidsinterval op basis van aanname van een normaalverdeling zijn rood omlijnd.
51