Bijlage Cursusbeschrijvingen. Culturele en Maatschappelijke Vorming. Bachelor voltijd

Bijlage Cursusbeschrijvingen Culturele en Maatschappelijke Vorming

Bachelor voltijd 2014-2015

Titel

CCM II, Overdrachtskunst

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015

1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5

Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau

1.6

Opleiding (varianten)

1.9 1.10

Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon Voertaal

1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-OVERDR-13 CCM II, Overdrachtskunst The art of transfer 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

H van Deventer ([email protected]) Nederlands

Werkvorm

Aanwezigheid verplicht?

Frequentie

Totale contacttijd cursus in minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden?

Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten

bij aanvangsblok 4: blok 4

Practicum

verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Training

verplicht

7 maal per blok

1680 minuten


Cursussite

verplicht


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 75

1.12

Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)

Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar

In welke blokken wordt de toets aangeboden?

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Presentatie

Alle toetsresultaten toegestaan

5,5

60

2

bij aanvangsblok 4: 1. blok 4, week 16 2. blok 5, week 27

Verslag


5,5

40

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1

Cursus doel

De cursus sluit aan op de volgende competenties van de CMV’er Competenties In de cursus werken de studenten in het bijzonder aan de volgende competenties Alert en Ondernemend 2.0: A4. Organiseren, netwerken, bemiddelen B6. Beleidsmatig & strategisch handelen C9. Profileren, legitimeren en maatschappelijke steun verwerven Leerdoelen De leerdoelen worden gerealiseerd in het eindproduct dat door een groep studenten wordt gerealiseerd. De leerdoelen worden individueel bepaald, besproken en beoordeeld en worden gerealiseerd in participatie (het voorbereiden en uitvoeren van onderdelen) binnen het groepsproduct. De volgende leerdoelen dienen gerealiseerd te zijn aan het einde van de module: • De student kan uit een praktijkgerichte casus de (beleids-)essentie lichten en deze essentie omzetten naar een concept; de student kan dit concept omzetten naar een multidisciplinaire presentatie; • De student voert een presentatieopdracht uit, volgens de gegeven richtlijnen; • De student ontwikkelt een concept voor de presentatie van het eindproduct, stuurt bij en corrigeert in de fase tussen concept en presentatie; • De student realiseert een slim en origineel gebruik van oude en nieuwe media; • De student brengt toepassingsmogelijkheden vanuit verschillende creatieve disciplines bij elkaar en de presentatie van informatie. 2.2 Cursus inhoud In de cursus CCM II, Overdrachtskunst leert de student methodisch en technisch op effectieve wijze cultureel creatieve middelen in te zetten bij communicatie en overdracht van informatie vanuit een gegeven casus uit de praktijk. Competenties op het gebied van het werken met kunstzinnige media: muziek, beeldende kunst (waaronder audiovisuele middelen) en drama/theater, worden op een hoger inhoudelijk/technisch niveau gebracht door cross overs en een multidisciplinaire aanpak. In de diverse domeinen van het werkveld stellen CMV’ers zich ondermeer op als adviseurs, bemiddelaars, educators of voorlichters waarbij ze op basis van onderzoek (groepen) mensen aanzetten tot gedragsverandering. De CMV’er dient in de beroepspraktijk een effectieve PR-, voorlichtings- of communicatieactiviteit te kunnen opzetten en uitvoeren. Uitgangspunt daarbij is dat de CMV’er denkend vanuit de doelgroep een veranderingsproces in gang zet. Denk bijvoorbeeld aan presentatie voor ouders om ze meer te betrekken bij de vrijetijdsactiviteiten van hun kinderen; of de aftrap voor een serie themaavonden over samenleven tussen twee culturen; of een presentatie voor beleidsmedewerkers om jongeren op een innovatieve manier voor de kunst in musea te interesseren. De vraag die we in deze cursus stellen is, hoe brengt een CMV’er de boodschap zo helderen inspirerend mogelijk over en welke middelen zijn daartoe het meest geschikt? Een effectieve presentatie kenmerkt zich door een perfecte aansluiting bij de doelgroep, een ‘scherpe’ inhoud en de inzet van de juiste media. In deze 3e jaars cursus CCM II, overdrachtskunst leert de student methodisch en technisch een publiek voor te lichten, te informeren, te activeren, communicatie en discussie te stimuleren of een ander agogisch doel te bereiken.

De cursus sluit aan op de volgende onderwijseenheden: de creatief-agogische trainingen uit het eerste jaar en uit het tweede jaar “de cultuurbrouwerij” en de methodische cursussen. De module levert 5 studiepunten (ECTS) op en gaat uit van een studiebelasting van 140 uur. 2.3 Ingangseisen

Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 20 (Theatermaken, Zegers) Materiaal: Boek (aanbevolen) : Theatermaken, Zegers Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 63 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 75 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/23/ACM-V3-OVERDR-12

Titel

CMV Lab Internationaal Studie Traject

Opleidingsvariant Voltijd Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-ISTLAB-13 CMV Lab Internationaal Studie Traject International Study Trajectory 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

GH Konijnenbelt ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

1 maal per week

1260 minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 3: blok 3


1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Weging (afgerond op hele procenten)



Opdracht


5,5

75

2


Presentatie


5,5

25

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Het IST is een programma door middel waarvan studenten zich voorbereiden op een buitenlandse stage, op een minor in het buitenland of een project in het kader van het afstuderen. 2.2 Cursus inhoud Het IST is een programma door middel waarvan studenten zich voorbereiden op een buitenlandse stage, op een minor in het buitenland of een project in het kader van het afstuderen. Het IST biedt: Een intensieve oriëntatie op de politieke, sociale, economische en culturele context en de beroepsuitoefening in het beoogde land; Oefeningen in het omgaan met culturele verschillen, cultuurschok en heimwee; Praktische oriëntatie en voorbereiding op de inhoudelijke, taalkundige, reistechnische, financiële en administratieve aspecten van een buitenlandse stage/project/praktijkonderzoek. Competenties Accent ligt op de competenties van segment C: beroepsontwikkeling. Student ontwikkelt kennis, vaardigheden en houding en reflecteert kritisch op zijn competentieontwikkeling op het terrein van: Onderzoeken Plannen en organiseren Interculturele communicatie e Communicatie over het beroep in het Engels en/of in een 3 taal Presenteren en representeren (mondeling en schriftelijk) Leerdoelen De student heeft zich doelgericht en kritisch voorbereid op de inhoud en organisatie van een stage of afstudeerproject in het buitenland. De student heeft zich intensief georiënteerd op de politieke, sociale, economische en culturele context in het land van bestemming en heeft daarover een eigen visie geformuleerd. De student heeft zich intensief georiënteerd op de positie en de inhoud van het beroep in het land van bestemming en heeft de beroepsuitoefening in het land van bestemming vergeleken met beleid en praktijken in Nederland. De student heeft haar/zijn verwachtingen, motivatie en leerdoelen voor buitenlandse stage, minor of afstudeerproject adequaat geformuleerd.

2.3

Ingangseisen

Kosten en studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 117 2.4

Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/13/ASW-KZISTA-11

Titel

CMV Lab jaar 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-CMVLAB-13 CMV Lab jaar 2 CMV Lab 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

CDM Bouwman (tel. 0884819797) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

840 minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR


1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Individueel mondeling


5,5




100

2

bij aanvangsblok JAAR: 1. blok JAAR, week 36 2. blok JAAR, week 36

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In deze cursus bieden docenten projecten aan vanuit hun specifieke deskundigheid en/of aandachtsgebied. De projecten liggen binnen het domein van CMV of zijn daarmee verbonden. De projecten kunnen theoretisch (verdiepend), praktisch (uitvoerend) dan wel onderzoekend van aard zijn of een samenstelling daarvan. Studenten kunnen hierop inschrijven. 2.2 Cursus inhoud PVD Kees Bouwman Naam vak CMV-LAB Aantal EC’s 5 EC Inhoud In deze cursus bieden docenten projecten aan vanuit hun specifieke deskundigheid en/of aandachtsgebied. De projecten liggen binnen het domein van CMV of zijn daarmee verbonden. De projecten kunnen theoretisch (verdiepend), praktisch (uitvoerend) dan wel onderzoekend van aard zijn of een samenstelling daarvan. Studenten kunnen hierop inschrijven. Werkvormen Een of meerdere werkvormen passend bij de aangeboden projecten. Studenten werken individueel of in groepsverband afhankelijk van de opdracht. Opdrachten Afhankelijk van project: theoretische opdracht, praktijkopdracht, onderzoeksopdracht. Competenties Afhankelijk van de beroepscontext van de opdracht verwerft de student een of meerdere CMVcompetenties[1] en/of kwalificaties op het terrein van de cultureel-creatieve methoden[2]. Deze worden vastgesteld bij het formuleren van de opdracht. Leerdoelen De student realiseert theoretische, praktische en/of onderzoekmatige resultaten volgens de kwaliteitsstandaard zoals gedefinieerd in de Dublindescriptoren[3]. Toetsing en beoordeling Mondelinge toets (weging 100%). De toetsingscriteria zijn verbonden met de te behalen competenties en beoordelen het uitvoeringsniveau op zelfstandigheid, transfer, complexiteit en verantwoordelijkheid[4].

[1] Landelijk Opleidingsprofiel CMV, Alert en ondernemend 2.0 – Opleidingsprofiel Culturele en Maatschappelijke Vorming, SWP, Amsterdam, 2009. [2] CMV Hogeschool Utrecht, Onderwijs Beleids Document CMV-HU 2009-2010 – Culturele en Maatschappelijke Vorming Utrecht, Utrecht, 2009. [3] Kennis en inzicht, toepassen kennis en inzicht, oordeelsvorming, communicatie, leervaardigheden. [4] ‘Beroepenstructuur Zorg en Welzijn: ‘Klaar voor de Toekomst’. 2.3 Ingangseisen Kosten en studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 2.4

Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 125 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/28/ACM-V2-CMVLAB-13

Titel

CMV Lab jaar 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-CMVLAB-14 CMV Lab jaar 3 CMV Lab 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Individueel mondeling


5,5




100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In deze cursus bieden docenten projecten aan vanuit hun specifieke deskundigheid en/of aandachtsgebied. De projecten liggen binnen het domein van CMV of zijn daarmee verbonden. De projecten kunnen theoretisch (verdiepend), praktisch (uitvoerend) dan wel onderzoekend van aard zijn of een samenstelling daarvan. Studenten kunnen hierop inschrijven. 2.2 Cursus inhoud In deze cursus bieden docenten projecten aan vanuit hun specifieke deskundigheid en/of aandachtsgebied. De projecten liggen binnen het domein van CMV of zijn daarmee verbonden. De projecten kunnen theoretisch (verdiepend), praktisch (uitvoerend) dan wel onderzoekend van aard zijn of een samenstelling daarvan. Studenten kunnen hierop inschrijven. 2.3 Ingangseisen Kosten en studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 125 2.4

Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ACM-V3-CMVLAB-14

Titel

Community development

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-COMDEV-13 Community development Community development 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

A Mesch ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Individuele schriftelijke opdracht


5,5

100

Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar 2

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 3: 1. blok 3, week 6 2. blok 4, week 16

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de tweedejaarscursus ‘Community Development’ gaan studenten onderzoeken en beschrijven - vanuit de context van de huidige postmoderne/metamoderne samenleving - welke fenomenen in de toekomst relevant zouden kunnen zijn in een sociaal-culturele context. Onderzoeken op dit sociaal-culturele terrein, waarbij ook de cultuurfilosofische context (het verleden) wordt betrokken, kunnen leiden tot toekomstscenario’s, zoals deze ook ontwikkeld worden door trendwatchers, de overheid, kunstenaars, filosofen en het bedrijfsleven. De toekomst ‘duiden’ of ‘voorspellen’ is van alle tijden en ziet men dan ook steeds weer terugkomen. Toekomstscenario’s zijn daarbij steeds een sterke combinatie van verbeeldingskracht c.q. creativiteit aan de ene kant en argumentatie c.q. analyse aan de andere kant. 2.2 Cursus inhoud

C

ommunity Development Studiepunten 5 ects Inhoud De vraag wàt Culturele en Maatschappelijke Vorming is, kunnen we het beste beantwoorden door te kijken naar wáár CMV-professionals actief zijn. Door interessante fenomen uit cultuur en samenleving te benoemen, te beschrijven en te ontwikkelen dragen CMV’ers bij aan de beantwoording van deze vraag. In het landelijk opleidingsprofiel Alert & Ondernemend 2.0 wordt uiteengezet op welke plaatsen CMVprofessionals actief zijn: de domeinen samenlevingsopbouw, kunst en cultuur, vrijetijd & recreatie en educatie. Tussen de domeinen lagen en liggen thematische en fenomenologische verbindingen die belangrijk zijn. Denk aan thema’s/fenomenen zoals emancipatie, burgerkracht, zingeving, duurzaamheid, creatieve industrie, cultureel erfgoed, homo ludens, creativiteit en ondernemerschap, sociale media etc. In een samenleving waar individualisme lange tijd de hoofdrol speelde zien we momenteel nieuwe crossovers en gebieden ontstaan, waarbij ‘communities’ weer een belangrijke(re) rol spelen, bijvoorbeeld civic economy, sustainism, stedelijke vernieuwing en community arts. Dit noemen we ‘community development’. Nu allerlei veranderingen zich steeds sneller en minder voorspelbaar voltrekken, wordt het paradoxaal genoeg juist belangrijker om die toekomst te verkennen. In een statische maatschappij hoef je je amper te bekommeren om de dag van morgen, in een turbulente samenleving juist wel en doen mensen er goed aan verschillende toekomstbeelden te schetsen. Scenarioplanning is een instrument om je als mens, organisatie en samenleving te positioneren ten opzichte van mogelijke toekomstige ontwikkelingen. Het is daarbij belangrijk, dat met name scenario-planners een bepaalde manier van denken moeten ontwikkelen om over de toekomst na te denken, een bepaalde geesteshouding. Daarin kunnen drie principes onderscheiden worden, die alle drie te maken hebben met creatief denken : ·

Eerste principe: leren dat veranderingen zich vaak exponentieel voltrekken en niet lineair; veranderingen gaan veel sneller dan we denken.

·

Een tweede principe is: 'unlearn' - het ontleren; scenario-planners moeten ervoor zorgen dat ze niet in het dominante denken vast blijven zitten

·

Het derde principe is: rekening houden met het onverwachte.

Werkvormen ·

hoorcollege/de bioscoop

·

training

·

coaching

·

Internationale Dag en debat

De hoorcolleges zijn met name bedoeld om met het oog van de toekomstscenarist naar huidige verschijnselen te kijken. Aan de hand van een film of documentaire wordt de link met verleden, heden en eventuele toekomst gelegd. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan de theorie rond toekomstverkenningen. In de trainingen en coaching worden de studenten voorbereid op het schrijven van een creatief, uitdagend en helder toekomstscenario in de vorm van een paper. Daarvoor zijn zowel creativiteit (brainstormen, verhalen maken, vormgeven, creatief schrijven) als rationaliteit (systeemdenken, analyseren, strategie, argumenterend schrijven) nodig. In de debatten wordt vooral gewerkt aan de meningsvorming van de studenten betreffende ‘community development’ als fenomeen; één van de debatten wordt gekoppeld aan de Internationale Week Social Work Opdracht In de cursus Community Development gaat student een toekomstscenario ontwikkelen voor een door hem/haar zelfgekozen, relevant fenomeen, gesitueerd in het sociaal-culturele werkveld. Het toekomstscenario wordt geschreven in de vorm van een paper, dat bestaat uit een drietal onderdelen : a. Analyse: studenten onderzoeken en analyseren, een cultureel-maatschappelijke fenomeen uit het werkveld. Het onderzoek wordt gedaan door middel van een fenomeen-analyse c.q. een cultuurfilosofische analyse via literatuuronderzoek, interviews, media en andere bronnen. In het onderzoek is het fenomeen geanalyseerd op sterke en zwakke kanten en op kansen en bedreigingen. b. Scenario: de analyse wordt door de student via brainstormen en creatief schrijven (divergeren/convergeren) vertaald naar een (individueel) trendscenario in een exploratieve context. Dit betekent dat het scenario een narratieve (verhalende) context krijgt. c. Commentaar: het scenario wordt door de student als CMV-professional becommentarieerd. Daarin worden ook de inhoudelijke kosten en baten (social return on investment) worden meegenomen. Competenties In de cursus werkt de student aan de volgende CMV-competenties: A1. Verkennen, onderzoeken, analyseren A3. Ontwerpen en ontwikkelen C9. Profileren, legitimeren en maatschappelijke steun verwerven Vertaald naar de opdracht voor het ontwikkelen van een toekomstscenario wordt dat uitgewerkt naar specifieke cursuscompetenties : creativiteit & brainstormen systeemdenken verhalen maken en vertellen (narrativiteit)

illustreren en vormgeven analyseren ontwikkelen van visie en strategie waarderen en doorrekenen van alternatieven Leerdoelen ·

de student kan vanuit een kritische analyse van een cultureel-maatschappelijk fenomeen op het terrein van Community Development een toekomstscenario in de vorm van een paper schrijven;

·

de student past geschikte methodieken (creatief schrijven, argumenteren, commentariërend schrijven) en theorie toe, om te komen tot een helder en goed geschreven toekomstscenario;

·

de student kan de CMV relevantie adequaat verantwoorden en kan vanuit het eigen beroepsperspectief een helder commentaar op het toekomstscenario schrijven;

·

de student kan adequaat debatteren: hij/zij levert een duidelijke bijdrage aan de debatten.

Toetsing Individuele schriftelijke opdracht (toekomstscenario). Weging: 100 % 2.3 2.4

Ingangseisen Kosten en studiematerialen

Kosten: EUR 24,5 (Wijzer in de toekomst - werken met toekomstscenario's) Materiaal: Boek (verplicht) : Wijzer in de toekomst - werken met toekomstscenario's Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 104 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/28/ACM-V2-COMDEV-13

Titel

Creativiteit en culturele middelen

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-CRECUM-13 Creativiteit en culturele middelen Creativity and cultural resources 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Coaching

verplicht

2 maal per blok

120 minuten


Excursie

verplicht

1 maal per blok

960 minuten


Hoorcollege

verplicht

5 maal per blok

600 minuten


Practicum

verplicht

6 maal per blok

1080 minuten


Werkcollege

verplicht

5 maal per blok

600 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Groepsopdracht spel tweedaagse


5,5

50

2


Logboek


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Binnen het werkveld van Culturele en Maatschappelijke Vorming worden allerlei programma’s en activiteiten mèt - en vóór diverse doelgroepen ontwikkeld. In deze cursus werkt de student daarmee vanuit theorieën rond conceptontwikkeling en imagineering. In de cursus wordt multidisciplinair gewerkt, waarbij de appèlwaarde van de diverse culturele en creatieve middelen centraal staat, met spel & sport als spil. 2.2 Cursus inhoud Studiegidstekst Culturele en creatieve middelen (Homo Ludens) Titel module: Culturele en creatieve middelen ‘Homo Ludens’ Verantwoording: Binnen het werkveld van Culturele en Maatschappelijke Vorming worden allerlei programma’s en activiteiten mèt - en vóór diverse doelgroepen ontwikkeld. In deze cursus werkt de student daarmee vanuit theorieën rond conceptontwikkeling en imagineering. In de cursus wordt multidisciplinair gewerkt, waarbij de appèlwaarde van de diverse culturele en creatieve middelen centraal staat, met spel & sport als spil. De ontwikkelde concepten worden ook in practica geoefend en in een tweedaagse (toets) uitgevoerd, zodat het in de cursus van belang is, dat de student kennis van verschillende begeleidingsstijlen heeft, een eigen begeleidingsstijl ontwikkelt en deze kan verantwoorden. De ‘Homo Ludens’, die in de vorige eeuw, door cultuurhistoricus Johan Huizinga werd beschreven, staat daarbij als fenomeen in deze cursus centraal. Leerdoelen:

De student kan vanuit conceptueel denken (inhoudelijke kennis, verbeeldingskracht en creativiteit) een multidisciplinair spelprogramma ontwikkelen. De student kan vanuit een visie op doelgroepen een samenhangend spelconcept ontwerpen, waarbij de belevingswaarde een belangrijke rol speelt. De student kan het ontwikkelde concept op een aantrekkelijke en uitdagende manier uitvoeren. De student daagt mensen uit om deel te nemen aan activiteiten en creëert bewust belevingen. De student draagt op heldere en motiverende wijze informatie over, toont betrokkenheid en weet te overtuigen. De student kan omgaan met de spanning tussen proces- en productgerichte activiteiten. De student heeft kennis van verschillende begeleidingsstijlen, ontwikkelt een eigen begeleidingsstijl en kan deze verantwoorden.

Leerinhoud: Studenten ontwerpen aantrekkelijke spelconcepten, multidisciplinair vormgegeven en voeren deze ook uit in practica en uiteindelijke op een tweedaagse, die als afsluiting van de cursus wordt georganiseerd. Daarbij worden naast de theorie m.b.t. conceptontwikkeling, het leiding geven aan spelprogramma’s (begeleidingsstijlen) en het vormgeven van (spel)concepten als belangrijke inhouden gezien.

Competenties: -

A2. Contact leggen & begeleiden

-

A3. Ontwerpen & ontwikkelen

-

C1. Eigen professionaliteit ontwikkelen

Omvang: 5 EC Docenten: Hely van Deventer, Aart van der Maas, Adrie Mesch, Henk van der Kraan, Freek Kennis Werkvormen: 1.

Startdag (A1 middag/avond)

2.

Hoorcolleges (A2 - A5)

3.

Werkcolleges (A2 - A5)

4.

Practica (A2 - A5 : spel & sport)

5.

Practica (A6 - A7 : beeldend/muziek/drama)

6.

Coaching

Toetsvormen: 1.

Spel-tweedaagse (ontwerp & begeleiding, 50%)

2.

Logboek (individueel, 50%)

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen

Kosten: EUR 39,95 (Creativiteit hoe? Zo!) EUR 38,5 (De Imagineer) EUR 78,75 Materiaal: Boek (verplicht) : Creativiteit hoe? Zo! Boek (verplicht) : De Imagineer Boek (verplicht) : Management, organisaties & gedrag Reader (aanbevolen) : Reader met artikelen over conceptontwikkeling Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 56 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 82 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/28/ACM-V2-CRECUM-13

Cultureel en Maatschappelijk Ondernemen

Titel


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-CMO-14 Cultureel en Maatschappelijk Ondernemen Cultural and Social Entrepreneurship 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Coaching

verplicht

3 maal per blok

540 minuten


Hoorcollege

verplicht

6 maal per blok

720 minuten


Werkcollege

verplicht

6 maal per blok

720 minuten


Cursussite

verplicht



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Ondernemingsplan


5,5

60

2


Presentatie


5,5

40

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de derdejaars cursus ‘Cultureel en Maatschappelijk Ondernemen’ gaan studenten aan het werk met ‘ondernemerschap’. Dit sluit aan op de tweedejaarscursussen ‘Projectmanagment’ en ‘Community Development’, waarin studenten onderzoek hebben gedaan naar fenomenen en ‘plekken’ in de samenleving, waar het cultureel en maatschappelijk werkterrein zich (opnieuw) ontwikkelt. Binnen deze nieuwe ontwikkelingen, waaronder ook fenomen als de ‘civic economy’ vallen, heeft de CMV-professional niet alleen een creatieve, maar ook een ondernemende attitude nodig. In het werkveld van CMV zien we dan ook in toenemende mate, at oud-studenten hun eigen onderneming starten. In de cursus Cutureel Maatschappelijk Ondernemen gaan de studenten vooral met deze ondernemende kant aan het werk - zowel in attitude als in vaardigheden - waarbij de creatieve kant op de achtergrond aanwezig blijft. 2.2 Cursus inhoud In het landelijk opleidingsprofiel Alert & Ondernemend 2.0 wordt uiteengezet op welke plaatsen CMVprofessionals actief zijn: de domeinen samenlevingsopbouw, kunst en cultuur, vrijetijd & recreatie en educatie. De samenleving verander echter in hoog tempo en is continue in beweging, waarbij momenteel de overheid meer verantwoordelijkheid bij de burger legt. Dat vereist niet alleen een flexibele professional, maar ook een ondernemende. Tussen de vier traditionele domeinen lagen en liggen thematische en fenomenologische verbindingen die belangrijk zijn, maar er ontstaan ook steeds nieuwe gebieden, terreinen en ‘lege plekken’. Denk aan (vernieuwd) cultureel ondernemerschap, sociaal makelaarschap duurzaamheidsprojecten, burgerinitiatieven, civic economy, community arts etc. De CMV-professional wordt steeds meer uitgedaagd in dat dynamische landschap ondernemend te denken en te handelen.

Ondernemerschap kent echter verschillende dimensies. De afgelopen decennia lag het primaat binnen ondernemerschap sterk op verdienmodellen, profijtbeginsel en winstoogmerk. De afgelopen jaren zien we daarin echter ook een verandering : termen als ‘sustainism’, civic economy, maatschappelijk verantwoord ondernemen, ambachtelijkheid en co-creatie duiken steeds meer op. Binnen ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ wordt bijvoorbeeld een integrale visie op ondernemerschap gehanteerd, waarbij ondernemers waarde creëeren op economisch (profit), ecologisch (planet) èn sociaal-cultureel (people) gebied. De uitspraak ‘Verbeter de wereld, begin een bedrijf’ (zie ook de verplichte literatuur) is daarbij veelzeggend en kenmerkend voor een nieuwe visie op ondernemerschap. Werkvormen · hoorcollege · werkcollege · coaching De hoorcolleges zijn met name bedoeld om te inspireren door verhalen van ondernemers uit het Cultureel en Maatschappelijk werkveld, bij voorkeur oud-studenten van de opleiding. In de werkcolleges wordt vooral de theoretische input verder ingebed en uitgewerkt, waarbij zowel de ideologische kant van ondernemerschap, als de meer praktische aan bod komt. Via coaching worden studenten voorbereid op de bedrijfspresentatie en op het ondernemersplan. Opdracht In de cursus Cultureel en Maatschappelijk Ondernemen werkt de student in groepen van drie à vier studenten aan twee opdrachten, uitgaande van het ontwerpen van een relevante onderneming in het Culturele en Maatschappelijke werkveld : a. Presentatie : studenten onderzoeken en analyseren cultureel-maatschappelijke mogelijkheden in een snel veranderende samenleving en werken dat uit tot een idee voor een relevante onderneming. Vanzelfsprekend is de onderneming geanalyseerd op sterke en zwakke kanten èn op kansen en bedreigingen. De ontworpen en uitgewerkte onderneming wordt uiteindelijk gepresenteerd aan docenten en een ‘ondernemers-forum’ op een externe, inspirerende ondernemingslocatie. b.Ondernemingsplan: de studenten ontwerpen en realiseren voor de onderneming een haalbaar ondernemingsplan. Daarbij wordt niet alleen ideologische uitgangspunten geformuleerd en onderbouwd, maar ook rechtsvorm en marketingtechnische uitgangspunten. De financiële

onderbouwing wordt daarbij voor het inleveren doorgerekend door een financieel deskundige. Competenties In de cursus werkt de student aan de volgende CMV-competenties: A3. Ontwerpen en ontwikkelen B1. Bedrijfsmatig & organisatiegericht handelen B2. Beleidsmatig & strategisch handelen C1. Eigen professionaliteit ontwikkelen Vertaald naar de opdrachten voor het ontwikkelen van een onderneming wordt dat uitgewerkt naar specifieke cursuscompetenties : · creativiteit & brainstormen · onderzoek naar innovatieve ontwikkelingen in het CMV werkveld · visie ontwikkelen op veranderend CMV-landschap · kennis en vaardigheden m.b.t. ondernemerschap · ontwikkelen van visie en strategie · presentatievaardigheden m.b.t. onder andere overtuigingskracht Leerdoelen · de student kan samen met andere studenten nieuwe - en innovatie eontwikkelingen in het werkveld onderzoeken en analyseren, vanuit een kritische analyse van de huidige samenleving; · de student kan een relevante onderneming ontwerpen, waarbij zowel ideologische - als op ondernemings-technische aspecten adequaat zijn uitgewerkt; · de student kan de ontworpen onderneming op een uitdagende en overtuigende wijze presenteren en beroepsperspectief een helder commentaar op het toekomstscenario schrijven; · de student kan groepsgewijs een goed onderbouw ondernemingsplan schrijven waarvan (omgevings)analyse, visie, uitgangspunten, producten en/of diensten, organisatie, marketingaspecten en een financieel plan deel uitmaken. Toetsing 1. Presentatie (40 %) 2. Ondernemingsplan (60%)

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 19,95 (Verbeter de wereld, begin een bedrijf) EUR 17,95 (De ondernemende ondernemer) EUR 24,95 (Het ondernemingsplan) Materiaal: Boek (verplicht) : Verbeter de wereld, begin een bedrijf Boek (verplicht) : De ondernemende ondernemer Boek (verplicht) : Het ondernemingsplan 2.5 Workload Contactduur (uren): 33 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 105 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren.

2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ACM-V3-CMO-14

Titel

Culturele en maatschappelijke ankers

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-CULTMA-13 Culturele en maatschappelijke ankers Cultural and social anchors 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

A van der Maas ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Coaching

verplicht

6 maal per blok

720 minuten


Hoorcollege

verplicht

5 maal per blok

600 minuten


Practicum

verplicht

4 maal per blok

960 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Individueel verslag


5,5

40

2


Muziektheatervoorstelling


5,5

60

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In deze tweedejaarscursus worden thema’s behandeld, die in de culturele en maatschappelijke traditie zijn verankerd en in de geschiedenis steeds opnieuw opduiken. In de diversiteit van samenlevingen met religieuze rituelen, mythologische verhalen, folkloristische gebruiken en kunstzinnige producten stelden en stellen mensen fundamentele levensvragen en zoeken antwoorden op het gebied van ‘het schone, het ware en het goede’. 2.2 Cursus inhoud Culturele en Maatschappelijke Ankers Titel module: Culturele en Maatschappelijke Ankers Verantwoording: In deze tweedejaarscursus worden thema’s behandeld, die in de culturele en maatschappelijke traditie zijn verankerd en in de geschiedenis steeds opnieuw opduiken. In de diversiteit van samenlevingen met religieuze rituelen, mythologische verhalen, folkloristische gebruiken en kunstzinnige producten stelden en stellen mensen fundamentele levensvragen en zoeken antwoorden op het gebied van ‘het schone, het ware en het goede’. De waarde van het denken over deze thema's en het vormgeven aan deze culturele en maatschappelijke thematische ‘ankers’ ligt in de mogelijkheid voor mensen om zo antwoorden te vinden op levensvragen, zin te geven aan hun leven, een plek te vinden in de maatschappij en de verbeelding te laten spreken via meertaligheid. In feite gaat het om constanten in een cultuur, het besef te leven in een samenleving die zijn oorsprong vindt in een ver, maar relevant verleden en die overeenkomsten vertoont met andere culturen. Zij staan tegenover de kortdurende verschijnselen en snel verdwijnende trends en hypes, die kenmerkend zijn voor de hedendaagse (postmoderne) cultuur. Inzicht in dit historisch continuüm van culturele aspecten is van belang voor een goede beroepsbeoefening binnen het werkveld van Culturele - en Maatschappelijke Vorming. Het is een noodzakelijke competentie om culturele en maatschappelijke ontwikkelingen en tradities te vertalen naar hedendaagse eisen voor analyses van doelgroepen, de begeleiding van groepen en het construeren van programma's en activiteiten op het brede terrein van de cultuur. In de context van de traditie manifesteert zich de hedendaagse cultuur op nieuwe wijze; het collectieve onderbewuste wordt echter gevoed door de waarden, normen en uitdrukkingsvormen van de traditie. Naast de inhoudelijke context en component(en) bestaat deze cursus uit een intensieve inleiding in muziektheater als cultureel-creatief middel. Middels een multidisciplinaire aanpak leren studenten eigen levensvragen niet alleen theoretisch in een cultureel-historische context te plaatsen, maar ook vorm te geven via een complexe meertalige vorm van beeld, geluid, spel en techniek. Het multidisciplinaire wordt mede ingegeven rond theorieën over ‘Gesamtkunstwerk’ en totaaltheater. Het onderwijs binnen deze onderwijseenheid is daarom multidisciplinair van opzet. Leerdoelen: 1. De student heeft binnen de onderwijseenheid kennis en inzicht verworven op het gebied van culturele

en maatschappelijke ankers en kan: ·

de telkens opnieuw opduikende culturele en maatschappelijke thema's (‘ankers’) herkennen en benoemen èn overeenkomsten en verschillen binnen één of meerdere thema's samen hangend beschrijven;

·

deze thema’s te plaatsen binnen een cultuurhistorische context;

·

de eigen gekozen rol (individueel) of een deelthema uitwerken en verbinden aan het in de voorstellingsgroep gemaakte theatraal-muzikaal product. 2. Op basis van de verworven kennis en inzicht is de student in staat om in groepsverband een samenhangend cultureel en maatschappelijk thema theatraal en muzikaal te verbeelden door:

·

doelgericht een vooronderzoek uit te voeren;

·

een productconcept te formuleren;

·

een scenario te ontwerpen;

·

en een eindproduct te presenteren, waarin het gekozen thema inhoudelijk en formeel tot een samenhangend geheel zijn verwerkt.

Leerinhoud: Er worden in de colleges thema’s aangereikt en uitgewerkt, die als exemplarisch gezien kunnen worden voor culturele en maatschappelijke verschijnselen in de samenleving. Verschijnselen, die in verschillende culturen voorkomen en die aansluiten bij hedendaagse levensvragen. Als leidraad hiervoor dient het onderscheidt tussen de traditionele, de moderne en de postmoderne samenleving. ·

Bij de uitwerking van het theatraal-muzikaal product, vindt de verbeelding plaats van zo’n cultureel en maatschappelijk verschijnsel. Als ondersteuning hierbij worden de volgende vaktechnische aspecten op het gebied van muziek en drama nader uitgewerkt: - verschillende aspecten van theatrale - en muzikale taal - verschillende aspecten van theatrale - en muzikale vorm - een thema omzetten naar een scenario - multidisciplinaire vormgeving van een theatraal-muzikaal product

Competenties: Segment A Agogische dienstverlening

A1. Verkennen, onderzoeken en analyseren A2. Contact leggen en begeleiden A3. Ontwerpen en ontwikkelen

De Cmv’er verkent, onderzoekt en analyseert maatschappelijke ontwikkelingen en situaties en zoekt daarbij het perspectief van mogelijkheden en kansen; hij doet onderzoek naar de leefwereld van specifieke groepen met het oog op ontwikkelings- en participatiemogelijkheden van mensen. De Cmv’er ontwerpt in het kader van agogische dienstverlening (culturele, recreatieve, educatieve en sociale) programma’s en activiteiten met - en voor diverse doelgroepen. Hij doet dat doelgericht en in dialoog met (potentiële) deelnemers en verantwoordt het ontwerp inhoudelijk, instrument-technisch en ethisch-normatief. In het ontwerpen zoekt hij een combinatie van persoonlijke ontwikkeling, beïnvloeding van bestaansvoorwaarden en vormgeving van het sociale - en culturele leven.

Omvang: 5 EC Docenten: Frits de Dreu, Adrie Mesch en Aart van der Maas (PVD) Werkvormen: Hoorcollege, Practicum (muziek en theater), Werkcollege (coaching) Toetsvormen: Presentatie (60 %) Individueel verslag (40 %) 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 24,5 (Dramatiseren, van idee tot voorstelling) (Geschiedenis van de Westerse muziek) Materiaal:

Boek (verplicht) : Dramatiseren, van idee tot voorstelling Boek (verplicht) : Geschiedenis van de Westerse muziek Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 38 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 100 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/28/ACM-V2-CULTMA-13

Titel

Educatie en participatie I jaar 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-EDUPAR-13 Educatie en participatie I jaar 2 Education and participation 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

FJ de Dreu ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

420 minuten


Training

verplicht

7 maal per blok

420 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Presentatie


5,5

50

2


Tentamen


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Inhoud

Cursus doel

In deze module maken de studenten kennis met media, kunst, sport of de stad als emancipatiemachine. 2.2 Cursus inhoud Educatie & participatie (kunst, media, sport) Studiepunten 5 EC Onderdeel: media Inhoud In deze module maken de studenten kennis met media. Media en educatie/participatie staan centraal: het uitgangspunt is op welke wijze het werken met media toepasbaar kan zijn in de CMV-beroepspraktijk. De student doet onderzoek en maakt een korte film voor een specifieke groep jongeren -als onderdeel van een agogisch project. Door middel van deze film maakt de student een actueel thema, uit het leven van jongeren gegrepen, bespreekbaar: film als agogisch instrument om te leren, te prikkelen en in beweging te brengen. Het proces van film maken wordt gevolgd in stappen: onderzoeken, ontwerpen, uitvoeren, evalueren. Om tot een volledig en goed product te kunnen komen wordt allereerst aandacht besteed aan het doen van research. Tevens wordt het medium film op praktische wijze onderzocht op zijn beeldende, technische en inhoudelijke mogelijkheden. De taal van het beeld, evenals de communicatieve potentie van film t.b.v. verandering, participatie en educatie, komen uitgebreid aan de orde: er wordt aandacht besteed aan mediapsychologie en receptietheorie om de kracht van media als agogisch middel te doorgronden.

Werkvormen Hoorcolleges, werkcolleges/practica, begeleide laboratoriumtijd

Opdrachten De student maakt een korte videofilm als onderdeel van een agogisch project (lessenserie). In deze video wordt een voor jongeren actueel thema aangekaart op zodanige wijze dat zij worden aangezet tot leren door discussie, uitwisseling, participatie, actie. De opdracht bestaat uit verschillende onderdelen: onderzoek en theoretische verantwoording; het ontwerpen van het concept en lessenserie; het maken van de videoproductie; presentatie en kritische reflectie. De student werkt in groepsverband aan de opdracht. Op onderdelen wordt de individuele bijdrage, kennis en inzicht getoetst.

Competenties Op de voorgrond: A1 – Verkennen, onderzoeken, analyseren A3 – Ontwerpen en ontwikkelen Op de achtergrond: B4- organiseren , netwerken, bemiddelen

Leerdoelen De student verwerft kennis van het doen van research en leert de resultaten om te zetten in een haalbaar projecten filmplan; De student is in staat een educatief project te ontwerpen en te ontwikkelen;

De student kan reflecteren op de interactie tussen film, filmmaker, gefilmde werkelijkheid en kijker; De student kan audiovisuele media en technieken inhoudelijk, technisch en op creatieve wijze inzetten; De student is in staat om op methodische wijze een korte film te maken voor een specifieke groep jongeren; De student is in staat de gemaakte methodische keuzes t.a.v. het werken met film in een educatieve setting te verantwoorden en te beoordelen; De student ontwikkelt een visie over het werken met media in de CMV-beroepspraktijk

Toetsing en beoordeling De student wordt beoordeeld op de volgende onderdelen: onderzoek en theoretische verantwoording concept en lessenserie videofilm presentatie en kritische reflectie videoportfolio (opdrachten tijdens training moeten voldoende zijn) theorietoets en individuele bijdrage Onderdeel: Kunst en de Wereld 5 EC”s De inhoud binnen deze cursus moet gezien worden als de basis tot het leren bevorderen van receptieve en actieve cultuurdeelname door middel van kunsteducatie. De inhoud van de kunsten wordt bestudeerd vanuit verschillende invalshoeken en zal daardoor als basis kunnen dienen voor projecten die kunsten cultuurparticipatie bevorderen. Als leidraad is gekozen voor het boek Eeuwige Schoonheid van E. H. Gombrich, omdat daarin helder is verwoord hoe het doel van kunstuitingen in de loop van de geschiedenis telkens opnieuw is aangepast aan, of ontwikkeld is binnen de context van de tijd. Een belangrijk uitgangspunt dat wordt gehanteerd is, dat de culturele en maatschappelijke vormer, wil hij kunnen bemiddelen en cultuurdeelname kunnen bevorderen, zelf kunst moet kunnen interpreteren en in een (historische) context moet kunnen plaatsen. Kunst uit de traditionele samenleving vormt de basis voor kunst uit latere tijden; die van het modernisme en postmodernisme. Deze laatste twee periodes hebben op een ander moment in het curriculum een plek gekregen. Tijdens deze cursus wordt onderzocht wat de oude kunst nog voor betekenis heeft in het heden. Vooral het maatschappelijke engagement en de beleving van kunst krijgen in deze cursus veel aandacht. Werkcolleges en coaching Bestuderen van E.H. Gombrich, Eeuwige Schoonheid en maken van een tentoonstelling naar aanleiding van het boek. Competenties: Verkennen onderzoeken analyseren; Ontwerpen en ontwikkelen Leerdoelen: De student heeft na succesvolle afronding van deze cursus inzicht verworven op het gebied van de beeldende kunst, theater en muziek vanaf de klassieke kunst tot circa 1900 en kan kunstwerken die exemplarisch zijn voor deze periode te interpreteren binnen de context van de samenleving. Op basis van het verworven inzicht is de student in staat in groepsverband een educatieve tentoonstelling samen te stellen op het gebied van de kunst van de oude tijd: op basis van een gemeenschappelijk geformuleerd uitgangspunt, waarin de historische context van de getoonde werken juist is weergegeven en de gegeven methodes adequaat zijn toegepast. Toetsing: Presentatie tentoonstelling en open boek tentamen Onderdeel Sport Jeugdsport, een verhaal apart

Inhoud van de cursus In deze cursus staat het fenomeen Jeugdsport centraal. Er wordt in de praktijk gekeken naar wat sport betekent voor jeugd in verschillende leeftijdscategorieën, de maatschappelijke context waarin dit plaatsvindt en de pedagogische kwaliteit. De theoretische input bestaat uit de volgende onderwerpen; trends in sportdeelname, sport en gezondheid, geschiedenis en organisatie van de sport in Nederland en maatschappelijke veranderingen. De student verdiept zich tevens in ontwikkelingspsychologische aspecten, methodieken en leiderschap m.b.t. jeugdsport. Uiteindelijk wordt een handelingsplan gemaakt gericht op verbetering van de pedagogische kwaliteit. Werkvormen Het onderwijs in deze cursus zal plaatsvinden in 7 werkcolleges van 3 uur aan een groep van 24 studenten en in twee keer 7 trainingen van 1 uur aan twee groepen van 12 studenten (elke groep 7 keer). Daarnaast voeren studenten individuele en groepsopdrachten uit. | Opdrachten Studenten bestuderen het boek “Jeugdsport, een verhaal apart”. Studenten doen onderzoek naar het pedagogisch klimaat binnen een sportvereniging. Studenten presenteren de voortgang van dit onderzoek . Studenten maken een onderzoeksrapport. Studenten maken een concept voor een handelingsplan ter verbetering van de pedagogische kwaliteit Studenten presenteren hun concept voor dit handelingsplan. Leerdoelen De student ontwikkelt zijn/haar visie op: 1.

Ontwikkelingsfasen van kinderen in relatie tot sport- en spelbeleving

2.

Het belang van sport, spel en beweging voor mens en maatschappij

3.

De manieren van leiding geven en begeleiden in een agogische context

De student heeft kennis van : 1.

Algemene agogische methoden (abcd-methode, outreachend werken)

2.

Sport- en spelspecifieke methodisch-didactische principes (inclusief flow in de sport)

3.

Versporting van de maatschappij en vermaatschappelijking van de sport

De student kan : 1.

Zijn kennis over methodiek toepassen in het opzetten van een praktijkonderzoek

2.

Zijn kennis over methodiek , zijn visie op jeugdsport en zijn onderzoeksresultaten verwerken in een handelingsplan ter verbetering van het pedagogisch klimaat van een sportvereniging.

3.

Verschillende onderzoekstechnieken hanteren (observeren, enquêteren, interviewen, panelgesprek voeren)

Kerntaken en competenties van de CMV’er De cursus draagt er aan bij, dat de student leert de volgende kerntaken uit te voeren, hetgeen zichtbaar wordt in de genoemde indicatoren :

A. Agogisch handelen 1.

Verkennen, onderzoeken, analyseren De Cmv’er verkent, onderzoekten analyseert maatschappelijke ontwikkelingenen situaties en zoekt daarbij het perspectief van mogelijkheden en kansen; hij doet onderzoek naar de leefwereld van specifieke groepen met het oog op ontwikkelings- en participatiemogelijkheden van mensen.

2.

Contact leggen en begeleiden

3.

Ontwerpen en ontwikkelen De Cmv’er ontwerpt een handelingsplan ter verbetering van een situatie, waarin tegengestelde belangen een rol spelen. C. Beroepsontwikkeling 7. De Cmv’er ontwikkelt de eigen professionaliteit en stuurt de eigen loopbaan.

Toetsing Voorwaarden om in aanmerking te komen voor een beoordeling zijn : 1.

De student is minimaal 80% aanwezig geweest in de werkcolleges en trainingen en heeft actief deelgenomen aan de groepsopdrachten.

2.

De student heeft zich aan de tijdsafspraken gehouden wat betreft het uitvoeren en inleveren van de

opdrachten. De beoordeling vindt plaats op basis van twee onderdelen : 1. Het schriftelijk werkstuk , waarin het onderzoeksrapport, het handelingsplan en een verantwoording van de eigen bijdrage in de groepsopdracht (weging 50 %). 2. De schriftelijke toets bestaande uit mc en open vragen (weging 50%) Beide onderdelen moeten minimaal met een 5.5 beoordeeld zijn. Herkansing Een onvoldoende kan herkanst worden middels een aanvullende of vervangende opdracht, die afhangt af van de aard van de onvoldoende. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 23,75 (Jeugdsport, een verhaal apart (alleen voor module sport)) EUR 23,95 (Films maken alles over het maken van speelfilms, documantaires (alleen voor module media)) EUR 41,99 (Eeuwige schoonheid (alleen bij module kunst)) Materiaal: Boek (verplicht) : Jeugdsport, een verhaal apart Boek (verplicht) : Films maken alles over het maken van speelfilms, documantaires Boek (verplicht) : Eeuwige schoonheid Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 102 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/28/ACM-V2-EDUPAR-13

Titel

Educatie en participatie II jaar 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-EDUPAR-14 Educatie en participatie II jaar 3 Education and participation 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Training

verplicht

7 maal per blok

420 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Werkstuk


5,5



100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Inhoud

Cursus doel

In deze module verdiepen de studenten hun kennis met media, kunst of sport. 2.2 Cursus inhoud Kunst als Podium De cursus Educatie en Participatie II: Kunst als Podium is opgezet vanuit twee verschillende invalshoeken. De eerste invalshoek is de kunst zelf: de student breidt zijn repertoirekennis uit over de verschillende podiumkunsten; respectievelijk theater, dans, muziek en performance. Het is een vervolg op Educatie en Participatie I: Kunst en de Wereld. Daar lag het accent beeldende kunst uit het verleden. In deze cursus ligt de nadruk op de moderne tijd en het heden. Er worden verbindingen tussen historische, culturele en maatschappelijke factoren gelegd en in verband kunnen brengen met artistieke ontwikkelingen. De tweede invalshoek is participatie: op welke manieren wordt en werd er geprobeerd mensen actief deel te laten nemen aan de samenleving met kunst en cultuur als middel. Binnen het kader van kunsteducatie is een van de kerntaken van een afgestudeerde CMV’er het bevorderen van kunsten cultuurparticipatie. Deze taak verricht hij in de meeste gevallen vanuit een culturele en maatschappelijke organisatie. Binnen zo’n instelling moet hij kunnen functioneren in een groter verband. Hij moet leiding kunnen geven en ontvangen en kunnen samenwerken met anderen. Hij moet projecten kunnen uitvoeren en deze projecten presenteren. Men verlangt dat hij vraaggericht werkt. De mensen waarmee hij werkt kunnen professionele kunstenaars of bemiddelaars zijn, maar ook amateurs en vrijwilligers. Daarnaast moet hij een bijdrage kunnen leveren aan de visie en missie van de instelling waar hij werkt. Deze cursus levert een bijdrage aan het ontwikkelen van visievorming hierover. Te denken valt aan opvattingen over verheffing van het volk tot en met community arts en creative partnerships. MEDIA Inhoud Deze module is een verdieping van het vak Educatie en Participatie I MEDIA. Participatie m.b.v. media staat centraal: op welke wijze is het werken met media toepasbaar in de CMVberoepspraktijk. Uitgangspunt is het veranderkundig –maatschappijkritisch- model van Donkers. Tevens onderzoekt de student de werking van beeld en (journalistieke) media m.b.v. literatuur, fotografie en film. Dit gebeurt aan de hand van thema’s als media, macht en beeldvorming , media in de wijk en mediaeducatie. De student leert op methodische wijze contact te leggen met bewoners van een wijk en maakt in samenspraak met hen een aantal korte mediaproducties over de actualiteit en het leven in de wijk. Tevens ontwikkelt hij een portfolio waarin zijn visie op participatie en het werken met media in de CMVberoepspraktijk wordt uitgewerkt. Werkvormen Werkcolleges, practica, begeleide laboratoriumtijd Opdrachten De student maakt een serie korte videoproducties in samenspraak met wijkbewoners De student maakt een verslag/portfolio (open vragen). Competenties

Verkennen, onderzoeken en analyseren Het maken van een analyse van de sociale en culturele omstandigheden van bepaalde groepen (sociale/culturele kaart) De verschillende aspecten van culturele identiteitsvorming herkennen en benoemen Gebruik maken van wetenschappelijke onderzoek en bestaande theorieën (literatuur) Het onderzoeken van de kracht van de cultureel creatieve methodiek in een sociaalagogische setting Ontwerpen en ontwikkelen De CMV’er ontwerpt programma’s vanuit een visie en in een samenhangend concept: gebaseerd op theoretische kennis van de context en het inhoudelijke vraagstuk dat in het geding is met een methodische aanpak en werkwijze in samenwerking/samenspraak met betrokkenen tegemoetkomend aan de behoefte van mensen om te participeren in de samenleving, te leren, zich te ontwikkelen en zich te vermaken. Leerdoelen De student leert aan de hand van het maatschappijkritisch model van Donkers contact te leggen met wijkbewoners en een serie korte videoproducties te maken. Daarnaast leert hij –op basis van onderzoekzijn visie over de werking van media en participatie m.b.v. media te formuleren, uit te werken en te verantwoorden (portfolio). Toetsing en beoordeling Verslag/portfolio, weging 100% 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 23,75 (Jeugdsport, een verhaal apart (alleen voor module sport)) EUR 23,95 (Films maken alles over het maken van speelfilms, documantaires (alleen voor module media)) EUR 42,5 (Veranderen in meervoud. Een driedimensionale kijk op de sociale veranderkunde (alleen bij de module kunst)) Materiaal: Boek (verplicht) : Jeugdsport, een verhaal apart Boek (verplicht) : Films maken alles over het maken van speelfilms, documantaires Boek (verplicht) : Veranderen in meervoud. Een driedimensionale kijk op de sociale veranderkunde Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 111

Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ACM-V3-EDUPAR-14

Titel

Eindpresentatie afstudeerfase

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V4-EINDPR-09 Eindpresentatie Graduation: final presentation 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Afstudeerproject

verplicht

1 maal per week

840 minuten

Cursussite

verplicht

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 1: blok 1

Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 125 Toelichting bij werkvorm Afstudeerproject: Alleen in week A9 en A10.

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Eindpresentatie

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


2

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1, week 36 2. blok 2, week 46 3. blok 3, week 6 4. blok 4, week 16 5. blok 5, week 27

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De afstudeerperiode van CMV is een integrale fase en bestaat uit 3 onderdelen: 1. Het praktijkproject (15 EC) 2. Het schriftelijke werkstuk (10 EC) 3. De eindpresentatie (5 EC) Het totale aantal te behalen studiepunten is 30 EC. De onderdelen 1 en 3 zijn groepsopdrachten. Onderdeel 2 is een individuele opdracht 2.2 Cursus inhoud Opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming – Hoofdfase – Studiejaar 4 Cursusnaam Afstudeerfase Culturele en Maatschappelijke Vorming Aantal te behalen studiepunten 30 EC Inhoud van de cursus De afstudeerperiode van CMV is een integrale fase en bestaat uit 3 onderdelen: 4. Het praktijkproject (15 EC) 5. Het schriftelijke werkstuk (10 EC) 6. De eindpresentatie (5 EC) Het totale aantal te behalen studiepunten is 30 EC. De onderdelen 1 en 3 zijn groepsopdrachten. Onderdeel 2 is een individuele opdracht. De invulling van de afstudeerfase is gebaseerd op: ‘Alert en Ondernemend 2.0 – Opleidingsprofiel Culturele en Maatschappelijke Vorming’, 2009. ‘Onderwijsbeleidsdocument CMV-HU 2009-2010’, 2009. De inhoud van de afstudeerfase richt zich in de kern op: sociaal-agogische beroepstaken een cultureel-creatieve benadering sociaal en cultureel ondernemerschap De student is in staat een relevant innovatief product en/of dienst te ontwerpen en de implementatie daarvan te verantwoorden voor de opdrachtgever. Hij is in staat zijn visie op de actuele beroepspraktijk te verantwoorden voor de opleiding. Hij toont aan dat hij ‘eigenaar’ is geworden van het vak. Voorwaarden. e Alle studenten hebben de 3 jaars stage met een voldoende afgesloten. De totale afstudeerfase is realiseerbaar binnen de aangegeven studiebelasting van 840 uur per student Beoordeling. De student wordt op bachelorniveau beoordeeld op: Zelfstandigheid: voert regie bij het uitvoeren van opdrachten Transfer: vertaalt kennis en vaardigheden naar een aanpak met andere disciplines Complexiteit: bedenkt oplossingsstrategieën bij meervoudig complexe zaken Verantwoordelijkheid: is aanspreekbaar op de aanpak, de coördinatie, de continuïteit en op het resultaat Startgesprek. De projectgroep houdt een startgesprek met de afstudeerbegeleider. Daarin worden alle voorwaarden en criteria van de afstudeerfase (praktijkproject, schriftelijk werkstuk, eindpresentatie en eindnotitie) grondig doorgesproken. Ook worden afspraken vastgelegd over de wijze van samenwerken.

Opdrachten 1. Het praktijkproject (15 EC).

Een groep van 3 studenten (projectgroep) verwerft een opdracht in het werkveld. a. De opdrachtgever stelt een concrete vraag of er is een concreet probleem binnen de organisatie. De projectgroep oriënteert zich op de vraag en/of het probleem en doet vooronderzoek of de opdracht kan leiden tot een innovatief product en/of dienst. Zij werken hiervoor en projectvoorstel uit. b. De projectgroep verricht onderzoek en maakt een analyse gericht op de oplossing van de vraag en/of het probleem. Het resultaat is een concept voor het product en/of de dienst. c. De projectgroep werkt het concept uit tot een voorlopig ontwerp. d. Het voorlopige ontwerp wordt in de praktijk getoetst. Vervolgens formuleert de projectgroep een definitief ontwerp. e. De projectgroep biedt het definitieve ontwerp aan de opdrachtgever aan en doet in een beleidsadvies een voorstel tot implementatie van de innovatie. Competenties. Binnen het praktijkproject worden de onderstaande competenties aangetoond ‘Alert en Ondernemend 2.0’: Segment A: Agogisch Handelen: 1. Verkennen, onderzoeken, analyseren 2. Contact leggen en begeleiden 3. Ontwerpen en ontwikkelen 4. Organiseren, netwerken en bemiddelen Segment B: Ondernemend Handelen 5. Bedrijfsmatig en organisatiegericht handelen 6. Beleidsmatig en strategisch handelen 2. Het schriftelijke werkstuk (10 EC). De student schrijft een theoretisch werkstuk: a. de student kiest een actueel onderwerp uit de beroepspraktijk van CMV b. hij legt een inhoudelijke verbinding met de praktijkopdracht c. hij baseert zich op bestaand wetenschappelijk onderzoek d. bij het analyseren van het onderwerp integreert hij bestaande theorieën over maatschappelijke ontwikkelingen en over specifieke groepen e. in de argumentatie en conclusie(s) geeft de student blijk van zijn eigen professionele beroepsopvatting Competenties. Bij het schriftelijke werkstuk worden de onderstaande competenties aangetoond: ‘Alert en Ondernemend 2.0’: Segment A: Agogisch Handelen: 1. Verkennen, onderzoeken, analyseren Segment C: Beroepsontwikkeling 7. Eigen professionaliteit ontwikkelen 3. De eindpresentatie (5 EC) Een groep van 3 studenten (projectgroep) voert een eindpresentatie uit. a. De projectgroep kiest voor de eindpresentatie een actueel thema uit de beroepspraktijk van CMV, dat een inhoudelijke relatie heeft met de praktijkopdracht (1.) en het schriftelijke werkstuk (3.) en daaraan nieuwe inzichten toevoegt b. In de uitwerking van het thema laten de studenten zien, dat zij hun eigen opvattingen als beginnend beroepsbeoefenaar inhoudelijk kunnen legitimeren. In de uitwerking wordt verbinding gelegd met bredere cultureel-maatschappelijke vraagstukken en komt de wisselwerking tussen theoretische en normatieve kaders van het beroep aan de orde c. Bovendien laten de studenten zien dat ze een eigen visie hebben op creatief-culturele methodieken en tonen zij aan dat zij de creatief-culturele middelen beheersen d. Deze visie en vaardigheden komen tot uiting in de uitvoering van de eindpresentatie, waarin inhoud, vormgeving en performance elkaar in onderlinge samenhang versterken Competenties

In de eindpresentatie worden de onderstaande competenties aangetoond ‘Alert en Ondernemend 2.0’: Segment C: Beroepsontwikkeling 8. Het ontwikkelen van de beroepspraktijk en het beroepsmatig handelen 9. Profileren, legitimeren en maatschappelijke steun verwerven ‘Onderwijs Beleids Document CMV-HU 2009-2010 – Culturele en Maatschappelijke Vorming Utrecht’: Kwalificaties Cultureel-Creatieve Methodiek Het vermogen tot het methodisch, creatief en reflectief inzetten van audio-visueel, beeldend, drama, muziek en sport en spel t.b.v. het initiëren van leerprocessen van individuen en groepen en t.b.v. participatie en activering van groepen. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 125 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/16/ACM-V4-EINDPR-09

Titel

IST stage eind en supervisie jaar 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-ISTSUP-14 IST stage jaar 3 eindevaluatie en supervisie International internship year 3 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Stage

verplicht

3 maal per blok

23250 minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR

Cursussite Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 30

1.12

Toetsen: Aantal keren dat een toets wordt aangeboden in een collegejaar


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Eindevaluatie IST


5,5

85

2


Supervisie eindevaluatie


5,5

15

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De stage start in week B1 en loopt door tot en met het einde van blok C. De student loopt in principe vijf dagen per week stage; er zijn echter een aantal lessen/gesprekken/terugkomdagen in het kader van studieloopbaanbegeleiding en supervisie. 2.2 Cursus inhoud STAGE EN SUPERVISIE jaar 3 Periode BC 25 ec (stage 23 ec; supervisie: 2 ec) A. STAGE JAAR 3 Stagebegeleiding : door de eigen mentor/studieloopbaanbegeleider Stagecoördinator : Hely van Deventer en/of Kees Bouwman Periode stage : BC; de stage jaar 3 valt binnen 2 lesperiodes van totaal 22 weken, te weten van maandag 10 november 2014 (week B1) tot en met vrijdag 10 april 2015 (week C10); binnen deze periode lopen studenten in totaal 20 weken x gemiddeld 32,2 uur = 644 uur (incl. rapportages) Omvang stage : 644 uur Studiepunten : 23 EC voor de totale stage Inhoud, periode en toelatingsvoorwaarden De stage start in week B1 en loopt door tot en met het einde van blok C. De student loopt in principe vier dagen per week stage, maar een andere verdeling van de uren over de week is denkbaar. Er zijn een aantal lessen/gesprekken in het kader van mentoraat/studieloopbaan en supervisie. Mogelijk worden er ook een aantal terugkomdagen gepland, waarvoor dan een verplichte aanwezigheid van toepassing is. Zie hiervoor de studiehandleiding Mentoraat/Studieloopbaan CMV jaar 3, 2014 – 2015 en de studiehandleiding Supervisie 2014-2015. In de beroepsopleidende stage groeit de student toe naar de rol van beginnend zelfstandig beroepsbeoefenaar. Daartoe kan de student ingezet worden op alle voorkomende HBO-taken binnen de CMV-relevante stageorganisatie. In het kader van mentoraat/studieloopbaan jaar 3 heeft de student voorafgaand aan de stage een stagenotitie opgesteld met de volgende inhoud: korte omschrijving van ‘wensen m.b.t. de stageplaats’, beschrijving van de stageplaats in het kort en een beschrijving van de stagetaken. Indien de student gekozen heeft voor een accentroute moet er voor 50% aantoonbaar gewerkt worden in de accentroute. Alle relevante instructies met betrekking tot de stagenotitie staan in de studiehandleiding stage CMV jaar 3, 2014 – 2015. Voordat de student aan de stage jaar 3 mag beginnen moet voldaan zijn aan de volgende toelatingsvoorwaarden: De student heeft het propedeusediploma behaald. De student heeft in de hoofdfase van de studie – dus in principe in jaar 2 – minimaal 45 EC’s behaald (op Osiris). Studiepunten die behaald zijn in het derde studiejaar - voorafgaand aan de start van de stage – tellen overigens ook mee bij het voldoen aan deze voorwaarde. De student heeft mentoraat/studieloopbaan jaar 2 afgerond (staat op Osiris). De student heeft de beroepsvoorbereidende stage jaar 2 behaald (staat op Osiris). De notitie m.b.t. de stage jaar 3 is afgerond en is goedgekeurd door de mentor/studielooppbaanbegeleider. De inhoud van de stagenotitie wordt toegelicht in de studiehandleiding stage CMV jaar 3, 2014 – 2015. Het stagecontract is ondertekend door alle partijen. De student moet zelf de stageorganisatie informeren indien hij/zij niet tijdig stagewaardig is. In de studiehandleiding stage jaar 3 CMV 2014 – 2015 staan allerlei instructies en aanwijzingen over onder meer het volgende:  criteria waaraan een stageorganisatie en de praktijkbegeleider van die organisatie moeten voldoen:  hoe de student op zoek kan gaan naar een stage, welke stappen er gezet moeten worden om goedkeuring en een stagecontract te krijgen:  hoe de student wordt begeleid tijdens de stage:

 wat er qua verslaglegging verwacht wordt van de student:  hoe de beoordeling plaatsvindt:  enz. Studenten jaar 3 kunnen hun stage jaar 3 ook doen in het buitenland. In de studiehandleiding stage jaar 3 CMV, 2014 – 2015 staan de voorwaarden waaraan voldaan moet worden en de nodige instructies De studiehandleiding stage jaar 3 CMV, 2014 – 2015 is in juli 2014 beschikbaar. Het praktijkbureau Social Work Het praktijkbureau Social Work informeert studenten én werkveld over de mogelijkheden voor stages en praktijkopdrachten. Het ondersteunt studenten bij het vinden van een geschikte stage. De medewerkers zorgen dat de stagebestanden voor de studenten beschikbaar zijn, ze onderhouden de contacten met het werkveld om stagevacatures te vervullen en om nieuwe vacatures te werven. Het praktijkbureau ziet erop toe dat organisaties voldoen aan de criteria die de opleidingen stellen. De student mag alleen bij een, door het praktijkbureau vooraf goedgekeurde organisatie gaan stagelopen. Verder verzorgt het praktijkbureau de administratieve afhandeling van de stages, zoals de contracten. Het praktijkbureau heeft een eigen site (ook te bereiken via de OISW-site) met koppelingen naar het stagebestand (STAR) en studiehandleidingen: zie URL hieronder. Via deze site kan de student ook de benodigde formulieren downloaden voor de stage. Ook is er relevante, actuele informatie met betrekking tot stagezaken te vinden. Het is van belang dat de student het praktijkbureau op de hoogte stelt van wijzigingen in adressering, praktijkbegeleider etc. Informatie m.b.t. het praktijkbureau en bereikbaarheid URL: praktijkbureau. Kamer: 2.81 Telefoonnummer: (088) 481 99 56 of 481 96 27 E-mail: [email protected] Spreekuren: maandag t/m donderdag van 10.00 tot 13.00 uur B. SUPERVISIE JAAR 3 Onderdeel supervisie Periode BC (parallel aan de stage jaar 3) 2 ec Supervisie : door de supervisor Coördinator supervisie : Henk van der Kraan Vooraf voor IST-studenten IST-studenten worden door de IST-stagecoördinator Henk Konijnenbelt in periode A 2013-2014 geïnformeerd over de gang van zaken m.b.t. supervisie in het buitenland.

Inhoud / wat is supervisie Bij supervisie gaat het om leren voor het beroep en leren over jezelf in dat beroep. Bij supervisie leert de supervisant om naar zichzelf te kijken als beroepskracht ‘in ontwikkeling’. Hij legt als het ware zijn gedrag, capaciteiten en wie hij is als beroepskracht onder de loep. De supervisie is verplicht voor alle studenten die de beroepsopleidende stage volgen. Supervisie is een begeleidingsmethode die stimuleert tot onderzoekend leren denken, voelen en handelen ten aanzien van eigen werkervaringen. De basis voor supervisie is de samenwerkingsrelatie tussen supervisor en supervisanten. Doel is om een leerproces bij de supervisant op gang te brengen en uit te bouwen. Het leerproces is gericht op het reflecteren op hbo-niveau ten aanzien van het functioneren van de supervisant als beginnend beroepsbeoefenaar. Werkwijze en opdrachten Er zijn tien supervisiebijeenkomsten van 2,5 uur verspreid over de periodes B en C. Supervisie heeft een aantal vaste uitgangspunten: De supervisant heeft iedere bijeenkomst een situatie-inbreng. De supervisant levert na iedere bijeenkomst een reflectieverslag in. Je bent er zelf verantwoordelijk voor te zorgen dat stage en supervisie parallel blijven lopen. Er wordt gewerkt in groepen van vier personen. Elke supervisiebijeenkomst duurt 2,5 uur. De planning is in overleg met supervisor en werkgroep. Voorafgaand aan zowel de midden- als de eindevaluatie lever je een verslag in, zoals gespecificeerd in de studiehandleiding Supervisie 2013-2014.

Competenties Bij supervisie staat de volgende competentie centraal: C.7, ‘het ontwikkelen van de eigen professionaliteit’. Meer op de achtergrond spelen nog twee competenties een rol, namelijk: A.1 ‘contact leggen en begeleiden’ en B.6 ‘bedrijfsmatig en organisatiegericht handelen’. Leerdoelen Verder kun je je eigen leerdoelen bij het werken aan andere competenties uitwerken. Voorbeeld: wat kom ik tegen bij het leidinggeven aan een specifieke groep in een bepaalde situatie. Hierbij kunnen bijvoorbeeld persoonlijke leerdoelen maar ook het door jou hanteren van methoden of leiderschaps- stijlen aan de orde komen. Je persoonlijk leren kan hier een verbinding krijgen met het beroepsleren van de competenties, die nodig zijn voor deze persoonlijke vraag. De supervisiemethode is gericht op een integratie van leren van jou als persoon en de ‘body of knowledge’ van je beroep. Toetsing en beoordeling Voorwaardelijk: supervisie heeft een aanwezigheidsplicht van 100%. Daarmee gaan supervisieactiviteiten vóór stageactiviteiten. Je supervisie wordt op basis van een beoordelingsformat eenmaal beoordeeld door je supervisor: er is een eindevaluatie die beoordeeld moet worden met een voldoende, een cijfer 5,5 of hoger. . Herkansing De supervisor geeft, afhankelijk van de fase van procesbeoordeling in het beoordelingsformat, een advies m.b.t. de herkansing aan de supervisiecoördinator. In overleg met de supervisor geeft de supervisiecoördinator een eindoordeel voor een nader te bepalen aantal zittingen. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 388 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 30 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ACM-V3-ISTSUP-14

Titel

Methodiek en agogiek I

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-METHA1-13 Methodiek en agogiek I Theory of learning and change I 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

H van Deventer ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Presentatie


5,5

50

2


Tentamen


5,5

50

2



Cursus doel

Competenties

A.1.

Verkennen, onderzoeken, analyseren

A.2.

Contact leggen en begeleiden (achtergrond)

A.3.

Ontwerpen en ontwikkelen

B.2.

Beleidsmatig & strategisch handelen (achtergrond)

C.9.

Profileren, legitimeren en maatschappelijke steun verwerven

Voorgrond ( A.1, 3 en C.9)betekent dat die competenties expliciet in de toetsing terugkomen. Achtergrond (A.2 en B2) betekent dat die competenties expliciet aanwezig zijn, maar niet worden getoetst.

Leerdoelen

·

De student kan een waardevolle gebeurtenis of waardevolle ontmoeting omzetten naar een eigen verhaal, waarbij gestart is vanuit ‘een ontmoeting’.

·

De student kan het eigen verhaal in een agogische en omgevingscontext plaatsen.

·

De student kan diverse bronnen, onderzoeken, literatuur, documentaires, interviews, betekenissen en contextgevoeligheid thematiseren en vertalen naar het eigen verhaal.

·

De student heeft het verhaal opgebouwd volgens het principe: zetel – boodschap – verbinding met publiek (HC 2).

·

De student kan het persoonsgerichte paradigma volgens Donkers (2012) met de daarbij behorende geschiedenis en onderliggende theorieën, methodieken en leertheorieën in eigen woorden omschrijven, en toepassen op het eigen verhaal.

·

De student kan de diverse thema’s, theorieën, methodieken en leertheorieën inhoudelijk met elkaar verbinden.

Cursus inhoud

De inhoud van deze cursus gaat specifiek in op het ‘persoonsgerichte’ paradigma volgens G.Donkers (2012) en op de kracht van persoonlijke verhalen (narratieve theorie, zie bijlage 1). De hoorcolleges geven

een theoretische fundering over het tijdsgewricht waarin wij leven, de historie van de mens van object naar subject. De plaats van de mens in de context van de veranderende samenleving en daarmee de ontstaansgeschiedenis van het ‘persoonsgerichte’ paradigma.

2.2 Cursus inhoud Methodiek en agogiek I De kracht van verhalen 5 ec Inhoud: -

Brede methodiek begrip volgens Winkelaar

-

Methodiek en agogiek met als uitgangspunt ‘het persoonsgerichte model’ volgens G.Donkers

-

Context en historie van mensbeelden

-

De mens als subject

-

Methodieken gekoppeld aan het persoonsgerichte model

-

Leertheorieën en agogiek

-

Storytelling

-

Ik – jij – de anderen/ zetel – boodschap – verbinding

-

Publieksperceptie

-

Het ontwerpen van eigenverhalen naar een verhaal Werkvormen:

Per lesweek: 3 uur hoorcollege + 2 uur werkcollege Opdrachten: -

presentatie ‘verhaal’ (50%)

-

schriftelijke toets (50%) Competenties:

-

A.1. Verkennen, onderzoeken, analyseren

-

A.3. Ontwerpen en ontwikkelen

Leerdoelen: -

De studenten kunnen het eigen verhaal agogisch inzetten op micro niveau

-

De studenten kunnen andermans verhaal interpreteren en in de veranderkundige context zetten.

De studenten kennen het persoonsgerichte model/ persoonsgerichte paradigma/ volgens Donkers (2012) met de daarbij behorende geschiedenis en onderliggende theorieën, daaruit voortvloeiende methodieken en leertheorieën

Toetsing en beoordeling: -

presentatie ‘verhaal’ (50%)

-

schriftelijke toets (50%)

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 38,5 (Veranderen in meervoud een driedimensionale kijk op sociale veranderkunde) EUR 16,95 (Professioneel vertellen) Materiaal: Boek (verplicht) : Veranderen in meervoud een driedimensionale kijk op sociale veranderkunde Boek (verplicht) : Professioneel vertellen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 102 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd

2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/28/ACM-V2-METHA1-13

Titel

Methodiek en agogiek II

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-METHA2-13 Methodiek en agogiek II Theory of learning and change II 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

A van der Maas ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Training (groepsopdracht)


5,5

50

2


Verslag (indiv.inhoudelijke reflectie)


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Een kerntaak van de CMV’er bestaat uit het begeleiden van sociale leerprocessen en het aanspreken van burgers (in wording) op hun zelfsturende en zelforganiserend vermogen. In het werkveld begeleiden, coachen en trainen CMV’ers groepen mensen, bijvoorbeeld vrijwilligers, een groep collega’s, leerlingen, etc. CMV’ers werken vaak met groepen mensen en kunnen op meso-niveau interventies doen om veranderingsprocessen in goede banen te leiden. Versterking van het zelfregulerend vermogen van groepen en organisaties staat daarbij centraal. 2.2 Cursus inhoud Cursus Methodiek en Agogiek II : Lerende groepen Studiepunten 5 ects Inhoud Een kerntaak van de CMV’er bestaat uit het begeleiden van sociale leerprocessen en het aanspreken van burgers (in wording) op hun zelfsturende en zelforganiserend vermogen. In het werkveld begeleiden, coachen en trainen CMV’ers groepen mensen, bijvoorbeeld vrijwilligers, een groep collega’s, leerlingen, etc. CMV’ers werken vaak met groepen mensen en kunnen op meso-niveau interventies doen om veranderingsprocessen in goede banen te leiden. Versterking van het zelfregulerend vermogen van groepen en organisaties staat daarbij centraal. Werkvormen Hoorcollege en werkcollege. Opdrachten De studenten werken vanuit het sociaal technologische paradigma aan een zelfontworpen training voor een andere klas. Daarvoor doen ze tevens theoretisch onderzoek naar onder andere het rationalisme, gedragspsychologie en systeembenadering en maken een schriftelijk tentamen. Competenties In de cursus werken de studenten in het bijzonder aan de volgende competenties: A.1. Verkennen, onderzoeken, analyseren A.2. Contactleggen en begeleiden A.3. Ontwerpen en ontwikkelen Leerdoelen De volgende leerdoelen dienen gerealiseerd te zijn aan het einde van de module: De studenten kennen het sociaal technologisch model/ sociaal technologische paradigma volgens Donkers (2012) met de daarbij behorende geschiedenis en onderliggende theorieën; De studenten weten wat methodiek en agogiek is in context van het sociaal technologisch model; De studenten kunnen voor de eigen doelgroep (andere klas) een training ontwerpen, ontwikkelen en uitvoeren binnen het sociaal technologisch paradigma. Toetsing Schriftelijke toets 50% Training ontwikkelen en uitvoeren 50%

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 38,5 (Veranderen in meervoud een driedimensionale kijk op sociale veranderkunde)

EUR 26,95 (Warming-ups en energizers) Materiaal: Boek (verplicht) : Veranderen in meervoud een driedimensionale kijk op sociale veranderkunde Boek (verplicht) : Warming-ups en energizers Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 103 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/28/ACM-V2-METHA2-13

Titel

Politiek en Beleid I

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-POLBEL-13 Politiek en Beleid I Politics and Policy I 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

PGE Wijntuin ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Individueel verslag


5,5

40

2


Onderzoek in tweetallen


5,5

60

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In deze cursus worden studenten bekend gemaakt met de huidige ontwikkelingen op het terrein van lokaal sociaal beleid en wat deze betekenen voor het werkveld van CMV en Sociaal Werk. Trefwoorden zijn onder meer: actief burgerschap, decentralisering, marktwerking en bezuinigingen. 2.2 Cursus inhoud Politiek en beleid I: Lokaal sociaal beleid in thema’s Studiepunten 5 ects Inhoud In deze cursus worden studenten bekend gemaakt met de huidige ontwikkelingen op het terrein van lokaal sociaal beleid en wat deze betekenen voor het werkveld van CMV en Sociaal Werk. Trefwoorden zijn onder meer: actief burgerschap, decentralisering, marktwerking, bezuinigingen en de particiaptiesamenleving. De verzorgingsstaat zit in enkele belangrijke veranderingen, mede veroorzaakt door sociaal-economische, politieke en sociaal-culturele ontwikkelingen. Het is van belang dat studenten de historie van de verzorgingsstaat kennen, oog krijgen voor maatschappelijke ontwikkelingen en van daaruit kunnen doorzien hoe de verzorgingsstaat zich in de toekomst zal ontwikkelen. Door eerder genoemde verschuivingen, is het sociale domein sterk in verandering geraakt. Deelsectoren en zelfstandige organisaties dienen steeds meer samen te werken en zich actief te verhouden tot de lokale sociale agenda. De roep om een meer actieve(re) rol voor burgers binnen publieke organisaties gaat gepaard met kritiek op de huidige versnippering van het werk en bureaucratische tendensen. De verschillende ontwikkelingen hebben ook gevolgen voor de diverse sociale beroepen. Bepaalde competenties winnen aan belang, andere verdwijnen meer naar de achtergrond. Voor alle beroepen geldt de toegenomen noodzaak van samenwerking en afstemming. Aan de hand van een aantal praktische thema’s maken studenten kennis met het lokaal sociaal beleid en onderzoeken zij de wijze waarop het beleid vorm krijgt in de praktijk en wat de invloed ervan is op organisaties uit het (lokale) CMV-beroepenveld. Politiek en beleid I: Lokaal sociaal beleid in thema’s, is de eerste cursus in de hoofdfase die betrekking heeft op de (lokaal)beleid en onderzoek. Werkvormen Werkcollege. Opdrachten De eindopdracht bestaat uit twee onderdelen: Opdracht 1: Individuele schriftelijke opdracht (40%): Canon Sociaal Werk. Je verdiept je in de canon sociaal werk en daarmee in de ontwikkeling van het werkveld van CMV en social work. Zie http://www.canonsociaalwerk.eu/ Opdracht 2: Schriftelijke opdracht in duo’s (60%) op basis van veldonderzoek naar lokaal beleid Papieren inkijk lokaal sociaal beleid (veldopdracht). In deze opdracht toon je als student inzicht te hebben verworven in lokaal sociaal beleid. Een bestaande praktijksituatie, gekoppeld aan een beleidsthema, wordt als uitgangspunt genomen. Aan deze toets zit een presentatie aan de medestudenten verbonden, waarbij je een beeldende inkijk geeft op het door jullie onderzochte thema en op zoek gaat naar parels of leerzame mislukkingen van het betreffende lokaal sociaal beleid. Competenties In de cursus werken de studenten in het bijzonder aan de volgende competenties: A.1. Verkennen, onderzoeken, analyseren B.6. Beleidsmatig en strategisch handelen C.8 Het ontwikkelen van de beroepspraktijk en het beroepsmatig handelen Leerdoelen

In de cursus Politiek en Beleid I: Lokaal sociaal beleid in thema’s werk je aan de volgende onderwijsdoelen: Je bent bekend met de inhoud van begrippen die tijdens de cursus aan de orde komen en kunt deze hanteren in diverse opdrachten; Je kunt de ontstaansgeschiedenis van de verzorgingsstaat weergeven; Je kunt een schets geven van de toekomst van de verzorgingsstaat; Je hebt zicht op hoe lokaal sociaal beleid tot stand komt; Je bent bekend met brede maatschappelijke ontwikkelingen en hoe deze doorwerken in lokaal sociaal beleid; Je kunt in eigen woorden aangeven wat het begrip burgerschap inhoudt en plaatst dit begrip in het verleden, heden en in de toekomst op het gebied van lokaal sociaal beleid; Je analyseert de canon sociaal werk en classificeert de vensters op het werkveld van CMV; Je traint diverse studievaardigheden zoals het kunnen vinden/lezen/begrijpen van relevant beleidsonderzoek, het kunnen verwoorden/samenvatten van huidige beleidskwesties en het op onderbouwde en genuanceerde wijze formuleren van de eigen mening over een belangrijke lokale beleidsontwikkeling Je kunt deze cursus een plaats geven binnen jouw studie CMV. Toetsing Individuele schriftelijk verslag 40% Verslag beleidsonderzoek in tweetallen 60%

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 17,95 (Sociaal doe-het-zelven: de idealen en de politieke praktijk) Materiaal: Boek (verplicht) : Sociaal doe-het-zelven: de idealen en de politieke praktijk Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 117 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/28/ACM-V2-POLBEL-13

Titel

Politiek en Beleid II jaar 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-POLBEL-14 Politiek en Beleid II Politics and Policy II 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Presentatie


5,5

50

2


Werkstuk/essay


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student is in staat om op basis van eigen onderzoek op meso- en macroniveau een eigen opvatting te ontwikkelen m.b.t. beleidsmatig en strategisch handelen van organisaties. De student is in staat om te reflecteren op de profilering en legitimering van organisaties in het werkveld. De student ontwikkelt een visie op de mogelijke bijdrage van CMV aan de beantwoording van maatschappelijke vraagstukken en verwoordt die visie op een concrete wijze. De student kan maatschappelijke ontwikkelingen analyseren en duiden 2.2 Cursus inhoud In deze cursus worden studenten uitgedaagd om vanuit politiek-filosofische denkkaders te reflecteren op de visie, missie en veranderstrategie van organisaties in het werkveld. Daarbij zoomen ze uit van het mesoniveau van organisaties naar het macroniveau: filosofische paradigmata, politieke stromingen beleidsontwikkelingen in hun historische context. Om vervolgens een eigen standpunt kunnen te bepalen ten aanzien van het huidige sociale en culturele beleid en de invloed daarvan op organisaties. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 117 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ACM-V3-POLBEL-14

Titel

Praktijkonderzoek

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-ONDERZ-13 Praktijkonderzoek Practical research 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

SJ Geelhoed ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten

Cursussite

verplicht



1.12


Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Onderzoeksrapport


5,5

60

2


Presentatie


5,5

40

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Onderzoek doen is zoeken naar een antwoord op iets dat je niet weet en wel wilt weten. Hiervoor gebruik je een systematische, methodische en structurele aanpak. 2.2 Cursus inhoud Praktijkonderzoek 2014-2015 5 EC Periode A Inhoud In de beroepspraktijk worden Cmv’ers - en andere Social Workers - geconfronteerd met situaties en vragen die nader onderzoek behoeven voordat een interventiestrategie ontwikkeld kan worden. Onderzoek doen is zoeken naar een antwoord op iets dat je niet weet en wel wilt weten. Hiervoor gebruik je een systematische, methodische en structurele aanpak. Als je onderzoek op een methodische wijze uitvoert, dan levert het gefundeerde antwoorden op die aan gerichte verbeteringen van de beroepspraktijk kunnen bijdragen of ondersteuning kunnen bieden voor de ontwikkeling van het instellingsbeleid. Het zelf doen van onderzoek en het kunnen beoordelen van de kwaliteit van onderzoek dat door anderen is uitgevoerd zijn essentiële vaardigheden om op het niveau van HBO-professional te kunnen functioneren. In deze onderwijseenheid word je vertrouwd gemaakt met het doen van praktijkonderzoek en de fasen die je moet doorlopen om tot valide, betrouwbare en bruikbare uitkomsten te komen. De onderzoeksmodule wordt gekoppeld aan de blokstage die plaatsvindt in periode B en C. Tijdens de stage wordt een opdrachtgever geworven om daadwerkelijk onderzoek in de praktijk te kunnen doen. Op deze manier wordt er verband gelegd met andere onderwijsactiviteiten, waardoor een wisselwerking tussen theorie en praktijk en integratie van lesstof ontstaat. Werkvormen Studenten krijgen een aantal werkcolleges, waarin een theoretisch fundament wordt gelegd en een onderzoeksopzet uitgewerkt, informatie verstrekt over het verzamelen en verwerken van gegevens. Studenten worden gekoppeld aan een opdrachtgever uit het werkveld die een onderzoeksvraag heeft en voeren het onderzoek in groepjes van vier uit. De docent begeleidt het onderzoeksproces van de studenten en ondersteunt hen middels feedback bij het maken van keuzes bij de uitvoering van het onderzoek. Begeleiding vindt plaats tijdens de werkcolleges. De opdracht Het uitvoeren van een echt onderzoek (met opdrachtgever) in de praktijk van het CMV en Social Work domein. Er wordt aandacht besteed aan de theorie en methoden en technieken van praktijkgericht onderzoek. Speciale aandacht zal worden besteed aan actieonderzoek. Docenten zullen zoveel mogelijk een overkoepelend thema op de kaart zetten waartoe de studenten zich kunnen verhouden. Op deze manier kunnen de verschillende onderzoeksgroepen elkaar ook ondersteunen op het maken van inhoudelijke keuzes en de uitvoering van het onderzoek in het werkveld. Kerntaken - het zelfstandig doen van onderzoek - kernbegrippen uit de onderzoekstheorie kunnen toepassen - het schrijven van een onderzoeksrapportage Leerdoelen -de student kent de onderzoeksfasen van een praktijkonderzoek. -de student weet hoe een praktijkonderzoek op te zetten. -de student kan taakgericht samenwerken (in de studiehandleiding worden leerdoelen en te verwerven competenties verder uitgewerkt) Toetsing en beoordeling De toetsing bestaat uit twee onderdelen, een presentatie (40%) en een onderzoeksverslag (60%), in de vorm van het schrijven van een onderzoeksrapport. Beide toetsen moeten met een voldoende worden afgesloten. De opdrachtgever wordt gevraagd om advies bij de beoordeling. In de cursus zitten meerdere deelopdrachten (zie de studiehandleiding). Van elke student wordt een gelijkwaardige bijdrage verwacht. Je verantwoordt jouw bijdrage m.b.t. de voortgang en het resultaat van het onderzoek. De herkansing kan zowel het opnieuw doen van een onderzoek inhouden als betrekking hebben op deelaspecten, dit ter

beoordeling van de begeleider.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 117 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/23/ACM-V3-ONDERZ-12

Titel

Praktijkproject afstudeerfase

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8


Werkvorm

Praktijk opdracht

verplicht

ACM-V4-PRAKPR-09 Praktijkproject Graduation: practice-based project 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Frequentie

1 maal per blok


120 minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3, blok 4, blok 5

Cursussite

Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 417 (bij alle aanvangsblokken)

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Praktijkproject

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


2

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1, week 36 bij aanvangsblok 2: 1. blok 2, week 46 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3, week 6 2. blok 4, week 16 3. blok 5, week 27

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De afstudeerperiode van CMV is een integrale fase en bestaat uit 3 onderdelen: 1. Het praktijkproject (15 EC) 2. Het schriftelijke werkstuk (10 EC) 3. De eindpresentatie (5 EC) Het totale aantal te behalen studiepunten is 30 EC. De onderdelen 1 en 3 zijn groepsopdrachten. Onderdeel 2 is een individuele opdracht. 2.2 Cursus inhoud Opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming – Hoofdfase – Studiejaar 4 Cursusnaam Afstudeerfase Culturele en Maatschappelijke Vorming Aantal te behalen studiepunten 30 EC Inhoud van de cursus De afstudeerperiode van CMV is een integrale fase en bestaat uit 3 onderdelen: 4. Het praktijkproject (15 EC) 5. Het schriftelijke werkstuk (10 EC) 6. De eindpresentatie (5 EC) Het totale aantal te behalen studiepunten is 30 EC. De onderdelen 1 en 3 zijn groepsopdrachten. Onderdeel 2 is een individuele opdracht. De invulling van de afstudeerfase is gebaseerd op: ‘Alert en Ondernemend 2.0 – Opleidingsprofiel Culturele en Maatschappelijke Vorming’, 2009. ‘Onderwijsbeleidsdocument CMV-HU 2009-2010’, 2009. De inhoud van de afstudeerfase richt zich in de kern op: sociaal-agogische beroepstaken een cultureel-creatieve benadering sociaal en cultureel ondernemerschap De student is in staat een relevant innovatief product en/of dienst te ontwerpen en de implementatie daarvan te verantwoorden voor de opdrachtgever. Hij is in staat zijn visie op de actuele beroepspraktijk te verantwoorden voor de opleiding. Hij toont aan dat hij ‘eigenaar’ is geworden van het vak. Voorwaarden. e Alle studenten hebben de 3 jaars stage met een voldoende afgesloten. De totale afstudeerfase is realiseerbaar binnen de aangegeven studiebelasting van 840 uur per student Beoordeling. De student wordt op bachelorniveau beoordeeld op: Zelfstandigheid: voert regie bij het uitvoeren van opdrachten Transfer: vertaalt kennis en vaardigheden naar een aanpak met andere disciplines Complexiteit: bedenkt oplossingsstrategieën bij meervoudig complexe zaken Verantwoordelijkheid: is aanspreekbaar op de aanpak, de coördinatie, de continuïteit en op het resultaat Startgesprek. De projectgroep houdt een startgesprek met de afstudeerbegeleider. Daarin worden alle voorwaarden en criteria van de afstudeerfase (praktijkproject, schriftelijk werkstuk, eindpresentatie en eindnotitie) grondig doorgesproken. Ook worden afspraken vastgelegd over de wijze van samenwerken.

Opdrachten 1. Het praktijkproject (15 EC). Een groep van 3 studenten (projectgroep) verwerft een opdracht in het werkveld. a. De opdrachtgever stelt een concrete vraag of er is een concreet probleem binnen de organisatie.

De projectgroep oriënteert zich op de vraag en/of het probleem en doet vooronderzoek of de opdracht kan leiden tot een innovatief product en/of dienst. Zij werken hiervoor en projectvoorstel uit. b. De projectgroep verricht onderzoek en maakt een analyse gericht op de oplossing van de vraag en/of het probleem. Het resultaat is een concept voor het product en/of de dienst. c. De projectgroep werkt het concept uit tot een voorlopig ontwerp. d. Het voorlopige ontwerp wordt in de praktijk getoetst. Vervolgens formuleert de projectgroep een definitief ontwerp. e. De projectgroep biedt het definitieve ontwerp aan de opdrachtgever aan en doet in een beleidsadvies een voorstel tot implementatie van de innovatie. Competenties. Binnen het praktijkproject worden de onderstaande competenties aangetoond ‘Alert en Ondernemend 2.0’: Segment A: Agogisch Handelen: 1. Verkennen, onderzoeken, analyseren 2. Contact leggen en begeleiden 3. Ontwerpen en ontwikkelen 4. Organiseren, netwerken en bemiddelen Segment B: Ondernemend Handelen 5. Bedrijfsmatig en organisatiegericht handelen 6. Beleidsmatig en strategisch handelen 2. Het schriftelijke werkstuk (10 EC). De student schrijft een theoretisch werkstuk: a. de student kiest een actueel onderwerp uit de beroepspraktijk van CMV b. hij legt een inhoudelijke verbinding met de praktijkopdracht c. hij baseert zich op bestaand wetenschappelijk onderzoek d. bij het analyseren van het onderwerp integreert hij bestaande theorieën over maatschappelijke ontwikkelingen en over specifieke groepen e. in de argumentatie en conclusie(s) geeft de student blijk van zijn eigen professionele beroepsopvatting Competenties. Bij het schriftelijke werkstuk worden de onderstaande competenties aangetoond: ‘Alert en Ondernemend 2.0’: Segment A: Agogisch Handelen: 1. Verkennen, onderzoeken, analyseren Segment C: Beroepsontwikkeling 7. Eigen professionaliteit ontwikkelen 3. De eindpresentatie (5 EC) Een groep van 3 studenten (projectgroep) voert een eindpresentatie uit. a. De projectgroep kiest voor de eindpresentatie een actueel thema uit de beroepspraktijk van CMV, dat een inhoudelijke relatie heeft met de praktijkopdracht (1.) en het schriftelijke werkstuk (3.) en daaraan nieuwe inzichten toevoegt b. In de uitwerking van het thema laten de studenten zien, dat zij hun eigen opvattingen als beginnend beroepsbeoefenaar inhoudelijk kunnen legitimeren. In de uitwerking wordt verbinding gelegd met bredere cultureel-maatschappelijke vraagstukken en komt de wisselwerking tussen theoretische en normatieve kaders van het beroep aan de orde c. Bovendien laten de studenten zien dat ze een eigen visie hebben op creatief-culturele methodieken en tonen zij aan dat zij de creatief-culturele middelen beheersen d. Deze visie en vaardigheden komen tot uiting in de uitvoering van de eindpresentatie, waarin inhoud, vormgeving en performance elkaar in onderlinge samenhang versterken Competenties In de eindpresentatie worden de onderstaande competenties aangetoond ‘Alert en Ondernemend 2.0’:

Segment C: Beroepsontwikkeling 8. Het ontwikkelen van de beroepspraktijk en het beroepsmatig handelen 9. Profileren, legitimeren en maatschappelijke steun verwerven ‘Onderwijs Beleids Document CMV-HU 2009-2010 – Culturele en Maatschappelijke Vorming Utrecht’: Kwalificaties Cultureel-Creatieve Methodiek Het vermogen tot het methodisch, creatief en reflectief inzetten van audio-visueel, beeldend, drama, muziek en sport en spel t.b.v. het initiëren van leerprocessen van individuen en groepen en t.b.v. participatie en activering van groepen. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 2 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 417 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/16/ACM-V4-PRAKPR-09

Titel

Projectmanagement

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-PROMAN-14 Projectmanagement Projectmanagement 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Excursie

verplicht

1 maal per blok

480 minuten


Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Product


5,5

50

2


Verslag


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Projectmanagement is een veel voorkomende werkvorm in het CMV-werkveld en in ons onderwijs. Studenten verwerven kennis en vaardigheden m.b.t. projectmanagement en ontwikkelen tevens een zakelijke houding m.b.t. het intern functioneren van een projectteam. In deze cursus leert de student hoe je projectmatig werkt. 2.2 Cursus inhoud Projectmanagement Periode B 5 EC Opmerking vooraf Deze cursus wordt voorafgaand aan de start ervan nog herontwikkeld. De teksten hieronder hebben daarom uitdrukkelijk een voorlopige status. De inhoud en vorm van de cursus zullen wellicht nog ingrijpende veranderingen ondergaan. Inhoud Projectmanagement is een veel voorkomende werkvorm in het CMV-werkveld en in ons onderwijs. Studenten verwerven kennis en vaardigheden m.b.t. projectmanagement en ontwikkelen tevens een zakelijke houding m.b.t. het intern functioneren van een projectteam. In deze cursus leert de student hoe je projectmatig werkt. Je krijgt in principe in een eerste reeks hoorcolleges kennis aangereikt hoe je projecten opzet, beheerst en financieel uitwerkt. In een tweede reeks hoorcolleges komen meer inhoudelijke aspecten van community development aan de orde. Wat ‘is’ een community, wat zijn mogelijke invullingen en good practices m.b.t. community development op het terrein van kunst en cultuur, educatie, sociale media, sport en bewegen, samenlevingsopbouw, enz. en met name ook cross-overs tussen deze traditionele werkdomeinen van CMV. In de werkcolleges werk je in een groep van in principe vier studenten aan een plan van aanpak voor het project, zoals hieronder nader uitgewerkt is onder het kopje ‘opdrachten’. Werkvormen Hoorcolleges, werkcolleges en wellicht een (fiets-)excursie Opdrachten

A. Productdeel - projectgroepen van in principe vier studenten: elke projectgroep krijgt globaal een (befietsbaar) deel van de stad Utrecht toegewezen; de projectgroep focust bij dit project op het toegewezen stadsdeel; - zoem in op een specifiek aspect/voorbeeld/kristallisatiepunt van community development, in het toegewezen stadsdeel, bijv. een ‘sportvereniging’ als startpunt; of ‘buurtmoestuinen’, een ‘community art-achtig project’; een lokaal media-project, digitale communities, enz.; een community kan overigens ook meer stedelijk georiënteerd zijn: overleg dan in een vroegtijdig stadium met de werkcollegedocent over de aanpak; - breng kort en krachtig vernieuwende inzichten en tendensen m.b.t. het gekozen type community development in kaart m.b.v. literatuuronderzoek en anderszins; dus bijvoorbeeld een korte rapportage over het verschijnsel ‘sportvereniging nieuwe stijl’, enz..; - ontwikkel een eigen visie op het gekozen type ‘community development’ en de specifieke bijdragen, die een CMVer daaraan kan leveren; - elke projectgroep bereidt in principe een onderdeel voor van een bezoek tijdens de (fiets-)excursie aan een CMV-relevante organisatie dan wel project in de stad Utrecht, die gekoppeld is aan de

gekozen thematiek; de projectgroep verzorgt zelf op locatie een korte presentatie (kan buiten of binnen zijn); - de vervolgopdracht voor elke projectgroep: ontwikkel – echter alleen op hoofdlijnen – een of meerdere strategieën waarmee een bestaand initiatief op een uitdagende wijze uitgebouwd kan worden, en waarbij wellicht een verrassende cross-over bewerkstelligd wordt (verbreding c.q. verdieping van Community Development) ; werken);

B. Verslag m.b.t. plan van aanpak en uitvoering Dit verslag heeft een veel meer praktisch-technische inslag. De stappen en onderdelen van de via literatuur en hoor- en werkcolleges aangereikte projectmangamentaanpak worden i dit verslag systematisch gerapporteerd. Competenties Voorgrondcomptenties: - A3: ontwerpen en ontwikkelen - B5: bedrijfsmatig en organisatiegericht handelen Achtergrondcompetentie: - A4: organiseren, netwerken en bemiddelen Leerdoelen - bewustwording m.b.t. de noodzaak activiteiten gestructureerd op te zetten in de vorm van een project;; - het mede op basis van beknopt literatuuronderzoek ontwikkelen van een eigen visie op community development c.q. een deelgebied hiervan en op mogelijke bijdragen van een CMV’er op dit gebied; - het kunnen presenteren van de kernelementen van een bestaand initiatief m.b.t. community development tijdens een (fiets-)excursie; - het kunnen uitwerken van mogelijke ontwikkelingsrichtingen van een bestaand initiatief in de vorm van een of meerdere strategieën; daarbij kunnen ‘good practices’ elders uitdrukkelijk tot inspiratie dienen; - het kunnen uitwerken van het product in de vorm van een professioneel vormgegeven plan van aanpak; - het bekwaam kunnen rapporteren van het geheel in een schriftelijke rapportage mede op basis van het document ‘Eisen aan werkstukken 2014-2015’ . Toetsing en beoordeling - product; telt mee voor 50% in het eindcijfer. - verslag; telt mee voor 50% in het eindcijfer. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 28,95 (Persoonlijk meesterschap in management) EUR 22,5 (Projectmanagement) Materiaal: Boek (verplicht) : Projectmanagement Boek (verplicht) : Persoonlijk meesterschap in management Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 43 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 95

Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ACM-V2-PROMAN-14

Titel

Schriftelijk Werkstuk

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V4-SCHRIF-09 Schriftelijk Werkstuk Graduation: thesis 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Schriftelijk Werkstuk

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


2

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1, week 36 2. blok 1, week 36 3. blok 2, week 46 4. blok 2, week 46 5. blok 3, week 6 6. blok 3, week 6 7. blok 4, week 16 8. blok 4, week 16 9. blok 5, week 27 10. blok 5, week 27

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De afstudeerperiode van CMV is een integrale fase en bestaat uit 3 onderdelen: 1. Het praktijkproject (15 EC) 2. Het schriftelijke werkstuk (10 EC) 3. De eindpresentatie (5 EC) Het totale aantal te behalen studiepunten is 30 EC. De onderdelen 1 en 3 zijn groepsopdrachten. Onderdeel 2 is een individuele opdracht. 2.2 Cursus inhoud Opleiding Culturele en Maatschappelijke Vorming – Hoofdfase – Studiejaar 4 Cursusnaam Afstudeerfase Culturele en Maatschappelijke Vorming Aantal te behalen studiepunten 30 EC Inhoud van de cursus De afstudeerperiode van CMV is een integrale fase en bestaat uit 3 onderdelen: 4. Het praktijkproject (15 EC) 5. Het schriftelijke werkstuk (10 EC) 6. De eindpresentatie (5 EC) Het totale aantal te behalen studiepunten is 30 EC. De onderdelen 1 en 3 zijn groepsopdrachten. Onderdeel 2 is een individuele opdracht. De invulling van de afstudeerfase is gebaseerd op: ‘Alert en Ondernemend 2.0 – Opleidingsprofiel Culturele en Maatschappelijke Vorming’, 2009. ‘Onderwijsbeleidsdocument CMV-HU 2009-2010’, 2009. De inhoud van de afstudeerfase richt zich in de kern op: sociaal-agogische beroepstaken een cultureel-creatieve benadering sociaal en cultureel ondernemerschap De student is in staat een relevant innovatief product en/of dienst te ontwerpen en de implementatie daarvan te verantwoorden voor de opdrachtgever. Hij is in staat zijn visie op de actuele beroepspraktijk te verantwoorden voor de opleiding. Hij toont aan dat hij ‘eigenaar’ is geworden van het vak. Voorwaarden. e Alle studenten hebben de 3 jaars stage met een voldoende afgesloten. De totale afstudeerfase is realiseerbaar binnen de aangegeven studiebelasting van 840 uur per student Beoordeling. De student wordt op bachelorniveau beoordeeld op: Zelfstandigheid: voert regie bij het uitvoeren van opdrachten Transfer: vertaalt kennis en vaardigheden naar een aanpak met andere disciplines Complexiteit: bedenkt oplossingsstrategieën bij meervoudig complexe zaken Verantwoordelijkheid: is aanspreekbaar op de aanpak, de coördinatie, de continuïteit en op het resultaat Startgesprek. De projectgroep houdt een startgesprek met de afstudeerbegeleider. Daarin worden alle voorwaarden en criteria van de afstudeerfase (praktijkproject, schriftelijk werkstuk, eindpresentatie en eindnotitie) grondig doorgesproken. Ook worden afspraken vastgelegd over de wijze van samenwerken.

Opdrachten 1. Het praktijkproject (15 EC). Een groep van 3 studenten (projectgroep) verwerft een opdracht in het werkveld. a. De opdrachtgever stelt een concrete vraag of er is een concreet probleem binnen de organisatie.

De projectgroep oriënteert zich op de vraag en/of het probleem en doet vooronderzoek of de opdracht kan leiden tot een innovatief product en/of dienst. Zij werken hiervoor en projectvoorstel uit. b. De projectgroep verricht onderzoek en maakt een analyse gericht op de oplossing van de vraag en/of het probleem. Het resultaat is een concept voor het product en/of de dienst. c. De projectgroep werkt het concept uit tot een voorlopig ontwerp. d. Het voorlopige ontwerp wordt in de praktijk getoetst. Vervolgens formuleert de projectgroep een definitief ontwerp. e. De projectgroep biedt het definitieve ontwerp aan de opdrachtgever aan en doet in een beleidsadvies een voorstel tot implementatie van de innovatie. Competenties. Binnen het praktijkproject worden de onderstaande competenties aangetoond ‘Alert en Ondernemend 2.0’: Segment A: Agogisch Handelen: 1. Verkennen, onderzoeken, analyseren 2. Contact leggen en begeleiden 3. Ontwerpen en ontwikkelen 4. Organiseren, netwerken en bemiddelen Segment B: Ondernemend Handelen 5. Bedrijfsmatig en organisatiegericht handelen 6. Beleidsmatig en strategisch handelen 2. Het schriftelijke werkstuk (10 EC). De student schrijft een theoretisch werkstuk: a. de student kiest een actueel onderwerp uit de beroepspraktijk van CMV b. hij legt een inhoudelijke verbinding met de praktijkopdracht c. hij baseert zich op bestaand wetenschappelijk onderzoek d. bij het analyseren van het onderwerp integreert hij bestaande theorieën over maatschappelijke ontwikkelingen en over specifieke groepen e. in de argumentatie en conclusie(s) geeft de student blijk van zijn eigen professionele beroepsopvatting Competenties. Bij het schriftelijke werkstuk worden de onderstaande competenties aangetoond: ‘Alert en Ondernemend 2.0’: Segment A: Agogisch Handelen: 1. Verkennen, onderzoeken, analyseren Segment C: Beroepsontwikkeling 7. Eigen professionaliteit ontwikkelen 3. De eindpresentatie (5 EC) Een groep van 3 studenten (projectgroep) voert een eindpresentatie uit. a. De projectgroep kiest voor de eindpresentatie een actueel thema uit de beroepspraktijk van CMV, dat een inhoudelijke relatie heeft met de praktijkopdracht (1.) en he t schriftelijke werkstuk (3.) en daaraan nieuwe inzichten toevoegt b. In de uitwerking van het thema laten de studenten zien, dat zij hun eigen opvattingen als beginnend beroepsbeoefenaar inhoudelijk kunnen legitimeren. In de uitwerking wordt verbinding gelegd met bredere cultureel-maatschappelijke vraagstukken en komt de wisselwerking tussen theoretische en normatieve kaders van het beroep aan de orde c. Bovendien laten de studenten zien dat ze een eigen visie hebben op creatief-culturele methodieken en tonen zij aan dat zij de creatief-culturele middelen beheersen d. Deze visie en vaardigheden komen tot uiting in de uitvoering van de eindpresentatie, waarin inhoud, vormgeving en performance elkaar in onderlinge samenhang versterken Competenties In de eindpresentatie worden de onderstaande competenties aangetoond ‘Alert en Ondernemend 2.0’:

Segment C: Beroepsontwikkeling 8. Het ontwikkelen van de beroepspraktijk en het beroepsmatig handelen 9. Profileren, legitimeren en maatschappelijke steun verwerven ‘Onderwijs Beleids Document CMV-HU 2009-2010 – Culturele en Maatschappelijke Vorming Utrecht’: Kwalificaties Cultureel-Creatieve Methodiek Het vermogen tot het methodisch, creatief en reflectief inzetten van audio-visueel, beeldend, drama, muziek en sport en spel t.b.v. het initiëren van leerprocessen van individuen en groepen en t.b.v. participatie en activering van groepen. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 1 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 278 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/16/ACM-V4-SCHRIF-09

Titel

Stage jaar 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V2-STAGE-13 Stage jaar 2 Internship year 2 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Stage

verplicht

3 maal per blok

22800 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Aantal keren dat een In welke blokken toets wordt wordt aangeboden de toets aangeboden? in een collegejaar

Eindevaluatie


5,5

50

2


Middenevaluatie


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De stage start in week D1 en loopt door tot en met het einde van blok D. De student loopt in principe vijf dagen per week stage. Er zijn echter een aantal bijeenkomsten mentoraat/studieloopbaanbegeleiding c.q. gesprekken met de mentor/studieloopbaanbegeleider. 2.2 Cursus inhoud STAGE jaar 2 Periode D 15 ec Stagebegeleiding : door de eigen mentor/studieloopbaanbegeleider Stagecoördinator : Hely van Deventer Periode stage : D fulltime, met uitzondering van lessen/gesprekken in het kader van mentoraat/studieloopbaanbegeleiding en uren voor verslaglegging stage (gemiddeld 36 uur stage per week gedurende 10 weken) Omvang stage Studiepunten

: 360 uur effectief op de stage; daarnaast tijd voor verslaglegging stage : 15 EC voor de totale stage

Inhoud, periode en toelatingsvoorwaarden De stage start in week D1 en loopt door tot en met het einde van blok D. De student loopt in principe vijf dagen per week stage. Er is echter in principe halverwege de stage een evaluatie en voortgangsgesprek op de opleiding met de mentor/studieloopbaanbegeleider. Zie hiervoor de studiehandleiding Mentoraat & Studieloopbaanbegeleiding CMV jaar 2, 2014 – 2015. Tijdens de beroepsvoorbereidende stage jaar 2 verricht de student een breed scala aan uitvoerende werkzaamheden, waarbij gebruik gemaakt wordt van creatief-culturele agogiek; bijvoorbeeld het maken van een plan van aanpak voor een activiteit, de organisatie ervan, het begeleiden van groepen, enz. De student maakt in deze periode een voorstelling van de toekomstige beroepsuitoefening op HBO-niveau. Enerzijds participeert de student in de uitvoering en anderzijds richt de student zich op coördinerende taken binnen de organisatie. Bij de stage jaar 2 is de student sterk ingebed in de bestaande organisatie en meer uitvoerend gericht. Bij de beroepsopleidende stage jaar 3 moet de student uiteindelijk zelfstandig een complex project kunnen initiëren, komen tot een innovatief educatief ontwerp en dit project – veelal samen met anderen - voorbereiden en uitvoeren. Voordat de student aan de stage jaar 2 mag beginnen moet voldaan zijn aan de volgende toelatingsvoorwaarden: · de studiepunten voor de oriënterende stage uit het eerste jaar zijn behaald (op Osiris); · de student is in het bezit van een positief bindend studieadvies; · de student heeft een stagenotitie geschreven, zoals gespecificeerd in de studiehandleiding Beroepsopleidende Stage CMV jaar 2, 2014 – 2015; deze stagenotitie is akkoord bevonden door de eigen mentor/ studieloopbaanbegeleider; deze heeft een zogenaamde afvinklijst afgegeven t.b.v. het praktijkbureau; · het stagecontract is ondertekend door alle partijen. De student moet zelf de stageorganisatie informeren indien hij/zij niet tijdig stagewaardig is. In de ‘studiehandleiding Beroepsopleidende Stage jaar 2 CMV 2014 – 2015 staan allerlei instructies en aanwijzingen over onder meer het volgende: . criteria waaraan een stageorganisatie en de praktijkbegeleider van die organisatie moeten voldoen; . hoe de student op zoek kan gaan naar een stage, welke stappen er gezet moeten worden om goedkeuring en een stagecontract te krijgen; . hoe de student wordt begeleid tijdens de stage; . wat er qua verslaglegging verwacht wordt van de student; . hoe de beoordeling plaatsvindt, enz. Deze studiehandleiding is in juli 2014 beschikbaar. Het praktijkbureau Social Work Het praktijkbureau Social Work informeert studenten én werkveld over de mogelijkheden voor stages en praktijkopdrachten. Het ondersteunt studenten bij het vinden van een geschikte stage. De medewerkers zorgen dat de stagebestanden voor de studenten beschikbaar zijn, ze onderhouden de contacten met het

werkveld om stagevacatures te vervullen en om nieuwe vacatures te werven. Het praktijkbureau ziet erop toe dat organisaties voldoen aan de criteria die de opleidingen stellen. De student mag alleen bij een door het praktijkbureau vooraf goedgekeurde organisatie gaan stagelopen. Verder verzorgt het praktijkbureau de administratieve afhandeling van de stages, zoals de contracten. Het praktijkbureau heeft een eigen site met koppelingen naar het stagebestand (STAR): zie de link naar het praktijkbureau hieronder. Via deze site kan de student ook de benodigde formulieren downloaden voor de stage. Ook is er relevante, actuele informatie met betrekking tot stagezaken te vinden. Het is van belang dat de student het praktijkbureau op de hoogte stelt van wijzigingen in adressering, praktijkbegeleider etc. Informatie m.b.t. het praktijkbureau en bereikbaarheid: praktijkbureau. Kamer: 2.81 Telefoonnummer: (088) 481 99 56 of 481 96 27 E-mail: [email protected] Spreekuren: maandag t/m donderdag van 10.00 tot 13.00 uur 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 9,4 (Alert en ondernemend 2.0) Materiaal: Boek (verplicht) : Alert en ondernemend 2.0 Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 380 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 38 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/28/ACM-V2-STAGE-13

Titel

Stage eind en supervisie jaar 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-STASUP-14 Stage jaar 3 eindevaluatie en supervisie Internship year 3 15 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Stage

verplicht

3 maal per blok

23250 minuten

Cursussite

verplicht



1.12



Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Eindevaluatie Nederland


5,5

85

2


Supervisie eindevaluatie


5,5

15

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De stage start in week B1 en loopt door tot en met het einde van blok C. De student loopt in principe vijf dagen per week stage; er zijn echter een aantal lessen/gesprekken/terugkomdagen in het kader van studieloopbaanbegeleiding en supervisie. 2.2 Cursus inhoud STAGE EN SUPERVISIE jaar 3 Periode BC 25 ec (stage 23 ec; supervisie: 2 ec) A. STAGE JAAR 3 Stagebegeleiding : door de eigen mentor/studieloopbaanbegeleider Stagecoördinator : Hely van Deventer en/of Kees Bouwman Periode stage : BC; de stage jaar 3 valt binnen 2 lesperiodes van totaal 22 weken, te weten van maandag 10 november 2014 (week B1) tot en met vrijdag 10 april 2015 (week C10); binnen deze periode lopen studenten in totaal 20 weken x gemiddeld 32,2 uur = 644 uur (incl. rapportages) Omvang stage : 644 uur Studiepunten : 23 EC voor de totale stage Inhoud, periode en toelatingsvoorwaarden De stage start in week B1 en loopt door tot en met het einde van blok C. De student loopt in principe vier dagen per week stage, maar een andere verdeling van de uren over de week is denkbaar. Er zijn een aantal lessen/gesprekken in het kader van mentoraat/studieloopbaan en supervisie. Mogelijk worden er ook een aantal terugkomdagen gepland, waarvoor dan een verplichte aanwezigheid van toepassing is. Zie hiervoor de studiehandleiding Mentoraat/Studieloopbaan CMV jaar 3, 2014 – 2015 en de studiehandleiding Supervisie 2014-2015. In de beroepsopleidende stage groeit de student toe naar de rol van beginnend zelfstandig beroepsbeoefenaar. Daartoe kan de student ingezet worden op alle voorkomende HBO-taken binnen de CMV-relevante stageorganisatie. In het kader van mentoraat/studieloopbaan jaar 3 heeft de student voorafgaand aan de stage een stagenotitie opgesteld met de volgende inhoud: korte omschrijving van ‘wensen m.b.t. de stageplaats’, beschrijving van de stageplaats in het kort en een beschrijving van de stagetaken. Indien de student gekozen heeft voor een accentroute moet er voor 50% aantoonbaar gewerkt worden in de accentroute. Alle relevante instructies met betrekking tot de stagenotitie staan in de studiehandleiding stage CMV jaar 3, 2014 – 2015. Voordat de student aan de stage jaar 3 mag beginnen moet voldaan zijn aan de volgende toelatingsvoorwaarden: De student heeft het propedeusediploma behaald. De student heeft in de hoofdfase van de studie – dus in principe in jaar 2 – minimaal 45 EC’s behaald (op Osiris). Studiepunten die behaald zijn in het derde studiejaar - voorafgaand aan de start van de stage – tellen overigens ook mee bij het voldoen aan deze voorwaarde. De student heeft mentoraat/studieloopbaan jaar 2 afgerond (staat op Osiris). De student heeft de beroepsvoorbereidende stage jaar 2 behaald (staat op Osiris). De notitie m.b.t. de stage jaar 3 is afgerond en is goedgekeurd door de mentor/studielooppbaanbegeleider. De inhoud van de stagenotitie wordt toegelicht in de studiehandleiding stage CMV jaar 3, 2014 – 2015. Het stagecontract is ondertekend door alle partijen. De student moet zelf de stageorganisatie informeren indien hij/zij niet tijdig stagewaardig is. In de studiehandleiding stage jaar 3 CMV 2014 – 2015 staan allerlei instructies en aanwijzingen over onder meer het volgende:  criteria waaraan een stageorganisatie en de praktijkbegeleider van die organisatie moeten voldoen:  hoe de student op zoek kan gaan naar een stage, welke stappen er gezet moeten worden om goedkeuring en een stagecontract te krijgen:  hoe de student wordt begeleid tijdens de stage:  wat er qua verslaglegging verwacht wordt van de student:  hoe de beoordeling plaatsvindt:

 enz. Studenten jaar 3 kunnen hun stage jaar 3 ook doen in het buitenland. In de studiehandleiding stage jaar 3 CMV, 2014 – 2015 staan de voorwaarden waaraan voldaan moet worden en de nodige instructies De studiehandleiding stage jaar 3 CMV, 2014 – 2015 is in juli 2014 beschikbaar. Het praktijkbureau Social Work Het praktijkbureau Social Work informeert studenten én werkveld over de mogelijkheden voor stages en praktijkopdrachten. Het ondersteunt studenten bij het vinden van een geschikte stage. De medewerkers zorgen dat de stagebestanden voor de studenten beschikbaar zijn, ze onderhouden de contacten met het werkveld om stagevacatures te vervullen en om nieuwe vacatures te werven. Het praktijkbureau ziet erop toe dat organisaties voldoen aan de criteria die de opleidingen stellen. De student mag alleen bij een, door het praktijkbureau vooraf goedgekeurde organisatie gaan stagelopen. Verder verzorgt het praktijkbureau de administratieve afhandeling van de stages, zoals de contracten. Het praktijkbureau heeft een eigen site (ook te bereiken via de OISW-site) met koppelingen naar het stagebestand (STAR) en studiehandleidingen: zie URL hieronder. Via deze site kan de student ook de benodigde formulieren downloaden voor de stage. Ook is er relevante, actuele informatie met betrekking tot stagezaken te vinden. Het is van belang dat de student het praktijkbureau op de hoogte stelt van wijzigingen in adressering, praktijkbegeleider etc. Informatie m.b.t. het praktijkbureau en bereikbaarheid URL: praktijkbureau. Kamer: 2.81 Telefoonnummer: (088) 481 99 56 of 481 96 27 E-mail: [email protected] Spreekuren: maandag t/m donderdag van 10.00 tot 13.00 uur B. SUPERVISIE JAAR 3 Onderdeel supervisie Periode BC (parallel aan de stage jaar 3) 2 ec Supervisie : door de supervisor Coördinator supervisie : Henk van der Kraan Vooraf voor IST-studenten IST-studenten worden door de IST-stagecoördinator Henk Konijnenbelt in periode A 2013-2014 geïnformeerd over de gang van zaken m.b.t. supervisie in het buitenland.

Inhoud / wat is supervisie Bij supervisie gaat het om leren voor het beroep en leren over jezelf in dat beroep. Bij supervisie leert de supervisant om naar zichzelf te kijken als beroepskracht ‘in ontwikkeling’. Hij legt als het ware zijn gedrag, capaciteiten en wie hij is als beroepskracht onder de loep. De supervisie is verplicht voor alle studenten die de beroepsopleidende stage volgen. Supervisie is een beg eleidingsmethode die stimuleert tot onderzoekend leren denken, voelen en handelen ten aanzien van eigen werkervaringen. De basis voor supervisie is de samenwerkingsrelatie tussen supervisor en supervisanten. Doel is om een leerproces bij de supervisant op gang te brengen en uit te bouwen. Het leerproces is gericht op het reflecteren op HBOniveau ten aanzien van het functioneren van de supervisant als beginnend beroepsbeoefenaar. Werkwijze en opdrachten Er zijn tien supervisiebijeenkomsten van 2,5 uur verspreid over de periodes B en C. Supervisie heeft een aantal vaste uitgangspunten: De supervisant heeft iedere bijeenkomst een situatie-inbreng. De supervisant levert na iedere bijeenkomst een reflectieverslag in. Je bent er zelf verantwoordelijk voor te zorgen dat stage en supervisie parallel blijven lopen. Er wordt gewerkt in groepen van vier personen. Elke supervisiebijeenkomst duurt 2,5 uur. De planning is in overleg met supervisor en werkgroep. Voorafgaand aan zowel de midden- als de eindevaluatie lever je een verslag in, zoals gespecificeerd in de studiehandleiding Supervisie 2013-2014. Competenties Bij supervisie staat de volgende competentie centraal: C.7, ‘het ontwikkelen van de eigen professionaliteit’.

Meer op de achtergrond spelen nog twee competenties een rol, namelijk: A.1 ‘contact leggen en begeleiden’ en B.6 ‘bedrijfsmatig en organisatiegericht handelen’. Leerdoelen Verder kun je je eigen leerdoelen bij het werken aan andere competenties uitwerken. Voorbeeld: wat kom ik tegen bij het leidinggeven aan een specifieke groep in een bepaalde situatie. Hierbij kunnen bijvoorbeeld persoonlijke leerdoelen maar ook het door jou hanteren van methoden of leiderschaps- stijlen aan de orde komen. Je persoonlijk leren kan hier een verbinding krijgen met het beroepsleren van de competenties, die nodig zijn voor deze persoonlijke vraag. De supervisiemethode is gericht op een integratie van leren van jou als persoon en de ‘body of knowledge’ van je beroep. Toetsing en beoordeling Voorwaardelijk: supervisie heeft een aanwezigheidsplicht van 100%. Daarmee gaan supervisieactiviteiten vóór stageactiviteiten. Je supervisie wordt op basis van een beoordelingsformat eenmaal beoordeeld door je supervisor: er is een eindevaluatie die beoordeeld moet worden met een voldoende, een cijfer 5,5 of hoger. . Herkansing De supervisor geeft, afhankelijk van de fase van procesbeoordeling in het beoordelingsformat, een advies m.b.t. de herkansing aan de supervisiecoördinator. In overleg met de supervisor geeft de supervisiecoördinator een eindoordeel voor een nader te bepalen aantal zittingen. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 9,4 Materiaal: Boek (verplicht) : Alert en ondernemend 2.0 Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 388 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 30 Totaal (uren) 420 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (15) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ACM-V3-STASUP-14

Titel

Stage middenevaluatie jaar 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-STAMID-14 Stage jaar 3 middenevaluatie Internship year 3, mid-term review 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Stage

verplicht

3 maal per blok

13440 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Middenevaluatie (Nederland of IST)


5,5

100



2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De stage start in week B1 en loopt door tot en met het einde van blok C. De student loopt in principe vijf dagen per week stage; er zijn echter een aantal lessen/gesprekken/terugkomdagen in het kader van studieloopbaanbegeleiding en supervisie. 2.2 Cursus inhoud STAGE EN SUPERVISIE jaar 3 Periode BC 25 ec (stage 23 ec; supervisie: 2 ec) A. STAGE JAAR 3 Stagebegeleiding : door de eigen mentor/studieloopbaanbegeleider Stagecoördinator : Hely van Deventer en/of Kees Bouwman Periode stage : BC; de stage jaar 3 valt binnen 2 lesperiodes van totaal 22 weken, te weten van maandag 10 november 2014 (week B1) tot en met vrijdag 10 april 2015 (week C10); binnen deze periode lopen studenten in totaal 20 weken x gemiddeld 32,2 uur = 644 uur (incl. rapportages) Omvang stage : 644 uur Studiepunten : 23 EC voor de totale stage Inhoud, periode en toelatingsvoorwaarden De stage start in week B1 en loopt door tot en met het einde van blok C. De student loopt in principe vier dagen per week stage, maar een andere verdeling van de uren over de week is denkbaar. Er zijn een aantal lessen/gesprekken in het kader van mentoraat/studieloopbaan en supervisie. Mogelijk worden er ook een aantal terugkomdagen gepland, waarvoor dan een verplichte aanwezigheid van toepassing is. Zie hiervoor de studiehandleiding Mentoraat/Studieloopbaan CMV jaar 3, 2014 – 2015 en de studiehandleiding Supervisie 2014-2015. In de beroepsopleidende stage groeit de student toe naar de rol van beginnend zelfstandig beroepsbeoefenaar. Daartoe kan de student ingezet worden op alle voorkomende HBO-taken binnen de CMV-relevante stageorganisatie. In het kader van mentoraat/studieloopbaan jaar 3 heeft de student voorafgaand aan de stage een stagenotitie opgesteld met de volgende inhoud: korte omschrijving van ‘wensen m.b.t. de stageplaats’, beschrijving van de stageplaats in het kort en een beschrijving van de stagetaken. Indien de student gekozen heeft voor een accentroute moet er voor 50% aantoonbaar gewerkt worden in de accentroute. Alle relevante instructies met betrekking tot de stagenotitie staan in de studiehandleiding stage CMV jaar 3, 2014 – 2015. Voordat de student aan de stage jaar 3 mag beginnen moet voldaan zijn aan de volgende toelatingsvoorwaarden: De student heeft het propedeusediploma behaald. De student heeft in de hoofdfase van de studie – dus in principe in jaar 2 – minimaal 45 EC’s behaald (op Osiris). Studiepunten die behaald zijn in het derde studiejaar - voorafgaand aan de start van de stage – tellen overigens ook mee bij het voldoen aan deze voorwaarde. De student heeft mentoraat/studieloopbaan jaar 2 afgerond (staat op Osiris). De student heeft de beroepsvoorbereidende stage jaar 2 behaald (staat op Osiris). De notitie m.b.t. de stage jaar 3 is afgerond en is goedgekeurd door de mentor/studielooppbaanbegeleider. De inhoud van de stagenotitie wordt toegelicht in de studiehandleiding stage CMV jaar 3, 2014 – 2015. Het stagecontract is ondertekend door alle partijen. De student moet zelf de stageorganisatie informeren indien hij/zij niet tijdig stagewaardig is. In de studiehandleiding stage jaar 3 CMV 2014 – 2015 staan allerlei instructies en aanwijzingen over onder meer het volgende:  criteria waaraan een stageorganisatie en de praktijkbegeleider van die organisatie moeten voldoen:  hoe de student op zoek kan gaan naar een stage, welke stappen er gezet moeten worden om goedkeuring en een stagecontract te krijgen:  hoe de student wordt begeleid tijdens de stage:  wat er qua verslaglegging verwacht wordt van de student:  hoe de beoordeling plaatsvindt:

 enz. Studenten jaar 3 kunnen hun stage jaar 3 ook doen in het buitenland. In de studiehandleiding stage jaar 3 CMV, 2014 – 2015 staan de voorwaarden waaraan voldaan moet worden en de nodige instructies De studiehandleiding stage jaar 3 CMV, 2014 – 2015 is in juli 2014 beschikbaar. Het praktijkbureau Social Work Het praktijkbureau Social Work informeert studenten én werkveld over de mogelijkheden voor stages en praktijkopdrachten. Het ondersteunt studenten bij het vinden van een geschikte stage. De medewerkers zorgen dat de stagebestanden voor de studenten beschikbaar zijn, ze onderhouden de contacten met het werkveld om stagevacatures te vervullen en om nieuwe vacatures te werven. Het praktijkbureau ziet erop toe dat organisaties voldoen aan de criteria die de opleidingen stellen. De student mag alleen bij een, door het praktijkbureau vooraf goedgekeurde organisatie gaan stagelopen. Verder verzorgt het praktijkbureau de administratieve afhandeling van de stages, zoals de contracten. Het praktijkbureau heeft een eigen site (ook te bereiken via de OISW-site) met koppelingen naar het stagebestand (STAR) en studiehandleidingen: zie URL hieronder. Via deze site kan de student ook de benodigde formulieren downloaden voor de stage. Ook is er relevante, actuele informatie met betrekking tot stagezaken te vinden. Het is van belang dat de student het praktijkbureau op de hoogte stelt van wijzigingen in adressering, praktijkbegeleider etc. Informatie m.b.t. het praktijkbureau en bereikbaarheid URL: praktijkbureau. Kamer: 2.81 Telefoonnummer: (088) 481 99 56 of 481 96 27 E-mail: [email protected] Spreekuren: maandag t/m donderdag van 10.00 tot 13.00 uur B. SUPERVISIE JAAR 3 Onderdeel supervisie Periode BC (parallel aan de stage jaar 3) 2 ec Supervisie : door de supervisor Coördinator supervisie : Henk van der Kraan Vooraf voor IST-studenten IST-studenten worden door de IST-stagecoördinator Henk Konijnenbelt in periode A 2013-2014 geïnformeerd over de gang van zaken m.b.t. supervisie in het buitenland.

Inhoud / wat is supervisie Bij supervisie gaat het om leren voor het beroep en leren over jezelf in dat beroep. Bij supervisie leert de supervisant om naar zichzelf te kijken als beroepskracht ‘in ontwikkeling’. Hij legt als het ware zijn gedrag, capaciteiten en wie hij is als beroepskracht onder de loep. De supervisie is verplicht voor alle studenten die de beroepsopleidende stage volgen. Supervisie is een begeleidingsmethode die stimuleert tot onderzoekend leren denken, voelen en handelen ten aanzien van eigen werkervaringen. De basis voor supervisie is de samenwerkingsrelatie tussen supervisor en supervisanten. Doel is om een leerproces bij de supervisant op gang te brengen en uit te bouwen. Het leerproces is gericht op het reflecteren op HBOniveau ten aanzien van het functioneren van de supervisant als beginnend beroepsbeoefenaar. Werkwijze en opdrachten Er zijn tien supervisiebijeenkomsten van 2,5 uur verspreid over de periodes B en C. Supervisie heeft een aantal vaste uitgangspunten: De supervisant heeft iedere bijeenkomst een situatie-inbreng. De supervisant levert na iedere bijeenkomst een reflectieverslag in. Je bent er zelf verantwoordelijk voor te zorgen dat stage en supervisie parallel blijven lopen. Er wordt gewerkt in groepen van vier personen. Elke supervisiebijeenkomst duurt 2,5 uur. De planning is in overleg met supervisor en werkgroep. Voorafgaand aan zowel de midden- als de eindevaluatie lever je een verslag in, zoals gespecificeerd in de studiehandleiding Supervisie 2013-2014. Competenties

Bij supervisie staat de volgende competentie centraal: C.7, ‘het ontwikkelen van de eigen professionaliteit’. Meer op de achtergrond spelen nog twee competenties een rol, namelijk: A.1 ‘contact leggen en begeleiden’ en B.6 ‘bedrijfsmatig en organisatiegericht handelen’. Leerdoelen Verder kun je je eigen leerdoelen bij het werken aan andere competenties uitwerken. Voorbeeld: wat kom ik tegen bij het leidinggeven aan een specifieke groep in een bepaalde situatie. Hierbij kunnen bijvoorbeeld persoonlijke leerdoelen maar ook het door jou hanteren van methoden of leiderschaps- stijlen aan de orde komen. Je persoonlijk leren kan hier een verbinding krijgen met het beroepsleren van de competenties, die nodig zijn voor deze persoonlijke vraag. De supervisiemethode is gericht op een integratie van leren van jou als persoon en de ‘body of knowledge’ van je beroep. Toetsing en beoordeling Voorwaardelijk: supervisie heeft een aanwezigheidsplicht van 100%. Daarmee gaan supervisieactiviteiten vóór stageactiviteiten. Je supervisie wordt op basis van een beoordelingsformat eenmaal beoordeeld door je supervisor: er is een eindevaluatie die beoordeeld moet worden met een voldoende, een cijfer 5,5 of hoger. . Herkansing De supervisor geeft, afhankelijk van de fase van procesbeoordeling in het beoordelingsformat, een advies m.b.t. de herkansing aan de supervisiecoördinator. In overleg met de supervisor geeft de supervisiecoördinator een eindoordeel voor een nader te bepalen aantal zittingen. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: EUR 9,4 Materiaal: Boek (verplicht) : Alert en ondernemend 2.0 Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 224 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 55 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ACM-V3-STAMID-14

Titel

Studiereis Europa

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ACM-V3-EUROPA-08 Studiereis Europa Educational Trip Europe 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie


Excursie

verplicht

7 maal per week

58800 minuten

In welke blokken wordt de werkvorm aangeboden? bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 4: blok 4 bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 4: blok 4

Cursussite

Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren -841 (bij alle aanvangsblokken)

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Studiereis

Resultaatschaal


Minimum cijfer

5,5


100


2

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1, week 36 2. blok 2, week 46 3. blok 3, week 6 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4, week 16 2. blok 5, week 27

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Volgens een uitgebreid reisprogramma worden ter plekke, onder leiding van deskundige docenten, bezoeken afgelegd aan organisaties en instellingen binnen het werkveld van CMV 2.2 Cursus inhoud In dit studieonderdeel maken de studenten een studiereis naar een Europese stad met een, in cultureel en maatschappelijk opzicht, dynamische uitstraling. De stad weerspiegelt de geschiedenis van mensen in cultureel, sociaal, kunstzinnig, filosofisch, economisch en politiek opzicht. Volgens een uitgebreid reisprogramma worden ter plekke, onder leiding van deskundige docenten, bezoeken afgelegd aan organisaties en instellingen binnen het werkveld van CMV. De studenten kunnen daarbij kiezen uit drie thematisch opgezette excursies. De inhoud, die deze thema’s krijgen, zal mede afhankelijk zijn van de actualiteit. In elk van deze excursies komen de domeinen van CMV, kunst en cultuur, educatie, vrije tijd, recreatie en toerisme en samenlevingsopbouw en sociaal beleid, op verschillende wijze aan bod. De studiereizen bieden binnen de studie CMV een boeiende, brede, kortom interessante confrontatie met het werkveld, en plaatsen de beroepspraktijk van een toekomstige CMV’er in een internationaal perspectief. Ter voorbereiding aan de studiereis levert elke student in periode C individueel een inhoudelijke bijdrage aan een ‘reisgids’. Deze ‘reisgids’ vormt de cultuurhistorische verdieping van de excursie. Deze reisgids nemen we mee op de studiereis.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 139 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren):

Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/16/ACM-V3-EUROPA-08

Minor Ontwikkelingsgericht leren trainen

Titel

Panta Rhei 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINIO1-08 Panta Rhei 1: beelden van verandering Panta Rhei 1 5 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie



Excursie

verplicht

1 maal per blok

480 minuten


Training

verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Reflectieverslag


5,5

100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Binnen deze minor leer je diverse trainingen te ontwikkelen: 1. communicatie, 2. presentatie, 3. persoonlijke kwaliteiten, 4. groepsdynamica, 5. teambuilding etc. en het eigen (creatief) trainerschap vorm te geven. 2.2 Cursus inhoud Deze minor gaat over creatief trainerschap. Zoals je weet, staan termen als 'een levenlang leren' en de 'lerende organisatie' al enkele jaren op de politieke agenda. Dat vertaalt zich uitstekend naar de inhoud van deze minor: creatief trainerschap. Binnen deze minor leer je diverse trainingen te ontwikkelen: 1. communicatie, 2. presentatie, 3. persoonlijke kwaliteiten, 4. groepsdynamica, 5. teambuilding etc. en het eigen (creatief) trainerschap vorm te geven. Je maakt hiervoor gebruik van middelen als drama, spel, muziek, media en vertelkunst. Hiervoor heb je inzicht nodig in leerprocessen van verschillende mensen en kennis van het werken in een agogische en/of didactische omgeving. Je gaat uit van het idee dat mensen zich ontwikkelen door (creatief) te leren en dat dat op diverse manieren kan. Naast het opdoen van kennis en vaardigheden voor het ontwikkelen van verschillende soorten trainingen, ontwikkel je tijdens deze minor ook bewust jezelf, middels 'creatief trainerschap'. Je leert je sterke punten als trainer kennen en bent je bewust van verschillende rollen die mensen (en dus ook jijzelf) aannemen in een trainingssituatie. Daarnaast leer je bewust in te spelen op diversiteit: culturele achtergrond, sociale afkomst, geslacht, politieke voorkeur, religie, etc. en de invloed daarvan op leerprocessen. Je moet voor deze minor in het bezit zijn van een propedeuse hbo en je hebt basale vaardigheden op het gebied van het werken met een groep. Vorm: blok Osiriscode: ASW-MINONT Minimaal aantal 20 deelnemers, maximaal aantal 26 deelnemers 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aantoonbare ervaring met groepswerk (agogische en/of educatieve basiskennis en - vaardigheden Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 36 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 103 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/10/ASW-MINIO1-08

Titel

Panta Rhei 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINIO2-12 Panta Rhei 2 (cultureel-creatief portfolio) Panta Rhei 2 5 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Creatief portfolio


5,5

40

2


Presentatie


5,5

60

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Binnen deze minor leer je diverse trainingen te ontwikkelen: 1. communicatie, 2. presentatie, 3. persoonlijke kwaliteiten, 4. groepsdynamica, 5. teambuilding etc. en het eigen (creatief) trainerschap vorm te geven. 2.2 Cursus inhoud Deze minor gaat over creatief trainerschap. Zoals je weet, staan termen als 'een levenlang leren' en de 'lerende organisatie' al enkele jaren op de politieke agenda. Dat vertaalt zich uitstekend naar de inhoud van deze minor: creatief trainerschap. Binnen deze minor leer je diverse trainingen te ontwikkelen: 1. communicatie, 2. presentatie, 3. persoonlijke kwaliteiten, 4. groepsdynamica, 5. teambuilding etc. en het eigen (creatief) trainerschap vorm te geven. Je maakt hiervoor gebruik van middelen als drama, spel, muziek, media en vertelkunst. Hiervoor heb je inzicht nodig in leerprocessen van verschillende mensen en kennis van het werken in een agogische en/of didactische omgeving. Je gaat uit van het idee dat mensen zich ontwikkelen door (creatief) te leren en dat dat op diverse manieren kan. Naast het opdoen van kennis en vaardigheden voor het ontwikkelen van verschillende soorten trainingen, ontwikkel je tijdens deze minor ook bewust jezelf, middels 'creatief trainerschap'. Je leert je sterke punten als trainer kennen en bent je bewust van verschillende rollen die mensen (en dus ook jijzelf) aannemen in een trainingssituatie. Daarnaast leer je bewust in te spelen op diversiteit: culturele achtergrond, sociale afkomst, geslacht, politieke voorkeur, religie, etc. en de invloed daarvan op leerprocessen. Je moet voor deze minor in het bezit zijn van een propedeuse hbo en je hebt basale vaardigheden op het gebied van het werken met een groep. Vorm: blok Osiriscode: ASW-MINONT Minimaal aantal 20 deelnemers, maximaal aantal 26 deelnemers 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aantoonbare ervaring met groepswerk (agogische en/of educatieve basiskennis en - vaardigheden Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 111 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

De queeste

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015

1 Organisatorische gegevens 1.1

Cursuscode

1.2

Cursusnaam

1.3 1.4 1.5

Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau

1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINIO3-13 De queeste :ontdekken van kwaliteit in het woud van mogelijkheden The Quest: Discovering Quality In The Forest Of Opportunity 5 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie



Training

verplicht

1 maal per blok

480 minuten


Werkcollege

verplicht

3 maal per blok

540 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Werkstuk/verslag


5,5



100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Binnen deze minor leer je diverse trainingen te ontwikkelen: 1. communicatie, 2. presentatie, 3. persoonlijke kwaliteiten, 4. groepsdynamica, 5. teambuilding etc. en het eigen (creatief) trainerschap vorm te geven. 2.2 Cursus inhoud Deze minor gaat over creatief trainerschap. Zoals je weet, staan termen als 'een levenlang leren' en de 'lerende organisatie' al enkele jaren op de politieke agenda. Dat vertaalt zich uitstekend naar de inhoud van deze minor: creatief trainerschap. Binnen deze minor leer je diverse trainingen te ontwikkelen: 1. communicatie, 2. presentatie, 3. persoonlijke kwaliteiten, 4. groepsdynamica, 5. teambuilding etc. en het eigen (creatief) trainerschap vorm te geven. Je maakt hiervoor gebruik van middelen als drama, spel, muziek, media en vertelkunst. Hiervoor heb je inzicht nodig in leerprocessen van verschillende mensen en kennis van het werken in een agogische en/of didactische omgeving. Je gaat uit van het idee dat mensen zich ontwikkelen door (creatief) te leren en dat dat op diverse manieren kan. Naast het opdoen van kennis en vaardigheden voor het ontwikkelen van verschillende soorten trainingen, ontwikkel je tijdens deze minor ook bewust jezelf, middels 'creatief trainerschap'. Je leert je sterke punten als trainer kennen en bent je bewust van verschillende rollen die mensen (en dus ook jijzelf) aannemen in een trainingssituatie. Daarnaast leer je bewust in te spelen op diversiteit: culturele achtergrond, sociale afkomst, geslacht, politieke voorkeur, religie, etc. en de invloed daarvan op leerprocessen. Je moet voor deze minor in het bezit zijn van een propedeuse hbo en je hebt basale vaardigheden op het gebied van het werken met een groep. Vorm: blok Osiriscode: ASW-MINONT Minimaal aantal 20 deelnemers, maximaal aantal 26 deelnemers 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aantoonbare ervaring met groepswerk (agogische en/of educatieve basiskennis en - vaardigheden Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 17 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 122 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Titel

Ken Uzelve 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINIO4-08 Ken Uzelve 1: Trainersprofiel Know Yourself 1 5 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Training, practicum

verplicht

6 maal per blok

1440 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Trainersprofiel


5,5

100

2



Titel

Ken Uzelve 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINIO5-12 Ken Uzelve 2: Authentiek presenteren Know Yourself 2 5 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Prakticum

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Participatie


5,5

40

2


Presentatie


5,5

60

2



Titel

Het Meesterstuk

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINIO6-12 Het meesterstuk: van ontwerp tot uitvoering The Master's Thesis: From Draft To Completion 5 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie



Training

verplicht

5 maal per blok

900 minuten


Werkcollege

verplicht

3 maal per blok

360 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Training


5,5

60

2


Verslag


5,5

40

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Binnen deze minor leer je diverse trainingen te ontwikkelen: 1. communicatie, 2. presentatie, 3. persoonlijke kwaliteiten, 4. groepsdynamica, 5. teambuilding etc. en het eigen (creatief) trainerschap vorm te geven. 2.2 Cursus inhoud Deze minor gaat over creatief trainerschap. Zoals je weet, staan termen als 'een levenlang leren' en de 'lerende organisatie' al enkele jaren op de politieke agenda. Dat vertaalt zich uitstekend naar de inhoud van deze minor: creatief trainerschap. Binnen deze minor leer je diverse trainingen te ontwikkelen: 1. communicatie, 2. presentatie, 3. persoonlijke kwaliteiten, 4. groepsdynamica, 5. teambuilding etc. en het eigen (creatief) trainerschap vorm te geven. Je maakt hiervoor gebruik van middelen als drama, spel, muziek, media en vertelkunst. Hiervoor heb je inzicht nodig in leerprocessen van verschillende mensen en kennis van het werken in een agogische en/of didactische omgeving. Je gaat uit van het idee dat mensen zich ontwikkelen door (creatief) te leren en dat dat op diverse manieren kan. Naast het opdoen van kennis en vaardigheden voor het ontwikkelen van verschillende soorten trainingen, ontwikkel je tijdens deze minor ook bewust jezelf, middels 'creatief trainerschap'. Je leert je sterke punten als trainer kennen en bent je bewust van verschillende rollen die mensen (en dus ook jijzelf) aannemen in een trainingssituatie. Daarnaast leer je bewust in te spelen op diversiteit: culturele achtergrond, sociale afkomst, geslacht, politieke voorkeur, religie, etc. en de invloed daarvan op leerprocessen. Je moet voor deze minor in het bezit zijn van een propedeuse hbo en je hebt basale vaardigheden op het gebied van het werken met een groep. Vorm: blok Osiriscode: ASW-MINONT Minimaal aantal 20 deelnemers, maximaal aantal 26 deelnemers 2.3 Ingangseisen Veronderstelde voorkennis: Aantoonbare ervaring met groepswerk (agogische en/of educatieve basiskennis en - vaardigheden Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite Geen cursus-site in Osiris geregistreerd

Minor Kunst- en Cultuureducatie

Titel

Kunst als spiegel van de samenleving


2014-2015


Cursuscode

1.2

Cursusnaam

1.3 1.4 1.5


1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINKC1-08 Kunst als spiegel van de samenleving (Theater, muziek en beeldende kunst) Art As A Mirror To Society (Theatre, Music And Visual Arts) 10 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie



Coaching

verplicht

4 maal per blok

960 minuten


Hoorcollege

verplicht

5 maal per blok

900 minuten


Hoorcollege 1

verplicht

1 maal per blok

0 minuten


1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Oeuvre


5,5

50

2


Videobrief


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In deze cursus staat de vraag centraal hoe beeldende kunstenaars, performers, theatermakers en componisten zich verhouden, of verhouden hebben ten opzichte van de samenleving. 2.2 Cursus inhoud Cursus 1 Kunst als spiegel van de samenleving. Theater, muziek en beeldende kunst. Aantal te behalen punten: 10 Werkvormen van de cursus: hoorcolleges, coaching, excursies. Start: periode A Toetsen: • •

schriftelijk werkstuk videobrief en inleiding

Inhoud: In deze cursus staat de vraag centraal hoe beeldende kunstenaars, performers, theatermakers en componisten zich verhouden, of verhouden hebben ten opzichte van de samenleving. Hebben zij er kritiek op, hebben zij een geëngageerde blik, of willen zij misschien de harde realiteit van het dagelijkse bestaan ontvluchten? Om tot antwoorden op deze vraag te komen worden zowel theoretische als praktische mogelijkheden benut. Zo bezoekt de student relevante tentoonstellingen, optredens en/of voorstellingen, die op dat moment in de Nederlandse theaters en musea en op podia te zien zijn. Daar waar mogelijk interviewen studenten de makers, om van hen zelf te horen wat hun drijfveren zijn. Ook wordt literatuur bestudeerd over de kunst (het repertoire), over de uitgangspunten van kunstenaars en over de relatie tussen verschillende werken onderling (het oeuvre). Op deze manier leert de student kunst interpreteren en betekenis te geven in de context van de samenleving. Tijdens de cursus werken de studenten in een groep van ca. 5 personen aan de opdrachten met als eindresultaat een schriftelijk werkstuk en een videobrief. De videobrief is een aanvulling op het schriftelijke werkstuk en wordt gepresenteerd aan medestudenten. De cursus wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen. Doel: Na een succesvolle afsluiting van deze cursus kan de student op het gebied van theater, muziek en beeldende kunst: • • •

kenmerken van het onderzochte repertoire in eigen woorden uitleggen; overeenkomsten en verschillen in het oeuvre van een kunstenaar onderscheiden en verbanden leggen tussen artistieke ontwikkelingen en cultureel-maatschappelijke factoren; aannemelijke interpretaties met elkaar vergelijken en een eigen interpretatie formuleren, die ingebed is in de context van de huidige samenleving.

Op basis van de verworven inzichten is de student in staat een videobrief te vervaardigen, die aantoont op

welke wijze kunstenaars hun oeuvre ingebed hebben in de sociaal historische context van de samenleving.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 31 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 248 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/16/ASW-MINKC1-08

Titel

Kunst en cultuur als ethische kwestie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINKC2-12 Kunst en cultuur als ethische kwestie Arts as a mirror of society 5 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Maquette


5,5

50

2


Schriftelijk werkstuk


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Ethische kwesties, of eenvoudiger gezegd: wat kan men wel en wat kan men niet ‘maken’ op het gebied van kunst en cultuur. Uitgangspunt daarbij is het idee dat naast wetenschap (rationeel) ook kunst en cultuur (emotioneel) een bijdrage leveren ‘kennen’ van de wereld. 2.2 Cursus inhoud Cursus 2 Kunst en cultuur als ethische kwestie. Aantal te behalen punten: 5 Werkvormen van de cursus: Hoorcolleges, practica, excursies. Start: periode A Toetsen: • •

schriftelijk werkstuk maquette voor een tentoonstelling

Inhoud: Ethische kwesties, of eenvoudiger gezegd: wat kan men wel en wat kan men niet ‘maken’ op het gebied van kunst en cultuur. Uitgangspunt daarbij is het idee dat naast wetenschap (rationeel) ook kunst en cultuur (emotioneel) een bijdrage leveren ‘kennen’ van de wereld. Wat we onder kunst en cultuur verstaan wordt bepaald door een stelsel van waarden en normen, die op zich ook weer de cultuur weerspiegelen. Ook de kunsteducator zal in de uitoefening van zijn werk op een ethisch verantwoorde wijze omgaan met de inhoud van zijn vakgebied. Hij zal op professionele wijze kunst en cultuur in zetten om gestelde doelen te bereiken en levert daarmee een inhoudelijk constructieve bijdrage aan de ontwikkeling van kunsten cultuurparticipatie. Tijdens de cursus maakt de student kennis met verschillende visies op kunst en cultuur, belicht vanuit de filosofie, vanuit de kunstkritiek en vanuit opvattingen van de makers van voorstellingen en tentoonstellingen, bijvoorbeeld curators of artistiek leiders. Thema’s als engagement, esthetiek en de ‘versoaping’ van de samenleving krijgen in deze cursus een plek. Ook wordt gekeken hoe deze thema’s sturend zijn voor het kunstenbeleid De student bestudeert literatuur en doet daarnaast een praktijkonderzoek. Het resultaat daarvan is een schriftelijk werkstuk. Naast deze theoretische uitwerking bevat ook deze cursus een praktische component: de student bouwt een maquette voor een tentoonstelling, waarin de student een ethische kwestie aan de orde stelt. Aan beide opdrachten individueel gewerkt. Doel: Na afronding van de cursus kan de student: • • • •

de aangeboden visies op kunst en cultuur herkennen en benoemen en op basis daarvan deze visies analyseren; een eigen beargumenteerde visie verwoorden op ethische kwesties in relatie tot kunst en cultuur; een eigen visie formuleren op de wijze waarop kunsten cultuureducatie kan worden ingezet ten behoeve van participatie; vanuit zijn motivatie als professional zijn visie uitdragen aan opdrachtgevers en afnemers;

• •

zijn visie vertalen naar activiteiten en projecten in het werkveld; een inhoudelijke constructieve bijdrage leveren aan de ontwikkeling van zijn vakgebied.


Titel

Moderne media als motor

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015

1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode

ASW-MINKC3-08 Moderne media als motor voor kunsten cultuurparticipatie (Fotografie, film, videokunst en mixed media)

1.2 Cursusnaam Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.3

1.6 1.7 1.8 1.9 1.10

Modern media as a generator

10 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Voltijd Cursus toegankelijk voor studenten van Ja andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon FJ de Dreu ([email protected]) Voertaal Nederlands

1.11 Werkvormen: Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

6 maal per blok

1440 minuten


Kenniswerkplaats

verplicht

2 maal per blok

1080 minuten


Werkcollege

verplicht

2 maal per blok

120 minuten



1.12 Toetsen: Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Lezing


5,5



100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In deze cursus worden twee aandachtsgebieden uit het werkveld met elkaar verbonden. Op de eerste e plaats dat van de nieuwe media, die dankzij de industrialisatie zijn ontstaan en in de 20 eeuw verder zijn ontwikkeld: fotografie, film en videokunst. Ook is er aandacht voor de zogenaamde mixed media, waarin verschillende media met elkaar worden gecombineerd. Op de tweede plaats dat van de vernieuwingen op het gebied van kunsten cultuurparticipatie. 2.2 Cursus inhoud Cursus 3 Moderne media als motor voor kunsten cultuurparticipatie Fotografie, film, videokunst en mixed media Aantal te behalen punten: 10 Werkvormen van de cursus: Hoorcollege, coaching, werkbezoek. Start: periode B

Toetsen: • •

mondelinge presentatie schriftelijke verantwoording van gemaakte keuzes, methodische onderbouwing

Inhoud: In deze cursus worden twee aandachtsgebieden uit het werkveld met elkaar verbonden. Op de eerste e plaats dat van de nieuwe media, die dankzij de industrialisatie zijn ontstaan en in de 20 eeuw verder zijn ontwikkeld: fotografie, film en videokunst. Ook is er aandacht voor de zogenaamde mixed media, waarin verschillende media met elkaar worden gecombineerd. Op de tweede plaats dat van de vernieuwingen op het gebied van kunsten cultuurparticipatie. Tijdens de colleges worden ontwikkelingen in de fotografie, film, video en mixed media thematisch met elkaar in verband gebracht. De nadruk ligt niet zozeer op de formele verschillen tussen de media, maar juist op de inhoudelijke overeenkomsten, die telkens met het voor het medium geëigend middel zijn verbeeld. Thema’s die aan de orde komen zijn: l’art pour l’art, avant-garde, emancipatie, identiteit en zingeving, sociaal-realisme, manipulatie, absurdisme, vervreemding en hedonisme. Ook eigentijdse onderwerpen, die verbonden zijn met de digitalisering van de media komen aan de orde: de invloed van Internet, het multimediale denken en de grotere toegankelijkheid tot de media. Tijdens de cursus verdiept de student zich door literatuurstudie in een door hem zelf bepaald mediaonderwerp. In het tweede deel van de cursus onderzoekt de student welke vernieuwingen er momenteel in het werkveld plaatsvinden op het gebied van kunsten cultuureducatie en participatie en op welke wijze daarbij de moderne media worden ingezet. De student bereidt een lezing voor aan medestudenten. Tijdens de lezing worden de resultaten van het literatuur- en werkveldonderzoek gepresenteerd. De student geeft zijn opvatting weer over de wijze waarop, met inzet van de media, vernieuwingen op het gebied van kunsten cultuureducatie en/of -participatie gerealiseerd kunnen worden. De presentatie is ondersteund met (audio)visueel materiaal. Gedurende de cursus krijgt de student desgewenst begeleiding bij het maken van goed presentatiemateriaal. Aan deze

opdracht werkt de student individueel. Doel: Na afsluiting van deze cursus kan de student op het gebied van fotografie, film video en mixed media vanaf ca. 1850: • • • • •

de gegeven voorbeelden herkennen en benoemen; de belangrijkste inhoudelijke en formele kenmerken ervan in eigen woorden uitleggen; aannemelijke interpretaties over de werken formuleren; de aan de orde gestelde thema’s in essentie weergeven; een historisch verband leggen tussen artistieke ontwikkelingen en relevante cultureel maatschappelijke factoren.

Op basis van verworven inzichten is de student in staat, vanuit een eigen visie, een presentatie te houden voor medestudenten, waarin: • • •

inzicht gegeven wordt in de bevindingen van het eigen onderzoek; onderbouwde verbeteringen voorgesteld worden op het gebied van kunsten cultuureducatie en participatie; de inzet van de onderzochte middelen aannemelijk is gemaakt.

en die onderhoudend is voor de toehoorders en professioneel is in uitvoering en toepassing van audiovisueel materiaal. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 44 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 235 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/16/ASW-MINKC3-08

Titel

Specie en Bouwstenen

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015

1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode

ASW-MINKC4-08 Specie en Bouwstenen: het ontwikkelen van educatief materiaal voor kunst en cultuur

1.2 Cursusnaam Cursusnaam in Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.3

1.6 1.7 1.8 1.9 1.10

Creating learning materials for arts and culture

5 European Credits B (Bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Voltijd Cursus toegankelijk voor studenten van Ja andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? Contactpersoon FJ de Dreu ([email protected]) Voertaal Nederlands



Frequentie



Coaching

verplicht

5 maal per blok

900 minuten


Hoorcollege

verplicht

5 maal per blok

1200 minuten




Resultaatschaal

Minimum cijfer

Educatief materiaal


5,5



100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Deze cursus is interdisciplinair van karakter. Dat wil zeggen dat diverse kunstdisciplines uitgewerkt kunnen worden. Speerpunt is het ontwikkelen van geschikt educatief materiaal voor kunsten cultuureducatie. 2.2 Cursus inhoud Cursus 4 ‘Specie en bouwstenen’: het ontwikkelen van educatief materiaal voor kunst en cultuur. Aantal te behalen punten: 5 Werkvormen van de cursus: Hoorcolleges, coaching, werkbezoek. Start: periode B Toets: • •

presentatie/demonstratie van het educatieve materiaal. schriftelijke verantwoording van gemaakte keuzes en methodische onderbouwing.

Inhoud: Deze cursus is interdisciplinair van karakter. Dat wil zeggen dat diverse kunstdisciplines uitgewerkt kunnen worden. Speerpunt is het ontwikkelen van geschikt educatief materiaal voor kunsten cultuureducatie. In de wereld van kunst en cultuur worden jaarlijks vele podia en expositieruimtes gevuld met tentoonstellingen, optredens, concerten en voorstellingen. Even zoveel aandacht is er voor het toegankelijk maken van wat er op het podium, of in de expositieruimte te beleven valt. Daarom worden er programmaboekjes en catalogi geschreven, lezingen gehouden, internetsites gebouwd, leskoffers gemaakt en rondleidingen georganiseerd. Het gesproken woord, of de tekst voert hierbij meestal de boventoon. Dikwijls ook is er een aanbod voor speciale doelgroepen: voor kinderen, of voor jongeren die CKV volgen. Soms worden zelfs hele arrangementen georganiseerd: eerst dineren, dan een voorstelling en achteraf napraten met de regisseur en de acteurs. Educatieve medewerkers van kunst en cultuurinstellingen hebben behoefte aan educatief materiaal dat voldoet en origineel en aantrekkelijk is uitgevoerd. Gedurende deze cursus leert de student educatief materiaal te vervaardigen, waarbij de vraag aan de orde gesteld wordt hoe educatieve projecten veranderingsprocessen in gang kunnen zetten bij de doelgroep. De student leert methodisch te werken met creatieve middelen en zal ontdekken dat de doeltreffendheid van het educatieve materiaal erdoor vergroot kan worden. De opdracht die de student krijgt is gefundeerd op een bestaand, of nog te ontwikkelen project uit het werkveld, zoals een theatervoorstelling, Het resultaat ervan wordt getest bij de doelgroep en van commentaar voorzien door medewerkers uit het werkveld. Er wordt gewerkt in groepen van 5 studenten. Doel: Na afronding van de cursus is de student in staat om zinvolle verbindingen te leggen tussen actieve, receptieve en reflectieve kunsten cultuurparticipatie en is in staat om educatief materiaal te maken, dat aantoonbaar methodisch is geconstrueerd. Dat wil zeggen: •

met het educatieve project zijn vooraf gestelde doelstellingen gerealiseerd;

• • •

het educatief materiaal sluit inhoudelijk en formeel aan op de doelgroep; het is getest in het werkveld en is vervolgens na evaluatie met diverse betrokkenen verbeterd.

Tevens heeft de student geleerd de meerwaarde van creatieve middelen te onderscheiden en deze in te zetten ten behoeve van de constructie van educatief materiaal. Bovendien heeft hij geleerd multidisciplinair te denken en te handelen.


Minor Media en Cultuur

MEDIALAB A1: Fotografie en Beeldwijsheid

Titel


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINMED1-14 MEDIALAB A1: Fotografie en Beeldwijsheid Medialab A1:Photography and image wisdom 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja

BMM Gerats ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

420 minuten


Practicum

verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Training

verplicht

10 maal per blok

1200 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Presentatie


5,5

100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Tijdens deze minor leer je inhoudelijk en technisch omgaan met audiovisuele media (film, fotografie). De minor biedt ruimte om aan te sluiten bij je toekomstige beroepspraktijk. Je leert hoe je fotografie, film en social media kunt inzetten als middel t.b.v. communicatie, beïnvloeding en verandering. 2.2 Cursus inhoud MINOR MEDIA EN CULTUUR

Tijdens deze minor leer je inhoudelijk en technisch omgaan met audiovisuele media (film, fotografie). De minor biedt ruimte om aan te sluiten bij je toekomstige beroepspraktijk. Je leert hoe je fotografie, film en social media kunt inzetten als middel t.b.v. communicatie, beïnvloeding en verandering. Film en fotografie worden op praktische en theoretische wijze onderzocht op hun beeldende, technische en inhoudelijke mogelijkheden. De taal van het beeld, evenals de communicatieve potentie van het beeld, komen uitgebreid aan de orde: er wordt aandacht besteed aan filmanalyse, mediapsychologie en receptietheorie om de kracht van media als agogisch middel te doorgronden. Ook wordt er onderzocht wat de ontwikkelingen zijn rond mediawijsheid en media-educatie.

Tijdens de eerste periode werk je aan instrumentele en technische vaardigheden op het gebied van beeldtaal, film en fotografie. Door middel van het uitvoeren van korte praktische opdrachten leer je (beter) te filmen en fotograferen, en leer je alle technieken op het gebied van videomontage en fotobeeldbewerking. Daarnaast bestudeer je de mogelijkheden om deze media te hanteren in de beroepspraktijk (mediaparticipatie en mediawijsheid-projecten). In de tweede periode pas je de opgedane kennis toe in het ontwerpen en uitvoeren van een videodocumentaire en een fotografieproject. Daarbij word je uitgedaagd om vanuit mediatheoretische invalshoeken te doorgronden welke keuzes in beeldtaal gemaakt kunnen worden om de doelgroep te bereiken.

In beide periodes komen gastdocenten uit het werkveld vertellen over hun werk en ervaringen. Werkbezoeken aan fotomusea en het documentairefestival IDFA vormen een vast onderdeel van de minor. Het accent ligt op actuele ontwikkelingen en visieontwikkeling: je onderzoekt mediapraktijksituaties en bent in staat je visie daarop te geven.

De minor is bedoeld voor alle studenten die zich aangetrokken voelen tot media in het algemeen en deze op strategische en verantwoorde wijze willen inzetten in de beroepspraktijk. Ervaring met media is zeker een voordeel maar geen voorwaarde. Bereidheid om je te verdiepen in aspecten die je nog niet beheerst is daarom belangrijk. Iedereen is welkom en zal op zijn/haar niveau kunnen insteken. De minor is bedoeld voor studenten hoofdfase die formeel hun propedeuse hebben afgerond aan een hboinstelling of universiteit.

Vorm: blok Osiriscode: ASW-MINMED-09

Maximaal 24 deelnemers Coordinatie: Bernadette Gerats [email protected]

2.3

Ingangseisen

Het examen propedeuse moet zijn behaald. Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 49 Toetsduur (uren): 3 Zelfstudie (uren): 88 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINMED1-14

Titel

MEDIALAB A2: Filmmaken

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINMED2-14 MEDIALAB A2: Filmmaken: van storyboard tot montage MEDIALAB A2: Filmmaking 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

420 minuten


Training

verplicht

10 maal per blok

1200 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Presentatie


5,5

100

2









2.3

Ingangseisen


Titel

Mediakennis B1: Participatie met Media


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINMED3-14 Mediakennis A1: Participatie en Media Knowledge A1: participation and media 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Open vragen tentamen


5,5

50

2


Verslag


5,5

50

2









2.3

Ingangseisen


MEDIAPRAKTIJK B1:Fotografie/Social Media

Titel


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINMED4-14 MEDIAPRAKTIJK B: Fotografie en Social Media Practical project B: Photography/Social 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

420 minuten


Practicum

verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Training

verplicht

10 maal per blok

1200 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Presentatie


5,5



100

2









2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 49 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 90 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINMED1-14

Titel

MEDIAPRAKTIJK B2:Documentaire Film


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINMED5-14 Mediapraktijk B2: Documentaire film Practical project period B2:documantary 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie



Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

420 minuten


Training

verplicht

10 maal per blok

1200 minuten


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Presentatie


5,5

100

2










Mediakennis A2: Media, Mens en Cultuur

Titel


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINMED6-14 Mediakennis B: Media, mens en cultuur Knowledge of media, people and culture 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Werkstuk/verslag


5,5

100

2










Minor Social Development Work

Titel

Development Studies 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSOC1-14 Development Studies 1 Development Studies 1 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja

GMM Alofs (tel. 06-18967543) ([email protected]) Engels

Werkvorm


Frequentie


Hoorcollege

verplicht

6 maal per blok

1080 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Exam


5,5

60

2


Presentation


5,5

40

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel - The student has basic knowledge and insight concerning a number of key issues in development studies like: possible meanings of development, understanding colonialism – imperialism – neo-colonialism – post-colonialism and their legacies, theories and strategies of development and the relationships between globalisation, development and underdevelopment. - The student has basic knowledge and insight concerning the main components of development in practice: people, resources and the environment and institutions of development. - The student has basic knowledge and insight concerning spaces and places of development: movements and flows including migration and remittances, urban spaces and rural spaces. - The student has basic knowledge and insight concerning the development of international development cooperation after World War II, the development of aid thinking and practice in the Netherlands and abroad and the evaluation of aid. - The student has basic knowledge and insight concerning the role of a great number of actors active in the field of international development cooperation including emerging new actors like private corporations and BRICS-countries like China. The student is capable of critically reflecting on these roles. - The student has basic knowledge and insight concerning development cooperation and aid and is capable to critically reflect on it: why is development cooperation and aid (not) a good idea, why and under which conditions does it work or doesn’t work. - The student has basic knowledge and insight concerning the possible roles of a social worker in the field of development cooperation and is able to critically reflect on these possible roles. This last objective will be dealt with only very partially in this course: other courses of the minor will put more emphasis on this objective. 2.2 Cursus inhoud Why are some countries more developed than others and should anything be done about it or not? This course offers an introduction into the interdisciplinary field of development studies. As such it provides a foundation for the other courses of the minor Social Development Work with a focus on the macro- and meso-level. Given the extensive body of knowledge available the course will be given during the whole length of the minor. Concepts, ideas and ideologies concerning the nature of development will be discussed as well as pragmatic attempts to promote development. It also addresses the issue of how ‘development’ has been conceptualized and measured. Topics like the nature of colonialism and imperialism, decolonialisation and post-colonialism will be scrutinized. Concerning theories of development a whole range of approaches will be surveyed, including classical-traditional approaches with modernisation as its central concern, historical-empirical approaches, radical-political approaches including dependency-thinking and alternative and bottom-up approaches to development with a focus on participation from below, basic needs, empowerment, self-reliance and sustainability. All approaches have their strengths and weaknesses and none of the approaches has the compete answer, if there is one. If one thing will become clear during this course it is that development thinking and practice is a very complex affair and that there is no such thing as a ‘one-size-fits-all’ approach. Only tentative analyses and solutions can be given. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur.

Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINSOC1-14

Titel

Community Development

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSOC2-14 Community Development Community Development 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

6 maal per blok

900 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Presentation


5,5

50

2


Report


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel The objectives of this course can be described as follows: - You can connect the main concepts of the module ‘Community Development’ to Social Development Work; - You have basic knowledge about the main issues of human rights; - You have knowledge of value bases and normative positions of development; - You can apply community development skills in relation to given situations; - You have taken note of three different views on community development: ‘human rights from below’, ‘development as freedom’ and ‘From Poverty To Power’ and you are capable to connect those views to a good practice; - You have worked out a groups vision on community development and can connect your vision and the theory to a good practice. 2.2 Cursus inhoud Community Development is a powerful ideal. However, this is a complex term, which may lead to confusion what you really have to do. How can we develop communities? How can people be part of the social change within the community? Where differs the volunteer from the professional? How do you choose to position yourself within this process? To work on development within a community, professionals have to value the normative base of the local culture. You cannot just bring over your own methods to another culture. You even cannot think that your way of working is the right way (cultural ethnocentrism versus cultural relativism). The overall question during community development is: How to cooperate with the local community and still be working on community development? 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 15 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 124 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINSOC2-14

Titel

Social Business

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSOC3-14 Social Business Social Business 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1050 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Report


5,5

100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel The objectives of this course can be described as follows: ou have basic knowledge about the concepts of social enterpreneurship and social business. ou are able to formulate an opinion on social business case studies, supported by valid arguments. ou are able to connect the main concepts of the module ‘Social Business’ to your own profession.

2.2 Cursus inhoud The focus of this course will be on the concept of Social Business as developed by Nobel Peace Prize Laureate Muhammad Yunus. We will look into the history of micro credit, discuss the pros and cons of Yunus’ social business concept as well as other forms of social enterprises and work on several (Grameen) case studies. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 122 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINSOC3-14

Titel

Emergencies and humanitarian aid

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSOC4-14 Emergencies and humanitarian aid Emergencies and humanitarian aid 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1050 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Individual reflection paper


5,5

50

2


Presentations


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel The objectives of this course can be described as follows: - Knowledge of the nature of disasters and modern conflict, including an introduction into theories about the root causes behind slow onset disasters and conflicts. - Knowledge of key actors in the field of disaster, conflict and development. - To view disasters and conflict from perspectives of development. - To study the nature of post-disaster and post-conflict reconstruction and specifically the roles of helping professions in that work. - To introduce some of the key strategies in post-disaster and post-conflict reconstruction from a helping professions perspective. - To introduce students to some key concerns regarding humanitarian aid work. - Critical reflection upon the roles of mediators and forms of conflict resolution and emergency intervention.

2.2 Cursus inhoud Emergencies arise as a result of natural hazards, like droughts, earthquakes, floods, tsunami’s, cyclones, but also as a result of major industrial accidents (Bhopal gas tragedy, India, 1984), pollution, melt down of a nuclear reactor (Japan, 2011), etc. Conflicts, nowadays often in the context of a civil war, are another source of emergencies. Humanitarian aid provided in the context of an emergency, given the time pressures involved, does have a character of its own. Nonetheless throughout this course it will be emphasised, that also when emergencies occur, an ‘integrated-perspective approach’ should be used. This means among others that short term interventions from the very beginning should be connected with a long term development approach. In this course also key areas of international social work in (post)conflict situations are being discussed. This usually involves development work with threatened groups and communities. This course will give you a basic understanding of the extremely complex nature of disasters and conflicts and offers the outline of some basic theories and approaches in this field. Social Work related interventions in this context – like working with threatened groups and communities - will be similarly complex. The role of a number of intervening actors will be highlighted. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 121 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINSOC4-14

Titel

Field Work 1

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSOC5-14 Field Work Field Work 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1050 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Individual Project Report


5,5

50

2


Plan of Action


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel The competencies and learning objectives for Fieldwork are: • Knowledge and understanding about international social development work. • Skills for the application of executing a practical project in a methodological way in the field of international social development work. • Critical reflection on values and attitudes for international development projects 2.2 Cursus inhoud In the module Fieldwork you will execute a practical project that will benefit an organization dealing with development issues (NGO’s). While working on the project you will go through the methodical preparation cycle, implementation and evaluation. Your client can be either a Dutch or International organization. During the course you’ll take a closer look into both good and bad practices of development work. You will be encouraged to formulate and justify your own opinion on practical projects. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 18 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 121 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINSOC5-14

Titel

Development Studies 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSOC6-14 Development Studies 2 Development Studies 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Exam


5,5

40

2


Report


5,5

60

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel The objectives of this course can be described as follows: - The student has basic knowledge and insight concerning a number of key issues in development studies like: possible meanings of development, understanding colonialism – imperialism – neo-colonialism – post-colonialism and their legacies, theories and strategies of development and the relationships between globalisation, development and underdevelopment. - The student has basic knowledge and insight concerning the main components of development in practice: people, resources and the environment and institutions of development. - The student has basic knowledge and insight concerning spaces and places of development: movements and flows including migration and remittances, urban spaces and rural spaces. - The student has basic knowledge and insight concerning the development of international development cooperation after World War II, the development of aid thinking and practice in the Netherlands and abroad and the evaluation of aid. - The student has basic knowledge and insight concerning the role of a great number of actors active in the field of international development cooperation including emerging new actors like private corporations and BRICS-countries like China. The student is capable of critically reflecting on these roles. - The student has basic knowledge and insight concerning development cooperation and aid and is capable to critically reflect on it: why is development cooperation and aid (not) a good idea, why and under which conditions does it work or doesn’t work. - The student has basic knowledge and insight concerning the possible roles of a social worker in the field of development cooperation and is able to critically reflect on these possible roles. This last objective will be dealt with only very partially in this course: other courses of the minor will put more emphasis on this objective.

2.2 Cursus inhoud Why are some countries more developed than others and should anything be done about it or not? This course offers an introduction into the interdisciplinary field of development studies. As such it provides a foundation for the other courses of the minor Social Development Work with a focus on the macro- and meso-level. Given the extensive body of knowledge available the course will be given during the whole length of the minor. Concepts, ideas and ideologies concerning the nature of development will be discussed as well as pragmatic attempts to promote development. It also addresses the issue of how ‘development’ has been conceptualized and measured. Topics like the nature of colonialism and imperialism, decolonialisation and post-colonialism will be scrutinized. Concerning theories of development a whole range of approaches will be surveyed, including classical-traditional approaches with modernisation as its central concern, historical-empirical approaches, radical-political approaches including dependency-thinking and alternative and bottom-up approaches to development with a focus on participation from below, basic needs, empowerment, self-reliance and sustainability. All approaches have their strengths and weaknesses and none of the approaches has the compete answer, if there is one. If one thing will become clear during this course it is that development thinking and practice is a very complex affair and that there is no such thing as a ‘one-size-fits-all’ approach. Only tentative analyses and solutions can be given. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 4 Zelfstudie (uren): 115 Totaal (uren) 140

Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINSOC6-14

Titel

Field Work 2

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSOC7-14 Field Work 2 Field Work 2 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

1 maal per blok

8340 minuten

1.12





Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

50

2


Project


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel The competencies and learning objectives for Fieldwork are: • Knowledge and understanding about international social development work. • Skills for the application of executing a practical project in a methodological way in the field of international social development work. • Critical reflection on values and attitudes for international development projects.

2.2 Cursus inhoud In the module Fieldwork you will execute a practical project that will benefit an organization dealing with development issues (NGO’s). While working on the project you will go through the methodical preparation cycle, implementation and evaluation. Your client can be either a Dutch or International organization. During the course you’ll take a closer look into both good and bad practices of development work. You will be encouraged to formulate and justify your own opinion on practical projects. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 100 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 39 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINSOC7-14

Titel

Field Work 3

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSOC8-14 Field Work 3 Field Work 3 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

1 maal per blok

8340 minuten

1.12





Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



5,5

50

2


Project


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel The competencies and learning objectives for Fieldwork are: • Knowledge and understanding about international social development work. • Skills for the application of executing a practical project in a methodological way in the field of international social development work. • Critical reflection on values and attitudes for international development projects.

2.2 Cursus inhoud In the module Fieldwork you will execute a practical project that will benefit an organization dealing with development issues (NGO’s). While working on the project you will go through the methodical preparation cycle, implementation and evaluation. Your client can be either a Dutch or International organization. During the course you’ll take a closer look into both good and bad practices of development work. You will be encouraged to formulate and justify your own opinion on practical projects. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 100 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren):39 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASW-MINSOC8-14

Minor Sport en Samenleving

Titel

Leider Sportieve Recreatie (LSR) VT

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSPO1-13 Leider Sportieve Recreatie (LSR) Vt Instructor Recreational Sports - FT 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja

IPHM Scheijmans ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


Training

verplicht

7 maal per blok

1680 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer



Praktijktoets LSR


5,5

100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de samenleving is steeds meer aandacht voor de bijdrage die sport, spel en bewegen kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Binnen het welzijnswerk, het onderwijs, de hulpverlening en de kinderopvang wordt al vele jaren gebruik gemaakt van sport- en spel activiteiten om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen, te leren samenwerken en om participatie en sociale samenhang te bevorderen. Nieuw is dat de overheid steeds nadrukkelijker sport en sociaal beleid met elkaar verbindt. In deze minor leer enerzijds hoe je kunt bijdragen aan de ontwikkeling van mens en samenleving door de inzet van uitdagende en aantrekkelijke sport-, spelen bewegingsprogramma’s. Daarnaast is er veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving Net als in de door ons voorgestane praktijk, hanteren we bij de cursussen van de minor veelal de methode van het ‘al doende leren’. 2.2 Cursus inhoud Leider Sportieve Recreatie (LSR) (10 EC). De nadruk ligt op de opbouw van een uitgebreid spelen bewegingsrepertoire zowel voor binnen (zaal) als voor buiten (waaronder veld-, nacht- en bosspelen). Het spelenderwijs leren en ontwikkelen is daarbij uitgangspunt evenals het leren uitgaan van de interesses van de doelgroep. Ook is er veel aandacht voor de methodische inzet van het repertoire en voor begeleidings- en leidinggevende vaardigheden. Wie wil, kan deze cursus afronden met een gecertificeerd diploma. 2.3 Ingangseisen Minimaal 60 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 251 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/16/ASW-MINJEU1-11

Titel

Leider Sportieve Recreatie (LSR) DT

Opleidingsvariant

Deeltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSPO1DT-13 Leider Sportieve Recreatie (LSR) DT Instructor Recreational Sports - PT 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Deeltijd Toetsen zijn er in Deeltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Training

verplicht

6 maal per blok

1440 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Essay


5,5

20

2


Praktijktoets LSR


5,5

80

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de samenleving is steeds meer aandacht voor de bijdrage die sport, spel en bewegen kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Binnen het welzijnswerk, het onderwijs, de hulpverlening en de kinderopvang wordt al vele jaren gebruik gemaakt van sport- en spel activiteiten om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen, te leren samenwerken en om participatie en sociale samenhang te bevorderen. Nieuw is dat de overheid steeds nadrukkelijker sport en sociaal beleid met elkaar verbindt. In deze minor leer enerzijds hoe je kunt bijdragen aan de ontwikkeling van mens en samenleving door de inzet van uitdagende en aantrekkelijke sport-, spelen bewegingsprogramma’s. Daarnaast is er veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving Net als in de door ons voorgestane praktijk, hanteren we bij de cursussen van de minor veelal de methode van het ‘al doende leren’. 2.2 Cursus inhoud

Leider Sportieve Recreatie (LSR) (10 EC). De nadruk ligt op de opbouw van een uitgebreid spelen bewegingsrepertoire zowel voor binnen (zaal) als voor buiten (waaronder veld-, nacht- en bosspelen). Het spelenderwijs leren en ontwikkelen is daarbij uitgangspunt evenals het leren uitgaan van de interesses van de doelgroep. Ook is er veel aandacht voor de methodische inzet van het repertoire en voor begeleidings- en leidinggevende vaardigheden. Wie wil, kan deze cursus afronden met een gecertificeerd diploma. 2.3 Ingangseisen Minimaal 60 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 24 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 255 Totaal (uren) 280 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/16/ASW-MINJEU1-11

Titel

Sport, Maatschappij en methodiek 1 VT


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSPO2-14 Sport, Maatschappij en methodiek 1 VT Sports, Society And Methods 1 FT 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Verslag


5,5



100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de samenleving is steeds meer aandacht voor de bijdrage die sport, spel en bewegen kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Binnen het welzijnswerk, het onderwijs, de hulpverlening en de kinderopvang wordt al vele jaren gebruik gemaakt van sport- en spel activiteiten om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen, te leren samenwerken en om participatie en sociale samenhang te bevorderen. Nieuw is dat de overheid steeds nadrukkelijker sport en sociaal beleid met elkaar verbindt. In deze minor leer enerzijds hoe je kunt bijdragen aan de ontwikkeling van mens en samenleving door de inzet van uitdagende en aantrekkelijke sport-, spelen bewegingsprogramma’s. Daarnaast is er veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving 2.2 Cursus inhoud Centraal in deze minor staat de cursus Sport, maatschappij en methodiek met veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving en methodieken voor het letterlijk en figuurlijk in beweging brengen van groepen en samenlevingsverbanden. In periode A staat de rol van de sportleider centraal en het pedagogisch handelen in de sportcontext. 2.3 Ingangseisen Minimaal 60 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/15/ASW-MINJEU2-10

Titel

Sport, Maatschappij en methodiek 1 DT


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSPO2DT-14 Sport, Maatschappij en methodiek 1 DT Sports, Society And Methods 1 PT 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Beleidsadvies


5,5

50

2


Essay


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de samenleving is steeds meer aandacht voor de bijdrage die sport, spel en bewegen kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Binnen het welzijnswerk, het onderwijs, de hulpverlening en de kinderopvang wordt al vele jaren gebruik gemaakt van sport- en spel activiteiten om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen, te leren samenwerken en om participatie en sociale samenhang te bevorderen. Nieuw is dat de overheid steeds nadrukkelijker sport en sociaal beleid met elkaar verbindt. In deze minor leer enerzijds hoe je kunt bijdragen aan de ontwikkeling van mens en samenleving door de inzet van uitdagende en aantrekkelijke sport-, spelen bewegingsprogramma’s. Daarnaast is er veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving 2.2 Cursus inhoud Centraal in deze minor staat de cursus Sport, maatschappij en methodiek met veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving en methodieken voor het letterlijk en figuurlijk in beweging brengen van groepen en samenlevingsverbanden. In periode A staat de rol van de sportleider centraal en het pedagogisch handelen in de sportcontext. 2.3 Ingangseisen Minimaal 60 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/15/ASW-MINJEU2-10

Outdoor als middel v. gedragsverandering

Titel


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSPO3-13 Outdoor als middel voor gedragsverandering Outdoor as a tool for behaviour change 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Praktijkopdracht


5,5

50

2


Verslag/rapport


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de samenleving is steeds meer aandacht voor de bijdrage die sport, spel en bewegen kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Binnen het welzijnswerk, het onderwijs, de hulpverlening en de kinderopvang wordt al vele jaren gebruik gemaakt van sport- en spel activiteiten om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen, te leren samenwerken en om participatie en sociale samenhang te bevorderen. Nieuw is dat de overheid steeds nadrukkelijker sport en sociaal beleid met elkaar verbindt. In deze minor leer enerzijds hoe je kunt bijdragen aan de ontwikkeling van mens en samenleving door de inzet van uitdagende en aantrekkelijke sport-, spelen bewegingsprogramma’s. Daarnaast is er veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving Net als in de door ons voorgestane praktijk, hanteren we bij de cursussen van de minor veelal de methode van het ‘al doende leren’. 2.2 Cursus inhoud Ook in deze cursus is het zelf doen het uitgangspunt. In de derde week staat een spannende outdoorvierdaagse in Nederland of de Ardennen op het programma. Daarna wordt met behulp van theorie terug gekeken op het programma en de ervaringen. Deze combinatie van praktijk en theorie levert als resultaat een serie outdoormethodieken die je gericht weet in te zetten. Deze cursus maakt onderdeel uit van de minor Jeugd, Sport en Bewegen 2.3 Ingangseisen Minimaal 60 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/15/ASW-MINJEU3-08

Titel

Sport en Society

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSPO4-13 Sport en Society Sport en Society 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Training

verplicht

7 maal per blok

840 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Essay


5,5



100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de samenleving is steeds meer aandacht voor de bijdrage die sport, spel en bewegen kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Binnen het welzijnswerk, het onderwijs, de hulpverlening en de kinderopvang wordt al vele jaren gebruik gemaakt van sport- en spel activiteiten om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen, te leren samenwerken en om participatie en sociale samenhang te bevorderen. Nieuw is dat de overheid steeds nadrukkelijker sport en sociaal beleid met elkaar verbindt. In deze minor leer enerzijds hoe je kunt bijdragen aan de ontwikkeling van mens en samenleving door de inzet van uitdagende en aantrekkelijke sport-, spelen bewegingsprogramma’s. Daarnaast is er veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving Net als in de door ons voorgestane praktijk, hanteren we bij de cursussen van de minor veelal de methode van het ‘al doende leren’. 2.2 Cursus inhoud In deze cursus onderzoek je de rol van sport in de samenleving.Vanuit verschillende geledingen in de samenleving wordt sport steeds vaker gezien als een middel om maatschappelijke doelen te bewerkstelligen. Maar klopt dit wel, kan sport die verwachtingen waarmaken?je doet een literatuuronderzoek naar een zelf gekozen onderwerp binnen het thema 'de pedagogische en sociale kracht van sport. De bevindingen daarvan presenteer je aan de groep. Ter afsluiting van de cursus schrijf je een essay over het onderwerp. 2.3 Ingangseisen Minimaal 60 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 14 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 125 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/15/ASW-MINJEU4-10

Titel

Sport, Maatschappij en methodiek 2 VT


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASW-MINSPO5-13 Sport, Maatschappij en methodiek 2 VT Sports, Society And Methods 2 FT 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Ja


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Praktijkproject


5,5



100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel In de samenleving is steeds meer aandacht voor de bijdrage die sport, spel en bewegen kan leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Binnen het welzijnswerk, het onderwijs, de hulpverlening en de kinderopvang wordt al vele jaren gebruik gemaakt van sport- en spel activiteiten om persoonlijke vaardigheden te ontwikkelen, te leren samenwerken en om participatie en sociale samenhang te bevorderen. Nieuw is dat de overheid steeds nadrukkelijker sport en sociaal beleid met elkaar verbindt. In deze minor leer enerzijds hoe je kunt bijdragen aan de ontwikkeling van mens en samenleving door de inzet van uitdagende en aantrekkelijke sport-, spelen bewegingsprogramma’s. Daarnaast is er veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving 2.2 Cursus inhoud Centraal in deze minor staat de cursus Sport, maatschappij en methodiek met veel aandacht voor de rol van sport in de samenleving en methodieken voor het letterlijk en figuurlijk in beweging brengen van groepen en samenlevingsverbanden. Een groot deel van de tijd in periode B besteed je aan de integrale eindopdracht met als titel Community in Beweging. Voor een praktijkopdrachtgever ontwikkel je met een multidisciplinair samengestelde projectgroep een event of serie uitdagende sport- en bewegingsactiviteiten voor een relatief moeilijke doelgroep. Deze voer je ook uit. Daarbij maak je natuurlijk maximaal gebruik van de input en opgedane kennis en ervaring uit de andere cursussen

2.3

Ingangseisen

Minimaal 60 punten van het hoofdfase (4-jarige bacheloropleiding)-programma moeten zijn behaald. Kosten en 2.4 studiematerialen Zie literatuurlijst op www.studystore.nl onder de opleiding CMV 2.5 Workload Contactduur (uren): 21 Toetsduur (uren): 1 Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/15/ASW-MINJEU2-10

Titel

Eindpresentatie

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


ACMA-V4SOMEP-10 Eindpresentatie Final Presentation 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd

Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?

1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Nee

HF Nanlohy-Sniphout (tel. 2485) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie


diverse

verplicht

1 maal per blok

120 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Afstudeerpresentatie


5,5

100



2

bij aanvangsblok JAAR: . blok JAAR

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel De student presenteert tijdens de afstudeerpresentatie op integrale wijze zijn bijdrage aan de professionalisering van zichzelf als CMV professional en profileert zich op de bijdragen die hij heeft geleverd aan de ontwikkeling van de beroepsuitoefening en het beroep van CMV. 2.2 Cursus inhoud De student presenteert tijdens de afstudeerpresentatie op integrale wijze zijn bijdrage aan de professionalisering van zichzelf als CMV professional en profileert zich op de bijdragen die hij heeft geleverd aan de ontwikkeling van de beroepsuitoefening en het beroep van CMV. Daarbij besteedt student nadrukkelijk aandacht aan een kritische reflectie op de bereikte resultaten/ de geleverde beroepsproducten op zijn competenties Onderzoeken, Project leiden en Methodiek Vernieuwen. Het doel van presentatie en eindgesprek is tweeledig: student formuleert zijn visie op een problematiek en staat voor de implicaties van zijn visie voor zijn beroep; -

student voert een professioneel gesprek.

2.3 Ingangseisen De student dient de volgende studieonderdelen met een voldoende te hebben afgerond. Methodiek Vernieuwen, Prakijkonderzoek en Projectleiden. Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (Zie www.studystore.nl) 2.5 Workload Contactduur (uren): 2

Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/12/ACMA-V4SOMEP-10

Titel

Methodiek Vernieuwen

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


ACMA-V4SOMMV-10 Methodiek Vernieuwen Methodology and Innovation 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd


1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Nee


Werkvorm


Frequentie


diverse

verplicht

1 maal per blok

180 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Methodiek Vernieuwen


5,5




100

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Student levert op kritische wijze een vernieuwende bijdrage aan een methodiek, die relevant is voor de verbetering van de beroepspraktijk. 2.2 Cursus inhoud Als vernieuwer toont student zich deskundig t.a.v. een methodiek binnen een beroepsrelevant thema of terrein. Student levert op kritische wijze een vernieuwende bijdrage aan een methode of werkwijze, die relevant is voor de verbetering van de beroepspraktijk. De student heeft daarbij de mogelijkheid om een methodiek die eerder in de opleiding aan de orde is geweest (bijv. in zijn minor/ vrije profilering) methodisch uit te diepen, in antwoord op de vraag: wat kan de CMV beroepspraktijk ermee.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (Zie www.studystore.nl) 2.5 Workload Contactduur (uren): 3

Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/12/ACMA-V4SOMMV-10

Titel

Praktijkonderzoek

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.7 1.8

ACMA-V4SOMPO-10 Praktijkonderzoek Practice-based Research 5 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Nee


Werkvorm


Frequentie


Diverse werkvormen

verplicht

1 maal per blok

120 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Onderzoeken


5,5

100

2



Cursus doel

n het afstudeerprogramma voert de student als onderzoeker op basis van een vraag of een opdracht vanuit de beroepspraktijk op verantwoorde wijze en volgens de richtlijnen een praktijkonderzoek uit en geeft daarvan verantwoording in een onderzoeksverslag.

2.2

Cursus inhoud

In het afstudeerprogramma voert de student als onderzoeker op basis van een vraag of een opdracht vanuit de beroepspraktijk op verantwoorde wijze en volgens de richtlijnen een praktijkonderzoek uit en geeft daarvan verantwoording in een onderzoeksverslag. Het onderzoeksverslag is het beroepsproduct bij de competentie Onderzoeken.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (Zie www.studystore.nl) 2.5 Workload Contactduur (uren): 22 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/12/ACMA-V4SOMPO-10

Titel

Project Leiden

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


ACMA-V4SOMPL-10 Project Leiden Project Leadership 10 European Credits B (bachelor hoofdfase) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd


1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Nee


Werkvorm


Frequentie


Werkcollege

verplicht

1 maal per blok

120 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




Project Leiden


5,5

100

2



Cursus doel

Als projectleider werkt de student in opdracht van een opdrachtgever uit de beroepspraktijk, ontwikkelt hij een relevant projectplan en realiseert daarvan een deel (minimaal 2 mijlpalen).

2.2

Cursus inhoud

Als projectleider werkt de student in opdracht van een opdrachtgever uit de beroepspraktijk, ontwikkelt hij een relevant projectplan en realiseert daarvan een deel (minimaal 2 mijlpalen). Het project(plan) draagt bij aan de oplossing van een vraagstuk op het terrein van dienstverlening, hulpverlening of welzijn of draagt bij aan verbetering van de beroepspraktijk. Als onderdeel van het projectontwerp ontwikkelt student een nazorgplan voor de uitvoering.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (Zie www.studystore.nl) 2.5 Workload Contactduur (uren): 22 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (10) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/12/ACMA-V4SOMPL-10

P1 Verhelderen vraag van de cliënt

Titel


2014-2015

1 Organisatorische gegevens 1.1 Cursuscode 1.2 Cursusnaam Cursusnaam in 1.3 Engels 1.4 Aantal EC's 1.5 Studiefase/niveau 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10

ASWU-1V-P1-14 P1: Verhelderen van de vraag van de cliënt/doelgroep P1 Clarifying Clients'/Target Group's Requests

5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Voltijd Cursus toegankelijk voor studenten van Nee andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? MFL Langenhuizen (tel. 06-28252267) Contactpersoon ([email protected]) Voertaal Nederlands

1.11 Werkvormen: Aanwezigheid verplicht?

Frequentie

verplicht

7 maal per blok

Crea Muziek

Werkvorm

Totale contacttijd In welke blokken wordt cursus in de werkvorm minuten aangeboden?

840 minuten

bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 4: blok 4

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten


Hoorcollege

verplicht

7 maal per blok

420 minuten


Theoriewerkplaats

verplicht

7 maal per blok

840 minuten


verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Crea Beeldend spel

Training 1



Resultaatschaal

Minimum cijfer

Weging Aantal keren (afgerond dat een op hele toets wordt procenten) aangeboden


in een collegejaar

Gespreksvaardigheden

MC toets



5,5

5,5

50

50

4

bij aanvangsblok 2: 1. blok 2, week 46 2. blok 4, week 16 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4, week 16 2. blok 5, week 27

4


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud Verhelderen van de vraag van de cliënt/doelgroep: Centrum Opvoeder en Jeugd Deze onderwijsmodule gaat over het verkennen van de vraag van een cliënt of cliëntengroep. De student gaat werken binnen een nagebootste praktijk: Het Centrum Opvoeder en Jeugd. De student richt zich als Social Worker op de opvoeder(s) en gaat de (on)mogelijkheden binnen en rondom hem/haar analyseren. Jij als student verzamelt informatie aan de hand van gesprekken en observaties om tot een goede analyse van de vraag van de opvoeder te komen. Een goede analyse is pas mogelijk als je beschikt over inhoudelijke kennis met betrekking tot kind en opvoeding. Onderwerpen zoals, ontwikkeling van kinderen, opvoedingsstijlen en de rol van de maatschappij in de opvoeding komen aan de orde. In de module werken we met het uitgangspunt dat jouw eigen opvoeding en het beeld dat je daarvan hebt van invloed zijn op de wijze waarop je naar andere opvoeders kijkt. In de diverse onderdelen zitten daarom opdrachten verwerkt waarbij je jouw eigen opvoeding als referentiekader gebruikt.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 70 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 68 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/31/ASWU-1V-P1-14

Titel

P2 Activeren van personen en groepen


2014-2015



1.6

Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?

1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen: Werkvorm

Crea AVV

diverse hoorcolleges

Instructie fotoshop


verplicht

verplicht

verplicht

ASWU-1V-P2-10 P2: Activeren van personen en groepen P2 Motivating People And Groups 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

GMM Alofs (tel. 06-18967543) ([email protected]) Nederlands

Frequentie

7 maal per blok

7 maal per blok

1 maal per blok


1260 minuten

bij aanvangsblok 1: blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4

420 minuten


180 minuten


Kenniswerkplaats

verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Soc ago training

verplicht

3 maal per

360 minuten

bij aanvangsblok 1:

blok

blok 1 bij aanvangsblok 2: blok 2 bij aanvangsblok 3: blok 3 bij aanvangsblok 4: blok 4

Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 89 (bij alle aanvangsblokken) Toelichting bij werkvorm diverse hoorcolleges: Inleidend hoorcollege hoorcollege wetenschap socialisatie jongeren hoorcollege methodiek hoorcollege ontwikkeling hoorcollege methodiek en afronding

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Presentatie

Resultaatschaal

Numerieke toetsresultaten

Minimum cijfer

5,5


100


8

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1, week 36 2. blok 2, week 46 bij aanvangsblok 2: 1. blok 2, week 46 2. blok 3, week 6 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3, week 6 2. blok 4, week 16 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4, week 16 2. blok 5, week 27

Toelichting bij toets Presentatie: -studiegroep van 30 studenten worden onderverdeeld in 6 subgroepjes van 5 studenten - 1 subggroepje presenteert aan de overige 5 - overige subgroepen geven mondelinge feedback en stellen kritische vragen - feedback wordt schriftelijk aan de groep gegeven + kopie naar beoordelend docenten De verkregen schriftelijke feedback neem je op in je legitimeringsmap. De beoordeling zal gebeuren door twee (AV docent en docent kenniswerkplaats)

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud Activeren van personen en groepen Je gaat in het kader van het P2 programma contact leggen met een groep jongeren. Met hen samen maak je een fotoreportage, die de kracht van de groep in beeld brengt. De presentatie van de reportage vormt de eindtoets van dit programma. Om tot dit eindresultaat te komen leer je in de sociaal-agogische trainingen contact leggen met een (jongeren)groep. Daar leer je ook werken vanuit de methodiek ‘activeren van jongeren.’ De theorieën die je in de hoorcolleges worden aangeboden zijn ‘groepsdynamica’ en ‘ontwikkelingspsychologie van de adolescentie.’ In de werkcolleges verwerk je die theorie aan de hand van opdrachten en oefeningen.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op www.studystore.hu.nl) 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 51 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 89 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/11/ASWU-1V-P2-10

P3 Ontwerpen van plan van aanpak

Titel


2014-2015



1.6


1.9 1.10


1.11

Werkvormen:

1.7 1.8

ASWU-1V-P3-14 P3: Ontwerpen van plan van aanpak P3 Designing A Plan Of Approach 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

B Mulder (tel. 9610) ([email protected]) Nederlands



Frequentie

Crea Beeldend

verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Crea Muziek

verplicht

7 maal per blok

1260 minuten


divserse hoorcolleges

verplicht

8 maal per blok

480 minuten


verplicht

6 maal per blok

720 minuten


verplicht

7 maal per blok

840 minuten


Werkvorm

Soc Ago training

Werkcollege


1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

MC toets


5,5



50

4

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1, week 36

2. blok 2, week 46 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3, week 6 2. blok 4, week 16

Plan van aanpak


5,5

50

4


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud In deze cursus leer je hoe je op een systematische manier tot een plan van aanpak kan komen voor een individuele cliënt of een doelgroep. Het betreft volwassenen in een kwetsbare positie in verband met een chronische ziekte, handicap of omdat zij deel uitmaken van een kwetsbare doelgroep. Werkwijze: Ieder studiegroepje maakt een plan van aanpak voor één van de beschreven cliënten of doelgroepen. In de hoorcolleges krijg je theorie over levensfasen van de volwassenheid, over rehabilitatie en methodisch werken. Om tot een goed plan van aanpak te komen zijn communicatievaardigheden van groot belang. In de sociaal agogische training leer je basisvaardigheden gespreksvoering. Soms is communiceren middels woorden niet afdoende. In de creatief agogische training leer je basisvaardigheden door middel van muziek of beeldende vorming in te zetten voor een agogisch doel van de cliënt.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op www.studystore.hu.nl) 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 69 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 69 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/20/ASWU-1V-P3-12

P4 Creatief onderzoeken cultuur en div.

Titel


2014-2015


Cursuscode

1.2

Cursusnaam

1.3 1.4 1.5


1.6

Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?

1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Werkvorm


Theater Stut

Training Drama

WC diversiteit

verplicht

verplicht

verplicht

ASWU-1V-P4-13 P4: Creatief onderzoeken van cultuur en diversiteit Designing/Implementing Cultural Activity 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd Nee

ATAJ Loeffen (tel. 9067) ([email protected]) Nederlands

Frequentie

1 maal per blok

7 maal per blok

7 maal per blok

Totale contacttijd In welke blokken wordt cursus in minuten de werkvorm aangeboden?

120 minuten


1260 minuten


1260 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Aantal keren dat een toets wordt aangeboden


in een collegejaar

Onderzoeksverslag

Presentatie



5,5

5,5

50

50

8

bij aanvangsblok 1: 1. blok 1, week 36 2. blok 2, week 46 bij aanvangsblok 2: 1. blok 2, week 46 2. blok 3, week 6 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3, week 6 2. blok 4, week 16 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4, week 16 2. blok 5, week 27

8


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud P4 Creatief onderzoeken van culturele diversiteit In dit programma verdiepen en verplaatsen studenten zich in de levenservaringen van een bepaalde groep die in een aantal opzichten heel anders zijn dan de eigen levenservaringen. De etnische afkomst, gezondheid, leeftijd en religie zijn bijvoorbeeld anders. Studenten gaan onderzoek doen naar de gekozen groep. Bij het onderzoek kiezen zij een bepaald levensthema dat belangrijk is in het dagelijks leven van die groep. De eigen levenservaringen van individuele leden van maatschappelijke groepen worden onderzocht, gedocumenteerd en daarna artistiek bewerkt tot een podiumpresentatie. Het algemene doel van dit programma is het vergroten van het inzicht in de meerwaarde van ( maatschappelijke) diversiteit en het respectvol en inclusief omgaan met elkaar in onze pluriforme samenleving. Het deelnemen aan en toeschouwer zijn van de podiumpresentatie is gericht op het zich actief verplaatsen in anderen, belangenbehartiging, kritisch kijken naar beeldvorming en actief bijdragen aan andere beeldvorming. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop/ ) 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 44 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 96 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/22/ASWU-1V-P4-12

P5 Verkennen van het werkveld

Titel


2014-2015



1.6


ASWU-1V-P5-14 P5: Verkennen van het werkveld P5 Exploring The World Of Work 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd


1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Nee

JBM Janssen (tel. 9232) ([email protected]) Nederlands


Werkvorm


Frequentie

Historie Social Work

verplicht

7 maal per blok

630 minuten


Werkcollege

verplicht

1 maal per week

840 minuten


Toetsinzage

verplicht

1 maal per blok

60 minuten


Zelfstudie incl. toetsvoorbereiding: verwachte totaal te besteden tijd in uren 112 (bij alle aanvangsblokken) Toelichting bij werkvorm Historie Social Work: -instructiecollege praktijkverkenning -gastcollege -hoorcollege historie

1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




MC toets Historie Social Work

5,5

50

4


Werkstuk

5,5

50

4

bij aanvangsblok 1:

1. blok 1, week 36 2. blok 2, week 46 bij aanvangsblok 2: 1. blok 2, week 46 2. blok 3, week 6

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud In deze module verken je het brede sociaal-agogische beroepenveld en de specifieke aspecten van het door jou gekozen beroep en opleiding. Maar je leert ook vergelijken met de andere beroepen, hun manieren van begeleiden en diensten verlenen. Centraal in deze periode staat dus werkveldonderzoek en literatuurstudie naar wat al die verschillende sociale professionals nu in de praktijk doen. Met mensen werken, actief zijn in een buurt, individuen of groepen begeleiden of coachen, veranderingen tot stand brengen, mensen helpen of creatief begeleiden: jouw motief om voor een van onze agogische opleidingen te kiezen zit er vast bij. Je hebt zelf beelden en verwachtingen over de beroepen, waarvoor het Instituut voor Social Work opleidt. Je hebt waarschijnlijk ook veel vragen over de verschillende beroepen en werkterreinen. Je gaat in dit programma actief op zoek naar antwoorden op bepaalde vragen middels literatuurstudie, internetonderzoek en werkveldbezoeken. Het werkveld is steeds aan verandering onderhevig, doordat het onderdeel is van een steeds veranderende samenleving. De sociale professional kan maatschappelijke veranderingen analyseren en zijn werk daarop aanpassen. Tijdens Verkennen van het werkveld besteden we daarom ook aandacht aan maatschappelijke veranderingen op micro-, meso-, en macroniveau. Kennis van de geschiedenis is onderdeel van de beroepsvorming. Je moet weten waarom het beroep er is, wanneer, waarom en door wiens toedoen het ontstaan is. Maar ook hoe het in de loop van de tijd is veranderd, en nog steeds verandert. Dat er invloeden zijn vanuit de samenleving. En dat het mensen zijn die telkens nieuwe aanpakken bedenken. Voor een mens is geheugenverlies iets verschrikkelijks, want je weet niet meer wie je bent, waar je vandaan komt en waar je naar op weg bent. Voor het sociale beroep is geheugenverlies even rampzalig. Ook als beroepsgroep moet je weten waar je vandaan komt, wat je in de geschiedenis hebt meegemaakt en wat je maatschappelijke opdracht is. Kennis van je geschiedenis draagt bij aan identiteit, weten wie je bent. Dat je er bent om mensen te ondersteunen zodat zij tot hun recht kunnen komen. Soms is een ogenschijnlijk spiksplinternieuw idee al eeuwen geleden ontstaan en uitgeprobeerd. Hier oog voor krijgen, dat is historisch besef. De geschiedenis van je vak kennen versterkt de beroepsidentiteit: jezelf serieus nemen enerzijds en je werk kunnen relateren en relativeren anderzijds.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op www.studystore.hu.nl) 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 26 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 112 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur.

Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/11/ASWU-1V-P5-08

P6 Verrichten cliënt (tevr.) onderzoek

Titel


2014-2015


ASWU-1V-P6-07 P6: Verrichten van (clienttevredenheids)onderzoek P6 Conducting Client (Satisfaction) Research

5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Voltijd Cursus toegankelijk voor studenten van Nee andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? MFL Langenhuizen (tel. 06-28252267) Contactpersoon ([email protected]) Voertaal Nederlands


Werkvorm

Hoorcollege onderzoek en kwaliteitszorg

Werkcollege

Frequentie

4 maal per blok

verplicht

6 maal per blok

verplicht



240 minuten


1080 minuten



1.12 Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Onderzoeksverslag


Minimum cijfer

5,5


100


8

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1, week 36 2. blok 2, week 46 bij aanvangsblok 2:

1. blok 2, week 46 2. blok 3, week 6 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3, week 6 2. blok 4, week 16 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4, week 16 2. blok 5, week 27

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud Verrichten van (cliënttevredenheid) onderzoek Deze cursus gaat over onderzoek doen. Er achter komen hoe iets in elkaar steekt. Niet tussen neus en lippen door, omdat de vraag in ons opkomt, maar gericht. Onderzoeken is een gesystematiseerde vorm van vragen stellen en stilstaan bij vanzelfsprekendheden, bij vragen die je jezelf juist niet stelt. Voor de HBO opleiding richten we ons op praktijkgericht onderzoek, een vorm die nauw aansluit bij hetgeen werkgevers van hun hoger opgeleiden vragen. Aan het eind van de opleiding kun je zelfstandig een onderzoek opzetten en uitvoeren. Om daar te komen start het eerste jaar met een gerichte opdracht waarin de gehele cyclus van onderzoek opzetten en uitvoeren aan bod komt. Deze cursus wil je kennis laten maken met die cyclus. De volgende jaren volgt dan de verdieping en de variatie aan onderzoeksstrategieën die je kan inzetten zodat je bij het afstuderen klaar bent om zelf deze opdracht van je werkgever uit te voeren.

Werkvormen De onderwijseenheid omvat hoorcolleges waarin onderzoek en onderzoeksstrategieën worden toegelicht. Daarnaast is er de kenniswerkplaats waarin studenten onder begeleiding van de docent in een basisgroep van 15 studenten zelf aan de slag gaan. Thema's zijn: Hoe formuleer ik een probleemstelling? Hoe maak ik een onderzoeksopzet? Hoe voer ik het onderzoek uit? Hoe analyseer ik de gegevens en maak ik een verslag?

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op www.studystore.hu.nl) 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 22 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 118 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur.

Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/11/ASWU-1V-P6-07

P7 Uitbrengen van een beleidsadvies

Titel


2014-2015


ASWU-1V-P7-08 P7: Uitbrengen van een beleidsadvies P7 Producing Policy Advice

5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Voltijd Cursus toegankelijk voor studenten van Nee andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? AE Huisman (tel. 088- 4819235) Contactpersoon ([email protected]) Voertaal Nederlands


Werkvorm

Hoorcollege beleid

Werkcollege leertaak

verplicht

verplicht

Frequentie

7 maal per blok

7 maal per blok


840 minuten


840 minuten



1.12 Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Open vragen


Minimum cijfer

5,5


50


8

In welke blokken wordt de toets aangeboden? bij aanvangsblok 1: 1. blok 1, week 36 2. blok 2, week 46 bij aanvangsblok 2: 1. blok 2, week 46

2. blok 3, week 6 bij aanvangsblok 3: 1. blok 3, week 6 2. blok 4, week 16 bij aanvangsblok 4: 1. blok 4, week 16 2. blok 5, week 27

Praktijk P7 Beleidsadvies


5,5

50

8


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud Door alle ontw ikkelingen op het terrein van zorg en w elzijn (Com m unity Care, vergrijzing en de WM O) komt de verantw oordelijkheid voor die zorg en w elzijn m eer bij de gem eenten en dichter bij de burger te liggen. Het w ordt steeds belangrijker dat burgers een rol spelen bij zorg en w elzijn. Deze cursus gaat over beleid, beleidskunde en bestuurskunde en in het bijzonder over het beleid m.b.t. prestatieveld 1 van de WM O (het bevorderen van sociale samenhang in dorpen, w ijken, stadsdelen en buurten). Over het doel van beleid, over hoe beleid w ordt ontw ikkeld, w ie beleid maakt en w ie er over beslist.

Als definitie van beleid (beleidsadvies) hanteren w e de volgende om schrijving: beleid is een door de politiek (of door het m anagement) bekrachtigd plan voor het oplossen van problem en. Hoew el in deze cursus veel aandacht besteed w ordt aan beleidsontw ikkeling door de overheid, zal ook aandacht besteed w orden aan beleidsontw ikkeling door instellingen en organisaties op het terrein van w elzijn en zorg. Bij de overheid is echter het denken over beleidsontw ikkeling het verst gevorderd en zorgen w elzijnsinstellingen kijken vaak naar de overheid als zij iets w illen leren op het gebied van beleidsontw ikkeling. Beleidskunde (of beleidsw etenschap) bestudeert vanuit verschillende invalshoeken (politieke, econom ische, sociale) de doelm atigheid van (overheids)beleid. Bestuurskunde houdt zich bezig m et de w ijze w aarop het openbaar bestuur (overheid en non profit) functioneert.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op www.studystore.hu.nl) 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 28 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 110 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/11/ASWU-1V-P7-08

P8 Innoveren van de beroepspraktijk

Titel


2014-2015



1.6


ASWU-1V-P8-07 P8: Innoveren van de beroepspraktijk P8 Innovation In Professional Practice 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd


1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Nee

ELH Franken (tel. 9225) ([email protected]) Nederlands


Werkvorm


Frequentie

diverse onderwerpen

verplicht

5 maal per blok

300 minuten


HC Marketing

verplicht

6 maal per blok

360 minuten


Werkcollege

verplicht

8 maal per blok

1440 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer




MC-Toets


5,5

50

4


Verslag / Rapport / Portfolio


5,5

50

4



2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud

P8 Innoveren van de beroepspraktijk d.m.v. cultureel en maatschappelijk ondernemerschap Bij deze cursus werk je in een projectgroep van in principe drie studenten planmatig aan het opstellen van een marketingplan voor een innovatieve dienst. Je verdiept je individueel en in groepsverband grondig in marketingtheorieën en andere literatuur zodat er er geïnformeerde keuzes gemaakt kunnen worden bij elke stap van het marketingplan. Aan het einde van het project wordt het marketingplan gepresenteerd aan collegastudenten en aan de eigen werkcollegedocent. De verplichte theorie wordt getentamineerd in de vorm van een meerkeuzetoets. Via diverse onderwijsvormen word je uitgebreid ondersteund bij de hierboven vermelde taken en de voorbereiding op de toetsen. In deze cursus bouwen we voort op de cursus P5 ‘Oriëntatie van het werkveld’ die je voorafgaand aan deze cursus gevolgd hebt. De cursus bestaat uit een vijftal onderdelen:

• • • • •

Hoorcolleges Werkcolleges Trainingen zakelijke en mondelinge presentatie Groepsopdrachten Zelfstudieopdrachten

In de hoorcolleges worden marktingbegrippen en kernelementen van het marketingplan behandeld incl. de financiële aspecten ervan. Waar mogelijk wordt deze stof geïllustreerd aan de hand van sprekende toepassingen / voorbeelden uit het domein Social Work. Tevens wordt een introductie gegeven op de training creatief en planmatig handelen. In de werkcolleges worden studenten stapsgewijs gecoacht bij het werken aan het marketinglan. Het marketingplan wordt gemaakt door een projectgroep van in principe drie studenten. Tevens worden er tijdens het werkcollege enkele proeftoetsen gemaakt en besproken ter voorbereiding op het tentamen. De trainingen zakelijke mondelinge communicatie maken integraal onderdeel uit van de werkcolleges. Deze cursus wordt op twee manieren getoetst: . Via een tentamen in de vorm van een meerkeuzetoets (2,5 EC) . Via een marketingplan plus de presentatie ervan (2,5 EC) NB: Voor deelname aan de toetsing van het onderdeel ‘marketingplan en de presentatie ervan’ geldt een aanwezigheidsplicht bij de werkcolleges van minimaal 80 %. De studiepunten voor deze cursus worden toegekend wanneer beide hierboven vermelde toetsen met een voldoende zijn afgesloten.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op www.studystore.hu.nl) 2.5 Workload Bij alle aanvangsblokken: Contactduur (uren): 35 Toetsduur (uren): 2 Zelfstudie (uren): 103

Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/11/ASWU-1V-P8-07

Titel

P9 Beroepsvaardigheden

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


1.7 1.8

ASWU-1V-P9-13 P9: Beroepsvaardigheden P9 Professional skills 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd


1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Nee

J de Goede (tel. 9011) ([email protected]) Nederlands

Werkvorm


Frequentie



Intervisie studiegroep en 4x onbegeleid

verplicht

3 maal per blok

810 minuten

bij aanvangsblok JAAR: blok JAAR

Training

verplicht

1 maal per blok

90 minuten


Werkcollege basisgroep

verplicht

3 maal per blok

810 minuten



1.12

Toetsen:

Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Presenteer jezelf als professional


5,5

100



1

bij aanvangsblok JAAR: 1. blok JAAR, week 0

2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud Inhoud In het programma ‘Beroepsvaardigheden’, sta je zowel stil bij je persoonlijke als je professionele ontwikkeling. Je onderzoekt je eigen motivatie en geschiktheid voor het beroep van keuze en voor een studie op het HBO. Daarbij wordt onder meer aandacht besteed aan het reflecteren, het geven en ontvangen van feedback, het onderzoeken van de eigen socialisatie en het uitdiepen van de eigen motivatie. Beschik je over voldoende kwaliteiten en mogelijkheden, motivatie en inspiratie om je te ontwikkelen tot sociale professional in het agogische domein? Doelstellingen en competenties Of je nu social manager, cultureel werker, creatief therapeut, maatschappelijk werker of sociaal-pedagogisch hulpverlener wordt, de sociale professional werkt vooral met inzet van zichzelf als persoon en zijn individuele kwaliteiten. De sociale professional is zijn eigen instrument en je kunt je cliënten dan ook niet verder helpen dan je zelf bent. Dit betekent dat het een professionele plicht is om jezelf te blijven ontwikkelen als professional en ook als persoon. Daarnaast moet de sociale professional zichzelf, zijn organisatie en zijn beroep kunnen presenteren en representeren, zowel mondeling als schriftelijk. Ten slotte werkt hij niet alleen samen met collega’s, maar ook met andere professionals en vrijwilligers. Het samenwerken in de studiegroep op school zien wij dan ook als een voortdurende leersituatie voor het (leren) samenwerken in de praktijk. Daarom besteden we ook hier aandacht aan. Competenties Zelfsturing (Re)presenteren Samenwerken

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop/ ) Materiaal: Boek (verplicht) : (Voor de boeken die bij deze cursus horen verwijzen wij je naar www.studystore.nl ) 2.5 Workload Contactduur (uren): 29 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 111 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/24/ASWU-1V-P9-13

Titel

Studieloopbaanbegeleiding

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015

1 Organisatorische gegevens 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8

Cursuscode Cursusnaam Cursusnaam in Engels Aantal EC's Studiefase/niveau Opleiding (varianten) Cursus toegankelijk voor studenten van andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden?

1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

ASWU-1V-SLB-13 Studieloopbaanbegeleiding extra curriculair 0 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Nee


Werkvorm


Frequentie



Coaching

verplicht

5 maal per blok

2400 minuten

bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2, blok 3, blok 4

Hoorcollege

verplicht

1 maal per blok

480 minuten


Werkcollege

verplicht

3 maal per blok

1440 minuten


1.12

Toetsen:

Toetsvorm Resultaatschaal

Minimum cijfer




2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Geen doel in Osiris geregistreerd 2.2 Cursus inhoud Studieloopbaanbegeleiding; het waarom en het doel: Mogelijk weet je al precies wat je wilt en heb je al een goed beeld bij de opleiding; mogelijk heb je nog geen idee wat je wilt of weet je niet wat je anders moet gaan doen. Vooral in het eerste jaar van de studie zul je gaan ontdekken of je op je plek zit en of de studie en studeren bij je past. De opleiding wil graag dat je je studie goed doorloopt en biedt daarom studieloopbaanbegeleiding (SLB) aan. Bij SLB gaat het over je studievoortgang en de hobbels die je tijdens je studie tegenkomt, maar ook over je beroepsperspectief. Wat is je ambitie, wat wil je met de opleiding, wat is je doel, hoe kom je daar en waar sta je nu? De doelstellingen van het propedeutische jaar zijn oriëntatie, verwijzing en selectie. Je oriënteert je op de inhoud van de studie Social Work en op de door jou gekozen opleiding. Als de studie niet passend is verwijzen we en/ of helpen we je bij het maken van andere (studie)keuzes. De propedeuse is selecterend omdat je moet laten zien dat studeren op hboniveau bij je past doordat je voldoende studiepunten moet halen om op de opleiding te kunnen blijven. In de loop van de propedeuse zul je een steeds duidelijker en reëler beeld ontwikkelen van Social Work in de beroepspraktijk. Dit kan je bevestigen in je studiekeuze, maar het kan je ook laten twijfelen over de juistheid daarvan. Ook de resultaten die je behaalt kunnen je sterken in je keuze of juist twijfel oproepen. Het kan ook zijn dat je vertraging oploopt die je moet inhalen. De slb’er zal je desgevraagd ondersteunen bij het maken van (verbeter)plannen. In het tweede, derde en vierde jaar zul je ook keuzes moeten maken voor bijvoorbeeld stage, minor of afstuderen. Als je een extra uitdaging wilt kun je deelnemen aan een Excellentie traject. Samen met je slb’er probeer je tot een keuze te komen die recht doet aan jouw kwaliteiten en interesses enerzijds en wat het beroep vraagt anderzijds. De gesprekken met je slb’er spelen hierbij een belangrijke rol.

Samengevat, het doel van SLB is: Een student optimaal ondersteunen in het maken van: de juiste studiekeuze, keuzes binnen de studieloopbaan, en het succesvol afronden van de studie.

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Geen kosten in Osiris geregistreerd 2.5 Workload Contactduur (uren): 72

Toetsduur (uren): Zelfstudie (uren): Totaal (uren) 0 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (0) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASWU-1V-SLB-13

Titel

P10 Beroepspraktijk A

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


ASWU-1V-P10-14 P10: Werken in de beroepspraktijk A P10 Professional Practice A 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd


1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Nee


Werkvorm


Frequentie


Hoorcollege 1

verplicht

1 maal per blok

90 minuten


Intervisie

verplicht

1 maal per blok

90 minuten


Stage

verplicht

1 maal per week

3360 minuten


Werkcollege

verplicht

4 maal per blok

360 minuten



1.12



Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer


Stage


5,5

50

2


Stagewerkplan


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud Inhoud Het programma ‘Werken in de beroepspraktijk’ is onderverdeeld in 2 programma’s die in elkaars verlengde liggen. P10 en P11. Het eerste deel, P10 is het startprogramma en behelst de oriëntatie op en het vinden van een geschikte stageplek en de inwerkperiode op de stage. Je wordt hierbij begeleid op school en tijdens het stagelopen ook op de stage instelling. In de stage in het eerste studiejaar maak je kennis met het werkveld. Je kunt aan het werk met het verwerven van de basisvaardigheden van de social worker. Ook kun je onderzoeken of dit soort werk bij je past of niet, vanuit je keuze voor een opleiding en beroep waarin het werken met mensen centraal staat. De belangrijkste competenties zijn het opbouwen van een professionele relatie met cliënten en/of doelgroepen (deze te onderhouden en ook weer te beëindigen) en om methodisch te leren werken. Natuurlijk probeer je daarbij de kennis en inzichten toe te passen die je vanuit de andere programma’s op de opleiding aangeboden krijgt. Je voert eenvoudige uitvoerende werkzaamheden uit met een of meerdere cliënten / doelgroepen. Het gaat hier om werkzaamheden die deel uit maken van de dagelijkse praktijk. Over wat precies jouw taken zullen zijn, worden met de praktijkorganisatie concrete afspraken gemaakt; deze worden vastgelegd in het stagecontract. In het vervolgprogramma P11 werk je aan de hand van een plan van aanpak aan de verdere ontwikkeling van de competenties. Zie verder bij P11

Doelstellingen Je leert om in veilige en overzichtelijke situaties contact te leggen en te onderhouden en eenvoudige deeltaken uit te voeren. Hierbij gaat het vooral om jezelf blootstellen aan, onderdompelen in, meedraaien met het leven van een cliëntengroep. Bij beroepstaken moet je bijvoorbeeld denken aan het ontvangen en opzoeken van cliënten, het verstrekken van informatie, het begeleiden van een club. Je leert leiding te ontvangen, samen te werken en te deel te nemen aan overlegsituaties. Bij dit alles zijn een professionele opstelling en presentatie van belang. Competenties Interactie Oriënteren Analyseren Plannen Realiseren Afronden Samenwerken Zelfsturing (Re)presenteren

Literatuur Marie-José Geenen, Reflecteren; leren van je ervaringen als sociale professional ISBN 978 90 469 0199 1

2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op www.studystore.hu.nl) 2.5 Workload Contactduur (uren): 65 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 75 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/11/ASWU-1V-P10-08

Titel

P11 Beroepspraktijk B

Opleidingsvariant

Voltijd

Collegejaar

2014-2015



1.6


ASWU-1V-P11-08 P11: Werken in de beroepspraktijk B P11 Professional Practice B 5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Toetsen zijn er in Voltijd


1.7 1.8 1.9

Contactpersoon

1.10

Voertaal

1.11

Werkvormen:

Nee


Werkvorm


Frequentie



Blok 3 WC

verplicht

1 maal per blok

90 minuten


Intervisie

verplicht

2 maal per blok

180 minuten


Stage

verplicht

1 maal per week

3360 minuten



1.12




Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Beoordeling eindverslag


5,5

50

1

bij aanvangsblok JAAR: 1. blok JAAR, week 0

Eindbeoordeling stage


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud Inhoud Het programma ‘Werken in de beroepspraktijk’ is onderverdeeld in 2 programma’s die in elkaars verlengde liggen. P10 en P11. In het vervolgprogramma P11 werk je aan de hand van een plan van aanpak aan de verdere ontwikkeling van de stage competenties. Je wordt hierbij begeleid op school en op de stage instelling. De stageperiode wordt afgesloten met het uitvoeren van een project. (Niet verplicht voor CT studenten; CT studenten volgen een binnen schools project) Doelstellingen Je leert om in veilige en overzichtelijke situaties contact te leggen en te onderhouden en eenvoudige deeltaken uit te voeren. Hierbij gaat het vooral om jezelf blootstellen aan, onderdompelen in, meedraaien met het leven van een cliëntengroep. Bij beroepstaken moet je bijvoorbeeld denken aan het ontvangen en opzoeken van cliënten, het verstrekken van informatie, het begeleiden van een club. Je leert leiding te ontvangen, samen te werken en te deel te nemen aan overlegsituaties. Je kunt een project opstarten en uitvoeren in 5 stappen. Bij dit alles zijn een professionele opstelling en presentatie van belang. Competenties Interactie Oriënteren Analyseren Plannen Realiseren Afronden Samenwerken Zelfsturing (Re)presenteren Literatuur Marie-José Geenen, Reflecteren; leren van je ervaringen als sociale professional ISBN 978 90 469 0199 1 Hans van Ewijk e.a., Basisboek sociaal werk Druk: tweede druk Uitgever: Boom Lemma uitgevers Den Haag Jaar: 2012

ISBN: 978-90-5931-815-1 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op www.studystore.hu.nl) 2.5 Workload Contactduur (uren): 61 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 79 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsduren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/29/ASWU-1V-P11-08

P12 Oriënteren op het beroep CMV

Titel


2014-2015


ASWU-1V-P12C-13 P12: Oriënteren op het beroep CMV P12 Professional Orientation CMV

5 European Credits D (propedeuse) Werkvormen zijn er in Voltijd Opleiding (varianten) Toetsen zijn er in Voltijd Cursus toegankelijk voor studenten van Nee andere faculteiten? Excellentiemogelijkheden? A van der Maas (tel. 9924 / 0618967) Contactpersoon ([email protected]) Voertaal Nederlands



Frequentie


Evenement per C

verplicht

6 maal per blok

1080 minuten


Evenement per D

verplicht

6 maal per blok

1080 minuten


Labyrinth

verplicht

7 maal per blok

2520 minuten

bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2

Manifestatie

verplicht

3 maal per blok

3240 minuten

bij aanvangsblok 1: blok 1, blok 2


1.12 Toetsen: Weging (afgerond op hele procenten)



Toetsvorm

Resultaatschaal

Minimum cijfer

Essay en Manifestatie


5,5

50

2


Evenement


5,5

50

2


2 Inhoudelijke gegevens 2.1 Cursus doel Zie beschrijving inhoud 2.2 Cursus inhoud CMV: Drijfveren en inspiratie De studie Culturele en Maatschappelijke Vorming is een studie met vele gezichten. We onderscheiden drie domeinen waarin de CMV’ers actief kan zijn: Kunsteducatie, Vrije tijd / Recreatie en Toerisme en Samenlevingsopbouw. In deze domeinen is de CMV’er een creatieve agoog die onder andere gebruik kan maken van theatrale en muzikale middelen, moderne media, sport en spel en dans. In P12: Drijfveren en Inspiratie verkent de student deze domeinen via de creatieve middelen om goed voorbereid te zijn voor de hoofdfase van de opleiding CMV. Het programma bestaat uit drie cursussen. die inleidend zijn op de hoofdfase van de opleiding CMV. De eerste cursus wordt aangeboden in periode A en B en heet Het Labyrint. In de cursus worden de domeinen en de creatieve middelen verkend. Aan het einde van periode B volgt de student de cursus De Manifestatie. De student gaat het podium op en volgt drie dagen lang een workshop op het gebied van theater, muziek, dans en audiovisuele middelen. De derde en laatste cursus Het Evenement vindt plaats in periode C en D. De student organiseert in een groep een evenement in het werkveld. 2.3 Ingangseisen Geen ingangseisen in Osiris geregistreerd Kosten en 2.4 studiematerialen Kosten: (actuele prijsinformatie is te vinden op http://www.studystore.nl/webshop/ ) 2.5 Workload Contactduur (uren): 132 Toetsduur (uren): niet geregistreerd Zelfstudie (uren): 8 Totaal (uren) 140 Het totaal aantal uren is berekend als het aantal EC's (5) maal 28 uur. Het aantal te besteden uren zelfstudie is gelijk aan dit totaal aantal minus de contacten toetsuren. 2.6 Opmerkingen Geen opmerking in Osiris geregistreerd 2.7 URL cursussite https://cursussen.sharepoint.hu.nl/fmr/24/ASWU-1V-P12C-13

Bijlage Cursusbeschrijvingen. Culturele en Maatschappelijke Vorming. Bachelor voltijd

Recommend Documents