Bijlage 2 bij het aanvullende advies over de bestemmingsplannen Buitengebied Meppel en bestemmingsplan Nijeveen Nr: 2009-11520
Verslag van het bezoek aan insprekers bestemmingsplannen Buitengebied / Nijeveen op 1 juli 2009 Versie: 21 juli 2009
Tuincentrum Visscher Kolderveen 21 (zienswijzen 1 en 22): Met het voorstel tot verruiming van het bouwvlak naar de afmetingen zoals aangegeven in het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen is de familie Visscher akkoord, maar zij vinden de verruiming van het maximaal te bebouwen m2 naar 1490m2 onvoldoende. De familie Visscher stelt dat zij, op grond van het geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen, het bouwvlak voor de volle 100% mocht vol bouwen. Dat heeft ook een voormalige burgemeester van Nijeveen tegen hun gezegd. Met dat gegeven in het achterhoofd was men dan ook verbaasd dat men nu qua m2 te bebouwen aan banden wordt gelegd met als gevolg nagenoeg geen mogelijkheden meer voor uitbreiding. Van de zijde van de gemeente wordt toegezegd een en ander nog na te gaan en de familie Visscher daarvan in kennis te stellen (aktie:Gerben Brinksma en Heike van Blom). Bevindingen nader onderzoek gemeente: In het nog geldende bestemmingsplan bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen (goedgekeurd door GS van Drenthe op 5 maart 1991), is het perceel Kolderveen 21 bestemd voor Tuinderij (artikel 8 van de voorschriften). Deze gronden zijn bestemd voor de uitoefening van een tuindersbedrijf, het behoud van de oorspronkelijke bebouwings-en verkavelingskarakteristiek met de daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken tuinen en erven. Het bouwvlak bestaat uit twee gedeelten: een voorste deel (70 meter diep, 40 meter breed) waarop zowel gebouwen als kassen mogen worden gebouwd en een achterste deel (130 meter diep, 40 meter breed) waarop alleen kassen mogen worden gebouwd. De totale diepte van het bouwvlak is 200 meter. Het voorste bouwvlak heeft een oppervlakte van ca. 2400m2 omdat het niet helemaal doorloopt tot de weg. Het mag volledig worden bebouwd. Er is al bebouwd een oppervlakte van ca 750m2. Het betreft een woning en een kas. De nog resterende oppervlakte van ca. 1650m2 binnen het voorste bouwvlak kan in de praktijk nooit helemaal voor bebouwing benut worden omdat er ook voorzien moet worden in parkeergelegenheid op eigen terrein en ontsluiting. Een nog te bebouwen oppervlak van ca 1000m2 is realistischer. Het gebied waar kassen zijn toegestaan heeft, gemeten vanaf de straatzijde, een diepte van max. 200m en een breedte van ca. 40m en heeft een oppervlakte van ca. 7800m2 omdat ook deze aanduiding niet helemaal tot de weg doorloopt. Het gebied met alleen de aanduiding voor kassen heeft een oppervlakte van ca. 5400m2 (7800m2 – 2400m2). Ook voor het aantal m2 te bouwen kassen is géén maximum in de voorschriften van het geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen opgenomen, maar ook hier geldt dat vanwege de ontsluiting van het smalle perceel de gronden nooit volledig bebouwd zullen kunnen worden. Er staan op dit moment 3 tunnelkassen met een bebouwde oppervlakte van totaal 300m2. Nog vergund is een oppervlakte van 300m2 voor nog eens 3 kassen. Daarmee komt de totale oppervlakte aan tunnelkassen op 600m2.
Resumé: Het geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen biedt voor het perceel Kolderveen 21 beduidend ruimere mogelijkheden voor bebouwing dan de 1490m2 in het bestemmingsplan Buitengebied Meppel dat thans voor vaststelling aan de raad is aangeboden. Ook al zouden de theoretische mogelijkheden niet helemaal kunnen worden benut toch betekent ook die verruiming een substantiële inperking van de bebouwingsmogelijkheden voor dit perceel. Dat kan bij nader inzien niet de bedoeling zijn. De familie Visscher heeft van de ruime planologische mogelijkheden die het geldende bestemmingsplan Nijeveen hun biedt de afgelopen jaren slechts mondjesmaat gebruik gemaakt. Men heeft echter wel een visie voor de langere termijn van hun tuincentrum. Dat bleek al tijdens het “tafeltjesoverleg” in 2004 waar zij hebben aangegeven in de toekomst graag hun oppervlakte aan kassen nog met ca. 1000 m2 te willen uitbreiden en mogelijk een kapschuur te willen bouwen voor hun machines. Uit de zienswijze van 7 juli 2008 van de familie Visscher, hun mondelinge toelichting daarop tijdens de commissievergadering van 14 mei 2009 als reactie op de toegezonden concept “Nota beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Buitengebied Meppel” en hun toelichting op 1 juli 2009 aan leden van de raad en college blijkt dat men niet de intentie heeft om een groot tuincentrum te worden. Door het kleinschalige karakter wordt juist een ander soort klant getrokken dan de grote tuincentra. Bovendien betreft het een langgerekt en vrij smal perceel waardoor het ook niet mogelijk is om grootschalige bebouwing daarop te realiseren. De familie Visscher heeft mondeling aangegeven dat het te bebouwen oppervlak binnen hun perceel toch echt 2500m2 zou moeten zijn. Gelet hierop heeft overleg met de provincie Drenthe plaatsgevonden. Het is provinciaal beleid om in Drenthe maximaal 1000m2 aan kassen bij tuincentra toe te staan, met uitzondering van de regio Emmen. Voor het tuincentrum van de familie Visscher is de provincie bereid af te wijken van het provinciaal beleid omdat er al voor 1150m2 voor de bouw van kassen is vergund, waarvan 850 m2 zijn gerealiseerd. Tevens is men bereid nog een geringe uitbreiding van het aantal m2 aan kassen toe te staan tot een maximum van 1300m2. Alles overwegende is de conclusie dat de wensen van de familie Visscher gerechtvaardigd zijn en daarom wordt voorgesteld hun verzoek voor meer planologische ruimte in het vast te stellen bestemmingsplan Buitengebied te honoreren door een maximum te bebouwen oppervlak van 2500m2 op te nemen op de plankaart. Die oppervlakte is conform het door de familie Visscher aan de raad gedane mondelinge verzoek en heeft ook de instemming van de provincie. Met de familie Visscher is naar aanleiding van het overleg met de provincie contact opgenomen. Men gaf als een eerste reactie aan blij te zijn met de heroverweging van de gemeente om meer bebouwing toe te staan, maar vooralsnog niet met de handreiking van de provincie om, in afwijking van het provinciaal beleid, slechts 1300m2 aan kassen op hun perceel toe te staan. Daarbij werd gerefereerd aan de veel ruimere mogelijkheden voor bebouwing van het geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen. De familie Visscher gaat eerst enkele weken vakantie houden en zich dan beraden over hetgeen aan de raad wordt voorgesteld. Men behoud zich het recht voor om voor de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied op 3 september a.s. nog te reageren en ook om t.z.t. bedenkingen bij Gedeputeerde Staten tegen het vastgestelde bestemmingsplan in te dienen.
Samenvatting van de zienswijze van de familie Visscher en de gemeentelijke reactie daarop in de conceptnota van beantwoording zoals die op 14 mei 2009 is behandeld in de commissievergadering Zienswijzen 1 en 22: Familie Visscher, Kolderveen 21 te Nijeveen (tuincentrum / hoveniersbedrijf). Zienswijze 1.1: Op dit moment is al meer bebouwd dan de 830m2 die op de plankaart is vermeld. Het betreft de woning, een kas van 500m2 en ook nog 3 tunnelkassen van totaal 300m2. Verder is er nog een bouwgunning voor 6 tunnelkassen. Daarmee komt de totale bebouwde oppervlakte al boven de 1300m2. Uitbreiding in de toekomst is niet meer mogelijk. Verzocht wordt, zoals ook al tijdens het “tafeltjesoverleg” is aangegeven, om een uitbreiding toe te staan van een kas met ± 1000m2 en de bouw van een kapschuur voor de machines.
Reactie: Eén van de uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel met betrekking tot de niet agrarische bedrijven is het vastleggen van het huidige aantal m2 bedrijfsbebouwing, inclusief een uitbreidingsmogelijkheid van maximaal 10%, binnen een op de plankaart aangegeven bouwvlak. In de nota van beantwoording, zoals die als bijlage deel uit maakt van dit bestemmingsplan, staat op bladzijde 14 vermeld dat de bouw van kassen en teeltondersteunende voorzieningen alleen binnen agrarische bouwvlakken in zone A zijn is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 1.000m2. In de zones AC en AL is de bouw van kassen uitgesloten binnen agrarische bouwvlakken vanwege de cultuurhistorische respectievelijk landschappelijke waarden. Het tuincentrum / hoveniersbedrijf van de familie Visscher is gelegen in zone AC en heeft een specifieke bestemming gekregen namelijk “Agrarisch-Tuincentrum”. Binnen deze bestemming is de bouw van kassen toegestaan. Om te voorkomen dat op deze locatie midden in een agrarisch gebied een veel groter tuincentrum zal ontstaan, is de overgangsregeling voor niet-agrarische bedrijven gevolgd. Hierbij zijn in het ontwerpbestemmingsplan, zoals dat ter inzage heeft gelegen, ten onrechte de vigerende rechten van de familie Visscher niet meegenomen. Met het door uw raad gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied Meppel kan die omissie alsnog worden gecorrigeerd. Aan het verzoek om daarnaast nog 1000m2 extra aan bebouwing te realiseren kan niet worden tegemoet gekomen. Binnen de nu al vergunde ruimte kunnen de gewenste kassen en de kapschuur worden gerealiseerd. Er is namelijk al 1050m2 aan bebouwing op het perceel Kolderveen 21 aanwezig waarvan ± 850m2 aan kassen. Inclusief de nog te bouwen tunnel kassen, waarvoor door de voormalige gemeente Nijeveen op 2 september 1997 vergunning is verleend, mag er bij recht al 1350 m2 worden bebouwd op dit perceel. Daarvan is dan 1150m2 aan kassen. Wordt daar de uitbreidingsmogelijkheid van 10% bij opgeteld dan komt het maximaal aantal m2 toegestane bebouwing op het perceel Kolderveen 21 uit op afgerond 1490m2. Het blijft dan ook nog mogelijk om een kapschuur voor de machines te bouwen. Zienswijze 1.2: In het geldende bestemmingsplan buitengebied mag de bebouwing tot ± 200m uit de as van de weg worden gebouwd. Dat is aanzienlijk meer dan in het ontwerpbestemmingsplan is aangegeven en betekent een aanzienlijke beperking van de mogelijkheden. Uitbreiding in de toekomst moet mogelijk zijn. Reactie: Het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan heeft een diepte van ± 135m. Het is bijna niet mogelijk om het reeds gegunde aantal van 1350m2 aan bebouwing daarbinnen te realiseren. Wij zijn dan ook van mening dat in dit bestemmingsplan de bouwvlakdiepte van het geldende bestemmingsplan aangehouden dient te worden. Voorstel m.b.t. de zienswijzen 1 en 22: Uw raad wordt voorgesteld deze zienswijzen deels gegrond te verklaren. Het maximaal aantal te bebouwen m2 te verruimen naar 1490m2 en de bouwvlakdiepte aan te passen conform het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen.
Voorgesteld wordt om in de definitieve versie van de nota van beantwoording de volgende reactie op deze zienswijze op te nemen: Zienswijzen 1 en 22: Familie Visscher, Kolderveen 21 te Nijeveen (tuincentrum / hoveniersbedrijf). Zienswijze 1.1: Op dit moment is al meer bebouwd dan de 830m2 die op de plankaart is vermeld. Het betreft de woning, een kas van 500m2 en ook nog 3 tunnelkassen van totaal 300m2. Verder is er nog een bouwgunning voor 6 tunnelkassen. Daarmee komt de totale bebouwde oppervlakte al boven de 1300m2. Uitbreiding in de toekomst is niet meer mogelijk. Verzocht wordt, zoals ook al tijdens het “tafeltjesoverleg” is aangegeven, om een uitbreiding toe te staan van een kas met ± 1000m2 en de bouw van een kapschuur voor de machines. Reactie: Eén van de uitgangspunten in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel voor niet agrarische bedrijven, zoals een tuincentrum/hoveniersbedrijf, is het vastleggen van het huidige aantal m2
bedrijfsbebouwing, inclusief een uitbreidingsmogelijkheid van maximaal 10%, binnen een op de plankaart aangegeven bouwvlak. Met deze overgangsregeling voor niet agrarische bedrijven kan worden voorkomen dat op deze locaties midden in een agrarisch gebied grote gebouwencomplexen, zoals in dit geval ten behoeve van een tuincentrum, kunnen ontstaan, In de nota “beantwoording overlegreacties” van 5 juni 2008 die als bijlage deel uit maakt van dit bestemmingsplan, staat op bladzijde 14 vermeld dat de bouw van kassen en teeltondersteunende voorzieningen alleen binnen agrarische bouwvlakken in zone A zijn is toegestaan tot een maximale oppervlakte van 1.000m2. In de zones AC en AL is de bouw van kassen uitgesloten binnen agrarische bouwvlakken vanwege de cultuurhistorische respectievelijk landschappelijke waarden. Het tuincentrum / hoveniersbedrijf van de familie Visscher is gelegen in zone AC en heeft daarom (evenals dat het geval was in het geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen) een specifieke bestemming gekregen namelijk “Agrarisch-Tuincentrum”. Binnen deze bestemming is de bouw van kassen wel toegestaan. Het geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen voor het perceel Kolderveen 21 biedt ruime mogelijkheden voor bebouwing waaronder ook kassen). De familie Visscher heeft van de ruime planologische mogelijkheden die het geldende bestemmingsplan Nijeveen hun biedt de afgelopen jaren slechts mondjesmaat gebruik gemaakt. Men heeft echter wel een visie voor de langere termijn van hun tuincentrum. Dat bleek al tijdens het “tafeltjesoverleg” in 2004 waar is aangegeven in de toekomst de oppervlakte aan kassen nog met ca. 1000 m2 te willen uitbreiden en mogelijk een kapschuur te willen bouwen voor hun machines. In het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Meppel, zoals dat in 2008 ter visie heeft gelegen, was een maximale bebouwde oppervlakte van 830m2 opgenomen. In de concept “Nota beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Buitengebied Meppel” van 20 maart 2009 is de raad voorgesteld om in het vast te stellen bestemmingsplan, naar aanleiding van de zienswijzen van de familie Visscher, de bebouwingsmogelijkheden te verruimen naar 1490m2. Aan dit voorstel tot verruiming van de bebouwingsmogelijkheden lag de volgende motivering ten grondslag: Op het perceel Kolderveen 21 aanwezige bebouwing ca. 1050m2, waarvan ± 850m2 aan kassen. Inclusief de nog te bouwen tunnelkassen met een gezamenlijke oppervlakte van 300m2, waarvoor door de voormalige gemeente Nijeveen op 2 september 1997 vergunning is verleend, is er 1350 m2 aan bebouwing vergund, waarvan 1150m2 aan kassen. Met de uitbreidingsmogelijkheid van 10% voor niet agrarische bedrijven resulteert dat in 1490m2. Maar ook deze verruiming zou een substantiële inperking van de bebouwingsmogelijkheden voor het perceel Kolderveen 21 betekenen. Dat kan bij nader inzien niet de bedoeling zijn. Uit de zienswijze van 7 juli 2008 van de familie Visscher, hun mondelinge toelichting daarop tijdens de commissievergadering van 14 mei 2009 als reactie op de toegezonden concept “Nota beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Buitengebied Meppel” en hun toelichting op 1 juli 2009 aan leden van de raad en college blijkt dat men niet de intentie heeft om een groot tuincentrum te worden. Men stelt dat door het kleinschalige karakter van het tuincentrum juist een ander soort klant getrokken dan de grote tuincentra zoals Intratuin maar dat het te bebouwen oppervlak toch echt 2500m2 zou moeten zijn. Gelet hierop heeft overleg met de provincie Drenthe plaatsgevonden. Het is provinciaal beleid om in Drenthe maximaal 1000m2 aan kassen bij tuincentra toe te staan, met uitzondering van de regio Emmen. Voor het tuincentrum van de familie Visscher is de provincie bereid af te wijken van het provinciaal beleid omdat er al voor 1150m2 voor de bouw van kassen is vergund, waarvan 850 m2 zijn gerealiseerd. Tevens is men bereid nog een geringe uitbreiding van het aantal m2 aan kassen toe te staan tot een maximum van 1300m2.
Alles overwegende het volgende: De wensen van de familie Visscher zijn alleszins gerechtvaardigd. Het perceel Kolderveen 21 is langgerekt en vrij smal waardoor het niet mogelijk is om daarop een grootschalig tuincentrum te realiseren. Wel is voor het voortbestaan van dit bedrijf verdere intensivering d.m.v. de bouw van kassen noodzakelijk. Uw raad wordt voorgesteld het verzoek voor meer planologische ruimte te honoreren door te besluiten een maximum te bebouwen oppervlak van 2500m2 op te nemen op de plankaart, waarvan maximaal 1300m2 mag worden aangewend voor de bouw van kassen. De oppervlakte van 2500m2 is conform het door de familie Visscher op 14 mei 2009 aan de raad gedane mondelinge /schriftelijke verzoek. Ook wordt zo de systematiek voor niet agrarische bedrijven in tact gelaten. Zienswijze 1.2: In het geldende bestemmingsplan buitengebied mag de bebouwing tot ± 200m uit de as van de weg worden gebouwd. Dat is aanzienlijk meer dan in het ontwerpbestemmingsplan is aangegeven en betekent een aanzienlijke beperking van de mogelijkheden. Uitbreiding in de toekomst moet mogelijk zijn. Reactie: Het bouwvlak in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Meppel heeft een diepte van ± 135m. Gelet op onze reactie op zienswijze 1.1. zijn wij dan ook van mening dat in het door uw raad vast te stellen bestemmingsplan Buitengebied Meppel de bouwvlakdiepte van het geldende bestemmingsplan buitengebied van de voormalige Nijeveen aangehouden kan worden namelijk 200m gemeten van de weg Kolderveen. Voorstel m.b.t. de zienswijzen 1 en 22: Uw raad wordt voorgesteld deze zienswijzen gegrond te verklaren. Het maximaal aantal te bebouwen m2 op de plankaart te verruimen naar 2500m2. De bouwvlakdiepte aan te passen conform het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen. In de voorschriften in de tabel van artikel 7 lid C op te nemen dat van het maximaal op de plankaart aangegeven te bebouwen oppervlak er maximaal 1300m2 voor kassen en permanent teeltondersteunende voorzieningen mag worden aangewend. Voor wat betreft de tijdens de commissievergadering gestelde vraag van de familie Visscher over de mogelijkheden voor de verkoop van diervoeders het volgende: Zij verkopen al sinds 2006 diervoeders als ondergeschikt onderdeel van de totale omzet aan tuinderijproducten. Dat is toegestaan op grond van de voorschriften van dit bestemmingsplan. Eventuele nieuwe aanvragen voor een grotere omvang van dit niet uit het bedrijf voortkomende product, gelden als een aanvraag voor een vervolgfunctie zoals genoemd in tabel 1 van artikel 7 Agrarisch-Tuincentrum. Eén van de daarin genoemde vervolgfuncties betreft een foeragehandel. Handel in diervoeders valt daaronder en daaraan kan worden meegewerkt na het doorlopen van een wijzigingsprocedure artikel 11 WRO. Voor het perceel Kolderveen 21 kan het volgen van deze procedure achterwege blijven omdat genoemde functie als ondergeschikt onderdeel van de verkoop van in hoofdzaak eigen producten wordt uitgeoefend. Daarvoor is door de gemeente Meppel al in 2006 mondeling toestemming verleend gelet op de kleinschaligheid ervan als onderdeel van het totale tuincentrum.
De heer Kirchner Kolderveen 34 (zienswijze 31): De gemeentelijke delegatie wordt door de heer Kirchner rondgeleid op een deel van zijn eigendom (perceel Kolderveen 34 met daarop de woning en de daarachter gelegen voormalige vloeivelden). Door tijdgebrek is het niet mogelijk om een wandeling te maken over het gehele gebied van de voormalige vloeivelden. De heer Kirchner licht toe waarom hij van mening is dat een Agrarische bestemming meer recht doet aan het gebruik van de voormalige vloeivelden dan een bestemming Groen. De vloeivelden achter de voormalige zuivelfabriek van Kolderveen zijn door hem gesaneerd en worden sindsdien weer gebruikt voor agrarische doeleinden (gras- en hooiwinning en voor beweiding). De gebruiksmogelijkheden van een agrarische bestemming zijn groter dan met een groenbestemming. Een bestemming Groen suggereert volgens hem dat de percelen met die bestemming openbaar toegankelijk zijn, zulks in tegenstelling tot een reguliere agrarische bestemming.
In een brief van 14 april 2009 heeft de gemachtigde van de heer Kirchner gereageerd op de toegezonden concept “Nota beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Buitengebied Meppel” van 20 maart 2009. Uit de brief blijkt dat heer Kirchner verzoekt om op de gronden, gelegen achter het voor Wonen bestemde perceel Kolderveen 34, en die betrekking hebben op de voormalige vloeivelden om daar kleinschalig kamperen, verblijfsrecreatie, dan wel pitch en put of boerengolf en bijbehorende horecafaciliteiten mogelijk te maken. Verder wordt in de brief opgemerkt dat de heer Kirchner kan instemmen met het verwijderen van de bestemming Natuur van de voormalige vloeivelden, maar niet met de in plaats daarvan aan de raad voorgestelde bestemming Groen omdat die nog geen ruimte biedt voor het gebruik dat hem voor ogen staat. Verzocht wordt daarom om op maat toegesneden gebruiksvoorwaarden te creëren zodat het mogelijk wordt om recreatief gebruik mogelijk te maken. Binnen de bestemming Groen is het namelijk niet mogelijk om gebouwen of overkappingen te bouwen ten behoeve van agrarisch gebruik, zoals het opslaan van hooi, opslag of het stallen van dieren terwijl het perceel daar wel voor gebruikt wordt. Bovendien zijn de vloeivelden al sinds het beëindigen van de voormalige zuivelfabriek voor agrarische doeleinden in gebruik. Resumé: Het gedeelte naast en achter het perceel Kolderveen 34 waar de rondleiding heeft plaatsgevonden oogt visueel anders dan het aangrenzende agrarische gebied. Zo bevinden er zich een aantal plantsingels en een grote waterpartij. Op de geraadpleegde luchtfoto van 2008 is bovendien te zien dat verderop, in het noordelijk deel van de voormalige vloeivelden, waar we wegens tijdgebrek niet zijn geweest, ook een naar verhouding grote waterpartij aanwezig is. Uit de luchtfoto blijkt ook verder dat de structuur en de inrichting van de voormalige vloeivelden anders zijn dan het aangrenzende agrarisch gebied. Gelet hierop is er géén aanleiding om de raad voor te stellen de voorgestelde wijziging van de bestemming Natuur naar de bestemming Groen te heroverwegen door de voormalige vloeivelden te bestemmen voor Agrarisch.
Samenvatting van zienswijze 31 van Trip advocaten en notarissen namens de heer M.J. Kirchner Kolderveen 34 en de gemeentelijke reactie daarop in de conceptnota van beantwoording zoals die op 14 mei 2009 is behandeld in de commissievergadering. Zienswijze 31.1. Het toekennen van de bestemming “Natuur” aan de voormalige vloeivelden achter het perceel Kolderveen 34 is onbegrijpelijk. Het perceel is hiervoor ook niet geschikt. Er is een strijdigheid met het provinciaal en gemeentelijk beleid. Verwezen wordt naar paragraaf 4.3. van de toelichting. Realiseren van een landgoed met hotel en horecafaciliteiten dan wel een landgoed met recreatie/campingmogelijkheden of een familielandgoed met extra privé-woningen is dan onmogelijk. Reactie: In het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied zoals dat op 28 maart 2006 in het kader van het vooroverleg ex artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening aan diverse instanties voor een reactie is toegezonden waren de voormalige vloeivelden achter het perceel Kolderveen 34 met een bestemming Groenvoorziening opgenomen. Gronden die op de plankaart met deze bestemming zijn aangewezen waren bestemd voor: groenvoorzieningen, bermen en beplanting, paden, speelvoorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede nutsvoorziening. Volgens de overlegreactie van de Provinciale Commissie Afstemming Ruimtelijke Plannen van 11 juli 2006 zou het beter zijn om aan de voormalige vloeivelden een bestemming “Natuur” toe te kennen omdat in cultuurhistorisch en natuurwetenschappelijk opzicht het gebied vergelijkbaar is met het Kuijersbosch aan de Bramenweg te Nijeveen. In de Nota van beantwoording, zoals die als bijlage deel uitmaakt van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied hebben wij daarop als volgt gereageerd: Noch qua inrichting, nog qua gebruik is het Kuijersbosch vergelijkbaar met de voormalige vloeivelden. De laatste hebben een parkachtige inrichting en naar onze mening voldoet hiervoor de bestemming “Groenvoorziening”. Dit standpunt is tot op heden niet gewijzigd.
Het is niet meer te achterhalen op welke wijze desondanks aan de voormalige vloeivelden in het ontwerpbestemmingsplan, zoals dat ter inzage heeft gelegen, de bestemming “Natuur” is toegekend en dient daarom als een omissie te worden aangemerkt. In de toelichting van het ontwerpbestemmingsplan zijn in hoofdstuk 4.9 criteria opgenomen voor het eventueel toestaan van landgoederen en buitenplaatsen. Zo dient een nieuw landgoed aan te sluiten op bestaande bebouwingskernen en te bestaan uit minimaal 5 ha bos dat in principe openbaar toegankelijk is. De verkeersaantrekkende werking van (de functie van) het landgoed niet mag leiden tot een verkeerscongestie op de nabijgelegen wegen. In overeenstemming met het provinciaal beleid dient een buitenplaats minimaal 1 ha bos te bevatten en te worden gebouwd in de stadsrand van Meppel. Gelet op de criteria komt binnen de gemeente Meppel als enige reële mogelijkheid voor een landgoed een locatie ten oosten van de recreatieplas Engelgaarde hiervoor in aanmerking. Omdat vestiging van nieuwe landgoederen maatwerk is en daarom moeilijk in algemene regels is te vatten, maakt het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied de aanleg van een landgoed thans niet mogelijk. Realisering is alleen mogelijk via een partiële herziening. De locatie achter het perceel Kolderveen 34 te Nijeveen voldoet niet aan de criteria voor vestiging van een landgoed. Daarom stellen wij uw raad voor om het verzoek van de heer Kirchner om op deze locatie een landgoed met hotel en horecafaciliteiten te realiseren niet planologisch mogelijk te maken. Uw raad wordt voorgesteld deze zienswijze voor wat betreft het opnemen van de bestemming Natuur gegrond te verklaren. De plankaart wordt naar aanleiding hiervan aangepast zoals op bijgevoegd kaartfragment is aangegeven en de voorschriften worden aangevuld met een artikel Groen. Uw raad wordt voorgesteld om deze zienswijze, voor wat betreft het planologisch mogelijk maken van een landgoed c.a. annex hotelaccommodatie, ongegrond te verklaren. Zienswijze 31.2. Verzocht wordt om de gronden die worden bestemd voor “Wonen” aan Kolderveen 34 van een zodanige bestemming te voorzien dat het gebruik voor (kleinschalig) kamperen en,indien mogelijk, verblijfsrecreatie of bijvoorbeeld pitch en putt of boerengolf en bijbehorende horecafaciliteiten mogelijk wordt. Als alternatief hiervoor wordt gedacht aan een extra woning. Reactie: Gronden waaraan in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied een bestemming “Wonen” is toegekend betreft “huiskavels”. Deze gronden mogen op grond van de voorschriften niet rechtstreeks worden gebruikt als standplaats voor kampeermiddelen. Wel kan, na vrijstelling van de gebruiksbepalingen, en mits voldaan kan worden aan in de voorschriften opgenomen voorwaarden, een aantal nevenfuncties worden toegestaan. Het betreft o.a.: Kleinschalige horecagelegenheid (zoals een theeschenkerij, restaurant, boerderijcafé, wijnproeverij)) in ten hoogste categorie 1b van de Staat van Horeca-activiteiten. Van de onbebouwde delen van het perceel mag maximaal 500m2 en van de bestaande bebouwing maximaal 200m2 voor deze activiteiten worden aangewend; Kampeerboerderij (natuur-en milieukampen, groepsaccommodatie. Hiervoor geldt dat maximaal 200m2 van de bestaande bebouwing voor deze activiteiten mag worden aangewend; Kleinschalig kamperen (boerderijcamping). Van de onbebouwde delen van het perceel mag maximaal 2.500m2 en van de bestaande bebouwing maximaal 100m2 voor deze activiteiten worden aangewend; Poldersport en pitch en Putt en boerengolf is binnen deze bestemming Wonen niet toegestaan. Dat mag wel binnen een agrarische bestemming maar weer niet binnen de bestemming “Groenvoorziening”. Daarnaast heeft de “huiskavel” van het perceel Kolderveen 34 met daarop de woning van de heer Kirchner een oppervlakte van ± 1680m2 en is derhalve niet geschikt voor pitch en putt of boerengolf. In het nog geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen heeft het perceel Kolderveen al de bestemming “Wonen” en die bestemming is ook in het ontwerpbestemmingsplan opgenomen met voorschriften die toegesneden zijn op de hedendaagse praktijk. Als nevenactiviteit is binnen het bouwvlak van bestemming “Wonen” kleinschalig kamperen wel toegestaan.
Uw raad wordt voorgesteld deze zienswijze ongegrond te verklaren.
Voorgesteld wordt om in de definitieve versie van de nota van beantwoording de volgende samenvatting en reactie op zienswijze 31.2 op te nemen: Verzocht wordt om de voormalige vloeivelden die zijn gelegen achter het voor “Wonen” bestemde perceel Kolderveen 34 van een zodanige bestemming te voorzien dat het gebruik voor (kleinschalig) kamperen en,indien mogelijk, verblijfsrecreatie of bijvoorbeeld pitch en putt of boerengolf en bijbehorende horecafaciliteiten mogelijk wordt. Als alternatief hiervoor wordt gedacht aan een extra woning. Reactie: Als reactie op zienswijze 31.1 is de raad voorgesteld om de bestemming Natuur van de voormalige vloeivelden te wijzigen in de bestemming Groen. Daarmee wordt in het door de raad vast te stellen bestemmingsplan weer een vergelijkbare bestemming op opgenomen conform het voorontwerpbestemmingsplan waarvoor het vooroverleg op grond van artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening is doorlopen. Poldersport, pitch en putt en boerengolf zijn binnen de bestemming Groen niet toegestaan. De functies zijn wel toegestaan als nevenfuncties ter plaatse van bouwvlakken met de bestemming Agrarisch met waardenCultuurhistorische waarden. Gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen en tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen mogen uitsluiten binnen een bouwvlak worden gebouwd. Beperkt recreatief gebruik is binnen de bestemming Groen toegestaan want binnen deze bestemming mogen paden, speelvoorzieningen, waterlopen en waterpartijen worden aangelegd. Uw raad wordt voorgesteld deze zienswijze ongegrond te verklaren.
Tuinderij Lechaim, Kolderveen 16 (zienswijze 33): De heren Kreling en van der Woerdt geven een toelichting over de tuinderij en de melkveehouderij Lechaim die onderdeel is van de leef-en werkgemeenschap B’ulah-hoeve te Steenwijk. Men werkt op ecologische basis. Daarom wil men de gronden die nodig zijn voor o.a. de herstructurering van de sportvelden in verband met de voorgenomen legalisering van woonpark “De Wiede Landen” in Nijeveen, door middel van het opnemen van een wijzigingsbevoegdheid, dan ook niet kwijt. In verband met de ontwikkeling van de veestapel is er juist meer grond nodig. De aanleg van sportvelden of bedrijventerrein op hun terrein is niet passend. Wel staat men open voor veranderingen en staan op zich positief tegenover het opnemen van een dergelijke wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan Nijeveen als die verruimd wordt met bijvoorbeeld de mogelijkheid voor een zorgboerderij of een woonzorgcentrum ten behoeve van hun leefgemeenschap. In het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied is de in 1997 van de voormalige gemeente Nijeveen verleende bouwvergunning voor de bouw van een kas van 1536m2 niet verwerkt en verzocht wordt dat alsnog te doen. Het voorstel aan de raad om, naar aanleiding van zienswijze 33.1 500 m2 aan kassen toe te staan is te beperkt. Resumé. De raad is voorgesteld aan artikel 28 van de voorschriften van het bestemmingsplan Nijeveen een 6e wijzigingsbevoegdheid toe voegen die betrekking heeft op o.a. een deel van de sportvelden en het noordelijk deel van de gronden van tuinderij Lechaim. De wijzigingsbevoegdheid wordt met een arcering op de plankaart aangegeven. Met toepassing daarvan kunnen t.z.t. de geldende bestemmingen binnen het bestemmingsplan Nijeveen worden gewijzigd in o.a. bedrijventerrein, wonen, gemengd –sport en recreatie, verkeer-verblijf, water, en/of groen. Zodra er een principebesluit is genomen om uitvoering gegeven aan het starten van de wijzigingsprocedure zal er overleg plaats met de direct belanghebbenden, met in achtneming van de criteria die staan vermeld in 6e wijzigingsbevoegdheid, over het op te stellen wijzigingsplan. De raad zal worden voorgesteld om de op 1 juli 1997 verleende bouwvergunning voor de bouw van een kas in het plan te verwerken. In Artikel 4 lid A1 van de voorschriften zal worden opgenomen dat kassen met een maximaal oppervlak van 1550m2 zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding kassen toegestaan (ks) op de plankaart.
In de definitieve versie van de “Nota beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Buitengebied Meppel” wordt de reactie bij zienswijze 33.1 navenant aangepast.
Samenvatting van zienswijze 33.1 van de stichting B’ulah namens tuinderij Lechaim en de gemeentelijke reactie daarop in de conceptnota van beantwoording zoals die op 14 mei 2009 is behandeld in de commissievergadering Zienswijze 33.1 Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied biedt minder mogelijkheden dan het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen. Verzocht wordt om de geldende bebouwingsvoorschriften van artikel 8 lid B.2 in het vast te stellen nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel op te nemen en de mogelijkheid van kassenbouw in stand te houden. Reactie: In het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen hebben alle percelen die in gebruik zijn bij de Stichting B’ulah aan Kolderveen 16 de bestemming “Tuinderij”. Kassen zijn toegestaan binnen een daartoe op de plankaart aangegeven gebied. Daarvoor is geen maximum aantal m2 opgenomen. In het nieuwe ontwerpbestemmingsplan Buitengebied is het perceel Kolderveen 16 bestemd voor “Agrarisch met waarden-Cultuurhistorische waarden” en de “ huiskavel” voorzien van een agrarisch bouwvlak. Deze wijze van bestemmen sluit namelijk beter aan bij het huidige gebruik van de gronden en de bebouwing dan de huidige vigerende bestemming “Tuinderij”. Het recht, zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan, om op dit perceel kassen te kunnen bouwen kan in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied Meppel worden gecontinueerd door het opnemen van een aanduiding om de kassen toegestaan op de plankaart en door lid A van de voorschriften van artikel 4 aan te vullen met: alsmede voor kassen, waarvoor maximaal 500 m2 bebouwing mag worden gebruikt. Deze maatvoering is gerelateerd aan de in tabel 1 van artikel 4 van de voorschriften opgenomen nevenfuncties. Gebleken is dat de noordelijke begrenzing van het agrarisch bouwvlak niet geheel overeenkomt met die van de “huiskavel”. Voorgesteld wordt die aan te passen. Uw raad wordt voorgesteld deze zienswijze gegrond te verklaren. De plankaart wordt naar aanleiding hiervan aangepast zoals op bijgevoegd kaartfragment is aangegeven en artikel 4 lid A van de voorschriften wordt aangevuld dat kassen tot een maximaal oppervlak van 500 m2 zijn toegestaan.
Voorgesteld wordt om in de definitieve versie van de nota van beantwoording de volgende reactie op deze zienswijze op te nemen: Zienswijze 33.1 Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied biedt minder mogelijkheden dan het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen. Verzocht wordt om de geldende bebouwingsvoorschriften van artikel 8 lid B.2 in het vast te stellen nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel op te nemen en de mogelijkheid van kassenbouw in stand te houden. Reactie: In het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen hebben alle percelen die in gebruik zijn bij de Stichting B’ulah aan Kolderveen 16 de bestemming “Tuinderij”. Kassen zijn toegestaan binnen een daartoe op de plankaart aangegeven gebied. Daarvoor is geen maximum aantal m2 opgenomen. In het nieuwe ontwerpbestemmingsplan Buitengebied is het perceel Kolderveen 16 bestemd voor “Agrarisch met waarden-Cultuurhistorische waarden” en de “ huiskavel” voorzien van een agrarisch bouwvlak. Deze wijze van bestemmen sluit namelijk beter aan bij het huidige gebruik van de gronden en de bebouwing dan de huidige vigerende bestemming “Tuinderij”. Het recht, zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen, om op dit perceel kassen te kunnen bouwen kan in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied Meppel worden gecontinueerd door het opnemen op de plankaart van een aanduiding (ks-1) en door lid A van de voorschriften van artikel 4 aan te vullen met: “, en dat kassen met een maximaal oppervlak van 1550 m2 uitsluitend zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding kassen toegestaan met een afwijkende bouwoppervlakte;” Deze maatvoering is gerelateerd aan de op 1 juli 1997 door burgemeester en wethouders van de voormalige gemeente Nijeveen verleende bouwvergunning voor een kas. Deze kas moet nog worden gebouwd.
Gebleken is dat de noordelijke begrenzing van het agrarisch bouwvlak niet geheel overeenkomt met die van de “huiskavel”. Voorgesteld wordt die aan te passen. Uw raad wordt voorgesteld deze zienswijze gegrond te verklaren. De plankaart wordt naar aanleiding hiervan aangepast zoals op bijgevoegd kaartfragment is aangegeven en artikel 4 lid A van de voorschriften wordt aangevuld dat kassen tot een maximaal oppervlak van 1550 m2 zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding kassen toegestaan met afwijkende bouwoppervlakte (ks-1)..
De heer A. R. Moes, Kolderveen 4 (zienswijze 44): De heer en mevrouw Moes zetten in korte bewoordingen uiteen hoe zij zich destijds op het perceel Kolderveen 4 hebben gevestigd en de wijze van werken tussen de beide Nijeveense huisartsen (Kolderveen 3 en 4). Verbazing/vewondering wordt uitgesproken over het feit dat het perceel Kolderveen 4 is bestemd voor Wonen en het op korte afstand daarvan gelegen perceel Kolderveen 3 voor Maatschappelijke doeleinden. Met de aan het perceel Kolderveen 4 toegekende woonbestemming heeft men geen mogelijkheid meer voor een uitbreiding van de huisartsenpraktijk. De oppervlakte ervan bedraagt namelijk al meer dan de 30 % die volgens het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied voor een aan huis gebonden beroep is toegestaan. Het perceel Kolderveen 4 is groot genoeg om de praktijkruimte uit te breiden en daarmee de continuïteit van de praktijk veilig te stellen. Waarom wordt er wel een bestemming Maatschappelijke Doeleinden toegekend aan het perceel Kolderveen 17 dat ook in het buitengebied ligt. Van de zijde van de gemeente wordt een en ander toegelicht. In het geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen heeft het perceel Kolderveen 4 een woonbestemming. In het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel is aan het perceel ook een woonbestemming toegekend. Een woning mag, incl de aan, -uit en bijgebouwen, een maximale oppervlakte hebben van 250m2 tenzij de bestaande oppervlakte al groter is, zoals het pand Kolderveen 4. Met het opnemen van een percentage van 30% voor een aan-huisverbonden beroep binnen een woonbestemming blijft het wonen de hoofdfunctie en wordt voorkomen dat de bebouwing volledig als praktijkruimte wordt ingericht. Het beleid van de gemeente Meppel is er op gericht om maatschappelijke voorzieningen, zoals ten behoeve van de gezondheidszorg, te huisvesten binnen de bebouwde kom van Nijeveen. Het perceel Kolderveen 3 is opgenomen binnen de bebouwde kom van Nijeveen en als zodanig ook binnen het nieuwe bestemmingsplan voor de kern Nijeveen. Dat bestemmingsplan kent algemene bestemming voor maatschappelijke doeleinden. Daaronder vallen naast voorzieningen voor de gezondheidszorg ook o.a. openbare dienstverlening en educatieve dienstverlening. Binnen de bebouwde kom zijn die functies onderling uitwisselbaar. Nagegaan is waarom aan het perceel Kolderveen 17 wel een bestemming Maatschappelijke doeleinden is toegekend. Op deze gronden was in het voorontwerpbestemmingsplan Buitengebied, waar het vooroverleg artikel 10 van het Besluit op de ruimtelijke ordening voor is gevoerd, een bestemming Woondoeleinden toegekend met de nadere aanduiding maatschappelijke voorzieningen. In het ontwerpbestemmingsplan zoals dat in 2008 in het kader van de vaststellingsprocedure ter inzage heeft gelegen is aan het perceel een bestemming maatschappelijk toegekend zonder een maximaal bebouwd oppervlak en zonder een aanduiding. De reden daarvan is niet meer te achterhalen. Gebleken is dat op de gronden een woning is gelegen en dat er zich een kleinschalig conferentiecentrum bevindt. Conform het beleid inzake niet-agrarische functies in het buitengebied krijgen de gronden daarom bij vaststelling de bestemming Wonen, waarbij ook kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten, zoals een conferentiecentrum, zijn toegestaan. De huisartsen Moes en Speelman hebben in een brief van 4 juli 2009, naar aanleiding van het bezoek van de gemeentelijke delegatie op 1 juli 2009, hun standpunt nogmaals uiteengezet. Deze brief is gericht aan de leden van de gemeenteraad met een afschrift aan het college van burgemeester en wethouders en het bestuur van de dorpsvereniging Nijeveen. Resumé: De toelichting van de familie Moes en de brief van 4 juli 2009 van de beide Nijeveense huisartsen aan de gemeenteraad zijn duidelijk.
Die hebben echter geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd die zouden kunnen leiden tot een andere beantwoording van de zienswijzen tegen de bestemmingsplannen Buitengebied Meppel en Nijeveen. De brief van het college van burgemeester en wethouders van 25 februari 2008 aan beide huisartsen, waaraan ook wordt gerefereerd in de beantwoording van de zienswijzen op de bestemmingsplannen, laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Gelet hierop is er geen aanleiding om de raad voor te stellen de reactie op de zienswijzen van de heer Moes tegen de bestemmingsplannen Buitengebied en Nijeveen te heroverwegen.
Families Wisselink en Wunnink, De Berken 11 en 12 Nijeveen (zienswijzen 2 en 3 best. plan Nijeveen): De heer Wunnink geeft op het perceel ten noorden van hun woningen een toelichting op hun zienswijze om daar twee nieuwe levensloopbestendige mogelijk te maken. Het voornemen is om de woningen te bouwen in het verlengde van de noordgevel van de woningen aan De Wilgen. Ook door architect Oostergetel wordt namens de bewoners een toelichting gegeven. Men geeft aan dat er van de zijde van de gemeente verwachtingen zijn gewekt om 2 woningen op dit perceel toe te staan en refereert daarbij aan overleggen met een voormalige wethouder en ambtenaren. Mede naar aanleiding daarvan is er zelfs een aanvraag om bouwvergunning voor 2 woningen ingediend. Die is door het college van burgemeester en wethouders afgewezen. Ook een daartegen ingediend bezwaarschrift heeft niet geleid tot een voor de bewoners van de Berken 11 en 12 positieve uitslag. Daarom het verzoek aan de delegatie van de raad om in het bestemmingsplan Nijeveen alsnog de bouw van 2 woningen op hun perceel planologisch mogelijk te maken. In de commissievergadering van 14 mei 2009 is door de raadsleden verzocht om inzicht in de gevolgde procedure rond de afhandeling van het verzoek. Een chronologisch overzicht van de betreffende besluitvorming treft u hierbij aan. 3 maart 1999 B. en W. Besluit voor aanleg van een wandelpad tussen de Nijeveense Grift en Danninge Erve. In het daaraan ten grondslag liggende advies is ondermeer opgenomen dat het perceel waarvoor de aanvraag bouwvergunning betrekking heeft als tuin wordt aangemerkt en niet als bouwkavel. Dat is ook vermeld in een raadsvoorstel en besluit van 1 april 1999 voor een voorbereidingsbesluit. Deze stukken zijn opgenomen in het legalisatievoorstel van juli 1999 om met toepassing van art 19 WRO mee te werken aan het wandelpad. 18 juli 2006 B. en W. besluit om geen medewerking te verlenen aan de bouw van 2 levensloopbestendige woningen, ondanks het daaraan ten grondslag liggende ambtelijk advies. Dit besluit is openbaar. Een brief is niet verzonden aan de heer Wisselink. Wel is er overleg geweest tussen hem de toenmalige portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening Zo is er op 6 oktober 2006 nog een overleg tussen de portefeuillehouder RO en de heer Wisselink. 13 oktober 2006 Brief van de gemeente aan de heer Wisselink met bijlagen waarin voorwaarden staan vermeld op welke basis de gemeente eventueel bereid is om mee te werken aan de planologische inpassing. Van de heer Wisselink wordt dan wel een financiële bijdrage verwacht van € 4400,-- . 31 oktober 2006 Brief van de heer Wisselink aan de gemeente waarin hij akkoord gaat met het betalen van de € 4400,--. Na 31 oktober 2006 is er ambtelijk enige tijd sprake van een windstilte voor wat betreft deze zaak. Wel vindt er nog overleg plaats tussen de portefeuillehouder RO en de heer Wisselink over ondermeer een vrijstelling van het bestemmingsplan. 29 december 2006 Indienen door de heer Wisselink van een aanvraag bouwvergunning voor een levensloopbestendige woning. Een schetsplan daarvoor is op 5 april 2007 ingediend. In een ambtelijk advies van 14 maart 2007 wordt het college geadviseerd om geen vrijstellingsprocedure te starten op grond van artikel 19 lid 1 WRO maar de bouw van de woningen mee te nemen in het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan voor het dorp Nijeveen. Dit advies is niet geagendeerd voor de collegevergadering onder verwijzing naar de eerdere besluitvorming van 18 juli 2006 om niet mee te werken. Voorjaar 2007 Start vooroverleg ex artikel 10 Bro gestart voor het bp dorp Nijeveen. Daarin zijn aan het perceel geen bouwmogelijkheden voor de bouw van een woning opgenomen.
25 juli 2007 Brief van de gemeente aan de heer Wisselink over het weigeren van de bouwvergunning. 6 juli 2007 Zienswijzen van de heer Wisselink 1 september 2007 B. en W. besluit om de bouwvergunning te weigeren. 3 oktober 2007 Bekendmaking collegebesluit aan de heer Wisselink betreffende de weigering van de bouwvergunning. Vervolgens indienen door de heer Wisselink van het bezwaarschrift.
Dit overzicht maakt ook als bijlage deel uit van het advies van de commissie bezwaarschriften van 9 januari 2008 waarin wordt geadviseerd om het bezwaarschrift van de heer Wisselink ongegrond te verklaren. De hoorzitting van de commissie is gehouden op 8 januari 2008. Op 4 maart 2008 hebben B. en W. besloten het advies van de commissie bezwaarschriften over te nemen en dat is op 7 maart 2008 aan de heer Wisselink schriftelijk kenbaar gemaakt. Tegen dit besluit is geen beroep ingesteld. Resumé: De toelichting op de zienswijze door de heren Wunnink en Oostergetel aan de delegatie van de gemeente hebben geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd die zouden kunnen leiden tot een andere beantwoording van de zienswijzen tegen het bestemmingsplannen Nijeveen zoals die is opgenomen in de concept “Nota beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Nijeveen”van 20 maart 2009. . Gelet hierop is er geen aanleiding om de raad voor te stellen de reactie op de zienswijze van de families Wisselink en Wunnink tegen het bestemmingsplan Nijeveen te heroverwegen.
Mevrouw M. van Leeuwerden en de heer G.J.Prangsma, Nijeveense Bovenboer 18 (zienswijze 27): De heer Prangsma is verheugd dat de raad is voorgesteld om hun wijze te honoreren door de voorgenomen horecabestemming voor het perceel Nijeveense Bovenboer 16 in het vast te stellen bestemmingsplan Buitengebied te wijzen in een woonbestemming. Hij spreekt nogmaals zijn verbazing uit hoe de gemeente alleen naar aanleiding van een principeverzoek de horecabestemming in het ontwerpbestemmingsplan heeft kunnen opnemen. Resumé: Mevrouw van Leeuwerden en de heer Prangsma zijn tevreden. Aanvulling/aanpassing van de gemeentelijke reactie op hun zienswijze in de definitieve “Nota beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Buitengebied Meppel” kan achterwege blijven.
Familie Zandwijk, Nijeveense Bovenboer 23 (zienswijzen 10 en 26): De heer en mevrouw Zandwijk verzorgen voor de gemeentelijke delegatie eerst een korte rondleiding door hun agrarisch bedrijf. Er wordt uitleg gegeven over de veestapel en de toekomstplannen die men nog heeft ondanks dat het op dit moment wat minder gaat in de agrarische sector. Als laatste wordt stil gedaan bij de locatie waar de familie Zandwijk graag een 2e dienstwoning wil realiseren. Die ligt binnen het agrarisch bouwvlak van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel ten westen van de bestaande dienstwoning. Mevrouw Zandwijk vindt het een gemiste kans dat de 2e dienstwoning niet in het bestemmingsplan is meegenomen. Er wordt namelijk ruimschoots voldaan aan de algemeen daarvoor geldende criteria. De 3 zoons maken inmiddels deel uit van de maatschap en nemen te zijner tijd het bedrijf over. De omvang van het melkveebedrijf is te groot om de directe verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken bij één persoon te leggen. Het is hun bekend dat de gemeente als beleid heeft om geen 2e dienstwoning bij agrarische bedrijven toe te staan, maar ook dat in de toelichting van het bestemmingsplan is opgenomen dat in incidentele gevallen door de gemeente meegewerkt kan worden.
De gemeentelijke delegatie wordt een exemplaar van het rapport van de LTO-noord overhandigd waarin een nadere onderbouwing voor een 2e dienstwoning is opgenomen (datum 1 juli 2009). Resumé: Het verzoek van de familie Zandwijk om een tweede bedrijfswoning mogelijk te maken is in hun zienswijze niet als zodanig herkend omdat er geen enkele onderbouwing van de specifieke situatie werd gegeven. Nu er echter een concreet rapport ligt, kan dit getoetst worden op de manier die bij dit soort aanvragen gebruikelijk is. Volgens het LTO rapport heeft het melkveehouderijbedrijf van de familie Zandwijk een zodanige opzet en omvang dat er duurzaam sprake zal zijn van een meermansbedrijf. Het bedrijf zal op termijn gevoerd worden door de 3 volwassen zonen die nu nog met hun ouders het bedrijf voeren. Binnen 10 jaar zullen zij het bedrijf overnemen. Gezien de aard en de opzet van het bedrijf (melkveehouderij) is volgens de LTO permanent toezicht door 2 van de verantwoordelijke ondernemers gewenst, waardoor een tweede bedrijfswoning op het erf noodzakelijk is. Het bedrijf van de familie Zandwijk heeft inderdaad een royale omvang: 166 melkkoeien, 70 stuks jongvee en ruim 60 ha land, waarvan 45 ha in eigendom. Alle werkzaamheden worden nu in eigen beheer uitgevoerd, waardoor er genoeg werk is voor 3 arbeidskrachten. Volgens de beleidsvisie Buitengebied Meppel uit 1999 en volgens de normen van het LEI is hier inderdaad sprake van een bedrijf dat aan 3 fulltime krachten het hele jaar werk biedt. Op zichzelf is echter de hoeveelheid werk geen doorslaggevend criterium bij het al of niet toekennen van een tweede agrarische bedrijfswoning. Ook veel grote melkveehouderijbedrijven worden tegenwoordig door één bedrijfshoofd aangestuurd. De voorkomende werkzaamheden worden dan verricht door loonbedrijven of door werknemers die niet op het bedrijf wonen. Door de moderne apparatuur en communicatietechnieken kan bovendien vanaf enige afstand controle en toezicht plaatsvinden. Op het bedrijf van de familie Zandwijk is echter sprake van een situatie waarin drie ondernemers gelijkwaardig betrokken zijn bij en verantwoordelijk zijn voor het bedrijf. Deze situatie zal ook duurzaam zijn omdat het om broers gaat van ongeveer gelijke leeftijd, die naar verwachting hun werkzame leven samen het bedrijf zullen runnen. Dat is een wezenlijk verschil met het hierboven geschetste éénmansbedrijf of met een opvolgingssituatie waarin vaak een korte periode gelijkwaardig wordt samengewerkt waarna de ouders afbouwen en de kinderen de verantwoordelijkheid overnemen. De noodzaak voor een tweede bedrijfswoning kan in dit geval dus worden erkend omdat op die manier de verantwoordelijkheid voor het bedrijf ook buiten de normale werkuren eerlijk kan worden gedeeld. In het nu nog geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen is een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen op grond waarvan meegewerkt kan worden aan de bouw van een 2e dienstwoning mits de arbeidsbehoefte ten minste bedraagt 1,75 v.a.k.. en op ten minste 25 m vanaf de 1e bedrijfswoning wordt gesitueerd. Daaraan is/kan hier worden voldaan. Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Meppel kent géén vrijstellingstellingsbevoegdheid voor de bouw van een 2e dienstwoning. Voor het perceel van de familie Zandwijk is artikel 4 van de voorschriften van toepassing. Daarin staat dat per bouwvlak één dienstwoning mag worden gebouwd tenzij anders op de plankaart is aangegeven. Voor een tweede agrarische bedrijfswoning zou een bestemmingsplanherziening moeten worden doorlopen. Nu de conclusie is dat het verzoek van de familie Zandwijk om een 2e dienstwoning te bouwen voldoet aan de daarvoor geldende criteria en gehonoreerd kan worden door in het bouwvlak van hun perceel aan de Nijeveense Bovenboer 23 in het vast te stellen bestemmingsplan een aanduiding voor 2 dienstwoningen op te nemen wordt voorgesteld deze aanpassing nu al te doen zodat een aparte procedure achterwege kan blijven. De reactie op zienswijze 10 in de definitieve “Nota beantwoording en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Buitengebied Meppel wordt navenant aangepast.
Samenvatting van zienswijze 10 van familie Zandwijk en de gemeentelijke reactie daarop in de conceptnota van beantwoording zoals die op 14 mei 2009 is behandeld in de commissievergadering. Zienswijze 10: De heer R. Zandwijk, Nijeveense Bovenboer 23, Nijeveen. Verzoek om aanpassing van het agrarisch bouwvlak. Aan de oostzijde met het perceel Nijeveense Bovenboer 21 het bouwvlak 3.00m verkleinen en ook aan de wegzijde het bouwvlak te verkleinen en die
oppervlakte aan de noordzijde te compenseren. Is er een mogelijkheid voor de bouw van een 2e bedrijfswoning in verband met de bedrijfsopvolging. Reactie: De huidige kavel/perceelgrenzen hebben als leidraad gediend voor het opnemen van bouwvlakken op de plankaart. Het versmallen van het bouwvlak aan de oostzijde van het perceel Nijeveense Bovenboer 23 met 3.00m om zo aan de noordzijde het bouwvlak te vergroten is niet functioneel. Die strook zal dan namelijk bestemd moeten worden voor agrarisch gebied of wonen. Beide opties zijn niet reëel. Een strook van 3.00m is namelijk te smal voor regulier agrarisch gebruik en bij het vergroten van het bouwvlak “Wonen” van het naastgelegen perceel met een strook van 3.00m ontstaat er een onlogisch kavelpatroon. Dat er in het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen wel een strook agrarisch gebied is opgenomen tussen beide percelen is verder niet relevant. Het agrarisch bouwvlak is in het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen, gerekend vanaf de Nijeveense Bovenboer, ± 15.00 m, dieper dan in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Meppel zoals dat ter inzage heeft gelegen. Gelet hierop wordt voorgesteld om als noordelijke begrenzing van het bouwvlak op de plankaart van het vast te stellen bestemmingsplan die van het geldende bestemmingsplan aan te houden. De effectieve gebruiksoppervlakte van het agrarisch bouwvlak van het perceel Nijeveense Bovenboer 23 komt daarmee op ruim 1,5 ha. Ten opzichte van het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen is het agrarisch bouwvlak van de heer Zandwijk in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel namelijk aan de westzijde verruimd. Hiermee zijn er voor de voldoende mogelijkheden voor verzoeker om zijn agrarisch bedrijf uit te breiden. De bouw van een 2e bedrijfswoning dienstwoning, in verband met bedrijfsopvolging, is in dit ontwerpbestemmingsplan niet toegestaan. In de praktijk is namelijk gebleken dat er vrijwel nooit duurzaam sprake is van gelijkwaardige betrokkenheid bij het bedrijf, noch van de noodzaak van permanent toezicht bij het bedrijf. Uw raad wordt voorgesteld deze zienswijze voor wat betreft de 3.00m strook aan de oostzijde van het perceel ten dele gegrond te verklaren door op de plankaart van het vast te stellen bestemmingsplan de noordelijke begrenzing van het agrarisch bouwblok in overeenstemming te brengen met die van de begrenzing in het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen.
Voorgesteld wordt om in de definitieve versie van de nota van beantwoording de volgende reactie op deze zienswijze op te nemen: Zienswijze 10: De heer R. Zandwijk, Nijeveense Bovenboer 23, Nijeveen. Verzoek om aanpassing van het agrarisch bouwvlak. Aan de oostzijde met het perceel Nijeveense Bovenboer 21 het bouwvlak 3.00m verkleinen en ook aan de wegzijde het bouwvlak te verkleinen en die oppervlakte aan de noordzijde te compenseren. Is er een mogelijkheid voor de bouw van een 2e bedrijfswoning in verband met de bedrijfsopvolging? Reactie: De huidige kavel/perceelgrenzen hebben als leidraad gediend voor het opnemen van bouwvlakken op de plankaart. Het versmallen van het bouwvlak aan de oostzijde van het perceel Nijeveense Bovenboer 23 met 3.00m om zo aan de noordzijde het bouwvlak te vergroten is niet functioneel. Die strook zal dan namelijk bestemd moeten worden voor agrarisch gebied of wonen. Beide opties zijn niet reëel. Een strook van 3.00m is namelijk te smal voor regulier agrarisch gebruik en bij het vergroten van het bouwvlak “Wonen” van het naastgelegen perceel met een strook van 3.00m ontstaat er een onlogisch kavelpatroon. Dat er in het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen wel een strook agrarisch gebied is opgenomen tussen beide percelen is verder niet relevant. Het agrarisch bouwvlak is in het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen, gerekend vanaf de Nijeveense Bovenboer, ± 15.00 m, dieper dan in het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Meppel zoals dat ter inzage heeft gelegen. Gelet hierop wordt voorgesteld om als noordelijke begrenzing van het bouwvlak op de plankaart van het vast te stellen bestemmingsplan die van het geldende bestemmingsplan aan te houden.
De effectieve gebruiksoppervlakte van het agrarisch bouwvlak van het perceel Nijeveense Bovenboer 23 komt daarmee op ruim 1,5 ha. Ten opzichte van het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen is het agrarisch bouwvlak van de familie Zandwijk in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel namelijk aan de westzijde verruimd. Hiermee zijn er voor de voldoende mogelijkheden om hun agrarisch bedrijf uit te breiden. Mevrouw Zandwijk heeft tijdens de commissievergadering van 14 mei 2009 gereageerd op de toegezonden concept “Nota beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen bestemmingsplan Buitengebied Meppel” en verzocht om de bouw van een 2e bedrijfswoning op hun perceel toe te staan. De 3 zoons maken inmiddels deel uit van de maatschap en nemen te zijner tijd het bedrijf over. De omvang van het melkveebedrijf is te groot om de directe verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken bij één persoon te leggen Op 1 juli 2009 is een gemeentelijke delegatie door de familie Zandwijk rondgeleid op hun melkveebedrijf Daarin was ook meegenomen de locatie waar de familie Zandwijk de 2e dienstwoning wil realiseren. Die ligt binnen het agrarisch bouwvlak van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel ten westen van de bestaande dienstwoning. Mevrouw Zandwijk vindt het een gemiste kans dat de 2e dienstwoning niet in het bestemmingsplan is meegenomen. Er wordt namelijk ruimschoots voldaan aan de algemeen daarvoor geldende criteria. Het is hun bekend dat de gemeente Meppel als beleid heeft om geen 2e dienstwoning bij agrarische bedrijven toe te staan, maar ook dat in de toelichting van het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Meppel is opgenomen dat in incidentele gevallen door de gemeente meegewerkt kan worden. De gemeentelijke delegatie wordt een exemplaar van het rapport van de LTO-noord overhandigd waarin een nadere onderbouwing voor een 2e dienstwoning is opgenomen (datum 1 juli 2009). Toetsing van dit rapport aan de criteria die in het vigerende gemeentelijke beleid zijn verwoord leidt tot de conclusie dat in dit geval, waarin sprake is van een voldoende bedrijfsomvang en een duurzame gelijkwaardige betrokkenheid van meerdere ondernemers, een tweede agrarische bedrijfswoning noodzakelijk kan worden geacht om de verantwoordelijkheid voor het bedrijf met name ook buiten de normale werkuren eerlijk te kunnen delen. Het verzoek van de familie Zandwijk om een 2e dienstwoning te mogen bouwen is dan ook gerechtvaardigd en kan worden gehonoreerd door in het bouwvlak van hun perceel aan de Nijeveense Bovenboer 23 in het vast te stellen bestemmingsplan een aanduiding voor 2 dienstwoningen op te nemen. In het nu nog geldende bestemmingsplan Buitengebied Nijeveen is een vrijstellingsbevoegdheid opgenomen op grond waarvan meegewerkt kan worden aan de bouw van een 2e dienstwoning mits de arbeidsbehoefte ten minste bedraagt 1,75 v.a.k.. en op ten minste 25 m vanaf de 1e bedrijfswoning wordt gesitueerd. Hieraan wordt ruimschoots voldaan. Het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied Meppel kent géén vrijstellingstellingsbevoegdheid voor de bouw van een 2e dienstwoning. In de praktijk is namelijk gebleken dat er vrijwel nooit duurzaam sprake is van gelijkwaardige betrokkenheid bij het bedrijf, noch van de noodzaak van permanent toezicht bij het bedrijf. In dit geval blijkt hier wel sprake van te zijn. Voor het perceel van de familie Zandwijk is artikel 4 van de voorschriften van het bestemmingsplan Buitengebied Meppel van toepassing. Daarin staat dat per bouwvlak één dienstwoning mag worden gebouwd tenzij anders op de plankaart is aangegeven. Door nu het bouwvlak te voorzien van de aanduiding 2 woningen toegestaan, kan een aparte planherziening achterwege blijven. Uw raad wordt voorgesteld deze zienswijze voor wat betreft de 3.00m strook aan de oostzijde van het perceel ten dele gegrond te verklaren door op de plankaart van het vast te stellen bestemmingsplan de noordelijke begrenzing van het agrarisch bouwblok van het perceel Nijeveense Bovenboer 23 in overeenstemming te brengen met die van de begrenzing in het geldende bestemmingsplan buitengebied Nijeveen. De bouw van een 2e dienstwoning mogelijk te maken door in het bouwvlak van het perceel aan de Nijeveense Bovenboer 23 een aanduiding voor 2 dienstwoningen op te nemen.
Transportbedrijf van der Sluis, Schiphorsterweg 27, De Schiphorst (zienswijze 17): Als laatste bezoekt de gemeentelijke delegatie dit transportbedrijf. De heer van der Sluis leidt de delegatie rond op zijn perceel en geeft een uitvoerige toelichting op de door hem ingediende zienswijze met het verzoek om een geringe uitbreiding van het aantal te bebouwen m2 op zijn perceel toe te staan. Resumé: Er is de afgelopen periode al meerdere keren overleg geweest met de heer van der Sluis. Het gemeentelijke standpunt is hem bekend. Ook de toelichting van de heer van der Sluis aan de gemeentelijke delegatie hebben geen nieuwe gezichtspunten opgeleverd die zouden kunnen leiden tot een andere beantwoording van zijn zienswijze tegen het bestemmingsplan Buitengebied Meppel. Gelet hierop is er geen aanleiding om de raad voor te stellen de reactie op de daartegen ingediende zienswijze te heroverwegen. Gerben Brinksma en Heike van Blom
Verslag bez inspr bps buigeb en nijeveen bijlage 2 versie 21 juli 09 aanv adv.