Besluit mandaat, volmacht en machtiging gedeputeerde staten (geconsolideerde versie, geldend vanaf 28-10-2004 tot 25-3-2005) Gegevens van de regeling
Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Deze versie is geldig tot Vastgesteld door Onderwerp
provincie Drenthe Besluit mandaat, volmacht en machtiging gedeputeerde staten Besluit mandaat, volmacht en machtiging gedeputeerde staten 25-3-2005 gedeputeerde staten bestuur en recht; personeel en organisatie
Opmerkingen m.b.t. de regeling
Geen. : 12-10-2004 : Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd
• Algemene wet bestuursrecht • Provinciewet Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen
Datum Terugwerkende inwerkingtredin kracht t/m g
Betreft
Datum ondertekening Bron bekendmaking
Kenmerk voorstel
21-3-2007
Ingetrokken
21-3-2007
5.15/2007 002988
Datum Terugwerkende inwerkingtredin kracht t/m g
Betreft
Datum ondertekening Bron bekendmaking Provinciaal blad, 2007, 9
Kenmerk voorstel
3-2-2006
wijziging bijlagen 1c, 2 en 2a
30-1-2006
BJC/A1/20 06001008
wijziging bijlage(n)
15-3-2005
nieuwe regeling
12-10-2004
25-3-2005
28-10-2004
Provinciaal blad, 2006, 9
Provinciaal blad, 2005, 25
Provinciaal blad, 2004, 96
6.2/20050 02312 6.16/2004 009898
Inhoud
Artikel 1, Begripsbepalingen In het kader van dit besluit wordt verstaan onder: a. het college: gedeputeerde staten van Drenthe; b. de directeur: de secretaris of de waarnemend secretaris als bedoeld in artikel 97 van de Provinciewet c.q. de directeur-secretaris of de plaatsvervangend directeur-secretaris als bedoeld in de Organisatieverordening provincie Drenthe; c. de griffier: de griffier als bedoeld in artikel 97 van de Provinciewet; d. het groepshoofd: leidinggevende van een product- of stafgroep als bedoeld in de Verordening ambtelijke organisatie ten behoeve van gedeputeerde staten van de provincie Drenthe; e. de programmamanager: ambtenaar die door het college is aangewezen als leidinggevende voor een als zodanig door het college gedefinieerd programma; f. de projectleider: ambtenaar die is aangewezen als projectleider van een concernproject als bedoeld in het Besturingsconcept provincie Drenthe.
Artikel 2, Mandaat extern 1. Aan het regiohoofd van Staatsbosbeheer Drenthe Noord wordt de bevoegdheid verleend tot het nemen van beslissingen inzake een ontheffing als bedoeld in bepaling 3 van bijlage 10, onderdeel E, van de Provinciale milieuverordening, van het verbod om in een deel van het milieubeschermingsgebied I in een waterloop te varen of een vaartuig in een waterloop te leggen of te laten drijven of te laten liggen. 2. De op grond van het eerste lid genomen besluiten worden in afschrift gezonden aan het college. 3. De krachtens het eerste lid gemandateerde bevoegdheid kan schriftelijk worden ondergemandateerd aan personen die onder verantwoordelijkheid van de gemandateerde werkzaam zijn.
Artikel 3, Mandaat griffier 1. Aan de griffier wordt de bevoegdheid verleend tot het nemen van beslissingen met betrekking tot de besteding van budgetten voor zover hij als budgethouder in de zin van de Regeling budgethouders provincie Drenthe 2004 is aangewezen. 2. De krachtens het eerste lid gemandateerde bevoegdheid kan schriftelijk worden ondergemandateerd aan personen die onder verantwoordelijkheid van de gemandateerde werkzaam zijn, met inachtneming van de in de Regeling budgethouders provincie Drenthe 2004 gestelde randvoorwaarden.
Artikel 4, Mandaat directeur Aan de directeur wordt mandaat verleend tot het namens en onder verantwoordelijkheid van gedeputeerde staten nemen van beslissingen ter uitoefening van de bestuurs- en beheersbevoegdheden, alsmede volmacht en machtiging tot het uitoefenen van de daarmee verbonden procedurele bevoegdheden van gedeputeerde staten.
Artikel 5, Ondertekening 1. Het mandaat, de volmacht en de machtiging, als bedoeld in de artikelen 1 tot en met 3, omvat tevens de bevoegdheid tot ondertekening van de beslissingen namens het college. 2. Het college staat op grond van artikel 74, tweede lid, van de Provinciewet de Commissaris van de Koningin toe de ondertekening van stukken die uitgaan van gedeputeerde staten op te dragen aan de directeur of een of meerdere provinciale ambtenaren.
Artikel 6, Beperkingen 1. Een voorgenomen beslissing wordt in ieder geval voorgelegd aan de mandaatgever indien: a. de beslissing afwijkt van algemeen provinciaal beleid; b. de beslissing overschrijding van gevoteerde kredieten tot gevolg heeft; c. de mandataris/ge(vol)machtigde dit wenselijk of noodzakelijk acht, zoals bij politiek gevoelige onderwerpen. 2. Het mandaat aan de directeur heeft, onverminderd artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), geen betrekking op beslissingen tot: a. het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften; b. het nemen van een beslissing ten aanzien waarvan is bepaald dat het met een versterkte meerderheid moet worden genomen, of waarvan de aard van de voorgeschreven besluitvormingsprocedure zich anderszins tegen mandaatverlening verzet; c. het vernietigen van of het (gedeeltelijk) onthouden van goedkeuring aan een besluit van een ander bestuursorgaan; d. besluiten over goedkeuring van een bestemmingsplan waartegen bedenkingen zijn ingebracht. 3. Met uitzondering van handelingen van informatieve en/of administratieve aard, strekt het mandaat zich voorts in elk geval niet uit over beslissingen: a. die leiden tot vaststelling of wijziging van provinciaal beleid; b. tot het vaststellen van beleidsregels als bedoeld in titel 4.3 van de Awb; c. op bezwaarschriften waarbij wordt afgeweken van het advies van de hooren adviescommissie; d. tot (het voordragen ter) benoeming van bestuurders in functies en commissies; e. tot het voeren van rechtsgedingen; f. waarbij de functie of de persoon van een mandataris direct of indirect enig persoonlijk belang heeft; g. met betrekking tot personele en rechtspositionele zaken met uitzondering van de beslissingen, genoemd in bijlage 1.
Artikel 7, Ondermandaat 1. De directeur kan ter uitoefening van een krachtens artikel 4 aan hem gemandateerde bevoegdheid, verleende volmacht of machtiging, schriftelijk rechtstreeks ondermandaat, ondervolmacht of machtiging verlenen aan een groepshoofd, een programmamanager, een projectleider of een daarmee gelijk te stellen functionaris. 2. De groepshoofden, programmamanagers, projectleiders en daarmee gelijk te stellen functionarissen, kunnen een of meerdere plaatsvervangers aanwijzen die bevoegd zijn tot het bij zijn afwezigheid uitoefenen van de bevoegdheid die hij krachtens het door de directeur verleende ondermandaat heeft. 3. De groepshoofden, programmamanagers, projectleiders en daarmee gelijk te stellen functionarissen, kunnen voor een aan hem gemandateerde bevoegdheid ondermandaat, ondervolmacht of machtiging verlenen aan een andere functionaris. 4. De aanwijzing van een of meerdere plaatsvervangers en het verlenen van ondermandaten door de groepshoofden, de programmamanagers en de projectleiders, wordt schriftelijk gedaan en ter instemming voorgelegd aan de directeur, behalve als het gaat om het ondermandateren van de provinciale archiefinspecteur met betrekking tot bevoegdheden op grond van de Archiefwet. 5. Het verlenen van ondermandaat, ondervolmacht of machtiging geschiedt zo nodig onder het stellen van aanvullende voorwaarden en beperkingen. 6. In geval van ondermandaat, plaatsvervanging, volmacht of machtiging zijn de bepalingen van dit besluit van overeenkomstige toepassing. 7. Elk(e) verleend(e) ondermandaat, ondervolmacht of machtiging op grond van dit artikel wordt door de directeur aangetekend op een gewaarmerkte ondermandaatlijst. 8. De directeur draagt er zorg voor dat de ondermandaatlijst actueel blijft.
Artikel 8, Vertegenwoordiging van gedeputeerde staten in rechte 1. De individuele leden van gedeputeerde staten en de directeur zijn gemachtigd om in voorkomende gevallen gedeputeerde staten in rechte te vertegenwoordigen. 2. De directeur stelt een lijst op van personen aan wie machtiging wordt verleend om gedeputeerde staten in voorkomende gevallen in rechte te vertegenwoordigen.
3. De directeur is bevoegd zonder toepassing van het bepaalde in het tweede lid, schriftelijk machtiging aan anderen te verlenen om gedeputeerde staten in rechte te vertegenwoordigen.
Artikel 9, Algemene instructies met betrekking tot de uitoefening van bevoegdheden 1. De uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden, verleende (onder)volmachten of machtigingen geschiedt binnen de grenzen van de vastgestelde taken en met inachtneming van het ter zake geldende recht alsmede de geldende beleids- en uitvoeringsregels. 2. Het nemen van beslissingen over en het vaststellen en ondertekenen van stukken die betrekking hebben op aangelegenheden met (mogelijke) financiële gevolgen, geschiedt met inachtneming van het bepaalde in de door het college vastgestelde Budgethoudersregeling Drenthe 2004 en de Financiële verordening Drenthe 2004.
Artikel 10, Beheer van het Besluit mandaat 1. Bij de Stafgroep Bestuurs-, Juridische en Concernzaken van de provincie wordt een openbaar register bijgehouden, waarin dit besluit en de in artikel 7, derde en vierde lid, genoemde (onder)mandaatlijsten en de in artikel 8, tweede lid, genoemde machtigingslijst worden ingeschreven en gedeponeerd. 2. De mandataris stelt de beheerder van het register in kennis van de wijzigingen in de verleende (onder)mandaten.
Artikel 11, Controle en verantwoording 1. De gemandateerden stellen gedeputeerde staten dan wel de betrokken portefeuillehouders, in kennis van krachtens (onder)mandaat genomen beslissingen waarvan zij moeten aannemen dat kennisneming door het college of de betrokken portefeuillehouders uit gedeputeerde staten van belang is. 2. De betrokken portefeuillehouders kunnen zich door de gemandateerden laten informeren over de krachtens (onder)mandaat genomen besluiten.
Artikel 12, Slotbepaling Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal blad, waarin het wordt geplaatst en kan worden aangehaald als Besluit mandaat, volmacht en machtiging gedeputeerde staten 2004.
Toelichting
TOELICHTING OP HET BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING GEDEPUTEERDE STATEN 2004
ALGEMEEN Dit besluit heeft vooral betrekking op de verlening van mandaat met betrekking tot specifieke bestuurs- en beheersbevoegdheden van gedeputeerde staten aan de directie. De directie kan de aan hen verleende bevoegdheden doormandateren aan de hoofden van de product- en stafgroepen, projectleiders en daarmee gelijk te stellen functionarissen. Zij kunnen op hun beurt plaatsvervangers aanwijzen en/of specifieke bevoegdheden doormandateren. Onder mandaat wordt in artikel 10:1 van de op 1 januari 1998 in werking getreden derde tranche Algemene wet bestuursrecht (Awb) verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan (lees in dit geval: gedeputeerde staten) besluiten te nemen. Met andere woorden degene (persoon, functiehouder of een ander bestuursorgaan) aan wie mandaat wordt verleend (= de gemandateerde) krijgt de bevoegdheid een besluit te nemen dat geldt als een besluit van het bestuursorgaan dat het mandaat heeft verleend. Het door de gemandateerde genomen besluit geldt derhalve als een besluit van het bestuursorgaan en heeft dezelfde juridische consequenties als een door het bestuursorgaan zelf genomen besluit. Hoewel de feitelijke bevoegdheidsuitoefening komt te liggen bij degene die het mandaat heeft, blijft de mandaatgever daarvoor naar buiten toe ten volle verantwoordelijk (artikel 10:2 van de Awb). Deze kan uit dien hoofde dan ook te allen tijde instructies geven (artikel 10:6 van de Awb) of het mandaat doorbreken en de bevoegdheid zelf uitoefenen (artikel 10:8 van de Awb). Het onderhavige besluit behoeft in dat laatste geval geen voorafgaande intrekking. Wel zal naar buiten toe duidelijk moeten zijn dat de gemandateerde de bevoegdheid uitoefent onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever en dat de burger moet kunnen nagaan of de gemandateerde wel bevoegdelijk namens het bestuursorgaan optreedt. De Awb geeft als hoofdregel dat mandaat geoorloofd is, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaatverlening verzet (artikel 10:3, eerste lid, van de Awb). Deze hoofdregel is derhalve ook van toepassing op het onderhavige mandaatbesluit en geeft als zodanig de uiterste grenzen aan waarbinnen dit besluit kan worden toegepast.
Een voorbeeld van een bevoegdheid waarvan de aard zich tegen mandaatverlening verzet, genoemd in de Memorie van toelichting bij de Awb (kamerstukken 23700, nummer 3, 1993-1994, bladzijde 170), is het geven van een aanwijzing door de minister op basis van artikel 37 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Naar kan worden aangenomen zal de aanwijzing door gedeputeerde staten op grond van dit wetsartikel evenmin in mandaat kunnen geschieden. Ook het geven van aanwijzingen op basis van artikel 4.22 van de Wet milieubeheer is een besluit dat waarschijnlijk niet in mandaat gegeven kan worden. Een aantal voorgenomen beslissingen moeten aan de mandaatgever worden voorgelegd. Voor het nemen van besluiten bestaat dus wel mandaat, maar gedeputeerde staten geven hiermee aan dat zij van bepaalde besluiten vooraf kennis willen nemen. Dit is bijvoorbeeld het geval als de mandaatgever meent dat gedeputeerde staten van het voorgenomen besluit in kennis willen worden gesteld, bijvoorbeeld vanwege de politieke gevoeligheid. Op grond van jurisprudentie is het niet mogelijk het mandaat uit te zonderen voor politiek gevoelige besluiten. Aan de gemandateerde zou in dat geval zelf worden overgelaten om de precieze omvang van het mandaat te bepalen. De bestuursrechter meent dat dit vanuit een oogpunt van rechtszekerheid niet aanvaardbaar is. In de praktijk hangt een effectieve toepassing van het mandaatbesluit direct samen met het vertrouwen van het mandaterende bestuursorgaan in degene die het mandaat heeft, dat deze laatste zal handelen in de geest van dat orgaan en bij twijfel hoe dit zou beslissen, de zaak aan het orgaan zelf zal voorleggen. Slechts het bestaan van deze vertrouwensbasis, die impliceert dat het bestuursorgaan de gemandateerde bevoegdheden slechts in uitzonderingsgevallen aan zich trekt, maakt een wezenlijke mandatering van bevoegdheden mogelijk. Bij de toepassing van dit besluit wordt het bestaan van de vorenbedoelde vertrouwensbasis verondersteld.
REIKWIJDTE Het mandaatbesluit heeft betrekking op alle bestuurs- en beheersbevoegdheden van gedeputeerde staten. Het begrip "bestuursbevoegdheden" omvat onder meer alle bevoegdheden om een besluit in de zin van de Awb te nemen met uitzondering van onder meer de bevoegdheden tot regelgeving. Deze bevoegdheden zijn van het verlenen van mandaat uitgesloten. De bestuursbevoegdheden van gedeputeerde staten betreffen in het algemeen de publiekrechtelijke rechtshandelingen en de uitwerking daarvan is voornamelijk extern, op de burger gericht. De uitoefening van deze bevoegdheden mondt uit in een (veelal) schriftelijk besluit.
Met de term "beheersbevoegdheden" wordt gedoeld op de bevoegdheden van gedeputeerde staten die buiten de externe beleidssfeer liggen. Het gaat in dit geval in hoofdzaak om handelingen die van interne, huishoudelijke aard zijn en om handelingen die in eigen beheer worden verricht. Hierbij moet worden gedacht aan privaatrechtelijke rechtshandelingen en aan feitelijke handelingen. De uitoefening van bestuursbevoegdheden in mandaat zal zich concentreren op het verrichten van publiekrechtelijke rechtshandelingen, de uitoefening van beheersbevoegdheden, via volmacht op het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, voor zover aan gedeputeerde staten opgedragen, en door middel van machtiging op het verrichten van feitelijke handelingen en procesvertegenwoordiging. Bij de omschrijving van het begrip "mandaat" wordt uitgegaan van de bevoegdheid tot het nemen van een beslissing. Met andere woorden, de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheden wordt zichtbaar in het nemen van beslissingen. Er wordt derhalve van uitgegaan dat aan iedere handeling een beslissing ten grondslag ligt. Dit geldt ook voor feitelijke handelingen. De redactie van het mandaatbesluit sluit daarop dan ook aan. Het onderhavige besluit is een regeling van algemene aard. Als mandaatverlenend bestuursorgaan blijven gedeputeerde staten echter vanzelfsprekend bevoegd om voor bijzondere gevallen een specifieke regeling te treffen. Daarvoor zal dan steeds een apart collegebesluit nodig zijn. Uitgangspunt blijft echter een zo groot mogelijke uniformiteit op grond van deze regeling en een beperking van het aantal bijzondere regelingen.
ONDERTEKENING Het onderhavige mandaatbesluit hanteert als uitgangspunt dat de gemandateerde, die het besluit neemt, dit ook ondertekent. De Provinciewet heeft in artikel 74 de wettelijke basis voor het verlenen van ondertekeningsmandaat neergelegd. Als voordelen voor het hand in hand gaan van beslissing en ondertekening kunnen worden genoemd: a. klantgerichtheid: de klant ziet dat er persoonlijk aandacht aan zijn zaak is besteed; b. kenbaarheid, dat wil zeggen, naar buiten toe is duidelijk wie het besluit in mandaat heeft genomen; c. zorgvuldigheid, dat wil zeggen, wie een handtekening plaatst, staat meer stil bij zijn verantwoordelijkheid.
De ondertekening van de namens gedeputeerde staten genomen besluiten door de gemandateerde, betekent dat het gebruik van handtekeningstempels overbodig is en derhalve in principe niet meer is toegestaan.
VERTEGENWOORDIGING BUITEN RECHTE De in het voorgaande bedoelde ondertekening van stukken, moet overigens goed worden onderscheiden van vertegenwoordigingshandelingen van de provincie als zodanig (als rechtspersoon) buiten rechte, dat wil zeggen, anders dan vertegenwoordigingshandelingen in een rechtsgeding. Deze laatste handelingen kunnen ook ondertekening van stukken meebrengen. In de meeste gevallen kunnen deze stukken niet worden gezien als van gedeputeerde staten uitgaand in de zin van de Provinciewet. Gedacht dient met name te worden aan de (formele) ondertekening van overeenkomsten als sluitstuk van de daaraan voorafgaande - al dan niet gemandateerde besluitvorming. De vertegenwoordiging van de provincie buiten rechte is in de Provinciewet opgedragen aan de Commissaris van de Koningin. Deze kan ter zake echter volmacht verlenen, zoals is geschied bij het Besluit volmacht en machtiging van de Commissaris van de Koningin.
FINANCIEEL KADER Aan een verleend mandaat ligt tevens het uitgangspunt ten grondslag dat dit ook betrekking heeft op de bijbehorende bevoegdheid om te beschikken over de daarvoor benodigde financiële middelen. De door gedeputeerde staten vastgestelde Budgethoudersregeling Drenthe 2004 is het hiertoe aangewezen financiële kader. Bijlage 1
BIJLAGE 1, MANDAATLIJST PERSONELE AANGELEGENHEDEN SEPTEMBER 2004 Bijlage als bedoeld in artikel 6, derde lid, sub g
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP)
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) Nummer Bevoegdheid Voorwaarden 1 Beslissingen te nemen inzake de uitwerking van de Kaderregeling rechtspositie. 2 Beslissingen te nemen inzake de nadere uitwerking van de Werktijd- en vakantieregeling. 3 Beslissingen te nemen inzake de Algemene regeling op het gebied van werkoverleg. 4 Beslissingen te nemen inzake de Algemene regeling op het gebied van veiligheid, gezondheid of welzijn in verband met de arbeid (concernbreed Arbo-beleidsplan). 5 Wijziging van de omvang van Voor zover het beslissingen formatie van de product- en betreffen inzake de stafgroepen. verschuiving van taken en personeel binnen de formatie van hun product- of stafgroep. 6 Vrijgeven van een vacature en Met uitzondering van product- het vaststellen van de werving en stafgroephoofden. Met en de selectieprocedure. inachtneming van door gedeputeerde staten (GS) getroffen vacaturemaatregelen. 7 Opstellen advertentietekst. 8 Keuze van mediamiddelen. Binnen het toegekende budget. 9 Aanstelling (artikel B.1 van de Met uitzondering van product- CAP). en stafgroephoofden. 10 Psychologisch onderzoek sollicitant (artikel B.3, tweede lid, van de CAP). 11 Benoeming voor een periode in een functie (artikel B.5 van de CAP). 12 Andere functie of werkzaamheden (artikel B.6 van de CAP). De verplichting andere Het betreft andere 13 werkzaamheden te verrichten werkzaamheden in bijzon en de daarbijbehorende omstandigheden. noodzakelijke opleidingen te
Nummer 14
15
16
17 18
19
20 21 22
23 24
Bevoegdheid Voorwaarden volgen (artikel B.7, eerste en tweede lid, van de CAP). Ontslag ambtenaar (artikel B.9 Met uitzondering van prod van de CAP, met uitzondering en stafgroephoofden. van ontslaggronden, genoemd onder n en p). Ontslag op aanvraag, wegens Met uitzondering van prod pensionering, flexibel pensioen en stafgroephoofden. en uittreden en wegens reorganisatie (artikel B.10 tot en met B.13 van de CAP). Besluiten tot uitbetaling van overlijdensuitkering (artikel B.15, tweede en derde lid, van de CAP). Afspraak om veertig uur per week te werken (artikel D.1, vijfde lid, van de CAP). Vastleggen van individuele werktijdregeling in afwijking van de door GS vastgestelde Werktijdregeling op grond van het eerste of tweede lid (artikel D.2, derde lid, van de CAP). Verplichting tot werken c.q. beschikbaar houden buiten de voor hem geldende werktijden (artikel D.2, vijfde lid, van de CAP). Aanwijzen van collectieve vrije Na overleg met de dagen (artikel D.3 van de CAP). Ondernemingsraad. Vaststellen en opnemen van verlofuren (artikelen D.5, D.6 en D.7 van de CAP). Intrekking reeds verleende opname algemeen verlof in verband met zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang en uitkeringen van schadevergoeding (artikel D.7, vijfde lid, van de CAP). Besluiten teruggave van niet-genoten verlofuren tijdens ziekte (artikel D.8 van de CAP). Uitbetalen van niet-opgenomen algemene verlofuren bij ontslag/verrekenen van te veel
Nummer 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39
40
41
Bevoegdheid Voorwaarden opgenomen algemene verlofuren bij ontslag (artikel D.9 van de CAP). Sparen van algemene verlofuren (artikel D.10 van de CAP). Alle besluiten ten aanzien van zwangerschaps- en bevallingsverlof (artikel D.11 van de CAP). Verlenen van buitengewoon verlof (artikel D.12 van de CAP). Verlenen van buitengewoon verlof ten behoeve van vakbondsactiviteiten (artikel D.13 van de CAP). Verlenen van non-activiteitsverlof (artikel D.14 van de CAP). Beslissingen inzake betaald ouderschapsverlof (artikel D.15 van de CAP). Beslissingen met betrekking tot financiering loopbaanonderbreking, inclusief de Wet arbeid en zorg (artikel D.16 van de CAP). Alle beslissingen met betrekking tot buitengewoon verlof (artikel D.17 van de CAP). Verplichting tot het ondergaan van arbeidsgezondheidskundig onderzoek (artikel E.4 van de CAP). Aanwijzing commissie van drie artsen (artikel E.5, vierde lid, van de CAP). Buitendienststelling (artikel E.6 van de CAP). Besluiten inzake reïntegratie van zieke ambtenaren (artikel E.7 van de CAP). Besluiten betreffende de procedure om over te gaan tot ontslag wegens arbeidsongeschiktheid (artikel E.9 van de CAP). Ontheffing van verplichte deelname Interprovinciale ziektekostenregeling (IZR) (artikel E.11 van de CAP). Besluiten op basis van de 1%¿regeling (artikel E.12, eerste en vijfde lid, van de CAP). Verlenen van tegemoetkoming in de ziektekostenpremie aan de ambtenaar die niet deelneemt aan de IZR (artikel E.13 van de CAP). Vergoeden van kosten van geneeskundige behandeling in geval van dienstongevallen of
Nummer 42 43
44 45 46
47 48 49 50
51
52
53 54
Bevoegdheid Voorwaarden beroepsziekten (artikel E.14 van de CAP). Besluiten inzake nevenwerkzaamheden (artikel F.1 van de CAP). Vergoeding van schade aan kleding of uitrusting, gelden uit hoofde van dienstbetrekking (artikel F.3 van de CAP). Vergoeden van kosten in verband met functievervulling (artikel F.4 van de CAP). Opleggen van verhuisplicht (artikel F.5 van de CAP). Opleggen van plicht tot bewoning van de dienstwoning en het maken van afspraken daarover (artikel F.6 van de CAP). Opleggen van plicht tot aanzuivering van tekorten (artikel F.8 van de CAP). Opleggen van plicht een opleiding te volgen (artikel F.9 van de CAP). Ontzegging van de toegang tot dienstgebouwen of het werk (artikel G.1 van de CAP). Schorsing in het belang van de dienst (artikel G.2, eerste lid, onderdeel a tot en met d, van de CAP). Uitbetalen van niet-ingehouden deel van salaris aan anderen dan aan de ambtenaar (artikel G.2, derde lid, van de CAP). Opleggen van disciplinaire straffen met uitzondering van ontslag (artikel G.4, eerste lid, onderdeel a tot en met d, van de CAP). Besluiten inzake detacheringsovereenkomsten. Indienstneming op Met uitzondering van prod arbeidsovereenkomst naar en stafgroephoofden. burgerlijk recht (artikel H.2 van de CAP).
Nummer 55 56
57 58 59 60
61 62 63
64 65 66
Bevoegdheid Voorwaarden Bepalen wijze van loonbetaling arbeidscontractant (artikel H.5 van de CAP). Beëindiging arbeidsovereenkomst bij verlies verblijfstitel vreemdelingen (artikel H.8 van de CAP). Oproepkracht werkzaamheden aanbieden (artikel H.9 van de CAP). Toepassing Verhaalswet ongevallen ambtenaren. Beslissingen te nemen inzake telewerkovereenkomsten. Beslissingen te nemen inzake de concernactiviteiten en specifieke VOT-activiteiten voor afzonderlijke staf- en productgroepen. Beslissingen omtrent het aanmerken van medewerkers als loopbaankandidaat. Verlenen van outplacementfaciliteiten. Het treffen van arrangementen met medewerkers in het kader van beëindiging/aanpassing van hun dienstverband. Beslissingen te nemen inzake Binnen het toegekende bu concerngratificaties. Beslissingen te nemen inzake Binnen het toegekende bu de toekenning van gratificaties en schouderklopjes. Beslissingen te nemen over het Binnen het toegekende bu bepalen van het verstrekkingenpakket inzake dienstkleding.
Regeling toeslag vuil en onaangenaam werk Regeling toeslag vuil en onaangenaam werk Nummer Bevoegdheid I Beslissingen te nemen ten aanzien van de Toeslag vuil en onaangenaam werk.
Voorwaarden
Regeling tot het vergoeden van telefoonkosten Regeling tot het vergoeden van telefoonkosten Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Voorwaarden
Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling. Studiefaciliteiten Studiefaciliteiten Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten op basis van de Verordening studiefaciliteiten. II Opstellen van de jaarlijkse opleidingsplannen op concernniveau.
Voorwaarden
Reiskostenbesluit provincie Drenthe Reiskostenbesluit provincie Drenthe Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Voorwaarden
Kortingsregeling in verband met bezoldigde nevenfuncties Kortingsregeling in verband met bezoldigde nevenfuncties Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling. Rechtspositie en beloning bij tijdelijke functie
Rechtspositie en beloning bij tijdelijke functie Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Beslissingen te nemen ten aanzien van beloning bij tijdelijke functies. Uitvoeringsregeling individuele keuzemogelijkheden CAP Uitvoeringsregeling individuele keuzemogelijkheden CAP Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Beslissingen te nemen op een aanvraag (artikel 2, tweede en vijfde lid, van de CAP). II Beslissingen te nemen om een fiets toe te kennen (artikel 5, eerste lid, van de CAP). III Beslissingen te nemen omtrent het toekennen van een personal computer en/of bijbehorende randapparatuur (artikel 6, eerste lid, van de CAP). IV Beslissingen te nemen omtrent het toekennen van een openbaarvervoersabonnement (artikel 7, eerste en tweede lid, van de CAP). Regeling jaargesprekken Regeling jaargesprekken Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Vaststellen van een beoordeling. Voor zover er geen geschilpunten tussen beoordelaar en beoordeelde zijn. Beleidsregels Wet aanpassing arbeidsduur Beleidsregels Wet aanpassing arbeidsduur Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op dit beleid. Kader arbeidsduurverlenging tot veertig uur per week
Voorwaarden
Kader arbeidsduurverlenging tot veertig uur per week Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Alle besluiten gebaseerd op dit beleid. Seniorenregeling Drenthe Seniorenregeling Drenthe Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Voorwaarden
Wachtgeldverordening
Wachtgeldverordening Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Voorwaarden
Uitkeringsverordening
Uitkeringsverordening Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Voorwaarden
Bijlage 2
BIJLAGE 2, LIJST ALS BEDOELD IN ARTIKEL 8, TWEEDE LID, VAN HET BESLUIT MANDAAT, VOLMACHT EN MACHTIGING GEDEPUTEERDE STATEN 2004
Vertegenwoordiging in rechte
1. Vertegenwoordiging bij (hoor)zittingen van een bij de wet ingesteld orgaan, dat is belast met de rechtspraak
Vertegenwoordiging van gedeputeerde staten in gerechtelijke procedures geschiedt door het hoofd en de volgende medewerkers van de product- of stafgroepen.
Vertegenwoordiging van gedeputeerde staten in gerechtelijke procedures geschiedt door het hoofd en de volgende medewerkers van de product- of stafgroepen. Product-/Stafgroep Naam medewerker Ten behoeve van Ruimte en Water A. Anema procedures inzake ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en mr. R.A. Bouwer waterhuishouding c.a. ing. W.F.R. Feenstra B.K. Hendriks drs. ing. A.T. Hiddema H. Hingstman drs. F.E. Jorritsma A. Kooistra J. Kuiper ing. H.W.A. van de Meer P.K. Munnik H. van Laar A. Oldenhuis Milieubeheer
E. Saathof drs. A. Ayal ing. K.J. v.d. Berg ing. K.E. Blanke J.H. Blokzijl H.R. Bos mr. L.A.E. van Dijk ing. R. Dingemanse
procedures inzake milieuaangelegenheden
Product-/Stafgroep
Naam medewerker
Ten behoeve van
ing. F. Eilander G. Eleveld mr. dr. N.Y. Del Grosso ing. G. Gjaltema ing. A.M.M. de Graaf mr. W. Huizing mr. J. Kramer C.J. Mulder ing. M.J. Power ing. J. Scholte ing. B. Vrieling J.R. Warmelts ing. W.R. Wesseling drs. K.S. van der Wal Bodem
drs. D. Wimmers M. Portena drs. A.H. Smits
procedures inzake bodemsanering e bodem- en grondwaterbescherming
F. Velthuis A. Venekamp J. Venema Landelijk Gebied
L. Wallinga M. Boersma J. Grotenhuis mr. R.A.M. Kavsek B.L.J. van Os G. Pothof
procedures inzake ontgrondingen e natuur (flora en fauna), bos en landschap
Product-/Stafgroep
Naam medewerker
Ten behoeve van
C. Schaafsma ing. I.J. Schotanus Cultuur en Welzijn
drs. F. Voogd mr. G. Bosschers drs. E. den Engelsman
procedures inzake cultuur, welzijn e zorg
S.J. de Jonge drs. E.E. Moesker E. Schut Verkeer en Vervoer
drs. G. Smidt A.F.A. Bruikman
procedures inzake verkeer en vervo
ing. F.H.T. Koen J. Lever mr. L.O. Rozema G.H. Veringa ing. J.P. de Vries ing. S.A.B. de Vries Wegen en Kanalen
ing. J.P. Waalkens J. Bron W. Feiken
procedures inzake aanleg, beheer e onderhoud van wegen en kanalen
ing. C. Hussels ing. G.J.V. Jansen ing. A.R. Kroeze ing. J.F. Meek ing. W. Paas mr. L.O. Rozema Handhaving
A. Zijlstra R.J.A. Altena
procedures inzake handhaving
Product-/Stafgroep
Naam medewerker
Ten behoeve van
ing. A.D. Bloemsma H.R. Bouwers mr. R.A. Bruinsma ing. H. Buining E. Gosselink P.J. Graveland J. van der Heide H. Hollander W.H. Hut D.W. Klein Bramel ing. M.E. Koekoek B. Luinge R.J. Jongman T. Mennink C.J. Oosterhuis T. Ottens B. Roelfsema H. Padberg A. Suichies J.J. Vos ing. H.B. Venema J. Wind Personeel en Organisatie Bestuurs-, Juridische en Concernzaken
B.G. Winkelman mr. C.M. de Werd-Eijsink procedures inzake arbeidsvoorwaarden en rechtspositi mr. A.M. Brouwer alle administratiefrechtelijke procedures mr. E.J. Gernaat
Product-/Stafgroep
Naam medewerker
Ten behoeve van
mr. J. de Ruiter mr. F. Westerhof
2. Vertegenwoordiging als bedoeld in artikel 7:13, vijfde lid, van de Awb
Vertegenwoordiging van gedeputeerde staten bij de adviescommissies als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb geschiedt door het hoofd en de volgende medewerkers van de product- en stafgroepen.
Vertegenwoordiging van gedeputeerde staten bij de adviescommissies als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb geschiedt door het hoofd en de volgende medewerkers van de product- en stafgroepen. Product-/Stafgroep Naam medewerker Ten behoeve van Economie A. Bouw bezwaren inzake economische aangelegenheden Ruimte en Water A. Anema bezwaren inzake ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en mr. R.A. Bouwer waterhuishouding c.a. ing. W.F.R. Feenstra B.K. Hendriks drs. ing. A.T. Hiddema H. Hingstman drs. F.E. Jorritsma A. Kooistra J. Kuiper ing. H.W.A. van de Meer P.K. Munnik H. van Laar A. Oldenhuis Milieubeheer
E. Saathof drs. A. Ayal
bezwaren inzake milieuaangelegenheden
Product-/Stafgroep
Naam medewerker
Ten behoeve van
ing. K.J. v.d. Berg ing. K.E. Blanke J.H. Blokzijl H.R. Bos mr. L.A.E. van Dijk ing. R. Dingemanse ing. F. Eilander G. Eleveld mr. dr. N.Y. Del Grosso ing. G. Gjaltema ing. A.M.M. de Graaf mr. W. Huizing mr. J. Kramer C.J. Mulder ing. M.J. Power ing. J. Scholte ing. B. Vrieling J.R. Warmelts ing. W.R. Wesseling drs. K.S. van der Wal Bodem
drs. D. Wimmers M. Portena L. Wallinga drs. A.H. Smits F. Velthuis A. Venekamp
bezwaren inzake bodemsanering en bodem- en grondwaterbescherming
Product-/Stafgroep Landelijk Gebied
Naam medewerker J. Venema M. Boersma J. Grotenhuis
Ten behoeve van bezwaren inzake ontgrondingen en natuur (flora en fauna), bos en landschap
mr. R.A.M. Kavsek B.L.J. van Os G. Pothof C. Schaafsma ing. I.J. Schotanus Cultuur en Welzijn
drs. F. Voogd E. Alkema mr. G. Bosschers drs. E. den Engelsman
bezwaren inzake cultuur * medewerkers van het Drents Plateau
J. Langeland* drs. E.E. Moesker H. Rijkens* drs. W. Schutte drs. G. Smidt Cultuur en Welzijn
S.R. Vos mr. G. Bosschers
bezwaren inzake welzijn
H. Derks
bezwaren inzake zorg
P. Hofstra L.A.M. Kompier drs. B. van Mierlo H. Peters mr. G. Bosschers drs. B.S. Nijholt A. Opmeer
Product-/Stafgroep Verkeer en Vervoer
Naam medewerker E. Schut A.F.A. Bruikman
Ten behoeve van
bezwaren inzake verkeer en vervoe
ing. F.H.T. Koen J. Lever mr. L.O. Rozema G.H. Veringa ing. J.P. de Vries ing. S.A.B. de Vries Wegen en Kanalen
ing. J.P. Waalkens J. Bron W. Feiken
bezwaren inzake aanleg, beheer en onderhoud van wegen en kanalen
ing. C. Hussels ing. G.J.V. Jansen ing. A.R. Kroeze ing. J.F. Meek ing. W. Paas mr. L.O. Rozema Handhaving
A. Zijlstra R.J.A. Altena ing. A.D. Bloemsma H.R. Bouwers mr. R.A. Bruinsma ing. H. Buining E. Gosselink P.J. Graveland J. van der Heide H. Hollander
procedures inzake handhaving
Product-/Stafgroep
Naam medewerker
Ten behoeve van
W.H. Hut D.W. Klein Bramel ing. M.E. Koekoek B. Luinge R.J. Jongman T. Mennink C.J. Oosterhuis T. Ottens B. Roelfsema H. Padberg A. Suichies J.J. Vos ing. H.B. Venema J. Wind Personeel en Organisatie Bestuurs-, Juridische en Concernzaken
B.G. Winkelman H. Stoffers
bezwaren inzake arbeidsvoorwaard en rechtspositie
mr. C.M. de Werd-Eijsink mr. A.M. Brouwer bezwaren inzake alle administratiefrechtelijke procedures mr. E.J. Gernaat mr. J. de Ruiter
Bijlage 3
BIJLAGE 3, BESLUIT ONDERMANDAAT Assen, 12 oktober 2004 Ons kenmerk 6.16/2004009898 Behandeld door de heer E.J. Gernaat (0592) 36 57 23
Onderwerp: Besluit ondermandaat De directeur-secretaris; gelet op het Besluit mandaat, volmacht en machtiging gedeputeerde staten 2004; gelet op artikel 10:9 van de Algemene wet bestuursrecht; overwegende, dat het uit een oogpunt van doelmatigheid wenselijk is om voor nader omschreven gevallen de bevoegdheid tot het nemen van besluiten en het verrichten van rechtshandelingen, door te mandateren; BESLUIT: de ingevolge het Besluit mandaat, volmacht en machtiging gedeputeerde staten 2004, verkregen bevoegdheden door te mandateren aan de groepshoofden, programmamanagers, projectleiders en daarmee gelijk te stellen functionarissen, zoals hieronder aangegeven. I. Aan alle groepshoofden, programmamanagers en projectleiders en daarmee gelijk te stellen functionarissen wordt, voor zover het de hun regarderende organisatieonderdelen betreft, de volgende bevoegdheid verleend. 1, Algemeen a. In voorkomend geval brieven van derden voor kennisgeving aan te nemen. b. Verzoeken om informatie mede op grond van de Wet openbaarheid van bestuur af te doen, (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden). c. Beslissingen te nemen ter uitvoering van door provinciale staten (PS) of het college vastgestelde beleids- en uitvoeringskaders. d. Met inachtneming van door het college gestelde kaders op privaatrechtelijke grondslag (overeenkomst) informatie, digitale gegevens daaronder begrepen, aan derden te verstrekken. e. Beslissingen te nemen inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit (met inbegrip van het besluiten tot buiten behandeling laten van een aanvraag), anders dan bedoeld in de afdelingen 6.2. en 7.2. van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), verdagingen daaronder begrepen. f. Toezichthoudende ambtenaren aan te wijzen.
g. Verweerschriften en eventuele nadere memories in te dienen, waarbij het eerder door het college ingenomen standpunt wordt gehandhaafd. h. Besluiten van PS en het college bekend te maken. i. Verzekeringen af te sluiten, op te zeggen en tussentijds te wijzigen. j. Beslissingen te nemen inzake het afwijzen c.q. het voeren van verweer in een civielrechtelijke procedure tegen een vordering uit (on)rechtmatige daad. k. Beslissingen te nemen met betrekking tot de aansprakelijkheid van de provincie en de aansprakelijkheidsstelling van derden, met uitzondering van de beslissing tot het optreden in rechte. l. Beslissingen te nemen over het inschakelen van schade-expertise en het cederen van vorderingen. m. Beslissingen te nemen in onvoorziene, spoedeisende gevallen, waarin onverwijld handelen geboden is. n. Beslissingen te nemen op verzoeken van de aanvrager tot intrekking van vergunningen, ontheffingen en vrijstellingen en dergelijke. 2, Financieel a. Binnen door het college geaccordeerde duurcontracten of (meerjarig vastgestelde) plannen te beslissen tot opdrachtverlening en/of periodieke aanpassing op onderdelen. b. Alle bestedingsbeslissingen die op het bevoegde niveau zijn genomen, finaal af te handelen. c. Bekend te maken en mededeling te doen aan instellingen van het door PS vastgestelde subsidieplafond. d. Het beslissen op aanvragen betreffende: 1. verlening en vaststelling van subsidies als bedoeld in hoofdstuk 4 van de Algemene subsidieverordening 1997; 2. vaststelling van subsidies als bedoeld in de Algemene subsidieverordening 1997 en de Budgetsubsidieverordening Drenthe, de intrekking van deze beslissingen daaronder begrepen; 3. de verdere financiële afwikkeling, waaronder het verlenen en terugvorderen van voorschotten, van onder 1 en 2 bedoelde beslissingen (met uitzondering van afwijzingen, anders dan om formele redenen en anders dan om redenen die eerder voor het college aanleiding waren de subsidie af te wijzen), de beslissing over uitstel dan wel kwijtschelding van terugbetaling daaronder begrepen.
3, Personeel In de bijlage Mandaatlijst personele aangelegenheden is aangegeven welke ondermandaten zijn verleend. De bevoegdheden onder 3, Personeel, worden niet door de groepshoofden, de programmamanagers, de projectleiders en daarmee gelijk te stellen functionarissen uitgeoefend, voor zover het henzelf aangaat. a. Aan het hoofd van de Productgroep Economie wordt de bevoegdheid verleend om (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden) te beslissen over: - het voordragen voor herbenoeming van leden van de Grondkamer en het verstrekken van adviezen ten behoeve van de herbenoeming van de leden van de Pachtkamers. b. Aan het hoofd van de Productgroep Cultuur en Welzijn wordt de bevoegdheid verleend om (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden): 1. bruikleenovereenkomsten aan te gaan met betrekking tot roerende zaken, ondergebracht in het provinciaal depot voor bodemvondsten; 2. te besluiten omtrent goedkeuring ex artikelen 33, tweede lid, en 38, tweede lid, van de Archiefwet voor de bouw, verbouwing, inrichting en wijziging van de inrichting van archiefbewaarplaatsen. c. Aan het hoofd van de Productgroep Verkeer en Vervoer wordt de bevoegdheid verleend om (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden): 1. beslissingen te nemen over de wijziging van een vastgestelde dienstregeling voor interlokaal openbaar vervoer; 2. beslissingen te nemen over verkeersbesluiten, over het plaatsen van verkeerstekens en over het nemen van verkeersmaatregelen en het nemen van overige besluiten op grond van de Wegenverkeerswet 1994, het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en het Reglement verkeersregels en verkeerstekens.
d. Aan het hoofd van de Productgroep Wegen en Kanalen wordt de bevoegdheid verleend om: 1. met inachtneming van de managementcontracten beheer en onderhoud en binnen de goedgekeurde begroting c.q. begrotingsposten werken, diensten en leveringen op te dragen en overige financiële beslissingen te nemen ter uitvoering van de door het college jaarlijks vastgestelde uitvoeringsprogramma's, inclusief de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten, tenzij expliciet ten aanzien van een onderdeel van het programma is aangegeven dat nog nadere voorstellen aan het college zullen worden voorgelegd; 2. beslissingen te nemen tot het tijdelijk plaatsen van verkeerstekens en het uitvoeren van maatregelen als bedoeld in artikel 34 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer; 3. te besluiten tot verkeersmaatregelen op het water op grond van de Scheepvaartverkeerswet, het Besluit administratieve bepalingen scheepvaartverkeer en het Binnenvaartpolitiereglement; 4. het verlenen van toestemming voor overschrijding van de in een besluit van het college tot vaststelling van maximaal toelaatbare scheepsafmetingen op de provinciale vaarwegen toegestane afmetingen; 5. beslissingen te nemen en (rechts)handelingen te verrichten in de sfeer van dagelijks beheer van provinciaal eigendom, het besluiten tot het aangaan van overeenkomsten inzake het beheer van verkeersregelinstallaties daaronder begrepen; 6. beslissingen te nemen en onderhandelingen te verrichten ter verwerving van eigendom in het kader van de uitvoering van door het college vastgestelde programma's en projecten, het aangaan van kwalitatieve verplichtingen als bedoeld in artikel 6.252 van het Burgerlijk Wetboek daaronder begrepen; 7. beslissingen te nemen en handelingen te verrichten ter vervreemding van provinciaal eigendom, dat als gevolg van de uitvoering van door het college vastgestelde programma's en projecten mede aangekocht moet worden, doch niet voor de daarbij gestelde doeleinden is bestemd; 8. overeenkomsten aan te gaan met betrekking tot het gebruik van gronden, het bezwaren van onroerende zaken daaronder begrepen; 9. overeenkomsten aan te gaan met betrekking tot bereidverklaringen en schaderegelingen inzake bodemsanering ter uitvoering van goedgekeurde programma's of projecten, tenzij in geval van bodemverontreiniging sprake is van een vervuiler en/of schuldige eigenaar; 10. het verrichten van (rechts)handelingen voortvloeiend uit een besluit van het college met betrekking tot de aanleg/uitvoering van civieltechnische werken, diensten en leveringen, zoals het aanbesteden, het aangaan uit de
aanbesteding voortvloeiende overeenkomsten tot aanneming van werk en het geven van opdrachten; 11. overeenkomsten aan te gaan met betrekking tot verkeersregelinstallaties en gladheidsbestrijding; 12. (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden): a. beslissingen te nemen inzake ontheffingen op grond van het Voertuigreglement, het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; b. het nemen van beslissingen op grond van de Verordening wegen en waterwegen provincie Drenthe 1994, anders dan in het kader van handhaving. e. Aan het hoofd van de Productgroep Ruimte en Water wordt de bevoegdheid verleend om (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden): 1. beslissingen te nemen omtrent de goedkeuring van uitwerkings- en wijzigingsplannen als bedoeld in artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en herzieningen daarvan; 2. beslissingen te nemen omtrent de goedkeuring van bestemmingsplannen, alsmede van besluiten tot intrekking daarvan, indien geen dan wel kennelijk niet-ontvankelijke bedenkingen zijn ingediend; 3. te beslissen omtrent de afgifte van (algemene) verklaringen van geen bezwaar; 4. beslissingen te nemen in het kader van de Wet voorkeursrecht gemeenten; 5. beslissingen te nemen ten aanzien van waterakkoorden en beheersplannen op grond van de Wet op de waterhuishouding; 6. beslissingen te nemen ten aanzien van meldingen en vergunningsaanvragen voor de onttrekking van grondwater in het kader van de Provinciale verordening waterhuishouding Drenthe en de Grondwaterwet; 7. beslissingen te nemen in het kader van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (WHVBZ), anders dan in het kader van handhaving;
8. beslissingen te nemen op grond van de Waterschapswet en de diverse waterschapsreglementen. f. Aan het hoofd van de Productgroep Landelijk Gebied wordt de bevoegdheid verleend om (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden): 1. te adviseren over het al dan niet verlenen van goedkeuring, voor zover voortvloeiend uit voorwaarden, verbonden aan vergunningen op grond van artikel 12 van de Natuurbeschermingswet; 2. te adviseren over het al dan niet verlenen van ontheffingen als bedoeld in artikel 16, tweede lid, onder c, van de Natuurbeschermingswet; 3. het goedkeuren van beheersplannen ingevolge artikel 14 van de Natuurbeschermingswet; 4. het nemen van beslissingen op grond van de Flora- en Faunawet, anders dan in het kader van handhaving; 5. te beslissen over grondverwerving ten behoeve van begrensde relatienotagebieden, natuurontwikkelingsprojecten en traditionele natuurterreinen volgens de criteria, zoals die zijn vastgelegd in de Regeling subsidiecriteria en -voorwaarden natuurgebiedaankopen c.a. en de subsidiecriteria 1984; 6. beslissingen te nemen in het kader van de Boswet en de Natuurschoonwet; 7. het nemen van beslissingen over aanvragen om vergunning in het kader van de Ontgrondingenwet; 8. het geven van adviezen met betrekking tot de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. g. Aan het hoofd van de Productgroep Bodem wordt de bevoegdheid verleend om (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden): 1. het beslissen op aanvragen om ontheffing en ontheffingsvoorschriften en het nemen van overige beslissingen inzake bodem- en/of grondwaterbescherming op grond van het bepaalde bij of krachtens de Wet bodembescherming (WBB) en de Provinciale milieuverordening (PMV);
2. het nemen van beslissingen met betrekking tot bodemsaneringen op grond van de WBB en de PMV, anders dan in het kader van handhaving; 3. het verrichten van (rechts)handelingen voortvloeiend uit een besluit van het college met betrekking tot de aanleg/uitvoering van civieltechnische werken, diensten en leveringen, zoals het aanbesteden, het aangaan uit de aanbesteding voortvloeiende overeenkomsten tot aanneming van werk en het geven van opdrachten voor onder meer de uitvoering van het Werkplan bodemsanering. h. Aan het hoofd van de Productgroep Milieubeheer wordt de bevoegdheid verleend om (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden): 1. beslissingen te nemen op aanvragen om vergunningen en ontheffingen op grond van de Wet milieubeheer (Wm), tenzij bedenkingen zijn ingediend; 2. beslissingen te nemen op aanvragen tot vaststelling van hogere grenswaarden Wet geluid-hinder (WGH); 3. beslissingen te nemen op aanvragen om ontheffing op grond van de PMV; 4. de provinciale lijst van inzamelbedrijven vast te stellen ter uitvoering van de Inzamelaarsregeling, zoals vastgelegd in de PMV; 5. te beslissen op aanvragen in verband met de openbaarheid, zoals bedoeld in artikel 19.3 van de Wm; 6. te beslissen inzake verklaringen omtrent de melding zoals bedoeld in artikel 8.19, tweede lid, sub c, van de Wm; 7. te beslissen omtrent de uitkering van vastgestelde schadevergoedingen op grond van de Wm, binnen de door het college vastgestelde kaders. i. Aan het hoofd van de Productgroep Handhaving wordt de bevoegdheid verleend om beslissingen te nemen in het kader van de handhaving van de Wm, de Wet milieugevaarlijke stoffen, de WGH, de Wet inzake de luchtverontreiniging, de WBB, de Ontgrondingenwet, de Flora- en Faunawet, de WHVBZ, de Grondwaterwet, de Provinciale verordening waterhuishouding Drenthe, de Verordening wegen en waterwegen provincie Drenthe 1994 en de PMV Drenthe. II. Aan de hoofden van de stafgroepen worden de volgende bevoegdheden verleend.
a. Aan het hoofd van de Stafgroep Kabinet wordt de bevoegdheid verleend om: gemeentebe-sturen uit te nodigen om hun rampenplan te wijzigingen (artikel 6, eerste lid, van de Wet rampen en zware ongevallen). b. Aan het hoofd van de Stafgroep Financiën en Control wordt de bevoegdheid verleend om: 1. dwangbevelen uit te vaardigen ter invordering van de kosten, verbonden aan de toepassing van bestuursdwang en ter invordering van verbeurde dwangsommen; 2. te beslissen omtrent het oninbaar verklaren van vorderingen; 3. te beslissen over de toepassing van de hardheidsclausule ex artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen juncto artikel 227a, tweede lid, sub a, van de Provinciewet, voor zover het verzoek daartoe is opgenomen in een bezwaarschrift; 4. het uitzetten en aantrekken van gelden met inachtneming van de Nota treasurybeleid, zoals vastgesteld door PS op 19 april 2000; 5. het factureren en invorderen van vorderingen; 6. het doen van aangifte op grond van de Wet op de omzetbelasting; 7. het innen van rechten op een bijdrage op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds. c. Aan het hoofd van de Stafgroep Personeel en Organisatie wordt de bevoegdheid verleend om: 1. correspondentie te voeren met het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) met betrekking tot de uitvoering van het Pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP; 2. te beslissen tot het verlenen van opdrachten ter zake van opleidingen; 3. te beslissen inzake het verstrekken van opdrachten tot het plaatsen van personeelsadvertenties; 4. het toekennen van een tegemoetkoming ziektekosten als bedoeld in artikel 58 van het Ambtenarenreglement; 5. beslissingen te nemen op verzoeken tot sparen, kopen en verkopen van algemeen verlof als bedoeld in de Collectieve Arbeidsvoorwaardenovereenkomst Provincies (CAP) en het sparen van compensatieverlof; 6. te beslissen met betrekking tot intrekking van verleende vakantie als bedoeld in de CAP en beslissingen te nemen met betrekking tot de uitvoering van de fpu+-regeling;
7. besluiten te nemen met betrekking tot de uitvoering van de Seniorenregeling; 8. besluiten te nemen met betrekking tot de 1%-regeling (artikel E.12 van de CAP); 9. het doen van aangifte voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen. d. Aan het hoofd van de Stafgroep Bestuurs-, Juridische en Concernzaken wordt de bevoegdheid verleend om (met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn of anders dan in gevallen dat de beslissing op grond van wet- en regelgeving dan wel door vigerende besluiten van het provinciebestuur is gebonden): 1. beslissingen te nemen inzake de vergoeding van kosten van administratieve procedures; 2. beslissingen te nemen inzake de procedure ter voorbereiding van een besluit van het college als bedoeld in de afdelingen 6.2 en 7.2 van de Awb; 3. meldingen te doen in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens; 4. met uitzondering van negatieve besluiten, anders dan om formele redenen of anders dan binnen de gebruikelijke of eerder door het college vastgestelde gedragslijn beslissingen te nemen inzake: a. de goedkeuring van besluiten met betrekking tot het oprichten van of deelnemen in privaatrechtelijke rechtspersonen (artikel 155 van de Gemeentewet); b. het verlenen van ontheffing als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet; c. besluiten van gemeenten en gemeenschappelijke regelingen goed te keuren inzake begroting en begrotingswijzigingen; d. besluiten van gemeenten, die ingevolge artikel 25 van de Wet algemene regels herindeling door het college zijn aangewezen, goed te keuren; 5. kennis te nemen van de vaststelling van de gemeenterekening als bedoeld in artikel 198 en volgende van de Gemeentewet; 6. beslissingen te nemen op bezwaarschriften waarbij de Commissie voor advies voor de bezwaarschriften en klachten van de provincie Drenthe heeft bepaald dat er geen hoorzitting plaatsvindt. e. Aan het hoofd van de Facilitaire Groep wordt de bevoegdheid verleend om: 1. te beslissen op verzoeken tot raadpleging of gebruik van archiefbescheiden;
2. verklaringen te ondertekenen inzake de overbrenging van archiefbescheiden; 3. verklaringen te ondertekenen inzake de vernietiging van archiefbescheiden; 4. zorg te dragen voor vernietiging van de daarvoor in aanmerking komende en niet naar een Rijksarchiefbewaarplaats over te brengen archiefbescheiden overeenkomstig de vereisten van de Archiefwet; 5. verklaringen te ondertekenen inzake vervreemding, vervanging of terbeschikkingstelling van archiefbescheiden, die niet in de Rijksarchiefbewaarplaats berusten; 6. verklaringen te ondertekenen inzake het stellen en opheffen van beperkingen aan de openbaarheid van archiefbescheiden, berustend bij het overheidsorgaan waaronder zij behoren te berusten, alsook na overbrenging naar de Rijksarchiefbewaarplaats; 7. jaarlijks een toelage toe te kennen aan de BHV-deelnemers. Directeur-secretaris voornoemd, J.D. Nauta Bijlage 3a, mandaatlijst personele aangelegenheden
BIJLAGE 3a, MANDAATLIJST PERSONELE AANGELEGENHEDEN
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) Nummer Bevoegdheid Ondermandaat 1 Beslissingen te nemen inzake de uitwerking van de Kaderregeling rechtspositie. 2 Beslissingen te nemen inzake de nadere uitwerking van de Werktijd- en vakantieregeling. 3 Beslissingen te nemen inzake de Algemene regeling op het gebied van werkoverleg. 4 Beslissingen te nemen inzake de Algemene regeling op het gebied van veiligheid, gezondheid of welzijn in verband
Voorwaarden
Nummer 5
Bevoegdheid met de arbeid (concernbreed Arbo-beleidsplan). Wijziging van de omvang van formatie van de product- en stafgroepen.
Ondermandaat Product- en stafgroephoofden
6
Vrijgeven van een vacature en het vaststellen van de wervingsen selectieprocedure.
7
Opstellen van advertentietekst. Product- en stafgroephoofden. Keuze van mediamiddelen. Product- en stafgroephoofden. Aanstelling (artikel B.1 van de CAP). Psychologisch onderzoek sollicitant (artikel B.3, tweede lid, van de CAP). Benoeming voor een periode in een functie (artikel B.5 van de CAP). Andere functie of werkzaamheden (artikel B.6 van de CAP). Verplichting andere werkzaamheden te verrichten en de daarbijbehorende noodzakelijke opleidingen te volgen (artikel B.7, eerste en tweede lid,van de CAP). Ontslag ambtenaar (artikel B.9 van de CAP met uitzondering van ontslaggronden, genoemd onder n en p). Ontslag op aanvraag, wegens pensionering, wegens flexibel pensioen en uittreden en wegens reorganisatie (artikel B.10 tot en met B.13 van de CAP. Besluiten tot uitbetaling van overlijdensuitkering (artikel B.15, tweede en derde lid, van de CAP).
8 9 10 11 12 13
14
15
16
Voorwaarden
Voor zover het beslissinge betreft inzake de verschu van taken en personeel b de formatie van hun prod stafgroep. Met uitzondering van prod en stafgroephoofden. Met inachtneming van door gedeputeerde staten getr vacaturemaatregelen.
Binnen het toegekende bu
Met uitzondering van prod en stafgroephoofden.
Het betreft andere werkzaamheden in bijzon omstandigheden.
Met uitzondering van prod en stafgroephoofden.
Met uitzondering van prod en stafgroephoofden.
Nummer Bevoegdheid Ondermandaat 17 Afspraak om veertig uur per week te werken (artikel D.1, vijfde lid, van de CAP). 18 Vastleggen van individuele werktijdregeling in afwijking van de door gedeputeerde staten vastgestelde Werktijdregeling op grond van het eerste of tweede lid (artikel D.2, derde lid, van de CAP). 19 Verplichting tot werken c.q. het beschikbaar houden buiten de voor hem geldende werktijden (artikel D.2, vijfde lid, van de CAP). 20 Aanwijzen van collectieve vrije dagen (artikel D.3 van de CAP). 21 Vaststellen en opnemen van Product- en verlofuren (artikelen D.5, D.6 en stafgroephoofden. D.7 van de CAP). 22 Intrekking reeds verleende opname algemeen verlof in verband met zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang en uitkeringen van schadevergoeding (artikel D.7, vijfde lid, van de CAP). 23 Besluiten teruggave Product- en niet-genoten verlofuren tijdens stafgroephoofden. ziekte (artikel D.8 van de CAP). 24 Uitbetalen niet-opgenomen Product- en algemene verlofuren bij stafgroephoofden. ontslag/verrekenen van te veel opgenomen algemene verlofuren bij ontslag (artikel D.9 van de CAP). 25 Sparen van algemene verlofuren Het hoofd van (artikel D.10 van de CAP). Personeel en Organisatie. 26 Alle besluiten ten aanzien van Product- en zwangerschaps- en stafgroephoofden. bevallingsverlof (artikel D.11 van de CAP). 27 Verlenen van buitengewoon Product- en verlof (artikel D.12 van de CAP). stafgroephoofden. 28 Verlenen van buitengewoon Product- en verlof ten behoeve van stafgroephoofden.
Voorwaarden
Na overleg met de Ondernemingsraad.
Nummer 29 30 31
32 33
34 35 36 37
38
39 40
Bevoegdheid Ondermandaat vakbondsactiviteiten (artikel D.13 van de CAP). Verlenen van non-activiteitsverlof (artikel D.14 van de CAP). Beslissingen inzake betaald ouderschapsverlof (artikel D.15 van de CAP). Beslissingen met betrekking tot financiering loopbaanonderbreking, inclusief de Wet arbeid en zorg (artikel D.16 van de CAP). Alle beslissingen met betrekking tot buitengewoon verlof (artikel D.17 van de CAP). Verplichting tot het ondergaan van arbeidsgezondheidskundig onderzoek (artikel E.4 van de CAP). Aanwijzing commissie van drie artsen (artikel E.5, vierde lid, van de CAP). Buitendienststelling (artikel E.6 van de CAP). Besluiten inzake reïntegratie van zieke ambtenaren (artikel E.7 van de CAP). Besluiten betreffende de procedure om over te gaan tot ontslag wegens arbeidsongeschiktheid (artikel E.9 van de CAP). Ontheffing van verplichte deelname aan de Interprovinciale ziektekostenregeling (IZR) (artikel E.11 van de CAP). Besluiten op basis van de 1%¿regeling (artikel E12, eerste en vijfde lid, van de CAP). Verlenen van tegemoetkoming in de ziektekostenpremie aan de ambtenaar die niet deelneemt aan de IZR (artikel E.13 van de CAP).
Voorwaarden
Nummer Bevoegdheid Ondermandaat 41 Vergoeden van kosten van geneeskundige behandeling in geval van dienstongevallen of beroepsziekten (artikel E.14 van de CAP). 42 Besluiten inzake nevenwerkzaamheden (artikel F.1 van de CAP). 43 Vergoeding van schade aan kleding of uitrusting, gelden uit hoofde van dienstbetrekking (artikel F.3 van de CAP). 44 Vergoeden van kosten in verband met functievervulling (artikel F.4 van de CAP). 45 Opleggen van verhuisplicht (artikel F.5 van de CAP). 46 Opleggen van plicht tot bewoning van de dienstwoning en het maken van afspraken daarover (artikel F.6 van de CAP). 47 Opleggen van de plicht tot aanzuivering van tekorten (artikel F.8 van de CAP). 48 Opleggen van de plicht een opleiding te volgen (artikel F.9 van de CAP). 49 Ontzegging van de toegang tot dienstgebouwen of het werk (artikel G.1 van de CAP). 50 Schorsing in het belang van de dienst (artikel G.2, eerste lid, onderdeel a tot en met d, van de CAP). 51 Uitbetalen van niet-ingehouden deel van salaris aan anderen dan aan de ambtenaar (artikel G.2, derde lid, van de CAP). 52 Opleggen van disciplinaire straffen met uitzondering van ontslag (artikel G.4, eerste lid, onderdeel a tot en met d, van de CAP). 53 Besluiten inzake detacheringsovereenkomsten.
Voorwaarden
Nummer Bevoegdheid Ondermandaat 54 Indienstneming op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht (artikel H.2 van de CAP). 55 Bepalen wijze loonbetaling arbeidscontractant (artikel H.5 van de CAP). 56 Beëindiging van arbeidsovereenkomst bij verlies verblijfstitel vreemdelingen (artikel H.8 van de CAP). 57 Oproepkracht werkzaamheden aanbieden (artikel H.9 van de CAP). 58 Toepassing van de Verhaalswet ongevallen ambtenaren. 59 Beslissingen te nemen inzake telewerkovereenkomsten. 60 Beslissingen te nemen inzake de concernactiviteiten en specifieke VOT-activiteiten voor afzonderlijke staf- en productgroepen. 61 Beslissingen omtrent het aanmerken van medewerkers als loopbaankandidaat. 62 Verlenen van outplacementfaciliteiten. 63 Het treffen van arrangementen met medewerkers in het kader van beëindiging/aanpassing van hun dienstverband. 64 Beslissingen te nemen inzake concerngratificaties. 65 Beslissingen te nemen inzake de Product- en toekenning van gratificaties en stafgroephoofden. schouderklopjes. 66 Beslissingen te nemen over het Product- en bepalen van het stafgroephoofden. verstrekkingenpakket inzake dienstkleding.
Voorwaarden Met uitzondering van prod en stafgroephoofden.
Binnen het toegekende bu
Binnen het toegekende bu
Binnen het toegekende bu
Sociaal statuut Nummer Bevoegdheid I Beslissingen te nemen inzake de toepassing van het Sociaal statuut.
Voorwaarden
Verordening tot regelgeving van de vergoeding voor werkzaamheden als bedoeld in artikel B.7 van de CAP (bedrijfszelfbescherming Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Aanpassen van de bedragen. Doorberekenen van de algemene salarisverho (CAO-verhogingen als gevolg van de koopkrac
Bezoldigingsreglement Nummer Bevoegdheid Ondermandaat I Beslissingen te nemen inzake salarisinpassingen op grond van de functiewaardering. II Het toekennen van de Product- en functieschaal. stafgroephoofden. III IV
Toekennen van een extra periodieke verhoging. Beslissingen te nemen in geval van plaatsing in een andere functie als gevolg van interne sollicitatie.
Procedureregeling methodische functiewaardering Nummer Bevoegdheid I Vaststellen organieke functiebeschrijving (artikel 3). II Besluiten op verzoek herbeschrijving van de functie (artikel 4 van de CAP). III Vaststellen organieke functiewaardering.
Voorwaarden Binnen de richtlijnen van de Bezoldigingsverordening.
Binnen de richtlijnen van de Bezoldigingsverordening en h beschikbare budget. Op voorstel van de productstafgroephoofden. Binnen de richtlijnen van de Bezoldigingsverordening en h beleid rond artikel 10 van he Ambtenarenreglement.
Voorwaarden
Regels toekenning gratificatie bij een ambtsjubileum Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Toekennen van een gratificatie. Conform de regels toekenning gratificatie bij e ambtsjubileum.
Regeling toeslag vuil en onaangenaam werk Nummer Bevoegdheid I Beslissingen te nemen ten aanzien van de Toeslag vuil en onaangenaam werk.
Regeling tot het vergoeden van telefoonkosten Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Voorwaarden
Voorwaarden
Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Studiefaciliteiten Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten op basis van de Verordening studiefaciliteiten. II Opstellen van de jaarlijkse opleidingsplannen op concernniveau.
Voorwaarden
Reiskostenbesluit provincie Drenthe Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Voorwaarden
Kortingsregeling in verband met bezoldigde nevenfuncties Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Rechtspositie en beloning bij tijdelijke functie Nummer Bevoegdheid I Beslissingen te nemen ten aanzien van beloning bij tijdelijke functies.
Voorwaarden
Uitvoeringsregeling individuele keuzemogelijkheden arbeidsvoorwaarden provincies Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Beslissingen te nemen op een aanvraag (artikel 2, tweede en vijfde lid, van de CAP). II Beslissingen te nemen om een fiets toe te kennen (artikel 5, eerste lid, van de CAP). III Beslissingen te nemen omtrent het toekennen van een personal computer en/of bijbehorende randapparatuur (artikel 6, eerste lid, van de CAP). IV Beslissingen te nemen omtrent het toekennen van een openbaarvervoersabonnement (artikel 7, eerste en tweede lid, van de CAP).
Regeling jaargesprekken Nummer Bevoegdheid Ondermandaat I Vaststellen van een beoordeling.Product- en stafgroephoofden.
Beleidsregels Wet aanpassing arbeidsduur Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op dit beleid.
Voorwaarden Voor zover er geen geschilpunten tussen beoordelaar en beoordeel zijn.
Voorwaarden
Kader arbeidsduurverlenging tot veertig uur per week Nummer Bevoegdheid Voorwaarden I Alle besluiten gebaseerd op dit beleid.
Seniorenregeling Drenthe Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Wachtgeldverordening Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Uitkeringsverordening Nummer Bevoegdheid I Alle besluiten gebaseerd op deze regeling.
Voorwaarden
Voorwaarden
Voorwaarden
Bijlage, overzicht ondermandaten
BIJLAGE 3B, OVERZICHT ONDERMANDATEN AAN MEDEWERKERS TOT HET UITOEFENEN VAN DE BEVOEGDHEID DIE HET HOOFD VAN DE STAF- OF PRODUCTGROEP KRACHTENS HET BESLUIT VAN DE DIRECTEUR-SECRETARIS VAN 12 OKTOBER 2004 Productgroep Economie Milieubeheer Wegen en Kanalen Cultuur en Welzijn Landelijk Gebied Ruimte en Water Verkeer en Vervoer Bodem Handhaving
OVERZICHT ONDERMANDATEN Naam ondergemandateerde Functie 1. vacature coördinerend beleidsmedewerker 2. vacature coördinerend beleidsmedewerker 3. drs. O.F.H.C. Heukers coördinerend beleidsmedewerker 1. mr. J. Kramer sectiecoördinator 2. ing. G. Gjaltema sectiecoördinator 3. R.G.J. Derksen hoofd Productgroep Handhaving 1. W. Feiken senior beleidsmedewerker 2. ing. G.J.V. Jansen sectiecoördinator OBU 1. L.A.M. Kompier coördinator Taakgroep Welzijn 2. drs. G. Smidt coördinator Taakgroep Zorg 1. drs. L. Portegies hoofd Productgroep Landelijk Gebi 2. drs. J. Smittenberg coördinator 3. C. Schaafsma coördinator 4. ing. G.B. Buijs coördinator 5. mr. R.A.M. Kavsek coördinator 1. H. van Laar beleidsmedewerker omgevingsplan 2. ing. H.F.M.J. v.d. Eerenbeemt beleidsmedewerker omgevingsplan 3. drs. F.E. Jorritsma beleidsmedewerker algemene zake gemeentelijke ruimtelijke ordening 1. ir. T. Woestenburg hoofd Productgroep Wegen en Kan 2. ing. S.A.B. de Vries 3. ir. H. Hiemstra Kompas-directeur 1. drs. E.P.H. Bregman beleidsmedewerker 2. ir. J. Bakker beleidsmedewerker 1. M.E. Koekoek sectiecoördinator milieu 2. E. Gosselink
sectiecoördinator bodem, water en groene ruimte
OVERZICHT ONDERMANDATEN Stafgroep Naam ondergemandateerde Functie Kabinet J. Bos beleidsmedewerker openbare orde kabinetszaken Automatisering 1. FJ.M. Verweij 2. ing. S.D. Bekius senior ICT-specialist 3. ing. K. Zylstra ICT-consulent Communicatie F. Schroer plaatsvervangend hoofd Communi Financiën en Control 1. J. Bosker financieel beleidsmedewerker 2. drs. J. Pater financieel beleidsmedewerker Stafgroep Naam ondergemandateerde Functie
Stafgroep Facilitaire Groep
Naam ondergemandateerde Functie 1. J. Hindriks sectiecoördinator documentaire informatievoorziening 2. I. Hut sectiecoördinator huishoudelijke d Personeel en 1. J. Kok beleidsmedewerker Human Resour Organisatie Management 2. ir. drs. P. Kuiper Organisatieadviseur Bestuurs-, Juridische 1. H.E. Bezema beleidsmedewerker bestuurlijke en Concernzaken ondersteuning c.a. 2. mr. E.J. Gernaat medewerker algemene juridische z Kompas 1. L. Hoven projectleider Kompas 2. S.W.T. Gerritsen hoofd Productgroep Verkeer en Ve Overzicht ondermandaten aan medewerkers tot het uitoefenen van de hierna genoemde bevoegdheden die het hoofd van de staf- of productgroep krachtens het besluit mandaat, machtiging en volmacht gedeputeerde staten 2004 Overzicht ondermandaten aan medewerkers Functie Productgroep Naam Ruimte en A. Anema medewerkers Water (RW) gemeentelijke ing. W.F.R. Feenstra plannen B.K. Hendriks
1. het nemen van beslissing omtrent de afgifte van verklaringen van geen bezwa met inbegrip van de procedu ter voorbereiding daarvan;
drs. ing. A.T. Hiddema H. Hingstman drs. F.E. Jorritsma
2. beslissingen te nemen omtrent de goedkeuring van bestemmingsplannen, met inbegrip van de procedure te voorbereiding daarvan;
P.K. Munnik A. Oldenhuis E. Saathof
RW
drs. F.E. Jorritsma
Bevoegdheden De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd RW, voor zover deze betrekk hebben op:
3. beslissingen te nemen omtrent de goedkeuring van uitwerkings- en wijzigingsplannen, indien gee bedenkingen zijn ingediend m inbegrip van de procedure te voorbereiding daarvan. De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd RW, voor zover deze betrekk hebben op:
Productgroep
Naam
Functie
Bevoegdheden
1. het nemen van beslissing omtrent de afgifte van verklaringen, voor zover betrekking hebbend op het buiten behandeling laten van een verzoek;
2. het nemen van beslissing ter uitvoering van besluiten v het provinciebestuur op bezwaarschriften;
RW
S. Abbes J.H. Haaijer
3. beslissingen te nemen omtrent de goedkeuring van uitwerkings- en wijzigingsplannen met inbeg van de procedure ter voorbereiding daarvan. De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd RW, voor zover deze betrekk hebben op:
1. de toezending van ontvangstbevestigingen aan degene die bedenkingen hee ingediend in het kader van e procedure op grond van de W op de Ruimtelijke Ordening;
RW
G. Vos T. Zoer
2. de toezending van de on 1 bedoelde bedenkingen om bericht en raad aan de betrokken gemeentebesturen De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd RW, voor zover deze betrekk hebben op het nemen van beslissingen in onvoorziene, spoedeisende gevallen, waar onverwijld handelen noodzakelijk is voor de toepassing van bestuursdwa in de gevallen als bedoeld in artikel 5:24, vijfde en zesde van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Productgroep Naam Landelijk Gebied T.M.J. Jonker (LG)
Functie medewerker
Bevoegdheden De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd LG, voor zover deze betrekki hebben op:
1. het nemen van beslissing over grondverwerving ten behoeve van begrensde relatienotagebieden, natuurontwikkelingsprojecte traditionele natuurterreinen volgens de criteria, zoals die zijn vastgesteld in de Regelin subsidiecriteria en -voorwaar natuurgebiedaankopen c.a. e de Subsidiecriteria 1984;
Handhaving (HH)
R.J.A. Altena A.D. Bloemsma H.R. Bouwers H. Buining E. Gosselink P.J. Graveland J. van der Heide H. Hollander W.H. Hut M. Koekoek
2. de schriftelijke goedkeur van aankoopplannen en de ondertekening van betalingsopdrachten of offert bedoeld in de overeenkomst tussen de provincie Drenthe, Dienst Landelijk Gebied en d Stichting Nationaal Groenfon voor de uitvoering van de projecten "Landinrichting op Drentse maat", "Hunze op maat" en "Verplaatsing agrarische bedrijven". medewerkers De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd * medewerker HH, voor zover deze betrekk Productgroep hebben op het nemen van Wegen en beslissingen in onvoorziene, Kanalen spoedeisende gevallen, waar onverwijld handelen noodzakelijk is voor de toepassing van bestuursdwa in de gevallen als bedoeld in artikel 5:24, vijfde en zesde van de Awb.
Productgroep
Naam
Functie
Bevoegdheden
B. Luinge R.J. Jongman T. Mennink C.J. Oosterhuis B. Roelfsema T. Ottens H. Padberg A. Suichies H.B. Venema J.J. Vos* J.R. Wind Cultuur en Welzijn (CW)
CW
B.G. Winkelman A.A. Kroon
medewerkers
J. Wildeboer L. van der Hoeven
S.J. de Jonge
medewerkers
J. Wildeboer
CW
E. Taaijke
medewerker Cultuur, Welzijn en Zorg, Taakgroep Cultuur
De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd CW, voor zover deze betrekk hebben op de toezending va ontvangstbevestigingen en verzoeken om aanvullende informatie bij aanvragen om incidentele en budgetsubsidi De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd CW, voor zover deze betrekk hebben op de toezending va ontvangstbevestigingen en verzoeken om aanvullende informatie bij aanvragen om subsidie op grond van de Tijdelijke regeling bekostigin jeugdhulpverlening. De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd CW, voor zover deze betrekk hebben op:
1. het nemen van bestedingsbeslissingen en m
Productgroep
Naam
Wegen en
J. Bron
Kanalen (WK)
ing G.J.V. Jansen ing. A.R. Kroeze ing J.F. Meek ing. W. Paas A. Zijlstra
Stafgroep Financiën en Control (FC)
Naam drs. J. Pater G. van Geffen
Functie
Bevoegdheden betrekking tot het provinciaa depot voor bodemvondsten "Nuis", voor zover passend binnen de op het bevoegde niveau genomen beslissingen
2. het aangaan van bruikleenovereenkomsten m geregistreerde musea met betrekking tot roerende zake ondergebracht in het provinc depot voor bodemvondsten. medewerkers De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd WK, voor zover deze betrekk hebben op het verrichten van feitelijke handelingen voor h aanbesteden van civieltechnische, werktuigbouwkundige, elektrotechnische, bodemsanerings- en beplantingstechnische werke Functie Bevoegdheden financieel De uitoefening van de beleids-medewer bevoegdheden van het hoofd ker FC, voor zover deze betrekki hebben op: 1. het invorderen van vorderingen;
2. het beslissen omtrent he oninbaar verklaren van vorderingen tot € 250,¿¿;
FC
R. Kats
financieel mede-werker
3. het uitvaardigen van dwangbevelen ter invorderin van de kosten verbonden aa de toepassing van bestuursdwang en ter invordering van verbeurde dwangsommen tot € 5.000,¿ De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd FC, voor zover deze betrekki
Productgroep FC
Naam H. van den Brink A. Knapper
Bevoegdheden hebben op het invorderen va vorderingen. financieel De uitoefening van de beleids-medewer bevoegdheden van het hoofd ker FC, voor zover deze betrekki hebben op het uitzetten en aantrekken van gelden met inachtneming van de Nota treasurybeleid, voor zover he betreft: Functie
1. het afsluiten van transac van maximaal € 5.000.000,¿ voor kasgeldleningen en deposito¿s;
2. het afsluiten van toegest uitzettingen met een looptijd van maximaal 1 jaar tot een bedrag van € 5.000.000,¿¿;
Bestuurs-, Juridische en Concernzaken (BJC)
S. Koopal
Facilitaire Groep ing. G.B. Bernardus (FG)
Personeel en F. Fokkens Organisatie (PO)
3. het afsluiten van geldleningen met een looptij van maximaal 1 jaar en ter grootte van maximaal € 5.000.000,¿¿. medewerker De uitoefening van de bevoegdheden van het hoofd BJC, voor zover deze betrekk hebben op de toezending va ontvangstbevestigingen als bedoeld in artikel 6:14 van d Awb. bouw- en De uitoefening van de huisvestingscoördbevoegdheden van het hoofd inator FG, voor zover deze betrekki hebben op het beheer en onderhoud van het provincie en de huisvesting van de provinciale medewerker. medewerker De uitoefening van de secretariaat bevoegdheden van het hoofd Bezwaarschriften PO, voor zover deze betrekk commissie hebben op de toezending va ontvangstbevestigingen, uitnodigingen en afschrijving aan sollicitanten.