Collecting Data from Energy Certification to Monitor Performance Indicators for New and Existing buildings
Model Project 7 / Belgium Eerste kwaliteitscontrole van officiële EAP-audits & organisatie van een studiedag voor erkende EAP -auditeurs (energiedeskundigen type B) – Gedetailleerd rapport (deel 1/2) –
VITO Mol, Belgium April 2008
with the support of
Coordinator:
Contract N°: EIE/05/097 Institut Wohnen und Umwelt, Darmstadt / Germany Project duration: Jan 2006 - Dec 2008
The sole responsibility for the content of this publication lies with the authors. It does not necessarily reflect the opinion of the European Communities. The European Commission is not responsible for any use that may be made of the information contained therein.
Authors: Nathalie Devriendt (VITO) Dries Maes (VITO) Bianca Tomasetig (VITO) Guy Vekemans (VITO)
published by VITO, Mol, April 2008
VITO Boeretang 200 B 2400 Mol www.vito.be
2
INHOUDSTABEL MANAGEMENTSAMENVATTING........................................................... 4 1. SITUERING ....................................................................................... 5 2. AANPAK .......................................................................................... 6 3. RESULTATEN VAN 10 CONTROLE-AUDITS ............................. 7 4. RESULTATEN VAN DE WORKSHOP .......................................... 9 BIJLAGE 1. CONTROLE-RAPPORT 019........................................... 10 BIJLAGE 2. CONTROLE-RAPPORT 024........................................... 11 BIJLAGE 3. CONTROLE-RAPPORT 044........................................... 14 BIJLAGE 4. CONTROLE-RAPPORT 074........................................... 17 BIJLAGE 5. CONTROLE-RAPPORT 114........................................... 20 BIJLAGE 6. CONTROLE-RAPPORT 116........................................... 22 BIJLAGE 7. CONTROLE-RAPPORT 159........................................... 26 BIJLAGE 8. CONTROLE-RAPPORT 160........................................... 29 BIJLAGE 9. CONTROLE-RAPPORT 208........................................... 32 BIJLAGE 10. CONTROLE-RAPPORT 216........................................... 34 BIJLAGE 11. PROGRAMMA WORKSHOP......................................... 36 BIJLAGE 12. EVALUATIE WORKSHOP............................................. 37 BIJLAGE 13. BEOORDELING VAN DE VERSCHILLENDE PRESENTATIES TIJDENS DE WORKSHOP .............. 38 BIJLAGE 14. DEELNEMERSLIJST WORKSHOP.............................. 39
3
MANAGEMENTSAMENVATTING Het Vlaams Energieagentschap is belast met de opvolging van de implementatie van de Europese richtlijn inzake energieprestatie van gebouwen in Vlaanderen. In het kader van die Europese richtlijn zijn er eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot invoering van een energieprestatiecertificaat opgenomen in Vlaamse regelgeving, alsook besluiten houdende de erkenning als energiedeskundige voor woningen en houdende de uitvoeringsvoorwaarden van de energie-audit voor woningen. Aangezien de audit procedure recentelijk opgestart werd en zich dus nog introductiefase bevindt, zijn opvolging en kwaliteitscontrole essentieel. Het Energieagentschap heeft VITO bijgevolg de opdracht gegeven om een studie uit te ter ondersteuning van de Vlaamse aanpak, die bijdraagt tot een betere kwaliteit energie-audits.
in een Vlaams voeren, van de
Dit rapport bestaat uit vier delen. Allereerst wordt het onderzoek gesitueerd binnen het Europese DATAMINE project. Ten tweede wordt de manier van werken uitgelegd. Tot slot worden er resultaten gegeven van de 10 controle-audits enerzijds en van de workshop anderzijds. Uit het onderzoek blijkt dat foutencontrole en kwaliteitsbewaking van audits belangrijk blijven. Om tijd te besparen kan het nazicht best opgesplitst worden in een automatische, computergestuurde controle van alle binnenkomende audits in eerste instantie en een grondige controle met plaatsbezoek van een select aantal ervan. Verder blijkt dat bijsturing van de adviesverlening van energie-adviseurs nodig is en dat er veel belangstelling, interesse en vraag is naar gespecialiseerde informatie bij energie-deskundigen.
4
1.
SITUERING
Dit rapport werd opgesteld in het kader van het DATAMINE project dat werd aanvaard onder het European Intelligent Energy (EIE) programma. De EIE-projecten zijn bedoeld als ondersteuning van specifieke beleidslijnen in de Europese lidstaten of de Europese regio’s. Het DATAMINE project is een 3 jaar durend samenwerkingsverband tussen 12 Europese partners over het beheer en de analyse van energieprestatie gegevens die verzameld worden bij audits en/of certificatie. De Vlaamse regelgeving inzake energieprestatiecertificatie in bestaande woningen is momenteel nog in voorbereiding. Sinds 01/10/2005 bestaat er wel een audit procedure waarbij erkende energiedeskundigen volgens de EnergieAdviesProcedure, kortweg EAP, aan de hand van een softwarepakket energieprestatie gegevens verzamelen in bestaande eengezinswoningen, op vrijwillige basis. Vlamingen die een dergelijke energie-audit laten uitvoeren kunnen in aanmerking komen voor belastingvermindering. De EnergieAdviesProcedure maakt gebruik van asset rating aangevuld met het reële verbruik van de woning, indien beschikbaar. Eveneens kunnen er energiebesparingen worden berekend na het toekennen van een aantal maatregelen. De audit procedure resulteert in een EAPrapport dat wordt gecommuniceerd aan de klant. Het dossier dient met alle ingevoerde datasets (~xml-file) te worden opgeladen in een centrale databank bij de Vlaamse Overheid. Deze centrale EAP-databank van xml-files vormt het uitgangspunt voor het DATAMINE project. Gezien de EnergieAdviesProcedure zich nog in een introductiefase bevindt, zijn opvolging en kwaliteitscontrole essentieel. In opdracht van het Vlaams Energieagentschap, kortweg VEA, zal VITO hierbij ondersteuning bieden.
5
2.
AANPAK
Ondersteuning van de Vlaamse aanpak rond energie-audits in bestaande eengezinswoningen gebeurt in het kader van deze opdracht: door kwaliteitscontrole van 10 audits uit de EAP-databank; door de organisatie van een workshop voor erkende energiedeskundigen met als doelstelling de belangrijkste aandachtspunten op te lijsten die nodig zijn voor een kwaliteitsverbetering van de uitgevoerde energie-audits. VEA beoogde met deze studie bij te dragen tot de implementatie van de Europese richtlijn inzake energieprestatie van gebouwen en tot een betere kwaliteit van de energie-audits. VITO voerde in totaal 10 controle-audits uit, waarbij na een eerste deel controle-audits een tussentijdse stand van zaken werd opgemaakt. De resultaten dienden als input voor de workshop met erkende energiedeskundigen. In het tweede deel van de controle-audits werd gefocust op de aandachtspunten die op de workshop naar boven gekomen zijn. De kwaliteitscontrole gebeurde door een bezoek in situ en vereiste de volgende controles: punctuele controle van de precisie van de opmetingen van de gebouwschil; controle van de ingegeven samenstellingen van de gebouwschil; controle van de ingegeven data voor de verwarmingsinstallatie; controle van het eindrapport en de verstrekte informatie aan de eigenaars. Per gecontroleerde audit werd er een bondig controlerapport opgesteld. De workshop behandelde volgende onderwerpen: resultaten van de controle-audits ter plaatse; hoe de kost van een audit beheersen? Tips om de werktijd gedurende een audit te beperken, evenwicht kost/kwaliteit; bespreking van technische details in verband met de software en bouwtechnieken. De activiteiten rond de workshop behelsden: samenstelling van de inhoud; syllabus voor de deelnemers; opstellen van de uitnodigingen en opvolging van inschrijvingen; inhoudelijke invulling van de studiedag; evaluatie van de studiedag.
6
3.
RESULTATEN VAN 10 CONTROLE-AUDITS
Het bondig controlerapport per audit kan gevonden worden in bijlagen 1 tot 10. Enkele opmerkelijke vaststellingen: - een bouwheer die afgeraden wordt om het enkel glas in zijn woning te vervangen, omdat dit niet rendabel is; - een auditeur die vergeet aanbevelingen te doen bij de verwarmingsinstallatie, terwijl de bouwheer gepland heeft om de vloer van het gelijkvloers uit te breken; - garages die in het beschermd volume zitten : hoe te behandelen? De garagepoort sluit nooit naadloos aan tegen de muren, maar wordt wel als geisoleerde deur ingegeven [→ dit moet bekeken worden met WTCB.] Als resultaat van de 10 controle-audits kan er gesteld worden dat bepaalde zaken wederkerend zijn: Foutieve vaststellingen, zowel bouwtechnisch als installatietechnisch; Verkeerde ingave/interpretatie der gegevens; Onvoldoende beheersing van het softwarepakket en zijn principes; Verkeerde keuze bij het toekennen van maatregelen; Onvolledige info over premies; Niet resultaatgerichte communicatie met de bewoners; Gebrek aan advieslogica bij de energiedeskundige. De uitgevoerde studie geeft ons enkel de mogelijkheid om de kwaliteit te controleren van EAP-rapporten en om gemaakte fouten vast te stellen die 10 verschillende auditeurs hebben gemaakt bij het uitvoeren van een energie-audit in 10 verschillende woningen. Voor alle duidelijkheid: deze studie geeft geen informatie over de oorzaken van de fouten; de reproduceerbaarheid van de EnergieAdviesProcedure. Er kan niet vastgesteld worden of de gemaakte fouten te wijten zijn aan de gegeven EAPopleidingen (invloed van het aantal lesuren, de inhoud van het lessenpakket of de opleider e.a.), aan het opleidingsniveau en/of de voorkennis van de energiedeskundige, aan onduidelijkheden in het inspectieprotocol, aan (on)gebruiksvriendelijkheid van het softwarepakket of andere. Aangezien de beslissing om een energie-audit te laten uitvoeren volgens de EnergieAdviesProcedure idealiter wordt genomen voorafgaandelijk aan geplande verbouwingswerkzaamheden aan een bestaande woning, voornamelijk omdat het gedetailleerde informatie geeft over de verschillende samenstellende delen van de woning met daarbij verbetermaatregelen op maat, uitgedrukt in MJ en in EURO en aangezien de erkende energiedeskundige op die manier een grote impact (kan hebben) heeft op de keuze van de te nemen beslissingen, is het problematisch dat sommige audits die kansen missen en dergelijke fouten bevatten. Verbouwingswerken worden niet zomaar ongedaan gemaakt. Eens de (in voorbereiding zijnde) nieuwe Vlaamse regelgeving voor het afleveren van EnergiePrestatieCertificaten (aanpassing Step) van kracht is, zal het zinvol zijn om op 7
analoge wijze de kwaliteit van de afgeleverde certificaten in kaart te brengen, de resultaten te vergelijken met de bovenvermelde bevindingen en na evaluatie bekend te maken. Als de EnergieAdviesProcedure als auditinstrument blijft bestaan in de toekomst, voor maatwerkadvies, op vrijwillige basis en rechtgevend op belastingvermindering (hetgeen zeker te verdedigen is), dan zal het nodig zijn om te onderzoeken waar er bijsturing nodig is in de EAP – opleiding, in het opleidingsniveau en/of de voorkennis van de erkende energiedeskundigen, in het inspectieprotocol en/of in de gebruiksvriendelijkheid van de software, zodat de kloof tussen theorie en praktijk verkleint. Wat betreft de toegepaste aanpak van de kwaliteitscontrole werd vastgesteld dat het in situ bezoeken van reeds geauditeerde woningen gekoppeld aan een evaluatiegesprek met de bewoners, een leerrijke, doch uiterst arbeidsintensieve manier van werken is. Deze aanpak voor de globale controle van inkomende gegevens is te tijdrovend. Foutencontrole en kwaliteitsbewaking zijn nochtans noodzakelijk. In eerste instantie zouden inkomende gegevens op een computergestuurde wijze moeten gecontroleerd en geanalyseerd worden. Energieprestatiegegevens die aan de hand van een automatische controle niet blijken te voldoen aan de vooropgestelde randvoorwaarden van de databank, kunnen dan alsnog geselecteerd worden en nader bestudeerd worden in tweede instantie. In situ controle-audits zouden bijvoorbeeld kunnen focussen op de xml-files met extreem hoge en extreem lage labels en/of gemeten verbruiken. [Als de analyse van de EP-data dan nog kan gebeuren op een geharmoniseerde manier, zodat meteen ook vergelijking mogelijk wordt tussen Europese lidstaten onderling, dan past dit helemaal in de strategie van het DATAMINE project.]
8
4.
RESULTATEN VAN DE WORKSHOP
In het kader van deze opdracht werd op 16 maart 2006 een workshop georganiseerd door VITO in het Consciencegebouw te Brussel. De uitnodiging voor de workshop werd verstuurd naar 130 erkende energiedeskundigen. De lesgevers van SYNTRA werden per mail op de hoogte gebracht. De betrokkenen bij de respectievelijke overheden waren ook uitgenodigd. 130 mensen hadden zich op voorhand ingeschreven. Op de dag zelf kwamen er een heleboel niet-ingeschreven deelnemers opdagen. Uiteindelijk waren alle syllabussen (gedrukt op 150 exemplaren) uitgedeeld. De opkomst voor deze workshop met 155 deelnemers kan als een succes beschouwd worden. In bijlage 14 is de deelnemerslijst opgenomen. De door VEA vooropgestelde onderwerpen van de workshop werden door VITO aangevuld met de volgende thema’s: verloop van de procedure in de praktijk; reacties van bewoners en hoe daarmee rekening houden; resultaten bekend maken van gerelateerd onderzoek (STABLE, IMPACT, DATAMINE,…); info- & studiemateriaal verspreiden als aanvulling op de knelpunten die gesignaleerd worden op het EAP-forum voor erkende energiedeskundigen en die door de moderator als ‘hete hangijzers’ worden aangeduid); discussieronde waar de mogelijkheid wordt geboden voor enerzijds het ventileren en ontmijnen van enkele heikele punten en anderzijds interactie tussen deelnemers en organisatoren omtrent moeilijkheden met de methodiek en omtrent enkele ‘bugs’ in de EAP-software (Er heerst grote frustratie bij beginnende energiedeskundigen aangezien het softwarepakket en de EAP-procedure blijkt niet zo eenvoudig te zijn als oorspronkelijk was gedacht.). De workshop bestond uit een dagvullend programma. In bijlage 11 wordt het programma van de workshop getoond. Aangezien de workshop enkel toegankelijk was voor erkende energiedeskundigen en hun lesgevers, gaf het een overzicht van alle resultaten en ervaringen sinds de introductie van de EnergieAdviesProcedure op 01/10/2005. Aangezien de deelnemers heel goed op de hoogte waren van de systemen en van de procedure, liet dit een gespecialiseerde studiedag toe. De evaluatie van de deelnemers was bijzonder positief (zie bijlage 12). Een beoordeling van de verschillende presentaties afzonderlijk is te bekijken in bijlage 13. Dit en de grote opkomst tonen vooral aan dat er heel veel leeft rond dit onderwerp. De verwachtingen rond de invoering van energieprestatiecertificaten zijn dan ook hooggespannen.
9
BIJLAGE 1. CONTROLE-RAPPORT 019 Controle Datum Controle :
01
Dries Maes 18/02/2006
Bedrijf VITO
Algemeen
Dit is een bijzonder goede audit. Niet alleen de algemene beoordeling is correct, maar ook de details zijn goed verzorgd : - Het rapport heel goed gepresenteerd en het is volledig; - Het beschermd volume werd gedetailleerd ingegeven; - Alle hoeken en kanten van de gebouwschil werden integraal ingegeven. - ... Niet alle gegevens zijn apart in de software terug te vinden. Het lijkt erop dat de auditeur eerst een groot deel van de berekeningen op papier heeft gemaakt en de resulterende oppervlaktes heeft overgenomen in de software. Dit is correct, het is te bediscussiëren of dit optimaal is of niet. Op deze audit is dan ook heel erg weinig aan te merken : - In het economisch luik zijn de prijzen ingegeven die niet helemaal overeen stemmen met de bepalingen op de facturen van de eigenaar. Dit maakt dat de resultaten van het economische luik niet precies zijn. De resultaten zijn wel benaderend juist. Enkel de economische resultaten voor het sanitair warm water zijn niet correct.
02
Interactie met de eigenaar 02.1 Kwaliteit van het rapport
Het rapport is verzorgd. Het werd besproken met de eigenaar. 02.2 Beoordeling door de klant De eigenaar is tevreden van de werkwijze en de resultaten.
10
BIJLAGE 2. CONTROLE-RAPPORT 024 Controle
Dries Maes
Datum Controle :
7/03/2006
01
Bedrijf VITO
Algemeen
Dit is geen goede audit, en dit is bijzonder jammer. De auditeur beschikt duidelijk over een goede praktische kennis van gebouwen en zeker van installaties. Hij heeft de klanten dan ook de meest effectieve maatregelen aangeraden en hij heeft hen geholpen de prioriteiten op te stellen om het energieverbruik van hun huis aan te pakken. De auditeur heeft de klant correcte, praktische adviezen gegeven. De berekende resultaten zijn echter niet beschikbaar door een getal dat niet in de software werd ingevuld. Dit is dus een audit die blijk geeft van een correcte ingesteldheid, en een goede kennis van gebouwen, maar geen kennis van de software. Door gebrek aan berekende resultaten verliest deze audit veel van zijn waarde.
02
Gebouwschil 02.1 Beschermd volume
Het beschermd volume is correct ingegeven. 02.2 Muren De auditeur heeft de muren ingegeven zonder isolatie. Dit valt te bediscussiëren. Het huis werd gebouwd in 1978, normaalgezien valt isolatie te verwachten, maar dit is dus niet zeker. Op een bepaalde plaats rond de voordeur is isolatie zichtbaar door een ontbrekende voeg. Dit is echter geen bewijs voor een complete isolatie overal. De indicatie is slecht geplaatst en is dus niet betrouwbaar. De auditeur heeft dus een correcte keuze gemaakt door de slechts mogelijke situatie te veronderstellen. In realiteit is er echter isolatie aanwezig in de muren. (dit is zichtbaar achter het toilet op de eerste verdiep, maar dit vereist acrobatentoeren om het te zien. Ik weet niet of ik de auditeur kwalijk kan nemen dat hij dit niet bekeek. Ik ben redelijk mager.) 02.3 Vloeren De vloer valt niet te controleren. De auditeur heeft een aanvaardbare aanname gemaakt. 02.4 Daken Het dak is niet te controleren. De auditeur heeft 6 cm verondersteld. Dit is aannemelijk, gezien de aanwezigheid van isolatie in de muren. 11
Vanuit het oogpunt van de auditeur is dit niet consequent. Het is wel praktisch te verdedigen. Het huis is op een heel open wijze gebouwd, zodat vele kamers over twee verdiepingen open zijn. Indien het dak niet geïsoleerd was, is dit een bijzonder oncomfortabel koud huis. Dit is merkelijk niet het geval. 02.5 Ramen en deuren De voordeur is niet correct ingegeven. Dit is een heel courante fout : de standaardwaarde in de software voor het paneel is 0 W/m³K en niet de waarde die overeenkomt met het paneel dat de auditeur kiest. Dit moet altijd manueel aangepast worden, maar weinigen doen dit. 02.6 Maatregelen De ingegeven maatregelen zijn logisch. Sommigen zijn niet realistisch. De auditeur heeft echter de aanbevelingen met de grootste praktische waarde aangeraden aan de klant en niet alle maatregelen tegelijk. De auditeur heeft de verschillende effecten getoond, maar de meest effectieve aangeraden. De vervanging van de garagepoort is weer verkeerd ingegeven. Dit is terug dezelfde courante fout.
03
Verwarmingsinstallatie
De verwarmingsinstallatie is niet correct ingegeven. Het enige wat tekort is, is een 0 bij de radiatoren. Hierdoor wordt geen rendement berekend. Indien men de 0 invult, dan zijn alle resultaten correct. Het opmerkelijke is dat de auditeur heel correcte maatregelen heeft aangeraden aan de eigenaars : - plaatsen van condensketel onder voorwaarden : plaatsing van getubeerde schouw vervanging van de convectoren door radiatoren navraag bij een installateur of de verwarmingsleidingen konden hergebruikt worden - indien dit niet lukt : HR-ketel
04
Sanitair warm water
De installatie voor SWW is correct ingegeven.
05
Economisch luik
Het economisch luik werd niet ingevuld aangezien de verwarmingsinstallatie geen correcte resultaten geeft.
06
12
Interactie met de eigenaar
06.1 Kwaliteit van het rapport Het rapport is technisch betrouwbaar, maar de evaluatie van de verwarmingsinstallatie is niet opgenomen. 06.2 Beoordeling door de klant De klant is tevreden van de geleverde audit. Ergens vindt de klant het jammer dat de auditeur zijn eindrapport rechtstreeks kwam voorstellen, en niet het rapport vooraf opstuurde. Op deze manier hadden de klanten het rapport eerst kunnen lezen en meer vragen kunnen stellen. Maar in elk geval hield de auditeur zich beschikbaar voor bijkomende vragen. De klanten zullen dus van deze mogelijkheid gebruik maken om meer uitleg te vragen.
13
BIJLAGE 3. CONTROLE-RAPPORT 044 Controle Datum Controle :
01
Dries Maes 18/02/2006
Bedrijf VITO
Algemeen
Deze audit is slecht. Er zijn verschillende punten die niet toelaatbaar zijn : - geen resultaten voor de verwarming - fouten in de definitie van het beschermd volume - grote onnauwkeurigheden in de opmetingen - nalaten van het volledige rapport aan de klant over te maken - ... Uit de ingevoerde gegevens en de informatie van de klant, lijkt het dat de auditeur wel kennis heeft van bouwen en bouwtechniek. De auditeur heeft praktische kennis en kent zeker de principes van energieverbruik in gebouwen. De auditeur kan echter nog niet correct omgaan met de software en maakt nog ontoelaatbare fouten. Dit is mogelijk een audit die dient om de ervaring van de auditeur op te bouwen. Maar het is niet toelaatbaar dat dit een erkende audit is.
02
Gebouwschil 02.1 Beschermd volume
Het beschermd volume is niet helemaal correct gedefinieerd. Dit gebouw is voor dit aspect een stuk minder vanzelfsprekend. Het gebouw wordt namelijk verwarmd met gaskachels, maar in het gehele gebouw staan 4 kachels opgesteld. De overblijvende ruimtes worden niet verwarmd of enkel via een elektrisch vuurtje. De grens van de isolatielaag definieert in dit geval dan de grens van het beschermd volume. Dit is logisch in het opzicht dat de eigenaar in zijn huis centrale verwarming wil plaatsen. Het beschermd volume na renovatie omvat dus beter alle ruimten die de eigenaar na de renovatie wenst te verwarmen. De auditeur heeft de ruimtes die niet toegankelijk zijn boven de garage onder het dak niet beschouwd. Enkele wanden zijn niet ingegeven. Het werkelijke beschermd volume is ook iets te groot. 02.2 Muren De samenstelling van de muren is correct. De gemene muur is niet ingegeven. (Dit geeft geen verschil in berekening, aangezien deze gemene muur volledig is aangebouwd.) Verschillende onderdelen zijn niet gedefinieerd wegens een verkeerde aanname voor het beschermd volume.
14
De afmetingen van enkele wanden zijn iets onnauwkeurig tot soms heel onnauwkeurig ingegeven : - uitbouw zijkant : 12 ipv 11,5 m² (nog toelaatbaar) - uitbouw achterkant : 13,8 m² ipv 16,12 m² (niet meer toelaatbaar) 02.3 Vloeren Kleine opmerking : De vloer is ingegeven zonder deklaag, hoewel kan verondersteld worden dat er wel een deklaag aanwezig is. Maar de dikte is niet te bepalen. 02.4 Daken Het dak van de garage is niet correct. Er is een verwarmde kamer op de garage, deze kamer is afgeslagen met platen, wat niet ingegeven is. Dit is ook gelinkt met de definitie van het beschermd volume. 02.5 Ramen en deuren De auditeur heeft voor de voordeur zelf een waarde ingegeven : 2,5 W/m²K. Dit komt omdat er een fout in de invoer staat, waardoor de berekende waarde van de software 0,44 W/m²K is. De auditeur heeft namelijk een niet-beglaasde deur ingegeven, maar met 100% glas in het paneel (verhouding glas/paneel : 100% in de file, dit moet 0% zijn) Het pleit voor de auditeur dat hij dit zelf onrealistisch vindt en het aanpast. Het geeft echter aan dat hij de software nog niet volledig beheerst. (na aanpassing geeft de software 3,38 W/m²K aan, een C-label.) Zelfde fout bij de garagepoort : verhouding is fout ingegeven. Hier heeft de auditeur de waarde niet aangepast. Oppervlaktes van de ramen zijn correct. 02.6 Maatregelen De meest interessante maatregelen in de praktijk werden aangeraden. De maatregelen zijn meestal correct aangegeven. Bij de isolatie van de zoldervloer, heeft de auditeur nagelaten om de planken in te geven die op de isolatie zullen geplaatst worden. Deze hebben minder effect op het warmteverlies. Toch is dit niet toelaatbaar.
03
Verwarmingsinstallatie
De verwarmingsinstallatie werd niet ingegeven. De auditeur moest de kachels ingeven en hun bouwjaar. De file geeft geen enkel rendement. Alle berekeningen werden niet gemaakt. Alle verdere berekeningen van jaarlijkse opbrengst van investeringen zijn daardoor evenmin beschikbaar. Dit is niet toelaatbaar.
15
04
Sanitair warm water
De installatie werd correct ingevoerd.
05
Economisch luik
Aangezien de verwarmingsinstallatie niet correct werd berekend, zijn er geen resultaten voor het economisch luik. Er zijn wel resultaten voor het sanitair warm water. Daar is echter een hoge prijs voor aardgas ingegeven (0,5 €/kWh !) De resultaten zijn niet betrouwbaar.
06
Interactie met de eigenaar 06.1 Kwaliteit van het rapport
Het volledige rapport werd niet aan de klant overgemaakt ! De klant beschikt enkel over een paar pagina's van het algemene rapport. Geen enkele pagina van de rapporten over de gebouwschil en de gebouwinstallaties. De klant beschikt dus evenmin over de technische fiches. Aangezien hij wel van plan is om de aangeraden isolatie aan te brengen, zijn deze fiches enorm interessant voor hem. De auditeur heeft wel extra berekeningen in Excell gemaakt voor de belangrijkste maatregelen en voor het elektriciteitsverbruik. Dit maakt het weglaten van het rapport daarom nog niet goed. 06.2 Beoordeling door de klant De klant is over het algemeen tevreden over de audit. Hij weet nu welke aanpassingen hij eerst moet doorvoeren, en dat was de bedoeling.
16
BIJLAGE 4. CONTROLE-RAPPORT 074 Controle
Dries Maes
Datum Controle :
7 maart 2006
01
Bedrijf VITO
Algemeen
Deze audit is slecht. De auditeur heeft blijkbaar niet veel ervaring met bouwen en bouwmaterialen. De opmeting is correct (afgezien van een kleine fout in de toepassing van de projectiemethode) Maar alle wandsamenstellingen zijn ronduit verkeerd. Dit is niet toelaatbaar. De resultaten zijn dan ook niet betrouwbaar. De auditeur heeft echter wel zijn weg gevonden door de software, en heeft dus ook een volledig rapport afgeleverd.
02
Gebouwschil 02.1 Beschermd volume
Het beschermd volume werd meestal correct gedefinieerd. Er is een gebrek aan precisie : - de deur en de trap naar de kelder werden niet ingevoerd. Er wordt een gesloten platte vloer verondersteld - de deur en de trap naar de tuin werden niet ingevoerd. Deze voegen eveneens een gedeelte toe aan het beschermd volume. Beperkt maar toch niet te verwaarlozen. 02.2 Muren De Muren werden niet correct gedefinieerd. De klant vermeldde dat de auditeur wel 100 keer had gevraagd of de muur een spouwmuur was. Het is nochtans zichtbaar op enkele specifieke plaatsen : - binnenmuur kelder in halflichte baksteen (d 12 cm), buitenmuur in zware decoratieve steen (d : ç cm) , dikte van de muur 30 cm. Dus er is een luchtspouw - Ook in het mangat naar het dak is de onafgewerkte binnenmuur zichtbaar. De ingegeven muur is compleet iets anders en geeft een veel slechtere evaluatie dan men zou mogen aannemen bij dit gebouw. De afmeting van de achtergevel is niet echt correct door fout in toepassing van de projectiemethode : de oppervlakte van het hellende dak moet in de horizontale projectie van het totale oppervlak worden afgetrokken. 02.3 Vloeren De vloer werd verkeerd ingegeven. Het is geen zware betonnen vloer, maar holle keramische elementen met een deklaag van ongeveer 10cm. De ingegeven vloer geeft een veel slechtere energieprestatie.
17
02.4 Daken Het plat dak is correct. Het hellend dak bestaat uit een dubbelwandige kunststof plaat en NIET uit glas zoals ingegeven. (het is zichtbaar.) 02.5 Ramen en deuren De ramen zijn correct ingegeven. De deur is niet correct ingegeven. De deur naar de kelder is vergeten. 02.6 Maatregelen De auditeur heeft alle theoretische mogelijkheden aangeraden, maar daarbij geen rekening gehouden met alle functies in het huis : - vloerisolatie werd aangeraden, dit is ook besproken met de klanten. Maar de keldervloer is dermate bezaaid met leidingen dat vloerisolatie ofwel niet echt effectief ofwel niet praktisch uitvoerbaar is. - De veranda (gedeeltelijk in beschermd volume) is een uitbreiding die voor heel wat zonlicht zorgt binnen in huis. De auditeur stelde voor om het doorzichtige dak te vervangen door plaatisolatie, wat energitisch beter is, maar dan is heel het huis donker natuurlijk. - De wand-, dak-, en vloersamenstellingen die bij maatregelen worden aangeraden, zijn de standaard samenstellingen die de software geeft. Deze zijn niet aangepast aan de situatie (bitumen of pleisterlagen vergeten)
03
Verwarmingsinstallatie
Merk ketel : Drie-O-Gas ? Verkeerd vermogen ingegeven, verkeerde regeling Maatregelen : plaatsen van een condensatieketel : is eventueel mogelijk.
04
Sanitair warm water
Twee doorstroomboilers : correct ingegeven.
05
Economisch luik
Aardgasprijzen niet aangepast. De facturen waren nochtans beschikbaar.
06
Interactie met de eigenaar 06.1 Kwaliteit van het rapport
Het rapport zelf is redelijk verzorgd. De inhoud in niet betrouwbaar.
18
06.2 Beoordeling door de klant De klant is matig tevreden. De klant wilde weten welke maatregelen ze prioritair moesten nemen, en dat is nu bekend. De klant klaagt wel over teveel nutteloze vragen van de auditeur, en een klaarblijkelijk gebrek aan praktijkervaring. “de man is een theoreticus” Als enkele bijkomende vragen opgelost worden, is de klant bereid te betalen.
19
BIJLAGE 5. CONTROLE-RAPPORT 114 Controle
Dries Maes
Datum Controle :
30/01/2007
01
Bedrijf VITO
Algemeen
Dit is een heel goede audit. Het moet gezegd, alle info was beschikbaar aangezien het huis heel recent gezet was. Maar de invoering is heel gedetailleerd gebeurd, en de file toont ook dat de auditeur alle aspecten van het EAP-programma kent. Goed werk. Uiteindelijk werd deze audit gevraagd om te bekijken of een zonneboiler interessant was. (de rest van het gebouw is al bijzonder goed geïsoleerd) Dat is natuurlijk geen fout van de auditeur, maar ik weet persoonlijk niet of EAP het beste instrument is om de rentabiliteit van een zonneboiler na te gaan. De auditeur heeft echter alles correct berekend wat subsidies en steunmaatregelen betreft, zodat de eigenaar alle info heeft om te kunnen beslissen. (alleen de correcte evaluatie van de gasprijs mocht beter)
02
Gebouwschil 02.1 Beschermd volume
Het beschermd volume is correct afgebakend. 02.2 Muren Correct 02.3 Vloeren Correct 02.4 Daken Correct 02.5 Ramen en deuren Correct. De U-waarde van de garagepoort is wel manueel ingevuld op 2.13 W/m²K Waar deze waarde vandaan komt is zeker niet duidelijk. Het is veel minder dan de 3.73 die uit de software komt, maar dat is te begrijpen omdat de garagepoort in kwestie ook goed opgebouwd en goed geïsoleerd is. 2.13 is dus dichter bij de werkelijkheid, maar ik vraag me
20
wel af waar het vandaan komt. In principe kon de auditeur ook de isolatiewaarde van het paneel aanpassen ipv de totale U-waarde. Maar blijkbaar werd dit met de hand berekend. 02.6 Maatregelen Correct
03
Verwarmingsinstallatie
De ketel wordt geregeld door de ketelthermostaat en niet de kamerthermostaat. Dit is fout. het is een stuk dat nog eens in de opleiding herhaald moet worden.
04
Sanitair warm water
Correct
05
Economisch luik
Zelfs de aardgasprijzen zijn aangepast. Maar deze keer zijn de prijzen niet echt correct (te laag en ook ingevuld op basis van OVW en niet de BVW) De enige aanbevelingen waren dan ook een luik in de garage isoleren en een zonneboiler.
06
Interactie met de eigenaar 06.1 Kwaliteit van het rapport
Volledig en heel gedetailleerd. Correct afgeleverd. 06.2 Beoordeling door de klant De klant is tevreden over de audit.
21
BIJLAGE 6. CONTROLE-RAPPORT 116 Controle
Bianca Tomasetig
Datum Controle :
19/03/2007
01
Bedrijf VITO
Algemeen
De woning werd gebouwd in 1989. Het is een uitzonderlijk goed geïsoleerde woning voor dat bouwjaar, met situering van de leefruimte aan de zuidzijde, hergebruik van regenwater e.d.. (m.a.w. toepassing van meerdere duurzaamheidsprincipes in het ontwerp) * Buitenmuren met 5cm isolatie, waarbij de spouwmuur in 3 fases is opgetrokken : eerst binnenspouwblad, dan 5cm isolatie rondom rond gemonteerd - bevestigd met klips op de spouwankers(zie foto’s werffase) tot slot metsen van het buitenspouwblad * In het dak is er 15cm isolatie geplaatst (zie lastenboekbeschrijving). Het opzet was om metingen uit te voeren in deze ”proefwoning”, maar die hebben uiteindelijk nooit plaatsgevonden. Tot spijt van de eigenares, die duidelijk interesse vertoont in milieuvriendelijke en energiezuinige tips en hiermee bewust tracht om te gaan in het dagelijks leven. [→De eigenares is benieuwd naar het label van haar woning, gezien deze voorgeschiedenis.] Tijdens de opbouwfase is er een fout gebeurd bij het storten van de beton voor de dragende vloerplaat, waardoor er verzakkingen zijn opgetreden en waardoor de vloertegels van het hele gelijkvloers scheuren vertonen. De verzekeringsmaatschappij heeft de eigenares vergoed voor deze fout en nu heeft de eigenares gepland om in de (nabije) toekomst de verzakking aan te pakken en bijgevolg de vloerplaat, de vloerisolatie, de chape en de tegels te laten vervangen. [→ Dat heeft haar op het idee gebracht om meteen ook vloerverwarming te laten plaatsen op het gelijkvloers.] De Donkerweg in Langemark – Poelkapelle is een smal steegje waar er geen gasnet aanwezig is en dat ontoegankelijk is voor groot vrachtvervoer (zoals mazoutleveranciers). Hierdoor is er in 1989 beslist om de woning te verwarmen met decentrale electrische toestellen (zowel accumulatoren als directe toestellen aanwezig in de woning). Er is een open haard in de leefruimte (die de eigenares veelvuldig gebruikt, de berging staat vol gesprokkeld hout). Ook de productie van warm water gebeurt electrisch. [→De eigenares wil graag weten welke alternatieven er zijn. Zij heeft ook interesse om een zonneboilerinstallatie te laten installeren - zonnecollectoren op het dak.] De vraag is of een EAP-audit überhaupt (volledige) antwoorden kan geven op al de geformuleerde vragen. Maar desalniettemin heb ik de indruk dat de auditeur niet over voldoende bouwtechnische bagage of over een geschikte vooropleiding in de bouwsector beschikt, gezien de invoer van gegevens niet altijd correct is en gezien de aanbevelingen zich beperken tot het gedeelte gebouwschil (terwijl mevrouw stookt op electriciteit en terwijl er 22
plannen zijn om de vloer uit te breken) en daardoor zijn er m.i. een hoop essentiële kansen gemist. Dat is spijtig. Een audit zou mensen met intenties om te verbouwen (in de nabije toekomst) een globaal overzicht moeten geven van de mogelijke alternatieven, aangevuld met info/berekeningen om te komen tot een ”preselectie” van de meest aantrekkelijke + renderende beslissingen (energiewinsten uitgedrukt in MJ, investeringskosten uitgedrukt in €, tegemoetkomingen/premies uitgedrukt in €). Als je de pro’s en contra’s verder aanvult met praktische/concrete info tijdens de bespreking van het auditrapport, kunnen mensen makkelijk overtuigd worden om energiebesparende maatregelen te integreren in het totaalpakket van hun verbouwingsplannen. (zie besluiten uit de SEREC-studie). Mevrouw overtuigen was echt niet moeilijk (uiteindelijk was dat ook haar motivatie om een audit te laten doen)! De audit is goed (→ luik van de evaluatie), maar niet goed genoeg (→ het luik van de aanbevelingen had dieper moeten uitgespit worden)!
02
Gebouwschil 02.1 Beschermd volume
De afbakening van het beschermd volume is bijna correct gebeurd. De auditeur neemt de inkompartij erbij. De inkompartij is inderdaad een twijfelgeval omdat de dikte van de muur erop wijst dat de muuropbouw anders is dan de overige buitenmuren. Op de foto’s kan vastgesteld worden dat de inkompartij naderhand is gebouwd en dat er 5cm isolatie is geplaats langs de dragende binnenmuren die inkompartij scheiden van leefruimte en garage. Op de bouwplannen heeft de architect geen isolatie getekend in de buitenmuren die de inkom scheiden van buitenomgeving. Maar op de factuur wordt melding gemaakt van 19 platen PUR – dikte 4 cm. Er is geen verwarmingselement voorzien in de inkompartij. Het platte dak is geïsoleerd. In de handleiding van EAP en in de opleiding wordt uitgelegd om in dat geval de inkompartij niet bij het beschermd volume te rekenen. Argument om de inkom wel bij het beschermd volume te rekenen is, dat de glazen deur tussen inkom en leefruimte door de eigenares gekozen is om meer licht/zicht te hebben en dat zij deze liever niet wil vervangen. Zij is er zich van bewust dat er langs die glazen deur veel warmte verloren gaat, maar ziet niet in hoe ze de kieren kan dichten. Door de inkompartij bij het beschermd volume te nemen, kon de auditeur aanbevelen om de buitenmuren langs buiten te isoleren en te bepleisteren. De eigenares vindt dit een interessant voorstel. (Dit is een dure aanpassing met eerder beperkte invloed op het label van de woning (blijft B-label) - wel invloed op het uitzicht/architectuur.) 02.2 Muren Bij de goed geïsoleerde buitenmuren is er gerekend met : • 4 cm spouw : dit is ongebruikelijk – lijkt me de helft teveel • 5 cm PUR isolatie : OK dit komt overeen met facturen en met foto’s 23
Bij de buitenmuren aan de inkompartij is er gerekend met : • een volledig steense muur van 17 cm dikte : fout: gezien deze muur langs binnen noch langs buiten bepleisterd was kon er gemakkelijk vastgesteld worden dat de muur bestond uit 2 spouwbladen zichtmetselwerk van 9cm, normaal gezien is er daar tussen een spouw opengelaten oftewel isolatie geplaatst… gezien er een factuur beschikbaar is van 19 platen PUR – dikte 4 cm zou ik zelfs durven aannemen dat deze muren geïsoleerd waren. Deze fout doet mij denken dat de auditeur geen ervaring heeft op bouwkundig vlak. 02.3 Projecties Voor berekening van de oppervlaktes van de verschillende onderdelen van de gebouwschil wordt er gebruik gemaakt van de projectiemethode. Op het eerste zicht lijkt de werkwijze goed toegepast te zijn, maar bij het maken van enkele controleberekeningen stuiten wij op incoherenties: Zo is bij de horizontale projecties de som van de ZW-oppervlakten (zonder openingen) niet gelijk aan het NO-oppervlak (zonder openingen), hetgeen wel het geval zou moeten zijn in deze woning. Idem voor NW en ZO. Het is voor mij niet duidelijk waarom de horizontale projectie 2 (aan ZO-zijde) 3,90 hoog is genomen. De maten vermeld bij vertikale projectie 3 lijken me binnenmaten te zijn. 02.4 Maatregelen De maatregelen bij de gebouwschil zijn goed uitgewerkt en werden met de eigenares besproken naar praktische haalbaarheid. OK.
03
Verwarmingsinstallatie
De auditeur heeft de verwarmingsinstallatie op electriciteit (combinatie van accumulatoren en directe toestellen) goed ingegeven. Hij selecteert hiervoor 2 energetische sectoren die elk de helft van het totale beschermd volume (50/50 verdeling) omvatten. M.i. gaat het eerder over een verhouding 67/33. Dit is niet zo erg. Er zijn geen aanbevelingen gekoppeld aan de verwarmingsinstallatie : d.i. zeer vreemd want er zijn mogelijke aanpassingen: Vervangen van de decentrale verwarming door verwarming op houtpellets met vloerverwarming op gelijkvloers (de pelletkachel kan op de plaats staan van de open haard en de aanvoer van pellets kan via de garage gebeuren) Vervangen van de decentrale verwarming door verwarming via een warmtepomp (grondstof = electriciteit) met vloerverwarming
04
Sanitair warm water
Het systeem voor productie van warm water is goed ingegeven.
24
Deze keer zijn er gelukkig wel mogelijke aanbevelingen aangevinkt! Maar dit zou toch beter kunnen/moeten uitgewerkt worden. Er wordt aanbevolen om 6 m² zonnecollectoren te plaatsen voor 1 persoon aan een investeringsbedrag van 1.900,00 € waarvoor een totaal van 500,00 € aan premies kan verkregen worden. Het is mij niet duidelijk waar de auditeur deze info haalt. Er wordt meestal aangeraden om per persoon maximaal 1m² à 1,5m² zonnecollectoren te plaatsen. De kostprijs ligt in de buurt van 1.000,00 € per m². Er zijn veel meer premies te bekomen in Langemark-Poelkapelle dan aangeduid: 15 % van de kostprijs door gemeentebestuur (max 400,00 €) 40 % federale belastingvermindering (max 2.000,00 €) premie van 575,00 € door Eandis
05
Economisch luik
Zoals elders in dit verslag meerdere keren aan bod komt is dit gedeelte zeer zwak. De auditeur heeft geen info over premies opgevraagd en heeft niet de meest voor de hand liggende aanbevelingen aangeraden. Hierdoor werden heel belangrijke kansen gemist.
06
Interactie met de eigenaar 06.1 Kwaliteit van het rapport
De audit is goed (→ luik van de evaluatie), maar niet goed genoeg (→ het luik van de aanbevelingen had dieper moeten uitgespit worden)! 06.2 Beoordeling door de klant De klant is tevreden.
25
BIJLAGE 7. CONTROLE-RAPPORT 159 Controle
Dries Maes
Datum Controle :
29/01/2007
01
Bedrijf VITO
Algemeen
Dit is één van de eerste audits van deze auditeur, en dat is zichtbaar. Hij is op de goede weg : mooi dossier, correcte invoer van het gebouw en van het beschermd volume, conservatieve aannames indien hij het niet weet. Maar er zijn nog heel wat haken en ogen aan dit dossier. Een eerste is de isolatie in de buitenmuren. Deze is wel aanwezig, maar deze heeft de auditeur niet ingevoerd. De grootste fouten zijn te vinden bij de maatregelen. De belangrijkste maatregelen zijn niet of niet correct ingevoerd, en een foute argumentatie heeft de eigenaar ervan overtuigd om het belangrijkste (vervanging van enkel glas) niet uit te voeren. Dit is vooral een probleem van interpretatie van de resultaten van EAP en van communicatie. Daarnaast heeft de auditeur niet alle correcte informatie over subsidies ingevoerd in de berekeningen. Ook dat zou misschien het oordeel van de eigenaar veranderd hebben. Op zich is deze auditeur op de goede weg, maar hij mist ervaring en mist een volledige interpretatie van alle gegevens. Voor dit geval is het heel jammer, voor de volgende audits kan dit verbeteren, maar het dient opgevolgd te worden.
02
Gebouwschil 02.1 Beschermd volume
Het beschermde volume was correct afgebakend 02.2 Muren De muren zijn heel conservatief ingegeven. De muren bestaan uit prefab betonnen platen. Het huis is gebouwd in 1974, door een sociale huisvestingsmaatschappij. Dat is juist na de oliecrisis, daarbij werd in één klap een volledige wijk neergezet. Dit laat vermoeden dat in dit geval er een schuimlaag in de muur zit die twee plakken beton scheidt. Dit werd ook door de eigenaar bevestigd (heeft dit gemerkt tijdens verbouwingswerken) De auditeur heeft enkel een volle betonnen muur gerekend. (volledig met lambda e ook) Dit is te conservatief. Een ander discussiepunt is een kleine muur die uitgeeft op de niet-verwarmde en nietgeïsoleerde zolder. De auditeur heeft hier vorstvrije ruimte ingegeven. Dit is echter theoretisch niet juist, het is een open zolder die op geen enkele wijze beschermd is. Anderzijds staat hier wel de verwarmingsinstallatie. Misschien heeft de auditeur geoordeeld dat dit dan wel koud kan worden op de zolder, maar vriezen zou het hoogstwaarschijnlijk nooit doen. Eigenlijk is dit niet juist, maar het valt te bediscussiëren.
26
02.3 Vloeren De vloeren zijn niet volledig correct ingegeven. De diepte van de vloer is minder dan 1m, wat het programma aangeeft, de dikte van de muren is eveneens minder dan 0,49. 02.4 Daken Het dak is in orde. 02.5 Ramen en deuren In orde. 02.6 Maatregelen De maatregelen zijn niet allemaal correct ingegeven. Correct zijn : isolatie van de zolder, en isolatie van een kleine wand naar de zolder. De vervanging van het enkel glas is echter niet correct. De auditeur wist dat slechts een gedeelte van het enkel glas vervangen zou worden, maar hij geeft in het programma aan dat alles wordt vervangen. Daarnaast geeft hij voor het glas een nieuwe U-waarde van 1,7, terwijl nieuw glas nu standaard U = 1,1 is. Het is niet gedetailleerd genoeg uitgewerkt. De eigenaar zal de vloer uitbreken en bij deze gelegenheid ook de vloer isoleren. Dit wist de auditeur, maar er is geen maatregel vloerisolatie ingewerkt !!!
03
Verwarmingsinstallatie
Eén enkele fout : het vermogen van de ketel is verkeerd, de auditeur heeft het netto vermogen van de ketel ingegeven.
04
Sanitair warm water
Okee.
05
Economisch luik
Courante fout, maar daarom niet minder erg : de default prijs van het aardgas werd niet aangepast. De subsidies werden niet correct in rekening gebracht, zelfs niet ongeveer correct. (200€ ingegeven ipv ongeveer 2000€)
06
Interactie met de eigenaar 06.1 Kwaliteit van het rapport
27
Het rapport werd volledig en ingebonden afgegeven. Deze auditeur heeft blijkbaar tijd vrijgemaakt om deze audit te voltooien. 06.2 Beoordeling door de klant De klant is relatief tevreden. Hij was zelf verbaasd over het resultaat, maar dat zijn wij ook : Het berekende resultaat is dat het enkel glas niet moet worden vervangen. Volgens de auditeur was er hiervoor een TVT van meer dan 100 jaar. (na correctie van alle fouten komen we op 36 jaar uit, de conclusie blijft dezelfde) De eigenaar zal dus zijn enkel glas niet laten vervangen. Hij zal wel bij de verbouwing de vloer uitbreken en vloerisolatie plaatsen. Dit stond echter niet in het dossier (maar de auditeur was hiervan wel op de hoogte) Als de eigenaar wel op zoek was naar rendabele maatregelen, dan kon hij een nieuwe ketel plaatsen. Het plaatsen van een condensatieketel verdient zich in dit geval na 4 of 5 jaar terug. Het is echter energetisch pervers om een condensatieketel te plaatsen in een huis waar alleen maar enkel glas is. Dit is een probleem van communicatie. Voor de audit was de eigenaar bereid om het glas te vervangen. De auditeur heeft de eigenaar overtuigd van dit niet te doen. Het blijkt inderdaad dat de terugverdientijd hier nefast geweest is in het beslissingsproces. Puur economisch gezien heeft de auditeur gelijk, maar dit is geen duurzame manier van beslissingen nemen. Een groot probleem is de schatting van de prijs voor het vervangen van het enkel glas. Wordt enkel de prijs van het glas genomen, of de prijs van de kozijnen erbij ? (deze moesten binnenkort sowieso vervangen worden, want te oud)... Deze auditeur moet aan een juiste communicatie werken. De eigenaar was geïnteresseerd in de comfortverhoging die dubbel glas kan brengen, dit had hij blijkbaar nog niet gehoord. Het is echter het werk van de auditeur om ALLE aspecten van de maatregel te belichten. Een aanvaardbaar compromis was geweest : - de eigenaar plaatst een condensatieketel bij de verbouwingen (want ook de radiatoren worden vervangen) - Hij vervangt hij alle ramen, voor de berekening van de energiebesparing wordt enkel naar het glas gekeken, aangezien de chassis toch vervangen moesten worden. Indien niet, dan kan er een offerte gemaakt worden om het glas te vervangen in de bestaande schassis, wat veel goedkoper zou uitkomen. De situatie is nu dat de eigenaar een maatregel zal uitvoeren die niet in EAP staat (vloerisolatie) en dat het meest voor de hand liggende niet wordt gedaan. Het probleem van communicatie situeert zich op verschillende niveaus. Aan de ene kant de auditeur, aan de andere kant ook de resultaten van EAP zelf. De terugverdientijd moet ook uit EAP verwijderd worden. Om hieraan tegemoet te komen, kan een duidelijke communicatie met de auditeurs al helpen. Indien meerdere audits met een dergelijke communicatie worden gevonden, wordt het nodig om actie te ondernemen om de communicatie te verbeteren.
28
BIJLAGE 8. CONTROLE-RAPPORT 160 Controle
Bianca Tomasetig
Datum Controle :
02/02/2007
01
Bedrijf VITO
Algemeen
Dit huis werd gebouwd in 1977. Er werd enkele cm isolatie geplaatst in de buitenmuren en enkele cm in het dak. Op meerdere plaatsen ontbreekt echter ook isolatie. Op die manier is de woning een kind van zijn tijd! De verwarmingsinstallatie werd vernieuwd in 2001. De bewoners laten een audit uitvoeren om zo te weten te komen welk de meest efficiënte verbetering is die zij nog bijkomend zouden kunnen uitvoeren aan hun woning. Zij zijn redelijk goed op de hoogte van subsidies en tegemoetkomingen. Maar kunnen niet inschatten welke bouwkundige ingrepen het meest zullen opbrengen. Dit is geen goede audit. Deze audit bevat tal van fouten waardoor het eindresultaat niet representatief is. De bewoners hebben nochtans zeer veel nuttige informatie ter beschikking gesteld: plannen van de woning, 8 facturen van stookolieleveringen vanaf sept 2000, onderhoudsattest van de stookoliebrander (dd 2006),.... De communicatie tussen de auditeur en de bewoners is goed verlopen; zo goed als alle mogelijke aanbevelingen werden in detail overlopen naar haalbaarheid en naar investering toe. De bewoners beseffen dat er grotere ingrepen nodig zijn om de woning energiezuiniger te maken. Zij zullen dit in het achterhoofd houden moesten zij ooit verbouwingswerken aanvatten.
02
Gebouwschil 02.1 Beschermd volume
In de beschrijving van de audit meldt de auditeur dat de bewoners de veranda en de kelder niet tot het beschermd volume wensen te nemen. Goed dat hij vermeldt waarom hij deze niet heeft meegerekend tot het beschermd volume (hetgeen erop wijst dat de auditeur beide ruimtes als discussiepunten ziet). Doch, doordat de veranda wel voorzien is van een radiator, die ook effectief wordt opengedraaid bij vriesweer.... dient de veranda bij het beschermd volume te worden gerekend. Ook in het geval dat de wand tussen veranda en andere ruimtes een geïsoleerde muur betreft, zoals hier. Dit heeft de auditeur niet gedaan. De kelder is niet voorzien van radiatoren en is voorzien van grote verluchtingsopeningen. Het is goed dat deze niet werd opgenomen in het beschermd volume. Dit is juist. Ter plaatse van de keldertrap moet er dan bijgevolg wel gekozen worden waar het beschermd volume eindigt. Ook dienen de trapwanden & trapdeur als grens van het beschermd volume
29
ingegeven te worden. Dit is niet gebeurd. Dit is een courante fout! Het getuigt van te weinig ruimtelijk inzicht. De woning heeft een zadeldak. De tip net onder de nok is niet geïsoleerd (hetgeen kan vastgesteld worden in de berging op de verdieping). Dit deel van de woning behoort bijgevolg niet tot het beschermd volume. De auditeur heeft dit foutief in gegeven in EAP. Hetzelfde geldt voor de dakoversteken. Deze werden niet mee geïsoleerd. Ze behoren niet tot het beschermd volume. De auditeur heeft dit foutief ingegeven in EAP. Op de verdieping komt het effectief in gebruik genomen volume niet overeen met het volume dat geïsoleerd is. Er is namelijk links en rechts een restruimte naast de 2 slaapkamers. In totaal zijn er zo 4 restruimtes waarvan er 1 toegankelijk is omdat zij als berging wordt gebruikt. De auditeur is helemaal in de knoei geraakt bij het ingeven van deze volumes: t.t.z. de wanden, vloeren en daken die deze restruimtes omgeven. Hij heeft zelfs de slaapkamerverdieping volledig meegeteld (wanden rondom rond van 2m60 hoog) + daar bovenop nog eens een dakvolume (dakconstructie met helling van 40° voor de volledige oppervlakte)→ hetgeen tot een dubbele invoer leidt van deze verdieping. De vloeren die deze restruimtes scheiden van het gelijkvloers heeft hij dan weer niet ingegeven. Wij denken dat deze fout te wijten is aan een gebrek aan ruimtelijk inzicht van de auditeur en aan het feit dat het principe van horizontale en vertikale projecties (met of zonder helling) niet duidelijk is voor hem. Ook de ingegeven oriëntaties blijken her en der niet te kloppen. 02.2 Muren 02.3 Vloeren 02.4 Daken Bij de 3 types van dakopbouw werd er telkens 6cm isolatie ingevuld. Dit komt niet overeen met de werkelijkheid. De dikte van de dakisolatie is hooguit 3à4cm. 02.5 Ramen en deuren 02.6 Maatregelen Rekening houdend met alle opgesomde fouten kunnen de besluiten voor het deel gebouwschil niet kloppen.
03
Verwarmingsinstallatie
De verwarmingsinstallatie werd in 2001 vernieuwd. De bewoners beschikken over een hoogrendementsketel op stookolie. De bewoners beschikken over een recent onderhoudsattest (dd.2006). De software kan op basis van de gegevens in het onderhoudsattest op zeer accurate wijze het vermogen van de brander uitrekenen. In dit geval is dat 28,731 kW (Het is beter om dit vermogen in te geven 30
dan het vermogen dat vermeld staat op de kenplaat, aangezien de onderhoudstechnici vaak verstuivers vervangen en de drukregeling aanpassen tijdens het onderhoud). De auditeur heeft echter het door EAP berekende vermogen opnieuw overschreven door het vermogen vermeld op het branderetiket (=40kW). Hij heeft ook verkeerdelijk 6,5 gal/h ingegeven in plaats van 0,65 gal/h. Het vermogen is fout. De bewoners beschikken eveneens over 8 facturen van stookolieleveringen: Sept 2000: 2.000 liter] Jan 2001: 2.500 liter Aug 2001: 2.500 liter Aug 2002: 2.400 liter Mei 2003: 2.500 liter Juni 2004: 2.500 liter Aug 2005: 2.800 liter Sept 2006: 2.800 liter Met deze gegevens is het mogelijk om een gemiddeld jaarverbruik te berekenen gelijk aan 3.000 liter per jaar. De auditeur geeft hiervoor een andere waarde in (2.600 l/j). Het is niet duidelijk hoe hij tot deze waarde is gekomen.
04
Sanitair warm water
De bewoners beschikken sinds 2001 over een goed geïsoleerde boiler die zowel op de ketel als rechtstreeks op electriciteit kan werken. Overschakelen op electriciteit gebeurt zelden. Er werd geen rekening mee gehouden in de audit. Correct.
05
Economisch luik
Er werden stookolieprijzen ingegeven van 2006. Dit is heel goed!
06
Interactie met de eigenaar 06.1 Kwaliteit van het rapport
Het rapport is van minder goede kwaliteit. De auditeur heeft weinig ruimtelijk inzicht, heeft de isolatiewaarde van de gebouwschil van de woning foutief ingeschat, heeft fouten gemaakt bij de ingave van de verwarmingsinstallatie en is niet vertrouwd met de finesses van de EAPsoftware. 06.2 Beoordeling door de klant De klant is desondanks tevreden! (Vnl. door de goede communicatie met de auditeur.)
31
BIJLAGE 9. CONTROLE-RAPPORT 208 Controle
Bianca Tomasetig
Datum Controle :
01/02/2007
01
Bedrijf VITO
Algemeen
Het betreft een omvangrijke, vrijstaande villa (U-vormig grondplan) gebouwd in 1948. In 2004 hebben de huidige eigenaars de woning verbouwd, t.t.z. het volledige dak werd vervangen en geïsoleerd + de inkompartij werd aantrekkelijk gemaakt d.m.v. een erker met glasdallen + het volledige interieur werd herbekeken en aangepast. De dikke ontdubbelde niet-geïsoleerde buitenmuren (d=37cm) werden behouden zonder verbetering. De eigenaars wensen een audit te laten uitvoeren teneinde de energiefactuur te verkleinen. Het betreft een betrekkelijk goede audit. In overleg met de eigenaar (en rekening houdend met de haalbaarheid) werden er in de audit enkel maatregelen weerhouden betreffende de installatie cv en sww. Deze werden in september 2006 reeds opgevolgd/uitgevoerd. Het was dus niet meer mogelijk om de beschreven situatie vóór renovatie te controleren ter plaatse tijdens de controle-audit, aangezien de volledige installatie werd vernieuwd.
02
Gebouwschil 02.1 Beschermd volume
Garage en kelder werden niet meegerekend. Akkoord. In de software is er de mogelijkheid gebruik te maken van vertikale en horizontale ’projecties’. Dit kan een betekenisvolle vereenvoudiging betekenen bij het ingeven van het beschermd volume. Deze auditeur werkt wel met de tool ’projecties’ voor de berekening van de oppervlaktes, maar hij is er niet in geslaagd te komen tot vereenvoudiging! Hij heeft de projecties in oneindig veel genummerde deeloppervlaktes opgesplitst, waardoor het geheel onoverzichtelijk geworden is. Een ervaren auditeur die ondervonden heeft hoe je het systeem van de ’projecties’ kan gebruiken ter vereenvoudiging zou helemaal anders tewerk gegaan zijn. Dit gebrek aan inzicht in de mogelijkheden van de software van EAP is problematisch.
02.2 Muren De dikte van de buitenmuur kan worden nagemeten. Dat er een niet-geïsoleerde spouw is, klopt met bouwjaar. (werd ook vastgesteld bij aanbouw van de erker). Correct. 02.3 Vloeren Van de 4 types vloeropbouw in de audit is er één een vloer op volle grond. De software van EAP zal standaard rekenen met een vloer op volle grond, tenzij anders ingevoerd. Het 32
invoeren van deze vloeropbouw is dus overbodig. De auditeur is blijkbaar niet op de hoogte van dit kleine detail. 02.4 Daken 02.5 Ramen en deuren 02.6 Maatregelen Er werden geen maatregelen weerhouden. De woning werd recent (in 2004) verbouwd. Aanpassen van de buitenmuur is niet wenselijk/haalbaar voor de eigenaars.
03
Verwarmingsinstallatie
Gezien de installatie in september 2006 volledig werd vernieuwd, kon de situatie zoals beschreven in de audit niet meer gecontroleerd worden.
04
Sanitair warm water
Gezien de installatie in september 2006 volledig werd vernieuwd, kon de situatie zoals beschreven in de audit niet meer gecontroleerd worden.
05
Economisch luik
Wat betreft het gewicht van mogelijke ingrepen, uitgedrukt in €, zijn er enkele hiaten in de audit. Het programma berekent pas de som van de afzonderlijke investeringen als alle termen ingevuld werden.
06
Interactie met de eigenaar 06.1 Kwaliteit van het rapport
Het rapport is van goede kwaliteit. Had eenvoudiger kunnen zijn bij de ’projecties’. 06.2 Beoordeling door de klant De klant vindt het rapport ’weinig zeggend’. De klant meent dat ’de grote hoeveelheid aan bijeengesprokkelde en ter plaatse opgemeten gegevens, het bijhorend rekenwerk, de grote opsomming aan subsidiekanalen en stimulerende maatregelen van de overheid in schril contrast staat met het korte weinig zeggende besluit’.
33
BIJLAGE 10. CONTROLE-RAPPORT 216 Controle
Dries Maes
Datum Controle :
30/01/07
01
Bedrijf VITO
Algemeen
Dit is een goede audit. Er zijn punten die ik fout zou noemen, maar ze vallen allemaal te bediscussiëren. In grote lijnen is al het technische werk correct. De aanbevelingen zijn logisch en goed uitgewerkt. Enkel het economisch gedeelte mocht wat meer uitgewerkt zijn.
02
Gebouwschil 02.1 Beschermd volume
Het beschermd volume is correct afgebakend. Er is wel een probleem met de garage. Deze is in het beschermd volume inbegrepen. Het is volgens de procedure correct deel van het beschermd volume. Het probleem is dat er dan altijd een garagepoort in de schil zit, die nooit correct afsluit. Misschien is dit een onderwerp voor latere bijscholingen. De opbouw van het huis verplicht de auditeur om het bij het beschermde volume te nemen, maar bij zijn maatregelen moet hij dan wel heel goed oppassen. 02.2 Muren Fout : de veranda wordt ingegeven als vorstvrije ruimte. Normaal is een veranda een nietvorstvrije ruimte. Het moet wel even nagekeken worden bij het WTCB hoe zonnewinsten van een veranda meegerekend kunnen worden. De muren zijn verder correct ingegeven. 02.3 Vloeren De vloeren zijn niet correct ingegeven, maar dit is een courante fout. Volgens WTCB moet de vloersamenstelling niet worden ingegeven indien er geen isolatie in de vloer zit. Hier is de samenstelling wel ingegeven. 02.4 Daken Het dak is niet correct ingegeven. er staat 10 cm isolatie, wij maten niet meer dan 8 cm. 02.5 Ramen en deuren Ramen en deuren zijn correct ingegeven.
34
02.6 Maatregelen De auditeur raadt raamvervanging aan en de vervanging van de garagepoort. (vooral dit laatste valt de bediscussiëren, maar het is aanvaardbaar als voorstel)
03
Verwarmingsinstallatie
De verwarmingsinstallatie is bijna correct, de ketel wordt geregeld via een ketelthermostaat en niet via een kamerthermostaat.
04
Sanitair warm water
Het sanitair warm water is correct
05
Economisch luik
Gasprijs is niet aangepast.
06
Interactie met de eigenaar 06.1 Kwaliteit van het rapport
Het rapport is in orde en verzorgd. 06.2 Beoordeling door de klant De klant is relatief tevreden.
35
BIJLAGE 11. PROGRAMMA WORKSHOP Voorzitter: Koen Coupé 9h00
Ontvangst
9h30
Inleiding : De EAP in het beleid van de Vlaamse overheid Koen Coupé Adjunct van de Directeur - Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
10h00
Werken met de EAP, Ervaringen uit de praktijk. Jeremie De Clerck, 3E
10h30
Een correcte audit en misverstanden, Aandachtspunten uit auditcontroles Dries Maes, Energietechnologie, VITO
11h00
Pauze
11h30
Verliezen door vloeren op volle grond, Hoe opmeten en ingeven ? Xavier Loncour, Afdeling Bouwfysica en Binnenklimaat, WTCB
11h45
De tijdsduur per audit verminderen? Tips & Tricks Dries Maes, Energietechnologie, VITO
12h15
Broodjeslunch
13h30
Verschillende verwarmingssystemen, Correcte gegevensverzameling voor verschillende types installaties Johan Desmedt, Energietechnologie, VITO
14h10
Variërende resultaten door onzekerheid van invoergegevens in EAP. Welke gegevens wegen het meeste door? Xavier Loncour, Afdeling Bouwfysica en Binnenklimaat, WTCB
14h30
Pauze
15h00
De effecten van bewoners gedrag op de berekende resultaten. Wat verwachten eigenaars van audits ? Dries Maes, Energietechnologie, VITO
16h00
Discussieronde
17h30
Afsluiting
36
Heel goed
Goed
Neutraal
Slecht
Heel slecht
BIJLAGE 12. EVALUATIE WORKSHOP
Ontvangst
28%
72%
0%
0%
0%
Tijdsindeling
43%
49%
8%
0%
0%
Materiaal ter beschikking gesteld
18%
52%
25%
5%
0%
Maaltijd
15%
56%
28%
2%
0%
Globale waardering
15%
56%
28%
2%
0%
37
Heel goed
Goed
Neutraal
Slecht
Heel slecht
BIJLAGE 13. BEOORDELING VAN DE VERSCHILLENDE PRESENTATIES TIJDENS DE WORKSHOP
Inleiding : De EAP in het beleid van de Vlaamse overheid
16%
67%
13%
3%
0%
Werken met de EAP, Ervaringen uit de praktijk.
25%
61%
15%
0%
0%
Een correcte audit en misverstanden, Aandachtspunten uit auditcontroles
11%
66%
21%
2%
0%
Verliezen door vloeren op volle grond, Hoe opmeten en ingeven ?
13%
50%
29%
8%
0%
De tijdsduur per audit verminderen? Tips & Tricks
13%
43%
38%
7%
0%
Verschillende verwarmingssystemen, Correcte gegevensverzameling
22%
52%
22%
5%
0%
Variërende resultaten door onzekerheid van invoergegevens in EAP.
23%
44%
21%
11%
0%
De effecten van bewoners gedrag op de berekende resultaten
42%
42%
16%
0%
0%
Discussieronde
21%
56%
23%
0%
0%
Gemiddelde
21%
50%
24%
5%
0%
38
BIJLAGE 14. DEELNEMERSLIJST WORKSHOP Familie naam De Pauw De Schepper
Voor naam Margot Paul
Mvr Mr
docent Docent
Saye
An
Mvr
procesbegeleider milieuzorg in de Vlaamse overheid
JACOBS
Josse
Dedeyne Zurings Maertens
Luc Jos Eric
Mr Mr Dr.
Technologisch adviseur Architect Lesgever LESGEVER
Van Cauwenberghe Van der Eecken
jeanPierre Dirk
Dhr
architect
Tuyls
Tine
juff.
architect-stagiair
Ring Partners
Viaene
Koen
ing.
BURO BS nv
Carlier
Stefaan
Makelberge
Koen
Energie deskundige Docent Klimatisatie Docent EAP (Syntrawest)
De Pauw
Werner
Van Loo
Albert
dhr
Serrien
Wim
mr.
Wouters
François e John
Mevr.
Ongenae
Titel
Mr
Mr
ing.
energiedeskundig e in opleiding, milieucoördinator energiedeskundige Energiedeskundig e (in opleiding) Adviseur
Bedrijf
Adres
syntra Turnhout Katholieke Hogeschool Kempen Ministerie van de Vlaamse overheid/AMINA L WTCB
Hal 24 Kleinhoefstraat 4
Benergie Syntra-Genk SYNTRA MIDDENVLAANDEREN VESTIGING SINT-NIKLAAS Architectenbure au Archivar VDE-Consult
Katho-VHTI
Post code 2322 2440
Gemeente
Land
Telefoon
Telefax
E-mail
Minderhout GEEL
België BELGIE
03 2957541 014/56 23 10
014/58 48 59
[email protected] [email protected]
Koning Albert II laan 20, bus 8
9000
Gent
België
02/553 80 38
02/553 80 06
[email protected]
av. P. Holoffe
1342
Limelette
Belgie
Hugo Verriestlaan 22 8820 Kleine Ubbelstraat 8 3550 WATERHOEKWEG 8820 20
Torhout Heusden-Zolder TORHOUT
België Belgie BELGIE
050 21 45 92 011/53 36 80 050 21 47 74
050 22 11 12
Varendonk 22
9940
Evergem
B
0495 / 35.36.03
09 / 357.59.33
[email protected]
Steenweg op Aalst, 31/1 Leyse-Hoevestraat 41 Doornstraat 400
9308
Hofstade
België
0473/97.35.20
09/270.31.14
[email protected]
2260
Westerlo
Belgie
0486/089086
/
[email protected]
8200
Brugge
België
050/391762
050/391883
[email protected]
8500
Kortrijk
België
056/264120
056/219867
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Doorniksesteenweg 145 Gistelsesteenweg 389 Nattenhaasdonk 7
8400
Oostende
België
[email protected]
2880
Bornem
België
[email protected]
Drieselstraat 31
9041
Oostakker
B
09 259 08 83
savenrg
Vaartstraat 213
2960
Brecht
België
0472 64 20 97
Energiedesk
Zoerselsteenweg 36
2980
Zoersel
België
0496783522
VEI
Kleinhoefstraat 6
2440
GEEL
België
014/57.96.10
Syntra MiddenVlaanderen EDUGO
[email protected]
03 313 69 24
[email protected] [email protected]
014/57.96.11
[email protected]
39
Christiaensen
Gert
Dhr
Verboven
Rob
Dhr
Torrekens
Johan
BRUNEEL
Jozef
Ind. Ing. Mr
Welvaert Vandenbroek Naets
Marc Cornelis Herman Johan
BREES
Luc
Van den Eynde Tormans
Frank Annemie
De Winter
Geert
Mr.
Pintens
Tom
Mr
Stoffels
Jozef
Dhr
De Vocht pairon Costers
Beerens Rimanque Van Rossen
Rudi bruno Dominiq ue Willy JeanPaul Anne Rik
Crombé Taelman Taelman Beda
Bruno David Eddy Tineke
Milieuadviseur Zaakvoerder Zaakvoerder Medewerker
Donné Mareen Dierick Mattheeuws
Rob Lieven Philip Dirk
Werfleider zaakvoerder Mr.
Architect
Craenhals
Benny
archit
architect
Lambaerts
40
Zaakvoerder
Dimar bvba Bouwkundig expert zaakvoerder
Mr Technisch Deskundige Mr
Dimar bvba
Energiedeskundig e/Docent
TOMALDO BVBA Ing.J.Bruneel Energieadvies Secuwel bvba ESS bvba Provinciaal Instituut voor Hygiëne Brees & Co opleiding Syntra Archtectenbure au Tormans
Energiedeskundig e
2222
Wiekevorst
België
014/27 00 00
014/27 00 09
[email protected]
2222
Wiekevorst
België
014/27 00 00
014/27 00 09
[email protected]
9500
Ophasselt
Belgie
054/501322
054/501322
[email protected]
J.Deconinckstraat 4
8560
Wevelgem
B
056/415290
Kerrestraat 56 Frankrijklei 132
9968 2000
Oosteeklo Antwerpen
belgie B
Grensstraat 6
2560
Nijlen
België
0473 60 82 98
Oplintersesteenweg, 289 Rechtestraat 60 Rechtestraat 60
3300
TIENEN
BE
016/81 57 97
2275 2275
Lille Lille
Belgie Belgie
Ipsvoordestraat 7
1880
België
2800
Kapelle-op-denBos MECHELEN
België
2340
Beerse
België
zaakvoerder
V.A.C. vof
Brusselsesteenweg 399 Veldstraat 116
Rudi De Vocht axxi bvba TDE
Hoogstraat 2 kluisdreef 11 Bieweg 11
2930 2970 3582
Brasschaat schilde Beringen
Mr
zelfstandige zaakvoerder Raadgevend ingenieur Zaakvoerder
Gerhagenstraat 63
3980
Tessenderlo
Mr.
Zaakvoerder
TEC bvba BVBA J.P. Beerens
Mr. Ing.
Privé
Morkhovenseweg 45/4 Morkhovenseweg 45/4 Alfonslaan 32
Architect
Adveplan Shanks Vlaanderen Sanidetectif Sanidetectif Artex BVBA AVLwoningbouw Promatec BVBA CETS bvba BDH Consultants cbva Craenhals
[email protected] [email protected] [email protected]
016/81 57 97
[email protected] [email protected] [email protected]
+32476320119
[email protected] [email protected] 014/61 58 47
[email protected]
Belgie belgië Belgie
014/71 31 74 0497/82 32 73 03.651.93.12 0494/71.11.84 011/433664
03/385.35.74 011/433664
[email protected] [email protected] [email protected]
B
013-67 59 15
013-29 09 92
[email protected]
België
09 361 04 31
09 356 95 36
9400 Ninove
Belgie
054 32 22 76
054 33 02 79
[email protected] [email protected] [email protected]
8800 2570 2570 9200
Roeselare Duffel Duffel Dendermonde
Belgie Belgie Belgie Belgie
051 22 66 35 015 30 71 00 015 30 71 00 052 25 83 70
051 25 47 06 015 30 71 04 015 30 71 04 052 25 83 75
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Watermolenstraat 67 Koepoortstraat 28 Regenbeekstraat 7b2 Beukheuvel 65 Beukheuvel 65 Kerkstraat 65
[email protected]
Wijsmagerkiezel Vierwegenstraat 46 Azalealaan 19 Koekoeklaan 13
3670 9032 2531 9000
Meeuwen Gent Vremde Gent
Belgie Belgie België België
089 41 17 50 09 253 80 36
089 47 17 50 09 253 41 38
09 220 27 08
09 221 87 74
Heernislaan 85
9000
Gent
België
0486 76 21 25
[email protected] [email protected] [email protected]
[email protected]
ect Mr
Hendrickx
Peter
Van de Velde
Peter
Beuren de Baere
Axel Eddy
Mr
Denys
Koen
Dhr
Despierre
Marc
Dhr.
Desaeger
Veerle
Englebert
Philippe
Bellengé
Sam
De Ridder
Karen
Merckx
Walter
Mr
REG-adviseur
AUGUSTYNIAK
Herman
Mr
Morel Geets
Jan Katleen
Mevr
Veiligheidscoördin ator zaakvoerder architecte projectmedewerks ter
sebrechts Hacour Vanhove
bruno Patrick Frank
Mr Mr dhr.
van Kouteren
Alfons
ir.
DE CUYPER
GEERT
MR
Jacquemyns
Chris
Mr
Loots
Sophie
mvr
Dhr
energiedeskundig e
veiligheidscoördin ator Zaakvoerder Zelfstandig interieurarchitect coördinator
Zaakvoerder
Heticon bvba
Gilainstraat 59
3300
PL Consult
Brouwershuis 19 Sint Godelievedreef 26 Voordestraat 11
3582 Koersel Sint Kruis 8310 Brugge 9920 Lovendegem
Antoon Viaenestraat 14 Kapelstraat 255
8200
db & L safety partners bvba Energieadviesb ureau Syntra-West Oostende docent opleiding EAP Veerle Desaeger All Ontwerp Buro PhE Sam Bellengé architect Greet Ceulemans Milieu-advies bvba PBE Privaat
Technimo Stebo vzw Evence Coppéelaan 91, 3600 Genk, (t)089/ 32 95 30 sebrechts Zaakvoerder Endaph Docent EAP Syntra West Oostende Het Huis te Lande ENERGIEDESKU ENERGIECON NDIGE SULT Toekomstig zelfstandig energiedeskundi ge duurzaamheidsam gemeente
Tienen
016/82.15.05
e
[email protected]
België
016/82.54.96
Belgie
011 45 16 22
Belgie Be
050 67 31 10 0479/92 94 50
050 67 31 12 09/328 64 52
[email protected] [email protected]
Brugge
Belgie
050 349352
050 348350
[email protected]
8450
Bredene
België
+32(0)495/56.17. 28
+32(0)59/50.0 9.90
[email protected]
Veluwestraat 48
2800
Mechelen
Belgie
Raapakkerlos 9
9890
Baaigem
België
Joe Englishstraat 3
2140
Borgerhout
België
Berlarij 104
2500
Lier
België
03/491 95 65
kderidder@greetceulemansmilie uadvies.be
Diestsesteenweg 126 Hoveniersdreef, 78
3210
Lubbeek
Belgie
016/62 99 13
[email protected]
3001
België
0477 / 31 77 47
[email protected]
Belsbruggestraat 4 Brugstraat 11 bus 4
8570 3580
Leuven (Heverlee) Anzegem Genk
België België
056/68 90 22 011/28.57.21
remparden 4 bis Groenedaellaan 10 Langestraat 39
9700 2500 8620
oudenaarde Lier Nieuwpoort
belgië België Belgie
0486.45.65.93 058/231565
Willem De Blockstraat 18 MAJOOR VAN LIERDELAAN 3 Hof Ter Bollen 50
2880
Hingene
België
0476-678 847
9500
BELGIE
0473/88.66.71
2870
OVERBOELAR E Liezele
België
+32 3 899 40 29
Kontichstraat 19
2650
Edegem
België
P;
[email protected]
[email protected] 09/ 362 93 69
09/ 362 93 69
[email protected] [email protected]
056/68 90 22
058/231565
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
054/50.00.43
[email protected] [email protected]
[email protected]
41
btenaar Van den Bruele
Dirk
Mr.
Mees Willaert
Kris Evelien
Mevr
Maertens Seuntjens Verjans Vandormael De Nil
Eric Rudy Ivo Wouter Hans
De Rouck Luyten Martens Meire
Dirk Sofie Xavier Luc
Hendriks
Jos
Roelands Tack
Alex Pieter
Maris Vandenberghe FAINGNAERT
Wim Carlo NICOLA S
van Bussel Dockx Sibille Verhofstadt Vlemmix Van Aperen
Peter Joke Pierre Geert Guido ivo
Nauts Willemse
Johan Roel
Van Hemelryck Arickx
Luc Jan
volders Bleukx Johan
michel Peter Naets
42
architect Lesgever zaakvoerder
Zaakvoerder gedelegeerd bestuurder zaakvoerder Reg adviseur Bedrijfsdeskundig e bouw
lector
Mr
Zaakvoerder lector
Reg adviseur Thermografie Deskundige
Edegem Studiebureau VDS Kris Mees Dialoog vzw Syntra Project 02 2 B-safe 2 B-safe DN nv De Rouck & co Daxair WVEM DLV int.Supplies bvba Katho Departement VHTI Ecotechnieken Technisch Bureau Verbrugghen vzw
Mr.
Mr Dhr
9450
Haaltert
België
Hollebeekstraat 27/1 Blijde Inkomststraat 109 Waterhoekweg 20 Paterstraat 51 Ganzendries 194 Ganzendries 194 Stationsstraat 15
2660 3000
HOBOKEN Leuven
BELGIE België
0496/06.59.72 016 23 26 49
016 22 21 31
[email protected] [email protected]
8820 2300 3300 3300 2745
Torhout Turnhout Tienen TIENEN Opwijk
Belgie Belgie Belgie Belgie Belgie
050 21 47 74 014 72 47 64 016 810 174 016 810 174 0475 73 84 44
014 72 47 65 016 823 693 016 823 693 052 55 01 66
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Moodseweg 6 Benedictijnenlaan 2 Antoinettelei 9 Hoogstraat 37 - 41
9680 3010 2930 8000
Maarkedal Kessel-Lo Brasschaat Brugge
Belgie Belgie Belgie Belgie
055 31 90 89 016 46 48 60 0475 89 84 67 050 44 77 11
055 31 09 85
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Rijkelestraat 28
3550 Heusden-Zolder
Belgie
0495 29 25 84
011 60 90 69
[email protected]
[email protected]
Helmstraat 6 Doorniksesteenweg 145
2950 Kapellen 8500 Kortrijk
Belgie Belgie
0478 55 99 03
03 605 76 99
[email protected] [email protected]
Predikboomstraat 25
8650 Klerken
Belgie
0478 62 28 53 02 753 40 82 0497/52.73.34
070 70 11 22 02 753 75 09
[email protected] [email protected] [email protected]
Fr. Burvenichstraat 172
Leeuwerikstraat 7 Gulledelle 100 Gulledelle 100 Molenvoetweg 27 Ganzenstraat 41 Zaakvoerder REA - Rationeel Collegelaan 12 Energie Advies Technisch Prov.Inst.voor deskundige Hygiëne Projectmedewerke BECO België Sint Elisabethstraat r 38a Pullesebaan, 41 AG Haven Esplanadestraat Oostende motstraat 29 K.U.Leuven Eendebroekstraat 8 Technisch Provincie Koningin Elisabethlei Deskundige Antwerpen 22 BIM-IBGE BIM-IBGE 2 Consult bvba
Ing.
Larestraat 3
9050
Gentbrugge
België
3910 1200 1200 2547 2440 2140
Neerpelt Brussel Brussel Lint Geel Borgerhout
België Belgie Belgie België BE Belgie
014/72.06.04 0497 577 614
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
03 240 53 59 03 270 16 49
[email protected] vant.be
[email protected]
2060
Antwerpen
België
2290 8400
Vorselaar Oostende
België Belgie
3580 3012 2018
beringen Wilsele Antwerpen
belgië België België
0498-164147 02 775 78 38 02 775 78 38
02 775 76 79 02 775 76 79
03 270 16 16
[email protected] [email protected] 011-454588 0485/160599 032591258
[email protected] [email protected] [email protected]
Bruggeman laevaert Moortgat
Marc jeroen Jan
Vandenbussche
Jurgen
De Hoon Somers Veugelen
Kris Willy Luc
Mr
DE COCK
Eddy
Mr
De Groote Cuyvers
Wim Steven
Kwanten Pieters Carrette Van den Dorpel
Patrick Hugo Patrick Luc
reusen Ten Haaf
mevr.
Carens Andelhofs Van Haelst
sabine Jan Hilde Godeliev e Dirk Joost
PEETERS
RENE
Mr.
KWANTEN De Hert Timmermans
Leo Frank Goéric
dhr. Mr Mr.
van Veen PUTTEMANS
Paul Rik
Mr
REYNDERS D Hondt
Maurice Bernard
ing Mr
Willocx
Eddy
Mr
Mr
Energiedeskundig e zaakvoerder
Zaakvoerder AAS zaakvoerder
Zaakvoerder project ingenieur Adviseur architect Statistiek Reg adviseur Mr
Docent
ARCHITECT
Consultant
Commercieel Technisch Adviseur
Zaakvoerder
JRN BVBA Natuurlijk Persoon VDB woningservice Atelier 20+03 bvba ing. Expertisebureau CFA
E-ster Reus NV Centrum Duurzaam bouwen Electrabel Gedis Energiedeskund ige in opleiding architect Syntra
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap SYNTRA GENK De Tegelman SYNTRA Genk DevelopmentEnvironment EB Solutions ROCKWOOL BELGIUM NV
Draperiestraat 7 vosweg 51 Vrijheidstraat 58 Oedelemsesteenweg 41 Graatakker 5b1 Heidestraat 11 a Leuvensesteenweg, 272 Liersesteenweg 116 st.denijslaan 64 Kollegestraat 52
Marktplein 7 Zwaanaarde 127
8940 Wervik 3190 boortmeerbeek 9140 Temse
8340 Sijsele 2300 Turnhout 2520 Ranst 3390 Sint-JorisWinge 2220 Heist-op-denBerg 9000 Gent 2440 Geel
3550 9112 8500 2018
Heusden Zolder Sinaai Kortrijk Antwerpen
Belgie belgie België
056 313535
Belgie
0479 73 40 37
Belgie Belgie B
014 68 74 05 03 485 78 93 0495/52.10.20
016/63.30.30
Belgie
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Belgie Belgie
0494 346669 014 58 65 50
Belgie Belgie Belgie Belgie
011 51 70 56 03 772 22 58 056 320485 03/2389180
Harmoniestraat 116/37 leopoldlaan 18 Terwouwenstraat 81
2400 mol 3800 Sint Truiden
belgië Belgie
014587781 0473 340610
Binnenveld 43 Markiesstraat 1
3971 Leopoldsburg 1000 Brussel
Belgie Belgie België
011 348016
STEENAKKER 39
3600
GENK
BELGIE
089/305973
Lillerbaan 115 Langenakker 122 Terhulpsesteenweg 311 Rozenlaan 5 CLUSTER PARK Romboutsstraat 7
3950 3830 1170
KAULILLE Wellen Brussel
BELGIË België BELGIE
2960 1932
Brecht Zaventem
3700 1852
8600
consultant Bilzersteenweg 414 Werkloos - EAP Obbergenkouter 16 student Syntra Genk WILTECH Grintweg 12
[email protected] [email protected] [email protected]
014 587203
011 57 12 87
0479/251721
wimdegroote@e-ster
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] n.be 089/305973
[email protected]
0477 / 72 20 30 011/702457 0473/75 09 29
02/675 88 21
[email protected] [email protected] [email protected]
B Belgium
03 2361025 02 715 68 03
02 715 68 72
[email protected] [email protected]
Tongeren Beigem
België België
0498 46 49 51
Diksmuide
Belgie
051/55 54 69
[email protected] [email protected]
051 / 55 59 39
[email protected]
43
Van Spaendonk
Erich
Dhr
Zaakvoerder
ROSELETH
Peter
Mr.
enerie-auditeur
De Hert
Frank Michel Guido
Poppe Torfs
Alex Johan
Van Looy Jamaer
Lucien Geert
Beke
Joost
Vervaet Stevens Masschelin Arnouts
Sabien Gerard Mark Renaat
Heuvelmans LENS
Emiliano NICOLE
Crabbé
Claude
Vannitsen Opdeweegh Willems
Pascal Jan Pia
Mevr
Dhoore
Michel
Mr
Paul
Vrancke n Geert
Willemsen Bruneel
Kris
Fourez
Benoit
44
Zurkelberg, 13
2250
OLEN
Belgie
014/22 15 10
[email protected]
Frans Vanderlindenlaan 16
8500
KORTRIJK
België
056/20.57.57
[email protected] [email protected]
Wuyts Vangheluwe
Neckebroeck
ATSEngineering Real-Eco
architect BVBA D'Yper
energiedeskundig e zaakvoerder
MVR.
Mr
Projectingenieur ADVISEUR
E75 plus Bureau voor expertise & architectuur Bureau voor expertise & architectuur
Oudburgsweg 27 Warandestaat 92 Dendermondebaan 58
st. martens 9830 Latem 8560 Moorsele
Belgie Belgie
0495 844 097 0475 60 10 59
9240 Zele
Belgie
052447592
[email protected] [email protected]
Spalbeekstraat 142 Ertbeekstraat 15
3510 Kermt 3500 Hasselt
Belgie Belgie
0486 125011 011 72 52 32
[email protected] [email protected]
Deinse Horsweg
9031 Gent/Drongen
Belgie
09 236 54 34
09 227 61 56
[email protected]
Deinse Horsweg Herestraat 24
9031 Gent/Drongen 3721 Vliermaalroot
Belgie Belgie
09 227 61 56
België
09 236 54 34 011 37 72 46 0478 652826 0476/706.621
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Belgie B
0473 87 74 83 + 32 2 706 8013
014 58 72 03 + 32 2 706 7988
Privé
Kalmthoutsesteenwe g 348
2920
Reus NV AGORIA
Kollegestraat 52 reyerslaan, 80
2440 Geel 1030 brussel
NBC bvba adviseur Arcadis Gedas duurzaam bouwen /docent startend Green Energy zelfstandige Creations Opleiding Syntra startend Green Energy zelfstandige Creations Willemsen KFM Energiedeskundig e Ministère de la Région Wallonne -
Kalmthout
Schoonaerde 50 Clara Snellingsstraat 27
3290 2100
Diest Deurne
België Belgie
03/360 83 00
Zakske 3
8000
Brugge
België
0485 373217
Heidestraat 32
3550
Heusden-Zolder
Belgium
Meerhem 149H
9000
Gent
België
09 282 73 46 056 41 80 65
03/ 360 83 01
[email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected]
0486 286763
[email protected] [email protected]
Ambachtstraat 46
8660 De Panne
Belgie
0472 899492
02 700 55 45
[email protected]
Avenue Prince de Liège 7
5100 Jambes
Belgie
081 33 55 05
081 335511
[email protected]
Jumel
Isabelle
Direction Générale des Technologies de la Recherche et de l'Energie Ministère de la Région Wallonne Direction Générale des Technologies de la Recherche Avenue Prince de et de l'Energie Liège 7
5100 Jambes
Belgie
081 33 55 05
081 335511
[email protected]
45
Collecting Data from Energy Certification to Monitor Performance Indicators for New and Existing buildings
Model Project 7 / Belgium
Verwerking en analyse van officiële EAP-auditgegevens voor bestaande eengezinswoningen
– Gedetailleerd rapport (deel 2/2) – VITO Mol, Belgium April 2008 with the support of
Contract N°: EIE/05/097
Coordinator:
Institut Wohnen und Umwelt, Darmstadt / Germany Project duration: Jan 2006 - Dec 2008
The sole responsibility for the content of this publication lies with the authors. It does not necessarily reflect the opinion of the European Communities. The European Commission is not responsible for any use that may be made of the information contained therein.
Authors:
Nathalie Devriendt (VITO) Dries Maes (VITO) Bianca Tomasetig (VITO) Guy Vekemans (VITO)
published by VITO, Mol, April 2008
VITO Boeretang 200 B 2400 Mol www.vito.be
INHOUDSOPGAVE ABSTRACT................................................................................................................................................................ 6
1
INLEIDING........................................................................................................7
2
Wetgevend kader................................................................................................9
2.1
Europese richtlijn 2002/91/EG van 16 december 2002 ............................................................. 9
2.2
Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen ................................. 10
2.3
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2005 houdende de erkenning als energiedeskundige voor woningen en houdende de uitvoeringsvoorwaarden van de energie-audit voor woningen ................................................................................................... 11
2.4
Besluit ...................................................................................................................................... 11
3
Gegevens verzamelen via EAP.........................................................................12
3.1
Opbouw van het EAP-programma.......................................................................................... 12
3.1.1
Algemeen gedeelte .................................................................................................................... 12
3.1.2
Schil.......................................................................................................................................... 13
1)
Ingeven van muren.................................................................................................................................... 14
2)
Ingeven van vloeren .................................................................................................................................. 15
Ingeven van plafond of dak ......................................................................................................................................... 17 3)
Ingeven van openingen.............................................................................................................................. 17
4)
Berekening oppervlakte............................................................................................................................. 20
3.1.3
Verwarming .............................................................................................................................. 22
1)
Productie .................................................................................................................................................. 23
2)
Distributie................................................................................................................................................. 24
3)
Afgifte...................................................................................................................................................... 25
4)
Regeling ................................................................................................................................................... 25
3.1.4
Sanitair warm water................................................................................................................... 25
3.1.5
Resultaten en maatregelen.......................................................................................................... 26
3.2
Test-audits ............................................................................................................................... 28
1)
Resultaten en maatregelen schil ................................................................................................................. 28
2)
Resultaten en maatregelen verwarming ...................................................................................................... 31
3)
Resultaten en maatregelen sanitair warm water .......................................................................................... 31
4)
Besparingen.............................................................................................................................................. 32
5)
Samenvattende tabel met de belangrijkste waarden uit de 4 geauditeerde huizen ......................................... 32
3.3
Besluit ...................................................................................................................................... 35
4
Datamine...........................................................................................................36
4.1
Wat is Datamine ...................................................................................................................... 36
4.2
Werking Datamine................................................................................................................... 37
4.3
Besluit ...................................................................................................................................... 37
5
Verwerking van gegevens.................................................................................38
5.1
Structuur in MS Access ........................................................................................................... 38
5.2
Programmeren van gegevens in MS Access ............................................................................ 41
5.3
Samenvatting van de geprogrammeerde query’s.................................................................... 44
5.4
Programmeren in MS Excel .................................................................................................... 49
5.5
Besluit ...................................................................................................................................... 50
6
Analyse van de audit gegevens.........................................................................51
6.1
Analyse van de algemene gegevens.......................................................................................... 52
6.1.1
Resultaten.................................................................................................................................. 52
1)
Type gebouw ............................................................................................................................................ 52
2)
Ligging..................................................................................................................................................... 53
6.1.2
Analyse met andere databases .................................................................................................... 54
1)
Gebouwtype ............................................................................................................................................. 54
2)
Bouwjaar .................................................................................................................................................. 55
6.2
Analyse van de gebouwschil .................................................................................................... 56
1)
Compactheid............................................................................................................................................. 56
2)
Netto-energiebehoefte ............................................................................................................................... 58
6.3
Analyse van de verwarmingsinstallatie ................................................................................... 59
6.4
Analyse van U-waardes ........................................................................................................... 61
6.5
Opstellen van een typologie voor buitenmuren ....................................................................... 64
6.5.1
Berekenen van constante............................................................................................................ 65
6.5.2
Bestaande U-waarde uit EAP ..................................................................................................... 65
6.5.3
Buitenmuur met spouw en isolatie.............................................................................................. 66
6.5.4
Buitenmuur met spouw zonder isolatie....................................................................................... 69
6.5.5
Buitenmuur waarvan de spouw volledig opgevuld is met isolatie................................................ 71
6.5.6
Buitenmuur zonder spouw of isolatie ......................................................................................... 72
7
Besluit ...............................................................................................................76
8
Bijlage ...............................................................................................................77
8.1
Bijlage A................................................................................................................................... 78
8.2
Bijlage B................................................................................................................................... 83
8.3
Bijlage C................................................................................................................................... 88
8.4
Bijlage D................................................................................................................................... 96
8.5
Bijlage E................................................................................................................................. 100
8.6
Bijlage F................................................................................................................................. 104
8.7
Bijlage G ................................................................................................................................ 108
Referenties.................................................................................................................... 121 Figurenlijst ................................................................................................................... 123
ABSTRACT Verwerking en analyse van officiële EAP-auditgegevens voor bestaande eengezinswoningen in kader van Europese project DATAMINE Europa heeft een Europese richtlijn 2002/91/EG van 16 december 2002 over energieprestatie van gebouwen ingevoerd. Hierin werden de lidstaten onder andere verplicht om de energiecertificering van gebouwen in te voeren. De richtlijn heeft als doel het grote potentieel aan energiebesparende maatregelen dat in het bestaande gebouwenpark aanwezig is aan te spreken. Ook in België is dit energie besparingspotentieel aanwezig. Een eerste stap werd reeds enkel jaren geleden genomen door het ontwikkelen van de Energie Advies Procedure. Een audit methode voor bestaande woningen die de gebouwenschil en installatie op zijn energieverbruik onderzoekt. Hiervoor worden EAPauditeurs speciaal opgeleid. De gegevens komende van deze audits worden in databases verzameld. De gegevens uit de audits bevatten nuttige informatie over het bestaande gebouwenpark in België, waarover tot op heden weinig detail informatie beschikbaar is.
In dit onderzoek werden de EAP-gegevens geanalyseerd met volgend concreet doel: -
-
Enerzijds de analyse van de EAP-gegevens die het EAP-programma valideren, de fouten detectie, het verder ondersteunen van de gegevens zodat ze een instrument kunnen worden voor beleidsopvolging. Anderzijds werden de U-waardes van bestaande gebouwen verder geanalyseerd, met als doel een typologie te creëren voor de buitenmuren. De muren worden onderverdeeld volgens bepaalde eigenschappen, om achteraf via een minimum aan standaard variabelen te voorspellen wat de U-waarde van een bepaald soort muur is.
De resultaten van deze analyse leveren een bijdrage aan een groter geheel, namelijk: -
Een gedetailleerde kennis van het gebouwenpark in België. De controle van nieuwe uitgevoerde audits, of ze correct zijn uitgevoerd, aan de hand van controlewaarden waarbinnen bekomen waarden moeten liggen. Een snellere berekening van de U-waarde door gebruik van de typologie voor buitenmuren. Het gebruik van deze data voor beleidsondersteuning van de overheid.
De data werden bekomen door de gegevens van de audits te exporteren naar een database verwerkend programma. Door programmatie van de interface werden de gegevens verwerkt tot bruikbare getallen. Deze werden statistisch geanalyseerd en in grafieken verwerkt. Nadien werden de resultaten besproken en bouwkundig geïnterpreteerd om tot zinvolle besluiten te komen.
1
INLEIDING
Tegenwoordig staan problemen van natuurrampen zoals orkanen, smelten van ijskappen enzovoort meer en meer in de belangstelling. De opwarming van de aarde is hier de grote oorzaak van.
Om dit tegen te gaan hebben 164 landen over heel de wereld een
overeenkomst getekend om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen met gemiddeld 5% t.o.v. 1990. Voor Portugal is dit bijvoorbeeld 27%, voor België ‘slechts’ 7,5%. Deze overeenkomst is het protocol van Kyoto en moet tegen 2008-2012 volbracht zijn. [Kp07] Om het Kyoto-protocol te halen moeten verschillende energiebesparende maatregelen ingevoerd worden. De Europese Commissie is daardoor tot een besluit gekomen om de energie-efficiënte van gebouwen te verbeteren. De verwarming van gebouwen neemt 40% van het eindverbruik van energie voor zijn rekening. Industrie en transport horen eveneens tot de grote verbruikers. De woningbouw is nog steeds groeiende en daardoor één van de belangrijkste verbruikers van energie. Een recent krantenartikel van vrijdag 16 februari 2007, meldt dat de uitstoot van broeikasgassen in ons land voor het eerst structureel gedaald is onder het niveau van 1990. De cijfers zijn een inschatting op basis van de informatie die half 2006 beschikbaar was over 2005. In 2005 werden er 143,8 miljoen ton CO2-equivalenten de lucht in gepompt. Dit is een daling van 2,1% ten opzicht van het referentiejaar 1990. De daling is vooral te danken aan de vooruitgang in de industrie, landbouw en afvalverwerking. De verwarming van gebouwen en het transport hebben nog een grote marge om de CO2 uitstoot te verminderen.[Av07] In Vlaanderen ontwikkelde VITO, in samenwerking met het WTCB een audit methode EAP (=Energie Advies Procedure) dat de energieprestaties van bestaande woningen in kaart brengt. Deze audits worden momenteel op vrijwillige basis uitgevoerd en hebben als doel de gebouweigenaar bewust te maken van de al dan niet energiezuinigheid van zijn gebouw. Uit deze audits kan de overheid veel nuttige gegevens verkrijgen en meer inzicht verwerven in het gebouwenpark.
Gegevens over huizen zoals energieverbruik en de
aanwezigheid van isolatie kunnen zo op een brede schaal in kaart gebracht worden. De bedoeling van dit onderzoek is om, via door een Europese projectgroep opgestelde interface, de energetische gegevens komende uit EAP om te zetten naar internationaal vergelijkbare waarden, om vervolgens analyses te maken die het EAP-programma verder ondersteunen en een instrument kunnen worden voor beleidsopvolging. Deze analyses
vormen een tweede fase in het onderzoek. De analyses worden gekoppeld aan andere gegevens afkomstig van enquêtes en worden vergeleken met EAP. In een derde deel komt de typologie aan bod, dat als doel heeft het vereenvoudigen van het EAP-programma. In 2008 wordt een certificaat verplicht indien personen een huis kopen of huren. Dit certificaat moet aantonen hoe energiezuinig het gebouw is. Bij het invoeren van een verplichte certificering, wenst de overheid gebruik te maken van een eenvoudige methode die beperkt is in tijd en middelen. Zij zoeken naar een goed evenwicht tussen voldoende gegevens om het huis te certifiëren en vele details. Dit kan door op zoek te gaan naar bepaalde gegevens die veel tijd vergen bij het ingeven. Een voorbeeld van dit is de U-waarde. Elke muur in een huis heeft een U-waarde dat afhankelijk is van de opbouw (buitenmuur, spouw, isolatie, binnenmuur). Indien er een typologie kan opgesteld worden, dat in één keer de U-waarde van een muur geeft door slechts twee eenvoudige en snel op te meten parameters, kan de duur van een audit danig vereenvoudigd worden.
9
2
Wetgevend kader
2.1
Europese richtlijn 2002/91/EG van 16 december 2002
De Europese richtlijn 2002/91/EG van 16 december 2002 heeft als doel het stimuleren van verbeterde energieprestatie van gebouwen om zo bijdrage te leveren aan de Kyoto norm. Volgende eisen worden van kracht. •
Ontwikkeling van een methode voor de berekening van de geïntegreerde energieprestatie van gebouwen
•
Toepassing van minimumeisen voor nieuwe gebouwen en grote renovaties
•
Energiecertificering van gebouwen
•
Een
regelmatige
keuring
van
centrale
verwarmingsketels
en
airconditioningsystemen in gebouwen en een eenmalige totale keuring van verwarmingsinstallaties waarvan de ketel ouder is dan 15 jaar.
Op 16 december 2002 heeft de Europese Commissie de richtlijn 2002/91/EG goedgekeurd, met als doel het verbeteren van de energieprestaties van gebouwen. Concreet wil dit zeggen dat de lidstaten een programma moeten opstellen waarmee de energie-efficiënte van gebouwen in kaart wordt gebracht. Het is de bedoeling om met een zo gering mogelijk energieverbruik te voldoen aan de thermische eisen van de bewoners van het gebouw, zonder dat de essentiële eisen van het gebouw belemmerd worden. Met essentiële eisen wordt bedoeld de veiligheid, toegankelijkheid, gebruiksbestemming en gezondheid van het gebouw. Het programma dat door elke lidstaat wordt opgesteld moet rekening houden met de plaatselijke klimatologische omstandigheden. Dit wil zeggen dat het programma dat in België gebruikt wordt niet zou kunnen toegepast worden in een ander land waar er een warmer of droger klimaat heerst. De energieprestaties van een gebouw dienen berekend te worden met een bepaalde rekenmethode waarbij rekening wordt gehouden met de isolatie, het ontwerp van het gebouw en de installaties van airconditioning en verwarming. Wanneer zo een programma toegepast wordt voor een gebouw, noemt dit een audit. Deze mogen enkel uitgevoerd worden door erkende deskundigen. Het resultaat van deze audit is een certificaat. Met dit certificaat zal de toekomstige eigenaar of huurder van een gebouw meer weten over de energieprestaties van het gebouw. Dit certificaat is te vergelijken met
10
het label van een koelkast, wasmachine. Het is een quotering van A tot E, waarbij A staat voor een zeer goed gebouw op energetisch vlak. Bij nieuwbouw wordt met een andere methode gewerkt. Er wordt geen certificaat meer opgesteld, maar het gebouw dient te voldoen aan bepaalde bouwvoorschriften. Aan de hand van de plannen van de nieuwbouw wordt er gekeken of het gebouw aan de minimumeisen voldoet. Indien deze niet voldoen mag de eigenaar de werken niet starten en dienen de plannen aangepast te worden. Een andere maatregel die door de Europese commissie werd ingevoerd is onderhoud en controle van verwarmingsketels en airconditioningsystemen.[EE03]
2.2
Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot
vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen Indien aan een gebouw eisen worden opgelegd betreffende het E-peil, verstrekt de aangifteplichtige gelijktijdig met de EPB-aangifte, een energieprestatiecertificaat dat onder andere volgende onderdelen bevat: •
Datum van ingebruikneming van het gebouw
•
Het resultaat van de EPB-berekening
•
Referentiewaarden met betrekking tot geldende minimumeisen.
•
Eventuele
aanbevelingen
voor
de
kostenefficiënte
verbetering
van
de
energieprestatie van het gebouw •
De opmaak van het energieprestatiecertificaat gebeurt op basis van een software die ter beschikking wordt gesteld door de administratie.
Het certificaat heeft een
geldigheidsduur an tien jaar en wordt doorgegeven aan de nieuwe eigenaar bij verkoop van het huis.[VR05,09]
11
2.3
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2005 houdende de
erkenning als energiedeskundige voor woningen en houdende de uitvoeringsvoorwaarden van de energie-audit voor woningen Sinds 1 januari 2006 is er de invoering van de EPB. EPB staat voor Energie Prestatie en Binnenklimaat.
De EPB-regelgeving houdt in dat nieuwe huizen aan bepaalde eisen
moeten voldoen. Zo is er de verandering van de K55 naar K45, het E-peil en het voorzien van ventilatie in huis. Uiteraard is dit alleen mogelijk voor nieuwe huizen. Bestaande gebouwen kunnen niet meer aan deze verwachtingen voldoen, of ze moeten een grondige renovatie ondergaan. Om te weten te komen waar en wat in een huis aan renoveren toe is, kan een audit uitgevoerd worden door energiedeskundigen die daarvoor speciaal zijn opgeleid. Het is deze audit dat de basis vormt van het zogenaamde EAP-programma of de “Energie Advies Procedure”. Het is een programma en ook een audit methode waarin bekomen gegevens worden verwerkt tot waarden en labels die aangeven hoe energiezuinig een woning is. Het besluit van 17 juni 2005 bepaalt welke stappen iemand moet ondernemen om een energiedeskundige te worden, aan welke regels hij zich moet houden en wat de opleiding zoal voorstelt. [VR05,10]
2.4
Besluit
Van de Europese richtlijn 2002/91/EG is de toepassing van de minimumeisen al van kracht. Dit door de invoering van de EPB begin 2006, dat begin 2007 verplicht toe te passen was. De ontwikkeling van het energiecertificaat en de berekeningsmethode zijn nog in hun ontwerpfase en moeten afgerond zijn tegen einde 2007. Voor de keuring van de verwarmingsketels is al een eerste zet gebeurd.
12
3
Gegevens verzamelen via EAP
Om de gegevens van EAP te kunnen interpreteren, is eerst een grondige kennis van EAP vereist. De achterliggende structuur moet begrepen zijn zodat toekomstig programmeer werk wordt aangepakt met termen die gekend zijn. Dit wordt verkregen door eerst lessen theorie te volgen om vervolgens 2 huizen te auditeren. In het hierna volgende voorbeeld wordt het EAP-programma besproken aan de hand van één van de uitgevoerde audits.
3.1
Opbouw van het EAP-programma
Het programma is onderverdeeld in zes delen •
Algemeen gedeelte
•
Schil
•
Verwarming
•
Sanitair Warm Water
•
Ventilatie
•
Zomercomfort
Hiernaast worden de resultaten en maatregelen bekeken samen met enkele voorbeelden uit de test-audits. Ventilatie en zomercomfort zijn twee onderdelen die momenteel nog niet veel gebruikt worden. Ze behoren niet tot het verplicht in te vullen gedeelte en worden daarom in dit onderzoek niet verder uitgelegd. Analyses ervan worden daardoor niet gemaakt. 3.1.1
Algemeen gedeelte
Het algemeen gedeelte omvat de algemene informatie van het huis, de auditeur en de aanvrager. Namen en adressen komen aan bod, alsook de situering van de woning. Het belangrijkste in dit gedeelte is het beschermd volume. Het beschermd volume van het gebouw is het volume van alle lokalen van het gebouw dat beschermd moet worden tegen warmteverlies naar buiten toe, naar de grond toe of naar aangrenzende ruimten die niet tot het beschermd volume behoren.
13
3.1.2
Schil
Met schil wordt bedoeld de muren, vloeren en daken van het gebouw. Er wordt op zoek gegaan naar hoe bijvoorbeeld de muren zijn opgebouwd en EAP bekomt zo een U-waarde voor elke muur apart wat dan weer resulteert in een label voor elke muur. Het is duidelijk dat een huis meerdere soorten muren kan bevatten met elk een andere samenstelling. Elke muur zou zo weinig mogelijk warmte mogen verliezen zodat de warmte in het beschermd volume blijft. In oudere huizen komen muren zonder isolatie in de spouw nog veel voor. Indien de eigenaar beweert dat een muur geïsoleerd is, en de auditeur dit ter plaatse vaststelt, dan moet die informatie beschouwd worden als zijnde “gecontroleerd ter plaatse”. Indien dit niet ter plaatse kan gecontroleerd worden, of er zijn geen plannen meer beschikbaar, dan mag er niet vanuit gaan dat dit ook werkelijk zo is. De U-waarde (vroeger de K-waarde) drukt de hoeveelheid warmte uit die per 1 m² en per graad temperatuursverschil tussen de ene en de andere zijde van bijvoorbeeld een muur doorgelaten wordt. De waarde geeft de mate van isolatie van de muur aan. Een hoge Uwaarde betekent een slecht geïsoleerde muur. De eenheid is W/(m².K) en de U-waarde kan berekend worden uit volgende formule. q = U . ∆T met q het warmtedebiet (verlies) per vierkante meter. U=
1
[BV05]
1 d 1 +∑ + hi λ he
hi, he = warmteoverdrachtscoëfficiënt respectievelijk binnen- en buitenzijde. d = dikte
λ = warmtegeleidingscoëfficiënt
14
Achtereenvolgens worden volgende onderdelen overlopen
1)
•
Ingeven van muren
•
Ingeven van vloeren
•
Ingeven van plafond of dak
•
Ingeven van openingen
•
Berekenen van de oppervlakte van elk onderdeel
Ingeven van muren
Figuur 3-1: ontleden van muren
15
In Figuur 3-1 staat bovenaan M1 of muur 1 geselecteerd.
Het gaat hier om een
buitenmuur. Dit wordt dan ook duidelijk gemaakt door “buitenlucht” in het paarse vakje aan te klikken. Onderaan is de indeling van deze muur te zien. Het gaat hier van buiten naar binnen om een laag halfzwaar metselwerk van 10 cm, een niet geventileerde spouw van 6 cm en een laag licht metselwerk van 14 cm. Bovenaan komt het resultaat dan tevoorschijn en staat er bij de U-waarde 1,09 W/m²K wat voor deze muur een C-label betekent. Een A, B en C label staan voor geslaagd op gebied van energiezuinig. D en E staan voor onvoldoende. Een nevenvorm als A+ bestaat ook en staat voor zeer energiezuinig.
Figuur 3-2: evaluatie schaal
Indien de samenstelling van de muur niet gekend is, kan de auditeur nog altijd via enkele hulpmiddelen de samenstelling van de muur achterhalen. Onderaan de muur zijn meestal open stootvoegen aanwezig. Door met een vouwmeter tot aan het einde van de spouw te meten (zonder isolatie), kan zo de breedte van de spouw bepaald worden. Indien er een zolder aanwezig is, zijn daar meestal delen die minder goed afgewerkt zijn en die de samenstelling van de muur verraden. Opgelet met mandelige muren.
Deze komen in rijhuizen en hoekhuizen voor.
De
mandelige muur is de gemene muur die door de twee huizen gebruikt wordt. Indien er een mandelige muur is, mag deze niet ingegeven worden bij de berekeningen. De muur zorgt immers voor gratis warmte van de ene naar de andere woning en dit in beide richtingen.
2)
Ingeven van vloeren
Dit heeft in principe een gelijkaardig verloop als bij de muren. Eerst wordt er ingegeven over welke vloer het gaat. Dan worden de verschillende lagen genoteerd en vervolgens krijgt de vloer een label.
16
Opgelet voor het volgende: indien het een vloer op volle grond betreft, dus niet onderkeldert, moeten hier nog bijkomende gegevens ingevuld worden. Er is immers een groot warmteverlies naar de grond. Extra parameters zijn bijvoorbeeld de blootgestelde perimeter, de diepte van de vloer onder het grondoppervlak, de dikte van de muur in contact met die vloer. De blootgestelde perimeter is de totale lengte van de omtrek van de vloer waarvan de randen in contact zijn met een onverwarmde omgeving.
Figuur 3-3: warmte transmissie door de grond
De blootgestelde perimeter van een hoekhuis, te zien in Figuur 3-4, is de som van de lengten L1, L2 en L3. Bij een rijhuis is dit L4 + L5.
Figuur 3-4: rekenwijze perimeter
17
Ingeven van plafond of dak De samenstelling van het dak wordt ingevuld samen met de hellingshoek van het dak en de oriëntatie. Indien de hellingshoek 0° is, bij een plat dak bijvoorbeeld, dan wordt de oriëntatie niet ingevuld. De hellingshoek van een dak kan eenvoudig gemeten worden met een daarvoor ontworpen instrument. Men houdt de hellingsmeter met één zijde tegen het dakvlak, en de pijl geeft aan hoeveel graden de hoek bedraagt.
Figuur 3-5: hellingsmeter
3)
Ingeven van openingen
Elk raam en elke deur wordt afzonderlijk ingegeven, door het type raamwerk bijvoorbeeld hout of aluminium te kiezen, gevolgd door het type paneel of glas dat gebruikt wordt zoals enkelvoudige beglazing of dubbele beglazing met een gasvulling in de spouw. Om te kunnen controleren of het gaat over enkel of dubbele beglazing bestaat er een meetinstrument zoals te zien op onderstaande afbeeldingen.
18
Figuur 3-6: instrument om beglazing te typeren
Figuur 3-7: meting van de dikte van de beglazing
Om te beginnen moet het instrument worden vastgehouden zoals op de foto aangegeven staat en op de juiste hoogte zodat het instrument in één lijn waargenomen wordt. Twee gevallen worden er onderscheden. Ofwel zijn er twee weerspiegelingen te zien, ofwel vier. Indien er twee weerspiegelingen waargenomen worden, is het resultaat een enkelvoudige beglazing. Dan is de dikte het enigste dat moet berekend worden. Dit wordt berekend met behulp van de bolletjes die links op het instrument zijn weergegeven. Onder de bolletjes staan getallen. Dit zijn de overeenkomstige diktes in millimeter. Wanneer het instrument op de juiste hoogte wordt gehouden, zijn er twee weerspiegelingen. Hierbij is er 1 bolletje waarbij de 1ste weerspiegeling de 2de overlapt en is het getal onder het des betreffende bolletje de dikte van het glas.
19
Vier weerspiegelingen duidt op dubbele beglazing. Het meten van de glasdiktes is zoals bij enkel glas. Alleen wordt dit nu twee keer herhaald. Eén maal voor het binnenste glasvlak, een tweede maal voor het buitenste glasvlak. Om de dikte van de spouw te meten worden dit keer de holle en volle vierkanten gebruikt. Wanneer de tweede weerspiegeling van het volle vierkant in de derde weerspiegeling van het holle vierkant past kan de dikte van de luchtspouw afgelezen worden onder de vierkanten. De aanwezigheid van een lage-emissielaag is eenvoudig waar te nemen met een aansteker. Indien de kleur van de derde vlam in de weerspiegeling een blauwe, groene of rode kleur heeft duidt dit op de aanwezigheid van een lage-emissielaag.
Figuur 3-8: detectie lage-emissielaag
20
4)
Berekening oppervlakte
Een volgende stap is het berekenen van de oppervlaktes van de muren, vloeren en dak. Twee methoden worden toegepast. De projectie methode is de meest eenvoudige en wordt het meeste toegepast. Elke wand wordt horizontaal geprojecteerd op een verticaal vlak zoals getoond in Figuur 3-9 , en de bekomen oppervlakte wordt genoteerd. De oriëntatie wordt mee ingevuld.
Achteraf worden de verschillende soorten wanden over de
verschillende projecties verdeeld.
Figuur 3-9: horizontale projectiemethode
Dak en vloer worden verticaal geprojecteerd in een horizontaal vlak. Daarna verloopt dit zoals bij de horizontale projectiemethode.
21
Figuur 3-10: verticale projectie voor een plat en hellend dak
In een tweede stap worden de verschillende openingen verdeeld over de verschillende projecties. Door eerder de openingen correct te hebben gedefinieerd, wordt de verdeling over de muren eenvoudiger en vult het programma automatisch een gedeelte van de gegevens in.
22
3.1.3
Verwarming
Dit is het derde onderdeel van het programma dat de energieprestatie van een woning helpt te bepalen. Het verbruik van het verwarmingssysteem bepaalt in grote mate of er veel bespaard
of
verspild
wordt.
Rendementen
zoals
het
productierendement,
distributierendement, afgifterendement, regelrendement worden door het programma berekend om zo tot een totaal installatierendement te komen. De netto-energiebehoefte in MJ wordt berekend in het onderdeel “gebouwschil”.
De netto-energiebehoefte
vermenigvuldigd met het productierendement geeft het theoretisch rendement dat de woning nodig heeft om gedurende een standaard stookseizoen op 20°C verwarmd te worden. Via gegevens uit de energiefacturen berekent het onderdeel “verwarming” het werkelijk verbruik. Om het installatierendement ηi,reëel van de verwarmingsinstallatie te bereken is het nodig dat de installatie wordt opgedeeld in vier verschillende delen: •
ηd,reëel Distributierendement(--..--)
•
ηp,reëel Productierendement(…)
•
ηa,reëel Afgifterendement(-)
•
ηr,reëel Regelrendement(--)
•
Wanneer de vier rendementen worden ingevuld in volgende formule, wordt het installatierendement berekend. •
•
Op
volgende
η i ,reëel = η d , reëel ⋅η p ,reëel ⋅η a , reëel ⋅ η r , reëel
figuur
ziet
u
verwarmingsinstallatie afgebeeld.
de
verschillende
rendementen
van
de
23
Figuur 3-11: rendementen van een verwarmingsinstallatie
1)
Productie
Zoals te zien is in Figuur 3-12 handelt elk tabblad over één soort rendement. Bij productie wordt er naar het jaarverbruik gevraagd dat men kan terugvinden op de energiefacturen en naar het soort energiebron dat van toepassing is. Elk gezin dat als energiebron stookolie heeft, moet een onderhoudsattest kunnen voorleggen dat elk jaar moet vernieuwd worden. Hierop staan gegevens die nodig zijn om het productierendement te berekenen. Indien er met gas, hout of andere brandstoffen gestookt wordt, kunnen de gegevens afgelezen worden op de kenplaat van de ketel zelf.
24
Figuur 3-12: tabblad productie
2)
Distributie
Hier wordt alles behandeld wat te maken heeft met de distributie of beter gezegd het vervoer door de leidingen en mengkranen en dergelijke. De geïsoleerde en niet geïsoleerde leidingen zorgen voor het vervoer van warm water. De verschillende lengten van leidingen worden ingevuld omdat hier de basis ligt van het verlies van warmte doorheen deze leidingen. Een ander voorbeeld is het type circulatiepomp. Het kan een continue of onderbroken pomp zijn. Een continue circulatiepomp blijft bij inactiviteit steeds verder draaien wat het energieverbruik niet ten goede komt.
25
Figuur 3-13: tabblad afgifte
3)
Afgifte
Een afgifte toestel is een radiator, een convector, vloer- of muurverwarming. Het aantal toestellen moet genoteerd worden alsook de plaats waar ze zich bevinden. Dit kan voor een raam zijn, of tegen een binnenmuur.
4)
Regeling
Het type regeling kan zijn, een kamerthermostaat, ketelthermostaat, of een werking met een buitenvoeler.
Het onderscheid tussen manuele- en thermostatische radiatorkranen
heeft zijn belang bij de berekening van het regelrendement. De wisselwerking tussen de verschillende regelsystemen bepalen het regelrendement van de installatie. 3.1.4
Sanitair warm water
Hier zijn er twee mogelijkheden. •
Eén systeem voor heel de woning
•
Apart systeem voor keuken en badkamer
26
Indien er één systeem is voor heel de woning dan zit dit bij in het CV systeem ingewerkt. De verschillende systemen zijn onder andere het gasdoorstroomtoestel, gasvoorraadtoestel of elektrisch voorraadtoestel. Bij een apart systeem wordt er gevraagd naar de energiebron aangezien deze anders kan zijn dan het hoofd verwarmingssysteem. 3.1.5
[CV]
Resultaten en maatregelen
Indien alles correct wordt ingevuld, resulteert dit in resultaten en maatregelen. Al de resultaten die onvoldoende scoren kan een auditeur in zijn programma aanklikken en veranderen naar de noden van de bewoners. Dit heet dan “resultaten na renovatie”. Zo kan snel berekend worden wat het verbruik is indien bijvoorbeeld een 20 jaar oude verwarmingsketel vervangen wordt door een nieuwe en betere.
Let wel op, energie
besparen door een nieuwe ketel te plaatsen in een huis dat niet geïsoleerd is, heeft totaal geen effect aangezien de muren de warmte niet kunnen binnen houden. Maatregelen die toegepast kunnen worden zijn bij de schil •
Alles wat te maken heeft met het toevoegen van isolatie in muren daken en vloeren, of het aanbrengen van extra lagen of afdichtingen
•
Vervanging ramen
•
Vervanging deuren
bij de warmteproductie •
Afstelling en onderhoud brander
•
Vervanging brander
•
Vervanging ketel
•
Vervanging decentraal systeem
•
Plaatsen van luchtklep in afvoerbuis
•
Plaatsen kamerthermostaat met dag/nacht of weekprogramma
•
Sturing van brander via regeleenheid met buitenvoeler
27
bij de distributiekring en warmte-afgifte •
Isolatie van leidingen in onverwarmde ruimtes
•
Plaatsen van pompregeling (facultatief: wordt niet doorgerekend)
•
Aluminium folie achter radiatoren
bij de regeling binnentemperatuur •
Plaatsen thermostatische kranen
•
Plaatsen van een modulair systeem voor kachels
bij het verbrandingsluchttoevoer en rookgaskanaal (facultatief:worden niet doorgerekend) •
Voorzien luchttoevoer/afvoeropeningen indien niet aanwezig
•
Plaatsen van inox buis met isolatie en plaatsen van trekonderbreker
•
Verhogen of verplaatsen van de schoorsteenuitmonding
•
Plaatsen van een schoorsteenkap (ev. met beweegbare delen)
bij het sanitair warm water •
Plaatsen van spaardouchekoppen
•
Plaatsing van een zonneboiler
•
Vervanging van ketel
•
Isolatie van het voorraadvat
•
Isolatie van leidingen
28
3.2
Test-audits
De maatregelen van de uitgevoerde audit worden kort overlopen aan de hand van enkele duidelijke voorbeelden. Volgende onderdelen worden besproken
1)
•
Resultaten en maatregelen schil
•
Resultaten en maatregelen verwarming
•
Resultaten en maatregelen sanitair warm water
•
Besparingen
Resultaten en maatregelen schil
In Figuur 3-14 staat een voorbeeld van maatregelen die worden getroffen voor de gebouwschil. Links staat aangeduid over welke muur, vloer, dak of opening het gaat. De kolom Ht(%) staat voor het verlies van warmte in procent door deze muur, vloer, dak of opening. Het is belangrijk dat zeker de hoge waardes van het warmteverlies worden vervangen door lage. Zo staat de eerste muur voor de algemene buitenmuur rondom het huis welke blijkbaar niet geïsoleerd is. Door deze muur gaat 20,3% van de warmte naar buiten. Logisch, want deze muur beslaat een groot oppervlak. Andere die opvallen, zijn de vloer boven de kruipkelder met 16,9% en het niet geïsoleerd plafond met 32%.
29
Figuur 3-14: maatregelen schil
Door isolatie aan te brengen op enkele onderdelen, en akkoord te gaan met maatregelen te treffen kan het slechte label veranderd worden in een nieuw en beter label. De auditeur zelf brengt isolatie aan in het programma en kiest zelf de dikte ervan. Door isolatie van 5 cm aan te brengen kan de muur van een label C naar label A opgewaardeerd worden. De U-waarde is gezakt van 1,09 W/(m².K) naar 0,46 W/(m².K). De vloer krijgt een A+ label door vloerisolatie van 10 cm toe te voegen. Het dak gaat van een zeer slechte E naar een duidelijk verbeterde A door dakisolatie aan te brengen van 9 cm.
Figuur 3-15: renovatie schil
30
Het tabblad resultaten toont nu ook twee verschillende gebieden.
Een gebied voor
renovatie en een gebied na renovatie. Zo kan bekeken worden wat het verschil zal zijn in vroeger en nu als de maatregelen aangebracht zijn. Algemeen bekeken haalt de gebouwschil een D label. Een netto-energiebehoefte van 210,092 MJ. Er zijn ook resultaten als warmteverlies naar buiten, naar de bodem, naar de onverwarmde ruimtes en een totaal warmteverlies. Na renovatie is er een C label en een netto-energiebehoefte van nog maar 100,575 MJ. Merk op dat enkel drie onderdelen van de schil zijn gerenoveerd. Verwarming en sanitair warm water zijn hier nog niet in inbegrepen.
Figuur 3-16: resultaten schil
31
2)
Resultaten en maatregelen verwarming
Stel dat de oude ketel wordt vervangen door een nieuw en beter exemplaar, wat het productierendement doet stijgen, verandert het theoretisch verbruik naar een lagere waarde. Het plaatsen van isolatie in muren, vloeren en daken heeft hier ook zijn aandeel in. Het theoretisch verbruik daalt met meer dan de helft, van 210,092 MJ naar 100,575 MJ0. .. De resultaten zijn best aanvaardbaar.
Figuur 3-17: resultaten verwarming
3)
Resultaten en maatregelen sanitair warm water
Het productierendement, opslagverlies, distributieverlies en bruto-energiebehoefte worden besproken. Dit voor keuken en badkamer apart. Aangezien de resultaten behoorlijk goed zijn wordt er geen vervanging van de ketel aangeraden. De inwoners verbruiken weinig op een jaar en EAP zal zeker geen nieuwe ketel aanraden, ook al betreft het een oud model. Wel is een onderhoud van de installatie vereist.
32
Figuur 3-18: resultaten sanitair warm water
4)
Besparingen
Door het ingeven van de kostprijs van een renovatie kan de terugverdientijd berekend worden. Dit is de tijd die nodig is om de kostprijs van de renovatie (rekening houdend met de subsidies) terug te verdienen. De kostprijs en de eventuele subsidies dienen door de auditeur zelf ingevuld te worden.
5)
Samenvattende tabel met de belangrijkste waarden uit de 4 geauditeerde huizen
De vier geauditeerde huizen bevatten veel informatie. Een samenvattende tabel met de belangrijkste resultaten geeft een overzicht van de verschillende berekeningen door EAP. Telkens worden de resultaten getoond voor renovatie en na renovatie. Dit om duidelijk aan te geven dat het aanbrengen van verbeteringen aan een woning wel degelijk effect kan hebben indien dit op een efficiënte manier gebeurt. Bij de rij maatregelen staan nummers die elk instaan voor een bepaalde renovatietechniek. Een opsomming van de maatregelen wordt na de samenvattende tabel gegeven.
33
34
35
Lijst met maatregelen die genomen kunnen worden. 1. Isolatie plaatsen aan de buitenkant van de muur 2. Vervangen van deur of venster 3. Ketel vervangen door een nieuwe ketel 4. Isoleren van de distributieleidingen 5. Onderhoud van de gehele installatie 6. Plaatsen van spaardouchekoppen 7. Vervangen van ketel door moderne combiketel 8. Isolatie plaatsen in de spouw 9. Isolatie plaatsen aan de onderkant van een vloer 10. Isolatie plaatsen aan de binnenkant van de muur 11. Plaatsen van thermostatische radiatorkranen 12. Isolatie plaatsen bovenop het plafond 13. Isolatie plaatsen in het dak
3.3
Besluit
EAP is een audit methode om op een efficiënte mannier de energieprestaties van een gebouw te onderzoeken. Het bestaat uit zes verschillende delen die elk een onderdeel van het huis of systeem definiëren. Het levert resultaten af en kan maatregelen schetsen die een toekomstbeeld geven aan de aanvrager wat mogelijk is naar verbetering van de energieprestaties van de woning.
36
4
Datamine
4.1
Wat is Datamine
Datamine is een Europees project dat gestart is onder het programma ‘Intelligent Energy for Europe’. Het IEE programma is een programma met als hoofddoelstelling het stimuleren van ontwikkelingen van hernieuwbare energiebronnen en verhogen van de energie-efficiëntie.
Dit IEE-project Datamine heeft als doel een gemeenschappelijke
databank met audit gegevens op te stellen en verder te analyseren. De projectgroep bestaat uit verschillende Europese deelnemers, in België is dit VITO NV en neemt het Duitse ‘Institut Wohnen und Umwelt’ de coördinatie van dit alles op zich. Het idee tot het oprichten van Datamine is ontstaan uit gemeenschappelijke behoeftes van de verschillende landen. •
Over het algemeen is er zeer weinig gedetailleerde informatie beschikbaar over het gebouwenpark.
•
Het besparingspotentieel voor energie en CO2 op bestaande gebouwen is zeer groot.
•
De eerste jaren moeten audits opgevolgd worden als controle dat dit correct en goed verloopt.
•
Kwaliteitscontrole m.b.v. steekproeven blijft ook nadien nog noodzakelijk.
Via EAP ontstaat er een grote databank aan gestructureerde en gedetailleerde gegevens over de bestaande gebouwen in België. Dit zijn belangrijke gegevens die kunnen gebruikt worden voor verschillende andere doeleinden •
Invoering van de audits: eerder gemaakte audits kunnen worden vergeleken met nieuw binnenkomende audits.
•
Grotere kennis en inzicht in het bestaande gebouwenpark in België: bijvoorbeeld door het bepalen van gemiddelde diktes van isolatie kan de overheid verantwoorde besluiten nemen en hun beleid bijsturen of optimaliseren.
•
Het effect van de invoering van EPBD: gebouwen die aan de EPBD richtlijn voldoen kunnen worden vergeleken met bestaande gebouwen. Zo wordt gecontroleerd of het invoeren van de EPBD richtlijn het gewenste effect teweeg heeft gebracht.
37
4.2
Werking Datamine
In hoofdstuk 1 werd er gekeken hoe gegevens ter plaatse verzameld worden, hoe dit in het EAP-programma wordt ingegeven en wat de resultaten zijn.
Deze gegevens worden
verzameld in een grote database in MS Access, die ter beschikking wordt gesteld voor verdere analyses. Om de gegevens te verzamelen gebruikt elk land een verschillende methode. In België gebeurt dit via een audit met de EAP procedure. De verschillende methodes van elk land geven ook verschillende resultaten en gegevens over de gebouwen. Als men de gegevens met elkaar wil vergelijken creëert dit een probleem. Daarom werd in het kader van dit project, een Europese interface opgesteld, waarin verteld wordt welke gegevens er dienen verzameld te worden en waaraan iedereen zich verplicht moet houden.[Lo05]
4.3
Besluit
Datamine creëert een schat aan gegevens waarmee analyses over gebouwen gemaakt kunnen worden. Door gebruikt te maken van een uniforme Europese interface, zullen meer gedetailleerde analyses op Europees niveau mogelijk worden.
38
5
Verwerking van gegevens
De vele gegevens van EAP kunnen via een database geordend worden.
Door
programmatie worden bijvoorbeeld rendementen en muursoorten berekend, welke afkomstig zijn van vele aparte waarden. Welke waarden nodig zijn, staan vooropgesteld in de interface. Hierna stopt het Europese gedeelte en wordt er Nationaal verder gegaan. De MS Access gegevens worden omgezet via Macro’s naar MS Excel zodat met de analyse van start kan worden gegaan.
5.1
Structuur in MS Access
Een databank in MS Access bestaat uit een reeks van tabellen. Elke tabel bevat gegevens of getallen die verwijzen naar één of ander onderdeel van het EAP-programma. Bij het auditeren van een huis moet bijvoorbeeld het bouwjaar ingegeven worden. Dit wordt in EAP ingegeven als algemene informatie over het huis. Zo krijgt men in MS Access een tabel, genaamd EAPDOSSIER waarin er een kolom zal zijn waar al de bouwjaren staan van de tot dan toe geauditeerde huizen die in de databank zijn opgenomen. Dit EAPDOSSIER is de centrale tabel waaruit alles vertrekt, met als belangrijkste parameter, de EAP_ID. Dit geeft een uniek nummer aan elk audit dossier, te beginnen bij 1 enz. Zo kan nadien bij de resultaten nagegaan worden over welke audit het gaat.
Figuur 5-1: EAPDOSSIER
39
Een ander voorbeeld van een tabel is bijvoorbeeld “type vrije gevel” of in de databank aangeduid als TVG_ID. Een gebouw kan alleenstaand zijn, maar ook een rijhuis of een hoekhuis. Het verschil zit hem in de buitenmuren. Een rijhuis heeft twee muren die grenzen aan de buren terwijl een hoekhuis slechts één gemeenschappelijke muur heeft. Dit wordt in EAP ook ingegeven dus bestaat hiervan een tabel in MS Access waarin de naam TVG_ID staat. Nummers 1, 2 en 3 in deze kolom staan voor het desbetreffende type. Indien in MS Access geprogrammeerd wordt, moet met deze getallen 1, 2 en 3 gewerkt worden.
Figuur 5-2: type vrije gevel_1
Figuur 5-3: type vrije gevel_2
Elke tabel is verbonden met één of meerdere tabellen door een gemeenschappelijke eigenschap. Een eerste taak in opdracht van dit onderzoek, was een overzicht maken van de belangrijkste tabellen, en deze op een groot wit blad schetsen. Het bespaart veel tijd en zoekwerk bij het programmeren van de verschillende variabelen.
Een vereenvoudigd
voorbeeld hiervan wordt getoond in Figuur 5-4 Via EAPDOSSIER wordt overgegaan naar bijvoorbeeld WANDALGEMEEN en zo naar WAND. Een wand kan uit een stenen buitenmuur, een spouw, een isolatielaag en weer een bakstenen muur bestaan. Elk van deze lagen behorende tot één muur, zitten vervat in de laatste tabel LAAG.
40
Figuur 5-4: structuur Datamine
41
5.2
Programmeren van gegevens in MS Access
In dit onderzoek werd ve. Programmeren in MS Access gebeurt via een tool die daarvoor gemaakt is, namelijk query’s. Tabellen worden in deze query’s geplaatst en de gegevens uit de tabellen kunnen dan verwerkt worden tot een reeks getallen. In dit hoofdstuk worden volgende punten besproken : •
Energiebronnen programmeren
•
De som van de oppervlaktes van muren die hun warmte naar buiten afgeven
•
Samenvattende tabel van alle query’s
Voorbeeld 1: energiebronnen programmeren. Zo is er bijvoorbeeld een query om aan te geven wat de gebruikte energiebronnen (aardgas, stookolie, butaan, enz.) in de geauditeerde huizen zijn.
Aangezien een huis door
aanwezigheid van een kachel, dat werkt op hout, over meerdere bronnen kan beschikken, wordt de einduitkomst een samenvoeging van deze 2 energiebronnen. Indien enkel de energiebron van het hoofd verwarmingssysteem van belang is, moet dit zo worden geprogrammeerd. De desbetreffende tabellen worden in de query geplaatst. Normaal gezien is alleen de tabel “energiesector” van belang, maar deze hangt via “energiesectoralgemeen” vast aan het centrale “eapdossier”, waardoor deze ook getoond moeten worden. Door EAP_ID aan te klikken, verschijnt deze onderaan in de eerste kader.
Als tweede wordt in de tabel
“energiesector” op zoek gegaan naar EBR_ID (energiebron), en voegt deze onderaan ook bij. Nu is alles aangebracht om een lijst te bekomen, met als oplossing de verschillende energiebronnen in een huis. Er moet voor gezorgd worden dat het gaat om ketels voor renovatie. Het onderdeel RENOVATIE is ook te vinden in de tabel “energiesector”. Het getal 1 dat ingevuld wordt komt er omdat in de tabellen, “1” staat voor “voor renovatie” en “0” staat voor “na renovatie”. Dit wordt ingevuld in de rij onderaan waar “Criteria” voor staat. Zo ook voor EBR_ID wordt in de rij “Totaal” het woord “Eerste” ingevuld. Dit geeft aan dat het om de eerste, of hoofd energiebron gaat.
42
Het resultaat zal nu in een eerste kolom alle nummers van audits geven, die een hoofdenergiebron hebben, dat nog niet gerenoveerd is. In de tweede kolom staan de energiebronnen aangeduid met een 1, 2, 3 enz. waarbij elk getal een bepaalde energiebron vertegenwoordigt.
Figuur 5-5: programmeren van eerste energiebron
Voorbeeld 2: de som van de oppervlaktes van muren die hun warmte naar buiten afgeven. Als tweede en iets ingewikkelder voorbeeld wordt er gezocht naar de som van de oppervlaktes van de muren die warmte naar buiten toe verliezen.
Eerst worden alle
benodigde tabellen toegevoegd, alsook eventuele andere tabellen om het gewenste resultaat te bekomen. Het betreft de muren die er staan voor renovatie. Om aan te geven dat het muren betreft en geen vloeren of daken, wordt bij WAT_ID (type wand) een “1” geplaatst, want de term WAT_ID staat voor 1 = muren, 2 = daken en 3 = vloeren. Zodoende blijven alleen de muren over. De term VERLIES_BUITEN geeft een getal dat aangeeft hoeveel warmte (Joule) er door de muur naar buiten gaat. Is deze waarde 0, dan staat het vast dat het een muur betreft die geen warmte naar buiten afgeeft, maar bijvoorbeeld naar een vorstvrije (garage) of niet vorstvrije ruimte (kruipkelder). Daarom hier alleen waarden zoeken die verschillend van “0” zijn. Indien de NETTO_OPPERVLAKTE wordt gezocht van het
43
totaal aan gevonden muren, en SOM wordt er als hulpmiddel bijgezet, dan rekent de query zelf van de verschillende bekomen oppervlaktes de som uit, en geeft bij elke audit aan hoeveel de bekomen waarde is. Een voorbeeld oplossing van dit staat in Figuur 5-6
Figuur 5-6: programmeren van de oppervlakte van muren die warmte naar buiten afgeven
Figuur 5-7: netto-oppervlaktes van buitenmuren
De query’s zijn aangebracht, en er kan overgegaan worden naar het analyseren van de gegevens.
Hiervoor worden alle bekomen reeksen van waarden via een macro naar
44
MS Excel files geëxporteerd. Het is noodzakelijk dat dit exporteren automatisch gebeurt, zodat in de nabije toekomst, de waarden van nieuwe audits er automatisch bijgevoegd kunnen worden zonder enige aanpassing van het programmeer werk.
5.3
Samenvatting van de geprogrammeerde query’s Naam
Bron
Resultaat
A_totaal
eapdossier, resultatenschil
Geeft de totale oppervlakte van de gebouwschil weer
Aantal energiesectoren per huis
eapdossier, energiesector, energiesectoralgemeen
Geeft het aantal energiesectoren per huis weer
Andere materialen controle
eapdossier,wandalgemeen, wand, laag
Geeft de dikte van de muren weer
Average U-waarde wand 1
eapdossier, wandalgemeen, wand
Er wordt een som genomen van het product van de U-waarde en de oppervlakte van alle muren
Average U-waarde wand 2
eapdossier, average U-waarde wand 1
De gemiddelde U-waarde van de muren wordt bekomen door de som van “Average U-waarde wand1” te delen door de som van de oppervlakte van de muren
Avg. U-waarde dak1
eapdossier, wandalgemeen, wand
Er wordt een som genomen van het product van de U-waarde en de oppervlakte van alle dakoppervlakken
Avg. U-waarde dak2
eapdossier, average U-waarde dak1
De gemiddelde U-waarde van het dak wordt bekomen door de som van “Average U-waarde dak1” te delen door de som van de oppervlakte van de dakoppervlakken
Avg. U-waarde vloer1
eapdossier, wandalgemeen, wand
Er wordt een som genomen van het product van de U-waarde en de oppervlakte van alle vloeren voor renovatie
Avg. U-waarde vloer2
eapdossier, Average U-waarde vloer1
De gemiddelde U-waarde van alle vloeren wordt bekomen door de som van “Average Uwaarde vloer1” te delen door de som van de oppervlakte van de vloeren
Baksteen controle
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag
De wan_id en dikte van alle muren waarin een baksteenlaag voorkomt, worden weergegeven
Beton controle
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag
De wan_id en dikte van alle muren waarin een laag beton voorkomt, worden weergegeven
45
buitenmuur met spouw en isol
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag, Baksteen controle, isolatie controle, spouw aanwezig
Muren waarbij een spouw en isolatie aanwezig zijn, worden weergegeven met parameters zoals dikte isolatie, bouwjaar, dikte spouw en Uwaarde.
buitenmuur met spouw zonder isol
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag, baksteencontrole, Spouw aanwezig, wand without matching zonder isolatie
Muren waarbij een spouw aanwezig is zonder isolatie worden weergegeven met parameters zoals bouwjaar, dikte spouw en U-waarde.
buitenmuur zonder spouw en isol
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag, isolatiecontrole, baksteencontrole, wand Without Matching zonder spouw
Muren zonder spouw maar met isolatie worden weergegeven met parameters zoals bouwjaar, dikte isolatie en U-waarde.
buitenmuur zonder spouw zonder isol
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag, baksteencontrole, wand Without Matching zonder spouw, wand Without Matching zonder isolatie
Muren zonder spouw of isolatie worden weergegeven met parameters zoals bouwjaar en U-waarde.
dikte muren
wandalgemeen, wand, laag
De dikte van de totale muur wordt weergegeven
EBR en verbruik sector 1
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector
De energiebron en het verbruik van de eerste energiesector per huis worden weergegeven
EBR en verbruik sector 2
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector, EBR en verbruik sector 1
De energiebron en het verbruik van de tweede energiesector per huis worden weergegeven
EBR en verbruik sector 3
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector, EBR en verbruik sector 1, EBR en verbruik sector 2
De energiebron en het verbruik van eventueel een derde energiesector per huis worden weergegeven
energiebron first
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector
De energiebron van de eerste energiesector wordt weergegeven
Energiesector 1
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector, resultatenschil
Alle eigenschappen van de eerste energiesector worden weergegeven
Energiesector 2
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector, resultatenschil
Alle eigenschappen van de tweede energiesector worden weergegeven
Geïsoleerde muren
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag
De geïsoleerde muren worden weergegeven
Gips controle
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag
De muren met een gips-pleisterlaag worden weergegeven met de dikte van het gips
46
H_transmission
eapdossier, resultatenschil
Het warmteverlies naar buiten toe wordt weergegeven in MJ
Hout controle
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag
De muren welke een houtlaag bezitten, worden weergegeven met de dikte van het hout
Instalrendement
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector
Het installatierendement van de laatste energiesector wordt weergegeven
Isolatie controle
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag
Alle muren met isolatie worden weergegeven net als de dikte van de isolatie
Isolatieplaats
laag, wandalgemeen, wand
Hierin worden alle lagen van de muren uitgezet met hun wandnummer en materiaalsoort
Leiding_geïsoleerd sst
eapdossier, sanitairsysteem
Alle woningen waarin de leidingen geïsoleerd zijn, worden hier opgesomd
muren in totaal
eapdossier, wandalgemeen
Per woning wordt de totale oppervlakte van de muren weergegeven
muren naar buiten
eapdossier, wandalgemeen, wand
Per woning wordt de totale oppervlakte van de muren, die naar buiten afgeven, weergegeven
muren repres
eapdossier, wandalgemeen, wand
Hier wordt de grootste muuroppervlakte per woning weergegeven.
muren repres2
eapdossier, wandalgemeen, wand
Geeft de U-waarde weer van de muur met de grootste oppervlakte per woning
Opp_dak
eapdossier, wandalgemeen
Geeft de oppervlakte van het totale dak weer
Opp_repres vloer2
eapdossier, wandalgemeen, wand, Opp_RepresVloer_1
Geeft de U-waarde weer van de vloer met de grootste oppervlakte
Opp_Represdak_1
eapdossier, wandalgemeen, wand
Geeft het grootste dakvlak weer
Opp_Represdak_2
eapdossier, wandalgemeen, wand, Opp_Represdak_1
Geeft de U-waarde weer van het dakvlak met de grootste oppervlakte
Opp_RepresVloer_1
eapdossier, wandalgemeen, wand
Geeft de vloer met de grootste oppervlakte weer
Opp_Vloer
eapdossier, wandalgemeen
Geeft de totale vloeroppervlakte weer
Oppervl ramen
eapdossier, openingstructalgemeen
Geeft de totale raamoppervlakte per woning weer
Query 1
eapdossier, wandalgemeen
Geeft de renovatietechniek voor de muur weer
Query 2
eapdossier, wandalgemeen
Geeft de renovatietechniek voor het dak weer
Query 3
eapdossier, wandalgemeen
Geeft de renovatietechniek voor de vloer weer
Query1
wand, zonder spouw
Geeft de muren met spouw weer
Ramen Oriëntatie 1
eapdossier, openingalgemeen, openingstructalgemeen, openingstructuur
Geeft per oriëntatierichting de som van het product van de U-waarde en de oppervlakte weer
47
Ramen Oriëntatie 1 bis
eapdossier, openingalgemeen, openingstructalgemeen, openingstructuur
Geeft per oriëntatierichting de som van het product van de oppervlakte en de zonnewinst weer
Ramen Oriëntatie2
eapdossier, openingalgemeen, openingstructalgemeen, openingstructuur
Geeft de totale raamoppervlakte per oriëntatierichting weer
Ramen U_avg
eapdossier, openingstructuur, openingstructalgemeen,
Geeft alle ramen met verschillende eigenschappen weer, zoals het product van de oppervlakte en de U-waarde van de ramen
Ramen U_avg 2
eapdossier, Oppervl ramen, lbl Ramen U_avg
Geeft de totale oppervlakte ramen per woning weer en de som van het product van” Ramen U_avg” weer
Ramen U_avg 3
eapdossier, lbl Ramen U_avg
De gemiddelde U-waarde wordt berekent door de som van “Ramen U_avg 2” te delen door de totale raamoppervlakte per woning
Ren_heating
eapdossier, energiesectoralgemeen, maatregel
Er wordt een som genomen van de indexen van de maatregelen, zodoende dat er een onderscheid kan gemaakt worden tussen gebouwen waar maatregelen voorgesteld worden en gebouwen waar geen maatregelen voorgesteld worden
Ren en verbruik sector 1
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector
Geeft van de 1ste energiesector per gebouw de verschillende rendementen weer
Ren en verbruik sector 2
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector, Ren en verbruik sector 1
Geeft van de 2de energiesector per gebouw de verschillende rendementen weer
Ren en verbruik sector 3
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector, Ren en verbruik sector 1, Ren en verbruik sector 2
Geeft van de 3de energiesector per gebouw de verschillende rendementen weer
spouw aanwezig
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag
Geeft de muren weer waarin een spouw aanwezig is, met de dikte van de spouw
spouw controle
eapdossier, wandalgemeen, wand, laag
Geeft de muren weer waarin een spouw aanwezig is, met de dikte van de spouw
Start 1-23
Alle tabellen en query’s
Geeft de eigenschappen gebundeld weer zoals ze gevraagd worden voor het Europees project
Start 24-35
Alle tabellen en query’s
Geeft de eigenschappen gebundeld weer zoals ze gevraagd worden voor het Europees project
Start 36-43
Alle tabellen en query’s
Geeft de eigenschappen gebundeld weer zoals ze gevraagd worden voor het Europees project
Start 44-63
Alle tabellen en query’s
Geeft de eigenschappen gebundeld weer zoals ze gevraagd worden voor het Europees project
Start 64-70
Alle tabellen en query’s
Geeft de eigenschappen gebundeld weer zoals ze gevraagd worden voor het Europees project
48
totaal geïsoleerde leidingen 1
eapdossier, energiesectoralgemeen, energiesector, energiesector1
Geeft het aantal meter geïsoleerde leidingen weer
totaal geïsoleerde leidingen 2
totaal geïsoleerde leidingen 1
Geeft het percentage geïsoleerde leidingen weer
TotalHeatTransfer
eapdossier, resultatenschil
Geeft het product van de totale oppervlakte van het gebouwschil met de totale U-waarde
types verwarming 1
eapdossier, energiesectoralgemeen, enegiesector
Geeft het type verwarming weer voor de eerste energiesector
types verwarming 2
eapdossier, energiesectoralgemeen, enegiesector, types verwarming 1
Geeft het type verwarming weer voor de tweede energiesector
u waardes daken
eapdossieer, wand, wandalgemeen
Geeft verschillende eigenschappen van het dak weer, zoals de U-waarde, de omgeving
u waardes muren
eapdossier,wand, wandalgemeen
Geeft verschillende eigenschappen van muren weer, zoals de U-waarde, de omgeving
u waardes vloeren
eapdossieer, wand, wandalgemeen
Geeft verschillende eigenschappen van de vloer weer, zoals de U-waarde, de omgeving
U_tot
eapdossieer, wand, wandalgemeen
Geeft het product van de U-waarde en de oppervlakte weer
U-waarde RepresDak
eapdossieer, wand, wandalgemeen
Geeft de oppervlakte van het grootste dakoppervlak weer samen met de U-waarde
wand Without Matching zonder isolatie
wand, zonder isolatie, wandalgemeen
Geeft de muren zonder isolatie weer
wand Without Matching zonder spouw
wand, zonder spouw, wandalgemeen
Geeft de muren zonder spouiw weer
zonder isolatie
eapdossier, wandalgemeen, wand, lag
Geeft de muren met isolatie weer
zonder spouw
eapdossier, wandalgemeen, wand,laag
Geeft de muren met spouw weer
49
5.4
Programmeren in MS Excel
Het tweede gedeelte van de opdracht is de overgang maken naar het MS Excel gedeelte. Het programmeren is ook hier noodzakelijk aangezien alles automatisch moet verlopen. Toekomstige gegevens van audits moeten toegevoegd kunnen worden zonder enig probleem. Deel twee wordt gestart met het maken van een MS Excel bestand met als naam “Datamine Nationaal Project”. Dit zal het bestand zijn waarin al de gegevens van de export files worden ondergebracht, om dan achteraf via een aantal nevenbestanden analyses te maken over bepaalde onderwerpen zoals algemeen gedeelte, gebouwschil, verwarmingsinstallatie enz. Een voorbeeld van dit bestand staat in de volgende Figuur 5-8.
Figuur 5-8: datamine nationaal project
De figuur toont dat elke audit één rij is. De verschillende kolommen behandelen elk één onderdeel. Zo staat "n_users" voor het aantal bewoners van een huis, U_wall staat dan weer voor de gemiddelde U_waarde van al de muren rondom het beschermd volume. Voor er van start wordt gegaan, moet er een belangrijk probleem opgelost worden. Het is niet zo dat alle audits even juist zijn. De eerste audits waren louter om het programma te leren, en zeker niet 100% correct.
50
De eerste 25 audits moeten zeker verwijderd worden.
Achteraf ontdekte fouten, als
uitschieters, die onmogelijk als correct kunnen beschouwd worden, moeten ook aangeduid kunnen worden als zijnde fout en waarmee het programma dan geen rekening houdt. Er moet een systeem gevonden worden waarin slechte audits worden aangevinkt en waarmee niet meer verder wordt gewerkt. De juist audits worden dan getransporteerd naar een nieuwe MS Excel sheet, waarmee vanaf dan wordt verder gewerkt, zodat de gemaakte grafieken geen onjuiste weergaven tonen.
5.5
Besluit
Via MS Access kon de een database makkelijk worden omgezet tot een reeks bruikbare getallen door te programmeren via query’s. Dit resulteerde in gegevens die via analyses aantoonden wat de kracht van EAP is als audit methode. In MS Excel ontstond een tabel met een 54-tal variabelen waarmee een eerste mijlpaal van de studie bereikt werd.
51
6
Analyse van de audit gegevens
Eerder in dit onderzoek is uitgelegd hoe de gegevens verkregen en verwerkt worden, zodat ze klaar zijn om te analyseren. Door het uitzetten van de gegevens in grafieken kan de analyse van start gaan.
De analyse moet enerzijds leiden naar een automatische
foutencontrole. Anderzijds geven de grafieken veel informatie weer over het Vlaamse gebouwenpark. Dit kan nog uitgebreid worden voor de audits uit Wallonië, maar tot nu toe zijn er enkel gegevens beschikbaar over audits uit het Vlaamse gebouwenpark. Door de analyse te vergelijken met enquêtes en gegevens van het kadaster is het mogelijk om de representativiteit van de reeds geauditeerde gebouwen te bekijken ten opzichte van het Vlaamse gebouwenpark. Zo worden drie verschillende bronnen gehanteerd : • EAP gegevens: deze zijn afkomstig van gegevens uit audits die op aanvraag gebeurt
zijn in opdracht van VEA. • Enquêtes: deze gegevens zijn verzameld van enquêtes die uitgevoerd zijn in 2003
en 2005.
Deze gegevens zijn wel willekeurig en hadden als doel om het
gemiddelde gebouwenpark van Vlaanderen te weerspiegelen. • Kadaster: deze gegevens zijn verkomen na een verplichte melding van de eigenaars
van de gebouwen in Vlaanderen.
Deze gegevens zijn dus over het volledige
gebouwenpark in Vlaanderen. In het nu komende deel worden een paar grafieken geanalyseerd. Voor een volledige uiteenzetting wordt verwezen naar de bijlage A tot F.
52
6.1
Analyse van de algemene gegevens
De analyse van de algemene gegevens laat toe een zicht te krijgen op het geauditeerde gebouwenpark. Door besluiten te trekken uit gemaakte grafieken kan er bewezen worden of EAP een betrouwbare audit methode is. 6.1.1
Resultaten
1)
Type gebouw
De eerste analyse gaat over het type gebouw, hier wordt een onderscheid gemaakt tussen een alleenstaand gebouw, een open bebouwing of een gesloten bebouwing. De analyse loopt over een 113 audits, de eerste audits dateren van 1 maart 2004. 65 60
2 gevels
Aantal gebouwen
55
3 gevels
50 4 gevels
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Type gebouw
Figuur 6-1: Aantal gebouwen per gebouwtype
2 gevels 3 gevels 4 gevels
aantal gebouwen 22 30 61
Tabel 6-1: aantal gebouwen per gebouwtype
Op bovenstaande grafiek is duidelijk te zien dat de meeste geauditeerde gebouwen vrijstaande gebouwen zijn.
53
2)
Ligging
Bij de audits staat de postcode van de gemeente vermeld. Met behulp van de postcodes kan er een onderverdeling gemaakt worden per provincie. Aan de hand van deze analyse kan er afgeleid worden welke provincies een voorsprong hebben, of een achterstand ten opzichte van de rest van Vlaanderen. 35 30 25 20 15 10 5 0 Vlaams Brabant
Antwerpen
Limburg
Westvlaanderen
Oostvlaanderen
Figuur 6-2: ligging van de geauditeerde gebouwen
Vl-Br Ant Limb W-Vl O-Vl totaal
Aantal gebouwen 26 29 3 26 21 105
Tabel 6-2: aantal gebouwen per provincie
Uit de analyse blijkt dat de provincie Limburg slechts aan het begin stond van het EAPgebeuren.
54
6.1.2
Analyse met andere databases
De volledige analyse bevindt zich in bijlage G. Enkele opmerkelijke voorbeeld worden nu geanalyseerd. De EAP worden vergeleken met twee andere databases. Deze vergelijking van gegevens levert nuttige informatie op voor de validatie van de EAP gegevens.
1)
Gebouwtype
Volgende Figuur 6-3 handelt over het gebouwtype. In de drie gevallen lopen de waarden gelijk op.
De open bebouwing is in Vlaanderen nog steeds het meest voorkomende
gebouwtype, gevolgd door halfopen en gesloten bebouwing.
Gegevens over
appartementen komen bij EAP niet voor omdat de audits dit type woningen niet meeneemt. 60,0%
% procent
EAP 2003
50,0%
2005 40,0%
Kadaster
30,0% 20,0% 10,0% 0,0% Open
Halfopen
Gesloten
Appartement
Figuur 6-3: gebouwtype procentueel per gegevensdatabank
Uit de vergelijking van de EAP-gegevens met de enquêtes en het kadaster, blijkt dat de verdeling van de audits gelijk loopt met het gemiddelde Vlaamse gebouwenpark en een representatieve weerspiegeling is van het totale gebouwenpark.
55
2)
Bouwjaar
In Figuur 6-4 worden de huizen uitgezet in functie van het bouwjaar. Dit gebeurt met procentuele verdeling, dit wil zeggen dat bijvoorbeeld de blauwe grafiekstaven samen 100% geven. Elke staaf bij een jaartal duidt op het procentueel aantal huizen die gebouwd zijn dat jaar. De enquêtes van 2004 en 2005 liepen over ongeveer een 2000 huizen, terwijl het in EAP dit keer over 136 in plaats van 113 huizen gaat. EAP 2003 2005
25,00%
20,00%
15,00%
10,00%
5,00%
0,00% …-1899 19001909
19101919
19201929
19301939
19401949
19501959
19601969
19701979
19801989
19901999
20002009 Bouwjaar
Figuur 6-4: bouwjaar van de gebouwen
Uit de grafiek blijkt dat er 2 pieken zijn voor EAP in 1920-1929 en in 1970-1979. Hier komt de EAP waarde niet overeen met de waarden uit de enquêtes, maar steekt er ver bovenuit. De mogelijke verklaring ligt bij de doelgroep die een audit laten uitvoeren. Mensen die audits uitvoeren hebben juist een huis gekocht of willen hun huis renoveren. Een huis kopen en/of renoveren gebeurt op specifieke momenten in het leven namelijk bij een generatiewissel. De mensen die in 1920-1929 bouwden, hadden waarschijnlijk de leeftijd van twintig jaar. Rond de jaren ’70-’80 zijn deze mensen ongeveer 75 jaar oud en geven ze deze gebouwen door aan hun kinderen of verkopen het. Deze kinderen zijn nu in 2007 ongeveer 50 jaar oud. Rond deze leeftijd van 50 gaan de kinderen het huis renoveren of verkopen ze dit huis, of geven het weg aan hun eigen kinderen. Daarom dat de nu vele geauditeerde huizen afkomstig zijn uit de jaren ’20 en ’70 door de behoefte aan renovatie.
56
6.2
Analyse van de gebouwschil
De analyse van de gebouwschil geeft een overzicht inzake opbouw, grootte en nettoenergiebehoefte van gebouwen, met als doel informatie te verschaffen over de huidige toestand van de geauditeerde gebouwen in Vlaanderen.
1)
Compactheid
Met de compactheid wordt de verhouding van het beschermd volume tot de oppervlakte van de gebouwschil bedoeld. Hoe groter de compactheid is, des te minder verliezen treden er op in het huis. Stel nu twee huizen met hetzelfde volume. Huis 1 heeft een grote compactheid en huis 2 een kleinere. Huis 1 verliest minder warmte door een kleiner oppervlakte aan muren die warmte kunnen afgeven. In onderstaande grafiek wordt de compactheid in functie van het gebouwtype weergegeven. 1,34 1,32
compactheid [m]
2 gevels 3 gevels 4 gevels
1,30 1,28 1,26 1,24 1,22 1,20 1,18 1,16 1,14 1,12 1,10
Figuur 6-5: compactheid per type gebouw
Uit bovenstaande grafiek kan opgemerkt worden dat een rijhuis een hogere compactheid heeft. Dit is uiteraard logisch, aangezien er minder muren zijn die naar buiten warmte afgeven. Maar voor deze studie waren geen realistische gegevens beschikbaar over een gemiddelde compactheid van woningen.
57
Dit is nochtans een heel handige parameter die gemiddelde volumes van Vlaamse woningen, die gekend zijn via officiële enquêtes, om te zetten naar realistische gemiddelde verliesoppervlaktes.
58
2)
Netto-energiebehoefte
Om de gebouwschil verder te kunnen typeren, wordt gezocht naar relaties tussen de nettoenergiebehoefte en de grootte, het type en de leeftijd van het gebouw. 2500
Grootte van het gebouw [m³]
2000
1500
1000
500
0 0
100000
200000
300000
400000
500000
600000 700000 Netto Energie Behoefte [MJ]
Figuur 6-6: netto-energiebehoefte uitgezet ten opzichte van de grootte van het gebouw
In een eerste grafiek wordt de netto-energiebehoefte uitgezet ten opzichte van de grootte van het gebouw. Op de grafiek is te zien dat de netto-energiebehoefte stijgt voor grotere woningen. Het is een normaal gegeven dat er meer energie verbruikt wordt bij grote gebouwen ten opzichte van kleine gebouwen.
59
6.3
Analyse van de verwarmingsinstallatie
Over de verwarmingsinstallatie is er veel informatie beschikbaar, wat een uitgebreide analyse toelaat.
Het reëel energieverbruik wordt uitgezet tegenover het theoretisch
energieverbruik in een eerste grafiek. 400000 Verbruik Reëel 350000 300000
250000
200000 150000
100000 50000 Verbruik Theoretischl 0 0
50000
100000
150000
200000
250000
300000
350000
400000
Figuur 6-7: reëel bruto-energiebehoefte uitgezet ten opzichte van de theoretische bruto-energiebehoefte
Bovenstaande Figuur 6-7 afkomstig uit [BV05] toont aan dat in het begin het reëel energieverbruik gelijk loopt met het theoretisch energieverbruik. Wanneer het theoretisch energieverbruik groter wordt, zal het werkelijk energieverbruik afnemen ten opzichte van het theoretische. Uit de onderstaande grafiek, dewelke gemaakt is met de gegevens uit EAP, doet dit principe zich ook voor, wat een sterke stap voorwaarts betekent op gebied van de correctheid van EAP.
60
80000
Verbruik Reëel [kWh]
70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0 0
10000
20000
30000
40000
50000
60000 70000 80000 Verbruik Theoretisch [kWh]
Figuur 6-8: reëel energieverbruik uitgezet ten opzichte van het theoretische energieverbruik met de gegevens van EAP.
Het theoretisch energieverbruik wordt berekend uitgaande van het gegeven dat de temperatuur binnen, dag en nacht op 20°C gehouden wordt. In werkelijkheid zal het nooit voorkomen dat een gebouw dag en nacht op 20°C gehouden wordt, maar zal enkel de kern van het gebouw op 20°C gehouden worden. Met de kern wordt keuken, badkamer en living bedoeld.
De grote gebouwen hebben bijvoorbeeld meer slaapkamers.
Deze
slaapkamers behoren niet tot de kern en worden dus niet op 20°C gehouden. Daardoor is het verschil tussen het reëel energieverbruik en het theoretisch energieverbruik bij grote gebouwen groter dan bij kleine gebouwen.
61
6.4
Analyse van U-waardes
Om na te gaan hoe de U-waarde verandert in functie van verschillende parameters, wordt de U-waarde uitgezet in functie van het bouwjaar, soort muur, muuroppervlakte enz.. Dit wordt zo gedaan voor muren, daken en vloeren. Er is een duidelijk verschil tussen de U-waardes van geïsoleerde muren en de U-waardes van niet-geïsoleerde muren. De geïsoleerde muren bevinden zich onderaan de grafiek met een gemiddelde U-waarde van 0,644W/m²K.
De niet geïsoleerde muren hebben een
gemiddelde U-waarde van 1,782W/m²K. Het onderzoek loopt over een 455 tal muren. niet-geïsoleerd geïsoleerd Reeks3
4 3,5
U-waarde
3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 0
100
200
300
400
500 Wan_ID
600
700
800
900
1000
Figuur 6-9: U-waarde in functie van geïsoleerde of niet geïsoleerde muur
Deze grafiek biedt een uitstekende mogelijkheid om uitschieters te detecteren en fout uitgevoerde muren te verwijderen. Met de uitschieters worden de plustekens bedoeld die buiten de onderste zone vallen en de mintekens die buiten de bovenste zone vallen. De afgebakende zones geven de theoretische U-waarde weer van geïsoleerde en nietgeïsoleerde muren zoals ze in paragraaf 6.5.2 beschreven worden.
62
In Figuur 6-10 wordt de U-waarde van daken uitgezet in functie van het dakoppervlak. u-waarde [W/m²K]
3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5 Oppervlakte [m²]
0 0
20
40
60
80
100
120
140
160
180
Figuur 6-10: U-waarde in functie van dakoppervlakte
De verschillende U-waardes liggen verspreid. Het merendeel van de daken hebben een goede U-waarde. Figuur 6-11 toont de U-waarde van vloeren in functie van het bouwjaar 3
U_waarde [W/m²K]
2,5
2
1,5
1
0,5
0 1890
1910
1930
1950
1970
1990 Bouwjaar
Figuur 6-11: U-waarde van vloeren in functie van het bouwjaar
63
In bovenstaande figuur is een lichte daling aanwezig. Vooral na 1980 zet de daling in Uwaarde zich in. De uitschieters blijven beperkt. Dit kan een aanzet tot een trend zijn, maar deze is nog niet duidelijk genoeg.
64
6.5
Opstellen van een typologie voor buitenmuren
Bij de EAP-procedure is het berekenen van de U-waardes van muren een tijdrovend gedeelte, omdat van elke muur de verschillende lagen dienen opgemeten, gedefinieerd en nog eens in het software programma ingegeven te worden. Daarom wordt er naar een andere methode gezocht waarbij op een snelle manier de U-waarde kan berekend worden. Bij deze analyses wordt gezocht naar een methode die er in bestaat formules op te stellen om de U-waarde te berekenen voor verschillende type muren. De formule bevat een tweetal parameters zodat ze eenvoudig blijft in gebruik. Via de Vlaamse EAP-gegevens worden de buitenmuren opgedeeld in vier verschillende groepen: •
Buitenmuren met spouw en isolatie
•
Buitenmuren met spouw zonder isolatie
•
Buitenmuren waarbij de spouw volledig gevuld is met isolatie
•
Buitenmuren zonder isolatie of spouw
De gegevens worden van MS Access overgezet naar Excel. In Excel worden de constante C1 en C2 berekend die aanwezig zijn in de formule. De parameters van de muur die in de formule gebruikt kunnen worden zijn: de leeftijd van het gebouw, de dikte van de spouw, isolatie of baksteen. Welke parameters gebruikt worden is afhankelijk van het type muur.
65
6.5.1
Berekenen van constante
Eerst worden twee willekeurige waardes C1 en C2 gekozen waarmee de formule berekend wordt. Met behulp van deze willekeurige waarde, wordt een benaderende waarde voor de U-waarde berekend. Wanneer deze benaderende waarde berekend is, kan het verschil tussen de reële en de berekende U-waarde bepaald worden. De som van alle verschillen, tussen de werkelijke en de berekende U-waarde, dient uiteraard zo klein mogelijk te zijn om de werkelijke U-waarde zo goed mogelijk te benaderen. Via de functie “oplosser”, in het Engels “solver” genoemd, in Excel kan het verschil zo klein mogelijk gemaakt worden door de constante C1 en C2 aan te passen. Indien de berekende U-waarde groter is dan de reële wordt een positief verschil bekomen en indien de berekende U-waarde kleiner is dan de reële wordt een negatief verschil bekomen. Bij het berekenen van de som van deze verschillen zullen de negatieve, de positieve resultaten opheffen. Zodoende dat de som van het verschil niet representatief is voor het werkelijke verschil tussen de berekende en de reële U-waarde. Om het teken van het verschil op te heffen wordt met het kwadraat van het verschil gewerkt. Bij “oplosser” wordt C1 en C2 berekend door het verschil in het kwadraat zo klein mogelijk te nemen. Om het gemiddelde verschil te berekenen wordt de positieve wortel van het verschil in het kwadraat genomen, dat als resultaat de absolute waarde van het verschil weergeeft. 6.5.2
Bestaande U-waarde uit EAP
In EAP is er een bibliotheek aanwezig van een honderdtal standaard muren met de bijhorende U-waardes.
Muren van hetzelfde type dewelke een andere materiaalsoort
hebben worden samen gezet. Indien deze muren gesorteerd worden volgens de indeling zoals deze van de typologie worden intervallen van U-waardes bekomen. voor muren enkel bestaande uit metselwerk : •
van 29 cm : [0,90 – 1,38]
•
van 28 cm : [0,93 – 2,08]
•
van 19 cm : [1,25 – 2,62]
•
van 14 cm : [1,55 – 2,33]
•
van 9 cm : [2,04 – 3,07]
66
voor muren met spouw en isolatie : •
Spouw en isolatie van 6 cm : [0,40 – 0,55]
•
Spouw 4 cm en isolatie 6 cm : [0,37 – 0,55]
voor muren met spouw maar zonder isolatie : •
Spouw 4 cm : [1,69 – 2,06]
voor muren met enkel isolatie zonder spouw : •
Isolatie 6 cm : [0,41 – 0,63]
Uit deze gegevens valt op te merken dat muren zonder isolatie een grotere interval hebben dan muren met isolatie. Hieruit blijkt dat de U-waarde van een muur zonder isolatie moeilijker te voorspellen is dan een muur met isolatie. 6.5.3
Buitenmuur met spouw en isolatie
Bij deze type muren zijn alle vier de mogelijke parameters beschikbaar om de U-waarde te berekenen. De formule dient zo weinig mogelijk parameters te bevatten om zo vlug mogelijk berekend te kunnen worden. Veronderstellend dat het bouwjaar en de dikte van de isolatie de doorslaggevende parameters zijn wordt een formule als volgt opgesteld. U = C1 ⋅ bouwjaar + C 2 ⋅ dikte isolatie
C1 en C2 zijn hierbij constante. Om te zien of deze formule een voldoende benadering is voor de reële U-waarde, wordt het verschil tussen de berekende en de reële U-waarde berekend. Dit verschil dient zo klein mogelijk te zijn, een andere methode om te kijken of de formule voldoet is de R²-waarde. Het gemiddeld verschil tussen de berekende en de gemeten waarde U-waarde is 0,062725. De gemiddelde reële U-waarde is 0.57215, dat wil zeggen dat de afwijking 1/10de van het resultaat is.
67
1,2
U-waarde
1
0,8
0,6
0,4
0,2
R2 = 0,5939
U-waarde berekend
0 0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
Figuur 6-12: berekende U-waarde t.o.v. de reële U-waarde
Omdat de grotere U-waardes in Figuur 6-12 steeds verder van de rechte afwijken wordt er geprobeerd om een betere formule te bekomen. Dit wordt gedaan door naar de onderlinge relatie te kijken van enerzijds de U-waarde en het bouwjaar en anderzijds de U-waarde en de dikte van de isolatie. Dit wordt weergegeven in Figuur 6-13.
1,2 1 0,8 0,6 0,4 y = -0,0015x + 3,6058
0,2 0 1900
1920
1940
1960
1980
2000
Figuur 6-13: relatie tussen de reële U-waarde en bouwjaar
2020
68
1,2 1 0,8 0,6 0,4 y = -0,294Ln(x) + 1,6764
0,2 0 0
20
40
60
80
100
120
Figuur 6-14: relatie tussen de reële U-waarde en dikte van de isolatie
Op Figuur 6-13 kan opgemerkt worden dat er tussen het bouwjaar en de U-waarde geen relatie bestaat, terwijl op Figuur 6-14 er een logaritmische relatie waar te nemen valt tussen de U-waarde en de dikte van de isolatie. Hieruit wordt volgende formule opgesteld:
U = 1,6764 − 0,29398 ⋅ Ln(dikte isolatie) De gemiddelde afwijking bedraagt nu 0,047629, dit getal is kleiner dan de gemiddelde afwijking van vorige formule, wat wijst op een beter resultaat. Op Figuur 6-15 is ook te zien dat de grote berekende U-waarde dichter bij de werkelijke U-waarde ligt.
De
correlatiecoëfficiënt ofwel R²-waarde van de tweede benadering ligt dichter bij één dan de eerste benadering, 0,7943 ten opzichte van 0,5939.
69
1,2
U-waarde
1
0,8
0,6
0,4
0,2
R2 = 0,7943
U-waarde berekend
0 0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
1,2
Figuur 6-15: berekende U-waarde ten opzichte van reële U-waarde
De formule “ U = 1,6764 − 0,29398 ⋅ Ln(dikte isolatie) ” kan getoetst worden door deze te vergelijken met het desbetreffende interval afkomstig van EAP. De isolatiedikte voor muren met spouw en isolatie in EAP worden berekend met een dikte van 60mm. Indien 60mm ingevuld wordt in de vermelde formule, resulteert dit in een U-waarde van 0,47 W/m²K. Dit bevindt tussen het interval van [0,40-0,55] wat goed is. 6.5.4
Buitenmuur met spouw zonder isolatie
Bij dit type buitenmuur is er geen isolatie aanwezig maar enkel een spouw. In de formule kan er dus enkel rekening gehouden worden met de dikte van de spouw en het bouwjaar.
U = 0,00072289 ⋅ bouwjaar + 0,0023591 ⋅ dikte spouw Met behulp van deze formule wordt er een gemiddeld verschil van 0,24538 bekomen bij een gemiddelde U-waarde van 1,5583. Deze afwijking is dus 1/3de van de U-waarde. Het is normaal dat er bij dit type muur een grotere afwijking is, want zoals in 6.5.2 aangegeven wordt liggen de U-waardes voor muren dit type muur verder uit elkaar dan andere types.
70
C2 is een tiental keer groter dan C1 daarom lijkt het alsof de parameter bouwjaar verwaarloosbaar is, dit is echter niet zo. Wanneer de parameter bouwjaar weggelaten wordt, zal de afwijking nog groter worden namelijk 0,39647. Op Figuur 6-16 is het werkelijk verloop en het theoretisch verloop van de U-waarde te zien. Het werkelijk verloop op de grafiek loopt steiler dan het theoretische. Uiteindelijk is het resultaat toch voldoende om van een betrouwbaar resultaat te spreken. 2,5
Berekende U-waarde
2
1,5
1
0,5
Reële U-waarde 0 0
0,5
1
1,5
2
2,5
Figuur 6-16: reële U-waarde ten opzichte van de werkelijke U-waarde
Het vergelijken van de formule “ U = 0,00072289 ⋅ bouwjaar + 0,0023591 ⋅ dikte spouw ” met de intervallen van EAP levert de volgende oplossing.
Als bouwjaar wordt het
gemiddelde bouwjaar van 1967 genomen en als isolatiedikte 40mm. Dit resulteert in een U-waarde van 1,51. Dit ligt niet tussen het interval [1,69-2,06]. Een mogelijke verklaring ligt in het feit dat de berekende waarden afkomstig uit de bibliotheek in EAP een veel groter en hoger interval bestrijken. Door zelf de muursamenstelling in te geven in EAP kunnen veel lagere U-waardes bekomen worden dan deze in de bibliotheek. Figuur 6-16 toont vele U-waardes die zich onder de 1,6 W/m²K bevinden zodat niet snel in het interval [1,69-2,06] wordt terechtgekomen.
71
6.5.5
Buitenmuur waarvan de spouw volledig opgevuld is met isolatie
Opnieuw wordt er een formule opgesteld met als parameter bouwjaar en de dikte van isolatie.
U = 0,00060120 ⋅ bouwjaar − 0,011050 ⋅ dikte isolatie Met deze formule wordt er een gemiddeld verschil van 0,030596 bekomen bij een gemiddelde U-waarde van 0,56905. Dit levert meteen een lage afwijking af wat duidt op een goed resultaat. Op Figuur 6-17 kan waargenomen worden dat er geen opmerkelijk verschil is tussen de afwijking van hoge waardes en lage waardes ten opzichte van de rechte lijn. Dit samen met een R²-waarde van 0,794 duidt op een goede spreiding, want de R²-waarde dient zo dicht mogelijk bij 1 te liggen. . 1,2
U-waarde
1
0,8
0,6
0,4
0,2
R2 = 0,7943
U-waarde berekend
0 0
0,2
0,4
0,6
0,8
1
Figuur 6-17: berekende U-waarde ten opzichte van de reële U-waarde
1,2
72
De formule “ U = 0,00060120 ⋅ bouwjaar − 0,011050 ⋅ dikte isolatie ” kan getoetst worden door deze te vergelijken met het desbetreffende interval afkomstig van EAP.
De
isolatiedikte voor muren met spouw en isolatie in EAP worden berekend met een dikte van 60mm en een gemiddeld bouwjaar van 1983. Indien deze waarden ingevuld worden in de vermelde formule, resulteert dit in een U-waarde van 0,53 W/m²K. Dit bevindt tussen het interval van [0,41 – 0,63] wat goed is. 6.5.6
Buitenmuur zonder spouw of isolatie
Om de U-waarde te berekenen van een muur zonder spouw of isolatie rest enkel nog de dikte van de baksteen en het bouwjaar als mogelijke variabele. Deze wordt opgenomen in de formule, daardoor wordt volgende formule bekomen.
U = 0,0017415 ⋅ bouwjaar − 0,0043104 ⋅ dikte muur Deze formule geeft een gemiddeld verschil van 0,10660 bij een gemiddelde U-waarde van 2,24085. In paragraaf 6.5.2 wordt voorspelt dat de U-waarde van dit type muur moeilijk te berekenen is. Een afwijking van 1/24 van de gemiddeld U-waarde is dus een zeer goed resultaat voor dit type muur. Het interval dat bekomen wordt met behulp van deze formule is kleiner dan het interval van de EAP-gegevens.
Berekende U-waarde
4 3,5 3 2,5 2 1,5 1 0,5
Reële U-waarde
0 0
0,5
1
1,5
2
2,5
3
3,5
Figuur 6-18: berekende U-waarde ten opzichte van de reële U-waarde
4
73
Indien de formule “ U = 0,0017415 ⋅ bouwjaar − 0,0043104 ⋅ dikte muur ” getoetst wordt met de bibliotheek van EAP geeft dit een minder goed resultaat. Stel dat de diktes van 29cm, 28cm, 19cm en 14cm worden ingevuld geeft dit telkens U-waardes groter dan 3,2 W/m²K. De waarde 3,2 W/m²K valt buiten de intervallen van EAP. De lage waardes bij EAP worden bekomen door muren bestaande uit licht metselwerk dewelke in de praktijk weinig voorkomen.
We spreken van een E-label vanaf een U-waarde van
2,0 W/m²K zodoende dat zowel de waardes bekomen met de formule als de waardes uit EAP een E-label toegewezen krijgen. Daardoor bekomt men dat de formule nauwkeurig genoeg is voor de procedure.
74
Besluit Met behulp van de formules worden zeer goede resultaten bekomen, de afwijkingen ten opzichte van de reële resultaten zijn betrekkelijk klein. Bij het ontwikkelen van een certificatiemethode kan gebruik gemaakt worden van deze formules om op een efficiënte en snelle methode de U-waarde te berekenen. Om het definiëren van muren ter plaatse nog gemakkelijker te maken is er een beslissingsboom opgesteld. Zo kan er stap voor stap nagegaan worden wat de indeling van de muur is en wordt de juiste formule bekomen voor de berekening van de U-waarde.
75
Figuur 6-19: beslissingsboom
76
7
Besluit
De Europese richtlijn 2002/91/EG is opgesteld om de energieprestaties van bestaande gebouwen te verbeteren. Het EAP-programma dat ontwikkeld wordt voor het auditeren van gebouwen is een eerste stap naar de certificatie die einde 2007 beëindigd moet zijn. Het EAP-programma is een auditmethode waarmee de energieprestaties van gebouwen bepaald kan worden.
Als resultaat zal het programma maatregelen voorstellen ter
verbetering van de energieprestaties van de woning. EAP genereert gegevens die via het Datamine project omgevormd en opgeslagen worden in een grote Europese database. De database wordt omgevormd tot een constructief geheel in MS Access, zodoende dat er analyses kunnen gemaakt worden in MS Excel. Door bij de analyses een vergelijking te maken met andere databases afkomstig van enquêtes in 2003 en 2005, worden de EAP-gegevens gevalideerd. Een ander doel dat bereikt is door het maken van analyses, is het herkennen van fouten in audits. Met behulp van de grafieken kunnen uitschieters makkelijk gedetecteerd worden en kunnen zo foute audits verwijderd worden. In een latere fase zou er zelfs overgegaan kunnen worden tot automatische foutencontrole. Naar aanleiding van de Europese richtlijn 2002/91/EG van 16 december 2002 zal een certificatie methode opgesteld worden die elementen van EAP kan gebruiken. certificatie zal verplicht worden bij de verkoop of verhuur van gebouwen.
Deze
Door de
opstelling van een typologie voor muren kan op een snelle manier de U-waarde van een muur bepaald worden en kan de duur van een audit danig verminderd worden. De vier formules die berekend werden zijn een goede oplossing om dit doel te bereiken. De bekomen waarden leunen aan bij de werkelijke waarden. In dit onderzoek wordt veel aandacht besteed aan het verzamelen en op punt zetten van gegevens over gebouwen, waar tot op heden nog geen aandacht aan besteed was. Op het einde is er voor de eerste keer een stap gezet in de richting van gegevensverwerking. Dit biedt in de toekomst nog vele mogelijkheden. De analyses hebben de EAP-gegevens gevalideerd en de typologie biedt de oplossing voor een vereenvoudigde werkwijze tot het zoeken van de U-waarde.
77
8
Bijlage
78
8.1
Bijlage A
79
80
81
82
83
8.2
Bijlage B
84
85
86
87
88
8.3
Bijlage C
89
90
91
92
93
94
95
96
8.4
Bijlage D
97
98
99
100
8.5
Bijlage E
101
102
103
104
8.6
Bijlage F
105
106
107
108
8.7
Bijlage G
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
Referenties [Av07] AVB, De Standaard, Uitstoot broeikasgassen daalt onder Kyotodrempel, Belga, vrijdag 16 februari 2007 [BV05] F. Bartiaux, G. Vekemans, K. Gram-Hanssen, D. Maes, M. Cantaert, B. Spies, J. Desmedt, Socio-Technical factors influencing Residential Energy Consumption SEREC, Brussels; Belgian Science Policy, 2005, 107
[CV] CSTC-WTCB, VITO, ICEDD, Energie-Adviesprocedure gebruikshandleiding [EE03] Het Europees parlement en de raad van de Europese Unie, Richtlijn 2002/91/EG van het Europees parlement en de raad van 16 december 2002,2003
[Foe01] Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand & Energie, Ecodata, [online] available, http://ecodata.mineco.fgov.be/mdn/Kadaster.jsp, Updated 1 januari 2006 [Kp07] Kyoto-protocol, [online] available, http://nl.wikipedia.org/wiki/kyoto-protocol [Lo05] Tobias Loga, Collecting Data from energy certification to Monitor performance indicators for New and Existing buildings (DATAMINE), [online] available,
http://ec.europa.eu/energy/intelligent/projects/doc/factsheets/datamine.pdf, updated 2005 [LP05] Yves Leterme, Kris Peeters, besluit van de Vlaamse Regering van 2 december 2005 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, met betrekking tot het energieprestatiecertificaat bij de bouw,
[online]
available
http://www2.vlaanderen.be/ned/sites/economie/energiesparen/epb/doc/epb_besluit energiecertificaatbouw2005.pdf [VR05,09] De Vlaamse regering, Besluit van de Vlaamse regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, staatsblad, 2005, 27474
122
[VR05,10] De Vlaamse Regering, Besluit van de Vlaamse Regering van 17 juni 2005 houdende de erkenning als energiedeskundige voor woningen en houdende de uitvoeringsvoorwaarden van de energieaudit voor woningen, staatsblad, 2005, 34291
123
Figurenlijst Figuur 3-1: ontleden van muren .......................................................................................14 Figuur 3-2: evaluatie schaal .............................................................................................15 Figuur 3-3: warmte transmissie door de grond..................................................................16 Figuur 3-4: rekenwijze perimeter .....................................................................................16 Figuur 3-5: hellingsmeter .................................................................................................17 Figuur 3-6: instrument om beglazing te typeren ...............................................................18 Figuur 3-7: meting van de dikte van de beglazing ............................................................18 Figuur 3-8: detectie lage-emissielaag ...............................................................................19 Figuur 3-9: horizontale projectiemethode.........................................................................20 Figuur 3-10: verticale projectie voor een plat en hellend dak ............................................21 Figuur 3-11: rendementen van een verwarmingsinstallatie ...............................................23 Figuur 3-12: tabblad productie .........................................................................................24 Figuur 3-13: tabblad afgifte..............................................................................................25 Figuur 3-14: maatregelen schil .........................................................................................29 Figuur 3-15: renovatie schil .............................................................................................29 Figuur 3-16: resultaten schil.............................................................................................30 Figuur 3-17: resultaten verwarming .................................................................................31 Figuur 3-18: resultaten sanitair warm water .....................................................................32 Figuur 5-1: EAPDOSSIER...............................................................................................38 Figuur 5-2: type vrije gevel_1 ..........................................................................................39 Figuur 5-3: type vrije gevel_2 ..........................................................................................39 Figuur 5-4: structuur Datamine ........................................................................................40 Figuur 5-5: programmeren van eerste energiebron ...........................................................42 Figuur 5-6: programmeren van de oppervlakte van muren die warmte naar buiten afgeven ..........................................................................................................43 Figuur 5-7: netto-oppervlaktes van buitenmuren ..............................................................43
124
Figuur 5-8: datamine nationaal project .............................................................................49 Figuur 6-1: Aantal gebouwen per gebouwtype .................................................................52 Figuur 6-2: Ligging van de geauditeerde gebouwen .........................................................53 Figuur 6-3: Gebouwtype procentueel per gegevensdatabank ............................................54 Figuur 6-4: Bouwjaar van de gebouwen ...........................................................................55 Figuur 6-5: Compactheid per type gebouw.......................................................................56 Figuur 6-6: Netto-energiebehoefte uitgezet ten opzichte van de grootte van het gebouw..........................................................................................................58 Figuur 6-7: Reëel bruto-energiebehoefte uitgezet ten opzichte van de theoretische bruto-energiebehoefte ....................................................................................59 Figuur 6-8: Reêel energieverbruik uitgezet ten opzichte van het theoretische energieverbruik met de gegevens van EAP. ...................................................60 Figuur 6-9: U-waarde in functie van geïsoleerde of niet geïsoleerde muur........................61 Figuur 6-10: U-waarde in functie van dakoppervlakte......................................................62 Figuur 6-11: U-waarde van vloeren in functie van het bouwjaar.......................................62 Figuur 6-12: berekende U-waarde t.o.v. de reële U-waarde ..............................................67 Figuur 6-13: Relatie tussen de reële U-waarde en bouwjaar .............................................67 Figuur 6-14: Relatie tussen de reële U-waarde en dikte van de isolatie .............................68 Figuur 6-15: Berekende U-waarde ten opzichte van reële U-waarde.................................69 Figuur 6-16: Reële U-waarde ten opzichte van de werkelijke U-waarde ...........................70 Figuur 6-17: Berekende U-waarde ten opzichte van de reële U-waarde ............................71 Figuur 6-18: Berekende U-waarde ten opzichte van de reële U-waarde ............................72