Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten
Startbanenproject Verkeersveiligheid
Algemene Infobundel Schoolspotters
Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten
Startbanenproject Verkeersveiligheid Algemene Infobundel schoolspotters
Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten Afdeling Scholen Secundair Onderwijs en DKO Coördinatie Startbanenproject Verkeersveiligheid Koning Albert II-laan 15 (lokaal 2M08), 1210 BRUSSEL Tel. 02 553 91 76 – Fax 02 553 89 75 E-mail:
[email protected] www.ond.vlaanderen.be/veve www.facebook.com -startbanenprojecten
Inhoud Algemene Informatie
1
1 Situering. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 2 Doelstellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 3 Doelgroep . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 4 Historiek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Schoolspotters-project Inhoudelijk
7
1 Takenpakket startbaner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2 Begeleiding: de coach . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 3 Coördinatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Selectie & Aanwerving
14
1 Selectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 1.1 Vacature. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 1.2 Welke kandidaten komen in aanmerking? . . . . . . . . . 14 1.3 Selectie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 1.4 Afwijking scholingsgraad. . . . . . . . . . . . . . . . . 15
2 Aanwerving nieuwe Schoolspotter. . . . . . . . . . . . . . 15 2.1
Afsluiten van de arbeidsovereenkomst . . . . . . . . . . . 15
3 Verlenging van de overeenkomst . . . . . . . . . . . . . . . 18 3.1 Procedure . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 3.2 Wat na twee tewerkstellingsjaren?. . . . . . . . . . . . . 18
Einde en schorsing tewerkstelling
20
1 Einde contract . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 2 Ontslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 2.1
Binnen de proefperiode (= 3 maanden) . . . . . . . . . . 20
2.2 2.3 2.4
Bij het vinden van een andere job. . . . . . . . . . . . . 21 In onderling akkoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Omwille van dringende redenen . . . . . . . . . . . . . 22
3 Af te leveren documenten. . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 4 Schorsing van de overeenkomst. . . . . . . . . . . . . . . 23 4.1 4.2 4.3
Vorming
Klein verlet. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Ziekte en ongeval . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Arbeidsongeval en beroepsziekte . . . . . . . . . . . . . 23
24
1 Vorming betaald door de werkgever. . . . . . . . . . . . . 24 2 Vorming aangeboden en betaald door het beleidsdomein Onderwijs & Vorming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24 3 Individuele vorming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Vormingsverlof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Procedure van de vormingsaanvraag en de terugbetaling . . . 26 Diploma van het secundair onderwijs. . . . . . . . . . . . . 28 Andere opleidingen van korte/lange duur . . . . . . . . . . 28 Begeleiding om de juiste studiekeuze te maken . . . . . . . . 29
FAQ 30 1 Verlof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30 2 Loon. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 3 Andere vergoedingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 3.1 Vakantiegeld. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 3.2 Eindejaarstoelage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32 3.3 Maaltijdcheques en vergoeding woon-werkverplaatsingen. . 33
4 Documenten. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 4.1 4.2 4.3 4.4
Immatriculatieformulier (pers 11) . . . . . . . . . . . . . 33 Kennisgeving opdracht. . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 Kennisgeving dienstonderbreking . . . . . . . . . . . . . 34 Wijziging persoonlijke toestand (pers 6). . . . . . . . . . 34
Algemene Informatie 1 Situering De wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid1 voorziet in een stelsel van startbanen voor jonge schoolverlaters en werklozen. Dit zogenaamde Rosettaplan heeft als doel de tewerkstelling van jonge schoolverlaters te bevorderen door hen een baan en/of een bijkomende opleiding te verschaffen. In een samenwerkingsakkoord van 25 oktober 20002 tussen de federale overheid en de Vlaamse Gemeenschap, werden 315 startbanen aan het Departement Onderwijs3 toegekend die volledig federaal gefinancierd worden.4 Met het oog op de invulling van deze startbanen werden twee projecten tot stand gebracht. Het eerste project betreft de preventie van antisociaal gedrag op school en ging van start onder de naam “Scholen voor jongeren – Jongeren voor scholen”, kortweg “JoJoproject”. Het tweede project werkt rond de verkeersveiligheid van en naar school, het “VeVe-project”. In tegenstelling tot het JoJo-project worden de startbanen bij het VeVeproject niet rechtstreeks aan een school toegewezen. Aangezien verkeersveiligheid van leerlingen een heel belangrijk thema is voor zowel basisscholen als voor scholen secundair onderwijs, werd beslist om de startbanen toe te wijzen aan steden en gemeenten, provinciebesturen en verkeersorganisaties. Naar aanleiding van diverse incidenten op het openbaar vervoer heeft minister van Mobiliteit Van Brempt samen met De Lijn een geactualiseerd 1 Wet ter bevordering van de werkgelegenheid, B.S. 27 januari 2000, 2789-2803. 2 Samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Vlaamse Gemeenschap betreffende de startbaanovereenkomst, B.S. 18 december 2001, 43650-43651 geannuleerd door het samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Vlaamse Gemeenschap betreffende de startbaanovereenkomst, B.S. 19 november 2002, 51688. 3 Sinds 1 april 2006 Beleidsdomein Onderwijs & Vorming. 4 Dit aantal bleek naderhand budgettair niet haalbaar.
1
veiligheidsplan opgesteld. Dit plan omvat een ruime waaier aan maatregelen die inspelen op verschillende veiligheidsaspecten. Een belangrijk luik beschrijft een aantal preventieve acties die gericht zijn op bestrijding van overlast en onveiligheidsgevoelens. Één actie is de tewerkstelling van schoolspotters. In het voorjaar van 2006 werd hiervoor een contigent van 20 VeVe-startbanen de scope ‘creëren van een verkeersveilige schoolomgeving’ uitgebreid naar ‘bijdrage tot een groter veiligheidsgevoel op het openbaar vervoer.
2 Doelstellingen Het Schoolspotters-project heeft twee doelstellingen: • Jongeren een leerrijke eerste werkervaring aanbieden, waarbij ze tegelijkertijd de kans krijgen om bijkomende opleidingen en vormingen te volgen. Zo heeft de jongere een extra troef in handen om duurzaam ingeschakeld te worden op de arbeidsmarkt na de tewerkstelling als startbaner. In het bijzonder worden de startbaners aangemoedigd om hun diploma secundair onderwijs te halen door tweedekansonderwijs te volgen of door deel te nemen aan de examens van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap. • Bijdragen tot een groter veiligheidsgevoel op het openbaar vervoer wanneer de schoolgaande jeugd er gebruik van maakt. De schoolspotters hebben een preventieve en educatieve opdracht en hebben een aanvullend karakter ten aanzien van reeds bestaande statuten, functies en opdrachten (cfr. Lijnspotters, straathoekwerkers, bewakingsdiensten, enz.). Zij functioneren in de eerste plaats vanuit de school.
2: Startbanenproject Verkeersveiligheid
3 Doelgroep Omwille van hun afkomst en achtergrond worden bepaalde groepen nog steeds beperkt in hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Daarom heeft de Vlaamse overheid zich geëngageerd om zowel binnen het JoJo-project als het VeVe-project prioritair aandacht te besteden aan de groepen die het vaakst in de werkloosheid terechtkomen. Het startbanenproject VeVe richt zich tot jongeren die de school voortijdig hebben verlaten. Deze groep ongekwalificeerde schoolverlaters staat immers het minst stevig op de arbeidsmarkt. Jongeren van allochtone afkomst worden in het bijzonder aangemoedigd om te solliciteren voor deze startbanen, omdat zij nog meer moeilijkheden hebben om een job te vinden. Om het begrip ‘van allochtone afkomst’ te benoemen, baseert het VeVeproject zich zoals het JoJo-project op de definitie zoals bepaald in het ‘Decreet inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch‑culturele minderheden’5. In art. 2 van het decreet wordt verstaan onder allochtonen: “Personen die zich legaal in België bevinden, ongeacht of zij de Belgische nationaliteit hebben, en tegelijkertijd aan de volgende voorwaarden voldoen: • Minstens één van hun ouders of grootouders is geboren buiten de Europese Unie; • Zij bevinden zich in een achterstandspositie vanwege hun etnische afkomst of hun zwakke sociaal-economische situatie.”
5 Decreet inzake het Vlaamse beleid ten aanzien van etnisch-culturele minderheden, B.S. 19 juni 1998, 20102-20109.
3
4 Historiek Met de aanwerving van een eerste projectcoördinator6, in maart 2001, is het VeVe-project van start gegaan. Op een interkabinetaire vergadering (maart ’01) werd beslist dat 215 van de 315 startbanen die aan het departement Onderwijs7 werden toegewezen, naar het VeVe-project zouden gaan. Hierbij werd de volgende verdeling voorgesteld: • 1 startbaan voor de functie projectcoördinator; • 13 startbanen voor coördinerende en ondersteunende instellingen (provinciebesturen, verkeersorganisaties8 en ouderkoepels9); • 201 startbanen voor stads- en gemeentebesturen. Voor de verdeling van de startbanen over de gemeenten werd volgende verdeling vooropgesteld: • Gent en Antwerpen krijgen als grootstedelijke gemeente elk 5 startbanen toegewezen (10 startbanen); • 11 regionaal stedelijke gemeenten hebben recht op elk 3 startbanen (33 startbanen); • 158 startbanen worden verdeeld over die gemeenten waar er in de periode 1997-1999 meer dan 20 jongeren (<19 jaar) als bestuurder van fiets of bromfiets of als voetganger, betrokken waren bij een verkeersongeval en daarbij minstens licht gewond werden (volgens de NIS-ongevalsstatistieken). Eind juni 2001 keurden voormalig Vlaams minister van Onderwijs en Vorming, Marleen Vanderpoorten en voormalig Vlaams minister van Mobiliteit, Steve Stevaert, deze verdeling goed.
6 Sinds februari 2007 is het VeVe-project toe aan zijn 7de projectcoördinator. 7 8 9
Sinds 1 april 2006 Beleidsdomein Onderwijs & Vorming. Voetgangersbeweging, Fietsersbond, Vlaamse Stichting Verkeerskunde en Bond van bus-, trein- en tramgebruikers. VCOV, ROGO en KOGO
4: Startbanenproject Verkeersveiligheid
Aangezien het contingent van 215 beschikbare startbanen in maart 2003 nog niet volledig opgebruikt was, beslisten de toenmalige Vlaamse ministers van Onderwijs en van Mobiliteit om de resterende arbeidsplaatsen te verdelen over gemeenten die nog niet in aanmerking kwamen, waardoor het selectiecriterium om te kunnen beschikken over een startbaner veranderde. De overige startbanen zouden worden toegekend aan die gemeenten waar er in de periode 1997-1999 meer dan 5 jongeren (<19 jaar) als bestuurder van fiets of bromfiets of als voetganger, betrokken waren bij een verkeersongeval en daarbij minstens licht gewond werden (volgens de NIS-ongevalsstatistieken). Op basis van het gewijzigde selectiecriterium werden bijkomend 114 werkgevers aangeschreven, waarvan er 32 een aanvraag indienden en er bijgevolg 32 startbanen extra ingevuld konden worden. Oorspronkelijk werden, zoals eerder vermeld, 215 startbanen aan het VeVe-project en 100 startbanen aan het JoJo-project toegekend. In juli 2003 en in maart 2004 werden respectievelijk 47 en 23 startbanen naar het JoJo-project overgeheveld, aangezien het contingent startbanen binnen het JoJo-project volledig ingevuld was en er omwille van het succes van het project een vraag was naar uitbreiding. Dit betekent dat het contingent startbanen Verkeersveiligheid in theorie nog uit 145 arbeidsplaatsen bestaat. “In theorie” omdat de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg in 2004 uitdrukkelijk gevraagd heeft om – omwille van budgettaire redenen het door hen voorziene budget van € 5.733.498 zoals bepaald in het financieringsakkoord10, niet te overschrijden. De projectcoördinatoren van het VeVe- en JoJo-project berekenden dat één startbaner zonder diploma secundair onderwijs op jaarbasis € 21.921,52 kost waardoor met het beschikbare budget maximaal 106 plaatsen ingevuld kunnen worden.
10 Koninklijk besluit tot financiering van het samenwerkingsakkoord van 25 oktober 2000 tussen de Staat en de Vlaamse Gemeenschap betreffende de startbaanovereenkomst, B.S. 18 april 2003, 19841.
5
Naar aanleiding van diverse incidenten op het openbaar vervoer stelde minister van Mobiliteit Van Brempt samen met De Lijn in 2006 een geactualiseerd veiligheidsplan op. Dit plan omvat een ruime waaier aan maatregelen die inspelen op verschillende veiligheidsaspecten op het gebied van openbaar vervoer. Één daarvan is de tewerkstelling van schoolspotters. De kabinetten van Vlaams minister Vandenbroucke en Vlaams minister Van Brempt reserveerden hiervoor 20 van de 106 beschikbare plaatsen voor het startbanenproject verkeersveiligheid. In samenwerking met De Lijn werd een lijst opgesteld met 31 steden en gemeenten die te kampen hebben met overlast op het openbaar vervoer veroorzaakt door schoolgaande jeugd. Van deze 31 werden 9 aanvragen ontvangen, voor in totaal 18 schoolspotters. Één aanvraag werd afgekeurd waardoor Antwerpen, Gent, Wetteren, Mechelen, Vilvoorde, Ieper, Eeklo en Hasselt het gevraagde contingent toegewezen kregen. In 2012 werd de plaats van Wetteren ingenomen door Genk.
6: Startbanenproject Verkeersveiligheid
Schoolspotters-project Inhoudelijk 1 Takenpakket startbaner De tweede doelstelling van het Schoolspotters-project is: “Bijdragen tot een groter veiligheidsgevoel op het openbaar vervoer wanneer de schoolgaande jeugd er gebruik van maakt”. Vanuit dit opzicht is het belangrijk dat de startbaners zoveel mogelijk in de schoolomgeving aan het werk zijn. Zij hoeven zich in tegenstelling tot de VeVe’ers wel niet te beperken tot de onmiddellijke schoolomgeving. Zij kunnen op verschillende belangrijke knooppunten in het school-woonverkeer worden ingezet. De werkgevers beslissen zelf welke taken de startbaner uitvoert. Bij het uitwerken van een concreet takenpakket dienen ze in de eerste plaats rekening te houden met de lokale situatie en het profiel van de kandidaat‑jongere. De schoolspotters hebben een preventieve en sensibiliserende opdracht op het gebied van gebruik van het openbaar vervoer door schoolgaande jeugd op het traject van en naar school. Schoolspotters moeten niet alleen het ‘goede voorbeeld’ geven als reiziger van het openbaar vervoer. Ze kunnen systematisch meewerken aan sensibiliseringscampagnes, waarbij ze onder meer kunnen lesgeven in de scholen over de gebruiksmogelijkheden van het openbaar vervoer. Ze kunnen leerlingen ook persoonlijk informeren over het gebruik van het openbaar vervoer. De aanwezigheid van schoolspotters in en rond scholen en op het openbaar vervoer zorgt ervoor dat ze ‘bekende gezichten’ worden. Een belangrijke uitdaging die zij vanuit deze positie moeten aangaan is het opbouwen van vertrouwen en respect van de jongeren, zodat zij het mandaat verwerven om jongeren op hun gedrag te kunnen aanspreken. Om deze ‘peer to peer’ functie zo laagdrempelig mogelijk te houden is het van belang dat de schoolspotters geen uniform dragen. Zij moeten zich echter op elk moment als schoolspotter
7
kunnen identificeren aan de hand van een legitimatiekaart. Voor de herkenbaarheid in het straatbeeld kan een badge gedragen worden. De steden en gemeentes staan zelf in voor het voorzien van deze badge en kaart. Doordat de schoolspotters zich dagelijks tussen de jongeren op het openbaar vervoer bewegen, zijn ze goed geplaatst om situaties van overlast te beschrijven en de directe oorzaken ervan te ontdekken en te rapporteren. Samenwerking met jeugd- en buurtwerkingen, directies en leerkrachten, straathoekwerkers en andere relevante actoren is noodzakelijk zodat jongeren op een integrale manier benaderd worden in hun leefwereld. Tot slot dienen de schoolspotters ook als meldingspunt voor bewoners, ouders en scholieren om het onveiligheidsgevoel in de omgeving van de scholen in te dijken. De taken van de schoolspotter hebben een aanvullend karakter ten opzichte van reeds bestaande statuten, functies en opdrachten (cfr. lijnspotters, straathoekwerkers, bewakingsdiensten,..) Links met al bestaande educatieve en preventieve projecten rond veiligheid of hoffelijkheid op het openbaar vervoer worden aangemoedigd. Wanneer het lokale bestuur het wenselijk acht om schoolspotters gemeentegrensoverschrijdend in te zetten, dient het hierover een samenwerkingsakkoord te sluiten met de betrokken gemeente(n). (Dit kan zich voordoen wanneer een schoolspotter actief is op een bus- of tramlijn die verschillende gemeenten bedient.) Hieronder wordt een overzicht gegeven van het diverse takenpakket van de schoolspotters. Deze lijst is niet exhaustief en kan naar eigen inzicht worden aangevuld. Belangrijk is echter dat de opdracht van de ‘schoolspotter’ zich niet enkel tot deze taken beperkt maar een diverse invulling krijgt waarbij elke taak op zich bijdraagt tot een groter veiligheidsgevoel.
8: Startbanenproject Verkeersveiligheid
Takenpakket schoolspotters De taken van een schoolspotter zijn eerder gericht op preventie en educatie dan op repressie en controle. Preventie op het terrein (scholen en openbaar vervoer) • Aanwezig zijn op de scholen. • Contacten leggen en onderhouden met leerlingen, leerkrachten en ander personeel. • Probleemoplossende gesprekken voeren met jongeren die op een of andere manier overlast veroorzaakt hebben op het openbaar vervoer. • Waarden en normen bij het gebruik van het openbaar vervoer als een soort bagage bijhebben en hanteren tijdens elk contact met de leerlingen. • Fungeren als intermediair voor scholieren en scholen m.b.t. problemen bij het gebruik van het openbaar vervoer. • Ondersteunen van de leerkracht tijdens uitstappen waarbij het openbaar vervoer wordt gebruikt. Complementair zijn met andere (lokale) initiatieven • Aansluiten bij projecten rond openbaar vervoer zoals Trammelant en andere. • Op de hoogte zijn van de tewerkstellingsmogelijkheden bij De Lijn en deze kunnen linken aan de diverse opleidingsvormen. • Een aanspreekpunt vormen voor personeelsleden van De Lijn en stadswachten (Lijnspotters) m.b.t. overlast of andere problemen met scholieren. • Samenwerken met jeugdbewegingen, jeugddienst, jeugdwelzijnswerk, enz. om verkeersonveilige situaties rond het openbaar vervoer kenbaar te maken.
9
Overlast/onveilige punten in kaart brengen • Onderzoeken welke problemen zich voordoen rond schooltrajecten, stations, bushalten, enz. en deze aankaarten bij de gemeente/stad en de schooldirecties én bij De Lijn. • Onderzoeken welke de veiligste weg van en naar school is en eventuele alternatieven (fiets, openbaar vervoer, enz.) voorstellen. Informeren van leerlingen en ouders over gebruik openbaar vervoer • Informatie verstrekken aan leerlingen en ouders over het gebruik van het openbaar vervoer op infodagen, opendeurdagen, enz. • Uitleg geven aan jongeren over boetes, uurregelingen, enz. • Uitleg geven over nieuwe tram- of buslijnen in de stad/ gemeente. • Belangstelling wekken bij ouders voor het vervoersaanbod in de regio. • De belbus promoten. Educatie • Educatieve projecten (vb. de educatieve pakketten van de VSV) rond het openbaar vervoer onder de aandacht van leerkrachten brengen of ze desgewenst zelf uitwerken. • Aansluiten bij en/of mee voorbereiden van schoolse vakoverschrijdende projecten rond verkeer in het algemeen en openbaar vervoer in het bijzonder. • Educatieve projecten rond graffiti, zwerfvuil, wildplakken en andere schendingen van het publiek domein uitwerken. • Educatieve projecten uitwerken rond onveiligheid, hoffelijkheid, enz. op het openbaar vervoer • Organiseren van of aansluiten bij verkeersevenementen die verband houden met het openbaar vervoer (vb. treintrambusdag). • Het milieubewustzijn van gebruikers openbaar vervoer vergroten. 10: Startbanenproject Verkeersveiligheid
2 Begeleiding: de coach Het is de bedoeling dat de jongeren gedurende de tewerkstellingsperiode zoveel mogelijk bijleren en dat ze voldoende kansen krijgen om een aantal competenties op te bouwen die ze in hun verdere loopbaan kunnen aanwenden. Daarom is het van belang dat de jongeren voldoende begeleiding en ondersteuning krijgen. Hiertoe dient iedere werkgever op de werkvloer een coach aan te duiden. Een goede coach neemt drie taken op zich, namelijk: • Enerzijds is de coach iemand die de jongere kan begeleiden en sturen tijdens de uitvoering van het takenpakket, iemand die ook bereid is de jongere te motiveren en te waarderen. Het is eigenlijk een vertrouwenspersoon bij wie de startbaner steeds terecht kan met vragen. Deze taak vraagt een uitdrukkelijk engagement om een laaggeschoolde jongere te ondersteunen in de werksituatie. • Anderzijds zal de coach de startbaner ook vertrouwd maken met enkele basisbeginselen omtrent preventieve en educatieve acties die bijdragen tot een groter veiligheidsgevoel op het openbaar vervoer en zal hij/zij hiertoe de nodige opleiding en vorming op de werkvloer voorzien. Deze taak impliceert dat de coach bij voorkeur ervaring heeft met het in de praktijk brengen van preventieve en educatieve acties voor jongeren, zodat de startbaner ook wat het inhoudelijk aspect van het takenpakket betreft kan ondersteund worden. De coach gaat samen met de startbaner op zoektocht naar een geschikte opleiding, stimuleert de startbaner om deze te volgen en volgt het vormingsproces op. De coach denkt mee na over hoe de combinatie tussen werk en opleiding mogelijk gemaakt kan worden. Ook stimuleert de coach de startbaner om deel te nemen aan de door de coördinatie georganiseerde vormingen. De aanstelling van een geschikte coach die zijn ondersteunende rol voor de startbaner ernstig neemt, is van groot belang om het project te laten slagen. Indien een coach slechts sterk is in één van de taken, kan er geopteerd worden voor een bijkomende ondersteuning.
11
Een voorbeeld hiervan is: de coach werkt op de preventiedienst en is heel sterk het vormen van de jongeren inzake preventie en educatie. Een jongere echter motiveren, ondersteunen en de juiste arbeidsattitudes bijbrengen, is niet de expertise van de coach. Dan kan eventueel een tweede coach aangesteld worden die dit deel van de begeleiding kan opnemen. Dit kan bijvoorbeeld een jobcoach zijn van de VDAB in de buurt of van een andere organisatie in de buurt.
Binnen de steden en gemeenten maakt de coach meestal deel uit van de mobiliteitsdienst of de preventiedienst. Opdat de jongere zich zou thuis voelen op de werkplek is het aangewezen dat de startbaner op dezelfde dienst tewerkgesteld wordt als de coach. Van in het begin moeten duidelijke afspraken worden gemaakt over de wederzijdse verwachtingen betreffende taken, bijscholing en resultaat. We raden dan ook sterk aan om samen met de startbaner het takenpakket door te nemen. Bovendien is het aangewezen om een arbeidsreglement van de gemeente te overhandigen zodat er geen verwarring kan bestaan omtrent na te leven afspraken.
3 Coördinatie Op het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming is een projectcoördinator aangesteld om het VeVe-project in goede banen te leiden. • In eerste instantie staat de coördinator in voor het beheer en de administratie van de personeelsdossiers en treedt hij/ zij op als contactpersoon tussen het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming en interne/externe partners (FOD Tewerkstelling, Arbeid en Sociaal Overleg, VDAB, kabinet, coördinatie JoJo-project, enz.). • Daarnaast evalueert de coördinator de tewerkstelling in de verschillende steden, gemeenten en organisaties. Tijdens dit evaluatiemoment wordt nagegaan in hoeverre de doelstellingen van het project worden verwezenlijkt en, indien nodig, kan bekeken worden hoe het takenpakket eventueel bijgestuurd kan worden. Op de evaluatie wordt ook de vormingskeuze van de Schoolspotter besproken.
12: Startbanenproject Verkeersveiligheid
• Verder organiseert de coördinator vormingen in samenwerking met diverse partners die gespecialiseerd zijn in verkeerseducatie en ‑sensibilisatie. • Tenslotte is de coördinator ook rechtstreeks bereikbaar om vragen van alle betrokkenen te beantwoorden. Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten Afdeling Scholen Secundair Onderwijs en DKO T.a.v. de VeVe coördinatie Koning Albert II-laan 15 (2M08) 1210 Brussel Tel.: 02 553 91 76 Fax: 02 553 89 75 E-mail:
[email protected] www.ond.vlaanderen.be/veve www.facebook.com -startbanenprojecten
13
Selectie & Aanwerving 1 Selectie 1.1 Vacature Als u beroep wilt doen op een nieuwe VeVe’er, vult u een aanvraagformulier voor een nieuwe startbaner in. Pas als u de goedkeuring van de coördinatie verkregen hebt, mag u de vacature bekend maken. 1.2 Welke kandidaten komen in aanmerking? Om in aanmerking te komen voor het VeVe-project dienen de jongeren aan een aantal voorwaarden te voldoen: • Jonger zijn dan 26 jaar; • laaggeschoold zijn11; • nog alle politieke en burgerlijke rechten bezitten12; • medisch geschikt zijn; • perfect Nederlandstalig zijn. Aangezien de startbaners VeVe gesubsidieerd worden door het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming, moeten zij aan de subsidiëringsvoorwaarden van art. 28 van de Schoolpactwet voldoen. Dit betekent dat de gebruikelijke controles op diploma/getuigschrift, medische geschiktheid, bezit van alle burgerlijke en politieke rechten
11 Laaggeschoolden zijn personen die NIET in het bezit zijn van een studiegetuigschrift of diploma van het tweede jaar van de derde graad van het ASO, TSO of KSO, of die NIET in het bezit zijn van een studiegetuigschrift of diploma van het derde jaar van de derde graad van het BSO (m.a.w. geen 7de specialisatiejaar). 12 Dit wordt gecontroleerd aan de hand van het MODEL 2 van goed gedrag en zeden. Indien de startbaner in het verleden een veroordeling tot een gevangenisstraf van meer dan vier maanden kreeg, betekent dit dat hij/zij niet meer over al zijn/haar burgerlijke en politieke rechten beschikt.
14: Startbanenproject Verkeersveiligheid
(op basis van model 2 van goed zedelijk gedrag) en taalkennis ook voor deze personeelsleden gelden. 1.3 Selectie De selectie van de jongere kan op twee manieren gebeuren: 1. De werkgever heeft reeds een geschikte kandidaat. 2. De werkgever heeft geen eigen kandidaat: de werkgever kan een vacature plaatsen op de WIS-computer van de VDAB. Dit is vaak ook de meest succesvolle manier om een geschikte kandidaat te vinden. De werkgever is natuurlijk vrij om de vacature ook te verspreiden via andere kanalen (bijvoorbeeld: www.jobkanaal.be) dan de WIS-computer. 1.4 Afwijking scholingsgraad Het is niet mogelijk om een afwijking te verkrijgen op basis van een verantwoording in functie van het takenpakket. In het verleden is gebleken dat het voor de projectcoördinator moeilijk is om dit naar behoren in te schatten. Het hangt vaak af van de capaciteiten van de startbaners, de ondersteuning en begeleiding van de coach of taken al dan niet kunnen worden uitgevoerd door laaggeschoolden. Als werkgever dient u dus het takenpakket aan te passen aan de vooropgestelde doelgroep.
2 Aanwerving nieuwe Schoolspotter 2.1 Afsluiten van de arbeidsovereenkomst Alvorens een arbeidsovereenkomst op te stellen en te ondertekenen, moet u volgende documenten van de jongere ontvangen hebben: • recent bewijs van goed gedrag en zeden (MODEL 2); • medisch attest (een attest van de huisarts van de jongere volstaat). Zonder deze documenten kan er geen arbeidsovereenkomst afgesloten worden.
15
De arbeidsovereenkomst moet in vier exemplaren worden opgesteld en ten laatste op het moment van de indiensttreding worden ondertekend. Bij voorkeur gebruikt u de modelovereenkomst die u terugvindt op de website van VeVe. De 4 exemplaren zijn bestemd voor: • de jongere; • de gemeente, stad of organisatie als juridische werkgever; • het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming (2 originele exemplaren). Het is van het allergrootste belang dat u de arbeidsovereenkomst pas laat ondertekenen als u daadwerkelijkt het model 2 van goed gedrag en zeden en het medisch attest in uw bezit hebt! Indien na de ondertekening zou blijken dat de jongere één van de documenten niet kan voorleggen, dan kan de startbaner niet door het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming gesubsidieerd worden. De gemeente, stad of organisatie zal dan als juridisch werkgever zelf moeten instaan voor het verschuldigde loon aan de jongere! Sinds 2010 is het Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) geëvolueerd naar een ‘volledig electronisch personeelsdossier’. Alle resterende papieren documenten in de dossiers van het onderwijspersoneel worden gedigitaliseerd door ze te scannen. Wij moedigen zoveel mogelijk aan om de documeten van de startbaners via electronische weg aan het ministerie te bezorgen. Je scant dan de documenten zelf en mailt ze naar het adres
[email protected]. Je plaatst slechts één document per scan. 2.2 Dossier Na de ondertekening van de arbeidsovereenkomst, dient u het volledige dossier van de startbaner zo snel mogelijk over te maken aan de coördinatie van het VeVe-project. Het dossier omvat een aantal documenten die de startbaner zelf moet verzamelen, namelijk:
16: Startbanenproject Verkeersveiligheid
• bewijs van goed gedrag en zeden (MODEL 2); • medisch attest; Verder zijn er nog een aantal documenten die u zelf moet invullen. U kunt deze documenten downloaden op onze website. • kennisgeving opdracht; • aanvraag immatriculatie (pers 11); • arbeidsovereenkomst; • melding van gegevens; • bevestiging van de scholingsgraad. Indien de jongere onderdaan is van een land buiten de E.U., moet bovendien een ‘Aanvraag tot afwijking van de nationaliteitsvereiste’ ingediend worden. Dit document kunt u opvragen bij de coördinatie. Omwille van de aard van het project wordt dit altijd toegekend. Het dossier dient ten laatste op de 15de van de maand volgend op de indiensttreding in het bezit te zijn van de projectcoördinator. Enkel dan kan de uitbetaling van het loon gegarandeerd worden.
17
3 Verlenging van de overeenkomst 3.1 Procedure Indien de gemeente, stad of organisatie én de startbaner een verlenging van de arbeidsovereenkomst wensen, dan moet een ‘Aanvraagformulier verlenging startbaanvacature’ ingediend worden. Op basis van dit document keurt de coördinator van het startbanenproject verkeersveiligheid de aanvraag al dan niet goed. Elementen die van belang zijn in deze aanvraag zijn: • • • •
De elementen die een verlenging wenselijk maken De evolutie van de invulling van het takenpakket De evaluatie van de coach (als essentiële schakel in het project) Het persoonlijk vormingsproject van de jongere (en de inspanningen die de werkgever hiertoe wil/kan leveren inzake toekennen van educatief verlof, deelname aan vormingen die van de werkgever uitgaan, enz.) De gemeente, stad of organisatie wordt van de beslissing schriftelijk op de hoogte gesteld. Enkel als u een schriftelijke goedkeuring ontvangen heeft, mag een nieuwe arbeidsovereenkomst afgesloten worden. U doet er goed aan om deze procedure op tijd in gang te zetten zodat wij de startbaner kunnen doorbetalen. 3.2 Wat na twee tewerkstellingsjaren? Zoals eerder aangehaald wil het VeVe-project jongeren een eerste werkervaring aanbieden. Het is dus niet de bedoeling om jongeren jarenlang als Schoolspotter tewerk te stellen. Dit zou immers ook de kansen beperken voor andere laaggeschoolde jongeren om zichzelf via dit project te versterken op de arbeidsmarkt. Wanneer een jongere in zijn eerste tewerkstellingsjaar met een opleiding startte en in een derde jaar zijn opleiding zou kunnen afmaken, kan hij eventueel een uitzonderlijke verlenging krijgen.
18: Startbanenproject Verkeersveiligheid
Een uitzonderlijke verlenging moet door twee instanties goedgekeurd worden. • De dienst Toezicht op Sociale Wetten. Die oordeelt over het juridische aspect van de verlenging in het kader van de arbeidswetgeving. • De VeVe-coördinatie. Die oordeelt over het inhoudelijk geoorloofd zijn van een verlenging. Als juridisch werkgever is de stad/gemeente/organisatie verantwoordelijk voor het indienen van de ‘aanvraag tot toestemming voor het sluiten van opeenvolgende arbeidscontracten van bepaalde duur’ bij de regionale directie van de dienst Toezicht op Sociale Wetten. Het formulier hiervoor kunt u opvragen bij de coördinatie. Als er een goedkeuring verkregen is, stuurt u deze samen met de aanvraag voor een verlenging naar de VeVe-coördinatie. Pas na het verkrijgen van deze beide goedkeuringen kan de stad/ gemeente/organisatie overgaan tot het verlengen van het contract van de VeVe’er. Het is dus van belang dat deze procedure op tijd in gang gezet wordt, zodat bij een positieve beslissing een continuïteit van contracten kan verzekerd worden. Bij een negatieve beslissing heeft de startbaner, bij een tijdige aanvraag, nog de mogelijkheid om een nieuwe betrekking te zoeken.
19
Einde
en schorsing tewerkstelling
1 Einde contract De coördinatie werkt samen met de VDAB om de overstap naar de reguliere arbeidsmarkt vlotter te laten verlopen. Drie maanden voor het einde van het contract krijgen startbaner en coach een mail met de contactgegevens van een trajectbegeleider uit de regio. De startbaner kan een afspraak maken met deze trajectbegeleider om verdere begeleiding op te starten. Meer informatie over de trajectbegeleiding van de VDAB kan je vinden op http://vdab.be/werkinzicht/begeleiding.shtml. Op het einde van de tewerkstelling vullen zowel startbaner als de coach een evaluatieformulier in. Beide formulieren staan op de website van het startbanenproject. Indien de werkgever een nieuwe startbaner wenst, vult hij opnieuw een ‘Aanvraag tot aanstelling van een startbaner‘ in. Alle documenten bevinden zich op de website.
2 Ontslag Binnen het VeVe-project worden de jongeren tewerkgesteld op basis van een contract van bepaalde duur. Een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur eindigt dus in principe op het ogenblik van het verstrijken van de duurtijd ervan. Dit betekent binnen het VeVe‑project na 1 jaar. Om de startbaanovereenkomst toch voortijdig te beëindigen, zijn er 4 mogelijkheden (wettelijke basis: privé-wetgeving van 3 juli 1978). 2.1 Binnen de proefperiode (= 3 maanden) De startbaanovereenkomst kan niet eenzijdig worden beëindigd door opzegging, behalve tijdens de proefperiode en dit mits naleving van een opzeggingstermijn van zeven kalenderdagen. De partij die de opzegging geeft, mag vrij de aanvangsdatum van de opzeggingstermijn bepalen, op voorwaarde dat dit ten vroegste de dag na de betekening is. Wanneer een dergelijke opzegging tijdens de eerste maand wordt gegeven, heeft de beëindiging ten vroegste op de laatste dag van 20: Startbanenproject Verkeersveiligheid
deze maand uitwerking. De opzeggingstermijn mag niet eindigen vóór het einde van de minimumduur van 1 maand. Hou er rekening mee dat schorsingen van de arbeidsovereenkomst tijdens de eerste maand, deze eerste maand verlengen met een periode gelijk aan de schorsing. Concreet: Als Jan Janssens op 01/01/05 in dienst treedt bij gemeente X, dan kan hij ten vroegste ontslagen worden op 31/01/05 mits naleven van een opzeggingstermijn van zeven dagen. Zelfs als de betekening plaatsvindt op 15/01/05, kan het ontslag pas ingaan op 31/01/05. De opzeggingstermijn kan in dit geval ten vroegste ingaan op 25/01/05. Indien u zich wil beroepen op de beëindiging van de A.O. binnen de proefperiode, is de uiterste datum voor de betekening in het geval van Jan Janssens 24/03/05. De opzeggingstermijn zal dan ten vroegste ingaan op 25/03/05 voor een periode van zeven dagen tot en met 31/03/05, het einde van de proefperiode.
De proefperiode is enerzijds bedoeld om na te gaan in welke mate de startbaner geschikt is voor zijn taak. Anderzijds krijgt de startbaner de kans om uit te maken of de functie hem ligt. Tijdens de proefperiode kan de arbeidsovereenkomst dus relatief gemakkelijk worden beëindigd. Het is dan ook van groot belang dat u tijdig ingrijpt als de VeVe’er niet geschikt is voor zijn/haar taak of zich niet aan de afspraken houdt! 2.2 Bij het vinden van een andere job De startbaner kan de arbeidsovereenkomst beëindigen, indien hij een andere baan heeft gevonden. Hierbij dient hij/zij wel een opzeggingstermijn van zeven kalenderdagen, die aanvangt op de dag volgend op de betekening, in acht te nemen. Dit geldt – net als de mogelijkheid om verlof te krijgen voor een sollicitatie – niet meer na contractverlenging. 2.3 In onderling akkoord De arbeidsovereenkomst kan beëindigd worden in onderling akkoord. Beide partijen kunnen hierbij overeenkomen dat de arbeidsovereenkomst ofwel onmiddellijk een einde neemt, ofwel na het verstrijken van een zelf te bepalen termijn. Een geschrift is niet per se noodzakelijk, maar 21
in de praktijk is dit toch aan te bevelen (in twee exemplaren: één voor de werkgever en één voor de startbaner). Gelieve ook een kopie te bezorgen aan de coördinator van het startbanenproject. 2.4 Omwille van dringende redenen Onder “dringende reden” verstaat men de ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking tussen de werkgever en de werknemer onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt. Een dringende reden kan ook ingeroepen worden bij het herhaaldelijk voorkomen van een lichte fout (vb. veelvuldig te laat komen op het werk). Wie de dringende reden inroept, moet het bewijs leveren van de feiten die hij aanvoert. Het is dan ook van belang om alles steeds via een kennisgeving opdracht aan de coördinator door te geven. Bij een ontslag om dringende reden moeten ook strenge vorm- en termijnvereisten geëerbiedigd worden. Indien een procedurefout gemaakt wordt, dan brengt dit met zich mee dat de arbeidsovereenkomst onrechtmatig beëindigd werd en dat de werkgever, in dit geval de gemeente, stad of organisatie, een opzeggingsvergoeding verschuldigd is aan de startbaner. Er kan nooit een verbrekingvergoeding betaald worden vanuit het Ministerie van Onderwijs en Vorming.
3 Af te leveren documenten Ongeacht de manier waarop de arbeidsovereenkomst werd beëindigd, moet de werkgever, in dit geval dus de stad, gemeente of organisatie, de volgende documenten afleveren: • Werkloosheidsverklaring C4; • Tewerkstellingsattest dat alleen het begin en het einde van de arbeidsovereenkomst, de functie en eventuele afwezigheden vermeldt. De coördinatie moet ook steeds op de hoogte gebracht worden van de stopzetting van een arbeidsovereenkomst om de betaling van de startbaner te kunnen stopzetten. Het document dat hiervoor gebruikt 22: Startbanenproject Verkeersveiligheid
moet worden is een ‘kennisgeving dienstonderbreking’ met vermelding van de datum van uitdiensttreding en als reden ‘ontslag’.
4 Schorsing van de overeenkomst De schorsingsgronden van de arbeidsovereenkomst zijn de feiten of gebeurtenissen die tot gevolg hebben dat de arbeidsovereenkomst of de uitvoering ervan worden onderbroken. 4.1 Klein verlet Voor toekenning van klein verlet moeten de richtlijnen gevolgd worden die in voege zijn bij de juridische werkgever, m.a.w. zoals ze in het arbeidsreglement van de stad of de gemeente vermeld zijn. Met het formulier “kennisgeving dienstonderbreking” brengt u de coördinator op de hoogte dat je jongere beroep gedaan heeft op klein verlet. 4.2 Ziekte en ongeval Bij ziekte moet de startbaner onmiddellijk de gemeente, stad of organisatie op de hoogte brengen en een doktersbriefje afleveren. Verder is de interne regeling omtrent de controle op ziekte van toepassing. De werkgever dient daarna het ziektebewijs van de dokter samen met een “kennisgeving dienstonderbreking” binnen de maand aan de coördinator van het project over te maken! Gedurende de eerste 30 dagen van de ziekte behoudt de startbaner het lopende loon. Vanaf de 31ste dag valt de VeVe’er terug op een uitkering van de mutualiteit. Het is raadzaam om de mutualiteit ook bij elke ziekte op de hoogte te brengen! 4.3 Arbeidsongeval en beroepsziekte Indien zich een arbeidsongeval of beroepsziekte voordoet, moet de coördinatie hierover zo snel mogelijk worden ingelicht, zodat de nodige formulieren in orde kunnen worden gebracht.
23
Vorming Jongeren die werken in het Schoolspottersproject krijgen de kans om aanvullende opleidingen te volgen. Zo hebben ze nadien een extra troef in handen om duurzaam ingeschakeld te worden in de arbeidsmarkt.
1 Vorming betaald door de werkgever De werkgever voorziet in de nodige vorming zodat de startbaner zich goed kan inwerken en het takenpakket correct kan uitvoeren. Ze doet dat op dezelfde manier als voor deaander personeelsleden. Werkgevers worden ook aangemoedigd om de schoolspotters te laten deelnemen aan de vormingssessies voor verkeers- en mobiliteitsmedewerkers.
2 Vorming aangeboden en betaald door het beleidsdomein Onderwijs & Vorming Op regelmatige tijdstippen krijgen de startbaners een uitnodiging om deel te nemen aan cursussen waarin ze meer expertise kunnen opdoen voor hun taak als startbaner Verkeersveiligheid. Zo organiseert de projectcoördinatie in de loop van het jaar introductiecursussen waarin de startbaners kennis maken met hun rechten en plichten op de werkvloer. We verwachten van de werkgever dat zij de startbaner stimuleren om zich in te schrijven voor die cursussen. Daarnaast organiseert de coördinatiecel op geregelde tijdstippen vormingsessies voor de coaches. Daardoor krijgen zij een beter beeld van hun specifieke taak als begeleider.
3 Individuele vorming 3.1 Richtlijnen Het beleidsdomein Onderwijs en Vorming trekt een budget uit voor de vorming van de startbaners. Het inschrijvingsgeld van een individuele
24: Startbanenproject Verkeersveiligheid
opleiding wordt helemaal of gedeeltelijk gefinancierd door het beleidsdomein Onderwijs en Vorming (tot 350 euro per startbaner per semester). De werkgever en de startbaner worden aangemoedigd om zelf op zoek te gaan naar de meest geschikte vorming. De startbaner kiest een opleiding die aansluit bij de eigen interesses, vaardigheden, motivatie én die gericht is op het uitbouwen van een toekomstige loopbaan. Alleen opleidingen die leiden tot een diploma of die beroepsgericht zijn, komen in aanmerking. Hobbycursussen worden dus niet terugbetaald. 3.2 Vormingsverlof Om de startbaners maximale kansen te geven om te slagen in de gekozen opleiding, wordt de werkgever sterk aangemoedigd de startbaner vormingsverlof te verlenen. Het aantal dagen vormingsverlof kan in overleg tussen de werkgever en de startbaner opgetrokken worden tot maximaal twee dagen per week. Tijdens het vormingsverlof wordt de startbaner voltijds betaald. Gezien de aard van het project wordt van de werkgever verwacht dat ze de jongere voldoende tijd biedt om extra kwalificaties te behalen. Het is van belang dat de coach de staat van aan- en afwezigheden op de opleiding opvraagt en bijhoudt. Als de jongere onwettig afwezig is op de opleiding, geldt dat als een onwettige afwezigheid binnen de arbeidstijd. De werkgever moet die afwezigheid steeds via het document ‘kennisgeving dienstonderbreking’ doorgeven aan de coördinatie. Jongeren die ervoor kiezen om zelfstandig te studeren, bijvoorbeeld via de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap, kunnen met hun werkgever de mogelijkheid bespreken om tijdens de zittijden extra tijd voor studie te krijgen.
25
3.3
Procedure van terugbetaling
de
vormingsaanvraag
en
de
De procedure voor de aanvraag en de terugbetaling van een opleiding, verloopt als volgt: • De startbaner kiest voor een bepaalde opleiding. Zodra hij een keuze heeft gemaakt, regelt hij samen met de werkgever het uurrooster. De startbaner vraagt via de VDAB opleidingscheques aan op www.vdab.be/opleidingscheques. Voor sommige opleidingen kan de persoonlijke bijdrage teruggevraagd worden aan de VDAB. Hiervoor gebruikt hij het formulier Aanvraag tot terugbetaling van de persoonlijke bijdrage voor opleidingscheques in, waardoor de VDAB het volledige bedrag van de opleidingscheques terugbetaalt.13 Als de kosten van de opleiding meer bedragen dan het hoogste bedrag van de opleidingscheques namelijk van 250 euro, kunt u het formulier Aanvraag tot terugbetaling van een opleiding indienen. Dat formulier staat op de website van het startbanenproject. Met een brief delen wij aan de startbaner mee of de opleiding al dan niet in aanmerking komt voor een terugbetaling. • De startbaner vult het formulier Vereffeningsborderel voor een gevolgde opleiding in, neemt dat mee naar de vormingsinstelling en betaalt de opleiding met de opleidingscheques. Het vereffeningsborderel krijgt een stempel van de vormingsinstelling en wordt samen met het betalingsbewijs opgestuurd naar de coördinatoren. • Het bedrag dat de startbaner kan terugkrijgen is beperkt tot een maximumbedrag van 350 euro. Op de volgende pagina kunt u een schematische voorstelling vinden van de verschillende stappen van de procedure.
13 Volgende opleidingen komen hiervoor in aanmerking: alle opleidingen om een diploma of getuigschrift van algemeen, beroeps- of technisch secundair onderwijs te behalen, alle opleidingen verstrekt door de centra voor basiseducatie en de centra voor volwassenenonderwijs en basisopleidingen informatica: basisopleidingen Nederlands voor anderstaligen.
26: Startbanenproject Verkeersveiligheid
Schematische voorstelling van de verschillende stappen van de procedure
27
3.4 Diploma van het secundair onderwijs De startbaner kan het diploma van het secundair onderwijs op verschillende manieren behalen. • Algemene Vorming Het vroegere tweedekansonderwijs heeft een nieuwe naam, namelijk Algemene Vorming. De centra voor volwassenenonderwijs organiseren zelf de examens en reiken het diploma van het secundair onderwijs uit. Een lijst van centra voor volwassenenonderwijs die algemene vorming organiseren vindt u op www.ond.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/ volwassen/lijst_av.asp. • Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap U kunt een diploma van het secundair onderwijs ook via de Examencommissie behalen. De jongere studeert alle leerstof zelfstandig en legt vervolgens de examens af voor die commissie. Sinds septmber 2012 worden de examens het hele jaar door georganiseerd. Naargelang de beschikbare data plant de jongere wanneer hij een examen wilt afleggen. Vooraleer hij kan deelnemen aan de examens dient een verplichte infosessie gevolgd te worden. Meer informatie staat op de website: www.ond.vlaanderen.be/secundair/examencommissie. 3.5 Andere opleidingen van korte/lange duur De volgende instellingen bieden opleidingen en cursussen aan rond uiteenlopende thema’s: • de opleidingscentra van VDAB: www.vdab.be • SYNTRA: www.syntra.be • de centra voor basiseducatie: www.basiseducatie.be • de centra voor volwassenenonderwijs. Via de onderstaande websites vindt u informatie over opleidingen rond een bepaald thema: • www.wordwatjewil.be
28: Startbanenproject Verkeersveiligheid
U kunt zoeken op trefwoord, door een regio te selecteren of door de naam van een cursus of opleidingscentrum in geven. • www.vdab.be De VDAB beschikt over een uitgebreide databank met opleidingen. • www.prettiggeleerd.be Op deze site van SoCiuS, het Steunpunt voor Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk, zijn de cursussen zowel per thema als per aanvangsdatum gerangschikt. • www.ivo.be Het Info- en Adviescentrum voor Vorming en Opleiding beheert een databank met daarin alle opleidingen uit de provincie Oost-Vlaanderen. • www.voa.be Op de website van Onderwijs voor Volwassenen Antwerpen vindt u opleidingen die plaatsvinden in de provincie Antwerpen. 3.6 Begeleiding om de juiste studiekeuze te maken • Maak een afspraak met een trajectbegeleider van de VDAB. • Leden van een vakbond kunnen vragen om een gesprek met een bijblijfconsulent. Die consulent kan helpen om een geschikte opleiding te zoeken en maakt mensen wegwijs in de arbeidsmarkt. Bovendien bieden de vakbonden zelf ook vormingen aan. • Bij een Jongereninformatiepunt (www.jips.be) of een Jongerenadviescentrum (www.jac.be) kunt u met heel uiteenlopende vragen terecht. Ook over opleidingen kunnen ze informatie bezorgen. • Er zijn ook vele andere instellingen die voor studiekeuzebegeleiding zorgen. Adressen vindt u via www.vdab.be/loopbaanbegeleiding/ waar.shtml.
29
FAQ 1 Verlof Art. 6 in de arbeidsovereenkomst bepaalt dat de startbaner recht heeft op een jaarlijkse vakantie die bestaat uit twee dagen per maand arbeid of met arbeid gelijkgestelde onderbreking. De startbaners volgen hiervoor de overheidsregeling. Dit houdt concreet in dat de startbaners vakantiedagen krijgen en nemen op basis van de prestaties van dat lopende jaar en hebben in totaal recht op 24 dagen verlof. (Het staat de werkgever wel vrij om eventueel een gunstiger regeling toe te passen op de startbaners.) Als gevolg daarvan zal iemand die van de overheid naar de privé overstapt, dáár géén vakantiedagen (tenzij onbezoldigde) hebben op basis van de tewerkstelling als startbaner betaald door de overheid. In de privé worden de vakantiedagen namelijk berekend op basis van de prestaties van het voorbijgaande jaar, die er in dat geval niet of slechts gedeeltelijk zijn. Omgekeerd is het ook zo dat iemand die in de privé gewerkt heeft en overstapt naar de overheid, eerst nog al zijn vakantiedagen op basis van het voorbijgaande jaar moet opnemen én bij de overheid onmiddellijk ook een aantal vakantiedagen zal krijgen op basis van de prestaties van dat lopende jaar. Concreet: Jan Janssens kwam in dienst bij de gemeente X op 01/01/2005 en kreeg een contract tot en met 31/12/2005. Op basis van zijn te leveren prestaties krijgt Jan 24 vakantiedagen in 2005. Stel dat Jan voor 01/01/2005 als arbeider in een bedrijf werkte en daar ontslag nam. Dan moet Jan voor hij begint te werken in het Schoolspottersproject eerst al zijn verlofdagen die hij verkreeg op basis van zijn prestaties in 2003 opnemen bij de privé-werkgever. Indien Jan na 1 jaar in het Schoolspotters-project te hebben gewerkt terug bij een privé-werkgever aan de slag gaat, zal hij in 2006 geen verlof krijgen.
30: Startbanenproject Verkeersveiligheid
Piet Pieters kreeg een startbaancontract bij de gemeente Y van 01/04/2005 tot en met 31/03/2006. Dit betekent dat Piet 18 vakantiedagen krijgt voor de tewerkstelling in 2005 en in 2006 zal Piet nog 6 dagen verlof kunnen opnemen voor het einde van zijn contract.
2 Loon De startbaners verkeersveiligheid worden uitbetaald door het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming volgens barema 229. Concreet betekent dit: Niet-geïndexeerde bruto jaarwedde zonder standplaats: € 13.356,50 (bruto maandloon: € 1720.76 ) Haardgeld kan enkel aangevraagd worden indien de Schoolspotter gehuwd, samenwonend of alleenstaand is met kinderen ten laste én indien de echtgeno(o)t(e) of partner niet reeds een haardvergoeding krijgt. De jongere verwerft tijdens de duur van de startbaanovereenkomst geen geldelijke anciënniteit.
31
3 Andere vergoedingen 3.1 Vakantiegeld Voor wat betreft het vakantiegeld volgen de startbaners net als bij het toekennen van het aantal verlofdagen, de overheidsregeling. Dit betekent dat het vakantiegeld eind juni wordt uitbetaald en wordt berekend op basis van de prestaties van het voorgaande werkjaar (van januari tot december). Het vakantiegeld wordt nooit uitbetaald bij uitdiensttreding. Concreet: Jan Janssens kwam in dienst bij de gemeente X op 13/04/2005 en kreeg een contract tot en met 12/04/2006. In juni 2005 krijgt Jan geen vakantiegeld. In juni 2006 ontvangt Jan vakantiegeld voor de periode 13/04/05 tot en met 31/12/05 en in juni 2007 krijgt Jan het vakantiegeld voor de periode 01/01/06 tot en met 12/04/06. Jan krijgt dus geen vakantiegeld bij de uitdiensttreding op 12/04/06!
3.2 Eindejaarstoelage De eindejaarstoelage wordt eind december uitbetaald en wordt berekend op basis van de prestaties van januari tot en met september van het lopende jaar. M.a.w. enkel indien men vóór oktober van het lopende jaar aan het werk was, heeft men recht op een eindejaarstoelage in datzelfde jaar. Concreet: Jan Janssens kwam in dienst bij de gemeente X op 13/04/2005 en kreeg een contract tot en met 12/04/2006. Eind december 2005 zal Jan een eindejaarstoelage krijgen op basis van zijn tewerkstelling in de periode van 13/04/2005 tot en met 30/09/2005. Voor de periode van 01/01/2006 tot en met 12/04/2006 ontvangt Jan een eindejaarstoelage op het einde van december 2006. Piet Pieters kwam bij de gemeente Y in dienst op 15/10/2005 en wordt tijdens de proefperiode ontslagen op 24/11/2005. Piet zal dus geen eindejaarstoelage ontvangen.
32: Startbanenproject Verkeersveiligheid
3.3 Maaltijdcheques en vergoeding woonwerkverplaatsingen Het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming komt niet tussen voor maaltijdcheques en vergoedingen in het woon-werkverkeer. De startbaner kan deze slechts verkrijgen indien de werkgever deze zelf geeft én betaalt.
4 Documenten Alle besproken documenten kan u downloaden van onze website http://www.ond.vlaanderen.be/veve onder de rubriek documenten. Hieronder vindt u nog wat bijkomende uitleg met betrekking tot het immatriculatieformulier (pers 11), de kennisgeving opdracht en het formulier ‘wijziging persoonlijke toestand’ (pers 6). 4.1 Immatriculatieformulier (pers 11) Om de startbaner rechtstreeks vanuit het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming te kunnen betalen, dient er een immatriculatienummer te worden aangevraagd op basis waarvan de jongere betaald kan worden. Hiervoor moet de werkgever, het gemeente- of stadsbestuur of de organisatie waar de jongere tewerkgesteld is, het immatriculatieformulier of pers 11 invullen en ondertekenen. Ook de startbaner dient het document te ondertekenen. Gelieve het immatriculatieformulier daarna samen met de rest van het dossier op te sturen naar het VeVe coördinatie. Gelieve dit te doen vóór de 15de van de maand volgend op de indiensttreding. Dit is van zeer groot belang voor de tijdige betaling van de startbaner. 4.2 Kennisgeving opdracht Dit formulier moet worden ingevuld bij de indiensttreding van een nieuwe startbaner en bij verlenging van een startbaanovereenkomst en ondertekend door u en de startbaner teruggestuurd worden naar het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming.
33
4.3 Kennisgeving dienstonderbreking Iedere dienstonderbreking tijdens de startbaanovereenkomst (vb. ziekte, onwettige afwezigheid, ontslag, bevallingsverlof,…) dient met dit formulier gemeld te worden aan het Beleidsdomein Onderwijs & Vorming samen met de nodige attesten. 4.4 Wijziging persoonlijke toestand (pers 6) Dit document dient enkel te worden ingevuld en verstuurd naar het departement bij een wijziging van de persoonlijke toestand tijdens de tewerkstellingsperiode (vb. adreswijziging, wijziging gezinssituatie, wijziging rekeningnummer, …).
34: Startbanenproject Verkeersveiligheid
Samenstelling Coördinatie startbanenproject Verkeersveiligheid Verantwoordelijke uitgever Vlaamse overheid Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Grafische vormgeving Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Communicatie Druk Vlaamse overheid Reprografie Depot D/2010/3241/223
Uitgave Augustus 2012
Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten
Beleidsdomein Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten Afdeling Scholen Secundair Onderwijs en DKO Koning Albert II-laan 15 (lokaal 2M08), 1210 BRUSSEL Tel. 02 553 91 76 – Fax 02 553 89 75 E-mail:
[email protected] www.ond.vlaanderen.be/veve www.facebook.com -startbanenprojecten