Beheersovereenkomst 2011-2015
0
Beheersovereenkomst 2011-2015
BEHEERSOVEREENKOMST TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN WATERWEGEN EN ZEEKANAAL NV 1 JANUARI 2011- 31 DECEMBER 2015 DEEL A.
GENERIEK...................................................................................................................................................2
HOOFDSTUK I. ALGEMENE BEPALINGEN............................................................................................. 2 Artikel 1. Ondertekenende partijen............................................................................ 2 Artikel 2. Voorwerp van de overeenkomst ................................................................. 2 Artikel 3. Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst ....................................... 2 Artikel 4. Definities..................................................................................................... 3 HOOFDSTUK II. ENGAGEMENTEN VAN HET AGENTSCHAP ...................................................................... 3 Artikel 5. Relevante beleidsdoelstellingen / beleidskader .......................................... 3 Artikel 6. Strategische organisatiedoelstellingen....................................................... 5 Artikel 7. Operationele organisatiedoelstellingen...................................................... 9 Artikel 8. Strategische projecten.............................................................................. 17 Artikel 9. Interne werking ........................................................................................ 18 Artikel 10. Aanvullende opdrachten........................................................................... 20 Artikel 11. Andere engagementen.............................................................................. 20 HOOFDSTUK III. ENGAGEMENTEN VAN DE VLAAMSE REGERING ............................................................ 21 Artikel 12. Financiële bepalingen ............................................................................... 21 Artikel 13. Andere engagementen.............................................................................. 22 HOOFDSTUK IV. FINANCIËLE BETREKKINGEN TUSSEN DE ONDERTEKENENDE PARTIJEN ............................... 23 Artikel 14. Herkomst van de financiële middelen van het agentschap ..................... 23 Artikel 15. Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen................... 24 Artikel 16. Algemene bepalingen inzake het beheer van de financiële middelen ..... 25 HOOFDSTUK V. OPVOLGING, RAPPORTERING EN EVALUATIE ................................................................ 25 Artikel 17. Opvolging.................................................................................................. 25 Artikel 18. Rapportering............................................................................................. 25 Artikel 19. Evaluatie ................................................................................................... 26 HOOFDSTUK VI. GESCHILLENREGELING ............................................................................................. 26 Artikel 20. Geschillenregeling..................................................................................... 26 HOOFDSTUK VII. AANPASSINGEN BEHEERSOVEREENKOMST – OPSCHORTENDE VOORWAARDEN.................... 27 Artikel 21. Aanpassing van de beheersovereenkomst – opschortende voorwaarden 27 HOOFDSTUK VIII. AANVULLENDE BEPALINGEN EN OVERGANGSBEPALINGEN ............................................... 27 Artikel 22. Bijzondere regelingen in verband met de pensioenlasten ....................... 27 Artikel 23. Aanvullende bepalingen ........................................................................... 27 Artikel 24. Overgangsbepalingen............................................................................... 28 DEEL B.
SPECIFIEK DEEL ...................................................................................................................................29
Artikel 25. Artikel 26. Artikel 27. agentschap DEEL C.
Verplichtingen van het agentschap inzake tarieven................................ 29 Samenwerkingsovereenkomsten .............................................................. 29 Bijzondere bepalingen ten gevolge van specifieke situaties, eigen aan het 30
BIJLAGEN .................................................................................................................................................32
Bijlage I. Overzicht van kengetallen en indicatoren................................................ 32 Bijlage II. Overzicht van de relaties tussen de doelstellingen uit het Vlaams regeerakkoord, de beleidsnota MOW en de beheersovereenkomst.................................. 34 Bijlage III. Indicatieve meerjarenbegroting 2011-2015 ............................................ 37
1
Beheersovereenkomst 2011-2015
DEEL A.
GENERIEK
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen
Artikel 1.
Ondertekenende partijen
Tussen 1. de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaamse minister bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, mevrouw Hilde Crevits, en 2. het extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht, met zetel te 2830 Willebroek, Oostdijk 110 en als ondernemingsnummer 0254.028.251, vertegenwoordigd door de heer Albert Absillis, voorzitter van de Raad van Bestuur en de heer ir. Leo Clinckers, gedelegeerd bestuurder, wordt volgende beheersovereenkomst afgesloten.
Artikel 2.
Voorwerp van de overeenkomst
Onderhavige overeenkomst is een beheersovereenkomst in de zin van artikel 14 van het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 en in de zin van artikel 43 bis van het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht.
Artikel 3.
Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
Onderhavige beheersovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011. Onder voorbehoud van de mogelijkheid tot verlenging, wijziging, schorsing en ontbinding van de beheersovereenkomst, wordt zij afgesloten voor de beheersperiode tot en met 31 december 2015. Als bij het verstrijken van een beheersovereenkomst geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden, wordt de bestaande overeenkomst van rechtswege verlengd, tot op het ogenblik dat een nieuwe beheersovereenkomst in werking treedt. Als geen nieuwe beheersovereenkomst in werking is getreden binnen een termijn van één jaar na de in het voorgaande lid bedoelde verlenging, of wanneer een beheersovereenkomst werd ontbonden of geschorst, kan de Vlaamse Regering na overleg met de Raad van Bestuur, voorlopige regels vaststellen inzake de bijzondere regels en voorwaarden waaronder de vennootschap haar taken vervult.
2
Beheersovereenkomst 2011-2015
Artikel 4.
Definities
In onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder: -
Minister: de Vlaamse minister bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken;
-
Vennootschap (agentschap): het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht;
-
Departement: het departement Mobiliteit en Openbare Werken;
-
Kaderdecreet: het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003 en latere wijzigingen;
-
Oprichtingsdecreet: het decreet van 4 mei 1994 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Waterwegen en Zeekanaal, naamloze vennootschap van publiek recht;
-
Duurzame ontwikkeling: in de betekenis die de Noorse Premier Brundlandt eraan gaf, betekent dit voldoen in onze huidige behoeften zonder de toekomstige generaties tekort te doen. Essentieel is een versmelting van economische groei, sociale vooruitgang en ecologisch evenwicht waarbij naar levenskwaliteit gestreefd wordt en dit niet alleen in Vlaanderen maar ook in de rest van de wereld. Essentieel is ook de solidariteitsgedachte achter het begrip duurzame ontwikkeling, niet alleen solidariteit met de toekomstige generaties, maar eveneens solidariteit met andere – achtergestelde – regio’s in de wereld. Een volwaardig beleid inzake duurzame ontwikkeling heeft, naast de leefmilieudimensie, aandacht voor de sociale en economische pijler. Voor het bereiken van de internationaal erkende doelstellingen op het vlak van duurzame ontwikkeling is daarom het evenwicht tussen deze drie dimensies noodzakelijk. De Vlaamse minister bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling zal erover waken dat er een daadwerkelijk evenwicht tussen de economische, sociale en ecologische pijler bestaat zodat deze oorspronkelijke doelstellingen nagestreefd blijven. Op deze manier wil de Vlaamse minister bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling er mede voor zorgen dat duurzame ontwikkeling in Vlaanderen als een troef wordt beschouwd, niet alleen voor aanhangers van milieuzorg, maar ook voor het behouden en opbouwen van economische activiteiten en voor sociale (her)verdeling en de opbouw van sociaal-cultureel en menselijk kapitaal.
Hoofdstuk II. Engagementen van het agentschap
Artikel 5.
Relevante beleidsdoelstellingen / beleidskader
De Vlaamse Regering heeft door middel van vijf concrete plannen met daaraan specifiek gekoppelde acties haar doelstellingen bepaald in het regeerakkoord Een daadkrachtig Vlaanderen in beslissende tijden (2009-2014). 3
Beheersovereenkomst 2011-2015
De doelstellingen en acties die betrekking hebben op de vennootschap zijn voornamelijk terug te vinden in de hieronder weergegeven opsomming op hoofdniveau. I. Vlaanderen bestrijdt de economische crisis 2) Een duurzaam investeringsplan II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme mobiliteit en logistiek Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest III. Inzetten op een warme samenleving 3) Toerisme IV. Een slagkrachtige overheid Deze doelstellingen en acties uit het regeerakkoord zijn door de minister verder geconcretiseerd in de beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken (2009-2014). De belangrijkste acties voor de vennootschap kunnen hierin met de volgende strategische beleidsdoelstellingen (SBD) en operationele beleidsdoelstellingen (OBD) worden samengevat: SBD 1. Vlot en veilig verkeer OBD 1.1. De bestaande maritieme en waterwegnetwerken optimaal benutten SBD 2. Logistiek Vlaanderen als slimme draaischijf van Europa OBD 2.1. Logistieke ketens versterken en in Vlaanderen verankeren OBD 2.2. Innovatie in de logistieke ketens stimuleren OBD 2.3. Promotie van Vlaanderen als logistieke regio OBD 2.4. Logistiek Vlaanderen – “Samen sterk” SBD 3. Beperking van de impact van de vervoerssector op mens en milieu SBD 4. Efficiënte en kostenbewuste overheid SBD 5. De schakels van het vervoersnetwerk optimaal beheren en uitbouwen OBD 5.1. Het waterwegennet beheren en gericht uitbreiden SBD 6. De economische poorten - de zeehavens en de luchthavens – versterken OBD 6.1. Multimodale terminals/hot spots ontwikkelen SBD 7. Integraal waterbeleid OBD 7.1. Van een integraal waterbeleid naar een geïntegreerd waterbeleid OBD 7.2. De Europese Kaderrichtlijn Water, de Europese Overstromingsrichtlijn en het Vlaams Decreet Integraal Waterbeleid verder implementeren SBD 8. Inzetten op het beheersen van de waterkwantiteit SBD 9. Multifunctionaliteit OBD 9.1. Naar een milieugeïntegreerde functie OBD 9.2. Naar een nieuwe ruimtelijke - landschappelijke functie OBD 9.3. Architecturale en stedenbouwkundige kwaliteit OBD 9.4. Uitbouwen van het toeristisch potentieel van de waterwegen en de kust Het beleid van de Vlaamse Regering, zoals bepaald in het regeerakkoord en de beleidsnota, zal verder worden aangevuld en gespecificeerd door middel van de jaarlijkse beleidsbrieven van de minister. Daarnaast geeft het sociaal-economische impulsprogramma van de Vlaamse Regering, ‘Vlaanderen in Actie’, mee vorm aan het beleidskader door verder in te zetten op slimme, duurzame en hoogwaardige logistieke activiteiten met een hoge toegevoegde waarde en werkgelegenheid. De aanvullingen en aanpassingen van het overheidsbeleid kunnen aanleiding geven tot een aanpassing van de bepalingen van de beheersovereenkomst volgens de voorwaarden van artikel 21. 4
Beheersovereenkomst 2011-2015
De vennootschap zal actief meewerken om op het beleidsdomeinniveau tot een tekst te komen voor een overkoepelende missie en visie en zal zich daarna hierin inschakelen. Het hierboven weergegeven beleidskader bepaalt welke accenten Waterwegen en Zeekanaal NV (W&Z) zal leggen bij de realisatie van haar missie en visie in de komende beheersperiode. Overeenkomstig artikel 5 §4 van het oprichtingsdecreet heeft de vennootschap als missie: “Waterwegen en Zeekanaal zorgt voor het duurzaam en dynamisch beheren, hetgeen onder meer inhoudt het onderhouden, exploiteren, commercialiseren en investeren, als maatschappelijk project, van de waterwegen en gronden met het oog op het stimuleren van hun multifunctioneel gebruik, inzonderheid het genereren en behouden van watergebonden transport en het verzekeren van de veiligheid, rekening houdend met alle maatschappelijke actoren om alzo te beantwoorden aan de vraag en behoeften van elke klant” De hieraan ontleende visie luidt: “Het ontwikkelen van de waterweg en zijn domein als maatschappelijk project om duurzaam bij te dragen tot mobiliteit en veiligheid in een kader van natuurlijkheid”
Artikel 6.
Strategische organisatiedoelstellingen
§1. Situering van de organisatiedoelstellingen Uit haar missie en visie en uit het beleidskader, zoals samengevat in artikel 5, heeft de vennootschap een set van vier strategische organisatiedoelstellingen afgeleid, namelijk.: - bijdragen aan een betere mobiliteit; - beveiligen van de bevolking en beschermen van het patrimonium tegen de schade van overstromingen; - duurzaam ontwikkelen van de waterweg; - uitbouwen van Waterwegen en Zeekanaal NV tot een performante organisatie. De eerste drie strategische organisatiedoelstellingen zijn doelstellingen die bijdragen tot de realisatie van de beleidsdoelstellingen en de gewenste beleidseffecten. In artikel 7 worden zij verder uitgewerkt in operationele organisatiedoelstellingen. De vierde strategische organisatiedoelstelling heeft betrekking op de eigen organisatorische werking en de toekomstige beheersmatige optimalisaties van de vennootschap. In artikel 9 worden zij verder geoperationaliseerd. De strategische en operationele organisatiedoelstellingen worden globaal gemeten aan de hand van kengetallen en prestatie-indicatoren, zoals aangegeven in de artikelen 6, 7 en 9. Een overzicht hiervan is terug te vinden in bijlage I.
5
Beheersovereenkomst 2011-2015
De vennootschap zal jaarlijks een ondernemingsplan opmaken, dat de concrete acties en projecten bepaalt die de vennootschap zal uitvoeren om de strategische en operationele organisatiedoelstellingen te realiseren. §2. De strategische organisatiedoelstellingen Overeenkomstig de bewoordingen van haar missie engageert de vennootschap zich om haar organisatiedoelstellingen te realiseren op een duurzame wijze en in het kader van een maatschappelijk project. Duurzaamheid betekent overeenkomstig de definitie die onder artikel 4 is opgenomen, dat de wijze waarop de vennootschap haar doelstellingen realiseert niet of minimaal, overeenkomstig de methode van “best practices”, toekomstige generaties belast. Met de realisatie van de doelstellingen stelt de vennootschap zich de ambitie om enerzijds de modal shift naar de binnenvaart te bewerkstelligen en anderzijds de waterbeheersing te waarborgen. Deze twee activiteiten worden uitgevoerd binnen een duurzame ontwikkeling van de waterweg. Voor de realisatie van deze ambitie zijn investeringen nodig. Op deze manier geeft de vennootschap een actieve stimulans aan de economie. Belangrijke randvoorwaarden voor het realiseren van deze ambitie zijn: - de evolutie van de algemene omgevingsvoorwaarden, zoals de energieprijzen, de algemene economische conjunctuur, het algemeen economische weefsel, het beleid van de EU en dergelijke meer; - de algemene evolutie van de transport- en logistieke sector in het bijzonder, waaronder de houding van de bedrijven en bedrijfssectoren t.a.v. duurzaam en ethisch ondernemen; - de positionering van de andere transportmodi op de markt; - het volume aan investeringskredieten; - het volume aan onderhoudskredieten, inzonderheid voor de berging van baggerspecie; - het wettelijk en reglementair kader, inzonderheid inzake mobiliteit, milieu, ruimtelijke ordening en economie; - het personeelsbeleid; - het aantal stremmingen omwille van externe factoren (schadegevallen) en interne factoren (defecten en arbeidsonderbrekingen); - het beschikken over een potentieel aan gronden; - het aan- of afwezig zijn van klanten om redenen vreemd aan de vennootschap (falingen, delocalisaties, pijpleidingen, e.d.m.); - de tijdigheid waarmee beleidsbeslissingen worden genomen; - de omvang van de gevolgen van de klimaatsverandering. SOD 1. Bijdragen aan een betere mobiliteit De vennootschap wenst met deze doelstelling in eerste instantie een bijdrage te leveren aan: - het stimuleren van de co-modaliteit door het waterwegennetwerk optimaal te benutten en door het gericht uit te breiden en toegankelijk te maken; - de verdere ontwikkeling van Vlaanderen als slimme draaischijf van Europa; - een milieuvriendelijk transport van goederen. 6
Beheersovereenkomst 2011-2015
Het beoogde beleidseffect is het verbeteren van de mobiliteit door het gebruik van de waterweg als vervoersdrager te stimuleren. Deze eerste strategische doelstelling realiseert zich uiteindelijk door een verhoging van de scheepvaarttrafiek. Hiertoe zal de vennootschap, zoals weergegeven in artikel 7, verschillende operationele organisatiedoelstellingen uitwerken. Indicatoren en kengetallen De door Waterwegen en Zeekanaal NV ontwikkelde trafiekindex geeft de globale evolutie van het scheepvaartverkeer weer. Door het conjunctuurgevoelige karakter van de scheepvaart is het voor deze indicator weinig zinvol een streefwaarde te definiëren. De trafiekindex is dan ook te beschouwen als een kengetal zonder norm. Kengetal Trafiekindex Waterwegen en Zeekanaal NV
Streefwaarde Niet van toepassing wegens kengetal
Daarnaast zal het gebruik van de waterweg als vervoersdrager opgevolgd worden door volgende kengetallen. Kengetal Aantal ton vervoerd over de waterweg Aantal vervoerde containers
Streefwaarde Niet van toepassing wegens kengetal Niet van toepassing wegens kengetal
SOD 2. Beveiligen van de bevolking en beschermen van het patrimonium tegen de schade van overstromingen Via het waarborgen van de waterbeheersing wenst Waterwegen en Zeekanaal NV de waterkwantiteit te beheersen ten einde de bevolking te beschermen tegen de schade van overstromingen (te veel aan water) en verdroging tegen te gaan (te kort aan water, zie OOD3.1). Binnen het eerste beleidseffect (te veel aan water) gelden als belangrijke bouwstenen enerzijds, ruimte voor de rivier door het aanleggen van overstromingsgebieden en het verplaatsen van de waterkeringen en anderzijds, het verzwaren van bestaande dijken of het bouwen van nieuwe. Ook het onderhoud van dijken en het uitvoeren van baggerwerken ter bevordering van de bedrijfszekerheid van de waterweg zijn hierin belangrijk (zie OOD3.1). Indicatoren en kengetallen Deze tweede strategische organisatiedoelstelling dient gezien te worden in functie van de waterstanden en het debiet waarvoor de waterweg gebouwd of aangepast is. Dit zal opgevolgd worden door het veiligheidsniveau enerzijds en de overstromingsgebieden anderzijds. Om het gerealiseerde veiligheidsniveau te doen stijgen, is het de bedoeling dat het overstromingsrisico bij de hoogste was en/of stormvloed waarvoor de infrastructuur is ingericht, daalt. Hierbij heeft het vrijwaren van de oppervlakte die bebouwd is buiten de aangewezen overstromingsgebieden de hoogste prioriteit, gevolgd door oppervlakte ingenomen door bedrijven.
7
Beheersovereenkomst 2011-2015
Prestatie-indicator Overstromingen bij de hoogste was en/of stormvloed waarvoor de waterweg is ingericht: - Overstroomde residentiële bebouwing in aantal huizen aan tijgebonden waterwegen - Overstroomde residentiële bebouwing in aantal huizen aan niet-tijgebonden waterwegen - Overstroomde m² in de industriële bebouwing
Streefwaarde
Aantal huizen mag niet meer bedragen dan gemiddeld 40 per jaar Aantal huizen mag niet meer bedragen dan gemiddeld 40 per jaar Aantal m² mag niet meer bedragen dan 1% van de totale industriële bebouwing langs de waterweg
Bij een teveel aan water is het belangrijk dat dit veilig kan geborgen worden door ruimte te geven aan water. Dit wordt op onderstaande wijze opgevolgd. Vermits de vennootschap geen controle heeft over de waterhoeveelheid wordt de frequentie enkel gemonitord met een kengetal. Kengetal Aantal keer dat reeds in werking zijnde overstromingsgebieden vollopen / het getij aftoppen Prestatie-indicator % in uitvoering zijnde overstromingsgebieden t.o.v. het totaal aantal voorziene overstromingsgebieden zoals bepaald in de beslissingen van de Vlaamse Regering
Streefwaarde Niet van toepassing wegens kengetal Streefwaarde Toenemend %
SOD 3. Duurzaam ontwikkelen van de waterweg De derde strategische organisatiedoelstelling draagt bij aan de duurzame ontwikkeling van de waterweg door enerzijds de overige functies van de waterweg te ontwikkelen en anderzijds de eerste twee strategische organisatiedoelstellingen duurzaam uit te bouwen. Zonder deze doelstelling zal de waterweg haar potentieel nooit kunnen maximaliseren, dit geldt zowel voor de specifieke functies die in de eerste en de tweede strategische organisatiedoelstelling zijn opgenomen als voor de overige functies van de waterweg. De eerste drie strategische organisatiedoelstellingen realiseren m.a.w. enkel te samen het volle potentieel van de waterweg. Zo zal het bevorderen van het scheepvaartverkeer maar mogelijk zijn, indien de waterweg op een duurzame en bedrijfszekere manier ter beschikking staat van de scheepvaart. Verder houdt de exploitatie onderhouds- en herstellingswerken in van sluizen, stuwen, bruggen, gebouwen, telematica, pompstations, dijken, oeververdedigingen, waterbodems, bermen, grachten, jaagpaden, grondduikers, overlaten, hevels, enz., zodat de infrastructuur ook beschikbaar blijft voor de toekomstige generaties. Dit onderhoud wordt deels uitgevoerd in eigen regie en deels uitbesteed aan derden. Het is daarnaast voor de vennootschap ook een belangrijke opdracht zich in te schrijven in het voeren van het integraal waterbeleid. Maar ook bij het voeren van een commercieel beleid en bij het uitvoeren van investeringen, buitengewoon onderhoud, gewoon onderhoud, domeinbeheer en exploitatie zal de vennootschap steeds oog hebben voor zowel de mobiliteit, de veiligheid als de natuurlijkheid. 8
Beheersovereenkomst 2011-2015
Indicatoren en kengetallen Deze doelstelling toont zich niet in één specifiek resultaat maar in de realisatie van verschillende engagementen die zijn opgenomen in de operationele organisatiedoelstellingen binnen deze strategische doelstelling. Prestatie-indicator Aantal gerealiseerde engagementen
Streefwaarde 80% van de engagementen is gerealiseerd tegen 31.12.2015
SOD 4. Uitbouwen van Waterwegen en Zeekanaal NV tot een performante organisatie Om op een duurzame wijze alle functies van de waterweg te ontwikkelen staat Waterwegen en Zeekanaal NV voor belangrijke uitdagingen. De vennootschap is voor de uitvoering van haar taken genoodzaakt zichzelf als organisatie voortdurend te blijven verbeteren om de doelstellingen nog efficiënter, effectiever, klantgerichter en meer kostenbewust uit te voeren en om zich te kunnen blijven profileren als een betrouwbare partner. Hiertoe engageert de vennootschap zich om binnen een aparte strategisch organisatiedoelstelling haar interne werking verder te optimaliseren, zoals uitgewerkt in artikel 9. Het is ook binnen dit kader dat de vennootschap gevolg zal geven aan volgende generieke principes: ‘Iedere entiteit verhoogt verder de maturiteit van de eigen organisatie aan de hand van een verbetertraject’ en ‘Elke entiteit definieert een verbetertraject om meetbare efficiëntiewinsten te realiseren’. Indicatoren en kengetallen Een belangrijk aspect van een kwaliteitsvolle dienstverlening is dat ze correct wordt uitgevoerd. In een steeds mondigere samenleving zullen belanghebbenden, die zich benadeeld voelen door het handelen van Waterwegen en Zeekanaal NV, dit ook snel duidelijk maken. Vermits de vennootschap geen volledige controle heeft op het aantal klachten, zal de mate waarin de vennootschap zich klantgericht opstelt gemeten worden via het de mate waarin een oplossing is gevonden voor de klachten. Prestatie-indicator % (deels) opgeloste klachten t.o.v. het aantal gegronde en deels gegronde klachten
Artikel 7.
Streefwaarde 80% van de klachten zijn (deels) opgelost
Operationele organisatiedoelstellingen
§1. Situering van de operationele organisatiedoelstellingen De vennootschap wenst zich te concentreren op het uitvoeren van het beleid zoals geschetst in artikel 5. De vertaling hiervan door de vennootschap op strategisch niveau is terug te vinden in artikel 6.
9
Beheersovereenkomst 2011-2015
Deze strategische organisatiedoelstellingen krijgen binnen dit artikel door de vennootschap hun verdere vertaling in concrete operationele organisatiedoelstellingen die in de jaarlijkse ondernemingsplannen verder zullen uitgewerkt worden in acties en/of projecten. De relatie tussen de doelstellingen uit het regeerakkoord, de beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) en de beheersovereenkomst is op hoofdniveau opgenomen in bijlage II. De hierna weergegeven operationele organisatiedoelstellingen zijn voor de vennootschap van zo’n belang over de hele beheersperiode heen dat ze expliciet worden opgenomen in de beheersovereenkomst. Deze doelstellingen kunnen in een ondernemingsplan eventueel worden aangevuld of gewijzigd, wanneer dit aangewezen of nodig wordt geacht door de vennootschap voor de uitvoering van haar missie. Het goedgekeurd investeringsprogramma door de minister zal determinerend zijn voor de prioriteiten, die in onderling overleg tussen de ondertekenende partijen worden gelegd, in de te realiseren investeringsprojecten. Het prioriteren van nieuwe grote infrastructuurprojecten zal gebaseerd zijn op een objectieve behoefteanalyse en een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA), waarbij ook met het nulalternatief rekening wordt gehouden. De realisatie van het investeringsprogramma wordt opgevolgd middels onderstaande indicatoren. Een randvoorwaarde hierbij is evenwel de tijdige goedkeuring van het investeringsprogramma. Prestatie-indicator Vastleggingsgraad op 01.10 en per 31.12 van het lopend jaar van de meest actuele versie van het programma
Streefwaarde 60% vastgelegd op 01.10 99% vastgelegd op 31.12
Waar mogelijk zal de vennootschap het transport via de waterweg in de bestekken van aannemingsopdrachten opleggen als dit opportuun of noodzakelijk wordt geacht. §2. De operationele organisatiedoelstellingen SOD 1. Bijdragen aan een betere mobiliteit Om bij te dragen aan een betere mobiliteit zorgt de vennootschap er voor dat er voldoende waterwegcapaciteit beschikbaar is. Door middel van een maatschappelijk georiënteerd grondbeheer en de creatie van de nodige overslagcapaciteit bevordert de vennootschap de toegankelijkheid van de waterweg. Samen met een verdere diversificatie van goederen en technieken en met de promotie van de waterweg bevordert de vennootschap zo het gebruik van de waterweg. Om dit de realiseren engageert de vennootschap zich tot een aantal doelen. OOD 1.1. Het verbeteren van de capaciteit van de waterwegen Het scheepvaartverkeer zal maar kunnen bijdragen aan het verbeteren van de mobiliteit indien de capaciteit van de waterweg op peil wordt gehouden en bij toenemende vraag wordt vergroot. Als uitgangspunt voor investeringen in de waterweginfrastructuur wordt het Infrastructuur masterplan voor de Vlaamse 10
Beheersovereenkomst 2011-2015
waterwegen - Horizon 2014 genomen. Dit moet er toe bijdragen dat tegen 2020 de missing links in het watertransportnetwerk van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) zijn weggewerkt. Prestatie-indicator Aantal weggewerkte waterweggerelateerde missing links uit het RSV
Streefwaarde Alle waterweggerelateerde missing links uit het RSV zijn weggewerkt tegen 2020
Voor een verbeterde bereikbaarheid via de waterweg, maakt de vennootschap prioritair werk van het Seine-Scheldeproject tussen Gent, via Kortrijk en Frankrijk. Bijkomend zal de vennootschap in overeenstemming met het Infrastructuur masterplan ook werk maken van de afwerking van het Zeekanaal Brussel-Schelde en de verhoging van een spoorwegbrug over de Beneden-Nete. Daarnaast zullen met betrekking tot volgende projecten: de bouw van sluizen op de Boven-Schelde, SeineSchelde West, de modernisering van het kanaal naar Charleroi en de verruiming van de Dender afwaarts Aalst, de beleidsvoorbereidende studies verder gezet worden met het oog op rationele en geobjectiveerde beleidsbeslissingen. Daarnaast zal de vennootschap de nodige maatregelen treffen zodat het scheepvaartverkeer veilig en vlot kan verlopen. Belangrijk hierin is de realisatie van de River information services (RIS) in overeenstemming met de Europese standaarden, de uitbouw van de ondersteunende, automatische identificatiesystemen (AIS) en een stimulerend regelgevend kader.
OOD 1.2. Het verder ontwikkelen en voeren van een maatschappelijk georiënteerd grondbeheer De vennootschap zal in het kader van voornamelijk de eerste strategische organisatiedoelstelling een grondbeheer voeren dat erop gericht is om vestigingsmogelijkheden te creëren voor nieuwe watergebonden ondernemingen of om de toegang tot het gebruik van de waterwegen te vergemakkelijken. Dit grondbeleid zal gericht zijn op het realiseren van een maatschappelijke meerwaarde, zij het dat deze niet loutere economische meerwaarde gerealiseerd wordt door het doorlopen van een commercieel parcours. Dit houdt inzonderheid in: - het verwerven van gronden (door koop, voorkoop, ruil of onteigening); - het inventariseren, verhuren en vooral concederen van het patrimonium; - het voeren van een specifiek op de waterwegen en op watergebonden bedrijvigheden en dito overslag gericht grondbeleid. Gronden en de infrastructuur zullen slechts ter beschikking worden gesteld aan klanten die een vooropgesteld tonnage over de waterweg vervoeren of willen vervoeren. Deze ter beschikking stelling gebeurt slechts onder rendabele voorwaarden en in de mate dat zij bijdragen tot de modal shift naar het water. De vennootschap stelt zich hierbij het volgend concrete doel.
11
Beheersovereenkomst 2011-2015
Prestatie-indicator Aantal m² langsheen de waterwegen gelegen territorium dat watergebonden wordt ontwikkeld en daadwerkelijk wordt uitgegeven of waarop bedrijvigheid zich opstart
Streefwaarde Jaarlijks minstens 10.000 m² bedrijventerrein effectief watergebonden maken door er bedrijvigheid te vestigen. Deze terreinen zijn al dan niet in eigendom/beheer W&Z
OOD 1.3. Het vergemakkelijken van de toegang tot de waterweg en de overslag stimuleren Om de bereikbaarheid van de waterweg te verbeteren zal de vennootschap verder investeren in laad- en losinfrastructuur en in de creatie van multimodale terminals en van nieuwe, watergebonden zones zodat het vervoer te water zich soepel laat inschakelen in de logistieke keten. De vennootschap zal voornamelijk via investeringen in overslagfaciliteiten en ontsluitingen het patrimonium voor klanten bouwrijp maken en streeft hierbij het volgende concrete resultaat na. Prestatie-indicator Aantal afgesloten principeovereenkomsten Het aantal te vermijden vrachtwagenritten over de komende 10 jaar voor nieuw afgesloten PPS-projecten
Streefwaarde Minimum 2 principeovereenkomsten per jaar afsluiten Per principeovereenkomst een gemiddeld engagement bekomen om jaarlijks 5.000 vrachtwagenritten uit te sparen
OOD 1.4. Het verder ontwikkelen van de diversificatie van nieuwe productgroepen of technieken Om bij te dragen aan een verhoging van de scheepvaarttrafiek beoogt de vennootschap een diversificatie van het transport over het water naar nieuwe technieken en productgroepen zoals o.a. containers, stukgoederen, goederen uit de afvalsector, gepalletiseerd vervoer, en dergelijke meer. Verder zal de waterweg ook maximaal benut worden voor het transport van bouwmaterialen, sloopafval en grondspecie van en naar bouwwerven. Er zal werk gemaakt worden van innovatieve vervoer- en overslagconcepten voor het optimaliseren en rendabiliseren van het vervoersaanbod op de kleinere waterwegen. De inspanningen op vlak van innovatieve overslagconcepten en nieuwe binnenvaartmarktsegmenten worden door de vennootschap geïntensifieerd. De vennootschap stimuleert, faciliteert en ondersteunt waar nodig de innovatie in de binnenvaart en het waterwegbeheer. De vennootschap onderzoekt innovatieve concepten, test die concepten in pilootprojecten en vertaalt de resultaten door naar het toekomstig beleid. In uitvoering van het 3 E-binnenvaartconvenant zal de vennootschap concrete acties ondernemen en ondersteunen die de impact van de binnenvaart op mens en milieu t.o.v. andere vervoersmodi laag houdt.
12
Beheersovereenkomst 2011-2015
Prestatie-indicator Graad van ontwikkeling van de diversificatie van nieuwe productgroepen of innovatieve technieken
Streefwaarde Het opzetten van minstens 2 pilootprojecten tegen 31.12.2015
OOD 1.5. Het ontwikkelen en stimuleren van het vervoer via de waterweg De vennootschap bevordert de co-modaliteit voor goederen zodat afhankelijk van hun aard, herkomst en bestemming goederen via een optimale vervoersmiddelenmix op hun bestemming aankomen. Om het vervoer van goederen via de waterweg te bevorderen zal de vennootschap als actieve speler en aanbieder van een operationele transportmodus de markt doorgedreven bewerken met oog voor co-modaliteit. Om de markt te bewerken zal de vennootschap volgende concrete maatregelen treffen: - het voeren van een doorgedreven promotie en informatieverstrekking naar bedrijven, verladers en andere overheden; - het uitoefenen van handelsactiviteiten, inclusief het opzetten van samenwerkingsverbanden met andere (publiekrechtelijk of private) (rechts)personen. Deze acties zullen in eerste instantie gericht zijn naar klanten die een vooropgestelde tonnage over de waterwegen vervoeren of willen vervoeren. SOD 2. Beveiligen van de bevolking en beschermen van het patrimonium tegen de schade van overstromingen Om het veiligheidsniveau tegen overstromingen te verhogen zal de vennootschap enerzijds investeren in infrastructuurwerken ter bescherming van de bevolking tegen waterschade en anderzijds de schade door overstromingen proberen te beperken. OOD 2.1. Het verwezenlijken van infrastructuurwerken ter bescherming van de bevolking tegen waterschade Voor het beveiligen van de bevolking tegen overstromingen zijn investeringen noodzakelijk. De vennootschap zal voor de beveiliging van het Zeescheldebekken tegen overstromingen invulling geven aan de verdere uitvoering van de Scheldeverdragen tussen Vlaanderen en Nederland en aan de verwezenlijking van de Vlaamse projecten uit de Ontwikkelingsschets 2010 Schelde-estuarium inclusief de Hedwigepolder in Nederland. Hiervoor zal de vennootschap zich baseren op de beslissingen van de Vlaamse Regering i.v.m. het (geactualiseerde) Sigmaplan en op de budgettaire mogelijkheden zodat aan het geactualiseerd Sigmaplan een tijdige invulling kan gegeven worden. Naast het geactualiseerd Sigmaplan worden ook op de andere waterwegen maatregelen genomen voor het beveiligen van de bevolking tegen overstromingen. De prioriteiten die worden gelegd zijn terug te vinden in het 13
Beheersovereenkomst 2011-2015
investeringsprogramma. Het versneld herbouwen en vernieuwen van de stuwen op de Boven-Schelde en de Dender behoren hiertoe, net als de projecten op de Ijzer. Prestatie-indicator De mate waarin aan de onderscheiden timing van de deelprojecten m.b.t. het Sigmaplan is voldaan eind 2015
Streefwaarde De verplichtingen vastgelegd in de ontwikkelingsschets 2010 zijn gerealiseerd
OOD 2.2. Het beperken van de schade door overstromingen Naast het controleren van waterstanden en het debiet van de waterweg door middel van infrastructuurwerken dient de vennootschap ook de gevolgen van een teveel of tekort aan water tegen te gaan. Belangrijk hierin zijn een accuraat verwittigingsysteem voor de bevolking en de uitvoering van de Europese Overstromingsrichtlijn. SOD 3. Duurzaam ontwikkelen van de waterweg Zoals aangegeven in artikel 6, draagt de derde strategische organisatiedoelstelling bij aan de duurzame ontwikkeling van de waterweg door enerzijds de overige functies van de waterweg te ontwikkelen en anderzijds de eerste twee strategische organisatiedoelstellingen duurzaam uit te bouwen. De vennootschap poogt zo het potentieel van de waterweg op een duurzame wijze te maximaliseren door in haar werking steeds oog te hebben voor zowel mobiliteits- en veiligheidsaspecten als voor de natuurlijkheid. Hiertoe zal de vennootschap de bedrijfszekerheid van de waterweg bevorderen, bijdragen aan de realisatie van het integraal waterbeleid, het recreatief medegebruik stimuleren, streven naar een meer duurzaam en natuurvriendelijk beheer van de waterweg en naar een inpassing van de waterweg in het landschap. OOD 3.1. Het bevorderen van de bedrijfszekerheid van de waterweg Om de capaciteit van de waterweg op peil te houden en om de bevolking te beschermen tegen waterschade is de bedrijfszekerheid van de waterweg en van de oeververdediging een cruciaal gegeven in een duurzaam beheer en onderhoud. Onderhoud zal soms niet volstaan zodat vernieuwbouw noodzakelijk wordt omdat de infrastructuur te versleten is of niet meer aangepast aan de geëvolueerde gebruikseisen. De bedrijfszekerheid van de waterweg omvat in eerste instantie het garanderen van de bedrijfszekerheid van de infrastructuur. Dit zal opgevolgd worden door middel van volgende indicatoren. Prestatie-indicator Aantal uren stremming op de hoofdvaarassen t.g.v. elektromechanische defecten aan sluizen en bruggen op de hoofdvaarassen volgens het RSV t.o.v. het totaal aantal bedieningsuren
Streefwaarde Het aantal uren stremming is niet hoger dan 1% van het aantal bedieningsuren
14
Beheersovereenkomst 2011-2015
Prestatie-indicator Aantal falingen waterkering zonder dat de debietmogelijkheden van de waterweg zijn overschreden1 % volledig afgeronde bruginspecties
% van het onderhoudsbudget t.o.v. de waarde van het patrimonium
Streefwaarde Aantal falingen tendeert naar nul
Het jaarlijks opgestelde bruginspectieprogramma is voor 90% gerealiseerd tegen 31.12 Het onderhoudsbudget bedraagt tegen 2014 2,5% van de waarde van het patrimonium
Met faling wordt bedoeld: “een onverwacht onaangekondigd gebrek of tekortkoming aan een waterkering, waardoor deze waterkering niet meer kan functioneren, waarvoor ze gebouwd of aangelegd werd”. Daarnaast omvat de bedrijfszekerheid van de waterweg ook het in stand houden en vrijwaren van de diepgang van de waterweg, waarvoor een inhaaloperatie moet worden ingezet. Dit wordt bewaakt met onderstaande indicator. Prestatie-indicator Aantal waterwegen waarop diepgangbeperkingen gelden
Streefwaarde Het aantal waterwegen waarop diepgangbeperkingen gelden niet laten stijgen t.o.v. de nulmeting in 2007
Het belang van een bedrijfszekere waterweg voor de vennootschap komt ook tot uiting in het entiteitspecifieke project, nl. ‘Investeren in onderhoud van de waterweg, inzonderheid door het op diepte houden van de binnenvaartwaterweg’ dat binnen het Meerjarenprogramma Slagkrachtige Overheid werd bepaald. Daarnaast zullen laagwaterscenario’s uitgewerkt worden zodat alle functies van de waterweg ook tijdens droge periodes maximaal gegarandeerd zijn. De exploitatie van de waterweg heeft voornamelijk betrekking op de bediening van sluizen, stuwen, beweegbare bruggen en andere kunstwerken. De optimalisering van de bediening van de kunstwerken en de veren is hier een belangrijk aandachtspunt, net als het invoeren van de bediening rond de klok op de hoofdvaarassen. De vennootschap zal het goedgekeurde personeelsplan implementeren. Tevens zal zij verder uitvoering geven aan de harmonisering van de toelagen en de vergoedingen en dit verankeren in een aanpassing van het agentschapspecifiek besluit (ASB).
OOD 3.2. Integraal waterbeleid De vennootschap speelt een actieve rol in het tot stand komen en behouden van een evenwichtig en duurzaam integraal waterbeleid. De vennootschap zal dan ook meewerken aan de uitvoering van een geïntegreerd waterbeleid waarbij het evenwicht tussen de verschillende sectoriële invalshoeken en tussen de vier basiswaarden (veiligheid, economie, ecologie en kwaliteit) bewaakt wordt. De volgende generatie waterbeheerplannen zullen mee worden voorbereid.
1
Op een tijrivier is de debietmogelijkheid in het licht van waterbeheersing niet relevant. 15
Beheersovereenkomst 2011-2015
Bij de opmaak van de investeringsprogramma’s zal de vennootschap binnen de budgettaire mogelijkheden rekening houden met de in de waterbeheerplannen opgenomen acties. Prestatie-indicator Actieve betrokkenheid in fora betreffende integraal waterbeleid
Streefwaarde W&Z neemt actief deel aan overlegfora betreffende integraal waterbeleid, op verschillende niveaus : - stroomgebiedniveau : Internationale Scheldecommissie - bekkenniveau : ambtelijk overleg en bekkenbestuur - deelbekkenniveau : waterschappen
OOD 3.3. Het verbeteren van de recreatieve mogelijkheden van de waterweg en zijn aanhorigheden Om de mogelijkheden op het vlak van recreatie op en langs de waterweg op een duurzame wijze te benutten, zullen de projecten met betrekking tot waterrecreatie zich in eerste instantie situeren binnen het 12-puntenplan uit het beleidsplan waterrecreatie en watertoerisme van de waterwegen en kust in Vlaanderen. Waar mogelijk zullen daarnaast de nodige acties genomen worden om het recreatief medegebruik te stimuleren. De ontwikkeling van een visie m.b.t. jachthavens is hierin een belangrijk aandachtspunt. Omdat het recreatieve medegebruik sterk afhankelijk is van factoren buiten de invloed van de vennootschap, zoals o.a. weersomstandigheden, brandstofprijzen en recreatieve evenementen, wordt de evolutie opgevolgd door een kengetal. Kengetal Aantal doorvaarten aan kunstwerken van pleziervaartuigen op zon- en feestdagen op waterwegen die daartoe worden opengesteld
Streefwaarde Niet van toepassing kengetal
OOD 3.4. Het realiseren van een meer duurzaam en meer natuurvriendelijk beheer van de waterweg en zijn aanhorigheden De ontwikkeling van de waterwegen gebeurt met aandacht voor duurzaamheid en natuurlijkheid. Zowel in de keuze van specifieke projecten als bij de uitvoering van infrastructuurwerken wordt aandacht geschonken aan een ecologische verantwoorde infrastructuur en beheer. Concreet zal onderzocht worden op welke manier de principes van natuurtechnische milieubouw kunnen worden toegepast zowel door het nemen van mitigerende maatregelen bij bestaande projecten als door de integratie ervan in nieuwe projecten. De vennootschap zal binnen de voorziene budgettaire middelen werk maken van het oplossen van de prioritaire vismigratieknelpunten zonder extra nieuwe knelpunten te creëren. De vennootschap zal in het kader van een duurzaam aankoopbeleid bijkomende initiatieven nemen voor het halen van het streefdoel inzake chemische bestrijdingsmiddelen, nl. een nulgebruik tegen uiterlijk 1 januari 2015, en voor het voor het aanwenden van tropisch hardhout met een certificaat. 16
Beheersovereenkomst 2011-2015
Prestatie-indicator % van het aangewende tropisch hardhout dat gecertificeerd is
Streefwaarde Het aangewende tropische hardhout is gecertificeerd
Zelfs indien het verval en debiet op de waterweg van de vennootschap te gering zijn voor een betekenisvolle energieproductie uit waterkracht, dan nog beschikt de vennootschap over andere mogelijkheden wat groene energie betreft. De nodige acties zullen hieromtrent worden genomen. Prestatie-indicator Procentuele toename van het geïnstalleerd vermogen groene energie
Streefwaarde Stijgende tendens
Daarnaast zal de vennootschap acties ondernemen en de nodige middelen inzetten om op termijn te evolueren naar een CO2-neutrale organisatie. OOD 3.5. Het inpassen van de waterweg in het landschap Om de waterweg verder in te passen in het landschap en de historische waarden van de waterweg te herstellen, zullen in de ondernemingsplannen concrete acties opgenomen worden om te komen tot een rivierherstel en tot het inpassen van de waterweginfrastructuur in de stedelijke omgeving. Bij nieuwe infrastructuren zal de vennootschap bovendien de nodige aandacht hebben voor het vrijwaren van het landschap en/of het integreren van de waterweginfrastructuur in het landschap. Het evenwicht tussen de verschillende functies van de waterweg moet hierbij steeds bewaard blijven. Een voorbeeld van de door de vennootschap gebruikte integrale en multifunctionele benadering, waarbij van bij de start het herstel of de ontwikkeling van alle functies van de waterweg voor ogen zal gehouden worden, is het project m.b.t. de herinrichtingsstudies en de uitwerking van het vak van de Boven-Zeeschelde tussen Gentbrugge en Melle. In het onderzoek naar de mogelijkheid tot tijonafhankelijke vaart conform CEMT-klasse Va wordt een gebiedsgerichte ontwikkeling nagestreefd van de scheepvaart- en de recreatieve functie als van de landschappelijke en de milieufunctie. Prestatie-indicator Stand van zaken projectvoorbereiding bevaarbaarheid Boven-Zeeschelde
Artikel 8.
Streefwaarde Het onderzoek is tegen eind 2012 afgerond
Strategische projecten
Het agentschap heeft de projecten die voor haar van belang zijn opgenomen binnen de verschillende organisatiedoelstellingen in artikel 7 en binnen artikel 9 over de interne werking. Op het niveau van het beleidsdomein MOW situeren zich nog volgende belangrijke projecten. 17
Beheersovereenkomst 2011-2015
§1. Infrastructuurdecreet Om in de toekomst sneller te kunnen inspelen op maatschappelijke behoeftes onderzoeken we in het beleidsdomein MOW de mogelijkheid van een meer gebalde decretale procedure om infrastructuurprojecten sneller en met meer rechtszekerheid te realiseren. Dit Infrastructuurdecreet of Investeringsdecreet moet een effectief kader scheppen waarbinnen de decreetgever sneller vergunningen kan verlenen, onder meer voor projecten binnen het domein van de openbare werken. Tegelijkertijd versterken we met het oprichten van beleidsdomeinoverschrijdende projectgroepen de samenwerking tussen alle beleidsdomeinen die betrokken zijn bij de realisatie van infrastructuurprojecten. De uitwerking van een investeringsdecreet gebeurt in samenwerking tussen meerdere entiteiten en afdelingen van het beleidsdomein MOW. De vennootschap zal haar kennis en expertise van elke stap van een grootschalig infrastructuurwerk inbrengen bij de voorbereidingen van het Investeringsdecreet. Ook kennis met betrekking tot mogelijke struikelblokken en valkuilen bij grootschalige projecten, zullen gedeeld worden in de voorbereiding van het Investeringsdecreet. In het najaar 2010 wordt een studieopdracht aanbesteed. De vennootschap zal in de begeleidende stuurgroep vertegenwoordigd zijn en de studie gezamenlijk met het departement begeleiden. §2. Versnellen infrastructuurprojecten Het agentschap zal een constructieve bijdrage leveren binnen het algemene voorbereidingstraject "Versnellen investeringsprojecten". Onder meer op basis van de kennis aanwezig binnen het agentschap, zowel terreinkennis als ook meer beleidsmatige kennis met betrekking tot zeer operationeel gerichte wetgeving, wordt input geleverd ten aanzien van mogelijke verbeteringen in bestaande wetgeving en bestaande praktijken.
Artikel 9.
Interne werking
Zoals aangegeven in artikel 6 engageert de vennootschap zich in een aparte strategische organisatiedoelstelling om haar interne werking verder te optimaliseren. SOD 4. Uitbouwen van Waterwegen en Zeekanaal NV tot een performante organisatie De bedoeling van deze strategische doelstelling over de interne werking is om via interne verbetertrajecten, de vennootschap klantvriendelijker, efficiënter en effectiever te laten functioneren. Dit moet er ook voor zorgen dat de vennootschap succesvol is in haar streven om tegen eind 2015 haar maturiteit te verhogen en efficiëntiewinsten te realiseren. De concrete uitwerking in operationele organisatiedoelstellingen en acties of projecten om deze resultaten te behalen worden bepaald in de verschillende ondernemingsplannen. §1. Maturiteit De werkwijze, die ze hanteert om tot een maturiteitsverhoging te komen, is gebaseerd op de methodologie van organisatiebeheersing, waarbij door het nemen van beheersmaatregelen risico’s worden beheerst. De concrete acties die hieraan worden gekoppeld zijn: 18
Beheersovereenkomst 2011-2015
-
opstellen, uitvoeren en evalueren van een actieplan n.a.v. voortgangscontroleaudits door IAVA; opstellen, uitvoeren en evalueren van een actieplan n.a.v. andere externe audits (door IAVA, het Rekenhof of anderen); opstellen, uitvoeren en evalueren van een actieplan n.a.v. interne audits; jaarlijks actualiseren van het systeem van Interne Controle, met als uitvloeisel een actieplan, dat wordt uitgevoerd en geëvalueerd; tweejaarlijks actualiseren van de risicoanalyse, met als uitvloeisel een actieplan, dat wordt uitgevoerd en geëvalueerd; opvolgen van specifieke maatregelen om de organisatiebeheersing te verbeteren.
Prestatie-indicator Percentage gerealiseerde verbeteracties i.h.k.v. een maturiteitsverhoging
Streefwaarde 80 % van de acties die gepland zijn te worden uitgevoerd tijdens de looptijd van de beheersovereenkomst, zijn ook uitgevoerd tegen 31.12.2015
Daarnaast zal de interne auditfunctie: - jaarlijks een auditplan opstellen; - de geplande audits uitvoeren, resulterend in een set van aanbevelingen; - opvolgingsaudits op uitgevoerde audits uitvoeren. §2. Efficiëntie De vennootschap engageert zich om – in uitvoering van het Vlaams regeerakkoord betreffende de nulgroei inzake personeel – de totale personeelsomvang en –kost onder controle te houden. Zo zal het reëel aantal medewerkers, volgens de juridische personeelsbezetting en uitgedrukt in VTE, binnen het huidige takenpakket maximaal gelijk blijven aan het reëel aantal VTE op het moment van het ingaan van het Vlaams regeerakkoord 2009-2014, namelijk 15 juli 2009. Prestatie-indicator Aantal VTE op 31.12.2015
Streefwaarde Het aantal VTE is lager dan 907,9
Indien het reëel aantal VTE is gestegen tussen het moment van het ingaan van het Vlaams regeerakkoord en de aanvang van deze beheersovereenkomst, engageert de vennootschap zich om in de ondernemingsplannen een actieplan op te nemen met het oog op de volledige afbouw van de personeels- en personeelskosttoename uiterlijk twee jaar voor het einde van de beheersovereenkomst. Uit het eerste ondernemingsplan opgemaakt na de ondertekening van de beheersovereenkomst moet duidelijk naar voor komen hoe deze doelstelling wordt gehaald. Indien de volledige afbouw niet binnen het agentschap zelf kan verwezenlijkt worden, kunnen interne compensaties in het reëel aantal VTE binnen het beleidsdomein enkel in rekening gebracht worden als daarover een consensus bestaat in de Beleidsraad en op voorwaarde dat het gaat over een effectieve, gegarandeerde en eenduidige afbouw met eenzelfde meetbaar effect op het aantal personeelsleden als van het agentschap wordt gevraagd. Elke personeelsuitbreiding ingevolge nieuw beleid, die niet kan worden ingevuld d.m.v. interne rekrutering of verschuivingen van personeel (binnen het agentschap en in tweede orde binnen het beleidsdomein als daarover een consensus bestaat binnen de Beleidsraad) moet gemotiveerd worden en voorafgaandelijk ter goedkeuring aan de Vlaamse Regering voorgelegd worden. 19
Beheersovereenkomst 2011-2015
In uitvoering van het regeerakkoord engageert de vennootschap zich om door middel van het jaarlijkse ondernemingsplan concreet invulling te geven aan de nodige verbetertrajecten zodat efficiëntiewinsten gerealiseerd zijn tegen het einde van de beheersperiode. Met deze werkwijze garandeert de vennootschap dat ze kan inspelen op de meest actuele opportuniteiten die zich voordoen. Deze zullen waar mogelijk aan de hand van realistische en uitdagende doelstellingen worden opgevolgd met indicatoren met norm (streefwaarde) of kengetallen (zonder norm). De lijnmanagers zullen ook elke medewerker stimuleren om zijn taken en werkmethode en die van haar of zijn dienst, in vraag te stellen en verbetervoorstellen te doen. Het zichzelf en de eigen werking in vraag stellen, zeker ook op het vlak van taken die niet langer relevant zijn, moet ook elke entiteit zich stellen los van besparingen of andere externe druk. In artikel 26 wordt nader ingegaan op de efficiëntiewinsten die zullen gerealiseerd worden door middel van samenwerkingsverbanden. §3. Integriteit De vennootschap maakt voor alle personeelsleden werk van een geïntegreerd en doeltreffend integriteitsbeleid, waarbij enerzijds de integriteitsrisico’s op proces- en functieniveau geïdentificeerd en/of geëvalueerd worden met het oog op het definiëren van beheersingsmaatregelen. Anderzijds wordt in het kader van het bewaken van de continuïteit van het integriteitsbeleid geëvolueerd van een integriteitsbeleid op projectniveau naar een integriteitsbeleid op procesniveau.
Artikel 10.
Aanvullende opdrachten
In geval door omstandigheden of door de aard van de zaak zich aanvullende opdrachten aan de vennootschap opdringen, engageert de Vlaamse Regering zich om met de vennootschap te overleggen over de middelen welke noodzakelijk zijn voor deze aanvullende opdrachten. Ingeval van toewijzing aan de vennootschap van aanvullende opdrachten zal door de vennootschap ter ondersteuning van het overleg een berekening van de nodige middelen (personeel, budgettair) worden uitgevoerd. Vervolgens zal in overleg met de vennootschap worden onderzocht of de vennootschap deze aanvullende opdrachten op zich kan nemen en in welke mate dit mogelijk is met de beschikbare middelen, dan wel of er middelen moeten worden herschikt of extra middelen moeten worden toegekend.
Artikel 11.
Andere engagementen
§1. Investeringsprogramma De vennootschap zal jaarlijks uiterlijk op 1 november een voorstel van indicatief investeringsprogramma met toelichting aan de minister voorleggen. De vennootschap legt daarnaast jaarlijks tegen 15 januari eventuele voorstellen tot aanpassing ingevolge de realisatie van het jaarprogramma van het vorige jaar voor aan de minister.
20
Beheersovereenkomst 2011-2015
§2. Beleidsondersteuning versus beleidsvoorbereiding De vennootschap zal het departement in zijn beleidsvoorbereidende en evaluerende taak ondersteunen door middel van de toelevering van de relevante informatie en analyseresultaten en de inbreng van expertise. De vennootschap zal op vraag van het departement de relevante informatie aanleveren over de beleidsuitvoering. In dit kader zal actief meegewerkt en invulling gegeven worden aan de uitbouw van een dataroom.
Hoofdstuk III. Engagementen van de Vlaamse Regering
Artikel 12.
Financiële bepalingen
De financiële engagementen van de Vlaamse Regering dienen te passen binnen de contraintes van de meerjarenbegroting en de jaarlijks door het Vlaams Parlement gestemde begroting. Dit gebeurt met een maximale vrijwaring van de kwaliteit van de dienstverlening. Bovendien zal ernaar gestreefd worden aan de vennootschap een aandeel van de voor de waterwegen bestemde FFEU-kredieten toe te wijzen. Daarbij geldt bovendien dat het door de Vlaamse Regering ingediende voorstel binnen de beschikbare financiële marges rekening houdt met aanpassingen ingevolge substantiële kostenwijzigingen, nieuwe beleidsopties of nieuwe verplichtingen die de vennootschap op zich dient te nemen. Bovendien is de vennootschap gerechtigd bij de opmaak van de begroting ter bespreking een dossier voor te leggen inzake een compensatie van de bijkomende kosten en/of een verlies aan inkomsten die het gevolg zijn van het voorbereiden, inen uitvoeren van de in deze beheersovereenkomst opgenomen engagementen. De minister verbindt zich er toe uiterlijk op 15 februari van het jaar X de goedgekeurde programma's aan de vennootschap over te maken. Deze datum verlaat overeenkomstig met de eventuele vertraging die door de vennootschap wordt veroorzaakt bij het indienen van de ontwerpprogramma’s doch de referentiedatum voor het behalen van de doelstellingen met betrekking tot de vastleggingsgraad blijft in dit laatste geval behouden. Om de continuïteit te verzekeren wordt evenwel in december van het jaar X-1 reeds een voorlopig akkoord gegeven m.b.t. het investeringsprogramma. De Vlaamse Regering onderschrijft daarnaast de noodzaak tot uitvoering van de volgende strategische investeringsprogramma's en zal hiertoe binnen de contraintes van de begroting middelen aan de vennootschap toewijzen om de uitvoering ervan mogelijk te maken binnen het voorgestelde tijdspad of op basis van de uit te voeren behoeftestudies: - Bovenschelde: herbouwen van de stuwen; - Boven-Zeeschelde en zuidelijk deel van Ringvaart om Gent: studie, aanpassen voor klasse Va; - Dender: herbouwen van de stuwen; - Dender afwaarts Aalst: modernisering op 1.350 ton; 21
Beheersovereenkomst 2011-2015
-
Leie te Kortrijk: afwerking van de modernisering op 1.350 ton; RIS: implementatie; Seine-Schelde: studie en realisatie; Seine-Schelde West: studie; Sigmaplan: verdere aanleg 2010-gebieden en start van de 2015-gebieden; Zeekanaal Brussel-Schelde: afwerking van de modernisering op 10.000 ton.
Indien één of meerdere van al deze engagementen van de Vlaamse Regering niet door haar of door het Vlaamse parlement worden gehonoreerd geeft dit in het kader van een vrijwaring van de kwaliteit van de dienstverlening aanleiding tot het verminderd en/of gewijzigd uitvoeren van de overeenkomstige taken en opdrachten, hetzij tot het verminderd en/of gewijzigd uitvoeren van taken en opdrachten die als minder prioritair worden beschouwd.
Artikel 13.
Andere engagementen
§1. Personeel De Vlaamse Regering draagt er zorg voor dat de vennootschap over de nodige flexibiliteit inzake personeelsbeheer kan beschikken binnen het kader van het Vlaams personeelsstatuut.zoals vastgesteld in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid. §2. Flankerend beleid De Vlaamse Regering engageert zich tot het voeren van een flankerend beleid dat de doelstellingen van de vennootschap ondersteunt. Dit flankerend beleid komt inzonderheid tot uiting in: - de inrichting van de ruimte, waarbij bijzondere aandacht wordt besteed aan het ter beschikking stellen van watergebonden terreinen; - het voeren van een beleid inzake regelgeving met betrekking tot leefmilieu, natuur en waterbeleid, waarbij een passende afweging wordt gemaakt van alle kosten en baten, inzonderheid wat betreft ruimings- en baggerspecie. Deze afweging wordt eveneens gemaakt bij andere sectorale regelgeving zoals ruimtelijke ordening en onroerend erfgoed; - een modest horizontaal beleid waarbij de verplichtingen hieruit geen onevenredig beslag leggen op de beschikbare middelen van de vennootschap voor het uitvoeren van haar taken. Compenserende maatregelen worden door de Vlaamse Regering voorzien voor de verplichtingen uit het horizontaal beleid. §3. Duurzame ontwikkeling De Vlaamse Regering garandeert de nodige randvoorwaarden om de vennootschap toe te laten haar maatschappelijk project op een duurzame wijze te realiseren. §4. Regionalisering De Vlaamse Regering zal zich beijveren voor de overheveling van de bevoegdheid over de algemene politie op de scheepvaartwegen naar de gewesten, zoals deze thans geregeld is door artikel 6 §4, 3' van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, en over de wetgeving m.b.t. de onteigeningsbevoegdheid. De Vlaamse Regering beschouwt de vennootschap - voor wat betreft haar ambtsgebied - als de verantwoordelijke voor de binnenvaart.
22
Beheersovereenkomst 2011-2015
§5. Toekomstige decreten en wetgeving De Vlaamse Regering engageert zich om de vennootschap te betrekken bij de voorbereiding van nieuwe decreten en besluiten, alsook bij de wijzigingen aan bestaande decreten en besluiten, die van invloed zijn op de decretale opdracht van de vennootschap. Een zelfde engagement geldt voor samenwerkingsovereenkomsten die door de Vlaamse Regering worden afgesloten of goedgekeurd. §6. Beleidsondersteuning versus beleidsuitvoering De ondertekenende partijen engageren zich er uitdrukkelijk toe de principes van de nieuwe organisatiestructuur van de Vlaamse overheid, verankerd in het kaderdecreet, na te leven. Meer bepaald neemt de Vlaamse Regering met betrekking tot de rol van het departement de volgende engagementen: - de vennootschap maximaal te betrekken bij de beleidsvoorbereiding en evaluatie; - de vennootschap, waar nodig, te voorzien van macroanalyses en beleidsondersteunende documenten. §7. Vertrouwelijkheid De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om vertrouwelijke informatie die in het kader van de uitvoering van onderhavige overeenkomst wordt verstrekt, waaronder persoonsgebonden of concurrentieel-strategisch belangrijke informatie, vertrouwelijk te behandelen. §8. Gegevensverstrekking De Vlaamse Regering verbindt er zich toe om de gegevens die binnen haar invloedssfeer liggen en nuttig zijn voor het uitoefenen van de opdrachten van de vennootschap ter beschikking te stellen van de vennootschap.
Hoofdstuk IV.
Artikel 14.
Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen
Herkomst van de financiële middelen van het agentschap
De vennootschap engageert zich, bij het nastreven van de organisatiedoelstellingen, tot het realiseren van de in de begroting voorziene ESR-saldo. De financiële middelen van de vennootschap welke afkomstig zijn van het Vlaamse gewest/Vlaamse gemeenschap zijn opgenomen onder de entiteit ‘departement MOW’ van de algemene uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap. Het gaat inzonderheid om de volgende basisallocaties: - MB0 MG008 41.41: Departement MOW - inkomensoverdrachten binnen een institutionele groep - aan administratieve openbare instellingen (AOI) - werking algemeen - EVA Waterwegen en Zeekanaal NV; - MB0 MG012 61.41: Departement MOW - kapitaalsoverdrachten binnen een institutionele groep – investeringsbijdragen aan administratieve openbare instellingen (AOI) - EVA Waterwegen en Zeekanaal NV; - MB0 MG018 85.14: Departement MOW - kredietverleningen binnen een institutionele groep aan administratieve openbare instellingen (AOI) – terugvorderbaar voorschot aan het EVA agentschap Waterwegen en Zeekanaal NV 23
Beheersovereenkomst 2011-2015
-
ter compensatie van de gederfde ontvangsten uit watervangen afkomstig van de haven van Brussel; VIF uitgaven m.b.t. gewestwegen zoals opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst tussen de NV Zeekanaal en Watergebonden Grondbeheer Vlaanderen en het Vlaamse gewest van 10 mei 1995.
Indien door de Vlaamse Regering extra middelen ter beschikking gesteld worden, die niet onder de vorm van een dotatie toegekend worden, zal de vennootschap in kennis gesteld worden op welke wijze deze middelen aangewend kunnen worden. De vennootschap beschikt over eigen financiële middelen, bestaande inzonderheid uit: - activiteiten overeenkomstig artikel 5 §1, 2° van het oprichtingsdecreet; - inkomsten ingevolge artikel 46 bis van het oprichtingsdecreet; - inkomsten ingevolge artikel 18 van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden; - de zeewering en de dijken; - inkomsten ingevolge artikel 86 §8 van het decreet van 21 december 1990 houdende begrotingstechnische bepalingen alsmede bepalingen tot begeleiding van de begroting 1991 (de zogenaamde watervangen). De vennootschap beschikt zelf over de bestemming van haar eigen inkomsten overeenkomstig de daarvoor vigerende regelgeving. De middelen uit eigen inkomsten zijn definitief door de vennootschap verworven. De Vlaamse Regering kan aan het agentschap terugvorderbare voorschotten verstrekken, in aanvulling op de inkomsten van het agentschap. De regels voor de aanvraag, vaststelling, toekenning en terugbetaling van die voorschotten worden door de Vlaamse Regering vastgesteld.
Artikel 15.
Financiële betrekkingen tussen de ondertekenende partijen
Overeenkomstig haar oprichtingsdecreet is de vennootschap inzake financieel beleid tot nader order onderhevig aan de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut en het besluit van de Vlaamse Regering van 21 mei 1997 betreffende de geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire rapportering voor de openbare instellingen. Verder worden de financiële betrekkingen geregeld door het oprichtingsdecreet, inzonderheid artikel 18 en de artikelen 44 tot en met 47. Een wijziging van de financiële middelen t.g.v. een budgettaire noodwendigheid (bvb. besparing) en/of andere ingrijpende wijzigingen zal meestal een impact hebben op de te realiseren doelstellingen van het agentschap. Naargelang van de grootte van de wijziging van de financiële middelen zal de realisatiegraad van de opdrachten en de doelstellingen van het agentschap worden aangepast hetzij in het ondernemingsplan, hetzij in een addendum aan de beheersovereenkomst, hetzij in een volledig heronderhandelde beheersovereenkomst zoals is uitgewerkt in artikel 21. 24
Beheersovereenkomst 2011-2015
Artikel 16. Algemene bepalingen inzake het beheer van de financiële middelen Jaarlijks dient de vennootschap bij de Vlaamse Regering een begrotingsontwerp in voor volgend dienstjaar. De vennootschap zal dit doen conform de voorziene begrotingsrichtlijnen en binnen de gestelde termijnen. De indicatieve meerjarenbegroting 2011-2015 van de vennootschap die de middelenvoorziening voor het agentschap over de volledige looptijd van de beheersovereenkomst bij constant beleid weergeeft, wordt als bijlage III bij de beheersovereenkomst gevoegd. Conform artikel 5 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut van categorie B, wordt elke herschikking ter goedkeuring slechts voorgelegd aan de minister en aan de regeringsafgevaardigde van financiën. De Vlaamse Regering engageert zich mits de vennootschap geheel of ten dele ESRneutraal is, om het toekennen van leningsmachtiging aan de vennootschap te overwegen voor het realiseren van infrastructuurwerken waarvan de investeringskost de normale begrotingsenveloppe overstijgt zoals voor de versnelde realisatie van de Seine-Schelde verbinding, de realisatie van de nieuwe sluizen op de Boven-Schelde, de versnelde realisatie van het Geactualiseerde Sigmaplan en voor watergebonden grondbeheer. Bij voorkeur zal de vennootschap het aangaan van leningen bij de EIB beijveren.
Hoofdstuk V. Opvolging, rapportering en evaluatie
Artikel 17.
Opvolging
Teneinde op een systematische wijze opvolging te geven aan de goede uitvoering van de algemene en bijzondere opdrachten van de vennootschap heeft de vennootschap een intern managementinformatiesysteem uitgebouwd. Uit dit systeem zullen de gegevens geput worden voor de systematische rapporteringen aan de minister. Het systeem zal onder meer gericht zijn op het meten en rapporteren van de prestatie-indicatoren met betrekking tot de opvolging van de doelstellingen en projecten van de vennootschap zoals deze in onderhavige overeenkomst zijn opgenomen.
Artikel 18.
Rapportering
De vennootschap zal over de uitvoering van de beheersovereenkomst aan de minister rapporteren door middel van jaarrapporteringen en een afsluitend eindrapport over de beheersovereenkomst.
25
Beheersovereenkomst 2011-2015
§1. Jaarrapport Het jaarrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst zal volgende elementen bevatten: - rapportage over de uitvoering van het ondernemingsplan van het jaar X; - rapportage over de indicatoren m.b.t. de realisatie van de strategische organisatiedoelstellingen uit de beheersovereenkomst; - toelichting over interne en externe factoren die van invloed kunnen zijn op de verdere realisatie van de strategische doelstellingen; - uitvoering van de begroting; - uitvoering van het door de minister goedgekeurde investeringsprogramma. Het jaarrapport wordt voorgelegd aan de minister vóór 31 maart van het jaar X+1. §2.
Eindrapport
Het eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst zal de volgende elementen bevatten: - rapportering over de indicatoren m.b.t. de realisatie van de strategische en operationele organisatiedoelstellingen uit de beheersovereenkomst; - toelichting bij de realisatie van de strategische en de operationele organisatiedoelstellingen, in het bijzonder bij de doelstellingen die niet of onvolledig werden gerealiseerd; - toelichting over interne en externe factoren die van invloed kunnen zijn op de verdere realisatie van de strategische organisatiedoelstellingen uit de beheersovereenkomst. Het eindrapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst wordt bezorgd aan de minister zes maanden vóór het aflopen van de duurtijd van de beheersovereenkomst.
Artikel 19.
Evaluatie
Onverminderd de mogelijkheid in hoofde van de minister om bijkomende informatie te vragen en onverminderd de mogelijkheid in hoofde van de vennootschap om bijkomende inlichtingen en toelichting te verstrekken, wordt de beheersovereenkomst door de minister geëvalueerd op basis van het jaarrapport en het eindrapport voorzien door artikel 15 §1, 5° a) en b) van het kaderdecreet.
Hoofdstuk VI.
Artikel 20.
Geschillenregeling
Geschillenregeling
Geschillen die ontstaan bij de uitvoering van de beheersovereenkomst worden in eerste instantie in onderling overleg geregeld tussen de beide contractanten. In tweede instantie worden geschillen geregeld via een verzoeningsprocedure waarbij een college van deskundigen een voorstel tot oplossing van het geschil formuleert. Dit college bestaat uit een afgevaardigde van de minister, een 26
Beheersovereenkomst 2011-2015
afgevaardigde van de vennootschap, een inspecteur van Financiën en een vierde persoon aangeduid door de eerste 2 afgevaardigden. Elk van de contractanten kan een verzoeningsprocedure aanvatten. Op basis van dit advies beraden beide contractanten zich en wanneer dan nog geen consensus mogelijk blijkt, beslist de Vlaamse Regering, nadat de Raad van Bestuur van de vennootschap haar standpunt heeft bepaald.
Hoofdstuk VII. Aanpassingen voorwaarden
beheersovereenkomst
–
opschortende
Artikel 21. Aanpassing van de beheersovereenkomst – opschortende voorwaarden Indien zich tijdens de duur van de overeenkomst ingrijpende wijzigingen voordoen, hetzij in de maatschappelijke omgeving waarin het agentschap actief is, hetzij in de beleidsopties, hetzij door een interventie door de Vlaamse minister bevoegd voor Financiën en Begroting in overleg met de Vlaamse Regering t.g.v. een belangrijke wijziging van het financiële engagement van de Vlaamse Regering tijdens de duur van de beheersovereenkomst, en deze wijzigingen de opdrachten van het agentschap dermate veranderen dat deze veranderingen niet kunnen ingepast worden in de vigerende afspraken tussen de partijen, dan kan de beheersovereenkomst op vraag van één van de ondertekenende partijen (of van de minister bevoegd voor Financiën en Begroting) opnieuw onderhandeld en aangepast worden.
Hoofdstuk VIII.
Artikel 22.
Aanvullende bepalingen en overgangsbepalingen
Bijzondere regelingen in verband met de pensioenlasten
Krachtens artikel 58 van het oprichtingsdecreet is het agentschap gemachtigd deel te nemen aan de pensioenregeling ingesteld bij de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden. Bij Koninklijk Besluit van 6 maart 2008 werd deze pensioenregeling toepasselijk verklaard op het personeel van het agentschap.
Artikel 23.
Aanvullende bepalingen
De Vlaamse Regering engageert zich, conform artikel 8 van het kaderdecreet, om onderhavige beheersovereenkomst, evenals elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, vóór de ondertekening ervan, mee te delen aan het Vlaams Parlement. De vennootschap engageert zich om deze beheersovereenkomst, evenals elke verlenging, wijziging, schorsing of ontbinding ervan, publiek kenbaar te maken door 27
Beheersovereenkomst 2011-2015
te tekst ervan integraal te publiceren via zijn website op het internet en dit uiterlijk één maand na elke beslissing of goedkeuring dienaangaande.
Artikel 24.
Overgangsbepalingen
Nihil
28
Beheersovereenkomst 2011-2015
DEEL B.
Artikel 25.
SPECIFIEK DEEL
Verplichtingen van het agentschap inzake tarieven
Overeenkomstig artikel 26 van het oprichtingsdecreet is de vennootschap bevoegd scheepvaart-, haven- en terreingelden vast te stellen overeenkomstig de bepalingen van de beheersovereenkomst. De vennootschap verbindt zich ter zake om tarieven vast te stellen die gebaseerd zijn op de kostprijs en de marktwaarde. De vennootschap zal inzake de tarifering voor vergunningen in de zin van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002 betreffende het toekennen van vergunningen, het vaststellen en innen van retributies voor het privatieve gebruik van het openbaar domein van de wegen, de waterwegen en hun aanhorigheden, de zeewering en de dijken zich voor de tarifering van het privaat domein richten naar het desbetreffende besluit zodat de uniformiteit en het niet-discriminerend karakter in het ganse Gewest is gewaarborgd. De vennootschap zal maximaal één tariefwijziging per begrotingsjaar doorvoeren. De vennootschap zal sterke schommelingen in de tarifering vermijden. De vennootschap zal nieuwe tarieven ten vroegste slechts laten ingaan één maand nadat deze aan het cliënteel zijn kenbaar gemaakt.
Artikel 26.
Samenwerkingsovereenkomsten
Voor de realisatie van haar organisatiedoelstelling is het voor de vennootschap broodnodig dat samenwerkingsverbanden met anderen betrokkenen kunnen gesmeed worden zodat de samenwerking vlot kan verlopen. De vennootschap is daarom ook gericht op en werkt actief samen met andere entiteiten in de Vlaamse overheid en met andere bestuursniveaus. Deze samenwerking staat primair in functie van een klant- en oplossingsgerichte en doelmatige dienstverlening. Door deze samenwerking worden bovendien kosten vermeden. De vennootschap engageert zich dan ook om middels samenwerking met andere entiteiten en beleidsdomeinen de nodige efficiëntiewinsten te realiseren. De vennootschap zal daarom jaarlijks in het ondernemingsplan bepalen welke samenwerkingsverbanden zullen afgesloten worden. De vennootschap engageert zich ook om in de diverse fora binnen het Vlaams overheidsapparaat op een constructieve wijze samen te werken, zo zal er ook de nodige medewerking verleend worden aan de projecten die door het CAG worden aangestuurd en aan projecten die kaderen binnen het Vlaams regeerakkoord, ViA en de bijhorende doorbraakprojecten. Daarnaast zal de vennootschap met de nodige entiteiten samenwerken rond specifieke thema’s zonder dat dit noodzakelijk in een formele samenwerkingsovereenkomst dient uit te monden. Concreet gaat het hier over samenwerking: 29
Beheersovereenkomst 2011-2015
-
-
-
-
rond de realisatie van het geactualiseerd Sigmaplan; met nv De Scheepvaart; rond de uitwerking van het project Seine-Schelde en Seine-Schelde-West; met het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening en het beleidsdomein Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) in de kruispuntencommissie; met het beleidsdomein Bestuurszaken, meer bepaald e-IB in het kader van het creëren van een virtueel netwerk voor de vennootschap; omtrent het streven naar synergie met alle betrokken partijen binnen en buiten het beleidsdomein inzake specifiek ontwikkelde software, inzonderheid wat betreft Delta; met de andere waterwegbeheerders in het kader van het standaardbestek voor de waterwegen, het menubestek voor werken en het menubestek voor diensten; binnen het beleidsdomein, inzonderheid binnen het Managementcomité en met het departement (o.a. rond horizontale doelstellingen en rond de dataroom met MOW-gegevens); met het agentschap Facilitair management rond de afname van logistieke zaken via raamcontracten; samenwerking met steden en gemeenten in het ambtsgebied; binnen Flanders Logistics; binnen Flanders Inland Shipping Network (FISN); om te komen tot een stimulerend regelgevend kader. De vennootschap zal speciale aandacht schenken aan het scheepvaart- en het infrastructuurdecreet tot vereenvoudiging van de regelgeving en aan de afstemming van de uitvoering van het beleid inzake de stimulering van de scheepvaart op de uitvoering van het beleid van de andere overheden, o.a. inzake leefmilieu en ruimtelijke ordering; tot uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst met de Vlaamse Bouwmeesters.
Prestatie-indicator Aantal ontwikkelde samenwerkingsverbanden
Streefwaarde 80 % van de jaarlijks bepaalde samenwerkingsverbanden zijn gesloten tegen 31.12.2015
De vennootschap zal de nodige acties nemen en ondersteunen voor de oprichting van shared service centers, met name een dienstencentrum dat ondersteunende diensten kan verlenen volgens het principe van de vrije winkelnering. De shared service centers kan voor de uitvoering van de opdrachten een beroep doen op ‘onderaannemers’, met name de agentschappen binnen de Vlaamse overheid. Voor samenwerkingsovereenkomsten met particulieren ter realisatie van de organisatiedoelstellingen, gelden als algemeen principe de maatschappelijke normen en waarden die W&Z nastreeft, waaronder integriteit.
Artikel 27. Bijzondere bepalingen ten gevolge van specifieke situaties, eigen aan het agentschap De vennootschap zal onderzoeken in hoeverre tot een ESR-neutraliteit kan gekomen worden ten einde, geheel of ten dele te evolueren naar een bedrijfseenheid afgescheiden van het Vlaamse Gewest en zet zich in om hiertoe de voorwaarden te creëren.
30
Beheersovereenkomst 2011-2015
De basis hiervoor is de beoordeling van het herkwalificeren van de investeringsdotatie in een inbreng in het kapitaal van Waterwegen en Zeekanaal NV en het toekennen van een marktconforme vergoeding van de Vlaamse overheid aan Waterwegen en Zeekanaal NV voor het beheer van haar waterwegen gekoppeld aan het gebruik van het waterwegennet.
De beheersovereenkomst werd opgemaakt te Brussel op xx.xx.2010 Ieder van de ondertekenende partijen verklaart een door alle partijen ondertekend exemplaar te hebben ontvangen. Voor de Vlaamse Regering Hilde Crevits
Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Voor de vennootschap Albert Absillis
ir. Leo Clinckers
Voorzitter van de Raad van Bestuur
Gedelegeerd bestuurder
31
Beheersovereenkomst 2011-2015
DEEL C.
BIJLAGEN
Bijlage I. Overzicht van kengetallen en indicatoren Kengetal of indicator Resultaten Multifunctioneel gebruik van de waterwegen en zijn domein Trafiekindex Waterwegen en Zeekanaal NV Overstroomde residentiële bebouwing in aantal huizen aan tijgebonden waterwegen Overstroomde residentiële bebouwing in aantal huizen aan niet-tijgebonden waterwegen Overstroomde m² in de industriële bebouwing Aantal gerealiseerde engagementen mbt OOD's onder SOD3 % (deels) opgeloste klachten t.o.v. het aantal gegronde en deels gegronde klachten
Streefwaarde S/OOD
Niet van toepassing wegens kengetal
SD1
# huizen mag niet meer bedragen dan gemiddeld 40 per jaar
SD2
# huizen mag niet meer bedragen dan gemiddeld 40 per jaar
SD2
# m² mag niet meer bedragen dan 1% van SD2 de totale industriële bebouwing langs de waterweg 80% van de engagementen is gerealiseerd SD3 tegen 31.12.2015 80% van de klachten zijn (deels) opgelost
SD4
Aantal ton vervoerd over de waterweg
Niet van toepassing wegens kengetal
SD1
Aantal vervoerde containers
Niet van toepassing wegens kengetal
SD1
Aantal keer dat reeds in werking zijnde Niet van toepassing wegens kengetal overstromingsgebieden vollopen / het getij aftoppen % in uitvoering zijnde Toenemend % overstromingsgebieden t.o.v. het totaal aantal voorziene overstromingsgebieden zoals bepaald in de beslissingen van de Vlaamse Regering Optimalisatie van de maatschappelijke waarde van de waterweg
SD2
Kwaliteit Creatie en behoud van watergebonden transport
Bescherming van de bevolking tegen overstromingen
Aantal gerealiseerde engagementen m.b.t. OOD's onder SOD3
SD2
80% van de engagementen is gerealiseerd SD3 tegen 31.12.2015
Geoptimaliseerd financieel resultaat ESR-saldo
Het in de begroting voorziene ESR-saldo is gerealiseerd
SD4
Het aantal uren stremming is niet hoger dan 1% van het aantal bedieningsuren
OOD3.1
Aantal falingen tendeert naar nul
OOD3.1
Het jaarlijks opgestelde bruginspectieprogramma is voor 90% gerealiseerd tegen 31.12
OOD3.1
Interne processen Bedrijfszekerheid van de waterweg bevorderd Aantal uren stremming op de hoofdvaarassen t.g.v. elektromechanische defecten aan sluizen en bruggen op de hoofdvaarassen volgens het RSV t.o.v. het totaal aantal bedieningsuren Aantal falingen waterkering zonder dat de debietmogelijkheden van de waterweg zijn overschreden % volledig afgeronde bruginspecties
32
Beheersovereenkomst 2011-2015 % van het onderhoudsbudget t.o.v. de waarde van het patrimonium Aantal waterwegen waarop diepgangbeperkingen gelden
Het onderhoudsbudget bedraagt tegen 2014 2,5% van de waarde van het patrimonium Het aantal waterwegen waarop diepgangbeperkingen gelden niet laten stijgen t.o.v. de nulmeting in 2007
OOD3.1
OOD3.1
Investeringen tijdig uitgevoerd Vastleggingsgraad op 01.10 en per 31.12 60% vastgelegd op 01.10 van het lopend jaar van de meest actuele 99% vastgelegd op 31.12 versie van het programma De mate waarin aan de onderscheiden De verplichtingen vastgelegd in de timing van de deelprojecten m.b.t. het ontwikkelingsschets 2010 zijn Sigmaplan is voldaan eind 2015 gerealiseerd Logistieke en commerciële mogelijkheden van de waterweg uitgebaat Aantal weggewerkte waterweggerelateerde missing links uit het RSV Aantal m² langsheen de waterwegen gelegen territorium dat watergebonden wordt ontwikkeld en daadwerkelijk wordt uitgegeven of waarop bedrijvigheid zich opstart Aantal afgesloten principeovereenkomsten Het aantal te vermijden vrachtwagenritten over de komende 10 jaar voor nieuw afgesloten PPS-projecten
OOD-
OOD2.1
Alle waterweggerelateerde missing links uit het RSV zijn weggewerkt tegen 2020
OOD1.1
Jaarlijks minstens 10.000 m² bedrijventerrein effectief watergebonden maken door er bedrijvigheid te vestigen. Deze terreinen zijn al dan niet in eigendom/beheer W&Z Minimum 2 principeovereenkomsten per jaar afsluiten Per principeovereenkomst een gemiddeld engagement bekomen om jaarlijks 5.000 vrachtwagenritten uit te sparen
OOD1.2
Het opzetten van minstens 2 pilootprojecten tegen 31.12.2015
OOD1.4
% van het aangewende tropisch hardhout dat gecertificeerd is
Het aangewende tropische hardhout is gecertificeerd
OOD3.4
Procentuele toename van het geïnstalleerd vermogen groene energie
Stijgende tendens
OOD3.4
Graad van ontwikkeling van de diversificatie van nieuwe productgroepen of technieken De waterweg duurzaam beheerd
OOD1.3 OOD1.3
Integraal Waterbeleid uitgevoerd Actieve betrokkenheid in fora betreffende W&Z neemt actief deel aan overlegfora integraal waterbeleid betreffende integraal waterbeleid, op verschillende niveaus : - stroomgebiedniveau : Internationale Scheldecommissie - bekkenniveau : ambtelijk overleg en bekkenbestuur - deelbekkenniveau : waterschappen Waterweg in omgeving ingepast Stand van zaken projectvoorbereiding bevaarbaarheid Boven-Zeeschelde
OOD3.2
Het onderzoek is tegen eind 2012 afgerond
OOD3.5
Niet van toepassing wegens kengetal
OOD3.3
Het aantal VTE is lager dan 907,9
SOD4
Recreatieve mogelijkheden verbeterd Aantal doorvaarten aan kunstwerken van pleziervaartuigen op zon- en feestdagen op waterwegen die daartoe worden opengesteld Innovatie - Een performant uitgebouwde organisatie Aantal VTE op 31.12.2015 Percentage gerealiseerde verbeteracties i.h.k.v. een maturiteitsverhoging
Aantal ontwikkelde samenwerkingsverbanden
80 % van de acties die gepland zijn te SOD4 worden uitgevoerd tijdens de looptijd van de beheersovereenkomst, zijn ook uitgevoerd tegen 31.12.2015 80 % van de jaarlijks bepaalde SOD4 samenwerkingsverbanden zijn gesloten (art.26) tegen 31.12.2015
33
Bijlage II. Overzicht van de relaties tussen de doelstellingen uit het Vlaams regeerakkoord, de beleidsnota MOW en de beheersovereenkomst Doelstellingen beleidsnota MOW 2009-2014
Nr. SBD/OBD Doelstellingen regeerakkoord in art. 5
Nr. SOD/OOD in BO-W&Z
1.1 Vlot en veilig verkeer
SBD 1
art 6 §1/--
1.1.2 De bestaande maritieme en waterwegnetwerken optimaal benutten
OBD 1.1
1.3 Logistiek Vlaanderen als slimme draaischijf van Europa
SBD 2
1.3.1 Logistieke ketens versterken en in Vlaanderen verankeren
OBD 2.1
I. Vlaanderen bestrijdt de economische crisis 2) Een duurzaam investeringsplan II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme mobiliteit en logistiek 3) Investeren in privévervoer II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme mobiliteit en logistiek 4) Investeren in slimme logistiek II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme mobiliteit en logistiek 4) Investeren in slimme logistiek II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme 4) Investeren in slimme logistiek II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme 4) Investeren in slimme logistiek II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme 4) Investeren in slimme logistiek II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme 6) Beperking van hinder en verontreiniging & Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest 5) Naar een groene economie
OOD1.4
1.3.2 Innovatie in de logistieke ketens stimuleren
1.3.3 Promotie van Vlaanderen als logistieke regio
1.3.4 Logistiek Vlaanderen – “Samen sterk”
OBD 2.2
OBD 2.3
OBD 2.4
1.4 Beperking van de impact van de vervoerssector op mens en milieu
SBD 3
1.5 Efficiënte en kostenbewuste overheid
SBD 4
I. Vlaanderen bestrijdt de economische crisis 2) Een duurzaam investeringsplan b) Procedures afronden binnen redelijke termijnen & IV. Een slagkrachtige overheid
OOD 1.1 OOD 3.1
OOD 1.4 OOD 1.5
mobiliteit en logistiek OOD1.1 OOD1.5 mobiliteit en logistiek OOD1.4 mobiliteit en logistiek OOD1.4 mobiliteit en logistiek
OOD1.1 SOD4 (art 26) SOD4, §2 SOD4, §1
34
Beheersovereenkomst 2011-2015 Doelstellingen beleidsnota MOW 2009-2014
Nr. SBD/OBD Doelstellingen regeerakkoord in art. 5
Nr. SOD/OOD in BO-W&Z
2.1 De schakels van het vervoersnetwerk optimaal beheren en uitbouwen
SBD 5
OOD1.1
2.1.4 Het waterwegennet beheren en gericht uitbreiden
OBD 5.1
2.2 De economische poorten - de zeehavens en de luchthavens – versterken
SBD 6
2.2.1 Multimodale terminals/hot spots ontwikkelen
OBD 6.1
3.2 Integraal waterbeleid
SBD 7
3.2.1 Van een integraal waterbeleid naar een geïntegreerd waterbeleid
OBD 7.1
3.2.2 De Europese Kaderrichtlijn Water, de Europese Overstromingsrichtlijn en het Vlaams Decreet Integraal Waterbeleid verder implementeren
OBD 7.2
3.3 Inzetten op het beheersen van de waterkwantiteit
SBD 8
I. Vlaanderen bestrijdt de economische crisis 2) Een duurzaam investeringsplan a) Het meerjarig investeringsplan II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme 3) Investeren in privévervoer I. Vlaanderen bestrijdt de economische crisis 2) Een duurzaam investeringsplan a) Het meerjarig investeringsplan & II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme 3) Investeren in privévervoer II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme 4) Investeren in slimme logistiek II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme 4) Investeren in slimme logistiek II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest 8) Integraal waterbeleid II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest 8) Integraal waterbeleid II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest 8) Integraal waterbeleid
mobiliteit en logistiek OOD1.1 OOD1.2 OOD1.3 OOD3.1 mobiliteit en logistiek mobiliteit en logistiek
mobiliteit en logistiek
II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 4: Slimme draaischijf van Europa: slimme mobiliteit en logistiek 4) Investeren in privévervoer Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest 8) Integraal waterbeleid
OOD1.2 OOD1.3 OOD1.4
OOD3.2
OOD3.2
OOD2.1 OOD2.2 OOD3.1 OOD3.4
35
Beheersovereenkomst 2011-2015 Doelstellingen beleidsnota MOW 2009-2014
Nr. SBD/OBD Doelstellingen regeerakkoord in art. 5
3.4 Multifunctionaliteit
SBD 9
3.4.1 Naar een milieugeïntegreerde functie
OBD 9.1
3.4.2 Naar een nieuwe ruimtelijke - landschappelijke functie
OBD 9.2
3.4.3 Architecturale en stedenbouwkundige kwaliteit
OBD 9.3
3.4.4 Uitbouwen van het toeristisch potentieel van de waterwegen en de kust
OBD 9.4
II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest & III. Inzetten op een warme samenleving 3) Toerisme II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest 5) Naar een groene economie II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest 11) Natuur- en bosbeleid II. Vlaanderen in Actie om de toekomst te winnen Doorbraak 5: Groen en dynamisch stedengewest 8) Archeologisch en kunsthistorisch erfgoed renoveren en beschermen III. Inzetten op een warme samenleving 3) Toerisme a) Vakantie voor iedereen
Nr. SOD/OOD in BO-W&Z
OOD3.4
OOD3.5
OOD3.5
OOD3.3
36
Beheersovereenkomst 2011-2015
Bijlage III.
Indicatieve meerjarenbegroting 2011-2015 2007 Uitvoering
2008
2009
Uitvoering Uitvoering
2010 GVK
2011 GOK
GVK
2012 GOK
GVK
2013 GOK
GVK
2014 GOK
GVK
2015 GOK
GVK
GOK
Begroting Ontvangsten Investeringsdotaties
142.749
164.527
126.992
122.427
129.320
126.030
126.947
127.871
128.802
Werkingsdotatie
80.915
84.115
87.352
83.736
82.242
82.859
83.480
84.106
84.737
Eigen ontvangsten
22.933
24.029
24.935
25.333
26.376
27.667
28.319
29.083
29.863
BTW
36.904
31.564
37.859
37.138
37.138
37.634
37.831
38.029
38.226
2.470
17.027
7.322
7.923
6.782
1.178
1.178
1.178
1.178
285.971
321.262
284.460
276.557
281.858
275.369
277.756
280.268
282.806
Uitgaven Investeringen gefinan. uit invest.dotatie
108.480
96.213
133.145
115.838
130.241
116.043
134.921
120.034
123.784
124.701
124.701
125.625
125.625
126.556
126.556
Buitengewoon onderhoud gefin. uit invest.dotatie
20.471
11.430
6.985
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Niet-geactiveerde uitgaven gefin. uit invest.dotatie
6.310
6.408
5.823
4.465
4.596
4.115
4.246
2.246
2.246
2.246
2.246
2.246
2.246
2.246
2.246
Andere investeringen
7.488
8.180
7.643
7.451
8.683
7.414
9.672
6.232
6.232
6.502
6.502
6.877
6.877
7.260
7.260
Lonen en sociale lasten
41.758
44.512
47.365
49.973
49.973
49.750
49.750
50.723
50.723
51.716
51.716
52.728
52.728
53.761
53.761
Werking - apparaat Onderhoud waterbouwkundige werken
11.838
11.422
11.030
13.521
13.483
13.476
13.438
13.574
13.536
13.672
13.634
13.772
13.733
13.872
13.833
39.925
43.441
36.578
41.207
42.274
40.242
41.309
41.090
41.090
41.003
41.003
40.907
40.907
40.801
40.801
BTW
32.596
29.986
38.377
37.138
37.138
37.138
37.138
37.634
37.634
37.831
37.831
38.029
38.029
38.226
38.226
734
38
48
172
172
123
172
123
123
123
123
123
123
123
123
269.600
251.630
286.994
269.765
286.560
268.301
290.646
271.657
275.369
277.794
277.756
280.307
280.268
282.845
282.806
16.371
69.632
-2.534
-10.003
-8.788
0
0
0
0
186
16.557
86.189
83.655
73.652
64.864
64.864
64.864
64.864
16.557
86.189
83.655
73.652
64.864
64.864
64.864
64.864
64.864
Overige ontvangsten Totaal
Overige uitgaven Totaal
Begrotingsresultaat Overdracht vorige jaren
37
Beheersovereenkomst 2011-2015
2007 Uitvoering
2008
2009
2010
Uitvoering Uitvoering
GVK
2011
GOK
GVK
2012
GOK
GVK
2013 GOK
GVK
2014 GOK
GVK
2015 GOK
GVK
GOK
Balans Vaste Activa Aanschaffingswaarde Afschrijvingen Totaal
738.260
833.218
957.223
1.096.147
1.240.740
1.370.757
1.501.959
1.634.461
-226.913
-243.564
-258.910
-283.675
-312.815
-345.981
-382.590
-422.984
1.768.277 -465.245
511.347
589.654
698.313
812.472
927.925
1.024.776
1.119.369
1.211.477
1.303.032
5.095
6.315
5.717
5.407
5.606
5.536
5.572
5.610
5.649
832
388
340
340
340
340
340
340
340
166.377
156.519
2.530
75.655
57.734
48.733
42.575
36.059
29.166
Vlottende Activa Handelsvorderingen Voorraden Liquide middelen Overige vorderingen
76.329
126.951
116.245
24.828
24.828
24.828
24.828
24.828
24.828
248.633
290.173
124.832
106.231
88.508
79.437
73.314
66.838
59.983
759.980
879.827
823.145
918.702
1.016.433
1.104.213
1.192.683
1.278.315
1.363.015
40.917
40.917
40.917
40.917
40.917
40.917
40.917
40.917
40.917
2.705
2.705
2.705
2.705
2.705
2.705
2.705
2.705
2.705
480.074
625.106
712.909
808.061
906.429
999.757
1.090.288
1.177.957
1.264.656
45
10.520
17.967
18.287
16.913
14.203
11.765
9.325
6.922
523.741
679.248
774.498
869.971
966.964
1.057.582
1.145.674
1.230.905
1.315.200
17.768
4.343
2.600
2.600
2.600
2.600
2.600
2.600
2.600
Handelsschulden
36.458
27.458
36.136
35.790
36.564
33.565
33.780
34.014
34.249
Sociale schulden
6.022
7.088
7.819
8.250
8.213
8.373
8.537
8.704
8.875
172.887
158.687
0
0
0
0
0
0
0
3.104
3.003
2.092
2.092
2.092
2.092
2.092
2.092
2.092
218.471
196.236
46.047
46.131
46.869
44.030
44.409
44.810
45.216
759.980
879.827
823.145
918.702
1.016.433
1.104.213
1.192.683
1.278.315
1.363.015
Totaal Totaal der activa
Eigen Vermogen Kapitaal + herwaarderingsmeerwaarden Reserves Kapitaalsubsidies Overgedragen winst Totaal Voorzieningen Schulden
Financiële schulden Overige schulden
Totaal der passiva
38
Beheersovereenkomst 2011-2015
2007 Uitvoering
2008
2009
Uitvoering
Uitvoering
2010 GVK
2011
GOK
GVK
2012
GOK
GVK
2013
GOK
GVK
2014
GOK
GVK
2015
GOK
GVK
GOK
Resultatenrekening Bedrijfsopbrengsten
136.076
107.571
112.902
135.584
136.680
138.175
142.892
147.692
150.622
-158.356
-111.597
-125.333
-135.263
-138.054
-140.884
-145.331
-150.131
-153.025
Financiëel resultaat
15.076
13.704
19.631
Uitzonderlijk resultaat
10.008
797
247
2.804
10.475
7.447
320
-1.375
-2.709
-2.439
-2.439
-2.404
Bedrijfskosten
Winst/verlies
Liquiditeiten Openstaande verbintenissen (encours)
-6.510
-2.168
2.530
75.655
57.734
48.733
42.575
36.059
29.166
431.072
414.209
425.381
408.586
386.241
382.529
382.568
382.607
382.646
-182.076
-217.332
-211.383
-215.567
-209.655
-211.193
-212.744
-214.305
5%
4%
2%
4%
5%
2%
3%
3%
51%
45%
43%
42%
43%
44%
44%
Ratio's ESR-vorderingensaldo Toename van de eigen inkomsten in % tov 2008 Apparaatskrediet/beleidskrediet
39
40