ORTHOPEDIE
Behandeling van een hamerteen (dagopname)
BEHANDELING
Behandeling van een hamerteen (dagopname) Binnenkort krijgt u een hamerteenbehandeling in het St. Antonius Ziekenhuis. U wordt hiervoor een dag(deel) opgenomen. In deze folder kunt u lezen hoe de hamerteenbehandeling in grote lijnen verloopt. Omdat geen twee patiënten hetzelfde zijn, kan het gebeuren dat sommige details bij u iets anders verlopen dan hier staat beschreven. Deze folder is bedoeld als aanvulling op het mondelinge gesprek met uw arts. Zo kunt u thuis alles nog eens rustig nalezen.
Wat is een hamerteen?
Belangrijke informatie!
Pijn aan de voorvoet kan veroorzaakt worden door een scheefstand van de grote teen, maar ook door standafwijkingen aan de andere tenen. Een bekend voorbeeld van dit laatste is de hamerteen.
De volgende informatie kan belangrijk zijn voor uw behandeling. Hebt u onderstaande gegevens nog niet met uw arts besproken? Neem dan contact op met hem of haar.
Bloedverdunners Bij een hamerteen zit het gewrichtje van de teen vast in een gebogen stand. Door wrijving van de schoen kunnen er drukplekken ontstaan. Dit kan zeer hinderlijk en pijnlijk zijn. Soms kunnen de klachten worden opgelost met aangepaste schoenen. Maar vaak is het nodig om de stand van de teen te verbeteren via een kleine operatie.
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen zoals Sintrom® en Marcoumar®? Dan mag u deze medicijnen een poosje niet innemen. Uw arts zal met u afspreken hoe lang van tevoren u dient te stoppen.
1
Voorbereiding De verpleegkundige spuit met een dun naaldje Fraxiparine® in de huid van uw buik. Fraxiparine® is een middel dat trombose voorkomt. U krijgt alvast een zetpil paracetamol om te zorgen dat u na de operatie minder pijn hebt.
Geef aan de Trombosedienst door dat u in verband met de ingreep een aantal dagen met uw bloedverdunners stopt.
Verdoving De ingreep gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. U krijgt dan twee verdovende injecties in uw teen. In sommige gevallen gebeurt de ingreep onder narcose of met een ruggenprik. De anesthesist bespreekt van tevoren met u welke verdoving u krijgt.
Andere zaken die uw arts moet weten Vertel het uw arts als u: • allergisch (overgevoelig) bent voor bepaalde medicijnen, jodium, pleisters of iets anders, • suikerziekte hebt (diabetes mellitus), • onder behandeling bent bij een andere specialist.
De ingreep De ingreep vindt plaats op de operatiekamer. Tijdens de operatie verwijdert de arts een deel van het afwijkende gewrichtje, waardoor uw teen weer kan worden gestrekt. Daardoor kan de hinderlijke drukplek verdwijnen. Bij jongere mensen zet de arts de teen meestal tijdelijk vast met een metalen pinnetje. Zo kunnen beide botdelen weer goed aan elkaar vastgroeien. Bij oudere mensen verwijdert de arts een deel van een botje, zodat zich een ‘schijngewrichtje’ ontwikkelt. Het aanbrengen van een pennetje is dan vaak niet nodig.
Deze zaken worden vóór de operatie, op de poli en tijdens de opname, met u doorgenomen.
Op de dag van de ingreep U meldt zich op de afgesproken tijd en plaats in het ziekenhuis. In de folder ‘Dagopname’ kunt u lezen hoe uw opname verder verloopt.
Na afloop van de ingreep hecht en verbindt de arts uw teen.
2
Complicaties
• Als u zit, leg dan uw been op een stoel (de eerste drie dagen). • Na 48 uur moet het drukverband worden verwijderd. U kunt dan eventueel een pleister op de wond doen. • U mag paracetamol als pijnstiller nemen, maximaal viermaal daags 1000 mg. • Zorg dat de wond niet nat wordt. U mag dus niet douchen tot u op policontrole bent geweest. • Als u een baan hebt, bespreek dan bij uw eerste polibezoek met uw arts wanneer u weer aan het werk kunt.
Complicaties komen gelukkig zelden voor. Eventuele complicaties zijn: • wondontsteking. Deze is over het algemeen goed te behandelen met antibiotica en rust; • het niet goed vastgroeien van beide botdelen (bij jongere mensen); • op den duur een verkorting van de teen (bij oudere mensen).
Na de ingreep Als u narcose of een ruggenprik hebt gehad, gaat u na de ingreep eerst naar de uitslaapkamer. Als alle controles goed zijn, brengt de verpleegkundige u terug naar de afdeling. Daar kunt u verder bijkomen.
Controle Als u naar huis gaat, maakt de verpleegkundige voor u een afspraak voor een controlebezoek op de polikliniek. Tijdens deze controle worden de hechtingen verwijderd. Als er tijdens de ingreep een metalen pinnetje is gebruikt, wordt dit na ongeveer vier weken poliklinisch verwijderd.
Uw voet is verbonden met een drukverband, met watten en zwachtels. De orthopeed komt bij u langs om te beoordelen wanneer u weer naar huis kunt. Als u onder narcose bent geweest of een ruggenprik hebt gehad, komt ook de anesthesioloog kijken hoe het met u gaat.
Tot slot Hebt u nog vragen over deze behandeling? U kunt altijd contact met ons opnemen. Contactgegevens vindt u in het grijze adreskader achter in deze folder.
Weer thuis Houd u thuis aan de volgende regels: • Tijdens de eerste drie dagen mag u beperkt lopen. U mag daarbij steunen op uw geopereerde voet. • Als u veel moeite hebt met lopen, dan kunt u eventueel krukken huren bij de thuiszorgorganisatie in uw woonplaats. • Na de eerste drie dagen kunt u het lopen geleidelijk uitbreiden.
3
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Orthopedie 088 - 320 23 00
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
4
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
ORT 06/10-’14
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis