Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Naam : ……………………………………………………….
BEDRIJFSINTERNE REGELING (BIR) Veiligheid Gezondheid en Milieu
- 2014 WEDRU Montage B.V. Voorthuizen Tel. 0342 - 473639 Fax 0342 - 473753 Mail
[email protected]
© WEDRU Montage B.V.
1
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
© WEDRU Montage B.V.
1 september 2014
2
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Inhoud Titelblad Beleidsverklaring Inhoud Inleiding
Procedures 1. aan het werk! 2. bijzondere risico’s 3. incidenten 4. klachten van klanten Algemene informatie 5. organogram 6. bedrijfsnoodorganisatie 7. blusmiddelen 8. optreden bij noodsituaties 9. privé bellen en internet 10. vakantie- en snipperdagen en kort verzuim 11. ziekmelding 12. werktijden 13. ID- en rijbewijs 14. VGM-overleg 15. privégebruik van bedrijfsvoertuigen 16. bedrijfskleding 17. alcohol, drugs, medicijnen en roken 18. sanctiebeleid 19. Inspectie SZW (v/h Arbeidsinspectie) 20. Arbodienst (open spreekuur en PMO) In het magazijn 21. algemeen Langs de weg 22. algemeen 23. rijden op de openbare weg 24. bevorderen van de verkeersveiligheid 25. pech langs de weg 26. aanhangwagens Op 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46.
locatie algemeen leiding op de werkplek LMRA orde en netheid laden & lossen veiligheid voor derden de werkvergunning omgaan met machines en gereedschappen omgaan met materieel van derden werken op hoogte werken in besloten ruimten werken in buitenklimaat juiste tilhouding hijswerkzaamheden onveilige handelingen onveilige situaties incidenten en (bijna-)ongevallen roken brandgevaar einde werktijd
© WEDRU Montage B.V.
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) 47. algemeen 48. verstrekking, vervanging en onderhoud 49. de veiligheidshelm 50. veiligheidsschoeisel 51. oogbescherming 52. adembescherming 53. gehoorbescherming 54. valbeveiliging 55. signaalkleding Werken met gereedschappen & materieel 56. algemeen 57. werken met privégereedschap 58. werken met de accuboor 59. werken met de afkortzaag 60. werken met de boormachine 61. werken met de boorhamer 62. werken met de haakse slijper 63. werken met het elektrisch lasapparaat 64. werken met de laser 65. werken met de reciprozaag 66. werken met de slagmoersleutel 67. werken met de stofzuiger 68. werken met bouwlampen 69. werken met haspels en verlengsnoeren 70. werken met de bouwlift (goederenlift) Omgaan met klimmaterieel 71. algemeen 72. het gebruik van ladders 73. de stabeugel 74. werken met de rolsteiger 75. werken op een steiger 76. werken met de hoogwerker (inhuur) Aanvullende werkinstructies 77. algemeen 78. werken aan onder spanning staande install. 79. het huren van gereedschap / materieel schema ladders (als werkplek) alarmkaart
Bijlagen (op kantoor): - Veiligheids- en informatiebladen
3
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Inleiding De in dit document genoemde voorschriften gelden voor alle werknemers van WEDRU Montage B.V. (hierna te noemen WEDRU), alsmede voor alle werknemers van andere ondernemingen die namens of in opdracht van WEDRU werkzaam zijn. De voorschriften in dit handboek zijn met name van belang voor werknemers met wat minder ervaring, maar ook voor veel ervaren vakmensen kunnen de onderstaande aanwijzingen als een opfrissing van het geheugen dienen. Sommige voorschriften of instructies zullen in bepaalde functies niet of nauwelijks aan de orde zijn; voor andere, ook bij ons voorkomende functies, zijn ze echter van essentieel belang. Een ieder van ons moet dus datgene ter harte nemen wat op zijn werk van toepassing is.
Werk veilig en gezond.
Dit voorlichtingsboekje is samengesteld door WEDRU Montage B.V. Niets uit dit handboek mag worden gekopieerd, verspreid, in enig tekstsysteem ingevoerd of anderszins vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van de directie van WEDRU. © WEDRU Montage B.V.
4
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
1. aan het werk! (procedure) verantwoordelijk
wat?
wie?
directie
meld je bij de leidinggevende op de werkplek
uitvoerder, eigenaar, beheerder of opzichter
uitvoerende
directie
vraag om de (veiligheids) instructies
regels opdrachtgever hebben voorrang op eigen regels
uitvoerende
directie
schaftkeet aanwezig?
J
controleer alarmkaart
uitvoerende
N
directie
check BHV'er, verbandtrommel, blusmiddelen en vluchtroute(s)
directie
VG-plan aanwezig?
uitvoerende
J
bespreek VG-plan met uitvoerenden, en teken de presentielijst
supervisor
J
bespreek TRA met uitvoerenden
supervisor
N
directie
TRA uitgevoerd?
N
directie
zorg voor een opgeladen mobiele telefoon, een verbandtrommel en dat u weet waar u bent
uitvoerende
voer LMRA uit directie
directie
© WEDRU Montage B.V.
bij iedere klus opnieuw
bijna ongeval?
J
ook na iedere onderbreking, zoals een pauze of schaft!
uitvoerende
meld het bijna ongeval in het VGMoverleg (toolbox)
uitvoerende
5
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
2. bijzondere risico's (procedure) verantwoordelijk
wat? gevaar voor/door derden
directie
wie?
J
zet werkplek af, maak afspraken met opdrachtgever
uitvoerende
J
gebruik rand- of valbeveiliging, of bouw een steiger, leg sparingen dicht
uitvoerende
J
draag gehoorbescherming en anti-trilling handschoenen, werk afwisselen, meerdere korte pauzes
uitvoerende
J
draag een helm en signaalkleding, nooit over mensen heen hijsen!
uitvoerende
J
draag gehoor- en oogbescherming, houdt bij slijpen blustoestel paraat
uitvoerende
J
de last daar vastpakken waar geen gevaar van bekenlling is
uitvoerende
J
adembescherming (stofmasker P3 of gas/dampfilter volgens VIB)
uitvoerende
J
werk staken en direct melden aan leidinggevende
uitvoerende
J
til niet meer dan 25 kg (50 kg met twee personen)
uitvoerende
N
directie
valgevaar
N werken met trillend gereedschap
directie
N
directie
hijsen
N
directie
N
verspanende bewerkingen
N
directie
beknelling
N
directie
stof of dampen
N
directie
asbest (verdacht)
N
directie
tillen
nb: iedere activiteit dient door een aantoonbare instructie (BIR, functie RI&E, VG-plan of TRA) te zijn gedekt!
© WEDRU Montage B.V.
6
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
3. incidenten (procedure) verantwoordelijk
wat? gevaar voor/door derden
directie
wie?
J
zet werkplek af, maak afspraken met opdrachtgever
uitvoerende
J
gebruik rand- of valbeveiliging, of bouw een steiger, leg sparingen dicht
uitvoerende
J
draag gehoorbescherming en anti-trilling handschoenen, werk afwisselen, meerdere korte pauzes
uitvoerende
J
draag een helm en signaalkleding, nooit over mensen heen hijsen!
uitvoerende
J
draag gehoor- en oogbescherming, houdt bij slijpen blustoestel paraat
uitvoerende
J
de last daar vastpakken waar geen gevaar van bekenlling is
uitvoerende
J
adembescherming (stofmasker P3 of gas/dampfilter volgens VIB)
uitvoerende
J
werk staken en direct melden aan leidinggevende
uitvoerende
N
directie
valgevaar
N werken met trillend gereedschap
directie
N
hijsen
directie
N
directie
N
verspanende bewerkingen
N
directie
beknelling
N
directie
asbest (verdacht)
N
directie
asbest (verdacht)
N
© WEDRU Montage B.V.
7
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
4. klachten van klanten (procedure) verantwoordelijk
wat?
directie
hoor de klacht aan, blijf beleefd, pas op met weerwoord geven
directie
meld de klacht aan je direct leidinggevende
directie
klacht terecht?
wie?
'alles wat u zegt kan (en zal) tegen u worden gebruikt'
uitvoerende
uitvoerende
J
verhelp de klacht
direct leidnggevende
J
registreer de klacht
VGM-coördinator
meld / bespreek de klacht in de toolbox
uitvoerende VGM-coördinator
N
directie
directie
© WEDRU Montage B.V.
veiligheidsklacht?
8
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Algemene informatie 5.
organogram
DIRECTIE directeur
ADMINISTRATIE adm. medewerker
VGM VGM-coördinator* (preventiemedewerker)
G. Druijff
*: ondersteund door externe HVK'er
BEDRIJFSBUREAU werkvoorbereider
MONTAGE supervisor meew. voorman monteur
6.
7.
bedrijfsnoodorganisatie 1
in • • • •
het bedrijf zijn 4 medewerkers opgeleid tot BHV’er, dit zijn: Bertus van de Hee 06 – 4116 6758 Dirk Molenaar 06 – 2908 2608 John Top 06 – 5237 6802 Rob Gerritsen 06 – 5060 3361
2
zorg voor een opgeladen mobiele telefoon
3
de verbandtrommel bevindt zich in de bedrijfswagens (let op dat deze worden onderhouden en na gebruik direct worden aangevuld)
4
periodiek wordt een noodsituatie geoefend; de resultaten hiervan worden in het VGMoverleg besproken
blusmiddelen 1
het bedrijfspand is voorzien van een schuimblusser
2
de bedrijfswagens en aanhangwagens zijn voorzien van poeder- en/of schuimblussers
© WEDRU Montage B.V.
9
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 8.
9.
10.
11.
1 september 2014
optreden bij noodsituaties 1
alarmeer BHV’er (indien aanwezig)
2
alarmeer hulpdienst door 112 te bellen: • brandweer • ambulance • politie
privé bellen en internet 1
de mobiele telefoon is uitsluitend verstrekt voor zakelijk gebruik, niet voor privégebruik zoals facebook en whatsappen
2
privé bellen met eigen telefoon en/of sms’en alleen in de pauze of in noodgevallen
3
het is niet toegestaan om buiten werktijden de zakelijk ter beschikking gestelde telefoon voor privédoeleinden te gebruiken, belkosten buiten werktijden om zullen periodiek worden verrekend met het salaris
4
internet wordt gezien als een zakelijk medium en is er in beginsel alleen voor zakelijk gebruik; werknemers kunnen incidenteel het internet voor niet–zakelijk verkeer gebruiken mits dit gebeurt tijdens reguliere pauzes
vakantie- en snipperdagen en kort verzuim 1
snipperdagen dienen minimaal 1 week van tevoren worden aangevraagd
2
vakanties dienen minimaal 2 weken van tevoren worden aangevraagd
3
verloren uren aan kort verzuim (bijvoorbeeld arts, tandarts of specialist) dient schriftelijk te worden gemeld
ziekmelding 1
laat voor 07.00 uur (of de avond ervoor) aan uw voorman/supervisor weten dat u ziek bent: • Bertus van de Hee 06 – 4116 6758 • Edwin Wijnia 06 – 4620 5286 • John Top 06 – 5237 6802 • Rob Gerritsen 06 – 5060 3361 • Roy Gerritsen 06 – 5469 5335 • Ruud Gerritsen 06 – 5051 8141 • Wilco Bos 06 – 4662 3766 • Winold Fieret 06 – 5493 0300
2
laat voor 10.00 uur (of de avond ervoor) aan de directie weten dat u ziek bent: • Gerard Druijff 06 – 1006 9445
3
blijft u thuis bereikbaar totdat u contact heeft gehad met de arbodienst
4
laat regelmatig weten hoe het met u gaat
5
probeer om u een dag van te voren weer beter te melden
© WEDRU Montage B.V.
10
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 12.
werktijden 1
13.
14.
17.
09.00 uur – 17.00 uur 07.00 uur – 15.45 uur
excl. reistijden
1
u dient zich te allen tijde te kunnen legitimeren met een geldig ID-bewijs (paspoort of identiteitskaart; geen rijbewijs)
2
indien u in het bezit bent van een rijbewijs dient deze geldig te zijn en dient u deze te allen tijde te kunnen tonen
VGM-overleg voor uitvoerenden is er op de eerste vrijdag van het kwartaal een VGM-overleg (toolbox); deze wordt gehouden om 17.00 uur
privégebruik van bedrijfsvoertuigen 1
16.
de werktijden zijn: • kantoor: • uitvoering:
ID- en rijbewijs
1
15.
1 september 2014
de bedrijfswagens mogen niet privé worden gebruikt, tenzij anders overeengekomen
bedrijfskleding 1
het is verplicht de door WEDRU verstrekte bedrijfskleding tijdens het werk te dragen
2
de bedrijfskleding dient u zelf te reinigen
3
indien de bedrijfskleding kapot of versleten is kunt u deze omruilen
alcohol, drugs, medicijnen en roken 1
bij aanvang en tijdens werktijd dient u vrij te zijn en te blijven van alcohol, drugs en/of andere middelen die invloed kunnen hebben op uw geestestoestand en het algehele functioneren; bij constatering hiervan behoudt WEDRU zich het recht voor om het dienstverband per direct te beëindigen
2
indien u medicijnen gebruikt waarvan een nadelige invloed kan uitgaan op uw rijvaardigheid (vaak aangegeven door een gele of rode sticker), op uw concentratieen/of uw reactievermogen dient u dit onmiddellijk aan WEDRU te melden; in overleg met de bedrijfsarts wordt dan bepaald of de bedongen arbeid al dan niet volledig kan worden verricht
3
in het gehele pand en in alle bedrijfswagens geldt een algeheel rookverbod
© WEDRU Montage B.V.
11
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 18.
sanctiebeleid 1
19.
20.
1 september 2014
bij het (herhaald) negeren van de regels en voorschriften zoals deze ondermeer in dit handboekje zijn vermeld zal de werkgever de volgende maatregelen treffen: • het geven van een mondelinge waarschuwing • het geven van een schriftelijke waarschuwing • het geven van een tweede schriftelijke waarschuwing • schorsing (onbetaald voor een maximale duur van drie dagen) • ontbinding van de arbeidsovereenkomst (of overeenkomst van onderaanneming c.q. levering)
Inspectie SZW (v/h Arbeidsinspectie) 1
de Inspectie SZW controleert en handhaaft de Arbo-wet, zij: • komt na een ernstig ongeval ter plaatse (meestal binnen twee uur) • controleert steekproefsgewijze en regionaal
2
de • • •
3
een ernstig ongeval (overlijden, blijvend letsel en/of ziekenhuisopname) moet terstond aan de Inspectie SZW worden gemeld, dit kan via www.inspectieszw.nl
Inspectie SZW is bereikbaar op: www.inspectieszw.nl telefoon 0800 – 270 0000 (gratis) fax 070 – 333 6161
Arbodienst (open spreekuur en PMO) 1
uw werkgever is aangesloten bij arbodienst 365/ArboDuo, Mr. B.M. Teldersstraat 9 te 6842 CT Arnhem; telefoonnummer 075 - 6872319
2
voor lichamelijke of psychische klachten, waarvan u denkt dat de oorzaak met uw werk te maken heeft, houdt de bedrijfsarts van de arbodienst een open spreekuur, dus in plaats van naar de huisarts te gaan kunt u ook naar de arbodienst gaan
3
u wordt periodiek in de gelegenheid gesteld zich door de arbodienst te laten onderzoeken, dit wordt een PMO (Preventief Medisch Onderzoek) of PAGO (Periodiek ArbeidsGezondheidskundig Onderzoek) genoemd; in een PMO/PAGO staat de relatie gezondheid – werk centraal; een PMO dient om systematisch de arbeidsomstandigheden in kaart te brengen en te verbeteren, en ziekteverzuim op de langere termijn terug te dringen, en bestaat uit een algemene vragenlijst, aangevuld met een voor de branche specifieke vragenlijst, en eventueel ook een lichamelijk onderzoek
4
neem voor het aanvragen van een PMO of PAGO contact op met de VGM-coördinator
© WEDRU Montage B.V.
12
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
In het magazijn Mensen lopen risico’s, zeker als er met machines wordt gewerkt. Voorkom ongelukken door altijd zorgvuldig volgens de instructies te werk te gaan en neem geen onnodige risico’s.
21.
algemeen 1
de • • • •
2
machines mag je gebruiken indien je 18 jaar of ouder bent (tussen 16 en 18 jaar alleen onder direct toezicht); vraag bij een leidinggevende om een demonstratie en een mondelinge instructie als je geen ervaring hebt met de machine
3
machines mag je alleen gebruiken indien zij gekeurd zijn, er geen defecten zijn, en als alle beveiligingen aanwezig zijn; gebruik machines alleen waarvoor zij bedoeld zijn
4
hou machine altijd in originele staat (geen onderdelen monteren van andere machines)
5
nieuwe machines moeten zijn voorzien van een identificatienummer en aanduiding van de keuringstermijn voordat je ze gebruikt
6
alle beveiligingen intact laten, ga beveiligingen nooit overbruggen!
7
draag elektrisch handgereedschap nooit aan het snoer (de contacten kunnen losraken)
8
zorg dat je voldoende bent uitgerust en over een goede conditie beschikt; gebruik geen machines als je moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen
9
zorg altijd voor een opgeruimde en goed verlichte werkplek; afval regelmatig weggooien
10
in het magazijn mag je niet eten, drinken en roken
11
zorg dat je altijd stevig staat en je evenwicht bewaart, reik niet te ver; til altijd met een rechte rug en gebogen benen; til niet meer dan 25 kg (twee personen 50 kg), en draai vanuit de voeten (niet vanuit de heup); gebruik boven de 50 kg hulpmiddelen (steekwagen, trolley)
12
stof niet opvegen maar opzuigen
13
laat onderhoud en reparaties alleen uitvoeren door deskundig personeel (storingen en defecten niet zelf verhelpen!)
© WEDRU Montage B.V.
volgende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moeten worden gedragen: veiligheidsschoenen - altijd! beschermende kleding - altijd! gehoorbescherming - alleen bij lawaai vanaf 80 dB(A)! veiligheidsbril - bij verspanende bewerkingen
13
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Langs de weg 22.
23.
algemeen 1
rijd, ook overdag, altijd met uw verlichting aan (dimlicht)
2
streef ernaar om maximaal twee uur te rijden en dan een kwartier te pauzeren
3
controleer regelmatig de verlichting van het voertuig (en van de aanhanger)
4
ook op de weg bent u het visitekaartje van WEDRU, gedraagt u als een heer in het verkeer
5
onderhoud de voertuigen goed; houdt ze schoon, zij zijn het visitekaartje van WEDRU
rijden op de openbare weg 1
u mag alleen aan het verkeer deelnemen indien u beschikt over een geldig Nederlands rijbewijs
2
ga geen confrontaties aan met andere weggebruikers, laat u niet provoceren
3
gebruik voor of tijdens het rijden geen alcoholische dranken, verdovende middelen of medicijnen welke de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden
4
houdt u aan de maximumsnelheid en overige verkeersregels; de (financiële) gevolgen van verkeersovertredingen zijn voor uw eigen rekening
indien uw rijbewijs is ingevorderd of is verlopen mag u geen meter meer rijden, informeer direct uw werkgever !!
24.
25.
bevorderen van de verkeersveiligheid 1
indien er werkzaamheden moeten worden uitgevoerd langs de openbare weg waar gevaar voor de medeweggebruikers is, of voor uzelf, moeten er altijd verkeersmaatregelen getroffen worden (reflecterende kleding, pionnen, afzetting)
2
gebruik bij afzettingen altijd de juiste afzetmethode en het juiste materiaal volgens de richtlijn CROW 96b
pech langs de weg 1
trek een veiligheidsvest aan
2
repareer alleen zelf als dit veilig kan; bel anders de Wegenwacht!
3
ga achter de vangrail staan
© WEDRU Montage B.V.
14
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 26.
1 september 2014
aanhangwagens 1
voor het rijden met aanhangwagens heeft u rijbewijs BE nodig; met rijbewijs B mag u alleen rijden met: • aanhangwagens waarbij de aanhanger inclusief laadvermogen niet meer weegt dan 750 kg • indien de aanhangwagen inclusief laadvermogen meer weegt dan 750 kg mag dit alleen indien: • het lege voertuig zwaarder is dan gewicht van aanhanger met maximale lading • het voertuig (met lading) en aanhanger (mat lading) samen niet zwaarder zijn dan 4.250* kg (dus de aanhanger met maximale lading en het voertuig met maximale lading wegen tezamen minder dan 4.250 kg) * per 1 januari 2013 • •
de aanhangwagen inclusief laadvermogen niet meer weegt dan het leeggewicht van de auto de toegestane maximum massa van de totale combinatie niet meer dan 4250* kg bedraagt * per 1 januari 2013
2
de lading zodanig vastzetten dat schuiven en losschieten niet mogelijk is
3
bij het vervoeren van losse lading is het gebruik van een net of zeil verplicht
4
vermijd overbelasting van de voertuigen; materiaal, materieel en gereedschap zijn met elkaar zwaarder dan u denkt
5
denk om de maximale kogeldruk van de trekhaak (meestal 75 – 125 kg)
6
controleer voor wegrijden verlichting en hulpkoppeling of losbreekreminrichting
7
ondeelbare lading mag tot 5 meter achter de achteras uitsteken; indien de lading meer dan 1,0 meter uitsteekt moet deze zijn voorzien van een vierkant rood-wit gestreept markeringsbord (van 50 cm x 50 cm); deze moet bij nacht, en bij slecht zicht overdag, met een rode lamp zijn gemarkeerd); zorg dat de kentekenplaat en de verlichting goed zichtbaar blijven (let op: de uitstekende lengte mag niet meer zijn dan 0,5 x de lengte van het voertuig)
8
de chauffeur van de combinatie is eindverantwoordelijk, en dient vlak voor vertrek een ronde om het voertuig te lopen, en een algehele inspectie uit te voeren
9
parkeer de aanhangwagen altijd op het neuswiel
10
eventuele schades en defecten direct melden
© WEDRU Montage B.V.
15
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Op locatie 27.
28.
algemeen 1
parkeer uw voertuig zodanig dat deze geen hinder vormt voor het overige verkeer
2
zorg in het voertuig voor een juist gevulde en snel bereikbare verbandtrommel
3
meldt u zich bij werkzaamheden op het terrein van een opdrachtgever ten spoedigste bij de uitvoerder, de portier, bewaking of opdrachtgever
4
houdt u zich aan de instructies welke bij het betreden van het terrein zijn aangegeven (bijvoorbeeld het gebruik van PBM)
5
houdt u zich aan een snelheidverbod als deze is ingesteld of via bebording is aangegeven
6
streef een goede sfeer na, wees aardig voor elkaar
7
breng variatie in je werk, wissel elkaars werkzaamheden af
8
doe geen dingen die u, of uw collega’s, in gevaar brengen of kunnen brengen
9
maak direct een eind aan onveilige situaties en meld deze in de eerstvolgende toolbox meeting
10
gebruik de aan u uitgereikte Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) op de voorgeschreven wijze
11
gebruik handgereedschappen, machines en materialen alleen waarvoor deze zijn bestemd
12
laat handgereedschappen, machines en materialen nooit onbeheerd achter (kinderen!)
13
gebruik bij machines en handgereedschappen altijd de aangebrachte veiligheidsvoorzieningen (afschermingen, handgrepen e.d.)
14
bij machines en handgereedschappen nooit de aangebrachte veiligheidsvoorzieningen verwijderen (deze zijn na een risico-onderzoek door de fabrikant met reden aangebracht)
15
niet spelen of stoeien, vaak gebeuren juist hierdoor ongelukken
16
gebruik voor of onder werktijd geen alcoholische dranken of verdovende middelen
leiding op de werkplek 1
houdt u aan de aanwijzingen die de leiding u geeft
2
altijd overleggen met de uitvoerder op het betreffende werk, deze heeft de eindverantwoording voor de goede gang van zaken
© WEDRU Montage B.V.
16
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 29.
1 september 2014
LMRA 1
voer, vlak voordat u met uw werkzaamheden begint, een LMRA uit LMRA = Laatste Minuut Risico Analyse
Stel jezelf voor aanvang van de werkzaamheden de volgende vragen: 1. 2. 3. 4.
Weet ik welk werk ik moet doen en hoe? Heb ik de juiste, gekeurde gereedschappen? Heb ik de juiste Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM’s)? Is de werkomgeving veilig?
ja ja ja ja
/ / / /
nee nee nee nee
Wordt een vraag met Nee beantwoord? 1. 2. 3. 4.
30.
Stop! Start het werk niet; Raadpleeg je leidinggevende; Neem maatregelen; Start / hervat het werk.
orde en netheid Orde en netheid op de werkplek zijn de eerste vereisten om veilig te kunnen werken, ook geeft een opgeruimde werkplek een prettig begin van een nieuwe dag.
31.
1
houd toegangen en doorgangen vrij
2
zorg voor een goede begaanbaarheid, gebruik oprijplaten, hellingbanen, transportmiddelen
3
verwijder olie- en vetvlekken of bedek deze met zand of grit
4
strooi zand of zout bij ijzel en sneeuw, voorkom uitglijden
5
berg handgereedschappen, machines en materialen na gebruik op om ongevallen te voorkomen, zoals uitglijden, struikelen, vallen e.d.
6
gooi nooit spullen naar beneden, er kan iemand onder u werken of onder u door lopen
7
houdt de schaftkeet opgeruimd en netjes, maak regelmatig de tafel schoon
8
laat de schaftplek netjes achter, ruim plastic zakjes, koffiebekertjes e.d. op
laden & lossen 1
denk aan het overig verkeer: zet de werkplek af met pylonen en eventueel met afzetlint
2
gebruik het zwaailicht (indien aanwezig)
© WEDRU Montage B.V.
17
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 32.
33.
34.
1 september 2014
veiligheid voor derden 1
u bent mede verantwoordelijk voor de ‘veiligheid van derden’ zoals publiek, bezoekers, toeschouwers, weggebruikers, kinderen, omstanders, onderaannemers, leveranciers, zelfs voor onbevoegden (!)
2
houdt tijdens uw werkzaamheden continu de omgeving in het oog, en neem zo nodig de volgende maatregelen: • houdt derden uit uw buurt; onderbreek uw werkzaamheden indien nodig • spreek met particuliere opdrachtgevers af dat er geen kinderen op de werkplek zijn • haal de stekker eruit van gereedschap wat ‘even’ niet gebruikt wordt • laat niemand toe op percelen waar met machines wordt gewerkt, tenzij deze personen direct betrokken zijn bij het werk
de werkvergunning 1
teken nooit een werkvergunning die u niet begrijpt
2
een werkvergunning is alleen geldig indien alle maatregelen zijn afgetekend
het omgaan met machines en gereedschappen 1.
het gereedschap mag alleen worden gebruikt indien je 18 jaar of ouder bent (tussen 16 en 18 jaar alleen onder direct toezicht)
2.
machines mogen alleen worden gebruikt indien zij gekeurd zijn (zie sticker)
3.
gebruik de bijbehorende veiligheidsvoorzieningen, het is streng verboden deze te verwijderen, uit te schakelen of te overbruggen
4.
meld onveilige situaties en storingen direct bij uw directe chef
5.
gebruik de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen, deze zijn in de handleiding van de machine beschreven en op de machine aangegeven
6.
lang haar geen bezwaar, bind ze met een touwtje bij elkaar
7.
loshangende dassen, armbanden, kettingen en ringen etc. zijn verboden
8.
voer nooit reinigingswerkzaamheden uit aan een in werking zijnde machine
9.
reparatie- en onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd en hiertoe opgeleid personeel
10.
verlaat geen in werking zijnde machines
© WEDRU Montage B.V.
18
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 35.
36.
37.
1 september 2014
omgaan met materieel van derden 1
het gebruik van een heftruck van derden mag alleen indien men in het bezit is van een geldig heftruckcertificaat en indien de heftruck gekeurd is
2
het gebruik van een hoogwerker van derden mag alleen indien je een instructie hebt ontvangen en indien de hoogwerker gekeurd is
3 4
het gebruik van een rolsteiger van derden mag alleen indien de rolsteiger gekeurd is indien het materieel niet is gekeurd mag u het niet gebruiken; zoek met de eigenaar naar een andere oplossing
5
meld schades en defecten direct aan de eigenaar en aan WEDRU
werken op hoogte 1
bij valgevaar bent u verplicht om maatregelen te treffen; deze maatregelen kunnen bestaan uit (een combinatie van): • steiger • rolsteiger • hoogwerker • harnasgordel • randbeveiliging • vloerbeveiliging (afdichting) • vangnet
2
gebruik bij het werken op een plat vlak altijd rand- of valbeveiliging
3
rand- of valbeveiliging kan achterwege blijven indien de arbeid op meer dan 4,0 meter afstand van de rand van het werkvlak wordt uitgevoerd èn de arbeidszone alsmede de weg daar naar toe duidelijk gemarkeerd zijn; indien de arbeidzone en de weg daar naar toe tevens zijn afgezet kan deze afstand tot 2,0 meter worden beperkt
4
werk alleen op goedgekeurde (rol)steigers, bij de opgang dient een (groen) label (steigerkaart of scafttag) te zijn aangebracht
5
bij steigers (en bij randbeveiliging): altijd een heup- en knieleuning, en kantplank!
werken in besloten ruimten 1
besloten ruimten zijn ruimten waar weinig tot geen ventilatie is (en het is er vaak vochtig, warm, en moeilijk toegankelijk)
2
doordat gassen niet wegwaaien en er soms te weinig zuurstof is ontstaat gemakkelijk verstikkings-, bedwelmings- en/of explosiegevaar
3
zorg dat je nooit alleen bent, zorg altijd voor een mangatwacht
4
gebruik eventueel communicatiemiddelen (portofoon, mobiele telefoon)
5
voer eventueel een zuurstof/gasmeting uit, de ruimte zonodig geforceerd ventileren
6
gebruik accu gereedschap
© WEDRU Montage B.V.
19
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 38.
39.
40.
41.
1 september 2014
werken in buitenklimaat 1
blootstelling aan zonnestralen kan leiden tot huidkanker, houd daarom altijd uw bedrijfskleding aan
2
draag tijdens zomerse dagen een pet of hoofddoek en gebruik zonnecrème (factor >10)
juiste tilhouding 1
zorg dat je altijd stevig staat en je evenwicht bewaart, reik niet te ver
2
til altijd met een rechte rug en gebogen benen
3
draai vanuit de voeten (niet vanuit de heup)
4
til niet meer dan 25 kg per persoon (50 kg met twee personen)
5
gebruik boven de 50 kg hulpmiddelen (verreiker, steekwagen, trolley, zuignappen)
hijswerkzaamheden 1
het bedienen van hijsmiddelen mag alleen geschieden door bevoegd en geïnstrueerd personeel
2
indien hijsgereedschap wordt gebruikt moet dit zijn goedgekeurd (zie label), let hierbij op de gebruiksinstructie en op het maximale hijsgewicht
3
bevestig de kabels of hijsstroppen altijd goed zodat losschieten niet mogelijk is
4
hijs nooit over personen heen
5
draag bij het hijsen altijd een veiligheidshelm en een veiligheidsvest
onveilige handelingen een onveilige handeling is een activiteit die u zelf bewust of onbewust doet (bijvoorbeeld slijpen zonder bril, of boren zonder adembescherming) 1
een onveilige handeling moet u direct stoppen, zeker indien het een (tijdelijk) medewerker van WEDRU betreft
2
meld de onveilige handeling in de eerstvolgende toolbox meeting, uw melding kan echte ongevallen voorkomen!
3
wijs uw collega erop hoe het werk veilig kan worden uitgevoerd en help hen daarbij
4
nb: het niet terstond melden van een onveilige handeling kan beëindigen van het dienstverband tot gevolg hebben!
© WEDRU Montage B.V.
20
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 42.
1 september 2014
onveilige situaties een onveilige situatie, daar loopt u tegen aan (bijvoorbeeld een steiger zonder leuningen, een niet afgeschermde vloeropening)
43.
1
niet starten !, maak eerst een eind aan de onveilige situatie!
2
indien u de onveilige situatie niet zelf kunt of wilt opheffen, meld deze dan bij de projectleider en/ofuitvoerder (wacht met het uitvoeren van uw werkzaamheden totdat de situatie veilig is)
3
meld de onveilige situatie op een incidentenformulier, of meld de onveilige situatie in de eerstvolgende toolbox meeting, uw melding kan echte ongevallen voorkomen!
4
nb: het niet terstond melden van een onveilige situatie kan beëindigen van het dienstverband tot gevolg hebben!
incidenten en (bijna-)ongevallen een incident of ongeval wordt gekenmerkt door persoonlijk letsel en/of materiele schade 1
blijf kalm!
2
roep bij persoonlijk letsel direct hulp in (via het interne alarmnummer of 112)
3
voorkom (meer) slachtoffers, houd mensen op afstand, denk aan uw eigen veiligheid
4
maak een inschatting van de oorzaak en de omvang van het letsel en/of de schade
5
stel uw leidinggevende zo snel mogelijk op de hoogte
6
vul zo spoedig mogelijk een incidentenformulier in
bel intern alarmnummer of 112 (112 werkt altijd en overal!) blijf kalm, denk aan uw eigen veiligheid voorkom meer slachtoffers verleen eerste hulp (info via 112)
5
nb: het niet terstond melden van een incident en/of (bijna-)ongeval kan beëindigen van het dienstverband tot gevolg hebben!
© WEDRU Montage B.V.
21
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 44.
45.
46.
1 september 2014
roken 1
roken is alleen tijdens de schaft toegestaan
2
rook alleen buiten of in daartoe bestemde ruimten
3
laat een peuk altijd uitgedoofd achter, denk aan brandgevaar
brandgevaar 1
bij werkzaamheden waar het risico van brandgevaar is dient altijd een brandblusser binnen handbereik op de werkplek aanwezig te zijn
2
neem altijd de brandweervoorschriften binnen een bedrijf in acht, zoals "Open vuur verboden" etc.
einde werktijd 1
dek de vloergaten deugdelijk af, markeer deze
2
sla materiaal, machines en installaties stabiel, storm- en kinderveilig op
3
wees bedacht op diefstal, sluit containers en opslagmogelijkheden deugdelijk af
4
sluit de keet af (denk aan het licht en de verwarming)
5
sluit het eventuele hekwerk af
6
bij langere afwezigheid of aanhoudende vorst de (bouw)waterkraan afsluiten en aftappen
© WEDRU Montage B.V.
22
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) Met persoonlijke beschermingsmiddelen worden verwondingen aan hoofd, handen, voeten, ogen en longen voorkomen. Het dragen en gebruiken ervan is dan ook verplicht. Het negeren van voorschriften, aanwijzingen op borden e.d. kan persoonlijke boetes, verwijdering van de werkplek en zelfs ontslag tot gevolg hebben.
47.
48.
algemeen 1
u bent verplicht de verstrekte PBM te gebruiken; deze zijn met reden aan u verstrekt
2
op elk PBM dient door de fabrikant een CE-markering te zijn aangebracht
3
bij het werken met gevaarlijke stoffen moeten uw PBM zijn afgestemd op de informatie in de veiligheidsinformatiebladen (VIB’s) van deze stoffen
4
het dragen van voetbescherming is altijd en overal verplicht (type s3 / s5)
5
draag een veiligheidsbril wanneer de kans bestaat op wegschietende splinters of vonken bij met name hakken, slijpen, zagen, verspanen en lassen; draag een gelaatsscherm of ruimzichtbril bij het werken met chemicaliën, zuren e.d.
6
draag adembescherming wanneer de kans bestaat op inademen van bouw-, slijp- of zaagstof, en bij gevaarlijke dampen als verfoplosmiddelen, thinner e.d.
7
draag werkhandschoenen bij kans op verwonding door scherpe of ruwe delen, zware voorwerpen, uitschietende voorwerpen of chemicaliën (draag geen werkhandschoenen tijdens het werken met elektrisch gereedschap)
8
draag gehoorbescherming bij geluidsniveau’s vanaf 80 dB(A), zoals bij het werken met betonhamers (110 dB(A)), slijpen (105 dB(A)), zaagmachines (90 dB(A)) en bij laswerkzaamheden (85 dB(A)); draag ook gehoorbescherming bij het werken in de buurt van deze apparaten
9
draag tijdens lassen, slijpen of snijden nooit kleding met olie- of smeervlekken met het oog op brandgevaar
10
draag kleding altijd gesloten; losse kleding kan door machines worden gegrepen!
11
draag altijd schone kleding; vervang smerige en verontreinigde kleding
12
draag een reflecterende veiligheidsjas of -hesje indien u op of aan de openbare weg werkt, of indien het donker is of wordt
13
de Inspectie SZW mag u persoonlijk bekeuren indien zij ziet dat u geen PBM draagt!
verstrekking, vervanging en onderhoud 1
alle PBM worden kosteloos aan u verstrekt door de directie, wees er zuinig op!
2
alle PBM dienen zonder kosten te worden vervangen; de directie bepaald of het PBM aan vervanging toe is
3
u bent zelf verantwoordelijk voor het onderhoud aan uw PBM
4
de PBM blijven altijd in eigendom van WEDRU
© WEDRU Montage B.V.
23
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 49.
50.
de veiligheidshelm 1
draag uw veiligheidshelm waar dit verplicht is gesteld en bij val- en stootgevaar
2
draag te allen tijde uw veiligheidshelm indien er boven u wordt gewerkt, en daar waar wordt gehesen
3
zorg ervoor dat de helm goed is afgesteld, alleen dan vangt hij een klap goed op
4
vervang de helm na een klap of flinke valpartij door een nieuwe helm
5
bewaar de helm niet in direct zonlicht, UV-straling tast de helm aan!
6
let op de aanwezigheid van het CE-merk, beschadigingen en de afwezigheid van stickers
7
veiligheidshelmen gemaakt van PE gaan normaal gesproken 3 jaar mee (helmen van PC, PA en ABS 5 jaar), let daarom op de productiedatum (binnenzijde klep)
veiligheidsschoeisel 1
51.
52.
54.
55.
de veiligheidsschoenen en/of -laarzen moeten altijd worden gedragen
oogbescherming 1
bij verspanende werkzaamheden (hakken, boren, frezen, slijpen) moet altijd oogbescherming worden gedragen
2
bij het werken met een hogedrukreiniger moet altijd oogbescherming worden gedragen
adembescherming 1
53.
1 september 2014
draag in een stoffige omgeving altijd adembescherming (P3 bij fijnstof), en bij blootstelling aan gassen of dampen een bijpassend gas/damp-filter
gehoorbescherming 1
bij een geluidsdruk vanaf 80 dB(A) moet altijd gehoorbescherming worden gedragen
2
vuistregel: je zit boven de 80 dB(A) indien je op 1 meter afstand niet normaal met elkaar kan praten
valbeveiliging 1
bij het dragen van valbeveiliging dient u zich ook aan te lijnen
2
zorg voor een beperkte valhoogte; haak u zo hoog mogelijk vast
3
houdt rekening met de valafstand, en gebruik een valdemper
4
zorg dat de beenlussen strak zijn aangetrokken, zorg dat je broekzakken leeg zijn
signaalkleding 1
draag langs de weg, tijdens hijsen en bij pech altijd signaalkleding (jas of vest)
© WEDRU Montage B.V.
24
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Werken met gereedschappen & materieel 56.
57.
algemeen 1
de • • • • •
volgende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) moeten worden gedragen: veiligheidsschoenen - altijd! beschermende kleding - altijd! gehoorbescherming - alleen bij lawaai vanaf 80 dB(A)! veiligheidsbril - alleen bij verspanende bewerkingen veiligheidshelm - alleen bij hijswerkzaamheden en werkzaamheden boven het hoofd
2
machines mag je gebruiken indien je 18 jaar of ouder bent (tussen 16 en 18 jaar alleen onder direct toezicht); vraag bij een leidinggevende om een demonstratie en een mondelinge instructie als je geen ervaring hebt met de machine
3
machines mag je alleen gebruiken indien zij gekeurd zijn, er geen defecten zijn, en als alle beveiligingen aanwezig zijn; gebruik machines alleen waarvoor zij bedoeld zijn
4
hou machine altijd in originele staat (geen onderdelen monteren van andere machines)
5
laat alle beveiligingen intact, ga beveiligingen nooit overbruggen!
6
draag elektrisch handgereedschap nooit aan het snoer (de contacten kunnen losraken)
7
zorg dat je voldoende bent uitgerust en over een goede conditie beschikt; gebruik geen machines als je moe bent of onder invloed van drugs, alcohol of medicijnen
8
zorg altijd voor een opgeruimde en goed verlichte werkplek; ruim afval regelmatig op
9
draag geen loszittende kleding of sieraden; houd je haar, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen
10
zorg dat je altijd stevig staat en je evenwicht bewaart, niet te ver reiken; til niet meer dan 25 kg (twee personen 50 kg), en draai vanuit de voeten (niet vanuit de heup)
11
laat machines niet onnodig draaien (denk aan gevaar voor anderen!)
12
nooit over mensen heen hijsen
13
laat onderhoud en reparaties alleen uitvoeren door deskundig personeel (storingen en defecten niet zelf verhelpen!)
werken met privégereedschap 1
het werken met privégereedschap is niet toegestaan, tenzij dit aantoonbaar is goedgekeurd
gebruik geen materieel van particulieren of van derden, tenzij dit gekeurd is en u bekend bent met het gebruik ervan !!
© WEDRU Montage B.V.
25
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 58.
59.
werken met de accuboor 1
bedien de richtinghendel en de startschakelaar niet tegelijkertijd; de accu wordt dan snel ontladen en de machine raakt beschadigd
2
de accu wordt tijdens het opladen warm, dit is normaal; laad de accu echter niet te lang op
3
wees bedacht op het vastslaan van de boor
werken met de afkortzaag 1
60.
61.
62.
63.
1 september 2014
draag altijd een overzetbril, gehoorbescherming en stofkap
werken met de boormachine 1
houd de machine stevig vast
2
wees bedacht op het vastslaan van de boor
3
draag geen handschoenen
werken met de boorhamer 1
draag altijd een veiligheidsbril en gehoorbescherming en eventueel adembescherming
2
houd de machine stevig vast
3
wees bedacht op het vastslaan van de boor
4
voorkom dode vingers, wissel het werk regelmatig af
werken met de haakse slijper 1
draag altijd een veiligheidsbril, stofmasker en gehoorbescherming
2
zorg dat het werkstuk goed vast staat (nooit in de hand houden!)
3
gebruik altijd de beschermkap en het zijhandvat
4
zet bij het aansluiten van de stekker zo mogelijk de voet op de slijptol (de knop kan haperen)
5
bij lichte slijpers, waarbij geen gevaar voor elektrocutie en/of terugslag aanwezig is, mag het gebruik van het zijhandvat achterwege blijven; controleer in deze gevallen wel eerst de informatie in de handleiding!
werken met het elektrisch lasapparaat 1
gebruik een laskap
2
draag lashandschoenen
3
zorg voor voldoende ventilatie en/of afzuiging
© WEDRU Montage B.V.
26
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 64.
65.
66.
67.
68.
69.
1 september 2014
werken met de laser 1
laser niet op ooghoogte opbouwen
2
niet in de straal kijken
3
laadapparaat alleen in droge ruimten gebruiken
4
zorg voor voldoende afscherming van de meetstandplaats (op straat etc.)
werken met de reciprozaag 1
draag altijd een veiligheidsbril
2
vermijd inademing van stof, gebruik adembescherming
3
vermijd het zagen op spijkers, inspecteer het werkstuk vooraf
4
wacht tot het zaagblad volledig tot stilstand is gekomen, voordat u de zaag uit het werkstuk trekt
werken met de slagmoersleutel 1
draag gehoorbescherming, veiligheidsbril en eventueel adembescherming
2
geen handschoenen dragen !
3
let op dat u de moer niet te vast aandraait (kans op afbreken bout) !!
werken met de stofzuiger 1
vervang regelmatig de stofzuigerzak en het filter
2
geen water opzuigen!
werken met bouwlampen 1
zet de lamp goed neer, pas op voor verblinding
2
de lamp wordt heet, pas op voor verbranding of brandgevaar
werken met de haspels en verlengsnoeren 1
pas op dat de haspel/verlengsnoer niet wordt overbelast
2
rij niet over de snoeren heen, pas op voor breuk
3
afhankelijk van het aan te sluiten vermogen moet de haspel helemaal worden afgerold
© WEDRU Montage B.V.
27
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 70.
1 september 2014
werken met de bouwlift (goederenlift) 1
het is ten strengste verboden om uzelf met een goederenlift te verplaatsen
2
gebruik een goederenlift alleen om goederen mee te verplaatsen
werken met trillend gereedschap • • • • •
lichaamstrillingen leiden tot vermoeidheid, zichtbeperking en rugklachten hand-arm trillingen leiden tot witte vingers en gewrichtsklachten witte vingers kunnen worden opgelopen binnen drie maanden tot enkele jaren, zelfs als de blootsteling maar vier uur per dag is probeer het werken met trillend gereedschap regelmatig te onderbreken wissel het werk af, wissel elkaar af, of pauzeer regelmatig enkele ogenblikken
© WEDRU Montage B.V.
28
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Omgaan met klimmaterieel 71.
72.
algemeen 1
klimmaterieel mag alleen worden gebruikt indien dit is gekeurd (zie sticker), en houdt u zich aan de gebruiksinstructie (vaak in de vorm van een sticker)
2
houdt het klimmaterieel altijd schoon en in een goede staat
3
zorg dat de rubbers (voetsteunen) van ladders en trappen schoon en heel zijn
4
plaats klimmaterieel nooit voor een deur, tenzij de deur is geblokkeerd of afgesloten
5
plaats klimmaterieel nooit naast een open sparing of kruipluik
6
klimmaterieel nooit onbeheerd achterlaten (denk aan de veiligheid van derden, kinderen)
7
zet de werkplek af bij gevaar voor jezelf (aanrijdgevaar door weggebruikers) of bij gevaar voor derden (voetgangers, fietsers)
het gebruik van ladders 1
gebruik een ladder om maximaal 10 meter hoogte te overbruggen
2
het gebruik van de ladder als werkplek is alleen toegestaan indien: • de inzet van andere middelen (rolsteiger, hoogwerker) om technische of risicoverhogende redenen niet haalbaar is, èn • de stahoogte (voethoogte) minder is dan 5,0 meter • de tijdsduur korter is dan 2 uur • de duwkracht minder is dan 50 N (5 kg) • de reikwijdte minder is dan 1 armlengte > zie het schema ‘ladder als werkplek’ op de volgende bladzijde
3
plaats een ladder nooit tegen een raam (gebruik een afstandhouder - dwarssteunen)
4
steun nooit met een voet op (bijvoorbeeld) een raamkozijn of dorpel; de ladder kan gaan schuiven
5
zet de ladder in de juiste hoek (65° - 75°: tegen de voeten met gestrekte armen)
6
zet de ladder op een stabiele ondergrond en blokkeer de voet tegen wegglijden
7
laat de ladder aan de bovenzijde 1 meter uitsteken en zet deze vast
8
voorzie het dakvlak aan weerszijden van de ladder van 4 meter randbeveiliging
9
bij windkracht 6 of hoger mag je de ladder niet gebruiken
10
daal en klim altijd met het gezicht naar de ladder toe, en zorg altijd voor voldoende houvast; spring nooit van een ladder af
11
verplaats gereedschap en materiaal bij voorkeur binnendoor of met emmer en/of touw
12
verplaats zware ladders altijd met 2 of 3 personen
13
plaats metalen ladders niet in de buurt van spanningvoerende delen (houdt minimaal 2,5 meter afstand, of gebruik een houten of kunststof ladder)
© WEDRU Montage B.V.
29
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 73.
de stabeugel 1
74.
75.
1 september 2014
het gebruik van de stabeugel bij scharniertrappen is verplicht indien het bovenste stavlak wordt gebruikt
werken met de rolsteiger 1
controleer voor het opbouwen of alle onderdelen bij elkaar horen en passend zijn; gebruik geen onderdelen van verschillende merken of typen door elkaar
2
zorg tijdens het op- en afbouwen voor voldoende randbeveiliging, gebruik eventueel valbeveiliging
3
voorzie de rolsteiger ook van een kant- of schopplank
4
beklim de rolsteiger altijd via de binnenzijde
5
zet, voordat u de rolsteiger beklimt, de wielen altijd op de rem
6
neem gereedschappen niet met de hand mee, maar hijs deze omhoog (touw, emmer)
7
verplaats de rolsteiger altijd met minimaal 2 personen; tijdens het verplaatsen mag er niemand op staan
8
bouw de rolsteiger buiten niet hoger dan 8 meter (binnen 12 meter)
werken op een steiger 1
betreedt de steiger alleen via de originele opgangen, en indien deze is vrijgegeven
2
let op dat er een (groene) steigerkaart aanwezig is
3
verwijder geen onderdelen, laat de steiger intact!
4
zie toe op het gebruik van kantplanken
5
gebruik geen losse trappen en ladders op een steiger
© WEDRU Montage B.V.
30
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje 76.
1 september 2014
werken met de hoogwerker (inhuur) 1
lees de handleiding of u zich dient aan te lijnen; gebruikelijk is om aan te lijnen bij het rijden met de hoogwerker, indien de werkbak snel kan stijgen en/of dalen, en bij het gebruik van zwaar gereedschap (bijv. een hakhamer) en/of bij andere fysiek belastende werkzaamheden waarbij het bovenlichaam zich buiten het leuningwerk kan bevinden
2
gebruik de hoogwerker alleen indien u een mondelinge instructie heeft ontvangen
3
gebruik de hoogwerker alleen indien deze is gekeurd (zie sticker)
4
gebruik, indien aanwezig, altijd de stempels (ook op de stoep of op straat!)
5
oefen voor gebruik de nooddaalprocedure
6
werkplek afzetten - denk aan uw eigen veiligheid en aan de veiligheid van voetgangers en overig verkeer (fietsers, brommers)
7
niet alleen werken (zorg dat er altijd een collega in de nabijheid is, of iemand van de opdrachtgever)
8
ga nooit op de schoprand of leuning staan!
9
laat niemand boven uitstappen!
10
gebruik de hoogwerker niet om te hijsen
11
gebruik de hoogwerker niet vanaf windkracht 6
12
bel bij storing direct de verhuurder en daarna direct kantoor
© WEDRU Montage B.V.
31
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
Aanvullende werkinstructies 77.
78.
79.
algemeen 1
loop op het werk nooit achteruit (val- en struikelgevaar!)
2
werk nooit alleen, zorg dat er altijd iemand in uw nabijheid is
werken aan onder spanning staande installaties 1
het werken aan onder spanning staande installaties is ten strengste verboden!
2
bij het werken aan elektrische installaties altijd eerst de spanning er af (laten) halen
3
altijd spanning meten voordat u begint te (de)monteren
het huren van gereedschap / materieel 1
vraag altijd om een mondelinge toelichting of instructie en naar de handleiding
2
werk alleen met gekeurd gereedschap / materieel (zie keuringsticker)
3
lees voor gebruik de handleiding aandachtig door!
© WEDRU Montage B.V.
32
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
© WEDRU Montage B.V.
1 september 2014
33
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
© WEDRU Montage B.V.
1 september 2014
34
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
schema ladder (als werkplek)
© WEDRU Montage B.V.
35
Veiligheid en Gezondheid VCA* (2008/5.1) Voorlichtings- en instructieboekje
1 september 2014
alarmkaart blijf kalm, denk aan uw eigen veiligheid voorkom meer slachtoffers alarmeer ! (via het interne alarmnummer of 112) handelen bij ongeval • • •
verleen eerste hulp laat slachtoffer niet alleen vang hulpdiensten op
• • • •
meld de brand breng iedereen in veiligheid sluit ramen en deuren indien verantwoord, onderneem bluspoging
handelen bij brand
in • • • •
dienst zijnde BHV’ers Bertus van de Hee Dirk Molenaar John Top Rob Gerritsen
06 – 4116 6758 06 – 2908 2608 06 – 5237 6802 06 – 5060 3361
alarmnummers calamiteiten • noodgeval • politie (geen nood) • informatie over telefoonnummers en adressen
112 0900 – 8844 1888
Eerste hulppost regio Amersfoort • Meander Medisch Centrum, Maatweg 3, Amersfoort
033 - 850 5050
Eerste hulppost regio Barneveld • Hulpverleningscentrum (HVC), Nijkerkerweg 119, Barneveld
0900 - 3311233
Eerste hulppost regio Rotterdam • Sint Franciscus Gasthuis, Kleiweg 500, Rotterdam
010 - 461 6720
© WEDRU Montage B.V.
36