Autodelen
een handleiding voor doe-het-zelvers
een uitgave van Autopia vzw januari 2005
Autopia vzw Vlaams Steunpunt Particulier Autodelen
Deze brochure is een uitgave van Autopia vzw en geeft op uitvoerige wijze meer uitleg over particulier autodelen, of autodelen voor doe-het-zelvers. De inhoud van deze brochure is gebaseerd op de jarenlange ervaring van groepen autodelers in Vlaanderen. Waarvoor dank.
Beste lezer, Deze brochure wil kandidaat-autodelers grondig informeren en documenteren vooraleer ze aan autodelen beginnen. De brochure is opgevat als een handleiding of naslagwerk, waarin de verschillende mogelijkheden van particulier autodelen worden besproken, maar ook mogelijke problemen en discussiepunten die je er rond kan tegenkomen. We hebben geprobeerd zo volledig mogelijk te zijn. Een aantal punten zijn misschien niet van toepassing op jouw situatie, maar kunnen voor anderen wel bruikbaar zijn. Omdat particulier autodelen systemen op maat van de gebruikers uitwerkt, worden i.v.m. een aantal kwesties verschillende mogelijke opties besproken. Aan jouw groep om te kiezen welke elementen er in jullie systeem bruikbaar zijn! Laat je niet overdonderen door de omvang en de veelheid aan informatie in deze brochure! Je hoeft als beginnend autodeler immers niet alles ineens door te nemen. Om het lezen van deze brochure te vergemakkelijken, geven we je graag volgend leesadvies: • Hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 (stappen 1 t/m 4) geven je een beter idee van wat autodelen is, zodat je kan uitmaken of autodelen iets voor jou is. • Hoofdstuk 2 (1-4) bespreekt de eerste stappen die je neemt als je met enkele mensen een autodeelgroep wil opstarten. Als je dit in je groep besproken hebt, zal blijken of er voldoende mensen zijn om samen verder te gaan. Er zullen ongetwijfeld een aantal mensen afhaken omdat ze zich niet kunnen vinden in het resultaat van deze gesprekken. Maar er kunnen zich, zodra het project concreet wordt, ook nieuwe kandidaten aandienen. • Hoofdstuk 2 (5-10) gaat dieper in op het concreet uitwerken van het autodelen. Een reservatiesysteem of beurtrol opstellen, een financiële regeling uitwerken en het maken van afspraken over verzekeringen, schade, ongevallen en diefstal, afspraken over rijstijl, standplaats en onderhoud... komen allemaal hier aan bod. • Al deze afspraken en regelingen zet je natuurlijk graag op papier. Hoofdstuk 3 bevat voorbeelden van contracten, overeenkomsten en reglementen. Deze voorbeeldcontracten zijn gegroeid uit de ervaring van vele autodelers en steunen op juridische grond. Misschien blijken bepaalde stukken informatie of discussiepunten bij het opstarten van een autodeelgroep niet relevant te zijn, maar duiken ze na een tijdje wel op. Je kan dan altijd teruggrijpen naar de informatie die in deze brochure staat. Particuliere autodeelsystemen hebben het voordeel dat ze heel flexibel kunnen zijn. Kies er bewust voor om je systeem op te stellen naar de behoeften en wensen van je groep. We wensen je alvast veel autodeelplezier!
1
Over Autopia vzw Autopia is het Vlaams Steunpunt voor Particulier Autodelen en heeft als doel duurzame, mens- en milieuvriendelijke mobiliteit te bevorderen, meer bepaald via het particulier autodelen. Onder autodelen verstaat Autopia een systeem waarbij meerdere personen beurtelings gebruik maken van één of meerdere auto’s. Autodelen is particulier wanneer het geen winstoogmerk heeft en wanneer de verschillende gebruikers de deelauto(’s) mee beheren. De activiteiten van Autopia omvatten: t.a.v. het ruime publiek: opzetten van sensibiliseringscampagnes rond autodelen t.a.v. geïnteresseerden: informeren en aanbieden van contactgelegenheid t.a.v. opstartende autodeelgroepen: ondersteuning en begeleiding, oa. door deze brochure t.a.v. bestaande autodeelgroepen: blijvend advies, helpdesk en lidmaatschapsvoordelen, belangenbehartiging op beleidsniveau en bij betrokken partners t.a.v. gemeentebesturen: opzetten van samenwerkingsverbanden, lobbywerk voor gemeentelijke ondersteuning van autodeelgroepen binnen een duurzaam mobiliteitsbeleid t.a.v. mogelijke partners: belangenbehartiging, lobbywerk, opzetten van samenwerkingsverbanden Lid worden van Autopia Als Steunpunt behartigt Autopia de belangen van de autodelers in Vlaanderen, onderhandelen we met verschillende partners om autodelen voortdurend aantrekkelijker en interessanter te maken, helpen we kandidaat autodelers, startende autodelers en langdurige autodelers bij vragen of problemen. Autopia is voortdurend bezig het ledenaanbod aantrekkelijker te maken en te verruimen. De lidmaatschapsvoorwaarden en voordelen voor groepen kan je raadplegen op onze website of opvragen oop het Autopia-secretariaat. Financiële steun aan Autopia Bij Fortis-bank kan je een Krekelspaarrekening openen. Netwerk Vlaanderen ontvangt hierop een commissie van de bank. Als je Autopia opgeeft als begunstigd project (projectnummer: 99/0010), stort Netwerk Vlaanderen jaarlijks een deel van die commissie door naar Autopia. Je kan eventueel ook een gedeelte van je jaarlijkse interest afstaan. Voor meer info kan je terecht bij Netwerk Vlaanderen (tel. 02/201.07.70,
[email protected]) of bij je plaatselijk Fortis-kantoor. Wie bij Fortis wil beleggen, kan kiezen voor het ethisch fonds Altervision Balance Europe. De belegger betaalt 2,5% instapkosten op het belegde bedrag. Daarvan gaat 1,5% naar Netwerk Vlaanderen. Als je Autopia opgeeft als begunstigde, stort Netwerk hiervan 60% door naar Autopia. Bij Triodos-bank kan je een Dynamo-spaarrekening openen. Als je hierbij expliciet naar Autopia verwijst, komt jouw spaaractie Autopia ten goede. De formule is vergelijkbaar met die van Krekelsparen. Voor meer info : contacteer Triodos Bank (tel. 02/548.28.50, email
[email protected]).
2
Inhoudstafel
Hoofdstuk 1. Autodelen: wat en waarom ............................................................................................ 5 1.1 1.2 1.3 1.4
Een definitie ..................� 5 Verschillende vormen van autodelen ...........................................................................................................5 Kenmerken van particulier autodelen ...........................................................................................................6 De voordelen van autodelen ........................................................................................................................6
Hoofdstuk 2. Praktisch: hoe begin je er aan?..................................................................................... 7 stap 1: stap 2: stap 3: stap 4: stap 5: stap 6: stap 7: stap 8: stap 9: stap 10: START!
ik wil autodelen ....� 7 deelnemers zoeken .............................................................................................................................9 een auto kiezen .� 10 een formule kiezen ............................................................................................................................12 een reservatiesysteem of beurtrol uitwerken .....................................................................................15 een financiële regeling uitwerken ......................................................................................................18 afspraken maken over schade, ongevallen, diefstal en verzekering .................................................23 afspraken maken over gebruiks- en rijstijl .........................................................................................26 afspraken maken over standsplaats of haal- en brengregeling .........................................................28 afspraken maken over het onderhoud en schoonmaak ....................................................................29 ...........................� 31
Hoofdstuk 3. Voorbeeldcontracten en -reglementen ........................................................................32 3.1 Mede-eigendom met reservatiesysteem ....................................................................................................33 3.2 Mede-eigendom met vaste beurtrol, 2 huishoudens ..................................................................................39 3.3 Uitleensysteem ...........� 44
Bijlagen Afschrijvingstabel ..............� 50 Ritboek ..............................� 51 Afrekening autodelen - formule mede-eigendom met vaste beurtrol, 2 mede-eigenaars .................................52 Afrekening autodelen - formule mede-eigendom met oproepmodel ............................................................53-54
3
4
Hoofdstuk 1 autodelen: wat en waarom?
1.1. Een definitie
1.2. Verschillende vormen van autodelen
Autodelen is een vorm van transportkeuze waarbij meerdere personen om beurt gebruik maken van één of meer gezamenlijke auto(’s). Dit kan zowel door de partijen onderling geregeld zijn, als door een (al dan niet commerciële) organisatie aangeboden worden.
De term autodelen is een vlag die vele ladingen dekt. Er bestaan immers verschillende vormen van autodelen.
Autodelen gaat uit van het standpunt dat een auto een nuttig en praktisch gebruiksvoorwerp is dat doordacht, efficiënt en selectief gebruikt moet worden. Autodelen maakt het gemakkelijker om voor elke verplaatsing het meest geschikte vervoersmiddel of –systeem te kiezen. De auto is immers niet voor elke verplaatsing de meest verstandige keuze. Naast de auto kan men voor elke situatie uit een waaier van verschillende vervoersmiddelen en -wijzen het meest geschikte kiezen. Op die manier vermijden autodelers de nadelen van zowel het individuele autobezit als die van het autoloos zijn. De meeste individuele autobezitters gebruiken hun auto weinig in verhouding tot de tijd en de kosten die ze erin investeren. Bovendien gebruiken ze de auto vaak voor verplaatsingen waarvoor een goed alternatief beschikbaar is, gewoon omdat de auto nu eenmaal ter beschikking staat voor de deur en de vaste kosten toch al betaald zijn. Gewoon omdat ze niet geconfronteerd worden met de reële kost van elke verplaatsing. De niet-autobezitters zijn verplicht zich altijd met openbaar vervoer, fiets of te voet uit de slag te trekken, ook al is dat soms erg onpraktisch. Autodelen staat naast andere vormen van gedeeld autogebruik, zoals liften en carpoolen. Het onderscheid is dat bij autodelen de auto niet gelijktijdig, maar achtereenvolgens wordt gebruikt. Autodelen verschilt van standaard autoverhuur, doordat autodelen een verbintenis veronderstelt over regelmatig gebruik en beschikbaarheid van de auto. Het gaat niet om het af en toe ter beschikking stellen van een gelegenheidsauto, maar om een uitgewerkt alternatief voor het individuele autobezit. Bovendien heeft autodelen een grotere flexibiliteit (vb. de mogelijkheid om de auto voor enkele uren te reserveren), een ander tariefsysteem en is de auto meestal dichter bij huis beschikbaar.
Autodelen kan aangeboden worden door een organisatie, die een kant-en-klare oplossing biedt en waarvan iedereen individueel lid kan worden. Niet-commerciële organisaties kunnen autodelen organiseren, zonder winstoogmerk. Commerciële deelauto’s worden beheerd door professionele organisaties, met betaald personeel en veronderstellen vaak elektronische registratiesystemen. Meestal worden dergelijke systemen aangeboden in de grotere steden, omdat ze een bepaalde schaalgrootte vereisen om commercieel leefbaar te zijn. In Nederland zijn ongeveer 3.000 personen bij commerciële initiatieven aangesloten, in enkele steden in Vlaanderen bestaan ook al zulke projecten. Is de deelauto eigendom van en wordt ze beheerd door particuliere personen, dan spreken we van particulier autodelen. Dit berust op het eigen initiatief van individuele of gegroepeerde gebruikers, die zelf onderling contracten afsluiten m.b.t. het gedeeld gebruik van de auto. Deze werkwijze valt meer in de smaak bij doe-het-zelvers en is ook de enige mogelijkheid op plaatsen waar geen kant-en-klare systemen worden aangeboden. In Nederland doen meer dan 50.000 personen op deze manier aan autodelen. In Vlaanderen bestaan al jarenlang verschillende kleine initiatieven in deze zin. In deze brochure gaan we verder in op deze vorm van autodelen.
5
1.3. Kenmerken van particulier autodelen
1.4. De voordelen van autodelen
Particulier autodelen definiëren wij als: een groep huishoudens die op systematische basis een gemeenschappelijke auto gebruiken. • verschillende huishoudens : het gaat niet om gezinsleden (partners, ouders en kinderen) die gezamenlijk een auto gebruiken, maar om buren, collega’s, vrienden, (niet-samenwonende) familieleden of zelfs wildvreemde mensen die elkaar via vb. Autopia vinden • gemeenschappelijke auto : het gaat om een auto waarvoor de betrokkenen zich gemeenschappelijk verantwoordelijk stellen • systematisch : het gaat niet om mensen die af en toe eens een auto lenen van iemand, maar om een vast systeem dat een alternatief biedt voor individueel autobezit
Autodelers maken rationeler gebruik van de beschikbare auto’s en kiezen gemakkelijker voor elke verplaatsing het meest geschikte vervoersmiddel of vervoerssysteem. Autodelen leidt tot meer gebruik van openbaar vervoer en fiets en tot een vermindering van het aantal autokilometers. Mensen die voorheen individuele autobezitters waren, gaan opvallend minder autorijden; anderzijds gaan mensen die voorheen autoloos waren, nu (meer) autorijden, maar het saldo van beide tendensen is duidelijk negatief. Zo levert autodelen een bijdrage aan een schoner leefmilieu en aan de vermindering van milieugebonden gezondheidsproblemen. Door autodelen zijn er minder auto’s in omloop en worden de gedeelde auto’s intenser gebruikt. Daardoor nemen er minder geparkeerde wagens ruimte in beslag en blijft er meer open ruimte beschikbaar. Zo past autodelen in een autoluwe woonomgeving, met meer ruimte voor de bewoners en zachte weggebruikers.
Autopia koppelt de beschrijving van particulier autodelen de volgende kenmerken: • zelfbeheer: er een taakverdeling of beurtrol onder de groepsleden met betrekking tot onderhoud, administratie, etc.; er is veel overleg en onderlinge controle en er wordt gewerkt op basis van onderling vertrouwen • kleinschalig : het autodelen beperkt zich tot het niveau van de lokale autodeelgroep zelf ; wel kunnen er tussen de groepen netwerken groeien, die rond praktische punten samenwerken • sociale meerwaarde : autodelen veronderstelt sociale contacten tussen de autodelers ; omdat autodelen meestal wijkgebonden wordt georganiseerd, draagt het ook bij aan de wijkontwikkeling • geen winstoogmerk : de reële kosten worden gedeeld volgens een vooraf bepaalde rekenschema; het systeem is zelfbedruipend en brengt geen winst voort • aangepast aan behoeften : elke autodeelgroep ontwikkelt een formule op maat van de specifieke behoeften en verlangens van de leden; er wordt dus geen kant-en-klaar product op de markt gegooid waarvoor volgens klanten gezocht worden • goedkoop : particulier autodelen vergt geen grote investeringen : er is geen personeelskost, geen 24-uurs telefooncentrale, geen gesofisticeerde informatica voor toegang tot de auto, reservatie of boekhouding en er kan in principe met tweedehandse wagens gereden worden Afhankelijk van de situatie in je groep en van jullie behoeften en wensen, kan je op verschillende manieren particulier autodelen. De verschillende formules worden in hoofdstuk 2 onder ‘stap 4’ uitvoerig besproken. Aan jou om er één uit te kiezen en aan te passen naar jouw autodeelgroep.
6
Voor de individuele gebruiker heeft autodelen volgende voordelen: • Praktisch : de taken en klussen m.b.t. de auto worden onder verschillende mensen verdeeld, naar ieders talenten en voorkeuren. • Goedkoop : omdat de aankoopprijs en de vaste autokosten gedeeld worden, komt autodelen merkbaar goedkoper uit dan individueel autobezit. Hierdoor gaat een minder groot deel van je budget op aan autokosten. Er komt dan geld vrij voor leukere uitgaven of je kan beslissen wat minder uren te werken. Autodelen verhoogt ook de basismobiliteit van mensen die zich omwille van de hoge investeringskosten geen eigen auto kunnen aanschaffen. • Duidelijk : doordat je regelmatig een gedetailleerde afrekening krijgt, weet je heel precies wat de auto je werkelijk kost. Dit in tegenstelling tot de meeste individuele autobezitters, die daar vaak geen idee van hebben. • Gezond : wie minder met de auto rijdt, neemt voor bepaalde verplaatsingen sneller de fiets, en doet dus aan meer lichaamsbeweging. • Sociaal : door een auto te delen kom je met mensen uit je wijk in contact en lever je een bijdrage aan de ontwikkeling van je buurt of wijk.
Hoofdstuk 2 praktisch: hoe begin je er aan? Als je interesse hebt in autodelen, moet je in de allereerste plaats voor jezelf uitmaken of autodelen echt iets voor jou is (stap 1). Als je daar van overtuigd bent, is de volgende stap om met andere geïnteresseerden in contact te komen (stap 2). Samen moet je het eens worden over het soort auto dat je eventueel wil aanschaffen en over de formule waarin je wil autodelen (stappen 3 en 4). Hoe je dan alles concreet uitwerkt, welke afspraken je maakt en hoe de contracten geregeld worden kan je nalezen in stap 5 tem. 10. Als je dat zou willen, kan je voor verdere ondersteuning en advies de hulp van Autopia inroepen, zoals vb. voor de begeleiding van start- en evaluatievergaderingen en voor het opstellen van contracten en reglementen op maat. Neem hiervoor contact op met ons secretariaat. Als laatste stap zet je best alles goed op papier. En dan rest je nog maar één ding: de sleutel omdraaien en starten!
STAP 1: IK WIL AUTODELEN Vooraleer je stappen zet in de richting van autodelen, is het belangrijk om voor jezelf heel goed op een rijtje te zetten of autodelen iets voor jou is. Onderstaande overwegingen kunnen je daarbij helpen. • Profiel van autodelers Uit internationaal onderzoek blijkt dat autodelen vooral interessant is voor mensen die jaarlijks maximaal 10.000 autokilometers afleggen en best niet dagelijks een auto nodig hebben zoals vb. voor woon-werkverplaatsingen. Laat je hierdoor echter niet afschrikken. Misschien vind je wel een autodeelpartner die de auto uitsluitend in het weekend wil gebruiken. Autodelen kan een oplossing zijn voor • mensen zonder auto die er toch af en toe over één willen beschikken • voor autobezitters die hun (eerste of tweede) auto vrij weinig gebruiken of hun autogebruik willen verminderen • voor autobezitters die de aankoop van een tweede auto overwegen Autodelen kan je overal, in de stad of op het platteland. Maar het is meer voor de hand liggend in stedelijke of dichtbevolkte gebieden: • er wonen meer mensen dichter op elkaar, waardoor er meer kans is om autodeelpartners in de directe omgeving te vinden
• er is meer aanbod van openbaar vervoer en de afstanden naar werk, winkel, school, … zijn korter, waardoor verschillende verplaatsingen met de fiets of het openbaar vervoer kunnen gebeuren en men minder vaak een auto nodig heeft • men wordt meer geconfronteerd met de nadelen van het gebruik en bezit van een auto: vervuiling, files en een tekort aan parkeerplaatsen maken autorijden in de stad niet altijd aangenaam. • er wonen relatief meer groepen die baat hebben bij autodelen (vb. alleenstaanden, jongeren) Dat neemt niet weg dat autodelen ook buiten steden een haalbare kaart is. Meestal wonen de autodeelpartners dan verder uit elkaar, waardoor ze het systeem op een andere manier organiseren: een kleinere groep, een vaste beurtrol, een haalen brengregeling (zie verder). Belangrijker is dat autodelen een bepaalde houding tegenover de auto en het autogebruik veronderstelt. Autodelers ervaren hun auto niet als een uitdrukking van sociale status of prestige en voelen zich niet afhankelijk van een auto voor hun mobiliteit.
• Ben je bereid … ? Als je ernstig overweegt om aan autodelen te doen, moet je bereid zijn om op een bepaalde manier met je autogebruik om te gaan. Dit kan samengevat worden in volgende vragen: ben je bereid om … • Ben je bereid om...je bij elke verplaatsing af te vragen welk het meest geschikte vervoermiddel is en daarbij niet in de eerste plaats aan de auto te denken?
7
• Ben je bereid om... je autogebruik bewust te plannen en te organiseren ? • Ben je bereid om... te aanvaarden dat de auto niet altijd ter beschikking staat en dat je soms een alternatief moet zoeken ? • Ben je bereid om... met je autodeelpartners te overleggen en met de gemaakte afspraken en regels rekening te houden ? • Ben je bereid om... meningsverschillen en conflicten op een constructieve manier uit te praten en ook een beetje te relativeren ?
• Enkele redenen om het niet te doen “Een mooi idee, praktijk …”
maar dat werkt toch niet in de
Iets werkt alleen maar als je er zelf in gelooft en ervoor kiest. Autodelen bestaat al jarenlang en de ervaringen van tientallen gezinnen in Vlaanderen en duizenden gezinnen in andere landen, tonen dat het voor hen een prima systeem is. Autodelen werkt niet voor iedereen, maar is heel geschikt voor mensen met de behoeften en de ingesteldheid die bij de autodelen passen. “Wat ‘n gedoe: daar heb ik geen tijd voor!” Autodelen vergt in de opstartfase inderdaad tijd en energie. Maar als het systeem eenmaal loopt, spaar je er ook weer tijd mee uit. De praktische taken en klussen m.b.t. de auto worden immers over verschillende mensen verdeeld. En als je meer het openbaar vervoer neemt i.p.v. de auto, krijg je extra tijd om een krant te lezen of – op weg naar je werk - een dossier voor te bereiden. Heb je trouwens al eens uitgerekend hoeveel uren je moet werken alleen maar om je auto te betalen? “Dat vertrouw ik niet. Want stel dat …” Het is niet moeilijk om allerlei rampscenario’s te bedenken over wat er allemaal kan mis lopen bij autodelen. Autodelen vereist dan ook vertrouwen in je medegebruikers. Dit vertrouwen mag echter niet blind of naïef zijn. Daarom leggen we er sterk de nadruk op dat je vooraf goede afspraken maakt over zo veel mogelijk situaties en die ook duidelijk op papier zet. Zo heb je al heel wat om op terug te vallen als er zich problemen zouden voordoen. Op heel wat mogelijke situaties wordt in deze brochure dieper ingegaan. Overigens, totnogtoe hebben er zich bij autodelen nooit ernstige problemen voorgedaan. “Daar komt gegarandeerd ruzie van!” Waar verschillende mensen samenwerken, is er altijd kans op conflicten. Conflicten hoeven evenwel niet
8
altijd tot ruzies te leiden. In dat opzicht is autodelen een goede leerschool om op een open en volwassen manier te leren omgaan met meningsverschillen. We raden je ook aan om in dit geval het risico op conflicten af te wegen tegen de voordelen die autodelen je biedt. Veel kans dat de balans positief uitvalt! Bovendien wordt de kans op conflicten heel wat kleiner als je vanaf het begin met de groep duidelijke afspraken maakt en op papier zet. Goede afspraken maken goede vrienden… “Ik gebruik eigenlijk maar heel zelden een auto. Kan ik dan niet beter een auto huren?” Of autodelen voor jou interessant is hangt vooral af van de frequentie van je autogebruik. Als je slechts enkele keren per jaar een auto wil gebruiken, kan autohuur goedkoper en praktischer uitvallen, vooral als je de auto telkens voor een hele dag of langer nodig hebt. Voor occasionele kortere verplaatsingen kan je een taxi nemen. “Niks voor mij, ik stap toch liever in mijn eigen vertrouwde autootje.” Als je op basis van bovenstaande overwegingen bij jezelf fundamentele bezwaren tegen autodelen vaststelt, dan is autodelen mogelijks niet echt iets voor jou. Of misschien heeft een en ander je toch aan het denken gezet en ga je in de toekomst anders tegen je eigen autogebruik en mobiliteitsgedrag aankijken. Je kan nog altijd van mening veranderen. En als dat niet zo is, neemt niemand je dat kwalijk. Autodelen doe je best alleen maar als je er echt achter staat, anders zal je je er toch niet goed bij voelen.
STAP 2: DEELNEMERS ZOEKEN • Eens je beslist hebt dat autodelen iets voor jou is en je ermee wil starten, wil je uiteraard in contact komen met andere geïnteresseerden. Dit kan je op verschillende manieren aanpakken. Op de website van Autopia (www.autodelen.net) staat een zoekpagina met de gegevens van mensen die net als jij autodeelpartners zoeken. Je vindt er ook een formulier, waarop je je eigen gegevens kan invullen, zodat ze aan de zoekpagina worden toegevoegd. Wie geen toegang tot het internet heeft, kan een kopie van het aanmeldingsformulier in deze brochure (zie bijlage) opsturen en tegen kostenvergoeding een afdruk van de lijst van andere zoekenden opvragen bij Autopia. Praat over autodelen met je buren, vrienden, familie of collega’s. Ben je actief in een wijkcomité of een vereniging,…? Maak dan je voornemen om te autodelen ook daar bekend. Op die manier kan je in je eigen omgeving andere geïnteresseerden op het spoor komen. Wie actiever wil werven, kan bij Autopia tegen kostenvergoeding folders en affiches opvragen om te verspreiden bij buren, in plaatselijke winkels of cafés, in lokalen van verenigingen, buurthuizen, ... Op de folders is ruimte voorzien waarop je jouw gegevens kan invullen. In een wereldwinkel, natuurvoedingswinkel of kringloopcentrum komen zeker mensen over de vloer die interesse hebben in autodelen. Je kan ook iemand van Autopia uitnodigen voor een infoavond in je buurt, vereniging of vriendenkring. Autopia organiseert ook samen met geïnteresseerde steden en gemeenten infoavonden om het autodelen te promoten. Contacteer de mobiliteits- of milieuambtenaar van je gemeente om te weten of jouw gemeente interesse hierin heeft. • Bij het zoeken naar autodeelpartners is het goed een aantal punten voor ogen te houden. (1) De wijk als organisatieniveau? Het heeft een aantal voordelen om het autodelen op wijkniveau te organiseren: het is veelal praktisch (vb. voor de keuze van een centrale standplaats en door de korte afstand tot de auto) en het kan ook prettig zijn om via het autodelen mensen in je wijk beter te leren kennen.
andere gemeente wonen. Je moet dan wel een aantal praktische zaken anders aanpakken. Een centrale standplaats zal niet haalbaar zijn en je zal eerder moeten kiezen voor een haal- en brengregeling of een beurtrol met een kleinere groep (zie verder). (2) Eenheid in verscheidenheid Het is belangrijk om autodeelpartners te zoeken met wie je op essentiële punten een gelijkaardige visie hebt. Je moet het uiteindelijk eens worden over de keuze van een auto, het beschikbare budget, de gebruiksstijl,… Bovendien moet je een hele tijd lang met die mensen kunnen samenwerken. Het is goed voor ogen te houden dat mensen om verschillende redenen kunnen autodelen. Grofweg onderscheiden we twee types: • de “economische” autodelers, voor wie het financiële voordeel of bewuste zuinigheid de belangrijkste argumenten zijn; zij willen vooral zo goedkoop mogelijk rijden. • de “principiële” autodelers, die uit ideologische – meestal ecologische – overwegingen autodelen; zij willen de auto zo weinig mogelijk gebruiken en kiezen in eerste instantie voor fiets of openbaar vervoer Het is geen probleem als deze twee types in éénzelfde groep samenkomen, maar in concrete situaties kan dit wel tot tegengestelde visies leiden. Daarom is het goed om vooraf de motivatie voor het autodelen met elkaar te bespreken. Voor een vlotte werking is het zeer belangrijk dat er voldoende gebruiksverscheidenheid in de groep is. Dit is vooral relevant voor het gebruik van de auto: een groep moet bestaan uit mensen die de deelauto op verschillende ogenblikken gebruiken. Als iedereen elke week de auto wil gebruiken voor familiebezoek op zondagmiddag, zal autodelen niet mogelijk zijn. Daarnaast is een goede mix van grote en kleine gebruikers handig. Te veel kleine gebruikers maken het autodelen vaak organisatorisch onpraktisch en ingewikkeld; grote gebruikers zijn interessant om de kosten te drukken. Grote gebruikers leggen dan weer vaak sterk beslag op de auto, mogelijk ten nadele van de kleine gebruikers. Een kwestie van evenwicht zoeken! Ook voor de taakverdeling binnen de autodeelgroep is diversiteit van belang: de ene is graag met rekeningen en boekhouding bezig, terwijl de andere liever de auto regelmatig grondig wil poetsen.
Dit hoeft echter niet per se. Je kan perfect autodelen met mensen die een eindje uit de buurt of in een
9
(3) De ideale groepsgrootte? Een ideale of maximale groepsgrootte voor autodelen bestaat niet. De autodeelgroepen die momenteel in Vlaanderen actief zijn, bestaan meestal uit twee tot zeven huishoudens per auto. Maar het kan ook groter: het autodeelproject Dégage! in Gent telt 60 personen die samen zeven auto’s gebruiken. De wenselijke groepsgrootte is afhankelijk van een heleboel factoren die binnen elke groep verschillen, zoals • de verhouding tussen grote en kleine gebruikers • de gebruikspatronen van de groepsleden : de verhouding tussen piekmomenten waarin de auto druk gebruikt wordt (vb. in de weekends) en dalmomenten (vb. bepaalde dagen door de week overdag) • de manier waarop het autodelen wordt georganiseerd : vb. hoe strakker het tijdsgebruik is afgelijnd (wat kan ondersteund worden door ook een prijs per uur te vragen), hoe groter de groep kan worden Om de groepsgrootte bij de start van de autodeelgroep te bepalen, is het belangrijk om te schatten hoeveel iedereen van de auto gebruik zal maken. In de praktijk zal de groep regelmatig moeten evalueren of er te veel of te weinig leden in de groep zijn. In het eerste geval is een mogelijke oplossing dat er bijkomende leden worden gezocht om een tweede autodeelgroep op te starten. In het andere geval kan men er een gebruiker bij zoeken die de auto net op die dalmomenten en niet of zelden op de piekmomenten wil gebruiken. Aangezien het voor een bestaande groep gemakkelijker is om leden bij te zoeken dan af te stoten, kan je voor de veiligheid beter starten met een niet te grote groep.
• Vergaderen … Bij formules van mede-eigendom (zie verder) vergt het opstarten van een autodeelgroep best wel wat overleg. Indien de groepsleden zich goed documenteren en voorbereiden (door vb. op voorhand over een aantal vragen na te denken), kunnen één tot maximum drie bijeenkomsten volstaan. Het is best om met een nieuwe autodeelgroep na enkele maanden een evaluatievergadering te houden, waarin de groepsgrootte besproken wordt en waarbij de gemaakte afspraken kunnen herzien worden. Daarna kan men halfjaarlijks of met ervaren autodelers zelfs jaarlijks bijeenkomen. Uitleensystemen (zie verder) vergen veel minder vergaderwerk, aangezien de eigenaar in principe met elke gebruiker individuele contracten afsluit en de eindverantwoordelijkheid houdt over de auto. Toch is het raadzaam om af en toe eens met alle gebruikers en de eigenaar samen over het functioneren van het autodeelsysteem te praten.
10
STAP 3: EEN AUTO KIEZEN Vaak heeft een van de deelnemers een eigen auto, die hij/zij aan de groep wil ter beschikking stellen of verkopen. Misschien was deze persoon ook de initiatiefnemer, die partners zoekt om zijn/haar onderbenutte auto te delen. Het is belangrijk dat de groep in alle vrijheid kan beslissen om al dan niet tot gebruik van deze auto over te gaan. Misschien valt deze auto heel goed in de smaak, maar het is ook mogelijk dat hij niet voldoet aan de verwachtingen en behoeften van de meerderheid van de groepsleden en dat er vooralsnog naar een ander type auto zal uitgekeken worden. Als er niet onmiddellijk een auto in de aanbieding is, moet de groep overleggen en samen beslissen welk soort auto er zal aangekocht worden én op zoek gaan naar een auto die aan die voorwaarden voldoet. De effectieve aankoop van de auto gebeurt pas aan het einde van de besprekingen, in de “start”-fase (zie verder).
• Een nieuwe of een tweedehandse auto ? De meeste autodeelgroepen starten met tweedehandse auto’s. Hiervoor gelden in de eerste plaats financiële argumenten: men wenst of kan geen grote bedragen besteden aan een auto. Nieuwe auto’s zijn door de hoge afschrijvingskost (vooral in het eerste en tweede jaar), aanzienlijk duurder dan tweedehandse auto’s. Oudere auto’s kosten dan wel iets meer aan onderhoud en herstellingen, maar die extra kosten wegen meestal niet op tegen de lager wordende afschrijvingskosten. Bovendien is het financiële risico, mocht er iets mislopen, minder groot. Naarmate de ervaring met het autodelen en het vertrouwen in de partners groeit, gaan groepen gemakkelijker overstappen naar een nieuwe(re) auto. Vaak spelen ook ecologische argumenten mee. Er zit immers een ecologisch voordeel aan het hergebruiken en zo lang mogelijk in gebruik houden van auto’s: zowel de productie van nieuwe auto’s als de verwerking van wrakken in de afvalfase zijn sterk milieubelastend. Daar staat tegenover dat nieuwere auto’s vaak minder verbruiken en vervuilen. Daarom zijn er vanuit ecologisch oogpunt over de keuze van nieuw of occasie weinig eenduidige adviezen te geven. Indien je voor een oudere auto kiest, besteed je best extra aandacht aan de tips die over rijstijl gaan (zie stap 8). Je kan ook overwegen om de auto technologisch aan te passen aan milieuvriendelijkere brandstof, zoals LPG.
• Welk type auto ?
de aankoopprijs (tot maximum 615 euro).
Naast de keuze over nieuw of tweedehands, wil je ook praten over de prijscategorie, het soort brandstof, het verbruik, het model en (in geval van een tweedehandse auto) de ouderdom en het aantal gereden kilometers. Ook ecologische factoren, zoals beperkt verbruik, uitstoot, loodvrije benzine, katalysator, worden best in overweging genomen. Over het algemeen denken autodelers erg functioneel over een auto. Factoren als degelijkheid, laadruimte, herstelbaarheid… zullen vaker doorwegen dan uiterlijke en esthetische kenmerken. Ongetwijfeld komen er tijdens deze bespreking ook voorkeuren m.b.t. de uitrusting van de auto aan bod: bagage- of fietsrek, wegenkaarten, … Noteer ze alvast !
Op www.gidsvoorduurzameaankopen.be kan je interessante informatie terugvinden over de aspecten waarmee rekening kan gehouden worden voor de aankoop van een duurzame wagen en voor de keuze van het type brandstof.
Tips: • Adviezen i.v.m. aankoop en onderhoud van tweedehands auto’s vind je op de website van Federauto (de federatie van autohandel en – reparatie). Federauto heeft een kwaliteitslabel voor handelaars in tweedehands auto’s: een blauw autootje in een rode cirkel met de mededeling “erkende verkoper” (zie: www.federauto.be - klik “consumenteninfo”, “aankoop tweedehands auto” en “erkende verkopers”). • Informatie over prijzen van nieuwe en tweedehandse auto’s (met alle mogelijke opties) vind je in het veertiendaagse magazine “De Autogids”. Op hun websites www.automagazine.be www.auto-on-net.com vind je ook bruikbare informatie over de aankoop van tweedehandse auto’s en een modelverkoopcontract.
Op www.health.fgov.be/pls/europortal/co2_nl1 vindt je een lijst van de schoonste auto’s, nl die waarvan de uitstoot niet hoger is dan 120g/km, met een aanduiding van het belastingsvoordeel dat je kan krijgen. In de verkooppunten van nieuwe wagens dragen alle auto’s ook een CO2-etiket. Een voorbeeld van zo’n etiket en hoe je het moet lezen, kan je ook op deze site terugvinden. De folder en brochure “Proper rijden, uw keuze!” uitgegeven door de Federale Diensten voor het Leefmilieu (tel. 02/210.45.32, email
[email protected]) geeft hierover ook meer informatie. Bij de Federale Diensten voor het Leefmilieu kan je ook informatie krijgen over de premie bij plaatsing van een LPG-installatie in een benzineauto. Op www.emis.vito.be/autoverbruik vind je de databank “milieuvriendelijk voertuig”. Alle personenwagens die nieuw en tweedehands op de Belgische markt verkocht worden zijn in de databank opgenomen met hun verbruiksgegevens, een vergelijking van het verbruik met het gemiddelde van gelijkaardige wagens en een milieuscore die gebaseerd is op emissies en verbruik. Men spreekt van een milieuvriendelijke wagen als deze een milieuscore heeft van 65 of hoger. Naast de indicatie voor de milieuvriendelijkheid zijn er ook technische en economische parameters van de wagens opgenomen. Je kan er op één parameter zoeken, of op een combinatie van verschillende parameters.
• Kies voor een schone auto... Als de aankoop van een nieuwe auto tot de mogelijkheden behoort, dan wil Autopia een lans breken om voor een schone, milieuvriendelijke wagen te kiezen. Autorijden betekent immers brandstof verbruiken en CO2 en andere schadelijke stoffen uitstoten. Stoffen die mee verantwoordelijk zijn voor de opwarming van de aarde en bedreigend zijn voor ons leefmilieu en uw gezondheid. Vanaf januari 2005 krijg je bij de aankoop van een nieuwe milieuvriendelijke wagen een pak belastingsvoordelen: - Stoot je nieuwe wagen minder CO2 uit dan 105 g/km, dan geniet je een belastingvermindering van 15% op de aankoopprijs (tot maximum 3.280 euro). - Stoot je wagen tussen 105 en 115 g CO2/km uit, dan geniet je een belastingvermindering van 3 % op
11
STAP 4: EEN FORMULE KIEZEN In deze brochure wordt uitgegaan van twee duidelijk omschreven basisformules om het autodelen te organiseren: mede-eigendom en uitleen. Beide passen in een bestaand juridisch kader maar brengen een verschillende organisatiewijze met zich mee. Uiteraard zijn er varianten, tussenvormen en mengvormen van deze formules mogelijk. Een groep mede-eigenaars kan bijvoorbeeld een uitleenovereenkomst afsluiten met een derde, die de deelauto occasioneel wil gebruiken. Of (zoals bij het autodeelproject Dégage! in Gent) verschillende eigenaars brengen hun auto bijeen in een pool, waarbij verschillende gebruikers zijn aangesloten, die alle wagens uit de pool kunnen lenen.
• Formules op basis van mede-eigendom Omschrijving Een groep mensen koopt samen een auto aan. Ze hebben dan de auto in mede-eigendom. Elke deelnemer participeert financieel in de aankoop van de auto. De kosten worden voor een deel forfaitair gedeeld, voor een ander deel in verhouding tot het individuele gebruik van de auto door elke deelnemer.
TECHNISCH KADER – Mede-eigendom Deze formules zijn gebaseerd op de bepalingen over mede-eigendom in het Burgerlijk Wetboek (Art. 577 e.v.). Bij mede-eigendom wordt het eigendomsrecht op de auto gezamenlijk door alle mede-eigenaars uitgeoefend. Geen enkele van de mede-eigenaars kan dus een exclusief individueel recht op de auto of op een deel ervan laten gelden. Elke medeeigenaar heeft voor een bepaald percentage rechten op de gehele auto. Daarom zegt men dat mede-eigenaars zich in een toestand van onverdeeldheid bevinden. Beslissingen over de auto moeten in principe door alle mede-eigenaars gezamenlijk genomen worden. Maar elke mede-eigenaar mag zogenaamde daden van behoud en voorlopig beheer stellen, vb. dringende herstellingen.
12
Formule 1: mede-eigendom met reservatiesysteem Omschrijving De mede-eigenaars werken een reservatiesysteem uit, waardoor elk lid de auto kan reserveren wanneer en zo vaak als hij/zij wil. Voordelen - Er is een vaste, meestal grotere groep, die op langere termijn blijft bestaan en niet afhankelijk is van het engagement van individuele personen. De vaste groep komt het onderlinge vertrouwen ten goede. - Het reservatiesysteem biedt een grote flexibiliteit: in principe kan men de auto reserveren wanneer men maar wil. - Dit model laat toe om met een grote groep te autodelen, wat de gebruiksintensiteit van de auto vergroot en de kosten drukt. - Er is een grote diversiteit binnen de groep mogelijk, qua gebruikspatronen en aantal gereden kilometers. Nadelen - Het reservatiesysteem brengt een zekere onvoorspelbaarheid met zich mee: je bent nooit op voorhand zeker dat de auto vrij is op het ogenblik dat je hem wil reserveren. Je moet ook telkens de moeite doen om te bellen of op het internet te gaan om de auto te reserveren. - De berekening van de financies vergt een inspanning. Maar naarmate je ervaring groeit, wordt dit meer en meer routine. Leden van Autopia kunnen gebruik maken van het rekenschema dat Autopia heeft uitgewerkt in de vorm van een spreadsheet in Microsoft Excel. Je kan dit rekenschema downloaden van de website www.autodelen.net. - Het feit dat men met een vaste groep werkt, brengt nogal wat administratie met zich mee als er iemand uitstapt of als de groepsgrootte wijzigt: in dit laatste geval moet de waarde van het aandeel in het eigendom en eventueel ook het bedrag van de vaste bijdrage per persoon herberekend worden. Besluit Deze formule is vooral geschikt bij een grotere en relatief stabiele groep van mensen met verschillende gebruiksbehoeften, waarvan de meerderheid de auto niet heel frequent nodig heeft.
“Wel, wij waren erbij van in het begin. Een autootje delen met 6 is na al die jaren nog altijd erg praktisch. Enkel op vlak van besparing is dit al een meerwaarde (zo’n 1750 euro per jaar). Bovendien tref je mensen van vlees en bloed, die, bij terugkomende wisselafspraken rond de auto en af en toe eens een vergadering, steeds meer behoren tot je vaste kennissenkring. Natuurlijk is niet alles koek en ei. De auto is soms erg vuil, of weer eens bezet ... Als autodeler leer je rekening houden met andere gebruikers, problemen oplossen, afspraken maken, zaken combineren. Maar bovenal: je leert afwegen welke verplaatsing je maakt en op welke manier. Wij kunnen alvast geen moment bedenken dat we spijt hadden van onze deelname.“ Erik Van der Veken en Kris Wauters, Berchem
Formule 2: mede-eigendom met vaste beurtrol Omschrijving De mede-eigenaars werken een vooraf afgesproken vaste beurtrol uit voor het gebruik van de auto. Elk huishouden gebruikt de auto telkens gedurende een bepaalde periode, vb om de 2 weken. In principe wordt de auto telkens met een volle tank overgedragen aan de volgende gebruiker. Voordelen - Je deelt een auto met één of enkele vaste partner(s) die je goed kent of leert kennen, wat het vertrouwen ten goede komt. - Je hebt altijd op voorhand zekerheid over de momenten waarop je de auto ter beschikking hebt. Dit maakt het gemakkelijk om vb. grote boodschappen of familiebezoeken te plannen in functie van de beschikbaarheid van de auto. - Een vaste beurtrol is heel goed haalbaar indien beide partijen een eindje bij elkaar uit de buurt wonen. Je moet de auto immers niet voor elke verplaatsing op een centrale standplaats ophalen en terugbrengen; de auto moet alleen bij het wisselen van gebruiker over en weer gebracht worden. - Op financieel vlak is het een gemakkelijk systeem: de kosten worden meestal proportioneel verdeeld in verhouding tot de lengte van de gebruiksperiodes, en bij overdracht heeft de auto altijd een volle tank. Als er een groot verschil in het aantal gereden kilometers is, kan je dit laten meespelen in de kostendeling.
- Om organisatorische redenen (o.a. de vermelde rigiditeit) werkt dit systeem meestal maar met een kleine groep (twee of drie deelnemers). - Het systeem is kwetsbaar: als een van de partners ermee stopt, is er een risico dat het autodelen ophoudt te bestaan. Besluit Deze formule is vooral geschikt voor twee of drie huishoudens, met een vergelijkbaar verbruik, die de auto relatief vaak gebruiken en hun autogebruik kunnen regelen in functie van de beschikbaarheid van de auto. “We zijn nog steeds heel enthousiast over ons mini-autodeelproject. We zijn nu al zo’n drie jaar bezig en zijn vastbesloten (zowel wij als onze autodeelpartners) om het te blijven doen, ook nu elk van onze gezinnetjes zijn uitgebreid met 2 kindjes. Het heeft niet enkel als voordeel dat je veel minder kosten maakt, maar ook dat je de auto veel bewuster gaat gebruiken. Wij plannen onze inkopen die met de auto moeten gebeuren (zoals drank) om de twee weken, idem dito de bezoekjes aan verre familie en vrienden. Zelfs mijn afspraken voor het werk gebeuren in functie van de auto, maar gelukkig heb ik niet vaak de auto nodig. De weekends zonder auto zijn zalig rustig: we doen inkopen op de markt en in de buurt, nemen de trein (wat onze kinderen een feest vinden) of de fiets. Niks moet op zo’n weekend. Bij overvloedige regendagen voelen we ons soms een beetje aan huis gekluisterd, maar dat heeft dan ook weer zijn voordelen. Autodelen kan dus heel wat gevolgen hebben. Het voordeel om het met vrienden te doen is dat er een basis van vertrouwen is. Omdat we veel belang hechten aan dat vertrouwen en niet willen dat dat zou worden geschonden door het autodelen, worden er steeds duidelijke afspraken gemaakt. Ons contract wordt af en toe bijgesteld als dat nodig is. “ Griet Ramaut, Berchem
Nadelen - Het systeem is relatief rigide: in principe kan je niet beschikken over de auto in de gebruiksperiode van de andere partner(s), hoewel hierover ook zeker afspraken kunnen gemaakt worden.
13
• Formule op basis van uitleen Formule 3: uitleensysteem
TECHNISCH KADER - Uitleen
Omschrijving
Voor uitleen zijn de bepalingen uit het Burgerlijk Wetboek over lening (Art. 1874 e.v.) van toepassing. De lener is aansprakelijk voor het verlies of de waardevermindering van de geleende zaak, tenzij in geval van toeval of overmacht. Het is belangrijk om in het contract uitdrukkelijk te verwijzen naar autodelen en naar het feit dat het systeem geen winstoogmerk heeft. Dit kan voorkomen dat het uitlenen zou beschouwd worden als huur, waarvoor andere wettelijke bepalingen gelden. Een ander heel belangrijk onderscheid is dat uitleen in principe “om niet” is, d.w.z. dat de uitlener er niets aan verdient, terwijl verhuur wel een winstoogmerk heeft. Concreet kan je in het contract een verwijzing naar de artikels uit het Burgerlijk Wetboek opnemen en een artikel zoals: “De uitleen gebeurt in het kader van een systeem van autodelen, dat tot doel heeft om de auto zo optimaal mogelijk te gebruiken en het milieu minder te belasten. De overeenkomst heeft geen winstoogmerk, maar beoogt een kostenbesparing voor de partijen.”
De eigenaar (de uitlener) van een auto maakt met een of meerdere personen afspraken over het regelmatig uitlenen van zijn/haar auto. De gebruikers (de leners) betalen een vaste vergoeding – all in – per kilometer. Voordelen - Dit is een flexibele formule, zowel voor de eigenaar – die het grootste deel van de tijd de beschikking houdt over zijn/haar auto – als voor de gebruikers – die de auto op gelijk welk ogenblik kunnen reserveren. - Dit systeem is prima als kennismaking met autodelen of als tijdelijke oplossing, zowel voor de eigenaar (als die door omstandigheden een periode zijn/haar auto minder nodig heeft) als voor de andere gebruikers (die vb. tijdelijk zonder auto zitten en nog geen nieuwe aangeschaft hebben of tijdelijk voor een opleiding of stage een auto nodig hebben). De overeenkomsten kunnen dan ook gemakkelijk opgezegd worden. - Het aantal gebruikers kan heel gemakkelijk aangepast worden gedurende de looptijd van de overeenkomsten, als blijkt dat de auto onder- of overbezet is. - Praktisch en financieel is het heel gemakkelijk. Er geldt een vaste prijs per kilometer. De eigenaar houdt eindverantwoordelijkheid over de auto en zorgt dat de auto op elk moment in orde is. Er moet dan ook niet vergaderd worden over herstellingen, financies, taakverdelingen,… Nadelen - Het reservatiesysteem brengt een zekere onvoorspelbaarheid met zich mee: je bent nooit op voorhand zeker dat de auto vrij is op het ogenblik dat je hem wil reserveren. Je moet ook telkens de moeite doen om te bellen of op het internet te gaan om de auto te reserveren. - De gebruikers hebben minder inspraak m.b.t. de auto dan bij mede-eigendom. De eigenaar is de baas en kan vb. eigenmachtig beslissen om de auto na een ongeval niet meer te laten herstellen of om een andere auto aan te schaffen. Anderzijds kan je onderling wel afspreken dat de gebruikers mee kunnen beslissen over de kilometerprijs, de organisatie van de reservaties, uitbreiding van de groep,… - Het feit dat de overeenkomsten gemakkelijker opzegbaar zijn, kan vervelende gevolgen hebben. Zo kan de eigenaar op korte termijn zonder gebruikers komen te zitten, waardoor alle kosten op hem/haar vallen. Ook de gebruikers kunnen op korte termijn zonder auto komen te zitten, met alle praktische
14
gevolgen van dien.
Tot slot nog dit … • Wie ook de eigenaar is en welk model je ook kiest, de auto is steeds ingeschreven op naam van één persoon (het aanspreekpunt voor de overheid) en verzekerd op naam van één persoon (de verzekeringnemer). Deze personen zullen dan ook alle officiële papieren m.b.t. de auto ontvangen en aangesproken worden bij ongevallen of overtredingen, waarbij men respectievelijk op basis van de nummerplaat de persoon opspoort op wiens naam de auto is ingeschreven of waarbij de verzekeringnemer de contactpersoon is voor de verzekeringsmaatschappij. • Een aantal officiële instanties zullen een autodeelgroep beschouwen als een feitelijke vereniging. De overeenkomst en het reglement dat door de autodelers werd opgesteld, worden dan beschouwd als verenigingsovereenkomst van de feitelijke vereniging, te vergelijken met de statuten van een vzw.
• In deze brochure wordt telkens uitgegaan van een groep autodelers die één auto gezamenlijk gebruikt. Het is ook mogelijk om met één groep meerdere auto’s te delen. Dit kan zowel in mede-eigendom met een reservatiesysteem (een groep koopt meerdere auto’s in mede-eigendom), als in een uitleensysteem (meerdere eigenaars stellen hun auto ter beschikking aan een groep medegebruikers). De gebruikers binnen de groep kunnen gebruik maken van alle auto’s die in de groep aanwezig zijn. Ze kunnen de auto’s op één centraal punt reserveren. Verder gelden dezelfde basisregels als in het geval van een systeem met slechts één auto, zij het dat die in de praktijk wel moeten aangepast worden aan meerdere auto’s. De voordelen zijn dat je als gebruiker meer kans hebt dat er een auto beschikbaar is op het moment dat je hem wil reserveren en dat je, afhankelijk van de samenstelling van het “wagenpark” van de groep, kan kiezen voor de auto die het meest geschikt is voor je activiteit. Een kleine stadsauto voor een verplaatsing van één of twee personen, een auto met een grote laadruimte voor vervoer van grotere spullen,... Er is ook minder kans dat de autodeelgroep stilvalt wanneer één auto tijdelijk of definitief uit de groep verdwijnt, vb. omdat de auto defect is of (bij een uitleensysteem) omdat de eigenaar verhuist. Nadeel is dat de administratie toeneemt met iedere bijkomende auto en dat de autodeelgroep meestal ook meer leden telt, wat het maken van afspraken niet vergemakkelijkt.
STAP 5: EEN RESERVATIESYSTEEM OF BEURTROL UITWERKEN • Vaste beurtrol Een vaste beurtrol is zeer eenvoudig: beide partijen hoeven alleen de duur van elke gebruiksbeurt af te spreken en te bepalen wie de auto op welke dagen of weken heeft. De partijen zijn vrij om de afspraken hierover volledig op maat te maken.
Een andere gangbare regeling is dat de ene partij de auto door de week gebruikt en de andere partij de auto tijdens het weekend ter beschikking heeft. Dit systeem is vb. interessant voor een gezin waarin beide partners een auto voor woon-werkverkeer gebruiken, maar in het weekend slechts één auto nodig hebben – de tweede gezinsauto wordt dan in het weekend gedeeld met iemand die door de week geen auto nodig heeft. Om het systeem wat flexibeler te maken, kunnen de partijen afspreken dat de auto ook kan gebruikt worden in de gebruiksperiode van een van de andere partijen, mits bijvoorbeeld een financiële vergoeding. Om piekperiodes op te vangen (vb. in de schoolvakanties en op hoogdagen), kan je eventueel afspreken om bijkomend een auto te huren, waarvoor de kosten door de partijen gedeeld worden. Of je kan bij een andere autodeelgroep nagaan of er voor deze situaties onderling auto’s gedeeld kunnen worden. Misschien vallen sommige van jullie piekperiodes wel samen met hun dalperiodes. “ Wij leven met een groep mensen samen en willen dit op een ecologische manier doen. Het is dan ook logisch dat we samen een auto delen. Op dit moment gebruiken we onze bescheiden R5 met 6 mensen. In een kalender kan iedereen noteren wanneer hij of zij de auto nodig heeft. Het is wel zo dat ieder om beurt een ‘voorrangsweek’ heeft. Dat wil zeggen dat anderen gebruikers dan even moeten navragen of de auto wel vrij is. Problemen rond dubbele reservering komen niet zo vaak voor. We gaan tenslotte allemaal met de trein naar het werk. De auto is eerder voor uitstapjes met het gezin of boodschappen. We hebben elk ons deel van de aankoop gefinancierd en betalen daarnaast ook 15 cent per kilometer. Dat moet volstaan voor de lopende kosten zoals verzekering en benzine. Al bij al loopt het systeem soepel. Aangezien we op hetzelfde adres wonen is er geen probleem om de auto te vinden. In de beginperiode gebeurde het wel eens dat iemand op stap was met de autosleutels en daardoor de auto blokkeerde. Ondertussen hebben we wel 5 paar reservesleutels... “ Steven Vromman, bewoner van het Luchtkasteel, Doornik, augustus 2002
Een veel gebruikt systeem is dat de partijen afwisselend de auto gedurende een of twee weken of een halve maand gebruiken. Langere gebruiksperiodes werken moeilijk, omdat de andere partij dan de auto te lang moet missen. Een goede indicator is de frequentie van grote boodschappen en familiebezoeken: als je vb. één maal per maand grote boodschappen doet en bij oma-op-het-platteland op bezoek gaat, kan je waarschijnlijk zonder grote problemen twee weken zonder auto.
15
• Reservatiesysteem bij mede-eigendom Bij de opstart van de autodeelgroep moeten afspraken gemaakt worden over de reservatieprincipes en regels. Dit is niet zo eenvoudig, omdat je bij de start niet weet wat de gebruiksbehoeften en -patronen van de groepsleden zullen zijn. Bovendien kunnen die in de loop van het bestaan van de groep nog wijzigen. Bij een opstartende groep vraag je best aan de kandidaat-leden om een lijstje te maken van de momenten waarop ze in de loop van de komende drie of zes maanden (zeker) de auto willen gebruiken. Zo kan je op een van de opstartbijeenkomsten alvast de oefening maken om de bezettingsgraad van de auto te berekenen. Houd er rekening mee dat je autogebruik kan wijzigen door het autodelen. Als je vroeger een eigen auto had, moet je nu voor zoveel mogelijk verplaatsingen een alternatief per openbaar vervoer of fiets bedenken, zodat alleen die momenten overblijven waarop je écht de auto nodig hebt. Als je tevoren geen auto had, moet je er even bij stilstaan dat je door de beschikbaarheid van een auto een aantal zaken anders kan organiseren. Die verplaatsingen waarvoor je altijd urenlang onderweg was met openbaar vervoer, zal je om het gemak voortaan misschien met de auto doen. Of je zal dingen die je vroeger niet deed omdat je geen auto had, nu toch gaan doen. Je zal misschien je boodschappen anders organiseren, door bijvoorbeeld wat vaker naar de supermarkt gaan. Je spreekt best af om het reservatiesysteem (en in verband hiermee de groepsgrootte), na een periode van drie of zes maanden te evalueren en desnoods aan te passen. Zo wordt het systeem echt op maat van de groep gemaakt. Indien blijkt dat de auto overbezet is, kan je overwegen om mensen bij te zoeken voor een tweede autodeelgroep. Voor de dalmomenten, waarop de auto onderbezet is, kan je gericht leden bijzoeken. Een lid van de autodeelgroep wordt aangeduid als reservatieverantwoordelijke. Dit is de persoon naar wie men kan bellen of e-mailen om de auto te reserveren. Deze persoon noteert de reservaties in het reservatieboek. Indien de auto al door een ander groepslid gereserveerd was voor dat moment, meldt de reservatieverantwoordelijke dit aan de betrokkene, zodat hij/zij eventueel een alternatief kan zoeken of contact kan nemen met de andere persoon om een oplossing te zoeken voor de dubbele boeking. Indien alle leden van de hebben tot het internet, is website te reserveren. Op (www.autodelen.net) kan reservatiekalender maken
16
autodeelgroep toegang het handiger om via de de website van Autopia je voor je groep een en alle gebruikers een
paswoord geven waarmee ze zelf hun reservaties kunnen invullen op de website. De reservatieveran twoordelijke heeft dan een meer algemene taak om toezicht te houden op dit programma. Een gemengd systeem, waarbij de meerderheid via het internet reserveert en één of enkele leden telefonisch, kan uiteraard ook. De reservatieverantwoordelijke zorgt er dan voor dat de telefonische reservaties in het reservatieprogramma op het internet genoteerd worden.
Tips bij reservatie - Over het algemeen geldt de regel: wie eerst reserveert, heeft de eerste keus. Indien een ander groepslid later de auto op datzelfde moment wil reserveren, is de auto dus al bezet. Vaak echter kunnen beide partijen toch een oplossing vinden omdat ze hun plannen naar een ander moment verplaatsen of een ander vervoermiddel vinden. Deze afspraak kan je verfijnen en nuanceren door vb. mensen met kinderen op woensdagnamiddagen voorrang te geven, of het reserveren van de auto voor het werk te laten voorgaan. - Elke groep kent dal- en piekmomenten. Bij vele groepen behoren de weekends en de schoolvakanties tot de piekperioden, tenminste als de meeste leden door de week voltijds werken en/of schoolgaande kinderen hebben. In groepen waar dat niet het geval is, geldt dit mogelijks niet. Het is belangrijk om bij de opstart extra afspraken te maken over de piekmomenten, voor zover je daar dan al zicht op hebt. Zo vermijd je teleurstellingen door verkeerde verwachtingen (“ik was toch graag elke maand een weekendje met de auto naar de Ardennen gegaan”), frustraties door regelmatige dubbelboekingen en voorkom je dat een deel van de groep de anderen immobiliseert door het voortdurend gebruik van de auto op piekmomenten. Je kan de piekmomenten op twee manieren opvangen. Je kan inspelen op de vraag door de mogelijkheid om de auto te reserveren in de piekperiodes in te perken (daarvan vind je hieronder een aantal voorbeelden). Je kan ook op het aanbod inspelen en in piekperiodes een of meer bijkomende auto’s in het systeem te betrekken. De kosten voor dit bijkomend aanbod worden dan door de groep gedragen. • Weekends. Het kan interessant zijn om een richtlijn te hanteren zodat elk lid de auto slechts een maximaal aantal volledige weekends per jaar kan gebruiken. Een goede afspraak is dat slechts de helft van de weekends mag benomen worden
door reservaties voor een volledig weekend. Het is immers de bedoeling dat de auto nog beschikbaar blijft voor kortere gebruiksperiodes tijdens het weekend, zoals voor zaterdagse boodschappen of voor een avondje uit. Bijvoorbeeld: per jaar (= 52 weekends) kan in een groep met vijf leden, iedereen maximaal vijf volledige weekends (= in totaal 25 weekends) de auto reserveren. Zo blijven er nog 27 weekends over waarin de auto voor kortere reservaties in het weekend beschikbaar is. • Schoolvakanties. Hier kunnen zich vooral problemen stellen m.b.t. de zomervakantie en de eindejaarsperiode. Analoog aan de weekendregeling kan je een regel instellen dat elk lid de auto slechts een aantal weken in de zomervakantie kan gebruiken. Hier kan je best het aantal weken zomervakantie delen door het aantal groepsleden, met een zekere marge voor losse verplaatsingen. Bijvoorbeeld: in een groep met vier leden, zou in principe elk lid de auto gedurende twee weken kunnen gebruiken, maar dan loop je het risico dat de auto de ganse zomer “op vakantie” is. Daarom zou je in dit geval de maximale gebruiksduur kunnen beperken tot één of anderhalve week. De regel dat wie eerst reserveert ook voorrang heeft, wordt voor de vakantieperiodes best genuanceerd. Zodra de zomervakantieplannen van de groepsleden duidelijk worden, steek je best eens de koppen bij elkaar om te overleggen. Indien de vakantieperiodes van verschillende leden samenvallen, kan je een beurtrol instellen (de ene kan dit jaar, de andere volgend jaar met de auto op vakantie). Het is overigens ook mogelijk dat niet iedereen in de zomervakantie met de auto op reis wil. Er kunnen andere vervoersmiddelen of -regelingen (vb. carpool met vrienden of via Taxistop) gebruikt worden. Mensen zonder kinderen en die op hun werk niet gebonden zijn aan de schoolvakanties, verkiezen vaak om buiten het seizoen op verlof te gaan. Zij kunnen hun vakantie dan in een andere periode opnemen. Om vakantiespreiding te bevorderen kan de groep vb. afspreken dat wie niet in de schoolvakanties met de auto op reis gaat, in een andere periode over de auto mag beschikken voor een duur die anderhalf of dubbel zo lang is als tijdens de schoolvakanties. Je kan ook het recht op een zomervakantieweek met de auto, mits een bepaalde tegenprestatie, overdraagbaar maken naar een ander lid van de groep. Ook voor de Kerst- en nieuwjaarsperiode maak je beter goede afspraken. Met een beetje pech wil iedereen die dagen wel op familiebezoek met de auto. Je kan in dat geval een beurtrol instellen (de ene kan dit jaar, de andere volgend jaar de auto
gebruiken met Kerst of nieuwjaar) en afspreken dat niemand in dezelfde winter de auto op kerst én nieuwjaar kan gebruiken. De praktijk leert dat er in deze periode zelden echt spanningen zijn rond het gebruik van de auto. - Vaste reservaties Soms hebben mensen de auto gedurende een langere periode nodig op een vast moment in de week, vb. omdat ze een opleiding volgen. Dit kan, maar moet met de nodige soepelheid gehanteerd worden. Het is immers niet de bedoeling dat geen enkel ander lid van de groep ooit op dat moment in de week de auto kan gebruiken. Over het algemeen wordt van degene die een vaste reservatie doet, de bereidheid gevraagd om, indien een ander groepslid de auto echt nodig heeft, toch een alternatief te voorzien (vb. door te carpoolen met een andere cursist, waardoor men de auto maar één maal om de twee weken nodig heeft, of door af en toe het openbaar vervoer te gebruiken, ook al is dat minder comfortabel).
• Reservatiesysteem bij uitleensysteem De reservatieregeling bij uitleensystemen valt grosso modo samen met die van het reservatiesysteem bij mede-eigendom. Het beheer van de reservaties berust, naast alle andere taken, bij de eigenaar van de auto. Bij een uitleensysteem geldt vaak de afspraak dat de eigenaar voorrang heeft en dat de medegebruikers de auto alleen kunnen reserveren op momenten dat de eigenaar hem zelf niet nodig heeft. Maar het is ook mogelijk dat ook de eigenaar zijn/haar eigen auto moet reserveren, net als de andere gebruikers.
17
STAP 6: EEN FINANCIELE REGELING UITWERKEN Particuliere autodeelsystemen hebben geen enkel winstbejag. De doelstelling is om de gemaakte autokosten zo efficiënt en rechtvaardig mogelijk onder de groepsleden te verdelen, in functie van de principes die de groep belangrijk vindt. De financiële regeling werk je best uit via bankrekeningen. Om misverstanden te vermijden, wordt er niets cash betaald. In een systeem met twee huishoudens is een aparte rekening voor het autodelen niet echt nodig. Hier kan je voor betalingen aan derden heel gemakkelijk werken via de bankrekening van een van de deelnemers, met de afspraak dat inkomende facturen en rekeningen worden voorgeschoten door de ontvangende partij en dat de andere partij zijn deel betaalt binnen een bepaalde termijn. Indien er meerdere partijen in het systeem stappen, is het wenselijk om één of meer aparte rekeningen voor de autodeelgroep te openen. De financies worden verrekend op basis van de gegevens genoteerd in het ritboek, dat in de auto ligt. De gebruikers noteren hierin datum en beginen einduren en van de periodes waarin ze de auto gebruikt hebben. Hiermee berekenen ze zelf het aantal gereden kilometers (en uren of dagen, indien de kostenverdeling ook hiermee rekening houdt – zie verder). Een voorbeeld van een bladzijde uit een ritboek vind je in bijlage. Op die manier beschikt de financieel verantwoordelijke over de nodige gegevens om periodiek een juiste afrekening te maken. Bij betwistingen over het aantal gereden kilometers of over boetes en betrokkenheid bij ongeval zijn de gegevens uit het ritboek doorslaggevend. Daarom is het aan te raden om het ritboek na elke gebruiksperiode af te tekenen en telkens het exacte begin- en einduur van het gebruik in te vullen. Het is best om op vaste momenten in het jaar een financiële afrekening te maken. De praktijk wijst uit dat bij mede-eigendom een halfjaarlijkse afrekening zeer goed werkbaar is. Jaarlijkse kosten zoals de verzekeringspremie moet je dan misschien wel over de twee semesters uitsplitsen. Financiële verdeelsleutels bij autodelen kunnen variëren van heel eenvoudig tot erg ingewikkeld. Meestal zijn de meer ingewikkelde formules ook de meest genuanceerde en rechtvaardige. Elke groep moet voor zichzelf een evenwicht zoeken tussen eenvoud en principe.
18
Financiering uitgediept • Soorten autokosten Vaste kosten zijn die kosten die onafhankelijk zijn van het aantal gereden kilometers: - Afschrijving van de aankoopprijs van de auto - Aankoop en/of afschrijving van materiaal voor uitrusting van de auto (vb. bagagerek, wegenkaarten, …) - Taksen: inschrijvingstaks, rijtaks - Verzekeringspremie - Pechhulpverlening - Jaarlijkse autokeuring - Huur van garage - Algemene administratie- en werkingskosten voor het autodelen (vergaderkosten, kopieerwerk, bankkosten, aanmaak sleutels, telefoons, kilometers gereden voor verplaatsing van de auto voor onderhoud, …) Variabele kosten zijn die kosten die in verhouding staan tot het aantal kilometers dat met de auto gereden wordt: - Brandstof - Grote en kleine onderhoudsbeurten - Herstellingen ten gevolge van slijtage De herstellingskosten worden best gefinancierd uit een spaarpotje dat door de jaren heen wordt opgebouwd door de autodeelgroep. Iedere gebruiker stort een bepaald bedrag (vb. 0,02 EUR) per gereden kilometer voor de opbouw van deze reserve. Op die manier vermijd je dat herstellingskosten voor slijtage, die (mede) veroorzaakt is door het gebruik in het verleden (vb. autobanden, roestplekken) volledig ten laste vallen van degenen die toevallig de (grootste) gebruikers van de auto zijn op het ogenblik dat de herstelling wordt uitgevoerd. De bijdragen aan de reservespaarpot zijn dan ook niet recupereerbaar bij het uitstappen uit het autodelen. Voor grote herstellingen wordt in eerste instantie deze spaarpot aangesproken. Zodra er zich herstellingskosten aandienen die hoger zijn dat het bedrag in de spaarpot (vermeerderd met de te verwachten inleg van de lopende periode), moet bij mede-eigendom de groep bijeenkomen om de wenselijkheid van deze herstelling te bespreken. Het is in dit geval immers zo dat de kosten boven het bedrag in de spaarpot op de huidige gebruikers zullen vallen. Bij uitleen worden de herstelkosten in principe bekostigd door de eigenaar, die dan ook zelf beslist. Het is ook mogelijk om af te spreken dat de gebruikers medebeslissingsrecht hebben, maar dan ook meebetalen voor herstelkosten boven het bedrag in de spaarpot.
Op welke manier je de kosten ook onderling verdeelt, een aantal individueel te dragen kosten worden altijd buiten de eindafrekening van het autodelen gehouden, omdat ze volledig ten laste zijn van de gebruiker van de auto. Het gaat vb. om boetes door verkeersovertredingen, zelf veroorzaakte schade, franchise bij omnium,... Aangezien boetes op naam van de houder van de nummerplaat komen en de verzekering de financies afrekent met de verzekeringnemer, moeten er duidelijke afspraken gemaakt worden over het feit dat en de manier waarop deze kosten worden doorgerekend aan de andere gebruikers. • Afschrijving van de auto Elke autodeelgroep moet een systeem bedenken om de waarde van de deelauto op elk moment te kunnen bepalen. Dit is belangrijk bij het uitstappen van een deelnemer en in situaties waarin een gebruiker de waarde van de auto aan de groep, respectievelijk de eigenaar, moet vergoeden. Een nieuwe auto verliest na één jaar 25 à 30 % van zijn waarde. Na twee jaar heeft hij nog ongeveer 60 % van zijn aankoopwaarde. Elk jaar daarop verliest hij nog 10 % van zijn waarde. In principe kan een auto dus na acht jaar volledig afgeschreven zijn. Bij een nieuwe auto is het goed om gedurende de eerste vijf jaren met deze reële (catalogus)waarde rekening te houden. Dit betekent niet dat de auto na afschrijving geen waarde of kostprijs meer heeft. Voor de afschrijving van een oude of tweedehands aangekochte auto, maak je best een schatting van het aantal jaren dat je nog met de auto denkt te kunnen rijden. Op basis hiervan maak je een afschrijvingstabel op, die maand na maand de geschatte waarde van de auto aangeeft. Om te vermijden dat de auto op een bepaald moment geen waarde meer zou hebben, bepaal je best een minimumwaarde die de auto steeds behoudt. Een goede indicator hiervoor is de prijs die men voor het wrak zou kunnen krijgen, vb. 250 EUR. • Waarborg Om te vermijden dat autodelers uit het systeem stappen met achterlating van onbetaalde kosten of niet-herstelde schade, is het aan te raden om elke deelnemer een waarborg te laten storten op een waarborgrekening (te vergelijken met het systeem bij een huurovereenkomst). Dit is zeker belangrijk bij een uitleensysteem, aangezien de eigenaar hier alle kosten voorschiet en de medegebruikers geen aandeel in de aankoopprijs van de auto genomen hebben. In een formule op basis van medeeigendom kan het aandeel in de eigendom van de auto beschouwd worden als een soort waarborg,
maar kan je bovenop nog steeds een waarborg laten betalen. De reden om een waarborg te vragen is minder groot indien er een omniumverzekering is; maar ook dan is er een franchise of kan de verzekering zich terugtrekken in gevallen als dronkenschap. • Berekenen van autokosten op het internet - Op www.automagazine.be vind je nuttige formules: “verzekeringstarieven” (berekenen BApremie) en “kostprijs per kilometer”. - Informatie over o.a. het gemiddeld verbruik van de verschillende autotypes vind je onder de rubriek “databank autoverbruik” op www.emis.vito. be/mobiliteit. - www.auto-on-net.com
• Financiële regeling bij uitleensysteem Op financieel vlak is dit verreweg het eenvoudigste model. Zodra de kilometervergoeding bepaald is, rekent de eigenaar aan de gebruikers een vast bedrag per kilometer aan. In dit bedrag zijn alle autokosten inbegrepen, dus ook de afschrijvingskost voor de aankoop van de auto en een bedrag per kilometer voor de opbouw van een reserve voor herstellingen. Het is best om regelmatig – vb. maandelijks of per kwartaal – af te rekenen, omdat de eigenaar alle kosten voorschiet. Je kan ook afspreken dat de gebruikers bij elke afrekening een voorschot storten voor de komende periode.
TECHNISCH KADER – Kilometerprijs bij uitleen Het belangrijkste punt is het bepalen van de kilometerprijs. Je kan hier twee werkwijzen volgen. I. Er wordt vooraf een kilometerprijs bepaald voor de volgende periode. Bij de start van het autodelen maakt de eigenaar een berekening van de volledige, reële kostprijs van de auto, op basis van het gebruik dat hij/zij ervan maakte tijdens het voorbije jaar. Op basis hiervan wordt een schatting gemaakt van de autokosten voor het volgende jaar, rekening houdend met het feit dat de auto door het autodelen waarschijnlijk intenser zal gebruikt worden en dus per kilometer goedkoper zal uitvallen. Je voorziet best de mogelijkheid dat de autokosten na vb. een halfjaar kunnen herzien worden, op basis van de ervaring met het autodelen. Het is niet uitgesloten dat de eigenaar de kilometerprijs uiteindelijk toch onderschat. Om te
19
voorkomen dat hij/zij daardoor financieel nadeel ondervindt, kan je een clausule in de overeenkomst opnemen, die stelt dat de afgesproken kilometerprijs met een bepaald bedrag kan verhoogd worden indien de reële kosten bij evaluatie veel hoger blijken te liggen dan geschat. Om de gebruikers te beschermen wordt er anderzijds best een maximum gesteld aan die verhoging. Een gelijkaardige regeling kan je treffen voor het geval de kilometerprijs uiteindelijk veel lager uitvalt dan geschat. Vb. indien de kosten min. 0,02 EUR hoger (respectievelijk lager) liggen dan geschat, wordt de kilometerprijs met terugwerkende kracht verhoogd (respectievelijk verlaagd) met dat bedrag, met een maximum van 0,05 EUR. Het voordeel van deze werkwijze is dat de gebruikers vooraf hun autokosten kunnen budgetteren. Het nadeel zit in het risico dat de afgesproken kilometerprijs toch niet de reële kosten dekt.
reken- of redeneringsfouten. Intussen hebben we het een en ander in een spreadsheet gestoken, zodat de berekening in de toekomst nog eenvoudiger wordt.”
Op www.automagazine.be kan je de kostprijs per kilometer van een nieuwe wagen berekenen. Dit kan een hulp zijn om een voorafbepaalde kilometerprijs vast te leggen. II. De kilometerprijs wordt aan het einde van de vorige periode berekend op basis van de reële kosten. In dit geval wordt aan het eind van elke periode de som gemaakt van alle autokosten voor die periode; Deze kost wordt dan verdeeld over het aantal gereden kilometers. Elke gebruiker betaalt in verhouding tot zijn eigen verbruik. Het nadeel van deze werkwijze is dat de gebruikers nooit op voorhand weten hoeveel de auto hen exact zal kosten. Het voordeel is dat de kilometerprijs volledig kostendekkend is en dat de eigenaar geen enkel financieel risico loopt.
• Financiële regeling bij mede-eigendom met reservatiesysteem Bij de kostenverdeling moet je met nogal wat paramaters rekening houden. Je kan het rekenwerk echter aanzienlijk vereenvoudigen door gebruik te maken van het rekenschema (spreadsheet in Excel) dat je op de Autopia-website (www.autodelen.net) kan downloaden. “ Bij de taakverdeling in onze autodeelgroep kreeg ik de financiën toegewezen. Geen probleem: dat cijferwerk ligt me meer dan alle technische aspecten van de auto. Bij de eerste halfjaarlijkse afrekening was het best wel wat puzzelen, maar eens we een systeem hadden gevonden, werd de afrekening meer en meer routine. We werkten er telkens enkele uurtjes aan met z’n tweeën, zodat we elkaar konden controleren op
20
Liesbeth Wuyts, Borgerhout
TECHNISCH KADER – Kilometerprijs bij mede-eigendom met reservatie I. Voorschotten en afrekeningen Elke autodeler krijgt per semester een individuele afrekening voor het eigen gebruik van de auto in de voorbije periode. Tegelijk wordt iedereen gevraagd om een voorschot te storten voor de komende periode, dat forfaitair is of in verhouding staat tot het autogebruik in de voorbije periode. Bij startende groepen en bij nieuwe autodelers vraag je best een forfaitair voorschot dat overeenkomt met de totale geschatte kosten, gedeeld door het aantal autodelers. Leden die een wijziging in hun autogebruik verwachten, kunnen ook een herberekening van hun voorschot vragen. Indien blijkt dat een van de autodelers in de loop van het nieuwe semester de auto veel meer gebruikt dan verwacht, kan hij/zij ook gevraagd worden om een bijkomend voorschot te storten. De voorschotten worden best gestort en bewaard op een spaarrekening. De financieel verantwoordelijke heeft dan als taak om ervoor te zorgen dat er steeds voldoende geld op de zichtrekening staat voor de courante uitgaven, als tanken. Voor het tanken kan je werken met een tankkaart van een bepaalde firma, wat als nadeel heeft dat je steeds hetzelfde merk moet tanken. Je kan ook een bankkaart met pincode gebruiken, die gekoppeld is aan de zichtrekening en op een veilige plek in de auto bewaard wordt. Een regeling met voorschotten kan complex zijn. Als je met een kleine groep bent kan je evengoed afspreken dat ieder de kosten draagt wanneer ze zich voordoen (kan ook voor het tanken). Bij de afrekening wordt ieder dan naargelang terugbetaald of gevraagd bij te betalen. II. Verhouding forfaitaire – relatieve berekeningswijze Elke autodeler betaalt in principe per semester een forfaitair bedrag, dat niet terugvorderbaar is indien zou blijken dat hij/zij geen gebruik maakt van de auto of tussentijds de autodeelgroep zou verlaten. Een eventuele uitzondering kan zijn dat de kosten wel terugbetaald worden indien de uitstapper een ander lid aanbrengt als vervanger. Bovenop betaalt iedereen een bepaald aandeel in
de kosten, in verhouding tot het gebruik dat hij/zij van de auto maakte. De verhouding tussen het deel van de autokosten dat forfaitair wordt aangerekend en het deel van de autokosten dat in verhouding tot het verbruik wordt verdeeld, kan op verschillende wijzen bepaald worden. (1) De gemakkelijkste berekeningswijze is om de vaste kosten volledig forfaitair te verdelen. - De aankoopprijs van de auto wordt gefinancierd doordat elke autodeler een gelijk aandeel neemt, dat overeenkomt met de prijs gedeeld door het aantal autodelers. Dit aandeel kan terug verkocht worden aan de waarde van het aandeel bij aankoop, verminderd met de afschrijving. Op deze manier wordt de afschrijving van de auto forfaitair verdeeld over alle autodelers: iedereen betaalt evenveel voor het gebruik van de auto, ongeacht het aantal effectief gereden kilometers. - De vaste kosten worden bij de aanvang van elk semester geschat en aan het einde ervan afgerekend. Elke autodeler betaalt een gelijk deel in de vaste kosten, dat overeenkomst met het totaal gedeeld door het aantal autodelers. - De variabele kosten worden aan het einde van het semester gedeeld door het aantal gereden kilometers. Elke autodeler betaalt hiervan een gedeelte dat in verhouding staat tot het eigen gebruik. Bij het begin van elk semester betalen de autodelers een voorschot, in verhouding tot het verwachte aantal gereden kilometers (dit kan geschat worden op basis van het aantal kilometers van het voorbije semester). Deze berekeningswijze heeft als nadeel dat de kleine gebruikers een relatief hoge kilometerprijs betalen: ze dragen immers evenveel bij in de vaste kosten als de grote gebruikers, die erg goedkoop rijden. Bovendien ligt de instapdrempel voor het autodelen erg hoog: als je de auto niet vaak gebruikt, kan dit systeem erg duur uitvallen. Het strookt daarenboven ook niet met de doelstelling van autodelen om het autogebruik te verminderen. De methode heeft als voordeel dat ze heel gemakkelijk is en dat de autokosten voorspelbaar zijn: iedere autodeler weet op voorhand min of meer hoeveel vaste kosten hij/zij alvast zal moeten betalen en kan dus de autokosten goed budgetteren. (2) Sommige autodeelgroepen kiezen ervoor om de autokosten meer in verhouding te stellen tot het autogebruik. - De afschrijving van de aankoopprijs wordt gelijk verdeeld (zoals onder (1) ). - Aan het einde van elk semester wordt het totaal
van alle vaste en variabele kosten berekend. Dan zijn er twee mogelijkheden. ° Het totaal wordt volledig gedeeld door het aantal kilometers. Elke autodeler betaalt een aandeel in dit totaal in verhouding tot het eigen aantal gereden kilometers. ° Er wordt toch nog een deel van de vaste kosten forfaitair verdeeld, zodat iedereen per semester een kleine vaste bijdrage betaalt van vb. 25 of 30 EU. De rest wordt verdeeld volgens het aantal gereden kilometers. In bijlage en op de website van Autopia bevindt zich een rekenschema dat van dit model uitgaat. Het voordeel van deze methode is dat de kosten eerlijker verdeeld worden over grote en kleine gebruikers. Het nadeel is dat ze minder doorzichtig is en dat de autokosten minder vast en dus ook wat minder voorspelbaar zijn. (3) Je kan nog een stap verder gaan en ook de afschrijving van de aankoopprijs van de auto betrekken in de verrekening per kilometer. In dat geval wordt bij elke afrekening de afschrijving van het voorbije semester bij de vaste en variabele kosten geteld. Verder verloopt de verrekening zoals geschetst onder (2). Het nadeel hiervan is dat de instapdrempel te laag wordt. Zo kunnen er papieren leden zijn, die nooit van de auto gebruik maken maar wel een plaats in de groep openhouden. Het zou zinvoller zijn als deze plaas door een andere gebruiker zou kunnen ingevuld worden. Daarom raden we aan om het gebruiksrecht op de auto minimaal te vertalen in een financiële participatie in de aankoopprijs, eventueel aangevuld met een vaste bijdrage per gebruiksperiode. III. Prijs per kilometer en/of per uur In het voorgaande is uitgegaan van een vergoeding in verhouding tot het aantal gereden kilometers. Je kan bijkomend ook een vergoeding vragen in verhouding tot de gebruikstijd. De logica hierachter is dat wie de auto langer gebruikt, ook een groter beslag legt op de auto dan degene die de auto korter gebruikt, ook al rijden beide gebruikers evenveel kilometers. Deze werkwijze heeft als voordeel dat ze een striktere tijdsplanning van de auto bevordert, wat meer gebruikers mogelijk maakt. Nadelen zijn dat een gecombineerde berekening (per kilometer en per uur) de verrekening van de autokosten nog een stukje ingewikkelder maakt. Een vergoeding per tijdsduur verhoogt ook de druk op het systeem: men moet zich haasten of de autogebruikstijd strak plannen om de auto zo kort mogelijk in gebruik te houden. Niet iedereen vindt dat prettig.
21
Je kan de gebruikstijd op twee manieren, in combinatie met de gereden kilometers, verrekenen. (1) De vergoeding voor de gebruikstijd wordt aan het einde van de vorige periode berekend op basis van de reële kosten. Je kan vb. afspreken dat van alle kosten die naargelang het gebruik moeten verdeeld worden (i.e. alle autokosten verminderd met eventuele forfaitaire bijdragen), een bepaald percentage wordt verdeeld naargelang het aantal gereden kilometers en de rest volgens het aantal gebruiksuren. Vb. de te verdelen kosten bedragen 2.000 EU. Hiervan wordt de helft, dus 1.000 EUR verdeeld over de gereden kilometers; indien er 10.000 km is gereden, betaalt iedereen dus 0,10 EUR per km. De overige 1.000 EUR wordt verdeeld over het aantal gebruiksuren; indien dit 2.000 uren bedraagt, betaalt iedereen dus ook nog 0,50 EUR per uur. (2) Er wordt vooraf een uurprijs bepaald voor de volgende periode. In de praktijk blijkt dat systemen die ook de tijd in rekening brengen, dit meestal doen op basis van een vooraf bepaald bedrag per uur, dag of week. Dit wordt berekend op basis van het verwachte aantal uren dat de auto zal gebruikt worden. Je kan hiervoor verschillende berekeningswijzen hanteren. Het eenvoudigst is om eerst de vergoeding voor de gebruikstijd aan te rekenen en vervolgens het saldo van de te verdelen kosten te verdelen over het aantal gereden kilometers. V. Individuen of huishoudens In de praktijk bestaat een autodeelgroep meestal uit alleenstaanden en koppels. De vraag stelt zich of samenwonende koppels evenveel of meer moeten bijdragen in de forfaitaire kosten (afschrijving + vaste bijdrage). Enerzijds zullen ze vaak samen gebruik maken van de auto in gezinsverband. Anderzijds zullen ze ook regelmatig afzonderlijk gebruik maken van de auto; bovendien is hun financiële draagkracht vaak groter dan die van een alleenstaande. Een handige manier om uit dit dilemma te komen, is om samenwonende koppels – voor zover ze allebei als gebruiker van de auto geregistreerd staan – voor anderhalf deel te laten bijdragen in de forfaitaire kosten. Dit betekent concreet dus dat hun aandeel in de aankoopprijs de helft meer bedraagt dan die van alleenstaanden en dat ook de vaste bijdrage op 1,5 berekend wordt. Vb. 4 huishoudens = 3 koppels + 1 alleenstaande;
22
aankoopsom auto = 7.000 EUR - Mogelijkheid 1: de aankoopprijs wordt in 4 gelijke delen verdeeld; ieder huishouden – koppel of alleenstaande - koopt een aandeel van 25 % (1 : 1) Vb. ieder huishouden betaalt 1.750 EUR - Mogelijkheid 2: de aankoopprijs wordt in 7 delen verdeeld; elke persoon – alleenstaande of deel van koppel - koopt een aandeel van ong. 14,3 % ; koppels betalen dus 28,6 % (2 : 1) Vb. alleenstaande betaalt 1.000 EU, koppel betaalt 2.000 EUR - Mogelijkheid 3 : de koppels betalen de helft meer dan de alleenstaande ; koppels kopen een aandeel van 27,3 %, de alleenstaande van 18,1 % (1,5 : 1) Vb. alleenstaande betaalt 1.272,73 EU, koppel betaalt 1.909,09 EUR
• Financiële regeling bij systemen met vaste beurtrol Bij een systeem met vaste beurtrol wordt meestal uitgegaan van een verdeling van de autokosten in verhouding tot de gebruikstijd. De achterliggende idee is dat iedereen betaalt voor de beschikbaarheid van de auto, ongeacht het effectief gebruik dat ervan gemaakt wordt.
TECHNISCH KADER - Vaste beurtrol Indien de gebruiksperiodes even lang zijn, worden de kosten dus gelijk verdeeld over het aantal partijen. Vb. in een systeem met twee of drie huishoudens die elk de auto één week gebruiken, betaalt elk de helft, resp. 1/3. Indien de gebruiksperiodes niet even lang zijn, betaalt elke partij verhoudingsgewijs. Vb. indien de auto door de ene partij in de week en door de andere partij in het weekend gebruikt wordt, betalen ze resp. 5/7 en 2/7 van de kosten. De kosten per kilometer worden verrekend via de brandstofkosten: die worden door elke gebruiker individueel betaald, doordat de auto altijd met volle tank aan de volgende gebruiker wordt overgedragen. Indien bij de halfjaarlijkse afrekening blijkt dat de ene partij de auto beduidend meer (een begrip dat nader moet omschreven worden in de overeenkomst) gebruikte dan in verhouding tot de gebruikstijd, kan de verdeelsleutel desgewenst aangepast worden. Vb. In een systeem met twee huishoudens die de auto afwisselend een week gebruiken, blijkt dat de ene partij 70 % van de kilometers reed. Men kan dan afspreken dat die niet 50 %, maar 60 tot 70 % van de kosten betaalt. In bijlage vind je een rekenschema voor de halfjaarlijkse afrekening in
dit geval. Vb. in een systeem met twee autodelers die de auto respectievelijk door de week en in het weekend gebruiken, blijkt dat de weekendgebruiker ongeveer evenveel kilometers rijdt als de weekgebruiker. De verdeelsleutel van 2/7 – 5/7 kan dan worden aangepast, zodat de weekendgebruiker vb. 1/3 of 40 % van de kosten betaalt.
STAP 7: AFSPRAKEN MAKEN OVER SCHADE, ONGEVALLEN, DIEFSTAL EN VERZEKERING Het algemene principe is dat iedereen de schade die hij/zij veroorzaakt, zelf moet vergoeden of (laten) herstellen. Dit lijkt evident, maar soms kunnen er toch discussies rijzen. Want, wat is schade? Is die kleine bluts op de schokdemper of dat schrammetje op het koetswerk van een oude wagen schade? Moet de schadeveroorzaker de herstelling betalen als de eigenaar of autodeelgroep beslist om deze kleine schade te laten herstellen? En wat als de schade niet hersteld wordt? Soms is het ook niet duidelijk of niet te bewijzen wie de schade heeft veroorzaakt. De schadeveroorzaker kan niet gemerkt hebben dat hij de auto beschadigde of kan dit gewoonweg ontkennen. Schade kan veroorzaakt zijn door een onbekende derde of het gevolg zijn van vandalisme. Op dit soort vragen zijn ontelbare antwoorden en oplossingen mogelijk. Enkele suggesties, die ook verwerkt zijn in de reglementen in bijlage: - Schade die veroorzaakt is door een onbekende derde of waarvan geen bewijs is wie van de gebruikers haar veroorzaakte, wordt gedragen door de autodeelgroep (bij mede-eigendom) of de eigenaar (bij uitleensysteem). In dit laatste geval is het dus aangeraden dat de eigenaar dit risico verrekent in de kilometervergoeding. - De gebruikers wordt gevraagd om preventief te handelen, d.w.z. geen situaties tot stand te brengen waarin de auto voorwerp kan worden van schade of vandalisme. Zo moet iedereen tijdens en na gebruik de auto op een veilige plek parkeren en steeds goed afsluiten. Als kan bewezen worden dat de auto beschadigd of gestolen werd door onvoorzichtig gedrag van een gebruiker, kan deze door de groep aansprakelijk gesteld worden en moet hij/zij de ganse groep vergoeden voor het verlies van en/of de schade aan de auto. - Voor kleine esthetische schade die niet wordt hersteld, betaalt de veroorzaker een klein bedrag aan de autodeelgroep (bij mede-eigendom) of de
eigenaar (bij uitleensysteem), als compensatie voor de waardevermindering van de auto. - Het is mogelijk dat bepaalde schade aan de auto zich manifesteert tijdens gebruik door een bepaalde bestuurder, maar al eerder werd veroorzaakt door een andere bestuurder of te wijten is aan slijtage. Uiteraard is deze bestuurder dan niet verantwoordelijk voor de kosten. Verschillende schadegevallen worden gedekt door verzekeringen. Iedereen weet dat een familiale verzekering tussenkomt bij schade die je veroorzaakt aan derden. De familiale verzekering komt echter niet tussen wanneer er ofwel een andere verzekering verplichtend gesteld is of wanneer de schade veroorzaakt is aan voorwerpen die aan je toevertrouwd zijn. Hiervan stelt onze wetgeving immers dat deze dienen beschouwd te worden als je eigen voorwerp. Je hebt de contractuele verplichting om deze voorwerpen onbeschadigd aan de eigenaar terug te bezorgen. De eigenaar van dit voorwerp verhoudt zich wegens het (zelfs ongeschreven) contract ten opzichte van jou niet langer als een “derde”. Voor schade die je zelf veroorzaakt aan de gebruikte auto moet je dus interne afspraken maken of een omniumverzekering afsluiten (zie verder). Voor schade die je met de gebruikte auto veroorzaakt, val je terug op de wettelijk verplichte autoverzekering. De wettelijk verplichte autoverzekering is een BAverzekering, i.e. dat ze de schade dekt die de bestuurder aan derden veroorzaakt en de lichamelijke schade aan zwakke weggebruikers (voetgangers, fietsers, inzittenden in het voertuig). Alle door de verzekeringnemer toegelaten bestuurders zijn verzekerd door de BA-verzekering van de verzekeringnemer, uiteraard voor zover ze voldoen aan de wettelijke voorwaarden (zoals beschikken over een geldig rijbewijs of geen medische situatie hebben die het sturen uitsluit).
23
TECHNISCH KADER – Verzekeringen • Op het eerste zicht stellen zich bij autodelen geen verzekeringsproblemen. Toch zijn er enkele addertjes onder het gras.
Voor de verzekeringsmaatschappij kan de auto alleen verzekerd zijn op naam van een rechtspersoon (vb. een vzw of een firma) of van een natuurlijke persoon. Deze persoon met wie de verzekeringsovereenkomst wordt afgesloten is de verzekeringnemer. Een overeenkomst van mede-eigendom of een uitleenovereenkomst is een onderling akkoord tussen de verzekeringnemer en andere partijen en is voor de verzekeringsmaatschappij van geen belang. De maatschappij kent maar één contractant en contactpersoon. In principe worden alle financiële en administratieve verplichtingen (vb. betaling van de verzekeringspremie en van de verhoging van de premie na ongeval) met de verzekeringnemer afgehandeld. De verzekeringnemer kan evenwel, met beroep op de autodeelovereenkomst, kosten verhalen op de schadeveroorzaker met wie hij/ zij op zijn/haar beurt een overeenkomst heeft afgesloten. De BA-verzekering betaalt altijd het slachtoffer van een ongeval uit, maar kan in sommige situaties dit bedrag volledig of gedeeltelijk verhalen op de verzekeringnemer en/of de bestuurder. Vb. bij nietverzekering of indien het voertuig niet conform is aan de wettelijke vereisten, kan een gedeelde verantwoordelijkheid van verzekeringnemer en bestuurder worden ingeroepen. Indien iemand in dronken toestand een ongeval veroorzaakte, heeft de verzekering recht van verhaal op de bestuurder. De verzekeringnemer wordt meestal niet opgeroepen voor de correctionele rechtbank in strafzaken waarbij een andere bestuurder betrokken was. Vb. bij een ongeval met zware invaliditeit van een derde tot gevolg, moet de bestuurder verschijnen voor de rechtbank, wegens toebrengen van onvrijwillige slagen en verwondingen; in geval van dronkenschap, moet de bestuurder voor de politierechter verschijnen wegens inbreuk op de verkeerscode. Maak dus heel duidelijke afspraken op papier, waardoor de verzekeringnemer de stijging van de premie na ongeval in fout kan recupereren van de verantwoordelijke bestuurder. Op basis van het contract kunnen de partijen zich ingeval van betwisting tot een rechtbank wenden. Het is zeer redelijk af te spreken dat de veroorzaker van het ongeval zelf zoveel mogelijk alle praktisch en papierwerk op zich neemt i.v.m. het ongeval of
24
anders de verzekeringnemer een compensatie geeft voor de tijd en kosten die hij/zij besteedt aan de afwikkeling hiervan.
• Maak bij het nemen van een verzekering
steeds melding van het autodeelcontract en bezorg een kopie van het contract en de deelnemerslijst aan de verzekeringsmaatscha ppij. De wet legt de verzekeringnemers immers een meldingsplicht op die inhoudt dat ze alle factoren die het risico kunnen beïnvloeden aan de maatschappij moeten melden. De wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst (B.S. 20/8/1992, gewijzigd door de wet van 16 maart 1994, BS 4/5/1994) stelt: “De verzekeringnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar” (Ar t. 5). Bij opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico wordt de verzekeringsovereenkomst als nietig beschouwd (Art. 6): de verzekering kan dus beslissen om niet tussen te komen! In het verleden sprongen verzekeraars nogal losjes om met deze bepaling, maar naar verluidt zijn ze de laatste jaren op dit punt strenger geworden. Sommige maatschappijen hebben vb. de gewoonte aangenomen om bij ongeval stelselmatig te controleren wie bij het onderschrijven van de verzekering als regelmatige gebruiker werd aangegeven. Deze melding is ook in het belang van de autodelers zelf. Het is immers niet uitgesloten dat personen met een zwaar schadeverleden zouden misbruik maken van autodelen om te ontsnappen aan een schorsing of een zeer hoge verzekeringspremie. Uiteraard is geen enkele autodeelgroep erbij gebaat om dergelijke chauffeurs in hun systeem op te nemen. M.b.t. autodelen impliceert dit dat je de gegevens van alle regelmatige gebruikers van de auto aan de verzekeringsmaatschappij moet melden. Best is om, na telefonische contactname met de makelaar, een kopie van het contract en het reglement op te sturen. Je vraagt daarin expliciet naar een schriftelijke reactie binnen een bepaalde termijn (vb. een maand), met de vermelding dat, indien je tegen dan geen reactie ontvangt, je dat beschouwt als stilzwijgende goedkeuring.
“Om een wagen te laten verzekeren waar systematisch verschillende personen mee rijden, zal er wellicht niets anders opzitten dan alle mogelijke bestuurders in het verzekeringscontract aan te duiden. Het verzekeringsrisico wordt immers bepaald door de bestuurders en zijn of haar rijervaring. De bepaling van het risico en dus ook van de daaraan verbonden verzekeringspremie is afhankelijk van een heel aantal factoren, zoals daar zijn het schadeverleden van de bestuurder, de woonplaats (postcode) van de bestuurder, de leeftijd van de bestuurder, de plaats waar de wagen gestald staat ’s nachts in geval van verzekering tegen diefstal en nog veel meer.”
die de premieverhoging over vijf jaar dekt. In de voorbeeldcontracten in deze brochure zijn dergelijke regelingen vermeld. Indien een medegebruiker de autodeelgroep verlaat en een eigen auto koopt, heeft die geen officieel bewijs van schadevrije jaren en moet dus ook beginnen aan een relatief hoge premie van beginnende chauffeur. Maar met het autodeelcontract en de gegevens van de vorige verzekeringspolis in de hand, kan je naar je verzekeringsmakelaar stappen en op die manier officieus je schadevrije jaren aantonen. Dring er op aan dat de maatschappij deze periode in rekening brengt!
Advies van Assurweb.be, 18 april 2001
• Mogelijke opties Het is het overwegen waard om bij autodelen een aantal aanvullende opties bij de autoverzekering te nemen. - Elke groep moet zelf beslissen over het al dan niet nemen van een volledige of gedeeltelijke omniumverzekering. Een omnium biedt uiteraard het voordeel dat de materiële schade in alle gevallen vergoed wordt, dus niet alleen als de bestuurder in fout is, maar ook als er op een of andere manier geen tegenpartij is (vb. bij vluchtmisdrijf, diefstal, …). In de praktijk zijn autodelers, net als andere autogebruikers, vaker geneigd om alleen voor een nieuwe en duurdere auto een omnium te nemen. Nochtans is een (eventueel gedeeltelijke) omnium ook bij een oude auto niet nutteloos: het vervangen van een gebroken ruit kost immers evenveel bij een oude als een nieuwe auto. Als er geen omniumverzekering genomen wordt, moet de groep onderlinge afspraken op papier zetten over het herstel van de kosten bij ongeval in fout. - Dezelfde redenering geldt voor een diefstalverzekering (meestal zijn hier ook andere risico’s mee inbegrepen, zoals glasbreuk, brand, schade door natuurkrachten). Indien de groep ervoor kiest om geen diefstalverzekering te nemen, moeten in het contract een aantal bepalingen over diefstal(preventie) opgenomen worden. - Het is aan te raden een rechtsbijstandsverzek ering te nemen, die je belangen verdedigt. Deze verzekering komt ook tussen bij discussies met de eigen BA-verzekeraar en regelt je schadeclaims t.o.v. buitenlandse tegenpartijen, niet-auto partijen (fietsers, voetgangers) of niet-verzekerden. In een rechtsbijstandsverzekering auto is ieder gemachtigd bestuurder verzekerd: de verzekering kan dan ook niet ingeroepen worden bij onderlinge conflicten tussen de autodelers. - Een verzekering pechhulp is uiteraard ook erg handig. Zeker bij autodelen is het aan te raden om de optie vervangauto te nemen, zodat je door autopech de mobiliteit van de andere gebruikers niet in het gedrang brengt.
- De verzekeringspremie wordt in principe berekend op het risicoprofiel (traditioneel uitgedrukt door de “bonus/malus” van de verzekeringnemer en de regelmatige bestuurders. Indien er jongeren deel uitmaken van de autodeelgroep, kan je geconfronteerd worden met bepaalde minimumleeftijden (23 of 26 jaar), waaronder de verzekeringsmaatschappijen extra voorwaarden doen gelden (vb. een hogere franchise). Maar de maatschappij mag in principe de premie niet verhogen omwille van het autodelen op zich. In deze materie gelden evenwel geen wettelijke normen, dus de maatschappijen zijn vrij om hun voorwaarden te bepalen. Misschien zal de maatschappij het autodelen vergelijken met een auto die op naam staat van een firma of vzw. In dat geval worden in ieder geval hogere premies aangerekend, omdat er van uit gegaan wordt dat er meerdere en ongedefinieerde bestuurders zijn. Maak dan duidelijk dat er op dit punt een essentieel verschil is met autodelen, waarbij de gebruikers van de auto beperkt en duidelijk omschreven zijn en dat er binnen de autodeelgroep een grote onderlinge sociale controle speelt, die de kans op misbruiken vermindert. - Onder de huidige regeling geeft de verzekeringsmaatschappij een « bonus/malus » - attest uit, dat aan de verzekeringnemer is gekoppeld. Indien de verzekeringnemer de autodeelgroep verlaat, neemt hij/zij dus het schadeverleden van de overige groepsleden tijdens de autodeelperiode, met zich mee. Als er inmiddels ongevallen in fout geweest zijn, zal hij/zij hierdoor mogelijks een hogere premie moeten betalen bij aanschaf van een volgende (eigen of gedeelde) auto. Werk daarom een regeling uit in het reglement, waardoor de verzekeringnemer schadeloos gesteld wordt voor premieverhogingen ten gevolge van ongevallen van medegebruikers. Een goede afspraak is dat de verzekeringnemer een vergoeding ontvangt
25
- Door het nemen van een bestuurdersverzekering lichamelijke schade is elke chauffeur verzekerd voor de eigen lichamelijke schade als hij/zij in fout is bij een ongeval. Zonder deze optie wordt de terugbetaling van de medische kosten van de chauffeur bij ongeval in fout beperkt tot de eigen ziekte-, invaliditeits- en hospitalisatie verzekering, maar blijven de remgelden ten eigen laste. (Uitzondering: bij ongeval van een werknemer op weg van of naar het werk of voor dienstverplaatsingen, komt de arbeidsongevallenv erzekering van de werkgever hier wel tussen.)
• Om het financiële risico bij grote schade te milderen, kan je binnen de autodeelgroep een soort intern verzekeringssysteem opzetten. Dit is de werkwijze van het autodeelproject Dégage! in Gent: Verzekeringen... “In het geval de gedeelde auto niet omnium is verzekerd, zal de schade aan de auto in geval van een ongeval volledig ten laste komen van de autoeigenaar of de autodeler die op het moment van het ongeval de auto aan het gebruiken was. Dit bedrag kan vrij hoog zijn en een drempel vormen voor kandidaat-autodelers om in het systeem te stappen. Trouwens, het kan in bepaalde gevallen de financiële draagkracht van een autodeler overstijgen, waardoor betalingsmoeilijkheden optreden en een conflictsfeer dreigt. Daarom kan de afspraak gemaakt worden om in geval niet-gedekte schade dient vergoed te worden, vanaf een bepaald bedrag de ganse groep hiervoor te laten opdraaien: hetzij volgens een forfaitair bedrag (iedereen betaalt een zelfde aandeel van de schade), hetzij proportioneel (iedereen betaalt een bijdrage evenredig met het aantal kilometers dat ze al met de deelauto(‘s) hebben afgelegd). Dit “solidariteitsfonds” is eigenlijk gebaseerd op hetzelfde principe van een verzekering: ook daar betaalt iedere verzekerde mee voor de schade die door anderen is veroorzaakt en wordt zo het risico gespreid. “ John Wante, Gent Schadevrije jaren... “ Toen ik ging horen voor een autoverzekering op mijn naam, zou ik vanaf nul moeten beginnen m.a.w. een hoog bedrag. Hij zei mij dat als ik destijds als medegebruiker bij de verzekering van de andere auto mee in het contract stond, dit ook meetelde voor mijn verzekering. En indien ik dit dus had gedaan, kon beginnen aan een lager bedrag. Als verzekerde betaal je geen extra kost om andere gebruikers mee in je contract te laten opnemen. Op die manier wordt het enerzijds een meer gedeelde verantwoordelijkheid
26
(wat toch ook wel in het voordeel speelt van degene op wiens naam de verzekering staat) en anderzijds is het ook een voordeel voor de medegebruikers omdat zij nadien hun aantal jaren rijervaring kunnen opnemen indien men zich ooit zou laten verzekeren op een eigen auto die al dan niet gedeeld kan worden met anderen. “ Ilse Vanbegin, Antwerpen I.v.m. klachten over de verzekering kan je je wenden tot de Ombudsman van de Verzekeringen, de Meeûsplantsoen 35, 1000 Brussel, tel. 02/547.56.99, fax 02/547.59.75, email
[email protected]. Voor meer informatie, kijk op www.ombudsman.as. De meeste verzekeringsmaatschappijen hebben ook intern een eigen klachtendienst.
STAP 8: AFSPRAKEN MAKEN OVER GEBRUIKS- EN RIJSTIJL • Gezocht : goede huisvader/moeder Zoals in een huurovereenkomst, ga je er in een autodeelcontract van uit dat de gebruikers de auto “als een goede huisvader” zullen gebruiken. Deze wat vage bepaling houdt in dat de gebruiker met de auto zal omgaan op een manier die volgens de regels van het gezond verstand verantwoord is. Een andere vertaling van dit begrip is dat men de deelauto gebruikt alsof het de eigen auto is.
• Rijstijl Aangezien autodelers over het algemeen (milieu)bewuste automobilisten zijn, wordt in autodeelgroepen ook nogal wat aandacht gegeven aan de rijstijl, die zowel veilig en zuinig als milieusparend moet zijn. In Nederland heeft men hiervoor zelfs een nieuwe term bedacht: Het Nieuwe Rijden. Je neemt hierover ook best enkele bepalingen, met mogelijkheid van sancties of uitsluiting, op in het contract. Om het engagement voor een veilige rijstijl concreet te maken, kan je de autodeelgroep het SAVE-charter van de vzw Ouders van Verongelukte Kinderen laten ondertekenen (het charter vind je bij de bijlagen) of door de campagne van ROB – Rustig Op de Baan – te onderschrijven. Meer info vind je op www.ikbenrob.be.
Concrete tips over rijstijl (met cijfergegevens) vind je op - www.emis.vito.be/mobiliteit, “energiezuinig rijden” - www.hetnieuwerijden.nl - www.ikbenrob.be - in de brochure “Ideeën voor energiebewust en veilig rijden” (gratis op te vragen via de Vlaamse Infolijn 0800/30201 of via
[email protected] of wegen.
[email protected]).
Onder “dronkenschap” verstaan we een toestand die door uitwendige gedragingen duidelijk kan worden vastgesteld. Dronkenschap kan overigens door verz ekeringsmaatschappijen bestraft worden met verval van waarborg, voor zover dit in de polis voorzien is – en meestal is dat wel het geval – en van zodra er een oorzakelijk verband is met een ongeval. D.w.z. dat de verzekeringsmaatschappij de aan het slachtoffer uitgekeerde vergoeding gedeeltelijk terugvordert.
Brusselaars kunnen de brochure “Zich anders verplaatsen” opvragen bij het Brussels Instituut voor Milieubeheer (tel. 02/775.75.75, email info@ibgebim. be).
“Intoxicatie” heeft betrekking op het wettelijk strafbare alcoholpromillage (0,5‰ in je bloed of 0,22mg/l uitgeademde alveolaire lucht) en dient vastgesteld te worden via bloed- of blaasproef. Ook geïntoxiceerd rijden in deze betekenis is voor Autopia, net als voor de wet, niet toegestaan.
TECHNISCH KADER – Tips voor een lagere CO2-uitstoot Hoeveel CO2 je auto uitstoot, hangt niet alleen af van het type auto alleen. Ook de manier waarop je ermee rijdt kan een groot verschil maken. Enkele tips om schoner én zuiniger te rijden: - Schakel de motor uit als je stilstaat. Dat ís niet alleen zuiniger: je voorkomt er ook een boete mee! - Anticipeer op het overige verkeer zodat je niet te pas en te onpas hoeft te remmen. - Voorkom te hoge toerentallen. Schakel bijtijds over naar een hogere versnelling. - Start en rij rustig. Zo komt je motor geleidelijk op temperatuur. - Onderhoud je wagen volgens het boekje. Een goed onderhouden wagen verbruikt minder. - Gebruik elektrische accessoires (zoals airco, ac hterruitontdooiing,...) alleen als het echt nodig is. Wist je dat een airco die op volle toeren draait, het verbruik met 30 % kan doen toenemen? - Vermijd onnodig laden van het voertuig, en vooral op het dak. Met een geladen bagagerek verbruik je tot 40 % méér! Plaats fietsen bij voorkeur op een rek aan de achterkant van de wagen. - Controleer regelmatig de spanning van je banden. In de meeste pompstations kan je de banden bijblazen tot het niveau dat aanbevolen is door de constructeur.
Een extremere interpretatie is dat er géén alcoholof drugsrestant in het lichaam mag zijn, ook al heeft vb. dat halve pintje bier geen enkele invloed op je rijgedrag. Een neutrale en toch duidelijke verwoording, die je in het contract kan hanteren, is: “De bestuurders zijn nuchter. Ze hebben geen alcohol, drugs of medicamenten gebruikt die van invloed kunnen zijn op hun rijgedrag en respecteren de wettelijk vastgelegde normeringen.” Het is immers de invloed van de gebruikte middelen op het rijgedrag die van belang is en dat is een element dat per persoon verschilt. Je moet hierbij rekenen op het gezonde verstand van de bestuurders en op hun inzicht in de mogelijke gevolgen van hun drankgebruik. Meer informatie vind je in volgende folders en brochures van BIVV (tel. 02/244.15.11, email
[email protected]): • Rij drugvrij • Invloed van geneesmiddelen op de rijvaardigheid • BOB
• Dronkenschap Omwille van de grote risico’s zijn we vanuit de visie van Autopia erg streng voor mensen die onder invloed van medicatie, drugs of alcohol achter het stuur zitten. Rijden en gebruiken gaan niet samen! Het is wel van belang om hier een duidelijk terminologisch onderscheid te maken.
27
STAP 9: AFSPRAKEN MAKEN OVER STANDPLAATS OF HAAL- EN BRENGREGELING Het algemene principe is dat de deelauto voor gebruik wordt opgehaald op een bepaalde plaats en na gebruik op een bepaalde plaats wordt teruggebracht. Bij het terugbrengen wordt de auto altijd veilig geparkeerd op de afgesproken standplaats. • Indien de autodelers dicht bij elkaar in de buurt wonen, is een centraal gelegen standplaats het meest werkbaar. De auto wordt in principe altijd op deze standplaats opgehaald en ernaar teruggebracht. Deze standplaats moet veilig en overzichtelijk zijn (liefst woont een van de autodelers in de onmiddellijke buurt, zodat hij/zij een oogje in het zeil kan houden) en voor alle autodelers centraal gelegen en bereikbaar zijn. In het ideale scenario is de afstand tot de standplaats voor alle gebruikers ongeveer even groot en bedraagt ze max. 1 kilometer, zodat iedereen er naartoe kan wandelen. Indien sommige gebruikers iets verder wonen, is de nabijheid van een veilige fietsstalling (vb. bij een van de gebruikers thuis) en van een tram- of bushalte wenselijk. Bij een uitleensysteem kiest men meestal voor een standplaats dicht bij de woonplaats van de eigenaar. Sommige groepen kiezen voor een standplaats op de openbare weg, andere groepen kunnen de garage van een van de leden gebruiken of investeren in de huur van een parkeerbox. Je kan ook vragen dat een organisatie of bedrijf in de wijk die beschikt over een parkeerterrein, bij wijze van sponsoring een parkeerplaats voor de deelauto ter beschikking stelt. Ter ondersteuning van het autodelen kan de gemeente gereserveerde parkeerplaatsen, aangeduid met een speciaal verkeersbord, ter beschikking stellen aan autodeelgroepen. Contacteer hierover de mobiliteitsdienst van je gemeente! Uiteraard kan in bepaalde concrete situaties ook worden afgesproken dat de vorige gebruiker de auto naar de volgende gebruiker brengt. Dit mag geen verplichting worden voor de vorige gebruiker! Dit kan alleen als de vorige en de volgende reservatieperiode naadloos op elkaar aansluiten. Want zelfs al zitten er maar enkele uurtjes tussen: het is altijd mogelijk dat een ander groepslid de auto toch kort wil gebruiken. • In andere situaties kan gekozen worden voor een eenvoudige haal- en brengregeling. Dit is een geschikte oplossing indien een centrale
28
standplaats niet haalbaar is, vb. omdat de autodelers ver bij elkaar uit de buurt wonen. Bij systemen met een vaste beurtrol wordt meestal gekozen voor een haal- en brengregeling tussen de vorige en de volgende gebruiker. Probeer wel te vermijden dat er door het over en weer brengen van de auto tussen de gebruikers, vele nutteloze kilometers gereden worden. Maak goede afspraken over wie de haal- en brengkilometers betaalt. Meestal worden de kilometers voor het wegbrengen van de auto op de rekening van de volgende gebruiker geschreven. Indien wenselijk (vb. indien een terugrit per openbaar vervoer niet mogelijk is) brengt de volgende gebruiker hierop de vorige gebruiker met de auto terug naar huis. Deze kilometers kunnen ten laste zijn van de vorige gebruiker.
STAP 10: AFSPRAKEN MAKEN OVER ONDERHOUD & SCHOONMAAK • Hygiëne en schoonmaak Niet iedereen heeft dezelfde normen over hygiëne en netheid. Daarom is het belangrijk om hierover op een open manier te communiceren. In principe moet men er van uitgaan dat elke gebruiker de auto achterlaat zoals hij/zij hem heeft gevonden, dat iedereen dus zijn/haar eigen spullen na gebruik uit de auto verwijdert en eventuele rommel en vuil (vb. binnenin door transport naar het containerpark of aan de buitenkant door het rijden op modderige wegen) opruimt. Daarnaast moet je afspraken maken over de periodiciteit en de intensiteit van de poetsbeurten.
• Onderhoud Goed en regelmatig onderhoud vermindert zowel de milieubelasting als de kans op onnodige herstellingkosten. Daarom moet de auto op gepaste tijdstippen een onderhoudsbeurt krijgen. Dit is voor elke auto verschillend: raadpleeg hiervoor de handleiding of het onderhoudsboekje bij de auto. Het is wel aan te raden om minimaal twee maal per jaar een klein onderhoud en minstens één maal per jaar een groot onderhoud te laten doen, ook al reed je in die periode minder kilometers dan misschien strikt nodig is voor een onderhoudsbeurt.
START! Zit je ondertussen al te popelen om met autodelen te starten? Er resten je groep nu alleen nog enkele praktische zaken af te handelen.
(1) De auto rijklaar maken Indien de groep kiest voor mede-eigendom, is men het in principe eerder (zie stap 3) eens geworden over het type auto dat zal gekocht worden of heeft men beslist om samen de individuele auto van een van de deelnemers aan te kopen. Pas als de praktische afspraken binnen de groep rond zijn, is het moment rijp om effectief tot de aankoop over te gaan. Welke autodeelformule je ook kiest, er moeten altijd nog enkele praktische zaken geregeld worden eer je effectief met de auto de baan op kan: - als je een tweedehandse auto aankoopt, zorg dan dat die technisch in orde is en dat alle noodzakelijke herstellingen uitgevoerd worden. Zo vermijd je dat de autodeelgroep al vanaf het begin met herstellingen geconfronteerd wordt. Verreken die kosten ook in de aankoopprijs van de auto - controleer of de auto beschikt over de verplichte uitrusting: gevaarsdriehoek, EHBO-kist of -etui en één of twee gekeurde brandblustoestellen - maak onmiddellijk een beschrijving op van de toestand van de auto (te vergelijken met een plaatsbeschrijving bij een huurcontract), die als bijlage bij het contract gevoegd wordt
(2) De taken verdelen • Bij een uitleensysteem moet de eigenaar ervoor zorgen dat de auto conform is aan de wettelijke vereisten (inschrijving, verzekering, keuring) en dat hij technisch in orde en rijklaar is. Meestal komen ook de andere taken (m.b.t. reservaties, financies, onderhoud, e.d.) op de schouders van de eigenaar terecht, maar er kan ook afgesproken worden om de taken met de medegebruikers te delen. • Bij mede-eigendom met reservatiesysteem -zeker met een grotere groep- is het gemakkelijk om de taken onderling te verdelen en iedereen een vaste taak te geven, rekening houdend met ieders voorkeuren en capaciteiten. Zeker toe te bedelen takenpakketten zijn: - reservatieverantwoordelijke - financieel verantwoordelijke (o.a. rekeningbeheer, periodieke financiële afrekeningen, …) - administratief verantwoordelijke (o.a. bewaren van persoonsgegevens, kopie van alle officiële documenten m.b.t. de auto, verslaggeving van vergaderingen)
29
- juridische kwesties, opstellen en bijwerken van contract en huishoudelijk reglement - regelen van verzekeringen en taksen: dit gebeurt best door de verzekeringnemer en door de persoon op wiens naam de auto ingeschreven is – liefst is dit dezelfde persoon - technisch verantwoordelijke (technisch onderhoud en herstellingen, jaarlijkse controle) - poetsverantwoordelijke Tanken gebeurt in principe door iedereen naar behoefte. • Bij mede-eigendom met een kleine groep of met vaste beurtrol kan er voor de klussen een beurtrol uitgewerkt worden of met een taakverdeling gewerkt worden.
(3) Overeenkomst en reglement op papier zetten • Inhoud Als alle afspraken gemaakt zijn, moeten deze nog allemaal duidelijk en netjes op papier gezet en door iedereen ondertekend worden. De voorbeeldcontracten en –reglementen in deze brochure kunnen hierbij een grote steun zijn. Hierin zijn zoveel mogelijk tips uit dit hoofdstuk verwerkt, maar er is nog voldoende ruimte om de afspraken aan te passen aan de voorkeuren van jouw groep. Als bijlagen bij het contract worden volgende documenten opgenomen: - takenlijst met taakverdeling of beurtrol - beschrijving van de deelauto - afschrijvingstabel - lijst met persoonsgegevens van de mede-eigenaars/ gebruikers (officiële namen, geboortedatum en –plaats, adres, tel, GSM, fax, emailadres, rekeningnummer, nummer identiteitskaart en rijbewijs, rijksregisternummer) – deze gegevens worden doorgegeven aan de verzekeringsmaatschappij - kopies van identiteitskaart en rijbewijs - kopie van de verzekeringspolis • Vormvereisten - De overeenkomsten van mede-eigendom sommen alle mede-eigenaars op. Elke mede-eigenaar ondertekent alle exemplaren van het contract. Elke mede-eigenaar krijgt een door iedereen ondertekend exemplaar van de overeenkomst; bovendien wordt één exemplaar door de administratief verantwoordelijke bewaard. Uitleenovereenkomsten worden telkens individueel tussen de eigenaar en elke gebruiker afgesloten en door beiden ondertekend.
30
- Van het huishoudelijke reglement wordt één exemplaar door iedereen ondertekend en op elke bladzijde geparafeerd. Dit exemplaar wordt door de administratief verantwoordelijke bewaard. Daarnaast krijgt elke autodeler een kopie van dit reglement. Dit geldt ook voor de bijlagen bij het reglement. - Indien je koppels al één lid beschouwt, is het raadzaam om na de namen van elk koppel volgende formule te vermelden: “samen solidair aansprakelijk en ieder van hen voor de totaliteit”. Deze formule dekt de andere partijen in de overeenkomst in, voor het geval koppels uiteengaan of een van de partners overlijdt. De weggevallen partner kan uiteraard niet meer aan zijn/haar verplichtingen voldoen en door het invoegen van deze formule worden de verplichtingen van de weggevallen partner volledig overgenomen door de overblijvende partner. - Indien je kiest voor een aansluiting per individu (ook van koppels), worden alle gebruikers individueel als partij in het contract vermeld.
(4) Boodschappenlijstje: niets vergeten? - Meldingsplicht aan BA- en pechverzekeringsmaat schappij! - Ritboek: schriftje of mapje samenstellen - Reservaties: agenda aanschaffen of reservatiekalender aanmaken op Autopia-website - Aanschaf van niet-verplichte uitrusting van de auto: gereedschap, landkaarten, bagage- of fietsrek, … - Bankrekening(en) openen Het is mogelijk dat de bank je voor het openen van een rekening vraagt om een oprichtingsverslag van de “(feitelijke) vereniging” in te leveren en om een aantal functies officieel te benoemen. In dat geval werk je best als volgt: - Voorzitter: persoon op wiens naam de auto ingeschreven is - Penningmeester: financieel verantwoordelijke - Secretaris: administratief verantwoordelijke - Eventueel tankkaart aanschaffen
(5)
Mag het ook een beetje leuk zijn?
Misschien lijkt autodelen je, na de lectuur van het voorgaande, wel een hele klus. Vooral bij medeeigendom met reservatiesysteem en een grote groep komt heel wat kijken. Andere modellen zijn wat eenvoudiger bij de opstart. Maar laat je niet afschrikken! Autodelen vergt in de opstartfase wel wat werk, tijd en inspanningen, maar zodra het systeem eenmaal loopt, spaar je er ook weer heel wat energie mee uit. Bovendien is een goede voorbereiding al het halve werk en kan je daardoor toekomstige moeilijke situaties voorkomen. Zorg ook dat de sfeer binnen de groep ontspannen is. Indien je groep dat wenst, kan je ook af en toe een informele bijeenkomst organiseren of een aantal ludieke aspecten verbinden aan het autodelen. “ Natuurlijk komt er heel wat bij autodelen kijken: afspraken maken over van alles en nog wat, beurtrollen opstellen, kilometers en onkosten becijferen… Op het eerste gezicht lijkt autodelen daardoor misschien een saaie een tijdrovende bedoening. Maar de praktijk bewijst het tegendeel. Wij hebben niet het gevoel dat we tijd ‘verliezen’, wel dat we tijd ‘winnen’. We brengen minder tijd in de wagen door dan vroeger, en dat beschouwen wij als pure tijdswinst. We vinden het nu eenmaal leuker om in de trein een boek te lezen of met de kinderen naar de wereld te kijken, dan naar de auto’s voor ons op de weg te staren. Om nog maar te zwijgen van de verkwikkende fietsritten. Natuurlijk vloeken we ook wel eens, als de trein vertraging heeft of als de hemelsluizen opengaan vlak voor de schoolbel rinkelt. Maar dat nemen we er graag bij. Trouwens, je kunt van autodelen best iets gezelligs maken. Ons contract vermeldt een halfjaarlijkse afrekening. Die koppelen we aan een etentje. De partij die op basis van die afrekening bij de andere partij ‘in het rood staat’, betaalt het etentje. De rest van de afrekening gebeurt via de bank. De partij die veel gereden heeft, beloont op die manier de partij die minder gereden heeft. Voor Sinterklaas en Pasen hebben we een puur forfaitaire regeling: de ene partij speelt Sinterklaas, de andere paashaas. De auto overdragen aan de andere partij betekent in die periode: de auto volproppen met lekkernijen. Misschien is dit de hoofdreden waarom onze kinderen (en wijzelf…) autodelen zo leuk vinden ? ” Frederika Hostens, Berchem
En nu: START! 31
HOOFDSTUK 3 voorbeeldcontracten en -reglementen Bij het opstellen van contracten kan je op twee manieren te werk gaan. Je kan je beperken tot die zaken die strikt juridisch van belang zijn en desnoods via juridische weg afdwingbaar zijn, zoals de afspraak dat de eigenaar de kosten bij een ongeval in fout kan verhalen op de veroorzaker van het ongeval. Of je kan ook alle praktische regelingen en wederzijdse verwachtingen mee op papier zetten, zoals de bepaling dat tegoeden op de rekening van de autodeelgroep ethisch belegd worden. In de contracten en –reglementen die je in dit hoofdstuk vindt, horen in deze laatste categorie. Dit is te verklaren door het feit dat ze niet bedacht zijn door de theoretische geest van een jurist, maar gegroeid zijn doorheen de jarenlange praktijk en ervaringen van verschillende autodeelgroepen in Vlaanderen. Dit hoofdstuk bevat voorbeeldcontracten en –reglementen voor de 3 formules van particulier autodelen die in deze brochure beschreven zijn. De overeenkomst van mede-eigendom met reservatiesysteem en het bijbehorende reglement zijn rechtstreeks gebaseerd op de afspraken in de Antwerpse Autopiagroepen. Deze documenten werden vervolgens vertaald naar de 2 andere modellen (uitleenmodel en mede-eigendom met vaste beurtrol, hier met 2 huishoudens) en aangevuld met elementen uit de overeenkomsten van andere autodeelgroepen. Uiteraard dienen deze contracten en reglementen alleen als inspiratiebron en kan elke groep ze aanpassen aan de eigen afspraken en voorkeuren.
32
Colofon (c) Autopia vzw, september 2002 1ste herziening, 2de druk januari 2005 Alle rechten voorbehouden Niets uit deze uitgave mag gereproduceerd worden door middel van druk, fotocopie of op enige andere wijze zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van Autopia vzw. De informatie in deze brochure is gebaseerd op gegevens zoals die in januari 2005 bekend en van toepassing waren. Er kunnen zich sindsdien veranderingen hebben voorgedaan. Om op de hoogte te blijven van recente ontwikkelingen in verband met autodelen in Vlaanderen, gelieve regelmatig onze website te raadplegen of in te schrijven op onze nieuwsbrief (via de site of stuur een mail naar
[email protected]) Deze brochure is met de grootste zorg samengesteld. Noch de maker, noch de uitgever kan echter aansprakelijk gesteld worden voor eventuele gevolgen van verkeerd gebruik of van eventuele (druk)fouten, onjuistheden of onvolledigheden. Met financiële steun van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Autopia vzw Maria Hendrikaplein 65B 9000 Gent 09/242 32 75 09/242 32 29 Gsm: 0495/88 34 98 Email:
[email protected] Website: www.autodelen.net Rekeningnr. 734-0108261-18
Blijf op de hoogte van recente ontwikkelingen ivm autodelen in Vlaanderen: raadpleeg regelmatig onze website of schrijf je in op onze nieuwsbrief via de site of door een mailtje te sturen naar
[email protected]
Deze brochure is een uitgave van Autopia vzw. De herdruk kwam tot stand met de financiële steun van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap.
Tekst: Christel Grieten Herwerkte versie: Kobe Vanhaeren Layout: Tim Keppens Druk: Collectief De Wrikker V.u. Ruth Stokx, Guldensporenlaan 59, 3010 Kessel-Lo