Ontwerpverordeningen
a. Ontwerp-Contributieverordening 2016 De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, tweede lid, onderdeel g, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel 1 De contributie voor de contributiegroepen, bedoeld in artikel 2 van de Algemene contributieverordening, bedraagt: H. openbaar accountant € 1.275,M. intern accountant en overheidsaccountant € 850,L. accountant in business € 425,Z. lid zonder arbeidsinkomen € 160,Artikel 2 Het bedrag van de vermindering, bedoeld in artikel 6 van de Algemene contributieverordening, bedraagt: H. openbaar accountant € 0,M. intern accountant en overheidsaccountant € 0,L. accountant in business € 0,Z. lid zonder arbeidsinkomen € 0,Artikel 3 De korting, bedoeld in artikel 7 van de Algemene contributieverordening, wordt vastgesteld op: 0. Artikel 4 Het percentage, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Algemene contributieverordening, wordt vastgesteld op: 4. Artikel 5 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Contributieverordening 2016.
b. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 3 komt te luiden: Artikel 3 De daartoe bij of krachtens de Wet op het accountantsberoep aangewezen accountant, draagt er zorg voor dat de accountantspraktijk of accountantsafdeling waarbij hij werkzaam is of waaraan hij is verbonden, voldoet aan het bepaalde bij en krachtens de Wet op het accountantsberoep. B Artikel 4 komt te luiden: Artikel 4 De accountant verleent medewerking aan een toetsing, een hertoetsing, een thematisch onderzoek, een incidentenonderzoek, een onderzoek als bedoeld in artikel 8, tweede lid, of een onderzoek als bedoeld in artikel 4a en stelt alle gegevens ter beschikking die nodig zijn voor vorenbedoelde toetsingen of onderzoeken en verschaft de nadere inlichtingen die worden verlangd in het kader van een periodiek bezoek als bedoeld in artikel 8, derde lid. C Na artikel 4 wordt een artikel ingevoegd dat komt te luiden: Artikel 4a Het bestuur kan een onderzoek instellen als sprake is van een redelijk vermoeden van niet-naleving van voor accountants geldende beroepsnormen. D In artikel 27 wordt de zinsnede “dagdelen” vervangen door: uren. E In artikel 30, eerste lid, wordt na de zinsnede “de beroepsuitoefening van een accountant, komen” ingevoegd: ,met uitzondering van het tarief, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de Verordening op de kennistoets,. Artikel II Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na plaatsing daarvan in de Staatscourant.
c. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, tweede lid, onderdeel h, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de kosten kwaliteitsbeoordelingen wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 2, eerste lid, wordt in de aldaar opgenomen tabel in de tweede kolom op de regels III en V na de zinsnede “en welke” ingevoegd: structureel. B In artikel 3, achtste lid, wordt de zinsnede “artikel 8, derde lid, van de Verordening op de Raad voor Toezicht” vervangen door: artikel 4a van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen. C Artikel 3a vervalt. D In artikel 10 wordt “€ 105,-“ vervangen door: € 125,-. E Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, wordt in de aldaar opgenomen tabel in de tweede kolom op regel VI “€ 4.750,-“ vervangen door: € 4.970,-. 2. In het eerste lid, wordt in de aldaar opgenomen tabel in de derde kolom op regel VI “€ 9.020,-“ vervangen door: € 9.240,-. F Artikel 13, eerste lid komt te luiden: 1. Aan toetsers wordt de volgende vergoeding toegekend:
Categorie I, in het geval van een toetsing I, in het geval van een hertoetsing II III IV V VI eerste toetser VI tweede toetser
Vergoeding toetser optredend als toetser teamleider € 1.650,€ 1.000,€ 1.650,€ 1.000,€ 1.320,€ 1.000,€ 1.320,€ 1.000,€ 1.650,€ 1.000,€ 2.640,€ 1.000,€ 2.970,€ 1.000,-
Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016, met uitzondering van artikel I, onderdeel C, dat in werking treedt op het tijdstip waarop de Verordening op de kennistoets in werking treedt.
d. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de Raad voor Toezicht De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de Raad voor Toezicht wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 8, derde lid vervalt Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
e. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de praktijkopleidingen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 19 tweede lid, onderdeel j en 47, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de praktijkopleidingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt “1.” geplaatst. 2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd dat komt te luiden 2. Een accountant die is benoemd tot lid van een stagebestuur als bedoeld in artikel 15 van de Nadere voorschriften op de praktijkopleidingen, draagt er zorg voor dat het stagebureau waarvan hij (mede) het bestuur vormt, de aanwijzingen opvolgt die het bestuur geeft ten aanzien van de naleving van de eisen als bedoeld in artikel 6, eerste lid. Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
f. Ontwerp Tijdelijke verordening integratie examentraject opleiding tot Registeraccountant De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 19, tweede lid, aanhef en onderdeel j en derde lid, en 47, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: - accountant: een accountant als bedoeld in artikel 1 van de wet; - accountantsregister: het accountantsregister, bedoeld in artikel 36, eerste lid van de wet; - bestuur: het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de wet; - examen praktijkopleiding RA: het examen, bedoeld in artikel, 47, eerste lid, tweede volzin, van de wet, ter afronding van de praktijkopleiding passend bij een inschrijving in het accountantsregister met de vermelding van de beroepstitel van Registeraccountant; - praktijkopleiding: de praktijkopleiding, bedoeld in artikel 47, eerste lid, eerste volzin van de wet; - verordening: de Verordening op de praktijkopleidingen; - wet: de Wet op het accountantsberoep. Artikel 2 1. Om ervaring op te kunnen doen met een gedeeltelijke integratie van: - het examen ter afronding van de opleiding tot accountant passend bij een inschrijving in het accountantsregister met vermelding van de beroepstitel van Registeraccountant, niet zijnde het examen praktijkopleiding RA; en - het examen praktijkopleiding RA kan bij nadere voorschriften van de bepalingen, genoemd in het tweede lid worden afgeweken. 2. De bepalingen, bedoeld in het eerste lid betreffen: - artikel 14, vierde lid van de verordening; - artikel 17, tweede lid, onderdeel b, van de verordening; - artikel 21, onderdeel b van de verordening; en - artikel 26, onderdeel b van de verordening. Artikel 3 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie daarvan in de Staatscourant en vervalt op een door het bestuur te bepalen tijdstip. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Tijdelijke verordening integratie examentraject opleiding tot Registeraccountant.
g. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkopleidingen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid, 19, tweede lid, onderdeel j en 47, tweede lid, aanhef en onderdeel e, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de geldelijke bijdragen praktijkopleidingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Kandidaten die aan de praktijkopleiding willen deelnemen zijn eenmalig een deelnamebijdrage van € 825,- verschuldigd. 2. Het tweede lid vervalt. 3. Het derde lid wordt vernummerd tot het tweede lid (nieuw). B In artikel 3, eerste lid, wordt “€ 85,-“ vervangen door: € 100,-. C In artikel 4, wordt “€ 444,-“ vervangen door: € 575,-. D In artikel 5, wordt de zinsnede “artikelen 11, tweede lid” vervangen door: artikelen 11, eerste lid. E In artikel 7, derde lid, wordt “€ 2.550,-“ vervangen door: € 2.450,-.
Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
h. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op artikel 5, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep en artikel 5 van het Besluit accountantsopleiding 2013; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening examengelden Nederlands recht en gedrags- en beroepsregels wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt “€ 400,-“ vervangen door: € 575,-. 2. In het tweede lid wordt ”€ 200,-“ vervangen door: € 230,-. B In artikel 3 wordt “€ 85,-“ vervangen door: € 100,-. Artikel II Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2016.
i. Ontwerpverordening op de beroepsprofielen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, tweede lid, aanhef en onderdeel k van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: aan assurance verwante opdracht: aan assurance verwante opdracht als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; aantekening: de aantekening, bedoeld in artikel 36, tweede lid, onderdeel i, van de wet; accountant: een accountant als bedoeld in artikel 1 van de wet; accountant in business: een accountant in business als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; accountantsregister: het accountantsregister, bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de wet; assurance-opdracht: assurance-opdracht als bedoeld in artikel 1, onderdeel f van de Verordening inzake onafhankelijkheid bij assurance-opdrachten; CEA: de Commissie eindtermen accountantsopleiding, bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de wet; eindtermen: de eindtermen, bedoeld in artikel 49, tweede lid, onderdeel a, van de wet; intern accountant: een intern accountant als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; openbaar accountant: een openbaar accountant als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; overheidsaccountant: een overheidsaccountant als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; overige opdracht: overige opdracht als bedoeld in artikel 1 van de Verordening op de ledengroepen; wet: de Wet op het accountantsberoep. Artikel 2 De CEA neemt bij het vaststellen van de eindtermen in acht hetgeen in deze verordening is vastgelegd ten aanzien van: a. het werkterrein en de werkzaamheden van de accountant; b. de kerncompetenties van de accountant; en c. de opleiding tot accountant. Hoofdstuk 2 het werkterrein en de werkzaamheden van de accountant Artikel 3 1. Een accountant kan werkzaam zijn als: a. openbaar accountant; b. intern of overheidsaccountant; of c. accountant in business. 2. De kenmerkende werkzaamheden van accountants omvatten: a. het verschaffen van zekerheid over financiële en niet-financiële bedrijfseconomische informatie; b. het controleren, beoordelen en opstellen van financiële en niet-financiële bedrijfseconomische informatie; c. het verrichten van specifieke onderzoeken; en d. het verlenen van adviesdiensten op het terrein van accountancy. 3. De in het vorige lid bedoelde informatie betreft met name, maar is niet beperkt tot, financiële en niet-financiële bedrijfseconomische informatie. Hoofdstuk 3 kerncompetenties van de accountant Artikel 4
Een accountant kan als beginnend beroepsbeoefenaar: a. Zelfstandig richting en uitvoering geven aan assurance-opdrachten, aan assurance verwante opdrachten en aan overige opdrachten, zoals adviesopdrachten. b. Rekenschap geven van de maatschappelijke rol van de accountant, hiernaar in overeenstemming met de fundamentele beginselen, genoemd in de Verordening gedrags-en beroepsregels accountants, handelen en daarbij het algemeen belang voorop stellen. c. In zijn beroepsuitoefening de vereiste professioneel kritische instelling toepassen om tot zelfstandige en professionele oordeelsvorming te komen. d. In zijn beroepsuitoefening de eigen grenzen en beperkingen onderkennen en waar nodig hulp van andere deskundigen of experts inschakelen. e. Verantwoording afleggen over het eigen functioneren als accountant. f. Veranderingen in het vakgebied en het beroep inclusief de maatschappelijke implicaties hiervan, tijdig signaleren, analyseren naar relevantie, bespreken met vakgenoten en niet-vakgenoten en zo nodig toepassen. g. Door het toepassen van verschillende methoden en technieken, zelfstandig een methodologisch verantwoord onderzoek uitvoeren op een deelgebied van de accountancy. h. De waarde of de bruikbaarheid en beperkingen van een onderzoek op het vakgebied taxeren. i. De relatie met een opdrachtgever goed onderhouden en adequaat anticiperen op de behoeften en verwachtingen van interne en externe gebruikers van professionele diensten van accountants. j. Analytisch denken, strategisch denken en logisch redeneren. k. Helder, begrijpelijk en overtuigend communiceren in woord en geschrift. l. In zijn beroepsuitoefening, al dan niet als projectmanager, leiding geven aan individuen en een team, waaronder ook als coach of mentor van beroepsbeoefenaren of toekomstige beroepsbeoefenaren optreden. m. In verschillende rollen en omstandigheden constructief en verbindend samenwerken binnen een team of met andere professionals. Hoofdstuk 4 de opleiding tot accountant Artikel 5 1. De opleiding tot accountant leidt op tot een beroepsbeoefenaar die in staat is te voldoen aan de eisen die de maatschappij en de wet- en regelgeving voor accountants aan de uitoefening van het beroep stelt. 2. De opleiding tot accountant verschaft tevens grondige kennis over de regelgeving zoals die door bevoegde organen van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants is vastgesteld ten aanzien van de beroepsuitoefening. Artikel 6 De opleiding tot accountant onderscheidt naar accountants die in het accountantsregister worden ingeschreven met aantekening en accountants die zonder aantekening worden ingeschreven. Artikel 7 1. De opleiding tot een accountant die in het accountantsregister met aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Accountant-Administratieconsulent, is tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b, of het tweede lid, onderdeel b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en een postinitiële opleiding volgend op de hiervoor bedoelde opleiding. 2. De opleiding tot een accountant die in het accountantsregister zonder aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Accountant-Administratieconsulent, is tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a, of het tweede lid, onderdeel a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en een postinitiële opleiding volgend op de hiervoor bedoelde opleiding. 3. De opleiding tot een accountant die in het accountantsregister met aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Registeraccountant, is tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel b en een postinitiële opleiding volgend op de hiervoor bedoelde opleiding. 4. De opleiding tot een accountant die in het accountantsregister zonder aantekening wordt ingeschreven met de beroepstitel Registeraccountant, is tevens een opleiding als bedoeld in artikel 7.3a, eerste lid, onderdeel a en een postinitiële opleiding volgend op de hiervoor bedoelde opleiding.
Hoofdstuk 5 Slotbepalingen Artikel 8 1. De verordening op het beroepsprofiel AA wordt ingetrokken. 2. De verordening op het beroepsprofiel van de registeraccountant wordt ingetrokken. Artikel 9 De Verordening op het beroepsprofiel AA en de Verordening op het beroepsprofiel van de registeraccountant zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van deze verordening, blijven van toepassing op de eindtermen welke voor de inwerkingtreding van deze verordening door de CEA zijn vastgesteld. Artikel 10 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin deze is gepubliceerd. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de beroepsprofielen.
j. Ontwerpverordening op de kennistoets De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 3, onderdeel a, 5, eerste lid, 19, eerste en derde lid, en 30, tweede lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: - bestuur: het bestuur van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, bedoeld in artikel 2, eerste lid van de Wet op het accountantsberoep; - kennistoets: een onderzoek waarbij het bestuur in het kader van de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant, zijn kennis over een bepaald kennisgebied of onderwerp toetst; - organisatie: een onderneming of een instelling, een accountantspraktijk en een accountantsafdeling daaronder begrepen. . Artikel 2 1. Het bestuur kan het met goed gevolg afleggen van een kennistoets verplicht stellen. 2. Het bestuur bepaalt aan welke accountants de verplichting, bedoeld in het eerste lid, wordt opgelegd. Artikel 3 1. Het bestuur kan op aanvraag een organisatie aanwijzen voor het afnemen van een kennistoets. 2. Een organisatie kan uitsluitend een kennistoets afnemen op basis van vragen welke door het bestuur ter beschikking zijn gesteld. 3. Onverminderd de toepassing van het tweede lid, verbindt het bestuur voorwaarden aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing en maakt afspraken over de daaraan verbonden kosten. Artikel 4 1. Het bestuur kan een klacht indienen bij de accountantskamer indien de accountant niet aan het bepaalde in artikel 2 voldoet. 2. Alvorens een klacht wordt ingediend, stelt het bestuur de accountant een termijn om alsnog aan het bepaalde in artikel 2 te voldoen. Artikel 5 1. Het bestuur brengt aan de accountant die een door het bestuur aangeboden kennistoets aflegt, een tarief in rekening voor het afleggen van een kennistoets. 2. Het tarief, bedoeld in het eerste lid, bedraagt ten hoogste € 125,-. 3. Indien een accountant een door het bestuur aangeboden kennistoets aflegt in een omgeving waarin bijzondere waarborgen zijn getroffen gericht op de voorkoming van een handelen of nalaten dat de vorming van een juist oordeel over de kennis waarover de accountant met de kennistoets wordt bevraagd, geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt, bedraagt het tarief, bedoeld in het eerste lid, ten hoogste € 240,-. Artikel 6 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na plaatsing daarvan in de Staatscourant. 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de kennistoets.
k. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de klachtbehandeling De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op artikelen 5, eerste lid en 19, tweede lid, aanhef en onder c, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de klachtbehandeling wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: De zinsnede ‘bij de uitoefening van zijn beroep’ wordt vervangen door: ten aanzien van de uitoefening van zijn beroep. B Artikel 8, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: 1. Onderdeel b, komt te luiden: b. indien tussen het moment van constateren of redelijkerwijs kunnen constateren van het handelen of nalaten en het moment van indiening een periode van drie jaar is verstreken; 2. Onder verlettering van de onderdelen c en d tot d en e wordt er na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende: c. indien tussen het moment van handelen of nalaten en het moment van indiening een periode van zes jaar is verstreken; ARTIKEL II Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot en met 1 juli 2015.
l. Ontwerpverordening tot wijziging van de Verordening op de kostenvergoedingen De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants; Gelet op de artikelen 5, eerste lid en 19, eerste lid, van de Wet op het accountantsberoep; Stelt de volgende verordening vast: Artikel I De Verordening op de kostenvergoedingen wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het tweede lid wordt “€ 71.250,-“ vervangen door: € 72.100,-. 2. In het tweede lid wordt “€ 35.625,-“ vervangen door: € 36.050,-. 3. In het tweede lid wordt “€ 8.550,-“ vervangen door: € 8.650,-. B Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor het eerste lid wordt een nieuw lid ingevoegd dat komt te luiden: 1. De leden van het bestuur hebben voor het bijwonen van hun vergaderingen of andere bijeenkomsten dan hun vergaderingen, recht op een vergoeding van reistijdkosten. 2. Het eerste lid (oud), tweede en derde lid worden vernummerd tot het tweede, derde en vierde lid. 3. In het tweede lid (nieuw), aanhef, wordt “eerste lid” vervangen door: tweede lid. C Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd: 1. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd dat komt te luiden: 3. De vergoeding, bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt € 0,77 per afgelegde kilometer boven een totale reisafstand van honderd kilometer. 2. Het derde lid (oud) en vierde lid worden vernummerd tot het vierde en vijfde lid. 3. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden: 4. Parkeer-, tol- en veergelden en vergoedingen voor reiskosten worden geacht te zijn begrepen in de vergoedingen bedoeld in het eerste en derde lid. Artikel II Deze verordening treedt in werking op de dag na publicatie daarvan in de Staatscourant.