Liesbeth Dockx, Marc De Hert
Antipsychotica en constipatie: een literatuurstudie Antipsychotica zijn de hoeksteen in de behandeling van schizofrene patiënten. Ze hebben een groot therapeutisch effect maar ook verscheidene nevenwerkingen. Één van de nevenwerkingen waar weinig aandacht aan besteed wordt, is constipatie. Constipatie is een veel voorkomend fenomeen bij het gebruik van antipsychotica. Dit overzichtsartikel heeft als doel te onderzoeken welke publicaties handelen over het verband tussen antipsychotica en constipatie. Constipatie heeft een hoge prevalentie en kan ernstige gevolgen hebben, zoals paralytisch ileus, intestinale occlusie en zelfs de dood. Toch is er maar weinig onderzoek gedaan naar dit fenomeen. Er worden enkele hypotheses geformuleerd waarom er over dit onderwerp maar beperkt wordt gepubliceerd. Verpleegkundigen hebben een belangrijke taak in het omgaan met constipatie, zij staan in voor de preventie en tijdige detectie van het probleem.
Inleiding Schizofrenie is een ernstige aandoening die ernstige gevolgen met zich meebrengt voor de patiënt, zijn familie, zorgverleners en de maatschappij. De aandoening wordt gekenmerkt door positieve symptomen (wanen, hallucinaties), negatieve symptomen (vb. anhedonie) en cognitieve stoornissen. (Dolder e.a., 2008). Patiënten met schizofrenie hebben een levensverwachting die 20% lager ligt dan de algemene populatie en een hogere kwetsbaarheid voor ernstige lichamelijke ziektes zoals diabetes, hypertensie, hartlijden,… Dit kan worden verklaard door de levensstijl van psychiatrische patiënten: veel roken, alcoholmisbruik en druggebruik, ongezond voedingspatroon, overgewicht en obesitas. Een andere verklaring voor de vatbaarheid van schizofrene patiënten 141
voor ernstige lichamelijke aandoeningen is de behandeling met antipsychotica (Marder e.a., 2004). Hoewel de medicatie een groot therapeutisch effect kent, zorgt ze ook voor verscheidene neveneffecten. Door de opkomst van de atypische antipsychotica zoals clozapine, olanzapine en risperidone nemen de bewegingsstoornissen af maar zijn andere, onaangename, neveneffecten op de voorgrond getreden (Walker en Macaulay, 2005). De verschenen literatuurstudies omtrent deze nevenwerkingen behandelen voornamelijk: gewichtstoename en obestitas, hyperglycemie en diabetes, verstoring van serumlipiden, QTc-verlenging, verhoogde prolactine spiegels, seksuele disfuncties, extrapyramidale neveneffecten, akathisie, tardieve dyskinesie, cataract en myocarditis (Marder e.a., 2004). Over deze meeste van deze nevenwerkingen werden reeds richtlijnen opgesteld. Een nevenwerking die minder interesse kent, is constipatie. Constipatie werd bij klassieke antipsychotica vooral beschreven in de aanwezigheid van anticholinergica (Suzuki e.a., 2007). In een onderzoek van Antonacci en de Groot (2000) werd tijdens de behandeling met clozapine constipatie in 30,3% van de gevallen gemeld en was het de meest voorkomende bijwerking die door de patiënten gerapporteerd werd. Er zijn gevallen bekend waarbij constipatie niet juist behandeld werd of de symptomen niet tijdig herkend werden, wat leidde tot paralytische ileus, darmobstructie en zelfs de dood (Levin e.a., 2002). Het is belangrijk dat hulpverleners aandacht besteden aan de detectie en de behandeling van constipatie om onnodige ongemakken te vermijden (Levin e.a. 2002). In het UPC campus Kortenberg (De Hert “Het is belangrijk dat e.a., 2009) kent constipatie bij patiënten hulpverleners aandacht besteden in behandeling met antipsychotica een aan de detectie en de behandeling prevalentie van 1/4 en staan laxativa in van constipatie om onnodige de top vijf van de meest voorgeschreven ongemakken te vermijden.” medicaties van de instelling. Van de continu voorschriften voor somatische medicatie was 18,7% voor constipatie. De totale kost van medicatie voor constipatie bedroeg in 2007 meer dan 33.000 euro. In 2003 vond een bevraging van patiënten plaats over constipatie. Van de bevraagde patiënten rapporteerde 2.5% zeer ernstige constipatie, 7,3% ernstige constipatie en 13,1% een milde vorm van constipatie. Over de voorbije jaren wordt een stijgende evolutie in het gebruik van laxativa waargenomen. In 2003 bedroeg het langdurige gebruik 7% en in 2007 is het gebruik toegenomen tot 15,3%. Het doel van deze literatuurstudie is na gaan wat er reeds onderzocht is over het effect van antipsychotica op constipatie bij schizofrene patiënten.
Methode Zoekstrategie Alle relevante studies werden gezocht op 2 manieren. Er werd gezocht in elektronische databanken nl. Pubmed, Psychinfo, Web of Science en Scopus aan de hand van de vol142
gende zoektermen: ‘side effect’, ‘antipsychotics’, ‘constipation’, ‘obstipation’, ‘antipsychotic agents’, ‘anticholinergic side effect’, ‘laxative’, ‘bowel obstruction’, clozapine, quetiapine, risperidone, olanzapine. De trefwoorden werden onderling met elkaar gecombineerd. Vervolgens werd de sneeuwbalmethode toegepast. De bibliografieën van de bruikbare artikels werden doorzocht op zoek naar andere relevante literatuur. Er werd enkel gezocht naar Nederlandstalige en Engelstalige artikels die de laatste 10 jaar gepubliceerd werden. Verder werd er gezocht naar bruikbare informatie in de richtlijnen in verband met schizofrenie, de behandeling van schizofrenie en de neveneffecten. Selectie literatuur De geselecteerde artikels hadden de volgende inclusiecriteria: (1) Patiënten die in behandeling waren met anti-psychotica, (2) artikel moet constipatie opnemen in de resultaten van het onderzoek. Artikels werden geëxcludeerd als: (1) constipatie niet specifiek wordt opgenomen (dit wil zeggen dat constipatie onder de noemer van algemene neveneffecten of anticholinerge effecten komt te staan).
Resultaten In de literatuur vinden we 16 publicaties die constipatie expliciet opnemen in hun onderzoek, waarvan 5 gevalsbesprekingen, 7 reviews, 1 crossover-studie en 1 controlled trail, 1 quasi experiment en 1 pre-experiment (tabel 1.). Opvallend is dat geen van de studies, uitgezonderd de gevalsbesprekingen en het overzichtsartikel van Palmer e.a. (2008), specifiek constipatie behandelen. Constipatie werd wel opgenomen in de andere studies maar het was voor de onderzoekers geen belangrijke uitkomst. Na het screenen van de richtlijnen voor behandeling kan er besloten worden dat ook hier het resultaat negatief is. In de richtlijnen voor schizofrenie en antipsychotica wordt er geen aandacht besteed aan constipatie (Goff e.a., 2005, Bushema e.a.,2000, Marder e.a., 2004). De gerapporteerde prevalenties omtrent constipatie bij mensen behandeld met antipsychotica zijn uiteenlopend. Er werd slechts 1 studie gevonden die de invloed van Haloperidal op constipatie onderzocht. Onder behandeling met haloperidal, ontwikkelde 9,9% van de patiënten constipatie (Kennedy e.a., 2003). Olanzapine kent als nevenwerking constipatie. Er zijn 3 studies opgenomen met uiteenlopende prevalenties. Kennedy e.a. (2003) toonde een voorkomen van 5,3%. Ongeveer gelijkaardige resultaten werden gevonden in een studie van Frenchmann (2005) die 10 gevallen van constipatie had op een groep van 148 patiënten. Kelly e.a. (2006) rapporteerden een voorkomen tot 60% van patiënten die behandeld werden met olanzapine. Bij olanzapine werd er ook een duidelijk verband gevonden tussen het voorkomen van 143
constipatie en de toegediende dosis. Hogere plasma concentraties van het geneesmiddel waren geassocieerd met meer anticholinerge nevenwerkingen in het algemeen en ook specifiek meer constipatie (Kelly e.a., 2006). Risperidone zou minder kans op het ontwikkelen van constipatie geven. Slecht 1 studie geeft een percentage van 7% van het voorkomen van constipatie onder een behandeling van risperidone (Potkin, 2006). De overige studies die risperidone opnamen vermeldden dat constipatie niet voorkomt (Frenchman, 2005; Chew, 2006). De onderzoeken naar quetiapine zijn uiteenlopend. Er zijn prevalenties van 12% (Potkin, 2006) gekend. Maar het onderzoek van Boggs (2008) vermeldt een studie waarvan 5 mensen van de 12 die onder behandeling zijn met quetiapine constipatie ontwikkelen, dit komt op 41%. Naar de invloed van clozapine op constipatie zijn de meeste resultaten beschikbaar. Ook hier zijn de prevalenties uiteenlopend, toch zijn de studies het erover eens dat constipatie een belangrijke nevenwerking is van een behandeling met clozapine. Pelliza e.a. (2007) rapporteerden 14% tot 60% constipatie bij patiënten die behandeld worden met clozapine. Levin e.a. (2002) weerhield een prevalentie van 14% . Een overzichtsartikel naar de nevenwerkingen van clozapine (Miller e.a., 2000) beschrijft constipatie als een frequent voorkomend neveneffect van de behandeling. Het wordt verklaard door de anticholinerge werking van dit geneesmiddel. Anticholinerge activiteit verstoort de normale darmactiviteit die verantwoordelijk is voor ons natuurlijk stoelgangpatroon. De duodenale motiliteit, de contracties en de colontransit worden verhinderd, net zoals de gastrocolische reflex en de postprandiale toename van de colonactiviteit. Er wordt hier ook aandacht gevestigd op de risico’s die het gebruik van anticholinergica met zich mee brengen, zoals bijvoorbeeld een paralytische ileus (Floris, 2001). Palmer e.a. (2008) bevestigt het ontstaan van gastro-intestinale nevenwerkingen als gevolg van clozapine. Chew e.a. (2006) bevestigen deze vaststelling en voegen er nog aan toe dat de anticholinerge activiteit in werking gaat bij clozapine, olanzapine en in mindere mate quetiapine. Aripiprazole, risperidone en ziprasidone hebben geen anticholinerge activiteit. Er zijn verschillende gevalsbesprekingen die het voorkomen van constipatie bij een behandeling met antipsychotica en de ernst van de situatie aantonen. Vaak gerapporteerde gevolgen van constipatie als gevolg van een antipsychotica behandeling zijn: paralytische ileus, fecale impactie, darmobstructies en darmperforaties.
“Er zijn verschillende gevalsbesprekingen die het voorkomen van constipatie bij een behandeling met antipsychotica en de ernst van de situatie aantonen. Vaak gerapporteerde gevolgen van constipatie als gevolg van een antipsychotica behandeling zijn: paralytische ileus, fecale impactie, darmobstructies en darmperforaties.” 144
Suzuki e.a. (2007) vermeldt een patiënt die al tientallen jaren aan schizofrenie lijdt en hiervoor een medicamenteuze behandeling krijgt. De man ontwikkelt een paralytische ileus, die niet kan worden toegschreven aan andere medicatie. Na onderzoek stelt men vast dat de man een gedilateerd colon heeft door het overmatig gebruik van laxantia. Wanneer men de antipsychotica afbouwt (waarbij de algemene toestand van de patiënt stabiel blijft) wordt er duidelijk minder beroep gedaan op laxantia. In Australië zijn er 15 gevallen gekend waar constipatie als gevolg van een behandeling met antipsychotica ernstige gevolgen met zich meebracht. 4 van deze gevallen resulteerden in fecale impactie, 2 maal ging het over in subacute darmobstructie, 1 geval eindigde met een ileumstoma, en 1 geval had een dodelijke afloop (Levin e.a., 2002).. Ook Pelliza e.a. (2007) beschrijven een geval van intestinale occlusie als gevolg van een clozapine behandeling. Er zijn op 8.000 patiënten 8 gevallen van paralytische ileus gedetecteerd. In Duitsland zijn er 2 gevallen van darmobstructie gekend op 929 patiënten met schizofrenie. Ook in een Frans ziekenhuis zijn er 3 gevallen van intestinale occlusie gekend, waarvan er 1 fataal werd (Pelizza e.a., 2007). De publicatie van Palmer e.a. (2008) bestaat uit een synthese van 102 gevallen van patiënten die onder behandeling met clozapine gastro-intestinale nevenwerkingen rapporteerden. In 28 gevallen liep het fataal af, andere veel voorkomende complicaties waren o.a. darmobstructie, ischemie, perforatie en aspiratie.
Discussie Constipatie als gevolg van een behandeling met antipsychotica is frequent. Het kan leiden tot ernstige complicaties en er zijn zelfs enkele gevallen gekend waar het fataal werd voor de patiënt. Hoewel de “Hoewel de ernst van constipatie ernst van constipatie en de nood en de nood aan een tijdige aan een tijdige diagnosestelling in diagnosestelling in de verschillende de verschillende gevalsbesprekingevalsbesprekingen duidelijk gen duidelijk gemaakt wordt, wordt gemaakt wordt, wordt er in de er in de literatuur weinig aandacht literatuur weinig aandacht besteed besteed aan dit fenomeen. Hiervoor aan dit fenomeen.” kunnen verschillende oorzaken zijn. Een eerste hypothese kan zijn dat er geen verband bestaat tussen het gebruik van antipsychotica en constipatie. Deze hypothese kan weerlegd worden vermits er enkele gevalsbesprekingen gepubliceerd zijn omtrent deze problematiek. De weinige studies die constipatie wél opnemen in hun onderzoek bevestigen het bestaan van deze nevenwerking. Een tweede hypothese is dat het ontstaan van constipatie als gevolg van een behandeling met antipsychotica tot heden nog weinig bekend is. Dit kan het geval zijn vermits er in de literatuur maar weinig over te vinden is. Daarom is het ook belangrijk dat dit fenomeen verder onderzocht wordt. Aangezien constipatie ernstige gevolgen kent voor de patiënt is het van groot belang dat er meer kennis en inzicht wordt vergaard zodat 145
men tijdig kan ingrijpen om problemen zoals paralytische ileus, gedilateerde colon, intestinale occlusies te voorkomen. Deze hypothese wordt bevestigd door Palmer e.a. (2008). Een derde hypothese is dat door de opkomst van de nieuwe antipsychotica er andere, meer “spectaculaire” nevenwerkingen de kop opstaken waardoor constipatie als minder ernstig werd geacht en, onterecht, op de achtergrond werd geplaatst. Rekening houdend met de resultaten, waar duidelijk wordt gesteld dat constipatie geen uitzondering is en onaangename gevolgen kan hebben voor de patiënt, is het van belang dat ook constipatie de nodige aandacht krijgt om de gevolgen hiervan te herleiden tot een minimum. Indien de relatie tussen constipatie en antipsychotica beter onderzocht wordt en bekend wordt, bestaat de kans dat er meer aandacht gegeven wordt aan deze nevenwerking en dat het systematisch bevraagd en gerapporteerd wordt. Hierdoor kan er tijdig ingegrepen worden. Ook hiervoor is er nood aan verder onderzoek in verband met de invloed van antipsychotica op constipatie. Hierin schuilt ook een belangrijke taak voor verpleegkundigen. Zij moeten instaan voor de tijdige detectie en preventie van dit fenomeen. Ook de educatie en ondersteuning van de patiënt omtrent de nevenwerkingen van de medicatie alsook van constipatie hoort onder het takenpakket van de verpleegkundige te vallen. Verpleegkundigen moeten kennis hebben van dit probleem en de risicopatiënten systematisch screenen om het comfort van de patiënten te verhogen en de gevolgen die constipatie met zich kan meebrengen te vermijden. Ook de therapietrouw komt in gedrang. Volgens Mortimer e.a. (2003) zijn de nevenwerkingen een van de belangrijkste redenen waardoor de therapietrouw in gedrang kan komen. Ook het comfort van de patiënt wordt aangetast. Een onderzoek naar de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van Dennison e.a. (2005) toont aan dat patiënten die geconstipeerd zijn lager scoren op de schaal van gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Patiënten die meer klachten rapporteerden van constipatie scoorden lager dan patiënten die minder klachten hadden. Dennison e.a. (2005) benadrukt dat er preventief aan constipatie gewerkt moet worden vermits dit het comfort van de patiënt negatief beïnvloedt. De sterkte van dit artikel is dat dit één van de eerste overzichtartikels is omtrent deze problematiek. In de reeds bestaande literatuur is er weinig te vinden over het verband tussen antipsychotica en het ontstaan van constipatie bij patiënten die lijden aan schizofrenie. De zwakte van dit literatuuroverzicht is dat het gebaseerd is op een beperkt aantal publicaties. Er is gebruik gemaakt van artikels die gepubliceerd zijn vanaf 1998, wat ervoor kan gezorgd hebben dat het voornamelijk resultaten van atypische antipsychotica zijn. Er is gebruik gemaakt van gevalsbesprekingen omdat deze de enige bruikbare literatuur was die specifiek over dit onderwerp handelde. De andere studies die zijn 146
opgenomen namen constipatie wel op in hun bespreking maar constipatie behoorde niet tot de primaire uitkomsten van het onderzoek en er werd dus niet veel aandacht aan besteed.
Besluit Hoewel het vaak ondergerapporteerd wordt, is constipatie een veel voorkomende nevenwerking van antipsychotica. De mogelijke gevolgen die constipatie met zich kan meebrengen moeten ernstig genomen worden (Pelizza e.a., 2007). Toch wordt het vaak te laat gediagnosticeerd. Constipatie kan onder andere leiden tot darmobstuctie, fecale impactie, darmperforatie en in sommige gevallen zelfs de dood. Het is dus van groot belang dat het tijdig opgemerkt wordt. Constipatie als gevolg van een therapie met antipsychotica krijgt niet de nodige aandacht. Verder onderzoek omtrent dit fenomeen is aangewezen zodat artsen, verpleegkundigen en patiënten in kennis worden gebracht omtrent deze problematiek waardoor er tijdig ingegrepen kan worden.
AUTEUR • Liesbeth Dockx, student Master in de Verpleegkunde en Vroedkunde. • Marc De Hert, Psychiater-psychotherapeut, UPC KUL campus Kortenberg.
LITERATUUR • Antonacci, D., de Groot, C. Clozapine treatment in a population of adults with mental retardation. Journal of Clinical Psychiatry, 2000, 61(1), 22-5. • Boggs, D, e.a. Quetiapine at high doses for the treatment of refractory schizophrenia. Schizophrenia Research, 2008, doi:10.1016/j.schres.2008.01.013. • Buscema, C., Abbasi, Q., Barry, D., & Lauve, T. An algorithm for the treatment of schizophrenia in the correctional setting: the forensic algorithm project. Journal of Clinical Psychiatry, 2000, 61(10), pp. 767-783. • Chew, M., Mulsant, B., Pollock, B., Lehman, M. e.a. A model of anticholinergic activity of atypical antipsychotic medication. Schizophrenia Resarch, 2006, 88, pp. 63-72. • De Hert, M., van Winkel, R., Silic, A., Van Eyck, D., & Peuskens, J. (2009). Physical health management in psychiatric settings. European Psychiatry In press. • Dennison, C., Prasad, M., Lloyd, A., Bhattacharyya, S.; e.a. The health-related quality of life and economic burden of constipation. Pharmacoeconomics, 2005, 23(5), pp. 461-476. • Dolder, C., Nelson, M., Deyo, Z. Paliperidone for schizophrenia. American Journal of Health-System Pharmacists, 2008, 65, pp. 403-413. • Floris, M., Lecompte, D., Mallet, L., Mourad, H., e.a. Antipsychotica en acetylcholine : een stand van zaken. Neuron, 2001, 6(7), pp. 1-13. • Frenchman, B. Atypical antipsychotics for nursing home patients. Drugs aging, 2005, 22(3), pp. 257-264. • Goff, D., Cather, C., Evins, E., Henderson, D., e.a. Medical morbidity and mortality in schizophrenia: guidelines for psychiatrists. Journal of Clinical Psychiatry, 2005, 66(2), pp. 183-194.
147
• Kelly, D., Richardson, C., Yu, C., Conley, R. Plasma concentrations of high-dose olanzapine in a double-blind crossover study. Human Psychopharmacology, 2006, 21, pp. 393-398. • Kennedy, J., S., Jeste, D., Kaiser, C., J., Golshan, S., e.a. Olanzapine vs haloperidol in geriatric schizophrenia: analysis of data from a double-blind controlled trail. International Journal of Geriatric Psychiatry, 2003, 18, pp. 1013-1020. • Levin, T., Barrett, J., Mendelowitz, A. Death from clozapine-induced constipation. Psychomatics, 2002, 43(1), pp. 71-73. • Marder, S., Essock, S., Miller, A., Buchanan, R., e.a. Physical health monitoring of patients with schizophrenia. American Journal of Psychiatry, 2004, 161(8), pp. 1334-1349. • Miller, D. Review and management of clozapine Side effects. Journal of Clinical Psychiatry, 2000, 61, pp. 14-17. • Mortimer, A., Williams, P., Meddis, D. Impact of side-effects of atypical antipsychotics on non-compliance, relaps and cost. The Journal of International Medical Research, 2003, 31, pp. 188-196. • Palmer, S., Mclean, R., Ellis, P., Harrison-Woolrych, M. Life - threatening clozapine - induced gastrointestinal hypomotility: An analysis of 102 cases. Journal of Clinical Psychiatry, 2008, pii: ej07m03886. • Pelizza, L., De Luca, P., La Pesa, M., Borella, D. Clozapine-induced intestinal occlusion : a serious side effect. Acta Bio Medica, 2007, 78, pp. 144-148. • Potkin, S., Gharawawi, G., Greenspan, A., Mahmoud, R. A double blind comparison of risperidone, quetiapine and placebo in patients with schizophrenia experiencing an acute exacerbation requiring hospitalization. Schizophrenia Research, 2006, 85, pp. 254-265. • Raedler, T., Reimer, J., Wiedemand, K. Dose-dependent constipation with higher doses of quetiapine: a case series. International Clinical Psychopharmacology, 2007, 22, pp. 244-246. • Stanniland, C., Taylor, D. Tolerability of atypical antipsychotics. Drug safety, 2000, 22(3), pp. 195-214. • Suzuki, T., Uchida, H., Watanabe, K., Kashima, H. Minimizing antipsychotic medication obviated the need for enema against severe constipation leading to paralytic ileus: a case report. Journal of Clinical Pharmacy and Therapeutics, 2007, 32, pp. 525-527. • Walker, H., Macaulay, K. Assessment of the side effects of antipsychotic medication. Nursing Standard, 19(40), 2005, pp. 41-46.
148
149 Richtlijnen
Gegevens uit 65 instellingen in New Jersey en Pennsylvania tussen 1-09-2001 en 15-10-2001 Nvt
Opgenomen patiënten Review n=289 148= olanzapine 141= risperidone gem. leeftijd: 77 j.
FRENCHMAN, 2005
Schizofrene patiënten
Literatuuronderzoek Literatuuronderzoek
Review Review
Schizofrene patiënten Behandeling met antipsychotica en anticholinergica
DOLDER e.a., 2008 FLORIS e.a., 2001
GOFF e.a., 2005
Nvt
Literatuuronderzoek
Review
DENNISON e.a., 2005 Patiënten met constipatie
Nvt
Geen
Nvt Nvt
Geen
Atypische antipsychotica
CHEW e.a., 2006
Richtlijnen Onderzoek en Ontwikkelen van een review model om anticholinerge activiteit te meten.
Schizofrene patiënten
BUSCEMA e.a., 2000
Nvt
Schizofrene patiënten met behandeling van quetiapine
BOGGS, 2008
Interventie Controle Gebruik gemaakt van Geen de resultaten van een universitaire psychiatrisch gespecialiseerde dienst Experimenteel Twaalf weken Geen behandeling met een hoge dosis quetiapine
Design Review
Nvt
Populatie Patiënten met mentale retardatie, behandeling met clozapine
Studie ANTONACCI, 2000
Tabel 1: overzicht van de literatuur Resultaten Het gebruik van clozapine blijkt veilig te zijn bij patiënten met mentale retardatie Constipatie: 30,3% de meest frequent gerapporteerde bijwerking
Nvt
Obstipatie wordt niet opgenomen in de richtlijnen
Een hogere dosis quetiapine blijkt veilig te zijn en werd meestal goed verdragen Constipatie: 42% rapporteerde constipatie als nevenwerking Nvt Constipatie wordt enkel opgenomen bij clozapine Anticholinerge Clozapine, Olanzapine en in mindere mate quetiaactiviteit in functie pine zijn geassocieerd met van het de groep anticholinerge activiteit. antipsychotica Constipatie wordt veroorzaakt door anticholinerge activiteit Nvt Constipatie moet preventief behandeld worden. Constipatie heeft een grote invloed op de patiënt zowel op klinisch en economisch vlak als op het vlak van kwaliteit van leven Nvt Geen info over constipatie Nvt Constipatie als gevolg van vermindering van de duodenale motiliteit, contracties en colontransit, verhinderen van gastocolitische reflex Behavior monito- Valincidentie: Significant hoger bij ring form olanzapine Neveneffecten: Significant meer neveneffecten in de olanzapine groep Constipatie: exclusief voor olanzapine (n=10)
BPRS, CGI, AIMS
Uitkomstenmaten CGI
150 Nvt
Invoeren van een model ivm nevenwerkingen, therapietrouw en kosten
Review Review
Expert consensus
Patiënten met schizofrenie Patiënten onder behandeling van clozapine
MARDER 2004 MILLER en PHARM 2000
MORTIMER e.a., 2003 Patiënten onder behandeling van antipsychotica
Expert consensus
Case report
Schizofrene patiënten met een clozapinetherapie
Schizofrene patiënten, Quasi experiment >60 j. behandeling met olanzapine (OLZ) of haloperidol (HAL) gem. leeftijd: 66 jaar
KENNEDY e.a., 2003
Interventie groep 1: week 1 tot 8: OLZ 50mg/d; week 8 tot 16: CLO 450mg/d groep 2: week1 tot 8: CLO 450mg/d; week 8tot 16: OLZ 50mg/d Groep 1: OLZ gem. dosis 11,9mg/d Groep 2: HAL gem. dosis 9,4mg/d 48weken: post hoc analyse Geen
LEVIN e.a., 2002
Populatie Design Schizofrene patiënten, Cross-over therapieresistent studie N=10
Studie KELLY e.a., 2006
Geen
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
Nvt
PANSS, MADRS, CGI-S SAS, BAS, AIMS, vitale parameters en labuitslagen Kwaliteit van leven: QLS, SF-36
Geen
Nvt
Uitkomstenmaten Vitale parameters, BPRS, BAS,HPLC
Controle Groepen eigen controle
Constipatie als gevolg van clozapine kan leiden tot de dood. Er moet meer aandacht besteed worden indien de patiënt symptomen vertoond In de richtlijnen wordt constipatie niet opgenomen clozapine: - belangrijke nevenwerkingen: agranulocytose - milde nevenwerkingen: sedatie 44%, hypersalvatie 80%, cardio-vasculair, gastro-intestinaal; constipatie door anticholinerge producten: maaglediging vertraagt oplossing: aangepast dieet, hydratatie, laxativa Overschakelen van oudere antipsychotica naar de nieuwe kan resulteren in het besparen van £1 miljoen per jaar
Veiligheid: na 6 weken: OLZ > HAL nevenwerkingen: geen significante verschillen tussen beide Constipatie: frequenter bij haldol HAL: 9.9% OLZ: 5.3%
Resultaten Constipatie: was in 60% van beide groepen aanwezig. plasmaspiegels waren significant hoger bij de deelnemers die constipatie hadden
151
WALKER en MACAULAY, 2005
SUZUKI e.a., 2007
Patiënten onder Review behandeling van atypische antipsychotica man, 65 j. met Case report schizofrenie en dementie; paralytische ileus Patiënten met een anti- Onderzoek psychotica behandeling
STANILAND e.a., 2000
18-64 j. met schizofrenie/ schizoaffectieve stoornis in acute fase, hospitalisatie N= 382
POTKIN e.a. 2005
Interventie Controle Datacollectie uit Nvt verschillende medische databanken
Nvt
Nvt
Geen
Dosisreductie van de medicatie: Bromperidol 4mg/d, Invoeren van de LUNSER-schaal
LUNSER
Nvt
Nvt
de LUNSER-schaal is een bruikbare schaal voor het meten van de nevenwerkingen van antipsychotica
algemene status onder controle, constipatie: frequentie van klysma gereduceerd van 1x/4dagen naar 4x/6maand
De frequentie van constipatie nam bij de 5 gevallen toe naarmate de dosis toename, en nam af naarmate de dosis terug werd afgebouwd naar een lagere dosis De atypische antipsychotica hebben minder nevenwerkingen zoals EPS Constipatie: tabel met prevalentie
Monotherapie: significant verschil tussen risperidone en quetiapine/placebogroep Constipatie:werd gerapporteerd bij >10% van de quetiapine groep
PANNS en nood aan bijkomende medicatie
Nvt
Resultaten Clozapine kan een invloed hebben op het gastro-intestinaal stelsel met gevolgen zoals constipatie, darmperforatie, ischemie,… dit is waarschijnlijk het gevolg van anticholinerge en antiserotonine effect. Bij een behandeling met clozapine moeten deze mogelijke nevenwerkingen tijdig opgemerkt worden Clozapine kon verder worden ingenomen door de ondernomen stappen
Uitkomstenmaten Nvt
Nvt
Literatuuronderzoek
Dosisreductie van Nvt medicatie: Clozapine 250 mg/d IV vocht, fleet, lavement Opstarten van dieet en laxativa Experimenteel 3 groepen Placebo design -risperidone(4-6mg/d) -quetiapine (400-800mg/d) -placebo week 1 en 2: monotherapie week 3 tot 6: bijkomende medicatie Case report Behandeling met hoge Nvt dosissen van quetiapine
Case report
Patiënten onder behandeling van quetiapine
Man, 45 j. met schizofrenie Medicatie: clozapine 400 mg/d, intestinale verstopping
PELIZZZA e.a., 2007
Design Review
RAEDLER e.a., 2007
Populatie Patiënten onder behandeling van clozapine
Studie PALMER e.a. 2008