Algemeen neutraal bijzondere basisschool TUK
schoolplan
A.N.B. TUK J.W. Pasmanweg 2A
8334 RR TUK
SCHOOLPLAN 2011 - 2015
a.n.b.TUK
schoolplan
INHOUD 0.
Inleiding
4
1.
De opdracht van onze school
6
2.
1.1.
Waar staan wij voor? De missie van de school.
6
1.2.
Wat willen wij? Onze visie.
6
1.3. Wat komt er op ons af? De externe ontwikkelingen. 1.3.1. Veranderingen in de omgeving van de school 1.3.2. Het overheidsbeleid 1.4. Wat kunnen wij? Een analyse van de huidige situatie. 1.4.1. De mening van het team 1.4.2. Het beeld bij ouders 1.4.3. De opmerkingen van leerlingen 1.4.4. CITO-eindtoets 1.4.5. CITO-leerlingvolgsysteem 1.4.6. Inspectierapport
6 6 7 7 7 7 7 7 7 7
1.5.
7
Kwaliteitsprofiel
1.6. Onze beleidsvoornemens 1.6.1. Algemeen Strategisch Beleid 1.6.2. Voornemens voor 2011/2012 t/m 2014/2015
7 8 9
1.7.
Planning van de beleidsvoornemens
9
1.8.
Financieel beleid
9
Onderwijskundig beleid 2.1.
10
Onze onderwijskundige doelen
10
2.2. De instrumenteel - cursorische vakken 2.2.1. Nederlandse taal 2.2.2. Engelse taal 2.2.3. Rekenen/Wiskunde
12 12 13 14
2.3. Oriëntatie op mens en samenleving 2.3.1. Aardrijkskunde 2.3.2. Geschiedenis / Samenleving 2.3.3. Natuuronderwijs / Gezond Gedrag / Milieu / Techniek 2.3.4. Redzaam gedrag, waaronder verkeer
14 14 15 15 16
2.4.
16
Lichamelijke opvoeding
2.5. Kunstzinnige oriëntatie 2.5.1. Tekenen en Handvaardigheid 2.5.2. Muziek en Beweging 2.5.3. Spel en Bevordering van het taalgebruik
17 17 17 18
2.6.
18
Zorg voor de leerling
2
a.n.b.TUK
3.
4.
schoolplan
Personeelsbeleid
19
3.1.
Doelen van het personeelsbeleid
19
3.2.
Huidige situatie
19
3.3.
Scholing
20
Kwaliteitsbeleid 4.1.
22
Begripsbepaling
22
4.2. Kwaliteitsbeleid 4.2.1. Inleiding kwaliteitsbeleid 4.2.2. INK-managementmodel 4.2.3. De PDCA-cirkel 4.2.3. Het controlsysteem
22 22 22 23 24
4.3. Instrumenten Planning en Control 4.3.1. Instrumenten Planning 4.3.2. Instrumenten Control
25 25 26
3
a.n.b.TUK
0.
schoolplan
Inleiding
Functies van het schoolplan Het schoolplan is voor het team een planningsdocument voor de periode 01-08-2011 tot 01-08-2015. Hierin wordt aangegeven hoe het onderwijs aan onze school er over 4 jaar uit zal zien en welke stappen er nodig zijn om dit te bereiken. Het is tevens richting gevend: waar gaan we naar toe met ons onderwijs. Een andere functie van het schoolplan is het op gang brengen en houden van een voortdurende dialoog over de kwaliteit van het onderwijs en het onderwijsbeleid op school. Het schoolplan lokt deze dialoog uit tussen teamleden, maar ook tussen team en medezeggenschapsraad. Daarnaast is het schoolplan een document ter verantwoording. Bestuur, inspectie en ouders kunnen nagaan of het geschrevene: in overeenstemming is met de praktijk voldoet aan de wettelijke eisen in overeenstemming is met het bestuursbeleid in overeenstemming is met het overheidsbeleid Integraal jaarplan en relatie met de schoolgids In het schoolplan is het beleid voor de komende vier jaar op hoofdlijnen beschreven. In het integraal jaarplan worden de plannen voor het lopende schooljaar gedetailleerder beschreven en jaarlijks geactualiseerd. Steeds wordt aan het eind van een schooljaar door het team geëvalueerd in hoeverre de gewenste veranderingen zijn ingevoerd. Daarna wordt bepaald wat het jaar daarop aangepakt gaat worden. In de schoolgids worden deze plannen voor het komende schooljaar, in voor ouders begrijpelijke taal, opgenomen. Hoe is het schoolplan tot stand gekomen Als eerste is de visie van de school beschreven. Hierin is aangegeven wat het streefdoel is. Om tot een goed meerjaren beleidsplan te komen is vervolgens gebruik gemaakt van een aantal analyse-instrumenten. Hierdoor werd een goed beeld verkregen: van de sterke en minder sterke punten van de school van de kansen en bedreigingen die er spelen hoe de ouders tegen de school aankijken Aan de hand van de visie van de school (wat willen we bereiken) en de interne analyse (hoe staan we er nu voor) zijn de beleidsvoornemens geformuleerd. Besluitvorming Dit schoolplan wordt, met instemming van de medezeggenschapsraad, vastgesteld voor de periode 01-08-2011 tot 01-08-2015 door het bestuur..
4
a.n.b.TUK
schoolplan
Instemming en vaststelling
School:
ANB basisschool TUK
Adres:
J.W. Pasmanweg 2A
Postcode/plaats:
8334 TUK
VERKLARING Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het van 01-08-2011 t/m 31-07-2015 geldende schoolplan van deze school.
Namens de MR TUK
plaats datum handtekening
Mw. P. de Vegt
naam
Voorzitter MR
functie
VERKLARING Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het van 01-08-2011 t/m 31-07-2015 geldende schoolplan van deze school vastgesteld. Namens bevoegd gezag TUK
plaats datum handtekening
5
Dhr. Th Snoeren
naam
Voorzitter bestuur
functie
a.n.b.TUK
1. 1.1.
schoolplan
De opdracht van onze school Waar staan wij voor? De missie van de school.
Naast de eisen die de Wet op het Primair Onderwijs stelt heeft de school ook een eigen gezicht. De uitgangspunten en doelen genoemd in de Wet op het Primair Onderwijs vormen voor de school een leidraad. De school streeft ernaar dat alle kinderen de leerstof en vaardigheden genoemd in de “Kerndoelen Basisonderwijs” beheersen. Momenteel werken we met de kwaliteitsagenda die de PO raad heeft samengesteld. We willen bereiken dat de kinderen zich veilig voelen in het gebouw, bij de leerkrachten en bij de medeleerlingen. Pas in een veilig klimaat kunnen kinderen goed tot leren komen. We willen wortelen in het humanisme, uitgaande van een positief mensbeeld en respectvol omgaan met elkaar.
1.2. Wat willen wij? Onze visie. Binnen de school proberen wij de kinderen op een prettige manier zoveel mogelijk te laten leren. Wij creëren op school voor kinderen een veilige en uitnodigende omgeving om tot leren te komen. Maar leren is meer dan alleen maar lezen, rekenen en taal. Kinderen moeten ook leren met elkaar en met anderen om te gaan. Daarnaast moeten kinderen beslissingen kunnen nemen betreffende hun eigen leren en vervolgens daarvan ook de consequenties aanvaarden. Om kinderen zelfstandiger te kunnen laten werken, werken we in de groepen 0 t/m 3 met dagritmekaarten en in de groepen 4 t/m 8 met een weektaak, volgens het adaptieve gedachtengoed. We voegen ons dus zoveel mogelijk naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen Graag willen we een school zijn voor het hele dorp, wat ook betekent, dat we leerlingen die extra zorg en aandacht nodig hebben, binnen onze mogelijkheden, op willen vangen en een veilige leerplaats willen bieden. Tevens proberen we onze activiteiten zo te organiseren, dat we de dorpsbewoners niet allen op de hoogte houden, maar ook zoveel mogelijk betrekken bij deze activiteiten. Ook bij de door plaatselijk belang georganiseerde activiteiten zijn we zoveel mogelijk aanwezig en participeren we daar waar mogelijk.
1.3.
Wat komt er op ons af? De externe ontwikkelingen.
Momenteel, ondanks de landelijke krimp, hebben we hoge verwachtingen omtrent het aantal leerlingen dat in de toekomst onze school zal bezoeken. Het onderwijs is volop in beweging en de diverse maatschappelijke ontwikkelingen zullen in de toekomst steeds meer gaan vergen van de flexibiliteit van een onderwijsteam. We willen een zo duidelijk mogelijke en breed gedragen visie van onze school uitdragen. Ieder mens is goed zoals hij is en we laten iedereen in zijn of haar waarde. We willen voor onze leerlingen een veilige omgeving creëren, in goede samenwerking met de ouders. In een veilige omgeving zullen kinderen in de basisschoolleeftijd sneller tot leren kunnen komen.
1.3.1. Veranderingen in de omgeving van de school In onze regio is het overduidelijk dat de demografische ontwikkelingen de komende jaren van zeer grote invloed zullen zijn. In onze directe omgeving zal sprake zijn van groei ten gevolge van nieuwbouw in ons dorp, terwijl in ons omringende dorpen helaas scholen de deuren zullen moeten sluiten. We zoeken nadrukkelijk samenwerking met buurdorpen en hun scholen als dat in ons wederzijds belang is.
1.3.2. Het overheidsbeleid De onderwijsinspectie heeft geconstateerd dat de kwaliteit van het basisonderwijs in de noordelijke provincies achterblijft bij die in de rest van het land. De provincie en het rijk gaan de scholen stimuleren mee te doen aan trajecten voor de verbetering van de taal- en rekenprestaties. Primair zijn de schoolbesturen hiervoor verantwoordelijk.
6
a.n.b.TUK
1.4.
schoolplan
Wat kunnen wij? Een analyse van de huidige situatie.
1.4.1. De mening van het team In de toekomst zal er een personeel enquête worden afgenomen, zodat we de mening van de teamleden in kunnen bedden in een schoolwerkplan. Het huidige team heeft wel aangegeven enthousiast de mogelijkheden van uitbreiding en samenwerking te willen onderzoeken en het onderwijs adaptief en modern vorm te willen geven.
1.4.2. Het beeld bij ouders De ouders van de huidige leerlingen kunnen niet anders dan enthousiast zijn over de start van de basisschool in Tuk per 2011-2012. We hopen, dat we voor de ontwikkeling van onze school en het geboden onderwijs en het onderwijsprogramma een beroep kunnen doen op de ouders van onze leerlingen.
1.4.3. De opmerkingen van leerlingen. Er zal geregeld via een leerling enquête worden geïnformeerd naar het welbevinden en naar de punten van kritiek en van overeenstemming bij onze leerlingen.
1.4.4. CITO-eindtoets Hierover kunnen we in dit schoolwerkplan nog geen mededelingen doen; er hebben geen leerlingen meegedaan aan de cito eindtoets in het afgelopen schooljaar. Ook de tussendoelen kunnen we hier niet vermelde, aangezien onze leerlingen van diverse scholen instromen.
1.4.5. Leerlingvolgsysteem We zullen direct vanaf de start van onze school gaan werken met de vernieuwde cito toetsen. De resultaten van deze toetsen zullen worden ondergebracht in het administratie systeem ParnasSys.
1.4.6. Inspectie We hebben nog geen kennis gemaakt met de inspecteur van onderwijs in onze regio, maar dat zal zeker plaats gaan vinden.
1.5.Kwaliteitsprofiel Het is momenteel nog niet mogelijk een kwaliteitsprofiel te beschrijven van onze school. Onze leerlingen komen van diverse scholen uit de regio en het zal ons een paar weken kosten het onderwijs adaptief georganiseerd te krijgen.
1.6.
Onze beleidsvoornemens
We willen een moderne school zijn, geworteld in het dorp, met een veilig leerklimaat voor onze leerlingen. We gaan werken met een 5 gelijke dagen model en met een doorgaande werkdag. Alle dagen zullen de leerlingen van 8.30 tot 14.30 naar school gaan. Het teveel aan onderwijsuren zal worden gecompenseerd door enkele vakanties te verlengen. Er zullen weinig tot geen marge momenten worden ingeroosterd gedurende het schooljaar. We zullen in eerste instantie gaan werken in combinatiegroepen. In de toekomst zal dat volgens onze verwachting niet meer nodig zijn. Als we kunnen gaan werken met parallel groepen, willen we les gaan geven in blokken: van 8.30 – 9.30 taal/lezen, van 9.30 – 10.30 rekenen, van 10.45 -11.45 spelling/schrijven, van 12.30 – 13.30 zaakvakonderwijs en van 13.30 – 14.30 begrijpend lezen of een expressie vak. Momenteel in onze combinatiegroepen is deze werkwijze nog niet handig, aangezien dan alle groepen tegelijk instructiemomenten zouden kunnen hebben. We werken wel adaptief, dus wat de leerlingen aan remediering of andere zorg nodig hebben zullen ze binnen de grenzen van onze mogelijkheden krijgen.
7
a.n.b.TUK
schoolplan
1.6.1. Algemeen Strategisch Beleid We maken gebruik van het INK model om onze strategie te plannen en vast te leggen. Tevens zal het managementstatuut vastgesteld door ons bestuur als leidraad dienen voor strategische sturing. Beleid Wij zijn een dorpsschool en dat willen we ook nadrukkelijk zijn: benaderbaar en veilig voor alle gebruikers en dorpsbewoners. Wij willen vooral onze leerlingen een veilige omgeving bieden, want in een veilige omgeving komen kinderen eerder tot leren. Echter, gezien onze denominatie als algemeen neutraal bijzondere school, kunnen we in de toekomst een streekfunctie voor onze school zeker niet uitsluiten. Als dit op ons pad komt, zullen we dar uiteraard op in spelen. Ook willen we gebruik blijven maken van het directe instructie model, waarbij de transfer van informatie van het korte termijn geheugen naar het lange termijn geheugen eerder plaats heeft. Personeel Er worden bekwaamheidsdossiers bijgehouden. Van alle medewerkers zal een bekwaamheidsdossier worden aangelegd. Middelen We realiseren ons, dat we in een tijdelijke huisvesting les geven, maar we proberen wel ons onderkomen er zo aantrekkelijk mogelijk uit te laten zien. Er wordt volop gebruik gemaakt van digitale schoolborden. In alle groepen worden digitale schoolborden gebruikt. De gebruikte toetsen zijn valide en actueel. De gebruikte toetsen staan op de lijst valide toetsen die het ministerie heeft verstrekt. De methode onafhankelijke toetsen die de cito groep levert zijn de nieuwste versie. Processen Onze school heeft een leerstofaanbod dekkend voor de kerndoelen. Bij het verzorgen van onderwijs op basis van de kerndoelen worden de referentieniveaus als uitgangspunt genomen. Onze school actualiseert jaarlijks een zorgprofiel van de school. We geven in een zorgprofiel aan hoe de opvang van alle leerlingen die worden aangemeld kan worden vorm gegeven. Onze school werkt aan de reductie van taal- en rekenachterstand via het ontwikkelen van taal- en rekenbeleid. Via VVE (taal)achterstanden bij leerlingen zo vroeg mogelijk signaleren en op heffen. De opbrengsten voor taal zijn minimaal op niveau (normering inspectie). Onze school werkt op een gestructureerde manier aan kwaliteitszorg. Waardering Onze school meet systematisch de tevredenheid van ouders, leerlingen en medewerkers. Onze school verzorgt goed onderwijs. Door interne risicoanalyse t.a.v. de indicatoren van het toezicht kader van de inspectie kunnen we zwakke punten in het aanbod van de school opsporen en aanpakken. Resultaten Onze school genereert kengetallen en bepaalt aan de hand daarvan noodzakelijke acties. We werken opbrengstgericht.
8
a.n.b.TUK
schoolplan
1.6.2. Voornemens voor 2011/2012 t/m 2014/2015 In de komende vier jaren zal onze school een groeischool zijn. Er zal aan het begin van ieder schooljaar een teamactiviteit plaats moeten vinden, om steeds samen de visie en de missie weer duidelijk te hebben. We willen een duidelijk en een werkbaar onderwijsconcept neerzetten en de kwaliteit van onderwijs voor alle leerlingen waarborgen. Hierbij zien we nadrukkelijk kansen en uitdagingen in het passend onderwijs, welke ontwikkelingen we nauwlettend zullen volgen. Ook zullen de leerkrachten worden geënthousiasmeerd relevante opleidingen te gaan volgen die niet alleen passen in hun eigen professionele ontwikkeling, maar ook in lijn liggen met de ontwikkeling van het onderwijs en van onze school.
1.7. Planning van de beleidsvoornemens Het is momenteel nog niet mogelijk de beleidsvoornemens duidelijk gestalte te geven, aangezien onze school zal starten in het schooljaar 2011/2012.
1.8.
Financieel beleid
Onderwijsleerpakket De directeur is verantwoordelijk voor het budget Onderwijsleerpakket. Elk jaar wordt voor dit onderdeel een begroting opgesteld. De aanschaf van methoden wordt gepland via een investeringsbegroting. Hieronder de meerjaren investeringsbegroting: Daar wordt momernteel in samenwerking met het onderwijsbureau Meppel nog hard aan gewerkt.
9
a.n.b.TUK
2. 2.1.
schoolplan
Onderwijskundig beleid Onze onderwijskundige doelen
Wet op het Primair Onderwijs artikel 2 Het basisonderwijs is het onderwijs bestemd voor kinderen vanaf de leeftijd van omstreeks 4 jaar. Het legt mede de grondslag voor het volgen van aansluitend voortgezet onderwijs. artikel 8 - uitgangspunten 1. Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. Het wordt afgestemd op de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. 2. Het onderwijs richt zich in elk geval op de emotionele en de verstandelijke ontwikkeling, en op het ontwikkelen van creativiteit, op het verwerven van noodzakelijke kennis en van de sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. 3. Het onderwijs a) gaat er mede van uit dat de leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving, b) is mede gericht op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie, c) is er mede op gericht dat leerlingen kennis hebben van en kennis maken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten. 4. Ten aanzien van leerlingen die extra zorg behoeven, is het onderwijs gericht op individuele begeleiding die is afgestemd op de behoefte van de leerling. artikel 9 - inhoud Het onderwijs omvat, waar mogelijk in samenhang: a. zintuiglijke en lichamelijke oefening; b. Nederlandse taal; c. rekenen en wiskunde; d. Engelse taal; e. enkele kennisgebieden (in elk geval aandacht aan: aardrijkskunde; geschiedenis; de natuur, waaronder biologie; maatschappelijke verhoudingen, waaronder staatsinrichting; geestelijke stromingen); f. expressieactiviteiten (in elk geval aandacht aan: de bevordering van het taalgebruik, tekenen, muziek, handvaardigheid, spel en beweging). Voor de school geldt de eis dat zij tenminste de kerndoelen bij haar onderwijsactiviteiten als aan het eind van het basisonderwijs te bereiken doelstellingen hanteert. Kerndoelen geven een beschrijving van kwaliteiten van leerlingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden. Artikel 55. Instandhouding bijzondere school door rechtspersoon Een bijzondere school wordt in stand gehouden door een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid die zich blijkens de statuten of reglementen het geven van onderwijs ten doel stelt zonder daarbij het maken van winst te beogen.
Artikel 56. Bestuursoverdracht 1.De rechtspersoon die de school in stand houdt, kan de instandhouding van de school overdragen aan een andere rechtspersoon die voldoet aan artikel 55. De overdracht geschiedt bij notariële akte. 2.Bij deze akte verbindt de overdragende rechtspersoon zich tevens de rechten ten aanzien van gebouwen en terreinen alsmede de roerende zaken over te dragen. Deze akte geldt tevens als akte van levering bedoeld in artikel 89 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
10
a.n.b.TUK
schoolplan
3.In de akte wordt bepaald dat de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de akte van benoeming, benoemt met ingang van de datum van overdracht. 4.Door overdracht met inachtneming van de voorgaande leden, treedt de verkrijgende rechtspersoon in alle uit de wet voortvloeiende rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger met betrekking tot de school, onverminderd hetgeen verder voor de overgang daarvan naar burgerlijk recht is vereist. 5.Bij een splitsing als bedoeld in artikel 334a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van een rechtspersoon die een school in stand houdt, wordt in de splitsingsakte bepaald dat de voort bestaande splitsende rechtspersoon de school in stand zal houden of op welke verkrijgende rechtspersoon de instandhouding van de school overgaat. In het laatste geval zijn het tweede tot en met vierde lid van overeenkomstige toepassing.
Wij richten ons op voldoen aan de kerndoelen (in het handelingsplan voor kinderen met een Rugzak kunnen vervangende doelen worden aangegeven) werken met referentieniveaus vakken waar mogelijk in samenhang zorgen voor een ononderbroken ontwikkelingsgang verzorgen onderwijs op maat (omgaan met verschillen) afstemming van het onderwijs op de leef- en belevingswereld van de kinderen. Voor onze school betekent dit, dat wij een school willen zijn samen met de ouders van onze leerlingen en waar mogelijk deel willen nemen aan de activiteiten in het dorp. We richten ons bij een aantal van onze activiteiten ook nadrukkelijk tot alle dorpsbewoners. Kerndoelen Onderwijs heeft drie belangrijke functies: het draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen, het zorgt voor overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden en het rust kinderen toe voor participatie in de samenleving. De belangrijkste dingen die kinderen moeten leren om actief deel te nemen aan de samenleving, staan vastgelegd in de zogenaamde kerndoelen. De kerndoelen zijn streefdoelen die aangeven waarop basisscholen zich moeten richten bij de ontwikkeling van hun leerlingen. Scholen mogen zelf bepalen hoe de kerndoelen binnen bereik komen. Kerndoelen zorgen ervoor dat kinderen zich in hun schoolperiode blijven ontwikkelen en ze garanderen bovendien een breed en gevarieerd onderwijsaanbod. Daarnaast dienen de kerndoelen als referentiekader voor (publieke) verantwoording. Er kan door dit kader beter worden vastgesteld of doelen wel of niet bereikt worden. De kerndoelen gaan over de hoofdlijnen. Zo wordt elk leergebied voorafgegaan door een karakteristiek waarin staat waar het leergebied op hoofdlijnen over gaat en wat de essenties daarvan zijn. In de hoofdstukken 2.2 t/m 2.5 worden per vormgevingsgebied de specifieke doelen aangegeven. In hoofdstuk 2.6 wordt genoemd welke doelen we nastreven met betrekking tot leerlingen met specifieke behoeften. Werken met referentieniveaus De referentieniveaus beschrijven wat leerlingen gedurende hun schoolloopbaan moeten kennen en kunnen op het gebied van rekenen en taal. Deze referentieniveaus maken duidelijk waar naar toe gewerkt wordt. De referentieniveaus zijn een hulpmiddel om de taal- en rekenprestaties van de leerlingen te verhogen. Daarnaast wordt de aansluiting tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs verbeterd.
11
a.n.b.TUK
schoolplan
Waar mogelijk in samenhang De principes van adaptief onderwijs zorgen ervoor, dat een doorgaande leerlijn op diverse gebieden zal worden gerealiseerd. Door maandelijks een onderdeel van ons onderwijs samen te bespreken, komen er vanzelf nieuwe zaken op tafel. Zo werken we momenteel coöperatief werken verder uit en willen daar in ons primaire proces winst uit proberen te halen door kinderen meer opdrachten tot samenwerking te gaan geven. De zaakvakken worden waar mogelijk aan twee opeenvolgende jaargroepen tegelijk gegeven. Dat geldt voor geschiedenis groep 7 en 8, natuur, aardrijkskunde en topografie voor de groepen 5 en 6 en de groepen 7 en 8 gezamenlijk. De aangeleerde leesstrategieën bij begrijpend lezen worden ook zoveel mogelijk bij de andere zaakvakken toegepast. We gaan onderzoeken of we ook de instrumentele vaardigheden door middel van het opstellen van groepsplannen kunnen clusteren. De instrumentele vakken zullen zoveel mogelijk in blokken worden gegeven. Op die manier willen we coöperatieve werkvormen stimuleren en onderwijs op maat geven. Een ononderbroken ontwikkelingsgang: onderwijs op maat / leerlinggebonden financiering Onze school wil kinderen de kans geven zich in een doorgaande lijn te ontplooien. We vinden het belangrijk om tegemoet te komen aan de verschillen tussen de kinderen. We geven onderwijs volgens de principes van het adaptief leren. De bevordering van de emancipatie en integratie van mensen met een handicap vormt een belangrijke doelstelling in het beleid van de Rijksoverheid. Ook in het onderwijs is er behoefte aan emancipatie en integratie van gehandicapte kinderen. Van oudsher is het onderwijs aan gehandicapte kinderen georganiseerd in speciale scholen. Steeds meer ouders wensen echter dat hun gehandicapte kind zoveel mogelijk in een normale omgeving opgroeit en in het verlengde daarvan ook in de thuisomgeving naar een gewone school voor basisonderwijs kan gaan. Om dit mogelijk te maken heeft de overheid een speciale regeling ontworpen, de “leerlinggebonden financiering” (de rugzak). In deze rugzak zitten middelen (in de vorm van tijd en geld) waarmee het mogelijk wordt dat de leerling onderwijs kan volgen op een gewone basisschool. Afstemming op de leef- en belevingswereld van de kinderen Dit is een vanzelfsprekend iets. Als de kinderen herkennen waar ze mee bezig zijn, zal het leren gemakkelijker gaan. Tevens willen we zo vaak als mogelijk is ook ouders en andere dorpsbewoners bij schoolse activiteiten betrekken.
2.2.
De instrumenteel - cursorische vakken
Het gaat hier om de basisvaardigheden: Nederlandse Taal (waaronder ook Lezen en Schrijven), Engelse Taal en Rekenen/Wiskunde. Bij deze onderdelen werken we met het directe instructiemodel, waarbij eerst voorkennis wordt opgehaald, daarna het doel van de les wordt besproken en de verwachtingen ten aanzien van de leerinhouden worden besproken. Daarna volgt de instructie, met extra aandacht voor de leerlingen die al snel kunnen beginnen. Daarna volgt er indien noodzakelijk nog een verlengde instructie en aan het einde van de les, na de verwerking, wordt de les met de leerlingen nabesproken.
2.2.1. Nederlandse taal algemene doelstelling: Het onderwijs in Nederlandse taal is erop gericht dat de leerlingen: vaardigheden ontwikkelen waarmee ze deze taal doelmatig gebruiken in situaties die zich in het dagelijks leven voordoen; kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal; plezier hebben of houden in het gebruiken en beschouwen van taal. Door onze werkwijze voldoen we aan de kerndoelen. 12
a.n.b.TUK
schoolplan
werkwijze / kenmerken: In groep 0/1/2: In de methode Kleuterplein die gebruikt wordt in de onderbouwgroep komen alle activiteiten aan bod die direct of indirect te maken hebben met het taalonderwijs. Deze activiteiten komen planmatig aan bod. Deelaspecten zijn: spreken en luisteren; grove - en fijne motoriek; ruimtelijke oriëntatie; visuele- en tactiele waarneming; begripsvorming; visuele- en auditieve discriminatie. In groep 3 t/m 8: taal / spelling / stellen We werken met Taal Actief. Er wordt gewerkt volgens de methode. We gebruiken voor de spellingmodule van taal actief behalve de papieren versie ook zoveel mogelijk het digitale spellingprogramma behorende bij deze methode. Met spellingzwakke leerlingen werken we ook veel met de computer (spellingswerk/BLOON) lezen Voor aanvankelijk lezen volgen we Veilig Leren Lezen - nieuwste versie. Bij het technisch lezen (vanaf AVI niveau 3)werken we met de methode Estafette en lezen de kinderen individueel volgens in de weektaak ingeplande leestijd. Ook lezen de diverse groepen 1 maal per week met de eigen leerkracht hardop en in niveaugroepen met ouders 1 maal per week. Bij begrijpend- en studerend lezen werken we met de methode Goed Gelezen, die boeklessen en baklessen kent. Daarnaast houden de kinderen vanaf groep 5 jaarlijks een boekbespreking en een spreekbeurt. Hun informatie kunnen ze zowel digitaal als in papieren versie op school opzoeken of andere bronnen gebruiken We gebruiken de nieuwe Pennenstreken volgens de richtlijnen in de handleiding. methoden / materialen: Methode: Taal Actief + bijbehorend materiaal Methode: Pennestreken Methode: Veilig Leren Lezen (nieuwste versie) + het bijbehorend materiaal Aanvankelijk en voortgezet technisch lezen: Estafette Leesboekjes per niveau Methode: Goed gelezen Software+ computers
2.2.2. Engelse taal algemene doelstelling: Het onderwijs in Engelse taal heeft tot doel dat de leerlingen: al vroeg vertrouwd raken met een vreemde taal; kennis hebben van de rol die de Engelse taal speelt in de Nederlandse samenleving en als internationaal communicatiemiddel; vaardigheden ontwikkelen die een basis leggen voor het spreken en lezen van de Engelse taal. De gebruikte methode voldoet aan de kerndoelen. werkwijze / kenmerken: We gebruiken de methode Real English volgens de handleiding. methoden / materialen: Methode: Real English woordenboekjes Kernwoorden Engels in het basisonderwijs Engelse leesboeken en tijdschriften
13
a.n.b.TUK
schoolplan
2.2.3. Rekenen/Wiskunde algemene doelstelling: Het onderwijs in rekenen/wiskunde is er op gericht dat de leerlingen: verbindingen kunnen leggen tussen het onderwijs in rekenen/wiskunde en hun dagelijkse leefwereld; basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in praktische situaties; reflecteren op eigen wiskundige activiteiten en resultaten daarvan op juistheid controleren; eenvoudige verbanden, regels, patronen en structuren opsporen; onderzoeks- en redeneerstrategieën in eigen woorden kunnen beschrijven en gebruiken. De gebruikte methode voldoet aan de kerndoelen. werkwijze / kenmerken: In groep 0/1/2: Rekenen/wiskunde in groep 0/1/2 is geen apart vakonderdeel. Het is verweven met de andere ontwikkelingsgebieden. Ook bij dit onderdeel werken we uit de methode Kleuterplein. Tijdens het omgaan met het materiaal maakt het kind kennis met: getal-, symbool- en hoeveelheidsbegrip. In groep 3 t/m 8: We gebruiken de methode Rekenrijk. We volgen hierbij de handleiding zoveel mogelijk. Doordat we te maken hebben met combinatiegroepen kan er niet altijd uitgebreid worden nagesproken. methoden / materialen: Verschillende soorten cijfers Meet- en weegmateriaal Sorteer- en telmateriaal Watertafel + toebehoren Methode: Rekenrijk + bijbehorend materiaal Rekenstaafjes; fiches; plakkertjes; spiegeltjes; klassikale abacus; leerling abacus; inpakmateriaal; klassikale klok; rekenmachines Internet Digitaal schoolbord
2.3.
Oriëntatie op mens en samenleving
‘Oriëntatie op mens en wereld’ is onderverdeeld in: aardrijkskunde; geschiedenis; samenleving; techniek; milieu; gezond en redzaam gedrag; natuuronderwijs. Ook hierbij speelt het directe instructiemodel een voorname rol. In elke les zal dit gebruikt worden.
2.3.1. Aardrijkskunde algemene doelstelling: Het aardrijkskundeonderwijs is er op gericht, dat de leerlingen: zich een beeld vormen van de aarde en haar belangrijkste regio's; inzicht verwerven in de manier waarop de natuur en het menselijk handelen de ruimtelijke inrichting beïnvloeden; zich enige geografische kennis en vaardigheden eigen maken. Onze werkwijze voldoet aan de kerndoelen. werkwijze / kenmerken: We werken Met de methode Land in zicht, de nieuwe versie. We volgen daarbij zoveel mogelijk de methode en de handleiding. We werken met de groepen 5 en 6 het eerste jaar uit de boeken van groep 5 en het daaropvolgende jaar uit de boeken van groep 6. Datzelfde principe wordt in de groepen 7 en 8 toegepast. Voor topografie gebruiken we de digitale atlas van de firma Agteres methoden / materialen: digitaal schoolbord Methode: Land in Zicht Digitale atlas met weblinks Atlassen 14
a.n.b.TUK
schoolplan
Kopieerbladen
2.3.2. Geschiedenis / Samenleving algemene doelstelling: Het geschiedenisonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: zich beelden vormen van in tijd geordende verschijnselen en ontwikkelingen; besef krijgen van continuïteit en verandering in het leven en in de geschiedenis van de samenleving; zich enige historische basisvaardigheden eigen maken; kennis en inzicht verwerven omtrent inrichting en structuur van de maatschappij; kennis en inzicht verwerven omtrent enige hoofdzaken van en kenmerkende verschillen tussen geestelijke stromingen in de samenleving. De gebruikte methode voldoet aan de kerndoelen. werkwijze / kenmerken: We werken met de methode Een zee van tijd Hiervan wordt alle stof behandeld volgens de volgorde in de methode en met behulp van de planning en gegevens uit de handleiding voor de leerkrachten. De staatsinrichting van Nederland wordt jaarlijks apart behandeld. methoden / materialen: Methode: een zee van tijd Diverse websites met geschiedkundige onderwerpen Anne Frankkrant
2.3.3. Natuuronderwijs / Gezond Gedrag / Milieu / Techniek algemene doelstelling: Het natuuronderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: plezier beleven aan het verkennen van de natuur vanuit een kritisch vragende houding en zorg hebben voor een gezond leefmilieu; kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op de juiste wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan; een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur en een gezond leefmilieu ontwikkelen; kennis, inzicht en vaardigheden verwerven ten aanzien van een gezond gedragspatroon dat past bij henzelf en bij de omgeving waarin ze opgroeien. De gebruikte methode voldoet aan de kerndoelen. werkwijze / kenmerken: We werken met de methode Leefwereld. Hiervan volgen we zo goed mogelijk de handleiding. methoden / materialen: Methode: Leefwereld Digitale lessen Digitaal schoolbord Diverse websites Techniekmaterialen (lego, gigo, K’nex, magneten etc.)
15
a.n.b.TUK
schoolplan
2.3.4. Redzaam gedrag, waaronder verkeer algemene doelstelling: Het onderwijs in redzaam gedrag, waaronder verkeer is erop gericht, dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven als deelnemer aan het verkeer; Onze werkwijze voldoet aan de kerndoelen. werkwijze / kenmerken: We maken gebruik van de verkeerskranten van VVN. Groep 5/6 werkt uit Op voeten en fietsen, groep 7/8 werkt met de Jeugdverkeerskrant. Daarnaast maken de kinderen van groep 7 proefexamens voor het verkeersdiploma. methoden / materialen: Op voeten en fietsen Jeugdverkeerskrant Proefexamens verkeersdiploma video verkeerslessen
2.4.
Lichamelijke opvoeding
algemene doelstelling: De lichamelijke opvoeding is erop gericht, dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om hun bewegingsmogelijkheden te vergroten; enige kenmerkende hulpmiddelen en bijbehorende begrippen kunnen gebruiken; een positieve houding ontwikkelen, dan wel behouden, met betrekking tot deelname aan de bewegingscultuur; omgaan met elementen als spanning, verlies en winst. Aan de orde komen: bewegingsonderwijs, atletiek, spel en bewegen op muziek. De methode die we als leidraad gebruiken: Basislessen bewegingsonderwijs.
werkwijze / kenmerken: In groep 1/2: Alle onderdelen komen aan bod, zowel op spelgebied als op het gebied van werken met materialen. In groep 3 t/m 8: Er wordt gewerkt met een jaarplan. Per schooljaar wordt gewerkt in een aantal periodes. In elke periode komen de genoemde onderdelen aan bod. Er wordt zowel klassikaal als in groepen gewerkt. Bij groepswerk wordt de nodige zelfstandigheid verwacht. Alle lessen in lichamelijke opvoeding worden gegeven door een vakleerkracht.. methoden / materialen: jaarplan bewegingsonderwijs turnzaal + bijbehorende toestellen en materiaal veld + buitenspelmateriaal
16
a.n.b.TUK
2.5.
schoolplan
Kunstzinnige oriëntatie
‘Kunstzinnige oriëntatie’ is onderverdeeld in: tekenen; handvaardigheid; muziek; spel/bevordering van het taalgebruik; beweging.
2.5.1. Tekenen en Handvaardigheid algemene doelstelling: Het onderwijs in tekenen en handvaardigheid is erop gericht, dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven waarmee ze hun gedachten, gevoelens, waarnemingen en ervaringen op persoonlijke wijze kunnen vormgeven in beeldende werkstukken; leren reflecteren op beeldende producten en inzicht verwerven in de wereld om ons heen: de gebouwde omgeving, interieurs, mode en kleding, alledaagse gebruiksvoorwerpen en beeldende kunst; kennis en inzicht verwerven dat uitbeelden en vormgeven gebonden zijn aan tijd en aan cultuurgebied. Onze werkwijze voldoet aan de kerndoelen. werkwijze / kenmerken: In groep 1/2: In het speel-werkprogramma van de kleuters komen veel teken- en knutselactiviteiten aan bod. Deze activiteiten komen planmatig aan bod volgens de volgende werkwijze: exploratie - wat is dit? experiment - wat kan ik ermee doen? expressie - uiting van hetgeen in het kind leeft of naar aanleiding van indrukken van buitenaf technische aanwijzingen en materiaalkennis/omgang toepassingen. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt aan de hand van de thema’s uit de methode Kleuterplein die in de groep centraal staan. In groep 3 t/m 8: We maken gebruik van de methoden: Moet je doen… tekenen en ideeënboeken voor handvaardigheid. Vanaf groep 5 wordt er tijdens de handvaardigheidslessen in circuits gewerkt. In periodes van 5 weken worden diverse technieken aangeboden. methoden / materialen: Methode: moet je doen…tekenen boeken met ideeën allerhande verbruiksmateriaal diverse tekenmaterialen en gereedschappen
2.5.2. Muziek en Beweging algemene doelstelling: Het muziekonderwijs is erop gericht, dat de leerlingen: kennis, inzicht en vaardigheden verwerven om muziek te beluisteren, te beoefenen en om met elkaar over muziek te kunnen praten en op muziek te bewegen. Onze werkwijze voldoet aan de kerndoelen. werkwijze / kenmerken: We willen gebruik gaan maken van de methode Moet je doen: Muziek. In de gecombineerde klassen werken we steeds afwisselend uit de boeken van de diverse groepen. In de klassenmap houden we bij wat we gedaan hebben. methoden / materialen: cassetterecorder/cd-speler verschillende liedboeken muziekinstrumenten
17
a.n.b.TUK
schoolplan
2.5.3. Spel en Bevordering van het taalgebruik algemene doelstelling: Dramatische vorming is gericht op: het ontwikkelen van de taal, sociaal gedrag, motoriek het aanbrengen van een vrije, zelfbewuste houding Onze werkwijze voldoet aan de kerndoelen. werkwijze / kenmerken: We maken gebruik van de methode Moet je doen: Drama. In de gecombineerde klassen werken we steeds afwisselend uit de boeken van de diverse groepen. In de klassenmap houden we bij wat we gedaan hebben. methoden / materialen: Methode: Moet je doen: Drama verkleedkleren muziekinstrumenten speelattributen als telefoon e.d.
2.6.
Zorg voor de leerling
In de schoolgids is het volgende beschreven: de opvang van nieuwe leerlingen in de school het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school de speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften de begeleiding van de overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs de bijzondere en buitenschoolse activiteiten In onze school volgen de leerkrachten de ontwikkeling (met name van de basisvaardigheden en sociaalemotionele ontwikkeling) systematisch en signaleren problemen hierin tijdig. In onze school worden de gegevens van leerlingen volgens een vaste procedure besproken en nader geanalyseerd. De leerkracht stelt samen met de interne begeleider aan de hand van de verzamelde gegevens een plan op om het onderwijs aan de behoeften van leerlingen aan te passen, met het oog op het realiseren van minimum en aanvullende doelen. Bij zowel analyse als planning maken leerkrachten c.q. de school gebruik van de deskundigheid en de ervaring van collega's binnen het samenwerkingsverband en/of van externe deskundigen. De leerkracht voert de opgestelde plannen uit binnen de klas. De leerkracht evalueert samen met de interne begeleider de uitvoering van de plannen en zorgt ervoor dat de voortgangsbeslissingen worden genomen. Dit gebeurt tijdens de leerling besprekingen. De interne begeleider draagt zorg voor de coördinatie van de activiteiten in het kader van de leerlingenzorg. Elke leerkracht heeft een overzicht van de afspraken, procedures en formulieren die voor iedereen gelden. Zorgprofiel In het zorgprofiel (op school ter inzage) is aangegeven wat de mogelijkheden zijn van onze zorgverbreding, wat de grenzen zijn van de zorg die wij kunnen bieden en hoe de aanmeldingsprocedure is. Het beleid van de school is er op gericht om de opvang van kinderen met een diversiteit aan handicaps mogelijk te maken.
18
a.n.b.TUK
3.
schoolplan
Personeelsbeleid
Integraal personeelsbeleid (IPB) is personeelsbeleid dat maakt dat je in een organisatie prettig kunt werken, dat je jezelf kunt ontwikkelen, dat je kunt groeien en dat je kunt leren van anderen en met anderen. Het grootste verschil tussen IPB en personeelsbeleid tot nu toe zit in de afstemming van de individuele doelen met de doelen van de organisatie en de systematische en planmatige manier waarop dat plaatsvindt. Binnen IPB wordt 'integraal' op drie manieren opgevat, het betekent: 1. Voldoende afstemming tussen de doelen van de school en de ontwikkeling van het individuele personeelslid. 2. Personeelsmanagementinstrumenten versterken elkaar op logische wijze en zijn gericht op personeelsbeheer, personeelszorg en op de ontwikkeling van de medewerkers. 3. Verschillende betrokkenen (bestuur, directie en medewerkers) leveren ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid een bijdrage aan het realiseren van het personeelsbeleid.
3.1.
Doelen van het personeelsbeleid
Het personeel werkzaam binnen stichting ANB basisschool Tuk is het menselijk kapitaal van de organisatie. Er worden zodanige voorwaarden geschapen dat de kwaliteiten van individuele leerkrachten tot ontplooiing kunnen komen. Deze ontplooiing moet afgestemd worden op de inhoudelijke en organisatorische doelen van de school. Daarbij moet rekening gehouden worden met de verschillen tussen mensen en moet er ruimte zijn voor acceptatie van deze verschillen. Uitgangspunten van personeelsbeleid 1. Personeelsbeleid omvat uniform beleid m.b.t. afspraken en procedures . 2. Personeelsbeleid dient planmatig te worden aangepakt. Dit schept een verantwoordelijkheid naar alle betrokken partijen. Daartoe behoort het formuleren van doelstellingen, benoemen van resultaten, een zorgvuldige en bewaakbare planning, het sluiten van overeenkomsten, regelmatig terugkerende evaluaties en een professionele gespreksvoering. 3. Elk personeelslid onderschrijft de visie van de school en levert in woord en daad een actieve bijdrage aan deze ontwikkeling. 4. De normjaartaak is de basis voor de verdeling en de uitvoering van alle werkzaamheden binnen de organisatie als geheel en haar onderdelen. Goed beschreven taakbeleid in al haar facetten (taakomvang, taakverdeling, taakbelasting, taakbelastbaarheid) is daarbij een voorwaarde. 5. Voor het volgen van de persoonlijke ontwikkeling en de loopbaanontwikkeling worden daarvoor geschikte instrumenten gekozen en ingezet. 6. De organisatie investeert in voorwaarden die een ieder in staat stelt de eigen kwaliteiten te ontwikkelen. Ieder personeelslid wordt aangesproken op het ontwikkelen van de professionaliteit. 7. Het personeelsbeleid gaat er van uit dat men graag in onze school wil werken en dat men tevreden is over de organisatie. Het is een gezamenlijke zorg om dit voor elkaar te krijgen ook in randvoorwaardelijke zin.
3.2. Huidige situatie Nieuwe personeelsleden en beginnende groepsleerkrachten worden het eerste jaar begeleid. Er wordt rekening gehouden met de verschillende loopbaanfasen, waarbij gebruik gemaakt wordt van een ieders sterke punten. Kernwoorden hierbij zijn: coachen, consulteren en reflecteren op het eigen handelen. Er worden mogelijkheden gecreëerd om te leren van anderen. Er zal in kaart gebracht worden welke competenties van de personeelsleden verwacht worden. Een ieder is verantwoordelijk voor zijn eigen professionele ontwikkeling. De personeelsleden geven in een persoonlijk ontwikkelingsplan (pop) aan, aan welke competenties de komende periode gewerkt zal worden. Dit wordt doorgenomen met de leidinggevende. Het werken aan de eigen ontwikkeling staat in relatie tot de doelen van de organisatie. Het nascholingsbeleid sluit hierop aan.
19
a.n.b.TUK
schoolplan
Er fungeert een gesprekkencyclus, waarbij in het eerste en het tweede jaar een functioneringsgesprek wordt gehouden inclusief een pop-gesprek. De afspraken worden vastgelegd in het persoonlijk ontwikkelingsplan.In het derde en laatste jaar van de gesprekkencyclus volgt een beoordelingsgesprek. Daarna start de cyclus opnieuw. Er zijn op dit ogenblijk weinig mogelijkheden om te wisselen van werkplek. Mobiliteit is een belangrijk instrument om het personeel gemotiveerd te houden en van tijd tot tijd nieuwe uitdagingen te bieden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van bouwwisselingen. Voor het personeelslid verhoogt dit het plezier waarmee het vak uitgeoefend wordt. De schoolorganisatie kan door deze flexibiliteit beter gaan functioneren en beter inspelen op maatschappelijke en onderwijskundige veranderingen. In de toekomst hopen we dit instrument structureel in te kunnen zetten. Ontwikkelingsmogelijkheden bieden zich aan in de vorm van verschillende taken en functies. In het kader van de functiemix, het beleid m.b.t. functiedifferentiatie, zijn er mogelijkheden om door te groeien naar een hogere leerkrachtfunctie met zwaardere taken en verantwoordelijkheden.
3.3.
Scholing
Als doelstelling van het personeelsbeleid is aangegeven dat de ontplooiing van individuele leerkrachten wordt afgestemd op de inhoudelijke en organisatorische doelen van de school. Het scholingsplan wordt dus samengesteld naar aanleiding van: personeelsbeleid Het creëren van goede scholingsmogelijkheden als onderdeel van goede arbeidsvoorwaarden; activiteiten in het kader van een persoonlijk ontwikkelingsplan. onderwijskundig beleid Het toerusten en motiveren van leerkrachten voor het realiseren van veranderingen in het onderwijs zoals die in hoofdstuk 1 van dit schoolplan zijn vastgelegd. Meerjarenplanning activiteiten functiemix In het kader van de functiemix zullen voorlopige onderzoeken plaatsvinden wat dit voor onze school betekent. In samenspraak met het bestuur zal hier in de directe toekomst een uitspraak over gedaan moeten worden, ook in nauwe samenspraak met de leden van de medezeggenschapsraad. Meerjarenplanning activiteiten schoolniveau Activiteit a – opstellen van een zorgpofiel In het kader van het passend onderwijs zal er door basisscholen een zorgprofiel opgesteld moeten worden. Het doel is tweeledig: aan ouders helder maken waar de grenzen van onze zorg liggen en binnen het team eenduidigheid creëren omtrent de begripsbepaling en de te ondernemen acties helder en eenduidig te formuleren, zodat groepsleerkrachten weten wat er van hun wordt verwacht en daar eenvormige actie op ondernemen. . Globale planning In het schooljaar 2011-2012 zal het zorgprofiel in de eerste drie maanden van het schooljaar vorm krijgen. Gedurende de resterende tijd van het schooljaar zal het als werkmodel fungeren, waarbij het nog voortdurend bijgesteld kan worden. Activiteit b – functiemix In het kader van het convenant LeerKracht van het ministerie van onderwijs zijn alle basisscholen verplicht de functiemix door te voeren. Onderzocht zal moeten worden wat het voor onze groeischool zal betekenen en hoe het vorm zou moeten krijgen. Ook de financiële aspecten zullen eerst duidelijk moeten worden. Ook zal er gekeken moeten worden of er een wettelijke regeling is voor startende scholen.
20
a.n.b.TUK
schoolplan
Globale planning In het schooljaar 2011-2012 zal er in samenspraak met het bestuur en de medezeggenschapsraad duidelijk in kaart moeten worden gebracht waar de kaders van de functiemix voor onze school liggen. In het schooljaar 2012-2013 is de verwachting dat we aan het wettelijke percentage voor de functiemix zullen kunnen voldoen. Activiteit c – beleid meer- en hoogbegaafde leerlingen In het kader van het te ontwikkelen zorgprofiel zullen we ook beleid gaan ontwikkelen voor de meer begaafde leerlingen. We willen graag adaptief werken en daar hoort uiteraard ook het formuleren van beleid voor deze groep leerlingen bij. Globale planning In het zorgprofiel in 2011-2012 zal er op het gebied van begripsbepaling ook voor deze groep leerlingen duidelijkheid komen. In het schooljaar 2012-2013 zullen we gaan onderzoeken en zo mogelijk deel gaan nemen aan scholing omtrent deze problematiek. Het schooljaar 2013-2014 zal dan een beleidsplan inzake deze leerlingen zijn definitieve vorm krijgen. Activiteit d – methodieken Het opstarten van een nieuwe school geeft een beperkte financiële reikwijdte. Dat is dan ook de reden, dat we niet met alle door ons gekozen methodes kunnen starten, maar gaan werken met de methodieken die we op allerlei manier hebben kunnen bemachtigen. Daar zitten naast methodes van onze eigen keuze ook methodieken tussen die we niet zelf zouden hebben gekozen en methodes die sterk zijn verouderd, maar nog wel voldoen aan de kerndoelen. Globale planning In het schooljaar 2011-2012 zal in samenspraak met het bestuur een lijst gemaakt worden van methodes die we momenteel hanteren en de volgorde van vervanging van deze methodieken. In de volgende 4 schooljaren zal deze vervangingslijst, binnen redelijke kaders en gelijke tred houdend met de groei van het aantal leerlingen, worden geeffectueerd.
21
a.n.b.TUK
4. 4.1.
schoolplan
Kwaliteitsbeleid Begripsbepaling
Aangezien het de bedoeling is om de kwaliteit van ons onderwijs in beeld te brengen en te verbeteren, is het eerst nodig na te gaan wat er wordt verstaan onder het begrip 'kwaliteit'. Wij stellen: De school levert kwalitatief goed onderwijs als: - de leerprestaties voldoende zijn - de beoordeling door de inspectie voldoende is - de klanten (leerlingen en ouders) tevreden zijn over de school. Systematisch werken aan de kwaliteit van de school vinden we belangrijk. Dat betekent het juiste beleid formuleren, de juiste handelingen verrichten en op de goede manier evalueren of bereikt is wat de school wilde bereiken. Kwaliteitszorg is het geheel van samenhangend beleid, concrete doelstellingen en goed management om de benodigde acties en controles uit te voeren waarmee de school de gewenste kwaliteit systematisch levert en waarmee de school die kwaliteit ook continu kan verbeteren. Wat de gewenste kwaliteit inhoudt, kan de school –binnen de wettelijke kaders van regelgeving en toezicht– zelf formuleren. Dus naast de doelen die de overheid het onderwijs stelt, heeft de school ruimte om zelf doelen te formuleren.
4.2.
Kwaliteitsbeleid
4.2.1. Inleiding kwaliteitsbeleid De school wil zich verder ontwikkelen tot een professionele organisatie, d.w.z. een organisatie die doelgericht en systematisch werkt aan het verbeteren van het onderwijs. De doelen bepaalt de school niet in een isolement. Voor een deel worden de doelen van de school gegeven door de rijksoverheid in de vorm van wettelijke deugdelijkheidseisen. Daarnaast zijn niet alleen het bevoegd gezag, maar ook de ouders gesprekspartner van de school als het gaat om het bepalen van de doelstellingen. Systematisch betekent dat de school afspraken en instrumenten moet hanteren voor de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de werkprocessen binnen de school. Om te komen tot een goed systeem van monitoren, het in de gaten houden van onderwijsresultaten, wordt er een planning en controlesysteem gehanteerd. Hierin wordt een breed scala aan factoren meegenomen die van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs (voorwaarden, onderwijsleerproces en resultaten). Verzamelen van onderwijsresultaten in de vorm van diverse toetsgegevens en vragenlijsten is echter één ding. De uitkomsten ook daadwerkelijk gebruiken om te komen tot kwaliteitsverbetering een tweede. Om meer structuur te brengen in de kwaliteitszorg wordt door ons het INK- managementmodel gehanteerd.
4.2.2. INK-managementmodel Het model (zie schema hieronder) is opgebouwd uit negen aandachtsgebieden (domeinen). De negen domeinen vatten de verschillende gebieden voor een adequate bedrijfsvoering samen. Voor ons onderwijs zijn de domeinen 'visie en beleidsvorming' en 'leiderschap' van plaats verwisseld. Het vormgeven van de school begint immers met visie en beleid (overigens wordt deze visievorming wel aangestuurd door het management).
22
a.n.b.TUK
schoolplan
INK-managementmodel
Waardering door medewerkers
Medewerkers
Visie en beleid
Leiderschap
Processen
Waardering door klanten
Eindresultaten
Waardering door maatschappij
Middelen
Organisatie
Resultaten Leren en verbeteren
De domeinen zijn onder te verdelen in organisatiegebieden en resultaatgebieden. De organisatiegebieden vormen een weergave van de structuur, de inrichting en het functioneren van de school. Anders gezegd zijn de organisatiegebieden de inputzijde van de school op weg naar betere prestaties. Aan de hand van de resultaatgebieden worden de maatstaven en de normen bepaald waaraan goede prestaties zijn af te meten. Oftewel: de resultaatgebieden vormen de output van de organisatie. De feedbackloop, leren en verbeteren, geeft aan dat de school op basis van de behaalde resultaten haar inspanningen moet bijstellen. Dus leren en verbeteren op basis van de behaalde resultaten.
4.2.3. De PDCA-cirkel Om een goede school te worden of te blijven dient men continu te verbeteren. Om de continue verbetering te kunnen richten en sturen, wordt in het INK-managementmodel gebruik gemaakt van de verbetercyclus PlanDo-Check-Act (PDCA-cirkel).
23
a.n.b.TUK
schoolplan
De verbetercyclus is een hulpmiddel bij het inrichten van verbeteringen. In de cyclus worden 4 fasen onderscheiden: Plan maken: Doen: Controleren: Actie:
plannen van activiteiten en het stellen van doelen uitvoeren van geplande activiteiten nagaan en meten in hoeverre de afgesproken doelen zijn gehaald analyse van de afwijkingen en het nemen van maatregelen
In de Plan-fase worden plannen gemaakt. Dat kan variëren van een eenvoudig actieplan tot een volledig schoolplan. Voordat men start met het opstellen van het plan, wordt de huidige stand van zaken goed in kaart gebracht. In de Plan-fase zelf is het van belang te werken aan draagvlak voor het plan door vanaf het begin direct betrokkenen bij de gedachtevorming te betrekken. Wanneer het plan eenmaal aanvaard is, vangt de Doen-fase aan: de uitvoering van het plan. Belangrijk daarbij is om steeds na te gaan of men op koers ligt, het proces goed te volgen en zo nodig de plannen aan te passen. In de Controle-fase gaat men na of de in het plan gestelde doelen gerealiseerd zijn. Men doet dit door evaluaties uit te voeren en resultaten te analyseren. Opnieuw zal het zaak zijn hierin alle belanghebbenden te betrekken. De uitkomsten van de evaluaties vormen het vertrekpunt voor de Actie-fase (ook wel Adapt-fase genoemd): men bepaalt of het uitgevoerde beleid aanleiding geeft tot borging of verbetering. In het laatste geval wordt een verbeterplan opgesteld, waarmee een nieuwe cirkel gestart wordt.
4.2.3. Het controlsysteem Het bestuur stelde het beleid voor Planning en Control vast met het volgende doel: Door het ontwikkelen van een systeem van planning en control bestaat de mogelijkheid om de onderwijskwaliteit te meten en het management en het bestuur informatie te verschaffen over de kwaliteit van ons basisonderwijs. Op basis van de verzamelde gegevens wordt bepaald of er actie ondernomen moet worden. Hierdoor kan zonodig bijgestuurd worden om de gewenste planning te halen. Centraal in de kwaliteitszorg staat het INK-managementmodel. Door de instrumenten van planning en control, zowel op bovenschools- als op schoolniveau, wordt de kwaliteit van de diverse domeinen regelmatig vastgesteld. De resultaten worden schriftelijk vastgelegd, zodat vergelijking met voorgaande jaren en vergelijkbare scholen mogelijk is en er conclusies uit getrokken kunnen worden. De uitkomsten van de activiteiten in het kader van het controlsysteem vormen de informatiebasis voor een zelfevaluatie waarna de verbeteracties worden gepland. De belangrijkste gegevens worden verzameld op een zogenaamde kengetallenkaart. Een beperkt aantal gegevens en indicatoren wordt ingevuld waardoor bestuur en management zicht krijgen op de school/scholen en kunnen nagaan waar de kwaliteitszorg achterblijft. De gedachte hierbij is dat er tijdig ingespeeld kan worden om achterstanden te voorkomen. Voor het schoolplan 2011-2015 zijn op basis van de verkregen resultaten uit de resultaatgebieden (INKmodel) de beleidsvoornemens in hoofdstuk 1.6 beschreven. Resultaten van de Control instrumenten kunnen aanleiding zijn om tussentijds beleidsvoornemens bij te stellen dan wel nieuwe beleidsvoornemens op te nemen. De beleidsvoornemens/actiepunten worden in het schoolplan, het integraal jaarplan en in de schoolgids opgenomen. In het werkoverleg zowel met het bestuur, het team en de medezeggenschapsraad wordt de voortgang van de beleidsvoornemens besproken en bewaakt.
24
a.n.b.TUK
4.3.
schoolplan
Instrumenten Planning en Control
De instrumenten van de planning (sturing) zoals schoolplan, integraal jaarplan en begroting zijn gericht op het sturen en richting geven aan de organisatie. De instrumenten van control (beheersing) zoals de enquêtes, de analyses van de afgenomen toetsen en de tussenrapportages zijn bedoeld om de voortgang van de plannen te meten en indien nodig bij te sturen.
4.3.1. Instrumenten Planning Beschrijving
Wie
Wat
Wanneer
Opstellen schoolplan
Directeur
Schoolplan
mei 2015; 2019; …
(1 x / 4 jaar) Vaststellen schoolplan
Bestuur, MR
Schoolplan
juni
Actualiseren meerjaren
Directeur en penningmeester
Investeringsbegroting
juni
investeringsplan
bestuur
Investeringsbegroting
juni
Directeur
Concept schoolbegroting
oktober
Directeur
Integraal jaarplan
mei
bestuur
Afspraken binnen en met bestuur Bestuur en integraal jaarplan
mei
onderwijsleermiddelen (OLP) Actualiseren meerjaren
Directeur en penningmeester
investeringsplan
bestuur
apparatuur Opstellen schoolbegroting binnen financiële kaders Opstellen integraal jaarplan Opstellen bestuursafspraken Vaststellen managementcontract
bestuur
juni
Schoolplannen De schoolplannen zijn de strategische meerjarenplannen op schoolniveau. Het schoolplan is deels een afgeleide van het beleidsplan van het bestuur. De beleidsvoorstellen uit het strategisch beleidsplan zijn, voor zover van toepassing, uitgewerkt op schoolniveau. Daarnaast worden schooleigen doelen toegevoegd. Meerjaren investeringsplan + begroting Duurzame goederen worden afgeschreven. Als ondergrens voor activering geldt een bedrag van € 500,-. Elk jaar wordt deze planning geactualiseerd. Op basis van de leerlingenaantallen per 1 oktober wordt het budget per school vastgesteld dat valt onder de verantwoording van de schooldirecteur. Integraal jaarplan + managementcontract Jaarlijks wordt het schoolplan geactualiseerd. Dit wordt vastgelegd in een integraal jaarplan op schoolniveau. In het integraal jaarplan zijn de beleidsvoornemens voor het komende schooljaar geformuleerd. Het integraal jaarplan vormt samen met een deel van de afspraken uit het bovenschools jaarplan het managementcontract tussen bovenschoolse directie en directeur.
25
a.n.b.TUK
schoolplan
4.3.2. Instrumenten Control Beschrijving
Wie
Wat
Wanneer
Tussenrapportage 1
bestuur De directeur levert de gevraagde gegevens aan. bestuur De directeur levert de gevraagde gegevens aan. Directeur analyseert de gegevens op schoolniveau en bespreekt resultaat met het bestuur
Tussenrapportage 1 + Kengetallenkaart
mei
Tussenrapportage 2 + Kengetallenkaart
november
In de eerste helft van het jaar waarin het schoolplan wordt opgesteld en twee jaar later Eind schooljaar voorafgaand aan het opstellen van het schoolplan Eind schooljaar voorafgaand aan het opstellen van het schoolplan Het ingevulde format van het CITOleerlingvolgsysteem wordt begin mei aangeleverd
Tussenrapportage 2
Personeelsenquête 1 keer in de 2 jaar
Ouderenquête 1 keer in de 4 jaar
Directeur analyseert de gegevens op schoolniveau en bespreekt resultaat met het bestuur
De gegevens worden verwerkt in het schoolplan en/of het integraal jaarplan. De gegevens worden verwerkt in het schoolplan
Leerlingenenquête 1 keer in de 4 jaar
Directeur analyseert de gegevens op schoolniveau en bespreekt resultaat met het bestuur
De gegevens worden verwerkt in het schoolplan
Administratie en leerlingvolgsysteem parnasSys
De gegevens worden verwerkt in het schoolplan en/of het integraal jaarplan.
Format CITO-eindtoets
Leerkracht voert de gegevens in het computersysteem in en maakt dwarsdoorsneden en trendanalyses. Intern begeleider en directeur vullen het format leerlingvolgsysteem in en analyseren de gegevens en trekken conclusies. De directeur analyseert de gegevens m.b.v. het format en trekt conclusies
Inspectieonderzoek
Inspectie stuurt inspectierapport
CITO-eindtoets
De directeur kan reactie geven op rapportage
De gegevens worden verwerkt in het schoolplan en/of het integraal jaarplan De aanbevelingen worden verwerkt in het schoolplan en/of het integraal jaarplan
Het ingevulde format van de CITO-eindtoetsanalyse e wordt de 1 week van april aangeleverd Zo spoedig mogelijk na het onderzoek
Tussenrapportages De tussenrapportages dienen ervoor om het bestuur te informeren over de stand van zaken op alle onderdelen van het INK model weergegeven met een verklaring voor eventuele afwijkingen. Per aandachtsgebied wordt, als dit van toepassing is, de stand van zaken weergegeven. Inzage in de financiële stand van zaken wordt gegeven aan de hand van een rapportage van het onderwijsbureau Meppel. Deze wordt als bijlage toegevoegd. De directeur levert de gevraagde schoolgegevens aan.
26
a.n.b.TUK
schoolplan
Waardering door medewerkers Door middel van een personeelsenquête wordt inzicht verkregen in de tevredenheid van het personeel. Op basis van de resultaten uit dit onderzoek kunnen zowel het bestuur als de school zien welke sterke en zwakke kanten er zijn m.b.t. het personeelsbeleid. De sterke kanten kunnen worden gebruikt om de goede naam van zowel het bestuur als de school verder uit te bouwen. De minder sterke kanten kunnen aanleiding vormen tot nader onderzoek waardoor actiepunten kunnen worden geformuleerd om verbeteringen tot stand te brengen. Waardering door klanten Door middel van een ouderenquête wordt inzicht verkregen in hoe de ouders denken over bepaalde onderwijsaspecten, zodat deze gegevens kunnen worden opgenomen in het schoolplan. Op basis van de resultaten uit dit onderzoek kunnen zowel het bestuur als de school zien welke sterke en zwakke kanten er zijn. De sterke kanten kunnen worden gebruikt om de goede naam van zowel het bestuur als de school verder uit te bouwen. De minder sterke kanten kunnen aanleiding vormen tot nader onderzoek waardoor actiepunten kunnen worden geformuleerd om verbeteringen tot stand te brengen. Door middel van een leerlingenenquête wordt inzicht verkregen in hoe de leerlingen denken over de school, zodat deze gegevens kunnen worden opgenomen in het schoolplan. Op basis van de resultaten uit dit onderzoek kunnen zowel het bestuur als de school zien welke sterke en zwakke kanten er zijn. De sterke kanten kunnen worden gebruikt om de goede naam van zowel het bestuur als de school verder uit te bouwen. De minder sterke kanten kunnen aanleiding vormen tot nader onderzoek waardoor actiepunten kunnen worden geformuleerd om verbeteringen tot stand te brengen. De leringenquête wordt afgenomen bij de leerlingen van groep 5 t/m 8. CITO leerlingvolgsysteem Het doel is om inzicht te krijgen in de prestatieniveaus van scholen op de leerstofgebieden. Bij elk leerstofgebied moet in elke groep een bepaald niveau worden bereikt op scholen. De leerstofgebieden waarvan meetgegevens worden verzameld zijn: grote scholen - Technisch Lezen (TL) in groep 3 en 4; - Rekenen en Wiskunde (RW) in groep 4 en 6; - Begrijpend Lezen (BL) in groep 6.
kleine scholen* - Technisch Lezen (TL) in groep 3 en 4; - Rekenen en Wiskunde (RW) in groep 4, 5 en 6; - Begrijpend Lezen (BL) in groep 5 en 6.
* Bij de beoordeling van de tussenresultaten wordt een school als klein beschouwd als één van de groepen 3, 4 of 6 minder dan 10 leerlingen heeft. Als de groepen zeer klein zijn, de groepsgrootte sterk verschilt of het beeld onduidelijk is, kan de inspectie besluiten de resultaten op technisch lezen van groep 5 en rekenen en wiskunde en begrijpend lezen van groep 7 toe te voegen, om het beeld duidelijker te krijgen. Met behulp van de resultaten en conclusies uit het onderzoek kan worden nagegaan of er afwijkende niveaus zijn en of die incidenteel of structureel voorkomen. Vervolgens kunnen actiepunten worden geformuleerd om eventuele achterstanden bij leerstofgebieden in het basisonderwijs op te lossen en te voorkomen en op basis van onder andere succesgegevens het onderwijsprogramma effectiever te maken. CITO eindtoets groep 8 Het doel is om jaarlijks een beeld krijgen van de prestaties van groep 8 op de leerstofgebieden taal, rekenen en informatieverwerking. Met behulp van de resultaten en conclusies uit het onderzoek worden actiepunten geformuleerd om het onderwijsprogramma effectiever te maken.
27
a.n.b.TUK
schoolplan
De Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) Het doel is om op basis van de inspectierapportages inzicht te krijgen in het totaalbeeld van het onderwijs op de school, waarbij is gekeken naar de onderdelen die in het toezichtkader van de inspectie staan weergegeven. Nagegaan wordt of de school op de onderdelen voldoende scoort, zodat op basis van die gegevens actiepunten kunnen worden geformuleerd om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken en te verbeteren.
28