Algemeen Jaarverslag 2011

DCMR Jaarverslagen - Voorwoord

ZOEK

Algemeen

Algemeen Jaarverslag 2011 TERUG NAAR WWW.DCMR.NL

taken en resultaten organisatie

VOLGENDE PAGINA

| PRINT DEZE PAGINA | A A A | CONTACT

Voorwoord Een jaarverslag beoogt getrouw en volledig verslag te doen van alle activiteiten die door een organisatie in het voorafgaande jaar zijn verricht. Het jaarverslag van de DCMR over 2011 voldoet niet aan deze eis, want er is veel meer te vertellen over de activiteiten die de DCMR in het afgelopen jaar heeft verricht dan in dit jaarverslag is beschreven. Informatie over specifieke onderwerpen is vastgelegd in andere jaarverslagen, die te raadplegen zijn op deze website.

"In het verslag worden ontwikkelingen belicht door de ogen van medewerkers van de DCMR"

Maar er is een tweede reden. Om volledig te zijn zou een aanmerkelijk omvangrijker verslag nodig zijn dan het onderhavige. Om geen megabytes te verspillen hebben wij volstaan met beschrijving van een deel van ons werk, dat tegelijkertijd een goed beeld geeft van de terreinen waarop de medewerkers van de DCMR actief zijn. Met de uitvoering van taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht, handhaving, advisering, monitoring en crisisbeheersing. Voor een duurzame ontwikkeling en maximale veiligheid van allen die in het Rijnmondgebied wonen en werken. In het verslag worden ontwikkelingen belicht door de ogen van medewerkers van de DCMR. Het benadrukt dat het de medewerkers zijn die zorgen voor de resultaten van onze organisatie. Gedreven mensen die er eer aan ontlenen om hun belangrijke werk te doen, in een gebied waar een schoon en veilig milieu nooit vanzelfsprekend zal zijn. Te midden van de velen zonder wie wij ons werk niet zouden kunnen doen, wil ik hun prestaties in het bijzonder belichten, en hen dank zeggen voor hun grote inzet, ook in het afgelopen jaar. Jan van den Heuvel, directeur Jan van den Heuvel, directeur naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen[25-1-2013 9:28:44]

DCMR Jaarverslagen - Taken

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis

VORIGE PAGINA | VOLGENDE PAGINA


Taken De DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR) is 40 jaar de gezamenlijke milieudienst van de provincie Zuid-Holland en vijftien gemeenten in het Rijnmondgebied. De DCMR heeft vier hoofdtaken.

advisering veiligheid organisatie

Vergunningverlening, toezicht en handhaving Vergunningverlening, toezicht en handhaving spelen een belangrijke rol bij het waarborgen en ontwikkelen van een goede leefomgeving. Hierbij zijn advisering en communicatie belangrijke instrumenten. De DCMR ziet toe op de naleving van milieuregels door de ongeveer 23.000 bedrijven in het werkgebied. Monitoring en kennis De DCMR meet continu hoe het milieu in de regio er voor staat. Op allerlei manieren. Daardoor beschikt de DCMR over veel milieudata en -kennis. Milieumeldingen geven informatie over het functioneren van bedrijven en de milieu- en beleidsmonitoring geeft inzicht in het effect van milieubeleid in het Rijnmondgebied. Deskundigheid op het gebied van lucht, geluid, energie, veiligheid en bodem is organisatorisch gebundeld in een Expertisecentrum. Advisering De DCMR heeft specialisten in huis om gemeenten, andere overheidsinstellingen en bedrijven professioneel te ondersteunen bij uiteenlopende milieuvraagstukken. Zo adviseert de DCMR over milieuaspecten bij ruimtelijke plannen. Deze taak is niet tot de regio Rijnmond beperkt. Nationaal wordt vaak een beroep gedaan op de DCMR en ook door internationale kennisuitwisseling werkt de DCMR aan verbetering van het milieu in Nederland en daarbuiten. Veiligheid De DCMR wekt aan de veiligheid van de bewoners in het Rijnmondgebied wanneer het om risico's van de industrie gaat, samen met een partner als bijvoorbeeld de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Chemisch adviseurs en de meldkamer van de DCMR ondersteunen en adviseren dag en nacht bij milieu-incidenten. naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten[25-1-2013 9:28:46]

DCMR Jaarverslagen - Organisatie

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten organisatie samenwerken moet in je systeem zitten organogram fotografie



Organisatie Bij de DCMR werken 500 medewerkers. De organisatie heeft vier afdelingen: Gemeenten en MKB, Haven en industrie, Expertisecentrum en Bedrijfsvoering. Bij het Expertisecentrum zijn de specialistische taken geluid, lucht, klimaat, bodem en veiligheid ondergebracht. naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,organisatie[25-1-2013 9:28:47]

DCMR Jaarverslagen - Jaarverslagen

Jaarverslagen

Op deze site vindt u de jaarverslagen van de DCMR Milieudienst Rijnmond. ZOEK

Algemeen

DCMR Milieudienst Rijnmond - Jaarverslagen TERUG NAAR WWW.DCMR.NL

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/[25-1-2013 9:28:48]

DCMR Jaarverslagen - Contact

ZOEK

Algemeen

Contact TERUG NAAR WWW.DCMR.NL

PRINT DEZE PAGINA | A A

A | CONTACT

Contact Heeft u vragen of opmerkingen over een van de jaarverslagen? Neem dan contact op met de DCMR via het contactformulier. Velden met een * zijn verplicht Voornaam*

Achternaam*

E-mail adres*

Opmerkingen*

Verstuur

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/contact[25-1-2013 9:28:50]

DCMR Jaarverslagen - Vergunningverlening, toezicht en handhaving

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening,



Vergunningverlening, toezicht en handhaving

toezicht en handhaving het geluid van succes beter weten dan de wet monitoring en kennis

Vergunningverlening, toezicht en handhaving spelen een belangrijke rol bij het waarborgen en ontwikkelen van een goede leefomgeving. Hierbij zijn advisering en communicatie belangrijke instrumenten. De DCMR ziet toe op de naleving van milieuregels door de ongeveer 23.000 bedrijven in het werkgebied.


Om een vergunning te krijgen voor een nieuwe fabriek of een uitbreiding van een fabriek moet je aan regels voldoen. Deze regels staan in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. De regels zijn gemaakt om het milieu zo veel mogelijk te sparen. Of een bedrijf zich aan de regels houdt, controleren onze inspecteurs.

Vooruitzien Zodra duidelijk is dat deze regels in de toekomst strenger worden, wordt dat besproken met het bedrijf. De DCMR kijkt of de fabriek alvast aan deze toekomstige regels kan worden aangepast. Bij een nieuw te bouwen fabriek of onderdeel van een fabriek is dat vaak makkelijker te doen dan bij een bestaande fabriek.

2011 Op het gebied van geluid boekte de DCMR in 2011 succes door krachten beter te bundelen. Ondernemers in de horeca moeten nu al bij de aanvraag van hun vergunning bij de gemeente inzicht geven in de beheersbaarheid van hun geluid. Ook experimenteert de DCMR met het nog nauwkeuriger monitoren van bestaande ondernemingen. De nieuwe containerterminal van APMT op de Tweede Maasvlakte is een goed voorbeeld van vooruitkijken door de DCMR. In overleg met de DCMR denkt APMT nu al na over het faciliteren van landstroom voor de containerschepen die daar straks aanmeren. Ook het toezicht op de grote chemische industrie ging in 2011 een nieuwe fase in: een nationale opschaling van dit toezicht naar zes regio's waar de Deltaregio - Rotterdam plus Zeeland – er inmiddels één van is. Hierover is meer te lezen onder ‘Veiligheid’. De resultaten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving over het jaar 2011 zijn te vinden in het DCMR verslag "Resultaten 2011 van vergunningverlening, toezicht en handhaving" . naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/vergunningverlening--toezicht-en-handhaving[25-1-2013 9:28:52]

DCMR Jaarverslagen - Monitoring en kennis

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis de rijnmond als



Monitoring en kennis De DCMR meet continu hoe het milieu in de regio er voor staat. Op allerlei manieren. Daardoor beschikt de DCMR over veel milieudata en -kennis. Milieumeldingen geven informatie over het functioneren van bedrijven, en de milieu- en beleidsmonitoring geeft inzicht in het effect van milieubeleid in het Rijnmondgebied. Onze deskundigheid op het gebied van lucht, geluid, energie, veiligheid en bodem is organisatorisch gebundeld in een expertisecentrum.

innovatietuin waar zwarte rook is kennisdeling

Meten is weten. Monitoring is daarom één van de vier hoofdtaken van de DCMR. Als je meet, weet je waar je staat. Als je dan het jaar daarop meet, weet je of je werk heeft bijgedragen.


Luchtmeetnet De DCMR meet bijvoorbeeld vierentwintig uur per dag de luchtkwaliteit in het Rijnmondgebied. Dat doen wij met een uitgebreid luchtmeetnet in het gebied. De meetresultaten van de verschillende meetpunten zijn te volgen via onze website. 2011 In 2011 investeerde de DCMR in nog betere technieken voor het monitoren van het milieu, met onder meer de elektronische neus, de 'e-nose', en de VOS-camera. Ook de informatie richting inwoners werd nog transparanter. De kennis en data van de DCMR over de kwaliteit van lucht en bodem zijn nu online raadpleegbaar. Er is nu zelfs een app die de Europese luchtkwaliteit in kaart brengt. Ook het samenwerken met bedrijven om samen innovatieve oplossingen te ontwikkelen kreeg verder vorm in het Innovatieplatform onder leiding van Hans van der Vlist. naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/monitoring-en-kennis[25-1-2013 9:28:54]

DCMR Jaarverslagen - Advisering

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis advisering milieuadvies: de dcmr



Advisering De DCMR heeft specialisten in huis om gemeenten, andere overheidsinstellingen en bedrijven professioneel te ondersteunen bij uiteenlopende milieuvraagstukken. Zo adviseert de DCMR over milieuaspecten bij ruimtelijke plannen. Deze taak is niet tot de regio Rijnmond beperkt. Nationaal wordt vaak een beroep gedaan op de DCMR en ook door internationale kennisuitwisseling werkt de DCMR aan verbetering van het milieu in Nederland en daarbuiten.

naar ontwikkelkracht

De DCMR staat vooral bekend als vergunningverlener, toezichthouder en handhaver. Terecht, want dat is ook het grootste deel van ons werk, onze kerntaak.

kennis van over de grens veiligheid organisatie

Deskundige adviseurs Omdat we dit werk al veertig jaar doen, is de DCMR uitstekend op de hoogte van alle milieuthema's, zoals lucht, geluid, bodem en energie en klimaat. Onze adviseurs zijn gespecialiseerd in deze thema's.

2011 De kracht van de DCMR tijdens het planproces werd dit jaar steeds duidelijker, ook op het gebied van ruimtelijke ordening. Gemeenten en marktpartijen schakelen de DCMR in om hun ambities op dat vlak binnen de wettelijke kaders van milieu en duurzaamheid te kunnen ontplooien. In 2011 gold dat voor al langer lopende projecten als Stadshavens en de ontwikkeling van gemeenten als Lansingerland en Krimpen aan den IJssel. Gemeente Vlaardingen ging daarin nog verder. Vier van haar milieuspecialisten stapten over naar de DCMR om vanuit dit expertisehuis de milieuvraagstukken van deze gemeente te gaan behandelen. naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/advisering[25-1-2013 9:28:56]

DCMR Jaarverslagen - Veiligheid

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis advisering veiligheid



Veiligheid De DCMR werkt aan de veiligheid van de bewoners in het Rijnmondgebied wanneer het om risico's van de industrie gaat. Daarvoor krijgen de bedrijven strenge veiligheidsregels opgelegd en controleren de DCMR-inspecteurs of ze zich aan deze regels blijven houden. De DCMR werkt samen met een partner als bijvoorbeeld de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Chemisch adviseurs en de meldkamer van de DCMR ondersteunen en adviseren dag en nacht bij milieu-incidenten.

hightech vuurwerk van de DCMR toezicht in opperste concentratie organisatie

Gebiedsgericht Waar we eerst de risico's per bedrijf en de naastliggende bedrijven bekeken, wordt steeds meer naar de risico's van een groter gebied gekeken. Zo kunnen betere beslissingen worden genomen voor zo'n gebied. Of er nog een bedrijf bij past. En wat voor bedrijf dat mag zijn. Of dat er nog een woonwijk bij past. 2011 In 2011 verscherpte de DCMR het toezicht op de vuurwerkbranche en maakten de inspectieteams gebruik van een tablet-pc om meer direct en interactief te controleren. Ook het toezicht op de grote chemische industrie ging in 2011 een nieuwe fase in: een nationale opschaling van dit toezicht naar zes regio's waar de Deltaregio - Rotterdam plus Zeeland – er inmiddels één van is. Vanaf 2013 moet dit gaan leiden tot verdere professionalisering van de toezichthouders, lagere coördinatielasten en betere afstemming van de diverse inspecties. Na het ongeval bij Chemie-Pack in Moerdijk in 2011 staat het toezicht op de chemische industrie volop in de spotlights. Specifieke informatie over milieumeldingen van bewoners, meldingen van bedrijven aan de DCMR meldkamer en milieu-incidenten over het jaar 2011 zijn te vinden in het DCMR Milieumeldingenverslag 2011 . naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/veiligheid[25-1-2013 9:28:58]

DCMR Jaarverslagen - Samenwerken moet in je systeem zitten

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten organisatie samenwerken moet in je systeem zitten organogram



Samenwerken moet in je systeem zitten De DCMR werkt steeds meer samen. Met andere overheden, met bedrijven, met andere kennispartners. Steeds vaker delen partijen kennis en schakelen zij elkaars expertise in. En dan moet samenwerken letterlijk in je systeem zitten: je informatiesystemen moeten daar de mogelijkheden voor bieden. Reden voor de DCMR om zijn milieu-informatiesysteem (MIRR) en zijn tijdschrijfsysteem (GO) grondig te renoveren.

fotografie

Johan van der Weij is senior programmamanager directieondersteuning en zit midden in dat proces. "We hebben MIRR al vijftien jaar. Uiteraard heeft het zich in de tijd mee ontwikkeld, maar daar zijn grenzen aan. In ons nieuwe werken moeten we veel meer en sneller zaken kunnen uitwisselen met andere partijen. Neem bijvoorbeeld een vergunning. In de nieuwe wetgeving vraagt iemand nu in één keer een complete vergunning aan bij de gemeente. Wij als DCMR moeten ons milieudeel dus snel kunnen aanleveren binnen een ander systeem. Omgekeerd moeten wij ook zaken van individuele gemeenten aangeleverd kunnen krijgen voor provinciale kwesties." Cultuuromslag Inmiddels is de analysefase achter de rug en nadert het aanbestedingstraject. Het is de bedoeling dat het nieuwe MIRR in de loop van 2013 live gaat. Als het zover is, gaan er veel zaken beter volgens Van der Weij: "Dan kunnen we processen beter volgen en meer managementinformatie genereren. Het systeem wordt een stuk gebruiksvriendelijker. Er komt een betere koppeling met de archiefsystemen. En we willen het zo slim inrichten dat het minder administratieve belasting oplevert dan nu. Dan moeten we overigens wel beter gaan invullen. Het is ook een cultuuromslag." naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,organisatie/samenwerken-moet-in-je-systeem-zitten.html[25-1-2013 9:29:01]

"Met het nieuwe milieuinformatiesysteem kunnen we processen beter volgen en meer managementinformatie genereren"

DCMR Jaarverslagen - Organisatie

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten



Organisatie

organisatie samenwerken moet in je systeem zitten organogram fotografie

naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,organisatie/organogram.html[25-1-2013 9:29:05]

DCMR Jaarverslagen - Fotografie

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten organisatie samenwerken moet in je

VORIGE PAGINA | PRINT DEZE PAGINA | A A

A | CONTACT

Fotografie Fotografie Jaarverslag 2011 DCMR - Mladen Piculic. naar boven

systeem zitten organogram fotografie

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,organisatie/Fotografie.html[25-1-2013 9:29:06]

DCMR Jaarverslagen - Toezicht in opperste concentratie

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis advisering veiligheid hightech vuurwerk van de DCMR toezicht in opperste concentratie organisatie



Toezicht in opperste concentratie De Rijnmond kent zo'n 120 bedrijven in de categorie 'grote chemische industrie'. In die bedrijven wordt gewerkt met potentieel gevaarlijke stoffen als chloor, ammoniak en acryl. Europa heeft, na wat harde praktijklessen, voor dat soort bedrijven bijzondere veiligheidsmaatregelen opgesteld: het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO). Na het ongeval bij Chemie-Pack in Moerdijk staat het toezicht op dit soort bedrijven volop in de spotlights. Robert Mout, BRZO-coördinator, weet wie en wat daar bij komt kijken.

"Opschaling van toezicht leidt tot verdere professionalisering van toezichthouders en minder coördinatielasten"

"De inspectie van een BRZO-bedrijf liegt er niet om. Daar gaan drie specialisten heen die beoordelen of zo'n bedrijf al het nodige doet om mensen veilig te laten werken, het milieu te sparen en effectief te kunnen handelen als het toch fout gaat. Een bedrijf moet dat kunnen aantonen aan de hand van zijn 'hardware', dus de systemen, maar ook in gedetailleerde beschrijving van procedures. We duiken dan dus echt in hun systeem en processen, want geen van die bedrijven is vergelijkbaar. Naast dit veiligheidstoezicht toetst de DCMR de bedrijven ook op de borging van de milieuverplichtingen in het systeem van procedures. We noemen dit aanvullende toezichtsinstrument systeemtoezicht. De daadwerkelijke inspectie is op het bedrijfsterrein zelf. Deze fysieke controle staat voorop. Bij een BRZO-inspectie inspecteren we samen met de Inspectie SZW en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Deltaregio Als gevolg van de brand bij Chemie-Pack heeft de overheid in 2011 besloten het toezicht op deze bedrijven te verbeteren door het te centraliseren in zes regio's. Inmiddels is de indeling bekend. Eén daarvan is de 'Deltaregio' het Rijnmondgebied met de provincie Zeeland. Voor de DCMR verandert er niet veel, want de beoogde manier van werken, past de dienst toe in de praktijk. Het verschil is wel dat er 22 extra BRZObedrijven onder toezicht komen van de DCMR. Op 1 januari 2013 moet deze regiostructuur operationeel worden. Voordelen zijn er zeker. Mout: "Zo'n opschaling leidt tot verdere professionalisering van toezichthouders en minder coördinatielasten. Anderzijds denk ik ook dat deze concentratie van toezicht ook inspeelt op de tendens dat we als inwoners van dit land steeds minder risico accepteren. We willen dat tot nul reduceren en de vraag is of dat reëel is." naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/veiligheid/toezicht-in-opperste-concentratie.html[25-1-2013 9:29:09]

Robert Mout, coördinator

DCMR Jaarverslagen - Het geluid van succes

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving het geluid van succes beter weten dan de wet monitoring en kennis



Het geluid van succes In 2006 nam de DCMR de bestrijding van horecalawaai over van de politie. Sindsdien kent de DCMR een aparte 'unit' die zich daar mee bezighoudt. En met succes, want sinds de Rijnmonders weten dat er iets gebeurt met hun klachten over horecalawaai, heeft de unit het eigenlijk te druk. Tijd voor een nieuwe aanpak. De nieuwe horecanota van de gemeente Rotterdam moet daarvoor de basis bieden. René Klouwens, coördinator MKB Rotterdam Noord, legt uit hoe en waarom dat werkt.

"We voorkomen klachten in plaats van dat we er steeds meer moeten behandelen"


René Klouwens, coördinator MKB Rotterdam Noord

"Als een horecaondernemer een exploitatievergunning aanvraagt bij de gemeente, bemoeien wij ons daar direct mee. We komen niet pas in zicht als er sprake is van geluidsoverlast en er een overtreding volgt. We bekijken vooraf op detailniveau wat die ondernemer qua 'geluid' wil gaan doen op zijn specifieke locatie. Hij moet bijvoorbeeld ook akoestisch onderzoek uitvoeren in zijn pand en op basis daarvan een begrenzer op zijn installatie plaatsen zodat het geluid niet boven de geluidsgrenswaarden kan komen. Zo voorkomen we klachten in plaats van dat we er steeds meer moeten behandelen." Stadhuisplein Een aansprekend innovatief voorbeeld vindt René de locatie Stadhuisplein: "Daar zitten elf horecagelegenheden op een kluitje en regelmatig klagen omwonenden over hun lawaai. Het is alleen lastig te bepalen waar de specifieke overlast vandaan komt. Daarom zijn we nu, in goed overleg met die horecagelegenheden, bezig met de aanleg van een monitoringsysteem. Dat werkt met microfoons bij de bedrijven zelf en op de gevels van de klagers. Het interessante is dat we aan de verschillende frequenties kunnen zien welke horecagelegenheid de overlast veroorzaakt. Bovendien zijn de meetresultaten te zien op internet, zodat de ondernemer zelf zijn geluidsniveaus kan controleren en bijsturen." naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/vergunningverlening--toezicht-en-handhaving/het-geluid-van-succes.html[25-1-2013 9:29:12]

DCMR Jaarverslagen - Beter weten dan de wet

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving het geluid van succes beter weten dan de



Beter weten dan de wet Wat gebeurt er wanneer een bedrijf beter scoort dan de milieuwet voorschrijft? Wat betekent het voor de vergunning als iemand nieuwe maatregelen neemt die nog niet zijn opgenomen in de weten regelgeving? Niet zo'n gekke gedachte want de techniek ontwikkelt zich nu eenmaal sneller dan de wet. Bij de DCMR weten ze hier wel raad mee en stimuleren ze juist dat bedrijven dit soort 'bovenwettelijke maatregelen' onderzoeken en toepassen.

"Ook al heeft het nu nog geen nut, toch zijn we al wel met APMT aan het overleggen om de terminal te voorzien van walstroom."

wet monitoring en kennis advisering veiligheid organisatie

Arnoud Jonkers, technisch beleidsmedewerker vergunningen Arnoud Jonkers, technisch beleidsmedewerker vergunningen voor de industrie, heeft direct een sprekend voorbeeld: "Op de Tweede Maasvlakte komt straks een containerterminal van APMT met een overslagcapaciteit van 10 miljoen containers. Die containers worden aangevoerd door supergrote containerschepen. Zij moeten hun motor laten draaien om het schip en de - vaak gekoelde - containers van stroom te voorzien. De motoren draaien op zware stookolie en dat is nogal een belasting voor het milieu. De scheepvaart denkt er over na om de schepen te voorzien van een optie voor walstroom, wat veel beter is voor het milieu. De DCMR heeft daar alleen geen invloed op. Maar ook al heeft het nu nog geen nut, toch zijn we al wel met APMT aan het overleggen om die terminal te voorzien van walstroom. Zodat "als" straks die containerschepen op walstroom kunnen draaien, de terminal het ook kan leveren." Best beschikbare techniek Als de wet niets regelt, is er dus altijd nog de DCMR en het goede overleg met de betrokken bedrijven. Voor de Tweede Maasvlakte is bijvoorbeeld ook een lichtplan gemaakt. Er is wel provinciaal beleid, maar het is nog niet genoeg ingevuld. Nu ligt er dus een plan dat zorgt voor een zo laag mogelijke lichtintensiteit in dit gebied. Jonkers: "Het is toch al lastig om in deze regio echt donker te ervaren. De wet stelt dat bedrijven de 'best beschikbare techniek' moeten toepassen. Die gaat in de praktijk vaak verder dan de wet zich kan voorstellen.' naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/vergunningverlening--toezicht-en-handhaving/beter-weten-dan-de-wet.html[25-1-2013 9:29:14]

DCMR Milieudienst Rijnmond Parallelweg 1 Postbus 843 3100 AV Schiedam T 010 - 246 80 00 F 010 - 246 82 83 E [email protected] I www.dcmr.nl Twitter: @MilieuRijnmond

Resultaten 2011 van vergunningverlening, toezicht en handhaving


Inhoud Werken aan een veilig en leefbaar Rijnmond ................................................................................................................................ 5

Resultaten 2011 van vergunningverlening, toezicht en handhaving ............................................................................................. 7

1.

Bedrijvenpakket DCMR.................................................................................................................................................... 9

2.

Vergunningverlening ..................................................................................................................................................... 11

2.1

Verhoudingen tussen nationale en Europese regelgeving ............................................................................................... 12

2.2

Nieuwe bedrijvigheid ........................................................................................................................................................ 12

2.3

Veiligheid voorop .............................................................................................................................................................. 12

3.

Toezicht en handhaving ................................................................................................................................................ 13

3.1

Toezicht ............................................................................................................................................................................ 13

3.2

Handhaving: voortvarend en dwingend............................................................................................................................ 13

3.3

De nieuwe sanctiestrategie .............................................................................................................................................. 14

3.4

Horecalawaai aangepakt.................................................................................................................................................. 15

3.5

Vuurwerkverkoop onder de loep ...................................................................................................................................... 16

3.6

Energiekosten omlaag ..................................................................................................................................................... 16

3.7

Innovatie: sneller zicht op gevaren en normoverschrijding .............................................................................................. 16

3.8

Krachten en kennis bundelen........................................................................................................................................... 17

4.

Bezwaar en beroep ........................................................................................................................................................ 19

5.

Speerpunten van 2012 ................................................................................................................................................... 19

-3-

Werken aan een veilig en leefbaar Rijnmond

Op meer terreinen is in 2011 ondervonden dat betere samenwerking de sleutel is voor succesvol optreden. Een goed voorbeeld is de aanpak van horeca-overlast. Daar wordt nauw samengewerkt met gemeentelijke diensten, politie en justitie. Ieder brengt daarbij zijn eigen kennis en instrumentarium in om de overlast terug te dringen. En met succes. Bij de top 10 van overlastgevende horecabedrijven is het aantal klachten met ruim 60% afgenomen.

Voor u ligt het beknopte jaarverslag 2011 van de DCMR over onze kerntaak “vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven”. Een jaar waarin voor vergunningverleners en handhavers in heel Nederland de toon werd gezet door de brand bij Chemie-Pack te Moerdijk. Heel veel vragen werden gesteld: hoe kon dit gebeuren, is er voldoende deskundigheid bij gemeenten en provincies, zijn er meer van dit soort risicovolle bedrijven en hoe is de situatie daar?

Met dit en de andere resultaten die in 2011 bereikt werden in het achterhoofd, werkt de DCMR aan nieuwe methoden om de effectiviteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving verder te verbeteren. Proberen we de pakkans voor bedrijven die het met het milieu niet zo nauw nemen te vergroten en ontzien we de bedrijven die netjes werken en waar de risico’s klein zijn. Die systematiek wordt in 2012 samen met de participanten van de DCMR uitgewerkt tot een nieuwe beleidslijn.

In 2011 is de zoektocht gestart naar de antwoorden en naar nieuwe wegen en oplossingen. De eerste uitkomsten daarvan beginnen vorm te krijgen. Kennis en kunde over de meest risicovolle bedrijven gaan gebundeld worden bij een beperkt aantal uitvoeringsdiensten, waaronder de DCMR. Samenwerking met andere inspectiediensten wordt geïntensiveerd, gegevens uitgewisseld. De DCMR draait hier volop in mee en wil daarnaast de eigen werkzaamheden nog beter organiseren en uitvoeren: glashelder, voortvarend en dwingend.

Jan van den Heuvel Directeur DCMR

-5-


Later dit jaar zullen de participanten de reguliere verantwoordingsrapportage van de DCMR ontvangen over de uitgevoerde werkzaamheden, de Jaarrapportage milieudoelen 2011 en de Milieumonitor Stadsregio Rotterdam. Deze laatste twee rapportages zullen inhoudelijk ingaan op de milieuresultaten en -ontwikkelingen in het Rijnmondgebied.

De DCMR Milieudienst Rijnmond is de gezamenlijke milieudienst van de provincie Zuid-Holland en vijftien gemeenten in het Rijnmondgebied. Voor de 1,2 miljoen inwoners in de regio streeft de DCMR naar het verlagen van de milieudruk. De DCMR doet dat onder meer via vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de milieuregelgeving en het omgevingsrecht. Daarnaast ondersteunt de DCMR gemeenten, overheidsinstellingen en bedrijven regionaal, nationaal en internationaal bij milieuvraagstukken. De DCMR is bij milieu-incidenten dag en nacht bereikbaar voor bewoners, bedrijven en overheden. Dit rapport geeft een beknopt overzicht van de activiteiten van de DCMR in 2011 op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving bij bedrijven. Aan de orde komen: het bedrijvenpakket van de DCMR, de resultaten, de ervaringen met nieuwe regelgeving en een aantal bestuurlijk belangrijke onderwerpen en dossiers.

-7-

1.

Bedrijvenpakket DCMR

Vergunningsplicht en Activiteitenbesluit

Tabel 1: Aantal bedrijven en wijze van regulering Type bedrijf

In het Rijnmondgebied zijn er 25.647 bedrijven actief die vallen onder de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De wettelijke verplichtingen waaraan bedrijven op het terrein van milieu en veiligheid moeten voldoen, verschillen per bedrijf. Het merendeel van de bedrijven moet voldoen aan de algemene regels van het Activiteitenbesluit. Daarnaast zijn er 1076 bedrijven die een vergunning moeten hebben omdat de algemene regels niet voldoen en er maatwerkvoorschriften nodig zijn.

2010

2011

16.422

16.421

niet meldingplichtig

7.983

8.145

Vergunningplichtig

1.202

1.076

25.607

25.642

Algemene regels: meldingplichtig Algemene regels:

Totaal

Voor de meeste bedrijven is de gemeente het bevoegde gezag. Een kleine groep valt onder het gezag van de provincie. Ook voor die bedrijven gelden steeds vaker algemene regels en komen daardoor onder de bevoegdheid van de gemeente. In 2011 vielen er daardoor ten opzichte van 2010 30% minder bedrijven onder bevoegdheid van de provincie.

Verder afschaffen vergunningplicht? Om de lastendruk voor bedrijven te verlagen, is door de Rijksoverheid het aantal bedrijven dat een vergunning moet aanvragen de laatste jaren steeds verder beperkt. De DCMR ziet dat als een goede ontwikkeling. In de praktijk brengt het afschaffen van de vergunningplicht echter ook een aantal bezwaren met zich mee. Waar algemene regels gelden, kunnen slechts in bijzondere gevallen aanvullende voorschriften gesteld worden om specifieke hinder te voorkomen. Ook komt het voor dat de algemene regels maatregelen voorschrijven die eigenlijk niet kosteneffectief zijn.

Tabel 2: Aantal bedrijven en bevoegd gezag Bedrijven en bevoegd gezag

2010

2011

393

268

Rotterdam

12.784

12.837

Regiogemeenten

12.231

12.234

199

303

25.607

25.642

Provincie Zuid-Holland

De grenzen aan het verminderen van de vergunningplicht zijn wat de DCMR betreft ongeveer bereikt. Toch heeft het ministerie nog een aantal besluiten in voorbereiding om voor bepaalde bedrijven en installaties de vergunningplicht af te schaffen. Een voorbeeld daarvan is de Richtlijn industriële emissies. Hiermee vervalt de vergunningplicht voor grote stook- en afvalverbrandingsinstallaties en worden de eisen via algemene regels opgelegd. De DCMR is van mening dat voor dit type installaties altijd de best beschikbare technieken moeten worden voorgeschreven die zijn toegesneden op de specifieke situatie bij een bedrijf. Alleen daarmee is een zo laag mogelijke uitstoot van schadelijke stoffen te realiseren. Dit vergt maatwerk dat in een vergunning moet worden vastgelegd.

Minister I&M, overheden buiten Rijnmond Totaal

Een ander voorbeeld is de aanpassing van het Activiteitenbesluit voor vuurwerkverkooppunten. Slechts de allergrootste daarvan, met een opslag boven de 10.000 kg, zouden nog vergunningplichtig blijven. Die grens ligt nu nog op 1000 kg. Daarmee vervalt ook het instrumentarium om op grond van de milieuregelgeving zo nodig extra voorzieningen te eisen of op grond van de Wet Bibob de vestiging te weigeren. Dit is gezien het karakter, de risico’s en het naleefgedrag van de branche een ongewenste ontwikkeling.

-9-

2.

Vergunningverlening Een ander effect van het nieuwe stelsel is dat de cijfers over 2011 vanwege de nieuwe indeling niet meer vergeleken kunnen worden met cijfers van voorgaande jaren. In onderstaande tabel zijn daarom alleen de cijfers over 2011 opgenomen.

WABO Op 1 oktober 2010 is de nieuwe Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in werking getreden. Daarmee zijn alle vergunningstelsels op gebied van bouwen, slopen, indirecte lozingen van afvalwater en milieu, samengevoegd tot één nieuwe omgevingsvergunning. De Wabo kent een reguliere procedure van 8 weken en een uitgebreide procedure van 26 weken. De uitgebreide procedure is van toepassing in een beperkt aantal situaties waaronder vergunningaanvragen waarbij milieuaspecten spelen of waarbij er sprake is van een afwijking van een bestemmingsplan.

Bij 63 bedrijven die vallen onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit werden maatwerkvoorschriften opgesteld. Grofweg de helft op verzoek van bedrijven om ontheffing van onredelijke voorschriften en de andere helft meestal om strengere voorschriften te stellen vanwege geluidoverlast. De verwachting is dat er de komende jaren vaker maatwerkvoorschriften opgelegd gaan worden. Dit komt omdat er steeds complexer en risicovoller bedrijven en de indirecte lozingen van afvalwater onder de algemene regels worden gebracht.

Wabo-inspanningen voor gemeenten en provincie Gemeenten geven de Wabo-vergunningen zelf af, waarbij de DCMR het milieudeel van de vergunning verzorgt. De provincie heeft het verlenen van Wabo-vergunningen voor ‘provinciale bedrijven’ in zijn geheel ondergebracht bij de DCMR. Uitgangspunt is dat vergunningen gemiddeld iedere 10 jaar geheel geactualiseerd zijn. Tussentijds kunnen vergunningen aangepast worden om nieuwe weten regelgeving en de best beschikbare technieken te implementeren.

Ervaringen met de Wabo Goed samenspel Om Wabo-vergunningen die zowel over slopen, kappen, bouwen als over milieu gaan tijdig te verlenen, is er een goed samenspel nodig tussen gemeenten en DCMR. Voor sommige procedures is de proceduretermijn slechts 8 weken en wordt de vergunning automatisch van kracht als er niet tijdig beschikt is. Dit vereist strakke afspraken, maar ook flexibiliteit in de uitvoering. In de loop van 2011 verbeterde de samenwerking en werden termijnen over het algemeen gehaald. De DCMR heeft in 2011 twee keer een bijeenkomst voor gemeenten georganiseerd om de Waboervaringen uit te wisselen.

Het nieuwe vergunningenstelsel van de Wabo maakte het moeilijk om per soort aanvraag een goede schatting te maken van de productie die in 2011 werd verwacht. Er waren immers geen ervaringscijfers. Dit blijkt ook uit de realisatiecijfers. Er zijn minder vergunningen Wm/Wabo verleend via de uitgebreide procedure en er waren ook minder meldingen. Daar tegenover staat dat er meer Wm/ Wabo beschikkingen werden verleend via de reguliere procedure. Als alle cijfers opgeteld worden, blijkt dat de geplande aantallen (1331) niet sterk afwijken van de gerealiseerde aantallen (1261). Dit iets lagere aantal heeft vermoedelijk te maken met de economische ontwikkelingen.

Bij sloop- en bouwactiviteiten vindt een deel van de regulering tijdens inspecties plaats. Inspecteurs van de afdelingen Bouw- en Woning Toezicht van gemeenten voeren die inspecties ook uit bij provinciale bedrijven en informeren de DCMR daarover. Hierin is nog een verbeterslag te maken.

Tabel 3: Overzicht vergunningverlening Beschikking

Participant

Vergunning Wm/Wabo uitgebreide procedure

Vergunningen Wabo reguliere procedure *)

Planning 2011

Gerealiseerd 2011

Provincie

79

47

Rotterdam

48

43

Regio

37

25

Provincie

40

85

Rotterdam

**)

102

**)

19

Melding Activiteitenbesluit (melding artikel 8.40)

Rotterdam

Regio

552

439

Regio

505

438

Activiteitenbesluit maatwerkvoorschriften

Rotterdam

70

28

Regio

**)

35

*)

in deze cijfers zijn alleen de reguliere procedures meegenomen voor milieuneutrale aanpassing van een vergunning

**)

geen aantal in planning opgenomen

- 11 -

2.1

Verhoudingen tussen nationale en Europese regelgeving

Maasvlakte 2 In 2011 is de eerste vergunning verleend voor een bedrijf op de Tweede Maasvlakte. Het betreft de containerterminal van APMT. De vergunning is opgesteld in overeenstemming met de afspraken rond de inrichting van de Tweede Maasvlakte. Daarbij is de milieubelasting vergaand beperkt om binnen de beschikbare milieuruimte te blijven. Het bedrijf is volledig voorbereid op het gebruik van walstroom door de schepen die afmeren en gebruikt de beste technieken om de uitstoot van stikstofoxiden (NOx) door voertuigen te beperken.

Milieuvergunningen nieuwe kolencentrales In december heeft de Raad van State uitspraak gedaan in de procedures die waren aangespannen tegen de milieuvergunningen voor de nieuwe kolencentrales van E.ON en Electrabel op de Maasvlakte. Na 4 jaar procederen heeft de Raad van State beslist dat de vergunningen die de DCMR heeft opgesteld, op alle punten voldoen. Hieraan voorafgaand heeft de Raad het Europese Hof van Justitie gevraagd om uitspraak te doen over de vraag of gemeenten en provincies in individuele vergunningen rekening moeten houden met verplichte Europese emissieplafonds. Het Hof heeft geoordeeld dat dit niet het geval is. En dus heeft de Raad van State degenen die op dit punt beroep hadden aangetekend, in het ongelijk gesteld.

Tankterminal Europoort West De DCMR is actief betrokken bij de tender die het Havenbedrijf heeft uitgeschreven voor de Terminal Europoort West. In een unieke samenwerking heeft de DCMR voor die tender de milieucriteria geformuleerd. Bedrijven die hoog scoren op deze criteria maakten een grotere kans in de uiteindelijke gunning. Het consortium Standhart heeft uiteindelijk de tender gewonnen en zet straks een nieuwe milieustandaard neer voor tankterminals. Inmiddels is de vergunningprocedure gestart.

2.3

Tot de risicovolle bedrijven worden gerekend de bedrijven die vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) en bedrijven in de chemie die vallen binnen een risicovolle categorie. Een 100-tal van deze bedrijven zijn gevestigd in het Rijnmondgebied. Mede door de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk heeft deze categorie het afgelopen jaar landelijk veel aandacht gekregen. Het rijk heeft in overleg met IPO en VNG besloten dat de uitvoering van de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving bij deze bedrijven worden ondergebracht bij zes gespecialiseerde diensten, waarvan de DCMR er één is. Ook zal een meer uniforme landelijke benadering worden gevolgd.

Inmiddels is de ontwerpbeschikking gepubliceerd voor de vergunning van de CO2-afvanginstallatie die bij de nieuwe centrale van E.ON zal worden gebouwd. Dit betreft het Road project dat E.ON en Electrabel gezamenlijk uitvoeren om de CO2-uitstoot te beperken.

2.2

Veiligheid voorop

In december 2005 heeft er in de terminal van Buncefield Oil Storage Depot in Groot-Brittannië een grote brand gewoed. Naar aanleiding daarvan zijn er nieuwe richtlijnen geformuleerd om een dergelijk ongeval met het opslaan van brandbare vloeistoffen in tanks te voorkomen. Deze zijn in Nederland opgenomen in de PGS 29 richtlijn. Bij 50 bedrijven in Rijnmond is gecontroleerd in hoeverre ze hieraan voldoen. Bedrijven hebben zelf analyses opgesteld op basis waarvan de milieuvergunningen tussentijds worden aangepast. Dit is een breuk met het verleden, toen aanpassing van de vergunning alleen aan de orde was bij actualisatie van de gehele vergunning. Met de tussentijdse aanpassingen, die projectmatig worden uitgevoerd, kan de DCMR de voorschriften beter handhaven.

Nieuwe bedrijvigheid

Economische ontwikkeling Rijnmond De economische ontwikkeling in het Rijnmondgebied staat door de wereldwijde financiële crisis onder druk. Ten opzichte van andere Europese havens, presteert Rijnmond nog steeds goed. Het aantal aanvragen voor oprichtingsvergunningen voor nieuwe bedrijven is daarentegen beperkt. Wel voeren bedrijven veranderingen door vanwege rationalisaties in de bedrijfsvoering. Een aantal bedrijven heeft besloten de productie elders in Europa terug te brengen en te concentreren in Rotterdam. Door de slechter wordende economie bestaat het risico dat bedrijven minder tijd en aandacht geven aan milieu en veiligheid. De DCMR is alert op deze mogelijke ontwikkeling.

- 12 -

3.

Toezicht en handhaving

3.1

Toezicht

gepland is voor preventieve controles als opslag genomen. Er worden geen aantallen gepland. Dit verklaart het verschil tussen de planning en de realisatie over het jaar 2011.

De DCMR heeft als taak, namens het bevoegd gezag, toezicht te houden op de naleving van de milieuregelgeving door bedrijven en waar nodig de naleving af te dwingen. Voor deze taak beschikt de DCMR over circa honderd toezichthouders, milieujuristen en bijzondere opsporingsambtenaren. Het toezicht kent verschillende controlevormen. De basis is de preventieve controle waarbij op locatie een controle wordt uitgevoerd. Daarnaast vinden er specifieke controles plaats op basis van projecten en klachten/voorvallen (‘klachten- en voorval onderzoek’) of om te inventariseren of het bedrijvenbestand nog actueel en juist is en of alle nieuwe vestigingen van bedrijven aan hun meldingplicht hebben voldaan (‘inventariserende controles’). Waar nodig vindt tijdens de controles voorlichting plaats of worden adviezen gegeven over de aanpak van milieuproblemen of voor het ongedaan maken van overtredingen. Indien bij een preventieve controle sprake is van een overtreding vindt na aanschrijving een (repressieve) nacontrole plaats om vast te stellen of de overtreding ongedaan gemaakt is. Indien dat niet het geval is kan een sanctie worden opgelegd, hetzij bestuursrechtelijk (veelal dwangsom of soms bestuursdwang), dan wel strafrechtelijk.

3.2

Handhaving: voortvarend en dwingend

Lessen uit de brand bij CMI Op 28 februari 1996 woedde er een grote brand bij CMI Container Masters in Rotterdam. CMI was een open overslagbedrijf voor koopmansgoederen en chemicaliën, waaronder gevaarlijke stoffen. De brand legde het gehele complex van CMI en dat van een naastgelegen bedrijf in de as. Nadat CMI failliet verklaard was, stelden gedupeerden de gemeente Rotterdam en de DCMR aansprakelijk voor de geleden schade. Rechtszaken hierover in 2004 en in hoger beroep in 2011 stelden de gedupeerden (gedeeltelijk) in het gelijk. De gemeente en de DCMR hebben volgens de rechters niet, dan wel onvoldoende voortvarend en dwingend opgetreden ten aanzien van de naleving van de vergunningsvoorwaarden door CMI. Deze uitspraak heeft consequenties voor de uitvoering. Waar nodig zal de DCMR sneller overgaan tot handhavend optreden. Informatiesystemen worden zodanig ingericht dat er tijdig gesignaleerd wordt als er een handhavingsgat valt. In 2011 zijn er 155 controles uitgevoerd bij 88 bedrijven die gevaarlijke stoffen opslaan. De eisen waaraan de opslag van deze stoffen moeten voldoen staan in het Activiteitenbesluit en in de richtlijn PGS-15. Er werden 62 overtredingen geconstateerd, waarvan er 55 rechtsreeks betrekking hadden op gevaarlijke stoffen. De overtredingen liepen uiteen van administratieve overtredingen tot een aantal zwaardere overtredingen, zoals: opslag buiten de aan-

Onderstaande tabellen geven het overzicht van de geplande en uitgevoerde controles en sancties in 2011 voor gemeenten en provincie. Planning en realisatie komen over het algemeen behoorlijk overeen. In het werkplan voor de provincie wordt voor repressieve controles een percentage van de tijd die Tabel 4: Overzicht geplande en gerealiseerde controles in 2011 Type controle

Participant

Preventieve controles (inclusief BRZO)

Provincie*)

422

543

Rotterdam

1.694

1.788

Regiogemeenten

1.501

1.725

Rotterdam

1.662

1.337

Regio

1.189

1.477

Provincie

160

438

Rotterdam

821

993

Inventariserende controles Klachten/voorval onderzoek

Repressieve (na)controles Bestuursrechtelijke handhaving

Strafrechtelijke handhaving

Planning 2011

Realisatie 2011

Regiogemeenten

804

711

Rotterdam

924

948

Regiogemeenten

597

781

Provincie

**)

10

Rotterdam

65

56

Regiogemeenten

21

28

Provincie

**)

4

Rotterdam

30

47

Regiogemeenten

14

6

*)

dit aantal omvat zowel de preventieve als repressieve controles inclusief BRZO en vuurwerk

**)

geen aantal in planning opgenomen

- 13 -

Als de zaken dan nog niet in orde zijn, geeft de sanctiestrategie aan of er bestuursrechtelijk en eventueel strafrechtelijk wordt opgetreden.

gewezen opslagvoorziening, geen brandmelder, brandblusmiddelen niet gekeurd of bereikbaar, het ontbreken van een voorziening om bluswater op te vangen. Tegen de bedrijven is conform de sanctiestrategie opgetreden en is er tweemaal proces-verbaal opgemaakt. Het naleefgedrag van deze groep bedrijven blijft ondanks frequente controles matig en dus zorgelijk. Aan de hand van de controleresultaten zal binnenkort met de branches waartoe deze bedrijven behoren, besproken worden welke cultuurverandering nodig is om structureel verbetering aan te brengen in het naleefgedrag en op welke manier bedrijven invulling gaan geven aan hun eigen verantwoordelijkheid.

3.3

Het aantal overtredingen In onderstaande figuur 1 is het aantal preventieve controles en nacontroles weergegeven en het aantal keren dat sprake was van één of meer overtredingen. In 2011 zijn overtredingen geconstateerd bij 40% van de preventieve controles en 25% van de nacontroles. Deze getallen liggen iets hoger dan die van 2010 toen bij 33% van de preventieve controles overtredingen werden geconstateerd en bij 17% van de nacontroles. Dit heeft te maken met de ingezette lijn om de inspectiecapaciteit gerichter in te zetten bij bedrijven waar de milieurisico’s het hoogste zijn en bij bedrijven waar het risico op niet naleven het grootst worden ingeschat. Met die risico- en informatiegestuurde aanpak wordt ‘de pakkans’ vergroot. Dit beleid zal in 2012 geïntensiveerd worden doorgezet.

De nieuwe sanctiestrategie

Inspelen op landelijke ontwikkelingen Handhaving vindt plaats op basis van de nieuwe sanctiestrategie. Deze is in de loop van 2010 in overleg met het Openbaar Ministerie en de opdrachtgevers van de DCMR opgesteld. De nieuwe strategie speelt in op een aantal landelijke ontwikkelingen waarbij de inzet van handhavingsmiddelen afhankelijk is gemaakt van de zwaarte van de overtreding, de gevolgen voor het milieu, de houding van de overtreder en wat deze er aan deed om de overtreding te voorkomen en/of ongedaan te maken. Zo zal een bedrijf dat bewust een overtreding pleegt eerder proces-verbaal en een dwangsom opgelegd krijgen, dan het bedrijf dat altijd goed naleefgedrag toont en bijvoorbeeld bij een calamiteit direct uit zichzelf adequate maatregelen treft en meteen melding doet bij de DCMR. Bij ernstige overtredingen wordt direct het bestuurs- en strafrecht ingezet. De meeste overtredingen zijn echter zodanig dat bedrijven een termijn krijgen waarbinnen de overtreding ongedaan gemaakt moet zijn. Vlak daarna vindt er dan een zogenaamde repressieve nacontrole plaats.

Bij 25% van de nacontroles bleek dat de overtreding nog steeds niet ongedaan gemaakt was. Als dat niet meteen ter plekke alsnog gebeurde, werd de sanctiestrategie verder gevolgd. Als op basis daarvan besloten werd bestuursrechtelijk op te treden, kreeg de overtreder op grond van de Algemene wet bestuursrecht de kans een zienswijze op de geconstateerde overtreding te geven. In 2011 werden ruim 200 zienswijzebrieven verstuurd. Vaak bleek uit de reactie dat er alsnog maatregelen waren getroffen en de overtreding ongedaan was gemaakt. Als controle aangaf dat dit klopte, volgde er geen dwangsom. Bedrijven die deze vorm van uitstelgedrag structureel gaan tonen, worden niet meer eerst gewaarschuwd, maar krijgen direct te maken met bestuursrechtelijk optreden.

Figuur 1

Aantal controles en overtredingen 4500 4000 3500 3000

Aantal

Aantal controles 2500

1 of meer overtredingen bij controle

2000 1500 1000 500 0 Preventieve controles

Nacontroles

- 14 -

Figuur 2a en 2b

•

De opgelegde sancties In figuur 2 zijn de opgelegde sancties aangegeven voor 2010 en 2011. Het aantal keren dat bestuursdwang is opgelegd steeg van twee naar negen; het aantal dwangsommen van 75 naar 85 en het aantal pv’s van 33 naar 57.

3.4

overtredingen van het Besluit algemene regels voor eenvoudige voorzieningen en registratieverplichtingen.

Horecalawaai aangepakt

Controles geluidsoverlast geïntensiveerd De horeca veroorzaakt al jaren lang veel klachten, vooral over te harde muziek. Vanaf 2010 heeft de DCMR de controles op naleving van de geluidvoorschriften geïntensiveerd. Ze doet dat in nauwe samenwerking met gemeenten en politie. Daarvoor worden ’s avonds en in het weekend controles en geluidmetingen uitgevoerd. Er werden 24 processen-verbaal opgemaakt. Daarnaast werden de volgende maatregelen geëist en voorgeschreven: • het installeren van geluidbegrenzers op de apparatuur; • het gesloten houden van ramen en deuren of het aanbrengen van extra isolatie.

De Bestuurlijke strafbeschikking-milieu De Bestuurlijke strafbeschikking-milieu (BSB-m) is een nieuw handhavingsinstrument dat naar verwachting in 2012 ter beschikking komt en waarmee laagdrempelig boetes opgelegd kunnen worden. In dat opzicht is het instrument vergelijkbaar met de transacties voor verkeersovertredingen. De verwachting is dat na invoering de helft van de zaken waarvoor nu een proces-verbaal wordt opgemaakt straks wordt afgedaan met een BSB-m. Dit betekent een forse verlichting voor het Openbaar Ministerie. De BSB-m kan worden ingezet bij: • het overgrote deel van de overtredingen uit het Vuurwerkbesluit; Figuur 3

Klachtenverloop horeca 4000 3500 3000

Aantal

2500

Regiogemeenten Rotterdam

2000 1500 1000 500 0 2009

2010

2011

- 15 -

de APV) kan een basis zijn om in deze gevallen de verkoop voor een of meer jaren niet mogelijk te maken. Gemeenten wordt geadviseerd dit in hun beleid op te nemen.

Geïntensiveerde aanpak kent eerste successen De inzet werd in eerste aanleg gericht op de groep bedrijven die de meeste overlast gaven. Bij de top tien van overlastgevende bedrijven daalde het aantal klachten met ruim 60% van 583 in naar 223 stuks. Hoewel dat er nog steeds veel zijn, blijkt de aanpak te helpen. Figuur 3 geeft aan dat er sinds 2009 ook over de hele linie een lichte afname is in het aantal klachten, maar dat er ook nog veel moet gebeuren. Daarbij is de horeca een branche met een groot verloop en frequente wisseling van eigenaren. Daardoor zijn successen soms van korte duur of ontstaan er nieuwe probleemsituaties. Het afdwingen van naleving is daarom een kwestie van volhouden en “de lange adem”.

3.6

Bedrijven besparen, milieu boekt winst Bij 1200 bedrijven is onderzocht of het energiegebruik omlaag zou kunnen. De uitkomst van dat onderzoek is positief en er is sprake van een win-win situatie: bedrijven besparen op de energierekening en het milieu wordt er ook beter van. Daarbij is 60 kiloton CO2 minder uitstoot mogelijk: goed voor het klimaat en energievoorraad. Uiteindelijk onderzoekt de DCMR in een periode van 5 jaar 4300 grote energiegebruikers. De verwachting is dat er nog veel meer energie, geld en CO2 kan worden bespaard.

Exploitatievergunning gekoppeld aan geluidsoverlast Geleidelijk ontwikkelen gemeenten beleid om de exploitatievergunning afhankelijk te maken van het al dan niet ontstaan van geluidoverlast. De DCMR wordt dan vooraf bij de beoordeling van de aanvraag om een exploitatievergunning betrokken. Samen wordt dan gekeken of panden bouwkundig wel geschikt zijn om als horecagelegenheid te exploiteren. Dan kan ook direct worden bezien of een maatwerkvoorschrift met extra geluideisen aan het bedrijf moet worden opgelegd. Naar verwachting zal de gemeente Rotterdam hiertoe besluiten in het kader van de in 2012 op te stellen nieuwe Horecanota. Horecabedrijven kunnen op basis van een dergelijk beleid ook veel gemakkelijker tijdelijk of definitief gesloten worden bij herhaaldelijk optredende overschrijdingen van de gestelde normen.

3.5

Energiekosten omlaag

Het onderzoek komt voort uit de ambitie van de gemeenten in het Rijnmondgebied ten aanzien van energiebesparing en CO2-reductie. Deze ambitie is opgenomen in de Klimaatagenda van de Stadsregio. Uitgangspunt bij het onderzoek is dat bedrijven de beste methoden en technieken toepassen die voor een branche beschikbaar zijn en die daarnaast een redelijke terugverdientijd kennen. Afspraken op concern-niveau Indien mogelijk worden op concern-niveau of brancheniveau met bedrijven afspraken gemaakt over de nog te nemen maatregelen. Succesvol voorbeeld daarvan is het project met de supermarkten. Goed zichtbaar zijn daar de afsluitbare koelschappen die in snel tempo worden geïnstalleerd. Ook met de ziekenhuizen in het Rijnmondgebied zijn afspraken gemaakt voor het realiseren van een gezamenlijke aanpak.

Vuurwerkverkoop onder de loep

Een andere branche waar de naleving van de regelgeving ieder jaar te kort schiet is de vuurwerkbranche. Tijdens de vuurwerkcontroles 2011, heeft de DCMR in totaal 106 vuurwerkbedrijven gecontroleerd. Bij deze 106 bedrijven zijn in zes controledagen 263 controles uitgevoerd. In principe zijn alle vuurwerkverkooppunten eenmaal bezocht voor de verkoop van start ging, op het moment dat de voorraden binnenkwamen en werden omgepakt. Daarna zijn de bedrijven ten minste eenmaal bezocht tijdens de verkoopdagen. Bedrijven die in het verleden hadden aangetoond niet goed met de regels om te kunnen gaan, zijn op iedere verkoopdag bezocht. In totaal zijn er 34 overtredingen geconstateerd en werd er bij 19 bedrijven proces-verbaal aangezegd. Daarmee komt het naleefgedrag nog wat slechter uit dan in 2010. Er zijn enkele bedrijven de afgelopen jaren meerdere keren in de fout gegaan. Blijkbaar zijn boetes, zoals € 750,- voor het open laten staan van de deur van de opslagkluis, niet hoog genoeg om het gedrag te veranderen. Er is een bedrijf bij dat zowel in 2004, 2006, 2009 als in 2011 geverbaliseerd is. Aanbevolen wordt om voor zulke recidivisten hogere straffen mogelijk te maken. Het instrument van de verkoopvergunningen (op grond van

Het belang van toezicht op energiebesparing vanuit de Wet milieubeheer wordt door het kabinet onderschreven. Het succes van de systematische, branche-gewijze DCMRaanpak leent zich voor een nationale uitrol en wordt door verschillende ministeries als voorbeeld genomen bij de ontwikkeling van beleid.

- 16 -

3.7

Innovatie: sneller zicht op gevaren en normoverschrijding

Geluidmonitor: semi-permanente geluidmeting Het Stadhuisplein in Rotterdam is een concentratiegebied van een groot aantal horecagelegenheden. Voor de omgeving veroorzaken zij met enige regelmaat ernstige geluidsoverlast. Met de bestaande meetmethoden was het daarbij niet goed vast te stellen welk horecabedrijf de veroorzaker is van de overschrijdingen van de toegestane geluidniveaus. In overleg met de bedrijven is besloten semi-permanente geluidmeetapparatuur te installeren waarmee beter in beeld gebracht kan worden welke horecagelegenheden geluidoverlast veroorzaken. Ook voor de exploitanten zelf is de eigen bijdrage aan de geluidsbelasting direct zichtbaar. Daarmee is een nieuw instrument beschikbaar waarmee de hinder in dit gebied kan worden teruggedrongen.

Infrarood camera: emissies van vluchtige stoffen beter in beeld De DCMR is steeds op zoek naar nieuwe methoden en technieken om haar taken onder andere op het terrein van toezicht beter uit te kunnen voeren. Zo zet de DCMR sinds kort infrarood-camera’s in om lekkages van vluchtige organische stoffen te detecteren. Recent was dat het geval bij een bedrijf waar benzeen weglekte. De infrarood-camera bracht de bron van de lekkage snel in beeld. De camera wordt ook gebruikt om te zien of schepen ontgassen. Voordeel er van is dat à la minute te zien is hoe vluchtige stoffen zich verspreiden en waar er sprake kan zijn van te hoge emissies van vluchtige stoffen. De techniek is ook beschikbaar voor bedrijven, die daarmee ook zelf sneller vervuiling in beeld kunnen brengen en maatregelen kunnen nemen.

Toepassing computertablets Bij controles van bedrijven door de DCMR worden steeds vaker nieuwe digitale hulpmiddelen zoals tablets gebruikt. Inspecteurs leggen daarmee direct hun gegevens digitaal vast. Ook gebruiken ze het om collega’s die elders aan het werk zijn om advies te vragen en om hen via Skypebeeldverbinding mee te laten kijken naar bijzondere situaties en mogelijke overtredingen. Ook worden de tablets ter plekke gebruikt om wetteksten of luchtfoto’s te raadplegen.

E-Nose: electronische neus om stankbronnen op te sporen Een andere innovatie is de electronische neus: de E-Nose. Die werd samen met de Veiligheidsregio, de provincie en het ministerie van BZK ontwikkeld. Dit apparaat wordt ingezet om de bronnen van stankoverlast sneller in kaart te brengen en om bij incidenten de veiligheidsrisico’s sneller te kunnen identificeren en te bepalen hoe ver het effectgebied zich uitstrekt. Samen met een aantal bedrijven in de regio heeft de DCMR inmiddels proefopstellingen geïnstalleerd. Ook wordt de elektronische neus met succes gebruikt door de uitrukdienst van de DCMR meldkamer wanneer zij de oorzaak van stankklachten moeten opsporen.

3.8

Krachten en kennis bundelen

Uitvoerende taken provincie bij de DCMR Vanaf 2011 heeft de provincie al haar uitvoerende taken op het gebied van de Wabo en plantoetsing ondergebracht bij de DCMR. Ze loopt daarbij voorop in het beleid om de krachten van gemeenten en provincies m.b.t. de uitvoering van het omgevingsrecht te bundelen en zo de kwaliteit op een hoger niveau te krijgen. Naar aanleiding van de brand bij Chemie-Pack te Moerdijk is landelijk besloten dat vergunningverlening, toezicht en handhaving bij dit soort risicovolle bedrijven ondergebracht moet worden bij 6 gespecialiseerde diensten, waaronder de DCMR. Organisatie Wabo-toezicht In 2011 is een start gemaakt met het optimaal en efficiënt organiseren van de Wabo-toezichttaken via een integraal handhavingsoverleg per gemeente. Aan de gemeenten waar geen vaste periodieke afstemming over toezichten handhavingszaken plaatsvond, is voorgesteld om dit overleg met de meest betrokken gemeentelijke en niet-gemeentelijke partners (in elk geval DCMR en VRR te starten); voor andere gemeenten is voorgesteld een bestaand overleg naar een WABO-overleg om te bouwen. In verschillende gemeenten wordt dit opgepakt. Voor de BAR-gemeenten (Barendrecht, Albrandswaard, Ridderkerk) is de stap gezet naar een gezamenlijk overleg, conform de groeiende samenwerking van deze gemeenten.

- 17 -

•

waar mogelijk illegale handelingen verricht worden en waar sprake is van criminaliteit; • welke bedrijven intensief gecontroleerd moeten worden en welke met minder toe kunnen. De DCMR heeft hiervoor de risico- en informatiegestuurde aanpak ontwikkeld. De effectiviteit van het toezicht zal daardoor toenemen.

Met de gemeente Rotterdam is voor 2011 en 2012 een gezamenlijk WABO-toezichtprogramma vastgesteld. Het accent ligt daarbij op het onderwerp ‘veiligheid in brede zin’. Ook in verschillende regiogemeenten worden gezamenlijke integrale toezichtprojecten voor bijvoorbeeld een gebied of een branche uitgevoerd. Een voorbeeld daarvan is de eerder genoemde aanpak bij de horeca en het integrale toezicht op het bedrijventerrein Donkersloot in Ridderkerk.

Een succesvol voorbeeld is de ontdekking van een structurele illegale opslag van gevaarlijke stoffen. Deze kwam aan het licht na analyse van Douane- en DCMRgegevens. Bij het vervolgonderzoek bleek dat de ontdekte handelswijze mogelijk op meerdere plaatsen wordt gevolgd. In 2012 wordt hier nu een gericht project op uitgevoerd.

Risico- en informatiegestuurde aanpak Overheden zoals DCMR, politie, douane, belastingdienst en arbeidsinspectie gaan steeds meer gebruik maken van elkaars kennis en gegevens. Door gegevens te combineren en te analyseren ontstaat er een breder en beter beeld over: • hoe bedrijven opereren en wat hun positie en rol in een branche of handelsketen is;

- 18 -

4.

Bezwaar en beroep beroepsprocedures vaak lang duren is er over veel zaken die in 2011 zijn gestart nog geen uitspraak. De belangrijkste uitspraken zoals die over de verhouding tussen nationale en Europese regelgeving kwamen al eerder in deze rapportage aan de orde.

Vergunningen en bestuursrechtelijke sancties, zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang, zijn beslissingen waartegen bezwaar en/of beroep kan worden ingesteld. Onderstaande tabel geeft het aantal procedures dat in 2011 startte en de uitspraken uit 2011. Slechts 5 keer werd een beroep gegrond verklaard. Omdat bezwaar- en Tabel 5: Overzicht procedures bezwaar, beroep en voorlopige voorziening Procedure

Bezwaar Vergunning

Gegrond

Beroep

Handhaving

Vergunning

1

Voorlopige voorziening

Handhaving

Vergunning

Ongegrond

4

10

2

Niet ontvankelijk

1

3

1

1

Ingetrokken

3

3

1

2

1

Afwijzing Nog geen besluit

5.

Handhaving

4

2

1 4

10

10

13

Speerpunten van 2012 zogenaamde BRZO-bedrijven. Daarvan zijn er veel in het Rijnmondgebied gelegen. Die expertise wil de DCMR verder uitbouwen en beschikbaar stellen voor andere overheden en omgevingsdiensten.

• Vergroten effectiviteit De DCMR zoekt manieren om de effectiviteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving te verbeteren, zonder dat de kosten toenemen. Dat betekent intensiever controleren en zo nodig reguleren bij bedrijven en activiteiten die risico’s voor het milieu opleveren. Bij bedrijven waar die risico’s minder spelen wordt minder intensief gecontroleerd. Zo wordt goed gedrag beloond. Samen met de opdrachtgevers gaat de DCMR in 2012 na op welke manier daarbij keuzes gemaakt worden en wat als adequaat niveau geldt. Die systematiek wordt in 2012 samen met de participanten van de DCMR uitgewerkt tot een nieuwe beleidslijn.

• Constant werken aan kwaliteit De brand bij Chemie-Pack in Moerdijk heeft weer eens duidelijk gemaakt hoe belangrijk het is dat vergunningverlening en het toezicht daarop goed worden uitgevoerd. Ook bij de DCMR is opnieuw kritisch nagegaan hoe aan die taken invulling wordt gegeven. Daarbij zijn ook de leerpunten meegenomen uit enkele gerechtelijke uitspraken zoals die van CMI. Daaruit blijkt dat de DCMR zich kan verbeteren door: • nog scherper in beeld te brengen wat de kernvoorschriften zijn die nageleefd moeten worden; • doortastender op te treden als er overtredingen worden geconstateerd; • het optreden of soms ook het afzien daarvan goed te motiveren en te documenteren; • nog zorgvuldiger te zijn ten aanzien van (inspraak) procedures bij vergunningverlening.

• Samenwerking Vergroting van de effectiviteit kan ook worden bereikt als overheden elkaars kennis en gegevens beter benutten. De DCMR sluit zich daarom in 2012 als één van de eerste regionale uitvoeringsdiensten (RUD) aan op het computernetwerk Inspectie View bedrijven en milieu. Binnen dat netwerk wisselen de Arbeidsinspectie, de Nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit, de Inspectie Leefomgeving en Transport inspectiegegevens uit. Meer gebruik van gegevens van de Douane en de Belastingdienst heeft ook de aandacht van de DCMR.

De DCMR voert in 2012 audits uit op een aantal afgesloten dossiers om nog beter zicht te krijgen op de verbeterpunten. In gesprek met het personeel en rijksinspecties worden de interne afspraken herijkt. Eventuele tekortkomingen herstelt de DCMR voor zover mogelijk.

• Kennis en ervaring De DCMR heeft veel kennis en ervaring met bedrijven die vallen onder het Besluit risico’s zware ongevallen, de

- 19 -

DCMR Jaarverslagen - De Rijnmond als innovatietuin

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis de rijnmond als innovatietuin waar zwarte rook is kennisdeling advisering veiligheid organisatie



De Rijnmond als innovatietuin Het interessante van het Rijnmondgebied is onder meer dat er veel vernieuwende bedrijven gevestigd zijn. De techniek ontwikkelt zich hier hard en praktisch. Wil de DCMR daarin bijblijven, dan zal hij zelf ook moeten innoveren. En dat gebeurt ook op grote schaal. Mario Bakker, afdelingshoofd van het Expertisecentrum, geeft een rondleiding langs de laatste technische snufjes van de DCMR.

"Op bodemloket.nl kun je als burger inloggen en zien wat er over de bodemkwaliteit op een huisnummer bekend is"

Voor de eerste kandidaat geldt dat 'snufje' bijna letterlijk: de e-nose. Mario: "De e-nose is een elektronische neus. Het is een sensor van ongeveer 20 bij 20 centimeter die zeer kleine veranderingen in de luchtsamenstelling registreert. Wat mensen nog niet kunnen waarnemen, ruikt de e-nose. Dus als er iets misgaat bij een specifiek bedrijf, weten we dat direct. We draaien nu een proef met 60 e-noses, maar als het een succes wordt, willen we veel meer e-noses installeren." Ik zie, ik zie Een ander hightech voorbeeld is de VOS-camera. Een zeer gevoelige camera die vluchtige organische stoffen kan meten. Emissies die wij niet waarnemen met ons blote oog, volgens Mario. "Je praat echt over minuscule emissies van drie gram per uur. We richten die camera onaangekondigd op bijvoorbeeld een tankopslag en kunnen dan zien of een pomp of afsluiter lekt. Als we op die manier een emissie van een schadelijke stof kunnen voorkomen, is dat in ieders belang uiteraard. Deze camera zetten we ook in om het tankopslagbedrijf Odfjell te controleren." Tot op de bodem Ook het digitale bodemloket is een nieuw initiatief. De DCMR heeft veel informatie over de bodemkwaliteit in de regio. Al die gegevens zijn in de afgelopen jaren gedigitaliseerd en nu beschikbaar gemaakt voor de inwoners. Op bodemloket.nl kun je als burger inloggen en zien wat er over de bodemkwaliteit op een huisnummer bekend is. Denk aan onderzoeken die gedaan zijn, saneringen die zijn uitgevoerd, restverontreiniging, bepaalde beperkingen die gelden, et cetera. Innovatieplatform Ten slotte mag ook de naam van Hans van der Vlist niet ontbreken in dit rijtje. Tot voor kort was hij secretaris-generaal bij het ministerie van Infrastructuur & Milieu. Nu leidt hij een innovatieplatform waarin vernieuwende bedrijven uit de Rijnmond samen met DCMR ideeën genereren en uitwerken voor concrete en haalbare innovaties. Mario: "We hebben zoveel potentieel, letterlijk in onze achtertuin. Niet alleen in onze organisatie, maar ook bij de bedrijven in ons gebied. Zij lopen graag voorop als het gaat om vernieuwing. De DCMR vindt dat ook belangrijk, dus het is goed dat we zo onze krachten bundelen." naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/monitoring-en-kennis/de-rijmond-als-innovatietuin.html[25-1-2013 9:29:19]

Mario Bakker, afdelingshoofd van het Expertisecentrum

DCMR Jaarverslagen - Waar zwarte rook is, is kennisdeling

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis de rijnmond als



Waar zwarte rook is, is kennisdeling Kennisdeling wordt steeds belangrijker, ook voor de DCMR. Met enige trots kijkt de DCMR daarom terug op de conferentie 'Zwarte Rook'. Volgens Marcel Koeleman, bureauhoofd lucht van het Expertisecentrum, een geslaagd staaltje samenwerken van politiek, wetenschap en uitvoering. Met in de hoofdrol de GGD'en van Rotterdam en Amsterdam, het RIVM en de DCMR.

"Een conferentie als 'Zwarte Rook' geeft een impuls aan beleid op nationaal en Europees niveau "

innovatietuin waar zwarte rook is kennisdeling advisering veiligheid organisatie

Marcel Koeleman, bureauhoofd lucht

Zwarte rook is de iets spannender term voor 'elementair koolstof'. Dat is een stofje in de lucht dat goed te vertalen is naar gezondheidseffecten en direct terug te voeren valt op verbrandingsmotoren. Koeleman: "Het gevolg van zo'n conferentie is wel dat deze gedeelde kennis de basis gaat vormen voor nieuw beleid. En het geeft zelfs een impuls aan beleid op nationaal en Europees niveau. Nederland is daarin wel trendsettend, omdat we in staat blijken om alle bestuurslagen te laten samenwerken in één programma." Download hier uw luchtkwaliteit De conferentie is slechts een voorbeeld uit een breed scala aan kennisdelingsactiviteiten van de DCMR. Van het actief deelnemen in het nationale tijdschrift 'Lucht' en het organiseren van het Provinciaal luchtkwaliteitsoverleg, tot het uitbrengen van de Atlas Luchtkwaliteit Rijnmond en een app voor de luchtkwaliteit in Europa. Koeleman: "Als je wilt dat burgers emanciperen op dat vlak, dan moet je ze serieus nemen, helder informeren en de ruimte geven om te participeren. Zo'n app is dan een heel goed initiatief. Kijk maar naar Buienradar voor het mogelijke effect. Dat begon als een gadget, maar is nu sterk van invloed op het gedrag en de reacties van mensen." naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/monitoring-en-kennis/waar-zwarte-rook-is-kennisdeling.html[25-1-2013 9:29:21]

DCMR Jaarverslagen - Milieuadvies: de DCMR naar ontwikkelkracht

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis advisering milieuadvies: de dcmr naar ontwikkelkracht kennis van over de grens veiligheid organisatie



Milieuadvies: de DCMR naar ontwikkelkracht Ook op het gebied van ruimtelijke ordening is de tendens zichtbaar dat de rol van de DCMR verschuift naar de voorkant van het proces. Advisering tijdens het proces en toetsing na afloop blijven uiteraard belangrijke taken, maar marktpartijen herkennen steeds vaker juist de positieve ontwikkelkracht van de DCMR tijdens het maken van de plannen. Ambities blijven op een constructieve manier binnen de beschikbare speelruimte en dat voorkomt veel frustratie, tijdverlies of verspilde energie. Vier experts schuiven aan tafel om daar het bewijsmateriaal bij te leveren.

"We gaan meer regisseren dan sanctioneren. Dat is veel effectiever, want het voorkomt dat je achter de feiten aanloopt "

Suus Hubregtse bijvoorbeeld is beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling met een bijzondere focus op de ontwikkeling van de Stadshavens. "Het project Stadshavens Rotterdam is een ambitieus plan om circa 1600 hectare de komende decennia te ontwikkelen tot een gebied met een hoogwaardig woon- en vestigingsklimaat. In Merwe-Vierhavens ligt het accent op het transformeren van haven- en industrieterreinen naar een moderne mix van wonen, innovatieve bedrijven en kantoorachtige functies. Dit alles onder de vlag van de ‘Clean Tech Delta’. In Rijn- en Maashaven is de transformatie al in volle gang. In de Waal-Eemhaven staat de ontwikkeling in het teken van het intensiveren van de industrie en de transformatie naar maritieme dienstverlening. Het RDM-terrein groeit uit tot een kenniscentrum. Een inspirerend project waarin haven en stad elkaar weer gaan 'aankijken'. Het project is gestart in 2003 en vormt een van de eerste voorbeelden van duurzame gebiedsontwikkeling als overkoepelende ambitie. Wij zijn intensief betrokken bij de bestemmingsplannen en helpen de plannenmakers waar het gaat om milieu- en duurzaamheid. Vroeg inbrengen in het planproces voorkomt dat onderdelen later op een teleurstelling uitlopen." Lansingerland Eenzelfde soort verhaal vertelt Gert Doezeman, coördinator cluster Regiogemeenten. Doezeman bemoeit zich intensief met de ruimtelijke ordening van de nieuwe gemeente Lansingerland, de bundeling van Berkel en Rodenrijs, Bleiswijk en Bergschenhoek. "Lansingerland is heel druk met Vinexlocaties en heeft veel plannen en vraagstukken op het gebied van ruimtelijke ordening. De grote uitdaging daar is om nieuwe woongebieden te creëren naast bestaande industrie. Wij leveren daarvoor de input voor aspecten als milieu, geluid en de 'contouren', de mogelijkheden van bedrijven." Voor Ton Groeneweg, bureauhoofd ruimtelijke ontwikkeling Gemeenten en MKB, passen deze voorbeelden in de algehele lijn die hij ziet. "Onze rol vooraan het planproces wordt steeds vaker op prijs gesteld. Gemeenten beperken zich meer tot hoofdlijnen, mede door de crisis, en faciliteren liever de marktpartijen. Die hebben uiteraard wel behoefte aan deskundig advies over bijvoorbeeld belangrijke thema's als duurzaamheid en milieu. De DCMR speelt daar vakkundig op in. We gaan meer regisseren dan sanctioneren. Dat is veel effectiever, want het voorkomt dat je achter de feiten aanloopt." Cafetariamodel Binnen de geschetste ontwikkeling hoort ook het voorbeeld dat vier milieuspecialisten van de gemeente Vlaardingen de overstap maken naar de DCMR. Groeneweg: "Vlaardingen besloot na een takendiscussie om op milieugebied aansluiting te zoeken bij een organisatie met specifieke expertise. Hun mensen komen dus naar ons toe en de DCMR voert voor Vlaardingen die taken uit. Efficiënt voor de gemeente, maar ook effectiever omdat ze ineens de beschikking krijgen over de complete expertise van onze dienst. In feite wordt de DCMR steeds meer een cafetariamodel waarin gemeenten en marktpartijen ons inschakelen op drie gebieden: onze kaderstellende rol voor het proces, onze adviesrol tijdens het proces en onze toetsende rol na afronding van het proces." Vernieuwend toezicht In de toetsende rol vindt de DCMR wel steeds vaker de samenwerking met andere controlerende instanties. Frank Faber, bureauhoofd MKB Regio Noord, weet daar alles van. "Vernieuwend toezicht heet dat. Een belangrijk kenmerk is samenwerking van overheidsdiensten. Dus waar een organisatie vroeger drie verschillende inspecties kreeg voor bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen, waterhuishouding en milieu, werkt de DCMR nu samen met het waterschap en de NVWA en controleren wij voor elkaar. Het bedrijf krijgt één geïntegreerde inspectie in plaats van drie verschillende inspecties. Het betekent niet alleen een efficiency verbetering voor onszelf en de bedrijven, maar je leert ook weer veel van elkaar." naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/advisering/milieuadvies--De-DCMR-naar-ontwikkelkracht.html[25-1-2013 9:29:23]

Ton Groeneweg, bureauhoofd ruimtelijke ontwikkeling Gemeenten en MKB

DCMR Jaarverslagen - Kennis van over de grens

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis advisering milieuadvies: de dcmr naar ontwikkelkracht kennis van over de grens



Kennis van over de grens De DCMR is niet alleen binnen Nederland werkzaam. Ook buiten onze grenzen, bijvoorbeeld in Oman, Zuid-Afrika, Turkije en Oost-Europa, is de dienst actief. De spin in het internationale web bij de DCMR is Koen de Kruif. Hij coördineert de netwerken en projecten waarin de dienst participeert. Wat hem betreft een inspirerende balans tussen 'export' en 'import'. In Oost-Europa is er veel werk te verzetten in landen die zijn toegetreden tot de Europese Unie. Kroatië vroeg de DCMR bijvoorbeeld te helpen met het op poten zetten van het extern veiligheidsbeleid voor de chemische industrie. De Kruif: "Dit soort landen heeft met relatief veel achterstallig onderhoud te maken. Wij leren ze om veiligheidsbeleid goed te verankeren in hun organisatie en nauw samen te werken met alle betrokken partijen om risico's met gevaarlijke stoffen te voorkomen."

veiligheid organisatie

Geluidsactieprogramma In Servië begeleidde de DCMR het invoeren van geluidsbeleid. Geluidsoverlast is een belangrijk milieuprobleem met aanwijsbare gevolgen voor de gezondheid. Servië zit juist in een fase waarin veel infrastructuur wordt aangelegd, met alle geluidsoverlast van dien. De Kruif: "Het voordeel is dat je maatregelen tegen geluidsoverlast vrij gemakkelijk kunt meenemen in de aanbesteding van dat soort projecten. Wij adviseren daar dus om een geluidsactieprogramma op te stellen, waarin maatregelen als geluidswallen, stillere wegen, stiltezones, et cetera een duidelijke plek krijgen." Europa luistert graag Ondanks de bescheiden inzet van de DCMR op internationaal vlak, blijken deze activiteiten uiterst waardevol volgens De Kruif. "Los nog van mogelijke vervolgopdrachten, dwingt het ons om heel scherp te blijven op ontwikkelingen. Bovendien doen we weer extra, vaak bijzondere, ervaring op die we in ons werk in de Rijnmond kunnen gebruiken. In de twintig jaar dat we dit doen hebben we een expertpositie opgebouwd die ervoor zorgt dat Europa graag met ons werkt. We delen bijvoorbeeld onze kennis in Europese netwerken als IMPEL, het Europese netwerk voor de implementatie en versterking van milieuwetgeving, zodat niet iedereen het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. De Europese Commissie gebruikt die kennis dan weer om wetgeving en de uitvoering daarvan te verbeteren. Daar kunnen we best een beetje trots op zijn." naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/advisering/kennis-van-over-de-grens.html[25-1-2013 9:29:26]

DCMR Jaarverslagen - Hightech vuurwerk van de DCMR

ZOEK

Algemeen


taken en resultaten vergunningverlening, toezicht en handhaving monitoring en kennis advisering



Hightech vuurwerk van de DCMR De vuurwerkbranche is al jaren een probleemdossier als het gaat om vergunning en handhaving. De regels worden slecht nageleefd en er hangt toch een wat illegaal sfeertje omheen. Reden voor de DCMR om in 2011 de zaak wat straffer aan te pakken. Waar de vuurwerkondernemer voorheen nog de kans kreeg een overtreding recht te zetten, deelt de DCMR nu direct een proces-verbaal met een dwangsom uit. En bij twijfel skypen we toch even met de tablet-pc?

"Handig is dat we bij discussies met de ondernemers direct de weten regelgeving op de tablet-pc erbij kunnen halen."

veiligheid hightech vuurwerk van de DCMR toezicht in opperste concentratie

Ronald van de Kasteele, coördinator MKB Regio Zuid, is duidelijk enthousiast over de nieuwe aanpak: "Eén van de zaken waarop we controleren is de stapelhoogte bij de opslag van vuurwerk. Bij te hoge stapels werkt de sprinklerinstallatie namelijk minder goed. Normaal gesproken zeggen we, als we zo'n overtreding aantreffen: maak de stapel even een doos lager. Nu hebben we daar dus direct boetes voor gegeven. De ondernemers kennen de regels, sterker nog, we waarschuwen van tevoren dat we hier op gaan letten."

organisatie

Ronald van de Kasteele, coördinator MKB Regio Zuid

Efficiency-slag Ook verrassend was de ondersteunende techniek: de tablet-pc. Elk controleteam van twee personen was uitgerust met zo’n tablet-pc en een digitale checklist. Voordeel is dat één persoon met de ondernemer kan praten terwijl de ander de checklist invult. Een duidelijke efficiency-slag met ongedachte voordelen volgens Ronald: "Handig is dat we bij discussies met ondernemers direct de weten regelgeving erbij kunnen halen. Daarnaast bleek de tablet-pc wat extra's te bieden. Er zit een routeplanner op, zodat een team niet hoeft te zoeken naar een locatie. Uiteraard kunnen we foto's maken van situaties die we aantreffen. Sterker nog, we kunnen via Skype zaken laten zien en overleggen met collega's wanneer we twijfelen over een beslissing." naar boven

http://jaarverslag-preview.dcmr.nl/jaarverslagen/algemeen,taken-en-resultaten/veiligheid/hightech-vuurwerk-van-de-DCMR.html[25-1-2013 9:29:28]

Colofon eindredactie Communicatie en meldkamer distributienummer DCMR 001D/012

Milieumeldingen in Rijnmond De gegevens over het jaar 2011

DCMR Milieudienst Rijnmond Parallelweg 1 Postbus 843 3100 AV Schiedam T 010 - 246 80 00 F 010 - 246 82 83 E [email protected] W www.dcmr.nl

Milieumeldingen in Rijnmond De gegevens over het jaar 2011

Inhoud Samenvatting .......................................................................................................................................................................... 5

Milieumeldingen ..................................................................................................................................................................... 7 1.

Milieumeldingen van bewoners ..................................................................................................................................... 7

2.

Bijzondere voorvallen met 25 of meer meldingen ......................................................................................................... 9

3.

Milieumeldingen per gemeente ................................................................................................................................... 17

4.

Lawaaimeldingen ........................................................................................................................................................ 18 Lawaai - vliegtuiggeluid ............................................................................................................................................... 18 Muziekgeluid - horeca en evenementen ..................................................................................................................... 20

5.

Stankmeldingen .......................................................................................................................................................... 21

6.

Overige meldingen ...................................................................................................................................................... 22

7.

Overlastgevende bedrijven ......................................................................................................................................... 23 Bedrijven met 35 of meer overlastmeldingen .............................................................................................................. 23 Structureel overlast gevende bedrijven ....................................................................................................................... 25

Incidenten in Rijnmond ........................................................................................................................................................ 27 8.

Bedrijfs- en incidentenmeldingen ................................................................................................................................ 27

9.

MEODEX geïntegreerde informatie systeem voor incidentenbestrijding .................................................................... 28

10.

GRIP Gecoördineerde regionale incidentenbestrijdingsprocedure ............................................................................. 29

11.

Toekomstvisie Rijnmondgebied................................................................................................................................... 30

12.

Rol DCMR ................................................................................................................................................................... 31

Preventie en aanpak ............................................................................................................................................................. 33 13.

Preventie en bestrijding van overlast .......................................................................................................................... 33

14.

Waarschuwingscodes ................................................................................................................................................. 33

15.

Elektronische neuzen in het Rijnmondgebied ............................................................................................................. 34

16.

LIOGS Landelijk Informatiepunt Gevaarlijke Stoffen................................................................................................... 35

17.

Meldingenloket voor andere milieudiensten ................................................................................................................ 35

18.

Eén telefoonnummer voor milieumeldingen in Zuid-Holland....................................................................................... 35

Bijlage 1 - Voorvallen per gebied ........................................................................................................................................ 37 EILANDEN - Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, Spijkenisse en Westvoorne ........................................................................... 37 RIJNMOND NOORD - Lansingerland, Maassluis, Schiedam en Vlaardingen ....................................................................... 39 RIJNMOND ZUIDOOST - Albrandswaard, Barendrecht, Krimpen aan den IJssel, Capelle aan den IJssel en Ridderkerk ... 41 GROOT ROTTERDAM - Rotterdam, Hoek van Holland, Hoogvliet, Pernis en Rozenburg ................................................... 44 GROOT ROTTERDAM - Industriegebied ............................................................................................................................... 45

Bijlage 2 - Werkwijze milieumeldingen .............................................................................................................................. 53

-3-

Samenvatting Meer milieuoverlast in Rijnmond gemeld in 2011 Herkomst meldingen Net als vorig jaar komen de meeste meldingen uit de gemeente Rotterdam (de grootste gemeente in het Rijnmondgebied). Inwoners van Lansingerland hebben overlast van vliegtuiggeluid. Inwoners van Rotterdam, Maassluis, Vlaardingen en Brielle melden vaak stankoverlast. In Schiedam is ook overlast van vliegverkeer.

Milieumeldingen Rijnmond In 2011 behandelde de meldkamer van de DCMR 22.122 milieumeldingen van bewoners van het Rijnmondgebied, circa 3.500 meldingen meer dan in 2010. De afgelopen vijf jaar daalde het aantal milieumeldingen. De toename van de meldingen van milieuoverlast komt door een fors groter aantal voorvallen met meer dan 25 overlastmeldingen dan in 2010, meer structurele overlast van bepaalde bedrijven en de bijzondere weersomstandigheden in 2011.

Lawaaimeldingen Het aantal lawaaimeldingen is bijna 3.000 hoger dan in 2010. Bijna de helft van de meldingen gaat over de luchtvaart en een kwart over muzieklawaai van horecaondernemingen of evenementen. De grootste toename van lawaaimeldingen komt door overlast van vliegverkeer. Ook het aantal meldingen over lawaai van de industrie nam in 2011 toe. De overlast van horeca en evenementen en van verkeer en vervoer neemt sinds 2008 gestaag af.

Meer voorvallen met 25 of meer meldingen Het jaar 2011 kende 21 voorvallen met 25 of meer meldingen, in 2010 waren dat er 6. De meldingen gingen vooral over stank- en lawaaioverlast. Het voorval met de meeste milieumeldingen was op 4 februari bij de warmtekrachtcentrale PerGen op het terrein van Shell Nederland Raffinaderij. Door problemen met een stoomgenerator kwamen 210 meldingen van geluidoverlast binnen bij de meldkamer. Eén van die grote voorvallen was ook de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk.Deze brand op 5 januari 2011 veroorzaakte een grote alertheid bij de bevolking. De meldkamer ontving 207 meldingen over stank, roet en onrust over veiligheid en gezondheid. Het aantal verschillende melders van milieuoverlast nam in 2011 toe met ongeveer 10 procent.

Stankmeldingen Dit jaar zijn circa 550 stankmeldingen meer gemeld dan in 2010. De dalende trend sinds 2005 is daarmee doorbroken. De stijging zit vooral in meldingen over stookolie en chemische- en gistachtige lucht van de grote industrie. Door de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk is een grotere alertheid in het Rijnmondgebied voor stank ontstaan. Hierna werd in 2011 ook veel stankoverlast uit industriecomplexen in het Rijnmondgebied gemeld.

Meer structurele overlast Ook structureel was er meer overlast dan in 2010. Veel bewoners melden op meerdere momenten overlast te hebben van stank van het tankopslagbedrijf Vopak Terminal Europoort en stank van het biobrandstoffenbedrijf Abengoa Bioenergy Netherlands. Van Gelder Beheer uit Ridderkerk veroorzaakte in 2011 veel lawaaioverlast. De DCMR paste bestuursrechtelijke maatregelen toe om de overlast te verminderen.

Bedrijfs- en CIN-meldingen In 2011 ontving de DCMR meldkamer totaal 4.795 bedrijfsmeldingen van de bedrijven uit het Rijnmondgebied waarvan 4.172 over voorziene en 623 over onvoorziene bedrijfsactiviteiten. Het aantal CIN-meldingen over incidenten dat de meldkamer behandelde, was met 292 ruim acht procent minder dan in 2010.

Bijzonder weer Ook bijzondere weersomstandigheden zorgden ervoor dat stank vaker bleef hangen. Om erger te voorkomen, gaf de DCMR in 2011 driemaal een stankcode uit, in 2010 deed de DCMR dit tweemaal. Bedrijven zijn dan op basis van hun vergunning verplicht om maatregelen te nemen. Nieuw nummer milieutelefoon 0888 333 555 Vanaf 1 januari 2012 is in heel Zuid-Holland dag en nacht een nieuw telefoonnummer beschikbaar voor het indienen van milieumeldingen. Directeur Jan van den Heuvel nam de eerste melding aan. Het milieutelefoonnummer is 0888 333 555 en door het intoetsen van de postcode krijgt u automatisch de juiste milieudienst aan de telefoon. Voor het indienen van bedrijfsmeldingen en CIN-meldingen binnen de Rijnmond verandert er niets en blijven de bestaande telefoonnummers beschikbaar.

-5-

Milieumeldingen 1.

Milieumeldingen van bewoners Nederland Raffinaderij. Verder is het aantal meldingen over de grote industrie toegenomen. De dalende tendens, die in 1999 was ingezet, stagneert. Verder zijn dit jaar relatief veel periodes met een stabiele atmosfeer geweest. De normale uitstoot van de industrie en het verkeer geeft dan sneller aanleiding tot overlast. Het aantal individuele melders van milieuoverlast is dit jaar met ongeveer 10 procent toegenomen. Een toelichting op lawaai- en stankmeldingen staat in bijlage 1 ‘Voorvallen per gebied’.

In 2011 registreerde de meldkamer van de DCMR 22.122 milieumeldingen van bewoners uit het Rijnmond gebied. Dit zijn circa 3.500 meldingen meer dan in 2010. Alle soorten overlast geven een stijging te zien, maar vooral vliegtuigmeldingen en meldingen over stank zijn toegenomen. De verhouding tussen lawaai- en stankmeldingen is ongeveer gelijk gebleven. Er zijn dit jaar 21 voorvallen geweest met meer dan 25 overlastmeldingen. Een van die grote voorvallen was de warmtekrachtcentrale PerGen op het terrein van Shell Aantal meldingen en aantal melders per jaar

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Lawaaimeldingen *

4.142

4.564

4.553

4.818

6.642

7.852

9.206

8.589

7.533

8.576

Vliegtuigmeldingen

3.044

3.739

7.108

9.533

7.938

8.234

7.660

6.350

5.954

7.536

Stankmeldingen

6.533

9.217

5.914

6.499

5.522

5.175

4.693

4.569

4.447

4.994

197

114

142

934

245

296

287

186

147

374

Stofmeldingen Overig

908

1.083

994

1.461

1.115

886

737

893

566

642

Totaal aantal meldingen

14.824

18.717

18.711

23.245

21.462

22.443

22.583

20.587

18.647

22.122

Afgerond aantal melders

7.000

8.800

7.500

8.700

7.800

7.400

7.500

7.000

6.200

6.800

Overig is het totaal van meldingen over visuele hinder, onveiligheid, bodem, water en afval. * exclusief vliegtuigmeldingen

Trend van lawaai, stank en overige meldingen 18.000 16.000 14.000

Aantal

12.000 10.000 8.000 6.000 4.000 2.000 0 2002

2003 Law aai

2004

2005

2006 Stank

-7-

2007

2008

2009

2010 Overig incl. stof

2011

Melders In totaal hebben in 2011 ongeveer 6.800 verschillende mensen meldingen ingediend. Dit zijn er 600 meer dan vorig jaar. Het gemiddeld aantal meldingen per persoon is ruim 3. Vooral mensen die voor het indienen van een melding gebruik maken van internet dienen meer meldingen per jaar in. Twee personen dienden in 2011 samen bijna 3.600 meldingen in over geluid van vliegtuigen.

Voorvallen met meldingen Een voorval is een bundeling van meldingen en gegevens van een milieu-incident. Van de meldingen over lawaai van verschillende vliegtuigen maakt de meldkamer dagelijks slechts één voorval. Het aantal voorvallen met milieumeldingen is ten opzichte van 2010 licht gestegen. Als we de meldingen over vliegtuiggeluid buiten beschouwing laten, ligt het gemiddeld aantal meldingen per voorval jaarlijks tussen 1,4 en 1,8. In 2011 ligt het gemiddeld aantal meldingen per voorval op 2,3. Dat is veel hoger dan de afgelopen jaren. Dit hoge gemiddelde is vooral veroorzaakt door het grote aantal voorvallen met 25 of meer meldingen (zie hiervoor hoofdstuk 2).

De werkwijze van de meldkamer van de DCMR is toegelicht in bijlage 2 ‘Werkwijze milieumeldingen’.

In onderstaande tabel is per jaar het aantal overlastmeldingen en voorvallen met meldingen inclusief de meldingen over vliegtuiggeluid te zien. Het aantal voorvallen met overlast blijft de afgelopen jaren vrijwel gelijk.

Overlastmeldingen en voorvallen over de jaren 24.000 20.000

Aantal

16.000 12.000 8.000 4.000 0 2002

2003

2004

2005

2006

Overlastmeldingen

2007

2008

2009

2010

2011

Voorvallen met overlastmeldingen

Omdat dit verslag kort na de jaarwisseling verschijnt, worden mogelijk later nog correcties in het meldingenbestand van het voorgaande jaar uitgevoerd, bijvoorbeeld door nieuwe informatie. Hierdoor kunnen gepubliceerde gegevens later in geringe mate afwijken. Ook treden er door voortgaande verbeteringen en wijzigingen in het registratiesysteem kleine wijzigingen op die in de aantallen van jaar tot jaar kleine veranderingen kunnen geven. -8-

2.

Bijzondere voorvallen met 25 of meer meldingen Doorgaans informeert de DCMR bij deze voorvallen de media door middel van een persbericht. In 2011 waren er 21 voorvallen met 25 of meer meldingen. In 2010 waren dat 6 voorvallen. In onderstaande tabel staat het overzicht van deze voorvallen. Een voorval is een bundeling van meldingen en gegevens met dezelfde oorzaak.

Bij 25 of meer meldingen per voorval start een speciale procedure, waarbij de meldkamer o.a. het management van de DCMR, de andere operationele diensten en het piket communicatie informeert. Afhankelijk van de situatie onderneemt de directiewacht stappen richting veroorzaker en/of schakelt andere organisaties in. Ook worden de bestuurders van de betrokken gemeenten geïnformeerd.

Datum

Veroorzaker

Locatie

Aard melding

Aantal meldingen

05-01-11

Chemiepack

Moerdijk

Stank, roet, onveiligheid

15-01-11

Stuifmeel

Geel stof

27

21-01-11

Vopak Terminal Europoort B.V.

Europoort

Stank

28

23-01-11

Scheepvaart

Europoort

Lawaai

25

01-02-11

Maatschap Europoort Terminal

Europoort

Stank

110

04-02-11

PerGen V.O.F.

Vondelingenplaat

Lawaai

210

19-02-11

Scheepvaart

Waalhaven

Lawaai

36

207

21-02-11

Rietbranden

Kinderdijk

Roet en as

25

23-02-11

Scheepvaart

Oude Maas

Stank

29

24-02-11

Meteorologische omstandigheden

Stank

29

08-03-11

Esso Nederland B.V. (Raffinaderij Rotterdam)

Botlek

Lawaai en lichthinder

34

17-03-11

Scheepvaart

Nieuwe Maas

Stank

27

22-03-11


Stank

51

14-05-11

Beelen Rotterdam B.V.

Vlaardingen

Stank

84

17-06-11

Romij Nederland B.V.

Vlaardingen

Stank

27

18-09-11

Air Products Botlek

Botlek

Lawaai

59

27-09-11

European Metal Recycling B.V.

Botlek

Lawaai

52

01-10-11


Stank

56

31-10-11

Shell Nederland Raffinaderij B.V.

19-11-11


22-11-11

Onbekend bedrijf in Botlek

Vondelingenplaat Onbekend

Stank

47

Stank

47

Stank

87

Toelichting op voorvallen met 25 of meer meldingen De rode stippen in de onderstaande kaartjes geven de locaties van de melders aan. Datum: 05-01-2011 Aantal meldingen: 207

Veroorzaker: Chemie-Pack Aard meldingen: Stank en roet

Op 5 januari 2011 ontstond op het industrieterrein van Moerdijk een zeer grote brand bij het bedrijf Chemie-Pack. Op het terrein waren grote hoeveelheden verschillende chemicaliën aanwezig. Bij de brand ontstond veel rook die tot op grote afstand overlast en onrust veroorzaakte. De meldkamer ontving 90 stankmeldingen en vragen over de effecten op de gezondheid. Interregionaal is samengewerkt volgens de GRIP-4 procedure. Twee uitrukdiensten en de chemisch adviseurs van de DCMR verrichtten ondersteunende werkzaamheden om het effectgebied in kaart te brengen. Ook enkele dagen later kwamen nog stankmeldingen binnen. Naast de stankmeldingen kwamen 93 meldingen binnen over zwarte neerslag. Na onderzoek is aangetoond dat het roet afkomstig was van de brand.

-9-

Datum: 15-01-2011 Aantal meldingen: 27

Veroorzaker: Stuifmeel Aard meldingen: Geel stof

Na het incident bij Chemie-Pack ontvingen zowel de DCMR als de regio’s Zuid-Holland Zuid en Haaglanden meerdere meldingen over ‘geel stof’. Bewoners vreesden dat dit gele stof bestond uit zwavelverbindingen afkomstig van Chemie-Pack. Uit onderzoek van de uitrukdienst bleek dat de vlokjes niets te maken hadden met de brand maar met bloei van elzen en hazelaars. In de maand januari was de temperatuur relatief hoog, waardoor deze bomen vroeger dan normaal in bloei gingen.

Datum: 21-01-2011

Veroorzaker: Vopak Terminal Europoort B.V.

Aantal meldingen: 28

Aard meldingen: Stank

Op 21 januari 2011 ontving de meldkamer 28 meldingen over een olieachtige geur in Maassluis, Maasland en Delft. Na onderzoek van de uitrukdienst is vastgesteld dat de stankmeldingen werden veroorzaakt door het verpompen van stookolie op het terrein van Vopak Europoort. Door het windstille weer in de nacht en vroege ochtend vond een opbouw van stank plaats rond het Vopak-terrein. Bij een iets aantrekkende wind, ontstond later een stankwolk die de overlast veroorzaakte.

Datum: 24-01-2011

Veroorzaker: Scheepvaart


Aard meldingen: Lawaai

Op 24 januari kwamen 25 lawaaimeldingen uit Rozenburg en Maassluis op de meldkamer binnen over een pieptoon. Na onderzoek van de uitrukdienst werd het schip Karen Knutsen, dat bij Vopak Europoort aan de steiger lag, aangewezen als veroorzaker. In de loop van de dag is regelmatig contact met Vopak geweest over het verloop van de meldingen.

- 10 -

Datum: 01-02-2011

Veroorzaker: Maatschap Europoort Terminal



In de avond van 1 februari ontving de meldkamer 110 meldingen over stank en gezondheidklachten uit voornamelijk Maassluis en Delft. Ondanks dat de meldkamer snel ter plaatse was, is de veroorzaker van de overlast niet meer gevonden. Vanwege de grote hoeveelheid meldingen en de gemelde gezondheidklachten heeft de DCMR op 2 februari een nader onderzoek gestart om alsnog de veroorzaker van de overlast te achterhalen.Uit dit onderzoek is vastgesteld dat een damp van stankstoffen vanaf het schip de Energy Sprinter oorzaak was van de overlast. Op het moment van de overlast lag de Energy Sprinter afgemeerd bij het bedrijf Maatschap Europoort Terminal (MET) en was het klaar met het lossen van ruwe olie. De samenstelling van de ruwe olie kan de stankoverlast en de gezondheidklachten verklaren. Hoewel de MET niet de veroorzaker was van de meldingen en een strikt regime heeft om overlast door schepen te voorkomen, is het bedrijf formeel verantwoordelijk en zijn de meldingen toegeschreven aan de MET.


Veroorzaker: PerGen V.O.F. Aard meldingen: Lawaai

Op 4 februari rond middernacht zijn 210 meldingen binnengekomen vanuit Pernis, Vlaardingen en Schiedam over een blazend/bulderend geluid. Na onderzoek door de meldkamer is vastgesteld dat bij één van de boilers van de energiecentrale PerGen een veiligheidsklep is opengegaan. Door de storm was een afdekzeil tegen een klep aangekomen. De boiler is stilgelegd, waardoor de lawaaioverlast stopte. Na korte tijd kwamen weer dezelfde meldingen binnen. Bij een tweede boiler had zich hetzelfde probleem voorgedaan. PerGen levert stoom aan Shell en kon daarom de boiler niet direct uit bedrijf nemen. Omdat het aantal meldingen snel opliep, heeft de directiewacht van de DCMR contact opgenomen met PerGen. Om snel tot een oplossing te komen heeft Shell vervolgens zijn eigen stoomsysteem bijgezet, waardoor PerGen zijn boiler uit bedrijf kon nemen. PerGen heeft technische en organisatorische maatregelen genomen om een dergelijke situatie in de toekomst te voorkomen.


Veroorzaker: Scheepvaart Aard meldingen: Lawaai

In de avond van 19 februari kwamen meldingen binnen over lawaai veroorzaakt door het schip Mol Caledon bij Uniport in de Waalhaven. De stroomgenerator veroorzaakte een bromtoon en trillingen in Heijplaat. Door een oliemorsing mocht het schip niet vertrekken maar moest het eerst worden schoongemaakt. Het schip kon vervolgens vanwege de grote diepgang pas de volgende ochtend bij hoog tij vertrekken. Omdat de meldingen aan het einde van de avond nog steeds binnen kwamen, heeft het Havenbedrijf Rotterdam op verzoek van de DCMR maatregelen getroffen om de overlast te beperken.

- 11 -

Datum: 21-02-2011

Veroorzaker: Rietbranden


Aard meldingen: Roet en as

Op 21 februari 2011 kwamen 25 meldingen binnen over neerslag van roet- en asdeeltjes door het afbranden van riet in Kinderdijk. Rietbranden is onderdeel van het natuurbeheer rond Kinderdijk en valt binnen het gebied van de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid. De meldingen zijn aan deze dienst doorgegeven.

Datum: 23-02-2011




Op 23 februari 2011 kwamen in de ochtend meldingen binnen uit heel Rotterdam en omgeving over een gaslucht. Na onderzoek van de uitrukdienst is geconstateerd dat de gaslucht ontstond doordat een tank van het schip ‘Invasion’ openstond. De tanker had in Rotterdam de stof dimethyldisulfide gelost en was via de Oude Maas onderweg naar Dordrecht. Het Havenbedrijf Rotterdam stelde een onderzoek in.

Datum: 24-02-2011

Veroorzaker: Meteorologische omstandigheden



Op 24 februari ontving de meldkamer veel stankmeldingen uit een groot deel van het Rijnmondgebied. De meldingen konden na onderzoek van de uitrukdienst niet worden toegewezen aan een bedrijf. Door de meteoomstandigheden (mist en weinig wind) ontstond overlast omdat de uitstoot van de industrie niet wegwaaide.

- 12 -

Datum: 08-03-2011

Veroorzaker: Esso Nederland Raffinaderij Botlek


Aard meldingen: Lawaai en licht

Door een storing tijdens het herladen van een aantal regelaars is de Flexicoker-fabriek van Esso Raffinaderij volgens de veiligheids-procedure uit bedrijf gegaan. Dit leidde tot extra fakkelen en geluidoverlast. De storing heeft geleid tot 34 meldingen over lawaai en licht van de fakkel.

Datum: 17-03-2011




Vanaf 12:30 uur kwamen meldingen binnen uit Rotterdam over een oliestank en olievlekken op de Maas. Het vermoeden was dat de olievlekken afkomstig waren van het schip de Marie S. Het Havenbedrijf Rotterdam heeft het schip laten afmeren aan de Parkkade in Rotterdam. Een duiker heeft het schip onderzocht maar er is geen lekkage aangetroffen. In totaal zijn er 8 schepen voor onderzoek afgemeerd aan de Parkkade. Bij geen van de schepen is lekkage ontdekt. Rijkswaterstaat heeft monsters genomen om de mogelijke veroorzaker te achterhalen.

Datum: 22 / 25-03-2011 Aantal meldingen: 51

Veroorzaker: Meteorologische omstandigheden Aard meldingen: Stank

Wegens een combinatie van ongunstige meteorologische vooruitzichten en veel stankmeldingen uit het gehele gebied stelde de meldkamer op 22 februari 2011 om 18:00 uur stankcode-1 in voor het gehele Rijnmondgebied.

- 13 -

Datum: 14-05-2011

Veroorzaker: Beelen Rotterdam B.V.



Door een grote brand bij dit bedrijf zijn stankmeldingen binnengekomen uit een groot deel van het Rijnmondgebied. De brand heeft 2 loodsen nagenoeg geheel verwoest. De penetrante lucht die is geroken was zeer waarschijnlijk afkomstig van de verbrande transportbanden.


Veroorzaker: Romij Nederlend B.V. Aard meldingen: Stank

Romij is een bedrijf dat via een veresteringproces vetten en vetzuren bewerkt. Bij proeven met een verbeterd proces is een stankgolf veroorzaakt die overlast veroorzaakte in Vlaardingen. Tijdens dit incident zijn grondstoffen gebruikt die zo’n grote hoeveelheid geur produceerden dat de filtercapaciteit te laag was. In de omgeving is deze geur omschreven als een verbrandingsof rottingslucht. Het bedrijf past het productieproces aan om te zorgen dat het geen hinderlijke geur meer uitstoot.


Veroorzaker: Airproducts Botlek Aard meldingen: Lawaai

In een groot deel van het Rijnmondgebied is overlast ondervonden van lawaai doordat het bedrijf stoom moest afblazen. Het bedrijf ging stil voor een geplande onderhoudsstop. Het afblazen van stoom in combinatie met kapotte geluiddempers en de weersomstandigheden was de oorzaak van de lawaaioverlast.

- 14 -

Datum: 27-09-2011

Veroorzaker: European Metal Recycling B.V.


Aard meldingen: Lawaai

Over het bedrijf zijn 52 geluidmeldingen binnengekomen uit de omgeving van Rozenburg. De overlast is veroorzaakt door het laden van grof metaal schroot in een zeeschip. De weersomstandigheden hebben de overlast versterkt. Het bedrijf heeft maatregelen getroffen om de geluidsoverlast te verminderen, door de grote metaaldelen niet meer te storten maar rustig in het schip te plaatsen.

Datum: 01 / 03-10- 2011 Veroorzaker: Meteorologische omstandigheden Aantal meldingen: 56


Tussen 1 en 3 oktober is stankcode-1 ingesteld. In deze periode zijn 56 stankmeldingen ingediend over stankoverlast afkomstig van de industrie en het verkeer. Door de ongunstige meteorologische omstandigheden in het gebied bleef deze emissie hangen.


Veroorzaker: Shell Nederland Raffinaderij Aard meldingen: Stank

Op de meldkamer zijn meldingen over stank binnengekomen uit Vlaardingen en Schiedam. Het bedrijf kon door een technische reden het procesgas niet als brandstof naar een fornuis voeren. Doordat gelijktijdig ook de unit uit viel, die het stankverwekkende zwavelwaterstof moet verwijderen, is het procesgas in de atmosfeer terecht gekomen. Deze samenloop van omstandigheden heeft geleid tot stankoverlast. SNR heeft technische en organisatorische maatregelen genomen om een dergelijk voorval in de toekomst te voorkomen.

- 15 -

Datum: 19 / 24-11-2011 Aantal meldingen: 47

Veroorzaker: Meteorologische omstandigheden Aard meldingen: Stank

Door de heersende meteorologische omstandigheden was er een slechte menging van de luchtlagen, waardoor stankoverlast ontstond. De meldkamer heeft daarom op 20 november stankcode-1 voor het gehele Rijnmondgebied ingesteld. De stankcode is op 24 november ingetrokken.


Veroorzaker: Onbekend Aard meldingen: Stank

Tussen 16:30 en 20:00 uur kwamen 87 meldingen binnen over een olieachtige lucht in Rozenburg en Maassluis. De uitrukdienst heeft samen met de brandweer en het Havenbedrijf Rotterdam een uitgebreid onderzoek ingesteld. De exacte oorzaak is echter niet achterhaald.

- 16 -

3.

Milieumeldingen per gemeente van vliegverkeer. Inwoners van Rotterdam, Maassluis, Vlaardingen en Brielle melden regelmatig stankoverlast. In Ridderkerk is veel overlast veroorzaakt door de bedrijven op het industrieterrein ‘Veren Ambacht’. In Schiedam is veel overlast van vliegverkeer.

Net als vorig jaar komen de meeste meldingen uit de gemeente Rotterdam (de grootste gemeente in het Rijnmondgebied). Opvallend is het grote aantal lawaaimeldingen uit Lansingerland. Een paar inwoners van deze gemeente melden zeer regelmatig lawaaioverlast Milieumeldingen per gemeente

2010

2011

lawaai

stank

overig

totaal

lawaai

stank

overig

totaal

Albrandswaard

118

70

11

199

174

59

25

258

Barendrecht

185

84

12

281

244

88

42

374

33

50

11

94

100

48

13

161

Bernisse Brielle

72

162

12

246

65

369

13

447

Capelle a/d IJssel

206

24

18

248

149

36

11

196

Hellevoetsluis

299

126

12

437

159

162

14

335

Krimpen a/d IJssel

59

19

5

83

52

42

17

111

2.813

77

28

2.918

3.488

49

26

3.563

Maassluis

162

612

17

791

176

853

34

1.063

Ridderkerk

219

61

13

293

624

49

37

710

Lansingerland

6.401

1.663

362

8.426

6.632

1.812

521

8.965

Schiedam

Groot Rotterdam*

924

279

60

1.263

1.008

178

50

1.236

Spijkenisse

347

218

39

604

409

188

47

644

Vlaardingen

703

543

57

1.303

605

502

77

1.184

Westvoorne Subtotaal Overige gemeenten Totaal

190

210

42

442

133

259

22

414

12.731

4.198

699

17.628

14.018

4.694

949

19.661

756

249

14

1.019

2.097

301

63

2.461

13.487

4.447

713

18.647

16.115

4.995

1.012

22.122

* inclusief deelgemeenten Hoek van Holland, Hoogvliet, Pernis en Rozenburg

De voorvallen die bovenstaande meldingen veroorzaakten staan beschreven in bijlage 1 ‘Voorvallen per gebied’.

- 17 -

4.

Lawaaimeldingen Vooral via het webformulier zijn veel meer vliegtuigmeldingen ingediend. Ook het aantal meldingen over lawaai van de industrie is toegenomen. De overlast van horeca en evenementen neemt sinds 2008 gestaag af. Ook het aantal meldingen over lawaai van verkeer en vervoer neemt af.

Het aantal lawaaimeldingen is bijna 3.000 hoger dan in 2010. Bijna de helft van de meldingen gaat over de luchtvaart en een kwart over muzieklawaai afkomstig van horecaondernemingen of evenementen. De grootste toename van lawaaimeldingen is overlast door vliegverkeer. Aantal lawaaimeldingen per oorzaak

Horeca/Evenementen*

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

1.323

1.234

1.154

1.566

3.368

4.346

4.816

4.468

4.239

4.070

Industrie

1.141

1.240

1.255

1.237

1.327

1.129

1.373

1.194

1.026

1.744

Luchtvaart

3.044

3.739

7.108

9.533

7.938

8.234

7.660

6.350

5.954

7.536

649

683

735

508

347

578

656

788

535

423

Overige oorzaak

1.029

1.407

1.409

1.507

1.600

1.799

2.361

2.139

1.733

2.339

Lawaaimeldingen totaal

7.186

8.303

11.661

14.351

14.580

16.086

16.866

14.939

13.487

16.112

Vervoer

* Dit betreft niet alleen lawaai van horecalocaties maar ook muzieklawaai van sportverenigingen en evenementen

Percentage lawaaimeldingen 2011 15% 3%

25%

11% 46% Horeca/Evenementen*

Industrie

Luchtvaart

Vervoer

Overige oorzaak

zijn melders die 140 of meer meldingen per jaar indienen. Het grootste deel van de meldingen betreft overlast van verkeersvliegtuigen. In 2011 dienden 6 frequente melders met 4.876 meldingen 65% van het totale aantal meldingen in. Twee personen dienden in 2011 samen bijna 3.600 meldingen in over overlast van vliegtuigen. Over 2011 hebben 10% van de melders 85% van de meldingen ingediend.

Lawaai - vliegtuiggeluid Er zijn dit jaar totaal 7.536 meldingen over vliegtuiglawaai bij de meldkamer van de DCMR Milieudienst Rijnmond binnengekomen. In vergelijking met 2010 is dit een toename van 1.582 meldingen (26%). Het aantal individuele melders is deze periode met 49 melders afgenomen van 792 melders in 2010 naar 743 melders in 2011. Op jaarbasis is dit het laagste aantal melders van de afgelopen 10 jaar.

Als 2010 wordt vergeleken met 2011 zonder frequente melders dan dalen de meldingen van 2.845 in 2010 naar 2.507 in 2011. In vergelijking met vorig jaar hebben de frequente melders bijna 2x zoveel meldingen ingediend.

Bij vliegtuigmeldingen maakt de DCMR onderscheid tussen frequente melders en overige melders. Frequente melders

- 18 -

De meeste meldingen hebben een relatie met verkeersbewegingen van en naar Rotterdam The Hague Airport. Daarnaast ontvangt de meldkamer ook meldingen over vliegtuigen met een andere bestemming (Schiphol) of meer recreatief georiënteerd vliegverkeer.

De meldingen kwamen uit 68 verschillende woonplaatsen. De meeste meldingen zijn afkomstig uit de (deel) gemeenten die in het verlengde van de starten landingsbaan van Rotterdam The Haque Airport liggen. Dit zijn Lansingerland, Schiedam, Hillegersberg/Schiebroek en Overschie. De frequente melders zijn ook (bijna) allemaal inwoners uit deze gemeenten.

Het aantal vliegtuigbewegingen van en naar Rotterdam The Haque Airport in de nachtperiode is wat hoger dan in het voorgaande jaar. Dit komt omdat de traumaheli sinds dit jaar ’s nachts mag vliegen.

Gebruikelijk is dat er in de zomermaanden meer meldingen worden ingediend; de mensen zitten meer buiten en hebben de ramen meer open dan in de wintermaanden. Er was echter ook een piek in week 52 omdat een frequente melder toen 240 meldingen indiende.

De meest luidruchtige vlucht van het jaar was een Antonov 12 die in juni 92 dB op een van de meetposten noteerde. Over deze vlucht zijn 3 meldingen ingediend.

Aantal overlastmeldingen vliegtuiglawaai per woonplaats

Woonplaats

Dag

Nacht

Totaal

Percentage

Bergschenhoek

2.805

422

3.227

42,8%

Reeuwijk

1.471

20

1.491

19,8%

Rotterdam

1.119

57

1.176

15,6%

Schiedam

299

80

379

5,0%

Spijkenisse

224

10

234

3,1%

Delft

152

5

157

2,1%

Oud Beierland

153

0

153

2,0%

Vlaardingen

85

22

107

1,4%

Gouda

82

16

98

1,3%

Hellevoeetsluis

63

15

78

1,0%

Berkel en Rodenrijs

54

6

60

0,8%

Hoogvliet

45

2

47

0,6%

Bleiswijk

34

4

38

0,5%

Maasland

28

7

35

0,5%

Maassluis

26

2

28

0,4%

Overigen

218

10

228

3,0%

6.858

678

7.536

100,0%

Totaal Overzicht luidruchtige vluchten

Datum

Toestel

Geluidmeetpost

17-06-2011 21:56

Antonov 12

Schiebroek (5)

92,0

start

3

07-10-2011 17:08

Boeing 737-800

Schiebroek (5)

91,6

start

0

25-03-2011 10:26

Boeing 737-300

Schiebroek (5)

91,2

start

0

11-02-2011 23:08

Antonov 26

Schiebroek (5)

91,1

start

2

15-04-2011 11:23

Boeing 747-400

Schiebroek (5)

91,1

start

0

22-04-2011 10:26

Boeing 747-400

Schiebroek (5)

90,8

start

0

04-03-2011 14:39

Cessna 550

Overschie (3)

90,7

landing

0

20-05-2011 10:21

Boeing 747-400

Schiebroek (5)

90,5

start

0

02-07-2011 16:16

Boeing 737-800

Schiebroek (5)

90,5

start

0

15-02-2011 22:40

Antonov 26

Schiebroek (5)

90,1

start

2

- 19 -

Geluidniveau (Lmax)

landing / start

Meldingen

Muzieklawaai - horeca en evenementen

In 2011 hebben in het Rijnmondgebied circa 475 horecaondernemingen overlast gegeven waarvan 95 met 10 of meer meldingen. Van de 10 horecabedrijven die in 2010 de meeste meldingen veroorzaakten, staan er 7 niet meer bij de eerste 10 over 2011. De wijze van aanpak van de DCMR heeft een positief effect op de overlast.

In 2011 waren er weer minder overlastmeldingen van muzieklawaai van de horeca en evenementen. De dalende lijn in overlastmeldingen sinds 2010 zet door. Naast muziekioverlast vanuit de horeca zijn nog 900 muziekmeldingen ingediend, vooral over (kleine) evenementen en feesten bij sportverenigingen.

De meest overlastgevende horecaondernemingen worden besproken in bijlage 1 ‘Voorvallen per gebied’.

Meldingen over lawaai van horecaondernemmingen **

2002

2003

2004

2005*

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Rotterdam

410

351

321

419

2.007

2.816

3.281

3.010

2.661

2.545

Regiogemeenten

443

392

376

467

389

622

613

750

649

568

Totaal

853

743

697

886

2.396

3.438

3.894

3.760

3.310

3.113

*

Tot eind 2005 had de politie de taak om geluidsmetingen te doen bij de horeca en op te treden naar aanleiding van meldingen. Per 1 januari

**

2006 voert de DCMR voor de gemeente Rotterdam de afhandeling van de meldingen over horecalawaai uit. Dit leidde tot meer dan een verdubbeling van het aantal meldingen Exclusief lawaai van terrassen en airconditionings

Lawaaimeldingen evenementen Voor evenementen geven gemeenten een evenementenvergunning af. Bij te verwachten geluidshinder vragen gemeenten de DCMR om advies over de geluidsvoorschriften.

De meeste evenementen in het Rijnmondgebied vinden plaats binnen de gemeente Rotterdam. De meeste lawaaimeldingen hierover zijn dan ook afkomstig uit deze gemeente. In 2011 zijn circa 370 meldingen over kleine of grote evenementen en partyschepen binnengekomen. De overlast is iets meer dan vorig jaar (350 meldingen). Dit jaar zijn de meeste meldingen vooral door de kleine buurtevenementen veroorzaakt.

Bij de meest luidruchtige evenementen voert de DCMR geluidsmetingen uit en toetst of de organisator de voorschriften naleeft. Bij overtreding spreekt de DCMR de organisator aan om het geluid te verminderen. De politie kan eventueel handhavend optreden. De gemeenten en de DCMR gebruiken de resultaten van de geluidsmetingen en meldingen ook in de evaluatie van de evenementen. Evenementen met 10 of meer meldingen in 2011

Gemeente

Evenement

1

Rotterdam

Schouwburg- en Stadhuisplein

2

Vlaardingen

Totaal evenementenseizoen

3

Rotterdam

Sidelingepark, Overschie

4

Rotterdam

Evenementen Binnenrotte

2010

2011

45

53

vooral Zomerterras

33

39

Music Republic: 22 Paradie Overschie: 6 Camping Rotterdam: 2

11

30

14

16

5

Spijkenisse

Binnenstadsfestival

16

6

Capelle aan den IJssel

Fiesta Tropical

15

- 20 -

5.

Stankmeldingen Ook de brand bij Chemie-Pack in Moerdijk gaf veel stankoverlast in het Rijnmondgebied. Meldingen over zwavelstank van raffinaderijen zijn duidelijk afgenomen.

Dit jaar zijn circa 550 stankmeldingen meer gemeld dan in 2010. De dalende trend sinds 2005 is daarmee doorbroken. De stijging zit vooral in meldingen over stookolie en chemische- en gistachtige lucht van de grote industrie. Vopak Terminal Europoort, Abengoa Bioenergy Netherlands en een tanker bij Maatschap Europoort Terminal veroorzaakten dit jaar veel stankoverlast.

De afgelopen jaren laten een dalende trend zien, vanaf 2009 stijgt het aantal stankmeldingen. De grote industrie in het Rijnmondgebied levert hieraan een grote bijdrage.

Aandeel grote industrie in stankmeldingen

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Stankmeldingen totaal

6.533

9.217

5.914

6.499

5.522

5.175

4.693

4.569

4.447

4.994

Stankmeldingen grote industrie

2.645

4.762

2.628

2.789

2.805

2.331

1.651

1.585

2.113

2.538

40

51

43

38

39

40

35

35

48

51

Stankvoorvallen grote industrie

1.099

1.087

913

853

841

936

693

707

899

1.178

Stankvoorvallen grote industrie (> 15 meldingen)

20

24

18

20

19

16

16

14

9

10

Industrie in procenten

Trend van stankmeldingen totaal en van de grote industrie

10.000 9.000 8.000

Aantal

7.000 6.000 5.000 4.000 3.000 2.000 1.000 0 2002

2003

2004

2005

2006

Stankmeldingen totaal

2007

2008

2009

2010

Stankmeldingen over de grote industrie

- 21 -

2011

6.

Overige meldingen In het voorjaar zijn relatief veel stofmeldingen door stuifmeel gemeld. Verder zijn meldingen over rook- en roetpluimen en lichtoverlast toegenomen. Vooral de led-verlichting van Ahoy zorgde voor lichtoverlast. Het aantal meldingen over waterverontreiniging en afval zijn gedaald. Onderstaande tabel laat het verloop zien van de overige meldingen in de afgelopen jaren.

Meldingen over stof, visuele hinder en diverse meldingen, zoals onrust over veiligheid en gezondheid, zijn dit jaar toegenomen. Het aantal stofmeldingen is tweemaal zo hoog als in 2010. De brand bij Chemie-Pack in Moerdijk heeft veel meldingen veroorzaakt over stof door roetneerslag, mogelijke gezondheidsschade en gevoel van onveiligheid.

Aantal meldingen ‘overig’ nader gespecificeerd

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

241

263

221

221

207

198

138

237

143

116

Bodem

52

46

57

55

52

47

43

47

41

49

Diverse

276

346

294

492

290

300

218

308

153

182

Stof

197

114

142

933

245

296

287

186

147

374

Visuele hinder

220

268

313

586

474

225

272

220

144

231

Afval

Water Som

119

161

109

107

92

116

65

81

85

64

1.105

1.198

1.136

2.394

1.360

1.182

1.023

1.079

713

1.016

Trend van meldingen ‘overig’

1.000 900 800

Aantal

700 600 500 400 300 200 100 0 2002

2003 Afval

2004 Bodem

2005

2006 Diverse

- 22 -

2007 Stof

2008

2009 Visuele hinder

2010

2011 Water

7.

Overlastgevende bedrijven houden en voor de onderlinge vergelijking zijn de tabellen naar soort bedrijf onderverdeeld. Achtergrondinformatie staat per bedrijf en per woonplaats vermeld in bijlage 1 ‘Voorvallen per gebied’.

Bedrijven met 35 of meer overlastmeldingen In 2011 veroorzaakten diverse bedrijven 35 of meer meldingen. Hierbij zijn alle soorten overlast (voornamelijk stank en lawaai) bij elkaar opgeteld. Om het overzichtelijk te

Horeca

Veroorzaker

Locatieplaats

Horecacomplex Stadhuisplein

Rotterdam

Meldingen 204

Sate Bar

Rotterdam

85

Cultuurpodium Perron B.V.

Rotterdam

83

Bewefa

Rotterdam

75

New York Pizza

Rotterdam

65

Willens & Wetens

Rotterdam

65

Vapiano

Rotterdam

54

Paris Lounge

Rotterdam

53

Lounge Bar The Red

Barendrecht

46

Bar Dancing De Skihut

Rotterdam

45

Nunu Mahua

Capelle aan den IJssel

44

Bar Restaurant Club Riva

Rotterdam

44

Café LEUK

Rotterdam

39

Sumo Rotterdam

Rotterdam

39

Café Beurs

Rotterdam

38

Eetcafé Jofel

Bleiswijk

37

Eetcafé Stanis

Rotterdam

36

Ulgomami

Rotterdam

36

Mozaik

Rotterdam

35

* Horecacomplex Stadhuisplein omvat een cluster van horecalocaties die gezamenlijk muzieklawaai produceren.

Midden- en kleinbedrijf

Veroorzaker

Locatieplaats

Meldingen

L. van Gelder Beheer BV

Ridderkerk

358

Basic-Fit

Rotterdam

203

Ahoy Rotterdam N.V.

Rotterdam

75

Vereniging KL-Kenpo

Rotterdam

66

Bas van der Heijden Supermarkt

Schiedam

54

MM Impex Heavy Machinery & Equipment

Rhoon

39

Bakker Beheer Barendrecht B.V.

Ridderkerk

38

- 23 -

Grote bedrijven

Veroorzaker

Locatieplaats

Meldingen


Europoort Rotterdam

282

Abengoa Bioenergy Netherlands B.V.

Europoort Rotterdam

236

PerGen V.O.F.

Vondelingenplaat Rt.

211

Huisman Equipment BV

Schiedam

150

Maatschap Europoort Terminal

Europoort Rotterdam

110

Beelen Rotterdam B.V.

Vlaardingen

98



86

Farm Frites b.v.

Oudenhoorn

74

Provimi B.V.

Rotterdam

71

European Metal Recycling B.V.

Botlek Rotterdam

71

Air Products Botlek

Botlek Rotterdam

62


Botlek Rotterdam

59

H.M. De Jong Koel- en Vrieshuis b.v.

Ridderkerk

46

Grondbank IJsselmonde B.V.

Barendrecht

38

Transportbedrijf Van Vliet B.V.

Hoek van Holland

38

toegeschreven aan industriecomplexen. De bedrijven in de grote industriecomplexen hebben dit jaar gezamenlijk meer meldingen veroorzaakt dan het afgelopen jaar. Voor Europoort is een substantiële stijging te zien. Vooral Vopak Terminal Europoort en Abengoa Bioenergy Netherlands zijn daarvan de veroorzakers.

Industriecomplex Als door de meldkamer geen directe veroorzaker van de meldingen wordt gevonden, maar wel vaststaat dat de oorzaak van de meldingen binnen een industriecomplex ligt, schrijft de DCMR de meldingen toe aan zo’n complex. In onderstaande grafiek staan de meldingen Aantal overlastmeldingen industriecomplexen

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Botlek

566

571

406

390

560

540

390

286

306

396

Europoort

642

606

505

551

639

554

467

726

755

980

Maasvlakte

153

208

281

225

157

134

246

180

138

208

Vondelingenplaat Totaal

324

310

343

508

482

358

233

216

249

234

1.685

1.695

1.535

1.674

1.838

1.586

1.336

1.408

1.448

1.818

Trend van stank- en lawaaimeldingen toegeschreven aan een industriecomplex

1.200 1.000

Aantal

800 600 400 200 0 2002

2003 Botlek

2004

2005

2006

Europoort

2007

2008

Maasvlakte

- 24 -

2009

2010

2011

Vondelingenplaat

Structueel overlastgevende bedrijven In de onderstaande tabel staat de top tien van structureel meest overlastgevende bedrijven over 2011.

Vergeleken met 2010 veroorzaakten de bedrijven: • in groen tenminste de helft minder overlastmeldingen • in rood tenminste het dubbele aan overlastmeldingen

Er is sprake van structurele overlast als er in de afgelopen 3 jaar minimaal één jaar is geweest met 50 of meer meldingen en daarnaast in een ander jaar minstens 25 meldingen.

De paginanummers verwijzen naar een uitgebreide beschrijving van de overlastgevende situatie(s) in bijlage 1 ‘Voorvallen per gebied’.

Aantal meldingen en voorvallen van structureel overlastgevende bedrijven over de jaren

Totaal overlastmeldingen Bedrijven

Plaatsnaam

L. van Gelder Beheer B.V.

Ridderkerk

pag.

Aantal voorvallen

2009

2010

2011

2009

2010

2011

43

5

108

358

5

5

255

243

25

17

49

39

73


Europoort Rotterdam

50

Abengoa Bioenergy Netherlands B.V.

Europoort Rotterdam

50

94

282

87

236



50

151

57

86

25

20

21

Saté Bar

Rotterdam

46

49

127

85

38

92

70

Prorail*

Rijnmondgebied

192

56

84

63

47

71

Ahoy Rotterdam N.V.

Rotterdam

Farm Frites b.v.

Oudenhoorn

47

31

28

75

14

17

48

37

29

41

74

28

33

54

Provimi B.V.

Rotterdam

47

77

140

71

61

115

59


Botlek Rotterdam

49

35

78

59

8

8

4

Bar Dancing De Skihut

Rotterdam

52

45

45

39

39

39

Bar Restaurant Club Riva

Rotterdam

44

54

21

44

40

20

33

Café LEUK

Rotterdam

21

77

39

17

49

27

Grondbank IJsselmonde B.V.

Barendrecht

42

56

19

38

41

16

25

Autohobbyclub Kleiweg

Rotterdam

48

13

55

29

11

32

20

Eetcafé Napoleon

Rotterdam

51

45

25

33

26

15

Grand Café de Punt

Rotterdam

75

65

22

54

60

22

509

102

16

133

59

15

75

375

14

11

4

3

DFDS Seaways

Vlaardingen

BP Raffinaderij Rotterdam B.V.

Europoort Rotterdam

* Meldingen Prorail hebben vooral betrekking op de HSL.

Dit zijn: 1. BP Raffinaderij Rotterdam 2. Orselen Shipping & Forwarding 3. DFDS Seaways (voorheen Norfolkline Terminals Vlaardingen) 4. Cafe Wilhelmina 5. Cafe de Keizer

In 2009 is de DCMR gestart met een brede aanpak van de top 10 structureel overlastgevende bedrijven. Deze aanpak is maatwerk; een combinatie van reguliere toezicht- en handhavinginstrumenten, gecombineerd met een specifieke benadering die kan bestaan uit directieoverleg (directie van betreffende onderneming wordt bij de DCMR ‘op gesprek gevraagd’), mediation en/of een proactieve communicatie met omwonenden. De DCMR zette deze aanpak ook in 2011 voor de top 10 meest overlastgevende bedrijven voort, omdat het een positief resultaat oplevert.

Het totaal aantal overlastmeldingen veroorzaakt door de top 10 meest overlastgevende bedrijven is echter gestegen van 1.288 in 2010 naar 1.410 in 2011.

In vergelijking met de top 10 van structureel overlastgevende ondernemingen uit 2010 komen 5 bedrijven niet meer terug in die van 2011. - 25 -

de atmosfeer gekomen. Gelijktijdig is ook een installatie uitgevallen, die het stankverwekkende zwavelwaterstof uit het procesgas moet verwijderen. Deze samenloop heeft geleid tot overlast in de omgeving. Shell heeft technische en organisatorische maatregelen geformuleerd om een dergelijk voorval in de toekomst te voorkomen. Shell is zeer volledig in het melden van voorziene en onvoorziene storingen in het bedrijfsproces.

Hieronder vindt u een toelichting op een aantal van deze bedrijven. Uit de top tien van 2010 veroorzaakte DFDS Seaways in Vlaardingen opnieuw substantieel minder overlast in 2011. De vermindering van overlast is bereikt door een combinatie van vooral technische voorzieningen (verlengen van het geluidscherm) en organisatorische maatregelen zoals voorgeschreven door de DCMR.

Bij het bedrijf Provimi op Rotterdam Zuid is gekozen voor maximale inzet van regulier toezicht en wordt proactief gecommuniceerd met de omwonenden. Vanuit ruimtelijke ordening zoekt men voor de langere termijn gezamenlijk naar een structurele oplossing. Hieraan nemen de DCMR, Gemeente Rotterdam, deelgemeente Feyenoord en Provimi deel.

Van Gelder Beheer is een onderneming in Ridderkerk waar de oorzaak van de meldingen is gelegen in de krattenwasserij. Het bedrijf moet een melding Activiteitenbesluit doen en een aanvullend akoestisch onderzoek inleveren. Het bedrijf zal de installatie moeten aanpassen op last van de DCMR.

BP Raffinaderij Europoort veroorzaakte op 17 mei 2010 als gevolg van een grote stroomstoring bij Eneco een groot aantal stankmeldingen. Het aantal grote stroomstoringen in het Rijnmondgebied blijft een aandachtspunt. DCMR, Deltalinqs (als belangenorganisatie van de industrie), Havenbedrijf Rotterdam en de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond hebben in overleg met Eneco gezamenlijk een aantal voorstellen uitgewerkt om de elektriciteitsvoorziening in Rijnmond betrouwbaarder te maken.

De bedrijven Vopak Terminal Europoort en Abengoa Bioenergy Netherlands hebben in 2011 gezamenlijk substantieel meer stankmeldingen veroorzaakt dan in 2010. In beide gevallen heeft de DCMR bestuurlijke maatregelen toegepast om de stankoverlast te verminderen. Daarnaast zijn er bijeenkomsten geweest met burgers en bestuurders van de betrokken gemeenten (Rozenburg en Maassluis), waarbij de bedrijven hebben aangeven wat de oorzaak is van de stankoverlast en welke maatregelen zullen worden genomen om overlast weg te nemen.

Dat de DCMR aanpak van structureel overlastgevende ondernemingen werkt, komt mede door de professionele bijdrage van de betrokken ondernemingen. Ook in 2012 zal de DCMR deze werkwijze voor structureel overlastgevende ondernemingen voortzetten.

Shell Nederland Raffinaderij veroorzaakte op 31 oktober 46 meldingen over stank als gevolg van een storing in het proces. Procesgas dat normaal naar een fornuis gaat is in

- 26 -

Incidenten in Rijnmond 8.

Bedrijfs- en incidentenmeldingen

Ook bedrijfs- en incidentmeldingen van de industrie uit het Rijnmondgebied komen binnen bij de DCMR meldkamer. Deze meldingen ontvangt de DCMR voornamelijk op grond van hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer bij een verstoring in de normale procesvoering.

Incidentennummer (CIN) een melding doen. Met één telefoontje aan het CIN ontvangen de meldkamers van de DCMR, de Politie, de Brandweer, Rijkswaterstaat en Havenbedrijf Rotterdam gelijktijdig de informatie over het incident.

Bedrijfs- en incidentmeldingen stellen de DCMR in de gelegenheid zo snel mogelijk maatregelen te nemen om bewoners en milieu te beschermen tegen de gevolgen van een incident. De informatie uit deze meldingen gebruikt de medewerker van de meldkamer voor het informeren van de bewoners, die een melding van overlast bij de meldkamer indienen.

In 2011 ontving de DCMR meldkamer totaal 4.795 bedrijfsmeldingen waarvan 4.517 over voorziene en 623 over onvoorziene bedrijfsactiviteiten. Het aantal CIN-meldingen dat de meldkamer behandelde, was met 292 ruim acht procent minder dan in 2010. Zowel het aantal bedrijfsmeldingen als het aantal incidentmeldingen is in 2011 gedaald. Vooral de bedrijfsmeldingen over onvoorziene voorvallen en de kleinere incidenten zijn afgenomen. Het aantal grotere incidenten is hoger dan de afgelopen jaren.

Voor bedrijfsverstoringen van geringe omvang kan een bedrijf volstaan met een bedrijfsmelding. Onder bedrijfsmeldingen vallen ook bijzondere bedrijfsomstandigheden die zijn voorzien. Deze moeten vooraf worden gemeld. Voor grotere incidenten, die ook gevolgen kunnen hebben buiten het bedrijfsterrein, moet de industrie via het Centraal

Het nieuwe meldingenbeleid is er op gericht de meldingen over kleinere onvoorziene voorvallen administratief af te handelen zonder direct een melding aan de overheid te moeten doen.

Aantal bedrijfs- en incidentenmeldingen

2002

2003

2004

2005

2006

2007

2008

2009

2010

2011

Bedrijfsmeldingen totaal

4.443

4.832

5.142

5.474

5.452

5.472

5.744

5.861

5.216

4.795

Bedrijfsmeldingen onvoorzien

1.055

1.064

801

741

613

545

640

630

618

623

212

212

248

214

218

232

338

330

318

292

86

94

108

73

74

89

140

126

158

140

Grote incidenten

15

25

14

14

22

15

19

13

10

16

Kleine incidenten

111

93

126

127

122

128

179

191

150

136

CIN-oefenmeldingen

-

-

-

-

10

20

66

124

117

133

CIN-meldingen totaal waarvan: Branden

Trend van aantal bedrijfsmeldingen per jaar

6.000 5.000

Aantal

4.000 3.000 2.000 1.000 0 2002

2003

2004

2005

2006

Bedrijfsmeldingen totaal

2007

2008

2009

2010

Bedrijfsmeldingen onvoorzien

- 27 -

2011

Trend van aantal CIN-meldingen naar categorie

400 350

Aantal

300 250 200 150 100 50 0 2002

2003

2004

2005

CIN-meldingen totaal w aarvan:

2006 Branden

CIN-oefenmeldingen Bij de bedrijven die verplicht zijn incidenten via het CINnummer te melden, bestaat behoefte om de procedure voor CIN-meldingen te oefenen. De DCMR meldkamer heeft daarom een speciale CIN-oefenlijn ingesteld. Een bedrijf kan hierop de meldingsprocedure oefenen zonder het operationele CIN-nummer bezet te houden.

9.

2007

2008

2009

Grote incidenten

2010

2011

Kleine incidenten

De DCMR simuleert bij de oefenmelding de echte procedure met de verschillende operationele diensten die aan het CIN deelnemen. Van deze oefenmogelijkheid maken de bedrijven veel gebruik, in 2011 waren er 133 oefeningen.

MEODEX geïntegreerde informatiesysteem voor incidentenbestrijding Daarnaast assisteert het systeem de meldkamer bij het lokaliseren van de (geur)bron door gebruik te maken van diverse informatiebronnen zoals de meldingenregistratie, meteorologische informatie, elektronische neuzen en waarnemingen van experts. Ook zorgt het systeem bij een klachtengolf ervoor dat veel betrokkenen in een korte tijd gerichte informatie ontvangen via SMS. Het Diadem project is in 2011 afgerond. Doordat het systeem ook een geografisch beeld van de informatie vormt, wordt de communicatie tussen meldkamer, chemisch advies, de uitrukdienst en de andere operationele diensten verder geoptimaliseerd in de toekomst.

Project Diadem Bureau lucht, de meldkamer en chemisch advies van de DCMR nemen sinds 2008 deel aan het Europese project Diadem (Distributed Information Acquisition and DecisionMaking for Environmental Management). Doel is om een beslissingsondersteunend systeem te ontwikkelen voor de bestrijding van (milieu)incidenten. Voor de meldkamer betekent dit onder andere ondersteuning bij de verwerking van grote hoeveelheden informatie tijdens klachtengolven en incidenten. Het systeem maakt het ook mogelijk meldingen automatisch te registreren.

- 28 -

10. GRIP gecoördineerde regionale incidentenbestrijdingsprocedure Bij een groot incident kunnen leidinggevenden van operationele diensten besluiten om op te schalen volgens de Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure (GRIP). GRIP vormt de basis voor de operationele en bestuurlijke opschaling tijdens incidenten. De regeling is bindend voor zowel de operationele partners (Politie, Brandweer, DCMR, Geneeskundige Dienst en Havenbedrijf Rotterdam) als alle gemeenten binnen de regio Rotterdam-Rijnmond. De regeling is afgestemd op het Landelijk Referentiekader GRIP. In de GRIP-regeling zijn vier coördinatiealarmen beschreven. Per alarmfase (1 - 4) zijn vervolgens de taken en verschillende crisisstaven nader toegelicht. Tevens is in de GRIP-regeling per fase aangegeven wie welke bevoegdheden op welk niveau heeft en hoe de communicatie richting de burger is geregeld. De 4 GRIP alarmfasen zijn: • GRIP-1: het incident is lokaal van aard en in het Commando Plaats Incident (COPI) werken de operationele diensten gecoördineerd samen. • GRIP-2: Het incident heeft een duidelijke uitstraling naar de omgeving en het gasmeetplan, om het effectgebied in kaart te brengen, kan in werking treden. Het Regionaal Operationeel Team (ROT) geeft leiding aan het COPI en de actiecentra van de operationele diensten en informeert het openbaar bestuur. • GRIP-3: Het incident heeft consequenties voor de bevolking en de Gemeentelijke Veiligheidsstaf komt bijeen onder voorzitterschap van de burgemeester, die bestuurlijk leiding geeft aan de processen. • GRIP-4: De effecten van het incident overschrijden de gemeentegrens. Dit vraagt om afstemming. De Regionale Veiligheidsstaf coördineert de processen van meerdere Gemeentelijke Veiligheidsstaven.

In alle GRIP-fasen ligt de woordvoering formeel bij de politie, de DCMR probeert zoveel mogelijk aangesloten te zijn. In 2011 is 37 keer GRIP ingesteld. Ook bij grotere stroomstoringen stellen de operationele diensten de GRIP-regeling in werking, wegens de grote maatschappelijke effecten en beveiliging van gebouwen en diensten. Meer informatie over de GRIP is beschikbaar op www.veiligheidsregio-rotterdam-rijnmond.nl.

Overzicht GRIP-incidenten

Datum

GRIP

Betrokken gemeente

Beschrijving incident

1

2-1-2011

1

Rotterdam

Grote brand winkelpand, Laan op Zuid

2

5-1-2011

2

Moerdijk

Grote brand chemie, Moerdijk

3

14-1-2011

2

Rotterdam

Dreigende instorting IMAX-theater, Schiedamsedijk

4

14-2-2011

1

Rotterdam

Gaslekkage, Mariniersweg

5

10-3-2011

1

Rotterdam

Brand Jewo metaal, Quebecstraat

6

21-3-2011

1

Rotterdam

Scheepsbrand, Willemskade

7

23-3-2011

1

Schiedam

Gebouw brand, Jozef Oreliosingel

8

23-3-2011

2

Rotterdam

Stroomstoring (zonder Copi), Centrum

9

4-4-2011

1

Rotterdam

Roofoverval, Kiotoweg

10

16-4-2011

1

Rotterdam

Gaslekkage, Gordelpad

- 29 -

Vervolg overzicht GRIP-incidenten

Datum

GRIP

Betrokken gemeente

Beschrijving incident

11

27-4-2011

1

Rotterdam

LPG-lekkage tankstation, Pr. Rooseveltweg

12

11-5-2011

1

Rotterdam

Grote brand Kinderdagverblijf, ‘s-Gravendijkwal

13

14-5-2011

1

Vlaardingen

Grote brand afvalverwerkingsbedrijf Beelen

14

27-5-2011

1

Rotterdam

HV gevaarlijke stof Vondelingenplaat

15

2-6-2011

1

Hoek van Holland

Incident Strandseizoen HVH

16

13-6-2011

1

Hoek van Holland

Grote brand camping HVH, Strandweg

17

24-6-2011

1

Spijkenisse

HV Gaslucht Spijkenisse, Seinestraat

18

25-6-2011

1

Pernis

Gaslucht Pernis, Dokter Wasstraat

19

30-6-2011

2

Rotterdam

Brand Aluchemie, Pernis

20

7-7-2011

1

Spijkenisse

Grote brand woonhuis, Drogendijk

21

14-7-2011

1

Rotterdam

Dreiging omvallen schoorsteen Ferro, Keileweg

22

15-7-2011

2

Lansingerland

Dreiging kadedoorbraak, Noordeindseweg

23

21-7-2011

1

Schiedam

Grote brand voormalige zusterflat, BK-laan

24

27-7-2011

4

Gehele regio

Telefoonstoring KPN

25

8-9-2011

2

Rotterdam

Gasontsnapping Gate Terminal, Azieweg

26

10-9-2011

1

Rotterdam

Scheepsbrand partyboot, Stieltjesstraat

27

27-9-2011

1

Rotterdam

Brand sporthal, Robert Kochplaats

28

6-10-2011

1

Schiedam

Gevaarlijke stof, Joppelaan

29

7-11-2011

1

Rotterdam

Grote brand woonhuis, Heinricksestraat

30

11-11-2011

1

Rotterdam

Brand winkelcentrum, Vierhavenstraat

31

13-11-2011

1

Vlaardingen

Ontruiming na brand in bakkerij, van Baerlestraat

32

30-11-2011

1

Rotterdam

Asbestincident, Fruitlaan

33

9-12-2011

1

Vlaardingen

Brand NEM, Kon. Wilhelminahaven

34

9-12-2011

1

Rotterdam

Wateroverlast, Scheepstimmermanlaan

35

17-12-2011

1

Rotterdam

Gaslucht, Nieuwe Boezemstraat

36

19-12-2011

1

Rotterdam

Blikseminslag Akzo Nobel, Welplaatweg

37

30-12-2011

1

Rotterdam

ZGB ouderenwoningen, Sionstraat

11. Toekomstvisie Rijnmondgebied Ook in de Havenvisie 2030 is de energietransitie nadrukkelijk ingezet ter versterking van de koppositie van het Rijnmondgebied. In een toekomstbestendig Rijnmondgebied wordt energieopwekking op basis van fossiele brandstoffen steeds schoner. Pijlers om deze doelstelling te bereiken zijn onder andere het Rotterdam Climate Initiative, toepassing van LNG (Gate Terminal), opwekking van elektriciteit met biomassa, wind en zon (Maasvlakte 2). Ook de chemie in het Rijnmondgebied kan haar positie versterken door langzaam maar zeker over te schakelen op niet-fossiele grondstoffen.

De afgelopen decennia was de ontwikkeling van het Rijnmondgebied onlosmakelijk verbonden met het havengebied en de industriële complexen. Dat blijft ook in de toekomst zo. De economische, logistieke en technologische ontwikkelingen bieden volop mogelijkheden om ook veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving een verdere impuls te geven. Eén van de belangrijkste uitdagingen voor het Rijnmondgebied in het komend decennium is de energietransitie. Energietransitie is het overstappen van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen zoals zonne- en windenergie.

Ten aanzien van reguleren, toezicht en handhaving van complexe bedrijven bundelen de relevante bevoegde gezagen in het Deltagebied (Zuid-West Nederland) de krachten.

- 30 -

12. Rol DCMR

De directiewacht is met name betrokken bij afhandeling van incidenten en bij het nemen van besluiten en acties met bestuurlijke, financiële of juridische consequenties.

De DCMR is één van de operationele diensten die betrokken zijn bij de bestrijding van incidenten. Daartoe is de DCMR meldkamer 24 uur per dag operationeel om milieu-, bedrijfs- en CIN-meldingen aan te nemen en ter plaatse te onderzoeken en af te handelen.

Daarnaast zijn twee chemisch adviseurs, een communicatieadviseur en het havenpiket 24 uur per dag inzetbaar. De twee chemisch adviseurs adviseren op de plaats van het incident en coördineren het (gas)meetplan om het effectgebied in kaart te brengen. De chemisch adviseur kan tevens adviseren over instelling van een GRIP. Het havenpiket ondersteunt de chemisch adviseurs.

Tijdens GRIP is de dienstdoende directiewacht de operationeel leider van de DCMR. Hij of zij stuurt de interne crisisbeheersingorganisatie operationeel aan voor incidenten binnen de eigen organisatie (CIN) en voor voorvallen waar de DCMR vanuit haar takenpakket bij betrokken is (GRIP). De directiewacht bepaalt welke opschaling binnen de DCMR noodzakelijk is en wie betrokken zijn bij de afhandeling van het incident.

De communicatieadviseur is de DCMR contactpersoon voor de media en verstrekt informatie via de DCMR website www.dcmr.nl, www.rijnmondveilig.nl en via Twitter. Zodra GRIP in werking treedt, is de politie formeel woordvoerder richting de media. Ook tijdens GRIP blijft de DCMR informatie geven via de DCMR website.

Hij of zij vertegenwoordigt de DCMR extern in geval van (multidisciplinaire) opschaling van de hulpdiensten en ziet toe op communicatie naar bestuur, burgers en bedrijven.

- 31 -

Preventie en aanpak 13. Preventie en bestrijding van overlast Bij het verlenen van een milieuvergunning is het uitgangspunt dat een bedrijf veilig en op milieu verantwoorde wijze werkt. De processen moeten zo zijn ontworpen dat er geen onveilige situaties of emissies zijn die tot overlast leiden.

Bedrijven moeten alle incidenten melden en zijn verplicht om maatregelen te treffen om de overlast te stoppen en herhaling te voorkomen. De wetgever heeft dit vastgelegd in hoofdstuk 17 van de Wet milieubeheer.

Voor het onderwerp geur is door de provincie ZuidHolland specifiek beleid opgesteld. Bij iedere relevante vergunningaanvraag toetst de vergunningverlener aan dit beleid en neemt voorschriften op waarin is bepaald hoeveel geuremissie mag plaatsvinden. Incidentele overlast door problemen bij een bedrijf is echter nog mogelijk: ‘waar gehakt wordt, vallen spaanders’.

Om overlast buiten het bedrijf te voorkomen is het standaard om in vergunningen te kiezen voor doelvoorschriften. Bij een doelvoorschrift is het bedrijf vrij om het middel te kiezen om het voorgeschreven doel (het voorkomen van overlast) te bereiken. Komt stank, stof of geluid structureel voor bij een bedrijf, dan scherpt de DCMR namens het bevoegd gezag de vergunning aan en moet het bedrijf aanvullende voorzieningen treffen om deze overlast alsnog weg te nemen.

14. Waarschuwingscode Code 3: Bedrijven zijn verplicht tot verdere beperking van hun emissies. Code 4: De DCMR adviseert de Commissaris van de Koningin om, gezien de ernst van de situatie, verdergaande maatregelen te laten treffen. Code 5: De DCMR trekt alle voorgaande maatregelen in, omdat er geen bijzondere omstandigheden meer zijn.

Door bijzondere weersomstandigheden kan de verspreiding van stoffen in de lucht minder zijn dan normaal. Door een lage windsnelheid in combinatie met een hoge vochtigheid of temperatuur, blijft de verontreiniging in het gebied hangen en kan overlast ontstaan. De DCMR kan in zo’n situatie voor de industrie een waarschuwingscode afkondigen. Op dit moment bestaat het systeem uit vijf waarschuwingscodes: Code 1: Is een voorwaarschuwing. De bedrijven die daarover voorschriften in hun vergunning hebben, zijn verplicht om informatie over actuele emissies en verladingen van stankstoffen door te geven aan de meldkamer van de DCMR. Ook moeten zij extra alert zijn bij werkzaamheden die stank kunnen veroorzaken. Code 2: Bedrijven moeten hun emissies beperken of mogen bepaalde activiteiten niet meer uitvoeren.

De DCMR kan een code uitgeven voor het hele Rijnmondgebied, maar ook alleen voor het oostelijk of het westelijk deel van het gebied. In 2011 is in totaal drie keer een code voor het gehele gebied afgegeven. De DCMR ontwikkelt voor 2012 een nieuw vereenvoudigd codesysteem, dat de administratieve last bij bedrijven vermindert, maar wel als daadkrachtig instrument de bevolking blijft informeren en indien nodig de bedrijven verplicht om maatregelen te treffen.

Overzicht code-perioden

Periode 1 2 3

Datum

Tijd

Aard

Code

Gebied

Meldingen

22-3-2011

18.00 u

Stank

1

Geheel

51

25-3-2011

16.00 u

5

Geheel

1-10-2011

16.00 u

Stank

1

Geheel

3-10-2011

14.00 u

5

Geheel

20-11-2011

16.00 u

Stank

1

Geheel

24-11-2011

10.30 u

5

Geheel

- 33 -

56 47

15. Elektronische neuzen in het Rijnmondgebied Het intensiveren van de samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam kan op termijn leiden tot mobiele E-noses in de radarposten langs de rivier, en op hun vaar- en voertuigen. Uiteindelijk is het doel om een ‘early warning systeem’ op te zetten met E-noses verspreid in het Rijnmondgebied.

De elektronische neuzen (E-noses) kunnen bijdragen om vroegtijdig de bron van stankoverlast vast te stellen. Ze zijn opgesteld rond het industriecomplex. De E-nose is een compact meetapparaat en signaleert met kleine sensoren veranderingen in de luchtsamenstelling. Ze worden ook mobiel ingezet op de voertuigen van de meldkamer en chemisch advies. Ook alle meetploegen van de brandweer zijn uitgerust met een mobiele E-nose.

- 34 -

16. LIOGS Landelijk Informatiepunt Ongevallen Gevaarlijke Stoffen Ervaren chemisch adviseurs van het LIOGS geven advies en stellen de scenario’s op die zich kunnen voordoen bij die ongevallen. In 2011 zijn in totaal 50 verzoeken om informatie binnengekomen.

Het LIOGS is het landelijk operationeel adviescentrum voor incidenten met gevaarlijke stoffen ondergebracht bij de DCMR. Dit landelijk informatiepunt is voor alle specialisten van de brandweer, politie, GGD, kustwacht, defensie, gemeenten en wegbeheerders om informatie over gevaarlijke stoffen op te vragen.

17.

Meldingenloket voor andere milieudiensten Provincie Zuid-Holland en OZHZ Op 1 januari 2011 is naast de DCMR ook de milieudienst Zuid-Holland Zuid overgegaan in een omgevingsdienst. Als OZHZ voeren zij nu ook provinciale taken uit. In 2012 zullen naar verwachting alle omgevingsdiensten in ZuidHolland zijn opgericht en alle meldingen voor de provincie Zuid-Holland aannemen. In 2011 zijn door de DCMR meldkamer nog 734 meldingen namens de Provincie ZuidHolland behandeld.

Midden-Holland en West-Holland De DCMR is ook het meldingenloket voor meldingen die buiten kantooruren binnenkomen bij de Milieudienst Midden-Holland (Gouda en omstreken) en West Holland (Leiden en omstreken). Als een telefonische afhandeling van de melding niet mogelijk is, geeft de medewerker van de meldkamer de melding direct door aan de dienstdoende toezichthouder. In totaal zijn er 301 meldingen namens de Milieudienst Midden-Holland aangenomen en 126 meldingen voor de Milieudienst West-Holland. In 2010 namen we voor de Milieudienst Midden-Holland 573 meldingen aan, voor de milieudienst West-Holland is de DCMR meldkamer in 2011 gestart.

18.

Eén telefoonnummer voor milieumeldingen in Zuid-Holland De 24-uurs bereikbaarheid is hiermee uniform en voor alle diensten gegarandeerd, omdat buiten kantoortijden het nieuwe telefoonnummer automatisch doorschakelt naar de meldkamer van de DCMR. Voor het afhandelen van de meldingen en bedrijfsmeldingen blijven de diensten en de provincie zelf verantwoordelijk. Gezien het groot aantal meldingen binnen de regio Rijnmond, blijft voor het indienen van bedrijfsmeldingen het bestaande telefoonnummer van kracht. Het Centraal Incidentennummer wijzigt ook niet.

Vanaf 1 januari 2012 is in de provincie Zuid-Holland een centrale milieutelefoon beschikbaar voor het indienen van meldingen op het gebied van milieu. Hiervoor is het nummer 0888 333 555 ingericht. Een systeem achter dit telefoonnummer verbindt de beller op basis van zijn postcode automatisch door naar de juiste dienst.

- 35 -

Bijlage 1 - Voorvallen per gebied

EILANDEN - Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis, Spijkenisse en Westvoorne Eetcafé Het Hoeckie V.O.F, Hellevoetsluis Het eetcafé is gelegen onder woningen in een winkelcentrum. Vanwege geluidoverlast heeft de DCMR het bedrijf voorgeschreven om een geluidbegrenzer te installeren. Ondanks de geluidbegrenzer zijn in 2011 nog 16 geluidmeldingen bij de DCMR gemeld. De overlast gaat voornamelijk over bastonen en stemgeluid. De hinder komt incidenteel voor en is daardoor lastig te constateren. De DCMR blijft controles uitvoeren tot een definitieve oplossing is gevonden.

Muzieklawaai De Lumey, Brielle In de periode van 16 december 2010 tot 18 augustus 2011 ontving de meldkamer 15 meldingen over geluidoverlast. De geluidoverlast is voornamelijk veroorzaakt door openstaande (nood)deuren. Door de DCMR is een onderzoek ingesteld. De deur aan de achterzijde van het bedrijf betrof een nooddeur, die volgens de eigenaar het publiek regelmatig opende. Er is een lamp aangebracht die gaat branden zodra de deur opengaat. De eigenaar kan nu sneller actie ondernemen als de deur openstaat. Sindsdien zijn er geen meldingen meer over geluidoverlast aan de achterzijde van de inrichting. Aan de voorzijde van de inrichting is een deursluis aangebracht, om geluidoverlast te voorkomen en zijn de deurdrangers vervangen, waardoor de deuren nu wel automatisch sluiten. De afgelopen drie maanden zijn geen geluidsmeldingen meer binnen gekomen over dit bedrijf.

Overig Aardappelverwerkingsbedrijf Farm Frites, Oudenhoorn (Bernisse) In 2011 veroorzaakte Farm Frites 57 stank- en 17 lawaaimeldingen. Om de stankoverlast te verminderen krijgt het bedrijf een nieuwe zuiveringsinstallatie en een gesloten silo voor afvalsnippers. Inmiddels is ook een nieuwe stoomschiller geïnstalleerd. In de loop van het jaar krijgt het bedrijf een complete revisievergunning. Om de stankoverlast te monitoren installeert de DCMR samen met Farm Frites een netwerk van elektronische neuzen.

- 37 -

C1000, Spijkenisse De supermarkt is in 2010 geopend en heeft een parkeerdek op een afstand van 9 meter van woningen. In 2011 ontving de meldkamer 19 meldingen van diverse aard. In juni heeft de DCMR via een geluidmeting een overschrijding van de geluidnormen vastgesteld. Deze overschrijding is veroorzaakt door de koelinstallatie. In juli is door de C1000 een

pakket aan tijdelijke maatregelen genomen om te voldoen aan de geluidvoorschriften. In augustus 2011 heeft een nieuwe eigenaar de locatie overgenomen. De nieuwe eigenaar is verzocht een correct akoestisch onderzoek uit te voeren inclusief permanente maatregelen om te voldoen aan de geluidvoorschriften.

Aantal meldingen per gemeente per aard overlast in 2011 en 2011

Eilanden

2010

Bernisse Brielle

2011

lawaai

stank

overig

totaal

lawaai

stank

overig

totaal

33

50

11

94

100

48

13

161

72

162

12

246

65

369

13

447

Hellevoetsluis

299

126

12

437

159

162

14

335

Spijkenisse

347

218

39

604

409

188

47

644

Westvoorne

190

210

42

442

133

259

22

414

Aantal meldingen per 1.000 inwoners per gemeente in 2010 en 2011

12,9

Bernisse

28,4

Brielle 8,4

Hellevoetsluis

8,9

Spijkenisse

29,5

Westvoorne 0

5

10

15

2010

20

25 2011

- 38 -

30

35

RIJNMOND NOORD - Lansingerland, Maassluis, Schiedam en Vlaardingen Bas van der Heijden, Schiedam In 2011 zijn over het bedrijf 54 meldingen binnengekomen. De meldingen hebben betrekking op geluidoverlast veroorzaakt door het rijden met winkelwagens. Om de overlast zoveel mogelijk te beperken zijn aan het bedrijf voorschriften opgelegd. Naar aanleiding van deze meldingen is het bedrijf in totaal negentien maal bezocht. Tijdens diverse controles is drie maal geconstateerd dat het bedrijf de voorschriften niet naleefde. Het bedrijf is hiervan op de hoogte gesteld en heeft diverse maatregelen getroffen om de overlast te voorkomen.

Muzieklawaai Café het Maantje, Schiedam Café het Maantje is medio 2010 overgenomen door een nieuwe eigenaresse. In 2011 kwamen 10 meldingen over geluidsoverlast over café het Maantje binnen bij de meldkamer. In mei 2011 is tijdens de meetronde een overschrijding van de geluidsnorm gemeten. Naar aanleiding van deze meting is proces verbaal opgemaakt en is een dwangsom opgelegd. De eigenaresse van het café is verzocht een akoestisch onderzoek in te dienen. Dit akoestisch onderzoek moet dienen als basis voor het opleggen van voorschriften zoals een geluidsbegrenzer op de geluidsinstallatie en gedragsvoorschriften zoals het gesloten houden van deuren en ramen. Het akoestisch onderzoek is nog niet ontvangen. De gemeente Schiedam heeft inmiddels een dwangsom opgelegd. Na het opleggen van de eerste dwangsom zijn bijna geen meldingen meer binnengekomen.

Huisman Equipment, Schiedam De DCMR heeft in 2011 in totaal 150 meldingen ontvangen over (voornamelijk) geluidoverlast. Het bedrijf is begin augustus 2011 begonnen met de bouw van een nieuwe productiehal. In deze periode meerde ook het schip de ‘Noble Globetrotter’ af voor de kade van het bedrijf. De (tijdelijke) compressoren aan dek van het schip waren de bron van de overlast. In samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam is ervoor gezorgd dat de compressoren van boord zijn gehaald. Ook is het schip verplaatst zodat het verder van de bebouwing kwam te liggen. Eind september is geconstateerd dat het geluid van de scheepsmotor (nodig voor de energievoorziening aan boord) onvoldoende werd gedempt. Mogelijk ligt een constructiefout hier aan ten grondslag. Door allerlei technische problemen waren tijdelijke oplossingen op korte termijn niet voorhanden. Op verzoek van de gemeente Schiedam stond de DCMR de gemeente bij in de behandeling van de meldingen, veroorzaakt door de bouwactiviteiten aan de nieuwe productiehal. Met name het hamerende geluid op de metalen constructie zorgde voor veel overlast. Naar verwachting is de hal eind 2011 gereed. Wat betreft de overlast veroorzaakt door het afgemeerde schip is door het Havenbedrijf Rotterdam, de gemeente Schiedam en de DCMR nauw samengewerkt om vooral overlast in de toekomst te voorkomen. Het bedrijf heeft op 19 december een informatiebijeenkomst voor de bewoners gehouden. De Noble Globetrotter heeft de Wiltonhaven op 30 december verlaten.

Eetcafé Jofel, Bleiswijk Over dit café zijn in 2011 in totaal 37 meldingen over geluidsoverlast ontvangen. In 2010 was tijdens een geluidmeting al een overschrijding van de geluidsnormen vastgesteld. In de nacht van 15 op 16 april 2011 is tijdens een geluidmeting weer een overschrijding vastgesteld. De gemeente is geadviseerd een dwangsom op te leggen. Sinds het opleggen van deze dwangsom (per 18 augustus) is tijdens de meetrondes geen overlast meer geconstateerd. Overige Balkon Maassluis, Maassluis Eind 2010 kwamen 22 meldingen uit Maassluis binnen over een fluittoon. De fluittoon was te horen bij een zuidwestenwind. In dezelfde periode dat de eerste meldingen binnenkwamen, is ook de nieuwbouw afgerond van Basisschool Het Balkon aan de Jacob van Heemskercklaan 68 te Maassluis. De melders gingen er van uit dat deze nieuwbouw de meldingen veroorzaakte. De bouwinspecteur van de basisschool heeft onderzoek uitgevoerd naar de herkomst van de fluittoon. De fluittoon was niet van de basisschool afkomstig. Op 4, 5 en17 februari 2011 kwamern weer veel meldingen binnen over een fluittoon. Een medewerker van de meldkamer onderzocht tijdens de klachtengolf de herkomst van de toon. Hij constateerde dat niet de basisschool, maar de balkonnen van de naastgelegen woningen de fluittoon veroorzaakten. De bouwinspecteur van Maasdelta heeft vervolgens een onderzoek ingesteld en geconstateerd dat de regenpijpen van deze woningen deze fluittoon produceerden. De regenpijpen zijn aan de bovenkant dicht gemaakt. Er zijn geen meldingen meer binnengekomen.

Stichting de Noletmolen, Schiedam Over de molen zijn in 2011 in totaal 20 meldingen ingediend. De meldingen hebben betrekking op geluidoverlast veroorzaakt door het draaien van de turbine. Tijdens diverse uitgevoerde controles is door de DCMR geen overlast vastgesteld. Beelen Rotterdam B.V., Vlaardingen Door een grote brand bij het bedrijf Beelen zijn 84 stankmeldingen binnengekomen uit een groot deel van het Rijnmondgebied.

- 39 -

Romij Nederland BV, Vlaardingen Op 17 juni 2011 heeft firma Romij Nederland BV een stankgolf veroorzaakt waarbij 27 meldingen bij de meldkamer binnenkwamen. Romij is een bedrijf dat via een veresteringproces vetten en vetzuren bewerkt. Tijdens dit incident zijn grondstoffen in het proces gebruikt die zo’n grote hoeveelheid geur produceerden, dat de filtercapaciteit te laag was. In de omgeving is deze geur omschreven als een verbrandingsof rottingslucht. Het bedrijf past het productieproces aan om te zorgen dat het geen hinderlijke geur meer uitstoot. Het bedrijf voert testen uit te om te onderzoeken of de genomen maatregelen voldoende zijn. Deze testen zijn ook noodzakelijk voor het uitvoeren van het geurverspreidingsonderzoek, dat noodzakelijk is voor het verkrijgen van de vergunning. Voor het uitvoeren van deze testen is goedkeuring van de DCMR noodzakelijk. Romij Nederland BV is voor deze activiteiten niet in het bezit van de juiste vergunningen. De gemeente Vlaardingen heeft hiervoor een dwangsom opgelegd. De DCMR controleert regelmatig of het bedrijf de eisen uit die dwangsom naleeft.

De brand heeft 2 loodsen nagenoeg geheel verwoest. De penetrante lucht die is geroken is zeer waarschijnlijk toe te wijzen aan de verbrande transportbanden. De loodsen van het bedrijf zijn herbouwd. De meldingen over stof zijn onderzocht en het bedrijf heeft maatregelen genomen om stofoverlast te voorkomen. Zo houdt het bedrijf het terrein nat door met een waterwagen de opslagen te besproeien. Het bedrijf heeft een brief ontvangen om de muur rondom de opslag te verhogen naar 5 meter. In totaal zijn 98 overlastmeldingen over het bedrijf geregistreerd. DFDS Seaways, Vlaardingen In 2011 heeft de DCMR 15 meldingen ontvangen over geluidoverlast. De oorzaak van de meldingen is niet achterhaald. Door het verlengen van het geluidscherm is het aantal geluidmeldingen aanzienlijk gedaald. Nederlandse Erts- en Mineraalbewerking (NEM), Vlaardingen De DCMR heeft dit jaar 16 meldingen ontvangen over lawaai- en trillingshinder. Na het uitvoeren van geluidmetingen door de DCMR is geconstateerd dat het geluid afkomstig was van de (nieuwe) breek- en zeefinstallatie. Het bedrijf doet onderzoek naar maatregelen om de overlast te kunnen beëindigen. Aantal meldingen per gemeente per aard overlast in 2011 en 2011

Rijnmond Noord

2010 lawaai

Lansingerland

2011

stank

overig

totaal

lawaai

stank

overig

totaal

2.813

77

28

2.918

3.488

49

26

3.563

Maassluis

162

612

17

791

176

853

34

1.063

Schiedam

924

279

60

1.263

1.008

178

50

1.236

Vlaardingen

703

543

57

1.303

605

502

77

1.184


67,8

Lansingerland 33,6

Maassluis Schiedam

16,4

Vlaardingen

16,8 0

10

20

30

2010

40

50

60 2011

- 40 -

70

80

RIJNMOND ZUIDOOST - Albrandswaard, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Ridderkerk café in augustus 2011 weer overgenomen en is de naam gewijzigd in Café Simpel. Sinds deze overname zijn geen meldingen meer ontvangen.

Muzieklawaai Café ’t Schaapje, Barendrecht In 2011 zijn 20 geluidmeldingen over café ’t Schaapje bij de DCMR gemeld. Toezichthouders voerden diverse controles uit en constateerden daarbij dat het bedrijf de geluidsnorm van het Activiteitenbesluit heeft overschreden. Vervolgens is een akoestisch onderzoek uitgevoerd en zijn extra voorschriften opgelegd. Het bedrijf moet nu een geluidbegrenzer laten plaatsen.

Tennispark Het Hooghe Water B.V., Capelle aan den IJssel In 2011 zijn 9 meldingen ontvangen over geluidoverlast die veroorzaakt is door activiteiten op het tennispark. Tot dusver is tijdens de meetronden geen muziekgeluid van het tennispark waargenomen. Café ‘t Anker, Krimpen aan den IJssel In 2011 ontving de DCMR 8 meldingen over geluidsoverlast ten gevolge van harde muziek afkomstig uit dit café. In één geval had het bedrijf bij de gemeente een ontheffing voor een incidentele festiviteit aangevraagd. Tijdens meerdere meetrondes zijn metingen uitgevoerd. Hierbij zijn geen overschrijdingen van de geldende geluidnormen geconstateerd.

Lounge Bar The Red, Barendrecht In de periode van februari tot en met november 2011 kwamen 46 meldingen bij de meldkamer binnen over geluidsoverlast van Lounge Bar The Red. De oorzaak van de geluidsoverlast is muziek- en stemgeluid. De meldingen over verstoring van de openbare orde zijn aan de politie doorgegeven. Tijdens de geluidmeetronde van vrijdag 29 juli 2011 hebben toezichthouders van de DCMR vastgesteld dat de deur van de bar openstond en hierdoor de muziek hoorbaar was op de openbare weg. Hierop is een dwangsom opgelegd voor het indienen van een plattegrondtekening en een akoestisch rapport. Met het akoestisch rapport moet het bedrijf aantonen welke maatregelen zij gaan treffen om te voldoen aan de geluidnormen. Het akoestisch rapport is tot op heden niet ingediend. Op 6 oktober 2011 is de gemeente Barendrecht geadviseerd de dwangsom te innen. Het bedrijf probeert nu incidentele ontheffing van de geluidnormen van het Activiteitenbesluit te krijgen.

Het Wapen van Rhoon, Rhoon In 2011 zijn 13 geluidmeldingen over Het Wapen van Rhoon bij de DCMR gemeld. Naast het geluid van dreunende bassen is er overlast van stemgeluid van bezoekers. Medewerkers van de DCMR hebben diverse keren controles uitgevoerd, maar hebben tot nu toe de exacte oorzaak niet vast kunnen stellen. Bardot, Ridderkerk Bardot is een horecalocatie die regelmatig geluidmeldingen veroorzaakt. In 2011 zijn 12 meldingen binnengekomen. Een deel van deze meldingen zijn ingediend op dagen dat Bardot een gemeentelijke ontheffing van de geluidnormen had aangevraagd. Met zo’n ontheffing mag het bedrijf meer geluid maken. Door de gemeente is kortgeleden een mediationtraject gestart, met als doel de bewoners en ondernemer nader tot elkaar te brengen. De DCMR heeft diverse keren deze locatie bezocht in het weekend, maar er is nooit een overschrijding van de geluidnormen geconstateerd. De locatie blijft onder de aandacht van de DCMR. De toezichthouder zal regelmatig controles uitvoeren.

Café de Keizer, Capelle aan den IJssel In 2011 ontving de DCMR 17 meldingen over geluidsoverlast als gevolg van mechanische muziek en/of stemlawaai afkomstig van dit café. Tijdens meerdere meetrondes is de overlast niet vastgesteld. Nunu Mahua, Capelle aan den IJssel In 2011 ontving de DCMR 44 meldingen over geluidsoverlast, afkomstig van muziek- en stemlawaai. In een enkel geval had het bedrijf een incidentele festiviteit bij de gemeente aangevraagd. De inrichting is diverse malen tijdens meetrondes bezocht. Tijdens deze bezoeken zijn geluidsmetingen uitgevoerd, maar hierbij zijn geen overschrijdingen van de geldende geluidsnormen vastgesteld.

Dance Plaza, Ridderkerk Dance Plaza, voorheen Danscentrum Ridderkerk, is een dansschool voor danslessen en dans-gerelateerde avonden. In 2011 zijn 32 geluidmeldingen binnen gekomen. Het bedrijf heeft diverse maatregelen getroffen om te voldoen aan de geluidvoorschriften, zoals bijvoorbeeld een geluidbegrenzer op de muziekinstallatie. De DCMR bezocht deze locatie diverse keren in het weekend, maar er is nooit een overschrijding van de geluidnormen geconstateerd. De locatie blijft onder de aandacht en de DCMR zal regelmatig controles uitvoeren.

Café Simpel (voorheen Grandcafé Picasso), Capelle aan den IJssel Dit café is tweemaal van eigenaar verwisseld. Tot maart 2010 was het bedrijf bekend onder de naam Café Caatje en veroorzaakte toen regelmatig geluidsoverlast. Vanaf november 2010 zijn de activiteiten voortgezet onder de naam Grandcafé Picasso. In 2011 zijn over Grandcafé Picasso 5 geluidmeldingen ontvangen. Inmiddels is het

- 41 -

opgemaakt. De Provincie Zuid-Holland heeft een dwangsom opgelegd. Om meldingen in de toekomst te voorkomen huurt het bedrijf een noodstroomaggregaat in. Dit wordt ingeschakeld zodra een schip voor de wal komt dat meer vermogen vraagt dan de walstroomaansluiting kan leveren. Tijdens een nieuwe geluidmeting van 30 september 2011 is geen overschrijding vastgesteld.

Overig Bas van der Heijden Supermarkten B.V. en Klootwijk De Beste Bakker, Barendrecht In 2011 kwamen 18 meldingen bij de meldkamer binnen over geluidsoverlast van Bas van der Heijden Supermarkten B.V. en Klootwijk De Beste Bakker. De bakker is gevestigd in de supermarkt. Het bevoorraden van de winkels voor 07:00 uur ’s ochtends veroorzaakt de overlast. Vanaf 07:00 uur is het bevoorraden van de winkels vrijgesteld van de geluidnormen. De DCMR heeft via gesprekken en aanschrijvingen de supermarkt en de bakker gewezen op de regelgeving omtrent de bevoorrading. Beide bedrijven hebben hierop de aflevertijden aangepast waarmee zij nu voldoen aan de geluidvoorschriften. Het laden en lossen vindt nu plaats na 07:00 uur.

EMK-terrein, Krimpen aan den IJssel Op 25 februari, 22 maart en 15 april 2011 ontving de DCMR meldingen dat er water weglekte bij de zuiveringinstallatie op het EMK-terrein. De DCMR heeft hierop contact opgenomen met het onderhoudsbedrijf (A&G Techniek). Er was sprake van een defecte pomp en een kapotte leiding. De problemen zijn verholpen. Inmiddels is op het buitendijkse terrein een nieuwe zuiveringsinstallatie aan het testdraaien. Deze vervangt binnenkort de oude installatie.

Grondbank IJsselmonde, Barendrecht In 2011 zijn 38 meldingen bij de meldkamer ingediend over de Grondbank Rotterdam, waarvan 29 over geluid en 9 over stof. De stofoverlast is besproken met melders en het bedrijf. Het bedrijf geeft aan te sproeien en een medewerker van de DCMR heeft dit vastgesteld. De stof- en geluidoverlast zijn aandachtspunten bij de controles van de DCMR. Om de geluidoverlast vast te stellen zal bureau geluid van de DCMR een geluidmeting uitvoeren. Bij het overschrijden van de geluidvoorschriften ontvangt het bedrijf een brief om maatregelen te nemen.

J. Termeer, Poortugaal In 2011 zijn 21 meldingen over de bedrijfsvoering van dit bedrijf bij de DCMR gemeld. De overlast betreft geluid en trillingen, veroorzaakt door het verrichten van werkzaamheden met een hydraulische kraan. Het bedrijf geeft al jaren overlast bij twee naastgelegen buren. De overlast is nog nooit door medewerkers van de DCMR vastgesteld. Laden en lossen in de dagperiode is uitgezonderd voor de geluidnormen in het Activiteitenbesluit. De meldingen over geluid overdag zijn daardoor waarschijnlijk ongegrond. De melder is hiervan op de hoogte gesteld, maar blijft zijn overlast melden. Er is in het verleden een trillingsonderzoek uitgevoerd waarbij eveneens geen overlast is geconstateerd.

Palletbedrijf J. Staat B.V., Barendrecht In 2011 zijn 15 overlastmeldingen van het palletbedrijf J. Staat B.V. bij de DCMR gemeld. Het bedrijf koopt, recycled en verkoopt gebruikte pallets. De meldingen gaan over geluidsoverlast en de onveilige situaties op de dijk veroorzaakt door vrachtwagens. Het laden en lossen van de vrachtwagens begint om 04:00 uur in de ochtend. Door het bedrijf is een concept akoestisch rapport ingediend, waarin staat dat het bedrijf niet voldoet aan de geluidnormen van het Activiteitenbesluit in de nachtperiode (23:00-07:00). Het bedrijf mag niet voor 07:00 uur laden en lossen. De ondernemer heeft zijn bedrijfsvoering aangepast en is in overleg met de melder aan het zoeken naar een oplossing voor de overige overlast. Een mogelijke oplossing is het in gebruik nemen van een andere in- en uitrit. Hiervoor ligt een verzoek bij de gemeente.

Albert Heijn J. Mahu, Rhoon In 2011 zijn 22 meldingen van geluidoverlast en een verzoek tot handhaving over deze supermarkt ingediend bij de DCMR. Het in de ochtend laden en lossen van goederen bij de supermarkt veroorzaakte deze overlast. In augustus voerde de DCMR een geluidmeting uit, waarbij geen overschrijding van de geluidsnormen is geconstateerd. De DCMR heeft het college van burgemeester en wethouders geadviseerd om het eerder ingediende handhavingsverzoek af te wijzen. Eind september is een parkeerdek en de expeditieruimte (waar men laadt en lost) achter het bedrijf in gebruik genomen. De DCMR heeft half september het bedrijf verplicht een akoestisch onderzoek in te dienen om aan te tonen dat het bedrijf voldoet aan de geluidnormen uit het Activiteitenbesluit. De Albert Heijn heeft een akoestisch onderzoek ingediend waarin tijdelijke maatregelen zijn beschreven ter voorkoming van overlast. Hierop zijn twee verzoeken tot handhaving door omwonenden ingediend, die aangeven dat de feitelijke situatie niet overeenkomt met het akoestische onderzoek. Medewerkers van de DCMR hebben eind oktober 2011 tweemaal een geluidmeting proberen uit te voeren. Beide keren vonden echter geen activiteiten voor 07:00 uur

Machinefabriek G. Olthof N.V., Capelle aan den IJssel Machinefabbriek G. Olthof N.V. is een scheepsreparatiebedrijf. In het afgelopen jaar zijn 19 meldingen over geluidsoverlast binnengekomen bij de meldkamer. De generatoren en ventilatoren van de voor de kant liggende schepen veroorzaken de overlast. De generatoren staan aan voor het opwekken van stroom voor werkzaamheden aan de schepen. Op 13 mei 2011 is een geluidmeting uitgevoerd waarbij een overschrijding van de geluidsnormen uit de milieuvergunning is vastgesteld. Daarvoor is proces verbaal - 42 -

uitvoerden, is de overlast niet geconstateerd. In overleg met de gemeente is besloten om een continue geluidmeting uit te voeren om de overlast zo te registreren.

’s morgens plaats (zoals laden en lossen), waardoor het bedrijf voldoet aan de geluidnormen uit het Activiteitenbesluit. De Albert Heijn dient in december 2011 een akoestisch onderzoek in waarin de definitieve maatregelen staan beschreven om aan de geluidnormen te voldoen. De DCMR ziet toe op het uitvoeren van deze maatregelen.

Van Gelder Beheer B.V., Ridderkerk In 2011 zijn 355 geluidmeldingen over het bedrijf Van Gelder Beheer B.V. bij de DCMR gemeld. De oorzaak van de meldingen is de krattenwasserij. Het bedrijf moet een melding Activiteitenbesluit doen en een aanvullend akoestisch onderzoek inleveren. Een eerder ingediend akoestisch rapport toont al aan dat het bedrijf de geluidsnorm overschrijdt op basis van de beschikbare geluidsruimte voor de kavels. Het bedrijf zal aanpassingen aan de installatie moeten doen op last van de DCMR.

Hovetra B.V., Rhoon In 2011 zijn 20 geluidmeldingen over de bedrijfsvoering van dit bedrijf bij de DCMR gemeld. De overlast ontstaat door het in de vroege ochtend verplaatsen van containers. Ondanks controles, direct na het melden van de melding, is de melding niet door de DCMR geconstateerd. De gemeente gaat met de melder in gesprek. Ook gaat de DCMR een continue geluidmeting uitvoeren, om de overlast te kunnen registreren.

Bakker Beheer Barendrecht B.V., Ridderkerk In 2011 zijn 38 geluidmeldingen over het bedrijf Bakker Beheer Barendrecht B.V. bij de DCMR gemeld. De bedrijfsvoering van het bedrijf, zoals het geluid van diesel aangedreven koelingen, is de oorzaak van de meldingen. Het bedrijf moet een melding doen en een akoestisch onderzoek aanleveren. De DCMR voert regelmatig controles uit in het weekend en is een handhavingtraject opgestart.

MM Impex Heavy Machinery & Equipment, Rhoon In 2011 zijn 39 geluidmeldingen over de bedrijfsvoering van dit bedrijf bij de DCMR gemeld. De overlast wordt veroorzaakt door het verplaatsen van metalen scheppen en ander materieel van landbouwvoertuigen. Ondanks dat medewerkers van de DCMR diverse controles

Aantal meldingen per gemeente per aard overlast in 2011 en 2011

Rijnmond Zuidoost

2010 totaal

lawaai

stank

overig

totaal

70

11

199

174

59

25

258

84

12

281

244

88

42

374

206

24

18

248

149

36

11

196

59

19

5

83

52

42

17

111

219

61

13

293

624

49

37

710

stank

Albrandswaard

118

Barendrecht

185

Capelle aan den IJssel Krimpen aan den IJssel Ridderkerk

2011 overig

lawaai


10,7

Albrandsw aard 8,1

Barendrecht 3

Capelle a/d IJssel

3,9

Krim pen a/d IJssel

15,9

Ridderkerk 0

2

4 2010

6

- 43 -

8

10

12

14 2011

16

18

GROOT ROTTERDAM - Rotterdam, Hoek van Holland, Hoogvliet, Pernis en Rozenburg KL-Dance, Vereniging KL-Kenpo, Centrum Vanwege 66 geluidsmeldingen en diverse waarnemingen door toezichthouders van de DCMR is geconstateerd dat KL-Dance meer muziekgeluid produceert dan achtergrondmuziek. Daarom heeft de DCMR een akoestisch onderzoek geëist om het maximaal toelaatbare geluidsniveau te kunnen vastleggen in voorschriften. Voor het niet indienen van het akoestisch onderzoek is een dwangsom opgelegd. Inmiddels is het akoestisch onderzoek ingediend en loopt de procedure voor het opleggen van de voorschriften. KL-Dance moet een begrenzer op de geluidsinstallatie plaatsen, om het maximale toelaatbare geluidsniveau te reguleren.

Muzieklawaai Italiaans Restaurant Bewefa, Centrum In 2011 ontving de DCMR meldkamer 75 meldingen over geluidoverlast door livemuziek bij restaurant Bewefa. Op advies van de DCMR heeft het bedrijf een akoestisch onderzoek laten uitvoeren. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat in het restaurant in de nachtperiode maximaal 92 dB(A) aan muziekgeluid mag produceren. Livemuziek heeft meestal een geluidsniveau boven de 92 dB(A). De DCMR heeft de gemeente geadviseerd om voorschriften aan het bedrijf op te leggen, om het maximaal toelaatbare geluidniveau te borgen. Ondanks de adviezen van de DCMR bleven de muziekmeldingen binnenkomen. In november zijn door de DCMR geluidmetingen verricht. Hierbij is een overschrijding van de geluidsgrenswaarde gemeten. De DCMR maakt hiervoor proces-verbaal op en stelt voorschriften op. De deelgemeente zal aan het bedrijf een dwangsom opleggen, om overlast in de toekomst te voorkomen.

Mozaik, Centrum In 2011 ontving de DCMR 35 meldingen over lawaaioverlast. Vanwege de meldingen heeft de DCMR een brief aan de eigenaar van het bedrijf gestuurd. In deze brief is aangegeven dat omwonenden geluidsoverlast ervaren. Een akoestisch onderzoek moet uitwijzen of Mozaik kan voldoen aan de geluidsnormen. In januari 2011 heeft de DCMR geluidsmetingen verricht. Hierbij is een overschrijding van de geluidsgrenswaarde gemeten. Er is proces verbaal opgemaakt en de deelgemeente heeft een dwangsom opgelegd. De eigenaar heeft vervolgens een akoestisch onderzoek laten verrichten en de adviezen uit dit onderzoek opgevolgd. Ondanks het opvolgen van deze adviezen bleef een omwonende nog steeds overlast ondervinden. Door de DCMR is mediation aangeboden, zodat omwonende en de eigenaar van het restaurant gezamenlijk tot een oplossing van de overlast kunnen komen. Incidenteel komen er nog meldingen van overlast bij de DCMR binnen. De DCMR zal het bedrijf weer opnemen in een meetronde.

Café Beurs, Centrum Begin 2011 kwamen bij de DCMR 38 geluidmeldingen binnen van deze nieuwe horecagelegenheid aan de Kruiskade. Het bedrijf had muziekboxen aan de buitengevel opgehangen. Door tussenkomst van de DCMR zijn de boxen van de gevel verwijderd. Daarna bleven de geluidmeldingen aanhouden. De oorzaak van de geluidmeldingen ligt aan ‘het gedrag’ van de ondernemer. Met regelmaat laat de ondernemer de toegangsdeuren tot het café open staan, wat overlast veroorzaakt bij de direct omwonenden. Op basis van enkele constateringen door toezichthouders van de DCMR is de eigenaar verplicht gesteld om ramen en deuren tijdens exploitatie gesloten te houden.

Eetcafé La Mamounia (voorheen Lusten), Centrum Wegens een geconstateerde overschrijding van de geluidsnorm in 2006 was voor dit bedrijf een dwangsom van kracht. In 2007 is de dwangsom eenmaal geïnd. Eind 2010 is weer een overtreding van dit feit geconstateerd, waarna de deelgemeente het dwangsombedrag opnieuw heeft geïnd. Daarnaast is door de DCMR proces verbaal opgemaakt. In 2011 ontving de DCMR 34 meldingen over geluidoverlast. Omdat duidelijk werd dat het eetcafé meer dan achtergrondmuziek produceerde, is het bedrijf verzocht een akoestisch onderzoek in te dienen. Inmiddels is het eetcafé van naam en eigenaar veranderd. De nieuwe eigenaar heeft aangegeven slechts achtergrondmuziek in de zaak te zullen draaien.

Cultuurpodium Perron, Centrum Sinds de opening van dit bedrijf in april 2011 ontving de DCMR 83 meldingen over muziekgeluid. Gezien de aangegeven bedrijfsvoering (dansclub, poppodium) bestaat de verplichting een akoestisch onderzoek uit te voeren. Omdat het rapport hiervan niet bij het bevoegd gezag is aangeleverd, is in juni 2011 een dwangsom opgelegd. Toezichthouders van de DCMR hebben regelmatig een controle in de omgeving van Cultuurpodium Perron uitgevoerd. Daarbij is muziekgeluid van deze locatie waargenomen, met name de zware bastonen op de openbare weg. In oktober 2011 voerde de DCMR geluidsmetingen uit, waarbij een overschrijding van 15 dB(A) werd vastgesteld. Aan de gemeente is geadviseerd een dwangsom op te leggen. Tevens is proces verbaal opgemaakt. Het akoestisch rapport is vooralsnog niet binnen gekomen bij de DCMR. De deelgemeente heeft de dwangsom voor het niet indienen van het akoestisch rapport inmiddels viermaal geïnd.

Club Riva, Centrum In 2011 heeft de DCMR 42 meldingen over geluidoverlast ontvangen. Om de overlast te beperken, heeft dit bedrijf bouwkundige aanpassingen laten verrichten. Vervolgens heeft het een akoestisch onderzoek laten uitvoeren om vast te stellen hoeveel muziekgeluid het bedrijf binnen maximaal mag maken. De DCMR zal naar aanleiding hiervan voor- 44 -

nieuwe dwangsom op met een te innen bedrag dat aanzienlijk hoger is. Daarnaast is aan het café een dwangsom opgelegd voor het niet indienen van een akoestisch rapport. Helaas ontvangt de DCMR nog steeds meldingen van muziekoverlast. De DCMR zal de dwangsom controleren en bij iedere overtreding een nieuw inningvoorstel aan de gemeente sturen. Met de deelgemeente vindt overleg plaats om na het volledig innen van deze dwangsom, de exploitatievergunning van het bedrijf (gedeeltelijk) in te trekken.

schriften aan het bedrijf opleggen. In de nacht van 23 op 24 september is een overschrijding van 17 dB(A) van de nachtelijke geluidsgrenswaarde geconstateerd. Hiervoor is proces verbaal opgemaakt en de gemeente is geadviseerd een dwangsom op te leggen. Spens Sport & Music, Centrum Vanaf begin 2011 zijn 13 geluidsmeldingen ingediend over de bedrijfsactiviteiten van Spens Sport & Music. De DCMR heeft meerdere acties ondernomen, zoals een waarschuwingsbrief aan het bedrijf en afspraken met de melders voor het uitvoeren van geluidmetingen. De overlast is echter nog niet weg. De locatie blijft onder de aandacht van de DCMR en de toezichthouder zal regelmatig controles uitvoeren.

Café Bellevue, Feijenoord In 2011 zijn 13 meldingen van muziekoverlast over het café Bellevue bij de DCMR gemeld. De meetploeg van de DCMR heeft de muziekoverlast geconstateerd en de eigenaar van het café is aangeschreven. Op advies van de DCMR heeft de eigenaar een akoestisch onderzoek laten verrichten waarin een maximaal geluidniveau is berekend. De eigenaar houdt zich, tot op heden, aan dit maximaal geluidniveau. Op het moment dat er nieuwe overlastmeldingen van muziekgeluid binnenkomen, zal de DCMR het café voorschriften voorschrijven, waarin het maximaal toelaatbare geluidniveau is geborgd.

Café Willens & Wetens, Centrum De 42 meldingen over Willens & Wetens, gemeld aan de DCMR, betroffen overlast tussen 04.00-06.00 uur ’s ochtends. De DCMR heeft hierop geanticipeerd door een aantal weekenden een meetploeg op dit tijdstip langs te sturen, om de overlast vast te stellen. Uit de geluidmeting bleek een geringe overschrijding van de geluidsgrenswaarden. Op basis van een bestaand akoestisch onderzoek is om een geluidsbegrenzer gevraagd. Tegen dit verzoek is door de ondernemer bezwaar aangetekend. Dit bezwaar is ongegrond verklaard. De DCMR zal het plaatsen van de begrenzer bestuursrechtelijk afdwingen.

Perzisch Restaurant Hafez, Feijenoord Bij de meldkamer zijn 10 meldingen ingediend over muziekoverlast van dit restaurant. De meetploeg van de DCMR heeft geluidsmetingen verricht bij de melder van de overlast. Er is een overschrijding van de geluidsnormen geconstateerd, waarvoor proces verbaal is opgemaakt. Ook is door de deelgemeente een dwangsom opgelegd. De eigenaar heeft, op advies van de DCMR, een akoestisch rapport laten maken. Wanneer de muziekoverlast aanhoudt, zal de DCMR de deelgemeente adviseren om aan het restaurant voorschriften op te leggen, zodat het maximaal toelaatbare geluidniveau is geborgd.

Bodies Health Club Charlois, Charlois In 2011 zijn 17 meldingen over geluidsoverlast bij de meldkamer ingediend. De geluidsinstallatie in de ruimte met fitnessapparaten veroorzaakt de overlast. Er is door een medewerker van de DCMR een geluidmeting uitgevoerd, waarbij een overschrijding van de geluidsnormen is geconstateerd. Met de eigenaar is afgesproken om een akoestisch onderzoek uit te laten voeren en daarna een geluidbegrenzer te plaatsen. De eigenaar heeft alleen een begrenzer geplaatst. Na het plaatsen van de begrenzer zijn opnieuw meldingen binnengekomen. Op 26 oktober 2011 is een nieuwe geluidmeting uitgevoerd door de DCMR, waarbij weer een overschrijding is geconstateerd. Het bedrijf heeft nu een termijn gekregen om een akoestisch rapport in te dienen en daarna de begrenzer opnieuw te laten inregelen. Wanneer het bedrijf geen actie onderneemt, zal de DCMR de deelgemeente adviseren om een dwangsom op te leggen.

Café Popcorn, Feijenoord In 2011 zijn bij de DCMR 13 meldingen ingediend over geluidsoverlast. Om overlast te voorkomen is in april de geluidbegrenzer opnieuw ingeregeld. Vervolgens zijn nog 3 meldingen binnengekomen tijdens een incidentele festiviteit, waarvoor aan het bedrijf een ontheffing was verleend. Sinds half juni zijn over dit café geen geluidmeldingen meer ontvangen. Pride & Joy, Feijenoord Sinds juli 2011 zijn in totaal 14 meldingen van geluidsoverlast ingediend. De meeste meldingen gaan over mechanisch versterkte popmuziek, maar ook is er overlast van karaokeavonden. Het bedrijf is aangeschreven door de DCMR en geadviseerd om een akoestisch onderzoek uit te laten voeren. Ook is het bedrijf aangeraden om bij een ontheffing voor incidentele festiviteiten (live-muziek, dj-optreden, karaoke-avonden) de buurtbewoners van te voren in te lichten. Ondanks de brief bleef de overlast aanhouden.

Eetcafé Stanis, Delfshaven In 2011 zijn over dit café 36 meldingen over muzieklawaai bij de DCMR ingediend. Al in 2007 is vanwege een overschrijding van de geluidsgrenswaarde aan de inrichting een dwangsom opgelegd, en is proces verbaal opgemaakt. Ondanks deze maatregelen bleven de muziekmeldingen aanhouden. De dwangsom is inmiddels maximaal geïnd. Bij een volgende overschrijding legt de gemeente een - 45 -

Overig

Medewerkers van de DCMR hebben tijdens diverse geluidmeetronden geprobeerd een geluidmeting uit te voeren. Tot op heden is dit niet gelukt. Vaak was de muziek al gestopt op het moment dat de meetploeg ter plaatse was, of het bedrijf maakte gebruik van een ontheffing. Tijdens een ontheffing gelden hogere geluidsnormen en die werden op dat moment niet overschreden.

Bali House B.V., Centrum (zie ook Saté Bar) In 2011 zijn 23 stankmeldingen ingediend over Bali House. De overlast die door Bali House zou zijn veroorzaakt, is tot dusver nog niet vastgesteld. Naar het bedrijf is wel een waarschuwingsbrief gestuurd waarin ook mogelijkheden zijn aangegeven om geurhinder tegen te gaan.

Riva Pizzeria, Feijenoord Dit jaar zijn 33 meldingen ingediend bij de meldkamer over geluidsoverlast van het restaurant. De meldingen hebben betrekking op harde mechanische muziek. Het restaurant is in de afgelopen jaren verbouwd, maar of er ook isolerende maatregelen zijn getroffen is niet bekend. Vanaf juli is bij iedere meetronde contact met de melder geweest om een geluidmeting uit te voeren. Tot een geluidmeting is het echter niet gekomen omdat tijdens de meetrondes geen overlast te constateren was. De melder is verzocht bij te houden wanneer hij de overlast waarneemt. Als de DCMR geen overschrijding van de geluidsnormen constateert, zal zij aan beide partijen mediation voorstellen.

Betty Beer B.V., Centrum (zie ook Saté Bar) Over Betty Beer zijn bij de DCMR 21 stankmeldingen ingediend. De geurhinder van Betty Beer is waargenomen op de balkons van melders. Hiermee is vastgesteld dat de ontgeuringsinstallatie van het bedrijf niet doelmatig functioneert. Er is een handhavingtraject opgestart. Verder is de DCMR in gesprek met andere gemeentelijke instanties, pandeigenaren en omwonenden voor alternatieven op het gebied van geurafzuiging. Saté Bar, Centrum In 2011 zijn 83 meldingen over geuroverlast ingediend. De meldingen over de Saté Bar aan de Karel Doormanstraat maken deel uit van een breder geurprobleem. Ook de geurmeldingen van Bali House en Betty Beer vallen onder dezelfde noemer. Het voorschrift uit het Activiteitenbesluit spreekt over ‘een aanvaardbaar niveau van geurhinder’. Hiermee geeft de wetgever aan dat geurhinder onder bepaalde omstandigheden ‘aanvaardbaar’ is. In 2011 zijn de geurmeldingen van ondermeer de Saté Bar intensief onderzocht. De DCMR staat op het standpunt dat geurhinder binnen in de woning of op het balkon niet aanvaardbaar is. Incidentele geurhinder op straatniveau is wel acceptabel. De luchtjes van de Saté Bar zijn waargenomen op de balkons van melders. Hiermee is vastgesteld dat de ontgeuringsinstallatie van de Saté Bar niet doelmatig functioneert. Er is een handhavingtraject opgestart. Verder is de DCMR in gesprek met andere gemeentelijke instanties, pandeigenaren en omwonenden voor alternatieven op het gebied van geurafzuiging. De exploitatievergunning van het bedrijf was in eerste instantie vernietigd, maar is opnieuw aangevraagd en verleend. De DCMR is bezig een dwangsomprocedure te starten. Het bedrijf gaat een nieuwe afzuiginstallatie aanleggen.

Cafe Bar Roman, Feijenoord In 2011 zijn 10 meldingen bij de DCMR ingediend over geluidsoverlast. Op 4 mei 2011 is door de DCMR een waarschuwingsbrief gestuurd. Op 17 augustus is een melding binnengekomen over geluidsoverlast van karaokeactiviteiten, waarvoor geen ontheffing was aangevraagd. Bij een nieuwe melding van overlast zal de DCMR een geluidmeting uitvoeren om vast te stellen of het café de geluidsnormen overschrijdt. Café Q, Hoek van Holland In de tweede helft van 2011 zijn 17 meldingen van geluidoverlast ingediend, veroorzaakt door mechanisch versterkte popmuziek. In de nacht van 12 op 13 augustus is door de meetploeg van de DCMR een geluidmeting uitgevoerd. Uit deze meting is geconstateerd dat het café de geluidsnormen voor de nachtperiode met 22 dB(A) heeft overschreden. Tegen het café is proces verbaal opgemaakt en de deelgemeente Hoek van Holland is geadviseerd om een dwangsom op te leggen. Wanneer het café vervolgens bij een geluidmeting de geluidnormen overtreedt, kan de DCMR de geluidsinstallatie verzegelen of zelfs in beslag nemen. Het café mag de installatie dan weer in gebruik nemen, nadat een akoestisch rapport is overlegd, waaruit blijkt dat het café de geluidsnormen naleeft.

Islamitische Slagerij Lakarusch, Centrum De 19 lawaaimeldingen over slagerij Lakarusch aan de Nieuwe Binnenweg gaan over de koelunits aan de achterzijde van het bedrijf. In 2011 is meerdere keren geprobeerd om een geluidmeting uit te voeren. Door stoorgeluid in de directe omgeving van het bedrijf is dat niet gelukt. Bij enkele meldingen was de bron niet goed te duiden en kon de DCMR de slagerij niet als ‘veroorzaker’ van de overlast aanwijzen. De eigenaar van slagerij Lakarusch is wel verzocht om onderhoud uit te voeren aan de koelunits. Hieraan heeft hij (op vrijwillige basis) gehoor

’t Bruine Cafe, Hoogvliet Er zijn 12 meldingen van muziekoverlast over dit café bij de meldkamer ingediend. De DCMR heeft een waarschuwingsbrief naar de eigenaar van het bedrijf gestuurd. Ook is verschillende malen contact opgenomen met de melders van de overlast voor het verrichten van geluidmetingen. Tot op dit moment is het niet gelukt om een geluidsmeting uit te voeren. - 46 -

Basic Fit, Feijenoord In 2011 zijn 202 meldingen over geluidsoverlast van het fitness-centrum ingediend. De meldingen betreffen het piekgeluid door het vallen van gewichten en stemgeluid van sportende mensen. De ondernemer heeft matten neergelegd en een akoestisch rapport laten uitvoeren. Op 3 mei, 31 mei en 27 juni heeft de DCMR geluidmetingen uitgevoerd. Er zijn hierbij geen overschrijdingen van de geluidsnormen vastgesteld. In de maanden juli, augustus en september zijn geen meldingen ingediend. Omdat er in het vierde kwartaal weer meldingen zijn ingediend, zal de DCMR een mediation-traject starten.

gegeven. Het aantal meldingen is vervolgens gedaald. Met de melder wordt gekeken of het plaatsen van een continu meetset tot de mogelijkheden behoort. Sumo Rotterdam B.V., Centrum (zie ook Vapiano) In 2011 zijn 39 meldingen ingediend over stank van dit bedrijf. De geurmeldingen over Sumo staan niet op zichzelf. In november 2011 is een bijeenkomst georganiseerd bij Sumo. Hierbij waren aanwezig de eigenaar, zijn advocaat, de installateur en de DCMR. Alle partijen bevestigden dat sprake was van geuroverlast. De eigenaar is bereid om maatregelen te nemen. Binnen het bedrijf is een vetvanger, een zogenoemde plasma-ontgeuring en een koolstoffilter aanwezig. De meldingen blijven echter aanhouden. Tijdens het overleg is afgesproken om de onderhoudsfrequentie op te voeren. Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt, zal de DCMR een handhavingtraject starten.

Jumbo, Feijenoord In 2011 kwamen bij de DCMR 17 geluidmeldingen binnen over supermarkt Jumbo. De oorzaken van de meldingen zijn het laden en lossen van de rolcontainers en luidruchtig gedrag van het personeel van de supermarkt. Dit jaar heeft Jumbo een aantal aanpassingen gedaan om herhaling van de overlast te voorkomen. Ook is onder leiding van de DCMR een overleg gestart tussen de diverse vertegenwoordigers van de bewoners van boven de supermarkt gelegen appartementen en het management van de supermarkt. Doel is om onder leiding van de DCMR een convenant te sluiten met een aantal juridisch bindende afspraken.

Vapiano, Centrum De 53 meldingen die dit jaar over de bedrijfsactiviteiten van Vapiano zijn ingediend, hebben vrijwel allemaal betrekking op geurhinder. De geurmeldingen over Vapiano staan niet op zichzelf. De horecabedrijven die in de plinten van de Binnenrotte zijn gevestigd, veroorzaken vrijwel allemaal in meer of mindere mate geurhinder. Voorzieningen die bij deze bedrijven zijn aangebracht, zijn in veel gevallen niet afdoende of doelmatig. De DCMR probeert in het voortraject (aanvraag bouwvergunning bijvoorbeeld) meer invloed uit te oefenen op de aanwezigheid van de juiste voorzieningen op het gebied van geur en geluid, om zo overlastsituaties te voorkomen. Met Vapiano, de installateur van de ontgeuringsinstallatie en de omwonenden is in 2011 intensief contact geweest. Het bedrijf is door de DCMR aangeschreven, waarna de installateur van de ontgeuringsinstallatie extra filters heeft geplaatst. De DCMR heeft de omwonenden op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen.

Provimi, Feijenoord In 2011 zijn er over Provimi 71 overlastmeldingen binnen gekomen over stank en lawaai. Om de geurhinder te beperken is in december 2011 een extra ontgeuringsinstallatie bij het bedrijf geplaatst. Het bedrijf veroorzaakt de overlast door het lossen van bulkwagens en het vrachtverkeer van en naar het bedrijf. Er loopt een onderzoek naar de mogelijkheden om de routes van het vrachtverkeer te wijzigen door een extra ingang bij het bedrijf te maken en een geluidscherm rondom het bedrijfsterrein te plaatsen. Voor dit onderzoek is een werkgroep samengesteld waarin zitting hebben de dienst Stadsontwikkeling, de deelgemeente Feijenoord, het bedrijf Provimi en de DCMR. Vanwege de vele planologische ontwikkelingen (woningbouw, herinrichting bestaande bedrijfsgebouwen) rondom het bedrijf is onduidelijk welke verdere geluidwerende maatregelen het bedrijf daadwerkelijk kan nemen en binnen welke termijn.

Sportpaleis Ahoy, Charlois Op de gevel van sportpaleis Ahoy is in 2010 een scherm met led-techniek aangebracht. Dit led scherm heeft een oppervlakte van ongeveer 1000 m2. Op dit scherm toont Ahoy bewegende beelden, die te maken hebben met huidige en komende activiteiten. In de opstartfase heeft dit scherm tot vele lichtmeldingen geleid. Na overleg met de DCMR is het bedrijf gaan zoeken naar oplossingen om de overlast weg te nemen. Zo heeft men uitgezocht bij welke capaciteit de verlichting minder last geeft. Na dit onderzoek is een ‘lichtafhankelijke dimmer’ geplaatst waarmee het bedrijf de intensiteit van het scherm kan regelen. Ook patronen met veel wit licht geven meer overlast. Ahoy probeert zoveel mogelijk rekening te houden met het uitsluiten van wit in de beelden. Na bovengenoemde aanpassingen zijn de meldingen aanzienlijk afgenomen. In totaal zijn over Sportpaleis Ahoy 51 meldingen over lichthinder bij de DCMR ingediend.

Ulgomami, Feijenoord In 2011 zijn bij de DCMR 36 geurmeldingen gemeld over het bedrijf Ulgomami. Er zijn door medewerkers van de DCMR meerdere bezoeken aan de woning van de melders gebracht, maar de overlastgevende bakgeur is nooit waargenomen. De afzuiging van de shoarmazaak was niet uitgevoerd volgens de milieuregels. Het bedrijf is hierover aangeschreven en inmiddels gesloten.

- 47 -

Quaker Oats, Feijenoord In 2011 zijn 27 meldingen over geur- en visuele overlast binnengekomen bij de meldkamer. Het bedrijf produceert cruesli en zuigt de bakdampen af via een ontgeuringsinstallatie en een schoorsteen. Door de vochtige lucht ontstaat een pluim uit de schoorsteen die overlast geeft bij bewoners van de naastgelegen woontoren Queen of the South, die hoger is dan de schoorsteen. Het bedrijf heeft in december 2010 en januari 2011 de ontgeuringsinstallatie aangepast om te voldoen aan de geuremissienorm. Het meetrapport van de geurmeting van februari 2011 toont aan dat het bedrijf voldoet aan de geuremissienorm uit de vergunning. Provinciaal beleid staat een beperkte mate van geuroverlast toe. Visuele hinder van de stoompluim valt niet onder de omgevingsvergunning. Tevens zijn 4 meldingen gemeld over het geluid van het laden en lossen van vrachtwagens en de installaties van het bedrijf. Het bedrijf heeft afspraken gemaakt met de leveranciers om overlast te voorkomen. Een geluidmeting om de overlast vast te stellen, heeft nog niet plaatsgevonden.

Dit was een onvergunde activiteit waarvoor een aanschrijving is verstuurd. Tevens heeft een mobiele scanner van de douane meldingen veroorzaakt en het schip de Corragio. Dit schip is inmiddels vervangen door een nieuw schip, de Stena Transit. Het bedrijf wil in februari 2012 een aansluiting voor walstroom realiseren om het geluid verder te reduceren. Na deze aansluiting zal de DCMR de akoestische situatie nogmaals vergelijken met de vergunning. Bureau geluid van de DCMR is in overleg met de deelgemeente Hoek van Holland om te kijken of de milieudienst de geluidbelasting van de deelgemeente in kaart gaat brengen. Tenslotte zijn in 2011 ook 5 meldingen over stankoverlast gemeld.

OBS De Wilgenstam, Hillegersberg-Schiebroek Over de sloopwerkzaamheden voor renovatie van de school zijn dit jaar in totaal 17 meldingen binnengekomen bij de meldkamer. Omdat de werkzaamheden korter dan 6 maanden in beslag namen en niet vielen onder de normale bedrijfsvoering van de school waren de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit niet van toepassing. De werkzaamheden vielen onder de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Rotterdam. De politie Rotterdam-Rijnmond is hiervoor de handhavende instantie. De DCMR heeft op 28 april en 1 juli indicatieve geluidsmetingen uitgevoerd aan de gevel van de dichtstbijzijnde woning. De gemeten geluidsniveaus zijn getoetst aan de geluidnormen zoals gesteld in de Circulaire Bouwlawaai. In beide gevallen zijn de normen niet overschreden. Omdat in de APV geen geluidsnormen staan, heeft de politie zelf afgewogen of sprake was van geluidhinder om dan eventueel het werk stil te leggen.

Rotterdam Beton Centrale, Noord Over de Rotterdamse Beton Centrale zijn dit jaar 12 stankmeldingen ingediend. Het is een bedrijf dat verschillende grondstoffen verwerkt tot één soort beton. Eén van deze grondstoffen is zeefzand. Bij het ontgraven hiervan is stank vrij gekomen, omdat het al een langere tijd lag opgeslagen. De voormalige eigenaar van het bedrijf is namelijk failliet gegaan, waardoor er op het terrein aan de Boezembocht een achterstand in de verwerking is ontstaan.

New York Pizza, Noord In 2011 zijn bij de DCMR 64 meldingen over dit bedrijf ingediend. De meldingen gaan altijd over piekgeluid (dichtslaande deuren). Er is op diverse avonden geprobeerd dit piekgeluid te meten. Dit heeft echter nog geen overschrijding van de norm opgeleverd.

Autohobbyclub Kleiweg, Overschie De DCMR heeft in 2011 in totaal 29 meldingen ontvangen over met name geluidoverlast. Voor de locatie van de ‘Autohobbyclub Kleiweg’ is gekozen voor een integrale aanpak. Dit houdt in dat onder leiding van een projectleider van Directie Veiligheid de politie, de dienst Stadsontwikkeling, Stadstoezicht, Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en de DCMR het bedrijf controleren op overtredingen. De DCMR heeft in 2011 diverse controles uitgevoerd waarbij relatief kleine overtredingen zijn geconstateerd. Na een aanschrijving door de DCMR zijn deze overtredingen verholpen. De DCMR heeft ook met een E-nose een continue luchtmeting uitgevoerd. Hierbij zijn geen overtredingen geconstateerd. De deelgemeente Overschie heeft een overleg met de bewoners en de deelnemende diensten opgezet waarbij het de meldingen en de vooruitgang van de integrale aanpak bespreekt.

Stena Line B.V., Hoek van Holland In 2011 zijn 30 meldingen over geluidsoverlast van de Stena Line ingediend bij de meldkamer van de DCMR. Dit bedrijf onderhoudt vanuit Hoek van Holland twee veerverbindingen met Engeland. De meldingen zijn ondermeer veroorzaakt door geluiden van het aankomen en vertrekken van de veerboten en door een proef met verscheping van containers.

- 48 -

GROOT ROTTERDAM - Industriegebied Rozenburg. De overlast is veroorzaakt door het laden van metaal schroot in een zeeschip. De weersomstandigheden hebben de overlast versterkt. Door het warme weer kon met name ‘s nachts de warme luchtlaag niet door de bovenliggende koude luchtlaag (inversielaag) dringen. Het geluid kon hierdoor niet naar boven en verplaatste zich voornamelijk horizontaal. Het bedrijf heeft maatregelen getroffen om de geluidsoverlast te verminderen, door het schroot niet meer te storten maar in het schip te plaatsen. De DCMR heeft een indicatieve geluidsmeting uitgevoerd op het in de vergunning aangegeven meetpunt. Uit deze metingen is gebleken dat de geluidsnormen mogelijk zijn overschreden. De DCMR heeft afspraken met het bedrijf gemaakt. Het laden van het volgende zeeschip meldt het bedrijf vooraf aan de meldkamer, zodat de DCMR een geluidmeting kan uitvoeren. Bij het overtreden van de geluidsvoorschriften zal de DCMR toezien op passende maatregelen. Na dit incident heeft het bedrijf in het plaatselijke weekblad verontschuldigingen aangeboden voor de veroorzaakte overlast en uitleg gegeven over de oorzaak. In totaal zijn 71 overlastmeldingen over het EMR binnengekomen.

ECT City Terminal B.V., Rotterdam In 2011 zijn over ECT City Terminal in totaal 20 lawaaimeldingen binnengekomen. Van 28 tot 30 september zijn 18 geluidmeldingen over het bedrijf geregistreerd. De DCMR heeft de meldingen onderzocht en geconstateerd dat de generatoren van schepen de geluidsoverlast veroorzaken. De generatoren van het schip zijn nodig voor de elektriciteitsvoorziening. Het bedrijf heeft aangegeven dat een bepaald type schip geluidsoverlast veroorzaakt en onderzoekt de mogelijkheden om deze overlast in de toekomst te voorkomen. Mogelijke opties om de geluidoverlast te voorkomen zijn het op halve kracht laten draaien van de generatoren of het plaatsen van een geluidsscherm van containers. Air products Botlek, Rotterdam Botlek Op maandag 19 september kwamen veel meldingen binnen bij de meldkamer over geluidsoverlast. De meldingen werden veroorzaakt door het bedrijf Air Products. Dit bedrijf zat in de voorfase van een onderhoudsstop en moest stoom afblazen. Het afblazen van stoom in combinatie met kapotte geluiddempers en de weersomstandigheden was de oorzaak van de meldingen. In 2011 zijn in totaal 61 overlastmeldingen over Air Products gemeld. Het bedrijf heeft maatregelen getroffen om de overlast terug te brengen, door zoveel mogelijk stoom om te leiden naar de afblaas unit van het buurbedrijf. De meldingen bleven echter aanhouden. Vervolgens heeft het bedrijf de productie teruggebracht naar het minimum, maar omwonenden bleven overlast ondervinden. Uiteindelijk heeft Air Products op 30 september de fabriek uit bedrijf genomen. Verdere overlast door het afblazen van stoom is hiermee beëindigd. Air Products is verzocht maatregelen te treffen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen.

Esso Raffinaderij, Rotterdam Botlek In 2011 zijn in totaal 59 overlastmeldingen over Esso Raffinaderij gemeld. Op 8 maart heeft een storing plaatsgevonden tijdens het herladen van een aantal regelaars op de Flexicoker bij de Esso Raffinaderij. Hierdoor is de Flexicoker volgens standaard procedures en veiligheidssystemen uit bedrijf gegaan, wat leidde tot extra fakkelen. De storing heeft geleid tot 34 geluids- en visuele meldingen. De meldkamer ontving op 25 april 6 meldingen over geluid. De overlast was het gevolg van een explosie op het terrein van de Esso raffinaderij. Door een lekkage in een hogedruk warmte wisselaar van de Gofiner unit is een gasmengsel met waterstof naar buiten getreden, Dit veroorzaakte een explosie met brand. Esso heeft direct maatregelen genomen om de brand te bestrijden. Kort na het incident heeft de meldkamer in samenwerking met chemisch advies een onderzoek ingesteld. Op 28 april heeft een team van Brandweer, DCMR en Arbeidsinspectie een bezoek gebracht aan Esso om het incident te evalueren en herhaling te voorkomen. Op 19 augustus heeft Esso een lekkage van scheepsbrandstof bij de meldkamer van de DCMR gemeld. Daar de lekkage boven een betonvloer heeft plaatsgevonden en het produkt stolt bij omgevingstemperatuur is er geen risico van bodemverontreiniging geweest. Na de lekkage zijn relevante destillatie units gecontroleerd uit bedrijf genomen, wat een extra fakkel heeft veroorzaakt. Het fakkelen heeft 19 meldingen veroorzaakt over geluid en visuele hinder. Esso heeft direct maatregelen getroffen om overlast te beperken en herhaling te voorkomen.

Den Hartogh B.V., Rotterdam Botlek In 2011 zijn bij de DCMR 23 geurmeldingen over dit bedrijf binnengekomen. Den Hartogh is een tankcleaner die zich bezig houdt met het in- en uitwendig reinigen, opwarmen en opslaan van tankcontainers. Op 9 mei 2011 zijn 9 geurmeldingen van een sterk penetrante geur gemeld bij de meldkamer vanuit de gemeente Spijkenisse. De meldkamer stelde vast dat de stank afkomstig was van de afvalwaterzuivering van Den Hartogh. Het bedrijf is aangeschreven en heeft aangegeven dat er twee opties zijn om de geuroverlast te voorkomen. Het plaatsen van een overkapping op de afvalwaterzuivering of het aanpassen van het fysisch / chemische proces van deze zuivering. Naar aanleiding van een controle is het bedrijf op 18 augustus 2011 opnieuw aangeschreven om binnen zes maanden één van de aangegeven opties te realiseren. EMR, Rotterdam Botlek Van 28 september tot en met 30 september zijn er van metaalrecyclingbedrijf European Metal Recycling (EMR) 52 geluidmeldingen binnengekomen uit de omgeving van - 49 -

schepen (zowel zeevaart als binnenvaart schepen) en het homogeniseren van stookolietanks. In totaal zijn 282 meldingen na onderzoek aan dit bedrijf toegewezen. Omdat het bedrijf zeer regelmatig overlast veroorzaakt en de meldkamer van de DCMR vaak prioriteit moet geven aan onderzoek van andere meldingen, zijn daarnaast 341 stankmeldingen niet onderzocht en daarom niet aan Vopak Europoort toegewezen. Deze meldingen zijn vrijwel zeker ook door de activiteiten van dit bedrijf veroorzaakt. Hiermee komt het totaal aantal meldingen veroorzaakt door Vopak Europoort op ruim 600. Vanwege de aanhoudende stankoverlast is er op 15 november overlegd met het management van Vopak. Het bedrijf dient op korte termijn een plan van aanpak ter goedkeuring in bij de DCMR, waarbij het uitgangspunt is dat de stankoverlast structureel wordt weggenomen. Verder neemt Vopak een proefopstelling in gebruik voor bestrijding van de stankoverlast.

Abengoa Bioenergy Netherlands, Rotterdam Europoort In 2011 zijn aan Abengoa Bioenergy Netherlands 236 stankmeldingen toegewezen. Naast de toegewezen meldingen is Abengoa zeer waarschijnlijk ook verantwoordelijk voor 151 meldingen die de meldkamer van de DCMR niet heeft kunnen onderzoeken. Het merendeel van de stankmeldingen komt uit Brielle en Maassluis. De zeer regelmatig optredende overlast is aanleiding geweest voor diverse controlebezoeken en heeft geleid tot een aantal aanpassingen in het proces. Het bedrijf werkt actief mee aan de oplossing van de stankoverlast. Omdat de maatregelen echter onvoldoende effect hebben is de DCMR een handhavingstraject gestart. MET, Rotterdam Europoort In de avond van 1 februari ontving de meldkamer 110 meldingen over stank en gezondheidmeldingen uit voornamelijk Maassluis en Delft. Ondanks dat de meldkamer snel ter plaatse was, is de veroorzaker van de overlast niet meer gevonden. Vanwege de grote hoeveelheid meldingen en de gemelde gezondheidmeldingen heeft de DCMR op 2 februari een nader onderzoek gestart om alsnog de veroorzaker van de overlast te achterhalen. Uit dit onderzoek is vastgesteld dat een damp van stankstoffen vanaf het schip de Energy Sprinter oorzaak was van de overlast. Op het moment van de overlast lag de Energy Sprinter afgemeerd bij het bedrijf Maatschap Europoort Terminal (MET) en was het klaar met het lossen van ruwe olie. De samenstelling van de ruwe olie kan de stankoverlast en de gezondheidmeldingen verklaren. Hoewel de MET niet de veroorzaker was van de meldingen en een strikt regime heeft om overlast door schepen te voorkomen, is het bedrijf formeel verantwoordelijk en zijn de meldingen toegeschreven aan de MET. Begin december bij het volgende bezoek van de Energy Sprinter aan de haven van Rotterdam hebben de Zeehavenpolitie en de DCMR nader onderzoek verricht naar de handelingen op het schip die deze overlast heeft veroorzaakt. Strafrechtelijke feiten zijn niet vastgesteld.

Ertsoverslagbedrijf EMO, Rotterdam Maasvlakte In de periode van 5 tot en met 7 februari zijn 10 meldingen uit Hoek van Holland binnengekomen over zwart stof. Uit onderzoek van de meldkamer is bepaald dat het stof afkomstig was van het bedrijf EMO. De overlast is ontstaan door de harde stormachtige zuidwestenwind. De meldingen zijn besproken met de EMO. Bij het bedrijf zijn geen bijzondere activiteiten uitgevoerd. Om stofoverlast te voorkomen, sproeit het bedrijf de bunkers, wegen en transportbanden, en dekt het bedrijf de ertsen af met papierpulp. EMO stopt de laad- en losactiviteiten zodra stofverspreiding waarneembaar is. In deze periode hebben ook een aantal kranen stil gelegen. Daarnaast kwamen verspreid over het jaar 10 stankmeldingen binnen. Bij broei in de kolen komt een zwavelachtige lucht vrij, die de stankoverlast veroorzaakt. Het bedrijf meldt aan de DMCR wanneer zij broei ontdekken in de kolen. Om de broei te bestrijden, rijdt EMO de kolen uit en walst de kolen in, waardoor de zuurstof wordt verdrongen en de broei uitgaat. Bij erge broei besproeit het bedrijf de kolen. In totaal zijn 25 overlastmeldingen over het bedrijf geregistreerd. Shell Nederland Raffinaderij, Rotterdam Vondelingenplaat In 2011 zijn door Shell Nederland Raffinaderij (SNR) 60 stankmeldingen, 13 lawaaimeldingen en 13 meldingen over lichtoverlast door verhoogde fakkels veroorzaakt. Op 31 oktober zijn bij de meldkamer 47 meldingen over stank binnengekomen. De meldingen kwamen met name uit Vlaardingen en Schiedam. Uit onderzoek is vastgesteld dat de meldingen zijn veroorzaakt door SNR. Procesgas dat normaal naar een specifiek fornuis gaat is in de atmosfeer gekomen. Gelijktijdig is ook de unit uitgevallen, die het stankverwekkende zwavelwaterstof moet verwijderen. Deze samenloop heeft geleid tot

Vopak Europoort, Rotterdam Europoort Op 21 januari 2011 ontving de meldkamer 28 meldingen over een olieachtige geur uit Maassluis, Maasland en Delft. Na onderzoek van de meldkamer is vastgesteld dat de stankmeldingen zijn veroorzaakt door het verpompen van stookolie op het terrein van Vopak Europoort. Door het windstille weer in de nacht en vroege ochtend vond een opbouw van stank plaats rond het Vopak-terrein. In 2011 heeft Vopak Europoort zeer regelmatig stankoverlast veroorzaakt. Het merendeel van de stankmeldingen komt uit Maassluis. De overlast wordt veroorzaakt door het laden en lossen van stookolie - 50 -

lawaaioverlast stopte. Na korte tijd kwamen weer dezelfde meldingen binnen. Bij een tweede boiler had zich hetzelfde probleem voorgedaan. PerGen levert stoom aan Shell kon de boiler niet direct uit bedrijf nemen. Omdat het aantal meldingen snel opliep, heeft de directiewacht van de DCMR contact opgenomen met PerGen. Om snel tot een oplossing te komen heeft Shell vervolgens zijn eigen stoomsysteem bijgezet, waardoor PerGen zijn boiler uit bedrijf kon nemen. PerGen heeft technische- en organisatorische maatregelen genomen om een dergelijk situatie in de toekomst te voorkomen.

overlast in de omgeving. SNR heeft technische- en organisatorische maatregelen genomen om een dergelijk voorval in de toekomst te voorkomen. PerGen V.O.F., Rotterdam Vondelingenplaat Op 4 februari rond middernacht zijn 210 meldingen binnengekomen vanuit Pernis, Vlaardingen en Schiedam over een blazend/bulderend geluid. Na onderzoek door de meldkamer is vastgesteld dat bij één van de boilers van de energiecentrale PerGen een veiligheidsklep is opengegaan. Door de storm was een afdekzeil tegen een klep aangekomen. De boiler is stilgelegd, waardoor de Aantal meldingen per deelgemeente per aard overlast in 2011 en 2011

Groot Rotterdam

2010

2011 stank

overig

totaal

336

117

87

540

387

101

36

524 863

lawaai

stank

overig

totaal

lawaai

Charlois

283

171

41

495

Delfshaven

536

117

28

681

Feijenoord

518

169

33

720

647

165

51

1.180

77

20

1.277

899

46

17

962

Hoek van Holland

103

126

23

252

186

205

72

463

Hoogvliet

167

148

21

336

145

137

29

311

IJsselmonde

125

43

8

176

192

56

42

290

Kralingen-Crooswijk

364

29

10

403

287

40

10

337

Noord

381

51

12

444

379

47

13

439

Overschie

262

53

14

329

234

28

5

267

75

43

7

125

218

21

4

243

520

92

27

639

349

77

36

462

85

112

11

208

232

242

12

486

Hillegersberg-Schiebroek

Pernis Prins Alexander Rozenburg Stadscentrum Industrie en havens Onbekend adres Totaal

1.601

268

47

1.916

1.970

350

43

2.374

62

164

33

259

54

168

29

251

139

0

27

166

117

12

24

153

6.401

1.663

362

8.426

6.632

1.812

521

8.965

- 51 -

Bijlage 2 - Werkwijze milieumeldingen

het bevoegd gezag een ‘last onder dwangsom’ opleggen. Bij ‘last onder dwangsom’ wordt de dwangsom, een soort voorwaardelijke boete, geïnd op het moment dat het bedrijf op een afgesproken datum de gevraagde maatregelen niet heeft uitgevoerd.

Bewoners van het Rijnmondgebied kunnen zowel telefonisch op het nieuwe telefoonnummer 0888 333 555 als digitaal (www.dcmr.nl/milieuklachten) hun melding over stankoverlast, geluidoverlast, stofoverlast en andere overlast bij de DCMR indienen. Terugkoppeling op de melding vindt desgewenst op dezelfde manier plaats.

De DCMR onderhoudt contact met verschillende andere diensten. Zo werkt zij intensief samen met het Havenbedrijf Rotterdam om veroorzakers van overlast in het havengebied op te sporen.

Afhandeling van een milieumelding Op de DCMR meldkamer is 24 uur per dag een medewerker aanwezig voor het aannemen van meldingen van bewoners en bedrijven over (mogelijke) milieuhinder. Voor het ter plaatse onderzoeken van meldingen is een tweede medewerker beschikbaar. Bij bijzondere omstandigheden, voorvallen met veel meldingen en incidenten is extra personeel oproepbaar.

Voor Rotterdam en enkele andere gemeenten onderzoekt de DCMR overlast door horecabedrijven. Hierbij werkt de DCMR intensief samen met de Politie. Meldingen over vliegtuiglawaai behandelt de DCMR namens de Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam. Deze commissie kan aan de minister van Infrastuctuur en Milieu advies uitbrengen over eventueel te nemen maatregelen. Vermoedelijke overtredingen geeft de DCMR door aan Inspectie Leefomgeving en Transport (voorheen IVW).

Als het nodig is, onderzoekt de meldkamer de meldingen direct. De meldkamer bundelt dan meldingen met vermoedelijk dezelfde oorzaak tot één voorval. Relevante gegevens, zoals de locatie van de melders, de actuele windrichting, de aard van de overlast en bedrijfsgegevens worden met elkaar gecombineerd. Zo ontstaat een zogenoemde meldingenplot, die vrij nauwkeurig aangeeft waar de bron van de overlast kan liggen. Vervolgens gaat een medewerker van de meldkamer als uitrukdienst op onderzoek. Is de oorzaak van de meldingen gevonden, dan licht de uitrukdienst het betreffende bedrijf in. Samen met het bedrijf bekijken ze de maatregelen om zo snel mogelijk de oorzaken van de overlast weg te nemen. Indien nodig treedt de DCMR handhavend op.

Registratie en onderzoek van meldingen Voor een aantal overlastmeldingen is de DCMR niet de afhandelende instantie. Als de DCMR de meldingen niet afhandelt, bepaalt de milieudienst samen met de melder of de meldkamer de melding doorgeeft of dat het beter is dat de melder zelf contact legt met de juiste instantie. De melder houdt in het laatste geval zelf controle over de melding en kan direct antwoord geven op eventuele gerichte vragen. De meldingen over bedrijven of milieuverontreiniging uit het Rijnmondgebied die bij andere diensten zijn binnengekomen, zijn in de aantallen in dit verslag verwerkt als de benodigde gegevens volledig zijn geregistreerd en namens de melder zijn doorgegeven.

Bij een grote klachtengolf of een incident bezoekt de chemisch adviseur of de toezichthouder van de DCMR het betreffende bedrijf. Bij incidenten vindt afstemming plaats met andere overheden (Politie, Brandweer, Havenbedrijf, Arbeidsinspectie en mogelijk de Onderzoeksraad voor de Veiligheid) over een eventueel gezamenlijke controle. De toezichthouder beoordeelt (eventueel met de overige partners) de bevindingen van het bedrijf over de oorzaak van het voorval en onderzoekt de mogelijkheid om op korte termijn maatregelen te nemen om herhaling te voorkomen. Hij toetst zijn bevindingen aan de milieuwetgeving en vergunningvoorschriften. Het doel van een bedrijfsbezoek naar aanleiding van een incident is om structurele maatregelen te laten nemen die vergelijkbare incidenten in de toekomst moeten voorkomen.

Privacy Bij een melding worden de verstrekte persoonlijke gegevens vertrouwelijk behandeld en dus niet doorgegeven aan de veroorzaker van de overlast. De DCMR slaat de verstrekte gegevens op in een databestand, het Milieu Informatiesysteem Regio Rijnmond (MIRR). De medewerkers gebruiken het systeem voor het onderzoeken en rapporteren van de melding en voor eventuele terugkoppeling naar de melder. Hierbij worden de bepalingen van de Wet bescherming persoonsgegevens in acht genomen. Het verwerken van gegevens met behulp van het MIRR is aangemeld bij het College bescherming persoonsgegevens in Den Haag. Voor het juist invoeren van de gegevens in het MIRR neemt de DCMR de gesprekken op. Na drie maanden wordt de opname automatisch vernietigt. Alleen als een melding tot een strafrechtelijk onderzoek leidt, kunnen het Openbaar Ministerie en/of de rechtbank gegevens van de melder bij de DCMR opvragen. De DCMR is dan verplicht deze gegevens te verstrekken.

Indien een bedrijf onvoldoende maatregelen neemt om overlast door stank, stof of geluid terug te dringen, treedt de DCMR handhavend op. Als er bij een bedrijf sprake is van verwijtbare handelingen, kan de DCMR proces-verbaal opmaken en dit indienen bij het Openbaar Ministerie (OM). Het OM beslist over het vervolg. Om de noodzaak tot het nemen van maatregelen kracht bij te zetten, kan - 53 -

Communicatie met melders en bedrijven De DCMR informeert melders die om terugkoppeling vragen individueel over de afhandeling van de melding. Bij grote voorvallen, voorvallen met 25 of meer meldingen, informeert de DCMR via zijn website www.dcmr.nl over de oorzaak, gevolgen en maatregelen die (moeten) worden getroffen door de veroorzaker van de overlast. Ook verstuurt de DCMR hierover een persbericht aan de lokale en regionale media.

Veiligheid, Klankbordgroep Rozenburg, Burenraad Shell Nederland Raffinaderij, Platforms Westelijk Voorne, Hoek van Holland en Vlaardingen. Tijdens deze bijeenkomsten praten bewoners met bedrijven en overheden over hinder en gevoelens van onveiligheid door industriële activiteiten en over maatregelen om de overlast te voorkomen. Ook in andere verslagen kunt u informatie over de afhandeling van overlastmeldingen vinden: • Rapporten over vliegtuigmeldingen van de Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam (CMLR) www.cmlr.nl. • Het tweejaarlijks milieubelevingsonderzoek van de provincie Zuid-Holland www.zuid-holland.nl/ documentenverkenner.htm?Gr=Milieu&t1naam=Milieu& t2naam=Milieucommunicatie.

Melders van overlast van vliegtuigverkeer kunnen zich laten terugbellen door de klachtenbehandelaar van de DCMR die namens de Commissie Milieuhygiëne Luchtvaartterrein Rotterdam werkt. Melders krijgen dan informatie over het type vliegtuig, de vliegroute en het gemeten geluidsniveau. Als de DCMR beschikt over het emailadres van de melder en de melder om terugkoppeling vraagt, krijgt deze automatisch een bericht met bovengenoemde informatie.

Meldingen geven informatie over een ervaren gebrek aan milieukwaliteit op het moment van uiting. Het bovenstaande tweejaarlijkse milieubelevingsonderzoek geeft ook een systematisch beeld van de milieukwaliteit in de provincie Zuid-Holland. Een systematisch beeld is ook te vinden in het monitoring rapport over de milieukwaliteit in het Rijnmondgebied van het samenwerkingsverband Milieumonitoring Stadsregio Rotterdam, www.hetmilieuinderegiorotterdam.nl.

Het milieumeldingenverslag van 2011 is ook digitaal te raadplegen. Melders die om terugkoppeling hebben gevraagd ontvangen een bericht met een verwijzing naar www.dcmr.nl/jaarverslagen. De DCMR neemt ook deel aan discussiebijeenkomsten met bewoners, zoals het Regionaal Platform Hinder en

- 54 -

Algemeen Jaarverslag 2011

Recommend Documents