Raad
vanState 201000710/1/V1. Datum uitspraak: 29 maart 2010
AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van: (hierna: de vreemdeling), appellante, tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, nevenzittingsplaats Middelburg, (hierna: de rechtbank) van 7 januari 2010 in zaak nr. 09/15323 in het geding tussen: de vreemdeling en de staatssecretaris van Justitie (hierna: de staatssecretaris).
201000710/1/V1
1.
2
29 maart 2 0 1 0
Procesverloop
Bij besluit van 21 oktober 2 0 0 8 heeft de staatssecretaris een aanvraag van de vreemdeling om haar een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd te verlenen afgewezen. Bij besluit van 24 april 2 0 0 9 heeft de staatssecretaris het daartegen door de vreemdeling gemaakte bezwaar ongegrond verklaard. Dit besluit is aangehecht. Bij uitspraak van 7 januari 2 0 1 0 , verzonden op dezelfde dag, heeft de rechtbank het daartegen door de vreemdeling ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht. Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling bij brief, bij de Raad van State binnengekomen op 2 0 januari 2 0 1 0 , hoger beroep ingesteld. Deze brief is aangehecht. De staatssecretaris heeft een verweerschrift ingediend. Vervolgens is het onderzoek gesloten. 2.
Overwegingen
2.1. Hetgeen in het hoger-beroepschrift is aangevoerd en aan artikel 8 5 , eerste en tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2 0 0 0 voldoet, kan niet t o t vernietiging van de aangevallen uitspraak leiden. Omdat het aldus aangevoerde geen vragen opwerpt die in het belang van de rechtseenheid, de rechtsontwikkeling of de rechtsbescherming in algemene zin beantwoording behoeven, w o r d t , gelet op artikel 9 1 , tweede lid, van deze w e t , met dat oordeel volstaan. 2.2. Het hoger beroep is kennelijk ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. 2.3.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
2 0 1 0 0 0 7 1 0 / 1 /V1
3.
3
29 maart 2 0 1 0
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: bevestigt de aangevallen uitspraak. Aldus vastgesteld door mr. C.J.M. Schuyt, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. B. Klein Nulent, ambtenaar van Staat.
w . g . Schuyt lid van de enkelvoudige kamer
w . g . Klein Nulent ambtenaar van Staat
Uitgesproken in het openbaar op 2 9 maart 2 0 1 0 218-620. Verzonden: 29 maart 2 0 1 0 Voor eensluidend afschrift, de secretaris van de Raad van State,
mr. H.H.C. Visser
uitspraak RECHTBANK 's-GRAVENHAGE Sector bestuursrecht Nevenzittingsplaats Middelburg AWB nummer: 09/15323 V-nummer: uitspraak van de enkelvoudige kamer voor bestuursrechtelijke zaken ingevolge artikel 8:77 van de Algemene wet bestuursrecht inzake
eiseres, gemachtigde mr. C.J. van Woerden, advocaat te 's-Gravenhage, tegen de Staatssecretaris van Justitie, verweerder, gemachtigde mr. L. Romme, medewerkster bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.
I.
Procesverloop
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het besluit op bezwaar van verweerder van 24 april 2009 (hierna: het bestreden besluit). Het beroep is op zitting behandeld op 17 december 2009. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich doen vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens was aanwezig A. Ni eu wl and-H el ou, tolk in de Engelse taal. Ter zitting is het onderzoek gesloten.
II.
Overwegingen
1. Eiseres heeft de Ghanese nationaliteit. Eiseres en zijn op 15 december 2006 in Ghana met elkaar gehuwd. Zij heeft op 18 augustus 2008 een aanvraag ingediend tot verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking "verblijf bij partner \ Op deze aanvraag heeft verweerder op 21 oktober 2008 afwijzend beslist. Eiseres heeft tegen dit besluit een bezwaarschrift ingediend. Op 7 januari 2009 is eiseres gehoord door een ambtelijke commissie. Bij het bestreden besluit heeft verweerder zijn afwijzing gehandhaafd en het bezwaar ongegrond verklaard. 2. Op grond van artikel 16, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (hierna: Vw 2000), in samenhang met artikel 3.71, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit
AWB nummer: 09/15323
blad 2
2000 (hierna: Vb 2000), wordt de aanvraag om verlening van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd afgewezen, indien de vreemdeling niet beschikt over een geldige machtiging tot voorlopig verblijf (hierna: raw) die overeenkomt met het verblijfsdoel waarvoor de verblijfsvergunning is aangevraagd, tenzij de vreemdeling behoort tot een bij artikel 17 van de Vw 2000 of artikel 3.71, tweede lid, van het Vb 2000 aangewezen categorie vreemdelingen die van dit vereiste zijn vrijgesteld. Ingevolge artikel 17 van de Vw 2000, in samenhang met artikel 3.71, vierde lid, van het Vb 2000, wordt de aanvraag evenmin afgewezen wegens het ontbreken van een geldige mvv wanneer het stellen van het mw-vereiste naar het oordeel van verweerder zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard (de hardheidsclausule). 3. Verweerder stelt zich onder verwijzing naar de ingediende stukken op het standpunt dat eiseres niet voor de gevraagde vergunning in aanmerking komt, omdat zij niet beschikt over een geldige mw. Er is geen aanleiding om toepassing te geven aan de hardheidsclausule. Dat eiseres niet kan terugkeren naar Ghana omdat haar echtgenoot niet zoveel vakantiedagen kan krijgen, is geen reden om vrijstelling van het mw-vereiste te verlenen. Verweerder stelt dat niet gebleken is dat de echtgenoot noodzakelijkerwijs gedurende de gehele mwprocedure bij eiseres in Ghana zou moeten blijven, dit zou ook kunnen tijdens de hem toegestane vakantieperiode. Verder stelt verweerder dat eiseres tijdens de hoorzitting heeft verklaard dat haar beide dochters en zus in Ghana woonachtig zijn, zodat zij daar niet van contact verstoken is gedurende de mvv-procedure. Het komt voor eigen rekening en risico van eiseres dat zij, na afwijzing van haar eerdere mw-aanvraag, zonder geldige m w naar Nederland is gekomen en hier een gezinsleven is aangegaan met Gelet op Wijzigingsbes luit Vreemdelingencirculaire 2008/32 is beoordeeld of de uitzetting van eiseres in strijd is met het recht op eerbiediging van het familie- of gezinsleven dan wel privéleven, als bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). Verweerder stelt dat de weigering om aan eiseres verblijf hier te lande toe te staan geen schending van artikel 8 van het EVRM oplevert. Er is gezinsleven tussen eiseres en haar echtgenoot. Er is echter geen sprake van inmenging. In het kader van de afweging tussen de belangen van eiseres enerzijds en de belangen van de Staat anderzijds, stelt verweerder dat eiseres nimmer in het bezit is geweest van een verblijfsvergunning. Verder is niet gebleken van objectieve belemmeringen om het gezinsleven buiten Nederland uit te oefenen. Niet valt in te zien waarom de echtgenoot niet met eiseres naar Ghana zou kunnen afreizen om daar het gezinsleven verder uit te oefenen. De beide dochters van eiseres zijn in Ghana woonachtig. Verder stelt verweerder dat uit de bij de aanvraag overgelegde inkomensgegevens blijkt dat de partner van eiseres weliswaar duurzaam beschikt over middelen van bestaan, maar dat deze middelen niet voldoende zijn. Gelet hierop kan in redelijkheid aan het algemeen belang meer gewicht worden toegekend dan aan het persoonlijk belang van eiseres, aldus verweerder. 4. Eiseres is van mening dat zij in aanmerking dient te komen voor vrijstelling van het m w vereiste op grond van de hardheidsclausule. Eiseres stelt dat niet valt in te zien welk belang de Staat heeft bij het onverkort vasthouden aan de eis om de toets voor toelating in het land van herkomst te laten plaatsvinden. Die toets kan net zo goed in Nederland plaatsvinden. Eiseres stelt dat zij het psychisch niet aan zai kunnen om terug te keren naar Ghana, waar zij zonder haar echtgenoot gedurende vele maanden op afgifte van een mvv zal moeten wachten. Aan het voorgaande doet niet af dat zij in Ghana niet van contact verstoken is. Eiseres stelt dat zij door de omstandigheden genoodzaakt is geweest om met haar echtgenoot hier te lande gezinsleven aan te gaan. Eiseres stelt dat verweerder ten onrechte concludeert
AWB nummer: 09/15323
blad 3
dat er geen sprake is van inmenging. Verder is er een objectieve belemmering om het gezinsleven in Ghana uit te oefenen. Eiseres stelt dat haar echtgenoot een verstandelijke handicap heeft en de taal niet spreekt, zodat hij niet in Ghana kan wonen en evenmin daar kan werken om zijn gezin te onderhouden. Daarnaast stelt eiseres dat het inkomen van haar echtgenoot voldoende en duurzaam is. De rechtbank overweegt als volgt. 5. Vast staat dat eiseres niet beschikt over een geldige m w die overeenkomt met het verblijfsdoel waarvoor de verblijfsvergunning is aangevraagd en dat zij niet behoort tot één van de categorieën vreemdelingen die hiervan zijn vrijgesteld. 6. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het beroep van eiseres op de hardheidsclausule, zoals neergelegd in artikel 3.71, vierde lid, van het Vb 2000, niet kan slagen. De rechtbank overweegt daartoe dat toepassing van de hardheidsclausule beperkt is tot zeer uitzonderlijke gevallen die door de wet en regelgever niet zijn voorzien. Verweerder heeft in het bestreden besluit goed gemotiveerd, waarom in deze zaak van een zodanig uitzonderlijk geval geen sprake is. Hetgeen eiseres in dit verband heeft aangevoerd heeft verweerder niet hoeven aanmerken als bijzonder genoeg voor toepassing van de hardheidsclausule. Dat de mw-procdure mogelijk drie maanden kan duren, is onvoldoende om eiseres vrij te stellen van het mw-vereiste. Verder heeft eiseres niet aannemelijk gemaakt dat zij in Ghana psychische problemen zal ondervinden in verband met de afwezigheid van haar echtgenoot. Daarnaast is haar stelling, dat zij en haar echtgenoot genoodzaakt waren om het gezinsleven in Nederland aan te gaan, niet onderbouwd. 7. Ten aanzien van het beroep op artikel 8 van het EVRM wordt het volgende overwogen. Hoewel vaststaat dat er gezinsleven is tussen eiseres en haar echtgenoot, strekt de weigering eiseres hier verblijf toe te staan er niet toe haar een verblijfstitel te ontnemen die haar tot het uitoefenen van gezinsleven hier te lande in staat stelde. Daarom is er geen sprake van inmenging van overheidswege in het door artikel 8 van het EVRM beschermde recht van eiseres op eerbiediging van haar gezinsleven. 8. Indien geen sprake is van inmenging, dan rijst de vraag of zich zodanige feiten en omstandigheden voordoen, dat uit het recht op respect voor het gezinsleven niettemin voor verweerder de positieve verplichting voortvloeit aan de vreemdeling verblijf hier te lande toe te staan. 9. Zowel ter beoordeling van de toelaatbaarheid van inmenging, als ter beoordeling van de vraag of er een positieve verplichting bestaat, dient een op de individuele zaak toegespitste belangenafweging te worden gemaakt, waarbij aan de Nederlandse Staat een zekere beoordelingsvrijheid toekomt, en waarbij een redelijk evenwicht {fair balance) dient te worden bereikt tussen de individuele belangen van betrokkenen enerzijds en het algemeen belang anderzijds. 10. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich in dit geval op het standpunt kunnen stellen dat hetgeen eiseres in beroep naar voren heeft gebracht in redelijkheid niet kan leiden tot het oordeel dat de belangafweging ten onrechte in het voordeel van de Staat is uitgevallen. Verweerder heeft bij zijn belangenafweging betekenis mogen toekennen aan het feit dat de uit het mvv-vereiste voortvloeiende verplichting Nederland te verlaten in beginsel
AWB nummer: 09/15323
blad 4
tijdelijk van aard is en dat eiseres in Ghana twee dochters en een zus heeft wonen. Eiseres heeft voorts niet onderbouwd waarom zij het psychisch niet aan kan om zonder haar echtgenoot naar Ghana terug te keren. Daarnaast heeft verweerder zich op het standpunt kunnen stellen dat de echtgenoot van eiseres weliswaar duurzaam beschikt over middelen van bestaan, maar dat deze middelen niet voldoende zijn. De recente inkomensgegevens die eiseres op 10 december 2009 heeft overgelegd, kunnen niet betrokken worden bij de beoordeling van het beroep, nu de rechter in beroep slechts die feiten en omstandigheden in aanmerking kan nemen die aan verweerder bekend waren, of konden zijn, ten tijde van het bestreden besluit. 11. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat niet gebleken is van een objectieve belemmering om het gezinsleven buiten Nederland uit te oefenen. Met haar enkele stelling dat haar echtgenoot een verstandelijke handicap heeft en de taal niet spreekt, heeft eiseres niet onderbouwd dat haar echtgenoot niet met haar kan afreizen naar Ghana om aldaar het gezinsleven uit te oefenen. 12. Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder terecht heeft beslist dat eiseres niet in aanmerking komt voor de gevraagde vergunning onder de beperking 'verblijf bij partner (thans echtgenoot) '. Voorts is niet gebleken van overige feiten en omstandigheden op grond waarvan geoordeeld zou moeten worden dat het bestreden besluit geen stand kan houden. Het beroep is ongegrond. 13. Van omstandigheden op grond waarvan één der partijen moet worden veroordeeld in de door de andere partij gemaakte kosten is de rechtbank niet gebleken. *•• III.
VOOR COPIE CONFORM 1 Ds griffier van de Lchtoank j Sector Bestuursrecht
I,., . Uitspraak
De rechtbank 's-Gravenhage, verklaart het beroep ongegrond. Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th, de Roos, in tegenwoordigheid van mr. J.A.B. Koens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 januari 2010.
fClS. y%OW& Afschrift verzonden op: f} 7 \\%\
Ofllfi
Rechtsmiddel Partijen kunnen tegen deze uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De termijn voor het indienen van een beruepsehrilt bedraagt vier weken na de verzending van de uitspraak duur de griffier.
Met beroepschrift moet worden geadresseerd aan de Raad van Sb te. Afdeling bestuursrechtspraak, Hoger beniep vreemdelingenzaken. Postbus Iftl 13. 2500 DC 's-Gravenhage.
2010-Jan-20 01:58 PM Mr. Cornelia van Voerden 0703258872
1/9
Mr* Cornells va» Woerden z.
j.^*
ADVOCAAT
dt*j OCH. Jzf* fre^Aan de Raad vun State Afdeling Bestuursrechtspraak Hoger beroep Vreemdelingenzaken Postbus 16 113 2500 BC DEN HAAG
Den Haag:
2 » JAN. 2010
RAAD VAN STATE
HOGER BEROEP
INGEKOMEN
2 0 JAN 2010 ZAAKNR AAN BEHANDELD DD:
PAR:
Hoogedclgestreng College, Inzake: V- nummer: IND-nr. : 0308-19-0156 Uw kenmerk; n.n.b.
vs. Staatssecretaris van Justititie (ÏND)
, voor deze aangelegenheid woonplaats kiekend te Den Haag aan het kantooradres van Mr. C.J. van Woerden aan de Kampcrfoeliestraat 193,2563 KG, die bepaaldelijk gevolmachtigd is om dit hoger-bcroepschrift te ondertekenen en in te dienen tekent bij deze hoger beroep aan tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, Vreemdelingenkamer van ï d 7 januari 2010 QÜ/p. Middelburg), als verzonden op d.d. 7 januari 2010 en aldaar bekend onder het/de Reg.nr(s).: AWB 09/15 323 BEPTDN (bijlage 1) Mw. , hierna te noemen appellante, kan zich niet verenigen met de aangevallen uitspraak en heeft de volgende grieven tegen opgemelde uitspraak.
VTierboomstraat 137 2564 HG Den Haag
TeL: 070-3251825
Fax: 070-325 8872
Qui audet vincit Fortisbankni. 97.58-50.334
2010-Jcm-20 01:59 PM Mr. Cornells van Voerden 0703258872
GRIEF I Strijd met het recht en/of verzuim van vormen doordien de rechtbank heeft overwogen "dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat hei beroep van etseres op de hardheidsclausule, zoals neergelegd in artihil 3.71, vierde lid, van het Vb 2000, niet kan slagen". Dat "hetgeen eiseres in dit verband heeft aangevoerd (—) verweerder niet (heeft: invoeging advocaat^ hoeven aan (te: invoeging advocaat) merken als bijzonder genoeg voor de hardheidsclausule". "Dat de MVV-procedure mogelijk drie maanden kan duren, is onvoldoende om eiseres vrij te stellen van het mvv-vereiste. Verder heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat zij in Ghana psychische problemen zal ondervinden in verband met de afwezigheid van haar echtgenoot. Daarnaast is haar stelling, dat zij en haar echtgenoot genoodzaakt waren om het gezinsleven in Nederland aan te gaan, niet onderbouwd'\ terwijl de aangevoerde feiten en omstandigheden een beroep op de hardheidsclausule rechtvaardigen, althans de rechterlijke overwegingen terzake lijden aan een motiveringsgebrek. Toelicltting Appellante heeft desgevraagd ter zitting aangevoerd dat haar wettige echtgenoot psychisch teloor gaat indien hij gescheiden wordt van appellante. Dat haar echtgenoot zichzelf alsdan verwaarloost en naar de drank grijpt. Gelet daarop is MW-aanvraag in het land van herkomst met een duur van drie (3) maanden verband hondend met die MVV-procedure -hetwelk niet wordt betwist- in het land van herkomst niet verantwoord te achten. Juist gelet daarop bestaat voor eiseres de noodzaak om het gezinsleven alhier te lande met haar echtgenoot aan te gaan. Appellante kan het immers psychisch niet aan om haar echtgenoot achter te laten in de wetenschap dat haar echtgenoot alsdan psychisch en lichamelijk teloor gaat. De noodzaak tot achterlating vloeit voort uit het gegeven dat de echtgenoot niet drie (3) of meer maanden verlof krijgt van de werkgever om appellante te vergezellen naar Ghana in het kader van een MW-aanvraag. De aangevallen overwegingen in het kader van het beroep op de hardheidsclausule missen feitelijke grondslag. Appellante heeft wel degelijk onderbouwd waarom zij het gezinsleven in Nederland dient aan te gaan. En waarom zij psychische problemen zal ondervinden bij achterlating van haar echtgenoot. De aangevallen uitspraak is wegens het ontbreken van een feitelijke grondslag niet naar de eis der Wet gemotiveerd en komt mitsdien voor vernietiging in aanmerking.
GRIEF 2 Strijd met het recht en/of verzuim van vormen doordien de rechtbank heeft overwogen dat in het kader van de vraag of zich zodanigefeitenen omstandigheden voordoen, die uit het respect voor het gezinsleven, daaruit de positieve verplichting doen voortvloeien om aan eiseres verblijf toe te staan,w verweerder zich in dit geval op het standpunt heeft kunnen
VHerboomstraat 137 2564 MG Den Haag
Tel.: 070-3251825
Fax: 070-325 8872
Qui audet vindt Foriisbanknr. 97,5850.334
;
20lO-Jctn-20 01:59 PM Mr. C o r n e l l s van Woerden 0703258872
stellen dat hetgeen eiseres in beroep naar voren heefl gebracht in redelijkheid niet kan leiden tot het oordeel dat de belangenafweging ten onrechte in het voordeel van de Staat is uitgevallen"; en: " (—) niet onderbouwd (heeft; inv. advocaat) waarom zij het psychisch niet aan kan om zonder haar echtgenoot naar Ghana terug te kererC\ terwijl de aangevoerde feiten en omstandigheden een beroep op de bij de Staat bestaande positieve verplichting tot verblij'fsaanvaarding rechtvaardigen, althans de rechterlijk overwegingen terzake lijden aan een rootiveringsgebrek.
Toelichting Het enkele feit dat de uit de mvv-eis voortvloeiende verplichting om Nederland te verlaten in beginsel van tijdelijke aard is, miskent dat van appellante in de omstandigheden van het geval niet gevergd kan worden om de echtgenoot te verlaten, ook al is dit tijdelijk. Immers, appellante heeft desgevraagd ter zitting aangevoerd dat haar wettige echtgenoot psychisch teloor gaat indien hij gescheiden wordt van eiseres. Dat haar echtgenoot zichzelf alsdan verwaarloost en naar de drank grijpt De overwegjng dal appellante niet zon hebben onderbouwd waarom zij het psychisch niet aan kan om zonder haar echtgenoot naar Ghana terug te keren, mist feitelijke grondslag. De aangevallen uitspraak is mitsdien niet naar de eis der Wet met redenen omkleed en komt voor vernietiging in aanmerking.
GRIEF 3 Strijd met het recht en/of verzuim van vormen doordien de rechtbank heeft overwogen dat "verweerder zich op het standpunt heeft kunnen stellen dat niet gebleken is van een objectieve belemmering om het gezinsleven buiten Nederland uit te oefenen. En: "Met haar enkele stelling dat haar echtgenoot een verstandelijke handicap heeft en de taal niet spreekt, (—) eiseres niet onderbouwd fheefi: inv. advocaat) dat haar echtgenoot niet met haar kan afreizen naar Ghana om aldaar het gezinsleven uit te oefenen" terwijl de aangevoerdefeitenen omstandigheden een beroep op de bij de Staat bestaande positieve verplichting tot verblijfsaanvaardirig rechtvaardigen althans de bedoelde objectieve belemmering aanwezig doen zijn, althans derechterlijkeoverwegingen terzake lijden aan een motiveringsgebrek. Toelichting Ter zitting is (nogmaals) gebleken dat de stelling dat de echtgenoot cen verstandelijke handicap heeft niet een blote bewering is, maar wordt ondersteund door de stukken in het IND-dossier. De echtgenoot van appellante is een arbeidsgehandicapte die op basis van de Wet Sociale Werkvoorziening werkt in een sociale werkplaats te . In het IND-dossier bevindt zich een werkgeversvcrklaring waarin e,e.a, wordt bevestigd (Gedingstuk IB). De gemachtigde van de ÏND zelfwees ter zitting de rechter op bedoeld gedingstuk.
VHerboomstraatl37 2564 HG Den Haag
Tel.: 070-3251825
Fax: 070-325 8872
Qui audet: vindt ForUsbankiu. 97.5830334
2010-Jan-20 02:00 PM Mr. Cornells van Voerden 0703258872
In zoverre mist de aangevallen overweging feitelijke grondslag. Door verweerder wordt niet betwist dal de echtgenoot van appellante de taal niet spreekt. Niet valt in te A en dat een verstandelijk gehandicapte die de taal niet spreekt voor zichzelf en zijn familie een menswaardig bestaan zou kunnen opbouwen in Ghana, waar een Wet Sociale Werkvoorziening niet bestaat. In die zin heeft appellante met haar echtgenoot niet "een aanvaardbare toekomsf' in Ghana, Ten onrechte is dit aspect door de rechtbank miskend. In zoverre is de aangevallen uitspraak niet toereikend, althans niet voldoende gemotiveerd. MITSDIEN: Uw Raad eerbiedig wordt verzocht de aangevallen uitspraak te vernietigen met zodanig uitspraak als Uw Raad zal vermenen te behoren.
Met gevoelens van hoogachting, Mr. C.J. van Woerden
s ^
Ad\» w-caten kemjpör Mr. Cotóéj&tfan Woerden Kara^fêelie&trâat1d3 2S§3iv3 Den Haag jéT070- 325 1825
VlieTboomstraat 137 2564 HG 1** Maag
Tel: 070-32518Z5
Fax: 070-325 »872
Qui audet vindt Fortisbanknr. 97.58.50.334