ADVIESRAPPORT ENQUÊTE ONDERZOEK KLOETINGE ; WOONBAAR NU EN IN DE TOEKOMST
Opgesteld door: Corné van Eenennaam Baudina van der Meulen Stefan Schrier Studenten studerend aan: Hogeschool Zeeland University of Applied Sciences
Adviesrapport Enquête onderzoek Kloetinge ; Woonbaar nu en in de toekomst
Auteurs: C.S. van Eenennaam, B. van der Meulen, S. Schrier Studentennummers: 45311, 68995,62944 Semester/studiejaar: Leerjaar 3, Semester 2 Plaats/jaar van uitgave: Vlissingen, 8 juni 2015 Organisatie: HZ University of Applied Sciences
Naam opdrachtgever: Marinus Vuijk Naam docent: André de Korte Versienummer: 2.0
INHOUD 1.INLEIDING ............................................................................................................................................. 1 2. PROBLEEMSTELLING ............................................................................................................................ 2 2.1 PROBLEEMANALYSE ...................................................................................................................... 2 2.2 AANLEIDING................................................................................................................................... 2 3. VRAAGSTELLING .................................................................................................................................. 3 3.1 WAAROM HOOFD- EN DEELVRAGEN? .......................................................................................... 3 3.2 HOOFDVRAAG ............................................................................................................................... 3 3.3 DEELVRAGEN ................................................................................................................................. 3 4. DOEL VAN HET ONDERZOEK ................................................................................................................ 4 4.1 LEEFBAARHEID ............................................................................................................................... 4 4.2 VERKEER & VEILIGHEID.................................................................................................................. 4 4.3 OUDEREN & JONGEREN ................................................................................................................ 4 4.4 ZORG & WELZIJN ........................................................................................................................... 4 5. THEORETISCH KADER........................................................................................................................... 5 5.1 LEEFBAARHEID ............................................................................................................................... 5 5.1.1 DE DEFINITIE VAN LEEFBAARHEID .......................................................................................... 5 5.1.2 LEEFBAARHEID IN DE PRAKTIJK .............................................................................................. 5 5.1.3 BASISBEHOEFTEN VAN LEEFBAARHEID PIRAMIDE ................................................................. 5 5.2 BEWONERSPARTICIPATIE .............................................................................................................. 6 5.2.1 DE DEFINITIE VAN BEWONERSPARTICIPATIE ......................................................................... 6 5.2.2 BEWONERSPARTICIPATIE IN DE PRAKTIJK ............................................................................. 6 5.2.3 PARTICIPATIEMIX.................................................................................................................... 6 5.3 VERKEERSVEILIGHEID .................................................................................................................... 8 5.3.1 DE DEFINITIE VAN VERKEERSVEILIGHEID ............................................................................... 8 5.3.2 VERKEERSVEILIGHEID IN DE PRAKTIJK .................................................................................... 8 5.3.3 MODELAANPAK VEILIG FIETSEN ............................................................................................. 8 6. ONDERZOEKSMETHODE .................................................................................................................... 10 KWANTITATIEF & KWALITATIEF ........................................................................................................ 10 7. UITWERKINGEN ENQUÊTEVRAGEN ................................................................................................... 11 OPKOMST .......................................................................................................................................... 11 BETROUWBAARHEID ......................................................................................................................... 11 LEEFBAARHEID (CONCLUSIES VRAAG 1 T/M 7) ................................................................................. 12 VEILIGHEID & VERKEER (CONCLUSIES VRAAG 8 T/M 11) .................................................................. 20 ZORG & WELZIJN (CONCLUSIES VRAAG 12 T/M 15).......................................................................... 24 JONGEREN & OUDEREN (CONCLUSIES VRAAG 16 T/M 18) ............................................................... 26
ALGEMEEN (CONCLUSIES VRAAG 19 T/M 26) ................................................................................... 28 8. CONCLUSIE OP DE DEELVRAGEN ....................................................................................................... 32 DEELVRAAG 1 .................................................................................................................................... 32 DEELVRAAG 2 .................................................................................................................................... 32 DEELVRAAG 3 .................................................................................................................................... 33 9. EINDCONCLUSIE EN ADVIES .............................................................................................................. 34 10. BURGERPARTICIPATIE...................................................................................................................... 36 11. BIBLIOGRAFIE .................................................................................................................................. 37
1.INLEIDING Dit adviesrapport richt zich op de leefbaarheid in wonen, de zorg en het verkeer binnen Kloetinge. Hierin worden punten behandeld en beschreven die de korte en middellange termijnvisie van Kloetinge moeten gaan bepalen. Sinds maart 2010 is de gemeente Goes al bezig met het verbeteren van haar voorzieningen en woonservices. Echter zijn er nog steeds belangrijke punten op de agenda die gerealiseerd moeten worden. Daarnaast is het ook van belang om te weten wat er onder de inwoners van Kloetinge speelt. Zo wil men graag weten wat men verbeterd wil zien in de omgeving en waar behoefte aan is. Door middel van een dorpsplan is dit in kaart gebracht al dienen er nog wel bepaalde zaken te worden uitgelicht. Dit project dient bij te dragen aan een nieuw dorpsplan en de daarbij volgende actiepunten. In 2008 is er een dorpsenquête geweest waar echter geen of weinig wensen mee werden vervuld. Door middel van dit adviesrapport worden er adviezen geschreven die mee worden genomen in het dorpsplan. De adviezen en conclusies die in dit rapport duidelijk worden moeten een bevestiging worden voor de actiepunten die nu al op tafel liggen. Door middel van een hoofdvraag die is opgedeeld in deelvragen kan dit onderzoek uitgevoerd worden. Deze vragen bieden houvast aan wat gedaan en onderzocht moet worden.
Pagina | 1
2. PROBLEEMSTELLING In dit hoofdstuk wordt het probleem en de aanleiding van het onderzoek omschreven.
2.1 PROBLEEMANALYSE In het jaar 1900 trokken veel Goesenaren naar het dorp Kloetinge, dit kwam door het gunstige belastingklimaat. Hierdoor kreeg het dorp de bijnaam 'Het Wassenaar van Zeeland' (Dorpsplan Kloetinge, 2013). Vanaf 2012 is er een dorpsverenging opgesteld in Kloetinge. Het doel is dan ook om Kloetinge haar fijne leefomgeving te laten behouden voor zowel jong als oud. De dorpsvereniging van Kloetinge vindt het van belang dat alle leeftijdsgroepen fijn kunnen wonen in het dorp en wil daarom graag van de bewoners van het dorp weten wat zij daarvoor nodig hebben, niet iedereen vindt natuurlijk hetzelfde belangrijk als een ander. De aanleiding van het probleem is dat het dorp Kloetinge nu en in de toekomst toegankelijk moet zijn voor alle leeftijdsgroepen. De dorpsverenging vind het namelijk van belang dat de inwoners van Kloetinge zich goed voelen in hun eigen woon -en leefomgeving en daardoor met veel plezier in dorp blijven wonen, of natuurlijk dat mensen naar het dorp Kloetinge toe trekken, omdat het zo’n fijne plek is om te wonen. Ook vind de dorpsbelang het belangrijk om te weten welke faciliteiten de mensen van Kloetinge nodig hebben om het dorp zo aangenaam mogelijk te maken om in te wonen.
2.2 AANLEIDING In maart 2010 is er een pilot woonservicegebied van de gemeente Goes opgestart. Dit om de woonvoorzieningen in de gemeente te verbeteren. Om te weten welke voorzieningen er nodig waren is door middel van een enquête in 2008 duidelijk geworden wat de wensen waren. Er zijn wel actiepunten besproken, maar er werden weinig tot geen wensen vervuld. Het doel van dit project is om erachter te komen wat de wensen en behoeftes zijn van de inwoners van Kloetinge en dat alle partijen er betrokken bij zijn. Binnen de dorpsvereniging en gemeenteraad is er wel al een duidelijk beeld wat verbeterd kan worden. Echter wil men dat de inwoners zelf voldoende inspraak hebben in wat er in Kloetinge gebeurd. Zo zijn er vier thema’s die behandeld worden: 1. 2. 3. 4.
Leefbaarheid Verkeer Jongeren Cultuur en vrije tijd
Doordat Kloetinge uit drie wijken bestaat die nogal verschillen met elkaar is het van belang om duidelijk te hebben welke voorzieningen in welke wijk terecht komen. Zo is er de wijk Riethoek, Oostmolenpark en de dorpskern. In het dorpsplan zullen de ideeën, wensen en activiteiten benoemt worden die aangedragen zijn door de inwoners van Kloetinge. De voorzieningen die er dienen te komen dienen realistisch en uitvoerbaar te zijn voor beide partijen. De inwoners zelf moeten ook zaken kunnen realiseren naast de voorzieningen die de gemeente aanlegt. Voorwaarde voor dit dorpsplan is dat er genoeg betrokkenheid is met de bevolking. Er is dan ook een startbijenkomst georganiseerd waar alle inwoners voor werden uitgenodigd. Burgerparticipatie is dus een belangrijk onderdeel binnen dit project.
Pagina | 2
3. VRAAGSTELLING In dit hoofdstuk wordt de onderzoeksvraag weergegeven en de daarbij behorende deelvragen.
3.1 WAAROM HOOFD- EN DEELVRAGEN? Om onderzoek naar een bepaald onderwerp te doen heb je een onderzoeksvraag nodig. Tijdens het gehele proces van onderzoek doen koppel je steeds terug naar je hoofdvraag. Je onderzoek geeft vervolgens een antwoord op deze hoofdvraag. Deelvragen zijn hierbij erg belangrijk, deze deelvragen zorgen ervoor dat je onderzoeksvraag wordt beantwoord. (Baarda, 2009)
3.2 HOOFDVRAAG ‘Op welke manier kan Kloetinge ervoor zorgen dat het dorp leefbaar blijft en dat zowel de ouderen als de jongeren betrokken blijven bij besluitvormingen en de veiligheid van hun dorp nu en in de toekomst?’
3.3 DEELVRAGEN o o o o
Hoe kunnen de wensen van de inwoners achterhaald worden om de leefbaarheid te vergroten? Hoe reageren de inwoners op de veiligheid binnen hun dorp? Hoe kan de gemeente de inwoners beter betrekken om zo een beter dorpsplan te schrijven? Hoe hebben de inwoners en betrokkenen het project ervaren?
Pagina | 3
4. DOEL VAN HET ONDERZOEK Dit onderzoeksvoorstel heeft als doelstelling om duidelijk te maken wat er gedaan moet worden binnen Kloetinge.
4.1 LEEFBAARHEID Het doel is het onderzoeken van de wensen van de inwoners om zo te weten wat Kloetinge kan doen om de leefbaarheid te verbeteren. Om voor een hoge kwaliteit aan informatie te raken is het van belang dat alle rapportages, interviews en enquêtes goed gecontroleerd worden voordat deze worden doorgestuurd en is het belangrijk dat meerdere mensen naar deze rapportages kijken. Zo dienen opgeleverde rapportages voor iedereen toegankelijk te lezen en te begrijpen zijn.
4.2 VERKEER & VEILIGHEID Het verkeer en de veiligheid binnen Kloetinge is al redelijk goed in kaart gebracht, al zijn er misschien punten die de inwoners wel weten maar nog niet gedeeld hebben. Daar bied de enquête dan uitkomst bij, om zo informatie te verkrijgen van de inwoners zelf. Zo voelen zij zich ook betrokken bij hun dorp.
4.3 OUDEREN & JONGEREN Om te weten wat er speelt onder de jongeren of wat de wensen van hun zijn is het een belangrijk doel om informatie te verkrijgen van de jongeren zelf. Door middel van een enquête kan die informatie verkregen worden. Om dit doel te behalen moeten alleen wel de jongeren bereid zijn om de enquête in te vullen. Naast de jongeren zijn er ook veel ouderen in Kloetinge. Deze mensen hebben ook hun wensen waar naar geluisterd moet worden. Niet alle ouderen hebben een computer of kunnen hier goed mee overweg, daarom dienen alle mogelijkheden worden onderzocht hoe ook deze doelgroep bereikt kan worden in ons onderzoek.
4.4 ZORG & WELZIJN Daarnaast zijn er ook nog sport en cultuurvoorzieningen. De wensen van zowel de jongeren als de ouderen dienen duidelijk te zijn. Ook is het belangrijk om te weten welke wijk welke wensen heeft, zodat de voorzieningen daarop aangepast kunnen worden. Om dit alles in goede banen te leiden is er contact met diverse personen. Zij kunnen gegevens en informatie delen, zodat deze kunnen worden gebruikt in het verwerken van bijvoorbeeld een enquête. Communicatie zal een belangrijk onderdeel hierin zijn, zodat iedereen op de hoogte is hoever het project staat en wat er op de planning staat.
Pagina | 4
5. THEORETISCH KADER In dit hoofdstuk worden de begrippen leefbaarheid en bewonersparticipatie en verkeersveiligheid en Dorpsplan. Dit wordt gedaan doormiddel van bronnen onderzoek.
5.1 LEEFBAARHEID Leefbaarheid is een begrip wat al lang bestaat. Het is echter een begrip van alle tijden, omdat leefbaarheid nog steeds in de huidige maatschappij een belangrijke rol inneemt. Maar wat is de definitie van leefbaarheid? Wat betekend leefbaarheid in de praktijk?
5.1.1 DE DEFINITIE VAN LEEFBAARHEID Leefbaarheid geeft aan in hoeverre een bepaald gebied of een gemeenschap geschikt is om in te wonen en te werken. Hierbij wordt gekeken naar de aantrekkelijkheid van het gebied of de gemeenschap. (Ensie, 2011) Leefbaarheid laat zich definiëren als: het wonen in een prettige en veilige omgeving, met de mogelijkheid om (thuis of in de buurt) gebruik te kunnen maken van (eenvoudige) zorg-, welzijns- en gemaksdiensten. (TransitieBureauWmo, 2015) Derde tevens laatste definitie is die van de politieacademie: subjectieve beleving en waardering van een leef- en woonomgeving (Politieacademie, Leefbaarheid, 2014)
5.1.2 LEEFBAARHEID IN DE PRAKTIJK Zone3 is een sociale onderneming, die op een professionele manier diensten levert aan zowel overheid, profit- als non profitorganisaties. Het doel is duurzame verbetering van de leefbaarheid van de woon- en werkomgeving en het creëren van kansen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. (Heuzeveldt, 2011) Het werken aan leefbaarheid blijft een kerntaak voor woningcorporaties. Minister Blok bevestigt dit in zijn novelle. Maar wat is nu de rol van de corporaties en wat mag in 2015 van de huurder worden verwacht? En hoe zet u de beperkte tijd en budget zo in dat het effect maximaal is? Met deze opleiding leert u van ervaren professionals leefbaarheid in de praktijk gestructureerd en succesvol aan te pakken en daarmee de verhuurbaarheid in stand te houden. Uitgangspunt is te komen tot een doordachte, planmatige aanpak waarmee u, samen met netwerkpartners en bewoners aansprekende en tastbare resultaten boekt. (Kjenning, 2012)
5.1.3 BASISBEHOEFTEN VAN LEEFBAARHEID PIRAMIDE De zogenaamde basisbehoeften liggen op het eerste niveau en zijn:voedsel, kleding, onderdak, lichamelijk welzijn en seks. Op het tweede niveau ligt veiligheid, waarbij in hoofdzaak wordt vermeld de zorg voor gezondheid, eigen bezit, routine, stabiliteit, (financiële) beloning, veiligheid en zekerheid. Liefde, affectie en sociaal gevoel liggen op het derde niveau. Hierbij speelt een grote rol de behoefte deel uit maken van een ‘groep’ met relaties, zorgzaamheid, vertrouwen, feedback, vriendschap, discussie, geïnformeerd zijn en anderen helpen. Op het vierde niveau ligt respect en ego. Het vijfde en hoogste niveau vormt zelf actualisatie; Pagina | 5
persoonlijke groei en ontwikkeling. Volgens Maslov moeten de basisbehoeften vervuld zijn om tot een volgend niveau te kunnen komen. (Maslow)
5.2 BEWONERSPARTICIPATIE Bewonersparticipatie is een begrip wat nog maar net bestaat. Het is echter wel een begrip wat steeds belangrijker wordt. Steeds meer mensen willen invloed uitoefenen op hun woonomgeving. Maar wat is de definitie van bewonersparticipatie? Wat betekend bewonersparticipatie in de praktijk?
5.2.1 DE DEFINITIE VAN BEWONERSPARTICIPATIE Veel burgers voelen zich betrokken bij hun wijk of omgeving en zetten zich daar vrijwillig voor in. Dit heet burgerparticipatie. Ze doen vrijwilligerswerk, organiseren schoonmaakacties in de straat, kopen collectief zonnepanelen in of richten een lokale zorgcoöperatie op. Of ze praten mee over de gemeentebegroting. (Rijksoverheid) Burgerparticipatie: alle vormen van participatie waarbij de belangen van de burger in het geding zijn, zowel participatie van de individuele burger, als van organisaties, professionals en instellingen die de belangen van burgers behartigen (Politieacademie, Burgerparticipatie, 2014)
5.2.2 BEWONERSPARTICIPATIE IN DE PRAKTIJK Kracht in NL behartigt de belangen van maatschappelijke initiatieven, ondernemende gemeenschappen en sociale ondernemingen in Nederland. Zij maakt deze initiatieven landelijk zichtbaar en verbindt hen met elkaar tot een nieuwe “topsector”. Een topsector die met eigen kracht, menselijke maat, door slim te combineren en samen te doen inzet op nieuwe lokale economieën. Die sector van initiatieven draagt wezenlijk bij aan een nieuwe samenleving en economie waarin iedereen meetelt en meedoet. Een samenleving waarin ecologische, maatschappelijke en economische waarden zijn verbonden. (Nederland, 2013) Kracht in NL inspireert overheden, bedrijven en kennisinstelling om ruimte en energie te geven aan deze nieuwe topsector en deze nieuwe ontwikkelingen. (Nederland, 2013) Binnen de Kracht in NL community worden innovatoren uit alle sectoren samengebracht. Met elkaar zoeken zij naar nieuwe samenwerkingsvormen, naar instrumenten die passen bij een netwerksamenleving en een nieuwe economie. Met elkaar stellen ze fiscale, juridische en organisatorische belemmeringen aan de kaak. (Nederland, 2013) Kracht in NL bestaat twee jaar en heeft leden en partners die de overtuiging delen en sociale innovatie in Nederland bevorderen. Een van de belangrijkste waardeproposities van Kracht in NL is het netwerk en de kennis binnen de totale markt van burgerinitiatieven en maatschappelijke initiatieven tot sociale ondernemingen. (Nederland, 2013)
5.2.3 PARTICIPATIEMIX Geen doel op zich, maar middel om adequaat te werken Heeft uw organisatie al allerlei spannende vormen van bewonersparticipatie ontdekt? Is uw huurdersraad nog wel een juiste afspiegeling van uw klanten, of zit u toch vooral met gepensioneerde mannelijke autochtonen aan tafel? Kortom: twijfelt u of u wel altijd ‘de stem van uw huurders’ hoort? (Bert van 't Land, 2014) Traditionele vormen van bewonersparticipatie, zoals overleg met huurders- of bewonersraad (beleidsniveau) en met huurdercommissies (complexniveau), leiden vaak niet tot de gewenste Pagina | 6
resultaten. De inspirerende inbreng waar u op hoopte, blijft uit en is dikwijls ook niet representatief. Jongere huurders en het allochtone deel van uw klanten laten hun stem niet horen. De kans op processen vol negatieve energie is groot. Dat is zonde, want participatie biedt veel kansen voor meer kwaliteit in uw aanbod en een adequate bedrijfsvoering. (Bert van 't Land, 2014) Geen ‘extra werk’ maar ‘ander werk’ Herkent u dit beeld? Wilt u werkelijk weten wat er leeft bij uw klanten? En daar, in uw organisatie en bedrijfsvoering, op inspelen? Dan moet u serieus werk maken van bewonersparticipatie. Dat is geen ‘extra werk’ het is vooral ‘ander werk’. Een corporatie die op een effectieve manier bewonersinbreng weet te verankeren in de beleids- en uitvoeringcyclus, boort een extra kwaliteitsdimensie aan. Deze andere manier van werken betekent een andere kijk op bewoners. Bewoners die participeren hebben ook andere verwachtingen van de corporatie. Daarom vergt bewonersparticipatie ook wat van de interne organisatie, namelijk het besef dat bewoners meer invloed op het beleid zullen hebben. Medewerkers zullen op veel niveaus vertrouwd moeten raken met het werken met klantencontacten. Participatie is geen doel op zich, het is primair een middel om je organisatie van uiterst relevante input te kunnen voorzien en klantgericht (zo je wilt klantgestuurd) te laten draaien. (Bert van 't Land, 2014) Soorten bewonersparticipatie Participatie betekent ‘actieve deelname’. Als historische opvolger van het begrip inspraak heeft participatie ook een betekenis in de zin van ‘inbreng / input leveren’. Daar ligt de nauwe relatie met communicatie: de richting hiervan bepaalt in feite of er sprake is van participatie of niet. Deze verwevenheid geven wij in de onderstaande opsomming aan: Zenden, oftewel bewoners informeren (bijvoorbeeld over het nieuwe mutatiebeleid of de jaarlijkse huurverhoging). In principe is dit geen participatie, maar wel een belangrijk voorwaarde om te kunnen participeren. Onderlinge uitwisseling met bewoners, oftewel interactie: bewoners ontvangen informatie, denken mee over de vormgeving van beleid / project (bijvoorbeeld woningrenovatie) en geven dat terug aan uw organisatie. Ontvangen, oftewel zelf informatie ophalen / inventariseren: hierbij haalt de corporatie informatie op bij bewoners door hun meningen te vragen over bepaalde thema’s (bijvoorbeeld woonwensen of ‘gevoel krijgen bij de leefbaarheid in een bepaalde buurt’). (Bert van 't Land, 2014) Niveaus bewonersparticipatie Participatie beweegt zich bij corporaties grofweg op drie verschillende schaalniveaus: Complexniveau, participatie erg dichtbij de woonomgeving van bewoners. Buurt- / wijkniveau, hierbij gaat het om participatietrajecten waarbij uitspraken worden gedaan over de buurt waarin mensen wonen of over (een deel van) de wijk. Corporatieniveau, oftewel trajecten met bewoners op organisatie- of beleidsniveau. (Bert van 't Land, 2014)
Pagina | 7
5.3 VERKEERSVEILIGHEID Verkeersveiligheid is een begrip wat steeds belangrijker wordt de laatste tijd. Omdat steeds meer kinderen op de fiets naar school gaan en de wegen steeds drukker worden. Maar wat is de definitie van verkeersveiligheid en wat betekend verkeersveiligheid in de praktijk?
5.3.1 DE DEFINITIE VAN VERKEERSVEILIGHEID Verkeersonveiligheid is één van de vele gevaren waarmee de moderne mens wordt geconfronteerd. Het is een gevaar dat, in tegenstelling tot natuurrampen, door de mens zelf is gecreëerd. Vanaf het begin dat het gemotoriseerd verkeer slachtoffers begon te eisen, zijn maatregelen genomen om de verkeersveiligheid te verbeteren. (Vlakveld, 2009) Verkeersveiligheid is een vorm van Veiligheid waarbij specifiek gekeken wordt naar de risico's als gevolg van de beweging van Verkeersdeelnemer. Doordat zij bewegen lopen verkeersdeelnemers immers het risico dat zij elkaar of andere voorwerpen fysiek raken waardoor schade kan ontstaan. (Torbijn, 2008)
5.3.2 VERKEERSVEILIGHEID IN DE PRAKTIJK Wie de ongevallencijfers van de afgelopen 25 jaar analyseert, komt echter tot treurige getallen. Alleen al in Zeeland kwamen sinds 1987 - het eerste jaar waarvan nauwkeurige cijfers beschikbaar zijn - bijna duizend mensen (952 tot en met deze maand) om in het verkeer. Dat is vergelijkbaar met de omvang van een dorp zoals Graauw. Het aantal zwaargewonden is bijna het tienvoudige, vergelijkbaar met een kleine stad zoals Tholen. (Courant, 2013) Het aantal verkeersdoden is in die periode weliswaar flink gedaald, maar lijkt inmiddels gestagneerd en vertoont af en toe weer uitschieters naar boven. Dit jaar valt ook in negatieve zin op. Tot nu toe kwamen er elf mensen om in het Zeeuwse verkeer, terwijl doorgaans de meeste doden juist in de tweede helft van het jaar (met name de zomermaanden) vallen. De kans is daarmee reëel dat de aantallen van 2012 (15 slachtoffers) en 2011 (17) ruim worden overschreden. (Courant, 2013) In Zeeland scoort 52% van de provinciale wegen 2 sterren en 3% van de wegen 1 ster. Om de wegen zo in te richten dat ze veilig zijn (een score van 3 of meer behalen) zullen met name die ontwerpkenmerken moeten worden aangepakt die een rol spelen bij deze drie risico’s. Bepalend voor de veiligheidsscores zijn drie soorten risico’s: • Frontale aanrijdingen • Bermongevallen • Flankaanrijdingen op kruispunten (ANWB, 2014)
5.3.3 MODELAANPAK VEILIG FIETSEN De Modelaanpak Veilig Fietsen heeft als doel gemeenten een handreiking te bieden om een lokale aanpakveilig fietsen op te stellen of om de bestaande aanpak te versterken. Een goed uitgewerkte en geborgdeaanpak is efficiënter en heeft meer effect. De Modelaanpak biedt praktische handvatten om lokale knelpuntenin beeld te brengen. Het helpt keuzes te maken voor passende fietsveiligheidsmaatregelen, deze zo efficiëntmogelijk en tegen geringe kosten uit te voeren. Tevens is het een wegwijzer naar bruikbare informatie ensamenwerkingspartners om de lokale aanpak veilig fietsen op te stellen en uit te voeren. De Modelaanpak Veilig Fietsen helpt gemeenten het bestaande beleid te toetsen en indien gewenst eenimpuls te geven met maatregelen gericht op de belangrijkste lokale doelgroepen en knelpunten.
Pagina | 8
De Modelaanpak focust zich op fietsveiligheid maar kan ook leiden tot positieve effecten voor andere verkeersdeelnemers;het verwijderen van fietspaaltjes kan bijvoorbeeld ook veiliger zijn voor bromen snorfietsers.Omgekeerd geldt ook dat de veiligheid van de fietser vaak in het gevaar komt door de vermenging met snelverkeer. Om de veiligheid van de fietser en andere weggebruikers te verbeteren dient de aanpak bij voorkeuronderdeel uit te maken van een breder beleid op het gebied van verkeersveiligheid waarbij, ook maatregelenworden genomen gericht op de andere weggebruikers (het gemotoriseerde verkeer). (Mileu, 2013)
Pagina | 9
6. ONDERZOEKSMETHODE KWANTITATIEF & KWALITATIEF In dit onderzoek is er gekozen voor een kwantitatief onderzoek onder de inwoners van Kloetinge. De behoeften en meningen van de inwoners worden hierbij zorgvuldig afgewogen. Per doelgroep zal worden onderzocht wat er leeft onder de inwoners van het dorp. Dit zal de belangrijkste bron worden om informatie te verkrijgen. Door schriftelijk de enquêtes te verspreiden en/of digitaal te versturen dienen alle doelgroepen bereikt te worden. Echter zijn er meer verschillende typen onderzoeken nodig om bepaalde informatie te verzamelen. Daarom zal er naast kwantitatief ook kwalitatief onderzoek worden gepleegd. Op 7 april 2015 is er een bewonersbijeenkomst met bewoners e.a. aanwezig waarbij we een groepsdiscussie willen aangaan door de ideeën en vragen voor te leggen die er op dit moment zijn.
Pagina | 10
7. UITWERKINGEN ENQUÊTEVRAGEN De uitwerkingen van de enquête zijn in dit hoofdstuk terug te vinden. Per thema komt er een conclusie en/of aanbeveling te staan.
OPKOMST Van de 415 mensen die de enquête hebben ingevuld hebben er 37 hem digitaal ingevuld. De mensen die hem digitaal hadden ingevuld zijn allemaal volwassenen (al dan niet met kinderen). In onderstaande grafiek is het goed te zien.
Digitaal 9%
Papier 91% Digitaal
Digitaal Papier Totaal
Papier
37 378 415
BETROUWBAARHEID Aangezien de opkomst van de enquête best hoog is, namelijk 415 is de betrouwbaarheid redelijk tot goed. In percentages betekend dit dat een derde, dus 33%, gereageerd heeft op de enquête. Bij de bewonersavond gingen we uit van rond de 40% en daar zijn we aardig in de buurt van gekomen. De opkomst is in onze ogen dan ook een succes geweest. Enige wat ontbrak was wat meer reacties van jongeren, maar we zijn al blij dat ruim 40 jongeren samen met hun ouders de moeite hebben genomen om de enquête in te vullen (zie volgende bladzijde).
Pagina | 11
LEEFBAARHEID (CONCLUSIES VRAAG 1 T/M 7) Vraag 1: Tot welke doelgroep behoort u?
Doelgroepen 250 200 150 100 50 0 Jongeren
Jongeren Volwassenen Ouderen
Volwassenen
Ouderen
7 228 180
CONCLUSIE / AANBEVELING: In de grafiek is goed te zien dat de volwassenen en de ouderen de meeste enquêtes hebben ingevuld. Toch hebben we rond de 50 resultaten bij vragen die specifiek voor jongeren bedoeld waren. Dit betekend dat ruim 40 jongeren samen met hun ouders de enquête hebben ingevuld. Door reclame te maken via o.a. Facebook hebben we geprobeerd om ook de jongeren te bereiken. Helaas kunnen we concluderen dat jongeren niet bereid zijn om een enquête in te vullen. Om dit misschien voor een volgende keer te verbeteren is door persoonlijk jongeren aan te spreken en ze een enquête mee te geven of persoonlijk langsgaan bij de scholen.
Pagina | 12
Vraag 2: In welk gedeelte van Kloetinge woont u?
Riethoek 13%
Centrum van Kloetinge 56%
Riethoek
Riethoek Oostmolenpark Centrum van Kloetinge
Oostmolenpark 31%
Oostmolenpark
Centrum van Kloetinge
56 128 231
CONCLUSIE / AANBEVELING: In deze grafiek is het duidelijk dat het centrum van Kloetinge de meeste respons heeft gegeven op de enquêtes. Hier wonen ook veel ouderen die reacties hebben gegeven. Zij zijn redelijk trouw als het gaat om hun dorp. Je merkt dat dat met de jongere generatie toch anders zit.
Pagina | 13
Vraag 3: Hoe heeft Kloetinge zich de afgelopen jaren ontwikkeld op het gebied van leefbaarheid?
Riethoek Verbeterd Gelijk gebleven Achteruit gegaan
Aantal: 30 25 1
Percentages: 54% 45% 2%
Aantal: 29 91 8
Percentages: 23% 71% 6%
Aantal: 47 150 23
Percentages: 21% 68% 10%
Oostmolenpark Verbeterd Gelijk gebleven Achteruit gegaan
Centrum Verbeterd Gelijk Achteruit gegaan
CONCLUSIE / AANBEVELING: De redelijk nieuwe wijk Riethoek heeft een opvallend hoog percentage van 54% dat kiest voor een verbetering van de leefbaarheid in de omgeving. Het Oostmolenpark en het centrum van Kloetinge vinden over het algemeen dat het gelijk is gebleven met een paar uitschieters omhoog naar verbeterd. Een klein percentage vind dat het achteruit is gegaan binnen Kloetinge. Het grootste aantal in hierbij in het centrum. Zij geven aan dat vandalisme, zwerfafval en te hard rijden waardoor het onveilig is één van de redenen is dat het erop achteruit is gegaan. Hoe heeft Kloetinge zich de afgelopen jaren ontwikkeld op het gebied van leefbaarheid? Verbeterd
106 (25.54 %)
Gelijk gebleven
277 (66.75 %)
Achteruit gegaan
32 (7.71 %)
Over het algemeen is het dorp Kloetinge tevreden over de leefbaarheid op dit moment binnen Kloetinge. Al is er misschien wel winst te boeken op bepaalde zaken die later in deze enquête duidelijk worden, waardoor de mensen eerder zouden stemmen voor “verbeterd” i.p.v. “gelijk gebleven”.
Pagina | 14
Vraag 4: Ervaart u overlast bij één van de volgende situaties (meerdere antwoorden mogelijk) in de wijk?
Riethoek Snelheid van ‘t verkeer Hondenpoep Verkeersveiligheid bij scholen en Winkels Hangjongeren Parkeerproblemen Geluidsoverlast (N3/spoor) Onderhoud openbare ruimte Afval *Anders, namelijk:
Aantal: Percentage: 21 28% 13 17% 6 8% 2 3% 18 24% 2 3% 4 5% 1 1% 9 12%
* uitleg: overlast van katten
ontsluiting nog steeds via Oostmolenpark, en nog steeds niet via riethoek smalle doorgangen jongeren die over terrein lopen
Oostmolenpark Snelheid van ‘t verkeer Hondenpoep Verkeersveiligheid bij scholen en Winkels Hangjongeren Parkeerproblemen Geluidsoverlast (N3/spoor) Onderhoud openbare ruimte Afval *Anders, namelijk:
Aantal: Percentage: 63 36% 29 16% 13 7% 1 1% 24 14% 3 2% 14 8% 8 5% 21 12%
* uitleg: loslopende viervoeters / kattenpoep te weinig groen verlichting oostmolenweg ontsluiting van de wijk
Pagina | 15
Centrum Snelheid van ‘t verkeer Hondenpoep Verkeersveiligheid bij scholen en Winkels Hangjongeren Parkeerproblemen Geluidsoverlast (N3/spoor) Onderhoud openbare ruimte Afval *Anders, namelijk:
Aantal: Percentage: 105 27% 57 15% 48 12% 15 4% 38 10% 23 6% 43 11% 19 5% 37 10%
* uitleg: verkeershinder zwerfafval sluipverkeer te hard rijden in 30km zone
CONCLUSIE / AANBEVELING: In de wijk Riethoek is er voornamelijk een tekort aan parkeerplaatsen of last van verkeerd geparkeerde auto’s. Daarnaast vindt men dat er in de Riethoek te hard gereden wordt. Het derde punt wat eruit springt is de overlast van hondenpoep, sommige mensen gaven ook nog aan dat er een overlast aan katten(poep) is. Hetzelfde geldt voor het Oostmolenpark. Ook hier heeft men last van hondenpoep op de stoepen en in speelweides voor de kinderen. De snelheid van het verkeer is hier het meeste met 36%. Vooral vrachtverkeer en auto’s die te hard rijden en een sluiproute nemen, waardoor er veel verkeersoverlast is. Het centrum van Kloetinge heeft eveneens last van te hard rijdend verkeer en hondenpoep op de stoepen, maar daarnaast vinden ze sommige wegen gevaarlijk. Er wordt nabij de school hard gereden en in de 30km zones. Aanbeveling zou hier zijn om allereerst meer hondenuitlaatplaatsen te maken en/of meer afvalzakjes voor de uitwerpselen langs de weg te zetten. Voor de snelheid van het verkeer zou een regelmatige verkeerscontrole gewenst zijn.
Pagina | 16
Vraag 5: Zijn er genoeg speelgelegenheden voor de jongeren aanwezig?
Riethoek Ja Nee
42 14
75% 25%
121 7
95% 5%
185 46
80% 20%
Oostmolenpark Ja Nee
Centrum Ja Nee
CONCLUSIE / AANBEVELING: Geconcludeerd kan worden dat in het Oostmolenpark genoeg voorzieningen zijn in de vorm van speeltoestellen en veldjes. Met een ruim aantal van 95% is men daar zeer tevreden over de speelgelegenheden daar. De Riethoek vind dat er vooral voor de allerkleinste nog speeltoestellen ontbreken. Nu zijn er alleen speeltoestellen vanaf 8+, zo wordt aangegeven. Daarnaast missen ze ook weer toestellen voor de wat oudere jeugd in de vorm van een basketbalveld of een minivoetbalveld/kooi. Het centrum is over het algemeen ook zeer tevreden met de speelgelegenheden op dit moment, maar er zouden volgens sommige nog meer speeltoestellen in de vorm van een basketbalveldje bij mogen komen voor 16+. Zijn er genoeg speelgelegenheden voor de jongeren aanwezig? Ja
348 (83.86 %)
Nee
67 (16.14 %)
Met ruim 80% die het met deze stelling eens is kan wel geconcludeerd worden dat Kloetinge goed voorzien is van speelgelegenheden. Per wijk bekeken zou er in de Riethoek nog wat meer bij kunnen, maar over heel Kloetinge bekeken zijn er voldoende voorzieningen op dit gebied. Een aanbeveling is dan ook om te kijken/onderzoeken wat er mogelijk is binnen de wijk Riethoek voor een speelveld erbij gericht op de allerkleinste én de 16+ groep.
Pagina | 17
Vraag 6: Zijn er voorzieningen die u graag in Kloetinge zou willen hebben die nu nog ontbreken?
Riethoek Binnen de Riethoek is de roep om een voetbalveldje het grootst. Op dit moment moet de jeugd vaak op straat voetballen, omdat er in de buurt geen veldje is. Het tweede punt was of het mogelijk is meer afvalbakken en/of containers neer te zetten, omdat die er op dit moment te weinig zijn.
Oostmolenpark In het Oostmolenpark willen de ouderen graag een hangplek voor 65+ers en de jongeren willen ook hun eigen hangplek voor 16+. Dit zou in de vorm van een bankje, picknicktafels of buurthuis kunnen worden gerealiseerd.
Centrum In het centrum was de meeste vraag naar een pinautomaat, postkantoor en een café. Vooral een café met een terrasje werd vaak doorgegeven als wens voor het centrum.
Kloetinge Wat in alle wijken wel werd benoemd is een pinautomaat en een brievenbus. Op dit moment schijnen er geen te staan, waardoor men brieven in Goes op de bus moet doen of moet rijden naar een andere wijk.
CONCLUSIE / AANBEVELING: Voor het Oostmolenpark en de Riethoek zou een nieuw speelveld en/of hangplek een toegevoegde waarde geven aan de wijk. Vooral in de Riethoek mist men echt een speelveld. Door middel van een buurthuis of andere vorm van hangplek kan er weer gehoor worden gegeven aan zowel de 16+ als de 65+ inwoners. In alle wijken was er vraag naar een pinautomaat en een brievenbus. Dit zou verholpen kunnen worden door deze in alle wijken neer te zetten of in één van de wijken.
Pagina | 18
Vraag 7: Wat vindt u vooral leuk aan het wonen in Kloetinge? Deze open vraag werd door alle wijken wel hetzelfde beantwoord, namelijk dat het er rustig is en toch dicht bij de stad. Men vindt het dus fijn wonen in Kloetinge vanwege:
de rust mooie woonomgeving (groen) het dorpsgevoel (sfeer) gezellige wijk kleinschalig dat iedereen genoeg ruimte heeft
Dit waren de meeste punten die genoemd werden door de inwoners van zowel het centrum als de Riethoek als het Oostmolenpark.
CONCLUSIE / AANBEVELING: Men vindt de rust dus erg belangrijk. In een (drukke) stad wordt soms wel eens geklaagd over geluidsoverlast en de drukte, maar dat vindt men aan Kloetinge dus juist zo fijn. Dat het een dorp is vlak aan Goes vast, maar toch het dorpse karakter en gevoel. Daarnaast waren er veel complimenten voor het uitzicht in de vorm van de huizen en het groen.
Eindconclusie Leefbaarheid: Er kan geconcludeerd worden dat men het fijn vindt wonen in Kloetinge. De groene omgeving in combinatie met de rust en toch dicht bij de stad is een belangrijk punt van de inwoners. Er zijn onder andere behoeftes aan meer speelvoorzieningen en een plek waar jongeren en/of ouderen kunnen samenkomen in de vorm van een bankje of buurthuis. De vraag naar een café was ook aanwezig, doordat er op dit moment geen of weinig horeca aanwezig is binnen Kloetinge.
Pagina | 19
VEILIGHEID & VERKEER (CONCLUSIES VRAAG 8 T/M 11) Vraag 8: Welke punten (straatnamen) vind u gevaarlijk of kunnen verbeterd worden binnen Kloetinge? Lewestraat/Patijnweg/Buys Ballotstraat Gevaarlijk kruispunt voor fietsers Martinus Nijhofflaan Onoverzichtelijk, veel bochten en daardoor kan je tegenliggend verkeer moeilijk zien aankomen Mogelijke oplossing: spiegels in de bochten plaatsen Gerard Revelaan Wordt gebruikt als snelle doorsteek van de wijk, wordt erg hard gereden Boudewijn Buchlaan/’s Gravenpolderseweg Werkverkeer en te smal Mogelijke oplossing: alleen bestemmingsverkeer van maken Oostmolenweg Veel te drukke weg geworden Mogelijke oplossing: eenrichtingsverkeer van maken Schimmelpennickstraat/Zomerweg Erg smal en veel sluip- en vrachtverkeer Tunneltje onder spoorwegovergang Onoverzichtelijk Mogelijke oplossing: spiegel plaatsen bij bocht
CONCLUSIE / AANBEVELING: Met name werd het kruispunt genoemd van de Buys Ballotstraat. Vooral voor fietsers is het gevaarlijk om over te steken, zelfs met de stoplichten. Een andere straat die veel genoemd werd was de Oostmolenweg. Hij is er druk geworden de laatste tijd met werkverkeer, geparkeerde auto’s, te smal geworden etc. Als hier een eenrichtingsverkeer van wordt gemaakt zou het al een heleboel problemen oplossen.
Pagina | 20
Vraag 9: Voelt u zich wel eens onveilig in Kloetinge? Zo ja, wanneer of waar? Deze open vraag werd gesteld om te controleren of de mensen in Kloetinge zich veilig voelen. Dit kan toegepast worden op drukke en onveilige straten (zoals de Buys Ballotstraat), maar ook op hangjongeren, criminele jeugd etc.
Riethoek Aantal Ja Nee
Percentages 3 5% 53 95%
Oostmolenpark Aantal
Percentages 15 12% 113 88%
Ja Nee
Centrum Aantal
Percentages 20 9% 211 91%
Ja Nee
Voelt u zich wel eens onveilig in Kloetinge? Zo ja, wanneer of waar? Nee
377 (90.84 %)
Ja, want
38 (9.16 %)
Uit deze uitkomst is te lezen dat bijna iedereen zich in Kloetinge wel veilig voelt. Het kleine percentage dat zich niet veilige voelt heeft te maken met:
In Oostmolenpark is ingebroken Centrum van Kloetinge zijn auto’s bekrast Toename verslaafden Emergis bij Oostmolenpark Weinig surveillance van politie in de wijken Verkeersveiligheid Uitgaansjeugd
CONCLUSIE / AANBEVELING: Om ervoor te zorgen dat toch iedereen zich veilig voelt in de wijk is het belangrijk dat in dit geval de politie zich meer laat zien of betrekt bij de buurt. Er is net een nieuwe wijkagent aangesteld, dus dit zal de mensen misschien al op de goede weg helpen. Verder zijn het punten die door 38 mensen zijn doorgegeven. Misschien in verhouding niet veel, maar er moet wel naar gekeken worden want elke persoon die zich onveilig voelt moet zich weer veilig kunnen voelen in zijn wijk. Een oplossing daarvoor bedenken is echter lastig, omdat je op sommige dingen geen invloed kan uitoefenen.
Pagina | 21
Vraag 10: Vindt u de weg naar de Kloetingse school veilig?
Riethoek Aantal
Percentages 18 32% 38 68%
Aantal
Percentages 35 27% 93 73%
Ja Nee
Oostmolenpark Ja Nee
Centrum Ja Nee
Aantal Percentages 123 53% 108 47%
De inwoners van het Oostmolenpark vinden de weg naar de Kloetingse school het minst veilig. Met 73% is er een meerderheid die de weg met o.a. de Buys Ballotstraat niet veilig vinden. Bij de Riethoek is ook duidelijk te zien dat zij de weg naar de school niet veilig vinden. Het centrum van Kloetinge via het ook een veilige weg, maar zij wonen ook aan de goede kant waardoor ze niet over het spoor en langs het kruispunt moeten.
Vindt u de weg naar de Kloetinge school veilig? Ja
176 (42.41 %)
Nee
239 (57.59 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: 57% vindt de weg naar de Kloetingse school niet veilig, waarvan de meeste stemmers in de Riethoek wonen. Er zijn wel veilige wegen naar de school toe, maar daarvoor moeten de scholieren omfietsen om door het tunneltje te fietsen. Een aanbeveling is hiervoor ook niet echt te doen, omdat de gemeente hier al vaker naar heeft gekeken. Maar het is wel goed om te onderzoeken of het mee speelt in de rol voor de keuze van de school (zie volgende enquêtevraag).
Pagina | 22
Vraag 11: Ziet u de Kloetingse school ook als toekomstige school?
Riethoek Ja Nee
32 24
Percentages 57% 43%
66 62
Percentages 52% 48%
175 56
Percentages 76% 24%
Oostmolenpark Ja Nee
Centrum Ja Nee
Hier is een verschil te zien, dat het centrum van Kloetinge de school duidelijk ziet als een toekomstige school, terwijl bij het Oostmolenpark en de Riethoek de meningen wat meer verdeeld zijn. Ziet u de Kloetingse school ook als toekomstige school? Ja
273 (65.78 %)
Nee
142 (34.22 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: Met deze uitslag zou je kunnen concluderen dat de veiligheid een belangrijke rol speelt in de toekomst van de school. Het Oostmolenpark en de Riethoek hebben scholieren die de kruising over moeten die niet helemaal als veilig wordt ervaren, terwijl in het centrum daar geen tot weinig last van wordt ondervonden. Om de Kloetingse school dus ook voor het Oostmolenpark en de Riethoek aantrekkelijk te houden, dient de verkeersveiligheid wel vergroot te worden. Er zullen misschien ook nog andere factoren een rol kunnen spelen, maar als je kijkt naar de veiligheid en antwoorden van de ondervraagde is het wel een bepalende rol die speelt.
Eindconclusie Veiligheid & Verkeer: De belangrijkste straat die het onveiligst zou zijn is de Buys Ballotstraat en de Oostmolenweg. Deze twee straten werden het vaakst genoemd in de enquête. Voor de Oostmolenweg zijn er diverse oplossingen bedacht met o.a. eenrichtingsverkeer maken. De weg naar de Kloetingse school ervaart men ook als niet veilig. Al ziet men wel de school als toekomstige school.
Pagina | 23
ZORG & WELZIJN (CONCLUSIES VRAAG 12 T/M 15) Vraag 12: Wordt er voldoende naar de mening geluisterd van de jongeren? (alleen door jongeren te beantwoorden) Ja
46 (77.97 %)
Nee, want:
13 (22.03 %)
Extra info: Veel jongeren hebben de enquête samen met de ouders (volwassenen) ingevuld. Hierdoor zijn er meer antwoorden bij vragen die bedoeld zijn specifiek voor de jongeren dan het aantal dat bij de doelgroep staat aangegeven. Dit verklaart het verschil in aantallen.
CONCLUSIE / AANBEVELING: Van de totaal aantal ingevulde enquêtes door de 55 jongeren vindt 77.97% dat er voldoende naar de mening van jongeren wordt geluisterd. De overige 22.03% vindt dat dit niet het geval is. Één van de redenen die zei hier voor geven is dat er niets wordt gevraagd aan de jongeren. Ondanks dat een relatief klein percentage aangeeft dat er niet wordt geluisterd is de enquête door te weinig jongeren ingevuld om hier een eenduidig oordeel uit te kunnen trekken.
Vraag 13: Wordt er wat gedaan met het luisteren naar de jongeren? (alleen door jongeren te beantwoorden) Ja
38 (74.51 %)
Nee
13 (25.49 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: 74.51% van de jongeren geeft aan dat als er wat gevraagd wordt van de jongeren, dat er dan ook daadwerkelijk iets mee wordt gedaan. De overige 25.49% geeft aan dat dit niet het geval is. Dit is een goed resultaat en zorgt ervoor dat jongeren eerder hun mening willen geven. Het is daarom te adviseren om zo verder te gaan en de jeugd te blijven betrekken bij veranderingen, omdat de jeugd dit wel degelijk interessant vindt en daarbij graag zijn mening laat horen.
Pagina | 24
Vraag 14: Zou u diverse activiteiten voor een mede inwoner willen uitvoeren? (Denk hierbij aan boodschap halen, stoep vegen etc.)* Ja
236 (56.87 %)
Nee
179 (43.13 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: Binnen alle delen van Kloetinge wordt aangegeven dat 56.87% activiteiten voor een mede inwoner zou willen uitvoeren. Dit resultaat geeft aan de inwoners van Kloetinge voor elkaar klaar staan om elkaar te helpen. Ondanks dat 43.13% geen activiteiten voor een ander zou willen uitvoeren. Dit percentage ligt zo hoog, omdat er binnen Kloetinge veel oudere mensen wonen, die wegens gezondheidsomstandigheden dit niet meer kunnen. Binnen Kloetinge dient een hulpcentrale te komen of een centraalpunt misschien wel in iedere wijk van Kloetinge één. Op dit centrale punt kunnen dan de inwoners die hulp nodig hebben het laten weten dat ze hulp nodig hebben. Tevens kunnen zo de inwoners die activiteiten willen uitvoeren voor een mede inwoner op de hoogte komen naar de vraag aan hulp.
Vraag 15: Kan het dorsphuis (Amicitia) hier een rol in spelen? Ja
244 (58.8 %)
Nee
171 (41.2 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: Deze vraag volgt op de vorige vraag om activiteiten te kunnen uitvoeren voor een mede inwoner. Van de inwoners van Kloetinge vindt 58.8% dat Amicitia hierbij een rol kan spelen, daarom is het verstandig om in de toekomst een prikbord of bepaald punt in Amicitia te maken/plaatsen waar inwoners hun behoefte kwijt kunnen. De overige 41.2% heeft hier nee geantwoord. Dit komt omdat dit vooral inwoners zijn uit de Riethoek en het Oostmolenpark. Veel van de inwoners uit deze twee wijken is niet op de hoogte van Amicitia of zou graag een punt in de eigen wijk willen.
Eindconclusie Zorg & Welzijn: De jongeren vinden dat er goed naar de mening van jongeren wordt geluisterd. Bij het luisteren blijft het echter niet met de mening van de jongeren wordt daadwerkelijk iets gedaan. Onder de inwoners in Kloetinge heerst ook grote saamhorigheid. Dat wil zeggen dat veel van de inwoners activiteiten voor een buurman of buurvrouw willen uitvoeren als deze ergens hulp bij kunnen gebruiken. De inwoners uit het centrum van Kloetinge denken dat het dorpshuis Amicitia hier aan bij kan dragen. De bewoners van de Riethoek en het Oostmolenpark zouden liever in de eigen wijk een centraal punt.
Pagina | 25
JONGEREN & OUDEREN (CONCLUSIES VRAAG 16 T/M 18) Vraag 16: Zouden jullie een speciale jeugdplek willen hebben in de nieuwe school? Zo ja, wat zouden jullie daar graag willen doen? (alleen door jongeren te beantwoorden) Nee
38 (77.55 %)
Ja, want:
11 (22.45 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: 77.55% Van de jeugd geeft aan geen nieuwe jeugdplek te willen in de nieuwe school. Dit komt omdat de jeugd liever een café heeft om elkaar te ontmoeten. De jeugd wilt ook niet specifiek een plek om de jeugd weg te stoppen ergens in een hoek van Kloetinge. De jeugd heeft liever gewoon een algemene plaats binnen Kloetinge. Dit brengt ons bij de 22.45% die ja hebben ingevuld. Al deze personen gaven aan dat ze wel een plekje binnen Kloetinge willen maar dan op een normale plaats binnen Kloetinge bijvoorbeeld een café of herberg. De jeugd wil niet dat er ergens in een uithoek in Kloetinge een plaats voor hun wordt gecreëerd. De jeugd hoort bij Kloetinge, dus dient deze een plaats te krijgen in een centraal punt bij Kloetinge.
Vraag 17: Zijn er op dit moment behoeftes bij u om bepaalde verenigingen of activiteiten te hebben in Kloetinge die er op dit moment nog niet zijn, zo ja welke? Nee
380 (91.57 %)
Ja, namelijk:
35 (8.43 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: Binnen Kloetinge heerst grote tevredenheid over de huidige verenigingen en het aantal activiteiten dat er wordt georganiseerd. 91.57% vindt het zo allemaal prima. De 8.43% die iets miste sprak vooral over wandel / hardloop groepen, maar dan in de relaxte sfeer dus vooral niet prestige gericht. Deze wensen zouden dus ook in kaart gebracht kunnen worden bij een centraal punt binnen Kloetinge of in een hulpcentrale. De vraag naar deze groepen was wel wederkerend uit de diverse wijken. Dus het advies is om de wensen per wijk een punt te maken waar deze wensen kunnen worden gebracht en uiteindelijk dus leiden in activiteiten die georganiseerd kunnen worden.
Pagina | 26
Vraag 18: Vindt u dat er in uw buurt voldoende voorzieningen aanwezig zijn voor de jongeren en of ouderen? Zo nee, welke voorzieningen zouden er volgens u bij moeten komen? Ja
352 (85.02 %)
Nee, namelijk:
62 (14.98 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: Het overgrote deel van de ondervraagde 85.02% heeft alles en vindt dat er voldoende voorzieningen zijn in zijn of haar wijk. Veel inwoners van Kloetinge heeft ook aangegeven bij een eerdere vraag wat ze zo leuk vinden aan Kloetinge. Daaruit bleek dat vele de voorzieningen uit Goes waarderen. De overige 14.98% vindt dat er nog wel iets bij mag. Maar de resultaten lopen hier zover uit een dat er geen lijn voor te trekken valt. Het gaat namelijk van bejaardengym tot extrabankjes naar extrabomen tot een café/ontmoetingsplek voor de jeugd.
Eindconclusie Jongeren & Ouderen: Binnen Kloetinge zijn zowel de ouderen als de jongeren tevreden over het aantal voorzieningen binnen Kloetinge. De jongeren zouden echter nog wel binnen het dorp een ontmoetingsplek willen. Maar deze ontmoetingsplek moet niet ergens weggestopt worden. Deze ontmoetingsplek dient centraal te komen binnen het dorp Kloetinge. Deze plek is misschien te combineren met een café met terras waar de ouderen dan ook gebruik van kunnen maken. Verder maken alle inwoners bijna gebruik van de voorzieningen die zich bevinden in Goes. Dat is één van de sterke punten van Kloetinge namelijk: in een dorp wonen maar toch dichtbij alle voorzieningen.
Pagina | 27
ALGEMEEN (CONCLUSIES VRAAG 19 T/M 26) Vraag 19: Maakt u wel eens gebruik van het dorpshuis (Amicitia)? Ja
137 (33.01 %)
Nee
278 (66.99 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: Het grotendeel van de respondenten maakt geen gebruik van Amicitia. Er is niet een duidelijke correlatie aanwezig tussen het gebruik van het dorpshuis en de wijken binnen Kloetinge.(Riethoek, Oostmolenpark en het Centrum van Kloetinge). 66,99 % van de respondenten maakt geen gebruik van het dorpshuis, toch maakt het overige percentage, 33,01% wel gebruik van Amicitia. Om de bewoners te trekken naar het dorpshuis Amicitia zou het dorpshuis, door middel van diverse activiteiten, aantrekkelijker moeten worden gemaakt. Hierbij moet gelet worden op de verschillende behoeften van de bewoners en de uiteen liggende leeftijdsgroepen. Vraag 20 geeft antwoord op de vraag wat Amicitia kan betekenen voor zowel jong als oud.
Vraag 20: Wat kan Amicitia betekenen qua activiteiten voor jong en oud?
CONCLUSIE / AANBEVELING: Veel van de respondenten hebben aangeven dat Amicitia wordt gezien als ontmoetingsplaats, voor zowel jongeren als ouderen. Als advies gaven de bewoners veelal dat het gebouw meer open moet zijn in de weekenden en avonduren. Voorbeelden die gegeven zijn om elkaar te ontmoeten: - Café - Film/theateravond - Soos - Bingo - Creatieve workshops Door vaker diverse activiteiten te organiseren voor jong en oud zal er meer aandacht en daardoor meer gebruik worden gemaakt van het dorpshuis Amicitia.
Pagina | 28
Vraag 21: Heeft u behoefte aan een spreekuur met bepaalde personen in de Amicitia (vb: Wijkagent/belastingadviseur) Nee
370 (89.16 %)
Ja, namelijk:
45 (10.84 %)
Conclusie / aanbeveling: 89,16 % van de respondenten heeft aangegeven in de enquête geen behoefte te hebben aan een bepaald spreekuur, hierbij denkend aan de wijkagent en een belastingadviseur etc. Het overgebleven deel van 10,84 % heeft daar wel behoefte aan. Het deel van 10,84 %, dat wel behoefte heeft aan een spreekuur in Amicitia heeft vooral behoefte om de Wijkagent van Kloetinge en iemand van de Gemeente te kunnen spreken. Hierbij is dan ook aan te bevelen om 1 keer in de twee of drie maanden de gelegenheid te bieden om met één van deze personen te kunnen spreken. De bewoners kunnen hiervan schriftelijk op de hoogte worden gesteld door middel van bijvoorbeeld de Klusdurper.
Vraag 22: Leest u de Klusdurper? Ja, wat mist u eventueel hierin nog:
392 (94.46 %)
Nee, waarom niet:
23 (5.54 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: Het merendeel, namelijk 94,46 %, leest de Klusdurper, de respondenten geven hierbij aan dat zij niets missen in het blad. Een klein deel geeft aan een rubriek voor de kinderen en een puzzel in het blad missen. De overige 5,54 % leest de Klusdurper niet, en hierbij wordt niet een duidelijke reden aangegeven, een aanname is dat het overige gedeelte geen behoefte heeft om het blad te lezen.
Vraag 23: Hoe vaak bezoekt u de website kloetinge.goesweb.net? Dagelijks
2 (0.48 %)
Wekelijks
9 (2.17 %)
Maandelijks
82 (19.76 %)
Niet, want:
322 (77.59 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: Geconcludeerd kan worden dat het grootste deel van de respondenten de website niet bezoekt, simpelweg omdat zij niet op de hoogte waren van het bestaan van de website. 19,76 % is van de respondenten, die wel op de hoogte zijn van het bestaan, bezoekt de website maandelijks, het overige deel wekelijks of dagelijks. Door meer bezoekers te trekken voor Kloetinge.goesweb.net te kan er meer aandacht worden gegeven aan het bestaan van de website. Ook dit kan middels de Klusdurper, omdat veel bewoners het blad lezen. De mensen die de enquête hebben ingevuld en niet op de hoogte waren van de website zijn nu wel op de hoogte.
Pagina | 29
Vraag 24: Als u de website wel eens bezoekt, vind u dat er voldoende informatie op te vinden is? Ja
92 (38.02 %)
Nee, ik mis namelijk:
19 (7.85 %)
Niet van toepassing
131 (54.13 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: Hier wordt geconcludeerd dat deze vraag veelal niet van toepassing is geweest omdat 76,56 % niet op de hoogte was van het bestaan van de website. Toch geeft 38,02 % van de respondenten aan de website te bezoeken en dat er voldoende informatie aanwezig is. Dit is dan ook een aanname omdat toch het grootste deel niet wist van het bestaan van de website. Nadat er meer aandacht is gegeven aan het bestaan van de website kan nog eens de vraag worden gesteld, via de website, of er voldoende informatie te vinden is ja of de nee.
Vraag 25: Zou u graag een activiteit willen organiseren of hieraan mee helpen? Ja
83 (20 %)
Nee, want:
332 (80 %)
CONCLUSIE / AANBEVELING: 79,69 % van de respondenten wil niet helpen bij het organiseren van bepaalde activiteiten, de redenen die veelal worden gegeven zijn vaak, te druk en de leeftijd van de respondent. Het overige deel, van 20,31 % wil graag helpen bij het organiseren van een bepaalde activiteit binnen Kloetinge.
Vraag 26: Heeft u nog algemene opmerkingen / wensen?
CONCLUSIE / AANBEVELING: Aangenomen kan worden dat de wensen van de bewoners van Kloetinge niet ver uiteen liggen. Veelal hebben de bewoners aangegeven, dat zij graag, een centraal gelegen pinautomaat in Kloetinge willen en meer brievenbussen. Ook wordt hier aangegeven dat er meer aandacht moet komen voor de verkeersveiligheid, hierbij worden vaak de volgende knelpunten aangegeven: - Lewestraat; - Zomerweg; - Spoorwegovergang. Bij deze open vraag is tevens veelal ingevuld dat de bewoners tevreden zijn over de leefbaarheid binnen Kloetinge vanwege de rust en de gemoedelijkheid en het dorpse. Om de leefomgeving nog aangenamer te maken kunnen de knelpunten die hieruit gebleken zijn worden aangepast in het dorp.
Pagina | 30
Eindconclusie Algemeen: In het algemeen wordt de leefbaarheid binnen Kloetinge, door de bewoners ervaren als rustig en gemoedelijk. De sfeer, de ruimte en het groen wordt erg gewaardeerd onder de bewoners van Kloetinge. Ook de voorzieningen dichtbij de stad maakt het fijn om in Kloetinge te wonen. Om de leefbaarheid te optimaliseren kunnen knelpunten zoals de verkeersveiligheid worden opgelost, bijvoorbeeld bij de: Lewestraat, Zomerweg en de spoorwegovergang. Tevens kan er worden gezorgd voor meer brievenbussen en een centraal gelegen pinautomaat voor in het dorp. Om meer mensen naar het dorpshuis te trekken is het belangrijk dat er meer activiteiten worden georganiseerd voor zowel jong als oud. Hierdoor ontstaat er nog meer saamhorigheid en zal er meer gebruik worden gemaakt van het dorpshuis Amicitia.
Pagina | 31
8. CONCLUSIE OP DE DEELVRAGEN In dit hoofdstuk worden de deelvragen behandeld en wordt uiteindelijk de hoofdvraag beantwoord.
DEELVRAAG 1 Hoe kunnen de wensen van de inwoners achterhaald worden om de leefbaarheid te vergroten? De wensen en de behoeften van de bewoners kunnen worden achterhaald door een vragenlijst te verspreiden in Kloetinge, in de wijken Oostmolenpark, Riethoek en het centrum van Kloetinge. De vragenlijst moet worden opgesteld, samen met de verschillende belanghebbende partijen: SMWO, dorpsvereniging Kloetinge, en de bewoners van Kloetinge. Door te luisteren naar de verschillende belangen van deze groepen kan er een enquête worden opgesteld waarin alle wensen van deze diverse groepen naar voren komen. Tijdens de bewonersavond in Kloetinge worden gesprekken gevoerd met verschillende bewoners. Door in gesprek te gaan met de bewoners achterhaal je op een informele manier de wensen en de behoeften van de bewoners in Kloetinge.
DEELVRAAG 2 Hoe reageren de inwoners op de veiligheid binnen hun dorp? Het merendeel van de inwoners van Kloetinge voelt zich veilig in het dorp. De bewoners geven aan dat het rustig en gemoedelijk wonen is in het dorp. Wat betreft de verkeersveiligheid valt er nog een hoop te winnen. De bewoners geven aan dat de knelpunten met betrekking tot de verkeersveiligheid liggen bij de volgende punten: Lewestraat/Patijnweg/Buys Ballotstraat Gevaarlijk kruispunt voor fietsers Martinus Nijhofflaan Onoverzichtelijk, veel bochten en daardoor kan je tegenliggend verkeer moeilijk zien aankomen Mogelijke oplossing: spiegels in de bochten plaatsen Gerard Revelaan Wordt gebruikt als snelle doorsteek van de wijk, wordt erg hard gereden Boudewijn Buchlaan/’s Gravenpolderseweg Werkverkeer en te smal Mogelijke oplossing: alleen bestemmingsverkeer van maken Oostmolenweg Veel te drukke weg geworden Mogelijke oplossing: eenrichtingsverkeer van maken Schimmelpennickstraat/Zomerweg Erg smal en veel sluip- en vrachtverkeer Tunneltje onder spoorwegovergang Onoverzichtelijk Mogelijke oplossing: spiegel plaatsen bij bocht
Pagina | 32
DEELVRAAG 3 Hoe kan de gemeente de inwoners beter betrekken om zo een beter dorpsplan te schrijven? De enquête die is verspreid binnen Kloetinge is een controlemiddel geweest op de bevindingen uit het dorpsplan. Op deze manier zijn de inwoners meer betrokken bij het uiteindelijk plan van het dorp. Om de bewoners te blijven betrekken bij de plannen van het dorp kan de dorpsvereniging samen met de gemeente, bijvoorbeeld één keer in de vijf jaar, een enquête in het dorp verspreiden. Tevens een bewonersavond organiseren elke twee maanden waar mensen hun ideeën voor het dorp kunnen aangeven en bespreken.
DEELVRAAG 4 Hoe hebben de inwoners en betrokkenen het project ervaren? De betrokkenen bij dit project zijn: de opdrachtgever van dorpsbelangen Kloetinge Marinus Vuijk, SMWO jongerenbegeleider Erik Meinderts, de inwoners van Kloetinge en de HZ studenten die het onderzoek uitvoeren. De opdrachtgever, Marinus Vuijk, heeft het onderzoek ervaren als zeer waardevol, het is een controlemiddel op de bevindingen uit het dorpsplan en het project is dan ook een meerwaarde voor het dorp om de leefbaarheid binnen Kloetinge te waarborgen. SMWO jongerenbegeleider, Erik Meinderts, heeft het project ook als meerwaarde ervaren. Op deze manier wordt naar de mening van de jongeren geluisterd en kan er aangegeven worden waar de jongeren in het dorp nog behoefte aan hebben. De bewoners van Kloetinge vinden het fijn dat er onderzoek is gedaan naar de leefbaarheid binnen het dorp en dat er door middel van het onderzoek naar de wensen en de behoeften van de bewoners is geluisterd. Wel hopen de bewoners dat er daadwerkelijk iets met de analyseresultaten gebeurd. Dit omdat er een paar bewoners tijdens de bewonersavond sceptisch waren of er echt naar hun geluisterd wordt. Door middel van een terugkoppeling van de resultaten van de enquête kunnen de bewoners inzien wat de uitkomsten zijn van het onderzoek. Vereniging dorpsbelangen Kloetinge en de gemeente Goes kunnen in overleg met elkaar bepalen welke veranderingen er zouden kunnen worden doorgevoerd in combinatie met het dorpsplan. De onderzoekers van de HZ hebben de samenwerking met de opdrachtgever en de bewoners als erg leuk en leerzaam ervaren. Daarnaast was het interessant om een project zelfstandig op te pakken samen met een aantal stakeholders. We hebben hiervan geleerd dat iedere stakeholder verschillende belangen heeft. Tevens is het belangrijk dat er goede afspraken worden gemaakt met alle belanghebbenden.
Pagina | 33
9. EINDCONCLUSIE EN ADVIES De bewoners hebben aangegeven dat Kloetinge een fijn dorp is om te wonen, het is er rustig, groen, veel ruimte en gemoedelijk. Kloetinge heeft de rust en gemoedelijkheid van een dorp en de voorzieningen die de stad Goes biedt zijn dichtbij en vrijwel op loopafstand. We kunnen aannemen dat de bewoners tevreden zijn over de leefbaarheid in het dorp. Om de leefbaarheid in de toekomst te waarborgen is het van belang om de verkeersveiligheid aan te pakken. Met name werd het kruispunt genoemd van de Buys Ballotstraat. Vooral voor fietsers is het gevaarlijk om over te steken, zelfs met de stoplichten. Een andere straat die veel genoemd werd was de Oostmolenweg. De Oostmolenweg is erg druk geworden de laatste tijd met werkverkeer, geparkeerde auto’s, te smal geworden etc. Als hier een eenrichtingsverkeer van wordt gemaakt zou het al een heleboel problemen oplossen, hierdoor wordt het dorp beter leefbaar. De bewoners van Kloetinge hebben behoefte aan een centraal gelegen pintautomaat en brievenbussen. Daarnaast was er de wens om meer avondactiviteiten te hebben in de vorm van: bingo, workshops, sportactiviteiten en gezellig samenkomen. Voor deze activiteiten kan Amicitia een rol spelen, nu en in de toekomst. Door ook jongeren te betrekken bij de saamhorigheid in het dorp is het belangrijk ook voor hen activiteiten te bieden en ook de mogelijkheid bieden dat de jongeren zelf deze activiteiten kunnen organiseren. De jongeren hebben ook aangegeven behoefte te hebben aan een speelgelegenheid in de Riethoek. Uit de resultaten is veelal gebleken dat de behoefte ligt bij een voetbalveldje en een basketbalveld. In het algemeen zijn de bewoners tevreden over de leefbaarheid binnen het dorp Kloetinge, om dit te waarborgen in de toekomst is het van belang dat alle inwoners betrokken blijven bij besluitvormingen. Om dit te realiseren is het belangrijk dat er voldoende bewonersavonden zijn waarin uitleg wordt gegeven over de aankomende veranderingen die naar aanleiding van dit onderzoek zijn ontstaan. De aanbevelingen die hieruit voortvloeien worden opgenomen in het toekomstige definitieve dorpsplan. Leefbaarheid Er kan geconcludeerd worden dat men het fijn vindt wonen in Kloetinge. De groene omgeving in combinatie met de rust en toch dicht bij de stad is een belangrijk punt van de inwoners. Er zijn onder andere behoeftes aan meer speelvoorzieningen en een plek waar jongeren en/of ouderen kunnen samenkomen in de vorm van een bankje of buurthuis. De vraag naar een café was ook aanwezig, doordat er op dit moment geen of weinig horeca aanwezig is binnen Kloetinge. Veiligheid & Verkeer De belangrijkste straat die het onveiligst zou zijn is de Buys Ballotstraat en de Oostmolenweg. Deze twee straten werden het vaakst genoemd in de enquête. Voor de Oostmolenweg zijn er diverse oplossingen bedacht met o.a. eenrichtingsverkeer maken. De weg naar de Kloetingse school ervaart men ook als niet veilig. Al ziet men wel de school als toekomstige school. Zorg & Welzijn De jongeren vinden dat er goed naar de mening van jongeren wordt geluisterd. Bij het luisteren blijft het echter niet met de mening van de jongeren wordt daadwerkelijk iets gedaan. Onder de inwoners in Kloetinge heerst ook grote saamhorigheid. Dat wil zeggen dat veel van de inwoners activiteiten voor een buurman of buurvrouw willen uitvoeren als deze ergens hulp bij kunnen gebruiken. De inwoners uit het centrum van Kloetinge denken dat het dorpshuis Amicitia hier aan bij kan dragen. De bewoners van de Riethoek en het Oostmolenpark zouden liever in de eigen wijk een centraal punt krijgen.
Pagina | 34
Jongeren & Ouderen Binnen Kloetinge zijn zowel de ouderen als de jongeren tevreden over het aantal voorzieningen binnen Kloetinge. De jongeren zouden echter nog wel binnen het dorp een ontmoetingsplek willen. Maar deze ontmoetingsplek moet niet ergens weggestopt worden. Deze ontmoetingsplek dient centraal te komen binnen het dorp Kloetinge. Deze plek is misschien te combineren met een café met terras waar de ouderen dan ook gebruik van kunnen maken. Verder maken alle inwoners bijna gebruik van de voorzieningen die zich bevinden in Goes. Dat is één van de sterke punten van Kloetinge namelijk: in een dorp wonen maar toch dichtbij alle voorzieningen. Algemeen In het algemeen wordt de leefbaarheid binnen Kloetinge, door de bewoners ervaren als rustig en gemoedelijk. De sfeer, de ruimte en het groen wordt erg gewaardeerd onder de bewoners van Kloetinge. Ook de voorzieningen dichtbij de stad maakt het fijn om in Kloetinge te wonen. Om de leefbaarheid te optimaliseren kunnen knelpunten zoals de verkeersveiligheid worden opgelost, bijvoorbeeld bij de: Lewestraat, Zomerweg en de spoorwegovergang. Tevens kan er worden gezorgd voor meer brievenbussen en een centraal gelegen pinautomaat voor in het dorp. Om meer mensen naar het dorpshuis te trekken is het belangrijk dat er meer activiteiten worden georganiseerd voor zowel jong als oud. Hierdoor ontstaat er nog meer saamhorigheid en zal er meer gebruik worden gemaakt van het dorpshuis Amicitia.
Pagina | 35
10. BURGERPARTICIPATIE Burgerparticipatie gaat een steeds belangrijkere rol spelen binnen onze samenleving. Veel gemeenten zijn dan ook veelal bezig met burgerparticipatie. Burgerparticipatie betekent eigenlijk het meedenken en invloed uit oefenen op wat er gaat gebeuren met de leefomgeving. (Rijksoverheid) Door burgers te laten meedenken in de beslissingen zal de saamhorigheid binnen het dorp stijgen. Bij burgerparticipatie wordt meer van de burger verwacht met betrekking tot de knelpunten die uit het onderzoek zijn gebleken. Ook wordt op deze manier de lijnen korter gehouden en kunnen bepaalde knelpunten sneller en efficiënter worden opgelost binnen het dorp Kloetinge. En hierdoor eerder de leefbaarheid optimaliseren. Door de bewoners is aangegeven dat er veel overlast is vanwege hondenpoep op de straat. Bewoners kunnen zelf veel doen om het hondenpoep probleem op te lossen, om te beginnen met elkaar aan te spreken op het probleem, de baasjes zijn namelijk zelf verantwoordelijk voor zijn of haar hond en moeten dus de hondenpoep ook zelf opruimen. Door dit probleem niet bij de gemeente te leggen maar juist bij de burger zelf, zal het probleem veel eerder en gemakkelijker kunnen worden opgelost. Ook is uit het onderzoek naar de leefbaarheid gebleken dat de verkeersveiligheid een probleem is. Veel automobilisten rijden te hard en fietsers fietsen veelal door rood. Dit kan ook worden opgelost door in eerste instantie medebewoners en automobilisten aan te spreken op zijn of haar gedrag binnen het verkeer en daarmee ook de veiligheid. Het grotendeel van de bewoners zijn bereid om diverse activiteiten te organiseren en met betrekking tot de burgerparticipatie is het dan ook belangrijk om hierin zelf initiatief te tonen. Bewoners kunnen zelf bij de dorpsraad aankloppen om ideeën te bespreken voor het organiseren van diverse activiteiten en daarin met medebewoners acties in ondernemen. Tot slot is burgerparticipatie een goede manier om de contacten te verbeteren tussen het bestuur en de bewoners van het dorp.
Pagina | 36
11. BIBLIOGRAFIE ANWB. (2014). Onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Zeeland. Middelburg: ANWB. Bert van 't Land, W. T. (2014). Bewonersparticipatie. Opgeroepen op maart 23, 2015, van Participatiemix: http://www.participatiemix.nl/toelichting-participatiemix Courant, P. Z. (2013, juni 26). Verkeersveiligheid Zeeland blijft zorgen baren. Opgeroepen op maart 23, 2015, van pzc: http://www.pzc.nl/regio/zeeuws-nieuws/verkeersveiligheid-zeeland-blijft-zorgenbaren-1.3888247 Ensie. (2011, mei 20). Leefbaarheid. Opgeroepen op maart 3, 2015, van Ensie: https://www.ensie.nl/redactie-ensie/leefbaarheid Heuzeveldt, M. (2011). Leefbaarheid in de praktijk. Amsterdam: Zone3. Kjenning. (2012). Leergang werken aan leefbaarheid. Opgeroepen op maart 19, 2015, van Kjenning: https://www.kjenning.nl/opleiding/153/Leergang-Werken-aan-leefbaarheid.html Maslow, A. Piramide van Maslow. Priramide van Maslow. New York. Mileu, M. v. (2013). Modelaanpak Veilig Fietsen. Den Haag: Modelaanpak Veilig Fietsen. Nederland, K. i. (2013, maart 15). Over Kracht in NL. Opgeroepen op maart 23, 2015, van krachtinnl: http://krachtinnl.nl/223/over-ons.html Politieacademie. (2014). Burgerparticipatie. Opgeroepen op maart 23, 2015, van Politieacademie: https://thesaurus.politieacademie.nl/Thesaurus/Term/8635 Politieacademie. (2014). Leefbaarheid. Opgeroepen op maart 19, 2015, van Politieacademie: https://thesaurus.politieacademie.nl/Thesaurus/Term/5458 Rijksoverheid. (sd). Burgerparticipatie. Opgeroepen op maart 23, 2015, van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/burgerschap/burgerparticipatie Torbijn, K. (2008, april 15). Verkeersveiligheid. Opgeroepen op maart 19, 2015, van infrasite: http://www.infrasite.nl/definitions/definition.php?ID_content=1109 TransitieBureauWmo. (2015, januari 20). Leefbaarheid en sociale samenhang. Opgeroepen op maart 19, 2015, van invoeringwmo: http://www.invoeringwmo.nl/content/1-leefbaarheid-en-socialesamenhang Vlakveld, W. (2009, mei). Subjectieve verkeersveiligheid, wat is het en wat kunnen we er mee? Opgeroepen op maart 19, 2015, van Verkeerskunde: http://www.verkeerskunde.nl/integraleartikelen/subjectieve-verkeersveiligheid-wat-is-het-en-wat.16102.lynkx
Pagina | 37