Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie Voltijd en deeltijd Fontys Hogescholen
Lange Voorhout 14 2514 ED Den Haag T (070) 30 66 800 F (070) 30 66 870 I www.hobeon.nl E
[email protected]
Adviesrapport accreditatie Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie Psychologie Voltijd en deeltijd Voltijd en Fontys Hogescholen deeltijd Fontys Hogescholen Croho-nummer: 34507
Hobéon® Certificering BV Datum: 30 november 2010 Auditteam: drs. G.J. Stoltenborg, voorzitter drs. J. Bleijenberg, werkvelddeskundige dr. H. Schouppe, vakdeskundige F.M. Bronsgeest, student Secretaris: I.M. Gies Broesterhuizen
INHOUDSOPGAVE DEEL 1
1
1. 1.1. 1.2.
MANAGEMENT SAMENVATTING Object van beoordeling Samenvattende beoordeling
1 1 2
2. 2.1.
INLEIDING Meerdere opleidingsvarianten
7 7
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
9
4.
VORIGE ACCREDITATIE
DEEL 2
11 13
5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER 1. Doelstellingen opleiding Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen Facet 1.2. Niveau: Bachelor Facet 1.3. Oriëntatie hbo 2. Programma Facet 2.1. Eisen hbo Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma Facet 2.3. Samenhang programma Facet 2.4. Studielast Facet 2.5. Instroom Facet 2.6. Duur Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud Facet 2.8. Beoordeling en toetsing 3. Inzet van personeel Facet 3.1. Eisen hbo Facet 3.2. Kwantiteit personeel Facet 3.3. Kwaliteit personeel 4. Voorzieningen Facet 4.1. Materiële voorzieningen Facet 4.2. Studiebegeleiding 5. Interne kwaliteitszorg Facet 5.1. Evaluatie resultaten Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld 6. Resultaten Facet 6.1. Gerealiseerd niveau Facet 6.2. Onderwijsrendement
13 13 13 16 18 19 19 22 24 25 27 29 30 31 33 33 34 35 37 37 39 41 41 43 45 46 46 48
6.
OORDEELSCHEMA
51
7.
BIJLAGEN BIJLAGE I Programma en gesprekspartners BIJLAGE II Kwantitatieve gegevens van de opleiding BIJLAGE III Curricula Vitae en onafhankelijkheidsverklaringen auditoren BIJLAGE IV Werkwijze, beoordelingsprocedure en beslisregels BIJLAGE V Geraadpleegde documenten
53 55 59 61 67 71
DEEL 1 1.
MANAGEMENT SAMENVATTING
1.1.
Object van beoordeling
Hobéon Certificering adviseert de NVAO de hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, verzorgd door Fontys Hogescholen, te accrediteren. Dit advies wordt in onderhavig rapport gefundeerd. Algemene gegevens Naam van de instelling: Naam van de opleiding: Croho-nummer: Variant: Duur: Startdatum: Aantal studenten: Locatie: Naam VBI: Datum visitatie: Datum adviesrapport
Fontys Hogescholen Toegepaste Psychologie 34507 Eindhoven: Voltijd Tilburg: Deeltijd 4 jaar – 240 EC’s Februari 2007 Eindhoven: 811 Tilburg: 87 Rachelsmolen 1, 5612 MA Eindhoven St. Josephstraat 106-108, 5017 GK Tilburg Hobéon Certificering b.v. 24 juni 2010 30 november 2010
Beoordelingskader Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is het ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs Nederland’ (14 februari 2003). Samenstelling auditteam Het auditteam bestond uit de volgende personen: G.J. (Hans) Stoltenborg, voorzitter, is senior adviseur bij de Hobéon Groep BV, heeft specifieke deskundigheid op het gebied van kwaliteitszorg en veel ervaring als lead-auditor in het hbo. Dhr. Stoltenborg heeft Psychologie gestudeerd aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. J. (Jos) Bleijenberg, werkvelddeskundige, is sinds 2000 werkzaam geweest als bestuurder van Zorggroep Eemhoven te Amersfoort. De organisatie is in 2005 gefuseerd met de naburige instelling tot Zorggroep Laak en Eemhoven. Hij was eerder tien jaar werkzaam als directeur binnen de jeugdbescherming in Gelderland en heeft daar met een groot aantal fusies het fundament gelegd van het huidige bureau Jeugdzorg Gelderland. Jarenlang is hij voorzitter van Vedivo geweest, de landelijke organisatie van jeugdbeschermingsinstellingen en in de jaren tachtig werkte hij in Doetinchem als directeur Maatschappelijke Dienstverlening, de voorloper van de huidige thuiszorgorganisatie. Daarvoor was hij werkzaam bij de landelijke Hervormde Jeugdraad en studeerde hij, na de sociale academie, in deeltijd beleids- en organisatiesociologie in Rotterdam en Utrecht. H. (Hugo) Schouppe, vakdeskundige, is doctorandus in de Psychologische en Pedagogische Wetenschappen (Rijksuniversiteit Gent, 1978) en doctor in de Experimentele Psychologie (Katholieke Universiteit Leuven, 1984). Hij is momenteel hoofd van de afdeling Toegepaste Psychologie van de Lessius Hogeschool Antwerpen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 1
Daarnaast doceert hij ‘Algemene psychologie’ aan de afdeling Logopedie & Audiologie en ‘Toegepaste psychologie’ en ‘Inleiding tot de psychologie’ aan de afdeling Handelswetenschappen. Hij is onder meer de auteur van het handboek Psychologie in kaart gebracht en co-auteur van Voortijdig van school: een thematische introductie tot de sociale wetenschappen. F.M. (Franny) Bronsgeest, studentlid, is (eind) derdejaars student Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool Leiden. Daarnaast is zij actief in de opleidingscommissie van de opleiding Toegepaste Psychologie en de Medezeggenschapsraad van Hogeschool Leiden. I.M. (Inge) Gies Broesterhuizen, secretaris, heeft een bedrijfseconomische achtergrond en werkte twee jaar ter ondersteuning van de directie bij een MKB-bedrijf. Naast werkzaamheden voor Hobéon Business Consult is zij actief op het gebied van instroomonderzoeken bij Hobéon Management Consult. Als secretaris bij Hobéon Certificering is zij betrokken bij diverse accreditatietrajecten in het hoger onderwijs.
Zie Bijlage III voor de CV’s van de leden van het auditteam.
1.2.
Samenvattende beoordeling
Hobéon Certificering baseert het advies tot accreditatie van de opleiding Toegepaste Psychologie op de volgende overwegingen: Algemeen beeld Het auditteam trof tijdens de audit van de opleiding Toegepaste Psychologie (TP) een degelijke opleiding met betrokkenheid van het management, enthousiaste en gedreven docenten en tevreden studenten. Onderwerp Doelstellingen opleiding: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding baseert haar eindkwalificaties op het landelijke beroeps- en opleidingsprofiel dat door relevante werkveldorganisaties, instellingen uit binnen en buitenland, beroepsverenigingen en brancheorganisaties aantoonbaar en in samenspraak samen met Hanzehogeschool Groningen en Hogeschool Leiden door Fontys Hogescholen is opgesteld en gevalideerd. De sterke aanwezigheid van de opleiding in het landelijke overleg (LOO-TP) en de goede wisselwerking met de landelijke adviesraad (LAR-TP), de beroepenveldcommissies van het instituut HRM & Psychologie van Fontys Hogescholen en het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) zorgt ervoor dat er continu aandacht is voor het onderhoud van het eigen beroeps- en opleidingsprofiel en de internationale referentie daarvan. Als pionier heeft de opleiding zich in het werkveld en binnen de beroepsvereniging sterk gemaakt voor een plaats van de hbo-bachelor TP naast de universitaire opleiding Psychologie. Sterk punt is daarnaast dat de opleiding er bewust niet voor heeft gekozen om regionale inkleuring door te laten werken in de doelstellingen en in de inhoudelijke profilering van de eindfase van de opleiding maar zich eerst te concentreren op de ontwikkeling van het curriculum. Bij de ontwikkeling van de eindkwalificaties heeft de opleiding de Dublin Descriptoren en de kernkwalificaties van de hbo-bachelor als uitgangspunt genomen. Drie facetten van onderwerp 1 (‘Doelstellingen opleiding’) worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 2
Onderwerp Programma: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding biedt door de interactie met de beroepspraktijk een actueel programma en zorgt, door het centraal stellen van de 6 beroepscontexten, er goed voor dat studenten die kennis en vaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben in de beroepspraktijk. Voor de kennisontwikkeling gebruikt de opleiding vakliteratuur die relevant en up-to-date is en materiaal direct afkomstig uit de beroepspraktijk. Tijdens de lessen maakt de opleiding gebruik van een mix aan werkvormen waarmee de student generieke en specifieke beroepsvaardigheden kunnen oefenen. In het programma heeft de opleiding bij elke beroepscontext duidelijk vermeld aan welke competenties wordt gewerkt en welk gedrag de student op welk niveau moet tonen met behulp van prestatie-indicatoren en de daarbij benodigde kennis, inzicht en vaardigheden. Dit toetst en beoordeelt de opleiding vervolgens op een adequate wijze met behulp van verschillende toetsvormen. De kwaliteit van de toetsen borgt de opleiding onder andere via het toetsbeleid, het procedurehandboek, feedbackmomenten en een toetscommissie. De horizontale en verticale samenhang wordt geborgd door het leerlijnenmodel met een integrale leerlijn, conceptuele leerlijn, vaardigheidsleerlijn en de studieloopbaanbegeleiding. Daarnaast zorgt de toenemende complexiteit van opdrachten in diverse beroepscontexten en de steeds integralere benadering van deze beroepsproducten en –handelingen ook voor een samenhangend programma. Door evenwichtige verdeling van de stof, door duidelijke informatie en studiehandleidingen per periode, voldoende contacturen met voltijd- en deeltijdstudenten en de studiebegeleiding, zorgt de opleiding er voldoende voor dat de studielast voor de studenten redelijk is en de studievoortgang optimaal verloopt. De opleiding TP hanteert duidelijke toelatingseisen en besteedt aandacht aan instroomactiviteiten en voorlichting voor leerlingen in het vo en mbo. De opleiding zorgt door mogelijkheden tot het verkrijgen van vrijstellingen (EVC), er goed voor dat het onderwijs aansluit bij alle instromende studenten en dat deze door het volgen van de module ‘Algemene beroepsvaardigheden’ in het propedeusejaar op hetzelfde basisniveau komen. Voor deeltijdstudenten wordt tijdens de studieloopbaanbegeleiding extra aandacht besteed aan de combinatie van zorg, werk en studie. Studenten zijn tevreden over de opzet en inhoud van het programma en de afwisseling van werkvormen. Onderwerp Inzet van personeel: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding zet goed gekwalificeerd en deskundig personeel in voor de verschillende beroepscontexten. Doordat 7 van de 38 docenten werkzaam zijn in de praktijk, 45% van de docenten recente beroepservaring heeft en 90% van het onderwijsgevende personeel binding heeft met de praktijk, kunnen docenten een goede verbinding leggen tussen de opleiding en de beroepspraktijk. Daarnaast opereren docenten actief binnen een uitgebreid professioneel (inter)nationaal relatienetwerk, waardoor zij op de hoogte blijven van actuele ontwikkelingen in het werkveld. Ze maken hier vervolgens aantoonbaar gebruik van in het onderwijsprogramma en zijn op deze manier ook actief betrokken bij de ontwikkeling van het curriculum. De opleiding besteedt aandacht aan het functioneren van de docenten en stelt uren ter beschikking voor gezamenlijke en individuele scholing. Docenten zijn op deze manier voortdurend bezig met hun eigen ontwikkeling. De opleiding heeft verschillende verbeteringen in werking gezet (numerus fixus, vermindering en stroomlijning hoeveelheid toetsen en beoordelingen, invulling van vacatures en verbreding van de flexibele schil) om de werkdruk van docenten op termijn te verlagen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 3
Twee facetten van onderwerp 3 (‘Inzet van personeel’) worden als goed beoordeeld voor deze opleiding, wat een kwalificatie ‘goed’ voor dit onderwerp rechtvaardigt. Dit wordt als ‘extra aantekening’ bij het oordeel toegevoegd. Onderwerp Voorzieningen: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De algemene en opleidingsspecifieke voorzieningen zijn sinds september 2009 voldoende geoutilleerd. Door toegang tot een mediatheek met multimediaal aanbod kunnen studenten de benodigde TP-onderzoeksvaardigheden ontwikkelen. Studieloopbaanbegeleiding is een doorlopend onderdeel van het vierjarige onderwijsprogramma Met name in de eerste studiejaren biedt de opleiding door middel van een studieloopbaanbegeleider en studieadviseurs goede ondersteuning bij het studeren. Studenten waarderen dit. Studenten worden op een adequate wijze geïnformeerd over het opleidingsprogramma, de begeleiding en de studievoortgang via o.a. de digitale studiegids, studiehandleidingen per periode en de digitale leeromgeving N@tschool. Onderwerp Interne kwaliteitszorg: voldoende Het oordeel van het auditteam over alle facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding evalueert regelmatig op zowel hogeschoolbreed als opleidingsspecifiek niveau de kwaliteit van het programma, het functioneren van de docenten en de organisatie van het onderwijs. Dit doet ze vooral kort-cyclisch (korte termijn) zowel via schriftelijke enquêtes, als via gesprekken met studenten, docenten en vertegenwoordigers van het werkveld. Als de eerste studenten binnenkort zijn afgestudeerd zal de opleiding ook met alumni evalueren. Daar waar nodig of gewenst treft de opleiding aantoonbaar verbetermaatregelen. Voor de opleiding breekt nu de fase aan om lang-cyclisch (lange termijn) te gaan evalueren. De plannen daarvoor worden gemaakt. De opleiding informeert de docenten en de studenten over de uitkomsten van de evaluaties en de geplande en genomen verbetermaatregelen. De studenten, docenten en het werkveld worden voldoende bij de kwaliteit van de opleiding betrokken. Dit gebeurt zowel via formele overlegmomenten, met o.a. de opleidingscommissie, de klankbordgroep, het docententeam en de beroepenveldcommissie, als via de vele informele contacten. Onderwerp Resultaten: voldoende Het oordeel van het auditteam over beide facetten van dit onderwerp is positief. De volgende overwegingen hebben tot dat oordeel geleid. De opleiding borgt met diverse instrumenten, dat de studenten die afstuderen het gewenste hbo-niveau hebben behaald. Aan de hand van het proces en het product van het praktijkonderzoek en de presentatie en verdediging van de resultaten wordt getoetst of de student alle competenties op het vereiste niveau heeft gerealiseerd. In het eindgesprek vindt de afsluitende individuele beoordeling plaats. De voltijdopleiding is in februari 2007 gestart en in februari 2010 zijn de eerste studenten begonnen met hun praktijkonderzoek. De tussenproducten en afstudeerwerkstukken die het auditteam van deze studenten inzag, hadden duidelijk hbo-niveau. Ervan uitgaande dat de opleiding haar beoordelingssystematiek op dezelfde wijze blijft toepassen en evalueren, spreekt het auditteam het vertrouwen uit dat het gerealiseerde niveau van de andere studenten ook zal voldoen aan de vereiste hboeindkwalificaties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 4
De opleiding brengt de rendementsgegevens jaarlijks in kaart. Het is gebleken dat TP niet voldoet aan de eigen streefwaarden. Ook in vergelijking met de landelijke gemiddelden komt de opleiding ten aanzien van het propedeuserendement na één jaar lager uit. De opleiding heeft hiervoor een aantal verbetermaatregelen genomen en nieuwe verbeterplannen zijn in ontwikkeling. Ook in het landelijke overleg is aandacht voor de tegenvallende studieresultaten en de hoge uitval. Het auditteam heeft vertrouwen dat de genomen maatregelen voor verbeteringen zullen zorgen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 5
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 6
2.
INLEIDING
Het onderhavige rapport bevat het advies aan de NVAO dat door Hobéon Certificering als Visiterende en Beoordelende Instantie is opgesteld ten behoeve van de accreditatie van de hbobacheloropleiding Toegepaste Psychologie, verzorgd door Fontys Hogescholen, croho-nummer 34507. De opleiding wordt aangeboden in de varianten voltijd en deeltijd. De basis voor het onderzoek van Hobéon Certificering werd gevormd door de Management Review en de daarbij behorende onderliggende documenten. Het bij het onderzoek gehanteerde beoordelingskader is geweest Hobéon Beoordelingskader Bachelor 2009. De audit heeft plaatsgevonden op 24 juni 2010. Het programma van de audit is opgenomen in Bijlage I. Het auditteam werd gevormd door drs. G.J. Stoltenborg, drs. J. Bleijenberg, dr. H. Schouppe, F. M. Bronsgeest en I.M. Gies Broesterhuizen. De in dit team aanwezige expertise is in onderstaand schema zichtbaar. werkveld voorzitter drs. G.J. Stoltenborg werkvelddeskundige drs. J. Bleijenberg vakdeskundige dr. H. Schouppe student F.M. Bronsgeest secretaris I.M. Gies Broesterhuizen
2.1.
vak / discipline X
onderwijs X
X X
kwaliteitszorg /audit X
studentperspectief
X X
X
X X X
Meerdere opleidingsvarianten
In het accreditatietraject van de hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie worden zowel de voltijd- als de deeltijdvariant beoordeeld. In de beschrijving van de waarneming en de beoordeling per onderwerp en facet wordt een onderscheid gemaakt per variant indien dit van toepassing is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 7
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 8
3.
KARAKTERISTIEK VAN DE OPLEIDING
Positie binnen Fontys Hogescholen Fontys Hogescholen verzorgt onderwijs in bijna alle sectoren van het hbo. De 29 instituten verzorgen ruim 200 bacheloropleidingen in verschillende varianten: voltijd, deeltijd, duaal en in service. Ook biedt Fontys 36 masteropleidingen aan. In stedelijke centra, vooral in ZuidNederland, verzorgt Fontys cursussen en trainingen. Naast onderwijs legt Fontys zich ook toe op onderzoek en kennisinnovatie en op zakelijke dienstverlening. De Fontys Hogeschool HRM en Psychologie (hierna: FH H&P) is een van de 29 instituten van Fontys Hogescholen. De missie van FH H&P is ‘The connective community, een transformatiestrategie’. Dit houdt in dat de opleiding waarde hecht aan het belang van samenwerking, gemeenschapszin en relaties (community) en dat daarnaast binnen de opleiding voortdurend aandacht is voor de verbinding van de hogeschool met haar omgeving (connectiviteit) en de aansluiting van talenten op het door het beroepenveld gevraagde competentieniveau (transformatie). Blauwdruk van het programma Fontys heeft gekozen voor competentiegestuurd onderwijs en een major/minor-structuur op basis van een vertaling van het Biloba-onderwijsconcept. De eindkwalificaties van zowel de voltijd- als de deeltijdvariant bestaan uit acht competenties, welke op zes werkterreinen of beroepscontexten worden aangeboden op drie verschillende competentieniveaus. De verschillen tussen de deeltijd- en de voltijdvariant bestaan uit de concretisering van de inhouden, in contacttijd en in opdrachten. In het propedeusejaar, dat bestaat uit vier periodes, maakt de student kennis met de opleiding en haar competenties waarin vier werkvelden centraal staan. Het tweede en derde jaar vormen samen de hoofdfase. In het begin van het tweede jaar komen de overige twee werkvelden aan bod. In het derde jaar kiest de student voor een eigen profilering voor een werkveld. De voltijd volgt twee minoren, waarvan één goedgekeurd moet worden door de examencommissie en de ander is een vrije keuze. De deeltijdopleiding heeft één vrij te kiezen minor. Tijdens het eerste semester van de afstudeerfase voert de student een stage uit en het tweede semester wordt ingevuld met een praktijkgericht onderzoek. Elke fase wordt afgesloten met een competentieexamen (een portfolio-assessment, een performance-assessment of een criteriumgericht interview). Met ingang van het studiejaar 2009-2010 is de verplichting van twee minoren bijgesteld naar één minor van 30 EC’s. Hierdoor zal het tweede jaar volledig door de major ingevuld zijn en de praktijkopdracht vindt dan in het derde jaar plaats. Vanaf het studiejaar 2009-2010 kunnen studiepunten ook tussentijds worden uitgekeerd op basis van met goed gevolg afgeronde toetsen van onderwijseenheden. Opleidingsprofiel Een afgestudeerde van de opleiding Toegepaste Psychologie is in staat om, op basis van sociaalwetenschappelijke argumentatie en bevindingen in het domein van de Toegepaste Psychologie, gedrag van (groepen van) mensen te beïnvloeden en bij te dragen aan het oplossen van vraagstukken waarbij menselijk gedrag centraal staat. Aan de opleiding is de graad Bachelor of Applied Psychology verbonden. Beroepenveld De kern- en generieke competenties worden op zes werkterreinen aangeboden, te weten consument en maatschappij arbeid en organisatie gezondheid en zorg
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 9
onderwijs en ontwikkeling intermenselijke relaties maatschappelijke participatie en veiligheid
Studentenpopulatie De opleiding Toegepaste Psychologie heeft twee locaties. In Eindhoven wordt een voltijdvariant aangeboden met 811 studenten en in Tilburg een deeltijdvariant met 87 studenten. De opleiding heeft besloten tot een numerus fixus van 400 studenten in de voltijdopleiding in 2010. Het aantal studenten van de deeltijdopleiding stabiliseert. Onderzoeksomgeving Sinds 2003 is aan het instituut FH H&P het lectoraat Career Development verbonden met een kenniskring waarin zowel medewerkers van de hogeschool als vertegenwoordigers van het vakdomein en werkveld zitting hebben. Het lectoraat draagt bij aan de kennisontwikkeling van het onderwijs en beroepenveld van de opleiding HRM door het uitvoeren van onderzoek, publicaties en presentaties. Voor de kennisontwikkeling van het onderwijs maakt de opleiding Toegepaste Psychologie zo nu en dan gebruik van de resultaten die geboekt worden door het lectoraat Career Development.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 10
4.
VORIGE ACCREDITATIE
In 2005 is een Toets Nieuwe Opleiding voor de opleiding Toegepaste Psychologie aangevraagd bij de NVAO en in 2006 is de aanvraag positief beoordeeld. Hieronder volgen de conclusies uit het vorige accreditatietraject. Tijdens de Toets Nieuwe Opleiding zijn alle onderwerpen als voldoende beoordeeld. In de samenvatting van het besluit worden vooral als sterke punten genoemd: de blijvende samenwerking de bundeling van informatie en expertise het voorgenomen landelijke en Nederlands-Vlaams overleg. Ook om toekomstige audits gezamenlijk met andere hogescholen uit te voeren, zodat een landelijke kwaliteitsnorm en borging ontstaat, vindt het panel een goed initiatief. De samenwerking van Fontys Hogescholen, Hanzehogeschool Groningen en de Hogeschool Leiden is bij aanvang van de opleidingen gecontinueerd en geformaliseerd in het Landelijke Opleidingsoverleg Toegepaste Psychologie. Er is gezamenlijk onderwijsmateriaal ontwikkeld en jaarlijks vindt de Landelijke Studiedag TP plaats. De Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, Saxion Hogescholen en de Hogeschool van Amsterdam hebben zich ook aangesloten bij het overleg. Daarnaast vindt overleg plaats met vergelijkende opleidingen in België. Op dit moment bestaan geen initiatieven om audits gezamenlijk uit te voeren. Tijdens de toets nieuwe opleiding zijn de volgende aandachtspunten en aanbevelingen tot verbeteringen uit het NVAO-besluit genoemd: De samenwerking met de Universiteit van Tilburg is essentieel voor de kwaliteit van de opleiding. Engelstalige literatuur in hogere jaren moet worden ingevoerd. De afgelopen maanden heeft een werkgroep met medewerkers van Fontys en van de Universiteit van Tilburg een vergelijking gemaakt van het curriculum om de doorstroom (en eventueel terugstroom) van de hogeschool naar de universiteit te bevorderen. Binnenkort wordt een overeenkomst gesloten voor een aansluitingsprogramma en de ontwikkeling van een minor ‘Academische oriëntatie’. Het volgen van lessen aan de universiteit is ook een onderdeel van het programma. Het auditteam vindt de samenwerking een positief punt en pleit voor de voortzetting van de samenwerking. Engelstalige literatuur is aanwezig in de hogere jaren van de opleiding zowel in de voltijd als de deeltijdvariant in de vorm van enkele boeken en recente (wetenschappelijke) artikelen. Het auditteam constateert dat de opleiding een duidelijkere beleidskeuze moet maken in het wel of niet gebruiken van Engelstalige literatuur en dit vervolgens uit moet voeren.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 11
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 12
DEEL 2 OORDEEL OP FACETNIVEAU 5.
ONDERWERPEN EN FACETTEN NVAO-ACCREDITATIEKADER
1.
Doelstellingen opleiding
Facet 1.1. Domeinspecifieke eisen
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk)
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Beroepsprofiel Het auditteam heeft vastgesteld dat de hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie (TP) zich baseert op het beroepsprofiel dat door het werkveld wordt gehanteerd. De opleiding leidt studenten op tot Bachelor of Applied Psychology. Daarbij is een afgestudeerde TP’er als beginnend beroepsoefenaar in staat om vanuit het kennisdomein van de psychologie en met behulp van psychologische inzichten, mensen (zowel individueel als in groepen) te helpen hun mentale conditie op peil te houden of te verbeteren en mensen te activeren problemen te voorkomen of om beter met problemen om te gaan. In de beroepsuitoefening staan onderzoek, beoordeling en beïnvloeding van gedrag en de beleving daarvan centraal, waarbij de student handelt op basis van sociaal-wetenschappelijke argumentatie, methoden en technieken in het domein van de Toegepaste Psychologie. Een afgestudeerde TP’er is een breed inzetbare professional en vervult een brugfunctie, waarbij de wetenschap in alledaagse praktijksituaties wordt toegepast. Daarbij is hij werkzaam als adviseur op het snijvlak van individuele zorg en collectieve preventie, onderzoeker in combinatie met procesbegeleiding en trainer. Rollen als beoordelaar, adviseur, coach, trainer, voorlichter en onderzoeker kunnen door een TP’er vervuld worden. Opleidingsprofiel Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding Toegepaste Psychologie van Fontys Hogescholen haar eindkwalificaties van zowel de voltijd- als de deeltijdvariant baseert op het landelijk vastgestelde opleidingsprofiel bestaande uit acht competenties. Fontys richt zich vooral op het beoordelen van gedrag (assessen), het beïnvloeden van het gedrag (adviseren, begeleiden en coachen, trainen en voorlichten) en het onderzoeken (praktijkgericht onderzoek). Interdisciplinair en internationaal samenwerken en professionaliseren zijn generieke competenties. Deze kern- en generieke competenties worden op zes werkterreinen aangeboden, te weten: consument en maatschappij, arbeid en organisatie, gezondheid en zorg, onderwijs en ontwikkeling, intermenselijke relaties en maatschappelijke participatie en veiligheid. Waar collega-opleidingen zichzelf profileren door een regionale inkleuring binnen het opleidingsprofiel, heeft Fontys Hogescholen ervoor gekozen om dat voorlopig niet te doen. Eerst wil de opleiding het curriculum ontwikkelen alvorens een afbakening aan te brengen. De opleiding biedt studenten daarom aan zich te verdiepen in competenties in plaats van te verdiepen in een werkveld. Het auditteam heeft geconstateerd dat stageplaatsen in alle werkvelden mogelijk zijn.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 13
De beginnende beroepsoefenaar De opleidingscompetenties worden aangeboden op drie verschillende competentieniveaus. De opleiding heeft duidelijk vastgelegd op welk niveau de student de competenties uiteindelijk moet beheersen (zie facet 2.2.): Niveau I (na de propedeuse): kunnen opereren in een geconstrueerde eenvoudige simulatie van de beroepspraktijk met duidelijke sturing en (expert)begeleiding dan wel kunnen opereren in een feitelijke en overzichtelijke beroepssituatie met een concrete opdracht en duidelijke sturing en begeleiding. Niveau II (na de hoofdfase): kunnen opereren in een geconstrueerde simulatie van de beroepspraktijk met enige mate van complexiteit en vanuit de opleiding gerichte sturing en begeleiding dan wel opereren in een beperkt complexe beroepssituatie met gerichte sturing en begeleiding. Niveau III (na de afstudeerfase): kunnen opereren in een geconstrueerde complexe simulatie van de beroepspraktijk met vraaggerichte begeleiding dan wel opereren in een complexe beroepssituatie met vraaggerichte begeleiding. Validatie door het beroepenveld en vakgenoten De Hanzehogeschool Groningen, de Hogeschool Leiden en Fontys Hogescholen hebben samen het landelijke opleidingsprogramma ontwikkeld door bevindingen uit gevoerde gesprekken met beroepsverenigingen, relevante werkveldorganisaties, instellingen uit Engeland en België waar vergelijkbare opleidingen worden aangeboden. De samenwerking van de drie hogescholen is samen met Hogeschool Arnhem en Nijmegen, Saxion Hogescholen en Hogeschool van Amsterdam geformaliseerd in het Landelijk Opleidingsoverleg Toegepaste Psychologie (LOO-TP). In 2007 heeft het LOO-TP een Landelijke Adviesraad TP ingesteld (LAR-TP), waarin vertegenwoordigers van het beroepenveld en deskundigen in het domein structureel (twee keer per jaar) betrokken zijn bij de opleiding. Naast overleg met het LAR-TP voert LOO-TP periodiek overleg met het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). In 2009 heeft het LOO-TP een nieuwe beschrijving gemaakt van het landelijke competentieprofiel, welke is voorgelegd aan de LAR-TP en aan het NIP. Externe validering van het beroeps- en opleidingsprofiel zal elke vier jaar plaatsvinden door het LOO-TP op basis van gesprekken met de LAR-TP en het NIP. De aanpassing van het opleidingscompetentieprofiel gaf voor Fontys geen aanleiding ook het opleidingsprogramma aan te passen. In het overleg met de LAR-TP, de Raad van Advies van Fontys Hogescholen en de beroepenveldcommissie van de opleiding TP komt naar voren dat de competenties i.c. eindkwalificaties aansluiten bij de wensen uit de beroepspraktijk. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding regelmatig overlegt met het beroepenveld over de eindkwalificaties. De opleiding Toegepaste Psychologie van Fontys Hogescholen was een van de pioniers die zich sterk maakte voor een plaats van de hbo-bachelor Toegepaste Psychologie naast de wo-opleiding Psychologie in het werkveld en binnen de beroepsvereniging. Zij hebben het NIP hiervan kunnen overtuigen. Op dit moment is een ontwikkeling gaande waarbij, door aanpassing van de statuten, de hbo-bachelor TP lid kan worden van het NIP. Het auditteam vindt de warme relatie met het NIP een sterk punt. Internationale referentie De eindkwalificaties bestaande uit acht competenties van het landelijke competentieprofiel zijn ontleend aan (inter)nationale standaarden die gehanteerd worden door diverse beroepsverenigingen waaronder het NIP, de Kamer Psychologie (van de VSNU), de Britisch Psychological Society (BPS) en de opleidingen TP in Engeland en België.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 14
Het auditteam is van mening dat de opleiding bij het ontwerp van de doelstellingen rekening heeft gehouden met de internationale referentie. Nu is het echter tijd om de internationalisering verder vorm te geven in de opleiding. Onderhoud beroeps- en opleidingsprofiel Het auditteam heeft geconstateerd dat door de deelname aan het landelijke overleg en de interactie met de Raad van Advies van Fontys Hogescholen en de beroepenveldcommissie verbonden aan de opleiding veel contact is tussen de opleiding en het werkveld, waardoor het onderhoud van het beroeps- en competentieprofiel geborgd wordt. Daarbij geven de evaluaties door praktijkbegeleiders van de eerste praktijkopdrachten en -onderzoeken, een belangrijke input voor de blijvende aansluiting van de competenties bij de eisen in de beroepspraktijk. Onderzoekscompetenties Onderzoek (praktijkgericht onderzoeken) is een afzonderlijke competentie binnen de domeincompetenties van de Bachelor of Applied Psychology. Het auditteam is van mening dat de opleiding TP dit kenmerk goed in haar opleidingsprofiel heeft verankerd en dat het aansluit bij de beroepsuitoefening waar onderzoek, beoordeling en beïnvloeding van gedrag en de beleving daarvan centraal staat. De student handelt op basis van sociaal-wetenschappelijke argumentatie, methoden en technieken in het domein van de Toegepaste Psychologie.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 15
Facet 1.2. Niveau: Bachelor
De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een Bachelor
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Toetsing van de eindkwalificaties aan de Dublin Descriptoren Het auditteam heeft geconstateerd dat de eindkwalificaties waarop de opleiding zich richt, volledig corresponderen met de genoemde landelijke kaders. De bij de competenties benodigde kennis, vaardigheden en attitude en de daarbij horende leerlijnen (de conceptuele, integrale en vaardigheidsleerlijn en studieloopbaanbegeleiding) en prestatie-indicatoren hebben een directe relatie met de Dublin Descriptoren, waarmee vastgesteld wordt dat de opleiding TP voldoet aan het internationaal geaccepteerde niveau van de bachelor. Kenmerkende ‘hbobachelorelementen’ zijn expliciet in de doelstellingen van deze opleiding opgenomen. Hierbij wordt opgemerkt dat de opleiding in februari 2007 van start ging en de eerste studenten in februari 2010 begonnen zijn aan hun praktijkonderzoek. Met de tussenproducten en de eindrapportages van deze praktijkonderzoeken, welke het auditteam heeft bekeken, hebben de leden van het auditteam beperkt zicht op de daadwerkelijke aansluiting van de eindkwalificaties op de Dublin Descriptoren. Op basis van de handleidingen van de praktijkopdracht en het praktijkonderzoek, de Management Review (met aanvullende documenten) en de gevoerde gesprekken tijdens de audit, is het auditteam echter van mening dat de opleiding de beschreven aansluiting en daarnaast de toetsing (zie ook facet 6.1) van de eindkwalificaties aan de Dublin Descriptoren uit zal voeren. Aan beroepscompetent handelen liggen op de verschillende competentieniveaus kennis, vaardigheden en de voor het beroep noodzakelijke attitude ten grondslag: De kennisbasis van de opleiding (opleidingsinhoud en onderwijseenheden in het opleidingsprogramma) is gerelateerd aan een internationaal gewaardeerde standaard voor beschrijvingen van het kennisdomein van de psychologie gevormd door de richtlijnen van de British Psychological Society (BPS). Het beroep vraagt vaardigheden op het gebied van diagnostiek, interventies en onderzoek. Afgestudeerde TP’ers handelen volgens de ethische basisprincipes uit de beroepscode van het NIP en overeenkomstig de bepalingen voor de beroepsuitoefening. Hieronder volgt de uitwerking van de koppeling met de Dublin Descriptoren: Dublin Descriptor: Kennis en inzicht Heeft aantoonbare kennis van en inzicht in een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau bereikt in het voortgezet onderwijs en dit wordt overtroffen; functioneert doorgaans op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied is vereist. Alle acht competenties van de opleiding hebben betrekking op deze Dublin Descriptor. In de opleiding is expliciete aandacht voor het verwerven van kennis en inzicht in het kennisdomein van de psychologie. De kennisbasis is aangegeven en er is een relatie gelegd met de omschrijvingen van de BPS. In de conceptuele leerlijn verwerven studenten kennis en inzicht vanuit actuele studieboeken, vakliteratuur en wetenschappelijke artikelen, ondersteund door studentenhandleidingen en hoor- en werkcolleges.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 16
Dublin Descriptor: Toepassen kennis en inzicht Is in staat om zijn/haar kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen, dat dit een professionele benadering van zijn/haar werk of beroep laat zien, en beschikt verder over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. In de omschrijvingen van alle acht competenties is het toepassen van kennis en inzicht zichtbaar. Dit is uitgewerkt in opdrachten van de opleiding. Het is herkenbaar in de vaardigheidsleerlijn en de integrale leerlijn, waar studenten aan opdrachten werken die gebaseerd zijn op, afkomstig uit, of uitgevoerd in de beroepspraktijk. In de prestatie-indicatoren van de competenties is het juist toepassen van kennis en inzicht en het opstellen en verdiepen van argumentaties opgenomen. Dublin Descriptor: Oordeelsvorming Is in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren (meestal op het vakgebied) met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaalmaatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Het verzamelen van relevante gegevens en de interpretatie daarvan is verankerd in (de prestatieindicatoren van) de competenties ‘Assessen’ en ‘Praktijkgericht onderzoeken’. Daarbij is ook aandacht voor het interpreteren van gegevens. Bij de competentie ‘Adviseren’ komt het vormen van een oordeel op basis van relevante gegevens en met inachtneming van relevante aspecten van de situatie naar voren. Ethiek komt in verschillende onderdelen van het curriculum als thema terug en is ook als afzonderlijk curriculumonderdeel opgenomen. Tot slot zijn voor deze Dublin Descriptor de beroepshouding en de ethische basisprincipes relevant; deze komen met name in de integrale leerlijn aan bod. Dublin Descriptor: Communicatie Is in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek bestaande uit specialisten of niet-specialisten. Deze Dublin descriptor is herkenbaar in de omschrijvingen en prestatie-indicatoren van de competenties ‘Adviseren’, ‘Trainen’, ‘Voorlichten’ en ‘Interdisciplinair en internationaal samenwerken’. In zowel de vaardigheids(leer)lijn als integrale leerlijn is expliciete aandacht voor de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden. Dublin Descriptor: Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie die een hoog niveau van autonomie veronderstelt aan te gaan. Deze Dublin Descriptor is geborgd door de competentie ‘Professionaliseren’. In de opbouw van het curriculum en in de studieloopbaanbegeleiding is expliciet aandacht voor het ontwikkelen van de leervaardigheden van de student.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 17
Facet 1.3. Oriëntatie hbo
De eindkwalificaties van de opleiding zijn mede ontleend aan de door (of in samenspraak met) het relevante beroepenveld opgestelde beroepsprofielen en/of beroepscompetenties o Een hbo-bachelor heeft de kwalificaties voor het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar in een specifiek beroep of samenhangend spectrum van beroepen waarvoor een hbo-opleiding vereist is of dienstig is
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op de overweging, dat de in facet 1.3 benoemde aspecten volledig in facet 1.1 aan de orde zijn geweest en het oordeel derhalve identiek is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 18
2.
Programma
Facet 2.1. Eisen hbo
Kennisontwikkeling van studenten vindt plaats via vakliteratuur, aan de beroepspraktijk ontleend studiemateriaal en via interactie met de beroepspraktijk en/of (toegepast) onderzoek Het programma heeft aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen in het vakgebied / de discipline Het programma waarborgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden en heeft aantoonbare verbanden met de actuele beroepspraktijk
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Kennisontwikkeling Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding TP ervoor zorgt dat kennisontwikkeling plaatsvindt via vakliteratuur, materiaal uit de beroepspraktijk en via interactie met de (internationale) beroepspraktijk. Daarnaast doen de studenten via het uitvoeren van onderzoeksopdrachten praktijkkennis op. Vakliteratuur Gedurende de opleiding vindt kennisontwikkeling van studenten plaats via het bestuderen en bespreken van actuele en relevante Nederlands- en Engelstalige vakliteratuur. Het auditteam constateert dat de hoeveelheid Engelstalige literatuur beperkt is en is van mening dat de opleiding een duidelijkere beleidskeuze moet maken in het wel of niet gebruiken van Engelstalige literatuur en dit vervolgens uit moet voeren. Studenten hebben via de bibliotheek/mediatheek van Fontys Hogescholen en via online databanken toegang tot vakgerelateerde boeken en tijdschriften (Zie hierover verder facet 4.1.). Materiaal uit de beroepspraktijk Daarnaast vindt kennisontwikkeling van studenten plaats aan de hand van aan de beroepspraktijk gerelateerd studiemateriaal waaronder: Wetenschappelijke artikelen. Ontwikkeling van contextrijke opdrachten in en uit de beroepspraktijk in diverse beroepscontexten/werkvelden. In de integrale leerlijn wordt tijd besteed aan casussen en opdrachten uit de beroepspraktijk, worden toepassingen tijdens colleges en trainingen geïllustreerd aan de hand van voorbeelden uit de beroepservaring van docenten en wordt beeldmateriaal uit de beroepspraktijk gebruikt in de vaardigheidstrainingen. De in de beroepspraktijk geëigende technieken, waaronder psychodiagnostische testen en materialen, worden gehanteerd. Studenten doen daarnaast minimaal een stage en een afstudeeropdracht in de beroepscontext. Deeltijdstudenten voeren waar mogelijk de opdrachten uit in de eigen organisatie. Waar dat niet kan, moeten deeltijdstudenten zelf op zoek gaan naar een organisatie waarin de opdracht wel uitgevoerd kan worden. De hogeschool kan hierin assisteren. Interactie met de beroepspraktijk Het overleg en de interactie met het beroepenveld is zowel op strategisch (Raad van Advies Fontys Hogescholen) als op operationeel niveau (beroepenveldcommissie, stagebegeleider, opdrachtgever, leverancier van contextrijke opdrachten in en uit de beroepspraktijk, docenten uit de flexibele schil, gastdocenten en het organiseren van excursies) ingericht. Daarnaast vindt landelijke overleg plaats met collega-opleidingen en wordt dit landelijke overleg bijgestaan door
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 19
de LAR-TP, waarin vertegenwoordigers van het beroepenveld en deskundigen in het domein structureel (twee keer per jaar) betrokken zijn bij de opleiding. Naast overleg met het LAR-TP voert LOO-TP ook periodiek overleg met het NIP. Al deze factoren zorgen ervoor dat de praktijkcomponent in het programma is verwerkt. Toegepast onderzoek Het lectoraat Career Development is met name verbonden aan de opleiding HRM. Voor de kennisontwikkeling van het onderwijs maakt de opleiding Toegepaste Psychologie zo nu en dan gebruik van de resultaten die geboekt worden door het lectoraat. Dit gebeurt als gastdocentschap, in de vorm van workshops, tijdens Community of Practice-dagen en als adviseur bij afstudeerprojecten. Op dit moment is één docent van de opleiding Toepaste Psychologie met 0,4 fte actief in dit lectoraat. De opleiding Toegepaste Psychologie heeft een bewuste keuze gemaakt zich de afgelopen jaren vooral bezig te houden met de ontwikkeling van het onderwijsprogramma. De komende onderwijsperiode zal de aandacht uitgaan naar andere zaken. Zo heeft de opleiding zich voorgenomen om zelf een lectoraat in te stellen. Het auditteam steunt dit voornemen. Doordat het docententeam ervaring heeft met onderzoeken (zie facet 3.3.) en door het aanbieden van de competentie ‘Onderzoeken’ borgt de opleiding dat toegepast onderzoek een vaste plaats heeft in het programma. Het auditteam is van mening dat toegepast onderzoek door de hele opleiding is verwerkt in de conceptuele, integrale en vaardigheidsleerlijn o.a. doordat vakken als ‘Onderzoek & statistiek’ en ‘Onderzoek & advies’ in verschillende periodes aangeboden worden. In april is een landelijke studiedag geweest met ‘Toegepast onderzoek’ als thema. Actualiteit van het programma Het auditteam is van mening dat de opleiding er goed voor zorgt, dat het programma actueel is. Enkele voorbeelden van actualiteit in het programma zijn: Vraagstukken over de verbindingen tussen jong en oud, de relatie tussen zorg en arbeid, en de verhouding tussen ‘binden en boeien’ in een arbeidsrelatie. Dit sluit aan bij verschijnselen in de samenleving als vergrijzing, ontgroening, versnippering, individualisering en internationalisering. Het auditteam is daarnaast van mening dat de opleiding er goed voor zorgt, dat het programma ook actueel blijft. De opleiding doet dit o.a. als volgt: Voor de onderhoud van programma heeft de opleiding gekozen om de werkvelden te verdeling over drie docententeams met elk een teamleider en op basis van deze inhoudelijke expertise is elk team verantwoordelijk voor de onderwijsontwikkeling en inhoudelijke aansturing van de onderwijsuitvoering. Daarnaast is een docent als leerlijneigenaar verantwoordelijk voor de inhoudelijke aansturing van de onderwijsontwikkeling en bijstelling van vakliteratuur (actueel, representatief en van niveau) en materialen o.a. op basis van evaluaties. De onderwijsmanager is eindverantwoordelijk. De docenten houden ontwikkelingen in het vak en beroep bij, doordat 7 van de 38 docenten daarin werkzaam zijn, door lidmaatschap van beroepsverenigingen, het bijhouden van literatuur en door contacten met de praktijk zoals stagebiedende organisaties. Docenten die in de praktijk werkzaam zijn, zijn betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijsprogramma. Afstemming met de beroepenveldcommissie die de zes werkvelden van de opleiding TP vertegenwoordigt. Het onderhouden van contacten met collega-opleidingen en de Universiteit van Tilburg.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 20
Het auditteam merkt tijdens de audit de enthousiaste en actieve houding van docenten ten aanzien van het actueel houden van het programma en ziet dit als sterk punt ter bevordering van de kennisontwikkeling binnen de opleiding.
Beroepsvaardigheden Het auditteam is van mening dat de opleiding door het competentiegerichte onderwijs voorziet in werkvormen waarmee de student getraind wordt in de vereiste generieke en specifieke beroepsvaardigheden. Ook de stage is van groot belang voor de ontwikkeling van noodzakelijke beroepsvaardigheden. De opleiding heeft bij de start een duidelijke keuze gemaakt om de stage in het vierde jaar aan te bieden vanwege de ontwikkeling van de opleiding en de op te bouwen relaties met het werkveld. De opleiding is nu een paar jaar verder en heeft, ook op verzoek van de studenten, de stage naar het derde jaar verplaatst. In de OER wordt een koppeling gemaakt tussen de onderwijseenheid binnen een werkveld en de competentie. Deeltijdstudenten ontwikkelen hun beroepsvaardigheden ook op de eigen werkplek door het uitvoeren van specifieke opdrachten. Tijdens de audit blijkt dat opdrachten ook dikwijls door deeltijdstudenten worden uitgevoerd bij andere bedrijven. Het auditteam vindt dit goed, omdat deeltijdstudenten tijdens de opdracht ook te maken krijgen met thema’s die niet samenhangen met hun huidige werkzaamheden in de praktijk. Ook deeltijdstudenten krijgen zo een totaal beroepsbeeld. Volgens het auditteam is dit geen probleem zolang deeltijdstudenten deze opdrachten bij andere bedrijven naar eigen inzicht kunnen combineren met het voortzetten van de werkzaamheden bij het huidige bedrijf. Uit de audit blijkt dat de deeltijdstudenten aangeven dat de combinatie van school en werk wel zwaar, maar mogelijk is. Studenten over beroepsgerichtheid Uit het landelijke studenttevredenheidsonderzoek 2009 (STO) en uit periode-evaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de gerichtheid op de beroepspraktijk en de zinvolheid van het onderwijs daarvoor. De aanpassing van het curriculum waarbij de stage nu in het derde jaar wordt aangeboden vinden studenten positief.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 21
Facet 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma
Het programma is een adequate concretisering van de eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties zijn adequaat vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het programma De inhoud van het programma biedt de studenten de mogelijkheid om de geformuleerde eindkwalificaties te bereiken
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Concretisering eindkwalificaties Het LOO-TP heeft het opleidingsprogramma ontwikkeld op basis van leerlijnen in relatie met beroepscontexten/werkvelden. Het gezamenlijk ontwikkelde leerplanschema bevat het programma per studiejaar, per werkterrein/periode en per leerlijn. Het leerplanschema vormt het kader voor de onderwijseenheden. De opleiding heeft de eindkwalificaties geformuleerd in acht competenties en uitgewerkt in een competentiekaart naar drie niveaus. De niveaus worden bepaald door de complexiteit van de beroepskritische situatie waarbinnen de competentie moet worden getoond, de omvang van het beroepsproduct of de beroepshandelingen die moeten worden gerealiseerd, en de mate waarin zelf sturing aan inhoud en aanpak moet worden gegeven. In het CPOTS-schema1, de studiegids (hele studiejaar) en de studiehandleiding (per periode) zijn alle competenties met prestatie-indicatoren per niveau opgenomen uitgesplitst en gekoppeld aan de afzonderlijke (toetsen van) onderwijseenheden met studiepunten. De prestatie-indicatoren zijn richtinggevend voor de onderwijseenheden en de toetsing daarvan. Het auditteam is van mening dat de opleiding de opleidingscompetenties duidelijk heeft geconcretiseerd in overzichtelijke competentiekaarten, het leerplanschema en de koppeling tussen beide in het CPOTS-schema. Uit de matrices blijkt dat de competenties/eindkwalificaties daarmee volledig worden afgedekt. Vertaling van de eindkwalificaties naar niveaus en leerdoelen In een competentiekaart is elke competentie vertaald naar prestatie-indicatoren en per competentie worden de te verrichten beroepshandelingen, voorbeelden van beroepsproducten en hoe de beoordeling van deze handelingen en producten tot stand komt beschreven. Hieronder volgt een voorbeeld van ‘Assessen’. In het CPOTS-schema is deze competentie met haar prestatie-indicatoren gekoppeld aan de onderwijseenheden Selectierapportage (integraal) AO1, Psychodiagnostiek (vaardigheid) OO4 en Observatie- en Beoordelingstechniek (vaardigheid) AO4 met respectievelijk 4, 3 en 3 studiepunten.
1 Een CPOTS-schema is een weergave per niveau van de Competenties, Prestatie-indicatoren, Onderwijseenheden, Toetsen en Studiepunten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 22
Competentie Assessen Zelfstandig, op systematische en methodische wijze inventariseren, analyseren en interpreteren van gegevens met betrekking tot gedragsvraagstukken die zich voordoen op individueel, groeps-, organisatie- of samenlevingsniveau en dit op verantwoorde wijze vastleggen in (concept) onderzoeksverslagen. Het, in opdracht van een wo-psycholoog, zelfstandig ontwerpen en uitvoeren (en het zonodig bijstellen) van een testprogramma (interviews, testen, gedragsobservaties) in het kader van psychodiagnostisch onderzoek. Het interpreteren en evalueren van onderzoeksgegevens en dit op verantwoorde wijze vastleggen in een conceptonderzoeksverslag. U demonstreert uw competent zijn door: niveau I een heldere, eenduidige doelstelling voor een Opereren in een geconstrueerde assessment te formuleren; eenvoudige simulatie van de beroepspraktijk een onderbouwde keuze voor assessmentmet duidelijke sturing en (expert)begeleiding instrumenten te maken; dan wel opereren in een feitelijke en gekozen instrumenten correct toe te passen; overzichtelijke beroepssituatie met een volledige onderzoeksgegevens te verkrijgen; concrete opdracht en duidelijke sturing en onderzoeksgegevens juist te interpreteren; begeleiding. resultaten van een assessment juist weer te geven. niveau II Opereren in een geconstrueerde simulatie van Voorbeelden van relevante beroepsproducten en de beroepspraktijk met enige mate van beroepshandelingen zijn: complexiteit en vanuit de opleiding gerichte voorbereidingsverslag assessment sturing en begeleiding dan wel opereren in een uitvoeren van intake beperkt complexe beroepssituatie met afnemen van assessment gerichte sturing en begeleiding. verslag van een assessmenttraject niveau III Opereren in een geconstrueerde Bij beoordeling van beroepsproducten en handelingen complexe simulatie van de wordt beroepspraktijk met vraaggerichte begeleiding aandacht besteed aan: dan wel opereren in een complexe onderbouwing gemaakte keuzes (evidence based) beroepssituatie met uitvoering: juistheid, volledigheid, tijdigheid vraaggerichte begeleiding. reflectie: evaluatie van het eigen handelen
Het competentieniveau is bepalend voor de complexiteit van de beroepshandelingen en -opdrachten, de mate van begeleiding en de plaats waar de opdrachten worden uitgevoerd. De praktijknabijheid van de opdrachten neemt tijdens het verloop van de opleiding toe: Opdrachten in de propedeuse worden in een gesimuleerde omgeving uitgevoerd, studenten uit de hoofdfase voeren producten zowel in de gesimuleerde omgeving uit als uit de reële praktijkomgeving en in de afstudeerfase vinden de opdrachten in de beroepspraktijk plaats. De Fontys-brede of opleidingsspecifieke minoren bieden de student de mogelijkheid tot profilering en verbreding en/of verdieping van competenties. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding de competenties helder heeft uitgewerkt in prestatie-indicatoren per niveau met vermelding van de daarbij benodigde kennis, inzicht en vaardigheden. Mogelijkheid de geformuleerde eindkwalificaties te behalen Op basis van de analyse van het onderwijsprogramma is het auditteam van mening, dat studenten wanneer zij het hele programma hebben doorlopen, de geformuleerde eindkwalificaties kunnen behalen. Alle competenties in de diverse studieonderdelen komen aan bod op een steeds hoger niveau.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 23
Facet 2.3. Samenhang programma
Het studieprogramma is inhoudelijk samenhangend
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Verticale samenhang Het auditteam is van mening dat het programma een goede verticale samenhang vertoont. Door de indeling van competenties in drie niveaus verdeeld over de propedeuse-, hoofd- en afstudeerfase, wordt de verticale samenhang geborgd. Het programma kent een toenemende complexiteit van de opdrachten en beroepscontexten en een steeds integralere benadering voor beroepsproducten en -handelingen. De student spiegelt zijn niveau van ontwikkeling tijdens de studie aan de hand van prestatie-indicatoren van ieder van de te verwerven competenties. Een voorbeeld van zo’n prestatie-indicator is “Op basis van intakegesprekken een heldere, eenduidige doelstelling voor een assessment formuleren; Een onderbouwde keuze voor instrumenten voor potentieelbeoordelingen maken; Gekozen instrumenten correct toepassen: mogelijkheden en begrenzingen van instrumentarium kunnen aangeven; Testgebruik voor speciale doelgroepen.” De prestatie-indicatoren impliceren een toenemende complexiteit, waardoor, door middel van summatieve toetsing, wordt geborgd dat de student zich ontwikkelt tot uiteindelijk een bekwame startende beroepsbeoefenaar. Horizontale samenhang De opleiding heeft er ook voor gezorgd dat er horizontale samenhang in het programma is. De onderwijseenheden in het programma zijn per periode weergegeven en elke periode heeft een werkterrein als thema. Daarnaast zijn de onderwijseenheden uitgesplitst naar vier leerlijnen: integrale leerlijn (werken aan beroepsopdrachten), conceptuele leerlijn (theoretische concepten en professionele werk- en denkmodellen), vaardigheidsleerlijn (toepassen van theorieën, methoden en technieken) en de studieloopbaanbegeleiding (richting geven aan studie- en werkplanning). Zo wordt bijvoorbeeld in de integrale leerlijn in een bepaald werkterrein gebruik gemaakt van inzichten die studenten opdoen in de conceptuele leerlijn en de vaardigheidsleerlijn. In elke periode is een soortgelijke samenhang uitgangspunt. Samenhang binnen- en buitenschools programma Externe projecten (stage, afstuderen) worden afgestemd op de ‘binnenschoolse’ activiteiten door het toelichten van de handleidingen voor stage en afstuderen, het organiseren van terugkomdagen, tussentijdse evaluaties en feedback na de stage en afstudeeropdracht. Persoonlijke leerweg De student kan door keuzes van werkvelden, minor(en), praktijkopdracht en -onderzoek een eigen profilering binnen het beroepsdomein ontwikkelen, waardoor de student mede sturend is op de samenhang van zijn opleidingstraject. De onderbouwing van keuzes gebeurt in een persoonlijk ontwikkelplan en de student wordt daarbij begeleid door een studieloopbaanbegeleider. De organisatie is flexibel ingericht om keuzemogelijkheden te bieden zonder dat dit tot studievertraging leidt, bijvoorbeeld doordat een programma van elke periode twee keer per jaar wordt aangeboden. Hierdoor kunnen studenten versneld doorstromen. Ook hebben studenten de mogelijkheid om EVC-trajecten te doorlopen (zie facet 2.5). Studenten over ervaren samenhang Uit het STO en uit periode-evaluaties blijkt dat studenten tevreden zijn over de samenhang in het onderwijsprogramma en tussen studieonderdelen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 24
Facet 2.4. Studielast Het programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren, zoveel mogelijk worden weggenomen
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Studielast Uit de documentatie blijkt dat de totale studiebelastingsuren van de beide opleidingsvarianten 240 EC’s bedraagt. Deze last is verdeeld over vier studiejaren van elk 60 EC’s, gelijk aan 1680 uren studie verdeeld over 42 weken. De opleiding streeft ernaar de studielast evenwichtig te verdelen over het studiejaar, welke verdeeld is in vier periodes van tien weken. Een periode in de voltijd kent afwisselend zeven of acht lesweken en drie of twee weken voor zelfstudie, toetsing en beoordeling, en reflectie. In de deeltijd is dit altijd een programmering van acht om twee. Studievoortgang Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding voldoende maatregelen treft om de studievoortgang te bevorderen. Dit gebeurt o.a. als volgt: Een vaste indeling die de student in staat stelt de studie evenwichtig te spreiden over het studiejaar. Per onderwijseenheid en dus per periode zijn alle taken helder beschreven in een studiehandleiding. De studenten geven dit ook aan tijdens de audit. In de studiegids staat het aantal studiebelastingsuren per onderwijseenheid aangegeven. De student kan door keuzes een eigen profilering binnen het beroepsdomein ontwikkelen, waardoor de student mede sturend is op de samenhang van zijn opleidingstraject. Binnen een studiejaar wordt de student tweemaal in de gelegenheid gesteld om een toets af te leggen (inclusief het competentie-examen) of om een beroepsproduct in te leveren. Studiedrempels zijn: een voorwaardelijk studieadvies aan het einde van het eerste jaar, de propedeuse aan het einde van het tweede jaar na inschrijving en ingangseisen voor de praktijkopdracht. Voor deeltijdstudenten geldt de aanvullende eis dat zij vanaf het tweede studiejaar 16 uur per week werkzaam zijn, waardoor zij competenties en kennis verwerven. Elke student heeft een studieloopbaanbegeleider met wie de studievoortgang en de eventuele knelpunten besproken kunnen worden. Contacturen Het auditteam is van mening dat de opleiding zorgt voor voldoende contacttijd met de studenten. Contacturen zijn regulier ingeroosterde onderwijsactiviteiten onder leiding van een docent, in dit geval hoorcollege, werkcollege, vaardigheidstrainingen en studieloopbaanbegeleiding, verdeeld over de verschillende leerlijnen en in diverse werkvormen. De lesuren duren 50 minuten voor de voltijdvariant en 60 minuten voor de deeltijdvariant. Contacturen per week
voltijd
deeltijd
19 tot 21
7
e
16 tot 20
6
e
16 tot 20
*
e
4 tot 8
*
1e leerjaar 2 leerjaar 3 leerjaar 4 leerjaar
* De deeltijdopleiding is in september 2008 gestart.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 25
Studenten over studielast en studeerbaarheid Uit het STO en de periode-evaluaties blijkt dat de voltijdstudenten, behalve de laatste periode van elk studiejaar, tevreden zijn over de studeerbaarheid van het programma. Dit blijkt ook tijdens de audit. De voornaamste reden van de hoge studielast aan het einde van de periode ligt bij de planning van de student zelf. Deeltijdstudenten vinden de studielast en werkdruk te hoog. De opzet en programmering is daarom voor het cohort 2009-2010 bijgesteld door opdrachten te combineren of de aanpak toe te snijden op de situatie van de deeltijdstudent. Ook tijdens de audit geven deeltijdstudenten aan dat de combinatie werk en opleiding pittig is, maar wel te doen. De verwachting die de opleiding hierin gecreëerd heeft, komt overeen met de werkelijkheid.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 26
Facet 2.5. Instroom
Het programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: hbo-bachelor: vwo, havo, middenkaderopleiding of specialistenopleiding (web) of daarmee vergelijkbare kwalificaties, blijkend uit toelatingsonderzoek
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Voorlichting In de voorlichtingsbrochures en op de website van de voltijd- en deeltijdopleiding wordt het beroepenveld, het opleidingsprogramma en praktische informatie over studie en studeren, toelating en aanmelding en contactgegevens beschreven. De opleiding verzorgt open dagen, oriëntatiedagen en informatieavonden. Daarnaast kent de opleiding meeloopdagen waarop belangstellende scholieren een dag kunnen meelopen met een propedeusegroep. Tijdens de audit geven de voltijd- en deeltijdstudenten aan dat de verwachtingen ten aanzien van de opleiding, die gecreëerd zijn door de gegeven voorlichting, overeenkomen met de werkelijkheid. Toelating De (wettelijke vastgestelde) toelatingseisen voor de opleiding staan vermeld in de OER, op de website van de hogeschool en in voorlichtingsbrochures. Als vooropleidingseis geldt het bezit van een diploma vwo, havo (met wiskunde-eisen) en een mbo-diploma niveau 4 conform vermelding in de OER. Tevens geeft een propedeuse- of examengetuigschrift van een hbo- of wo-opleiding toegang tot de opleiding. Bezitters van een buitenlands diploma mogen pas deelnemen aan toetsen met studiepunten of aan examens als het bewijs is geleverd van voldoende beheersing van de Nederlandse taal (niveau NT2, programma II). Studenten die bij de start van de opleiding 21 jaar of ouder zijn en niet voldoen aan de vooropleidingeisen, kunnen worden toegelaten op grond van een toelatingsonderzoek (motivatiebrief, portfolio, capaciteitstest en beoordelingsgesprek). Voor de toelating tot de deeltijdopleiding worden eisen gesteld aan de werkkring. De studenten moeten in de hoofdfase beschikken over een werkplek waarbij men te maken heeft met vraagstukken van psychologische aard. De opleiding biedt via het EVC-Centrum van Fontys Hogescholen ook maatwerk via EVC. Het EVC-Centrum heeft daartoe een kwaliteitscode en een hogeschoolbrede EVC-aanpak ontwikkeld, die thans voor een groot aantal opleidingen operationeel is, zo ook voor de procedure hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie. Deze procedure is opgenomen in het EVC-register van het Kenniscentrum EVC. Instroom Studenten van de voltijdvariant zijn voornamelijk ingestroomd vanuit het mbo, havo of vwo. De opleiding biedt voor de differentiële instroom naast een EVC-traject geen speciaal programma aan. Zowel de opleiding als de studenten geven tijdens de audit aan dat dit niet nodig is. De instroom in de deeltijdopleiding kent een diversiteit in vooropleiding, leeftijd, werkervaring en –omgeving. In de propedeusefase wordt aandacht geschonken aan algemene beroepsvaardigheden, mbo’ers wordt geadviseerd kennis op het terrein van de beschrijvende statistiek op te frissen en de studieloopbaanbegeleiding schenkt aandacht aan de aanpak van leer- en studieactiviteiten. In de deeltijd wordt tijdens de studieloopbaanbegeleiding aandacht besteed aan de combinatie van zorg, werk en studie. Studenten die eerder of op een andere plek competenties hebben ontwikkeld of willen ontwikkelen, kunnen (aanvullend) bewijs hiervan in het portfolio opnemen en laten beoordelen. De eisen en procedure hiervoor zijn op het intranet van de opleiding te vinden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 27
Aansluiting Fontys kent een actief beleid voor contacten met aanleverende scholen vanuit het Fontys Aansluitings Centrum (FAC). Hierdoor bestaan structurele contacten met tien ROC’s in Brabant en Limburg voor de ontwikkeling van een goed systeem van doorlopende studieloopbaanbegeleiding, vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het studiekeuzeproces en de doorstroom van het mbo naar het hbo. Een dergelijke samenwerking wordt ook opgebouwd met het voortgezet onderwijs. Studenten over aansluiting vooropleiding Uit het STO blijkt dat studenten tevreden zijn over de aansluiting van het onderwijsprogramma op de vooropleiding. Dit blijkt ook uit de audit.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 28
Facet 2.6. Duur
De opleiding voldoet aan de formele eis (240 studiepunten) m.b.t. de omvang van het curriculum: o Hbo-bachelor: 240 studiepunten
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Duur In de onderwijsprogramma’s in de OER 2009-2010 en in de studiegids is per onderwijseenheid en ook per studiejaar/studiefase de studielast in EC’s gedefinieerd. Uit de beschrijving van alle onderdelen uit het oude curriculum (cohorten 2006 t/m 2009) van de opleiding Toegepaste Psychologie blijkt, dat de omvang van de bacheloropleiding correspondeert met 240 EC’s. Uit de beschrijving van alle onderdelen in het herziene curriculum van de opleiding Toegepaste Psychologie blijkt, dat de omvang van de bacheloropleiding ook correspondeert met 240 EC’s. Daarbij kunnen 210 EC’s behaald worden in de major en 30 EC’s in de minor.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 29
Facet 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud
Het didactisch concept is in lijn met de doelstellingen De werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Didactisch concept Het auditteam is van mening dat het onderwijsconcept van de opleiding in lijn is met de doelstellingen en past bij de opleiding. Docenten hebben meegewerkt aan de opbouw van het curriculum en de invulling en uitwerking van het model. Een competentie is een ondeelbaar geheel van kennis, inzicht, vaardigheden en attitude, verbonden met professionele taken en activiteiten en contextgebonden. Competentiegericht onderwijs neemt realistische, complexe beroepstaken en –opdrachten als uitgangspunt. Om deze visie op competentiegericht onderwijs te ondersteunen hebben de drie hogescholen bij de start gekozen voor een didactisch concept opgebouwd volgens het leerlijnenmodel van de onderwijsadviesgroep BDF2. Elke leerlijn kent zijn eigen leerdynamiek: • De integrale leerlijn betreft het leren uitvoeren van een integrale beroepsopdracht, het leren oplossen van een relevant beroepsprobleem en het tot stand leren brengen van een verantwoord beroepsproduct. • De conceptuele leerlijn betreft het leren hanteren van professionele werk- en denkmodellen en het leren verantwoorden van handelingen en keuzes. • De vaardigheidsleerlijn betreft het leren hanteren van methoden, technieken en bijbehorende vaardigheden binnen een bepaald werkmodel. • De studieloopbaanbegeleiding betreft het leren plannen van het eigen werk- en studieproces en het leren maken en verantwoorden van keuzes in de eigen leerroute. Ook kent de opleiding een opbouw in integratie en transfer. Dit didactische concept sluit aan op de visie op leren en opleiden, zoals deze door de drie hogescholen bij de ontwikkeling van de opleiding geformuleerd is, en op de onderwijsvisie van Fontys. Werkvormen Inzicht in de verschillende leerprocessen is van belang voor het vormgeven van het onderwijs. In de opleiding is de beroepspraktijk richting- en maatgevend. Door middel van casussen en problemen uit de praktijk wordt inzicht verkregen in het beroep. De werkvormen en opdrachten zijn zodanig opgezet dat studenten competenties kunnen ontwikkelen, bijvoorbeeld door hooren werkcolleges voor de theoretisch te behandelen onderdelen en daarnaast projecten, probleemgestuurd onderwijs (casestudies) en practica of trainingen om de onderzoeksvaardigheden eigen te maken. Ook worden groepsbijeenkomsten georganiseerd en bestaan individuele begeleidingsgesprekken tijdens de studieloopbaanbegeleiding. Alle werkvormen hebben tot doel de verschillende leerlijnen te ondersteunen. De deeltijdopleiding kent dezelfde werkvormen in een gecomprimeerde contacttijd. Studenten over de didactische kwaliteit van de opleiding Uit het STO blijkt dat studenten tevreden zijn over de afwisseling tussen werkvormen. Uit de periode-evaluaties blijkt eveneens dat studenten het positief vinden dat zij gestimuleerd worden zelfstandiger te leren. In de evaluatie van de eerste periode van 2009-2010 heeft de opleiding tevens aan voltijdstudenten gevraagd naar de kwaliteit van de procesbegeleiding bij de integrale leerlijnen. In alle studiejaren zijn studenten hier tevreden over. Zowel studenten als docenten bevestigen deze tevredenheid tijdens de audit.
2
Zie: Bie D. de en Kleijn, J.de. (2001).Wat gaan we doen? Houten/Antwerpen: Bohn Stafleu Van Loghum.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 30
Facet 2.8. Beoordeling en toetsing
Door de beoordelingen, toetsingen en examens wordt adequaat getoetst of de studenten de leerdoelen van (onderdelen van) het programma hebben gerealiseerd
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Relatie leerdoelen en toetsvorm Voor alle toetsvormen geldt dat de bij de beoordeling te hanteren criteria zijn gebaseerd op een combinatie van de competenties op de verschillende niveaus en het beoogde bachelorniveau zoals omschreven in de Dublin Descriptoren. In het CPOTS-schema zijn de toetsen en studiepunten via onderwijseenheden verbonden aan de prestatie-indicatoren van competenties. Daarnaast maken de competentiekaarten, maar met name de studiehandleidingen en de studiegids, de relatie tussen de prestatie-indicatoren, de toetsenvormen en de beoordelingscriteria voor toetsen inzichtelijk. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding een duidelijke relatie legt tussen de leerdoelen/prestatie-indicatoren, de toetsvormen en –beoordelingscriteria. Er wordt summatief getoetst (d.m.v. kennistoetsen, plannen van aanpak en verslagen) waarbij de ontwikkeling van competenties wordt vastgesteld en op basis waarvan studiepunten worden toegekend. Daarnaast wordt er formatief getoetst (d.m.v. vaardigheidstoetsen, projectopdrachten tijdens colleges, assessments, praktijkopdracht en -onderzoek) ten behoeve van het geven van feedback. In groepsopdrachten wordt ook individueel getoetst door middel van procesverslag/logboek, aanwezigheidseisen, individuele toelichting eigen bijdrage of op individueel gemaakte producten. Het werkveld als beoordelaar Het werkveld heeft een rol als medebeoordelaar/assessor bijvoorbeeld bij de presentatie van projectresultaten door studententeams en bij de praktijkopdracht door het vervullen van de rol als stagebegeleider. Bij de deeltijdopleiding is er een begeleidende rol van het werkveld bij de integrale opdrachten. Kwaliteitsborging toetsen en beoordelen Toetsing is voor FH H&P een integraal en richtinggevend onderdeel van het leerproces en heeft een bewijs-, feedback- en selectiefunctie. Het auditteam is van mening dat de opleiding de kwaliteit van het toetsen en beoordelen voldoende heeft geborgd. De kwaliteitsborging vindt o.a. als volgt plaats: Het toetsbeleid is verankerd in de OER (voltijd en deeltijd) en uitgewerkt in de notitie Toetsbeleid. Voor het realiseren van valide en betrouwbare toetsen wordt gewerkt aan formalisering van het toetsproces, objectivering van beoordelingscriteria, grotere omvang van toetsen en vergroten van intersubjectiviteit bij het beoordelen. In het procedurehandboek is daartoe de organisatie rondom toetsing en beoordeling opgenomen. Hierin staan onder andere de richtlijnen van een toetsmatrijs en de toets- en item-analyse worden toegelicht. De opleiding heeft voor elke onderwijseenheid de toetsopdracht en de toetscriteria met prestatie-indicatoren vastgelegd. In de studiehandleiding, studiegids, procedureboek en de handleiding ‘Stage en afstudeeronderzoek’ heeft de opleiding voor alle betrokkenen inzichtelijk gemaakt wat en hoe er getoetst en beoordeeld wordt.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 31
Toetsen moeten valide en betrouwbaar zijn en voldoen aan bepaalde toetscriteria. De kwaliteit van kennistoetsen met gesloten vragen wordt bewaakt in het systeem van toets- en itemanalyse. Bij de beoordeling van vaardigheden, integrale opdrachten en kennistoetsen wordt gebruikgemaakt van feedbackformulieren en onderling overleg tussen betreffende docenten. Mondelinge (inzagemomenten) en schriftelijke feedback (feedbackformulieren) op toetsen voor studenten wordt door de opleiding georganiseerd. De studieloopbaanbegeleider is geen beoordelaar van de praktijkopdracht en het praktijkonderzoek. Tijdens de stage is dit de docentbegeleider. Deze weegt ook het advies van de stageorganisatie mee. Het is de bedoeling dat volgend schooljaar het oordeel van de stageorganisatie 50% meeweegt in het eindoordeel. Het praktijkonderzoek wordt beoordeeld door twee afstudeerdocenten. De evaluaties van de onderzoeksbegeleider worden meegenomen in het eindoordeel. Andere assessments (bijvoorbeeld het competentie-examen) worden ook beoordeeld door twee docenten.
Taken Examen- en Toetscommissie De taken en bevoegdheden van de examencommissie zoals vermeld in de wet zijn opgenomen in de OER. De examencommissie van FH H&P is belast met de kwaliteitsbewaking van toetsing en beoordeling. De leerlijneigenaar adviseert over het geven van vrijstellingen en de examencommissie neemt de beslissing. Dit geldt ook voor de deeltijdvariant. Daarnaast is er een toetscommissie, die in samenwerking met het management het toetsbeleid heeft ontwikkeld. In opdracht van de examencommissie is de toetscommissie verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleid. De toetscommissie bespreekt evaluaties van toetsing en beoordeling en adviseert bijvoorbeeld leerlijneigenaren en de directie over ontwikkel- en scholingsactiviteiten. De verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van toetsen en beoordelingen ligt bij de leerlijneigenaren. Docenten beoordelen de gemaakte toetsen, producten en performances van de leerlijn. En de verantwoordelijkheid voor de ontwikkeling van de competentie-examens ligt bij de toetscommissie. Studenten over toetskwaliteit Uit het STO blijkt dat studenten tevreden zijn over toetsen en beoordelen. Uit periodeevaluaties blijkt dat studenten uit het tweede studiejaar minder tevreden zijn over de beoordeling van de leerlijnen. Procedures en criteria zijn niet duidelijk. Volgens de opleiding TP is dit het geval bij de grotere en complexere opdrachten, waarbij minder informatie wordt gegeven over wat geleverd moet worden. Tijdens de audit geven studenten aan dat zowel mondelinge als schriftelijke feedback op toetsen een belangrijke plaats hebben binnen de opleiding TP en dat ze dit een sterk punt vinden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 32
3.
Inzet van personeel
Facet 3.1. Eisen hbo
Het onderwijs wordt voor een belangrijk deel verzorgd door personeel dat een verbinding legt tussen de opleiding en de beroepspraktijk
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Achtergrond docenten in het werkveld Streefdoel is dat 90% van het onderwijsgevende personeel binding heeft met de praktijk en minimaal 45% van de docenten recente beroepservaring heeft. De streefdoelen worden door de opleiding gehaald, waardoor de opleiding over een grote diversiteit aan werkervaring van onderwijsgevend personeel beschikt. Op dit moment zijn 7 van de 38 docenten daadwerkelijk werkzaam in de beroepspraktijk. Relaties met het werkveld Uit de CV’s van de docenten, uit het overzicht van recente en relevante onderzoekservaring en uit de projecten waarin zij participeren blijkt, dat docenten in het beroepenveld actief zijn en over een uitgebreid professioneel relatienetwerk beschikken en daar ook gebruik van maken. Hun netwerk bestaat uit andere direct en indirect aan de opleiding verbonden vertegenwoordigers uit het beroepenveld (onder andere via de beroepencommissie, gastdocenten, kenniskring van het lectoraat, LAR-TP en Raad van Advies), collega’s van verwante opleidingen (LOO-TP), medewerkers van de Universiteit van Tilburg en vertegenwoordigers uit relevante instellingen (34% van de docenten is lid van beroepsverenigingen zoals het NIP). Het auditteam constateert dat de opleiding zowel op het managementniveau als op het niveau van de individuele docent actief opereert binnen een (inter)nationaal netwerk, waar de opleiding vervolgens in haar onderwijsprogramma aantoonbaar gebruik van maakt. De docenten zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van het curriculum en voortdurend bezig met de eigen ontwikkeling. Binnen de opleiding is daar ruimte voor. Daarnaast staan 7 docenten in nauwe verbinding met de praktijk doordat zij daarin werkzaam zijn. Ook zijn gastdocenten actief binnen de opleiding. Studenten over werkveldkennis docenten Uit het STO blijkt dat studenten tevreden zijn over de mate waarin docenten op de hoogte zijn van de beroepspraktijk. Dit wordt tijdens de audit bevestigd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 33
Facet 3.2. Kwantiteit personeel
Er wordt voldoende personeel ingezet om de opleiding met de gewenste kwaliteit te verzorgen
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Streefcijfers en feitelijke docent-studentratio Het totale personeelsbestand van FH H&T telt 99 medewerkers met een omvang van 80,15 fte. Aan de opleiding TP zijn 38 docenten verbonden met een omvang van 26,55 fte (voltijd) en 2,75 (deeltijd). Overzicht – Kwantiteit docenten Aantal aan de opleiding verbonden docenten Aantal fte per variant Docent–studentratio per variant
Voltijd (Eindhoven)
Deeltijd (Tilburg) 38
26,55 30,5
2,75 31,6
Begin 2010 was de docent-studentratio 1:30,5 in de voltijd- en 1:31,6 in de deeltijdopleiding. Het auditteam ziet de inzet van onderwijzend en niet-onderwijzend personeel in zijn geheel als voldoende om het onderwijs met de gewenste kwaliteit te verzorgen. Een efficiënte organisatie Het personeelsbeleid is gericht op een brede inzetbaarheid van docenten naar inhouden en rollen en flexibiliteit ten aanzien van leslocaties. In het beleid van het instituut is gekozen voor een kernteam met breed inzetbare docenten en een flexibele schil van in de praktijk werkzame docenten in de verhouding 85-15%. In de opbouwfase heeft FH H&P gekozen vooral aan de opbouw van het kernteam te werken, vanwege het belang van ontwikkeling, afstemming, continuïteit en betrokkenheid. In 2009 zijn twee tot drie docenten uit de flexibele schil frequent ingezet en twee tot drie docenten op incidentele basis. Werklast en werkdruk De opleiding werkt met een taakbelastingmodel als voorcalculatiemodel. Voor de taakcategorieën ‘hoor- en werkcolleges’, ‘skills’ en ‘begeleidings- en beoordelingstaken’ worden normen vastgesteld. Daarnaast is 5% van de taakbelasting gereserveerd voor werkoverleg en 5% voor professionalisering. Uit het medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) blijkt dat docenten de werkdruk als hoog beoordelen. Docenten ervaren een piekbelasting in de niet-lesweken, vanwege de grote hoeveelheid beroepsproducten die beoordeeld moet worden. Tijdens de audit geeft het management aan dat de oorzaken van de hoge werkdruk liggen bij de explosieve groei, het aannemen van docenten met weinig onderwijservaring en de moeite met werving van geschikte personen. Daarom heeft de opleiding de volgende maatregelen genomen: numerus fixus, invullen vacatures (voor het studiejaar 2010-2011 zijn alle vacatures ingevuld) en verbreding flexibele schil. Daarnaast gaat de opleiding in 2010-2011 aan de slag met een analyse van de hoeveelheid toetsen en beoordelingen en wordt een advies uitgebracht over vermindering en stroomlijning. Het auditteam is van mening dat de ingezette verbetermaatregelen verder doorgevoerd moeten worden om de werkdruk van docenten te verlagen. Studenten over capaciteitsinzet Tijdens de audit blijkt dat zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten zeer tevreden zijn over de capaciteitsinzet van docenten. Docenten zijn altijd bereikbaar en bereid te helpen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 34
Facet 3.3. Kwaliteit personeel
Het personeel is gekwalificeerd voor de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma
Oordeel: Goed Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Vak-, onderwijs- en organisatorische kwaliteit Uit de CV’s van de docenten blijkt dat 5% van de docenten van de opleiding TP gepromoveerd is, 5% werkt aan haar promotie, 84% een wo-opleiding heeft afgerond en 5% een hboopleiding. Zodra twee docenten gepromoveerd zijn, voldoet de opleiding aan haar streefdoelen ten aanzien van het gewenste opleidingsniveau van haar personeel. De opleiding heeft een gemotiveerd en enthousiast team met een goede mix van psychologen versus nietpsychologen. Het team is daarom geschikt om de opleiding TP in al haar facetten en thematieken te verzorgen. De docenten houden de ontwikkelingen in het vak en beroep bij, doordat een aantal daarin werkzaam zijn, door lidmaatschap van beroepsverenigingen, het bijhouden van literatuur en door contacten met de praktijk zoals stagebiedende organisaties. De 7 docenten die in de praktijk werkzaam zijn, zijn betrokken bij de ontwikkeling en uitvoering van het onderwijsprogramma. Aannamebeleid Bij de aanname van nieuwe docenten geldt de volgende selectiecriteria: Relevante opleiding op masterniveau Relevante en recente werkervaring Bijdrage aan een evenwichtige verdeling van de expertise over werkterreinen en differentiatie van functie-inhouden. Docenten wordt de mogelijkheid geboden om, onder voorwaarden, een eigen praktijk te blijven voeren. Voor een nieuwe docent wordt een inwerkweek georganiseerd en daarnaast kent de opleiding in-company didactische scholing, intervisie en gestructureerd overleg waar aandacht is voor vragen van de nieuwe docent. Scholing Het scholingsbeleid is zowel individueel als gemeenschappelijk. Er worden (functionerings)gesprekken gehouden en individuele scholing maakt daar onderdeel van uit. Ook wordt voor docenten ruimte vrijgemaakt (48 uur op jaarbasis bij 1,0 fte) voor het actueel houden van hun vakinhoudelijke en vakdidactische kwaliteiten en de oriëntatie op het werkveld. De gemeenschappelijke scholing bestaat uit diverse trainingen en cursussen, vier studiedagen en een in-company training voor didactische bekwaamheid. Afspraken omtrent scholing worden vastgelegd in het contracteringsgesprek. Initiatieven voor scholing kunnen zowel door de opleiding als door de docenten zelf worden aangedragen. Ook biedt de opleiding docenten de mogelijkheid om zich te professionaliseren in hun vak. Zo nemen alle docenten Toegepaste Psychologie deel aan de landelijke studiedag TP waar kennisdeling en –ontwikkeling tussen docenten centraal staat, kunnen docenten meedoen aan de Internationale Studieconferentie met Nederlandse en Vlaamse partnerinstellingen en wordt docenten de mogelijkheid geboden deel te nemen aan een internationaal congres over Toegepaste Psychologie. Daarnaast voorziet het rooster van docenten in ruimte voor intervisiebijeenkomsten, bestaan hogeschoolbrede Communities of Practice ter bevordering van kennisontwikkeling van de docent en participeren docenten in ontwikkelgroepen voor leerlijnen en in de kenniskring van het lectoraat.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 35
Borging kwaliteit personeel Om de kwaliteit van het personeel te borgen voert de opleiding een proactief aannamebeleid, wordt scholingsbeleid gevoerd, worden gastdocenten en docenten in de flexibele schil ingezet, wordt zorg gedragen voor een actieve participatie van docenten in de ontwikkeling van de opleiding en vindt gestructureerd overleg en samenwerking plaats. Het auditteam is van mening dat door het enthousiasme en de actieve houding van docenten met betrekking tot scholing hun eigen kwaliteit extra geborgd wordt. Door een grotere participatie in het huidige of door een eigen lectoraat en het versterken van de samenwerking met de universiteit, kan de kwaliteit van het personeel verder geborgd worden. Studenten over kwaliteit personeel Uit het STO en uit periode-evaluaties blijft dat studenten tevreden zijn over de kwaliteit van docenten. Medewerkers geven aan dat voldoende mogelijkheden worden geboden om nieuwe kennis- en vaardigheden op te doen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 36
4.
Voorzieningen
Facet 4.1. Materiële voorzieningen
Huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Overzicht voorzieningen per locatie Faciliteiten per lesplaats Aantal studenten Fte docenten
Eindhoven Rachelsmolen 811 26,55
Tilburg – St. Josephstraat 87 2,75*
Tilburg Mollergebouw ** **
Hoorcollegezalen Lokalen
1 21
1 8
Opleidingsspecifieke trainingslokalen
1 ict1 ict-instructieruimte intstructieruimte FH H&P 1 observatieruimte met one way screen Studielandschappen en Reservering van werkruimtes via bedrijfsbureau. 10 10
2 11 (1 x 50 studenten, 5 x 30 studenten, 5 x 15 studenten) ict-instructie-ruimte aanwezig in de mediatheek
Zelfstudiewerkruimte student Projectruimtes voor studenten (excl. Mediatheek) Draadloos internet Werkruimtes/Kantoortuin werkplek docenten + PC Kopieer/scan/printapparaat Spreekkamers/overlegruimten Mediatheek Voorzieningen
* **
Ja 10 voor 3 medewerkers
Ja 2 voor ca. 10 medewerkers 3 7 Ja Mobiele apparatuur
3 4 Ja 2 voor ca 10-11 medewerkers 1 3 Ja Niet bekend
3 (incl. bedrijfsbureau) 3 Ja Beamers, internet, presentatiemate-rialen, smartboards Contactactiviteiten deeltijd op dinsdag. In september 2010 verhuist de deeltijdvariant in z’n geheel van de St. Josephstraat naar het Mollergebouw.
Het voorzieningenpakket van Fontys biedt de medewerkers en studenten een opleidingsomgeving, waarin in voldoende geoutilleerde ruimtes samengewerkt kan worden, met korte lijnen naar de informatiebronnen (mediatheek, docenten etc.) die nodig zijn voor het leerproces. Het auditteam heeft geconstateerd dat het voorzieningenpakket voldoende is. Gebouw - Einhoven (Rachelsmolen) In de zomervakantie van 2009 is de opleiding in Eindhoven verhuisd van drie naar één locatie in Eindhoven. Voor elk gebouw heeft FH H&P duidelijk vastgelegd welke voorzieningen aanwezig moeten zijn voor de uitvoering van het programma. Naast hoorcollegezalen en leslokalen zijn voldoende overlegruimtes, werkplekken en ruimtes voor het zelfstandig uitvoeren van opdrachten. Per locatie heeft FH H&P geïnventariseerd over hoeveel ruimten zij beschikt en waar nog knelpunten zijn. In sommige lokalen wordt gebruik gemaakt van smartboards (interactieve whiteboards). Gebouw – Tilburg (St. Josephstraat) FH H&P maakt gebruik van een vleugel van een gebouw waarin verscheidene opleidingen van Fontys zijn gevestigd. De opleiding beschikt over voldoende leslokalen, werkplekken en docentenkamers met deels flexibele werkplekken. Het gebouw heeft een eigen mediatheek.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 37
Gebouw – Tilburg (Mollergebouw) Per 1 september 2010 zal de deeltijdopleiding in z’n geheel verhuizen naar de Fontys-campus Stappegoor in het Mollergebouw in Tilburg. Het gebouw is in 2002 gerenoveerd. De opleiding kan beschikken over voldoende leslokalen, werkplekken en docentenkamers met deels flexibele werkplekken. Het gebouw heeft een eigen mediatheek. Ict De FH H&P streeft naar een aantrekkelijke ict-infrastructuur als leeromgeving. Binnen Fontys is gekozen voor N@tschool als digitale leeromgeving voor o.a. communicatie met de studenten, voor het bekijken en beoordelen van dossiers, het inzien en bijwerken van portfolio’s en het begeleiden van projecten. Via Untys digital worden roosters beschikbaar gesteld. In 2010 zal het intranetsysteem door de Fontys-portalomgeving vervangen worden. Mediatheken Alle mediatheken bieden geïntegreerde werkruimtes, waar studenten zelfstandig informatie vergaren uit een breed multimediaal aanbod, informatie kunnen bewerken en presentabel kunnen maken met de modernste hulpmiddelen. De mediatheken bieden o.a. werkplekken met pc voor zelfstudie, werkplekken voor het bewerken van video’s, cd’s en dvd’s, toegang tot de collectie boeken, tijdschriften, naslagwerken en andere media, 24 uur per dag toegang via de online catalogus tot catalogi en (domeinspecifieke) databanken, waaronder alle catalogi en digitale databanken van de andere Fontys-mediatheken. Daarnaast beschikt de opleiding over beroepsspecifieke materialen in de vorm van psychologische testen. Om de kwaliteit van de uitvoering en de resultaten van deze testen te waarborgen, mogen deze testen alleen uitgevoerd worden onder supervisie van een docent. Informatie over het thema ‘algemeen psychologisch’ is via databanken beperkt te vinden. Het auditteam is van mening dat ter aanvulling op het bestaande aanbod de aanschaf van de databank PsycINFO overwogen moet worden. Studenten en docenten over voorzieningenniveau Volgens het STO zijn deeltijdstudenten tevreden over het voorzieningsniveau. Via N@tschool kan in een speciale projectruimte gezamenlijk gewerkt worden aan opdrachten. De deeltijdstudenten geven tijdens de audit aan dat de databanken een uitgebreid aanbod hebben. Daar waar materiaal in de mediatheek niet voorhanden is, kan dat door de student besteld worden. De voltijdopleiding was verspreid over drie locaties en deze beschikten niet over alle voorzieningen. Voltijdstudenten waren hierdoor niet tevreden over het voorzieningsniveau. In de zomer 2009 is de voltijdopleiding verhuisd naar Rachelsmolen. Na de periode-evaluatie in november 2009 bleek dat voltijdstudenten nu wel tevreden zijn over de voorzieningen. Studenten bevestigen tijdens de audit dat de verhuizing duidelijk positiever zijn over de voorzieningen. Docenten zijn ook tevreden over het voorzieningenniveau, aldus het MTO.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 38
Facet 4.2. Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten zijn adequaat met het oog op de studievoortgang De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten sluiten aan bij de behoefte van studenten
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Studiebegeleiding De studieloopbaanbegeleiding (slb) is onderdeel van het leerlijnenconcept en betreft het leren plannen van het eigen werk- en studieproces en het leren maken en verantwoorden van keuzes in de eigen leerroute. In de eerste studiejaren ligt het accent vooral op de persoonlijke identiteit van de student en in de latere jaren wordt de relatie gelegd met diens beroepsidentiteit. In elke fase staat een loopbaanvraag centraal. De slb’er heeft de volgende taken: coachen, monitoren en informeren in de eerstelijnszorg en signaleren en doorverwijzen in de tweedelijnszorg. De slb-coördinator draagt zorg voor het slb-beleid en het slbprogramma. Voor studenten met een specifiek probleem of bijzonder talent kent de opleiding een uitgebreid pakket aan voorzieningen en regelingen met aanspreekpunten als studieadviseurs, de studentendecaan en studentenpsycholoog. Daarnaast bestaat een Studenten Loopbaancentrum (herzien studiekeuze), kunnen studenten een beroep doen op de regeling Financiële Ondersteuning Studenten, worden faciliteiten voor verbetering van taalproblematiek geboden en heeft de opleiding een apart beleid voor excellente studenten. Informatievoorziening Alle communicatie over bijvoorbeeld onderwijsuitvoering, studiemateriaal, studieloopbaanbegeleiding, toetsing, uitkomsten en verbetermaatregelen van evaluaties e.d. vindt plaats via intranet en de elektronische leeromgeving N@tschool. N@tschool kan ook gebruikt worden als samenwerkingsruimte. Voor informatie over hun studie kunnen studenten altijd terecht bij de studieloopbaanbegeleider. PeopleSoft wordt gebruikt als studentinformatiesysteem. In de propedeusefase bespreekt de slb’er elke periode de studievoortgang met de student en ontvangt de student viermaal per jaar een indicatie van de studievoortgang. In de hoofdfase komt de studievoorgang elk semester aan bod en krijgt de student tweemaal per jaar de studievoortgangsindicator. Studenten over de studiebegeleiding en de informatievoorziening Deeltijdstudenten zijn volgens het STO en de periode-evaluaties tevreden over de studiebegeleiding en de informatievoorziening. Voltijdstudenten echter waarderen de ondersteuning bij het werken en reflecteren op de competentieontwikkeling als onvoldoende. Sinds het jaar 2009-2010 wordt daarom het specifieke programma ‘Beroepsvaardigheden’, gericht op reflectie, in de propedeuse aangeboden. In april 2010 is een notitie verschenen waarin de uitgangspunten, inhoud en werkwijzen van de studieloopbaanbegeleiding opnieuw zijn beschreven. In 2011 wordt geëvalueerd of de aanpassing van materialen bijgedragen heeft aan de verhoging van de studenttevredenheid. Tijdens de audit geven studenten aan dat een duidelijk verschil bestaat in de studieloopbaanbegeleiding van de propedeuse (intensief) en de hoofdfase (meer op eigen initiatief). Door de studenten wordt dit niet als probleem gezien. Docenten zijn altijd bereikbaar en bereid om te helpen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 39
Door de toenmalige huisvestingsituatie en de ontwikkelingsfase van de opleiding waren studenten minder tevreden over de informatievoorziening. De tevredenheid over de informatievoorzieningen is nu verbeterd en tijdens de audit wordt dit door studenten bevestigd.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 40
5.
Interne kwaliteitszorg
Facet 5.1. Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Kwaliteitsbeleid Het auditteam is van mening dat de opleiding haar kwaliteitsbeleid duidelijk heeft beschreven in het Handboek Kwaliteitszorg. Het Fontys-kader biedt verschillende punten van houvast voor de instituutsspecifieke inrichting van het kwaliteitszorgsysteem waaronder de invulling van de PDCA-cylcus. De speerpunten van het instituut met betrekking tot de kwaliteitszorg, zoals beschreven in het Handboek, zijn als volgt: Het verbeteren van de kwaliteit en het opzetten van een doeltreffend kwaliteitszorgsysteem met het doel verlenging van de accreditatie per 1 maart 2012. De hogeschool is herkenbaar en initiërend in zowel HRM- als TP- aanbod op de markt. Het instituut kent één onderwijsproces, één cultuur, op drie locaties met één gezicht naar de markt, de medewerker is trots op het instituut. Op basis van bovenstaande uitgangs- en speerpunten zijn algemene kwaliteitsdoelen geformuleerd. Deze kwaliteitsdoelen zijn SMART gemaakt door er kwaliteitsindicatoren aan te koppelen naar procesgang en resultaat. In het Handboek Kwaliteitszorg komen naast het hogeschoolbrede kwaliteitsbeleid en het beleid van de opleiding, ook de opzet van de evaluatiesystematiek, de doelstellingen, de evaluatieprocedure en de instrumenten waarmee geëvalueerd wordt aan de orde. Daarnaast komen streefcijfers aan bod. Bij het STO en de periode-evaluaties moeten onderwerpen minimaal 3.0 scoren op een vijfpuntsschaal en voor het MTO is een minimale score van 2.5 vereist op een vierpuntsschaal. Alle kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeken zijn opgenomen in de onderzoekskalender. Evaluaties De opleiding geeft haar eigen kwaliteitszorg vorm en inhoud door regelmatig te enquêteren en de uitkomsten te analyseren en te evalueren. Het gaat om de volgende interne, externe hogeschoolbrede en opleidingsspecifieke feedbackinstrumenten: interne audits (zesjaarlijks), MACON/MARAP-cyclus (jaarlijks), MTO (jaarlijks), alumni-onderzoek (driejaarlijks vanaf 2012), periode-evaluaties door docenten en studenten (per periode/semester), evaluatie stage en afstudeeronderzoek, exit-onderzoek bij studiestakers, docentevaluaties door studenten (jaarlijks), STO en de Nationale Studentenenquête (beide jaarlijks), landelijk onderzoek van Elsevier (vierjaarlijks) en de HBO-monitor (vanaf 2012). De opleiding heeft een beroepenveldcommissie die als klankbord en adviesorgaan dient voor de directie en de teamleiders (overleg: twee keer per jaar). Zij kunnen ook aanwezig zijn bij assessments van de afstudeerfase. Terugkoppeling op het functioneren van de opleiding gebeurt via de opleidingscommissie (twee keer per jaar). In 2009-2010 is een klankbordgroep met studenten opgericht die twee keer per jaar gesprekken voert met de directeur. Daarnaast bestaan contacten met de studievereniging Topsy door het organiseren van informatieavonden. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding een behoorlijk aantal instrumenten ter beschikking heeft voor het evalueren van de opleiding en dat zij deze instrumenten ook regelmatig inzet. Tijdens de audit is gebleken dat vooral kort-cyclisch (op korte termijn) wordt geëvalueerd door de opleiding die deels nog in ontwikkeling is.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 41
Plannen bestaan om ook lang-cyclisch (op lange(re) termijn) te evalueren. Het auditteam vindt het belangrijk dat de opleiding deze plannen in de praktijk brengt. Klachtenregeling Binnen de opleiding TP bestaat een klachtencommissie met een bijbehorend reglement, die via het intranet voor studenten beschikbaar is. Op iedere klacht van een student of docent wordt door de directeur persoonlijk gereageerd. Studenten over kwaliteitsnormen en evaluatiepraktijk opleiding Uit het STO blijkt dat zowel voltijd- als deeltijdstudenten tevreden zijn over de hoeveelheid onderwijsevaluaties. Tijdens de audit geven studenten aan dat men periodiek via de mail op de hoogte wordt gehouden van de evaluatie-uitkomsten en de te nemen of genomen verbeteracties. Ook met klachten kunnen studenten bij docenten terecht.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 42
Facet 5.2. Maatregelen tot verbetering
De uitkomsten van deze evaluatie vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van de streefdoelen
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Na de evaluaties De resultaten van de periodieke evaluaties vormen naast de ontwikkelingen in het werkveld de basis voor het verbeterbeleid en het verbeterplan, dat wordt opgesteld door de directeur. Hiervoor krijgt hij input van de kwaliteitszorgcoördinator, de managementassistent en de leerlijneigenaren. De resultaten met conclusies en adviezen gaan naar de docententeams. De directeur bespreekt de evaluatieresultaten vervolgens met de teamleiders, de opleidingscommissie en de klankbordgroep. Publicatie van de resultaten voor docenten en studenten vindt plaats via het intranet. Verbeteracties worden uitgevoerd in de volgende periode dat de leerlijn gegeven wordt. Wanneer verbeteracties betrekking hebben op de beleidslijnen van het studieonderdeel, worden zij uitgevoerd in het volgende studiejaar. Daarmee is gegarandeerd dat de studenten binnen een cohort hetzelfde onderwijsprogramma volgen. Vanaf het studiejaar 2010-2011 worden de stap gezet van het opstellen van verbeteracties en het monitoren daarvan via periodeevaluaties naar het opstellen van een verbeterbeleid, om de samenhang van de verbeteracties beter te waarborgen. Het auditteam is van mening dat de opleiding met dit verbeterbeleid de kwaliteitszorg op een hoger aggregatieniveau tilt. Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding op de afzonderlijke onderdelen van de kwaliteitszorg al een verbeterbeleid voert. Wanneer niet aan de gestelde kwaliteitscriteria/streefnormen is voldaan of wanneer sterke signalen uit het werkveld komen om iets aan te passen, onderneemt de opleiding aantoonbaar actie. Voorbeelden van genomen verbetermaatregelen in de afgelopen jaren zijn: Aanpassing van het curriculum. Op aangeven van studenten en na afronding van de ontwikkelfase van de opleiding was het mogelijk om de stage van het vierde naar het derde jaar te verplaatsen. Aanpassing van het stagebeoordelingsformulier. Nadat de eerste stages waren afgerond heeft de opleiding de stage geëvalueerd. Op basis van die uitkomsten is het beoordelingsformulier aangepast. Verhuizing van de voltijdopleiding. Voltijdstudenten gaven tijdens het STO aan niet tevreden te zijn met het voorzieningsniveau. De opleiding was over drie locaties verspreid. Sinds september 2009 is de voltijdopleiding verhuisd naar één locatie. Verlagen van de werkdruk. Docenten geven aan dat de werkdruk erg hoog is. Door het instellen van een numerus fixus, invullen van vacatures (voor het studiejaar 2010-2011 zijn alle vacatures ingevuld) en verbreding van de flexibele schil wil de opleiding de werkdruk verlagen. Daarnaast gaat de opleiding in 2010-2011 aan de slag met de analyse van de toetsing en beoordeling om te kijken of de piekbelasting van docenten in toetsperiodes verlaagd kan worden. Stoppen van de februari-instroom. Door het capaciteitsprobleem heeft de opleiding besloten de februari-instroom te stoppen. Beheer van de verbetercyclus In het Handboek Kwaliteitszorg zijn de stappen van de PDCA-cyclus bij een evaluatie beschreven. Het monitoren van de uitvoering van het verbeterbeleid is ingebed in de reguliere werkwijze van directie, kwaliteitszorgoverleg, teamleiders en teams. Kwaliteitszorg komt regelmatig terug op de agenda van het teamleidersoverleg, waardoor ook terugkoppeling plaatsvindt van de in gang gezette verbeteringen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 43
In hetzelfde handboek is de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van verbetermaatregelen en de daadwerkelijke uitvoering voor de verschillende evaluatieniveaus vastgelegd. Resultaten van verbetermaatregelen uit de gevoerde gesprekken tussen management, kwaliteitszorgmedewerkers, teamleiders, leerlijneigenaren, docenten en studenten, en de daarbij afgesproken vervolgacties, worden in formulieren, verslagen of actielijsten vastgelegd en komen in een volgende evaluatieronde aan bod. De kwaliteitscoördinator adviseert de directie over de kwaliteitszorg en is daarnaast verantwoordelijk voor de uitvoering van het door de directie vastgestelde kwaliteitsbeleid. Studenten over verbeterpraktijk opleiding De studenten zijn tevreden over het verbeterbeleid van de opleiding maar vooral de voltijdstudenten vinden zowel de werkwijze als de resultaten ervan onvoldoende zichtbaar. Een verbeterpunt is daarom het nieuwe portal ook te gebruiken om de onderwijsevaluaties naar studenten terug te koppelen, en om de verbeterplannen en -acties aan studenten en studenten te presenteren. Het gebruik van het portal door studenten wordt ook meegenomen in het communicatieplan, dat in 2010 ontwikkeld wordt. Tijdens de audit geven studenten wel aan dat men via de e-mail op de hoogte wordt gehouden van het verbeterbeleid. Niet elke student leest dit. Deeltijdstudenten zijn wel tevreden over de verbeterpraktijk van de opleiding TP.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 44
Facet 5.3. Betrekken van medewerkers, studenten, alumni en beroepenveld
Bij de interne kwaliteitszorg zijn medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Communicatie Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding de medewerkers en studenten en het beroepenveld voldoende betrekt bij de hogeschoolbrede en/of opleidingsspecifieke evaluaties van het onderwijsprogramma en de uitvoering ervan in verschillende overlegvormen. In de nabije toekomst zal de opleiding ook alumni bij de interne kwaliteitszorg betrekken. De betrokken partijen worden door het management, de kwaliteitscoördinator en de teamleiders geïnformeerd over de resultaten van de evaluaties en er worden verbetermaatregelen en –acties besproken en vastgelegd. Studenten Studenten hebben vijf mogelijkheden om bij te dragen aan en mee te denken over het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie, te weten: de studentenenquêtes, klankbordgroep, opleidingscommissie, de studievereniging Topsy en de Instituut Medezeggenschap Raad (IMR). Medewerkers De medewerkerstevredenheidsonderzoeken, periode-evaluaties (evaluaties van leerlijnen), teamoverleg, specifieke commissies (studieloopbaanbegeleiders, toetscommissie en examencommissie), opleidingscommissie, Communities of Practice en de IMR zijn mogelijkheden voor de docent om bij te dragen aan en mee te denken over het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie. Alumni In 2012 zullen alumni inbreng hebben in de kwaliteitszorg door middel van het Start Bekwaamheden Onderzoek (SBO), de HBO-Monitor en via de Alumnivereniging. Dit jaar studeren de eerste studenten af, waardoor het alumnibeleid op dit moment alleen nog uit plannen bestaat. Werkveld Het werkveld heeft inbreng in de kwaliteitszorg via de Raad van Advies, beroepenveldcommissie, de LAR-TP, via de evaluatie van de praktijkopdrachten en via de evaluatie van praktijkonderzoeken. Over een aantal jaar zal het werkveld ook door middel van het SBO haar input geven voor de opleiding. Studenten en docenten over kwaliteitscultuur Uit het STO blijkt dat zowel voltijd- als deeltijdstudenten tevreden zijn over hun betrokkenheid bij de verbetering van de opleiding. Tijdens de audit is docenten TP gevraagd hoe gedacht werd over hun invloed op de beleidskeuzes. Docenten waren hier tevreden over. Het management vraagt regelmatig advies aan docenten. Via studiedagen kunnen de docenten ook invloed uitoefenen. Ontwikkelopdrachten geven docenten(teams) de mogelijkheid om hun invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van onderwijseenheden en de actualiteit daarvan.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 45
6.
Resultaten
Facet 6.1. Gerealiseerd niveau
De gerealiseerde eindkwalificaties zijn in overeenstemming met de nagestreefde eindkwalificaties qua niveau, oriëntatie en domeinspecifieke eisen
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Afsluitende toetsing Het afstuderen bestaat uit een stage (praktijkopdracht) en scriptie (praktijkonderzoek). Voor de voltijdstudent bestaat een week uit 4 dagen stage of 4,5 dag werken aan het onderzoek en een opleidingsdag (colleges en trainingen door Capita Selecta, intervisie- en begeleidingsgesprekken). Voor de deeltijdopleiding is de praktijkopdracht verspreid over vier en het praktijkonderzoek over twee onderwijsperiodes. De student zal in de praktijkopdracht, afhankelijk van de opdracht op de stageplaats, ten minste twee van de vier competenties Assessen, Begeleiding/Coachen, Trainen en Voorlichting in de praktijk moeten toepassen. Aan het einde van de praktijkopdracht heeft de student de volgende documenten in zijn (digitale) portfolio opgenomen: Beoordeling van de competenties en professionele vaardigheden door de praktijkbegeleider; Beoordeling van de stageproducten op inhoud, volledigheid en diepgang door de begeleidende docent; Reflectie op het leerproces door de student; Eindbeoordeling van de praktijkopdracht: o Aanwezigheid bij de stage en opleidingsdag. o Een volledig en goedgekeurd praktijkdossier. De deelstudenten hebben een eigen werkplek en als bewezen is dat deze passend is (wanneer aan 2 competenties gewerkt kan worden gedurende de stage), kan de stage op de eigen werkplek plaatsvinden. Zo niet, dan dient de student bij een andere organisatie stage te lopen. In het praktijkonderzoek zal de student de competenties ‘Praktijkgericht onderzoeken’ en ‘Adviseren’ toepassen. De student wordt in de afstudeerfase ook beoordeeld op de overige competenties. Aan het einde van de opleiding beheerst een student alle competenties op niveau III. De beoordeling (eindassessment) van het praktijkonderzoek bestaat uit drie onderdelen, te weten: Het proces, zoals neergelegd in het afstudeerdossier met hierin de volgende documenten: Verslag van het intakegesprek met opdrachtgever; Het goedgekeurde onderzoeksvoorstel; Het goedgekeurde onderzoeksplan; Logboek en urenregistratie; Reflectieverslagen met betrekking tot intervisie, het leerproces en de competenties; Gespreksverslagen met betrekking tot intervisie en voortgangsgesprekken met de begeleiders; Tussenevaluatie door de student; Tussen- en eindevaluatie door de opdrachtgever/onderzoeksbegeleider; Zelfevaluatie en verantwoording van de ontwikkelde competenties. Het product, zoals neergelegd in de scriptie en het advies De presentatie en verdediging van het onderzoek in de afstudeerzitting. Borging eindniveau Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding op voldoende wijze borgt dat elke student het gewenste eindniveau bereikt. De opleiding zet hiertoe de volgende instrumenten in:
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 46
Ingangseisen van het afstudeerjaar, beschreven in de handleidingen zoals hieronder genoemd. Alle informatie, de voorbereiding, richtlijnen en eisen aan de praktijkopdracht, zoals vermeld in de handleiding ‘Afstudeerfase Praktijkopdracht’. Opbouw van een praktijkdossier met voorbereiding en tussenproducten met beoordelingen evaluatiedocumenten. Alle informatie, de voorbereiding, richtlijnen en eisen aan het praktijkonderzoek, zoals vermeld in de handleiding ‘Afstudeerfase Praktijkgericht Onderzoek’. Drie go/no-go-momenten in de afstudeerfase, te weten een scriptiedrempel, goedkeuring voor het onderzoeksplan en eisen voor deelname aan de afstudeerzitting. Opbouw van een afstudeerdossier met onderzoeksplan en tussenproducten met beoordeling- en evaluatiedocumenten. Externe inhoudelijke begeleiding door onderzoeksbegeleider vanuit de opdrachtgever en (interne) procescoaching door een afstudeerdocent. Toekenning van studiepunten voor zowel de praktijkopdracht en het –onderzoek (het proces, het product, de presentatie en de verdediging) door een competentie-examen in de vorm van een eindassessment, beoordeeld door twee afstudeerdocenten met als doel om na te gaan of de student startbekwaam is. De evaluaties van de onderzoeksbegeleider worden meegenomen in het eindoordeel.
Oordeel auditteam over gerealiseerd niveau De voltijdopleiding is in februari 2007 gestart (de deeltijdopleiding in september 2008) en in februari 2010 zijn de eerste studenten begonnen aan hun praktijkonderzoek. Het auditteam heeft van de drie studenten tussenproducten en eindrapportages van hun praktijkonderzoek beoordeeld en is van mening, dat de studenten hierin aantonen, dat zij het hbo-denkniveau hebben dat je van een startende beroepsbeoefenaar mag verwachten. De probleemstellingen sluiten aan bij de eindkwalificaties en zijn relevant, de taalbeheersing is voldoende en de scripties zijn adequaat beoordeeld. De werkstukken zijn praktijkgericht en het beroepenveld is erbij betrokken. Door deze studenten is voldaan aan de hbo-kwalificaties. De beoordeling van deze werkstukken door de docenten en de onderzoeksbegeleiders heeft op een transparante en betrouwbare wijze plaatsgevonden. Daarnaast heeft het auditteam gezien dat de gebruikte prestatie-indicatoren voor het afstuderen expliciet staan vermeld in het CPOTS-schema en dat in bovengenoemde handleidingen het te realiseren eindniveau is beschreven. De werkwijze bij de begeleiding en beoordeling door twee docenten en het werkveld garandeert voldoende objectiviteit; daarmee vindt ook de afstemming met de praktijk plaats. Door externe betrokkenheid borgt de opleiding de validiteit. De beoordelingssystematiek is daarom helder en bij de drie studenten voldoet deze aan de eisen zoals gesteld. Ervan uitgaande dat de opleiding haar beoordelingssystematiek op dezelfde wijze blijft toepassen en evalueren, spreekt het auditteam het vertrouwen uit dat het gerealiseerde niveau van de andere studenten ook zal voldoen aan de vereiste hbo-eindkwalificaties.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 47
Facet 6.2. Onderwijsrendement
Voor het onderwijsrendement zijn streefcijfers geformuleerd in vergelijking met relevante andere opleidingen Het onderwijsrendement voldoet aan deze streefcijfers
Oordeel: Voldoende Het oordeel van het auditteam is gebaseerd op onderstaande overwegingen. Streefcijfers De streefcijfers voor het instituut zijn: Omschrijving Gemiddelde studieduur
Streefcijfers Studiestakers: 1,5 jaar Afstudeerders: 4,5 jaar 40% na 4 jaar 50% na 6 jaar (cumulatief) 40% na 1 jaar 55% na 2 jaar (cumulatief)
Percentage geslaagden Percentage studenten propedeuse behaald
Uitkomsten De voltijdopleiding is in februari 2007 gestart en de deeltijdopleiding in september 2008. Een deel van de rendementcijfers is daarom nog niet beschikbaar. Hieronder volgt de tabel met rendementscijfers die al wel beschikbaar zijn voor zowel de voltijd- als de deeltijdstudenten. Cohort
Instroom Voltijd
Instroom Deeltijd
Propedeuserendement
Uitval
Na 1 jaar (%)
Gem. studie duur stakers (jaar) 1,0
Na 2 jaar (% cum)
Propedeuserendement
Uitval
Na 1 jaar (%)
Gem. studie duur stakers (jaar)
Na 2 jaar (% cum)
2006-2007
71
20
42*
-
-
-
-
2007-2008
394
-
-
-
-
400
Sep 50 Feb 47 34**
1,1
2008-2009
Sep 11 Feb 16 19
1,3
65
31
-
1,0
2009-2010
413
-
-
-
63
-
-
-
*
Gemeten na 1,5 jaar
** Gemeten begin juni 2010.
De propedeuserendementen van de voltijdopleiding (rond de 20%) en de deeltijdopleiding (31%) na één jaar liggen onder het streefcijfer van 40%. Het streefcijfer van 55% voltijdstudenten die hun propedeuse behalen na twee jaar, wordt net niet gehaald. Maken we een vergelijking met TP van Hogeschool Leiden en Hanzehogeschool Groningen dan is het propedeuserendement na het eerste studiejaar bij Fontys lager, maar ook deze hogescholen halen de 40% niet. Het propedeuserendement na 2 jaar is ongeveer gelijk. Voor beide varianten geldt wel dat de gemiddelde studieduur van studiestakers onder de 1,5 jaar ligt. In 2007 was de uitval van Fontys nog hoger in vergelijking met Hogeschool Leiden en Hanzehogeschool Groningen (HBO-monitor). In 2008 was het percentage uitvallers ten opzichte van deze hogescholen ongeveer gelijk. De voornaamste reden voor studenten om de studie te staken is dat studenten andere opleidingen interessanter vinden en daarnaast speelt het behalen van onvoldoende resultaten ook een rol (aldus het exitonderzoek). De opleiding TP geeft hiervoor de volgende verklaringen:
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 48
Ondanks de inspanningen van de opleiding om een juist beeld van de studie en de toekomstige beroepspraktijk neer te zetten, zijn er studenten die met verkeerde verwachtingen aan de opleiding beginnen. Dit zijn vooral studenten die zich relatief laat voor de opleiding aanmelden en doorgaans geen voorlichtingsbijeenkomsten of meeloopdagen hebben bijgewoond. De opleiding stelt de kwaliteit van de afgestudeerden als een hoge prioriteit. Juist omdat het een nieuwe opleiding is, zullen de eerste alumni de ambassadeurs van de opleiding zijn en het werkveld voor de afgestudeerden moeten creëren. De opleiding hecht dan ook groot belang aan de selecterende en verwijzende functie van de propedeuse. Voltijdstudenten geven deze oorzaken ook aan tijdens de audit. De uitval bij deeltijdstudenten komt vooral door de combinatie van werkdruk en studie. In de audit geeft men aan dat de uitval vooral in het eerste jaar plaatsvindt.
Analyse en verbetermaatregelen Het auditteam heeft geconstateerd dat de opleiding de rendementscijfers analyseert en waar nodig verbetermaatregelen gaat treffen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: De opleiding kent een soepele doorstroming naar de hoofdfase, zodat studenten die nog slechts enkele studiepunten moeten behalen in de propedeuse al in de hoofdfase kunnen starten. Daardoor is er voor studenten geen noodzaak om de propedeuse in één jaar te behalen. Zij maken soms bewust de keuze om herkansingen pas in het volgende studiejaar te maken. Om studenten te stimuleren direct in het eerste jaar van de studie zoveel mogelijk onderdelen van de propedeuse te behalen en bij voorkeur de gehele propedeuse af te ronden, zullen de normen voor toegang tot de hoofdfase voor het cohort 2010-2011 worden aangescherpt (van 40 naar 45 EC’s). In de Onderwijs- en Examenregeling die ter goedkeuring aan de Instituutsmedezeggenschapsraad (IMR) is voorgelegd, worden de eisen t.a.v. de behaalde studieresultaten in het eerste jaar van inschrijving bij de opleiding aangescherpt. De opleiding TP verwacht dat hiermee het propedeuserendement na één jaar wordt verhoogd. Daarnaast is in april 2010 een notitie verschenen waarin de uitgangspunten, inhoud en werkwijzen van de studieloopbaanbegeleiding opnieuw zijn beschreven mede met het doel het rendement te verbeteren. Ook zal de opleiding in 2010-2011 monitoren in hoeverre het opnemen van ‘Algemene beroepsvaardigheden’ in het propedeuseprogramma, waardoor studenten beter ondersteund worden bij het werken en reflecteren op de competentieontwikkeling, bijdraagt aan de verhoging van het propedeuserendement. Het auditteam constateert dat de opleiding in opbouw is, cijfers over het opleidingsrendement per jaar variëren en (voldoende) cijfers over de deeltijdopleiding zullen pas in de komende jaren beschikbaar komen. Het streefcijfer voor het propedeuserendement na twee jaar is voor de cohort 2007 van de voltijdopleiding nog niet gerealiseerd. Het propedeuserendement na één jaar blijft achter op de streefcijfers. De opleiding meent dat een groter aantal studenten in staat zou moeten zijn om de propedeuse binnen een jaar te behalen. De opleiding geeft aan scherp te monitoren of de verbetermaatregel het gewenste effect heeft: een hoger propedeuserendement na één jaar en een verkorting van de verblijfsduur van de studiestakers zonder aantasting van het niveau. Daarnaast zal de opleiding haar propedeuserendementen blijven benchmarken met de andere opleidingen TP. Het auditteam is van mening dat het ingezette verbeterbeleid de huidige rendementcijfers ten goede zal komen.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 49
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 50
6.
OORDEELSCHEMA Toegepaste Psychologie Voltijd en Deeltijd
Onderwerp
/
Facet
Oordeel V3
1. Doelstellingen opleiding 1.1. Domeinspecifieke eisen 1.2. Niveau bachelor 1.3. Oriëntatie hbo
G G G
2. Programma 2.1. Eisen hbo 2.2. Relatie tussen doelstellingen en inhoud programma 2.3. Samenhang programma 2.4. Studielast 2.5. Instroom 2.6. Duur 2.7. Afstemming tussen vormgeving en inhoud 2.8. Beoordeling en toetsing
V G G G G V G V
V
V4
3. Inzet van personeel 3.1. Eisen hbo 3.2. Kwantiteit personeel 3.3. Kwaliteit personeel
G V G
4. Voorzieningen 4.1. Materiële voorzieningen 4.2. Studiebegeleiding
V V
V
5. Interne kwaliteitszorg 5.1. Evaluatie resultaten 5.2. Maatregelen tot verbetering 5.3. Betrekken van medewerkers,studenten,alumni en beroepenveld
V V V V
6. Resultaten 6.1. Gerealiseerd niveau 6.2. Onderwijsrendement
V V
Samenvattend oordeel
V
V
V
Derhalve adviseert Hobéon Certificering de NVAO de hbo-bachelor Toegepaste Psychologie, verzorgd door Fontys Hogescholen, croho-nummer 34507 in al haar varianten en locaties te accrediteren.
3 4
Extra aantekening: goed Extra aantekening: goed
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 51
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 52
7.
BIJLAGEN
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 53
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 54
BIJLAGE I PROGRAMMA EN GESPREKSPARTNERS Programma Visitatie opleiding Toegepaste Psychologie Fontys Hogeschool HRM en Psychologie Datum: 24 juni 2010 Locatie: Rachelsmolen 1 Eindhoven, gebouw R1 (tweede verdieping) Lokaal 2.45 2.61 2.62
Tijd 08.00-08.30 08.30-09.00 09.00-09.15
Gesprekspartners
Auditoren
Managementteam
Auditteam Auditteam
2.62
09.15-10.00
Managementteam
Auditteam
Leerplancommissie:
Auditteam
Lectoraat
Auditteam
2.62
2.62
10.00-10.45
10.45-11.15
Onderwerpen Ontvangst auditteam Voorbespreking Kennismaking Definitieve vaststelling programma
Strategisch beleid, visie, missie Marktpositie en instroom Relatie beroepenveld internationalisering Lectoraat / Innovatie Personeel Deskundigheidsbevordering Studieloopbaanbegeleiding Rendementen Kwaliteitszorg Resultaten Actualisering beroeps- en opleidingsprofiel Relatie beroepenveld Aansluiting instroom en programma aansluitprogramma mbo Studeerbaarheid, studielast, contacturen minoren Praktijkcomponent/stages Onderwijsontwikkeling Internationalisering Onderzoeksopdracht Betrokkenheid docenten Betrokkenheid studenten Eindniveau
2.62
11.15–11.30
Auditteam
Interne terugkoppeling, verificatie
2.70
11.30–12.15
Toetsen en beoordelen/Examencomm issie:
Deel auditteam
2.62
11.30–12.15
Stage en afstuderen
Deel auditteam
2.64
12.15–13.00
Lunch
Auditteam
Toetsen en beoordelen: validiteit/ objectiviteit Kwaliteitsborging van praktijkcomponent Resultaten / rendementen Bezwaar en beroep Vrijstellingen Instroom Studeerbaarheid, studielast Studiebegeleiding Stage Bedrijfsbegeleider Lunch, interne terugkoppeling, verificatie
2.45
12.15-13.00
Lunch
13.00-13.30
Medewerkers (gesprekspartn ers) Rondleiding voorzieningen Auditteam
Verificatie bibliotheek/mediatheek en opleidingsspecifieke voorzieningen
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 55
Lokaal 2.70
Tijd 13.30–14.30
Gesprekspartners Docenten
Auditoren Auditteam
2.70
14.30-15.15
Studenten voltijd
Deel Auditteam
2.61
14.30-15.15
Verificatie documenten
Deel auditteam
2.62
15.15-16.00
Kwaliteitszorg
Auditteam
2.64
16.00-17.00
2.62
17.00-18.00
2.62
18.00-18.15
Auditteam
Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent Intern overleg
2.45
17.00-18.15
Medewerkers
Borrel
2.70
18.15
Auditteam
Terugkoppeling voorlopige beoordeling
Auditteam
Studenten deeltijd
Alle gesprekspartners & genodigden
Auditteam
Onderwerpen Relatie beroepenveld Onderwijsontwikkeling Eindkwalificaties Samenhang programma Toetsen en beoordelen Praktijkcomponent/stages Internationalisering Werkdruk Materiele voorzieningen Deskundigheidsbevordering/POP Studiebegeleiding Informatievoorziening Toetsen en beoordelen Studiebegeleiding (incl. stages) Studeerbaarheid, studielast Materiële voorzieningen Praktijkcomponent
Stand van zaken: Evaluatie van resultaten Maatregelen tot verbetering en vastlegging Betrekken van medewerkers, studenten, alumni, werkveld Klachtenregeling Intern overleg en bepaling voorlopige beoordeling
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 56
Marc van Heijst
onderwijsmanager Trefpunt
X
Brigitte de Danschutter*
kwaliteitszorgcoördinator stagecoördinator, lid opleidingscommissie
X
Polien Taks Bregje Steenaert
Taissa Slengard Tamara Smeets Mirka Dukino* George van Elst Inge van der Vorst Lianne Smit
teamleider SIP teamleider EAP, vz examencommissie, kwaliteitszorg teamleider GOP, vz toetscommissie secretaris examencommissie coördinator deeltijd, lid examencommissie coördinator slb, lid examencommissie, IMR lid toetscommissie, lid kenniskring
Kwaliteitszorg
X
Docentenpanel
onderwijsmanager voltijd
Stage/afstuderen
X
Katinka van Garderen
Examens/toetsen
directeur
lectoraat
functie/taken**
Nus Waleson
leerplancie
management
naam
X X X
X
X
X
X X
X
X X X
X
X X
X
X
Irma Goldsmid
lid toetscommissie
Marijke Bergman
coördinator afstuderen
X
X
Nicole Ebben
studieadviseur
Tanny Kertzman
studieadviseur
Henk Verhoeven
contactpersoon mediatheek
Leon Derckx
IMR, coördinator minor
X
Jasper van de Windt
studieadviseur
X
Rutger Grijsbach
leerlijneigenaar
X
Marga Pruijt
X
X
Petra de Swart*
kwaliteitszorg internationalisering, kwaliteitszorg
X
X
Jeske Nederstigt
stagebegeleiding
X
Wouter Reynaert
lector
X X X X
X
de panelleden met een * zijn geen docent. studenten vt Anne Diepenbrock
cohort september 2007
Juul van Dieren
cohort september 2007
Lex Goos
cohort februari 2008
Luuk Janssen
cohort februari 2008
Karlijn Dijkhoff
cohort september 2009
Cindy Sanders
cohort september 2009
Keri Baerwaldt
cohort september 2009
Frodo Veldt
cohort februari 2007
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 57
studenten dt Dion Schilders
Deeltijd, 2e jaars
Lieke Pluijms (reserve)
Deeltijd, 2e jaars
Bea Rooijakkers
Deeltijd, 2e jaars
Corine van Houtum
Deeltijd, 2e jaars
Marieke Oosterhuis
Deeltijd, 1e jaars
Elke Geenen
Deeltijd, 1e jaars
Farida Gribi
Deeltijd, 1e jaars
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 58
BIJLAGE II KWANTITATIEVE GEGEVENS VAN DE OPLEIDING Studenten
Aantal studenten 2009-2010
Voltijd
Deeltijd
(Eindhoven)
(Tilburg)
811
87
2009
413
63
2008
400
65
2007
394
-
2006
71
-
Vooropleiding studenten
mbo-4: 124
mbo-4: 18
havo: 536
havo: 21
vwo:69
vwo: 10
ho: 1
ho: 8
Instroom studenten
overig: 80 Aantal aan de opleiding verbonden docenten Aantal fte per variant
overig: 30 38
26,55
Docent-studentratio per variant
2,75
30,5
Aantal docenten tevens werkzaam in beroepspraktijk Aantal docenten met een masteropleiding Aantal docenten met een Phd
31,6 7* 32 *
2 (en 2 bezig met Phd) *
Aantal fte in kenniskringen 0,4 * * TP kent geen apart voltijd- en deeltijdteam, docenten worden op basis van expertise in de deeltijd ingezet.
Rendement De opleiding is gestart in februari 2007. De eerste studenten studeren dit jaar af, dus er zijn nog geen rendementsgegevens beschikbaar. Zie verder facet 6.2. Contacturen Definitie: regulier ingeroosterde onderwijsactiviteiten onder leiding van een docent, i.c. hoorcollege, werkcollege, vaardigheidstrainingen en studieloopbaanbegeleiding. Lesuren duren 50 minuten (voltijd) en 60 minuten (deeltijd). Contacturen
voltijd
deeltijd
e
19 tot 21
7
e
16 tot 20
6
e
3 leerjaar
16 tot 20
*
4e leerjaar
4 tot 8
*
1 leerjaar 2 leerjaar
* De deeltijdopleiding is in september 2008 gestart.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 59
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 60
BIJLAGE III CURRICULA VITAE EN ONAFHANKELIJKHEIDSVERKLARINGEN AUDITOREN drs. G.J. (Hans) Stoltenborg studeerde psychologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en was al gedurende zijn studie werkzaam in projecten op het terrein van onderwijs en opleiding. Na een aantal jaren in de onderwijsresearch werkte hij op het gebied van het posthbo en andere vormen van commerciële dienstverlening vanuit onderwijsinstellingen. Door een stationering in Brussel leerde hij de EU en het internationale projectenbeleid goed kennen. De afgelopen jaren werkt hij vanuit het kantoor in Den Haag op onderwerpen als marktonderzoek, ontwikkeling van nieuwe opleidingen, competentiegericht leren, kwaliteitszorg en accreditatie. Ook voert hij het projectmanagement van innovatieprojecten en is hij betrokken bij internationale onderwijsprojecten. J. (Jos) Bleijenberg, werkvelddeskundige, is sinds 2000 werkzaam geweest als bestuurder van Zorggroep Eemhoven te Amersfoort. De organisatie is in 2005 gefuseerd met de naburige instelling tot Zorggroep Laak en Eemhoven. Hij was eerder tien jaar werkzaam als directeur binnen de jeugdbescherming in Gelderland en heeft daar met een groot aantal fusies het fundament gelegd van het huidige bureau Jeugdzorg Gelderland. Jarenlang is hij voorzitter van Vedivo geweest, de landelijke organisatie van jeugdbeschermingsinstellingen en in de jaren tachtig werkte hij in Doetinchem als directeur Maatschappelijke Dienstverlening, de voorloper van de huidige thuiszorgorganisatie. Daarvoor was hij werkzaam bij de landelijke Hervormde Jeugdraad en studeerde hij, na de sociale academie, in deeltijd beleids- en organisatiesociologie in Rotterdam en Utrecht. H. (Hugo) Schouppe, vakdeskundige, is doctorandus in de Psychologische en Pedagogische Wetenschappen (Rijksuniversiteit Gent, 1978) en doctor in de Experimentele Psychologie (Katholieke Universiteit Leuven, 1984). Hij is momenteel hoofd van de afdeling Toegepaste Psychologie van de Lessius Hogeschool Antwerpen. Daarnaast doceert hij ‘Algemene psychologie’ aan de afdeling Logopedie & Audiologie en ‘Toegepaste psychologie’ en ‘Inleiding tot de psychologie’ aan de afdeling Handelswetenschappen. Hij is onder meer de auteur van het handboek Psychologie in kaart gebracht en co-auteur van Voortijdig van school: een thematische introductie tot de sociale wetenschappen. F.M. (Franny) Bronsgeest, studentlid, is (eind) derdejaars student Toegepaste Psychologie aan de Hogeschool Leiden. Daarnaast is zij actief in de opleidingscommissie van de opleiding Toegepaste Psychologie en de Medezeggenschapsraad van Hogeschool Leiden. I.M. (Inge) Gies Broesterhuizen, secretaris, heeft een bedrijfs-economische achtergrond, werkte twee jaar ter ondersteuning van de directie bij een MKB-bedrijf. Naast werkzaamheden voor Hobéon Business Consult is zij actief op het gebied van instroomonderzoeken bij Hobéon Management Consult. Als secretaris bij Hobéon Certificering is zij betrokken bij diverse accreditatietrajecten in het hoger onderwijs.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 61
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 62
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 63
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 64
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 65
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 66
BIJLAGE IV WERKWIJZE, BEOORDELINGSPROCEDURE EN BESLISREGELS Werkwijze en beoordelingsprocedure Werkwijze Bij de beoordeling van de betreffende (voltijd- en deeltijdopleiding) is uitgegaan van het door de NVAO vastgestelde ‘Accreditatiekader bestaande opleidingen hoger onderwijs’. Daarin staan de onderwerpen en facetten vermeld waarop een VBI zich bij de beoordeling van een opleiding moet richten. Voorts zijn daarin opgenomen de criteria aan de hand waarvan een VBI moet bepalen of de basiskwaliteit van die opleiding als voldoende kan worden beoordeeld. Met betrekking tot het specifieke referentiekader van de betreffende opleidingsvarianten geldt het volgende: De (voltijd en deeltijd)opleiding heeft zich voor wat betreft beroepsprofiel, opleidingscompetenties en doelstelling ten minste gebaseerd op het landelijke beroepsprofiel en de opleidingscompetenties zoals wettelijk vastgesteld (wet BIO) na landelijk overleg tussen de betreffende opleiding en het beroepenveld. Het auditteam heeft dit opleidingsspecifieke referentiekader beoordeeld en vastgesteld dat het in voldoende mate gespecificeerd is en passend is voor een opleiding Toegepaste Psychologie op hbo-niveau. Het auditteam heeft dit kader in zijn beoordeling betrokken.
Beoordelingsprocedure De beoordelingsprocedure van Hobéon Certificering kent twee hoofdmomenten:
1 Documentenanalyse Het gaat hier om een analyse en beoordeling van door de opleiding Toegepaste Psychologie van Fontys Hogescholen aangeleverde schriftelijke informatie: zie Bijlage V. Op basis van de door de opleiding aangeleverde documentatie, heeft het auditteam zich een beeld kunnen vormen van de primaire en secundaire processen van de opleidingsvarianten. Het auditteam heeft dit beeld getoetst aan zaken als: ambitieniveau, toekomstgerichtheid, innovatief vermogen, kwaliteitsbewaking via interne en externe evaluatie, arbeidsmarktrelevantie, resultaatgerichtheid, continuïteit, studenten- en docentenbelangen. Voorafgaand aan de visitatie werd het management van de betreffende opleiding(en) op de hoogte gesteld van de voorlopige bevindingen van het auditteam op basis van zijn documentanalyse.
2 Audit De audit was gericht op een actieve ‘controle’ door middel van een visitatie5, uitgevoerd door een auditteam bestaande uit een kernteam met daarin twee externe onafhankelijke deskundigen, een student van een verwante opleiding, een voorzitter en een secretaris vanuit Hobéon Certificering.
5
Visitatie heeft op 24 juni plaatsgevonden.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 67
Onder ‘controle’ moet hier worden verstaan, dat het auditteam op verschillende niveaus (management, coördinatie, examencommissie, docenten, studenten, staf) heeft getoetst (i) of de in de documentatie beschreven beleidsvoornemens en de daaraan gerelateerde uitvoeringsprocessen zijn geïmplementeerd en (ii) of de overige in de documentatie vervatte informatie verifieerbaar is. Deze verificatie door het auditteam geschiedde enerzijds door, zoals hierboven al is aangegeven, meerdere malen hetzelfde onderwerp met verschillende geledingen te bespreken en anderzijds aan de hand van additionele documentatie en - daar waar het de huisvesting en de materiële voorzieningen betreft- ook door eigen waarneming. Aldus had het auditteam voldoende instrumenten om zich op gedetailleerd niveau op de hoogte te stellen van inhoud, opzet, uitvoering en resultaten van het opleidingsprogramma en van de daarmee samenhangende personele, organisatorische, materiële en ruimtelijke voorzieningen. Het auditteam heeft op deze wijze alle in het NVAO-Accreditatiekader vermelde facetten beoordeeld, op basis waarvan een samenvattend oordeel per onderwerp werd gegeven. Een en ander werd vastgelegd in een conceptrapport dat aan de opleiding werd voorgelegd voor een toets op eventuele feitelijke onjuistheden.
Beslisregels Volgens de NVAO-Beslisregels Accreditatie kan een onderwerp slechts ‘onvoldoende’ of ‘voldoende’ scoren. Een facet kan evenwel, volgens diezelfde regels, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘excellent’ scoren. Met dit als uitgangspunt, heeft Hobéon onderstaande beslisregels toegepast. Onderwerp A. Een onderwerp scoort ‘voldoende’, indien alle facetten van dat onderwerp ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ en de overige ten minste ‘voldoende’ hebben gescoord, mits een acceptabel verbeterplan beschikbaar is voor het facet met de score ‘onvoldoende’. B. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord en voor dit facet geen acceptabel verbeterplan beschikbaar is. C. Een onderwerp scoort ‘onvoldoende’, indien meer dan één facet van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord, ongeacht of er voor die facetten acceptabele verbeterplannen zijn. Facet D. Binnen de beoordeling van een facet is ruimte voor een eigen afweging van het auditteam: uitvoering/praktijk weegt zwaarder dan beleid/theorie: beter een goed functionerende regeling die slecht is opgeschreven, dan omgekeerd; primaire processen wegen zwaarder dan secundaire.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 68
Extra aantekening E. Indien voor een onderwerp een hogere score dan ‘voldoende’ gerechtvaardigd is, wordt dat als ‘extra aantekening’ vermeld en wel met inachtneming van onderstaande regels: een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘goed’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘goed’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘voldoende’ en de overige facetten ‘goed’ of ‘excellent’ hebben gescoord;6 een onderwerp krijgt de extra aantekening ‘excellent’, indien alle facetten van dat onderwerp ‘excellent’ hebben gescoord of indien één facet van dat onderwerp ‘goed’ en de overige facetten ‘excellent’ hebben gescoord; een onderwerp krijgt geen extra aantekening, indien één van de facetten van dat onderwerp ‘onvoldoende’ heeft gescoord.
6
Het NVAO-Accreditatiekader onderscheidt bij onderwerp 2 (‘Programma’) acht facetten. Eén ervan betreft de duur van de opleiding. Het daarbij vermelde criterium (240 EC’s) is evenwel geen (kwaliteits)criterium, maar een formele vereiste waaraan het programma van een opleiding a priori moet voldoen, wil zij überhaupt in aanmerking kunnen komen voor een hbo-bacheloraccreditatie. ‘Duur’ is derhalve van een andere orde dan -bijvoorbeeld- ‘Kwaliteit Personeel’ of ‘Onderwijsrendement’. Bij de beslissing of het onderwerp ‘Programma’ een extra aantekening ‘goed’ dan wel ‘excellent’ verdient, wordt het facet ‘Duur’ dan ook buiten beschouwing gelaten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 69
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 70
BIJLAGE V GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN
Management Review; Studiegids; Onderwijs- en Examen Regeling – OER; Visitatierapport ‘Toets nieuwe opleiding Toegepaste Psychologie December 2005’ Onderliggende documentatie betrekking hebbend op bijvoorbeeld: o strategische keuzen en de positie in de markt, o interne organisatie, o de (systematiek van) interne kwaliteitszorg en de daarmee samenhangende interne managementrapportages en verbetermaatregelen, o ontwikkelingen in het beroepenveld, o beroeps- en opleidingsprofielen, o (validatie) eindcompetenties, o curricula en de interne en externe evaluatie daarvan, o werkvormen, o toetsing en beoordeling, o kwantitatief en kwalitatief personeelsbeleid, o internationalisering, o instroombeleid, o studiebegeleiding, o onderwijsrendement.
Additionele, tijdens de visitatie geraadpleegde, documentatie: overzichten van de samenstelling van de werkveld-gremia waarmee de opleiding overleg voert; verslagen van die bijeenkomsten met het werkveld; overzicht CV’s van (gast)docenten; verslagen van de functioneringsgesprekken met docenten; verslagen van docentevaluaties; verslagen van studievoortganggesprekken met studenten; detailbeschrijving van modules, cases en de daaraan gekoppelde opdrachten; stageverslagen en -beoordelingen; de ‘beroepsproducten’ die gedurende de opleiding door studenten worden opgeleverd; de ‘eindproducten’ van studenten.
©Hobéon® Certificering⏐ Adviesrapport accreditatie hbo-bacheloropleiding Toegepaste Psychologie, Fontys Hogescholen, versie 1.0 ⏐ 71