ADVERTENTIE MILIEUVERGUNNINGSAANVRAAG KLASSE 1 De burgemeester van Antwerpen brengt u op de hoogte dat door Veolia ES MRC nv gevestigd te Moerstraat 26 - haven 550, 2030 Antwerpen, een milieuvergunningsaanvraag (MV2015/519/AV (WV2015/24/AV)) is ingediend om op het perceel gelegen op hetzelfde adres, kadastraal gekend als Antwerpen (afd. 16) sectie B nr. 5 G, een afvalverwerkend bedrijf te veranderen door wijziging, uitbreiding en toevoeging met als voorwerp: het veranderen door uitbreiding, wijziging en toevoeging van een afvalverwerkend bedrijf, als volgt: ‒ uitbreiding en wijziging van: de op- en overslag van diverse gevaarlijke en/of niet-gevaarlijke afvalstoffen (2.1.2.b): - reductie van 4 (afval)solvententanks van 100 m³ - regularisatie van 2 afvalsolvententanks (120 m³ in plaats van 100 m³) - reductie van 2 zurentanks van 50 m³ - uitbreiding met 108 m³ vloeibare afvalstoffen (vlampunt > 60°C) in een bovengrondse tank - uitbreiding met 3 600 m³ niet-gevaarlijk afvalwater en potentieel verontreinigd hemelwater voor verwerking op de waterzuivering - uitbreiding met de opslag van afvalwater en afvalzuren met een maximale molariteit van 0,5 in 4 bovengrondse tanks van 25 m³ ‒ uitbreiding met/van: de opslag van volgende gevaarlijke afvalstoffen voor behandeling in de afvalwaterzuiveringsinstallatie (2.3.2.g – 2.3.3.c): - 108 m³ vloeibare afvalstoffen (vlampunt > 60°C) in een bovengrondse tank - de opslag van 3 600 m³ niet-gevaarlijk afvalwater en potentieel verontreinigd hemelwater voor verwerking op de waterzuivering - de opslag van afvalwater en afvalzuren met een maximale molariteit van 0,5 in 4 bovengrondse tanks van 25 m³ ‒ wijziging door: reductie van 432 ton opslag van solventen en het schrappen van de evapocondensatie uit de vergunning (2.2.5.d.2) reductie van de maximale opslag van solventen naar 1 200 ton (zie ook 2.1.2.b) en regularisatie door opnemen van de zuur-base reactors (voorheen vergund onder 2.2.5.d.2) en de filterpers voor behandeling van gevaarlijke slibs (voorheen 2.2.5.b.2) onder deze rubriek (2.4.1.b); verwijdering van de verdeelslang voor mazout en uitbreiden met een brandstofverdeelinstallatie met één verdeelslang horende bij de nieuwe stookolietank van 9 700 liter (6.5.1); actualisatie van de opslag van gevaarlijke gassen, vloeistoffen en vaste stoffen en wijziging door omzetting naar de CLP-indeling (6.4.1 – 17.1.2.1.2 – 17.1.2.2.3 – 17.2.1 – 17.3.2.1.1.1.b – 17.3.4.3 – 17.3.6.3 – 17.4); verwijderen van een stoomgenerator met een warmtevermogen van 981 kW (39.2.1) ‒ wijziging van volgende rubrieknummers door wijzigingen indelingslijst: 2.2.4.2.a (voorheen 2.2.4.b)
2.2.4.2.b en 2.2.4.2.c (voorheen 2.2.4.c) 2.3.2.g (voorheen 2.3.2.f) 2.3.3.c (voorheen 2.3.3.b) 2.4.1.a, 2.4.1.b en 2.4.5 (voorheen 2.3.8.D8 en 2.3.8.D9) 24.2 (voorheen 24.1.1) ‒ volgende rubrieken zijn niet meer van toepassing: 2.2.7 – 39.1.1 – 39.2.1 Vlarem-rubricering volgens aanvrager: 2.1.2.b – 2.2.5.b.2 – 2.2.5.d.2 - 2.3.2.g – 2.3.3.c – 2.4.1.b – 6.4.1 – 6.5.1 – 17.1.2.1.2 – 17.1.2.2.3 – 17.2.1 – 17.3.2.1.1.1.b – 17.3.4.3 – 17.3.6.3 – 17.4 – 39.2.1; zodat de inrichting voortaan omvat: ‒ de op- en overslag van volgende afvalstoffen 2.1.2.b): 15 288 ton diverse gevaarlijke en/of niet-gevaarlijke afvalstoffen bestaande uit: - 13 253 ton vaste afvalstoffen buiten in containers, cubitainers, vaten, … - 1 010 ton vaste en vloeibare afvalstoffen in vatenparken - 1 025 ton vaste afvalstoffen (waarvan 800 ton KGA-materiaal) in vatenpark 2; - 2 ton afvalstoffen met asbest in niet-gebonden vorm; 1 200 ton (afval)solventen in tanks van respectievelijk 7x 100 m³, 2x 120 m³ en 2x 30 m³ en 676 ton solventen in verplaatsbare recipiënten; 118 ton frituurolie in een tank van 100 m³; maximum 400 kg feest- en seinvuurwerk, veiligheidspatronen en airbags (350 stuks) welke samen maximum 80 kg pyrotechnische sas en 45 kg natriumzanide bevatten; 300 ton afvalzuren in 6 tanks van 50 m³, 180 ton afvalzuren in cubitainers of vaten, 150 ton afvalbasen in 3 tanks van 50 m³ en 600 ton afvalbasen in cubitainers of vaten; de opslag van volgende stromen voor verwerking op de waterzuivering: - 108 m³ vloeibare afvalstoffen (vlampunt > 60°C) in een bovengrondse tank - 3 600 m³ niet-gevaarlijk afvalwater en potentieel verontreinigd hemelwater voor verwerking op de waterzuivering - afvalwater en afvalzuren met een maximale molariteit van 0,5 in 4 bovengrondse tanks van 25 m³ ‒ de op- en overslag van maximum 50 ton asbesthoudende afvalstoffen waarin asbest in gebonden vorm aanwezig is (2.1.2.c); ‒ de opslag van maximum 300 ton monostromen afval afkomstig uit sorteeractiviteiten (2.2.1.d.2): papier en karton (50 ton); hout (50 ton); glas (50 ton); niet-verontreinigd schroot (150 ton) ‒ het sorteren van diverse gevaarlijke afvalstoffen met een maximum opslagcapaciteit van 15 288 ton (2.2.1.e.2); ‒ opslag en mechanische behandeling van (2.2.2.g.2 – 23.2.3.b – 29.5.2.3.b): maximaal 15 288 ton gevaarlijke afvalstoffen d.m.v. een shredderinstallatie met cryogene nabehandeling (450 kW);
‒
‒
‒
‒
‒
‒ ‒
‒
‒
maximum 800 ton gevaarlijke afvalstoffen door middel van een shredderinstallatie met inwendige spoeling (160 kW); 100 ton gevaarlijke afvalstoffen door het pletten en verbrijzelen met een kraan; een intermediair categorie 3-bedrijf voor het sorteren van op basis van vloeibaarheid van afvalfrituurolie en –vetten met een maximum opslagcapaciteit van 1 010 ton frituurolie in kleine verpakking, cubitainers of vaten in de vatenparken, 100 m³ (118 ton) frituurolie in een tank en 11 040 ton vetten (2.2.4.2.a); een intermediair categorie 2-bedrijf voor de op- en overslag van scheepsafval, met name vervallen voedingsmiddelen van buiten de EU en door de douane tegengehouden goederen en mengsels met een max. opslag van 60 ton (2.2.4.2.b); een intermediair categorie 1-bedrijf voor de op- en overslag van scheepsafval, met name typisch keukenafval afkomstig van schepen en mengsels met een maximum opslag van 60 ton (2.2.4.2.c); het fysisch-chemisch behandelen van gevaarlijke slibs met een filterpers (77 kW), met een opslag van 370 ton slib en 60 ton filterkoeken (2.2.5.b.2 – 2.4.1.b); de opslag en het fysisch-chemisch behandelen van (2.2.5.d.2 – 2.4.1.b): 24 000 ton solventen per jaar door middel van extractie met een maximum opslag van 1 200 ton solventen; afvalzuren en afvalbasen door neutralisatie door ze op een gecontroleerde manier met elkaar te laten reageren in 2 neutralisatiereactoren met een individuele inhoud van 20 m³; afvalzuren, met name de reductie van CrVI tot CrIII door middel van de neutralisatiereactoren gecontroleerde reactie voorafgaande aan de zuurbase neutralisatie; de opslag en het reinigen van recipiënten die gevaarlijke afvalstoffen hebben bevat (2.2.6.d); de opslag van volgende gevaarlijke afvalstoffen voor behandeling in de afvalwaterzuiveringsinstallatie (2.3.2.g – 2.3.3.c – 2.4.5): 108 m³ vloeibare afvalstoffen (vlampunt > 60°C) in een bovengrondse tank de opslag van 3 600 m³ niet-gevaarlijk afvalwater en potentieel verontreinigd hemelwater de opslag van afvalwater en afvalzuren met een maximale molariteit van 0,5 in 4 bovengrondse tanks van 25 m³ 1 770 m³ afvalwater in 4 bovengrondse opslagtanks van 2x 525 m³ en 2x 360 m³; de tijdelijke opslag van gevaarlijke afvalstoffen in afwachting van een behandeling vergund onder 2.4.1 (2.4.5): de opslag van 1 200 ton solventen; 300 ton afvalzuren in 6 tanks van elk 50 m³; 180 ton afvalzuren in cubitainers of vaten; 150 ton afvalbasen in 3 tanks van elk 50 m³; 600 ton afvalbasen in cubitainers of vaten; 370 ton gevaarlijke slibs en 60 ton filterkoeken; een afvalwaterzuiveringsinstallatie voor de behandeling van bedrijfseigen en bedrijfsvreemd afvalwater met een lozingsdebiet van 50 m³/uur,
‒ ‒ ‒ ‒ ‒ ‒ ‒
‒
‒ ‒ ‒ ‒ ‒ ‒
‒
300 m³/dag en 75 000 m³/jaar in oppervlaktewater (2.3.2.g – 2.3.3.c – 2.4.1.a – 3.6.3.2); de opslag van 4 200 liter olie (6.4.1); een brandstofverdeelinstallatie met één verdeelslang voor mazout (6.5.1); een dieselnoodgenerator van 800 kW (12.1.2.b – 31.1.3); een transformator van 500 kVA (12.2.1); een transformator van 1 800 kVA (12.2.2); het stallen van 10 voertuigen en 10 opleggers (15.1.1); airco’s (59,5 kW), 2 compressoren (43 kW en 45 kW) en een mobiele koelinstallatie (496 kW) met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 643,5 kW (16.3.1.1); de opslag van 1 700 liter gassen in verplaatsbare recipiënten ten behoeve van de onderhoudswerkplaats en het labo (17.1.2.1.2): 22x 50 liter argon 4x 50 liter zuurstof 2x 50 liter acetyleen 4x 50 liter stikstof 2x 50 liter helium de opslag van 113 000 liter stikstof in 2 tanks van respectievelijk 63 000 liter en 50 000 liter (17.1.2.2.3); een lage drempel Seveso-inrichting zonder overschrijding van de hoge Sevesodrempels of hoge drempel-sommatieregel (17.2.1); de opslag van diverse gevaarlijke stoffen en vloeistoffen (17.1.2.1.2 – 17.1.2.2.3 – 17.2.1 – 17.3.2.1.1.1.b – 17.3.4.3 – 17.3.6.3 – 17.4); een labo (24.2); diverse metaalbewerkingsinstallaties van in totaal 14,2 kW (29.5.2.3.b); de op- en overslag van maximum 400 kg feest- en seinvuurwerk, veiligheidspatronen en airbags (350 stuks) welke samen maximum 80 kg pyrotechnische sas en 45 kg natriumzanide (airbags) bevatten (38.3.2); stookinstallaties met een totaal vermogen van 439 kW (69,8 kW, 2x 112 kW en 145 kW) (43.1.2.b);
de opslag van volgende gevaarlijke stoffen (deze zullen nooit allen gelijktijdig aanwezig zijn):
afvalmethanol in tanks
656
BG tanks van 100 m³
x
x
x
afvalmethanol in recipiënten
676
vaten of IBC
x
x
x
isocyanaatafval
19
vaten of IBC
x
natriumazide (uit de airbags)
0,045
opslagkooi voor explosieven
vervallen geneesmiddelen
50
vaten of IBC
metallisch kwikafval
2
vaten of IBC
x
kwikhoudend afval
20
vaten of IBC
x
natriumnitrietpoeder
1,0
vaten of IBC
x
gebroken TL-lampen
50
vaten of IBC
x
farmaceutisch productieafval
50
vaten of IBC
x
afvalpesticiden
199
vaten of IBC
PCB-houdende olie
5
vaten of IBC
x
PCB-houdende condensatoren en transformatoren
20
vaten of IBC
x
andere zeer giftige afvalstoffen
20
vaten of IBC
x
andere giftige afvalstoffen
200
vaten of IBC
x x x
x
x
x
x x
x
x x
x
17.4 (liter)
17.4 (kg)
17.3.6
17.3.4
17.3.2.1.1
6.4
17.1.2.2
17.1.2.1
aardolieproducten en alternatieve brandstoffen gasoliën
2,4-tolueendiisocyanaat
zuurstof
E2
E1
P8
P5c
P5b
P5a
P4
P3a
P1a
H3
liter
methanol
17.2.1 - met naam genoemde
acetyleen
17.2.1 - categorieën
H1
ton
opslagwijze
ontvlambare vloeibare gassen, cat. 1 of 2, aardgas
Hoeveelheid
H2
‒
product
oxiderende stoffen
200
vaten of IBC
afvalsolventen in tanks
656
BG tanks van 100 m³
afvalsolventen in recipiënten
676
milieugevaarlijke producten
199
verfafval
1 010
vaten of IBC
x
x
x
P1-afvalvloeistoffen
1 010
vaten of IBC
x
x
x
milieugevaarlijke bestrijdingsmiddelen
199
vaten of IBC
verpakkingsafval van milieugevaarlijke bestrijdingsmiddelen
1 990
vaten of IBC
x
verpakkingsafval van fytofarmaceutische producten 1 990
vaten of IBC
x
andere verpakkingsafval
1 990
feest- en seinvuurwerk
0,400
pyrotechnische sas
0,080
afvalspuitbussen (bruto)
800
x x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x 800 000
x
x
x x
14 700
BG tank van 9,7 m³ (10030) + tank van 5 m³ (10040)
stookolie
12,50
x
ijzer(III)chloride
75
BG tank 8170 van 25 m³, vaten of IBC's
natriumbisulfiet
30
vaten of IBC
natriumhydroxide
30
vaten of IBC
x
calcium(di)hydroxide
303
vaten of IBC
x
x
x x
smeerolie
1 680
vaten
x
hydraulische olie
1 680
vaten
x
x
reductor olie diverse producten in kleine verpakkingen
840 0,30
vaten
x
kleine verpakkingen
x
spuitbussen werkplaats allerhande
500
kleine verpakkingen
x
verf (pot < 25 liter)
50
kleine verpakkingen
x
schoonmaakmiddelen
50
kleine verpakkingen
x
polyelektroliet
0,60
kleine verpakkingen
x
allerhande labochemicaliën voor analyses
0,40
kleine verpakkingen
x
labostalen
3,00
kleine verpakkingen
x
stikstof
63 000
N2 tank 1
x
stikstof
50 000
N2 tank 2
x
stikstof
200
4 gasflessen van 50 l
x
argon
1 100
22 gasflessen van 50 l
x
zuurstof
0,26
200
4 gasflessen van 50 l
acetyleen
0,110
100
2 gasflessen van 50 l
100
2 gasflessen van 50 l
helium
x x
x x x
De exploitant vraagt tevens volgende aanpassing van de voorwaarden, opgelegd in besluit met referentie MLAV1/08-115 van 26 juni 2008: ‒ het schrappen van de 3de en 4de bijzondere voorwaarde, met betrekking tot de afbakening van de opslagzones en de aanduiding ervan op het werkplan; ‒ het wijzigen van de 6de bijzondere voorwaarde, in die zin dat enkel nog een controle van de vloeistofdichtheid van de voegen tussen de betonplaten dient uitgevoerd te worden en niet meer van de klinkerstrook in de opslagzone A; ‒ het wijzigen van de 11de bijzondere voorwaarde door op een andere wijze te voorzien in de bluswateropvang; en het schrappen van volgende bijzondere voorwaarde, opgelegd in besluit met referentie MLWV-2013-67 van 27 maart 2014: ‒ het niet-verontreinigd hemelwater moet rechtstreeks worden geloosd in oppervlaktewater; De vergunningsaanvraag met bijlagen kunt u inkijken van 30 november 2015 tot 30 december 2015 bij stadsontwikkeling milieuvergunningen, Francis Wellesplein 1, 2018 Antwerpen. Gelieve hiervoor een afspraak te maken via 03 338 67 99 op maandag en woensdag tussen 09.00u - 12.00u of op dinsdag en donderdag tussen 13.00u -16.00u. Tijdens deze periode en openingsuren kunt u hier eveneens bezwaren en opmerkingen afgeven, of deze opsturen naar het college op volgend adres: het college, stadsontwikkeling milieuvergunningen, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen. Voor de burgemeester de afgevaardigde schepen bij machtiging van 8 januari 2013 Rob Van de Velde