Accountantsverslag 2015
Aan de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur van Stichting Bestuursstichting de Stouwe – VVT Noorderboog Postbus 508 7940 AM Meppel
Assen, 20 mei 2016 Ref.: HD/JmS/AcH
Geachte leden van de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur,
Overeenkomstig de door u aan ons verstrekte opdracht, hebben wij de proforma geconsolideerde jaarrekening 2015 van Stichting Bestuursstichting de Stouwe – VVT de Noorderboog te Meppel (verder genoemd: Bestuursstichting) gecontroleerd. Het is de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur de jaarrekening op te maken in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi en de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en de daarop berustende bepalingen. Het is onze verantwoordelijkheid een controleverklaring bij de jaarrekening te verstrekken. In overeenstemming met artikel 393 lid 4 Burgerlijk Wetboek Boek 2 en Controlestandaard 260 Communicatie met de met governance belaste personen, brengen wij verslag aan u uit over onze bevindingen. Voor algemene actuele ontwikkelingen in uw sector verwijzen wij u naar ons maandelijks nieuwsmemorandum “Geregeld in de Zorg”. Onze controle is uitgevoerd in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het Controleprotocol WNT. De planning en uitvoering van onze controle is voornamelijk gericht op (ontleend aan Controlestandaard 200 Algehele doelstellingen van een controle): het identificeren en inschatten van risico’s op een afwijking van materieel belang die het gevolg is van fraude of van fouten, op basis van inzicht in Bestuursstichting en haar omgeving, met inbegrip van de interne beheersing van Bestuursstichting; het verkrijgen van voldoende en geschikte controle-informatie over de vraag of er afwijkingen van materieel belang bestaan, door het opzetten en implementeren van passende manieren van inspelen op de ingeschatte risico’s; het vormen van een oordeel over de financiële overzichten op basis van conclusies die uit de verkregen controle-informatie worden getrokken.
In de controleverklaring brengen wij tot uitdrukking of naar ons oordeel: de jaarrekening de grootte en samenstelling van het vermogen en het resultaat getrouw weergeeft; de jaarrekening voldoet aan de WNT-eisen, zoals opgenomen in de WNT en de daarop berustende bepalingen; het bestuursverslag – voor zover wij dat kunnen beoordelen – verenigbaar is met de jaarrekening; geen tekortkomingen zijn gebleken aangaande de toevoeging aan de jaarrekening van de vereiste gegevens ingevolge artikel 392 lid 1 onder b tot en met h Burgerlijk Wetboek Boek 2 (gegevens inzake zeggenschap, winstbestemming, gebeurtenissen na balansdatum en nevenvestigingen). Op grond van de door ons uitgevoerde controlewerkzaamheden en onze controlebevindingen, geven wij een controleverklaring af bij de jaarrekening 2015, aangevend een geconsolideerd eigen vermogen per 31 december 2015 van € 14.824.866 en een geconsolideerd resultaat over 2015 van € 1.209.329 Negatief. Onze controleverklaring geven wij af onder het voorbehoud dat de door ons gecontroleerde jaarrekening ongewijzigd wordt goedgekeurd door de Raad van Toezicht. In het geval dat de Raad van Toezicht de jaarrekening niet ongewijzigd goedkeurt, verzoeken wij u om contact met ons op te nemen over de dan ontstane situatie. Wij merken op dat in onze controleverklaring de volgende toelichtende paragraaf is opgenomen: Door de Bestuursstichting De Stouwe – VVT Noorderboog is een proforma geconsolideerde jaarrekening over 2015 opgesteld. De Bestuurstichting De Stouwe - VVT Noorderboog is opgericht per 1 september 2015. Dochterstichting VVT Noorderboog is ontstaan als gevolg van een splitsing per 1 september 2015. In de periode 1 januari tot en met 31 augustus 2015 zijn er activiteiten verricht waarvan de rechten en verplichtingen zijn overgenomen door de door afsplitsing ontstane stichting VVT Noorderboog. Op 21 mei 2015 zijn de aandelen van Carepool BV aangekocht door Stichting De Stouwe. Er is gedurende heel 2015 sprake van een nauwe verwevenheid tussen Carepool BV en Stichting De Stouwe. Tevens heeft Stichting De Stouwe middels het opnemen van een voorziening voor het negatieve eigen vermogen van Carepool BV zich ultimo 2015 garant gesteld. De proforma geconsolideerde jaarrekening is op basis van de voorgaande opgesteld over het gehele boekjaar 2015 van de onderliggende dochters. Voor de onderliggende dochters zijn aparte jaarrekeningen opgesteld als basis voor de proforma geconsolideerde jaarrekening. Hierbij zijn geen wijzigingen in de grondslagen voor waardering en resultaat doorgevoerd. In de proforma geconsolideerde jaarrekening zijn derhalve posten opgenomen met verschillende grondslagen cq. uitgangspunten voor schattingen. In de grondslagen voor waardering en resultaat worden de grondslagen en uitgangspunten benoemd. Voor de in de proforma geconsolideerde jaarrekening opgenomen vergelijkende cijfers over 2014 is hetzelfde van toepassing. Wij benadrukken dat dit accountantsverslag uitsluitend bedoeld is om u te informeren over onze controlebevindingen en aanbevelingen. Externe toezichthoudende instanties en andere stakeholders kunnen u vragen om een afschrift voor hun beoordeling van de financiële stand van zaken van Bestuursstichting en van de risico’s in de bedrijfsvoering. Wij benadrukken dat wij niet aansprakelijk zijn voor eventuele gevolgen van externe verspreiding. Wij vertrouwen erop u met dit verslag voldoende te hebben geïnformeerd en zijn graag bereid om het nader bij u toe te lichten. Hoogachtend,
drs. H. Drenth RA MGA
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 3
INHOUDSOPGAVE 1.
Stichting Bestuurstichting de Stouwe – VVT Noorderboog ........................................................... 5
2.
De Bestuursstichting in beeld...................................................................................................... 6
3.
Financiële vooruitzichten ............................................................................................................ 7
4.
5.
6.
3.1.
Financieel perspectief .................................................................................................................................. 7
3.2.
Ontwikkeling financiële resultaat begin 2016 ............................................................................................. 8
Financiële positie 2015 ............................................................................................................... 9 4.1.
Resultaat ...................................................................................................................................................... 9
4.2.
Vermogenspositie ...................................................................................................................................... 10
4.3.
Financierings- en liquiditeitspositie ........................................................................................................... 11
4.4.
Benchmark ................................................................................................................................................. 13
Algemene controlebevindingen jaarverslaggeving ..................................................................... 13 5.1.
De jaarrekening .......................................................................................................................................... 13
5.2.
Het bestuursverslag ................................................................................................................................... 14
5.3.
DigiMV ....................................................................................................................................................... 15
5.4.
Publicatieplicht .......................................................................................................................................... 15
5.5.
Consolidatiekring ....................................................................................................................................... 16
5.6.
Wet Normering Topinkomens ................................................................................................................... 16
Controlebevindingen bij specifieke posten in de jaarrekening .................................................... 17 6.1.
Materiële vaste activa................................................................................................................................ 17
6.2.
Financiële vaste activa ............................................................................................................................... 18
6.3.
Onderhanden projecten DBC’s .................................................................................................................. 18
6.4.
Voorzieningen ............................................................................................................................................ 18
6.5.
Personeelskosten ....................................................................................................................................... 19
7.
Interne beheersing De Stouwe en Carepool BV.......................................................................... 20
8.
Overige onderwerpen............................................................................................................... 21
9.
8.1.
Naleving wet- en regelgeving .................................................................................................................... 21
8.2.
Automatisering .......................................................................................................................................... 21
8.3.
Frauderisicobeheersing ............................................................................................................................. 21
8.4.
Onafhankelijkheid ...................................................................................................................................... 21
Slot .......................................................................................................................................... 22
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 4
1. Stichting Bestuurstichting de Stouwe – VVT Noorderboog De bestuursstichting de Stouwe – VVT Noorderboog is opgericht per 1 september 2015. De structuur van uw concern is ultimo 2015 als volgt: BESTUURSSTICHTING l---------------I---------------I DE STOUWE
VVT NOORDERBOOG
I-----------I-----------I CAREPOOL
DE REEST
Aan de geconsolideerde jaarrekening liggen –naast de enkelvoudige jaarrekening van de Bestuursstichting zelf- jaarrekeningen van Stichting De Stouwe, Carepool BV, Stichting Gezondheidscentrum De Reest en Stichting VVT-Noorderboog ten grondslag. Naar aanleiding van onze opdrachtbevestiging van 12 februari 2016 hebben wij overleg gehad met het bestuur van de Bestuursstichting over de consolidatie en de te publiceren jaarrekeningen. Met name gelet op het inzicht (cijfers over geheel 2015) is besloten een geconsolideerde proforma jaarrekening van de Bestuursstichting op te stellen en bij deze jaarrekening een controleverklaring af te geven. In de jaarrekeningen van De Stouwe, Carepool BV en Gezondheidscentrum De Reest zal worden verwezen naar deze verklaring. Bij de VVT Noorderboog zal een controleverklaring worden afgegeven door EY. Wij begrijpen dat EY een verslag zal samenstellen met betrekking tot de door hen bij VVT Noorderboog uitgevoerde werkzaamheden. Wij hebben een review uitgevoerd op de door EY uitgevoerde werkzaamheden en aanvullend –in het kader van de consolidatieeigen controlewerkzaamheden uitgevoerd bij VVT Noorderboog. In dit verslag zal daarom worden ingegaan op het proces van jaarrekeningcontrole van de geconsolideerde jaarrekening van Bestuursstichting, de financiële kengetallen van de Bestuurstichting eventuele specifieke aandachtspunten voor de Stouwe en Carepool BV gezondheidscentrum De Reest.
de de en en
Wat betreft het proces rond de totstandkoming van de jaarrekening merken wij op dat wij hebben vastgesteld dat door de diverse daarbij betrokken medewerkers van uw organisatie daaraan met name de laatste weken hard en met veel energie en enthousiasme gewerkt is. Wat –zeker vanuit retrospectief standpunt- jammer is is dat de keuze is gemaakt niet “te oefenen” met een (proef)consolidatie bijvoorbeeld per 1 december 2015. Daardoor moesten er de afgelopen dagen “last minute” nog veel keuzes worden gemaakt worden en is de proforma geconsolideerde jaarrekening later dan de bedoeling was beschikbaar gekomen. In dit kader adviseren wij u om in de loop van 2016 tussentijds –ook in verband met het samenstellen van tussentijdse stuurinformatie- te oefenen met het consolidatie / jaarafsluitingsproces. In onderdeel 3.1 van dit verslag komen wij hier inhoudelijk op terug.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 5
2. De Bestuursstichting in beeld In het accountantsverslag gaan wij In onderstaand overzicht geven wij – vanuit onze controleopdracht en natuurlijke adviesfunctie – een beeld van de financiële positie en de interne beheersingsmaatregelen van Stichting de. De genoemde onderwerpen komen in dit accountantsverslag nader aan de orde. Onderwerp
Referentiekader
Signalering
§
FINANCIËLE POSITIE 2015 BESTUURSSTICHTING Resultaat
Genormaliseerd resultaat als % van totale opbrengsten
> 2% < 2% < 0%
4.1.
Solvabiliteit (omzetratio)
Eigen vermogen als % van totale opbrengsten
> 15% < 15% < 8%
4.2.
Schulddekkingsgraad (DSCR)
Rente- en aflossingsverplichtingen als factor van het bedrijfsresultaat exclusief afschrijvingskosten
> 1,2 > 1,0 < 1,0
4.3.
Liquiditeitsratio
Vlottende activa als factor van kortlopende schulden
> 1,0 > 0,5 < 0,5
4.3.
INTERNE BEHEERSINGSMAATREGELEN DE STOUWE EN CAREPOOL BV Financieel toezicht
Totaalbeeld, gegeven de omvang van de organisatie:
Informatiebeveiliging Registratie en facturering productie
Toereikend Beperkte tekortkomingen Ontoereikend
Overige administratieve processen
Verstegen accountants en adviseurs
7. 7. 7. 7.
Bestuursstichting
Pagina 6
3. Financiële vooruitzichten
3.1.
Financieel pers pectief
De transitie leidt tot verschuiving in de omzetverhoudingen en financiële perspectieven.
Verschuiving in de omzetver houdingen De verschuiving in de omzetverhoudingen (opbrengsten uit zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning) zijn sterk bepalend voor de impact van de in de vorige paragraaf genoemde veranderingen. In de financiële aansturing en beheersing moet veel meer rekening worden gehouden met onzekerheid rond de waardering van de opbrengsten en moet daardoor meer in scenario’s worden gedacht. In de jaarrekening 2015 van Bestuursstichting blijkt de omzetverschuiving uit de toelichting op de resultatenrekening. Als we de cijfers uit de toelichting op de jaarrekening van Bestuursstichting vergelijken ontstaat het volgende beeld: 2015 x € 1.000
2014 x € 1.000
Zvw Wlz (2014: AWBZ) Wmo Overige zorgprestaties
8.825 55.712 2.335 249
5.392 64.892 626 119
Totaal opbrengsten uit zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning
67.121
71.029
Hierover valt het volgende op te merken: De daling in opbrengsten vindt plaats bij zowel De Stouwe (10,9% tov 2014) als bij VVT Noorderboog (3,8% tov 2014). Carepool BV laat een lichte stijging zien ten opzichte van 2014. 2016 2016 zal voor de Bestuurstichting in het teken staan van verdere integratie en implementatie van een nieuwe organisatiestructuur. In het licht van de per 1 januari 2017 geplande juridische fusie zal in 2016 een geïntegreerd financieel beleid voor de fusieorganisatie worden ontworpen en geïmplementeerd. Er zal dan sprake zijn van één Planning & Control-cyclus. Daarnaast zal een gezamenlijk Treasurybeleid worden ontwikkeld en worden de werkzaamheden in het kader van de interne controle geharmoniseerd. Naast de hierboven genoemde activiteiten zal er ook aandacht worden besteed aan het harmoniseren van de waarderingsgrondslagen. In de huidige jaarrekeningen van de dochters bestaan er nog verschillen in deze grondslagen
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 7
en de wijze waarop schattingen worden uitgevoerd. Wij refereren hier ook aan in onze controleverklaring. Voorbeelden van dergelijke verschillen zijn: Voorziening groot onderhoud Berekeningswijze voorziening langdurig zieken Investeringscriteria bijvoorbeeld m.b.t activeren automatiseringskosten Afschrijvingscriteria bijvoorbeeld economische levensduur of het hanteren van de Nza afschrijvingstermijnen Een meer zorginhoudelijk aandachtspunt is het –mede in het kader van “langer thuiswoenen” en wellicht ook het scheiden van wonen en zorg (zie hierna)verder door ontwikkelen van de thuiszorgactiviteiten via Carepool BV. De toekomst van de normatieve huisvestingscomponent De invoering van de normatieve huisvestingscomponent krijgt vanaf 2018 mogelijk een wending met grote gevolgen.
De invoering van de normatieve huisvestingscomponent (Nhc) is inmiddels al enkele jaren ‘onderweg’. Voor 2015 geldt nog een nacalculatiefactor van 50% voor de kapitaallasten voor intramurale zorg, voor 2016 van 30% en voor 2017 van 15%. Vanaf 2018 is sprake van één integraal en onderhandelbaar zorg-, verblijfs-, en huisvestingstarief. Al bij de invoering van de Nhc was duidelijk dat het tarief vanaf 2018 deel uit zou maken van de onderhandelbare elementen bij de zorginkoop. Het is onduidelijk welk effect dit zal hebben op de tarieven en welke maatstaven hiervoor gehanteerd zullen worden. Wel is bekend dat zorgkantoren momenteel bij diverse zorgorganisaties een ‘schouw’ uitvoeren van de kwaliteit van de gebouwen. In lijn met het beleid van het (volledig) scheiden van wonen en zorg, is het mogelijk dat vanaf 2018 de Nhc volledig wordt afgeschaft. In plaats van een Nhc-vergoeding gaan Wlz-cliënten dan zelf huur betalen en wordt ter compensatie de eigen bijdrage van cliënten voor de zorg verlaagd. Dit zou betekenen dat de prijs/kwaliteit verhouding van het zorgvastgoed meer dan ooit bepalend wordt voor de aantrekkelijkheid als woonzorgvoorziening. Daarbij komt dat huurbedragen op basis van het bekende puntensysteem, meestal lager zullen uitkomen dan het gemiddelde Nhc-tarief (circa € 1.000 per maand per appartement). Zonder ver op de ‘muziek’ vooruit te lopen, onderstreept het vorenstaande het belang van een goede strategie van zorgaanbieders met betrekking tot ‘wonen met zorg’.
3.2.
Ontwikkeling financiële resultaat begin 201 6 Over het eerste kwartaal 2016 is een rapportage opgesteld met een groepsresultaat van € 57.000. In de begroting is uitgegaan van een resultaat van € 130.000 over het eerste kwartaal. Het –beperkte- verschil wordt veroorzaakt door met name de volgende posten:
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 8
Verhuur gebouw ABC is voor een heel jaar begroot, ingangsdatum huurcontract is 1 april 2016; Een (in financiële optiek) nog niet optimale verhouding zorgopbrengsten / personeelsinzet. Uit de rapportage blijkt dat er de materiële kosten lager zijn dan begroot doordat er o.a. weinig onderhoud in het eerste kwartaal 2016 is uitgevoerd. Doordat er in de rapportage geen eindejaar verwachting is opgenomen signaleren wij een risico met betrekking tot deze kosten en de impact hiervan op de resultaten voor het volgende kwartaal. De omvang van dit risico zal afhangen van de besluiten welke worden genomen met betrekking tot groot onderhoud en het eventueel vormen van een voorziening groot onderhoud of niet. Uit gesprekken met de concern controller is naar voren gekomen dat voor de (eerste) tussentijdse rapportage 2016 nog verschillende uitgangspunten gehanteerd kunnen zijn met het toerekenen van de begroting op jaarbasis naar de kwartalen. Tijdens deze gesprekken is eveneens gesproken over de analyse van de personele kosten. Hierbij is geconstateerd dat bijvoorbeeld geen reservering is opgenomen voor de vervanging tijdens vakantie.
4. Financiële positie 2015 4.1.
Resultaat Analyse van het resultaat Het geconsolideerde resultaat 2015 van de Bestuursstichting bedraagt € 1.209.329 negatief. Het negatieve resultaat wordt –met name bij De Stouweo.a. veroorzaakt door in bedrijfseconomische optiek te grote inzet van personeel (het niet flexibel kunnen “meebewegen” met dalende zorgopbrengsten). Dit resultaat is verder beïnvloed door bijzondere en/of incidentele posten. zoals: Vormen van een voorziening afvloeiingsregeling personeel voor Stichting De Stouwe; Reserveringen in verband met onzekerheid ontvangen vergoeding voor geleverde zorg voor VVT Noorderboog; Sluiting locatie ABC Veelal wordt op deze manier een genormaliseerd jaarresultaat bepaald. Omdat 2015 voor uw organisatie geen normaal jaar was (bijvoorbeeld in verband met alle fusie-inspanningen) is het de vraag of er überhaupt redelijkerwijs een zinvol genormaliseerd jaarresultaat bepaald kan worden.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 9
Segmenteren van de resultatenrekening De Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving schrijven voor dat er een segmentatie van de resultatenrekening dient plaats te vinden als aan een bepaalde activiteit meer dan 10% van de omzet (en van het resultaat) toegerekend kan worden. Voor de segmentering dient aansluiting gezocht te worden bij de interne organisatiestructuur. De Bestuursstichting onderkent in de jaarrekening de volgende segmenten: Wlz Zorgverzekeringswet WMO Verhuur appartementen/woningen Voor een goede bepaling van de resultaten per segment is een objectieve en consistente toerekening van (indirecte) kosten noodzakelijk. Bij de Bestuursstichting zijn de direct toerekenbare kosten ook direct toegerekend aan de verschillende segmenten. De indirecte kosten zijn – evenals in de begroting – gebaseerd op vaste verdeelsleutels. Wij adviseren u deze verdeelsleutels in 2016 nader te onderbouwen.
4.2.
Vermog ens positi e Onderstaand overzicht geeft een beeld van de ontwikkeling in het eigen vermogen en de belangrijkste solvabiliteitsindicatoren van de Bestuursstichting in relatie tot het sectorgemiddelde. 2015 x € 1.000
2014 x € 1.000
Eigen vermogen
14.825
16.174
Omzet Balanstotaal
71.542 46.280
73.798 52.067
Omzetratio Benchmark deelsector VVT Benchmark deelsector GHZ
20,7% p.m. p.m.
21,9% 25,2% 25,3%
Balansratio Benchmark deelsector VVT
32,0% p.m.
31,1% 30,4%
De vermogenspositie van Bestuursstichting de Stouwe - VVT Noorderboog in lijn met de benchmark.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 10
4.3.
Financierings - en li qui diteitspositie Financieringspositie De financieringspositie van de Bestuursstichting laat zich als volgt schematisch weergeven:
Vaste activa
2015 x € 1.000
2014 x € 1.000
(A)
33.189
34.081
(B)
14.825 2.565 16.445 33.835
16.174 1.916 24.728 42.818
646
8.737
101,9% p.m.
125,6% 109,2%
Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden
Beschikbaar voor werkkapitaal Financieringsverhouding Benchmark VVT
B/A
Bedrijfseconomisch is het gebruikelijk om een deel van de vaste activa te financieren met werkkapitaal. Gezien de huidige ontwikkelingen in de zorgsector, gecombineerd met de terughoudendheid van externe financiers om (aanvullende) kredieten te verstrekken, is het naar ons inzicht echter belangrijk dat het werkkapitaal zo min mogelijk ‘vast’ zit. Wij zijn van mening van geconsolideerd het de financieringspositie ultimo 2015 “op orde” is. Wel is duidelijk dat de toekomstige financieringspositie –mede in verband met (effecten van) eventuele mutaties in uw onroerend goed positie en de opstelling van externe partijen zoals banken nadrukkelijk aandacht behoeft (bijvoorbeeld het verwerken van uitkomsten van een recente interne twee-daagse sessie met betrekking tot vastgoed).
Schulddekkingsratio Voor externe financiers is, buiten de ‘soft controls’ als de kwaliteit van het management en buiten de eerder genoemde ratio’s, vooral de zogenaamde Debt Service Cover Ratio (DSCR) ofwel schulddekkingsgraad een belangrijk criterium. Deze ratio geeft aan in hoeverre het bedrijfsresultaat (gecorrigeerd voor de afschrijvingskosten) ruimte biedt om aan rente- en aflossingsverplichtingen te voldoen. Als norm wordt daarbij veelal een DSCR van 1,2 tot 1,4 aangehouden. In de zorgsector is het gebruikelijk om ook de huurlasten voor het vastgoed expliciet te betrekken in de berekening van de DSCR. De reden hiervoor is dat het veelal gaat om meerjarige en/of onontkoombare verplichtingen.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 11
De DSCR laat zich voor de Bestuursstichting als volgt berekenen:
Bedrijfsresultaat Afschrijvingen (A) Rentelasten Aflossingsverplichting (B) DSCR Benchmark VVT
(A / B)
2015 x € 1.000 1.2093.278 2.069
2014 x € 1.000 1.289 2.914 4.203
988 972 1.960
1.028 1.498 2.526
1,1 p.m.
1,7 1,6
De DSCR-berekening geeft aan dat de operationele resultaten van de Bestuursstichting toereikend zijn om aan de huidige aflossingsverplichtingen en rentelasten te voldoen. Liquiditeitspositie De ontwikkeling van de liquiditeitsratio van de Bestuursstichting (vlottende activa in verhouding tot kortlopende schulden) laat zich als volgt weergeven:
Vlottende activa Kortlopende schulden Liquiditeitsratio Benchmark VVT Benchmark GHZ
(A) (B) (A / B)
2015 x € 1.000
2014 x € 1.000
13.091 12.446
17.986 9.249
1,1 p.m. p.m.
1,9 1,3 1,3
Bedrijfseconomisch geldt als vuistregel dat de liquiditeitsratio ten minste 1,0 dient te zijn. Een liquiditeitsratio van 1,0 geeft aan dat de organisatie in staat is om aan al haar kortlopende verplichtingen te voldoen door inzet van beschikbare liquiditeiten en op korte termijn opvraagbare vorderingen. Is de liquiditeitsratio hoger of lager dan 1,0 dan is sprake van een liquiditeitsoverschot respectievelijk liquiditeitstekort.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 12
4.4.
Benchmar k
In bijlage 1 en 2 bij dit verslag worden meerdere kengetallen van Stichting De Stouwe en VVT Noorderboog vergeleken met de benchmark.
In de twee paragrafen hiervoor en ook op andere plaatsen in dit verslag worden verschillende kengetallen van de Bestuursstichting vergeleken met het sectorgemiddelde. Deze sectorgemiddelden zijn ontleend aan een door Intrakoop en Verstegen accountants uitgevoerde benchmark voor de zorgsector op basis van de gepubliceerde informatie via DigiMV over de jaren 2013 en 2014. De volledige benchmarkrapporten vindt u terug op onze website. De vergelijking van allerlei kengetallen van een individuele zorgaanbieder met het relevante sectorgemiddelde is niet altijd veelzeggend. Het vergelijkingsmateriaal betreft immers het voorgaande boekjaar en elke zorgaanbieder heeft haar eigen kenmerken. Het huren of in eigendom hebben van het vastgoed is bijvoorbeeld sterk bepalend voor verschillende ratio’s. Een zogenaamde benchmark kan echter wel nuttig zijn als waarschuwingssysteem. Dalen de ratio’s van de zorgaanbieder onder die van de benchmark, dan is dat een goede aanleiding om de uitkomsten nader te analyseren. In dat kader hebben wij in de bijlagen bij dit accountantsverslag een overzicht opgenomen van meerdere kengetallen van De Stouwe en VVT Noorderboog in vergelijking met het sectorgemiddelde en ook in vergelijking met het gemiddelde van ‘sectorgenoten’ met ongeveer een zelfde omvang. Desgewenst kunnen wij met de ons ter beschikking staande data, nadere analyses uitvoeren.
5. Algemene controlebevindingen jaarverslaggeving 5.1.
De jaarrekeni ng
De jaarrekening is opgesteld conform het door VWS beschikbaar gestelde model.
In de door het ministerie van VWS vastgestelde modellen voor de jaarrekening 2015 en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving is ten opzichte van 2014 een aantal technische wijzigingen doorgevoerd. De jaarrekening 2015 van de Bestuursstichting is opgesteld in overeenstemming met het van toepassing zijnde model. De technische wijzigingen zijn verwerkt, maar hebben overigens geen bijzonder effect op de jaarrekening van de Bestuursstichting. Er is overigens wel sprake van een belangrijke verandering in de publicatieplicht voor zorginstellingen. Zie hierover meer in paragraaf 4.4. De concept-jaarrekening, het balansdossier en de specificaties, aansluitingen en analyses waren bij aanvang van de controle gereed. De jaarafsluiting 2015 en aansluitend hierop onze controle zijn volgens planning verlopen. De correcties die tijdens de jaarrekeningcontrole zijn verwerkt betreffen met name: Waardering aandelen Carepool BV Voorziening langdurig zieken
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 13
Door de constructieve samenwerking tussen de medewerkers van de Bestuursstichting en het controleteam, kon de jaarrekening en de controle daarvan tijdig worden afgerond. Belangrijke ontwikkelingen en achtergronden met betrekking tot de posten in de jaarrekening die niet zijn toegelicht in de jaarrekening, zullen nader worden behandeld in hoofdstuk 5.
5.2.
Het bestuursv erslag
Het bestuursverslag van Bestuursstichting voldoet grotendeels aan de RJ.
Met de gewijzigde Regeling verslaggeving WTZi (ingaande per 11 december 2015) is het opstellen van een jaarverslag voor zorginstellingen (weer) wettelijk verplicht geworden. De inhoud van het jaarverslag dient te voldoen aan de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (RJ-Richtlijn 655 Zorginstellingen en RJ-Richtlijn 400 Jaarverslag). De aanduiding “jaarverslag” is in de wet gewijzigd in “bestuursverslag”. Voor het verslagjaar 2015 geldt ten opzichte van voorgaande jaren dat in het bestuursverslag meer expliciet verslag gedaan moet worden over de risico’s van de organisatie (artikel 2:391 lid 1 BW). Bij de identificatie en beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden zijn in ieder geval de volgende categorieën van belang: Strategie Operationele activiteiten Financiële positie Financiële verslaggeving Wet- en regelgeving De rechtspersoon dient verder een beschrijving op hoofdlijnen te geven van de bereidheid risico’s en onzekerheden al dan niet af te dekken (de zogenoemde risicobereidheid of ‘risk appetite’). De mate van risicobereidheid is een leidraad voor het al dan niet nemen van maatregelen ter beheersing van risico’s en onzekerheden. Daarnaast dient de rechtspersoon de volgende informatie te verschaffen: een beschrijving van de maatregelen die zijn getroffen ter beheersing van de voornaamste risico’s en onzekerheden, zo mogelijk met een kwalitatieve beschrijving van de verwachte effectiviteit van de genomen maatregelen. Indien voor één of meer van de voornaamste risico’s en onzekerheden geen beheersingsmaatregelen zijn getroffen, dient dit feit te worden uiteengezet; een beschrijving van de verwachte ‘impact’ op de resultaten en/of financiële positie indien één of meer van de voornaamste risico’s en onzekerheden zich zouden voordoen, zo mogelijk gebaseerd op gevoeligheidsanalyses;
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 14
een beschrijving van de risico’s en onzekerheden die in afgelopen boekjaar een belangrijke ‘impact’ op de rechtspersoon hebben gehad en de gevolgen daarvan voor de rechtspersoon; en of, en zo ja welke, verbeteringen in het systeem van risicomanagement van de rechtspersoon zijn of worden aangebracht. In het door de Bestuursstichting opgestelde bestuursverslag voldoet in voldoende mate aan RJ-400 en de hiervoor genoemde onderwerpen komen in voldoende mate aan de orde. Wel zijn wij van mening dat de in uw bestuursverslag opgenomen risicoparagraaf nogal “kort door de bocht” is. Wij adviseren u dit onderwerp –ook in het kader van “governance”- op onder andere uw bestuurlijke agenda aandacht te geven. Een optie zou kunnen zijn het “COSO”-risicodenken voor uw organisatie uit te werken. Elementen daarvan zijn met name het onderkennen van risico’s, het nadenken over de kans dat een bepaald risico zich voordoet, wat vervolgens de (financiële) implicaties zijn en wat uw mogelijkheden zijn te voorkomen dat een risico zich überhaupt voordoet. In onze controleverklaring bij de jaarrekening 2015 van de Bestuursstichting hebben wij tot uitdrukking gebracht dat het bestuursverslag, voor zover wij dit kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Het bestuursverslag valt in 2016 onder een actieve onderzoek plicht van de accountant.
5.3.
Tot slot merken wij op dat vanaf het verslagjaar 2016 de onderzoeksvereisten voor de accountant aangaande het bestuursverslag zullen toenemen. Uitgangspunt daarbij is dat er een actieve onderzoek plicht bij de accountant ligt naar materiële onjuistheden in het bestuursverslag, met een uitbreiding van de rapportageplicht in de controleverklaring.
DigiMV
De juistheid van de in DigiMV ingevoerde gegevens is niet nader door ons onderzocht.
Naast de jaarrekening (en eventueel het bestuursverslag), bestaat de jaarlijkse verslaglegging van zorginstellingen nog uit het invoeren van voornamelijk kwantitatieve gegevens in de webapplicatie DigiMV. De gegevens die in deze webapplicatie worden ingevoerd, worden door diverse regelgevende instanties gebruikt voor de uitoefening van hun specifieke taken. Daarnaast worden deze gegevens gebruikt voor onder meer benchmarking van zorgorganisaties en signalering van ontwikkelingen per sector. De door de Bestuursstichting ingevoerde gegevens in DigiMV zijn niet door ons gecontroleerd aan de hand van bronregistraties of anderszins.
5.4.
Publicati eplicht
Aanvullende publicatieplicht: Bestuursstichting dient haar jaarstukken 2015 binnen acht dagen na vaststelling/goedkeuring te publiceren bij de Kamer van Koophandel.
Zoals eerder is aangegeven is de Regeling verslaggeving WTZi (ingaande per 11 december 2015) gewijzigd. Door deze wijziging zijn zorginstellingen niet meer vrijgesteld van de publicatieplicht voor de jaarstukken bij de Kamer van Koophandel. Concreet betekent dit dat de Bestuursstichting haar jaarstukken niet alleen bij het Cibg moet publiceren (vóór 1 juni), maar ook bij de Kamer van Koophandel (binnen acht dagen na goedkeuring door de Raad van Toezicht).
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 15
De publicatieplicht strekt zich op grond van het Burgerlijk Wetboek ook uit tot de andere rechtspersonen die binnen de groep vallen. Voor vennootschappen was dit al zo, voor stichtingen en verenigingen meestal niet. Voor deze laatste categorie geldt inmiddels dat – voor zover de netto-omzet van deze stichtingen of verenigingen groter is dan € 6 miljoen – eveneens geldt dat de jaarstukken binnen acht dagen na vaststelling/goedkeuring bij de Kamer van Koophandel gepubliceerd dienen te worden. Het niet voldoen aan publicatieplicht vormt een economisch delict dat kan leiden tot boetes, vervolging en/of bestuurdersaansprakelijkheid bij faillissement.
5.5.
Consolidati ekring Op grond van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving dienen alle rechtspersonen waarover een meerderheid van de zeggenschap (meer dan 50%) uitgeoefend kan worden, betrokken te worden in de geconsolideerde jaarrekening. Op basis daarvan zijn –zoals ook in de inleiding van dit verslag gemeld- in de proforma geconsolideerde jaarrekening van de bestuursstiching de jaarrekeningen van de volgende rechtspersonen betrokken: Stichting de Stouwe Stichting VVT Noorderboog Carepool BV Zorgcentrum De Reest
5.6.
Wet Normering Topinkomens Controlebevindingen
De WNT blijft aan veranderingen onderhevig. Bestuursstichting overtreedt de WNT in 2015 niet.
Met ingang van 1 januari 2014 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) van toepassing op Bestuursstichting de Stouwe - VVT Noorderboog. Binnen de WNT is een specifieke Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en welzijnssector (RBTZ) van toepassing. Accountants dienen de naleving van de WNT en RBTZ te toetsen en overtredingen te melden bij met ministerie van BZK. Deze toetsing betreft overigens uitsluitend de bezoldigingsaspecten. De indeling van de Bestuursstichting in de RBTZ-staffel is de verantwoordelijkheid van de Raad van Toezicht en is geen toetsingsobject van de accountant. Overeenkomstig het door de minister vastgestelde Controleprotocol WNT hebben wij vastgesteld dat: De Bestuursstichting door de Raad van Toezicht voor 2015 is ingedeeld in klasse F. de bezoldiging van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht voldoet aan de WNT-regelgeving.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 16
Wijzigingen voor 2016 De RvT dient per 1 januari 2016 een nieuwe klassenindeling te bepalen voor de WNT.
Op 30 november jl. heeft het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een nieuwe regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen voor de zorg en jeugdhulp gepubliceerd in de Staatscourant. Deze regeling is in werking getreden per 1 januari 2016. De klassen, de bezoldigingsmaxima en de criteria die de indeling in de klassen bepalen zijn daarbij gewijzigd. De Raad van Toezicht van Bestuursstichting de Stouwe - VVT Noorderboog dient daardoor voor het jaar 2016 een nieuwe klassenindeling vast te stellen (wij begrijpen dat dat inmiddels gebeurd is). Vanaf 1 januari 2016 geldt voor ingehuurde topfunctionarissen een aparte normering. De bezoldiging wordt vanaf de eerste dag genormeerd. De bezoldiging mag in de eerste zes kalendermaanden waarin de functie wordt vervuld niet meer bedragen dan de som van € 24.000 per maand. Voor de volgende zes kalendermaanden geldt een maximum van € 18.000 per maand. Ook geldt een uurtarief van maximaal € 175. Na de twaalfde kalendermaand wordt het ‘reguliere’ bezoldigingsmaximum van toepassing. Bezoldigingsafspraken die met ingehuurde topfunctionarissen zijn gemaakt vóór 1 januari 2016 worden tot 1 juli 2016 gerespecteerd.
6. Controlebevindingen bij specifieke posten in de jaarrekening
6.1.
Materiële v aste activa Waarderingstest gron d, gebouwen en installaties
De boekwaarde/ cumulatieve huurverplichting van het vastgoed is afgezet tegen de bedrijfswaarde. huurverpliching
De ontwikkelingen in de sector vormen een indicatie dat de opbrengstwaarde van het vastgoed lager kan zijn dan de boekwaarde of cumulatieve huurverplichting. Concrete aanwijzingen hiervoor zijn: de invoering van de normatieve huisvestingscomponent (zie ook paragraaf 2.2); het scheiden van wonen en zorg met een afnemend contracteringsvolume voor intramurale zorg. Als gevolg van deze ontwikkelingen is een jaarlijkse waarderingstest (ook wel impairment test) noodzakelijk. Voor stichting De Stouwe is er een impairmenttoets uitgevoerd, aan de hand van deze toets zijn er geen reden voor afwaarderen van het vastgoed. Uit het dossier van EY begrijpen wij dat dat voor VVT Noorderboog een vergelijkbare conclusie getrokken is.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 17
Met het bestuur is van gedachten gewisseld over de vervolgacties in 2016 (nader bepalen van het vastgoedbeleid van de nieuwe organisatie). Hierbij is aangegeven dat er kort geleden een twee-daagse sessie is geweest met betrekking tot de strategische visie met betrekking tot het gebruik van vastgoed.
6.2.
Financiële v aste activa In 2015 zijn aandelen Carepool BV aangeschaft door De Stouwe. Bij de aanschaf van de aandelen is het volgende afgesproken: -
Eenmalige betaling in 2015 van € 25.000
-
Earn out regeling van € 20.000 per jaar totaal € 80.000
-
Kwijtschelden van vordering op verkopers van € 35.000
In totaal wordt er op deze manier € 140.000 betaald voor de aandelen Carepool. Dit bedrag is als overige mutatie ten rechtstreeks ten laste van het groepsvermogen gebracht.
6.3.
Onderhanden projecten DBC’s In de jaarrekening van de bestuursstichting is een voorziening opgenomen met betrekking tot de overproductie schadelastjaar 2015 ter waarde van € 503.907. Deze overproductie is berekend door de productie afspraken af te zetten tegen de verwachte schadelast. Hierbij is voor nog niet afgesloten DBC’s op basis van een inschatting van de verpleegduur door de specialist ouderen geneeskunde de maximale DBC prijs bepaald behorende bij de verpleegduur. De overschrijding van de productie afspraken is volledig ten laste van het boekjaar 2015 gebracht en niet verdeeld over de boekjaren 2015 en 2016 op basis van geleverde verpleegdagen in het desbetreffende boekjaar.
6.4.
Voorzieni ngen Voorziening Groot onderhoud De voorziening groot onderhoud heeft betrekking op stichting de Stouwe. Aan deze voorziening ligt geen actueel meerjarenonderhoudsplan ten grondslag. Binnen de VVT Noorderboog is geen voorziening groot onderhoud gevormd. In het kader van de strategische vastgoedvisie, de geplande actualisatie van de meerjarenonderhoudsplannen van alle locaties en het uniformeren van de waarderingsgrondslagen zal in 2016 een besluit worden genomen met betrekking tot de verwerkingswijze van groot onderhoud in de jaarrekeningen. Vanwege deze ontwikkelingen is er besloten om in 2015 geen mutaties in de onderhoudsvoorziening door te voeren. Het in de jaarrekening 2015 als onderhoudsvoorziening opgenomen bedrag is daarom een resultante van mutaties uit het verleden en heeft (zeker geconsolideerd) beperkt betekenis.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 18
Voorziening langdurig zieken In zowel de jaarrekening van stichting de Stouwe als VVT Noorderboog is een voorziening langdurig zieken opgenomen. Wij hebben begrepen dat de berekening van de voorziening voor beide stichting verschilt. Basis voor beide berekeningen is een overzicht van zieke medewerkers per 31 december 2015. Voor de stichting de Stouwe wordt door de afdeling HRM aangegeven of er een verwachting bestaat dat deze medewerkers terugkeren in het arbeidsproces. Op het moment dat deze verwachting niet aanwezig is worden de loonkosten van de desbetreffende medewerker voor een periode van maximaal twee jaar voorzien. Voor de stichting VVT Noorderboog wordt bepaald of deze medewerkers langere periode ziek zijn. Voor deze medewerkers wordt 50% van de loonkosten voor een periode van maximaal twee jaar voorzien. De voorziening langdurig zieken is in de eindfase van het jaarrekeningtraject geactualiseerd. Wij begrijpen dat de tijdlijnen van de begeleidingstrajecten niet altijd correct zijn toegepast waardoor een of enkele langdurig zieke medewerkers door u langer dan minimaal noodzakelijk moeten worden doorbetaald. Wij adviseren u hier in beheersmatige zin aandacht aan te besteden.
6.5.
Personeelskosten Ontwikkelingen : wetsvoorstel Verbetering hybride markt WGA
Wetswijziging rond de WGA-markt kan aanzienlijke impact hebben en vereist tijdige voorbereiding.
De WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) biedt werkgevers de mogelijkheid te kiezen tussen een publieke verzekering bij het UWV of zelf het risico te dragen om tien jaar de WGA-uitkering te betalen. Het wetsvoorstel ‘Verbetering hybride markt WGA’ dat in 2017 ingaat, heeft grote gevolgen voor de premie die (middel)grote werkgevers betalen voor het verzekeren van de arbeidsongeschiktheid van medewerkers. In de huidige wetgeving zit een weeffout waardoor verzekeraars niet kunnen concurreren met het UWV. De wetswijziging moet de marktwerking verbeteren. Vanaf 2017 betalen (middel)grote werkgevers die overstappen van een verzekeraar naar het UWV niet meer automatisch het minimumtarief, maar worden ze ingedeeld in overeenstemming met hun eigen historische verzuimcijfers. Het ziekteverleden van een werkgever gaat straks gewoon mee naar het UWV. Om de overstap van UWV naar een private verzekeraar aantrekkelijker te maken mogen bedrijven het inlooprisico (arbeidsongeschiktheid waarvan de oorzaak ligt voor de ingangsdatum van de verzekering) bij het UWV laten. Zo wordt een level playing field gecreëerd.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 19
Voor zorgorganisaties die vrijwel allemaal kwalificeren als grote werkgever, is het van belang om goed voorbereid te zijn op de consequenties van de wetswijziging. Allereerst door goed inzicht te hebben in (de historie van) het ziekteverzuim, maar ook in de kwaliteit van de verzuimbegeleiding. Wij adviseren om de impact van de wetswijziging voor de Bestuursstichting te evalueren en de keuze voor de verzekering van de arbeidsongeschiktheid vanaf 2017 tijdig voor te bereiden.
7. Interne beheersing De Stouwe en Carepool BV
Vanuit onze controleopdracht hebben wij aandacht besteed aan de kwaliteit van de interne beheersingsmaatregelen die een directe relatie hebben met de jaarrekening van de Stouwe en Carepool BV. Deze interne beheersingsmaatregelen zijn voornamelijk ingebed in de volgende processen: Financieel toezicht Planning en control cyclus Registratie en facturering productie Facturering overige opbrengsten Personeels- en salarisadministratie Inkopen en betalingsverkeer Het algemene beeld is dat de kennis en inzet van de bij deze werkprocessen betrokken medewerkers van De Stouwe/Carepool goed is. Echter op het gebied van formele vastleggingen / procesbeschrijvingen is er ruimte voor verbetering. In onze optiek heeft dat mede te maken met de informele werkorganisatie binnen De Stouwe/Carepool en het feit dat –mede in verband met het integratietraject met VVT Noorderboog- in 2015 (begrijpelijk) geen energie gestoken is in het verbeteren van procesbeschrijvingen en dergelijke. Om deze reden zijn diverse in onderdeel 2 van dit verslag opgenomen “stippen” oranje. Onze bevindingen en aanbevelingen naar aanleiding van de interim-controle zijn opgenomen in onze eerder uitgebrachte managementletter waarna wij eenvoudigheidshalve verwijzen.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 20
8. Overige onderwerpen 8.1.
Naleving wet- en r egelgeving
Er zijn geen relevante afwijkingen van weten regelgeving geconstateerd.
Bij onze controle van de jaarrekening houden wij rekening met het risico van materiële fouten als gevolg van het niet naleven van wet- en regelgeving. Hoofdzakelijk richten wij ons daarbij op de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, de beleidsregels van de NZa en fiscale wetgeving. Onze controle heeft geen relevante afwijkingen van wet- en regelgeving aan het licht gebracht. Het betrekken van de naleving van wet- en regelgeving bij onze controlewerkzaamheden is overigens gebaseerd op onze beroepsregels, in het bijzonder hoofdstuk 250 van de Controle- en Overige Standaarden, waaruit wij citeren: “De accountant dient (…) de controle op te zetten en uit te voeren met een professioneel-kritische instelling voor omstandigheden en gebeurtenissen die twijfel oproepen omtrent de vraag of de entiteit zich houdt aan wet- en regelgeving” en “Echter kan niet worden verwacht dat een controleopdracht zal leiden tot ontdekking van overtredingen van alle wet- en regelgeving.”
8.2.
Automatisering
Er zijn in algemene zin geen kritische bevindingen bij de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking.
8.3.
Frauderisicobeheersing
Er zijn geen relevante aanwijzingen van fraude.
8.4.
Volgens artikel 393, lid 4, BW 2 dienen wij in ons accountantsverslag onze bevindingen te rapporteren aangaande de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking. Onze beoordeling van de geautomatiseerde gegevensverwerking binnen de Bestuursstichting, voor zover noodzakelijk voor de jaarrekeningcontrole, heeft geen bevindingen opgeleverd die in dit kader dienen te worden gerapporteerd. Wel hebben wij aandacht gevraagd voor het thema “datalekken”. Ons is medegedeeld dat dit thema inmiddels wordt opgepakt.
Ingevolge onze beroepsregels, in het bijzonder hoofdstuk 240 van de Controleen Overige Standaarden, dient de accountant bij de controle van de jaarrekening een aantal specifiek genoemde procedures uit te voeren, gericht op het risico van fraude. Bij onze controle van de jaarrekening 2015 hebben wij geen relevante aanwijzingen van fraude verkregen.
Onafhankelijkheid
Wij bevestigen onze onafhankelijkheid voor de uitvoering van de jaarrekeningcontrole.
Het waken voor onze onafhankelijkheid is primair onze eigen (vaktechnische) verantwoordelijkheid. Aanvullend daarop rapporteren wij u jaarlijks – voor uw beoordeling van onze onafhankelijkheid en overeenkomstig artikel 2.4 van de Zorgbrede governancecode – de werkzaamheden die door ons zijn verricht naast het controleren van financiële verantwoordingen en het uitoefenen van onze natuurlijke adviesfunctie.
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 21
Met betrekking tot het verslagjaar 2015 hebben wij in beperkte mate werkzaamheden verricht naast onze controlewerkzaamheden en de daaruit voortvloeiende advisering. Het gaat daarbij met name om enkele fiscale advieswerkzaamheden.
9. Slot Wij vertrouwen erop u met dit accountantsverslag voldoende te hebben geïnformeerd over onze controlebevindingen en u van dienst te zijn geweest met de vermelde ontwikkelingen en aanbevelingen.
Bijlage Bijlage 1: Benchmark financiële positie De Stouwe Bijlage 2: Benchmark financiële positie VVT Noorderboog
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 22
B IJLAGE 1: B ENCHMARK FINANCIËLE POSITIE S TICHTING DE S TOUWE Benchmark De Stouwe
Tussen 10 en 25 miljoen 2015
2014
2013
2014
2013
Gemiddeld VVT-sector 2014
2013
Solvabiliteit Eigen vermogen / omzet
44,1%
52,4%
47,6%
30,6%
29,2%
25,2%
23,5%
Eigen vermogen / balanstotaal
28,3%
34,9%
31,8%
32,8%
30,5%
30,4%
28,5%
125,3%
131,1%
120,2%
125,6%
121,4%
109,2%
104,0%
Financiering en liquiditeit Financieringspositie * Schulddekkingsratio (DSCR)**
0,3
1,5
1,5
1,5
1,4
1,6
1,5
Liquiditeitsratio
2,4
3,1
2,0
1,9
1,7
1,3
1,1
Rentabiliteit Resultaat / omzet
-9,7%
4,5%
3,0%
2,3%
2,0%
1,5%
1,6%
-21,9%
8,7%
6,4%
7,4%
6,8%
6,1%
6,6%
Personeel Personeelskosten / omzet PNIL / personeelskosten
68,0% 2,4%
62,2% 2,1%
64,2% 2,9%
66,0% 7,8%
66,0% 8,5%
69,9% 5,9%
70,0% 6,1%
Exploitatie Zorgopbrengsten / omzet Kapitaallasten / omzet Overige bedrijfskosten / omzet
91,2% 11,8% 30,3%
90,4% 11,9% 24,4%
90,6% 13,7% 22,1%
82,2% 12,4% 24,8%
84,0% 12,4% 24,5%
77,9% 10,4% 21,7%
77,8% 10,4% 21,6%
0,0%
0,0%
0,0%
0,4%
0,7%
0,3%
0,4%
Resultaat / eigen vermogen
Bijzondere waardeverminderingen / omzet
De in de tabel opgenomen informatie 2014 en 2013 is ontleend aan een door Intrakoop en Verstegen accountants uitgevoerde benchmark voor de zorgsector op basis van de gepubliceerde informatie via DigiMV. Het volledige benchmarkrapport vindt u terug op onze website. *
De berekening van de financieringspositie is als volgt: op lange termijn beschikbaar eigen en vreemd vermogen versus de boekwaarde van de vaste activa.
**
De berekening van de DSCR is als volgt: het totaal van de rentelasten, huurlasten en aflossingsverplichtingen als factor van het bedrijfsresultaat (gecorrigeerd voor afschrijvingen en huurlasten).
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 23
B IJLAGE 2: B ENCHMARK FINANCIËLE POSITIE S TICHTING VVT N OORDERBOOG Benchmark Zorgcombinatie Noorderboog
Tussen 60 en 150 miljoen
2015
2014
2013
2014
2013
Gemiddeld VVT-sector 2014
2013
Solvabiliteit Eigen vermogen / omzet
11,7%
11,0%
11,4%
26,0%
24,3%
25,2%
23,5%
Eigen vermogen / balanstotaal
29,2%
19,5%
19,9%
30,1%
28,5%
30,4%
28,5%
61,2%
101,6%
93,8%
106,2%
100,0%
109,2%
104,0%
Financiering en liquiditeit Financieringspositie * Schulddekkingsratio (DSCR)**
0,7
1,6
2,0
1,6
1,6
1,6
1,5
Liquiditeitsratio
0,6
1,0
0,9
1,2
1,0
1,3
1,1
Rentabiliteit Resultaat / omzet
1,2%
-0,9%
0,4%
1,2%
1,7%
1,5%
1,6%
Resultaat / eigen vermogen
10,3%
-8,5%
3,8%
4,7%
7,0%
6,1%
6,6%
Personeel Personeelskosten / omzet PNIL / personeelskosten
68,2% 9,8%
63,6% 6,9%
61,6% 7,5%
69,9% 6,6%
69,9% 6,5%
69,9% 5,9%
70,0% 6,1%
Exploitatie Zorgopbrengsten / omzet Kapitaallasten / omzet Overige bedrijfskosten / omzet
98,2% 4,2% 26,4%
38,7% 9,2% 29,5%
37,7% 9,1% 30,2%
80,8% 10,4% 21,6%
80,9% 10,6% 21,3%
77,9% 10,4% 21,7%
77,8% 10,4% 21,6%
0,0%
1,2%
1,0%
0,5%
0,4%
0,3%
0,4%
Bijzondere waardeverminderingen / omzet
De in de tabel opgenomen informatie 2014 en 2013 is ontleend aan een door Intrakoop en Verstegen accountants uitgevoerde benchmark voor de zorgsector op basis van de gepubliceerde informatie via DigiMV. Het volledige benchmarkrapport vindt u terug op onze website. *
De berekening van de financieringspositie is als volgt: op lange termijn beschikbaar eigen en vreemd vermogen versus de boekwaarde van de vaste activa.
**
De berekening van de DSCR is als volgt: het totaal van de rentelasten, huurlasten en aflossingsverplichtingen als factor van het bedrijfsresultaat (gecorrigeerd voor afschrijvingen en huurlasten).
Verstegen accountants en adviseurs
Bestuursstichting
Pagina 24