Aanvraag herstructureringsfaciliteit
Deelnemende gemeenten in de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Noordoost Brabant
4 april 2012
Versie: 1.1
1
Inleiding
3
1.1
Aanleiding
3
1.2
Leeswijzer
4
2
Herstructureringsplan
5
2.1
Visie van de uitvoeringsorganisatie op de toekomstige uitvoering van de WSW
5
2.2
De noodzaak tot herstructurering van de uitvoering van de WSW
5
2.3
De ambitie van de betreffende gemeenten
6
3
Voorgenomen maatregelen
8
3.1
Inleiding bij de voorgenomen maatregelen
8
3.2
Herstructureringsmaatregel I: Plaatsing en bemiddeling van WSW-medewerkers
9
3.3
Herstructureringsmaatregel II: Inrichting vitaliteitsbedrijf
9
3.4
Herstructureringsmaatregel III: Reguliere arbeidsmarkt
9
3.5
Algemene kosten
10
Governance
12
4 4.1
Beschrijving van de governance-structuur van het transitieproces
12
4.2
Risico’s
12
5
Begroting
14
5.1
Begroting voor de herstructureringskosten
14
5.2
Financiering van de herstructureringskosten
15
5.3
Toelichting op de begroting
15
6
Bijlagen
19
6.1
Kerncijfers
19
6.2
Organogram
20
6.3
Toelichting besteding WSW-subsidie
21
6.4
Specificatie trekkingsrecht per gemeente
23
Versie 1.1
Pagina 2
1
1.1
Inleiding
Aanleiding
Per 1 januari 2013 krijgen de mensen aan de onderkant van de samenleving te maken met de Wet Werken naar Vermogen (WWnV) en een verdere versobering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW). Binnen de WWnV worden de Wet Werk en Bijstand (WWB) en de Wet Investeren in Jongeren (WIJ) samengevoegd. De WSW en de Wajong blijven bestaan maar in een versoberde vorm. De WSW zal alleen blijven bestaan voor mensen met een indicatie voor beschut binnen. Het doel is om hiermee de instroom in de WSW met tweederde te beperken. De mensen die niet in aanmerking komen voor beschut werken binnen de WSW, zullen instromen in de WWnV. Hetzelfde geldt voor de Wajong doelgroep. Op lange termijn zal het aantal mensen met een WSW en een Wajong uitkering hierdoor met twee derde afnemen. Doordat de WSW alleen zal blijven bestaan voor mensen met een indicatie voor beschut binnen zal de gemiddelde verdiencapaciteit van het SW bestand afnemen. Het doel is dat iedereen binnen de WWnV werkt naar vermogen, bij voorkeur bij een reguliere werkgever. Ondersteuning of begeleiding is beschikbaar voor wie dat nodig heeft. Loondispensatie kan ingezet worden voor mensen die nog niet volledig zelfstandig het wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen. Ook kan er voor worden gekozen om mensen aan het werk te zetten met behulp van behoud van uitkering. De invoering van de WWnV gaat ook gepaard met bezuinigingen op de WSW. Dit wordt vooral gedaan door de jaarlijkse subsidie per arbeidsjaar af te bouwen tot €22.050 in 2015 en verder. De verwachting is dat de versobering van de WSW zal leiden tot tekorten op de WSW-budgetten bij gemeenten. Een van de redenen hiervan is het feit dat de mensen die op dit moment een WSWindicatie hebben hun huidige CAO behouden met salarisafspraken die boven het subsidiebedrag liggen. De Wet Werken naar Vermogen doet een beroep op de veranderkracht en het innovatief vermogen van gemeenten en hun WSWbedrijven. Om het transitieproces te ondersteunen is een herstructureringsfaciliteit gecreëerd. Het doel van deze faciliteit is om de transformatie richting een efficiëntere bedrijfsvoering van de sector te ondersteunen door een bijdrage te leveren in de herstructureringskosten. Het Rijk stelt daarvoor in de periode 2012 – 2018 400 miljoen euro beschikbaar. 1 In dit document staat de aanvraag om aanspraak te maken op de herstructureringsfaciliteit voor de gemeenten: Bernheze, Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Sint Anthonis, Uden en Veghel (hierna ‘deelnemende gemeenten’). De deelnemende gemeenten vormen via hun wethouders het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Noordoost Brabant. Deze gemeenschappelijke regeling heeft de opdracht voor de uitvoering van de SW belegd bij IBN. 2 De gemeente Oss vraagt namens de deelnemende gemeenten in de Gemeenschappelijke Regeling een bijdrage uit de herstructureringsfaciliteit.
1 Bron: http://www.gemeenteloket.minszw.nl/ - document: Aanvraagprocedure-Herstructureringsfaciliteit-WSW-16122011.pdf 2 Zie bijlage 6.2 voor organogram
Versie 1.1
Pagina 3
1.2
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 wordt uiteengezet wat de visie is op de toekomstige uitvoering van de WSW in de regio. Daarin staat beschreven hoe de gewenste organisatie eruit ziet, wat het gevolg is van de bezuinigingen op de WSW en wat de ambitie is. Om deze visie te realiseren moeten maatregelen genomen worden, deze staan beschreven in hoofdstuk 3. De governance-structuur en risico’s staan beschreven in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 is de begroting van de herstructureringskosten opgenomen inclusief een toelichting. In de bijlagen (hoofdstuk 6) zijn kerngegevens opgenomen en overige achtergrondinformatie.
Versie 1.1
Pagina 4
2
2.1
Herstructureringsplan
Visie van de uitvoeringsorganisatie op de toekomstige uitvoering van de WSW
De aangekondigde bezuiniging op het budget voor de toekomstige uitvoering van de WSW noodzaakt een heroriëntatie op de inrichting van IBN als uitvoerder van de WSW in onze regio. Vooralsnog nemen we in onze visie op het IBN van de toekomst de huidige succesvolle basis als uitgangspunt. Deze basis bestaat uit de reguliere werkbedrijven IBN Productie, IBN Facilitair en IBN Arbeidsintegratie. We zien deze werkbedrijven als reguliere bedrijven omdat in de bedrijfsfilosofie het begrip volwaardigheid altijd cruciaal is geweest. IBN gaat voor volwaardigheid van werk en medewerkers en verricht marktconforme kwalitatieve dienstverlening waarmee IBN zich meet met het regionale bedrijfsleven. Deze dienstverlening wordt verricht door gemotiveerde mensen met mogelijkheden en niet door zielige mensen met beperkingen. De markt wil kwaliteit en betaalt niet voor ‘zielig’. De dienstverlening moet aan de normale eisen van de verschillende branches voldoen en de verwachtingen van de klant liefst nog overtreffen. Vanuit deze basis is IBN voor ons als gemeenten altijd in staat geweest om een positief maatschappelijk rendement te realiseren en dividend uit te keren. 3 Om deze basis in de toekomst ook succesvol te laten zijn, dienen er wel een aantal aanpassingen plaats te vinden in het model (de herstructurering). Voor de doelgroep met de grootste begeleidingsbehoefte en de laagste verdiencapaciteit dient een veilige omgeving gecreëerd te worden waarin weliswaar productiviteit wordt gevraagd maar waarin de ‘tucht van de markt’ niet de boventoon voert. Mensen met een WSW-indicatie worden hier vitaal gehouden door het uitvoeren van eenvoudig werk. 4 De beschikbare budgetten voor begeleiding en ontwikkeling en de mogelijkheden die we zien bij medewerkers, zullen leidend zijn in de aansturing van dit bedrijfsonderdeel met als werktitel ‘vitaliteitsbedrijf’. Vanuit het vitaliteitsbedrijf is de volgende trede één van de interne reguliere werkbedrijven van IBN. Deze werkbedrijven dienen met minimale begeleidings- en ontwikkelingskosten en vanuit de bestaande missie van IBN, het beste uit mensen te halen en zo een positief sociaal en financieel rendement te realiseren. Het streven binnen deze werkbedrijven moet zijn om de verdiencapaciteit zo hoog mogelijk te maken zodat de afhankelijkheid van subsidie tot een minimum wordt beperkt en er sprake is van maximale schadelastbeperking voor de gemeenten. Dit vraagt de komende jaren extra investeringen in deze reguliere werkbedrijven om ze verder te professionaliseren en nog meer marktgericht te maken. Tot slot dient in het model extra ingezet te worden op de mogelijkheden van externe plaatsingen van de bestaande doelgroep. Plaatsingen via detacheringen of in rechtstreeks dienstverband bij externe werkgevers vormen een extra mogelijkheid voor schadelastbeperking. In deze aanvraag wordt uitgegaan van de huidige situatie waar alles onder de vlag van IBN plaatsvindt. In combinatie met de uitwerking van de Wet Werken naar Vermogen kunnen keuzes gemaakt worden waarin de positionering wordt aangepast.
2.2
De noodzaak tot herstructurering van de uitvoering van de WSW
In deze paragraaf wordt op de urgentie ingegaan om te anticiperen op de herstructurering van de WSW. Zonder herstructureringsmaatregelen lopen de tekorten zo hoog op dat de continuïteit van IBN in gevaar komt met grote gevolgen voor de doelgroep die op IBN is aangewezen en de deelnemende gemeenten die (via de GR) eigenaar zijn van IBN.
3 Zie voor meer achtergrond informatie de brief van IBN aan staatssecretaris De Krom d.d. 27 januari 2012 4 In 2011 is door PwC in opdracht van IBN onderzocht wat het maatschappelijk rendement is van het aan het werk helpen en houden van mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hieruit blijkt ondermeer dat medewerkers bij IBN gelukkiger zijn dan kandidaten die thuis zitten (wat leidt tot lagere kosten voor geestelijke gezondheidszorg), dat de medewerkers sociaal actiever zijn en meer sporten. Daardoor zijn medewerkers gezonder wat leidt tot lagere zorgkosten.
Versie 1.1
Pagina 5
Totaal in miljoenen
De geraamde tekorten op de uitvoering van de WSW zonder maatregelen zijn als volgt: € 10 €5 €€ 5€ 10€ 15€ 202010
2011
2012
2013
Resultaat uitvoering SW
2.3
2014
2015
2016
2017
2018
Exploitatieresultaat (excl. investeringen)
De ambitie van de betreffende gemeenten
De ambitie van de deelnemende gemeenten is om continuïteit aan de WSW-doelgroep te bieden. Om deze doelstelling te bereiken is het noodzakelijk om het bedrijf IBN te herstructureren. Hiertoe krijgt IBN de opdracht om maatregelen te nemen teneinde kostenen efficiëntievoordelen te behalen, maar ook om de opbrengsten te verhogen. De herstructurering is nodig om in een breder kader invulling te geven aan de nieuwe wetgeving, die zich meer richt op groei en doorstroming. De doelstelling is dan ook om tweederde van de WSW-doelgroep in een reguliere omgeving te laten werken. Om de prijs en kwaliteitsverhouding op peil te houden, is een goedkopere en meer efficiënte uitvoeringsorganisatie nodig.
Totaal in miljoenen
Effecten van de herstructurering De volgende grafiek laat zien wat de verwachte financiële effecten zijn van de voorgenomen maatregelen op de uitvoering van de WSW. De grafiek laat zien dat de maatregelen een substantiële positieve impact hebben op het resultaat van de uitvoering van de WSW. Het is echter nog niet toereikend om de volledige WSW-populatie (oud en nieuw) tegen € 22.050 per Se kostendekkend te plaatsen. IBN verwacht echter in staat te zijn om het tekort op de uitvoering van de WSW te compenseren met de opbrengsten uit overige bedrijfsactiviteiten. In 2011 bedragen deze ca. € 4 mln. Naar verwachting kunnen deze opbrengsten gecontinueerd worden en zelfs nog iets worden verbeterd. Hierdoor zal de exploitatie van IBN als geheel sluitend blijven. € 10 €5 €€ 5€ 10€ 15€ 202010
2011
2012
2013
2014
Resultaat uitvoering SW zonder maatregelen
2015
2016
2017
2018
Resultaat uitvoering SW inclusief maatregelen
Exploitatieresultaat (excl. investeringen)
Versie 1.1
Pagina 6
Sociaal Behalve financiële effecten zijn ook effecten te verwachten op de sociale cijfers. Het belangrijkste in dit kader is het aantal medewerkers wat regulier werkt ten opzichte van het aantal medewerkers wat intern werkt. De ambitie die hier voor is opgenomen is onderstaand inzichtelijk gemaakt. Hierbij is de huidige situatie afgezet tegen de verwachting in 2018 5: Huidig
2018 34%
36% 64%
66%
Regulier
Intern
Regulier
Intern
Bovenstaande diagrammen laten zien dat het realiseren van de beschreven visie leidt tot het resultaat dat tweederde van de WSWmedewerkers in een reguliere werkomgeving actief is. Aanvraag De deelnemende gemeenten vragen bij dezen een bijdrage uit de herstructureringsfaciliteit om de voorgenomen herstructurering van IBN te kunnen financieren. In de volgende paragraaf worden de maatregelen van de herstructurering bij IBN verder toegelicht. De aanvraag overstijgt het trekkingsrecht ruim. Indien er meer middelen in de herstructureringsfaciliteit beschikbaar komen dan vragen de deelnemende gemeenten bij dezen om een extra financiering. Het programma zal in ieder geval uitgevoerd worden voor dat deel wat uit de herstructureringsfaciliteit verkregen wordt, met inachtneming van de minimale cofinanciering.
5 Definities:
Regulier in de huidige situatie is Begeleid werken extern en Detacheringen. Regulier in 2018 is Begeleid werken extern en de reguliere IBNbedrijven. Intern is huidige situatie Facilitair en Productie. Intern in 2018 is het vitaliteitsbedrijf.
Versie 1.1
Pagina 7
3
3.1
Voorgenomen maatregelen
Inleiding bij de voorgenomen maatregelen
De herstructurering van IBN gaat uit van 3 pijlers. De eerste pijler is het efficiënter inrichten van bemiddeling en plaatsing van WSWmedewerkers 6. De tweede pijler is gericht op het creëren van een voorziening waar de onderkant van de WSW-populatie geplaatst wordt. Deze voorziening krijgt de werktitel ‘vitaliteitsbedrijf’. De derde pijler is gericht op de reguliere arbeidsmarkt. IBN heeft de opdracht om zoveel mogelijk WSW-medewerkers regulier te laten werken. Hiervoor heeft IBN zelf een aantal bedrijven, die zich de komende jaren moeten ontwikkelen naar volledig marktconforme reguliere bedrijven. In paragraaf 3.2 en verder worden de drie pijlers toegelicht. De daargenoemde kosten zijn verder toegelicht in paragraaf 5.3. Met de hiervoor genoemde herstructureringsmaatregelen moet IBN in staat zijn om op termijn de uitvoering van de WSW efficiënter te kunnen uitvoeren. Het geraamde WSW-budget 7 is als volgt: Jaar
Aantal Se
Budget/Se
Totaal budget
2010
2581
€
27.079
€ 69.890.899
2011
2589
€
25.758
€ 66.687.462
2012
2630
€
25.758
€ 67.743.540
2013
2499
€
24.768
€ 61.895.232
2014
2374
€
23.200
€ 55.076.800
2015
2255
€
22.050
€ 49.722.750
2016
2142
€
22.050
€ 47.231.100
2017
2035
€
22.050
€ 44.871.750
2018
1933
€
22.050
€ 42.622.650
IBN stuurt op besteding van de WSW-subsidie op basis van 3 bestanddelen: 1. Loonwaarde; gedeelte van de loonkosten waarvan de medewerker in staat is het zelf terug te verdienen. 2. Interventiekosten; kosten die gemaakt worden in verband met begeleiding en ontwikkeling. 3. Organisatiekosten; kosten om het bedrijf te voeren en de noodzakelijke meerkosten als gevolg van het feit dat het werk grotendeels wordt uitgevoerd met arbeidsgehandicapten. Het effect van de maatregelen die gedefinieerd zijn worden ook gevolgd op basis van de genoemde bestanddelen. In paragraaf 6.3 is een nadere toelichting opgenomen.
6 Het bedrijfsonderdeel binnen IBN, dat verantwoordelijk is voor bemiddeling en plaatsing, heet P&ATC. Dit staat voor Participatie en
Arbeidstrainingscentrum. 7 Op basis van het zittende bestand van IBN is een uitstroom van 7,5% per jaar geraamd. Instroom per jaar bedraagt dan 2,5% (1/3). Het (fictieve) budget per SE is conform de uitgangspunten van het ministerie.
Versie 1.1
Pagina 8
3.2
Herstructureringsmaatregel I: Plaatsing en bemiddeling van WSW-medewerkers
Het aanpassen van de bemiddeling en de plaatsing van WSW-medewerkers is noodzakelijk omdat de instroom afneemt met tweederde ten opzichte van de huidige instroom én omdat het beschikbare budget afneemt. Desondanks wordt van IBN nog steeds verwacht dat de plaatsing en bemiddeling kwalitatief goed wordt uitgevoerd. Door de intake groepsgewijs te laten plaatsvinden, het proces van het ontwikkeltraject te versoberen en door te centraliseren wordt efficiency verwacht. Door het inzetten van nieuwe instrumenten kan de plaatsing kwalitatief verbeterd worden wat ondermeer leidt tot lagere uitval en hogere productiviteit. In deze aanvraag wordt er vanuit gegaan dat deze activiteit onder de vlag van IBN wordt uitgevoerd. Mogelijk wordt dit onderdeel in de toekomst anders gepositioneerd en zal het plan hierop bijgesteld worden. §
3.3
De totale kosten van de genoemde maatregelen zijn geraamd op € 658.000.
Herstructureringsmaatregel II: Inrichting vitaliteitsbedrijf
De deelnemende gemeenten hebben als opdracht om zoveel mogelijk WSW-medewerkers regulier te laten werken. Er is echter een groep medewerkers waarvoor dit niet haalbaar is. Omdat deze groep medewerkers als gevolg van de herstructurering niet in de reguliere werkomgeving (van IBN of elders) kan worden opgenomen is het voornemen om een vitaliteitsbedrijf in te richten. Ook wordt wel gesproken over de beschutte werkomgeving. Omdat deze term een negatief imago heeft én omdat het niet recht doet aan de doelstelling, is hiervoor de werktitel ‘vitaliteitsbedrijf’ gekozen: mensen met een WSW-indicatie die hier op aangewezen zijn worden vitaal gehouden door het uitvoeren van eenvoudig werk. Deze doelstelling wordt ondersteund door onderzoeken en pilots die IBN in 2011 heeft laten uitvoeren. Gezien de toekomstige budgetten moet dit bedrijfsonderdeel sober worden ingericht. Eenvoudige huisvesting, passende werksoorten en minimale begeleiding. Gezien de doelgroep die onder dit bedrijf zal vallen zullen de begeleidingskosten in dit bedrijf wel hoger zijn dan in reguliere bedrijven. De aanpassingen in de huisvesting betreft de kosten voor aanpassing van een huurpand. Nieuwe, danwel uitbreiding van werksoorten is nodig. Hiervoor moet acquisitie gepleegd worden. Processen en systemen moeten worden aangepast op de nieuwe situatie en door centralisatie moet vervoer georganiseerd worden. Over de exacte vormgeving vindt later nog besluitvorming plaats. Voor die groep medewerkers die niet in staat is om mee te draaien in het vitaliteitsbedrijf worden versneld ondergrenstrajecten uitgevoerd, voor zover dit mogelijk is, en voor zover dit voor de deelnemende gemeenten en de medewerkers zelf tot positieve resultaten leidt. Voor onderzoek en uitvoering wordt tijdelijk extra capaciteit ingezet. §
3.4
De totale kosten van de genoemde maatregelen zijn geraamd op € 1.979.000.
Herstructureringsmaatregel III: Reguliere arbeidsmarkt
Alle maatregelen in deze paragraaf zijn erop gericht om zoveel mogelijk mensen met een WSW-indicatie in een reguliere omgeving laten werken, tegen zo min mogelijk subsidie. Vooralsnog houden de deelnemende gemeenten hiervoor eigen (IBN) bedrijven aan om daarmee zekerheid te kunnen bieden aan de doelgroep en omdat dit tot op heden succesvol is geweest. In het kader van risicospreiding en/of nieuwe ontwikkelingen houden de deelnemende gemeenten de mogelijkheid open om deze structuur aan te passen. Dit kan tot bijstelling van het herstructureringsplan leiden. A. Detaflex Regulier werken kan gedeeltelijk gerealiseerd worden door de niet IBN-werkgevers in de regio. Circa. 30% van de WSW-populatie is in onze regio via Begeleid Werken of detachering werkzaam bij een niet IBN-bedrijf. Gezien de afnemende WSW-subsidie moet dit echter efficiënter uitgevoerd gaan worden en tegen betere tarieven. Om dit te realiseren wordt het huidige bedrijfsonderdeel IBN Arbeidsintegratie gedeeltelijk ondergebracht in een nieuw bedrijf: Detaflex. Vanuit het nieuwe bedrijf Detaflex worden werkgevers in de regio actief benaderd en wordt de interne organisatie aangepast. Hiervoor zijn marketingcampagnes noodzakelijk. De consulenten worden getraind om op een commerciële wijze te gaan detacheren. Dit vereist een cultuur en mentaliteitsverandering waar de komende jaren veel aandacht aan besteed wordt. §
De totale kosten van de genoemde maatregelen zijn geraamd op € 1.006.000.
Versie 1.1
Pagina 9
B. Facilitair Facilitair is een grote (IBN-)werkgever in de regio. Zij voert activiteiten uit op het gebied van schoonmaak, onderhoud van openbare ruimten en catering. De eerste stappen zijn gezet om dit om te vormen tot een regulier bedrijf: er zijn samenwerkingsverbanden met andere partijen gesloten en er wordt gewerkt met branche CAO’s. Stappen worden ondernomen om de arbeidsvoorwaarden voor het WSW-personeel zo veel als mogelijk gelijk te trekken met wat in de branche gebruikelijk is. Om dit bedrijf definitief om te vormen naar een regulier bedrijf (met behoud van de bijzondere opdracht) worden overheadkosten ten behoeve van de uitvoering van de WSW gesaneerd (zie verder paragraaf 3.1.4) en wordt ingezet op verdere marktbewerking. Leidinggevenden worden omgeschoold zodat zij sturing gaan geven aan de organisatie conform reguliere bedrijven. Hierbij wordt ook gebruikt gemaakt van de kennis en expertise van de partijen waar samenwerkingsverbanden mee zijn gesloten. Voor WSW-medewerkers die niet in staat zijn om in dit reguliere bedrijf te blijven werken wordt het vitaliteitsbedrijf opgezet (zie maatregel II). § De totale kosten van de genoemde maatregelen zijn geraamd op € 3.628.000.
C. Productie Productie is een grote (IBN-)werkgever in de regio. Zij voert activiteiten uit op het gebied van arbeidsintensieve productieprocessen. De eerste stappen zijn gezet om dit om te vormen tot een regulier bedrijf: er wordt gewerkt volgens lean manufacturing en er worden productieprocessen overgenomen van toonaangevende bedrijven. Evenals Facilitair werkt ook Productie met branche CAO’s. Stappen worden ondernomen om de arbeidsvoorwaarden voor het WSW-personeel zo veel als mogelijk gelijk te trekken met wat in de branche gebruikelijk is. Om dit bedrijf definitief om te vormen naar een regulier bedrijf (met behoud van de bijzondere opdracht) worden overheadkosten ten behoeve van de uitvoering van de WSW gesaneerd (zie verder paragraaf 3.1.4) en wordt ingezet op verdere marktbewerking. Hiervoor is een warehouse management systeem noodzakelijk. Voor WSW-medewerkers die niet in staat zijn om in dit reguliere bedrijf te blijven werken wordt het vitaliteitsbedrijf opgezet (zie maatregel II). § De totale kosten van de genoemde maatregelen zijn geraamd op € 833.000.
D. Dienstencentrum Alle interne ondersteunde processen / afdelingen worden ondergebracht in een Dienstencentrum. Door deze centralisatie kunnen de ondersteunde diensten efficiënter worden uitgevoerd. Belangrijke voorwaarde hierbij is dat de bijbehorende processen geherstructureerd worden. Hierbij horen ook aanpassingen van systemen en het opleiden van medewerkers. Medewerkers moeten anders gaan werken: flexibel en resultaatgericht. Hierbij moet gebruik gemaakt worden van digitalisering, business intelligence en het ERP-systeem. Hiermee wordt beoogd een forse structurele besparing te realiseren op stafpersoneel. De totale kosten van de genoemde maatregelen zijn geraamd op € 2.845.000.
§
3.5
Algemene kosten
Als gevolg van de hiervoor genoemde maatregelen moeten in algemene zin kosten gemaakt worden om de besparingen te kunnen effectueren. A. Boekverliezen activa Als gevolg van centralisaties zullen er activa met verlies verkocht danwel buitengebruik gesteld gaan worden. Op basis van de huidige inzichten betreft dit de kwekerij in Uden en een van de productievestigingen. §
De totale kosten van de genoemde maatregel zijn geraamd op € 2.165.000.
Versie 1.1
Pagina 10
B. Afvloeiingskosten stafpersoneel Als gevolg van het efficiënter inrichten van de organisatie zal het stafpersoneel in omvang moeten afnemen. Dit dient zorgvuldig te gebeuren en kan niet zonder eenmalige afvloeiingskosten. IBN richt hiertoe een mobiliteitscentrum in, past de beoordelingssystematiek aan en koopt dienstverbanden af. § De totale kosten van de genoemde maatregel zijn geraamd op € 3.450.000.
C. Diverse Het herstructureringsprogramma zoals hiervoor beschreven, moet zorgvuldig begeleid en gecommuniceerd worden. Hiervoor worden communicatiemiddelen ingezet. Ook moet gemeten worden wat de resultaten van de inspanningen zijn. Het totale programma moet ook gestuurd en gemanaged worden. Tevens worden alle inwoners van de deelnemende gemeenten die niet bij (of via) IBN werkzaam zijn bewogen om een reguliere functie te aanvaarden, al dan niet bij (of via) IBN. §
De totale kosten hiervoor worden geraamd op € 990.000.
D. Rentekosten De kosten van de herstructureringen die IBN doorvoert worden vooral verwacht in 2012 en 2013. De vergoeding vanuit het rijk wordt in tranches uitgekeerd en komt veelal nadat de kosten zijn gemaakt. Over de kosten van de voorfinanciering van de te ontvangen tranches zijn rentekosten berekend. §
De kosten van de voorfinanciering van de herstructureringsmaatregelen worden geraamd op € 663.000.
Versie 1.1
Pagina 11
4
4.1
Governance
Beschrijving van de governance-structuur van het transitieproces
Het herstructureringsprogramma van de WSW bij IBN omvat de projecten zoals beschreven in deze aanvraag. De algemeen directeur van IBN is verantwoordelijk voor de aansturing en de verantwoording. Hiervoor wordt de bestaande governance-structuur, die vooralsnog wordt gehandhaafd, gebruikt: De Raad van Commissarissen van IBN houdt toezicht op de realisatie van het programma. Per kwartaal wordt hiervoor een voortgangsrapportage opgesteld. Deze voortgangsrapportage wordt tevens besproken in het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur van het Werkvoorzieningschap. In de Raad van Commissarissen, het Dagelijks Bestuur en het Algemeen Bestuur zijn wethouders van de deelnemende gemeenten vertegenwoordigd. Bij bespreking van de voortgangsrapportage worden, indien noodzakelijk, acties geformuleerd om bij te sturen ten einde de doelstellingen van het totale programma te realiseren. Tevens gaat een werkgroep van financiële experts van de deelnemende gemeenten de resultaten van het herstructureringsprogramma monitoren en brengt hierover verslag uit aan de colleges en gemeenteraden. Deze werkgroep is onafhankelijk van IBN en volgt zelf kritisch of het programma volgens plan verloopt. Ieder kwartaal worden de voortgangsrapportages getoetst en beoordeeld door deze werkgroep, alsmede de jaarlijkse voortgangsrapportage ten behoeve van het ministerie. Binnen IBN wordt het uitvoeren van het herstructureringsprogramma onderdeel van de planning & control cyclus. De te realiseren resultaten en de uit te voeren maatregelen worden intern maandelijks gemonitord. Hiervoor hanteert IBN de A3-methodiek. Deze methodiek gaat uit het de focus op het realiseren van de uiteindelijke visie en dwingt tot periodieke evaluatie en bijsturing.
4.2
Risico’s
In deze paragraaf staan de risico’s beschreven met betrekking tot het realiseren van de doelstellingen en de mogelijke maatregelen die genomen moeten worden als de risico’s zich voordoen. CAO-verplichtingen: De ontwikkeling van de loonkosten vanwege toekomstige CAO-afspraken waardoor IBN met hogere kosten wordt geconfronteerd dan waar in de indicatoren rekening mee is gehouden. Maatregel: Het zoveel mogelijk doorberekenen van de loonkostenstijgingen aan afnemers. Pensioenverplichtingen: Stijgende pensioenpremies voor de werkgever vanwege onderdekkingen bij pensioenfondsen. Hierdoor wordt IBN met hogere kosten geconfronteerd dan waar in de indicatoren rekening mee is gehouden. Maatregel: Het zoveel mogelijk doorberekenen van de loonkostenstijgingen aan afnemers. Verlaging van het WSW-budget: Als gevolg van landelijke bezuinigingen is het risico aanwezig dat het toekomstige WSW-budget nog verder verlaagd wordt, danwel dat gemeenten minder uit het ontschot budget aan de WSW kunnen besteden dan waar nu vanuit gegaan wordt. Maatregel: De visie op de inrichting van IBN herijken en het herstructureringsprogramma hier op aanpassen. Omzetverbetering: Door marktomstandigheden is het mogelijk dat de beoogde omzetverbeteringen niet gerealiseerd kunnen worden. Maatregel: Bijstellen van de marketingstrategie en aanpassen kostenstructuur op de nieuwe situatie.
Versie 1.1
Pagina 12
Problematiek doelgroep: Door veranderende problematieke die de doelgroep WSW met zich meebrengt is het risico aanwezig dat er meer mensen zijn aangewezen op het vitaliteitsbedrijf dan waar nu vanuit gegaan wordt. Maatregel: Inrichting van het vitaliteitsbedrijf zodanig aanpassen dat er extra capaciteit is, zonder veel extra kosten. Cultuuromslag: Van het IBN personeel wordt gevraagd om anders te gaan werken. Verwacht wordt dat een deel van deze groep niet mee kan in deze ontwikkeling. Hier zijn dan ook afvloeiingskosten voor begroot. Als blijkt dat deze groep groter is dan verwacht, zijn er meer afvloeiingskosten nodig. Maatregel: Beperken van opleidingskosten van deze groep zodat deze middelen voor afvloeiing ingezet kunnen worden.
Versie 1.1
Pagina 13
5
5.1
Begroting
Begroting voor de herstructureringskosten
De begroting van de herstructureringskosten ziet er als volgt uit: Maatregel
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Totaal
I: Aanpassing plaatsing en bemiddeling van WSW-medewerkers
120.000
284.000
152.000
102.000
0
0
0
0
658.000
II: Inrichting vitaliteitsbedrijf
404.000
445.500
696.500
413.000
20.000
0
0
0
1.979.000
A. Detaflex
19.000
363.000
397.000
227.000
0
0
0
0
1.006.000
B. Facilitair
402.000
818.500
1.579.500
828.000
0
0
0
0
3.628.000
C. Productie
606.000
202.000
25.000
0
0
0
0
0
833.000
D. Dienstencentrum
961.500
899.500
621.000
363.000
0
0
0
0
2.845.000
A. Boekverliezen activa
0
0
2.165.000
0
0
0
0
0
2.165.000
B. Afvloeiingskosten stafpersoneel
0
1.297.000
1.297.000
856.000
0
0
0
0
3.450.000
6.000
269.500
306.500
231.500
176.500
0
0
0
990.000
40.000
106.000
203.000
129.000
92.000
62.000
31.000
0
663.000
2.558.500
4.685.000
7.442.500
3.149.500
288.500
62.000
31.000
0
18.217.000
III: Reguliere arbeidsmarkt:
IV: Algemene kosten
C. Diverse D. Rentekosten
Totaal
Versie 1.1
Pagina 14
5.2
Financiering van de herstructureringskosten
De beoogde financiering van de herstructureringskosten vindt deels plaats uit de door het Rijk beschikbaar gestelde faciliteit. Het trekkingsrecht uit deze faciliteit voor de deelnemende gemeenten is als volgt: Jaar 2011
Tranches -
2012
293.000
2013
1.759.000
2014
3.519.000
2015
1.759.000
2016
1.466.000
2017
1.466.000
2018
1.466.000
Totaal
11.728.000
In paragraaf 6.4 is een specificatie van het trekkingsrecht per gemeente opgenomen. 5.2.1. Cofinanciering De minimale cofinanciering bedraagt € 3.909.000 waarmee het totale herstructureringsbudget uitkomt op € 15.637.000. De cofinanciering en de geraamde kosten die boven het herstructureringsbudget uitkomen, worden gefinancierd uit het eigen vermogen van IBN.
5.3
Toelichting op de begroting
In deze paragraaf worden de afzonderlijke posten op de begroting toegelicht.
5.3.1
I: Aanpassing plaatsing en bemiddeling van WSW-medewerkers
€ 658.000
Dit betreft de kosten voor inrichting van een trainingsruimte, werksoorten zoals assemblagelijn en training voor praktijkbegeleiding (€ 150.000). Daarnaast zijn kosten voorzien voor de implementatie van nieuwe instrumenten en systeemaanpassingen (€ 60.000). Ook is een bedrag opgenomen voor het opzetten van leerwerkbanen (16.000). Tevens zijn de kosten voor interne uren begroot om de herstructurering uit te voeren voor de looptijd van 4 jaar (€ 432.000).
5.3.2
Herstructureringsmaatregel II: Inrichting vitaliteitsbedrijf
€ 1.979.000
De kosten voor dit onderdeel zijn als volgt te specificeren: A) Vooronderzoeken en pilots Dit betreft de in 2011 gemaakte kosten voor een SROI onderzoek wat door een extern bureau is uitgevoerd (€ 74.000) en de interne uren die hier aan besteed zijn (€ 5.000). Tevens zijn de in 2011 gemaakte kosten voor een pilot met tijdelijk vervangende werkplekken hieronder opgenomen (€ 8.000). B) Ondergrenstrajecten Dit betreft de kosten om tijdelijk extra capaciteit in te zetten op versnelde ondergrenstrajecten (€ 375.000) en de kosten voor het creëren van veilige werkplekken bij kinderboerderijen (€ 100.000). C) Verpakken c.a. Hieronder zijn kosten opgenomen voor de inzet van tijdelijke capaciteit voor het acquireren van passende werksoorten (€ 125.000), in 2011 gemaakte en in de komende jaren nog te maken kosten voor aanpassingen in de huisvesting (€ 294.000),
Versie 1.1
Pagina 15
te maken kosten voor aanpassen processen en systemen (€ 295.000) en eenmalige kosten voor het organiseren van vervoer vanwege centralisaties (€ 100.000). D) Kwekerij Dit betreft een voorgenomen aanpassing in de werktijden en verlofregeling voor het WSW-personeel. De betaalde koffiepauzes worden afgeschaft conform hetgeen in reguliere bedrijven gebruikelijk is. De kosten betreffen de compensatie die de medewerkers hiervoor 2 jaar vergoed krijgen (€ 228.000).
E) Doqument services Dit betreft de opzet van een nieuwe beschutte werkvorm. De kosten betreffen de tijdelijke capaciteit voor organisatie-advies (€ 150.000) en het acquireren van werk (€ 225.000).
5.3.3
Herstructureringsmaatregel III: Reguliere arbeidsmarkt
De kosten per item zijn als volgt te specificeren: € 1.006.000 A) Detaflex Dit betreft de kosten voor oprichting en onderzoek (€ 85.000), communicatie en marketing (€ 100.000) en interne uren voor marketing en sales voor een periode van 3 jaar (€ 471.000). Voor beoordeling en coaching van stafpersoneel is € 150.000 begroot en voor de interne uren die hiermee gemoeid zijn € 200.000. NB: de kosten voor de opzet van Detaflex worden ten dele toegerekend aan de WSW omdat dit bedrijf (naar verwachting) ook andere doelgroepen gaat detacheren.
€ 3.628.000 B) Facilitair Onder deze post zijn de out-of-pocket kosten voor training en coaching opgenomen (€ 733.000) en de interne uren die hiermee gemoeid zijn (€ 653.000). Voor de inrichting van een commercieel apparaat om beter renderende omzet binnen te halen voor de WSW-doelgroep is voor de periode 2011-2014 € 563.000 begroot. Tevens zijn opgenomen de kosten die in 2011 zijn gemaakt voor implementatie van het Schoolworkx-concept (€ 14.000), een concept om werk binnen te halen voor de WSWdoelgroep. Ook is opgenomen in deze post kosten voor integratie van Ploegmakers (regulier hoveniersbedrijf) met de WSW-medewerkers van IBN Facilitair (€ 181.000) en de uitgevoerde pilot door IBN en de gemeente Boekel om openbare ruimten efficiënter te kunnen beheren (€ 84.000). Werktijden en verlofregeling: dit betreft een voorgenomen aanpassing in de werktijden en verlofregeling voor het WSWpersoneel. De betaalde koffiepauzes worden afgeschaft conform hetgeen in reguliere bedrijven gebruikelijk is. De kosten betreffen de compensatie die de medewerkers hiervoor 2 jaar vergoed krijgen (€ 1.400.000). C) Productie € 833.000 Onder deze post zijn kosten opgenomen voor het inrichten van een warehouse management systeem om zo meer renderend werk voor de doelgroep binnen te kunnen halen (€ 75.000) en de kosten voor aanpassing in de werktijden en verlofregeling voor het WSW-personeel. De betaalde koffiepauzes zijn afgeschaft conform hetgeen in reguliere bedrijven gebruikelijk is. De kosten betreffen de compensatie die de medewerkers hiervoor 2 jaar vergoed krijgen. De regeling is gedurende 2010 ingegaan, de hier vermelde kosten betreffen 2011 en het eerste kwartaal van 2012 (€ 758.000). D) Dienstencentrum Hieronder zijn een aantal verschillende posten opgenomen:
€ 2.845.000
o Implementatiekosten dienstencentrum Kosten van een door een extern bureau uitgevoerd onderzoek in 2011 om de haalbaarheid te onderzoeken (€ 117.000), de externe projectleiderskosten van de implementatie (€ 362.000) en de vervangingskosten voor interne medewerkers
Versie 1.1
Pagina 16
(€ 91.000), gemaakte kosten voor het vastleggen van processen in een systeem en de kosten van een extern bureau om medewerkers te ondersteunen bij het analyseren en verbeteren van processen (€ 58.000) zijn hieronder opgenomen alsmede de gemaakte communicatiekosten van het traject (€ 15.000). o HRM/nieuwe werken Dit betreft de kosten voor uren (van 100 personen) die besteedt moet worden aan interne trainingen om op een andere manier te gaan werken met de systemen (€ 320.000). Om beter te kunnen sturen op prestaties en op loonkosten wordt het functiegebouw opnieuw ingericht. Hiervoor zijn interne uren nodig en externe ondersteuning (€ 99.000). Tevens krijgen leidinggevenden (60 personen) trainingen op het gebied van ziekteverzuim, gesprekstechnieken, juridische kennis en procesmanagement (€ 249.000). Voor de inzet van de interne HR-adviseurs is € 38.000 aan kosten geraamd. o Verzuimproject Dit betreft de kosten van een uitgevoerde pilot met een verzuimcoach om het verzuim van de WSW-medewerkers te reduceren, kosten voor een extern bureau die verzuimtrainingen voor leidinggevenden heeft georganiseerd en interne uren voor het volgen van verzuimtrainingen. Ook zijn opgenomen de (tijdelijke) kosten van een uitgevoerde pilot met een verzuimdeskundige om het verzuim van de WSW-medewerkers te reduceren en de communicatiekosten van het project. Totale kosten bedragen € 164.000. o Aanpassen systemen Dit betreft de kosten voor externe projectleiding en consultants om een business intelligence systeem te implementeren en de kosten om medewerkers te trainen in het business intelligence systeem (€ 363.000) en de in 2011 gemaakte kosten om aanpassingen in het ERP-systeem te laten doorvoeren zodat efficiënter gewerkt kan worden (€ 28.000). Tevens zijn opgenomen de verwachte kosten voor implementatie van een portal om digitaal werken mogelijk te maken zodat efficiënter werken bereikt kan worden (€ 250.000). Voor implementatie van digitale dossiers (zodat efficiënter werken bereikt kan worden) is een bedrag van € 80.000 opgenomen. De verwachte kosten om het persoonsinformatiesysteem anders in te richten zodat dit op termijn tot efficiënter gebruik leidt, zijn begroot op € 240.000. o Inkoopdesk Dit betreft de kosten van een extern bureau om een besparing te realiseren op het inkoopvolume (€ 114.000) en de interne uren die hiermee gemoeid zijn (€ 57.000). o Klantcontactcentrum Hieronder zijn opgenomen kosten voor het fysiek inrichten van een klantcontactcentrum, het aanpassen van processen en systemen en kosten voor opleidingen (totaal € 200.000).
5.3.4
Herstructureringsmaatregel IV: Algemene kosten
€ 7.268.000
De kosten voor dit onderdeel zijn als volgt te specificeren: A) Boekverliezen activa Als gevolg van centralisaties zullen er activa met verlies verkocht danwel buitengebruik gesteld gaan worden. Op basis van de huidige inzichten betreft dit de kwekerij in Uden en een van de productievestigingen. Voor de kwekerij is een bedrag opgenomen van € 165.000. Afhankelijk van nog te maken keuzes zal de productievestiging in Oss gesloten worden. Het geraamde verlies hiervan bedraagt € 2.000.000. B) Afvloeiingskosten stafpersoneel Medewerkers worden versneld beoordeeld, hiervoor worden leidinggevenden getraind (€ 172.000). Voor een mobiliteitscentrum /-trajecten zijn kosten begroot (€ 390.000). Als gevolg van het efficiënter inrichten van de organisatie zal het stafpersoneel in omvang moeten afnemen. Dit dient zorgvuldig te gebeuren en kan niet zonder eenmalige afvloeiingskosten. Deze zijn begroot tegen de kantonrechterformule op basis van het personeelsbestand van IBN. Afhankelijk van de functie
Versie 1.1
Pagina 17
wordt een afvloeiing van 15-30% verwacht (€ 2.568.000). De te maken juridische kosten (€ 80.000) en interne uren die gemaakt moeten worden om de afvloeiing te begeleiden (€ 240.000) zijn ook opgenomen onder deze post. C) Diverse NPS-metingen / implementatie: dit betreft het mogelijk maken van het meten van de inspanningen op marketinggebied. Het betreft kosten van een extern bureau (€ 24.000). Om het programma te communiceren zijn kosten begroot (€ 260.000) en om het programma te managen op HR-gebied (301.000) en overall, inclusief benadering van de WSW’ers die elders werkzaam zijn, (€ 350.000), dit voor een periode van 3 jaar. Voor het opstellen en verantwoorden van het herstructureringplan is in totaal € 55.000 begroot. D) Rente voorfinanciering Dit betreft de kosten voor het voorfinancieren van de uit de faciliteit te verkrijgen tranches. Deze rentekosten zijn berekend tegen 2,1% kapitaalmarktrente (€ 663.000).
Versie 1.1
Pagina 18
6
6.1
Bijlagen
Kerncijfers
Hieronder zijn de kwantitatieve indicatoren opgenomen welke als verplicht element in de aanvraag opgenomen moeten zijn. Bedragen in euro
Ontwikkeling kosten per arbeidsjaar Ontwikkeling opbrengsten per arbeidsjaar Huidig exploitatieresultaat per arbeidsjaar Verwachte ontwikkeling exploitatieresultaat zonder maatregelen per arbeidsjaar Doelstelling exloitatieresultaat (zonder externe dekking) per arbeidsjaar Bijdragen uit onschot budget per arbeidsjaar Gemeentelijke bijdrage per arbeidsjaar Ontwikkeling van de gemiddelde loonkosten per arbeidsjaar
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
36.857 11.025 -25.832
36.465 11.220
36.006 11.616
36.170 12.282
36.412 12.731
36.739 12.877
37.080 13.023
37.409 13.170
-25.244
-25.905
-26.599
-27.329
-28.096
-28.900
-29.746
25.758 0
-25.244 25.758 0
-24.391 24.768 0
-23.888 23.200 0
-23.681 22.050 0
-23.862 22.050 0
-24.057 22.050 0
-24.240 22.050 0
26.406
26.626
26.850
26.992
27.133
27.449
27.769
28.091
Aan SW toe te rekenen loonkosten ongesubsidieerde profesionals per arbeidsjaar waarvan: - Loonkosten directe professionals per arbeidsjaar (inclusief ingehuurd personeel) - Loonkosten indirecte professionals per arbeidsjaar (inclusief ingehuurd personeel) Aan Sw toe te rekenen materiele kosten per arbeidsjaar
2.747
2.664
2.500
2.409
2.408
2.406
2.402
2.396
2.708
2.626
2.631
2.684
2.704
2.760
2.818
2.878
4.995
4.548
4.025
4.085
4.167
4.124
4.091
4.045
Aantal arbeidsjaren
2.589
2.630
2.499
2.374
2.255
2.142
2.035
1.933
Aantal personen met advies begeleid werken (extern) Aantal personen dat begeleid werkt Aantal personen dat beschut werkt (wsw en bw intern)
Ontleend aan POR
Aantal personen dat op detacheringsbasis werkt
Versie 1.1
Pagina 19
6.2
Organogram
Gemeente Bernheze
Gemeente Boekel
Gemeente Boxmeer
Gemeente Cuijk
Gemeente Grave
Gemeente Landerd Werkvoorzieningschap Noordoost Brabant
IBN Holding BV
Gemeente Maasdonk
Gemeente Mill & St. Hubert
Gemeente Oss
Gemeente St. Anthonis
Gemeente Uden
Gemeente Veghel
Versie 1.1
Pagina 20
6.3
Toelichting besteding WSW-subsidie
Zoals in paragraaf 3.1 is opgenomen stuurt IBN op besteding van de WSW-subsidie op basis van 3 bestanddelen: 1. Loonwaarde; gedeelte van de loonkosten waarvan de medewerker in staat is het zelf terug te verdienen. 2. Interventiekosten; kosten die gemaakt worden in verband met begeleiding en ontwikkeling. 3. Organisatiekosten; kosten om het bedrijf te voeren en de noodzakelijke meerkosten als gevolg van het feit dat het werk grotendeels wordt uitgevoerd met arbeidsgehandicapten. De bijbehorende vergoedingen zijn als volgt bepaald: 1. Loonkostenvergoeding Berekend is welk deel van de loonkosten van het WSW-personeel niet zelf wordt terugverdiend. Hierbij is rekening gehouden met een resultaatmarge, de waarde die regulier productiepersoneel toevoegt en de indirecte kosten. Het baseren van de vergoeding op de toegevoegde waarde heeft een aantal voordelen: de toegevoegde waarde is objectief vast te stellen; de improductiviteit door ziekteverzuim, opleidingsuren en seniorenregeling is hierin verdisconteerd en hiervoor is dus geen afzonderlijke compensatie nodig; de bedrijven sturen op toegevoegde waarde en niet op werksterkte. 2. Interventiekosten Per rol die zich bezighoudt met interventie/begeleiding is geïnventariseerd welk deel van de kosten veroorzaakt wordt door het werken met WSW-personeel. Voor dit gedeelte van de kosten krijgt het bedrijf een vergoeding. Deze vergoeding is gekoppeld aan de bestaande begeleidingsorganisatie. 3. Organisatiekosten Naast loonkosten en interventiekosten heeft elk IBN-bedrijf te maken met meerkosten die gemaakt moeten worden om een bedrijf te kunnen voeren. Te denken valt aan eigen kosten, zoals kosten voor een managementteam en voor een bedrijfsbureau en aan doorbelaste kosten, zoals kosten voor huisvesting. Voor de eigen kosten is per bedrijf in kaart gebracht welk gedeelte aanvullend is ten opzichte van een regulier bedrijf. Voor de doorbelaste kosten is voor IBN als geheel geïnventariseerd welk gedeelte aanvullend is ten opzichte van een regulier bedrijf. Voor dit gedeelte van de kosten krijgt ieder bedrijf een vergoeding. De vergoeding is gekoppeld aan de aanwezige bedrijfsvoering. Onderstaand is inzichtelijk gemaakt wat de huidige situatie is en wat de verwachtingen zijn bij ongewijzigd beleid. Deze situatie is afgezet tegen de verwachte ontwikkelingen als gevolg van het uitvoeren van het herstructureringsplan.
Versie 1.1
Pagina 21
In absolute getallen Zonder maatregelen:
Inclusief maatregelen:
€ 80.000.000
€ 80.000.000
€ 70.000.000
€ 70.000.000
€ 60.000.000
€ 60.000.000
€ 50.000.000
€ 50.000.000
€ 40.000.000
€ 40.000.000
€ 30.000.000
€ 30.000.000
€ 20.000.000
€ 20.000.000
€ 10.000.000
€ 10.000.000
€-
€2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Loonkostenvergoeding zonder maatregelen
Loonkostenvergoeding inclusief maatregelen
Vergoeding voor interventiekosten zonder maatregelen
Vergoeding voor interventiekosten inclusief maatregelen
Vergoeding voor organisatiekosten zonder maatregelen
Vergoeding voor organisatiekosten inclusief maatregelen
Per arbeidsjaar Zonder maatregelen:
2017
2018
Inclusief maatregelen: € 2.983 € 4.171
€ 4.723 € 6.404
€ 18.619
Loonkostenvergoeding zonder maatregelen Vergoeding voor interventiekosten zonder maatregelen Vergoeding voor organisatiekosten zonder maatregelen
€ 17.085
Loonkostenvergoeding zonder maatregelen Vergoeding voor interventiekosten zonder maatregelen
Versie 1.1
Pagina 22
6.4
Specificatie trekkingsrecht per gemeente Rijkstaak-
Gemeente Bernheze Boekel
stelling 2012
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
TOTAAL
211,8
23.325
139.950
279.900
139.950
116.625
116.625
116.625
932.999
62,0
6.828
40.967
81.935
40.967
34.139
34.139
34.139
273.116
Boxmeer
219,5
24.173
145.038
290.075
145.038
120.865
120.865
120.865
966.918
Cuijk
265,4
29.228
175.367
350.733
175.367
146.139
146.139
146.139
1.169.111
Grave
88,0
9.691
58.147
116.294
58.147
48.456
48.456
48.456
387.648
Landerd
99,3
10.936
65.614
131.228
65.614
54.678
54.678
54.678
437.426
Maasdonk
84,8
9.339
56.033
112.066
56.033
46.694
46.694
46.694
373.552
Mill & St. Hubert
106,9
11.773
70.636
141.271
70.636
58.863
58.863
58.863
470.904
Oss
800,3
88.135
528.809
1.057.619
528.809
440.674
440.674
440.674
3.525.395
Sint Anthonis
66,4
7.312
43.875
87.749
43.875
36.562
36.562
36.562
292.498
Uden
354,6
39.051
234.307
468.614
234.307
195.256
195.256
195.256
1.562.046
Veghel
303,5
33.424
200.542
401.084
200.542
167.118
167.118
167.118
1.336.946
Totaal
2.662,5
293.214
1.759.284
3.518.567
1.759.284
1.466.070
1.466.070
1.466.070
11.728.558
Versie 1.1
Pagina 23