Antwoordmodel
Aan dit antwoordmodel kunnen geen rechten worden ontleend. Literatuur: Verheugt, J. W. P. (2011). Inleiding in het Nederlandse recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
Meerkeuzevragen (40 punten) Vraag Antwoord Verwijzing naar vindplaats in studiemateriaal (hfdst., p. x)
Aantal punten
1.
b.
Hfdst. 13, p. 447, 448
4 punten
2.
b.
Hfdst. 12, p. 400
4 punten
3.
c.
Hfdst. 7, p. 230-232
4 punten
4.
b.
Hfdst. 2, p. 44
4 punten
5.
a.
Hfdst. 14, p. 496-497
4 punten
6.
a.
Hfdst. 11, p. 372
4 punten
7.
c.
Hfdst. 10, p. 335
4 punten
8.
c.
Hfdst. 5, p. 146-147
4 punten
9.
b.
Hfdst. 12, p. 426
4 punten
10.
b.
Hfdst. 8, p. 259-260
4 punten
Open vragen (40 punten) 1. Uitvoerbaarverklaring bij voorraad houdt in dat de eisende partij hiervan direct het vonnis ten uitvoer kan leggen, zelfs als een rechtsmiddel is ingesteld. Normaal gesproken wordt door het instellen van een gewoon rechtsmiddel de executie (uitvoering) van het vonnis opgeschort. Verheugt, J. W. P. (2010). Inleiding in het Nederlandse recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, hfdst. 10, p. 348.
61377.am_v1
Aantal punten: 10
NCOI Opleidingsgroep
1
Inleiding rechten - Examennummer 61377 - 17 november 2012
Puntenverdeling: 5 punten: een vonnis dat uitvoerbaar bij voorraad is, kan direct ten uitvoer worden gelegd. 5 punten: ook als er rechtsmiddelen zijn ingesteld of mogelijk worden ingesteld. 2. De rechter(-commissaris) kan de voorlopige hechtenis slechts bevelen in een aantal limitatief in art. 67 Sv genoemde gevallen: de strafbare feiten waarvoor de wet voorlopige hechtenis toelaat. Daarnaast moet er sprake zijn van ten minste een van de in de art. 67a Sv genoemde gronden (dat wil zeggen: de voorwaarden waaraan in een individueel geval moet zijn voldaan). Gronden zijn: gevaar van doorkruising van het opsporingsonderzoek (het zogeheten onderzoeksbelang), vrees voor een nieuw misdrijf (herhaling), ernstig gevaar voor vlucht of het gegeven dat de rechtsorde door het strafbaar feit ernstig is geschokt. In art. 67 lid 3 Sv is bepaald dat het bevel alleen kan worden gegeven als uit feiten en omstandigheden ernstige bezwaren tegen verdachte voortvloeien. Er moet meer zijn dan alleen een redelijk vermoeden van schuld in de zin van art. 27 Sv: het moet aannemelijk zijn dat verdachte het strafbare feit heeft gepleegd. In het geval van Jesse is sprake van zware mishandeling art. 300 lid 2 Sr. In dit artikel wordt bepaald dat er een gevangenisstraf kan worden opgelegd van ten hoogste vier jaren. Uit artikel 67 Sv kan alleen voorlopige hechtenis worden toegelaten als er sprake is van een strafbaar feit waar een gevangenisstraf van vier jaren of meer op staat. Daaraan is dus voldaan. In het geval van Jesse is sprake van de grond: vrees voor een nieuw misdrijf (art. 67a Sv), hij is immers in één jaar tijd al drie keer aangehouden. Ook aan art. 67 lid 3 Sv is voldaan, aangezien hij op heterdaad is betrapt, en het dus zeer aannemelijk is dat hij het strafbare feit heeft gepleegd. Verheugt, J. W. P. (2010). Inleiding in het Nederlandse recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, hfdst. 13, p. 480. Aantal punten: 10 Puntenverdeling:
61377.am_v1
1 punt: art. 67 Sv (gevallen) 3 punten: voorlopige hechtenis toegelaten bij gevangenisstraf van vier jaren of meer met koppeling aan art. 300 lid 2 Sr. 1 punt: art. 67a Sv (gronden) 3 punten: vrees voor herhaling en motivatie (meest aannemelijk, maar met goede motivatie een van de andere gronden ook mogelijk) 1 punt: art. 67 lid 3 Sv 1 punt: Jesse is op heterdaad betrapt, dus ernstige bezwaren tegen de verdachte, het is zeer aannemelijk dat hij het strafbaar feit heeft gepleegd.
2
NCOI Opleidingsgroep
Inleiding rechten - Examennummer 61377 - 17 november 2012
3. Volgens art. 1:1 sub a Awb wordt onder bestuursorgaan verstaan een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. Ingevolge art. 2:1 BW bezit (onder andere) de staat rechtspersoonlijkheid. Een staatssecretaris is een orgaan van de staat, waardoor een staatssecretaris een bestuursorgaan is. Doordat de wet zegt dat iets een rechtspersoon is, is het een rechtspersoon krachtens publiekrecht. Voor het begrip orgaan, art. 42 Gw, minister is onderdeel van de regering, dus orgaan van de staat. Art. 46 Gw stelt dat een staatssecretaris in plaats van de minister kan treden. Van belang is dat ze een eigen verantwoordelijke functie hebben, dit zijn allemaal gronden om aan te nemen dat het een orgaan is van de staat. Verheugt, J. W. P. (2010). Inleiding in het Nederlandse recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, hfdst. 1, p. 12. Aantal punten: 10 Puntenverdeling: 2 punten: art. 1:1 sub a Awb, een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld. 4 punten: art. 2:1 BW de staat bezit rechtspersoonlijkheid. 4 punten: art. 42 en 46 Gw orgaan van de staat, minister is een orgaan, staatssecretaris kan in plaats van de minister treden, hebben eigen verantwoordelijke functie. 4. Bij een nietige overeenkomst ontbreken van aanvang af en van rechtswege de door partijen met het sluiten van de overeenkomst beoogde rechtsgevolgen. Bij een vernietigbare overeenkomst is sprake van een volkomen geldige overeenkomst, maar daar kleeft een bijzonderheid aan. Ten behoeve van een van de partijen kan de overeenkomst vernietigd worden, de geldigheid wordt aan de overeenkomst ontnomen. De vernietiging heeft terugwerkende kracht. Verschil met een nietige overeenkomst is dat zolang een vernietigbare overeenkomst niet is vernietigd, deze overeenkomst als een geldige overeenkomst de door partijen beoogde rechtsgevolgen heeft. Voorbeeld nietige overeenkomst: art. 7:677 lid 8 BW: een beding in een arbeidsovereenkomst dat bepaalt dat de arbeidsovereenkomst automatisch eindigt door zwangerschap of bevalling van de werkneemster, is nietig. Voorbeeld vernietigbare overeenkomst: art. 6:228 BW: een overeenkomst die onder invloed van het wilsgebrek dwaling is gesloten en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten, is vernietigbaar. Verheugt, J. W. P. (2010). Inleiding in het Nederlandse recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, hfdst. 6, p. 198.
61377.am_v1
Aantal punten: 10 Puntenverdeling: 2 punten: uitleg nietige overeenkomst 2 punten: uitleg vernietigbare overeenkomst 3 punten: voorbeeld nietige overeenkomst (mag ook anders zijn dan hierboven ge-
NCOI Opleidingsgroep
3
Inleiding rechten - Examennummer 61377 - 17 november 2012
noemd, mits goed gemotiveerd aan de hand van juist wetsartikel). 3 punten: voorbeeld vernietigbare overeenkomst (mag ook anders zijn dan hierboven genoemd, mits goed gemotiveerd aan de hand juist wetsartikel).
Case: Arbeidsovereenkomst (20 punten) 1. Hoofdregel is art. 7:627 BW: “geen arbeid, geen loon.” Wel dient loon te worden uitbetaald als de werknemer bereid en in staat is de bedongen arbeid te verrichten en de werkgever daarvan geen gebruikmaakt, door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen, art. 7:628 lid 1 BW. Slechte weersomstandigheden komen voor risico van de werkgever, dit is normaal bedrijfsrisico. Dit betekent dat de werkgever gehouden is het loon door te betalen op grond van art. 7:628 BW. J Verheugt, J. W. P. (2010). Inleiding in het Nederlandse recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, hfdst. 12, p. 404-405. Aantal punten: 6 Puntenverdeling: 2 punten: noemen en uitleg hoofdregel 7:627 BW 2 punten: noemen en uitleg uitzondering art. 7:628 BW 2 punten: conclusie dat de werkgever het loon gewoon moet betalen. 2. Een geldig concurrentiebeding moet schriftelijk zijn overeengekomen met een meerderjarige werknemer, art. 7:653 BW. In de vraag is gegeven dat het concurrentiebeding schriftelijk is overeengekomen, Victor is echter nog geen achttien jaar, dus is het concurrentiebeding niet geldig overeengekomen. Verheugt, J. W. P. (2010). Inleiding in het Nederlandse recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, hfdst. 12, p. 405-406. Aantal punten: 4 Puntenverdeling: 1 punt: art. 7:653 BW 2 punten: eisen geldig concurrentiebeding: schriftelijkheid en meerderjarigheid 1 punt: conclusie geen geldig concurrentiebeding 3. Om een werknemer een ontslag op staande voet te kunnen geven, moet aan de eisen van art. 7:677 lid 1 BW zijn voldaan:
61377.am_v1
1. er moet sprake zijn van een onverwijlde opzegging; 2. vanwege een dringende reden; 3. onder gelijktijdige mededeling van die reden aan de wederpartij.
4
NCOI Opleidingsgroep
Inleiding rechten - Examennummer 61377 - 17 november 2012
Nu Victor geld heeft gestolen is er sprake van een dringende reden, art. 7:678 lid 2 BW. Als Willem direct na de constatering aan Victor laat weten dat hij de arbeidsovereenkomst wil beëindigen en daarbij mededeelt dat het komt door de diefstal heeft Willem aan de eisen voor een geldig ontslag op staande voet voldaan. Gevolg hiervan is dat er geen opzegtermijn geldt en hij direct van Victor af is. Verheugt, J. W. P. (2010). Inleiding in het Nederlandse recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers, hfdst. 12, p. 411. Aantal punten: 10 Puntenverdeling: 2 punten: art. 7:677 lid 1 BW 2 punten: dringende reden 2 punten: onverwijlde opzegging 2 punten: gelijktijdige mededeling 2 punten: conclusie: gevolg, direct ontslag zonder opzegtermijn en financiële gevolgen.
Eindcijferberekening Maximaal aantal te behalen punten: 100 punten Totaal onderdeel meerkeuzevragen:
40 punten
Totaal onderdeel open vragen:
40 punten
Totaal onderdeel case:
20 punten
Let op: conform artikel 23 van het examenreglement worden de eindcijfers op een decimaal nauwkeurig gewaardeerd. Hierbij wordt niet afgerond, maar afgebroken. Voorbeeld:
61377.am_v1
5,45 -> 5,4 5,49 -> 5,4 5,52 -> 5,5 5,59 -> 5,5
NCOI Opleidingsgroep
5