Aan de gemeenteraad
Zaaknummer Programma Onderwerp
: : Zorg, welzijn, werk en inkomen : Beleidsplan schuldhulpverlening 20122015
Katwijk, 15 mei 2012.
Inleiding Op 1 juli 2012 treedt de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking. Gemeenten krijgen met deze wet expliciet de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening uit te voeren. Volgens de Wgs moet de gemeenteraad een plan opstellen waarin zij de werkwijze van de schuldhulpverlening vastlegt (artikel 2 Wgs). Bijgevoegd Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 strekt daartoe. In het beleidsplan worden de uitgangspunten, missie en doelstelling van de schuldhulpverlening vastgelegd. Eigen verantwoordelijkheid, vergroten van participatie aan de samenleving en rechtvaardig en ondersteunend beleid voor de kwetsbare inwoners zijn hierbij de kernwoorden. Op hoofdlijnen wordt de werkwijze beschreven. De burger kan bij het Budget Informatie Punt (BIP) terecht voor het hele traject van schuldhulpverlening. Er is geen wachtlijst voor de aanmelding. Adviezen Advies cliëntenpanel StaandeBij Het beleidsplan schuldhulpverlening is voorgelegd aan het cliëntenpanel StaandeBij SZW. Dit panel is adviesorgaan voor de bijstandsregelingen die door de afdeling Sociale Zaken worden uitgevoerd. Het panel heeft op 23 april 2012 advies uitgebracht (zie bijlage 2). Het advies heeft niet geleid tot wijzigingen in het beleidsplan. De reactie aan het panel is vastgelegd in bijlage 3. Advies Wmo-adviesraad Het beleidsplan schuldhulpverlening is ook ter advisering voorgelegd aan de Wmo-adviesraad. Het advies van deze raad is 23 april 2012 bij de gemeente binnengekomen (zie bijlage 4). De Wmo-adviesraad plaatst een aantal opmerkingen ter advisering en heeft een aantal vragen. De reactie hierop is vastgelegd in bijlage 5. In de reactie worden de vragen beantwoord en wordt ingegaan op de adviezen. In het beleidsplan is de definitie van de doelgroep in paragraaf 3.2 conform het advies aangepast. Beoogd resultaat Een samenhangend pakket aan schuldhulpverlening biedt de inwoners van Katwijk de noodzakelijke ondersteuning om zodanige financiële zelfredzaamheid te bereiken dat zij (weer) kunnen participeren in de samenleving. Argumenten 1.1
Hiermee wordt invulling gegeven aan een wettelijke verplichting De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening, die 1 juli 2012 in werking treedt, stelt dat de gemeenteraad een beleidsplan schuldhulpverlening opstelt. In het plan dient de raad de werkwijze en een aantal kaders vast te leggen en aandacht te besteden aan de wachttijden. Met dit beleidsplan wordt aan deze verplichtingen voldaan.
1.2 De gemeente Katwijk heeft een maatschappelijke verantwoordelijkheid om te bevorderen dat haar inwoners zodanig financieel zelfredzaam zijn dat zij kunnen participeren in de samenleving. Het hebben van schulden staat vaak deelname aan het maatschappelijk leven in de weg en leidt tot 2
maatschappelijk onwenselijke situaties. Waar nodig worden inwoners ondersteund bij het oplossen van financiële problemen en het wegnemen van belemmeringen, met behoud van de eigen verantwoordelijkheid. Kanttekeningen Geen. Middelen De schuldhulpverlening kent geen specifieke financiering vanuit het rijk. De gemeentelijke schuldhulpverlening wordt gefinancierd vanuit de eigen middelen (Gemeentefonds). Ook de invoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gaat niet gepaard met beschikbaar stellen van middelen door het rijk. De in dit plan opgenomen acties zullen uitgevoerd worden binnen de bestaande budgettaire kaders. De begrote middelen zijn gebaseerd op ervaringscijfers. De toeloop op de schuldhulpverlening laat zich echter niet exact voorspellen. Externe factoren spelen daarbij een rol. Algemeen wordt aangenomen dat het beroep op schuldhulpverlening de komende tijd nog zal toenemen, vanwege de gevolgen van de economische crisis. Mocht zich dit in de toekomst in Katwijk voordoen dan zullen daartoe voorstellen gedaan worden. Commissie Indien van toepassing worden onder dit kopje de aanpassingen beschreven, die naar aanleiding van de commissiebehandeling zijn doorgevoerd.
Uitvoering Na vaststelling wordt het Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015 gepubliceerd en ter inzage gelegd en wordt uitvoering gegeven aan het beleidsplan. Het plan wordt vastgesteld voor vier jaar (2012-2015). Naar verwachting zal voor 2016 en verder een nieuw plan worden opgesteld. Jaarlijks legt het college in de jaarrekening verantwoording af aan de gemeenteraad over de uitvoering van dit plan. Op deze manier is gegarandeerd dat de gemeentelijke schuldhulpverlening ten minste jaarlijks op de agenda van de gemeenteraad staat. Bijlage(n) 1. Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015. 2. Advies cliëntenpanel StaandeBij Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015. 3. Reactie aan cliëntenpanel StaandeBij. 4. Advies Wmo-adviesraad Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015. 5. Reactie aan Wmo-adviesraad.
Burgemeester en wethouders van Katwijk, De secretaris De burgemeester
3
Raadsbesluit Zaaknummer Programma Onderwerp
: Zorg, welzijn, werk en inkomen : Beleidsplan schuldhulpverlening 20122015
De raad van de gemeente Katwijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Katwijk van 15 mei 2012; gelet op artikel2 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;
BESLUIT:
in te stemmen met het Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Katwijk in zijn openbare vergadeling van 5 juli 2012. De voorzitter
4
Beleidsplan schuldhulpverlening 2012-2015
Gemeente Katwijk Afdeling Sociale Zaken April 2012
Samenvatting Schuldhulpverlening is een actueel onderwerp. In de afgelopen jaren is de vraag om ondersteuning bij financiële problemen toegenomen. Steeds meer mensen in Katwijk hebben problemen om financieel rond te komen. De schuldhulpverlening van de gemeente Katwijk wordt aangeboden conform de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs), de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) en de landelijke richtlijnen van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). Het gemeentebestuur van Katwijk wil met het schuldhulpverleningsbeleid ondersteuning bieden voor iedere inwoner met financiële problemen die niet in staat is deze zelfstandig op te lossen. Doel van de hulp is dat de klant (weer) in staat is te participeren in de maatschappij, het liefst schuldenvrij. In deze nota worden de uitgangspunten, de missie en de doelstelling van het schuldhulpverleningsbeleid van Gemeente Katwijk vastgelegd. Eigen verantwoordelijkheid, vergroten van participatie aan de samenleving en rechtvaardig en ondersteunend beleid voor de kwetsbare inwoners zijn hierbij de kernwoorden. Met dit beleid wil de gemeente Katwijk realiseren dat iedere Katwijker, die hulp nodig heeft bij financiële problemen, met zijn vraag bij de gemeente terecht kan. Per individuele hulpvraag wordt een traject op maat aangeboden. De eigen verantwoordelijkheid van de burger staat hierbij voorop. Schuldtrajecten zijn zwaar en daarom zijn de motivatie, alsmede de competenties om dit tot een goed einde te brengen, voorwaarde om resultaat te behalen. Door vroegtijdig hulp te bieden wordt voorkomen dat financiële problemen uitgroeien tot problematische schulden. De preventieve activiteiten worden beschreven. Het loket voor de inwoners van Katwijk is het Budget Informatie Punt (BIP) met een laagdrempelige toegang. De taken van het BIP worden uitgevoerd door een professionele organisatie die werkt volgens de Wgs, de methodiek van de NVVK en de uitgangspunten van deze beleidsnota. Bepaalde back office taken worden door de gemeentelijke afdeling Sociale Zaken uitgevoerd (budgetbegeleiding WWB klanten). Daarnaast vervult het algemeen maatschappelijk werk (AMW) een rol vanwege budgetbegeleiding, psychosociale hulpverlening en het project Broodnodig. De Formulierenbrigade wordt ingezet voor hulp bij het invullen van formulieren en de thuisadministratie. De gemeentelijke schuldhulpverlening staat niet op zich. Er is sprake van een integrale benadering, waarbij via netwerkontwikkeling wordt samengewerkt met ketenpartners. De burger kan bij de gemeente (het BIP) terecht voor het hele traject van schuldhulpverlening. Voor de toegang tot de schuldhulpverlening zal een uitvoeringsregel worden opgesteld. Er is geen wachtlijst voor de aanmelding. Het BIP biedt de hulpvrager inzicht in (de doorlooptijd van) het traject om de schuldenproblematiek samen zo optimaal mogelijk op te lossen.
2
Inhoud Inhoud......................................................................................................................................... 3 1 Inleiding .................................................................................................................................. 4 1.1 Aanleiding voor het beleidsplan ....................................................................................... 4 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4
Landelijke belangstelling .......................................................................................... 4 Toenemende schuldenproblematiek ......................................................................... 5 Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) .................................................. 6 Bestuurlijk belang ..................................................................................................... 6
1.2 Doel van deze nota ........................................................................................................... 7 1.3 Leeswijzer ........................................................................................................................ 7 2 Beleidskader ............................................................................................................................ 9 3 Doelstellingen ........................................................................................................................ 10 3.1 Missie en doelstelling ..................................................................................................... 10 3.2 Doelgroep ....................................................................................................................... 12 4 Situatieschets ......................................................................................................................... 14 4.1 Geschiedenis................................................................................................................... 14 4.2 BIP (Budget Informatie Punt) ........................................................................................ 14 4.3 Overige voorzieningen schuldhulpverlening gemeente Katwijk ................................... 17 4.4 Samenhang uitvoering overige beleidsterreinen ............................................................ 17 5 Wacht- en doorlooptijd.......................................................................................................... 19 6 Preventie ................................................................................................................................ 20 7 Kwaliteit ................................................................................................................................ 22 8 Middelen................................................................................................................................ 23 Bijlage 1 Woordenlijst en afkortingen ................................................................................. 24 Bijlage 2 Werkzaamheden BIP ............................................................................................ 26
3
1 Inleiding 1.1 Aanleiding voor het beleidsplan Op 7 februari 2012 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het voorstel voor de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). De Wgs zal op 1 juli 2012 of 1 januari 2013 in werking treden. De zorgplicht van gemeenten op het gebied van de schuldhulpverlening is hiermee wettelijk ingebed. De wet legt een bodem onder de gemeentelijke schuldhulpverlening, waarbij het uiteindelijke doel is het bereiken van een selectieve, gerichte en effectieve schuldhulpverlening. De Wgs schrijft onder meer voor dat de gemeenteraad een plan vaststelt dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente (artikel 2, lid 1). Deze nieuwe wet vormt de directe aanleiding voor het opstellen van dit beleidsplan. Hiernaast bestaan voor het opstellen van dit beleidsplan andere belangrijke aanleidingen, te weten een toename van de schuldenproblematiek, de daarmee samenhangende vernieuwde werkwijze van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), en bestuurlijke aandacht voor het onderwerp die blijkt uit schriftelijke vragen vanuit de commissie Welzijn. Deze nota beperkt zich tot de gemeentelijk gefinancierde schuldhulpverlening. Hieronder verstaan we de hulpverlening die rechtstreeks door de gemeente wordt gefinancierd. Natuurlijk staat de gemeentelijke schuldhulpverlening niet op zich, maar bevindt zich in een netwerk van hulpverlenende organisaties die elkaar versterken. 1.1.1 Landelijke belangstelling Het vorige kabinet (Balkenende IV) had veel aandacht voor schuldhulpverlening. Een van de pijlers van het beleid van dit kabinet is het voorkomen en wegnemen van drempels die participatie aan de maatschappij en het arbeidsproces in gevaar brengen of belemmeren. Problematische schulden vormen een belangrijke belemmerende factor voor participatie. Een schuldsituatie bemoeilijkt bijvoorbeeld de re-integratie van uitkeringsgerechtigden, maar legt ook een zware druk op huishoudens die afhankelijk zijn van een inkomen uit arbeid. Op veel terreinen werden maatregelen ingezet. Naast de voorbereiding van de Wgs, blijkt dit onder andere uit voorlichtingscampagnes zoals “Blijf positief”. Doel van deze campagne was om mensen wakker te schudden met betrekking tot hun leengedrag en hen weerbaarder te maken tegen de verleidingen van leningen. Ook zijn er strengere regels gekomen voor kredietverstrekkers. Dit zijn enkele van de maatregelen die het vorige kabinet heeft aangekondigd en deels gerealiseerd om te voorkomen dat mensen problematische schulden opbouwen en te bevorderen dat een problematische schuldensituatie wordt opgelost. Het wetsvoorstel gemeentelijke schuldhulpverlening is in eerste instantie door het vorige kabinet ingediend (januari 2010). Het huidige kabinet Rutte heeft het in het voorjaar van 2011 weer opgepakt en een wijzigingsvoorstel ingediend. Dit kabinet stelt de eigen verantwoordelijkheid van de burger voorop en wil een meer selectieve en gerichte toepassing van de schuldhulpverlening mogelijk maken, waardoor ook een beperking van de uitgaven bereikt kan worden. De wet maakt het mogelijk fraudeurs en recidivisten schuldhulpverlening te weigeren. De Tweede Kamer heeft, met enkele wijzigingen, in juli 2011 ingestemd met het wetsvoorstel. De wijzigingen van de Kamer betreffen enkele inhoudelijke eisen aan het plan, een mogelijkheid voor een moratorium en een basisbankrekening. Hierover later meer. De Eerste Kamer heeft op 7 februari 2012 ingestemd met de wet. De verwachting is dat de wet op 1 juli 2012 of 1 januari 2013 van kracht wordt.
4
1.1.2 Toenemende schuldenproblematiek Steeds meer mensen in Nederland hebben moeite rond te komen en komen in de financiële problemen. In 2007/2008 zijn er 693.000 huishoudens met problematische schulden, dit is 9,8% van het aantal huishoudens in Nederland 1. De schuldenproblematiek is de laatste jaren fors toegenomen. Het aantal mensen dat hulp zoekt bij schuldhulpverlening is tussen 2008 en 2009 met 21% gestegen, in 2010 zien we zelfs een stijging van 48%. Daarnaast zijn de hoogte van de schulden, het aantal schuldeisers bij een schuldensituatie en de complexiteit van de schulden toegenomen. Als reden voor deze toename noemt de NVVK - de vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren – voor 2009 met name de economische crisis 2, voor 2010 de nasleep van deze crisis, het inlopen van wachtlijsten en de uitbreiding van het aantal NVVK leden die werken in een groter gebied dan voorheen 3. Ten tijde van het schrijven van dit plan zijn de cijfers van 2011 nog niet beschikbaar. Doordat de economische crisis voortduurt, verwacht men in 2012 een stijging van de schuldenproblematiek. Nederland
2010
2009
2008
2007
Aanvragen schuldregeling
78.986
53.250
44.100
47.500
Financiële problemen of zelfs een problematische schuldsituatie zijn om meerdere redenen onwenselijk. Een schuldsituatie is een probleem in de privésfeer, maar in toenemende mate ook een sociaal maatschappelijk probleem. Hierbij moet gedacht worden aan gezinnen die uit huis worden gezet wegens huurachterstand, afsluiting van gas en licht. Deze problemen leiden weer tot andere problemen in de sociale sfeer, op het werk en brengen mensen in een sociaal isolement. Ook om maatschappelijke redenen zijn schuldsituaties onwenselijk. Recent onderzoek toont aan dat de inzet van schuldhulpverlening leidt tot baten op andere terreinen. Deze zijn het hoogst op de terreinen van het wonen en de uitkeringsverstrekking. Gemiddeld genomen levert een euro inzet aan schuldhulp een besparing (vermeden kosten) van 2,4 euro op andere terreinen op 4. Kenmerken huishoudens met schulden Uit onderzoek 5 blijkt, dat er in Nederland in 2009 bijna 1,8 miljoen huishoudens zijn met een of meer vormen van betalingsachterstand. Dit is 24,8% van alle huishoudens. Ten opzichte van een jaar eerder betekent dit een daling van 2%. In 2010 en 2011 heeft deze daling zich echter niet voortgezet (26,7% en 27,8% van de huishoudens 6). Om goed beleid te kunnen maken is het belangrijk dat men de specifieke groepen huishoudens met kans op betalingsachterstanden of problematische schulden kan onderscheiden: a) Huishoudens in een risicosituatie Huishoudens in een risicosituatie hebben over het algemeen een modaal of bovenmodaal inkomen, maar een forse schuld. Dit zijn 'vrij jonge huishoudens', meestal met een inkomen uit arbeid en vaak zelfs tweeverdieners. Ondanks het (boven)modale inkomen kunnen de huishoudens niet rondkomen. Er is sprake van slecht financieel beheer, te hoge vaste lasten en maandelijkse uitgaven die vrijwel altijd de inkomsten overschrijden. Wanneer deze huishoudens 'de middelbare leeftijd' bereiken, hebben ze hun kredietwaardige inkomenspositie vrijwel geheel verzilverd. Als het bestedingspatroon dan niet wordt aangepast, kunnen vaak de betalingsverplichtingen niet meer worden nagekomen en dan ontstaat er al snel een problematische situatie. b) Huishoudens in een problematische schuldsituatie 1
Huishoudens in de rode cijfers, Panteia, Zoetermeer, 27 juli 2009. Hulp onder druk, schuldhulpverlening ten tijde van economische crisis, jaarverslag 2009, NVVK, Den Haag, april 2010. 3 Schulden het kan iedereen overkomen, jaarverslag 2010, NVVK, Den Haag, juni 2011. 4 Schuldhulpverlening loont!, N. Jungmann & R. van Geuns, Hogeschool Utrecht/Regioplan, 2011. 5 Monitor betalingsachterstanden 2009, Panteia, Zoetermeer, december 2009. 6 Monitor betalingsachterstanden 2010 en 2011, Panteia, Zoetermeer, december 2010 en december 2011. 2
5
Huishoudens in een problematische schuldsituatie hebben vaker een modaal of beneden modaal inkomen. Het grootste deel hiervan bestaat uit huishoudens met een laag inkomen dat net toereikend is voor de noodzakelijke uitgaven. Daarna volgen huishoudens met een modaal inkomen - vaak gezinnen met kinderen - die hun kredietwaardigheid grotendeels verzilverd hebben. Ten slotte zijn er huishoudens met een inkomen op of onder het bijstandsniveau. Vaak gaat het om alleenstaanden, zoals schuldenaren zonder vaste woon- of verblijfplaats en/of met een verslavingsachtergrond. Door de slechtere inkomenspositie van deze huishoudens verloopt het traject tussen het begin van een risico en het ontstaan van een problematische schuld sneller. Wanneer huishoudens maar net voldoende inkomsten hebben om iedere maand rond te komen, kan één onvoorziene rekening het begin van een schuldsituatie inluiden. Het zijn deze huishouden die niet in staat zijn tegenvallers op te vangen. Aanvragen schuldhulpverlening Katwijk Ook in Katwijk is er sinds de invoering van het Budget Informatie Punt (BIP) in 2001 een groei geweest van het aantal aanvragen. Sinds 2010 zien we geen substantiële toename meer van het aantal aanmeldingen. Het gaat hier om het aantal aanmeldingen bij het BIP en niet om het aantal aanvragen voor een schuldregeling. Dit is lager omdat niet elke aanmelding tot een intake of tot een aanvraag schuldregeling leidt. Soms is een eenmalig advies voldoende. Meer cijfers over de schuldhulpverlening in Katwijk zijn te vinden in hoofdstuk 4. 1.1.3 Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) In 2005 en 2006 werd landelijk bij nog geen 20% van de aanvragen voor schuldhulpverlening daadwerkelijk een schuldregeling gestart. Dit betekent dat een grote groep mensen met problemen niet geholpen werd. De reden hiervan is dat men niet aan de voorwaarden voldeed. Daarnaast was er ook sprake van uitval van klanten voor wie de schuldhulpverlening wel was opgestart. Uitval kan verschillende redenen hebben. Het kan zijn dat de klant de afspraken niet nakomt of dat de schuldeisers niet akkoord gaan met het voorstel waardoor het wettelijk traject moet worden gestart. Voor de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK) was de omvang van uitval de aanleiding om de gehanteerde werkwijze en uitgangspunten te herzien. In 2007 heeft de NVVK de vernieuwde werkwijze vastgesteld. Hierbij wordt extra aandacht besteed aan het realiseren van een stabiele situatie van het huishouden. Hierdoor wordt de kans dat de gemaakte afspraken door de klant ook worden nagekomen vergroot. Schuldhulpverlening nieuwe stijl is erop gericht om alle mensen met een financieel probleem toe te laten tot het schuldhulpverleningsproces. De hulpvraag van de klant is leidend. De gemeente Katwijk heeft de werkwijze van de schuldhulpverlening sinds 2001 vormgegeven op grond van de gedragscode van de NVVK 7. Vanaf 2008 is de vernieuwde werkwijze ook in Katwijk geleidelijk ingevoerd. Het landelijke slagingspercentage (definitie NVVK) is na invoering van de nieuwe werkwijze gestegen, van 22% in 2007 naar 34% in 2008. In 2009 is het slagingspercentage iets afgenomen, naar 31%. In 2010 zien we een stijging naar 38%. Het gaat hierbij om het percentage van het aantal aanvragen dat leidt tot het daadwerkelijk starten van een schuldregeling. Als een schuldregeling eenmaal gestart is, leidt ongeveer 70 % tot succesvolle afronding. In Katwijk was in 2010 38% van de schuldregelingen geslaagd, dit komt overeen met het landelijke percentage. Bij dit slagingspercentage gaat het alleen om die trajecten waarbij klanten voldoen aan de voorwaarden voor een schuldenregeling en er een saneringsvoorstel wordt gedaan aan de schuldeisers. De resultaten van advies, crisisinterventie, stabilisatie en begeleiding zijn niet in dit percentage opgenomen. 1.1.4 Bestuurlijk belang Behalve dat de wettelijke verankering en vernieuwing van de werkwijze van de NVVK het noodzakelijk maken om te komen tot een beleidsplan schuldhulpverlening, heeft het ook de belangstelling van het lokale bestuur. Dit blijkt uit het volgende: 7
http://www.nvvk.eu/schuldhulpverlening/gedragscode-NVVK 6
•
•
•
•
In het Collegewerkplan 2010 - 2014 “Werk in uitvoering!”, is het belangrijkste uitgangspunt dat het college van B&W wil “afmaken wat is afgesproken en aanpakken wat om aandacht vraagt”. Bij ombuigingen zullen kwetsbare groepen worden ontzien. Het college blijft activerend beleid voeren uitgaande van het motto: “Als je het niet kan, word je geholpen. Als je het zelf kan, moet je aan de slag.” Dit sluit aan bij de uitgangspunten van de schuldhulpverlening zoals die in Katwijk wordt uitgevoerd. Als beleidsdoel voor 2012 is opgenomen: “preventie van het ontstaan van problematische schulden en handhaving effectieve schuldhulpverlening. Hiertoe wordt de dienstverlening via het Budget informatie Punt en project Broodnodig voortgezet.” Een ander belang dat hierbij speelt hangt samen met de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand en aanverwante regelingen. Het hebben van problematische schulden kan belemmerend werken bij de participatie en re-integratie op de arbeidsmarkt. Schuldhulpverlening kan onderdeel uitmaken van het re-integratietraject. Met de komst van de Wmo is de gemeente verantwoordelijk voor de ondersteuning van burgers die niet in staat zijn om op eigen kracht deel te nemen aan de samenleving. Mensen met problematische schulden hebben vaak problemen met het participeren in de samenleving. Veel sociale activiteiten kosten geld, mensen met schulden kunnen dat niet opbrengen. Daarnaast is voor veel mensen de schuldenproblematiek zo ernstig dat het moeilijk is om de aandacht ergens anders op te richten. Dit heeft gevolgen voor kinderen in deze gezinssituaties. In het Wmobeleidsplan (en de voortgangrapportages) zijn om deze reden de ontwikkelingen in de schuldhulpverlening op onderdelen ook opgenomen. Daarnaast hebben raadsleden de laatste jaren vragen 8 gesteld over de schuldhulpverlening in Katwijk. Deze vragen gingen over aantallen, wachtlijsten, crisissituaties. Ook is aandacht gevraagd voor preventie, met name gericht op jongeren. Mede als gevolg hiervan is de voorlichting aan jongeren in de aanbesteding van de schuldhulpverlening meegenomen.
1.2 Doel van deze nota Met deze nota wordt de missie en de doelstelling van het schuldhulpverleningsbeleid binnen de gemeente Katwijk vastgelegd. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de wettelijke uitgangspunten van de Wgs, het geformuleerde beleid van de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK), de opzet en werkwijze van het Budget Informatie Punt in de afgelopen jaren, de uitgangspunten van het WWBbeleid en het Wmo-beleidsplan. Deze nota beperkt zich tot gemeentelijk gefinancierde schuldhulpverlening.
1.3 Leeswijzer Hiervoor is de achtergrond geschetst van de totstandkoming van deze beleidsnota. In het vervolg komt de schuldhulpverlening zoals deze in Katwijk wordt vormgegeven op hoofdlijnen aan de orde. Hierbij is ook aandacht voor verplichte onderdelen vanuit de Wgs, zoals resultaten, kwaliteitsborging, wachttijd en de doelgroep gezinnen met minderjarige kinderen. In deze nota vallen de volgende producten onder schuldhulpverlening: aanmelding, intake, adviesgesprek, schuldregeling, stabilisatie, budgetbeheer, budgetbegeleiding, verklaringen Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), netwerkontwikkeling, voorlichting/preventie en nazorg. Hoofdstuk 2 geeft het kader waarbinnen het gemeentelijk beleid wordt geformuleerd. De missie en doelstellingen van het schuldhulpbeleid worden verwoord in hoofdstuk 3. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 de huidige situatie in Katwijk beschreven met daarbij aandacht voor gevolgen van de 8
Oktober 2008 ChristenUnie, september 2009 CDA, december 2009 CDA, februari 2010 ChristenUnie, oktober 2010 CDA. 7
nieuwe wet. In de hoofdstukken 5, 6 en 7 worden enkele onderdelen van de wet uitgelicht, waarbij enkele actiepunten voor de uitvoeringspraktijk zijn geformuleerd. Zo ontstaat een beeld hoe in Katwijk de gemeentelijke schuldhulpverlening de komende jaren wordt vormgegeven. Tot slot het financiële kader in hoofdstuk 8.
8
2 Beleidskader De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) zal op 1 juli 2012 of 1 januari 2013 in werking treden. Voor het eerst krijgen gemeenten hiermee een wettelijke taak met betrekking tot de minnelijke schuldhulpverlening. Hiervoor gold geen ander wettelijk kader voor de gemeentelijke schuldhulpverlening dan de algemene zorgplicht van gemeenten voor hun inwoners op basis van de Gemeentewet. De Wgs legt een bodem onder de schuldhulpverlening. De gemeente krijgt de verantwoordelijkheid om schuldhulpverlening te bieden aan haar inwoners. De Wgs schrijft voor dat de gemeenteraad daarvoor een beleidsplan schuldhulpverlening vaststelt. Hierin staan de hoofdzaken van het door de gemeente te voeren beleid betreffende integrale schuldhulpverlening en het voorkomen van schuldproblemen. Verder omvat de Wgs enkele bepalingen over de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de schuldhulpverlening. Een belangrijke bepaling is bijvoorbeeld de maximale wachttijd van vier weken na de aanmelding. De lange wachtlijsten (landelijk) moeten hiermee fors verminderen. Hiernaast is er de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp). Hiermee wordt de wettelijke schuldhulpverlening geregeld, via de rechter. Vanuit het Rijk is aan gemeenten de wettelijke verplichting opgelegd om een zogenaamde Wsnp-verklaring af te geven. Hierin geeft de gemeente aan waarom het minnelijke traject mislukt is. Op basis van deze verklaring kan de klant een verzoek bij de rechter indienen voor het wettelijk schuldsaneringstraject. Buiten deze wettelijke bepalingen hebben gemeenten de vrijheid om zelf regels op het terrein van schuldhulpverlening vast te stellen en mogen zij zelf bepalen hoe zij schuldhulpverlening vormgeven. Naast de Wgs, en de al genoemde Wsnp, zijn er andere wettelijke bepalingen, landelijke convenanten en lokaal beleid waarmee rekening moet worden gehouden. Het wettelijk kader bestaat uit: • De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) • De Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) • De Wet werk en bijstand (WWB) Ongeveer een derde van de klanten van de schuldhulpverlening heeft een bijstandsuitkering. Belangrijk uitgangspunt van de WWB is de eigen verantwoordelijkheid om in eigen onderhoud te voorzien. Schulden kunnen een belemmering zijn voor de re-integratie. Goede schuldhulpverlening is voor deze groep van belang. • De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Goede schuldhulpverlening, met aandacht voor preventie en nazorg is een belangrijk instrument om kwetsbare burgers te helpen om blijvend te kunnen participeren aan de samenleving. Daarnaast is er landelijke regelgeving vanuit het Rijk, zoals het amendement tegen afsluiten van energie. Door de NVVK zijn er gedragscodes voor uitvoerders van schuldhulpverlening en convenanten met grote landelijke schuldeisers opgesteld. Gemeentelijke kaders zijn het collegebeleidsprogramma, de re-integratieverordening, het beleidsplan participatie, het beleidsplan Wmo en opeenvolgende nota’s over de continuering van schuldhulpverlening via het Budget Informatiepunt (BIP).
9
3 Doelstellingen 3.1 Missie en doelstelling Zoals in hoofdstuk twee is aangegeven, heeft schuldhulpverlening voor het eerst een wettelijke basis in de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs). Deze wet legt een bodem onder de gemeentelijke schuldhulpverlening. In dit beleidsplan wordt uitgewerkt wat dit betekent voor de uitvoering van de schuldhulpverlening door de gemeente Katwijk. Daarnaast is reeds aangegeven dat schuldhulpverlening samenhangt met de WWB en de Wmo. Het is van belang een duidelijke relatie vast te leggen tussen de uitgangspunten van de WWB en de Wmo met het schuldhulpverleningsbeleid. Om te komen tot een missie moet eerst helder zijn wat verstaan wordt onder integrale schuldhulpverlening. Definitie: Integrale schuldhulpverlening is een samenhangend hulpaanbod van preventie tot en met nazorg met als doel zowel financiële problemen als de oorzaak hiervan op te lossen of te stabiliseren, zodanig dat ze geen belemmering vormen om te participeren in de samenleving. Het gaat bij de gemeentelijke schuldhulpverlening om het ondersteunen van een inwoner bij het vinden van een oplossing voor financiële problemen, maar ook bij het vinden van een oplossing voor de eventuele oorzaken hiervan of voor omstandigheden die verhinderen dat de financiële problemen kunnen worden opgelost. Daarbij wordt maatwerk wordt toegepast. De eigen verantwoordelijkheid en gedragsverandering van de klant staan hierbij voorop. Daarnaast houdt integrale schuldhulpverlening in dat zoveel mogelijk voorkomen wordt dat problematische schulden (weer) ontstaan (schuldpreventie). Hieronder wordt weergegeven binnen welke kaders de doelstelling schuldhulpverlening wordt geformuleerd. 1. Collegewerkplan In dit werkplan ‘Werk in uitvoering’ is gesteld dat de Gemeente Katwijk de komende jaren de vastgestelde plannen daadwerkelijk gaat uitvoeren. Uitgangspunt is een duurzaam sluitende meerjarenbegroting. Hierbij gelden onder andere de volgende twee uitgangspunten: - bij ombuigingen worden kwetsbare groepen ontzien en - geen problemen doorschuiven naar toekomstige generaties. Verder blijft het college activerend beleid voeren uitgaande van het motto: “Als je het niet kan, word je geholpen. Als je het zelf kan, moet je aan de slag.” De schuldhulpverlening zoals die in Katwijk wordt uitgevoerd, hanteert deze uitgangspunten: preventie, hulp waar nodig en nazorg. Schuldhulpverlening is een onderdeel van het programma nummer 4 Zorg, Werk en Inkomen. Als beleidsdoel is opgenomen: preventie van het ontstaan van problematische schulden en handhaving effectieve schuldhulpverlening. Hiertoe wordt de dienstverlening voor klanten via het BIP en via project Broodnodig voortgezet. 2. Wgs Deze wet heeft als doel een effectievere gemeentelijke schuldhulpverlening. Een belangrijke maatregel om dit te bereiken is het wettelijk inbedden van de taak van gemeenten op het terrein van de integrale schuldhulpverlening. Dit betekent dat er bij schuldhulpverlening niet alleen aandacht moet zijn voor het oplossen van de financiële problemen van een klant maar ook voor eventuele omstandigheden die op enigerlei wijze in verband kunnen staan met de financiële problemen, zoals psychosociale factoren,
10
relatieproblemen, de woonsituatie, de gezondheid, de verslaving of de gezinssituatie. Het is van belang in het kader van de schuldhulpverlening de eventuele oorzaken die ten grondslag liggen aan het ontstaan van de schulden, zo mogelijk weg te nemen. Hetzelfde geldt voor het wegnemen van omstandigheden die het oplossen van problematische schulden in de weg staan. 3. WWB Werk boven uitkering en eigen verantwoordelijkheid zijn belangrijke uitgangspunten van de WWB. Als het de burger zelf niet lukt om in eigen inkomen te voorzien, heeft de gemeente de verantwoordelijkheid om de burger naar werk te begeleiden en indien nodig daarnaast een uitkering te verstrekken. In Katwijk is de doelstelling van het participatiebeleid WWB: meedoen naar vermogen. Centraal staat meedoen aan de reguliere betaalde arbeidsmarkt. Is dat (nog) niet mogelijk dan geldt: meedoen aan de maatschappij. Met de Wet werken naar vermogen (een uniforme regeling voor de onderkant van de arbeidsmarkt) wil het kabinet bereiken dat meer mensen met een beperking die nu aan de kant staan via werk in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. De huidige doelgroepen van de WWB en een deel van de Wajong en de Wsw zullen onder deze nieuwe wet gaan vallen. Beoogde invoeringsdatum is 1 januari 2013. 4. Wmo In het Wmo-beleidsplan 2012-2015 is de visie op maatschappelijke ondersteuning vastgelegd in 16 onderdelen. Hieruit: ‘De burger is zelf verantwoordelijk om tijdig in zijn ondersteuningsbehoefte te voorzien. De gemeente treedt op als vangnet voor burgers die de benodigde ondersteuning niet zelf kunnen organiseren of financieren. …. Kortom, de gemeente Katwijk wil de “zwakkeren” ondersteunen en hen helpen met het weer oppakken van de eigen verantwoordelijkheid, al dan niet met blijvende ondersteuning’. In het plan is ook aandacht voor de niet-kwetsbare groepen. De eigen verantwoordelijkheid van de burger blijft voorop staan. Het gemeentelijk vangnet vult aan waar nodig. Bovenstaande komt samen in de onderstaande missie en doelstelling van schuldhulpverlening in Katwijk. Missie De gemeente Katwijk biedt iedere natuurlijke persoon met (potentiële) financiële problemen op laagdrempelige wijze advies en hulp. Doelstelling Doel van de dienstverlening via het BIP is het vergroten van zelfredzaamheid en het bevorderen van participatie van burgers, waarbij arbeidsparticipatie voorop staat. Binnen de gemeente Katwijk kan iedereen hulp aanvragen die in financiële problemen terecht is gekomen dan wel dreigt te geraken. Door het aanbieden van laagdrempelige voorlichting en informatie wordt gerealiseerd dat minder mensen problematische schulden krijgen. De burgers die reeds in financiële problemen zijn geraakt krijgen ondersteuning waar nodig (maatwerk). Zij worden begeleid naar een leven waar financiële problemen geen belemmering meer vormen en waarbij zij het liefst vrij van schulden maatschappelijk kunnen participeren. Als dit (nog) niet lukt wordt een stabilisatietraject ingezet. Achterliggende problematiek die leidt tot het ontstaan van de financiële problemen, wordt aangepakt door goede doorverwijzing naar en samenwerking met de ketenpartners. De eigen verantwoordelijkheid en motivatie van de burger blijven hierbij belangrijke uitgangspunten.
11
Uitgangspunten Bovenstaande leidt tot de formulering van de volgende uitgangspunten: • Zowel het oplossen van de financieel-technische kant van de schulden als het realiseren van gedragsverandering ter voorkoming van nieuwe schulden staan centraal bij integrale schuldhulpverlening. • Degene die zich in een problematische schuldsituatie manoeuvreert, is primair zelf daarvoor verantwoordelijk; hij/zij moet zich daarvan bewust zijn c.q. bewust worden gemaakt. De schuldenaar is de probleemeigenaar. • Schuldhulpverlening moet klantgericht, helder en eindig zijn. Met de klant worden afspraken gemaakt, vastgelegd in een schuldhulpverleningsplan. Dit bestaat uit een doelperspectief inclusief de daarbij behorende afspraken over gedragsmatige aspecten, de financieel-technische verplichtingen waaraan de klant moet voldoen, de aard en omvang van de begeleiding en inzicht in de doorlooptijd. • Klanten die de afspraken niet nakomen krijgen eerst een schriftelijke waarschuwing. Een tweede keer wordt het traject afgesloten. Hier kan in uitzonderlijke gevallen van worden afgeweken. • Een aanpak in samenwerking (volgens het principe 1 gezin 1 plan) is uitgangspunt waar het gaat om klanten die met meervoudige problematiek en verschillende instellingen te maken hebben. Dit houdt in: samenwerking met en onderlinge doorverwijzing tussen de verschillende hulpverleningsorganisaties waarbij er één regisseur is. • Burgers met (problematische) schulden kunnen ongeacht de hoogte van hun inkomen een beroep doen op schuldhulpverlening.
3.2 Doelgroep - Inwoners van Katwijk, niet zijnde zelfstandig ondernemer. - Ongeacht de hoogte van het inkomen. - Met een vraag op het gebied van financiën/schulden. - Van wie redelijkerwijs is te voorzien dat zij niet kunnen doorgaan met het betalen van de schulden of die verkeren in een toestand dat zij zijn opgehouden te betalen. Katwijk kiest voor een brede toegankelijkheid van de schuldhulpverlening aan natuurlijke personen. Geen groepen mogen op voorhand worden uitgesloten van schuldhulpverlening. Zelfstandigen vallen niet onder de Wgs. De regering is van mening dat gemeentelijke schuldhulpverlening niet toegankelijk kan zijn voor zelfstandigen met een nog functionerende onderneming. Voor zelfstandigen staat een andere weg open (banken, Kamer van Koophandel, Bijstandsbesluit zelfstandigen (Bbz 2004), Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf (IMK). Een zelfstandige die zijn onderneming heeft beëindigd komt dus wel in aanmerking voor gemeentelijke schuldhulpverlening. In Katwijk is wel geregeld dat zelfstandigen een gesprek bij het BIP kunnen aanvragen, waarin de situatie wordt bekeken en een advies wordt gegeven over de mogelijke stappen die de zelfstandige kan zetten. Hierbij wordt eventueel doorverwezen naar bovengenoemde instanties. De Wgs regelt verder dat dak- en thuislozen zich kunnen wenden tot de daarvoor in het kader van de WWB aangewezen centrumgemeenten. Voor inwoners van Katwijk is dat de gemeente Leiden. Een aparte doelgroep in de Wgs vormen de gezinnen met inwonende minderjarige kinderen. Als gezinnen met inwonende minderjarige kinderen een beroep doen op schuldhulpverlening is er sprake van extra kwetsbaarheid. Voorkomen moet worden dat een dergelijk gezin op straat komt te staan. Voor deze doelgroep bestaan regionale afspraken ter voorkoming van afsluiting van energie en is een convenant voorkoming huisuitzettingen voorbereid (zie onder 4.4). Kern van de afspraken is een sluitende aanpak tussen woningcorporatie, GGD/Meldpunt Zorg en Overlast en de gemeente
12
(BIP/Sociale Zaken). Niet alleen gezinnen met inwonende kinderen vallen onder het convenant, het kan ook gaan om kwetsbaarheid door meervoudige problematiek. Het college bepaalt of een inwoner in aanmerking komt voor de schuldhulpverlening. Over de specifieke voorwaarden voor toelating tot de schuldhulpverlening via het BIP Katwijk zal een uitvoeringsregel worden opgesteld. Hierin wordt vastgelegd aan welke voorwaarden burgers moeten voldoen om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening. Op grond van de Wgs mogen gemeenten schuldhulpverlening weigeren aan personen die fraude hebben gepleegd of al eerder gebruik hebben gemaakt van schuldhulpverlening. Om in aanmerking te komen voor schuldhulpverlening, moet de schuldenaar in ieder geval ingezetene zijn die rechtmatig verblijf houdt in Nederland. Na inwerkingtreding van de Wgs valt de schuldhulpverlening binnen de Algemene wet bestuursrecht. Wordt de schuldenaar afgewezen voor de schuldhulpverlening, dan kan hij daartegen bezwaar maken en eventueel in beroep gaan. Binnen dat kader is het van belang het aanbod en de voorwaarden vast te leggen. Actiepunt Uitvoeringsregel opstellen voor de toelating en uitsluiting.
13
4 Situatieschets 4.1 Geschiedenis Sinds 2001 kunnen de Katwijkse en Valkenburgse burgers bij het Budget Informatie Punt van de gemeente Katwijk terecht voor hulp bij hun schulden. Vóór 2001 was de schuldhulpverlening onderdeel van het reguliere takenpakket van de consulenten Werk en Inkomen van de afdeling Sociale Zaken. De toenmalige gemeente Rijnsburg nam niet deel aan het BIP, maar huurde zelf schuldhulpverlening in. Sinds de fusie (2006) is het BIP er voor alle inwoners van de nieuwe gemeente Katwijk. Een terugblik op de nota’s verschenen tussen 2000 en 2009 levert het beeld op van een steeds groeiende vraag naar hulp bij schulden. Van de inzet van 0,5 FTE in 2001 naar een inzet van rond de vier FTE in 2010. In de loop der jaren zijn de activiteiten van het BIP uitgebreid tot het gehele traject van de schuldhulpverlening. Door de snel stijgende vraag is regelmatig een wachtlijst ontstaan (langer dan vier weken wachten op het aanmeldgesprek). Door hierop extra in te zetten, is er sinds 2008 geen wachtlijst meer. In 2009 is de inkoop van de schuldhulpverlening voor het eerst aanbesteed. In het bestek zijn de uitgangspunten voor de schuldhulpverlening van de gemeente Katwijk geformuleerd. Daarnaast is schuldhulpverlening onderdeel van het participatiebeleid. Het kan een voorwaarde zijn voor re-integratie op de arbeidsmarkt en als onderdeel van een traject worden ingezet. Schuldhulpverlening is flankerend beleid voor de uitvoering van de WWB. In het meerjarenbeleidplan Wmo is schuldhulpverlening benoemd als onderdeel van preventie. De rest van dit hoofdstuk geeft een overzicht van de huidige activiteiten van de gemeente Katwijk op het gebied van schuldhulpverlening.
4.2 BIP (Budget Informatie Punt) Vanuit het BIP wordt een integrale aanpak gehanteerd met zowel preventieve als curatieve werking. In gemeente Katwijk is ervoor gekozen om volgens het onderstaande model schuldhulpverlening vorm te geven: Activiteit /product
Uitvoerder
-
BIP (gemeente Katwijk) (juli 2009 -juli 2013 Westerbeek)
Preventie en voorlichting (o.a. budgetcursus) Aanmelding Adviesgesprek Integrale intake Schuldregeling Stabilisatie Budgetbeheer Afgifte Wsnp verklaringen Nazorg
- Budgetbegeleiding - Budgetbegeleiding doelgroep gemeentelijke uitkering
Kwadraad (Maatschappelijk Werk) Gemeente (Afdeling Sociale Zaken, team Werk en Inkomen)
14
Doelgroep Inwoners van Katwijk met een (dreigende) schuldenproblematiek, die niet als zelfstandige werkzaam zijn. Er geldt geen inkomensgrens voor schuldhulpverlening. Uitvoering De uitvoering wordt verricht conform de NVVK gedragscodes en richtlijnen. Dit is een eis geweest bij de aanbesteding. Ook de huidige aanbieder, Westerbeek COD BV, is lid van de NVVK. Er zijn diverse voordelen verbonden aan het lidmaatschap. Bijvoorbeeld: • Schuldeisers zijn eerder bereid om mee te werken aan een schuldsaneringstraject indien de bemiddelaar een NVVK-lid is. • De NVVK volgt landelijke ontwikkelingen op schuldhulpverlening en budgetbeheer en zorgt dat haar leden hierover worden geïnformeerd. • De NVVK onderhandelt met landelijke organisaties om te komen tot convenanten waarbij de belangen van de schuldenaren en schuldeisers zo goed mogelijk worden behartigd. • De NVVK neemt deel aan het proces van certificering van de beroepsgroep. De leden van de NVVK worden op de hoogte gehouden van de actuele ontwikkelingen over dit onderwerp. Het schuldhulpverleningstraject is ingedeeld in twee fases. In fase 1 wordt het probleem van de schuldenaar geïnventariseerd. In deze fase wordt de totale schuldenlast opgemaakt en wordt gekeken naar het inkomen van de schuldenaar en of er mogelijkheden zijn om dit inkomen te vergroten. Hierbij wordt bekeken of er meer gewerkt kan worden en of de schuldenaar gebruik maakt van alle beschikbare inkomensondersteunende regelingen zoals zorg- of huurtoeslag. In die fase kan geconstateerd worden dat een financieel probleem opgelost kan worden met slechts een advies aan de schuldenaar. Deze mogelijkheid doet zich vooral voor als de schuldenaar zich tijdig meldt en de schulden nog niet problematisch zijn. De NVVK en haar leden zetten, met schuldhulpverlening nieuwe stijl, extra in op preventie en zij willen zo meer mensen in fase 1 al definitief kunnen helpen met hun financiële probleem. In fase 2 wordt een concrete oplossing gezocht voor het schuldenprobleem. Bij een schuldregeling bemiddelt de schuldhulpverlenende instantie tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. De schuldenaar komt in aanmerking voor een minnelijke schuldregeling als hij in een problematische schuldsituatie verkeert. Hiervan is sprake als redelijkerwijs is te voorzien dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of als hij heeft opgehouden te betalen. De schuldregeling geldt hiermee als het zwaarste instrument dat de schuldhulpverlening in het minnelijke traject ter beschikking staat, omdat een schuldregeling tegen finale kwijting wordt verleend. Van de schuldeisers wordt dus verwacht dat zij hun vordering op de schuldenaar voor een deel kwijtschelden. De schuldregeling verschilt hiermee van andere oplossingsmogelijkheden, zoals de betalingsregeling, omdat bij deze oplossingen volledige terugbetaling van het totale schuldenpakket het resultaat is. Als geen akkoord wordt bereikt, kan een wettelijk traject worden ingezet (Wsnp). De schuldregeling wordt om voornoemde reden alleen ingezet bij problematische schulden, zoals hierboven gedefinieerd. Recente ontwikkelingen Belangrijke ontwikkelingen binnen de gemeentelijke schuldhulpverlening zijn: • Vernieuwde werkwijze NVVK: vraaggericht (maatwerk) en aandacht voor stabilisatie. Deze methodiek is een middel om de doelstellingen van het gemeentelijke schuldhulpverleningsbeleid te realiseren. De vernieuwde werkwijze werkt als volgt: Een klant met een dreigend financieel probleem meldt zich. Na het aanmeldingsgesprek volgt een probleemanalyse (integrale intake). Op basis van de probleemanalyse wordt een plan van aanpak gemaakt. In dit plan is het samen met de klant oplossen van het probleem het uitgangspunt. Dit kan zijn met alleen een adviesgesprek, alleen schuldbemiddeling of het stabilisatietraject. Financiële rust en stabiliteit in het huishouden is het eerste doel. Vanuit de gerealiseerde stabiliteit stroomt de klant indien mogelijk en noodzakelijk door naar schuldbemiddeling. De stabiliteit zorgt voor een verhoogde kans op het slagen van het minnelijke traject. Uit de ervaringen is gebleken dat
15
•
•
•
•
de combinatie van alle verschillende onderdelen van de methodiek de slagingskans van een schuldhulpverleningstraject vergroot. Inzet van budgetbeheer. Budgetbeheer wordt ingezet wanneer de klant tijdelijk niet in staat is het eigen inkomen te beheren. Hierbij kan o.a. worden gedacht aan mensen die moeite hebben om zich aan te passen aan een terugval in inkomen door bijvoorbeeld een scheiding. Klant moet in dat geval ‘leerbaar’ zijn om het inkomen uiteindelijk weer zelfstandig te beheren. Ook bij het stabiliseren van de schuldensituatie kan budgetbeheer een onderdeel zijn van het traject. Het proces van aanmelding tot intake is actiever ingericht, zodat er minder uitval is tijdens periode tot de intake (de klant wordt sneller uitgenodigd voor het eerste gesprek, er is meer ondersteuning bij de aanvraag e.d.). Ook wordt de Formulierenbrigade ingeschakeld (zie onder 4.3). De wachttijd is verkort, waardoor klanten beter gemotiveerd blijven. Er is meer aandacht voor netwerkontwikkeling/voorlichting met als doel goede samenwerking met organisaties in het veld. Om schuldhulpverlening te laten slagen is het van belang samen te werken en verbinding te zoeken. Hulpverleners kunnen elkaar aanvullen. Zo geeft het BIP regelmatig voorlichting bij ketenpartners. Een ander voorbeeld is het project Grip op de Knip Katwijk dat, aanvullend op de professionele hulpverlening, werkt met vrijwilligers (maatjes) die een klant tijdens het vaak langdurige traject kunnen steunen, opdat zij het volhouden. Nieuwe elementen in de Wgs: gebruik moratorium en basisbankrekening. Moratorium Met de nieuwe wet krijgen gemeenten ook de mogelijkheid om een moratorium aan te vragen. (art. 4a Wgs). Het moratorium is bedoeld om tijd en rust te creëren om een structurele oplossing te organiseren. Het college kan de rechtbank verzoeken een afkoelingsperiode af te kondigen, waarin schuldeisers voor een periode van maximaal zes maanden al hun invorderingsmaatregelen moeten staken. Dit moratorium moet worden gezien als een uiterste middel om een oplossing in het minnelijke traject te bewerkstelligen. Het instrument mag daarom niet te lichtvaardig en te vroeg in het proces van schuldhulpverlening worden ingezet. Het moratorium zal pas in werking treden op het moment dat het wetsvoorstel kostenverhoging griffierechten is aangenomen. In een algemene maatregel van bestuur zullen nadere voorwaarden worden gesteld voor inzet van dit ingrijpende instrument. Momenteel wordt dit nader uitgewerkt. Basisbankrekening Het recht op een basisbankrekening is via een amendement aan de wet toegevoegd. Soms hebben mensen om uiteenlopende redenen geen eigen bankrekening meer. Door het merendeel van de banken was er al een convenant afgesloten om mensen toegang te geven tot een bankrekening met basisdiensten (geen roodstand), maar dit convenant werkte in de praktijk niet altijd goed. Daarom meent de wetgever dat het nu noodzakelijk is om dit per wet te regelen. Banken moeten dan nieuwe klanten accepteren, indien dit naar het oordeel van de gemeente noodzakelijk is voor de schuldhulpverlening. Beide instrumenten worden opgepakt en tot onderdeel gemaakt van het huidige instrumentarium. Zodra er meer duidelijkheid is, kunnen ze in de toekomst worden ingezet.
Omvang Het BIP heeft een gemiddeld klantenbestand van 150 in 2010 en 172 in 2011. Fase
Activiteit Aanmelding Crisisinterventie
Fase 1
Eenmalig advies Intake, inventarisatie, rapportage, dossiervorming Overdracht en afstemming budgetbegeleiding
Aantal 2011
Aantal 2010
227
286
4
21
74
96
111
154
32
7
16
Fase 2 Nazorg Overig
100% betalingsregelingen
17
21
Schuldregeling
53
29
Wsnp
25
14
Nazorg (heronderzoeken)
22
19
Budgetbeheer
37
33
2
3
Budgetcursus (groepen)
In bijlage 2 staat omschreven wat de diverse werkzaamheden van de schuldhulpverlener van het BIP inhouden.
4.3 Overige voorzieningen schuldhulpverlening gemeente Katwijk Formulierenbrigade In 2008 is de Formulierenbrigade opgericht. De Formulierenbrigade is een project met een tweeledig doel. Ten eerste krijgen klanten met een uitkering de kans om met scholing en begeleiding werkervaring op te doen. Doel is uit te stromen naar een reguliere baan. Daarnaast is de Formulierenbrigade er om het niet gebruik van regelingen voor minima tegen te gaan. Het team doet een voorzieningencheck en helpt met het invullen van formulieren bij mensen die daar moeite mee hebben. Ze leren om het daarna zelf te doen. Ook helpt de Formulierenbrigade met het ordenen van de administratie (thuisadministratie), zodat mensen meer klaar zijn voor een traject bij het BIP. Voor de schuldhulpverlening via het BIP is de inzet van de Formulierenbrigade een preventieve activiteit. De Formulierenbrigade wordt gedeeltelijk gefinancierd vanuit het Participatiebudget (voormalig W-deel). Daarnaast worden werkzaamheden met behoud van uitkering verricht (I-deel; participatiebanen). Broodnodig Het project Broodnodig is op initiatief van Platform Kocon gestart in juni 2007. Inmiddels is het structureel ingebed en ondergebracht bij het Algemeen Maatschappelijk Werk (Kwadraad). Het project biedt ondersteuning aan kwetsbare inwoners bij financiële problemen en richt zich met name op klanten van de Voedselbank Katwijk en andere inwoners die bestaande wegen voor (financiële) ondersteuning niet kunnen vinden. Het project past binnen de doelstellingen van de Wmo en is opgenomen in het Wmo beleidsplan. Klanten worden op weg geholpen met informatie, advies en kortcyclische ondersteuning en begeleiding. Het project ontvangt subsidie via het Welzijnsprogramma.
4.4 Samenhang uitvoering overige beleidsterreinen Wet werk en bijstand Schuldhulpverlening kan ingezet worden als middel voor het realiseren van de doelstellingen binnen het WWB-beleid. Schuldproblemen kunnen een belemmering vormen voor de participatie. Wmo De samenhang met de Wmo is de deelname aan het maatschappelijk leven van kwetsbare groepen in de samenleving. Ook hier kan schuldenproblematiek een belemmering vormen voor deze deelname. Openbare geestelijke gezondheidszorg: Het opstellen van een convenant voorkomen huisuitzettingen is een voorbeeld van samenhang tussen schuldhulpverlening en het beleidsterrein (Openbare) geestelijke gezondheidszorg. Het Regionaal Kompas ZHN is de uitvoeringsagenda behorend bij de beleidsvisie voor de Verslavingszorg en de Maatschappelijke opvang in Zuid-Holland Noord. Eén van de doelen van het Regionaal Kompas is dat het aantal huisuitzettingen van kwetsbare groepen in de regio als gevolg van huurschulden eind 2013 met 75% is teruggebracht ten opzichte van 2008. Doel is tot een sluitende lokale aanpak te komen. Een convenant is opgesteld, waarin afspraken
17
staan tussen partijen om huisuitzettingen terug te dringen en te voorkomen. Hieraan werken mee: Dunavie, GGD (Meldpunt Zorg en Overlast) en de gemeente. De bedoeling is dat het convenant begin 2012 door deze partijen getekend wordt. Daarnaast heeft het bestuurlijk overleg OGGZ een advies uitgebracht aan de gemeenten in de regio Zuid-Holland Noord over hoe te handelen bij dreigende energie-afsluitingen (proefperiode winter 2011-2012. De gemeente Katwijk handelt conform deze regionale werkwijze. Hier wordt samengewerkt met het Meldpunt Zorg en Overlast van de GGD en Kwadraad (AMW). Zorgoverleg /Meldpunt Zorg en Overlast Een ander voorbeeld is het Zorgoverleg Katwijk. Hierin vindt multidisciplinaire afstemming plaats voor wat betreft de dienstverlening aan sociaal kwetsbare mensen met zorg-mijdend gedrag. Schulden maken vaak deel uit van de problematiek. Het Zorgoverleg Katwijk is aangesloten bij het regionaal werkende Meldpunt Zorg en Overlast (GGD). De gemeente Katwijk heeft hierin de rol van voorzitter.
18
5 Wacht- en doorlooptijd Wachttijd Onder wachttijd verstaan we de periode die ligt tussen het eerste contact met de klant en het aanmeldgesprek. Het aanmeldgesprek is het gesprek met de klant waarin de hulpvraag wordt vastgesteld. Op grond van de Wgs bestaat een maximale wachttijd (artikel 4, leden 1 en 2). De maximale wachttijd bedraagt vier weken. De gemeente heeft dus vier weken de tijd om een eerste gesprek te voeren met de schuldenaar. In geval van een crisissituatie is dat drie werkdagen. Van een crisissituatie spreken we bij gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektra of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering. Het BIP Katwijk hanteert kortere wachttijden. Ons streven is dat het aanmeldingsgesprek binnen één week plaatsvindt. In een crisissituatie is dat binnen 24 uur. Wat willen we bereiken? Geen wachtlijst: - 85 % van de aanmeldingen vindt plaats binnen 1 week. - De maximale wachttijd voor het aanmeldgesprek is vier weken. Bij een crisissituatie: - 85 % binnen 24 uur aanmeldingsgesprek. - De maximale wachttijd is drie werkdagen. In de praktijk blijkt 100% binnen 1 week niet haalbaar. Soms kan of wil de klant niet eerder een afspraak maken. Actiepunt Met Westerbeek zijn afspraken gemaakt over bovengenoemde doelstellingen. Een wachtlijst mag niet ontstaan. We spreken van een wachtlijst als het aanmeldgesprek niet binnen vier weken na de eerste melding kan worden ingepland. De streefpercentages zullen worden gemonitord. Doorlooptijd De Wgs bepaalt dat de gemeente inzicht geeft in de doorlooptijd van het aanmeldgesprek tot het bereiken van het resultaat (artikel 4 lid 3). Dit betekent dat de klant inzicht moet hebben in de doorlooptijd van een traject. Dit is niet een standaard aantal weken, dit zal per klant verschillen (maatwerk). Belangrijk is dat de klant weet wat hij kan verwachten en weet wat hij zelf moet doen om de doorlooptijd te behalen. Actiepunt In de werkafspraken met Westerbeek opnemen dat de doorlooptijd van het traject met de klant wordt doorgenomen. De klant moet inzicht hebben in het aantal weken dat het traject in beslag zal nemen.
19
6 Preventie Preventie is voorkomen dat er problemen ontstaan door van te voren in actie te komen. Het doel van schuldpreventie is het voorkomen van financiële problemen en daarmee ook te voorkomen dat er belemmeringen voor participatie en/of maatschappelijke kosten ontstaan. We definiëren schuldpreventie als volgt 9: Schuldpreventie is een mix van maatregelen, activiteiten en voorzieningen die er op gericht zijn dat mensen financieel vaardig worden en zich zo gedragen dat zij hun financiën op orde houden. Vanuit het BIP doen we op verschillende manieren aan preventie. Hieronder een opsomming van de preventieve maatregelen die in Katwijk vanuit het BIP worden ingezet. Kennis en vaardigheden aanleren - Informatie en advies Soms is het geven van informatie en advies voldoende om een klant op weg te helpen. De klant wordt bijvoorbeeld geleerd hoe hij een betalingsregeling kan treffen met een schuldeiser. De klant kan voorbeeldbrieven meekrijgen. Het BIP heeft een spreekuur voor korte vragen en is elke werkdag telefonisch te bereiken voor informatie en het maken van een afspraak. - Budgettraining “Omgaan met geld” In elk geval twee keer per jaar organiseert het BIP een budgettraining. Deze bestaat uit acht groepsbijeenkomsten van twee uur. Deze training is gericht op: bewustwording, inzicht in financiën, inkomsten en uitgaven, vaardigheden tot het opstellen van een begroting, omslag van korte termijn denken naar lange termijn denken, communiceren met schuldeisers, kennis van administratie. Ook inwoners die (nog) geen problematische schulden ervaren, kunnen zich aanmelden. Daarmee wordt deze training ook ingezet als preventief instrument. - Voorlichtingsbijeenkomsten Regelmatig wordt voorlichting gegeven door het BIP over schuldhulpverlening en de werkwijze van het BIP. Vaak is dit bij netwerkpartners, intermediairs. Soms is dit op aanvraag, soms neemt het BIP het initiatief. De voorlichting is ook van belang voor de vroegsignalering. - Vroegsignalering Vroegsignalering van schuldenproblematiek is een belangrijke vorm van preventie. Doel is schulden tijdig te signaleren zodat deze, voordat zij problematisch worden, aangepakt kunnen worden. Door tijdig in te grijpen wordt voorkomen dat mensen dieper in de problemen komen. Er zijn verschillende instellingen, organisaties en hulpverleners die signalen kunnen ontvangen. Om vroeg te kunnen signaleren, moeten de betrokkenen bewust zijn waar men op moet letten. Het niet openen van de post is bijvoorbeeld één van de signalen. Door medewerkers van betrokken organisaties te scholen in het herkennen van de signalen en hen goed te informeren over waar zij terecht kunnen met de signalen, wordt de vroegsignalering versterkt. Door middel van de hierboven genoemde voorlichtingsbijeenkomsten die de medewerkers van het BIP organiseren voor de netwerkpartners wordt hieraan gewerkt. - Hulp Formulierenbrigade Via de Formulierenbrigade kunnen mensen hulp krijgen bij het invullen van formulieren en leren zij om het formulier de volgende keer zelf in te vullen. Via een voorzieningencheck worden mensen gewezen op financiële regelingen. Ook kunnen mensen hulp krijgen bij het ordenen van de administratie, waarbij ze, indien mogelijk, leren dit voortaan zelf te doen. De formulierenbrigade gaat op huisbezoek.
9
Schuldpreventiewijzer, februari 2011, N. Jungmann en F. van Iperen, MOgroep, NVVK, VNG, Divosa, Nibud. 20
-
Voorlichting/budgetlessen op scholen Westerbeek heeft een lesprogramma dat ingezet kan worden op middelbare scholen. Standaard gaat het om een serie van drie budgetlessen.
Gedragsverandering - Budgetbegeleiding De klant krijgt inzicht in zijn budget en leert zelf zijn budget beheren. De hulpverlener coacht de klant daarin. De klant leert op een verantwoorde manier met geld om te gaan. Doel is het verkrijgen van inzicht in de inkomsten en uitgaven, het voeren van een overzichtelijke administratie en het afstemmen van de uitgaven op het beschikbare budget. Er wordt ook gewerkt aan gedragsverandering. Zo wordt voorkomen dat de klant in de toekomst nieuwe schulden maakt.
21
7 Kwaliteit Met de inwerkingtreding van de Wgs krijgt de gemeente de wettelijke taak om toe te zien op de kwaliteit van de schuldhulpverlening. In het beleidsplan moet worden aangegeven welke maatregelen de gemeente neemt om de kwaliteit te borgen van de wijze waarop de schuldhulpverlening wordt uitgevoerd. Bij de aanbesteding van de schuldhulpverlening in het BIP zijn eisen gesteld aan de kwaliteit van de aanbieder. Dit betreft de technische bekwaamheid. Dit is aangetoond met referenties van soortgelijke opdrachten. Daarnaast een beschrijving hoe de kwaliteit van de dienstverlening gewaarborgd wordt (kwaliteitskeurmerk en borging van kwaliteit en continuïteit van het personeel). Er dient een privacyen klachtenreglement te zijn. Westerbeek, de huidige aanbieder, heeft aan deze eisen voldaan. Kwaliteitsborging Kwaliteit van het proces Westerbeek zorgt voor monitoring van de kwaliteit van het proces via een klantvolgsysteem. Dit systeem dient als basis voor rapportages. Per kwartaal wordt een rapportage opgeleverd en vindt een overleg plaats waarin de gemeente deze rapportages bespreekt met Westerbeek. In het klantvolgsysteem worden alle doorlooptijden vastgelegd. Wekelijks wordt de voortgang van de processen bewaakt waardoor direct kan worden bijgestuurd. Kwaliteit van de dienstverlening Onder de kwaliteit van de dienstverlening vallen de klantbejegening en de inhoud van het proces. Van belang is de kwaliteit van de medewerkers. De medewerkers die worden ingezet hebben minimaal HBO niveau en ervaring met de werkzaamheden. Elke medewerker bij Westerbeek volgt een scholingsen ontwikkelprogramma (basisopleiding, werkbegeleiding, coaching, intervisie, bijscholing). Dit is een continu proces. Ook het eerder genoemde lidmaatschap van de NVVK geldt als een kwaliteitskenmerk. Westerbeek is lid van de NVVK.
22
8 Middelen De middelen voor schuldhulpverlening bestaan uit (een deel van) de uitkering van het rijk aan het gemeentefonds. De uitkering aan het gemeentefonds is niet vormgegeven in een zogenaamde doeluitkering en de gemeente is daarom vrij om zelf te bepalen welke gelden beschikbaar worden gesteld aan schuldhulpverlening. De begroting 2012 levert het volgende overzicht op: In euro
2012
2013
2014
2015
154.000
154.000
154.000
154.000
68.000
68.000
68.000
68.000
222.000
222.000
222.000
222.000
Beschikbare middelen Structurele gemeentelijke middelen - Diensten door derden (Westerbeek/Kwadraad) - Subsidies WZP (Kwadraad/Broodnodig) Totaal
In den lande verwacht men op dit moment voor de nabije toekomst vanwege de economische crisis een toename van het aantal hulpvragers. Mocht deze stijging zich in Katwijk voordoen, dan zal het budget op enig moment niet toereikend zijn. Vooralsnog zien we in Katwijk de eerste twee maanden van 2012 geen noemenswaardige stijging van het aantal aanmeldingen. Een stijging van de uitgaven kan ook voortkomen uit een procentueel groter beroep op de schuldregeling, daar dit het duurste traject is. De eerste twee maanden van 2012 laten hierin een stijging zien. Mocht deze stijging zich in de loop van 2012 voortzetten, dan wordt dit meegenomen in de P&C cyclus.
23
Bijlage 1 Woordenlijst en afkortingen WOORDENLIJST Aflossingscapaciteit: het bedrag dat de schuldenaar dient af te dragen voor de aflossing van zijn schulden. De aflossingscapaciteit wordt vastgesteld door het inkomen te verminderen met het voor de schuldenaar vastgestelde Vrij Te Laten Bedrag. Beschermingsbewind/bewindvoering: Bewindvoering is een voorziening die bedoeld is voor mensen die door hun lichamelijke of geestelijke situatie problemen hebben met hun financiële administratie en/of het omgaan met geld. Het bewind is erop gericht misbruik van hen te voorkomen. Budgetbeheer: Het geheel van activiteiten in het kader van het beheren van het inkomen van de klant en het overeenkomstig het vastgestelde budgetplan verrichtten van betalingen voor de klant. Budgetcoaching/budgetbegeleiding: Het aanleren van kennis en vaardigheden zodat de klant in de toekomst blijvend zijn financiën zelfstandig kan beheren. Hoeveel gesprekken hiervoor nodig zijn hangt van de persoonlijke situatie en het kennisniveau van een klant af. Het kan individueel of in groepsverband plaatsvinden. Financieel beheer: het beheren van de ten behoeve van de schuldeisers gereserveerde gelden door het openen van een rekening bij de schuldregelende instelling of een daartoe aangewezen financiële instelling. Minnelijk traject: De schuldenaar is verplicht om vooraf aan het wettelijke traject om er alles aan te doen om de schulden minnelijk te regelen. Het woord minnelijk geeft aan dat de schulden in den minne worden geregeld met de schuldeisers. De schuldhulpverlener doet bij de schuldeisers een voorstel waarin staat welk bedrag maandelijks kan worden afgelost voor een periode van 36 maanden. De hoogte van dit bedrag wordt berekend volgens landelijke normen. Gewaarborgd wordt dat de schuldenaar een inkomen op of rond het bijstandsniveau behoudt. Extra inkomsten moeten worden aangewend ter aflossing. Indien er binnen deze periode sprake is van inkomensstijging of inkomensdaling, wordt het aflossingsbedrag aangepast. Moratorium: afkoelingsperiode, waarin schuldeisers alle invorderingsmaatregelen opschorten. Problematische schuldsituatie: Definitie NVVK: de situatie waarin van een natuurlijke persoon redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden, of waarin hij heeft opgehouden te betalen. Schuldregelende instelling: een lid van de NVVK. Schuldregeling: bij een schuldregeling bemiddelt de schuldregelende instelling tussen de schuldenaar en zijn schuldeisers om een minnelijke regeling van de totale schuldenlast te bewerkstelligen. Schuldregelingsovereenkomst: een overeenkomst waarin de rechten, verplichtingen en voorwaarden van de schuldenaar en het lid van de NVVK ten behoeve van de schuldregeling zijn opgenomen. Totale schuldenpositie: alle achterstallige betalingsverplichtingen inclusief rente en kosten. Vrij te laten bedrag (VTLB): het volgens de norm berekende bedrag dat de schuldenaar nodig heeft voor de betaling van zijn kosten van levensonderhoud en zijn vaste lasten. Wettelijk traject: Het wettelijke traject is de uitvoering van de Wet schuldsanering natuurlijke personen. De gemeente geeft de Wsnp-verklaring af. Vervolgens bepaalt de rechter of de persoon in aanmerking komt voor een wettelijke schuldsanering. Het traject van de wettelijke schuldenregeling duurt gemiddeld 3 tot 5 jaar. Een bepaald percentage van de totaalschuld wordt hiermee aan de schuldeisers betaald. Een aangewezen bewindvoerder draagt zorg voor de belangen van de schuldeisers, of zorgt dat de aflossing plaatsvindt. Alle post gaat direct naar de bewindvoerder.
24
AFKORTINGEN BIP: Budget Informatie Punt IMK: Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf NVVK: Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet VLTB: vrij te laten bedrag Wgs: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening Wmo: Wet maatschappelijke ondersteuning Wsnp: Wet schuldsanering natuurlijke personen WWB: Wet werk en bijstand WWNV: Wet werken naar vermogen Wsw: Wet sociale werkvoorziening Wajong: Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten
25
Bijlage 2 Werkzaamheden BIP Caseload
De klanten zijn opgenomen in schuldhulpverlening en of budgetbeheer. De schuldhulpverlener is aanspreekpunt voor de klant, schuldeisers, hulpverleners en andere betrokkenen. De volgende werkzaamheden worden verricht: • Integrale intake In de probleemanalyse verzamelt de schuldhulpverlener alle benodigde informatie. Op basis van deze informatie wordt een plan van aanpak gemaakt. In dit plan worden alle stappen beschreven die nodig zijn om te komen tot een duurzame oplossing van de problemen. Doel van een integrale intake is om inzicht te verkrijgen in de financiële situatie en de eventuele samenhang met immateriële problemen. Tevens wordt onderzocht of de klant voldoende in staat is om het schuldhulpverleningstraject in te gaan. Een intake resulteert in een inventarisatie van de schulden, een berekening van het vrij te laten bedrag (aflossing), een inschatting van de psychosociale problematiek en een plan van aanpak. In dit plan van aanpak wordt onder andere meegenomen welke andere hulpverlening ingezet zal moeten worden om de eventuele achterliggende problemen aan te pakken, zoals verslavingszorg of maatschappelijk werk. De klant krijgt inzicht in de mogelijkheden en doorlooptijden. • Informatie en Advies Deze module houdt in dat een persoon met een financiële hulpvraag een gesprek aan kan gaan over de situatie. Tijdens dit gesprek wordt informatie en advies verstrekt. Soms kan een klant op weg geholpen worden met een brief naar de schuldeisers om daarna zelfstandig verder te kunnen. Vooral huishoudens waar de situatie nog niet problematisch is kunnen met informatie en advies worden geholpen. • Crisisinterventie Doel van de crisisinterventie is om ontruiming of afsluiting te voorkomen om vervolgens de schuldhulpverlening op te starten. Het is van groot belang dat de crisis in goed overleg met de lokale en regionale crediteuren wordt opgelost. Daarna volgt meestal eerst een stabilisatietraject. • Stabilisatietraject De kern van het integrale schuldhulpverleningsbeleid wordt gevormd door het stabilisatietraject. De financiële situatie wordt eerst duurzaam gestabiliseerd. Pas als er rust is, wordt indien mogelijk overgegaan tot het regelen van de schulden. Het kan dus zijn dat een bepaalde groep hulpvragers niet verder gaan naar een vervolgtraject. Binnen het stabilisatietraject kunnen de volgende zaken worden aangeboden: Inkomensreparatie Budgetbeheer Beschermingsbewind Budgetbegeleiding Betalingsregelingen Flankerende hulp • Schuldregeling De schuldhulpverlener bemiddelt tussen de schuldeisers en de klant met als doel een schuldregeling tot stand te krijgen voor maximaal 36 maanden tegen finale kwijtschelding. De schuldregeling is pas rond indien alle schuldeisers akkoord gaan met het voorstel. Indien enkele schuldeisers niet akkoord gaan met de regeling, vraagt de schuldhulpverlener in een aantal
26
•
•
•
•
gevallen een dwangakkoord aan bij de rechtbank. Hercontrole/nazorg Elk jaar of na elke financiële wijziging zal er een hercontrole plaatsvinden. Tijdens deze hercontrole zal er gekeken worden of de klant zich aan alle verplichtingen heeft gehouden, hoeveel er gereserveerd is voor de schuldeisers en zal er een nieuwe berekening worden gemaakt worden van de aflossing. Gedurende het hele schuldentraject (gemiddeld 3 jaar) zal de schuldhulpverlener de klant motiveren en stimuleren om aan de oplossing voor de schuldenproblematiek te (blijven) werken. In nazorg wordt contact gehouden met een klant die een bemiddelingstraject heeft doorlopen. Hierbij wordt indien nodig advies gegeven om te voorkomen dat de persoon opnieuw in een schuldensituatie terecht komt. Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) Indien het minnelijke schuldentraject niet tot stand kan komen, door bijvoorbeeld schuldeisers die niet akkoord zijn gegaan met het bemiddelingsvoorstel, zal de schuldhulpverlener een verzoekschrift opstellen en indienen bij de rechtbank. Budgetbegeleiding Tijdens de schuldhulpverlening zal de klant indien nodig budgetbegeleiding ontvangen. Door middel van budgetbegeleiding leert de klant zelf zijn budget beheren. De hulpverlener coacht de klant daarin. De klant leert op een verantwoorde manier met geld om te gaan. Doel is het verkrijgen van inzicht in de inkomsten en uitgaven, het voeren van een overzichtelijke administratie en het afstemmen van de uitgaven op het beschikbare budget. Er wordt ook gewerkt aan gedragsverandering. Zo wordt voorkomen dat de klant in de toekomst nieuwe schulden maakt. Klanten met een indicatie voor budgetbegeleiding worden vanuit het BIP aangemeld bij het AMW of bij de medewerker werk en inkomen (SOC) via een warme overdracht. Budgetbeheer Budgetbeheer is een op maat gesneden dienst om mensen te ondersteunen bij het voorkomen/oplossen van financiële problemen. Doel is eerst rust te creëren in een onoverzichtelijke situatie van schulden. Wanneer de schulden worden aangepakt, kan de klant zijn overzicht in zijn reguliere financiële huishouding leren terug te krijgen. Het creëren van nieuwe schulden wordt voor de klant beperkt en schuldeisers zijn verzekerd van (door)betaling van de lopende termijnen. Budgetbeheer is vaak in combinatie met schuldhulpverlening, maar kan ook preventief worden ingezet of in combinatie met de Wsnp.
Aanmeldingen
Aanmeldingen komen binnen via telefoon, e-mail, brief of spreekuur. Er volgt een afspraak voor het aanmeldgesprek. Tijdens dit gesprek wordt informatie verstrekt over schuldhulpverlening. De klant en zijn vraag staan hierbij centraal. De schuldhulpverlener geeft tijdens de aanmelding direct advies zodat de klant meteen een aantal acties kan ondernemen, zoals het openen van een nieuwe bankrekening of het aanvragen van landelijke- en gemeentelijke voorzieningen. Er vindt een beoordeling plaats of er sprake is van een acute noodsituatie, zoals een dreigende ontruiming of afsluiting van gas en elektriciteit. Indien hiervan sprake is, onderneemt de schuldhulpverlening direct actie. De vraag van de klant wordt duidelijk en vervolgstappen afgesproken.
Voorlichting
Door preventie en voorlichting worden nieuwe financiële probleemsituaties voorkomen en mensen met financiële problemen gewezen op de mogelijkheden om hun situatie op te lossen. Het gaat zowel om voorlichtingsbijeenkomsten als 27
het preventief inzetten van instrumenten als budgetbeheer. Ongeveer 3 x per jaar geven de schuldhulpverleners een voorlichtingsbijeenkomst over de mogelijkheden van schuldhulpverlening. Dit kan ook op verzoek. Er is foldermateriaal beschikbaar. Speciale aandacht gaat uit naar de doelgroep jongeren (budgetvoorlichting op scholen). Budgetcursus
Minimaal twee keer per jaar geven de schuldhulpverleners de budgetcursus “Uitkomen met inkomen”. Het doel is om tijdens zes bijeenkomsten de deelnemers inzicht te laten krijgen in hun uitgaven patroon en te leren rondkomen met het inkomen.
Spreekuren
Het BIP houdt 1 keer per week spreekuur in het gemeentehuis van Katwijk. Klanten kunnen hier zonder afspraak terecht voor informatie over geldzaken. Verder is het BIP tijdens kantooruren telefonisch bereikbaar.
Netwerkontwikkeling Hier gaat het om ondersteunende activiteiten zoals overleggen en maken van werkafspraken met instanties.
28