Nieuwsbrief van Vink • September 2002
75 jaar Vink: altijd een stoel met vijf poten, zodat er altijd zekerheid en stevigheid is September in het teken van 75 jaar Vink Met gepaste trots presenteren we u ons jubileumnummer. We zijn niet zozeer trots vanwege deze uitgave van de Vinkview, maar vanwege het feit dat we 75 jaar bestaan. Een jubileum dat voor een familiebedrijf in onze sector geen geringe prestatie is. Deze Vinkview komt uit in september, een bewuste keus, want dat is de maand waarin wij ons jubileum vieren. September is ook de maand waarop precies drie jaar geleden de eerste Vinkview verschenen is. Een eigen blad waarin we onze contacten willen laten weten wat er zoal speelt bij Vink, en dat is meestal meer dan mensen denken. Onze opa wilde al een bedrijf met verschillende poten, ‘zodat je altijd een goede basis hebt’. Dat is nog steeds zo. Bovendien hebben we de neiging om niet snel ‘nee’ te zeggen tegen opdrachtgevers, waardoor onze activiteiten steeds verder uitgroeien. Ook spelen we in op de vragen uit de markt. De Vinkview is een eigen productie onder leiding van een redactiecommissie. Reacties zijn altijd van harte welkom, we staan open voor suggesties. Deze keer is uiteraard gekozen voor een inhoud die te maken heeft met ons jubileum; een presentatie van het bedrijf nu, met uitstapjes naar vroeger. Veel oudere werknemers aan het woord, maar ook de jongere generatie. Een kijkje achter de schermen dus. De volgende Vinkview zal in 2003 verschijnen en als bedrijf gaan we het laatste kwartaal in van 2002. Een kwartaal waarvan we veel van verwachten, ondanks berichten uit de ‘markt’. De landelijke recessie heeft ons de afgelopen maanden gelukkig nauwelijks geraakt. Dat komt in mijn visie mede door de kern van vaste opdrachtgevers. Onze manier van werken geeft veel ruimte in planning, waardoor je ook je eigen bezetting constant kunt houden. Onze jongste uitbreiding is de start van een professionele grondbank. Maar hierover en over andere ontwikkelingen leest u in ons volgende nummer meer. Eerst is het tijd voor feest. Henk Vink
Vink is een begrip in Barneveld en wijde omgeving met de kenmerkende gele kleur van haar wagenpark. Niet iedereen weet dat Vink zo’n veelomvattend bedrijf is. Toch heeft de familie Vink, van oprichter Henk Vink, zijn drie zonen Hendrik (sr.), Joop en Evert en voor de huidige generatie Henk en Rob Vink, altijd als bedrijf een stoel met vijf poten willen zijn, voor zekerheid en stevigheid. Als er dan een poot wegviel, dan had je genoeg andere dingen om door te kunnen gaan.
mooi gebruiken voor een wesseltakel. Dat is eigenlijk zo gebleven. Als we een investering wilden doen, dan gingen we eerst de klanten langs om de uitstaande rekeningen op te halen. Met een tas vol geld gingen we dan een dragline kopen en lekker contant afrekenen.’’ Waar vader Vink ook de grondslag voor gelegd heeft is een bepaalde gemoedelijkheid, en waardering voor ieders werk, hoe klein of groot ook. ,,Hij kreeg iedereen aan het werk. Altijd liepen er jongens uit de buurt die bij
1
Contant afrekenen Oprichter Henk Vink nam 75 jaar geleden een slepersbedrijfje over. Hij hield van paarden en wilde naast zijn werk als betonijzervlechter best wat aan vervoer doen. Door zijn contacten in de aannemerswereld ging het vervoerwerk al snel lopen: zand voor metselaars, hout voor boeren, takkenbossen voor de bakkers. Hij bracht binnen het bedrijf ook meteen een aantal normen en waarden aan die grotendeels nog steeds gelden. Zo werkte hij liever eerst het geld bij elkaar voor een investering dan te gaan lenen. Zoon Hendrik Vink vertelt: ,,Mijn vader ging op de fiets naar ’s Heerenberg om daar een tank in te graven. Dat deed hij zelf, met een schop eerst 6 kuub uitgraven. Daarmee verdiende hij veertig gulden, die kon hij
Vink wilden werken. Voor het betonijzervlechten had hij een clubje, die haalde hij ’s ochtends eerst uit bed. Dan ging hij pannenkoeken bakken en dan samen aan het werk. En bij de aanleg van De Steenkamp in Voorthuizen, toen we nog maar twee auto’s hadden, waren er allerlei kinderen die wilden helpen. >>>. I
N
H
O
U
D
• Historie
1
• Aannemingsmaatschappij • Grond-, Weg- en Waterbouw
3
• Transportbedrijf
6
• Tankinstallatie
8
• Betonmortel
9
• Afvalverwerking
10
• Milieutechnisch Adviesburo
11
>>> Aan het eind van de week deelde hij dan papieren rijksdaalders uit aan alle helpers, hoe jong ook. Tenslotte klaarden ze wel met z’n allen de klus.’’ Met z’n allen de klus klaren, dat is nog steeds de werkfilosofie bij Vink. De medewerkers zijn duidelijk betrokken bij het bedrijf, er wordt hard gewerkt wordt,dat wordt ook gevraagd, maar er is ook waardering, van hoog tot laag en omgekeerd. Rob Vink: ,,Wij zijn hier altijd bereikbaar, de lijnen zijn heel kort. Dat is gebleven, ook al zijn we nu een stuk groter. En we hebben te maken met een strenge en stringente regelen wetgeving. Dat was in de tijd van de tweede generatie anders. Dat wil niet zeggen dat er toen minder gelet werd op kwaliteit, integendeel. Maar toen was er minder bekend over de gevolgen van wat je deed. Nu zijn er strenge eisen ten aanzien van veiligheid en milieu, en dat is ook goed. Wij willen daar graag aan voldoen. Want wat is gebleven van vroeger is de inzet, het proberen ons werk zo goed mogelijk te doen.’’
2
De groei De groei van Vink is vooral ontstaan na de jaren tachtig. Henk Vink: ,,In het begin van de negentiger jaren hadden we hier ongeveer 70 medewerkers. Nu zitten we met 160 mensen. Die groei is mede te danken aan het principe dat we geen ‘nee’ verkopen. In de jaren tachtig gingen veel
Vink Holding bestaat uit: _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _
Aanleg tankinstallaties Aannemingsbedrijf GWW Afvalverwerking Asbestsanering Bodemsanering en sanering tank installaties Containerdienst en verhuur opslag- en kantoorunits Kraanverhuur Levering betonmortel en betonmixerverhuur Milieutechnisch Adviesburo Levering, plaatsing en verhuur van waterzuiveringsinstallaties Ontwikkeling woningbouwlocaties en bedrijventerreinen Totaalonderhoud bedrijventerreinen zowel onder- als bovengronds Transportbedrijf met specialiteit zwaar transport Verhuur breek- en zeefinstallaties Verhuur wegbebakeningsmaterialen en noodstroomaggregaten Zand- en grindhandel
bedrijven, vanwege de economische recessie, terug naar hun kernactiviteit. Hier gingen we eigenlijk dwars tegen die trend in. Als de klant ergens om vraagt, zeggen we altijd ‘ja’, toen en nu. Daardoor hebben we ons veel verder ontwikkeld dan onze opa misschien wel ooit heeft durven dromen. De oorsprong van de groei ligt wel bij onze bestaande klanten, die steeds meer van ons vragen,omdat onze bestaande dienstverlening goed bevallen is. Onze dienstverlening is flexibel, maar door bijvoorbeeld een full-concept product te leveren neem je problemen weg voor de opdrachtgever. Dan zijn wij het vaste aanspreekpunt. Gebeurt er iets, dan lossen wij het probleem voor de opdrachtgever op. Een hele groot voordeel voor ons is dat we al enorm veel in eigen huis kunnen realiseren: wij hebben machines, auto’s beton, puinbrekers, noem maar op. Daardoor heb je veel gemakkelijker de mogelijkheden om alles van begin tot eind te regelen en als opdrachtgevers dat eenmaal weten maken ze er graag gebruik van.’’ Vink is allang geen plaatselijk familiebedrijf meer, al liggen de wortels overduidelijk in Barneveld. Een deel van de activiteiten speelt zich daar af, het bedrijf is er gevestigd, de afvalverwerking is een opvallend onderdeel, maar een deel van het werk wordt in het gehele land uitgevoerd, eigenlijk ook al vanaf het begin. De installatietak was altijd al landelijk. De aannemerij is na de jaren tachtig explosief gegroeid en de transportonderneming de laatste tien jaar.
Rob: ,,Als je gaat groeien, dan moet je je vleugels wel uitspreiden over het land, want dan biedt je eigen regio niet meer voldoende werk om alle mensen aan de gang te houden. Als ondernemer streven wij ook expansie na, en meestal wil je sneller dan de regels toestaan, maar dat is ondernemen: snel beslissen, snel uitvoeren. Wij stoten onze neus dan ook wel eens, het blijft een verkennen van de grenzen, maar we blijven wel steeds in gesprek. Eigenlijk is er binnenshuis zo’n
zelfde mentaliteit. We kunnen elkaar hier ongezouten de waarheid zeggen, maar aan het eind van de week drinken we wel weer samen een kopje koffie. Of wat anders. Dat kan allemaal omdat je weet dat je met elkaar voor de zaak staat en dat we met elkaar dezelfde visie uitdragen. Kwaliteit, daar gaat het echt om. Deels bereiken we dat door scholing van onze mensen, deels door te zorgen voor uitstekend materieel. Maar vooral: door de onderlinge mentaliteit. Want niet alleen wij als Vinken zijn trots op ons bedrijf, dat zijn al onze medewerkers.’’
Aannemingsmaatschappij GWW
Evert van Rootselaar en Gert van den Hudding van het Aannemersbedrijf:
,,Er is nu veel meer aandacht voor persoonlijke veiligheid’’ Medewerkers van Vink zijn vaak trouwe medewerkers, dat bewijst hun staat van dienst. Evert van Rootselaar en Gert Hudding, respectievelijk 36 en 34 jaar in dienst: ,,Als het goed loopt en je bent tevreden, dan blijf je ook gewoon. Het werk is leuk en gevarieerd. Nu staan we in Stroe, straks zitten we in Den Haag. Het is alletwee leuk. Ons werk is wel enorm verandert. Toen we begonnen was veiligheid een vaag begrip. Je deed je werk gewoon, maakte niet uit hoe het voor elkaar kwam. De woorden ’het kan niet’ kwamen niet in het woordenboek van de gebroeders Vink voor. Niet voor hun werknemers, maar zeker ook niet voor henzelf. En omdat zij dat voorbeeld gaven ging je daar zelf ook in mee. Dus je tilde, je hijste, je repareerde, kortom je deed alles. Als je een monteur moest laten komen dan vond Joop Vink, onze baas, dat verschrikkelijk. Je had zelf gereedschap bij je, daarmee deed je ter plekke het onderhoud. Maar goed, in die tijd kon je ook verstand hebben van machines, alles werkte mechanisch, terwijl het nu allemaal elektronica is, daar mogen we niet eens aankomen. Vroeger reden we nog met een GMC-tje uit het leger, een 6 x 6. Daar mocht je niet harder mee rijden dan 50 tot 55 kilopeter per uur, anders rammelde alles eronder uit. Die wagens waren eigenlijk voor personenvervoer, en wij reden er zand mee vanaf de zandafgraving in Garderen. Mooie tijd! Los van die elektronica is het materieel enorm verbeterd. Als je nu iets niet kunt tillen, komt er een grotere machine. Vroeger moest je de kettingen aan elkaar knopen als ze tekort waren, nu laat je even een nieuwe komen. Er is veel meer
aandacht voor persoonlijke veiligheid ook. Er wordt overal op gelet: op geluid, op omgeving. Vroeger ging je ergens meteen aan het graven, nu worden er eerst bodemmonsters genomen. Je krijgt beschermingsvoorschriften mee en in de cabine van je voertuig is altijd schone lucht. Dat lijkt omslachtig soms, maar uiteindelijk gaat het wel om je eigen gezondheid. Het nadeel van het nieuwe materieel is dat je met minder man toe kan. Voor het bedrijf is dat goed, maar vroeger werkte je met een hele ploeg mensen ergens aan, dat was wel erg gezellig. Nu staan we vaak met z’n tweeën. Het voordeel is weer dat we heel zelfstandig zijn. We hebben wel een werkschema, maar niemand kijkt op onze vingers, het is onze eigen verantwoording. Die krijg je volop bij Vink en dat maakt het werken ook leuk.
We hebben mooie projecten vaak. Elk werk heeft zijn uitdaging, en wij zien vaak ook iets terug van wat we maken. Kijk, een riool leg je onder de grond, daar zie je niets van. Maar de waterpartijen in de gemeente Barneveld, in de wijken De Vaarst en Norschoten, met hun bijzondere taluds, dat is ook ons werk. En heel bijzonder was de aanleg van een nieuwbouwwijk in Roosendaal (bij Arnhem). Daar ligt in een glooiend landschap een hoogteverschil van 25 meter, dat is echt een uitdaging, hoor. Daar hebben we drie maanden lang grondwerk gedaan, schitterend werk. Nu maken we hier een tennisbaan met een talud eromheen. Dat lijkt gemakkelijk, maar juist dat talud vergt veel aandacht. Daar doe je dan ook je best voor, dat het straks, als het klaar is, mooi is voor de mensen.’’
3
Aannemingsmaatschappij GWW
Gert van Omme:
,,Slopen is niet zo eenvoudig als het lijkt’’ Gert van Omme: ,,Sloopwerk, dat past me. Dat vind ik mooi werk. En als je werk doet dat je ligt, dan heb je het naar je zin. Er is de afgelopen jaren wel heel veel veranderd in het sloopwerk, met name op het gebied van regelgeving. Dat maakt het er, zeker voor mensen van mijn generatie (59 ben ik), er niet altijd eenvoudiger op. Het werk is niet minder geworden, en er is heel veel papierwerk bijgekomen. Slopen is niet zo eenvoudig als het lijkt. Het is werk waar je goed mee om moet gaan. Je kunt er dan ook niet zomaar iedereen aanzetten. Ik werk met een vaste ploeg die weet dat het vaak meer gaat om demonteren dan slopen. Als je aan de bron kunt selecteren, is het goedkoper, maar niet gemakkelijker.’’
Recycling: zuinig zijn met grondstoffen
4
Bij slopen hoort recycling. Johnny Kraai: ,,Ik ben nog relatief jong in dit vak, zes jaar geleden begon ik met de mobiele puinbrekers. Gert sloopt, en ik verwerk het puin tot korreltjes: menggranulaat 040. Daar zijn we voor gecertificeerd. Die mobiele puinbrekers zijn een grote uitkomst. Daar trekken we het hele land mee in om ter plaatse menggranulaat te maken. Dat scheelt transportkosten en vaak ook stortkosten. Door aan de bron te recyclen houd je de kosten ook in de hand. Meer machines zijn ‘mobiel’ gebouwd voor: we hebben ook een houtshredder en mobiele zeefinstallaties. Alles om zo goed mogelijk ter plaatse te kunnen werken. Ook al kost recycling meer dan storten, we moeten zuinig zijn op grondstoffen. En omdat de markt daar ook om vraagt, is het iets waar we als Vink graag in stappen. We behoren duidelijk tot de grotere van Nederland, zeker met de zeefinstallaties. Vink is een kapitaalkrachtig bedrijf en heeft daardoor binnen de provincie ook grotere projecten aan kunnen nemen. Sinds kort zijn de provinciegrenzen opengesteld voor het vervoer van afval. Hierdoor kunnen we ook projecten buiten Gelderland aannemen en weten we zeker dat we de benodigde kennis in huis hebben.’’ Een voorbeeld van een groot project is De Oude IJssel in Doetinchem. Daar
wordt 123.000 ton baggerspecie gereinigd van vuil en asbest. Een groot project van anderhalf jaar, waarbij Vink niet alleen voor de sanering zorgt, maar ook voor het transport, het maken van een depot, het zeven en het scheiden van de grond. Voor dat laatste wordt een eigen ontwikkelde rupsmobiele leesunit gebruikt. Op dit moment wordt bij Vink een machine ontwikkeld om nog kleinere deeltjes uit grond te zuiveren. ,,Ook dat is een aspect van Vink. Als we er geen machine voor hebben, proberen we
hem zelf te ontwikkelen. Tenslotte weten we precies wat we nodig hebben. Het prettige van een organisatie als Vink is dat er goed geluisterd wordt naar de mensen in het veld en dat je dus ook de kans krijgt om dingen te ontwikkelen. Als je iets wilt, weet je binnen een dag of je er mee verder kunt. Geen ellenlange vergaderingen dus, maar korte lijnen. Het leuke is dat je dus ook zelf een beetje ondernemer kunt zijn, binnen Vink.’’
Gert Mulder:
,,Bij Vink moest je altijd van alles doen’’ ,,Ik heb 35 jaar bij Vink gewerkt en 35 jaar schik gehad. In 1964 ben ik begonnen, bij Evert Vink, een uitstekende baas. Iemand die wat voor je over had, op het werk, maar ook daarbuiten. Hij heeft me bijvoorbeeld nog gereden op mijn trouwdag met zijn Mercedes. Je moest wel hard werken, maar daar kreeg je ook wat voor: veel vertrouwen en veel kansen. En elke
week een loonzakje, dat was toen nog. Als chauffeur had ik ook onkosten, zoals telefoontjes, overtochten met pontjes, een maaltijdje ergens, dat was nooit een probleem. Integendeel, ik kreeg er zelfs vaak een aardige fooi bovenop. Ik ben begonnen als chauffeur op een zandwagen. In die tijd reed je nog met
een kuubje of vier, vijf, bijvoorbeeld naar kippenboeren. Dan kiepte je het zand zo via een raam het kippenhok in, hoefde de boer ook niet te scheppen, alleen maar uitspreiden over de bodem voor een schone kippenschuur. Ruim twintig jaar heb ik op het machinetransport gezeten, heel mooi werk dat je door het hele land brengt. >>>
Aannemingsmaatschappij GWW
>>> Je moest wel altijd veel zelf leren. Ze deden het wel even voor, maar daarna mocht je zelf aan de gang en zo leerde je en passant dingen als het bedienen van een bulldozer. Maar je kwam ook wel eens voor verrassingen te staan. Zo heb ik eens een bulldozer van de verkeerde kant van de trailer afgereden, een val van een meter ongeveer. Maar alles werkte nog, dus geen probleem en Evert Vink lachte erom toen ik het vertelde. En rijden met een kraanwagen op je dieplader stelt ook eisen, vooral als je afslaat moet je oppassen dat je geen telefoonpaal meeneemt, want de trekhaak van de kraan gaat nog even rechtdoor als jij al draait. Nu zijn er allemaal opleidingen voor chauffeurs, een goede zaak, toen moest je vooral veel in
de praktijk leren. Er blijven dingen die je je altijd herinnert, die voor mij leuk zijn. Zo heb ik alle trottoirbanden voor de wijk Barneveld-Zuid gereden. Daar denk je dan toch wel weer even aan als je door die wijk komt. En bij heel veel boeren heb ik nog een asfaltweggetje gelegd. Want ja, als er even geen vervoer was, moest je toch aan het werk, dus deed je van alles. Vink had toen zelf nog een barbergreen, een asfaltmachine. En dan kwam ik later met een walsje, om het netjes af te werken. Want dat hebben we altijd gedaan, welke klus we ook hadden, alles werd netjes afgewerkt, en vaak met heel veel plezier.’’
Gijs van den Top van Aannemingsmaatschappij:
,,Wat we zelf kunnen doen hoeven we niet uit te besteden, het maakt je onafhankelijk’’ ,,Henk Vink heeft graag vrolijke mensen om zich heen. Dat zegt iets over de werksfeer. Bij Vink houden we niet van moeilijk doen. Dat straal je uit, en dat in combinatie met de veelzijdigheid van het bedrijf maakt Vink aantrekkelijk voor opdrachtgevers. We zeggen eigenlijk nooit ‘nee’ al moeten we wel eens goed nadenken over een oplossing. Daardoor houd je ook je vaste opdrachtgevers die al jarenlang terugkomen. Dat is eigenlijk wel uniek, wij hoeven niet de markt op om aan acquisitie te doen. Dat wil niet zeggen dat we er niks voor doen, juist wel. Ik werk hier nu zeven jaar, een relatieve jongeling dus, en ik kan niet anders zeggen dan dat ik trots ben dat ik hier mag werken. Alles is hier goed voor
elkaar, met eigen materieel. De visie is dat we zoveel mogelijk zelf doen,want wat we zelf kunnen hoeven we niet uit te besteden. Je bent dan ook niet afhankelijk van anderen. Bovendien vindt de opdrachtgever dat prettig, je biedt hem een vast aanspreekpunt, iemand die zijn problemen oplost.’’ Gijs van den Top is immens betrokken bij elk project dat onder zijn leiding wordt verwezenlijkt. Maar vooral goede herinneringen heeft hij aan het uitbreidingsproject in Roosendaal bij Arnhem. ,,Dat was echt bijzonder. Het is een heuvelachtig gebied, waar we de grond bouwrijp moesten maken. Er is veel grondverzet verricht en al het
zand kon ter plekke hergebruikt worden. De riolering die we hebben aangelegd heeft allerlei hoogteverschillen. Er was enorm veel materieel nodig. Nog steeds is het hoogteverschil op het terrein 24 meter, dat zegt wel iets. We hebben heel zorgvuldig moeten uitmeten daar. Het was een project met heel veel uitdaging, op alle fronten. Een ander leuk project was het Europees hoofdkantoor van Nike in Hilversum. Daar hebben we in een half jaar tijd de infrastructuur gerealiseerd en samen met ’t Wencop de tuin. Het moest snel omdat de datum van opening al vaststond waarbij de directie uit Amerika over zou komen. We hebben daar echt dag en nacht en met man en macht gewerkt aan een complex met 12 gebouwen, straten, riolering, sportvelden, vijvers en bruggen. Heel veel met natuursteen en houten vlonders gewerkt daar, en als het dan lukt, op tijd, en het ziet er ook nog eens heel mooi uit, dan mag je ook tevreden zijn, vooral over je medewerkers die zo’n inzet hebben getoond.’’ Aannemingsmaatschappij werkt door het gehele land. ,,Onze oorsprong ligt in Barneveld. Maar inmiddels hebben we 160 medewerkers en dan kun je je niet beperken tot je directe omgeving. Dat willen we ook helemaal niet. Wat ik toch het meest bijzonder vind aan Vink is dat het bedrijf ondanks de groei een platte organisatie is gebleven, met erg korte lijnen, zowel voor de medewerkers als voor de klant. En dan de veelzijdigheid, ja, daardoor verwacht ik nog heel veel uitdagende projecten in de nabije en verre toekomst.’’
5
Transportbedrijf
Rob Vink: ,,Ons wagenpark is uitgebreid en modern, het is tenslotte een
We beschikken daarbij over alle gangbare (duur)ontheffingen. Zowel ons transportaanbod
wezenlijke ondersteuning van onze dagelijkse
als ons materieelaanbod is zeer gevarieerd en
werkzaamheden. Onze chauffeurs beschikken
kan door derden gebruikt worden, eventueel
over ruime ervaring, zijn deskundig, hebben
in combinatie met een chauffeur.’’
het diploma VCA en rijden zowel in het binnen-
De Transportmogelijkheden:
als in het buitenland. Een bijzonder specialisme
_ Exceptioneel transport:
is het exceptioneel transport: tot een lengte van
_ Bulktransport
30 meter, en tot 130 ton totaalgewicht. Er zijn
_ Kippers
semi-diepladers, euro-diepladers en tele-trailers.
_ Huiftransport
6
Vink is gespecialiseerd in grondverzetmachines,
_ Betonmixers
betonnen weegbruggen, staalconstructies, trafo’s,
_ Telescoopkranen
units, betonbuizen/putten enzovoorts.
_ Autokranen
Een eigen garage voor het onderhoud van de auto’s
Vink beschikt over een indrukwekkend wagenpark: 60 auto’s, 40 caddy’s en busjes, ongeveer 70 aanhangers en opleggers. Om dit wagenpark netjes upto-date te houden is op het terrein een eigen garage, waar Martin Hol de scepter zwaait. ,,Wij doen alleen de auto’s, niet de machines en de kranen. Het is ooit begonnen omdat het gewoon makkelijker is als je zelf wat aan je auto’s kunt doen en nu staat er een vrij moderne garage met 1 brug voor personenwagens, 1 werkput en twee prachtige hefbruggen. Die zijn echt heel luxe en nog nieuw, in 2001 hebben we die gekregen. De garage is in 1970 gebouwd en was toen hypermodern. Nu zie je dat hij te kort is met zijn twintig meter lengte. Onze dieplader is bijvoorbeeld 23 meter en steekt dus aan twee kanten uit. Maar we doen het er nog mee en dat gaat uitstekend.
Per jaar moeten alle auto’s gekeurd worden voor de APK, daar hebben we mensen voor opgeleid. Ook het ijken van de tachograaf doen we zelf. Onze garage is eigenlijk best bijzonder, want wij verzorgen daar vrijwel alle merken: Mercedes, DAF, Renault, Ginaf, Terberg, MAN, Scania, Volvo, IVECO. Daar hebben we dus ook allemaal apparatuur voor. Dat maakt ons werk ook heel gevarieerd en onze monteurs zijn echt van alle markten thuis. Vink beperkt zich niet tot een merk, omdat het bedrijf zelf overal komt. En je gunt je opdrachtgevers ook dat je bij hen een machine of een auto koopt. Voor onze ploeg van vier monteurs en twee bankwerkers is dat heel uitdagend. Ons wagenpark is gevarieerd, en ook vrij jong. De betonmixer uit 1986 is een van de oudste wagens die we hebben. En dan hebben we natuurlijk nog de Dodge, maar die is meer voor de show en voor speciale
Foto: BDU
_ Containertransport
gelegenheden. Tussendoor zijn we nu een oude Daf aan het opknappen, een kiepertje, voor ons plezier eigenlijk omdat het jammer is om hem weg te doen. Als je nu naar het wagenpark kijkt dan kun je je haast niet voorstellen hoe het vroeger was, toen we begonnen met dumpauto’s uit het leger die omgebouwd moesten worden. Als je nu kijkt op vrijdagavond, als alle wagens ‘thuis’ zijn, dan is dat wel een heel indrukwekkend gezicht.’’ Martin Hol is leermeester en de garage van Vink is dan ook een gecertificeerd leerbedrijf. Op die manier krijgen ook jongeren de kans het vak in de praktijk op een gedegen manier te leren.
Transportbedrijf
Hendrik van Daatselaar:
“Dat sleutelen zoals we vroeger deden, dat bestaat nu niet meer” “De gebroeders Evert, Joop en Henk Vink waren samen met hun moeder klant bij Garage Centraal in Barneveld.” verteld Hendrik van Daatselaar, gepensioneerd chef van de garage van Vink. “Ik werkte destijds bij Garage Centraal en heb ze zo leren kennen. Het groeide eigenlijk
als vanzelf zo dat ik altijd aan hun wagens werkte en Henk Vink werkte dan graag mee. In die tijd hadden ze vier vrachtauto’s, het onderhoud daaraan kon je goed uitbesteden aan een garage. In 1964 ben ik bij Vink zelf in dienst gekomen, daar hadden ze om gevraagd. Het wagenpark was nog niet veel groter, maar er waren wel wat machines bij-gekomen. In het begin zaten we op de Lunterseweg, daar hadden ze een garage gebouwd. Ook hier kwam Henk Vink helpen.
Op een bepaald moment kwam hij helemaal de garage in en deden we het onderhoud en de reparaties samen. In 1973 zijn we overgegaan naar de Valkseweg, naar een splinternieuwe garage. Voor die tijd heel modern, al waren er nog geen
hefbruggen. Je stond in een werkput, onder de auto. Het werk in de garage is nu niet meer te vergelijken met vroeger. Toen ik wegging, was het mechanische tijdperk net ten einde, de opkomst van de computer was een feit en daarmee ook veel elektronica in de wagens. Dat sleutelen, zoals we vroeger deden aan bijvoorbeeld de GMC-tjes, waar je echt elke dag aan moest werken, dat bestaat nu niet meer. Werken bij Vink was altijd heel gezellig, maar je moest er wel tegenaan, vooral ook ’s avonds en op zaterdag als de auto’s niet op de weg waren. Het leuke van Vink is dat het een soort familie is geweest, dat komt door de sfeer onderling, maar ook door de opstelling van de directie. Dat waren en zijn gewone mensen, die je hielpen als je problemen had. De sfeer is nog steeds goed, ik loop nog graag bij de garage naar binnen, al ben ik nu met pensioen. En elk jaar ga ik met plezier naar de Vuttersdag, dan zie ik al mijn oude collega’s weer.”
7
Tankinstallatie
Het plaatsen van tanks behoort tot de oudste werkzaamheden van het bedrijf Vink. In 1989 kreeg Wim van de Beek de leiding over de tankinstallatiepoot. ,,Ik zat eigenlijk op een betonwagen, maar omdat ik me nogal eens met de gang van zaken bemoeide, je zou kunnen zeggen dat ik positief kritisch was, vond Henk dat ik maar eens wat meer moest gaan doen. Verantwoordelijk zijn, die kans krijg je hier bij Vink als je wilt. Het bouwen van tankinstallaties stond toen net volop in de belangstelling. We hebben die poot behoorlijk uitgebouwd, van het plaatsen van een tank tot het turn-key bouwen van een compleet benzinestation. Een goed voorbeeld zijn de stations voor Tango, die ook nog in een korte tijd opgeleverd moeten worden.
We werken door het gehele land, vaak in opdracht van een oliemaatschappij. Zo hebben we op Texel gebouwd, en in Friesland, maar ook in het zuiden van ons land. Wij durven rustig te stellen dat onze aanpak vrij uniek is in Nederland. Ook hier is onze flexibiliteit een belangrijk punt, met daarbij het feit dat we een totaalpakket kunnen bieden: bodem-onderzoek, sanering, grondwerk, tankinstallatie en vloeistofdichte verharding. Daarbij komt de werkmentaliteit die op de Veluwe nog heerst, die ook veel opdrachtgevers in het gehele land aanspreekt. Toen ik begon hadden we één montageploeg, nu hebben we er vijf die continu aan het werk zijn. Na de operatie Tankslag, waarbij een grootschalige
sanering van bestaande tanks is uitgevoerd, zijn we ons gaan richten op vloeistofdichte bestrating. Inmiddels verrichten we ons werk geheel onder certificaat. Een goede en positieve ontwikkeling, vind ik. We deden het werk al met dezelfde kwaliteit, maar het is nu controleerbaar omdat je alles registreert. Daardoor kun je altijd, als het nodig is, terugvinden wat er is gedaan en waar. Het is voor de jongens even wennen geweest, al dat papierwerk, maar nu het er is, is iedereen er tevreden mee.’’
Jaap Thomassen:
,,Zelfstandigheid, kansen en korte lijnen, dat zijn belangrijke zaken bij Vink’’
8
,,Ik werk al 37,5 jaar bij de installatiepoot. We doen hier alles: het leggen van tanks, het leidingwerk, de vloeistofdichte bestrating. Heel allround dus. Vroeger ging het allemaal wat gemakkelijk, sinds de jaren zeventig is er de KIWA, voor kwaliteitscontrole en zijn er steeds meer voorschriften voor het milieu gekomen. Dat vind ik een goede zaak, voor nu en voor de toekomst. We hebben heel veel gedaan, teveel haast om te onthouden. In Veenendaal hebben we een mooi project uitgevoerd, van wat toen nog Avia was, maar nu Gulf heet. We moesten daar veel pompeilanden plaatsen met heel veel leidingwerk. Een ingewikkelde klus, dat wel , maar op het terrein hadden we de ruimte dus we konden er goed werken. Als ons werk klaar is en het zand gaat erover, dan zie je alleen nog de vloeistofdichte bestrating, maar ik weet dan wel wat eronder zit! Nu doen we veel Tango-stations, die vereisen een zeer strakke planning.
In zes weken moeten ze kant en klaar zijn. Zoiets leer je niet in een jaar, daar moet je echt ervaring voor hebben. En bovendien moet je het leuk werk vinden, zelf mee willen werken en je handen uit de mouwen steken. Natuurlijk zijn er wel eens onverwachte dingen gebeurd. We hebben ooit een tank gelegd die er ’s ochtends keurig bij lag. Later op de dag stap ik
erop en hij floept uit het tankgat. Omhooggekomen door het grondwater. Dan kun je weer opnieuw beginnen, niet leuk, maar het moet wel. Hier bleek de grondbemaling niet voldoende geweest te zijn voor de kleigrond. Het werken bij Vink is nog steeds heel prettig, maar het echte gemoedelijke, van vroeger, toen je met elkaar alles deed, en elkaar ook allemaal kende omdat de organisatie simpelweg kleiner was, ja, dat is veranderd. Vroeger nam Joop Vink ons gewoon mee ergens naar toe, naar iets bijzonders wat hijzelf wilde zien, de sluizen bij IJmuiden bijvoorbeeld. Had helemaal niets met werk te maken, was gewoon heel leuk. En met Joop erbij kwam het altijd goed, ook op het werk. Wat het probleem ook was, hij verzon een oplossing. Wat gebleven is is de zelfstandigheid van werken, de kansen die je krijgt, de korte lijnen naar de directie.’’
,,De centrale is in de loop der jaren aangepast om te voldoen aan de groeiende vraag’’ Coos van den Brink: ,,Ik ben hier komen werken toen de betonmortelcentrale werd gebouwd. In 1973 is deze centrale in gebruik genomen. Het is een zogenaamde droge centrale,
dat wil zeggen dat de weegbakken in de centrale zitten en dat de mix in de mixer op de betonwagen wordt gemaakt. In die eerste jaren was dat een betonmixer van drie kuub. Tegenwoordig heb je grotere hoeveelheden nodig en werken we met wagens van 9 tot 12 kuub. De manier van bouwen is immers veranderd. Tegenwoordig wordt er hoger gebouwd, kantoorpanden met grote parkeergarages eronder, en grote bedrijfshallen, daarvoor heb je veel meer beton nodig. De centrale is dan ook in de loop der jaren aangepast om te voldoen aan de groeiende vraag en aan de wensen van deze tijd.’’ Alle beton uit deze centrale is voorzien van een Komo-certificaat. ,, We hebben eerst een jaartje nodig gehad om op te starten, maar ook in die tijd al was certificering nodig. Daarmee is de klant verzekerd van het feit dat het product onder constante kwaliteitscontrole staat. De samenstelling van betonmortel is afhankelijk van het doel. Als betontechnoloog geef ik daarover advies,
Betonmortel
Coos van den Brink van de Betonmortelcentrale:
want elke toepassing vraagt om een eigen mix. Bovendien is het van belang hoe de betonmortel op de bouwwerkplaats verwerkt gaat worden. Op basis van al deze gegevens stellen we dan de exacte samenstelling van het gevraagde betonmortel samen.’’ Coos van den Brink adviseert en begeleidt de opdrachtgever en vaak is hij ook aanwezig bij bouwvergaderingen, zodat er een zeer korte lijn is en er per dag gekeken kan worden wat er moet gebeuren om het werk zo vlot mogelijk te laten verlopen.
Gerrit van Rootselaar:
,,We begonnen met beton voor onszelf en als vanzelf kwamen er andere klanten bij’’ Gerrit van Rootselaar is een van de oudgedienden van Vink, een van de vele mensen die met veel plezier terugkijkt op zijn werktijd. ,,Ik weet nog mijn eerste klusje, als zandrijder. Het was in 1963, een lading zwarte grond bij kasteel De Schaffelaar in Barneveld. Henk Vink senior ging mee, die zou me even uitleggen hoe het allemaal moest. Trok ik daar toch de steekas eraf, niet leuk als je net begint. Maar Henk bleef er even vrolijk onder, er lag altijd een steekas, twee zelfs, een korte en een lange, onder het kussen in de auto. Een GMC-tje was dat. Hij repareerde het even zelf en toen wist ik ook meteen hoe dat moest. Het was namelijk wel de bedoeling dat je zelf voor reparaties zorgde. Later ben ik op een dragline terecht gekomen en daarmee werkte ik bij de betoncentrale. Achter op de Valkseweg hadden we een trechter staan en die vulden we dan tot we dachten dat het drie kuub was. Dat
was in het begin van de jaren zeventig. Die betoncentrale is door onszelf gebouwd. De ‘Vinken’ zijn overal gaan kijken naar betoncentrales en toen hebben ze er eentje nagemaakt. Zoiets bestond nog niet in Barneveld. In eerste instantie begonnen we met beton voor onszelf: stratenmakersbeton dat je onder de trottoirbanden legde. Maar van lieverlee kwamen er ook aanvragen van Barneveldse aannemers. En voor de eigen bouw van de garage en onze kantoorpanden hebben we heel veel gedraaid en ook gestort. Ik weet de eerste wagen nog: een benzine Bradford met een 3-kuubs-
mixer. Nu is de centrale gemoderniseerd net als het wagenpark. Een 3-kuubs, dat kun je je nu haast niet meer voorstelen. Ik heb 32 jaar met veel plezier gewerkt. Dat kwam ook omdat je leuke dingen deed. We zaten toen met een man of twintig en dan deden we aan zaterdagavondvoetbal, tegen andere bedrijven, gewoon voor de gezelligheid. Henk Vink stond dan in het doel. Met Joop ben ik ook nogal eens mee geweest, toen ik nog zandrijder was. Joop was van de tankinstallaties en die wist van geen ophouden. Dan ging je ’s morgens heel vroeg weg, om half 6, naar Purmerend bijvoorbeeld. Om half twee ’s nachts waren we weer thuis en dan zei Joop, terwijl hij van plezier even in zijn handen wreef; ,,Zo nu moesten we morgen maar weer vroeg op pad gaan, het werk loopt zo lekker!’’ Je moest hem ook altijd vertellen dat het toch echt tijd was om te eten, zo rond een uur of een. Dan was het ook geen probleem, hoor, als je het maar wel vertelde, anders ging hij gewoon door.’’
9
Afvalverwerking
Gert van Rootselaar van de afvalverwerking:
,,Het ouderwetse storten, gewoon maar weggooien wat je wilde, dat bestaat niet meer’’ 10 De meeste inwoners van Barneveld en directe omgeving kennen Vink ook van de afvalverwerking. Hier is Gert van Rootselaar de beheerder. ,,De afvalverwerking is begonnen als regionale stortplaats voor bedrijven en particulieren. In vroeger jaren was een stortplaats precies wat het woord zegt: een gat in de grond waar je naar hartelust je troep kon storten. Nu praten we over afvalverwerking, een beter woord, want het ouderwetse storten is niet meer mogelijk. Zomaar weggooien wat je wilt kan niet meer. En dat is een goede zaak, want we produceren met elkaar zo onnoemlijk veel afval, daar is in een land als Nederland eigenlijk geen ruimte voor. Onze regionale functie is sinds drie jaar ook veranderd in een landelijke. Dat is onder meer het gevolg van de uitbreiding die we wilden realiseren. Dan moet je veel investeren en kijk je dus naar uitbreiding van afvalstromen. Bovendien had je vroeger erg veel stortplaatsen, maar door maatregelen van de overheid zijn er nu steeds minder. De overgebleven stortplaatsen moeten dus wel groter worden. De afvalverwerking Vink is in het Provinciaal Afvalstoffenplan aangewezen als een van de vier afvalverwerkingsplaatsen in Gelderland. Er zijn echter ook provincies die maar een of zelfs helemaal niet over een dergelijke afvalverwerking beschikken, vandaar dat het gehele land in principe bij ons terecht kan. Het gat in de grond
zoals het vroeger was is veranderd in een soort ondoordringbare badkuip. En de kosten van het wegbrengen van je afval zijn aanzienlijk veranderd. Vroeger kostte storten enkele guldens, inmiddels betaal je veel euro’s. Dat komt grotendeels door de afvalstoffenheffing, een belasting van overheidswege gericht op het tegengaan van storten. Daarom heeft het hergebruik van materialen een grote vlucht genomen. Mensen voelen het in hun portemonnee
als ze zomaar alles weggooien. Wat er nu nog in onze ‘badkuipen’ gestort wordt is datgene wat overblijft na een sorteermachine en wat niet verbrand kan worden. Wat er overblijft wordt zo goed mogelijk afgedekt om het ontsnappen van methaangas tegen te gaan. Overigens hebben we een terugwininstallatie, waarmee we zoveel mogelijk van dit gas proberen af te vangen om er elektriciteit van te maken.’’
Gert Koudijs heeft tot zijn VUT gewerkt bij de afvalverwerking van Vink. ,,Vink was in de regio Barneveld het eerste bedrijf dat afvalcontainers plaatste en leegde. Ik reed met een wagentje, een vijfkuubertje van DAF, langs die containers in de buitenwijken en bij de garnizoenen in de omgeving. Van het een kwam het ander en al snel volgden er puincontainers bij de aannemers. Dat hebben we een jaar of vijf gedaan, ik alleen eigenlijk. Het betekende veel heen en weer rijden.” In 1968 heeft Vink de stortplaats van de gemeente overgenomen. Koudijs: “Toen ben ik chef geworden voor het afval en de containers. Ik heb er mooi mijn eigen bedoeninkje gehad en heb altijd, met heel veel plezier, zelfstandig gewerkt. In die begintijd was het storten heel simpel: alles ging naar de stort, waar op de bult een bulldozer al het afval in een gat schoof. Eens in de veertien dagen dekte je een stuk af met zand, tegen de stank. Dat was al beter dan in de tijd van de gemeente, toen moest iemand dat met een hark bij elkaar halen. Nu zijn twee compactors continu bezig. Die eerste jaren met de containers zat
er ook van alles in, hele mooie spullen soms. De eerste keer dat de gemeente huis aan huis het grof vuil op ging halen in Kootwijkerbroek, namen ze alles mee wat op de stoepen stond. Ook de huisraad van een mevrouw die net met de grote schoonmaak bezig was en de boel buiten had gezet om eens goed te luchten. Ik vond het wel erg mooie spullen om weg te gooien, maar ja, dat zag je wel meer, dus ik heb ook deze spullen gekraakt en eronder geschoven, net voordat de opzichter van de gemeente kwam om te kijken of er nog iets te redden viel. Nee dus..., we werkten altijd heel snel.”
kwajongens geweest die graag even wat vernielingen aanrichten. Vandaar dat de boel nu ook helemaal omheind is en we honden hebben voor de bewaking van het terrein.”
“Toen het nog een echte stortplaats was waar ook huishoudelijk afval werd verwerkt zag je vooral op maandagochtend heel veel ratten en wilde katten. Op zaterdag werd er immers gestort, een feestmaal voor die dieren. Nu het afval veel compacter wordt aangestampt en voedselresten bijna geheel verdwenen zijn uit het afval, zie je veel minder ongedierte. Bovendien komt nu wekelijks een rattenbestrijder langs. Ook al halen veel mensen hun neus op voor de afvalverwerking, er zijn altijd
op het gebeid van milieu, in den lande, maar ook bij Vink zelf. Wim van de Beek: ,,Henk Vink merkte steeds vaker dat milieuaspecten een grote rol gingen spelen in zijn werkzaamheden. Op zich konden we daar wel mee uit de voeten, maar de oplossingen die er toen waren bleken nogal kostbaar te zijn. Bovendien kwamen er vragen van de klanten of wij
geen oplossingen hadden en zoals in vele zaken die Vink onderneemt, werd ook hier niet ‘nee’ gezegd. We zijn begonnen met een grondwatersanering en daar hebben we heel veel van geleerd. Zoveel dat duidelijk werd dat je de zaken goed moest aanpakken of niet. Vandaar dat ik naar de MTS in Zwolle ben gestuurd voor een tweejaarlijkse opleiding Milieutechniek. Daarna hebben we het Milieutechnisch Adviesburo opgericht. In het begin was het heel veel experimenteren en zaken zelf uitzoeken. Al snel bleek dat het Milieutechnisch Adviesburo voorzag en voorziet in een duidelijke behoefte, met name ook in de directe omgeving. We hebben heel veel gewerkt voor de gemeenten Ede en Barneveld. Inmiddels beschikken we over uitgebreide apparatuur, waarvan een deel zelf is ontwikkeld. We hebben een certificering maar wat vooral de klanten aanspreekt is de flexibiliteit die we hebben. Een telefoontje en we komen morgen of overmorgen. In principe ligt vier weken later het rapport klaar, tenzij er grote problemen zijn. Maar dan wordt de opdrachtgever altijd op tijd gewaarschuwd, zodat hij niet opeens voor kostbare verrassingen komt te staan. Snelheid en efficiëntie, dat is onze kracht.’’
11
Milieutechnisch Adviesburo
“Snelheid en efficiëntie, dat is onze kracht” In de begintijd van Vink was milieu helemaal geen item. Dat is sinds de jaren tachtig drastisch veranderd. Bij steeds meer mensen brak het besef door dat er zuinig omgegaan moest worden met materialen en grondstoffen en dat vervuiling een probleem voor erg lange tijd zou zijn. Eind jaren tachtig kan rustig een pioniersfase worden genoemd
Afvalverwerking
Van het legen van containers tot afvalmanager
Milieutechnisch Adviesburo
De werkzaamheden van Vink bestaan uit:
Werkzaamheden Milieutechnisch Adviesburo
_ Aanleg tankinstallaties en tankstations _ Afvalinzameling en afvalverwerking _ Betonmortel levering _ Bodem- en grondwateronderzoek
_ Bodemonderzoek _ Sanering en begeleiding _ Aanvraag milieuvergunning _ Asbestinventarisatie
_ Containerdienst _ Geautomatiseerde energietechniek _ Grondbank (i.o.) _ Grond-, Weg- en Waterbouw _ Milieukundige begeleiding bij o.a. saneringen
Kwaliteitssysteem
12
Frank Eijsackers: ,,In de jaren dat het Milieutechnisch Adviesburo bestaat hebben wij ons willen onderscheiden van andere buro’s door flexibiliteit, snelheid, kwaliteit en een helder verhaal. De conclusie van het onderzoek moet duidelijk zijn voor de opdrachtgever, maar ook voor het bevoegd gezag (gemeente, provincie, waterschap). In 1999 hebben we besloten om partijkeuringen in het kader van het Bouwstoffenbesluit uit te gaan voeren. Op dat moment heeft het buro ook de kwaliteit moeten certificeren door invoering van de kwaliteitsnorm ISO 9002. Dat hebben we gedaan met enige terughoudendheid: de vooroordelen dat ISO 9002 niet meer zou zijn dan een papierwinkel en dat het bureaucratiserend werkt op
de organisatie zaten zeker ook in onze hoofden. Inmiddels zijn we twee jaar verder, een goed moment om te kijken of de invoering van het kwaliteitssysteem iets heeft veranderd aan onze manier van werken. De invoering van een dergelijk systeem betekent immers dat je je eigen werkwijze kritisch onder de loep neemt. Het blijkt dat de voordelen vooral liggen in het verbeteren van de efficiëntie, de kortere tijd van opdracht tot rapport, de duidelijkheid in de verantwoording voor de medewerkers en de vastgelegde communicatie tussen de medewerkers aan het onderzoek. Wij kunnen nu dan ook met trots vertellen dat de invoering van het kwaliteitssysteem onze werkwijze niet ingrijpend heeft veranderd, maar dat wel heeft verbeterd.
_ Milieutechnische advisering _ Parkmanagement (onder- en bovengronds) _ Projectontwikkeling van woningbouwlokaties en bedrijfsterreinen _ Recycling (mobiele puinbrekers, mobiele zeefmachines en shredders) _ Sanering van asbest, bodem, grondwater en tankinstallaties _ Terreinonderhoud (riolering, bestrating, vegen) _ Transportbedrijf (specialiteit: Zwaar transport) _ Transportbegeleiding (Convoi Exceptionnel) _ Turnkeyprojecten _ Veeg/zuigauto‚s voor vegen bedrijfsterreinen, wegen en inzet bij calamiteiten _ Verhuur van
- Aggregaten - Betonmixers - (Kantoor)units - Mobiele puinbrekers - Mobiele zeefmachines - (Opslag)containers - Shredders - Telescoopkranen - Verkeersvoorzieningen - Waterzuiveringsinstallaties
_ Zand- en grindhandel
Valkseweg 62 / Postbus 99 3770 AB Barneveld Tel. 0342-406 406 / Fax 0342 - 406 400 Email
[email protected] Internet www.vink.nl