5. Voorkomen van rugpijn Om rugpijn te voorkomen, wordt vaak verwezen naar de noodzaak van een aangepaste houding. “Buig door de knieën!“ herhalen de therapeuten vaak tegen ruglijders. In periodes van erge pijn wordt deze raad opgevolgd, maar eens de pijn vervaagt, is die raad even snel vergeten. Moeten we dan berusten en de gezondheid van onze rug doen afhangen van strikte rust of van bepaalde twijfelachtige verzorgers? Aangezien er talloze oorzaken van lage rugpijn blijken te zijn, moet de gezondheid van onze rug op verschillende manieren worden aangepakt. Zo kan men zich bijvoorbeeld toeleggen op het veranderen of aanpassen van de werkomstandigheden op het vlak van het materiaal, de inrichting van de plaatsen, de organisatie; dat is de ergonomische benadering. Een andere benadering van de preventie is de aanpassing van de persoon aan de arbeidsactiviteiten: aanpassen van de bewegingen en verbeteren van de lichamelijke conditie. Bij het zoeken naar oplossingen moet naar gezondheid en welzijn worden gestreefd, maar mag de kwaliteit en de efficiëntie van het werk niet worden aangetast.
5.1 Ergonomische aanpassingen De aanpassing van de werkpost zou de volgende tweeledige logica moeten volgen: Vraag 1: kan het risico worden uitgeschakeld? Bijvoorbeeld in de tuinbouw: Door het plaatsen van de potten met planten te mechaniseren, worden houdingen die belastend zijn voor rug of knieën vermeden. Het gebruik van een machine om buxussen te snoeien, zodat men zich niet voortdurend moet vooroverbuigen. Als het onmogelijk (of te duur) is om deze ingrepen uit te voeren, komen we op het tweede niveau: Vraag 2: kan het risico worden verminderd? Bijvoorbeeld in de tuinbouw: de planten op tafels zetten, om te vermijden dat men zich te vaak voorover moet buigen,
18
zoals dat het geval is als ze systematisch op de grond worden gezet. De eerste oplossing is doeltreffender qua preventie van ongevallen en qua welzijn op het werk. Helaas is het in bepaalde situaties niet mogelijk om het risico uit te schakelen en moet men zich tevreden stellen met het beperken ervan. Op de volgende bladzijden staan enkele voorbeelden van ergonomische aanpassingen. 5.1.1 De inrichting van de plaats De volgende adviezen zijn vooral van toepassing wanneer op een vaste plek (bijvoorbeeld een werkplaats) wordt gewerkt of in plaatsen waar men niet anders kan dan staande werken. Een van de hoofddoelstellingen is het vermijden van houdingen waarbij de romp gestrekt of gedraaid is.Vooral de volgende parameters moeten in acht worden genomen: A. De hoogte van het werkvlak ✒ Werktafel of –vlak met (elektrisch of mechanisch) verstelbare hoogte, waardoor de hoogte van het werkvlak kan worden aangepast aan de lengte van de persoon en aan het soort van werk dat moet worden gedaan.
Tafels met in de hoogte verstelbare poten
“klassieke” melkstal
Melkstal met in de hoogte verstelbare platformen
19
✒ Vaste hoogte, maar gekozen rekening houdend met het type werk dat moet worden uitgevoerd en met de lengte van de persoon. Als twee personen van verschillende lengte aan dezelfde post werken, moet een tussenoplossing worden gekozen of moet de hoogte worden gekozen die aangepast is aan de grootste persoon en moet een opstapje worden voorzien voor de kleinste.
A
Man Vrouw
Te lage werkbank
20
B
C
Figuur A
Figuur B
Figuur C
Precisiewerk
Licht werk
Zwaar werk
100 - 110 cm
90 - 95 cm
75 - 90 cm
95 - 105 cm
85 - 90 cm
70 - 85 cm
Hoogte ellebogen
Tussen heupen en ellebogen
Hoogte heupen
Opgestapelde bakken die de bak voor het witlof op de juiste hoogte brengen.
Melkstal met kuil
“Klassieke” melkstal
Bij het opbergen van werktuigen of onderdelen moet rekening worden gehouden met de frequentie van het gebruik ervan en met de afmeting van de arm. Er zijn twee reikafstanden: ✒ De maximale reikafstand komt overeen met de afstand tussen de pols en de schouder. Deze afstand is voorbehouden voor minder frequente bewegingen ✒ De comfortafstand komt overeen met de half-gebogen houding van de arm (ongeveer 2/3 van de maximale afstand) C. De helling van het werkvlak De helling van het werkvlak vermijdt het langdurig buigen van de hals en het licht voorwaarts neigen van de romp om de voorwerpen goed te kunnen zien en vergemakkelijkt het grijpen van de voorwerpen.
Reikafstand: groene pijl = comfortafstand Rode pijl = maximale reikafstand
D. De reikhoogte van de voorwerpen Om de schouder niet overdreven te belasten, moet worden vermeden om voorwerpen boven de hoogte van dit gewricht te plaatsen. Om de rug niet te vermoeien, is het raadzaam geen voorwerpen op te bergen of werktuigen of hendels te gebruiken onder de hoogte van de handen. Is het niet mogelijk om de voorwerpen op een goede hoogte te plaatsen, dan moet de voorkeur worden gegeven aan het gebruik van gereedschappen die vermijden dat de romp moet worden gebogen. Te lage werkbank Bij sommige werkzaamheden is het onmogelijk of zeer moeilijk om de voorwerpen op een goede hoogte te zetten. Dat is met name het geval bij het scheren van dieren. Het gebruik van een tegensteun in de vorm van een riem vermindert hier de belasting van de rug.
Helling van de bak voor peren, zodat men een beter zicht krijgt en de nek minder moet buigen.
Systeem voor de dosering van meststoffen met verlengstuk, waarbij wordt vermeden dat men zich voorover voor moet buigen.
Borststeunriem opgehangen aan een portaal voor het scheren van schapen.
21
E.
De inrichting
a) Ruimte voor voeten en knieën Als er genoeg ruimte voor de voeten is, kan men dicht bij het werkvlak komen en wordt een onstabiele en licht voorover gebogen houding, die vermoeiend is voor de rugspieren, vermeden. In zittende houding moet de ruimte onder de tafel ook voldoende zijn om de knieën over elkaar te kunnen slaan.
Belemmering voor het werkvlak
Werkvlak zonder uitsparing voor de voeten
b) Opruimen Door de werkplaats op te ruimen, kan worden vermeden dat men valt of zich steeds opnieuw aan rondslingerende voorwerpen stoot. c) De circulatieruimten Het schoonmaken van de vloer vermijdt ook slip- en valpartijen, die vaak de oorzaak van rugklachten zijn. Het verwijderen van gaten, bulten of kleine niveauverschillen die men niet verwacht in een theoretisch effen vloer, vermijdt eveneens pijnlijke valpartijen of misstappen. Ladders, trappen of hellende vlakken moeten aangepast zijn aan het type van activiteit en aan de gebruiksfrequentie. Als er vaak lasten moeten worden gehanteerd, is de vervanging van een ladder door een trap of beter nog door een goederenlift aan te raden. Het behoud van de kwaliteit en de stabiliteit van deze elementen is essentieel. d) Verlichting De verlichting moet voldoende sterk en homogeen zijn, om donkere of verblindende plekken te vermijden.
Werkvlak met plaats voor de voeten
e) Toegankelijkheid De werkpost moet gemakkelijk en ongehinderd toegankelijk zijn. De ruimte die vrij wordt gelaten om te voet te circuleren, moet minstens 80 cm zijn zonder te manipuleren last en 120 cm met last. f) Het stoeltype Bij regelmatig gebruik van een staande werkpost kan het interessant zijn om over een hoge stoel te beschikken (van het
Wanorde in de werkplaats: risico van een valpartij.
22
Netjes opgeborgen werktuigen.
Systeem voor de blokkering van een ladder.
zit/sta type), waardoor men van houding kan veranderen (zittend of staand) en het werkvlak gemakkelijk toegankelijk is. In sommige situaties kan door het gebruik van een stoel worden vermeden dat men zich te vaak voorwaarts moet buigen of moet hurken. F. De zittende houding In zittende houding behoudt de wervelkolom zijn natuurlijke krommingen niet meer: de lendenlordose (hol) is weg of zelfs omgekeerd, de schijven zitten vooraan geklemd en de achterste ligamenten zijn gerekt. Bovendien is een langdurige zittende houding niet bevorderlijk voor de voeding van de tussenwervelschijven.
zit/sta stoel
Welke voorzorgen moet men nemen om te vermijden dat deze houding een lijdensweg wordt voor onze rug?
Zittende houding om de planten te verzorgen.
De natuurlijke kromming van de wervelkolom behouden (lendenlordose). Om dat mogelijk te maken, bestaan er drie oplossingen: ✒ Een open hoek houden (meer dan 90°) tussen de romp en de dijen, wat vermijdt dat de achterste spieren van het bekken de rug naar achter afronden. Deze open hoek wordt verkregen: • door de voorwaartse helling van de stoel (fig. A) • door de achterwaartse helling van de rugleuning (fig. B) • door de twee tegelijk (fig. C) De helling van de zitting hangt af van het type van werk dat moet worden uitgevoerd. De voorwaartse helling is geschikt voor een actief werk (schrijven bijvoorbeeld), terwijl om te denken of te luisteren, de zitting horizontaal of zelfs naar achter hellend moet kunnen worden gezet. Bij sommige bureaustoelen kan de helling worden veranderd, zodat de houding aan de verschillende activiteiten kan worden aangepast. De stoelen met een vaste voorwaartse helling zijn uitsluitend bestemd voor langdurige actieve taken. Dienstvoertuigen hebben eveneens een variabele helling van de zitting. Sommige mensen nemen zonder het te weten een zeer natuurlijke houding voor de wervelkolom aan door op de voorkant van de stoel te gaan zitten en door de dijen naar onder te buigen. (fig. C). Het gebruik van een voorwaarts hellend kussen maakt het mogelijk om het bekken correct naar voor te plaatsen op een horizontale stoel. ✒ Een steun aanbrengen ter hoogte van de lendenholte om de natuurlijke lordose te behouden. Deze steun kan worden gemaakt met een gewoon kussen of ingebouwd zijn in de rugleuning van de stoel, zoals dat bij sommige bureau- of autostoelen het geval is. ✒ Als de stoel van het type krukje of keukenstoel is (geen lendensteun noch voorwaarts hellende zitting) worden de krommingen van de wervelkolom en met name de lendenlordose behouden dankzij de contractie van de
Figuur A
Figuur B
Figuur C
Figuur D
23
rugspieren. Het is helaas moeilijk om deze spiercontractie meer dan enkele minuten vol te houden. Daarom is het belangrijk om een geschikte stoel te kiezen voor periodes van lang stilzitten. Van houding veranderen: vermijd om te lang in dezelfde houding te blijven, zelfs als die correct lijkt. De schijven hebben absoluut behoefte aan beweging om zich te voeden. Een onmiddellijk gevoel van comfort kan bedrieglijk zijn. De ongemakken voor de rug treden pas later op (neergeplofte houding op een divan).
Ronde rug (in het blauw)
Figuur B: behoud van de lendenlordose (in het blauw) dankzij de contractie van de rugspieren (in het geel).
5.1.2 Zittend werk aan het computerscherm In de volgende paragrafen worden enkele criteria voorgesteld die het mogelijk maken om te beantwoorden aan de ergonomische basisvoorwaarden voor zittend werk aan de computer.Voor wie regelmatig aan de computer werkt, zijn deze adviezen bijzonder nuttig.Voor tijdelijk gebruik is hun belang relatiever: A. Tabel Als de hoogte verstelbaar is, moet dat volgens deze tabel gebeuren: Lengte van de persoon
Hoogte van de tafel
145
58
150
60
155
62
160
64
165
66
170
68
175
70
180
72
185
74
190
76
195
78
200
80
✒ De tafel moet diep genoeg zijn om het beeldscherm erop te kunnen plaatsen en om een goed zicht te hebben.Voor een klassieke monitor is 90 tot 100 cm aanbevolen. Bij gebruik van een plat scherm (flatscreen) kan deze afstand worden verminderd. ✒ Minimumbreedte: 160 cm om voldoende plaats te hebben voor documenten en randapparaten B. Stoel De bureaustoel moet op verschillende manieren en gemakkelijk kunnen worden versteld. Sommige verstellingen zijn onontbeerlijk: hoogte van de zitting en hoogte van de rugleuning. Andere verschaffen veel comfort voor de rug: ✒ De diepte van de zitting ✒ De helling van de zitting
24
✒ De helling van de rugleuning ✒ De kracht van de veer voor de helling van de zitting en van de rugleuning afhankelijk van het gewicht van de persoon ✒ Hoogte en breedte van de armsteunen De stoel moet op de volgende manier worden versteld: ✒ De hoogte van de stoel: horizontale stand van het dijbeen bij juiste hoogte van de tafel ✒ De diepte van de stoel: het voorste deel van de stoel bevindt zich op 4 cm van de knieholte (om de knieholte niet samen te drukken) ✒ De zitting moet kunnen hellen • Voorwaarts voor actief werk (codering, raadpleging van gegevens) • Horizontaal of achterwaarts voor passief werk (gebruik van de telefoon, gesprek) ✒ De hoogte en de helling van de rugleuning moeten zodanig worden afgesteld dat de lagere versteviging van de rugleuning ter hoogte van de lendenholte wordt gesteund, om de lordose te behouden ✒ De terugkeerkracht van de rugleuning wordt geregeld afhankelijk van het gewicht van de gebruiker en maakt een dynamisch gebruik van de stoel mogelijk, waarbij de actieve en passieve houding worden afgewisseld met een permanente steun van de rugleuning ✒ De armsteunen worden op de hoogte van de elleboog afgesteld. Ze zijn niet te lang om de toegankelijkheid van de stoel niet te hinderen. Zij mogen geen belemmering vormen om de stoel dichter bij de tafel te zetten.
Regeling van de hoogte van het beeldscherm.
C. Beeldscherm De volgende criteria moeten in acht worden genomen: ✒ Afstand tussen de ogen en het scherm: 40 tot 80 cm ✒ Hoogte van het scherm: het midden van het scherm bevindt zich op 20° onder de horizontale zichtlijn (wat voor een scherm van gemiddelde grootte betekent dat de bovenrand van het scherm ter hoogte van de ogen komt) om te vermijden dat de nek te veel moet worden gebogen of gestrekt. ✒ Loodrecht op de buitenvensters staan (om weerkaatsing en verblinding te vermijden) ✒ Beschikken over een afstand van minstens 2 meter achter het scherm (om de ogen te laten rusten door af en toe in de verte te kijken) ✒ Recht tegenover de gebruiker (om draaiing van de nek te vermijden) D. Toetsenbord ✒ Minstens 10 cm van de rand van het bureau verwijderd (om de polsen af en toe te laten rusten) ✒ Recht tegenover de gebruiker ✒ Zeer licht hellend (5°) om overbelasting van de polsen te vermijden
25
E. Muis ✒ Voorzien in voldoende plaats om de voorarm te laten rusten (eventueel op de armleuning) ✒ Gezet in de as van de schouder om het gewricht niet te vermoeien ✒ Voldoende plat en aangepast aan de grootte van de hand om geen krampen veroorzaken F. Voetensteun Als de tafel niet in de hoogte verstelbaar is en de gebruiker klein is, kan deze laatste zijn voeten niet op de grond zetten. Het gebruik van een voetensteun is noodzakelijk. Die moet de volgende kenmerken vertonen: ✒ Schuin verstelbaar ✒ Voldoende breed om de twee voeten te steunen en bewegingen mogelijk te maken ✒ Tot 20 cm in de hoogte verstelbaar
Voetensteun
G. Documentenhouder Een houder voor documenten, dichtbij het beeldscherm geplaatst, zal frequente wijzigingen van de leesafstand en van de heen-en-weerbewegingen van het hoofd vermijden.
5.1.3 Verplaatsing van lasten De aanbevelingen hebben betrekking op de verplaatsing en de opslag van lasten. A. Automatisering of mechanisering van de taak De vervanging van het laden en lossen van zakken (met voedingssupplementen bijvoorbeeld) door een automatisch bevoorradingssysteem met pompen, leidingen en tankwagens maakt een einde aan alle manuele behandelingen en is economischer op middellange termijn. Het manueel hanteren van stro kan worden vervangen door stroverspreiders en de behandeling van zakken voedsel kan worden vermeden door het gebruik van een silomachine.
Hanteren van zakken, emmers en balen stro.
26
Gebruik van silo’s en automatische verdeling van voedingssupplementen door een elektronisch systeem.
Met een silomachine kan het voedsel in de voederbakken worden verdeeld zonder inspannende manuele behandeling.
Een stroverspreider verdeelt het stro in de stal.
B. Bijeenbrengen van voorwerpen Het bijeenbrengen van de zakken in één enkele container van het type big bag, die mechanisch wordt verplaatst door een takel of met de vorken van de tractor, vervangt de talloze verplaatsingen van de zakken. Een silo, bevoorraad per vrachtwagen, maakt ook een besparing mogelijk op het hanteren van zakken. C. Gebruik van mechanische hulpmiddelen Een mechanisch hulpmiddel gebruiken om de last op te tillen of te verplaatsen: werkplaatskraan, heftoestellen, tegengewicht om het gewicht van het werktuig te compenseren,… Belastende houdingen en grote inspanningen om het traditionele aanhaaksysteem vast te maken.
De vervanging van het traditionele aanhaaksysteem van de koppeling door een volledig automatisch systeem, aangevuld met de bediening van de hefinrichting die zich achteraan het voertuig bevindt, vermijdt inspanningen die belastend zijn voor de rug.
27
D.
Aanpassing van de last
a) Het gewicht van de te hanteren last verminderen Het maximumgewicht van een opgetilde last in optimale omstandigheden, met andere woorden zonder enig obstakel om die last te grijpen, mag in staande houding niet meer dan 25 kg zijn voor een man en 15 kg voor een vrouw. In zittende houding is het maximumgewicht vastgesteld op 4,5 kg. b) Het gewicht van bak of kist verminderen Bijvoorbeeld: houten of metalen bakken vervangen door kunststof bakken c) Het volume van de bakken of kisten verminderen De grootte van de bakken mag de volgende afmetingen niet overschrijden: De zakken van 50 kg vervangen door zakken van 25 kg.
Lengte: 40cm Breedte: 30cm Hoogte: 30cm Dankzij deze beperkte afmetingen kan het zwaartepunt van de last dichter bij het lichaam worden gebracht en dus de impact van het hefboomeffect op de wervelkolom worden verminderd. d) Zorgen voor een goede houvast aan de last Het grijpen van de last wordt vergemakkelijkt door de aanwezigheid van toegevoegde of ingebouwde handgrepen (inkepingen).
Kleinere bakken gebruiken.
Handgreep en steel waarmee verschillende potjes tegelijk kunnen worden opgetild zonder dat men zich moet bukken.
Handgreep en steel om een pot te grijpen zonder zich te moeten bukken.
28
Systeem waarmee kisten en dozen kunnen worden gegrepen die geen handgreep hebben.
e)
Andere risico’s vermijden
Scherpe hoeken moeten worden beschermd om snijwonden, schaafwonden of brandwonden veroorzaakt door de last, te vermijden. Door het dragen van handschoenen, het gebruik van handgrepen of het verpakken van de last kan het risico worden verminderd. E. Gebruik van aangepaste wagentjes Het gebruik van een wagentje om een last te verplaatsen, spaart de rug. Het wagentje kan ook worden vervangen door een rolband.
Een rolband vermijdt vele verplaatsingen.
Kar waarmee witlofkisten gemakkelijk kunnen worden verplaatst.
Een aangepast wagentje heeft de volgende kwaliteiten: a) Hoogte van het platform De hoogte van het platform om de voorwerpen op te zetten, komt overeen met die van het werkvlak, zodat de last tijdens de overbrenging niet van hoogte verandert. Deze aanpassing verloopt gemakkelijk als de hoogte van de werkvlakken dezelfde zijn en als de voorwerpen een vaste hoogte hebben. Als de op te bergen voorwerpen een variabele hoogte hebben, is het gebruik van in de hoogte verstelbare platformen aanbevolen. De wagen kan ook worden gebruikt om een persoon op de juiste hoogte te brengen of te verplaatsen en vervangt zo het gebruik van een ladder. De veiligheidsvoorzieningen in acht nemen.
Wagentje om planten in grote potten te verplaatsen. Kar om aardbeien te oogsten, aangepast aan de hoogte van de hydrocultuurbakken.
29
b) Hoogte van de handgrepen Om te vermijden dat u zich moet vooroverbuigen om de wagen te duwen of te trekken, moeten de handgrepen tussen 90 en 120 cm van de vloer staan.
Kruiwagens met twee wielen: verhoogde stabiliteit.
c) Wieltypes De wielen van de kar worden gekozen afhankelijk van het type terrein en van de grondniveauverschillen; net als tractoren zijn karren met grote wielen gemakkelijker te hanteren op oneffen terrein. Onaangepaste wielen vervangen, is beter dan honderd keer proberen te duwen aan een moeilijk te hanteren kar. Het mechanisme moet ook onderhouden worden, om een gemakkelijke verplaatsing mogelijk te maken. Kruiwagens met twee wielen zijn stabieler en onderwerpen de rug aan minder zijdelingse belasting dan die met één wiel. Daarom zijn ze soms boven deze laatste te verkiezen.
Het volledige vullen van de kruiwagen rechts, die groter is dan die links, houdt een hoger risico in voor de rug bij de hantering.
d) Gewicht van de kar Het gewicht van de gevulde kar mag niet meer dan 300 kg bedragen. In het tegengestelde geval, moet het worden gemotoriseerd. Het gebruik van kruiwagens met een redelijk volume vermindert het risico dat ze worden overladen. e) Zichtbaarheid De hoogte van de gevulde kar mag niet meer dan 120 cm zijn, zodat de grond en eventuele obstakels zichtbaar blijven. 5.1.4 Opslag van de lasten A. Het hanteren van de lasten vergemakkelijken a) Door een steun op vaste hoogte: Het gebruik van een steun op vaste hoogte om de last op te zetten, vermijdt een te groot aantal doorbuigingen van de
Op de vloer geplaatste lasten
Gebruik van pallets om de verspreider op de goede hoogte op te bergen en het aanhaken ervan aan de tractor te vergemakkelijken.
30
Op een vaste verhoging geplaatste lasten
Opslag van balkplanken op goede hoogte.
Gebruik van de koffer van het Wagentje om het aanhaken voertuig om de verstuiver op van de grasmaaimachine aan de rug te zetten. de tractor te vergemakkelijken, door de machine op de goede hoogte te brengen ten opzichte van het koppelsysteem. Ook gebruikt om de machine gemakkelijk te stockeren in de loods.
rug. De hoogte van deze steun wordt bepaald afhankelijk van de totale hoogte van de last of van de op elkaar gestapelde lasten. De hoogte van de steun en de hoogte van de lasten mogen samen niet boven schouderhoogte uitkomen. b) Door een steun op variabele hoogte: Als de hoogte van de voorwerpen varieert of gebruikers van verschillende lengte dezelfde verhoging gebruiken, is een steun van het type heftafel geschikter.
Mise à hauteur du bac de poireaux avec le chariot élévateur
Heftafel
c) Door een geschikte plaatsing van de werkvlakken Door de haakse plaatsing van sommige werkvlakken kan de gebruiker vaak niet anders dan zijn rug draaien in plaats van de voeten te verplaatsen. Dit draaien van de rug kan worden vermeden of beperkt door de tafels naast elkaar te plaatsen.
Haakse plaatsing: risico van torsie van de rug door de last van de ene tafel naar de andere te verplaatsen. Plaatsing naast elkaar vermindert het risico van torsie.
31
B. De opslag organiseren Er moet rekening worden gehouden met twee factoren bij het opbergen van lasten in rekken en kasten: ✒ het gewicht van de lasten: zware lasten moeten op bekkenhoogte worden opgeslagen ✒ De gebruiksfrequentie van de voorwerpen: de voorwerpen die het meest worden gebruikt, moeten worden opgeborgen tussen schouderhoogte en halverwege de dijen. Zelden gebruikte voorwerpen mogen niet te hoog worden geplaatst (niet op meer dan 20 cm boven de schouders)
Verkeerd opbergen van zware en grote lasten in de hoogte.
Opslag van zware lasten op bekkenhoogte.
Opslag van veel gebruikte voorwerpen tussen schouderhoogte en halverwege de dijen.
Onvoldoende plaats voor de toegang tot het olievat.
Vrijmaken van de toegang.
C. Toegankelijkheid van de last De toegankelijkheid van de last kan op verschillende manieren worden vergemakkelijkt ✒ ✒ ✒ ✒ Krat draait om as voor een gemakkelijke toegang tot de lasten.
Voldoende plaats om dichtbij de last te komen Uitschuifbare laden Containers geplaatst op mobiele steunen Draaiende plateaus vermijden dat men zich voorover moet buigen om de kisten achter op de pallet te grijpen.
5.1.5 Organisatie van het werk A. Programmering van het werk Sommige handelingen worden wel eens tegen het gezonde verstand in georganiseerd. Dat is vaak het geval met tussentijdse opslag. Met een goede planning van de opslag wordt vermeden dat een belastende taak twee keer moet worden verricht. Door een last tijdelijk in een aanhangwagen op te slaan, kan die last naar de gewenste plaats worden gebracht zonder dat hij opnieuw moet worden gehanteerd. Voorbeeld in de bosbouw: door bij kaalslag vooraf dwarsbalken te leggen onder de gevelde boom, kan deze laatste gemakkelijker worden verzaagd (men moet zich minder vooroverbuigen).
32
B. Afwisselende werkzaamheden Door zwaar en licht werk af te wisselen, kunnen bepaalde spieren die sterk belast worden tijdens een activiteit, rusten tijdens de andere. Door zittend werk te geven en afwisseling van houding mogelijk te maken, kunnen de spieren recupereren en wordt vermeden dat steeds dezelfde gewrichten en ligamenten worden belast. Type taken Type deeltaken
Taak A (2 uur)
Taak B (2 uur)
Taak Taak Taak Taak Taak Taak Taak Taak A1 A2 A3 A4 B1 B2 B3 B4 (30 min) (30 min) (30 min) (30 min) (30 min) (30 min) (30 min) (30 min)
Belasting van de rug
+++
+++
+++
+++
0
0
0
0
Organisatie met risico’s voor de rug
A1
A2
A3
A4
B1
B2
B3
B4
Organisatie met taakafwisseling tussen risicovolle en neutrale taken voor de rug
A1
B1
A2
B2
A3
B3
A4
B4
5.1.6 Uitrustingen voor persoonlijke bescherming A. Geschikte kleding Niet-spannende werkkleding zal minder hinderen bij bepaalde bewegingen, bijvoorbeeld om gemakkelijk door de knieën te kunnen buigen (als dat nodig is om de rug te verlichten). B. Schoenen en handschoenen Het dragen van veiligheidsschoenen vermijdt de gevolgen van het vallen van een voorwerp op de voet. Het dragen van handschoenen beschermt de handen tegen alle soorten van trauma’s, maar maakt het ook mogelijk, als ze slipwerend zijn, om de last beter te grijpen. Sommige van de bovenstaande aanbevelingen lijken evident, maar de ervaring leert ons dat ze dikwijls in de wind worden geslagen.
5.1.7 Preventie van trillingen A.
Trillingen aan de bron verminderen
a) Goed nadenken bij het kiezen van een voertuig Wanneer u een voertuig koopt, moet u ook rekening houden met de eigenschappen van dat voertuig op het vlak van trillingen.Vraag erom aan uw verkoper. Ook andere kwaliteiten van het voertuig zijn belangrijk: ✒ Afmetingen van de bestuurderscabine in overeenstemming met de lengte van de gebruiker ✒ Afstand van minstens een meter tussen het dak van de cabine en de belaste zitting van de stoel
33
✒ Voldoende zichtbaarheid: vermijden dat een deel van de stuurhut u verplicht om acrobatentoeren uit te halen om te kunnen zien ✒ Hendels en hefbomen probleemloos toegankelijk ✒ Instrumenten leesbaar zonder dat u zich in bochten moet wringen b) Het materiaal onderhouden De staat van de onderdelen van het voertuig, zoals de zetel, de ophanging van de bestuurderscabine en van het chassis controleren en ze smeren. Doorgezakte zetels vervangen. De levensduur van een zetel is vaak kleiner dan die van het voertuig. c) De toestand van de bodem in het oog houden Door de oneffenheden van de bodem in de buurt van de onderneming, (erf, wegen, uithollingen in de weg, deurdrempels, …) weg te werken, wordt de intensiteit van de trillingen aanzienlijk verminderd. B.
Te vervangen zetel
Ophangtoestellen tussenvoegen
a) De banden Een juiste bandenspanning vermindert de aan de bestuurderscabine doorgegeven trillingen. Onvoldoende of te hard opgeblazen banden kunnen die trillingen verhogen. b) De opgehangen bestuurderscabine De cabines die voorzien zijn van een hangmechanisme met lage frequentie, zijn doeltreffend om de transmissie van trillingen te verminderen, in tegenstelling tot de cabines die op rubberen blokjes gemonteerd zijn. c) De zetel met ophanging Er bestaan verschillende ophangingstypes die aangepast zijn aan de kenmerken van de machine: Mechanische Pneumatische De criteria bij de keuze moeten zijn: ✒ Voldoende plaats onder het stuur (een vuist tussen het stuur en de dijen) ✒ Voldoende plaats tussen het dak en het hoofd (om niet tegen het plafond te stoten) ✒ Voldoende brede zitting (om te kunnen bewegen op de zetel) ✒ Bedekt met een slipwerend materiaal (om uitschuiven te vermijden) ✒ Hoogte van de rugleuning afhankelijk van het te verrichten werk. De zetel mag niet boven de hoogte van de schouderbladen komen als men zich dikwijls moet omdraaien. ✒ Schuimrubber van de rugleuning niet te hard, om de trillingen te dempen
34
✒ In de hoogte regelbare en wegklapbare armsteunen, die de toegang tot de bestuurderspost niet hinderen ✒ Gemakkelijke, vlot toegankelijke en eenvoudige verstelling: • van de helling van de rugleuning • van de lendensteun • van de vooruit/achteruit stand van de zetel • van de hoogte van de zetel • afhankelijk van het gewicht (voor de mechanische zetels) • van de rotatie van de zetel, om het draaien van de rug te beperken als achter het voertuig moet worden gekeken. De zitting die 15 tot 20° draait, vermindert het draaien van de rug aanzienlijk. Sommige onaangepaste zetels kunnen de trillingen versterken in plaats van ze te verminderen. Infomeer u dus goed voor uw aankoop.
Zetel met draaiende zitting
C. Zetel en houding correct afstellen De zetel moet worden afgesteld afhankelijk van: ✒ het gewicht van de bestuurder: het is belangrijk om de zetel halverwege af te stellen, om zo de schokken te vermijden die aan het eind van de aanslag plaatsvinden (deze verstelling gebeurt automatisch bij pneumatische zetels). ✒ de lengte van de benen: om de volledige steun van de zitting ter hoogte van de dijen te kunnen genieten, zonder punten van overdruk te creëren: • halverwege de dijen als de zitting te kort is • achteraan de knieën als de zitting te lang is De binnenhoek van de knieën moet met ongeveer 110° overeenkomen. De dijen horizontaal of licht naar voren afhellend, om de lendenlordose gemakkelijker te behouden.
Verschillende soorten afstellingen van de zetel afhankelijk van het gewicht van de bestuurder
De lengte van de zitting moet ook zodanig zijn, dat men gemakkelijk uit het voertuig kan stappen. ✒ De hoogte van de romp: door een juiste afstelling van de hoogte en de helling van de rugleuning kan een goede lendensteun worden gecombineerd met vlotte bewegingsmogelijkheden, met name om zich gemakkelijk te kunnen omdraaien. ✒ De toegankelijkheid van de bedieningen
Zithoogte te laag
Zithoogte correct
Zetel horizontaal of naar voren hellend: de helling van de zitting afwisselen, is gunstig voor de rug.
35
D. Zorgen voor afwisselend werk Door afwisselend zittend en staand werk uit te voeren, kunnen de gevolgen van de trillingen op de wervelkolom tot een minimum worden herleid. Het is niet altijd gemakkelijk om in bepaalde omstandigheden de activiteiten op een werkdag af te wisselen (inzamelen van hooi bijvoorbeeld), maar deze maatregel vermindert de blootstelling aan trillingen aanzienlijk. De intensiteit van de trillingen mag de waarde van 1,15 m/sec2 gedurende 8 uur niet overschrijden, maar zodra de waarde 0,5 m/sec2 bereikt, moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen. Taak
Trillingsniveau (in m/sec2) Minimumwaarde
Maximumwaarde
Oogsten
0,4
0,8
Gebruik van een draaiende eg
0,2
1,2
Baaltjespers
0,3
1,5
Inzamelen van voedergras
0,5
1,5
Gebruik van een zaaimachine
0,9
1,5
Maaien
0,9
2,1
Transport
1,1
2,7
Ploegen
1,0
1,6
Groene vakken: weinig of geen risico Oranje vakken: gemiddeld risico (invoeren van voorzorgsmaatregelen aanbevolen) Rode vakken: groot risico (invoeren van voorzorgsmaatregelen sterk aanbevolen)
Pauzes inlassen en stretchoefeningen doen wanneer u lange tijd aan het stuur van de tractor doorbrengt, is zeker geen overbodige luxe. Aangezien een hoge rijsnelheid de impact van de trillingen sterk doet toenemen, is het raadzaam om de snelheid bij het naderen van hindernissen preventief te minderen (snelheidsbegrenzer, bijvoorbeeld).
Uit de tractor springen: een Trede per trede naar beneden risico voor de tussenwervelkomen en met het gezicht schijven en de gewrichten van naar de machine: spaart uw de onderste ledematen. gewrichten.
E. Uit het voertuig stappen U kunt beter niet uit de bestuurderscabine springen. Bij het opvangen van de sprong ontstaat er een drukpiek die gevaarlijk is voor de tussenwervelschijf, die het tijdens het rijden reeds zwaar te verduren had. Trede voor trede uit het voertuig komen, duurt wat langer, maar bespaart u veel pijn achteraf. Het risico dat u uw enkel verzwikt, is eveneens groot bij het neerkomen op de grond na een sprong.
5.1.8 Het meubilair in huis aanpassen In de handel bestaan er ergonomisch aangepaste gereedschappen voor in huis: Bezem en stofzuiger met uitschuifbare steel.
Bezem met aan de lengte van de persoon aanpasbare steel.
36
Linnenmand met intrekbare voetjes.
5.2 Lichaamsbeweging Lichaamsbeweging wordt unaniem erkend als een positief element om uw gezondheid op peil te houden. In het kader van de preventie van lage rugpijn zorgt de verbetering en het behoud van een goede lichamelijke conditie ook voor een positieve impact. De landbouwer heeft natuurlijk wel veel lichaamsbeweging, maar het kan nuttig zijn om er afwisseling in te brengen: soepelheid combineren met kracht bijvoorbeeld, dankzij de juiste lichaamsoefeningen. 5.2.1 Effecten van lichaamsoefening Directe of indirecte effecten op de rug zijn onder andere: A. Voeding van de tussenwervelschijf We hebben gezien dat de schijf beweging nodig heeft om zich te voeden. De veranderingen van houding van het lichaam en van de wervelkolom spelen een grote rol in de heen-enweerbeweging van de vloeistof naar en uit de schijf. Afwisselend zitten en staan, alsook lichaamsoefeningen, dragen bij tot het voeden van de schijf en tot het vertragen van haar veroudering. B. Verbetering van de lichamelijke vermogens • Soepele gewrichten en spieren: om ongevallen zoals verrekking en tendinitis te voorkomen en om gemakkelijker een goede houding te kunnen aannemen bij het hanteren van lasten in volle of enge ruimten. • Spierkracht: om de spieren van de rug te versterken en om gemakkelijker zware lasten te kunnen tillen met de beenspieren. Het evenwicht tussen de spanningsterkte van de verschillende spiergroepen is belangrijk. Het vermijdt onevenwichtige houdingen. Bijvoorbeeld, de kracht van de buikspieren moet in verhouding zijn met die van de rugspieren. Hetzelfde geldt voor de soepelheid. Krachtige spieren moeten beschikken over een goede soepelheid, om overbodige spanningen te vermijden. • Het uithoudingsvermogen van de spieren: om minder snel moe te worden. C. Vermindering van de stress Lichaamsbeweging en sport helpen om zich van een teveel aan energie of spanning te ontdoen. Zich toeleggen op een ontspannende activiteit, bevrijd van stress en angsten. De afwezigheid van competitiedrang is nodig om echt een uitlaatklep te kunnen zijn voor de dagelijkse beslommeringen. De afscheiding van hormonen, endorfinen genoemd, wordt gestimuleerd door het regelmatig beoefenen van lichaamsbeweging. Deze hormonen geven een gevoel van welbehagen en verminderen ook het gevoel van pijn. D. Controle van het lichaamsgewicht In combinatie met een verandering van de voedingsgewoonten (aanpassing van de hoeveelheid en de kwaliteit van de voeding) verhoogt regelmatige lichaamsbeweging het verlies
37
aan calorieën en helpt zo problemen met overgewicht op te lossen. E. Bescherming van het cardiovasculair systeem De stimulatie van het hart door het regelmatig beoefenen van lichaamsbeweging draagt bij tot de versterking ervan en beschermt het tegen vaatziekten. F. Verbetering van de heling van de weefsels De verhoogde bloedsomloop als gevolg van beweging in het algemeen zorgt voor een snellere heling van de weefsels, inclusief de tussenwervelschijf. Deze zes redenen om regelmatig aan lichaamsbeweging te doen, maken het rechtstreeks of onrechtstreeks mogelijk om rugpijn te voorkomen of alleszins toch de terugslag ervan te verzachten.
5.2.2 Welke raad moet u opvolgen bij het beoefenen van lichaamsbeweging? Met sporadisch of slecht uitgevoerde oefeningen alleen kunt u uw lichamelijke conditie niet onderhouden of verbeteren. U moet dus bepaalde criteria in acht nemen: A. Regelmaat Twee maal een uur per week lijkt noodzakelijk. Beter 3 maal 20 minuten per week dan één keer een tot twee uur Extra lichaamsbeweging. B. Progressiviteit Probeer het wereldrecord niet te verbreken na slechts twee trainingsbeurten: begin zacht met lichaamsbeweging, laat uw lichaam wennen aan deze nieuwe belasting. Beginnende lopers moeten de duur van de inspanning geleidelijk verlengen of zelfs het lopen afwisselen met stappen. C. Los maken van de spieren en opwarmen De spieren moeten voor alle bewegingen zo ontspannen mogelijk zijn. Door de warming-up (die vaak vergeten wordt) voorkomt u spierverrekkingen of spierscheuren. De warming-up bestaat uit een cardiovasculaire opwarming (voor het hart) en een spieropwarming in de vorm van versoepeling. Stretchen na de training draagt bij tot het voorkomen van spiersamentrekkingen, maakt een betere recuperatie mogelijk en houdt de spieren soepel. D. Technische verbetering Streef naar kwaliteit van de beweging en vermijd technisch slecht uitgevoerde bewegingen. Het advies van een vakman is zeker niet overbodig (leraar lichamelijke opvoeding of kinesitherapeut). E. Planning Wie een doel voor ogen heeft, is beter gemotiveerd.
38
F. Aangepast materiaal Het gebruik van kwaliteitsmateriaal dat aangepast is aan de beoefende discipline en aan de lichaamsbouw van de sportbeoefenaar, is noodzakelijk. Deze aanbeveling geldt vooral voor het schoeisel dat aan de activiteit moet aangepast zijn. Joggingschoenen zijn niet geschikt voor tennis en vice-versa. Lopen op losse grond (in het bos bijvoorbeeld) is aanbevolen. G. Aangepaste voeding en hydratatie Het verlies van vocht, vooral door het zweten, moet worden gecompenseerd door regelmatig water te drinken. Er moet ook voldoende tijd worden gelaten tussen de maaltijd en de lichamelijke activiteit. Een energiekoekje kan welkom zijn bij een flauwte tijdens de lichaamsoefening.
5.2.3 Welke sport beoefenen? Uithoudingssport maakt deel uit van de activiteiten die een positieve invloed hebben op de rug. U heeft de keuze uit lopen, joggen, zwemmen, fietsen. Fitness onder begeleiding van kinesistherapeuten blijkt een kostbare hulp te zijn om de lichamelijke conditie in het algemeen te verbeteren, alsook voor de parameters die nodig zijn voor een gezonde rug. Vechtsporten, zoals boksen, judo of oosterse vechtsporten, racketsporten zoals tennis of squash en ploegsporten zoals voetbal of basketbal kunnen een potentieel risico inhouden voor iemand met een verzwakte rug. Als ze echter goed worden beoefend, met een warming-up, een goede lichamelijke conditie, een juiste techniek en zonder overmatige competitiegeest kunnen deze sporten uitstekende hulpmiddelen zijn voor de gezondheid van de beoefenaar.
39